Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
1. Gemeenteraad - 27 november 2025 - notulen en audio-opname - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit de notulen van de zitting van de gemeenteraadszitting van 27 november 2025 goed te keuren.
Artikel 2
De gemeenteraad besluit de audio-opname van de gemeenteraadszitting van 27 november 2025 goed te keuren.
Karel Bauters Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Louis Haerinck Yves Vande Wiele Marleen Prat Filip Terryn Katrien Vandenbogaerde Jo Tijtgat Claude Croes Louis Vanderbeken Lukas Viaene Jurgen Beke Regine Rooryck Tine Willaert Koen Dendoncker Marc Coppens Lies De Witte Bert Schelfhout Philip Ghekiere Sophie Mespreuve Matthias Vanneste Jan Feryn Sandra De Leeuw-Goussey Bruno Lecluyse Jan Colpaert aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
2. Meerjarenplan 2026-2031 - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit het meerjarenplan 2026-2031 vast te stellen.
De openbare zitting van de gemeenteraad wordt geschorst om deze, na de beslissing over het meerjarenplan van het OCMW, te hernemen.
Karel Bauters Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Lies De Witte Marleen Prat Jo Tijtgat Louis Haerinck Regine Rooryck Jurgen Beke Marc Coppens Claude Croes Yves Vande Wiele Louis Vanderbeken Koen Dendoncker Filip Terryn Lukas Viaene Katrien Vandenbogaerde Tine Willaert Sophie Mespreuve Bert Schelfhout Bruno Lecluyse Matthias Vanneste Jan Feryn Philip Ghekiere Sandra De Leeuw-Goussey Jan Colpaert aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
3. Meerjarenplan 2026-2031 - vaststelling deel OCMW door raad voor maatschappelijk welzijn - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit het deel van het meerjarenplan 2026-2031, zoals vandaag vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, goed te keuren.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
4. Cameratoezicht inzake sluikstorten - verlenging overeenkomst IMOG - hervaststelling algemene politieverordening - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
Artikel 1 van de algemene politieverordening (APV) wordt hervastgesteld als volgt:
“In geval van overtreding van deze verordening kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken.
De politieambtenaren aangeduid in de wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties zijn bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in deze politieverordening. Van de vaststelling wordt proces-verbaal opgemaakt.
De inbreuken op de artikelen art. 60, 60bis, 106, 110, 111, 111bis, 121, 122, 123, 125-129.36, 129.42, 129.48, 129.49, 129.51, 130, 131, 132, 133, 144, 147 en 164 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in artikel 28- van deze algemene politieverordening kunnen, met toepassing van art. 21, §1, 2° van de wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, ook, voor zover zij hiertoe binnen het raam van hun bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen, worden vastgesteld door:
● personeelsleden van het intergemeentelijk samenwerkingsverband IMOG (Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen);
● gewestelijke vaststellers die personeelslid zijn van OVAM. Indien OVAM bepaalt dat hun personeelsleden op bepaalde artikelen geen vaststellingen zullen (mogen) doen, dan heeft dit een beperkende invloed.
De inbreuken vermeld in het voorgaande lid worden in een bestuurlijk verslag of vaststelling opgenomen. Voor deze inbreuken dient het woord “proces-verbaal” in deze verordening te worden gelezen als “bestuurlijk verslag” of “vaststelling”.”
Artikel 2
De gemeenteraad geeft positief advies voor het plaatsen van tijdelijke vaste bewakingscamera’s voor het vaststellen van sluikstorten op het gehele grondgebied van de gemeente onder de vorm van inbreuken op de artikelen art. 60, 60bis, 106, 110,111,111bis,121,122,123,125-129.36, 129.42, 129.48, 129.49, 129.51, 130, 131, 132, 133, 144, 147 en 164 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in artikel 28 van de algemene politieverordening (APV) -, alsook het vaststellen in het kader van sluikstorten, zowel in het kader van de bestuurlijke handhaving als in het kader van de strafrechtelijke handhaving, van inbreuken op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Dit positief advies geldt vanaf de inwerkingtreding van deze beslissing en tot en met 31 december 2031.
Artikel 3
De gemeenteraad besluit de nieuwe overeenkomst, af te sluiten tussen de gemeente Deerlijk, de afvalintercommunale IMOG en de politiezone, goed te keuren als volgt:
Overeenkomst inzake camerabewaking voor het vaststellen van sluikstorten
Tussen volgende partijen:
De gemeente Deerlijk, met zetel te 8540 Deerlijk, Harelbekestraat 27, alhier vertegenwoordigd door de heer Louis Haerinck, voorzitter van de gemeenteraad en de heer Karel Bauters, algemeen directeur, handelend in uitvoering van een beslissing van de gemeenteraad van …(datum)…,
hierna genoemd “de gemeente”,
en,
De afvalintercommunaleIMOG, met zetel Kortrijksesteenweg 264 te 8530 Harelbeke, vertegenwoordigd door de algemeen directeur Johan Bonnier en voorzitter Isabelle Degezelle
Hierna genoemd “de afvalintercommunale”
en,
De politiezone Deerlijk – Harelbeke, met zetel te 8530 Harelbeke, Deerlijksesteenweg 43, alhier vertegenwoordigd door de heer Michaël Vannieuwenhuyze, voorzitter van het politiecollege en de heer Jean-Louis Dalle, korpschef, handelend in naam en voor rekening van de politiezone, in uitvoering van een beslissing van de politieraad van …(datum)…,
hierna genoemd “de politiezone”,
is overeengekomen hetgeen volgt.
Artikel 1
Deze overeenkomst beoogt de afspraken vast te leggen tussen de afvalintercommunale enerzijds en de stad/gemeente en de politiezone anderzijds, gezien de politiezone inzake camerabewaking optreedt als feitelijke gebruiker-verwerker a posteriori van de beelden afkomstig van tijdelijke vaste bewakingscamera’s geplaatst op niet-besloten plaatsen op het openbaar domein door de afvalintercommunale, conform de adviezen van de gemeenteraad ter zake.
Artikel 2
De camerabewaking en de verwerking van de beelden heeft als doel het voorkomen, vaststellen en verzamelen van bewijzen van overlast, meer bepaald inzake sluikstorten, op het gehele grondgebied van de gemeente, zowel wat betreft de overtredingen van de artikelen art. 60, 60bis, 106, 110,111,111bis,121,122,123,125-129.36, 129.42, 129.48, 129.49, 129.51, 130, 131, 132, 133, 144, 147 en 164 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in artikelen 28 - van de APV alsook het vaststellen in het kader van sluikstorten, zowel in het kader van de bestuurlijke handhaving als van de strafrechtelijke handhaving, van inbreuken op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
De afvalintercommunale is de verantwoordelijke voor de verwerking en de verwerker van de beelden.
De camera’s mogen enkel worden geplaatst op plaatsen waaromtrent overeenkomstig de camerawet een gunstig advies werd bekomen van de gemeenteraad.
De concrete plaatsing gebeurt naar noodzaak en maakt het voorwerp uit van een specifiek akkoord tussen de afvalintercommunale en de gemeente na voorafgaand overleg met de lokale politie. Zonder specifiek akkoord van de milieudienst van de gemeente zal de afvalintercommunale geen camera’s kunnen plaatsen.
De definitieve lijst met data, uren en locaties wordt voorafgaand aan de lokale politie overgemaakt en dit ten laatste 3 werkdagen voor de eerstvolgende plaatsing.
Het cameratoezicht zal worden aangekondigd met de door de wetgeving vereiste pictogrammen. Ze worden aan de gemeentegrenzen aangebracht, onverminderd de mogelijkheid om elders en in de meer onmiddellijke omgeving van de locaties waar camerabewaking is ingesteld overeenkomstig deze overeenkomst, nog andere kennisgevingen aan te brengen.
Artikel 3
De afvalintercommunale verklaart de toepasselijke wetgeving en instructies inzake camerabewaking en privacy op ieder ogenblik na te zullen leven en de gemeente en de politiezone nemen daar akte van.
Deze verklaring slaat op volgende teksten zoals van kracht of gecoördineerd, onverminderd hun eventuele aanpassing of het van kracht worden van nieuwe bijkomende wetten, reglementen of instructies:
● de verordening 2016/679 van het Europees parlement en de Raad van 27.04.2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming - AVG);
● de wet van 30.07.2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;
● de toepasselijke uitvoeringsbesluiten bij deze wet;
● de wet van 21.03.2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s (afgekort als “de camerawet”);
● de toepasselijke uitvoeringsbesluiten bij deze wet waaronder het K.B. van 10.02.2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking is en het K.B. van 02.07.2008 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's;
● de gecoördineerde ministeriële omzendbrief van 10.12.2009 betreffende de wet van 21.03.2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s zoals gewijzigd bij wet van 12.11.2009.
Iedere aanhaling van verplichtingen hierna geldt met behoud van huidig artikel.
In het bijzonder en met behoud van het voorgaande verklaart de afvalintercommunale de vereiste mededeling zoals bedoeld in art. 5 par. 3 van de Camerawet en het toepasselijke uitvoeringsbesluit aan de politiediensten te hebben gedaan en de wijzigingen aan de ingezette camerabewakingsvoorziening op identieke wijze te zullen doen.
Artikel 4
De verwerking van de beelden mag enkel gegevens bevatten van de bezoekers van de onmiddellijke omgeving van de camera’s.
De verwerking van de beelden dient van zodanige kwaliteit te zijn dat personen en voertuigen te identificeren zijn.
Er dient erop te worden toegezien dat de bewakingscamera’s niet specifiek gericht zijn op een plaats waarvoor de verantwoordelijke van de verwerking niet zelf de gegevens verwerkt, tenzij hij daarvoor expliciet de toestemming heeft van de verantwoordelijke voor de verwerking van de betrokken plaats.
In geen geval mogen beelden worden gemaakt/verwerkt die de intimiteit van een persoon schenden of gericht zijn op het inwinnen van informatie over de filosofische, religieuze, politieke of syndicale gezindheid, etnische of sociale origine, het seksuele leven of de gezondheidstoestand.
De beelden mogen niet worden bewerkt, behoudens om te voldoen aan het derde en vierde lid hiervoor.
Artikel 5
De beelden mogen door de verwerker en de vaststellers GAS uitsluitend in real time worden bekeken indien dit onder toezicht van de politiediensten gebeurt opdat de bevoegde diensten onmiddellijk kunnen ingrijpen bij misdrijf, schade, overlast of verstoring van de openbare orde en deze diensten in hun optreden optimaal kunnen worden gestuurd en met inachtneming van het toepasselijke uitvoeringsbesluit ter zake.
De camerabeelden worden binnen de afvalintercommunale enkel door de vaststellers GAS, aangeduid door de gemeenteraad, later bekeken met het oog op het vaststellen van sluikstorten bestaande in een inbreuk op de bepalingen van de algemene politieverordening (APV) van de gemeente opgenomen in de aanstellingsbeslissing van de vaststellers GAS of een inbreuk op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
De vaststellers GAS zijn onderworpen aan de discretieplicht. Zij mogen de camerabeelden enkel bekijken en gebruiken in functie van de door hen te verrichten vaststellingen zoals aangehaald in art. 2 eerste lid hiervoor. De beelden of eruit afgeleide gegevens mogen zij enkel overmaken aan de gerechtelijke overheden, de politiediensten en de sanctionerend ambtenaar.
Wanneer uit de beelden misdrijven van gemeen recht blijken die buiten het doel van de camerabewaking vallen, dan nemen de vaststellers GAS onmiddellijk contact op met de lokale politie en worden de beelden aan de lokale politie overgedragen op een door deze te bepalen wijze.
Het bekijken van de beelden door de vaststellers GAS gebeurt in de gebouwen van IMOG.
De afvalintercommunale zal de nodige maatregelen nemen om te voorkomen dat andere personen dan de vaststellers GAS toegang hebben tot de beelden.
De afvalintercommunale houdt een register bij met de beeldverwerkingsactiviteiten van de gebruikte bewakingscamera’s overeenkomstig de regels bepaald door de Koning. Dit register wordt ter beschikking gehouden van de gegevensbeschermingsautoriteit en van de politiediensten.
Artikel 6
Wanneer op basis van de beelden een sluikstort bestaande uit een inbreuk op de bepalingen van de algemene politieverordening (APV) van de gemeente blijkt lastens een herkenbaar of potentieel identificeerbaar persoon of wanneer daarbij een nummerplaat van een voertuig op de beelden leesbaar is, maakt de vaststeller GAS een bestuurlijk verslag op.
Dit bestuurlijk verslag of vaststelling bevat ten titel van inlichting minstens volgende gegevens:
● de voornaam, naam en hoedanigheid van de opsteller;
● dag, datum, plaats en uur van de feiten en van de vaststelling van de feiten;
● de plaats waar de camera zich bevond en de plaats waar de pictogrammen werden aangebracht;
● een precieze beschrijving van hetgeen werd vastgesteld;
● een of meerdere screenshots uit de camerabeelden waarop de herkenbare of potentieel identificeerbare persoon tijdens de sanctioneerbare handeling voorkomt of waarop de nummerplaat van een voertuig voortkomt;
● de aanduiding van de overtreden bepaling(en) van de APV;
● het administratief adres van de sanctionerend ambtenaar;
● de datum van overmaking aan de sanctionerend ambtenaar.
Het bestuurlijk verslag wordt binnen een termijn van orde van zeven werkdagen aan de sanctionerend ambtenaar bezorgd.
Het bestuurlijk verslag wordt digitaal aan de sanctionerend ambtenaar bezorgd.
Zo de sanctionerend ambtenaar of de lokale politie dit wenselijk acht, dan kunnen zij de beelden opvragen bij de afvalintercommunale. De afvalintercommunale zal daaraan uiterlijk binnen maximaal 10 werkdaqen gevolg geven.
Artikel 7
De afvalintercommunale garandeert dat de beelden niet langer worden bijgehouden dan noodzakelijk en maximaal maar één maand worden bewaard.
Voorgaande bewaringstermijn geldt niet:
● hetzij indien het beelden betreft die slaan op feiten waarvoor een bestuurlijk verslag werd opgemaakt en die bijgevolg kunnen aangewend worden om via sluikstorten inbreuken te kunnen vaststellen en te bewijzen op de in art. 2 eerste lid hiervoor aangehaalde normen;
● hetzij uit de beelden andere misdrijven zouden blijken.
In beide gevallen worden de beelden bewaard zolang de gerechtelijke of bestuurlijke procedure niet is afgesloten.
Voor wat betreft de procedures in het kader van de GAS-wetgeving zal de sanctionerend ambtenaar na het afsluiten van de procedure aangeven wanneer de beelden mogen worden vernietigd.
Artikel 8
Ieder gefilmde persoon heeft een recht van toegang tot de beelden.
Hij richt daartoe een verzoek aan de verantwoordelijke voor de verwerking conform art. 15 van dealgemene verordening gegevensbescherming – AVG.
Artikel 9
Alle kosten in verband met de aanschaf, de werking, het onderhoud en de vervanging van de camera en alle (rand)apparatuur en noodzakelijke goederen (zoals pictogrammen) zijn ten laste van de afvalintercommunale.
Het plaatsen en verplaatsen van de camera, de pictogrammen, de opmaak en het overmaken van het bestuurlijk verslag, de kosten van de opslag van de data en de overdracht van data en het bijhouden van het register met de beeldverwerkingsactiviteiten gebeurt door de afvalintercommunale op haar kosten.
Artikel 10
Deze overeenkomst geldt vanaf de inwerkingtreding van gemeenteraadsbeslissing die deze overeenkomst goedkeurt en tot en met 31.12.2031.
De samenwerking zal om de twee jaar in een gezamenlijke vergadering worden geëvalueerd.
De afvalintercommunale kan, na overleg met de stad/de gemeente, een met redenen omkleed verzoek indienen met het oog op de hernieuwing van het positief advies van de gemeenteraad alsook van deze overeenkomst tegen het verstrijken van de aangehaalde termijn.
Aldus opgemaakt te Deerlijk op …(datum)… in drie exemplaren.
De drie partijen erkennen elk één exemplaar te hebben ontvangen.
Namens de gemeente Deerlijk
Karel Bauters Louis Haerinck
Algemeen directeur voorzitter van de gemeenteraad
Namens de afvalintercommunale
Johan Bonnier Isabelle Degezelle
algemeen directeur voorzitter
Namens de politiezone
Jean-Louis Dalle Michaël Vannieuwenhuyze
korpschef voorzitter van het politiecollege
Artikel 4
De opdrachthoudende vereniging IMOG (Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen) wordt, in toepassing van artikel 21, §1, 1ste lid, 2° van de GAS-wet, aangewezen als entiteit waarvan de personeelsleden bevoegd zijn voor de vaststelling van de inbreuken die uitsluitend het voorwerp kunnen uitmaken van een administratieve sanctie.
De bedoelde personeelseden krijgen vaststellingsbevoegdheid voor overtredingen op de artikelen 60, 60bis, 106, 110, 111, 111bis, 121, 122, 123, 125-129.36, 129.42, 129.48, 129.49, 129.51, 130, 131, 132, 133, 144, 147 en 164 van de Algemene Politieverordening van de gemeente Deerlijk, inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in artikel 28.
Artikel 5
De OVAM wordt, in toepassing van artikel 21, §1, 1ste lid, 2° van de GAS-wet, aangesteld als gewestelijk vaststeller, waarbij de personeelsleden aangeduid door de leidende ambtenaar van deze entiteit, een vaststellingsbevoegdheid krijgen voor overtredingen op de artikelen 60, 60bis, 106, 110, 111, 111bis, 121, 122, 123, 125-129.36, 129.42, 129.48, 129.49, 129.51, 130, 131, 132, 133, 144, 147 en 164 van de Algemene Politieverordening van de gemeente Deerlijk, inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in artikel 28.
Indien de OVAM bepaalt dat hun personeelsleden op bepaalde artikelen geen vaststellingen zullen (mogen) doen, dan heeft dit een beperkende invloed.
Artikel 6
Dit reglement zal op de webtoepassing van de gemeente worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 286 van het DLB.
Deze beslissing treedt in werking op 1 januari 2026.
Artikel 7
Afschrift van deze beslissing zal worden wordt overgemaakt aan:
● OVAM;
● IMOG;
● De sanctionerend ambtenaren voor Harelbeke en Deerlijk;
● De lokale politie PZ Gavers via de korpschef.
Artikel 8
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 9
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Karel Bauters Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Jan Colpaert Lies De Witte Katrien Vandenbogaerde Yves Vande Wiele Jurgen Beke Louis Vanderbeken Tine Willaert Regine Rooryck Koen Dendoncker Louis Haerinck Lukas Viaene Jo Tijtgat Marleen Prat Filip Terryn Marc Coppens Claude Croes Bruno Lecluyse Matthias Vanneste Sophie Mespreuve Jan Feryn Philip Ghekiere Sandra De Leeuw-Goussey Bert Schelfhout aantal voorstanders: 16 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
5. Hoogstraat 70-72 - aankoop - ontwerpakte - goedkeuring
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
6. Aanpassing rechtspositieregeling - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit de voorliggende rechtspositieregeling in zijn totaliteit goed te keuren en deze te laten ingaan vanaf 1 januari 2026
Artikel 2
Teneinde de rechtzekerheid te dienen, wordt de rechtspositieregeling zoals goedgekeurd in zitting van 28 maart 2024 opgeheven.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
7. Retributiereglement - refter de beuk - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het onderstaand retributiereglement voor de refter van de beuk vast:
RETRIBUTIEREGLEMENT"REFTERBEUK"
Toepassingsgebied
Art. 1.-Het college vanburgemeesterenschepenen isverantwoordelijk voor de goedewerking van de refter(met inbegripvandespeelplaatsentoiletten)vandegemeentelijkelagereschool(debeuk),hiernagenoemd‘derefter’, en wordt hiervoor bijgestaan door de directeur van de gemeentelijke lagere school (de beuk), hierna genoemd ‘de directie’.
Art.2.-DerefterbevindtzichindeSint-Amandusstraat26te8540Deerlijk.Dedirectieisverantwoordelijkvoorde verhuring van de refter en is tevens gevestigd in de Sint-Amandusstraat 26 te 8540 Deerlijk, de.beuk@deerlijk.be, 056 71 19 49.
Art.3.-Erwordteenretributiegevestigdophethurenvandereftervandegemeentelijkelagereschool(debeuk).
Art. 4. - De heffing van deze retributie heeft tot doel de mogelijkheid te bieden de refter (met speelplaats en toiletten)tehurenalsextragemeentelijkelocatievoorgemeenschapsvormendeactiviteiten.Hiermeewordtmee invulling gegeven aan het multifunctioneel gebruik van schoolinfrastructuur.
Heffingsplichtige
Art.5.-Deretributiewordtbepaaldvoorvolgendecategorieën:
CategorieA:
● lokaalbestuurDeerlijk;
● alleDeerlijksegemeentelijkeadviesraden,gemeentelijkecommissiesenhunwerkgroepen,de beheersorganen en hun werkgroepen;
● alleonderwijsinstellingengelegenophetgrondgebiedDeerlijkenhunoudercomités;
● erkendeDeerlijksebenefietorganisaties.
CategorieB:
● alleDeerlijkse verenigingen;
● individueleledenvandeouderraadberk+beukenDeKIM&DeSAM(voorprivatedoeleinden);
● onderwijzendenniet-onderwijzendpersoneelvandeDeerlijksescholenbehorendetotde scholengemeenschap KADANZ (voor private doeleinden);
● personeelsleden van gemeente Deerlijk (voor private doeleinden).
Categorie C:
● organisatorenvan(vakantie)aanbodmeteenwinstgevend/commercieeldoel,diemetdierespectievelijke organisatie mee uitvoering geven aan de uitrol van de Deerlijkse visie inzake Buitenschoolse Opvang en Activiteiten (BOA).
Bedrag
Art.6.-Deretributieisalsvolgtvastgesteld:
CategorieA | Gratis |
CategorieB | 200,00euro |
CategorieC | 150,00euro |
Art. 7. – De retributie wordt aangerekend per dag, ongeacht het aantal uren de infrastructuur die dag wordt gebruikt.Dekostenvooralgemeneverlichting,deverwarmingenhetgebruikvanhetaanwezigemeubilairzijninde huurprijs inbegrepen.
Art. 8.– Het college van burgemeester en schepenen houdt zich het recht voor om de in dit reglement vermelde retributiebedragen,behoudensindienexplicietandersluidendgeformuleerd,jaarlijksteindexerenop1januariop basis van de gezondheidsindex volgens navolgende formule:
Basisbedragretributiexindexdecembervoorafgaandaandeindexatie
index januari 2026
Indienhetgeïndexeerderetributiebedragdecimalenbevat,danwordthetbedragafgerondnaardebovenliggende euro.
Wijzevanvestigingvanderetributie
Art.9.-Deretributiemoetbetaaldwordenviaoverschrijving,tenlaatste30dagennadedatumvandekostennota of na het verzoek tot betaling.
Vrijstellingvanretributie
Art. 10. - Verenigingen of privépersonen wonende in Deerlijk die geen erkende benefietorganisatie zijn en een benefiet wensen te organiseren op grondgebied Deerlijk, kunnen 1x per jaar gratis gebruikmaken van de refter van de gemeentelijke lagere school (de beuk). De organisator dient, in functie van goedkeuring, een expliciete aanvraag in bij het college van burgemeester en schepenen en vermeldt aan welk goed doel een financiële gift zal worden gegeven en welk bedrag daarvoor geraamd wordt. De financiële gift dient minimaal 50 % van de financiële netto-opbrengsttebedragen.Nahetbenefietdientdeorganisatiehetbewijsvanoverschrijvingvandefinanciëlegiftinbij het college van burgemeester en schepenen. Bij nalatigheid wordt het gebruik van de refter aangerekend conform het reglement.
De aanvraag
Art.11.-Hetgebruikvanderefterdientaangevraagdtewordenviadedirectie.Detoelatingtotgebruikwordt bevestigd aan de aanvrager door de directie. Er wordt een overzichtslijst bijgehouden door de directie. Deze lijst wordt maandelijks aan het vrijetijdspunt bezorgd.
Aanvragen tot gebruik van de refter worden chronologisch behandeld volgens tijdstip van aanvraag. Aanvragen dienenminimaal7kalenderdagenenmaximaal1kalenderjaarvooraanvangvandeactiviteitbezorgdtewordenbij de directie.
Art.12.-Doorhetgebruikvandereftergaatdeaanvragerakkoordmetditreglementenneemthijkennisvande geldende veiligheidsvoorschriften dewelke door de directie worden toegelicht en bezorgd.
Algemenevoorschriften
Art.13.-Elkegebruikerisertoe gehouden:
● dereftertegebruikenvoorhetovereengekomendoel;
● derefternietonderte verhuren;
● geenactiviteitenteorganiserendieinstrijdzijnmetdeopenbareordeendegoede zeden;
● dealgemenegemeentelijkepolitieverordeningnateleven;
● nietteovernachteninderefter.
Art. 14. - De eenmalige gebruiker kan bij de directie een sleutel van de refter bekomen. Na de activiteit wordt de sleutel, volgens afspraak met de directie, terugbezorgd. Door het aanvaarden van de sleutel verklaart de gebruiker zijn verantwoordelijkheid te nemen tot het goede beheer. Het doorgeven van de sleutel is ten strengste verboden zondermedewetenvandedirectie.Voordevastegebruikerswordteensleuteltegenaftekeningmeegegeven.Deze wordt bij stopzetting van de activiteiten steeds terugbezorgd aan de directie.
Art.15.–Inverbandmetgebruikvandereftergeldthetvolgende:
● De gebruiker beheert de refter als een voorzichtig en redelijk persoon. Tijdens de uitoefening van de activiteit is de gebruiker verantwoordelijk voor verlies, diefstal en iedere schade aangebracht aan het gebouwen/ofmateriaalvanderefterendeschool,tewijtenaaneen(opzettelijkeofonopzettelijke)fout van de gebruiker of van de deelnemers aan de activiteit die de gebruiker organiseert.
● Degebruikerdientervoortezorgendatdehemtoevertrouwderuimteenhetbijhorendmateriaalgebruikt worden overeenkomstig hun bestemming.
● Degebruikerdieverantwoordelijkisvoordebeschadigingmoetde(herstellings)kostenhiervan vergoeden.
Art.16.-Inverbandmetcateringgeldthetvolgende:
● degebruikerstaatzelfinvooreventueledranken,glazenenandere toebehoren;
● degebruikermoetzelfinstaanvoordebedieningvande dranken;
● dereftermoetnagebruikaltijdinperfectestaatachtergelatenworden:
○ alleleeggoed,dranken,glazenenanderetoebehorenwordendoordegebruikerterugmeegenomen of worden op een vooraf afgesproken plek verzameld in functie van ophaling daags nadien;
○ deterbeschikkinggesteldekoelkastenwordengeledigd;
○ degebruiktekeukeninfrastructuurwordtgereinigd.
● de gebruiker respecteert de wetgeving inzake leeftijdsgrenzen voor het schenken van alcohol aan minderjarigen (alcoholhoudende dranken mogen niet geschonken of aangeboden worden aan jongeren onderde16jaar,sterkedrankennietaanjongerenonderde18jaar,minderjarigenmogenalcoholschenken alleen als er een volwassen eindverantwoordelijke aanwezig is);
● hetisstriktverbodeneigenkookfornuizen,frietpottenofelektrischehuishoudtoestellenvanwelkeaardook binnen te brengen in de refter zonder toestemming van de directie en na advies van de preventieadviseur.
Art.17.-Bijhetverlatenvanderefterdientdegebruiker:
● deruimte(refterentoiletten)tevegenenindiennodigtedweilen,borstelszijnterbeschikking;
● detafelsschoonte maken;
● destoelenopdetafelste plaatsen;
● hetrestafvalindecontainerstedeponeren;
● allelichtentedoven,eveneensdezevande toiletten;
● nategaanofelkevormvanbrandgevaarvermedenwordtdoorondermeervuilnisbakjesteledigeninde containers etc.;
● derefteraftesluitenen,indiendegebruikerdelaatstegebruikeris,eveneensdetoilettenafte sluiten.
Art.18.-Elkegebruikermoetsteedsvrijetoegangverlenenaanhetpersoneelvandeschoolenhetlokaal bestuur in werkopdracht.
Art.19.-ElkegebruikermaaktgebruikvandeopenbareparkingaandeGuidoGezellelaanofandereopenbare parkeerplaatsen.
Art.20.-Eriseenstriktrookverbodindevolledigeschool.Degebruikerdientervoortezorgendatbezoekersaande refter het rookverbod naleven (Wet van 22 december 2009). De gebruiker is eveneens verantwoordelijk voor de naleving van het rookverbod in een straal van 10 meter rond in- en uitgangen van de schoolgebouwen (Wet van 31 december 2024).
Art. 21. - Alle eventuele belastingen, retributies, taksen, rechten en fiscale verplichtingen die voortvloeien uit de organisatie van een activiteit zijn ten laste van de gebruiker. Hetlokaal bestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het niet nakomen van deze verplichtingen. Evenmin kan lokaal bestuur aansprakelijk gesteld worden vooralleeisen,boetenofstrafrechtelijkeklachtennaaraanleidingvanauthenticiteit,misbruikvannaam,vervalsing, eerroof en andere wetsovertredingen.
Art.22.–Eventuelematerialenvandeuitleendiensten/ofhetgemeenschapscentrumdienenaparten overeenkomstig het betreffende retributiereglement voor de uitleendienst aangevraagd te worden.
Sancties
Art.23.-Allegebruikersdienenderefternaelkgebruikinzijnoorspronkelijkestaatachtertelaten.Dedirectiezal de nodige controle uitvoeren en kijken of alles zich in goede staat bevindt (zie artikel 9). Alle verhuringen worden geëvalueerd door de directie en in geval van onregelmatigheden wordt dit gerapporteerd aan het college van burgemeester en schepenen.
Art. 24. - Bij vaststelling van niet naleving van artikel 9 van het gebruikersreglement wordt een schadevergoeding aangerekendterwaardevandegepresteerdeurenvanhetpersoneelvoorhetpoetsenvanderefterentoiletten, aangerekend aan 35,00 euro per begonnen uur/per persoon.
Art. 25. - Het gebruikersreglement dient strikt nageleefd te worden, zo niet kan het college van burgemeester en schepenen de beslissing nemen tot het niet laten doorgaan van de activiteit, het stopzetten ervan of tot het ontruimen van de refter. Bij herhaalde niet-naleving van het reglement en na schriftelijke verwittiging kan een weigeringvanverhuringindetoekomstuitgesprokenwordendoorhetcollegevanburgemeesterenschepenen.De directie adviseert het college van burgemeester en schepenen hierin. Deze sanctie doet geen afbreuk aan de specifieke sancties die in dit reglement worden beschreven.
Verzekeringen aansprakelijkheid
Art. 26. – Het lokaal bestuur is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen en schade veroorzaakt door de inrichtingvandeactiviteit.Degebruikerisverantwoordelijkvoorongevallenenschade,ditzoweltegenoverderden als tegenover het lokaal bestuur.
Art.27.–Hetlokaalbestuurkannietverantwoordelijkgesteldwordenvoorverliesvanmateriaal,voordiefstalof voor beschadigingen.
Betwistingen
Art.28.-Allebetwistingeninverbandmetdetoepassingvanditreglement, alsook elke niet in dit reglement voorziene materie, wordenvoorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen dat hierover een beslissing neemt.
Inwerkingtreding
Art.29.-Ditreglementtreedtinwerkingvanaf1januari2026enisgeldigtotenmet31december2031.
Het gebruikersreglement en het retributiereglement refter de beuk, beide goedgekeurd in de gemeenteraad van 29 februari 2024, worden opgeheven bij de inwerkingtreding van onderhavig reglement.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
8. Sport - huidig retributiereglement huurprijzen sportaccommodatie - verlenging - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit het huidige retributiereglement "huurprijzen sportaccommodatie", goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 24 februari 2022, te verlengen met 6 maanden, tot 30 juni 2026, omdat huurprijzen voor sportverenigingen seizoensgebonden zijn.
Artikel 2
Het gemeenteraadsbesluit van 24 februari 2022 houdende de vaststelling van de retributiereglementen "huurprijzen sportaccommodatie" en "grootschalige evenementen sporthal" wordt bijgevolg pas opgeheven op 1 juli 2026. Vanaf die datum treedt het nieuwe retributiereglement "huurprijzen sportaccomodatie", dat goedgekeurd werd in de gemeenteraadszitting van 27 november 2025, in werking.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
9. Erfgoed - convenant René De Clercqgenootschap - verlenging - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad beslist om onderstaand convenant met het René De Clercqgenootschap te verlengen met 3 maanden, tot en met 31 maart 2026.
Convenant René De Clercqgenootschap – gemeente Deerlijk
Art. 1 – Doel
De gemeente verleent logistieke, promotionele en financiële ondersteuning aan het René De Clercqgenootschap als erkenning van het belang van de vereniging voor het in stand houden, verzorgen en uitbaten van het René De Clercqmuseum. Het uitbaten van het museum en daar een werking ontplooien is van wezenlijk belang voor de culturele en toeristische uitstraling van de gemeente. Met dit convenant wenst de gemeente de samenwerking tussen beide partners en de wederzijdse verwachtingen duidelijk te omschrijven.
Art. 2 – Engagementen van het René De Clercqgenootschap
§ 1 Verzamelen, beschermen en bewaren van erfgoed met een Deerlijkse link
Het René De Clercqgenootschap zorgt voor het verzamelen, bewaren, onderzoeken en documenteren van materieel en immaterieel erfgoed met een culturele, sociale of historische waarde voor de Deerlijkse bevolking, die een link heeft met René De Clercq als persoon en als schrijver. Deze taken behoren tot de basisfuncties van een museum. Hiervoor neemt het René De Clercqgenootschap initiatief om erfgoed rond het verleden van René De Clercq in kaart te brengen en veilig te stellen voor de toekomst. Het René De Clercqgenootschap bewaart het erfgoed binnen de door de gemeente beschikbaar gestelde ruimtes en lokalen.
Het René De Clercqgenootschap zet in op het digitaliseren van foto’s, dia’s en afbeeldingen. Het René De Clercqgenootschap staat zelf in voor het respecteren van de privacywetgeving en het auteursrecht bij gebruik of terbeschikkingstelling ervan.
§ 2 Uitbaten van het museum René De Clercq
Het René De Clercqgenootschap baat, in opdracht van het gemeentebestuur, het René De Clercqmuseum uit (René De Clercqstraat 8). Hierbij wordt permanentie voorzien door vrijwilligers van de vereniging. Het staat het René De Clercqgenootschap vrij om de openingsuren van het museum te bepalen.
§ 3 Ontsluiten en toegankelijk maken van het Deerlijks erfgoed rond René De Clercq
Het René De Clercqgenootschap zorgt ervoor dat het bewaarde erfgoed en het museum publiek toegankelijk zijn en ontsloten kunnen worden voor de Deerlijkse burger en voor geïnteresseerden van buiten de gemeente. Dit wordt gegarandeerd op verschillende manieren:
● Het museum is publiek toegankelijk voor de (Deerlijkse) burger in functie van een toeristisch bezoek of voor opzoekingen en onderzoek. Daarnaast is het museum ook te bezoeken met een gids, na afspraak met het René De Clercqgenootschap.
● Op geregelde tijdstippen worden, al dan niet in het teken van bovenlokale of nationale campagnes, tentoonstellingen of soortgelijke activiteiten georganiseerd die publiek toegankelijk zijn.
● Er worden op geregelde tijdstippen artikels of teksten gepubliceerd, zowel digitaal als gedrukt. Op vraag van het gemeentebestuur kunnen teksten of artikels rond een bepaald thema opgemaakt worden.
● Samenwerkingen met gemeentelijke en intergemeentelijke partners waar mogelijk, bij lokale en bovenlokale projecten.
§ 4 Organisatie van en deelname aan gemeentelijke en nationale activiteiten zoals Open Monumentendag, Erfgoeddag, Nacht van de Geschiedenis, …
In samenspraak met het gemeentebestuur en met gemeentelijke middelen, ondersteunt het René De Clercqgenootschap, indien wenselijk, in het kader en in het jaarthema van een nationale campagne (Open Monumentendag, Erfgoeddag). De uitgaven en eventuele inkomsten van deze activiteiten zijn voor het gemeentebestuur. Voor de organisatie hiervan wordt een werkgroep samengesteld die bestaat uit personeel van de vrijetijdsdienst, leden van de heemkring en leden van het René De Clercqgenootschap, aangevuld met projectvrijwilligers van buiten de organisatie. Hierbij wordt voldoende opvolging gegarandeerd vanuit het gemeentebestuur, om een vlotte en efficiënte organisatie mogelijk te maken. Waar mogelijk en wenselijk worden samenwerkingen aangegaan met gemeentelijke (bv. Heemkring Dorp en Toren) en intergemeentelijke (bv. Erfgoed Zuidwest) partners.
§ 5 Terbeschikkingstelling beeldmateriaal (analoog of digitaal) aan het gemeentebestuur
Zowel voor intern gebruik als voor externe communicatie staat het de gemeente vrij om beeldmateriaal uit het archief van het René De Clercqgenootschap te gebruiken. De gemeente kan kosteloos beroep doen op deze beelden. De gemeente mag deze beelden niet commercialiseren. De bronvermelding wordt in elk geval gerespecteerd, met verwijzing naar het René De Clercqgenootschap.
§ 6 Ondersteuning van de intergemeentelijke erfgoedcel Zuidwest bij bovenlokale initiatieven met een impact op Deerlijk
Bij bovenlokale projecten die georganiseerd of gecoördineerd worden door de intergemeentelijke erfgoedcel Zuidwest (Erfgoed Zuidwest) en waarbij een link is met René De Clercq, verleent het René De Clercqgenootschap gratis en vrijwillige medewerking.
§ 7 Adviesrol
Het gemeentebestuur doet beroep op het René De Clercqmuseum om advies te vragen in alle materies die te maken hebben met het gebouw waar het René De Clercqmuseum is gevestigd. Het staat het René De Clercqgenootschap vrij om proactief en op eigen initiatief advies te verlenen aan het gemeentebestuur over materies die te maken hebben met het René De Clercqmuseum. Deze voorstellen en adviezen zijn niet bindend voor het gemeentebestuur. Er wordt steeds gezorgd voor een redelijke termijn, zodat het René De Clercqgenootschap telkens een voldoende gemotiveerd advies kan bezorgen.
§ 8 Onderhoud gebouw
Het René De Clercqgenootschap is verantwoordelijk voor het klein onderhoud van het gebouw en de tuin.
Art. 3 – Engagementen van de gemeente Deerlijk
§ 1 Logistieke ondersteuning
Het gemeentebestuur Deerlijk stelt kosteloos het gebouw (René De Clercqtraat 8) ter beschikking om rondleidingen en museumwerking mogelijk te maken. De kosten voor sanitair, gas, elektriciteit en telecom en het onderhoud van deze lokalen zijn ten laste van de gemeente. Dit gebeurt telkens in overleg met het René De Clercqgenootschap. Het René De Clercqgenootschap gebruikt het gebouw als een goede huisvader.
Er wordt in het archief ook ruimte voor het René De Clercqgenootschap voorzien. Het gebruik van deze ruimte gebeurt in onderling overleg met de Heemkring Dorp en Toren.
De gemeente stelt een locatie van maximum 10 vierkante meter ter beschikking voor de stockage van boeken van het René De Clercqgenootschap. De oude piano van René De Clercq wordt eveneens gestockeerd in een veilige, gemeentelijke locatie.
Bij activiteiten die in samenwerking met de gemeentelijke diensten worden georganiseerd, wordt er ook logistieke ondersteuning (gebruik van materiaal en infrastructuur) geboden bij de organisatie van een evenement.
Bij activiteiten die op eigen initiatief worden georganiseerd, kan het René De Clercqgenootschap gebruik maken van materiaal en infrastructuur volgens de geldende retributiereglementen.
§ 2 Administratieve ondersteuning
Het gemeentebestuur zorgt voor een administratieve ondersteuning van het René De Clercqgenootschap. Deze ondersteuning bestaat uit medewerking bij activiteiten die vrij toegankelijk zijn voor het publiek, zoals o.a. het kleutertheater en de rondleidingen voor de scholen.
Bij activiteiten die in samenwerking met de gemeentediensten worden georganiseerd, wordt er extra administratieve (evenementiële) ondersteuning geboden volgens noodzaak.
§ 3 Communicatieve en promotionele ondersteuning
Het René De Clercqgenootschap kan beroep doen op de gemeentelijke communicatiekanalen, net zoals andere verenigingen, voor de promotie van hun activiteiten en werking. Bij activiteiten die in samenwerking met de gemeente Deerlijk worden georganiseerd, kan druk- en ontwerpwerk via de gemeentelijke diensten gebeuren.
§ 4 Digitale ondersteuning
Het gemeentebestuur stelt volgens haar mogelijkheden digitaal ruimte ter beschikking van het René De Clercqgenootschap, zodat het bijhouden van een digitaal archief en het digitaliseren van het papieren archief mogelijk worden gemaakt. De toegestane ruimte wordt afgestemd met de gemeentelijke dienst ICT.
§ 5 Financiële ondersteuning
Het gemeentebestuur Deerlijk voorziet een jaarlijkse nominatieve toelage voor het René De Clercqgenootschap. Het bedrag wordt elk jaar geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd. Daarnaast kan het René De Clercqgenootschap bij het organiseren van eigen initiatieven beroep doen op de premiereglementen voor verenigingen, indien aan alle voorwaarden wordt voldaan. Activiteiten die in samenwerking met de gemeente worden georganiseerd, komen niet in aanmerking voor premies.
§ 6 Verzekering
De gemeente Deerlijk zorgt voor een verzekering voor de vrijwilligers van het René De Clercqgenootschap tijdens hun werking en permanentie in het museum en bij activiteiten die in samenwerking met de gemeente worden georganiseerd.
§ 7 Advies
Het gemeentebestuur vraagt advies aan het René De Clercqgenootschap, al dan niet via de cultuurraad, rond materies die het René de Clercqmuseum aanbelangen. Het gemeentebestuur zorgt telkens voor een redelijke termijn om een gemotiveerd advies te laten bezorgen. Deze voorstellen en adviezen zijn niet bindend.
Art. 4 – Rapportering
Het René De Clercqgenootschap legt jaarlijks een jaarprogramma voor tegen 31 januari, voor dat kalenderjaar. Het jaarverslag van het voorafgaande jaar wordt telkens ingediend tegen 30 april. Dit beknopt jaarverslag bevat een overzicht van de georganiseerde activiteiten en een schatting van het aantal aanwezigen en bezoekers.
Art. 5 – Communicatie en overleg
Minstens één keer per kwartaal wordt er een overleg georganiseerd met het René De Clercqgenootschap, de gemeentelijke dienst cultuur & erfgoed en de schepen van erfgoed. Dit overlegplatform heeft tot doel om de praktische samenwerking tussen beide partijen in het kader van dit convenant verder uit te werken, om de komende activiteiten te plannen en om voorbije activiteiten te evalueren.
Art. 6 – Duur van de overeenkomst
Dit convenant treedt in werking op 1 januari 2023 en loopt af op 31 maart 2026.
Het gemeentebestuur kan de overeenkomst op elk moment herzien of beëindigen als het algemeen belang dit vereist.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
10. Feestelijkheden - retributiereglement uitleendienst - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt vast te stellen:
RETRIBUTIEREGLEMENT UITLEENDIENST
Toepassingsgebied
Art. 1 – Er wordt een retributie gevestigd op de materialen van de uitleendienst. Deze omvat enerzijds de materialen die door de gemeentediensten ter plaatse worden geleverd en opgehaald (dienst feestelijkheden) en anderzijds de materialen die door de aanvrager zelf dienen opgehaald en teruggebracht te worden.
Art. 2 - Wijzigingen in de beschikbare materialen van de uitleendiensten worden ter kennis gegeven aan het college van burgemeester en schepenen.
Doelstelling
Art. 3 - De heffing van deze retributie heeft tot doel zowel (Deerlijkse) verenigingen als privépersonen die activiteiten wensen te organiseren op Deerlijks grondgebied, actief te ondersteunen door materialen uit de uitleendienst tegen een democratische prijs aan te bieden.
Heffingsplichtige
Art. 4 – De retributie wordt bepaald voor volgende categorieën:
Categorie A:
● lokaal bestuur Deerlijk;
● alle Deerlijkse gemeentelijke adviesraden, gemeentelijke commissies en hun werkgroepen, de beheersorganen en hun werkgroepen;
● alle onderwijsinstellingen gelegen op het grondgebied Deerlijk en hun oudercomités;
● Deerlijkse benefietorganisaties;
● hulpverleningszone Fluvia, politiezone Gavers en hun vriendenkringen, voor gebruik op het grondgebied Deerlijk.
Categorie B:
● alle Deerlijkse verenigingen + straat – en buurtfeestcomités.
Categorie C:
● privépersonen wonende in Deerlijk.
Categorie D:
● privépersonen, niet-Deerlijkse verenigingen en/of rechtspersonen met maatschappelijke zetel in Deerlijk, die een open publieksactiviteit organiseren die plaatsvindt op grondgebied Deerlijk en niet behoren tot categorie A, B of C;
Een aanvraag kan maximaal 60 dagen voor het evenement ingediend worden en categorieën A, B en C hebben voorrang op de materialen, volgens beschikbaarheid.
Bedrag
Art. 5 - De retributie is vastgesteld op onderstaande materialen van de gemeentelijke uitleen- dienst, zolang de voorraad strekt en volgens beschikbaarheid, in een centraal beheersysteem.
De vermelde retributie voor onderstaande materialen is het tarief voor een ontleningsperiode van maximaal één week. De retributie is verschuldigd voor elke nieuwe begonnen ontleningsperiode van één week.
DIENST FEESTELIJKHEDEN: materialen ter plaatse geleverd en opgehaald door gemeente- diensten:
Nadar- en werfhekkens | Categorie A | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
nadarhekken 2,5m 100 stuks per kar | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 3,00 | |
toogplaat 2,5m + 2 nadars | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 9,00 min. 3 stuks | |
werfhekken + blokken | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 3,00 min. 5 stuks | |
klemmen voor werfhekkens | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 0,10 | |
werfhekkenwiel | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 0,20 | |
Podia en toebehoren | Categorie A | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
podiumelement 1 x 2m houten bovenkant | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 9,00 min. 4 stuks | |
podiumklemmen | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 0,10 | |
podiumtrap | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 5,00 | |
podiumrok 1 x 10m | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 9,00 | |
podiumwagen | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
Signalisatiemateriaal | Categorie A | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
afbakeningspaal + ketting | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
parkeerverbodsborden* | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
rood / wit kegel | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
Tafels en stoelen | Categorie A | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
plooitafel 1,83m x 0,76m | 0,00 | 1,70 | n.v.t. | n.v.t. | |
receptietafel | 0,00 | 3,50 | n.v.t. | n.v.t. | |
stoel wit - gebruik binnen | 0,00 | 0,30 | n.v.t. | n.v.t. | |
stoel antraciet - gebruik buiten
| 0,00 | 0,30 | n.v.t. | n.v.t. | |
*De parkeersverbodsborden dienen enkel voor gebruik op niet-openbaar domein/weg. In alle andere gevallen moeten de borden aangevraagd worden via EagleBe: https://app.eaglebe.com/auth/start | |||||
Tenten en toebehoren | Categorie A | Categorie B | Categorie C | Categorie D | |
tent groen 3 x 3m | 0,00 | 11,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
tent groen 3 x 6m | 0,00 | 20,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
tentgewicht | 0,00 | 1,20 | n.v.t. | n.v.t. | |
zijpaneel voor tent 3 x3m | 0,00 | 1,20 | n.v.t. | n.v.t. | |
zijpaneel voor tent 3 x6m | 0,00 | 1,20 | n.v.t. | n.v.t. | |
Vlaggen en toebehoren | Categorie A | Categorie B | Categorie C | Categorie D | |
vlag België | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
vlag Deerlijk | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
vlag Europa | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
vlag Provincie | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
vlag Vlaams | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
vlaggenmast - aluminium | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
Varia feestelijkheden | Categorie A | Categorie B | Categorie C | Categorie D | |
automatische handalcoholdispenser | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
standpijp (inclusief levering en plaatsen)* | 0,00 | 50,00* | n.v.t. | n.v.t. | |
strokengordijn | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
*Het verbruik wordt gemonitord, enkel waterverbruik op en voor het evenement is toegelaten. Indien er sprake is van een verbruik > 10 m³, zal het verbruik verrekend worden aan de reële marktprijs.
| |||||
VRIJETIJDSPUNT: materialen af te halen en terug te brengen door aanvrager
Audiovisueel materiaal | Categorie A | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
muziekinstallatie +2 actieve boxen op statief + mengpaneel | 0,00 | 28,90 | 47,00 | n.v.t. | |
microfoon met draad | 0,00 | 5,80 | 10,00 | n.v.t. | |
soundbox + 2 draadloze microfoons | 0,00 | 11,60 | 19,00 | n.v.t. | |
LCD-projector (beamer) | 0,00 | 14,40 | 24,00 | n.v.t. | |
projectiescherm klein | 0,00 | 11,60 | 19,00 | n.v.t. | |
projectiescherm groot | 0,00 | 14,00 | 21,00 | n.v.t. | |
Licht- en elektromateriaal | Categorie A | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
black-light | 0,00 | 2,90 | 5,00 | n.v.t. | |
bubbelmachine | 0,00 | 8,10 | 13,00 | n.v.t. | |
klemspot | 0,00 | 0,90 | 1,00 | n.v.t. | |
LED-lichtinstallatie | 0,00 | 13,00 | 29,00 | n.v.t. | |
LED-rainbow | 0,00 | 2,90 | 5,00 | n.v.t. | |
LED lichteffect ‘Beam’ | 0,00 | 2,90 | 5,00 | n.v.t. | |
LED lichteffect ‘Flower’ | 0,00 | 2,90 | 5,00 | n.v.t. | |
lichtkrans 20m | 0,00 | 8,10 | 13,00 | n.v.t. | |
phare | 0,00 | 1,40 | 2,00 | n.v.t. | |
rookmachine | 0,00 | 8,10 | 13,00 | n.v.t. | |
stekkerdoos | 0,00 | 0,50 | 1,00 | n.v.t. | |
stroboscoop | 0,00 | 2,90 | 5,00 | n.v.t. | |
verlengdraad | 0,00 | 0,50 | 1,00 | n.v.t. | |
Fuifmateriaal | Categorie A | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
fuifbord (banner) | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
banner drankkaarten | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
banner eetstand | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
banner fuifbandjes | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
banner binnen = binnen | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
banner geen alcohol -16j | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
fuifkoffer | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
Veiligheidsmateriaal | Categorie A | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
CO2 – blusser | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
poederblusser | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
schuimblusser | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
Fluohesjes volwassenen | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
fluohesjes kinderen | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
geluidsmeter | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
kabelgoot 900x600x58 mm | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
nooduitgang signalisatie lamp 345x110x65 mm
| 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
nooduitgang signalisatie 38x17 38cm x 17 cm - lamp | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
rookverbodsteken 230x330 mm | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
megafoon | 0,00 | 5,80 | n.v.t. | n.v.t. | |
walkie talkie (per paar) | 0,00 | 11,60 | n.v.t. | n.v.t. | |
Oordopjes (doos)** | 0,00 | 43,00** | n.v.t. | n.v.t. | |
Speelmateriaal | Categorie A | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
sport- en spelkoffer | 0,00 | 5,80 | 10,00 | n.v.t. | |
hoepel | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
jute zak | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
loopklossen (per paar) | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
stelten (per paar) | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
smash ball set | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
touwtrekken | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
kids dierenkubb 12 | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
viking kubb | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
voetbal | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
(Reuze-) spelen | Categorie A | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
balans krokodil 12 | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
blikgooien | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
box it | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
dartsbord + 2x3 pijltjes | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
de dief 12 | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
ganzenbord (speeltapijt) | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
kattenstaart gooien | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
Kikker hop 12 | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
krabben vissen 12 | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
mens-erger-je-niet | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
mini bowling | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
pietjesbak | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
pittenzakwerpen | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
sjoelbak groot | 0,00 | 3,00 | 5,00 | n.v.t. | |
sjoelbak klein | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
toren van balans | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
reuzenspeelkaarten | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
reuzen-vier-op-één-rij | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
reuzenmikado | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
reuzen damspel | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
reuzendomino | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
reuzenjenga | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
reuzenmemory | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
ringbord | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
vuurtoren estafette | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
werpspel ringen | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
Verkleedkledij | Categorie A | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
kerstmanpak | 0,00 | 6,90 | 11,00 | n.v.t. | |
pietpak | 0,00 | 4,60 | 8,00 | n.v.t. | |
sintpak | 0,00 | 9,20 | 14,00 | n.v.t. | |
schminkkoffer | 0,00 | 11,60 | 19,00 | n.v.t. | |
UiTPAS | Categorie A | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
NFC-lezer | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
smartphone UiTPAS – met dataverbinding | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
beachflag UiTPAS | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
Varia vrijetijdspunt | Categorie A | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
badgemachine | 0,00 | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | |
badges | 0,00 | 0,50 | 0,50 | n.v.t. | |
vuurkorf | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
buurtfeestpakket*** | 0,00 | 0,00 | n.v.t | n.v.t | |
**Via de uitleendienst kan er een doos oordopjes aangekocht worden voor evenementen. Eenmaal aangekocht, blijft de doos van de organisatie. De rest hoeft niet teruggebracht te worden. | |||||
*** Bij het organiseren van een buurt- of straatfeest kan de organisator 1x per jaar gratis een vast pakket tafels (4 stuks) en stoelen (30 stuks) ontlenen bij de uitleendienst, volgens beschikbaarheid.
| |||||
Art. 6 – Er wordt een eenmalige leveringskost van 50,00 euro gerekend voor categorie D, onafhankelijk van de hoeveelheid en soort(en) van ontleende materialen, voor het leveren en ophalen van de ontlening op het grondgebied van de gemeente Deerlijk.
Art. 7 – Het uitgeleende materiaal wordt door de uitleendienst nagekeken. Eventuele herstellingskosten van beschadigd materiaal worden integraal aan de ontlener doorgerekend.
Bij onherstelbare beschadiging alsook bij diefstal en bij verlies van materiaal, wordt de kostprijs voor het aanschaffen van nieuw materiaal integraal aan de ontlener doorgerekend.
Bij de herstellingskost en/of de kostprijs voor aanschaffen van nieuw materiaal wordt een administratieve vergoeding aangerekend ten bedrage van 10 % van het verschuldigde bedrag met een maximum van 50,00 euro. Indien het uitgeleende materiaal in een bevuilde staat terugkeert naar de uitleendienst en deze gepoetst dient te worden door het personeel van de gemeente, indien bijkomend dient opgeruimd te worden, indien bij ophaling van uitgeleend materiaal deze niet gecentraliseerd staat of niet correct gestapeld staat op de karren of opgeborgen in de voorziene transportmiddelen zoals bij levering, wordt er een vergoeding aangerekend overeenkomstig de gepresteerde uren van het personeel aan 50,00 euro per begonnen uur/per persoon.
Bij vaststelling van niet correct behandelen van materiaal of het niet naleven van het retributiereglement wordt het college van burgemeester en schepenen hiervan in kennis gebracht en bij herhaling kan het college van burgemeester en schepenen beslissen tot uitsluiting van het reglement voor een bepaalde duur. De ontlener wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.
Art. 8 – De vermelde tarieven en vergoedingen kunnen jaarlijks worden geïndexeerd, overeenkomstig de bepalingen die ook van toepassing zijn in andere gemeentelijke reglementen.
Wijze van ontlening
Art. 9 – Aanvragen tot ontlening worden chronologisch behandeld volgens tijdstip van aanvraag. Aanvragen dienen minimaal 7 kalenderdagen en maximaal 1 kalenderjaar voor aanvang van de activiteit bezorgd te worden bij de uitleendienst.
Ter bevestiging van de reservatie ontvangt de aanvrager een ontleningsbon (e-mail) met vermelding van de gereserveerde goederen, de overeenkomstige huurprijs, de wijze van levering en/of de locatie voor afhaling van de materialen.
Art. 10 - Door het in ontvangst nemen van de materialen verbindt de ontlener er zich toe:
● op de hoogte te zijn van het correcte gebruik en behandelen van de materialen en ze te beheren als een goede huisvader en de opgegeven richtlijnen strikt na te leven;
● de materialen in dezelfde staat terug te brengen/te zetten als bij de afhaling/levering. De materialen bevinden zich in een degelijke staat, zoals een goede huisvader ze zou beheren. Indien de materialen zich niet in een degelijke en werkende staat bevinden, dient dit door de ontlener vóór de ingebruikname ervan gemeld te worden bij de uitleendienst. Wanneer er geen melding gebeurt vóór de ingebruikname, wordt verondersteld dat de materialen zich in degelijke staat bevonden vóór het uitlenen ervan;
● bij diefstal onmiddellijk aangifte te doen bij de politie en een kopie van het proces-verbaal te bezorgen aan de uitleendienst;
● de materialen in geen enkel geval noch uit te lenen, noch onder te verhuren;
● de uitleendienst onmiddellijk in kennis te stellen in geval van schade.
Art. 11 – Het uitleensysteem staat of valt met het correct ophalen en terugbrengen van het uitleenmateriaal. Indien de ontlener het uitleenmateriaal niet tijdig of niet volledig kan terugbrengen op de afgesproken datum zoals vermeld op de ontleningsbon, neemt de ontlener telefonisch of per mail contact op met de uitleendienst. Indien het materiaal dat de ontlener langer wenst te ontlenen niet gereserveerd is voor een andere ontlener in de gewenste verlengperiode, kan de reservatie worden aangepast. De verlenging van de ontleenperiode kan tot gevolg hebben dat de ontleenvergoeding verhoogt conform artikel 6, tweede lid van dit reglement.
Wijze van vestiging van de retributie
Art. 12 - De retributie dient betaald te worden na ontlening en controle van het materiaal via overschrijving, na ontvangst van de onkostennota.
Vrijstelling van retributie
Art. 13 – Bij het organiseren van een speelstraat kan de organisator gratis reuzenspelen en speelmateriaal ontlenen bij de uitleendienst. Bij gelijktijdige aanvraag tot ontlening van deze spelen genieten de organisatoren van speelstraten prioriteit.
Art. 14 – Bij het organiseren van een buurt- of straatfeest kan de organisator 1x per jaar gratis een vast pakket tafels (4 stuks) en stoelen (30 stuks) ontlenen bij de uitleendienst, volgens beschikbaarheid.
Art. 15 - Verenigingen of privépersonen wonende in Deerlijk die geen erkende benefietorganisatie zijn en een benefiet wensen te organiseren op grondgebied Deerlijk, kunnen 1x per jaar gratis gebruik maken van de materialen uit de uitleendienst. De organisator dient, in functie van goedkeuring, een expliciete aanvraag in bij het college van burgemeester en schepenen en vermeldt aan welk goed doel een financiële gift zal worden gegeven en welk bedrag daarvoor geraamd wordt. De financiële gift dient minimaal 50 % van de financiële netto-opbrengst te bedragen. Na het benefiet dient de organisatie het bewijs van overschrijving van de financiële gift in bij de uitleendienst. Bij nalatigheid worden de ontleende materialen van de uitleendienst aangerekend conform het reglement.
Art. 16 - In het kader van intergemeentelijke samenwerking kunnen omliggende gemeente- en stadsbesturen van Deerlijk gratis beroep doen op de materialen van de dienst feestelijkheden volgens beschikbaarheid. De aanvrager dient zelf de materialen af te halen en terug te brengen in onderlinge overeenstemming met de betrokken diensten.
Art. 17 - Onderstaande materialen worden beheerd door het gemeenschapscentrum en staan in functie van gebruik buiten het gemeenschapscentrum, zolang de voorraad strekt en volgens beschikbaarheid, gratis ter beschikking van categorie A en feestcomités die behoren tot het centraal feestcomité. Aanvragen voor het gebruik van onderstaande materialen dienen afzonderlijk te gebeuren bij het gemeenschapscentrum, via het vrijetijdspunt.
Materialen eetfestijnen | dessertbord, dessertvork, plat bord, diep bord, soepkom, tafellepel, tafelmes, tafelvork, fluteglas, fruitsapglas, wijnglas rood, wijnglas wit, glazen schenkkan, dienblad, koffiekan, koffiekop en schotel, koffielepel, koffiezetmachine bravilor, melkkan, schragentafels, stoelen, … |
Audiovisueel materiaal | DVD-speler, film- of diascherm, flapover, LCD projector, mobiele lichtinstallatie, rack geluidsinstallatie, soundbox, statief met spots, statieven voor spots, verlengkabels, … |
Tentoonstellingsmateriaal | sokkels, zwarte tentoonstellingspanelen, paneel op voet |
Andere | podiumelement (20 st) |
Art. 18 – Bij gebruik van het gemeenschapscentrum overeenkomstig het betreffende retributiereglement wordt de infrastructuur ter beschikking gesteld, inclusief de aanwezige en voorziene materialen van het gemeenschapscentrum. Eventuele materialen van de uitleendienst dienen apart en overeenkomstig onderhavig retributiereglement aangevraagd te worden. Uitzondering hierop voor categorie A en B, vormen tafels en stoelen gekoppeld aan het gebruik van het gemeenschapscentrum (bijvoorbeeld ook buiten op parking/terras) en aanvullend op de in het gemeenschapscentrum beschikbare tafels en stoelen. Ontleningen kunnen enkel volgens beschikbaarheid binnen de uitleendienst. Bij gelijktijdige aanvraag tot ontlening genieten de organisatoren van activiteiten die niet gekoppeld zijn aan het gebruik van het gemeenschapscentrum, prioriteit.
Overige
Art. 19 - Door het ontlenen van het materiaal verklaart de ontlener zich akkoord met de bepalingen van dit reglement en waarborgt de stipte naleving ervan.
Art. 20 - Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen en/of andere schadelijke gevolgen die zouden voortvloeien uit het gebruik van het ontleende materiaal.
Art. 21 - Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 22 – Gebruikers van de uitleendienst ontvangen na afloop van hun ontlening een tevredenheidsenquête. Deze enquête heeft tot doel de werking en dienstverlening van de uitleendienst te evalueren en te verbeteren.
Het invullen van de enquête is niet verplicht en heeft geen invloed op de toepassing van de retributie of de mogelijkheid tot toekomstige ontleningen. De verzamelde gegevens worden uitsluitend gebruikt voor interne evaluatie en beleidsdoeleinden, met inachtneming van de geldende regelgeving inzake gegevensbescherming.
Inwerkingtreding
Art. 23 - Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.
Art. 24 - Het gemeenteraadsbesluit van 6 juli 2023 houdende de vaststelling van het retributiereglement op uitleendiensten wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
11. Retributiereglement - UiTPAS Zuidwest - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit om volgend reglement vast te stellen:
RETRIBUTIEREGLEMENT UITPAS ZUIDWEST
WAT
Art. 1 - De UiTPAS is een voordeelkaart voor vrije tijd, waarmee je punten kunt sparen en ruilen voor kortingen, cadeaus of andere voordelen bij deelnemende organisaties. Het is een persoonlijke kaart die je kunt gebruiken voor cultuur, sport en andere vrijetijdsactiviteiten in Vlaanderen en Brussel. Personen met een beperkt budget (= mensen in kansarmoede) kunnen een UiTPAS met kansentarief aanvragen (= MIA UiTPAS), wat extra voordelen biedt.
PRIJS
Art. 2 - De aankoopprijs van de UiTPAS Zuidwest bedraagt 3 euro voor volwassenen en kinderen vanaf 3 jaar.
Art. 3 - De aankoopprijs van de UiTPAS Zuidwest bedraagt 1 euro voor mensen in kansarmoede.
Art. 4 - Een nieuwe UiTPAS aanvragen bij verlies bedraagt 2 euro voor volwassenen en kinderen vanaf 3 jaar. Mensen die recht hebben op het kansentarief betalen 1 euro. Bij wijziging van statuut (iemand die plots wel recht heeft op kansentarief of plots niet meer) is het gratis.
Art. 5 - De ontvangsten uit de verkoop zijn voor de gemeente Deerlijk.
MIA UITPAS
Art. 6 - De doelgroep ‘mensen in armoede’ (MIA’s) die recht hebben op een UiTPAS aan kansentarief zijn:
● Cliënten OCMW Deerlijk in budgetbegeleiding met domicilie in Deerlijk;
● Cliënten OCMW Deerlijk in budgetbeheer met domicilie in Deerlijk;
● Cliënten OCMW Deerlijk in collectieve schuldenregeling voorafgegaan door budgettering met domicilie in Deerlijk.
● Cliënten OCMW Deerlijk die het leefloon ontvangen met domicilie in Deerlijk.
● Cliënten OCMW Deerlijk die financiële steun equivalent leefloon ontvangen met domicilie in Deerlijk.
● Alle personen/gezinnen met domicilie in Deerlijk waarvan het maandelijks beschikbaar inkomen lager is dan de Europese armoededrempel, via een beperkt financieel onderzoek naar inkomsten, uitgaven en spaargelden.
TOEWIJZING MIA UITPAS
Art. 7 - De toewijzing van UiTPAS aan kansentarief gebeurt na een financieel en sociaal onderzoek door de sociale dienst van het OCMW Deerlijk.
SOLIDAIRE KOSTENDELING
Art. 8 - UiTPAS biedt de mogelijkheid om mensen op uniforme en discrete wijze te identificeren en rechtstreekse kortingen aan te bieden aan personen in armoede. Dit gebeurt door een eenmalige registratie die vervolgens voor elke activiteit een korting van 80 % geeft voor deze doelgroep. Het regionaal invoeren van UiTPAS geeft dus de kans aan alle mensen in armoede om in de hele regio te participeren aan een bedrag dat 20 % van de kostprijs bedraagt. Dit principe van de solidaire kostendeling vertaalt zich als volgt:
● Voor gemeentelijke participatie: 20 % (mensen in armoede) + 40 % (gemeente) + 40 % (inkomstenderving lokale aanbieder).
● Voor intergemeentelijke participatie aan eigen gemeentelijk aanbod: 20 % (mensen in armoede) + 80 % (gemeente waar de deelnemer woont).
● Voor intergemeentelijke participatie aan aanbod van derden (verenigingen, private aanbieders ...): 20 % (mensen in armoede) + 40 % (gemeente waar de deelnemer woont) + 40 % (inkomstenderving lokale aanbieder).
WELKOMSTVOORDELEN
Art. 9 - Wie een UiTPAS aankoopt krijgt daar meteen enkele welkomstvoordelen bij. Omdat er geen concurrentie zou ontstaan tussen de verschillende gemeenten voor de verkoop van de passen wordt met regionale welkomstvoordelen gewerkt. De welkomstvoordelen zijn cumulatief. Dit houdt in dat de koper van de UiTPAS recht heeft op:
● een gratis zwembeurt in een deelnemend zwembad;
● een gratis museumbezoek in een deelnemend museum;
● een welkomstgeschenk: de UiTPAS Blije Bijen Bloemenmix;
● 2,50 euro korting bij een deelnemend cultuurcentrum;
● drie welkomstpunten.
OMRUILVOORDELEN
Art. 10 - Omruilvoordelen worden gemeentelijk bepaald uit het aanbod van de gemeentelijke diensten.
Art. 11- De omruilvoordelen kunnen tijdelijk of permanent aangeboden worden. Daarnaast kunnen omruilvoordelen verdwijnen en nieuwe omruilvoordelen ontstaan.
Art. 12 - Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd tot het goedkeuren van de gemeentelijke omruilvoordelen.
BETWISTING
Art. 13. – Betwistingen omtrent dit reglement worden behandeld door de UiTPASverantwoordelijke van de gemeente of door het clusterhoofd burger & welzijn en indien nodig door het college van burgemeester en schepenen.
INWERKINGTREDING
Art. 14. - Dit reglement treedt in werking vanaf 01 januari 2026 en loopt af op 31 december 2031.
Art. 15. - Het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 23 oktober 2025 houdende de vaststelling van het retributiereglement op Uitpas - mensen in armoede - aanpassing doelgroep - bekrachtiging, wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van dit reglement.
Art. 16. - Het besluit van de gemeenteraad van 17 september 2015 omtrent het retributiereglement UiTPAS Zuidwest wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van dit reglement.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Karel Bauters Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Lies De Witte Marc Coppens Yves Vande Wiele Katrien Vandenbogaerde Jurgen Beke Filip Terryn Louis Vanderbeken Tine Willaert Claude Croes Jo Tijtgat Marleen Prat Koen Dendoncker Regine Rooryck Lukas Viaene Louis Haerinck Philip Ghekiere Bert Schelfhout Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Matthias Vanneste Bruno Lecluyse Jan Feryn Jan Colpaert aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
12. Belastingreglement ter bestrijding van ongeschikte en/of onbewoonbaar verklaarde woningen - opcentiemen - aanpassing - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit het volgende belastingreglement vast te stellen:
BELASTINGREGLEMENT - HEFFING TER BESTRIJDING VAN ONGESCHIKTE EN/OF ONBEWOONBAAR VERKLAARDE WONINGEN EN GEBOUWEN – OPCENTIEMEN
Art. 1. – Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 worden er, ten bate van de gemeente,
opcentiemen geheven op de gewestelijke heffing ter bestrijding van ongeschikte en/of
onbewoonbare woningen en gebouwen ingevoerd door het decreet van 22 december 1995
houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, meer bepaald hoofdstuk VIII,
afdeling 2 en latere wijzigingen en overgenomen door het decreet houdende de Vlaamse
Codex Fiscaliteit van 13 december 2013.
Art. 2. – Het aantal opcentiemen op voormelde gewestelijke heffing wordt voor de
aanslagjaren 2026 tot en met 2031 bepaald op 50 opcentiemen.
Art. 3. – De gemeente doet een beroep op de medewerking van het Agentschap Vlaamse
Belastingdienst voor de inning van deze opcentiemen.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan het Agentschap Vlaamse Belastingdienst, Vaartstraat 16, 9300 Aalst.
Karel Bauters Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Katrien Vandenbogaerde Filip Terryn Lukas Viaene Louis Haerinck Koen Dendoncker Marleen Prat Jurgen Beke Tine Willaert Yves Vande Wiele Lies De Witte Louis Vanderbeken Marc Coppens Claude Croes Regine Rooryck Jo Tijtgat Philip Ghekiere Sandra De Leeuw-Goussey Bruno Lecluyse Jan Feryn Sophie Mespreuve Bert Schelfhout Matthias Vanneste Jan Colpaert aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
13. Belastingreglement - leegstand - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit het volgend reglement vast te stellen:
BELASTINGREGLEMENT op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister
Heffingstermijn en belastbaar feit
Art. 1.
§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de gebouwen, woningen en kamers die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
Het leegstandsregister wordt opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig het reglement inzake inventarisatie van 17 december 2020 en de toepasselijke decretale en wettelijke bepalingen.
§2. De definities uit het inventarisatiereglement leegstand van 17 december 2020 en de wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen waarnaar dit inventarisatiereglement verwijst zijn van toepassing.
Voor de toepassing van dit belastingreglement hebben de navolgende begrippen de hierna weergegeven inhoud:
Renovatienota = een nota die bestaat uit:
§3. De belasting voor een leegstaand gebouw, woning of kamer is verschuldigd op 1 juli van het aanslagjaar, op voorwaarde dat die woning, dat gebouw of die kamer gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
§4. Zolang het leegstaande gebouw, de leegstaande woning of kamer niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op 1 juli van het aanslagjaar.
Belastingplichtige
Art. 2.
§1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw, de leegstaande woning of kamer op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het nieuwe zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.
De instrumenterende ambtenaar stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht met nauwkeurige aanduiding van het overgedragen goed, de datum ervan en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar(s) alsmede het eigendomsaandeel.
Berekeningsgrondslag en tarief
Art. 3.
§1. De belasting bedraagt bij een eerste aanslag:
Voor het aanslagjaar 2026:
● 1.200 euro voor een gebouw of woning;
● 100 euro voor een kamer.
Voor de aanslagjaren 2027 t.e.m. 2031
● 1.500 euro voor een gebouw of woning;
● 150 euro voor een kamer.
§2. Het bedrag van de volgende belastingen is gelijk aan het resultaat van volgende formule:
De belasting vermenigvuldigd met het aantal periodes van twaalf maanden dat het gebouw, de woning, kamer zonder onderbreking opgenomen is op de gemeentelijke inventaris. Het plafondbedrag, zijnde het maximum aantal periode van twaalf maanden, wordt vastgesteld op zes.
§3. De bedragen van de belasting worden bepaald met inachtname van de voor de berekening van de belasting relevante duur, zonder dat de duur van de al bekomen vrijstelling – wat betreft de bepaling van het bedrag van de belasting – opnieuw inrekening kan worden gebracht. Zodoende dient in geval van eerdere vrijstelling en latere belasting het tarief verbonden aan de gehele leegstandstermijn te worden toegepast.
§4. Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning in het leegstandsregister staat, wordt tot nul herleid en begint opnieuw te lopen bij volledige overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.
Dit geldt niet voor overdrachten aan:
Vrijstellingen
Art. 4.
§ 1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:
1° de belastingschuldige die zakelijk gerechtigde is van één enkele woning of kamer, bij uitsluiting van enige andere woning of kamer, met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 1 aanslagjaar.
2° de belastingschuldige die (mede)eigenaar en de laatste bewoner van een belastbare woning of kamer is en die in een erkende ouderenvoorziening verblijft of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of in een erkend revalidatiecentrum. Deze vrijstelling kan voor maximaal 3 opeenvolgende aanslagjaren worden toegekend.
3° de belastingschuldige die beperkt is in handelingsbekwaamheid ingevolge een gerechtelijke beslissing, met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 3 aanslagjaren.
4° de belastingschuldige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van een gebouw, woning of kamer, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het aanslagjaar volgend op de overdracht van het zakelijk recht.
Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan:
5° De houder van het zakelijk recht die minstens 3 woongelegenheden in dezelfde wijk tegelijk wenst te renoveren of te slopen en te vervangen, met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 1 aanslagjaar.
§ 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:
1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;
2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
3° krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;
4° deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap;
5° in het actieplan bouwkundig erfgoed aangeduid is als bouwkundig erfgoed met een hoge of middelhoge locuswaarde en mits het indienen van een dossier bij de beoordelingscommissie, met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 1 aanslagjaar;
6° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
7° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure. De vrijstelling geldt voor de aanslagjaren waarin het gebouw of de woning onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden en voor het aanslagjaar volgend op de beëindiging van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik.
8° gerenoveerd wordt blijkens een niet-vervallen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen;
De termijn van vrijstelling gaat in op datum van het definitief uitvoerbaar worden van deze omgevingsvergunning en eindigt op het ogenblik van de voltooiing van de werken, die het voorwerp van deze omgevingsvergunning uitmaken. De termijn van vrijstelling bedraagt evenwel niet meer dan 3 jaar te rekenen vanaf de datum van het definitief uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning.
Deze vrijstelling kan slechts éénmaal ingeroepen worden ongeacht het aantal dergelijke omgevingsvergunningen.
9° gerenoveerd wordt blijkens een gedateerde en ondertekende renovatienota waarin minstens een overzicht van de voorgenomen werken en een stappenplan zijn opgenomen waaruit blijkt dat de woning of het gebouw bewoonbaar gemaakt wordt;
De uitvoering van de renovatienota moet tijdens het aanslagjaar aangetoond worden aan de hand van facturen en bijbehorende foto’s of vastgesteld worden door een controlebezoek. Deze vrijstelling geldt voor 3 aanslagjaren.
Deze vrijstelling kan slechts éénmaal ingeroepen worden ongeacht het aantal renovatienota’s.
10° het voorwerp uitmaakt van een compromis betreffende de overdracht van het zakelijk recht van de woning. De compromis dateert van voor het moment waarop de woning aan de belasting onderhevig werd. Uiterlijk 6 maanden na datum van de compromis dient de definitieve overdracht te worden aangetoond aan de hand van een authentieke akte. De vrijstelling geldt enkel voor de eerstvolgende heffing volgend op de datum van de compromis.
Inkohiering
Art. 5.
De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Betwisting
Art.6.
Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Inwerkingtreding
Art. 7.
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
14. Klimaatfonds Zuid-West-Vlaanderen - verlenging - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit de "Overeenkomst met betrekking tot de samenwerking in het kader van het Klimaatfonds Leiedal 2026-2029" goed te keuren.
Karel Bauters Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Jurgen Beke Jo Tijtgat Regine Rooryck Marc Coppens Tine Willaert Louis Vanderbeken Filip Terryn Marleen Prat Lies De Witte Katrien Vandenbogaerde Yves Vande Wiele Koen Dendoncker Claude Croes Louis Haerinck Lukas Viaene Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Bert Schelfhout Philip Ghekiere Bruno Lecluyse Matthias Vanneste Jan Feryn Jan Colpaert aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
15. Belastingreglement - verwaarlozing - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit volgend reglement vast te stellen:
BELASTINGREGLEMENT voor woningen en gebouwen opgenomen in de gemeentelijke inventaris verwaarlozing
Heffingstermijn en belastbaar feit
Art. 1.
§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die opgenomen zijn in de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.
§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd op 1 januari van het aanslagjaar, op voorwaarde dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.
§3. Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit de inventaris, blijft de belasting verschuldigd op 1 januari van het aanslagjaar.
Belastingplichtige
Art. 2.
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op het ogenblik dat de belasting verschuldigd wordt.
§2. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.
§ 3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het nieuwe zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in de inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.
De instrumenterende ambtenaar stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar.
Berekeningsgrondslag en tarief
Art. 3.
§1. De belasting bedraagt bij een eerste aanslag
Voor het aanslagjaar 2026: 1.200 euro voor zowel een woning als een gebouw.
Voor de aanslagjaren 2027 tem 2031: 1.500 euro voor zowel een woning als een gebouw.
§2. Het bedrag van de volgende belastingen is gelijk aan het resultaat van de volgende formule:
De belasting vermenigvuldigd met het aantal periodes van twaalf maanden dat de woning of het gebouw zonder onderbreking opgenomen is op de gemeentelijke inventaris. Het maximum aantal periodes voor bovenstaande wordt vastgelegd op zes.
§3. De bedragen van de belasting worden bepaald met inachtname van de voor de berekening van de belasting relevante duur, zonder dat de duur van de al bekomen vrijstelling - wat betreft de bepaling van het bedrag van de belasting - opnieuw in rekening kan worden gebracht. Zodoende dient in geval van eerdere vrijstelling en latere belasting het tarief verbonden aan de gehele verwaarlozingstermijn, te worden toegepast.
§ 4. Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw, woning of kamer op de inventaris staat, wordt tot nul herleid en begint opnieuw te lopen bij volledige overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.
Dit geldt niet voor overdrachten aan:
Vrijstellingen
Art. 4.
§ 1. Van de heffing inzake verwaarlozing zijn vrijgesteld:
1) De belastingplichtige die op 1 januari van het aanslagjaar minder dan 1 jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning en die een gezinsinkomen heeft dat lager ligt dan onderstaande premievoorwaarden.
Voor de beoordeling van deze voorwaarde wordt rekening gehouden met het gezamenlijk belastbaar inkomen van 2 jaar voorafgaand aan het aanslagjaar waarin de belasting voor de eerste maal zou worden gevestigd. De beoordeling gebeurt eenmalig en opent – indien aan de inkomensvoorwaarde is voldaan - het recht voor de volledige duur van de vrijstellingsperiode. De voormelde premievoorwaarden zijn deze zoals ze van kracht zijn op 1 januari 2025. De vermelde inkomensgrenzen worden jaarlijks geïndexeerd op 1 januari op basis van de gezondheidsindex volgens navolgende formule:
max. gezinsinkomen x index december voorafgaand aan de indexatie
index januari 2025
De vrijstelling geldt voor de eerste drie aanslagjaren na verwerving van het zakelijk recht.
2) De belastingplichtige die, zonder dat er een overgang is van een zakelijk recht en die wordt geïnventariseerd en die voldoet aan alle onderstaande voorwaarden:
De beoordeling gebeurt eenmalig en opent – indien aan de inkomensvoorwaarde is voldaan - het recht voor de volledige duur van de vrijstellingsperiode.
De vrijstelling geldt voor drie aanslagjaren.
3) De belastingplichtige die beperkt is in zijn of haar handelingsbekwaamheid ingevolge een gerechtelijke beslissing met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende drie aanslagjaren.
§ 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:
1) gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of geen voorwerp meer kan uitmaken van een omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
2) vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.
Inkohiering
Art. 5.
De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Betwisting
Art.6.
Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Inwerkingtreding
Art. 7.
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Karel Bauters Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Marleen Prat Marc Coppens Lukas Viaene Claude Croes Jo Tijtgat Tine Willaert Koen Dendoncker Louis Vanderbeken Katrien Vandenbogaerde Louis Haerinck Lies De Witte Regine Rooryck Jurgen Beke Yves Vande Wiele Matthias Vanneste Filip Terryn Sophie Mespreuve Philip Ghekiere Bert Schelfhout Jan Feryn Sandra De Leeuw-Goussey Bruno Lecluyse Jan Colpaert aantal voorstanders: 14 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 8 Goedgekeurd
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
16. Belastingreglement - tweede verblijven - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit volgend reglement vast te stellen:
BELASTINGREGLEMENT TWEEDE VERBLIJVEN
Begrippen
Art. 1 - definities
● Tweede verblijf:
§1. Een tweede verblijf is elke private woongelegenheid die niet tot hoofdverblijf dient voor een gezin of een alleenstaande maar die wel een feitelijk gebruik kent in overeenstemming met de woonfunctie.
§2. Private woongelegenheden zijn, mits te voldoen aan het eerste lid, (land)huizen, bungalows, appartementen, studio’s, weekendhuizen, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans en die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.
Worden niet beschouwd als tweede verblijf:
● lokalen die uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;
● garages, tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens.
§3. Het al dan niet gebruik als hoofdverblijf blijkt uit de inschrijvingen in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister.
§4. Het feitelijk gebruik kan worden aangetoond door alle middelen van recht. Als feitelijk gebruik wordt onder andere maar niet - limitatief beschouwd: buitenverblijf, verblijf door tijdelijke werkkrachten, …
● Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
○ een aangetekend schrijven;
○ een afgifte tegen ontvangstbewijs.
Heffingstermijn en belastbaar feit
Art. 2.
Er wordt voor de aanslagjaren 2026 t.e.m. 2031 een gemeentebelasting gevestigd op tweede verblijven gelegen op het grondgebied van Deerlijk.
Belastingplichtige
Art. 3.
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het tweede verblijf op 1 januari van het aanslagjaar.
Zijn belastingplicht geldt ook wanneer het verblijf verhuurd wordt, door een derde feitelijk gebruikt wordt, of wanneer hij het belaste goed dat niet door een derde wordt gehuurd of feitelijk gebruikt, zelf niet tijdelijk gebruikt.
De eigenaar is de belasting verschuldigd ongeacht het feit of hij al dan niet in de bevolkingsregisters van de gemeente is ingeschreven.
In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of recht van erfpacht is de belasting, met behoud van de overige bepalingen van het eerste lid, verschuldigd door respectievelijk de vruchtgebruiker, de opstalhouder of de erfpachthouder.
In geval van mede-eigendom is iedere niet-vrijgestelde mede-eigenaar belastingplichtig ten belope van zijn aandeel in het belaste goed. Hetzelfde geldt bij medevruchtgebruik en indien meerdere personen titularis zijn van het recht van opstal en erfpacht.
Elke niet-vrijgestelde mede-eigenaar, medevruchtgebruiker en medetitularis van het recht van opstal en erfpacht is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Aangifteplicht
Art. 4.
De belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 30 april van het aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven formulier. Een belastingplichtige die geen aangifteformulier gekregen heeft, moet er zelf één vragen. De administratie stelt op eenvoudig verzoek een formulier ter beschikking. Uiterlijk twee maanden na ontvangst van het formulier dient de belastingplichtige het ingevuld en ondertekend formulier aan het gemeentebestuur terug te bezorgen.
Berekeningsgrondslag en tarief
Art. 5.
De belasting wordt forfaitair vastgesteld op
● 1.000 euro voor het aanslagjaar 2026
● 1.500 euro voor de aanslagjaren 2027 t.e.m. 2031
Belastinginvordering
Art. 6.
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Betwistingen
Art. 7.
Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Inwerkingtreding
Art. 8.
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
17. Regionaal handhavingskader Leiedal 2026-2031 - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit het Regionaal handhavingskader Leiedal 2026-2031 goed te keuren.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
18. Premiereglement - aanleg en onderhoud kleine landschapselementen (KLE's) - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt vast te stellen:
PREMIEREGLEMENT AANLEG EN ONDERHOUD KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE’S)
Begrippen
Art. 1.
● Afzetten: bomen en struiken afzagen op een hoogte die ongeveer gelijk is aan de dikte van de stam of takken. Afgezette bomen en struiken maken nieuwe takken aan vanuit de overgebleven stomp of wortels.
● Autochtoon plantgoed (Label ‘Plant van Hier’): een individuele plant is autochtoon of oorspronkelijk inheems in een bepaalde streek als deze een nakomeling is van planten die zich sinds hun spontane vestiging na de laatste ijstijd altijd natuurlijk hebben verjongd, of die kunstmatig vermeerderd werden met strikt lokaal materiaal.
● Bomenrij: lijnvormige aanplant van bomen.
● Bosgoed: plantgoed dat 2 à 3 jaar oud en ongeveer 80 tot 120 cm lang is en standaard gebruikt wordt bij aanplantingen.
● Bos(je): vlakvormige aanplant waarvan de bomen en de houtachtige struikvegetaties het belangrijkste bestanddeel uitmaken.
● Bosrand: overgang tussen een open terrein en een bosgebied. Een ecologisch goede bosrand bestaat uit een mantel en een zoom. De mantel is een struikzone. De zoom is een zone met ruigtekruiden. De breedte van een goede bosrand varieert tussen de 1 tot 1,5 maal de boomhoogte.
● Gemeenteweg: openbare weg die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond.
● Haag: dichte en doorlopende rij houtige struiken die door regelmatige en frequente snoei in vorm gehouden wordt.
● Heg: dichte en doorlopende rij houtige struiken met een minimaal beheer.
● Hakhoutbosje: bos(je) dat beheerd wordt door periodiek afzetten tot op een hoogte die ongeveer gelijk is aan de dikte van de stam of takken.
● Herstelaanplant: aanplanten van plantgoed om gaten te dichten in lijn- of vlakvormige aanplantingen om het oorspronkelijke streefbeeld te herstellen.
● Hoogstammig plantgoed: plantgoed met een takvrije stam en op 180 à 200 cm het begin van de kruin.
● Hoogstamboomgaard: aanplant van hoogstamfruitbomen in grasland in een regelmatig plantverband.
● Hoogstamfruitboom: fruitboom met een takvrije stam van minstens 180 cm.
● Hooiland: grasland met potentiële ecologische waarde, waarbij het gras periodiek wordt gemaaid en afgevoerd.
● Houtig erfgoed: beplantingsvormen die representatief zijn voor het werk van de mens of van de natuur of van beiden samen. Ze vertellen iets over de geschiedenis van een bepaalde plaats. Ze illustreren oude gebruiken (bijvoorbeeld gerechtsbomen, kapelbomen, hoekbomen, welkomstbomen), historisch landgebruik (geriefhoutbosjes, knotbomen, boomgaarden…) of bepaalde technieken (leifruit, gevlochten hagen, schermbomen),...
● Houtkant: doorlopende rij boomvormende en struikvormende soorten die beheerd worden door periodiek afzetten tot op een hoogte die ongeveer gelijk is aan de dikte van de stam.
● Inheemse (planten)soorten: plantensoorten die van nature voorkomen in een streek sinds de laatste ijstijd. Ze leveren een positieve bijdrage aan het voor de streek typische landschap en de biodiversiteit. Inheems plantgoed is niet persé autochtoon: veel inheems plantgoed is gegroeid uit zaden die niet afkomstig zijn uit onze streek. Een lijst met inheemse soorten is te vinden op www.plantvanhier.be.
● Kleine landschapselementen: lijn- of puntvormige elementen met inbegrip van de bijhorende vegetaties waarvan het uitzicht, de structuur of de aard al dan niet resultaat zijn van menselijk handelen en die deel uitmaken van de natuur zoals bermen, bomen, houtkanten, hagen, holle wegen, hoogstamboomgaarden, sloten, struwelen, poelen, …
● Knotboom: boom die door periodiek knotten beheerd wordt. Het gaat zowel om de snelgroeiende soorten wilg en populier als trager groeiende soorten zoals els, es, haagbeuk, eik en linde.
● Leiden van hagen en heggen: vlechten van jonge twijgen of inkappen en vervolgens neerleggen van oudere stammen met als doel het bekomen van een dichte vlechtheg.
● Oude fruitrassen: oude lokale en regionale fruitrassen, horend tot het Vlaams erfgoed.
● Plantaardige beheerresten: Plantaardig materiaal zoals maaisel, bladeren en takken dat vrijkomt bij beheerwerken.
● Plantsnoei: snoei die wordt uitgevoerd vlak voor of direct na het aanplanten van fruitbomen waarbij 1 centrale harttak en 3 à 4 gesteltakken goed verdeeld over de stam worden behouden.
● Poel: meestal door de mens uitgegraven waterpartij zonder kunstmatige waterdoorlatende laag die voornamelijk door grondwater gevoed wordt.
● Rijpe compost: compost die ouder is dan 12 maanden.
● Ruigte: vegetatie die spontaan ontstaat uit graslanden als die een paar jaar niet gemaaid worden of op verstoorde gronden voordat er struweel of bos op groeit en die bestaat uit voornamelijk snelgroeiende kruidachtige plantensoorten.
● Scheren: jaarlijks of tweejaarlijks snoeien van een haag.
● Slibruimen: verwijderen van sediment dat zich ophoopt op de bodem van poelen en sloten en dat bestaat uit afgebroken resten van bladeren, stengels, takken en afvalstoffen.
● Sloot (of gracht): ten behoeve van waterafvoer of ontwatering gegraven langwerpige waterelementen met natuurlijke oevers die niet geklasseerd zijn als waterloop die gevoed worden door regen- en/of grondwater en die het grootste deel van het jaar van nature waterhoudend zijn zonder dat er een kunstmatige waterondoorlatende laag werd aangebracht.
● Solitaire boom: alleenstaande boom.
● Spil (of veer): niet opgesnoeid hoogstammig plantgoed dat zeer geschikt is voor landschappelijke aanplantingen.
● Streekeigen (planten)soorten: plantensoorten die eigen zijn aan een bepaalde streek omdat ze inheems zijn of een cultuurhistorische link met de streek hebben en daardoor al lange tijd in de streek voorkomen
● Struweel: vlakvormige aanplant die wordt gedomineerd door struiken die kunnen uitgroeien en eventueel sporadisch worden gesnoeid.
● Trage weg: gemeentewegen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor niet-gemotoriseerd verkeer.
● Terugsnoeien: snoeien van (vlecht)heggen of houtkanten tot op de gesteltakken. Dat voorkomt dat de landschapselementen te hoog en breed uitgroeien. Uit de gesteltakken lopen de planten opnieuw uit.
● Vlechtheg: heg of haag die ondoordringbaar wordt gemaakt door te leiden.
● Waardevolle boom: een boom die nationaal- of regionaal een belangrijke plek inneemt in de geschiedenis en/of bijzonder is op basis van leeftijd, omvang of bereikte hoogte of zich onderscheid qua functie in het landschap en/of zeldzaam is in België qua soort of variëteit en/of bijzondere planten of dieren herbergt.
Toepassingsgebied
Art. 2.
Men kan een premie verkrijgen voor het beheer(advies) van houtige kleine landschapselementen:
● voor het leiden van vlechtheggen: min. 50 m, 3 euro per meter, subsidie jaarlijks toegekend;
● voor het scheren van streekeigen landschapshagen en/of vlechtheggen langs weides en akkers: min. 50 m, 1,50 euro per meter, subsidie jaarlijks toegekend;
● voor het terugsnoeien van heggen, houtkanten of vlechtheggen met een hoogte van minimum 4 meter: min. 50 m, 3,00 euro per meter; subsidie om de drie jaar toegekend;
● voor het afzetten van heggen of houtkanten met een hoogte van minimum 4 meter: min. 50 m, 3,00 euro per meter; subsidie om de vijf jaar toegekend;
● voor het beheer van hoogstamboomgaarden: boomgaard bestaande uit min. 6 hoogstam fruitbomen
○ snoei van nieuw aangeplante fruitbomen: 5 euro per boom, jaarlijks toegekend tot 10 jaar na aanplant;
○ snoei van (jong)volwassen fruitbomen: min. 10j oud, 10 euro per boom, om de drie jaar toegekend;
● voor het beheeradvies en/of beheer van waardevolle bomen: max 500 euro per boom, subsidie om de vijf jaar toegekend;
● voor het knotten van knotbomen: min. 5 bomen, 20 euro per boom, subsidie om de vijf jaar toegekend, indien in de knotbomenrij knotbomen ontbreken moeten die aangevuld worden. Hiervoor kan een aanvraag ingediend worden bij Regionaal Landschap Leie en Schelde;
● voor het afzetten van een hakhoutbosje met een hoogte van minimum 4 meter: 24 euro per are, subsidie om de zeven jaar toegekend, de oppervlakte bedraagt maximum 50 are per jaar per aanvrager;
● voor het beheer van houtig erfgoed gelden de subsidies voor het specifiek beheer zoals vermeld onder artikel 2.
Men kan een premie verkrijgen voor de aanleg en het beheer van poelen:
● Voor de aanleg van nieuwe poelen kan de eigenaar contact opnemen met het Regionaal Landschap Leie en Schelde. Na een terreinbezoek zal een medewerker van het regionaal landschap kunnen inschatten of de locatie voldoet aan de vereisten om een poel aan te leggen. De uitvoering kan gebeuren in samenwerking met het regionaal landschap.
● Voor slibruimen van bestaande poelen kan de eigenaar terecht bij het regionaal landschap. Het regionaal landschap ondersteunt deze werken via hun landschapswerking. Meer info kan verkregen worden via info@rlleieschelde.be.
Men kan een premie verkrijgen voor het beheer van ecologisch waardevolle hooilanden:
● 150 euro per hectare per jaar, subsidie jaarlijks toegekend;
● deze werken kunnen op vraag van de aanvrager verwerkt worden in een overeenkomst opgemaakt tussen de gemeente enerzijds en de beheerder anderzijds, die geldig is voor een periode van 6 jaar.
Doelstelling
Art. 3.
Deze premie heeft tot doel om bestaande waardevolle kleine landschapselementen (KLE’s) te behouden en de aanleg van nieuwe KLE’s te stimuleren. Ze zijn cruciaal voor de biodiversiteit door leefgebieden en verbindingen te bieden voor planten en dieren, ze dragen bij aan een duurzamer landschap door bodemerosie tegen te gaan, water vast te houden en CO² op te slaan, en ze verrijken het landschap zowel esthetisch als cultuurhistorisch. Bovendien leveren ze nuttige ecosysteemdiensten voor de mens, zoals beschutting voor vee, verkoeling en een aantrekkelijker landschap. Bijgevolg is het wenselijk om de aanleg en het onderhoud van KLE’s te blijven ondersteunen.
Premiegerechtigde
Art. 4.
De betoelaagde kleine landschapselementen zijn gelegen op percelen binnen of grenzend aan percelen met bestemming landbouw, bos, overig groen, reservaat en natuurgebied van de gemeente Deerlijk. De onderhoudssubsidie wordt niet toegekend voor beplantingen randbeplanting rond siertuinen. Voor het beheer van waardevolle bomen en houtig erfgoed en het beheer van hoogstamboomgaarden geldt deze beperking niet.
De aanleg of het beheer van kleine landschapselementen heeft geen commerciële doeleinden (boomkwekerij, …).
De aanleg of het beheer van kleine landschapselementen kan geen verplichting zijn die voortkomt uit voorwaarden die werden opgelegd bij een (omgevings)vergunning of machtiging.
Indien de aanvrager geen eigenaar of pachter is van de percelen waarop de kleine landschapselementen aanwezig zijn, moet hij over een schriftelijke toestemming van de eigenaar of pachter beschikken voor het uit te voeren beheer en het ontvangen van de subsidie.
Bedrag
Art. 5.
Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten verleent het college van burgemeester en schepenen een subsidie voor de aanleg en het beheer van kleine landschapselementen.
De aangevraagde betoelaging bedraagt minimum 50 en maximum 500 euro per aanvrager per jaar. De bedragen per type KLE zijn terug te vinden onder Art. 2.
Voorwaarden
Art. 6.
De betoelaagde werken moeten deskundig gebeuren, met respect voor de betrokken kleine landschapselementen en de bijhorende planten en dieren. Meer info is te vinden op tal van websites zoals https://www.ecopedia.be.
Voorwaarden voor subsidiëring bij beheer(advies) van houtige kleine landschapselementen:
● De dienst ruimte bepaalt aan de hand van een terreinbezoek of een boom al dan niet voldoet aan de omschrijving van een waardevolle boom en dus al dan niet in aanmerking komt voor de subsidie voor het beheer of beheeradvies van waardevolle bomen.
● Het beheeradvies of beheer van waardevolle bomen moet geleverd en resp. uitgevoerd worden door een gecertificeerde specialist in veteraanbomenbeheer (VETCERT-certificaat).
● De hoogte van een haag of vlechtheg na scheren bedraagt tussen 1 m en 1,5 m.
● Houtkanten van ten minste 50 meter lang, zet men per kapbeurt voor ten hoogste 1/4 van de lengte af of men spreidt de kapbeurt over 4 opeenvolgende jaren. De omlooptijd voor het afzetten van de staken bedraagt 8 tot 10 jaar (voor elzen en wilgen) of tot 30 jaar (voor hardhoutsoorten).
● Knotbomenrijen worden in een cyclus van 5 tot 6 jaar geknot.
● Onderhoudswerken voor houtkanten, knotbomen en het terugsnoeien van heggen worden uitgevoerd in de periode van 1 november tot 1 maart.
Met het indienen of laten indienen van de aanvraag verbindt de eigenaar of pachter zich tot de nodige instandhoudingszorg. Dit houdt in dat de betoelaagde aanplantingen gevrijwaard worden tegen schade vanwege vee of wild, indien vee of wild aanwezig is.
Voorwaarden voor subsidiëring bij de aanleg en beheer van poelen:
● Deze werken worden enkel betoelaagd na gunstig advies van Regionaal Landschap Leie en Schelde.
● Deze werken mogen niet als voorwaarde opgenomen zijn bij de toekenning van een omgevingsvergunning.
● De oppervlakte van een nieuwe poel bedraagt na uitvoering van de werken minimum 100 m² en maximum 250 m².
● De oppervlakte van een te ruimen poel bedraagt minimum 50 m². Het diepste punt van de poel is 1,5 à 2 meter diep.
● De oevers van een poel worden dermate aangelegd dat de bodem van de poel vanaf de rand zacht (maximaal 45°) afhelt waardoor een ondiepe oeverzone ontstaat. Dat is zeker zo voor de noordelijke kant van een poel.
● Indien er vee aanwezig is wordt minstens 2/3de van de poel ontoegankelijk gemaakt voor het vee.
● Indien de poel gelegen is in een akker wordt een bufferstrook van minstens 1 m breed voorzien.
● Er worden geen (water)dieren in of om de poel uitgezet.
● Opgaande begroeiing langs de zuidkant wordt vermeden om de beschaduwing te beperken. Omwille van cultuurhistorische redenen (bvb. vlasrootputten) kan hiervan afgeweken worden.
● In de poel worden geen instrumenten uitgespoeld die in contact zijn geweest met chemische middelen, biociden en mest.
● Er wordt geen water aan de poel onttrokken, met uitzondering van drinkwater voor het in de aangrenzende percelen ingeschaarde vee.
● De werken worden uitgevoerd in de periode augustus – januari.
● Een wadi die gegraven wordt in functie van de tijdelijke opslag en infiltratie van regenwater is geen poel en wordt bijgevolg niet betoelaagd.
Met het indienen of laten indienen van de aanvraag verbindt de eigenaar of pachter zich tot de nodige instandhoudingszorg. Hieronder wordt verstaan:
● Regelmatig maaien en afvoeren van de niet-houtachtige oevervegetatie.
● Regelmatig snoeien en/of afzetten van de houtige beplanting rondom de poel zodat voldoende zon op de poel valt en het verlandingsproces beperkt wordt. Voor uitvoering van deze werken kan een subsidie aangevraagd worden (zie Art 2).
Voorwaarden voor subsidiëring bij beheer van ecologisch waardevolle hooilanden:
● Deze werken kunnen enkel uitgevoerd worden na gunstig advies van Regionaal Landschap Leie en Schelde. Dit advies omvat een beschrijving van het uit te voeren beheer.
● De hooilanden hebben een hoge potentiële of actuele biologische waarde die door Regionaal Landschap Leie en Schelde wordt vastgesteld op basis van de biologische waarderingskaart en/of waarnemingen op het terrein.
● Er wordt maximum twee maal per jaar gemaaid (eerste keer na half juni een tweede keer eind september/begin oktober) met eventueel als startbeheer een extra maaibeurt in mei.
● Er worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen aangebracht op de hooilanden, met uitzondering van bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij eventuele nabegrazing.
● Het maaisel wordt na maximum 1 week afgevoerd.
● De hooilanden hebben een aangesloten oppervlakte van minimaal 0.4 ha.
Aanvraag- en toekenningsprocedure
Art. 7.
De aanvraag tot uitbetaling kan tot drie maanden na uitvoering worden aangevraagd bij het college van burgemeester en schepenen.
De aanvraag tot uitbetaling of sluiten van een overeenkomst bevat minstens het correct ingevuld aanvraagformulier met:
● persoonlijke gegevens van de aanvrager;
● de kadastrale gegevens van het perceel/de percelen waar de werken zijn uitgevoerd;
● grondplan met aanduiding van de locatie van de werken;
● een beschrijving van de aard van de werken;
● periode van uitvoering;
● een verklaring van eigendoms- of pachtrecht of schriftelijke toelating van de eigenaar of pachter.
De aanvraag wordt aangevuld met:
● voor het sluiten van een overeenkomst voor beheer van ecologische waardevolle hooilanden: het advies met een bondige beschrijving van het toegepaste beheer, gebruikte machines, periode waarbinnen gemaaid zal worden en de wijze waarop het maaisel zal worden afgevoerd en verwerkt. Dit kan opgemaakt worden in samenspraak met Regionaal Landschap Leie en Schelde. Voor het beheer van ecologische waardevolle hooilandenwordt ten laatste 1 maand voor de uitvoering van de werken een aanvraag tot het sluiten van een overeenkomst ingediend bij het college van burgemeester en schepenen. Deze overeenkomst is geldig voor een periode van 6 jaar. Vanaf het tweede jaar volstaat het indienen van een korte beschrijving van de resultaten van het uitgevoerde beheer tijdens het afgelopen jaar;
● voor het beheer van waardevolle bomen: een kopie van het VETcert-certificaat van de uitvoerder van de beheerwerken alsook de factuur van de uitgevoerde werken;
● foto’s van voor en na de werken waarvoor een subsidie aangevraagd wordt;
● Indien de aanvrager een landbouwonderneming betreft: een verklaring op eer dat door de toekenning van de beoogde de-minimissteun het plafond van de onderneming niet wordt overschreden. Meer info op https://lv.vlaanderen.be/beleid/landbouwbeleid-eu/steunmelding/staatssteun/de-minimissteun.
Het college van burgemeester en schepenen beslist over de toekenning van de subsidie en het bedrag ervan. Deze beslissing wordt genomen na controle door de dienst ruimte op de correcte uitvoering van de aangevraagde werken en in functie van landschappelijke, ecologische, landbouwkundige, juridische en planmatige aspecten.
Indien niet aan deze voorwaarden voldaan wordt, meldt de dienst ruimte dit aan de aanvrager. Deze beschikt steeds over de mogelijkheid een aangepaste aanvraag opnieuw voor te leggen.
Wanneer de uitvoering onvolledig of gebrekkig is, kan de subsidie bij beslissing van het college van burgemeester en schepenen verminderd, uitgesteld of geweigerd worden. Vermindering, uitstelling of weigering van de subsidie wordt in alle geval gemotiveerd.
Als het totaal budget van de subsidieaanvragen groter is dan het beschikbare budget in de begroting worden de subsidies toegekend op basis van de aanvraagdatum en gaan de niet betoelaagde subsidieaanvragen automatisch over naar het volgende jaar.
Bij discussie over wie de subsidie toekomt wordt geen uitbetaling uitgevoerd.
De subsidie kan door het college van burgemeester en schepenen geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd wanneer belangrijke delen van de werken niet zijn gerealiseerd, door kennelijk gebrek aan zorg niet in stand zijn gehouden of indien sprake is van fraude (dubbele subsidiëring, valse verklaringen …).
In geval van vermoeden van fraude door de aanvrager worden de werken waarvoor subsidie wordt aangevraagd uitgesloten van verdere subsidieaanvraag.
Betwistingen
Art. 8.
Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Inwerkingtreding
Art. 9.
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
19. Belastingreglement - directe belasting op werken voor het verbreden en aanleggen van voetpaden - verlenging - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt vast te stellen:
BELASTINGREGLEMENT DIRECTE BELASTING OP WERKEN VOOR HET VERBREDEN EN AANLEGGEN VAN VOETPADEN
Art. 1. - Met ingang van 1 januari 2026 en voor een periode eindigend op 31 december 2031,
wordt ten behoeve van de gemeente onder de navolgende voorwaarden een gemeentelijke
belasting geheven op het aanleggen van voetpaden, waarvan de voltooiing geschied is
tijdens de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.
Art. 2. -
§ 1. Worden onderworpen aan een jaarlijkse directe belasting, waarbij de door de gemeente
gedane kosten worden teruggevorderd, de al dan niet aangelande eigendommen gelegen
langsheen openbare wegen of gedeelten van openbare wegen, waarlangs voetpaden
worden aangelegd of verbreed.
De onderhoudskosten en de normale vernieuwingskosten vallen niet ten laste van de
boordeigenaars.
§ 2. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 100 % van de som van de
verhaalbare uitgaven, benevens de intresten.
De duur van de terugbetaling wordt vastgesteld op 20 jaar.
Art. 3. - De terugvorderbare uitgaven zijn:
• de kosten van de grondwerken;
• de kosten van het wegnemen van de bestaande bedekking;
• de kosten van de funderingen en van de nieuwe bedekking, evenals van het plaatsen
ervan.
De maximumbreedte van het voetpad dat in aanmerking wordt genomen voor de vaststelling
van het bedrag van de belasting, kan slechts berekend worden op een voetpadbreedte van
1,5 m.
De werken worden uitgevoerd, hetzij door de eigen gemeentediensten, hetzij door een
openbare of private onderneming, op last van het gemeentebestuur.
Art. 4. - De terugvorderbare uitgave die iedere eigendom treft is gelijk aan de eenheidsprijs
per strekkende meter vermenigvuldigd met de lengte van de eigendom aan de straatzijde,
zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 5.
De eenheidsprijs per strekkende meter wordt bekomen door het geheel van de verhaalbare
uitgaven te delen door de totale lengte van de eigendommen aan de straatzijde.
Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek gevormd door twee openbare
wegen, wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde.
Art. 5. - Wanneer er twee of meer eigendommen of gedeelten van eigendommen gelegen
zijn binnen één der zones die zich langs beide zijden van de weg uitstrekken, over een
diepte van 12 meter, dan wordt de belasting, die berekend wordt overeenkomstig artikel 4,
verdeeld onder de betrokken eigenaars in verhouding tot de oppervlakte die zij binnen de
betrokken strook bezitten.
Wanneer er een strook non aedificandi bestaat, wordt er voor de berekening van de diepte
van 12 meter, zoals bedoeld in alinea 1, met de diepte van deze strook geen rekening
gehouden.
Art. 6. - In de mate waarin de stroken, bepaald in het voorgaande artikel, elkaar dekken, kan
een eigendom of een gedeelte van een eigendom niet tweemaal worden belast wegens
werken uitgevoerd in twee verschillende wegen.
Wanneer werken gelijktijdig aan twee verschillende wegen uitgevoerd worden, geldt de
vrijstelling voor de belasting die verschuldigd is voor de werken aan de weg waar de
belasting het laagst is.
Dit artikel is niet van toepassing op de hoekterreinen.
Art. 7. - Voor de eigendommen, gelegen op de hoek van twee straten, zal de
belastingplichtige slechts de belasting verschuldigd zijn voor de frontgevel met de grootste
lengte.
Indien de langste frontgevel paalt aan de openbare weg, waarvoor de onderhavige belasting
niet verschuldigd is, zal hij worden aangeslagen voor de frontgevel met de kleinste lengte. Bij
de uitvoering van de werken langs de frontgevel met de grootste lengte en indien de huidige
belasting reeds toegepast werd langs de frontgevel met de kleinste lengte, zal hij worden
aangeslagen voor het verschil in de frontlengte.
In toepassing van de voorgaande alinea's, kan de vrijstelling voor die welbepaalde
eigendommen echter nooit meer dan twintig meter bedragen.
Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek wordt de lengte ervan voor de helft
aangerekend langs elke straatzijde of gedeelte van een straatzijde.
De verkaveling of de wijziging van de oppervlakte van een eigendom brengt geen
verandering in de bij onderhavig artikel bepaalde vrijstelling.
Art. 8. - De jaarlijkse belasting omvat de jaarlijkse schijf van het terug te betalen kapitaal dat
aangewend werd ter betaling van de terugvorderbare uitgaven, vermeerderd met het bedrag
van de intrest die op het niet-teruggestorte gedeelte moet worden betaald. De jaarlijkse
belastingen kunnen worden berekend onder de vorm van vaste jaarlijkse bedragen.
De toe te passen rentevoet is de rentevoet waaraan de gemeente zelf leent voor de werken
waaruit de belasting voortvloeit. In het geval de gemeente geen lening aangaat voor de
werken is de gemiddelde rentevoet van toepassing die op het ogenblik dat de werken ten
einde zijn door de banken aan de gemeente wordt aangeboden voor een lening voor een
duur van 20 jaar.
Art. 9. - Na de voltooiing van de werken zal aan de belastingplichtige een kostenstaat
gezonden worden behelzende zijn aandeel in de uitgaven van de uitgevoerde werken,
berekend aan de hand van hetgeen onder artikel 3 en 4 bepaald werd. Deze afrekening van
de verhaalbare uitgaven, vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen,
houdt geen rekening met de toelagen die worden toegekend of die zouden kunnen
toegekend worden voor werken van die aard door de openbare besturen.
Vanaf de verzendingsdatum van de kostenstaat, vastgesteld bij aangetekend schrijven,
beschikt de betrokken boordeigenaar over drie maanden om het volledige bedrag te
vereffenen, zonder intrest, na die termijn is artikel 8 van toepassing.
Art. 10. - De belastingplichtige kan, te allen tijde, de eigendom ontlasten van het bedrag van
de terugvorderbare uitgave, die erop betrekking heeft, door aan de gemeente het bedrag van
de nog niet eisbare schijven van het kapitaal te storten.
De intrest is steeds verschuldigd voor het jaar tijdens hetwelk de betaling plaats heeft,
behalve bij toepassing van artikel 9.
Art. 11. - Het gemeentebestuur verbindt zich ertoe aan de belastingplichtigen die de
belasting in kapitaal mochten hebben gekweten, de bedragen terug te betalen die ooit
zouden moeten beschouwd worden als ten onrechte betaald, ingevolge de opheffing of de
niet-hernieuwing van de verordening of ten gevolge van de verlaging van de belastingvoeten.
In dat laatste geval zal de terugbetaling enkel gebeuren in verhouding tot de vermindering
van de belastingvoeten, waarvan de belastingplichtigen, die jaarlijks ingekohierd worden,
zullen genieten.
Art. 12. - De belasting slaat op de eigendom en is verschuldigd door de eigenaar.
Ingeval er een recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik bestaat is de belasting
verschuldigd door de opstalhouder, de erfpachter, of de vruchtgebruiker, terwijl de eigenaar
hoofdelijk mede de belasting verschuldigd is.
Wanneer de eigendom bestaat uit een gebouw met meerdere appartementen waarop de
verschillende eigenaars een uitsluitend recht hebben, dan wordt de belasting die betrekking
heeft op het gebouw, verdeeld onder hen in verhouding van het respectief aandeel in de
gemeenschappelijke gedeelten.
Ingeval van overgang van onroerende zakelijke rechten, wordt de nieuwe eigenaar
belastingplichtig vanaf 1 januari volgend op de datum van de akte die hem het recht toekent.
Art. 13. - Worden op de rol gebracht, de schuldenaren, aangeduid zoals bepaald in artikel 12
ingevolge hun hoedanigheid van belastingplichtige op 1 januari volgende op de voltooiing
van de werken en op 1 januari van ieder volgend belastingdienstjaar.
Art. 14. - De eerste jaarlijkse belasting is verschuldigd op de 1ste januari volgend op de
voltooiing van de werken, vastgesteld door een besluit van het college van burgemeester en
schepenen.
Art. 15. - De belasting wordt uitgesteld in de volgende gevallen:
1° Wanneer de huidige belastingplichtige vrijgesteld is ingevolge de wetten en besluiten.
2° Voor de niet-bebouwde terreinen die gelegen zijn in de landelijke gedeelten van de
gemeenten, zoals die afgebakend zijn in het gewestplan.
3° Voor de terreinen waarop het ingevolge een beslissing van de overheid niet toegelaten of
niet mogelijk is te bouwen.
Wanneer de toestand om reden waarvan de belasting uitgesteld werd, geheel of gedeeltelijk
een einde neemt vóór het verstrijken van een periode van 10 jaar te rekenen vanaf het
eerste belastingdienstjaar, is de jaarlijkse belasting verschuldigd vanaf 1 januari
hierop volgend.
Indien, bij het verstrijken van de 10 jaar, deze toestand nog geen einde genomen heeft,
wordt het goed definitief vrijgesteld.
Art. 16. - De bepalingen van de vroeger van kracht zijnde reglementen op de
verhaalbelastingen blijven van kracht op de toestanden die tijdens hun heffingstermijn
ontstonden.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Karel Bauters Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Marleen Prat Koen Dendoncker Regine Rooryck Filip Terryn Yves Vande Wiele Claude Croes Marc Coppens Jo Tijtgat Tine Willaert Lukas Viaene Lies De Witte Katrien Vandenbogaerde Louis Haerinck Louis Vanderbeken Jurgen Beke Sophie Mespreuve Sandra De Leeuw-Goussey Matthias Vanneste Philip Ghekiere Bert Schelfhout Bruno Lecluyse Jan Colpaert Jan Feryn aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 6 Goedgekeurd
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
20. Belastingreglement - opcentiemen leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt vast te stellen:
BELASTINGREGLEMENT OPCENTIEMEN LEEGSTAANDE EN/OF VERWAARLOOSDE BEDRIJFSRUIMTEN
Art. 1
Er worden voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 ten voordele van de gemeente Deerlijk 50 opcentiemen geheven op de gewestelijke heffing ter bestrijding van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten.
Art. 2
De heffing van deze belasting heeft tot doel het nemen van maatregelen tegen (grotere & langdurige) leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten. De bekomen middelen worden ingezet om de beschikbare bedrijfsruimte zo maximaal mogelijk in te zetten voor bedrijvigheid en leegstaande bedrijfsruimtes zo snel mogelijk terug ingevuld te krijgen.
Art. 3
Het aantal opcentiemen op voormelde gewestelijke heffing wordt bepaald op 50 opcentiemen.
Art. 4
De gemeente doet een beroep op de medewerking van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst voor de inning van deze opcentiemen.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
21. Gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing - aanslagjaar 2026 - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit om voor het aanslagjaar 2026 ten bate van de gemeente 1.071 opcentiemen te heffen op de onroerende voorheffing.
Artikel 2
De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse belastingdienst.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
22. Aanvullende belasting op personenbelasting - aanslagjaar 2026 - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit om voor het aanslagjaar 2026 een aanvullende belasting te vestigen ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Dit besluit treedt vandaag in werking.
Artikel 2
De belasting wordt vastgesteld op 8 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen gebeuren, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 466 en volgende van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
23. Nominatieve toelagen 2026 - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit de lijst van nominatieve toelagen voor het jaar 2026 vast te stellen.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
24. Politiezone Gavers - gemeentelijke dotatie 2026 - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit de dotatie aan de politiezone Gavers lastens de gemeente Deerlijk vast te stellen op 1.779.264 euro voor de exploitatie en op 77.766 euro voor de investeringen.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
25. Gemeenteraadscommissie financiën - huishoudelijk reglement - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraadsbeslissing van 4 juli 2013 houdende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraadscommissie financiën wordt opgeheven.
Artikel 2
De gemeenteraad besluit het aangepaste huishoudelijk reglement van de gemeenteraadscommissie financiën als volgt vast te stellen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraadscommissie financiën
Art. 1 - Bijeenroeping
De gemeenteraadscommissie vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen. De voorzitter roept de vergaderingen bijeen en stelt de agenda op.
Art. 2 - Openbare vergadering
De vergaderingen zijn openbaar, behalve als:
De vergaderingen over het meerjarenplan en aanpassingen ervan, of de jaarrekening zijn in elk geval openbaar.
De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering. Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, enkel met dit doel, worden onderbroken.
Art. 3 - Termijn van oproeping en verslagen
De oproeping wordt ten minste zeven dagen voor de vergadering elektronisch aan het commissielid bezorgd. De oproeping vermeldt de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda en is aangevuld met het verslag van de vorige vergadering. In spoedeisende gevallen kan van deze termijn worden afgeweken. Commissieleden kunnen uiterlijk vijf dagen voor de vergadering een dringend punt aan de agenda toevoegen. Zij delen dit punt, samen met de motivering van de hoogdringendheid, mee aan de voorzitter, die het punt toevoegt aan de agenda onder het punt varia en een nieuwe uitnodiging verstuurt per e-mail.
Het verslag van elke vergadering wordt opgesteld door de secretaris. Bij afwezigheid van de secretaris wordt het verslag opgemaakt door een commissielid.
Art. 4 - Adviezen
Adviezen worden staande de vergadering opgemaakt waarna het advies aan het college van burgemeester en schepenen wordt overgemaakt. Advies wordt gegeven met volstrekte meerderheid van stemmen.
Art. 5 - Quorum
Voor de vergadering te beginnen, tekenen de leden de aanwezigheidslijst. De namen van de leden die aanwezig waren worden vermeld in het verslag van de vergadering. De gemeenteraadscommissie kan enkel vergaderen als de meerderheid van de aangestelde stemgerechtigde leden aanwezig is.
Indien een lid, zonder te verwittigen, driemaal na elkaar verzaakt om aanwezig te zijn op de vergaderingen zal aan de fractie waarvan deze persoon lid is, gevraagd worden een vervanger aan te duiden.
Art. 6 - Wijze van vergaderen
De voorzitter zit de vergaderingen voor. De vergaderingen worden door de voorzitter geopend en gesloten. Bij afwezigheid van de voorzitter duidt de commissie een plaatsvervanger aan tot de voorzitter terug aanwezig is en de leiding terug overneemt.
Art. 7 - Wijze van stemmen
De stemmingen zijn openbaar.
De leden van de gemeenteraadscommissie stemmen mondeling.
De voorzitter stemt het laatst, behalve bij geheime stemming
Art. 8 - Bevoegdheden
De gemeenteraadscommissie heeft als taak het voorbereiden van de besprekingen van financiële materies in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies betreffende de gemeentelijke fiscaliteit, het meerjarenplan, de aanpassingen meerjarenplan, en de rekening, het budget en de rekening van de aan de gemeente ondergeschikte besturen en de overige financiële materies die binnen de bevoegdheid van de gemeente vallen. De gemeenteraadscommissie kan steeds deskundigen en belanghebbenden horen in het kader van al haar bevoegdheden.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
26. Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging - vaststelling
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit voorliggend huishoudelijk reglement vast te stellen:
HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING
Hoofdstuk 1: Concessies |
Art. 1
Op de gemeentelijke begraafplaatsen worden grafconcessies verleend. Deze kunnen betrekking hebben op een nis in het columbarium, een perceel grond, een grafkelder of een urnenkelder.
Art. 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om de concessie te verlenen conform de modaliteiten van onderhavig huishoudelijk reglement en de tarieven voorzien in het retributiereglement betreffende de gemeentelijke begraafplaatsen, dat door de gemeenteraad wordt vastgesteld. Deze machtiging geldt eveneens voor de hernieuwing van de concessies.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tevens over:
● de beëindiging van een concessie naar aanleiding van een verwaarlozingsprocedure;
● de voortijdige beëindiging van een concessie naar aanleiding van dergelijke aanvraag door de concessiehouder of diens nabestaanden.
Art. 3
Het verlenen van een grafconcessie door het gemeentebestuur houdt geen verkoop of verhuring in. Door het verlenen van een concessie vervreemdt het gemeentebestuur de grond of nis in het urnenveld of columbarium niet. Zij verleent slechts een genot en gebruiksrecht met een speciale, tijdelijke en nominatieve bestemming.
Art. 4
De grafconcessies zijn niet overdraagbaar.
Art. 5
Concessies worden enkel verleend in het geval van een overlijden. De enige uitzondering betreft de mogelijkheid om, bij de toekenning van een concessie voor een familielid in eerste graad, een tweede concessie te nemen naast de desbetreffende rustplaats. Beide concessies starten dan op datum van toekenning door het college van burgemeester en schepenen en hebben eenzelfde einddatum.
Art. 6
De termijn van de concessie vangt aan op datum van toekenning door het college van burgemeester en schepenen. Bij een hernieuwing van een bestaande grafconcessie vangt de hernieuwde concessie aan op de vervaldatum van de voorafgaande concessie.
Art. 7
In geval van niet-betaling en mits 2 verwittigingen tot betaling, wordt de concessie na 6 maand omgezet naar niet-geconcedeerd en blijft ze slechts geldig gedurende 10 jaar. Dit impliceert een ontgraving en herbegraving in het daarvoor voorzien perk op de begraafplaats.
Art. 8
Minstens een jaar voor het verstrijken van de concessie maakt de burgemeester een akte op waarbij eraan herinnerd wordt dat een aanvraag om hernieuwing moet worden gedaan. Een afschrift van deze akte wordt een jaar lang bij het graf geplaatst. Daarnaast wordt aan de ingang van de begraafplaats een lijst met het totaaloverzicht van de betreffende graven uitgehangen.
Art. 9
In het geval van terugneming van een geconcedeerd perceel wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden kan de concessiehouder:
● geen aanspraak maken op enige vergoeding;
● heeft hij slechts recht op het kosteloos bekomen van een perceel van dezelfde oppervlakte op een ander deel van de begraafplaats, mits het indienen van een aanvraag door enige belanghebbende.
De kosten voor de eventuele overbrenging van de stoffelijke resten en de graftekens, alsook voor de eventuele bouw van een nieuwe grafkelder zijn ten laste van de gemeente.
Art. 10
Wanneer een grafconcessie ten einde loopt worden de graftekens door de belanghebbende verwijderd, uiterlijk op 31 december van het jaar van beëindiging van de concessie. Bij een voortijdige beëindiging van de concessie worden de graftekens door de belanghebbende verwijderd, uiterlijk 31 december van het jaar waarin de aanvraag tot voortijdige beëindiging is ingediend, met een minimale termijn van 3 maanden.
Gebeurt dit niet, dan worden de graftekens van ambtswege verwijderd. De verwijderde graftekens worden eigendom van de gemeente. Het wegnemen van grafmonumenten moet minimum 1 week vooraf gemeld worden aan de gemeentelijke diensten.
Art. 11
Bij de vroegtijdige beëindiging kan de betaalde concessieprijs noch geheel, noch gedeeltelijk teruggevorderd worden. De grafrust van 10 jaar moet gerespecteerd worden.
Art. 12
Een urne met as van één of meerdere gezelschapsdieren kan begraven worden in een kist of nis in het urnenveld of columbarium. De urne met de as van een huisdier kan enkel maar samen worden bijgezet of begraven op het ogenblik van de bijzetting of begraving van de eigenaar. Latere bijzettingen van de urne met de as van een huisdier zijn niet mogelijk.
Voor de toepassing van het eerste lid moeten de huisdieren al overleden zijn en gecremeerd op het ogenblik van het overlijden van de eigenaar.
De urne met assen van een huisdier mogen nooit de plaats innemen van een urne van een overleden persoon. De urne van een huisdier kan enkel worden begraven of bijgezet worden indien dit technisch mogelijk is en er voldoende plaats is in het respectievelijke graf, kelder, urnenveld of columbarium.
De urne met de assen van huisdieren moeten steeds biologisch niet-afbreekbaar zijn, zodanig dat de assen van mens en dier nooit kunnen gemengd worden. Bij einde concessie of ontgraving van de overleden eigenaar, wordt de as van het gecremeerde huisdier eveneens ontgraven. De as van het huisdier mag niet verstrooid worden op de strooiweide.
Hoofdstuk 2: niet-geconcedeerde percelen |
Art. 13
Bij niet-geconcedeerde gronden wordt een afzonderlijk perk voorzien voor de begraving van niet-gecremeerde lijken.
Art. 14
Per niet-geconcedeerd perceel of nis mag slechts 1 stoffelijk overschot begraven worden.
Art. 15
Bij nissen in het columbarium of urnenveld voorziet de gemeente in een afdekplaat met naamplaatje.
Art. 16
Na verloop van de periode van tien jaar voor niet-geconcedeerde begravingen, kan er geopteerd worden om toch een concessie te nemen. Dit impliceert een ontgraving en herbegraving op een ander perceel op de gemeentelijke begraafplaats, waarbij de kost ten laste komt van de aanvrager, overeenkomstig het geldende retributiereglement op de grafconcessies.
Hoofdstuk 3: Ontgravingen |
Art. 17
De toestemming tot ontgraving wordt gegeven door de burgemeester, op schriftelijk verzoek van de nabestaanden of op initiatief van de gemeente in toepassing van artikel 7 van dit reglement.
Art. 18
Er mag niet overgegaan worden tot ontgraving, behalve op bevel van de gerechtelijke overheid of na schriftelijke toelating van de burgemeester. De aanvraag tot ontgraving moet schriftelijk gedaan worden door het naaste familielid van de overledene of zijn gelastigde, bij de bevoegde dienst.
Art. 19
Voor ontgraving is een retributie verschuldigd waarvan het bedrag is opgenomen in het retributiereglement betreffende de gemeentelijke begraafplaatsen. De retributie is ten laste van de aanvrager en is niet verschuldigd bij ontgravingen op bevel van de gerechtelijke overheden, alsook niet bij ontgravingen in toepassing van artikel 7 van dit reglement.
Art. 20
De ontgravingen hebben plaats op de datum en het uur in gemeen overleg bepaald tussen de verantwoordelijke van de begraafplaats en de aanvrager. Het is niet toegelaten voor nabestaanden om aanwezig te zijn bij de ontgraving.
Art. 21
De aanvrager voorziet op eigen kosten in een nieuwe kist of asurne.
Art. 22
Tijdens de opgraving wordt de begraafplaats tijdelijk gesloten en de plaats van de ontgraving wordt visueel afgeschermd voor het publiek.
Hoofdstuk 4: Begravingen en plaatsen van zerken |
Art. 23
Grafzerken voor graven in volle grond dienen te worden geplaatst ten vroegste 6 maanden en ten laatste 8 maanden na het ter aarde bestellen van de stoffelijke overschotten. Grafzerken bedoeld voor grafkelders daarentegen moeten binnen de 2 maanden worden geplaatst.
Grafzerken bedoeld voor blok P en S op de gemeentelijke begraafplaats in het centrum dienen binnen de 2 maanden te worden geplaatst op de voorziene fundering.
In het geval van een bijzetting dient de grafzerk te worden meegenomen buiten de grenzen van de gemeentelijke begraafplaats of kan deze, mits voldoende beschikbare plaats, op de daarvoor voorziene tijdelijke stockageplaatsen op de begraafplaats worden gezet, in afwachting tot deze kan teruggeplaatst worden.
Art. 24
Het plaatsen van de grafzerk dient minimum 1 week vooraf aangevraagd te worden bij de bevoegde gemeentelijke diensten.
Art. 25
Uitsluitend de begraafplaatsmedewerker is bevoegd voor:
● het aanbrengen van een volgnummer op de kist of de asurn;
● het uitstrooien van de as;
● het neerlaten van de kist of de asurn in een grondgraf, het plaatsen van de kist of de asurn in een grafkelder, het plaatsen van de asurn in een urnenkelder of nis;
● het delven van een graf en het vullen van de kuil;
● het openen en sluiten van bestaande grafkelders of urnenkelders bij bijzetting of beëindiging van de concessie;
● het openen van de nis, het plaatsen van de asurn en het afsluiten van de nis.
Art. 26
Het plaatsen en wegnemen van grafzerken kan enkel tussen 8u30 en 16u00, uitgezonderd voor de gemeentediensten. De gemeente heeft het recht het afgesproken uur nog te wijzigen tot de dag van aankomst.
Art. 27
De grafzerk dient zowel bij eerste plaatsing als na een bijzetting correct en recht te worden gezet. Indien dit niet het geval zou zijn, is het de verantwoordelijkheid van de concessiehouder om dit binnen de maand na de vaststelling in orde te laten brengen.
Art. 28
Begravingen, bijzettingen en bezorgen van de as kunnen plaatsvinden op weekdagen tussen 8u00 en 16u00 en op zaterdag tussen 8u00 en 14u00. Er kunnen geen begrafenissen plaatsvinden op zon- en feestdagen zoals: 1 januari – 2 januari – Paasmaandag – 1 mei – Hemelvaartsdag – Pinksteren – Pinkstermaandag – 11 juli – 21 juli – 15 augustus - 1 november – 2 november – 11 november – 25 december en 26 december.
De burgemeester kan afwijkingen verlenen in geval van overmacht of omwille van de bescherming van de openbare orde.
Art. 29
Er mag op de begraafplaatsen niet meer dan één begrafenis plaatsvinden op hetzelfde tijdstip. Indien er toch meer dan één begrafenis zou zijn, wordt de volgorde van aankomst op de begraafplaats gerespecteerd.
Art. 30
Op elke begraafplaats zijn er percelen voorbehouden voor begraving van kinderen die de volle leeftijd van 12 jaar niet bereikt hebben. Op de centrumbegraafplaats zijn er ook percelen voor levenloos geboren kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidsgrens nog niet hebben bereikt.
Hoofdstuk 5: Graftekens, gedenktekens, grafzerken en beplanting |
Art. 31
Er dient op de gemeentelijke begraafplaatsen gebruik gemaakt te worden van de door de gemeente aangereikte afdekplaat. Andere afdekplaten voor urnenkelders en columbariumnissen worden niet toegestaan.
Art. 32
Bij geconcedeerde nissen in het columbarium en urnenveld mogen er op de afdekplaat enkel volgende vermeldingen worden opgenomen:
● de naam van de overledene (hoogte 3 cm);
● het geboortejaar en jaar van overlijden (hoogte 2 cm);
● het symbool van twee in elkaar gehaakte ringen (optioneel – hoogte 2 cm);
● een kruis (optioneel – hoogte 6 cm);
● beperkte ruimte (8 op 10 cm in rechterbovenhoek) voor een persoonlijke foto of afbeelding;
● lettertype: Monotype Corsiva (ingekleurd goud of okergeel).
Art. 33
De gemeente voorziet voor niet-geconcedeerde begravingen in volle grond, in het urnenveld of in het columbarium, een gegraveerd naamplaatje.
Art. 34
Naamplaatjes op de strooiweide worden ten vroegste na 30 jaar weggenomen.
Art. 35
De asurnen bestemd voor plaatsing in het columbarium of urnenveld moeten aan volgende afmetingen voldoen: hoogte maximum 27 cm – diameter maximum 23 cm.
Art. 36
Met uitzondering van de nissen in het columbarium wordt er niet bovengronds begraven. Het gebruik van piramiden en andere bijkomende constructies wordt niet toegelaten.
Art. 37
Grafzerken dienen volgende afmetingen te hebben:
● Voor percelen van 2 m²: maximaal 2 m x 98 cm met een maximale rughoogte van 1 m. Bij het plaatsen van een kleinere zerk dient de resterende grondoppervlakte bedekt te worden, bij voorkeur met een niet-woekerende bodembedekker.
● Voor percelen van 3 m²: maximaal 3 m x 98 cm met een maximale rughoogte van 1 m. Bij het plaatsen van een kleinere zerk dient de resterende grondoppervlakte bedekt te worden, bij voorkeur met een niet-woekerende bodembedekker.
● Voor percelen van 3 m² gelegen in de middengang van blok A, B, C en D: maximaal 3 m x 98 cm met een maximale rughoogte van 2 m. Bij het plaatsen van een kleinere zerk dient de resterende grondoppervlakte bedekt te worden, bij voorkeur met een niet-woekerende bodembedekker.
● Blok P en R op de gemeentelijke begraafplaats in het centrum: maximaal 1 m x 98 cm met een maximale rughoogte van 1 m.
● Blok S op de gemeentelijke begraafplaats in het centrum: maximaal 40 cm x 28 cm met een maximale rughoogte van 1 m.
● Kindergraven in Sint-Lodewijk: maximaal 1,25 m x 75 cm met een maximale rughoogte van 1 m. Bij het plaatsen van een kleinere zerk dient de resterende grondoppervlakte bedekt te worden.
Art. 38
Op Blok P en S op de gemeentelijke begraafplaats in het centrum is het gebruik van harde materialen verplicht. Bij gebrek hieraan zal de gemeente een grafzerk voorzien, waarbij de kost wordt gefactureerd aan de concessiehouder of diens nabestaanden.
Wanneer er geen harde materialen gebruikt worden op blok R, is het verplicht om een duidelijke afboording te voorzien van de voorziene concessieruimte.
Op het grasperk gelegen voor de graven in blok P, R en S mogen er geen tekens, symbolen, versieringen of beplantingen worden aangebracht.
Art. 39
De beplanting op de begraafplaatsen mag niet hoger zijn dan één meter. Bomen zijn in alle gevallen uitgesloten. De concessiehouder, of diens nabestaanden, zijn zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van de aangebrachte beplanting. Bij onvoldoende of slecht onderhoud wordt de betrokkene verwittigd en gevraagd om dit binnen een termijn van één maand in orde te brengen. Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven, wordt de procedure verwaarlozing opgestart.
Art. 40
Er geldt een algemeen verbod om bloemstukken en/of andere aandenkens te plaatsen op paden, grasstroken en plantvakken die niet behoren tot het perceel waar de grafconcessie is verleend. De enige uitzonderingen hierop betreffen:
● de eerste maand na de begrafenis;
● de week voor en de vier weken na Allerheiligen.
Bloemstukken en andere aandenkens die toch worden geplaatst zullen ambtshalve worden verwijderd.
Art. 41
Graftekens, versiering of decoratie die wordt aangebracht mag in geen geval de zichtbaarheid van een ander graf, een andere nis of urnenkelder beperken. Er mag daarbij op geen enkele manier schade worden toegebracht aan een ander graf, een andere nis of urnenkelder. Elke herstelling die als gevolg hiervan dient te worden uitgevoerd zal verhaald worden op de concessiehouder of diens nabestaanden.
Art. 42
Er kan geen aanspraak gemaakt worden op een vergoeding van het gemeentebestuur wegens beschadiging aan grafstenen, -tekens of –monumenten die het gevolg zijn van omstandigheden buiten de wil van het bestuur of haar personeel, noch voor schade die het gevolg is van weersomstandigheden.
Art. 43
Het gemeentebestuur is in geen geval verantwoordelijk voor eventuele verzakking van graftekens. Het rechtzetten van verzakte zerken en andere werkzaamheden aan deze monumenten behoort niet tot de bevoegdheid van het gemeentepersoneel.
Hoofdstuk 6: Sterrenboom |
Art. 44
Op de begraafplaats kunnen stilgeboren kinderen of sterrenkindjes herdacht worden via een gegraveerd blaadje, waarvan minstens één ouder een band heeft met Deerlijk.
Art. 45
Aan de sterrenboom mogen enkel de door het gemeentebestuur voorziene stalen blaadjes opgehangen worden. Om de sereniteit te behouden is het niet toegelaten persoonlijke ornamenten aan de boom te hangen of op de sterrenweide te plaatsen.
Art. 46
De blaadjes worden na afhaling zelf door de ouders bedrukt of gegraveerd met de naam van hun sterrenkindje en eventueel een persoonlijke tekst. Daarna worden ze teruggeven aan de dienst burgerzaken en de plaatsing zal vervolgens gebeuren door de gemeentelijke diensten.
Art. 47
De duur voor het behouden van het symbool wordt beperkt tot 30 jaar vanaf de datum van aanvraag. Na het verstrijken van deze periode kan het gemeentebestuur het symbool verwijderen. Indien gewenst kan de aanvrager het symbool binnen een termijn van 6 maanden komen ophalen bij de gemeentediensten.
Art. 48
Na een termijn van 10 jaar kunnen de ouders het herdenkingsblaadje terugvragen. Dit kan enkel plaatsvinden wanneer beide ouders hun uitdrukkelijke toestemming geven.
Hoofdstuk 7: Verwaarlozing |
Art. 49
De burgemeester stelt de verwaarlozing van een graf vast in een akte.
Art. 50
Verwaarlozing staat vast als het graf doorlopend vervuild is, door planten overwoekerd, vervallen, ingestort of bouwvallig is en er gevaar is voor beschadiging van de omliggende graven.
Art. 51
Verwaarloosde graftekens moeten onverwijld worden weggehaald of hersteld. Bij dreigend gevaar voor instorting kan het grafteken onmiddellijk geheel of gedeeltelijk worden weggenomen zonder voorafgaande kennisgeving aan de belanghebbenden. De kosten van de noodzakelijke werkzaamheden kunnen worden verhaald op de concessiehouder of diens nabestaanden.
Art. 52
De akte blijft een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van deze termijn kan het college van burgemeester en schepenen een einde maken aan het recht op de concessie indien geen herstellingswerken werden uitgevoerd.
Hoofdstuk 8: Betwistingen |
Art. 53
Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Hoofdstuk 9: Inwerkingtreding en geldigheidstermijn |
Art. 54
Het reglement treedt in werking op 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.
Art.55
Het besluit van de gemeenteraad van 29 januari 2015 houdende het huishoudelijk reglement begraafplaatsen wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
27. Subsidiereglement - Buitenschoolse Opvang (BOA) - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:
SUBSIDIEREGLEMENT Buitenschoolse opvang (BOA)
Toepassingsgebied
Art. 1. – Het college van burgemeester en schepenen verleent jaarlijks aan de lokaal erkende opvanginitiatieven een subsidie. Deze subsidie wordt slechts toegekend onder de bij dit reglement gestelde voorwaarden.
Doelstelling
Art. 2. – De subsidie heeft tot doel om lokaal erkende opvanginitiatieven in Deerlijk te ondersteunen en draagt bij aan de uitvoering van de doelstellingen uit het decreet 2019 houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten (BOA-decreet).
Subsidiegerechtigde
Art. 3. – De subsidie kan aangevraagd worden door een opvanginitiatief dat aan de voorwaarden onder artikel 5 voldoet.
Art. 4. - De subsidie voor organisatoren die buitenschoolse opvang aanbieden, bestaat uit 3 onderdelen:
● Een basisbedrag op basis van het aantal kinderen:
○ 2.000 euro voor organisatoren waarbij dagelijks 5 tot en met 12 kinderen aanwezig zijn;
○ 7.500 euro voor organisatoren waarbij dagelijks 13 tot en met 50 kinderen aanwezig zijn;
○ 20.000 euro voor organisatoren waarbij dagelijks 51 of meer kinderen aanwezig zijn.
Voor de berekening van het aantal kinderen wordt gekeken naar de optelsom van het aantal unieke kinderen in de ochtendopvang en het aantal unieke kinderen in de avondopvang die effectief aanwezig waren.
Om de verhoogde ondersteuningsnood van kinderen uit het buitengewoon onderwijs te kunnen opvangen, wordt een wegingsfactor toegepast. Een kind uit het gewoon onderwijs telt voor 1,0. Een kind uit het buitengewoon onderwijs telt voor 1,5, gelet op de bijkomende zorg-, begeleidings- en structuurbehoeften die impact hebben op de groepswerking en de personeelsinzet.
● Een bedrag om toegankelijkheid te stimuleren: organisatoren kunnen een bijkomende subsidie ontvangen wanneer zij het sociaal tarief toepassen voor kinderen die in aanmerking komen voor ondersteuning via het Sociaal Huis. Het subsidiebedrag bedraagt 25 % van de basisprijs van de opvang voor die kinderen. Het subsidiebedrag wordt per organisator beperkt tot 3.000 euro.
● Een restbedrag: het resterende subsidiebedrag dat niet is opgebruikt, wordt a rato verdeeld over de organisatoren en dit met een maximum bijkomend bedrag van 10.000 euro per organisator bovenop de basissubsidie.
De totaal uit te keren subsidie aan lokaal erkende opvanginitiatieven kan het totaalbedrag van dit subsidiereglement niet overschrijden. Indien dit zich aandient, wordt het subsidiebedrag procentueel aangepast aan het aantal organisatoren.
Voorwaarden
Art. 5. – Om op de subsidie aanspraak te maken moet het opvanginitiatief erkend zijn door het college van burgemeester en schepenen volgens de voorwaarden van het lokaal erkenningskader.
Aanvraag
Art. 6. – Om de administratieve last voor het kinderopvanginitiatief zo minimaal mogelijk te houden, gebeurt de aanvraag door het invullen van een formulier van de gemeente Deerlijk. Door te werken met een invulformulier worden zeker alle noodzakelijke gegevens in één keer doorgegeven. Het formulier wordt door de aanvrager ingevuld voor 30 juni van het betreffende jaar van de erkenningsperiode en zal het volgende te bevatten:
● aanvraag subsidie kinderopvang;
● naam initiatief;
● gemiddeld aantal kinderen per dag;
● rekeningnummer.
Vanuit de gemeente zal voor deze vooropgestelde einddatum een herinnering gestuurd worden om de aanvraag in orde te brengen.
Uitbetaling
Art. 7. – Voor uitbetaling wordt het door het initiatief doorgegeven gemiddeld aantal kinderen én de goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen over de erkenning van het lokale opvanginitiatief, gecontroleerd. De uitbetaling gebeurt na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen op het door het initiatief doorgegeven rekeningnummer en dit, voor eind september.
Verantwoording
Art. 8. – De opvanginitiatieven dienen jaarlijks een verslag te bezorgen in functie van het gebruik van de verkregen middelen. Er wordt hen gevraagd om de verkregen subsidie te investeren in kwalitatieve kinderopvang. De gemeente voorziet een verslagsjabloon waarin de initiatieven hun verantwoording kunnen indienen.
Art. 9. - Organisatoren kunnen het dagelijkse aantal kinderen in de opvang aantonen via facturen. Jaarlijks wordt 1 organisator hierop diepgaand gecontroleerd.
Art. 10. - Voor de verantwoording van de toegankelijkheidssubsidie dienen de organisatoren een totaalfactuur in voor de toepassing van de sociale tarieven. Zij kunnen dit staven met afzonderlijke facturen per ouder waarop de sociale tarieven werden toegepast.
Betwistingen
Art. 11 - Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Inwerkingtreding en geldigheidstermijn
Art. 12 - Dit reglement gaat in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 2, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
28. Lokaal Erkenningskader BOA - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit het bijgevoegde ontwerp van het Lokaal Erkenningskader Buitenschoolse Opvang goed te keuren.
De openbare zitting van de gemeenteraad wordt geschorst en zal hernomen worden na de behandeling van het OCMW-raadspunt "Samenwerkingsovereenkomst 2026-2031 - vzw De Poerderie - goedkeuring".
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
31. Vragen gesteld door raadsleden - kennisname
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit om het agendapunt 31 betreffende de kennisname van de door de gemeenteraadsleden gestelde vragen, te behandelen voor de agendapunten 29 en 30, die 'de verkiezing van de nieuwe schepen' en 'de bepaling van de rangorde van de schepenen', behandelen.
Artikel 2
De gemeenteraad neemt kennis van de door de gemeenteraadsleden gestelde vragen.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
29. Kennisname ontslag schepen - verkiezing en eedaflegging nieuwe schepen - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag van de heer Claude Croes als eerste schepen.
Artikel 2
De gemeenteraad besluit het opengevallen schepenmandaat opnieuw in te vullen.
Artikel 3
De voorzitter van de gemeenteraad verklaart de akte van voordracht van de kandidaat-schepen, de heer Lukas Viaene, ontvankelijk.
Artikel 4
De gemeenteraad verklaart de heer Lukas Viaene verkozen als schepen met ingang van 18 december 2025.
Artikel 5
Schepen Lukas Viaene legt tijdens de openbare zitting in handen van de voorzitter van de gemeenteraad de volgende eed af: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen".
Artikel 6
De gemeenteraad stelt vast dat het college van burgemeester en schepenen bestaat uit leden van verschillend geslacht.
De openbare zitting van de gemeenteraad wordt geschorst om de punten in openbare zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn verder te behandelen.
Zitting van GR van 18 DECEMBER 2025
30. College van burgemeester en schepenen - bepaling rangorde schepenen - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit de rangorde van de schepenen als volgt te bepalen:
Claude Croes | Eerste schepen |
Regine Rooryck | Tweede schepen |
Jo Tijtgat | Derde schepen |
Lies De Witte | Vierde schepen |
Lukas Viaene | Vijfde schepen |
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.