Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het belastingreglement voor woningen en gebouwen opgenomen in de gemeentelijke inventaris verwaarlozing, vast te stellen.

 

Motivering

 

Voorliggend reglement betreft de aanpassing en verlenging van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van9 juli 2020. Dit reglement eindigt op 31 december 2025.

 

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

 

Om de aantrekkelijkheid van de gemeente als leefomgeving te bevorderen is het wenselijk om verwaarlozing van gebouwen en woningen te bestrijden. De afwezigheid van verwaarloosde gebouwen of woningen draagt immers bij tot een levendigere en aangename omgeving en vergroot ook het veiligheidsgevoel. 

 

Dit belastingreglement is ook verantwoord binnen de Vlaamse beleidsprioriteit die bepaalt dat ‘gemeenten verwaarloosde gebouwen en woningen moeten opsporen, registreren en aanpakken’. Daarbij heeft de strijd tegen verwaarloosde woningen en gebouwen pas echt effect als de opname in het verwaarlozingsregister, bij het niet tijdig aanpakken van verwaarlozing, leidt tot een belasting.

 

De tarieven van de heffing worden zoals in huidig reglement gelijkgeschakeld met de leegstandsheffing. Het basisbedrag wordt opgetrokken van 1.200 euro naar 1.500 euro.

Om belastingplichtigen voldoende te kunnen informeren wordt voorgesteld om de verhoging pas in te voeren vanaf het aanslagjaar 2027.

 

Om de langdurige verwaarlozing in tijd te beperken is het wenselijk om het plafondbedrag te verhogen, zijnde het maximum aantal periodes van twaalf maanden, vast te stellen op zes in plaats van vier.

 

Verder worden nog volgende aanpassingen of verduidelijkingen opgenomen in het reglement:

        Er wordt een vast beoordelingsmoment opgenomen, zijnde 1 januari van het aanslagjaar, om de administratieve opvolging efficiënter te kunnen laten verlopen.

        Verduidelijking van de inkomensvoorwaarden, gebaseerd op de huidige inkomensvoorwaarden in de Mijn Verbouwpremie, en die jaarlijks geïndexeerd worden.

        Bepalingen rond de betaling van en bezwaren tegen de belasting worden geschrapt gezien dit bepaald wordt door het Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht de voorzitter van de gemeenteraad in zitting van 26 november 2025 om de goedkeuring van dit belastingreglement te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

        Vlaamse Codex wonen

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 15 ja-stemmen: Louis Vanderbeken (CD&V), Claude Croes (CD&V), Regine Rooryck (CD&V), Jo Tijtgat (CD&V), Lies De Witte (CD&V), Marleen Prat (CD&V), Louis Haerinck (CD&V), Jurgen Beke (CD&V), Filip Terryn (N-VA), Marc Coppens (CD&V), Yves Vande Wiele (CD&V), Lukas Viaene (CD&V), Katrien Vandenbogaerde (CD&V), Tine Willaert (CD&V) en Koen Dendoncker (CD&V)

7 neen-stemmen: Matthias Vanneste (Team Deerlijk), Bert Schelfhout (Team Deerlijk), Sophie Mespreuve (Team Deerlijk), Philip Ghekiere (Team Deerlijk), Sandra De Leeuw-Goussey (Team Deerlijk), Bruno Lecluyse (Team Deerlijk) en Jan Feryn (Team Deerlijk)

1 onthouding: Jan Colpaert (Vlaams Belang)

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit volgend reglement vast te stellen:

 

BELASTINGREGLEMENT voor woningen en gebouwen opgenomen in de gemeentelijke inventaris verwaarlozing

 

Heffingstermijn en belastbaar feit

 

Art. 1.

 

§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die opgenomen zijn in de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd op 1 januari van het aanslagjaar, op voorwaarde dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

§3. Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit de inventaris, blijft de belasting verschuldigd op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Belastingplichtige

 

Art. 2.

 

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op het ogenblik dat de belasting verschuldigd wordt.

 

§2. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.

 

§ 3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het nieuwe zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in de inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.

De instrumenterende ambtenaar stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar.

 

Berekeningsgrondslag en tarief

 

Art. 3.

 

§1. De belasting bedraagt bij een eerste aanslag

 

Voor het aanslagjaar 2026: 1.200 euro voor zowel een woning als een gebouw.

 

Voor de aanslagjaren 2027 tem 2031: 1.500 euro voor zowel een woning als een gebouw.

 

§2. Het bedrag van de volgende belastingen is gelijk aan het resultaat van de volgende formule:

De belasting vermenigvuldigd met het aantal periodes van twaalf maanden dat de woning of het gebouw zonder onderbreking opgenomen is op de gemeentelijke inventaris. Het maximum aantal periodes voor bovenstaande wordt vastgelegd op zes.

 

§3. De bedragen van de belasting worden bepaald met inachtname van de voor de berekening van de belasting relevante duur, zonder dat de duur van de al bekomen vrijstelling - wat betreft de bepaling van het bedrag van de belasting - opnieuw in rekening kan worden gebracht. Zodoende dient in geval van eerdere vrijstelling en latere belasting het tarief verbonden aan de gehele verwaarlozingstermijn, te worden toegepast.

 

§ 4. Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw, woning of kamer op de inventaris staat, wordt tot nul herleid en begint opnieuw te lopen bij volledige overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.

 

Dit geldt niet voor overdrachten aan:

  1. vennootschappen waarin de vroegere zakelijk gerechtigde rechtstreeks of onrechtstreeks participeert;
  2. vzw’s waar de zakelijk gerechtigde lid van is.

 

Vrijstellingen

 

Art. 4.

 

§ 1. Van de heffing inzake verwaarlozing zijn vrijgesteld:

 

1) De belastingplichtige die op 1 januari van het aanslagjaar minder dan 1 jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning en die een gezinsinkomen heeft dat lager ligt dan onderstaande premievoorwaarden.

 

Voor de beoordeling van deze voorwaarde wordt rekening gehouden met het gezamenlijk belastbaar inkomen van 2 jaar voorafgaand aan het aanslagjaar waarin de belasting voor de eerste maal zou worden gevestigd.  De beoordeling gebeurt eenmalig en opent – indien aan de inkomensvoorwaarde is voldaan - het recht voor de volledige duur van de vrijstellingsperiode. De voormelde premievoorwaarden zijn deze zoals ze van kracht zijn op 1 januari 2025. De vermelde inkomensgrenzen worden jaarlijks geïndexeerd op 1 januari op basis van de gezondheidsindex volgens navolgende formule: 

max. gezinsinkomen x index december voorafgaand aan de indexatie

index januari 2025

 

De vrijstelling geldt voor de eerste drie aanslagjaren na verwerving van het zakelijk recht.  

 

2) De belastingplichtige die, zonder dat er een overgang is van een zakelijk recht en die wordt geïnventariseerd en die voldoet aan alle onderstaande voorwaarden:

  1. het zakelijk recht hebben op één enkele woning, bij uitsluiting van enig ander gebouw of enige andere woning;
  2. als houder van het recht de woning uitsluitend gebruiken als hoofdverblijfplaats;
  3. beschikken over een jaarlijks gezinsinkomen dat beperkt is tot de inkomensgrens zoals vermeld in art.4, §1, eerste lid;
  4. voor de beoordeling van deze voorwaarde wordt rekening gehouden met het gezamenlijk belastbaar inkomen van 2 jaar voorafgaand aan het aanslagjaar waarin de belasting voor de eerste maal zou worden gevestigd.

 

De beoordeling gebeurt eenmalig en opent – indien aan de inkomensvoorwaarde is voldaan - het recht voor de volledige duur van de vrijstellingsperiode. 

De vrijstelling geldt voor drie aanslagjaren.

 

3) De belastingplichtige die beperkt is in zijn of haar handelingsbekwaamheid ingevolge een gerechtelijke beslissing met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende drie aanslagjaren.

 

§ 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

 

1) gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of geen voorwerp meer kan uitmaken van een omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

 

2) vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.

 

Inkohiering

 

Art. 5.

 

De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Betwisting

 

Art.6.

 

Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.

 

Inwerkingtreding

 

Art. 7.

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.