Aanleiding en context
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement "aanleg en onderhoud kleine landschapselementen (KLE’s)" vast te stellen.
Motivering
Voorliggend reglement betreft de aanpassing van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 10 september 2020.
De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:
Het huidige premiereglement “aanleg en onderhoud kleine landschapselementen (KLE’s)” eindigt op 31 december 2025.
Het college van burgemeester en schepenen keurde in een zitting van 11 juni 2025 principieel goed om in te stappen op het gemeenschappelijk KLE-reglement van het Regionaal Landschap Leie en Schelde voor Zuid-West-Vlaanderen en zou nadien de toekomstige definitieve versie ter goedkeuring voorleggen aan de gemeenteraad. Hierin werden de voordelen van een gemeenschappelijk premiereglement opgesomd.
Conform artikel 41, tweede lid, 23° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van subsidiereglementen tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.
Het college van burgemeester en schepenen heeft voorliggend reglement besproken in zitting van 3 december 2025 en heeft de voorzitter van de gemeenteraad verzocht de goedkeuring van dit reglement te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 23° Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 286, 288, 330 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Eenparig goedgekeurd
Artikel 1
De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt vast te stellen:
PREMIEREGLEMENT AANLEG EN ONDERHOUD KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE’S)
Begrippen
Art. 1.
● Afzetten: bomen en struiken afzagen op een hoogte die ongeveer gelijk is aan de dikte van de stam of takken. Afgezette bomen en struiken maken nieuwe takken aan vanuit de overgebleven stomp of wortels.
● Autochtoon plantgoed (Label ‘Plant van Hier’): een individuele plant is autochtoon of oorspronkelijk inheems in een bepaalde streek als deze een nakomeling is van planten die zich sinds hun spontane vestiging na de laatste ijstijd altijd natuurlijk hebben verjongd, of die kunstmatig vermeerderd werden met strikt lokaal materiaal.
● Bomenrij: lijnvormige aanplant van bomen.
● Bosgoed: plantgoed dat 2 à 3 jaar oud en ongeveer 80 tot 120 cm lang is en standaard gebruikt wordt bij aanplantingen.
● Bos(je): vlakvormige aanplant waarvan de bomen en de houtachtige struikvegetaties het belangrijkste bestanddeel uitmaken.
● Bosrand: overgang tussen een open terrein en een bosgebied. Een ecologisch goede bosrand bestaat uit een mantel en een zoom. De mantel is een struikzone. De zoom is een zone met ruigtekruiden. De breedte van een goede bosrand varieert tussen de 1 tot 1,5 maal de boomhoogte.
● Gemeenteweg: openbare weg die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond.
● Haag: dichte en doorlopende rij houtige struiken die door regelmatige en frequente snoei in vorm gehouden wordt.
● Heg: dichte en doorlopende rij houtige struiken met een minimaal beheer.
● Hakhoutbosje: bos(je) dat beheerd wordt door periodiek afzetten tot op een hoogte die ongeveer gelijk is aan de dikte van de stam of takken.
● Herstelaanplant: aanplanten van plantgoed om gaten te dichten in lijn- of vlakvormige aanplantingen om het oorspronkelijke streefbeeld te herstellen.
● Hoogstammig plantgoed: plantgoed met een takvrije stam en op 180 à 200 cm het begin van de kruin.
● Hoogstamboomgaard: aanplant van hoogstamfruitbomen in grasland in een regelmatig plantverband.
● Hoogstamfruitboom: fruitboom met een takvrije stam van minstens 180 cm.
● Hooiland: grasland met potentiële ecologische waarde, waarbij het gras periodiek wordt gemaaid en afgevoerd.
● Houtig erfgoed: beplantingsvormen die representatief zijn voor het werk van de mens of van de natuur of van beiden samen. Ze vertellen iets over de geschiedenis van een bepaalde plaats. Ze illustreren oude gebruiken (bijvoorbeeld gerechtsbomen, kapelbomen, hoekbomen, welkomstbomen), historisch landgebruik (geriefhoutbosjes, knotbomen, boomgaarden…) of bepaalde technieken (leifruit, gevlochten hagen, schermbomen),...
● Houtkant: doorlopende rij boomvormende en struikvormende soorten die beheerd worden door periodiek afzetten tot op een hoogte die ongeveer gelijk is aan de dikte van de stam.
● Inheemse (planten)soorten: plantensoorten die van nature voorkomen in een streek sinds de laatste ijstijd. Ze leveren een positieve bijdrage aan het voor de streek typische landschap en de biodiversiteit. Inheems plantgoed is niet persé autochtoon: veel inheems plantgoed is gegroeid uit zaden die niet afkomstig zijn uit onze streek. Een lijst met inheemse soorten is te vinden op www.plantvanhier.be.
● Kleine landschapselementen: lijn- of puntvormige elementen met inbegrip van de bijhorende vegetaties waarvan het uitzicht, de structuur of de aard al dan niet resultaat zijn van menselijk handelen en die deel uitmaken van de natuur zoals bermen, bomen, houtkanten, hagen, holle wegen, hoogstamboomgaarden, sloten, struwelen, poelen, …
● Knotboom: boom die door periodiek knotten beheerd wordt. Het gaat zowel om de snelgroeiende soorten wilg en populier als trager groeiende soorten zoals els, es, haagbeuk, eik en linde.
● Leiden van hagen en heggen: vlechten van jonge twijgen of inkappen en vervolgens neerleggen van oudere stammen met als doel het bekomen van een dichte vlechtheg.
● Oude fruitrassen: oude lokale en regionale fruitrassen, horend tot het Vlaams erfgoed.
● Plantaardige beheerresten: Plantaardig materiaal zoals maaisel, bladeren en takken dat vrijkomt bij beheerwerken.
● Plantsnoei: snoei die wordt uitgevoerd vlak voor of direct na het aanplanten van fruitbomen waarbij 1 centrale harttak en 3 à 4 gesteltakken goed verdeeld over de stam worden behouden.
● Poel: meestal door de mens uitgegraven waterpartij zonder kunstmatige waterdoorlatende laag die voornamelijk door grondwater gevoed wordt.
● Rijpe compost: compost die ouder is dan 12 maanden.
● Ruigte: vegetatie die spontaan ontstaat uit graslanden als die een paar jaar niet gemaaid worden of op verstoorde gronden voordat er struweel of bos op groeit en die bestaat uit voornamelijk snelgroeiende kruidachtige plantensoorten.
● Scheren: jaarlijks of tweejaarlijks snoeien van een haag.
● Slibruimen: verwijderen van sediment dat zich ophoopt op de bodem van poelen en sloten en dat bestaat uit afgebroken resten van bladeren, stengels, takken en afvalstoffen.
● Sloot (of gracht): ten behoeve van waterafvoer of ontwatering gegraven langwerpige waterelementen met natuurlijke oevers die niet geklasseerd zijn als waterloop die gevoed worden door regen- en/of grondwater en die het grootste deel van het jaar van nature waterhoudend zijn zonder dat er een kunstmatige waterondoorlatende laag werd aangebracht.
● Solitaire boom: alleenstaande boom.
● Spil (of veer): niet opgesnoeid hoogstammig plantgoed dat zeer geschikt is voor landschappelijke aanplantingen.
● Streekeigen (planten)soorten: plantensoorten die eigen zijn aan een bepaalde streek omdat ze inheems zijn of een cultuurhistorische link met de streek hebben en daardoor al lange tijd in de streek voorkomen
● Struweel: vlakvormige aanplant die wordt gedomineerd door struiken die kunnen uitgroeien en eventueel sporadisch worden gesnoeid.
● Trage weg: gemeentewegen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor niet-gemotoriseerd verkeer.
● Terugsnoeien: snoeien van (vlecht)heggen of houtkanten tot op de gesteltakken. Dat voorkomt dat de landschapselementen te hoog en breed uitgroeien. Uit de gesteltakken lopen de planten opnieuw uit.
● Vlechtheg: heg of haag die ondoordringbaar wordt gemaakt door te leiden.
● Waardevolle boom: een boom die nationaal- of regionaal een belangrijke plek inneemt in de geschiedenis en/of bijzonder is op basis van leeftijd, omvang of bereikte hoogte of zich onderscheid qua functie in het landschap en/of zeldzaam is in België qua soort of variëteit en/of bijzondere planten of dieren herbergt.
Toepassingsgebied
Art. 2.
Men kan een premie verkrijgen voor het beheer(advies) van houtige kleine landschapselementen:
● voor het leiden van vlechtheggen: min. 50 m, 3 euro per meter, subsidie jaarlijks toegekend;
● voor het scheren van streekeigen landschapshagen en/of vlechtheggen langs weides en akkers: min. 50 m, 1,50 euro per meter, subsidie jaarlijks toegekend;
● voor het terugsnoeien van heggen, houtkanten of vlechtheggen met een hoogte van minimum 4 meter: min. 50 m, 3,00 euro per meter; subsidie om de drie jaar toegekend;
● voor het afzetten van heggen of houtkanten met een hoogte van minimum 4 meter: min. 50 m, 3,00 euro per meter; subsidie om de vijf jaar toegekend;
● voor het beheer van hoogstamboomgaarden: boomgaard bestaande uit min. 6 hoogstam fruitbomen
○ snoei van nieuw aangeplante fruitbomen: 5 euro per boom, jaarlijks toegekend tot 10 jaar na aanplant;
○ snoei van (jong)volwassen fruitbomen: min. 10j oud, 10 euro per boom, om de drie jaar toegekend;
● voor het beheeradvies en/of beheer van waardevolle bomen: max 500 euro per boom, subsidie om de vijf jaar toegekend;
● voor het knotten van knotbomen: min. 5 bomen, 20 euro per boom, subsidie om de vijf jaar toegekend, indien in de knotbomenrij knotbomen ontbreken moeten die aangevuld worden. Hiervoor kan een aanvraag ingediend worden bij Regionaal Landschap Leie en Schelde;
● voor het afzetten van een hakhoutbosje met een hoogte van minimum 4 meter: 24 euro per are, subsidie om de zeven jaar toegekend, de oppervlakte bedraagt maximum 50 are per jaar per aanvrager;
● voor het beheer van houtig erfgoed gelden de subsidies voor het specifiek beheer zoals vermeld onder artikel 2.
Men kan een premie verkrijgen voor de aanleg en het beheer van poelen:
● Voor de aanleg van nieuwe poelen kan de eigenaar contact opnemen met het Regionaal Landschap Leie en Schelde. Na een terreinbezoek zal een medewerker van het regionaal landschap kunnen inschatten of de locatie voldoet aan de vereisten om een poel aan te leggen. De uitvoering kan gebeuren in samenwerking met het regionaal landschap.
● Voor slibruimen van bestaande poelen kan de eigenaar terecht bij het regionaal landschap. Het regionaal landschap ondersteunt deze werken via hun landschapswerking. Meer info kan verkregen worden via info@rlleieschelde.be.
Men kan een premie verkrijgen voor het beheer van ecologisch waardevolle hooilanden:
● 150 euro per hectare per jaar, subsidie jaarlijks toegekend;
● deze werken kunnen op vraag van de aanvrager verwerkt worden in een overeenkomst opgemaakt tussen de gemeente enerzijds en de beheerder anderzijds, die geldig is voor een periode van 6 jaar.
Doelstelling
Art. 3.
Deze premie heeft tot doel om bestaande waardevolle kleine landschapselementen (KLE’s) te behouden en de aanleg van nieuwe KLE’s te stimuleren. Ze zijn cruciaal voor de biodiversiteit door leefgebieden en verbindingen te bieden voor planten en dieren, ze dragen bij aan een duurzamer landschap door bodemerosie tegen te gaan, water vast te houden en CO² op te slaan, en ze verrijken het landschap zowel esthetisch als cultuurhistorisch. Bovendien leveren ze nuttige ecosysteemdiensten voor de mens, zoals beschutting voor vee, verkoeling en een aantrekkelijker landschap. Bijgevolg is het wenselijk om de aanleg en het onderhoud van KLE’s te blijven ondersteunen.
Premiegerechtigde
Art. 4.
De betoelaagde kleine landschapselementen zijn gelegen op percelen binnen of grenzend aan percelen met bestemming landbouw, bos, overig groen, reservaat en natuurgebied van de gemeente Deerlijk. De onderhoudssubsidie wordt niet toegekend voor beplantingen randbeplanting rond siertuinen. Voor het beheer van waardevolle bomen en houtig erfgoed en het beheer van hoogstamboomgaarden geldt deze beperking niet.
De aanleg of het beheer van kleine landschapselementen heeft geen commerciële doeleinden (boomkwekerij, …).
De aanleg of het beheer van kleine landschapselementen kan geen verplichting zijn die voortkomt uit voorwaarden die werden opgelegd bij een (omgevings)vergunning of machtiging.
Indien de aanvrager geen eigenaar of pachter is van de percelen waarop de kleine landschapselementen aanwezig zijn, moet hij over een schriftelijke toestemming van de eigenaar of pachter beschikken voor het uit te voeren beheer en het ontvangen van de subsidie.
Bedrag
Art. 5.
Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten verleent het college van burgemeester en schepenen een subsidie voor de aanleg en het beheer van kleine landschapselementen.
De aangevraagde betoelaging bedraagt minimum 50 en maximum 500 euro per aanvrager per jaar. De bedragen per type KLE zijn terug te vinden onder Art. 2.
Voorwaarden
Art. 6.
De betoelaagde werken moeten deskundig gebeuren, met respect voor de betrokken kleine landschapselementen en de bijhorende planten en dieren. Meer info is te vinden op tal van websites zoals https://www.ecopedia.be.
Voorwaarden voor subsidiëring bij beheer(advies) van houtige kleine landschapselementen:
● De dienst ruimte bepaalt aan de hand van een terreinbezoek of een boom al dan niet voldoet aan de omschrijving van een waardevolle boom en dus al dan niet in aanmerking komt voor de subsidie voor het beheer of beheeradvies van waardevolle bomen.
● Het beheeradvies of beheer van waardevolle bomen moet geleverd en resp. uitgevoerd worden door een gecertificeerde specialist in veteraanbomenbeheer (VETCERT-certificaat).
● De hoogte van een haag of vlechtheg na scheren bedraagt tussen 1 m en 1,5 m.
● Houtkanten van ten minste 50 meter lang, zet men per kapbeurt voor ten hoogste 1/4 van de lengte af of men spreidt de kapbeurt over 4 opeenvolgende jaren. De omlooptijd voor het afzetten van de staken bedraagt 8 tot 10 jaar (voor elzen en wilgen) of tot 30 jaar (voor hardhoutsoorten).
● Knotbomenrijen worden in een cyclus van 5 tot 6 jaar geknot.
● Onderhoudswerken voor houtkanten, knotbomen en het terugsnoeien van heggen worden uitgevoerd in de periode van 1 november tot 1 maart.
Met het indienen of laten indienen van de aanvraag verbindt de eigenaar of pachter zich tot de nodige instandhoudingszorg. Dit houdt in dat de betoelaagde aanplantingen gevrijwaard worden tegen schade vanwege vee of wild, indien vee of wild aanwezig is.
Voorwaarden voor subsidiëring bij de aanleg en beheer van poelen:
● Deze werken worden enkel betoelaagd na gunstig advies van Regionaal Landschap Leie en Schelde.
● Deze werken mogen niet als voorwaarde opgenomen zijn bij de toekenning van een omgevingsvergunning.
● De oppervlakte van een nieuwe poel bedraagt na uitvoering van de werken minimum 100 m² en maximum 250 m².
● De oppervlakte van een te ruimen poel bedraagt minimum 50 m². Het diepste punt van de poel is 1,5 à 2 meter diep.
● De oevers van een poel worden dermate aangelegd dat de bodem van de poel vanaf de rand zacht (maximaal 45°) afhelt waardoor een ondiepe oeverzone ontstaat. Dat is zeker zo voor de noordelijke kant van een poel.
● Indien er vee aanwezig is wordt minstens 2/3de van de poel ontoegankelijk gemaakt voor het vee.
● Indien de poel gelegen is in een akker wordt een bufferstrook van minstens 1 m breed voorzien.
● Er worden geen (water)dieren in of om de poel uitgezet.
● Opgaande begroeiing langs de zuidkant wordt vermeden om de beschaduwing te beperken. Omwille van cultuurhistorische redenen (bvb. vlasrootputten) kan hiervan afgeweken worden.
● In de poel worden geen instrumenten uitgespoeld die in contact zijn geweest met chemische middelen, biociden en mest.
● Er wordt geen water aan de poel onttrokken, met uitzondering van drinkwater voor het in de aangrenzende percelen ingeschaarde vee.
● De werken worden uitgevoerd in de periode augustus – januari.
● Een wadi die gegraven wordt in functie van de tijdelijke opslag en infiltratie van regenwater is geen poel en wordt bijgevolg niet betoelaagd.
Met het indienen of laten indienen van de aanvraag verbindt de eigenaar of pachter zich tot de nodige instandhoudingszorg. Hieronder wordt verstaan:
● Regelmatig maaien en afvoeren van de niet-houtachtige oevervegetatie.
● Regelmatig snoeien en/of afzetten van de houtige beplanting rondom de poel zodat voldoende zon op de poel valt en het verlandingsproces beperkt wordt. Voor uitvoering van deze werken kan een subsidie aangevraagd worden (zie Art 2).
Voorwaarden voor subsidiëring bij beheer van ecologisch waardevolle hooilanden:
● Deze werken kunnen enkel uitgevoerd worden na gunstig advies van Regionaal Landschap Leie en Schelde. Dit advies omvat een beschrijving van het uit te voeren beheer.
● De hooilanden hebben een hoge potentiële of actuele biologische waarde die door Regionaal Landschap Leie en Schelde wordt vastgesteld op basis van de biologische waarderingskaart en/of waarnemingen op het terrein.
● Er wordt maximum twee maal per jaar gemaaid (eerste keer na half juni een tweede keer eind september/begin oktober) met eventueel als startbeheer een extra maaibeurt in mei.
● Er worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen aangebracht op de hooilanden, met uitzondering van bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij eventuele nabegrazing.
● Het maaisel wordt na maximum 1 week afgevoerd.
● De hooilanden hebben een aangesloten oppervlakte van minimaal 0.4 ha.
Aanvraag- en toekenningsprocedure
Art. 7.
De aanvraag tot uitbetaling kan tot drie maanden na uitvoering worden aangevraagd bij het college van burgemeester en schepenen.
De aanvraag tot uitbetaling of sluiten van een overeenkomst bevat minstens het correct ingevuld aanvraagformulier met:
● persoonlijke gegevens van de aanvrager;
● de kadastrale gegevens van het perceel/de percelen waar de werken zijn uitgevoerd;
● grondplan met aanduiding van de locatie van de werken;
● een beschrijving van de aard van de werken;
● periode van uitvoering;
● een verklaring van eigendoms- of pachtrecht of schriftelijke toelating van de eigenaar of pachter.
De aanvraag wordt aangevuld met:
● voor het sluiten van een overeenkomst voor beheer van ecologische waardevolle hooilanden: het advies met een bondige beschrijving van het toegepaste beheer, gebruikte machines, periode waarbinnen gemaaid zal worden en de wijze waarop het maaisel zal worden afgevoerd en verwerkt. Dit kan opgemaakt worden in samenspraak met Regionaal Landschap Leie en Schelde. Voor het beheer van ecologische waardevolle hooilandenwordt ten laatste 1 maand voor de uitvoering van de werken een aanvraag tot het sluiten van een overeenkomst ingediend bij het college van burgemeester en schepenen. Deze overeenkomst is geldig voor een periode van 6 jaar. Vanaf het tweede jaar volstaat het indienen van een korte beschrijving van de resultaten van het uitgevoerde beheer tijdens het afgelopen jaar;
● voor het beheer van waardevolle bomen: een kopie van het VETcert-certificaat van de uitvoerder van de beheerwerken alsook de factuur van de uitgevoerde werken;
● foto’s van voor en na de werken waarvoor een subsidie aangevraagd wordt;
● Indien de aanvrager een landbouwonderneming betreft: een verklaring op eer dat door de toekenning van de beoogde de-minimissteun het plafond van de onderneming niet wordt overschreden. Meer info op https://lv.vlaanderen.be/beleid/landbouwbeleid-eu/steunmelding/staatssteun/de-minimissteun.
Het college van burgemeester en schepenen beslist over de toekenning van de subsidie en het bedrag ervan. Deze beslissing wordt genomen na controle door de dienst ruimte op de correcte uitvoering van de aangevraagde werken en in functie van landschappelijke, ecologische, landbouwkundige, juridische en planmatige aspecten.
Indien niet aan deze voorwaarden voldaan wordt, meldt de dienst ruimte dit aan de aanvrager. Deze beschikt steeds over de mogelijkheid een aangepaste aanvraag opnieuw voor te leggen.
Wanneer de uitvoering onvolledig of gebrekkig is, kan de subsidie bij beslissing van het college van burgemeester en schepenen verminderd, uitgesteld of geweigerd worden. Vermindering, uitstelling of weigering van de subsidie wordt in alle geval gemotiveerd.
Als het totaal budget van de subsidieaanvragen groter is dan het beschikbare budget in de begroting worden de subsidies toegekend op basis van de aanvraagdatum en gaan de niet betoelaagde subsidieaanvragen automatisch over naar het volgende jaar.
Bij discussie over wie de subsidie toekomt wordt geen uitbetaling uitgevoerd.
De subsidie kan door het college van burgemeester en schepenen geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd wanneer belangrijke delen van de werken niet zijn gerealiseerd, door kennelijk gebrek aan zorg niet in stand zijn gehouden of indien sprake is van fraude (dubbele subsidiëring, valse verklaringen …).
In geval van vermoeden van fraude door de aanvrager worden de werken waarvoor subsidie wordt aangevraagd uitgesloten van verdere subsidieaanvraag.
Betwistingen
Art. 8.
Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Inwerkingtreding
Art. 9.
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.