Karel Bauters Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Lies De Witte Marc Coppens Jo Tijtgat Yves Vande Wiele Bert Schelfhout Marleen Prat Koen Dendoncker Jurgen Beke Louis Haerinck Lukas Viaene Filip Terryn Sandra De Leeuw-Goussey Sophie Mespreuve Tine Willaert Matthias Vanneste Philip Ghekiere Jan Colpaert Regine Rooryck Claude Croes Jan Feryn Bruno Lecluyse Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken Katrien Vandenbogaerde Filip Terryn Lukas Viaene Louis Haerinck Koen Dendoncker Marleen Prat Jurgen Beke Tine Willaert Yves Vande Wiele Lies De Witte Louis Vanderbeken Marc Coppens Claude Croes Regine Rooryck Jo Tijtgat Philip Ghekiere Sandra De Leeuw-Goussey Bruno Lecluyse Jan Feryn Sophie Mespreuve Bert Schelfhout Matthias Vanneste Jan Colpaert aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
Aanleiding en context
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het belastingreglement op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister, vast te stellen.
Motivering
Voorliggend reglement betreft de aanpassing en verlenging van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van17 december 2020. Dit reglement eindigt op 31 december 2025.
De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:
Er mag worden aangenomen dat het behoud van deze belasting zal leiden tot een activering van leegstaande woningen, gebouwen en kamers en bijdraagt tot een betaalbaar woonaanbod.
Eveneens is een dergelijk heffingsreglement ook verantwoord binnen de Vlaamse beleidsprioriteit die bepaalt dat ‘gemeenten leegstaande gebouwen en woningen moeten opsporen, registreren en aanpakken’. Daarbij heeft de strijd tegen leegstaande woningen en gebouwen pas echt effect als de opname in het leegstandsregister, bij het niet tijdig aanpakken van leegstand, leidt tot een belasting.
Het belastingreglement werd geëvalueerd en herwerkt. Volgende aanpassingen worden voorgesteld:
● Het tarief van de belasting: het basisbedrag wordt verhoogd naar 1.500 euro voor een gebouw of woning en 150 euro voor een kamer. De voorbije 6 jaar werd het bedrag niet aangepast.
Om belastingplichtigen voldoende te kunnen informeren wordt voorgesteld om de verhoging pas in te voeren vanaf het aanslagjaar 2027.
● Om de langdurige leegstand in tijd te beperken is het wenselijk om het plafondbedrag te verhogen, zijnde het maximumaantal periodes van twaalf maanden, vast te stellen op zes in plaats van vier.
● Er wordt een vast beoordelingsmoment opgenomen, zijnde 1 juli van het aanslagjaar, om de administratieve opvolging efficiënter te kunnen laten verlopen.
● De termijn van vrijstelling voor de belastingplichtige die zakelijk gerechtigde is van één enkele woning of kamer wordt aangepast naar 1 aanslagjaar, in lijn met de andere steden en gemeenten binnen Woonwijs.
● Aanpassing van de vrijstelling voor woonmaatschappijen gezien dit volgens info van Wonen in Vlaanderen niet meer kan. Als alternatief wordt een vrijstelling voorzien voor zakelijk gerechtigden die minstens 3 woongelegenheden in dezelfde wijk tegelijk wensen te renoveren. De vrijstelling geldt voor 1 aanslagjaar.
Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 26 november 2026 de voorzitter van de gemeenteraad de goedkeuring van de reglement te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
○ Vlaamse Codex wonen
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 15 ja-stemmen: Louis Vanderbeken (CD&V), Claude Croes (CD&V), Regine Rooryck (CD&V), Jo Tijtgat (CD&V), Lies De Witte (CD&V), Marleen Prat (CD&V), Louis Haerinck (CD&V), Jurgen Beke (CD&V), Filip Terryn (N-VA), Marc Coppens (CD&V), Yves Vande Wiele (CD&V), Lukas Viaene (CD&V), Katrien Vandenbogaerde (CD&V), Tine Willaert (CD&V) en Koen Dendoncker (CD&V)
7 neen-stemmen: Matthias Vanneste (Team Deerlijk), Bert Schelfhout (Team Deerlijk), Sophie Mespreuve (Team Deerlijk), Philip Ghekiere (Team Deerlijk), Sandra De Leeuw-Goussey (Team Deerlijk), Bruno Lecluyse (Team Deerlijk) en Jan Feryn (Team Deerlijk)
1 onthouding: Jan Colpaert (Vlaams Belang)
Artikel 1
De gemeenteraad besluit het volgend reglement vast te stellen:
BELASTINGREGLEMENT op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister
Heffingstermijn en belastbaar feit
Art. 1.
§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de gebouwen, woningen en kamers die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
Het leegstandsregister wordt opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig het reglement inzake inventarisatie van 17 december 2020 en de toepasselijke decretale en wettelijke bepalingen.
§2. De definities uit het inventarisatiereglement leegstand van 17 december 2020 en de wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen waarnaar dit inventarisatiereglement verwijst zijn van toepassing.
Voor de toepassing van dit belastingreglement hebben de navolgende begrippen de hierna weergegeven inhoud:
Renovatienota = een nota die bestaat uit:
§3. De belasting voor een leegstaand gebouw, woning of kamer is verschuldigd op 1 juli van het aanslagjaar, op voorwaarde dat die woning, dat gebouw of die kamer gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
§4. Zolang het leegstaande gebouw, de leegstaande woning of kamer niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op 1 juli van het aanslagjaar.
Belastingplichtige
Art. 2.
§1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw, de leegstaande woning of kamer op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het nieuwe zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.
De instrumenterende ambtenaar stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht met nauwkeurige aanduiding van het overgedragen goed, de datum ervan en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar(s) alsmede het eigendomsaandeel.
Berekeningsgrondslag en tarief
Art. 3.
§1. De belasting bedraagt bij een eerste aanslag:
Voor het aanslagjaar 2026:
● 1.200 euro voor een gebouw of woning;
● 100 euro voor een kamer.
Voor de aanslagjaren 2027 t.e.m. 2031
● 1.500 euro voor een gebouw of woning;
● 150 euro voor een kamer.
§2. Het bedrag van de volgende belastingen is gelijk aan het resultaat van volgende formule:
De belasting vermenigvuldigd met het aantal periodes van twaalf maanden dat het gebouw, de woning, kamer zonder onderbreking opgenomen is op de gemeentelijke inventaris. Het plafondbedrag, zijnde het maximum aantal periode van twaalf maanden, wordt vastgesteld op zes.
§3. De bedragen van de belasting worden bepaald met inachtname van de voor de berekening van de belasting relevante duur, zonder dat de duur van de al bekomen vrijstelling – wat betreft de bepaling van het bedrag van de belasting – opnieuw inrekening kan worden gebracht. Zodoende dient in geval van eerdere vrijstelling en latere belasting het tarief verbonden aan de gehele leegstandstermijn te worden toegepast.
§4. Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning in het leegstandsregister staat, wordt tot nul herleid en begint opnieuw te lopen bij volledige overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.
Dit geldt niet voor overdrachten aan:
Vrijstellingen
Art. 4.
§ 1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:
1° de belastingschuldige die zakelijk gerechtigde is van één enkele woning of kamer, bij uitsluiting van enige andere woning of kamer, met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 1 aanslagjaar.
2° de belastingschuldige die (mede)eigenaar en de laatste bewoner van een belastbare woning of kamer is en die in een erkende ouderenvoorziening verblijft of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of in een erkend revalidatiecentrum. Deze vrijstelling kan voor maximaal 3 opeenvolgende aanslagjaren worden toegekend.
3° de belastingschuldige die beperkt is in handelingsbekwaamheid ingevolge een gerechtelijke beslissing, met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 3 aanslagjaren.
4° de belastingschuldige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van een gebouw, woning of kamer, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het aanslagjaar volgend op de overdracht van het zakelijk recht.
Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan:
5° De houder van het zakelijk recht die minstens 3 woongelegenheden in dezelfde wijk tegelijk wenst te renoveren of te slopen en te vervangen, met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 1 aanslagjaar.
§ 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:
1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;
2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
3° krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;
4° deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap;
5° in het actieplan bouwkundig erfgoed aangeduid is als bouwkundig erfgoed met een hoge of middelhoge locuswaarde en mits het indienen van een dossier bij de beoordelingscommissie, met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 1 aanslagjaar;
6° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
7° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure. De vrijstelling geldt voor de aanslagjaren waarin het gebouw of de woning onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden en voor het aanslagjaar volgend op de beëindiging van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik.
8° gerenoveerd wordt blijkens een niet-vervallen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen;
De termijn van vrijstelling gaat in op datum van het definitief uitvoerbaar worden van deze omgevingsvergunning en eindigt op het ogenblik van de voltooiing van de werken, die het voorwerp van deze omgevingsvergunning uitmaken. De termijn van vrijstelling bedraagt evenwel niet meer dan 3 jaar te rekenen vanaf de datum van het definitief uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning.
Deze vrijstelling kan slechts éénmaal ingeroepen worden ongeacht het aantal dergelijke omgevingsvergunningen.
9° gerenoveerd wordt blijkens een gedateerde en ondertekende renovatienota waarin minstens een overzicht van de voorgenomen werken en een stappenplan zijn opgenomen waaruit blijkt dat de woning of het gebouw bewoonbaar gemaakt wordt;
De uitvoering van de renovatienota moet tijdens het aanslagjaar aangetoond worden aan de hand van facturen en bijbehorende foto’s of vastgesteld worden door een controlebezoek. Deze vrijstelling geldt voor 3 aanslagjaren.
Deze vrijstelling kan slechts éénmaal ingeroepen worden ongeacht het aantal renovatienota’s.
10° het voorwerp uitmaakt van een compromis betreffende de overdracht van het zakelijk recht van de woning. De compromis dateert van voor het moment waarop de woning aan de belasting onderhevig werd. Uiterlijk 6 maanden na datum van de compromis dient de definitieve overdracht te worden aangetoond aan de hand van een authentieke akte. De vrijstelling geldt enkel voor de eerstvolgende heffing volgend op de datum van de compromis.
Inkohiering
Art. 5.
De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Betwisting
Art.6.
Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Inwerkingtreding
Art. 7.
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.