Aanleiding en context
De gemeenteraad wordt gevraagd de verlenging van de 'overeenkomst inzake camerabewaking voor het vaststellen van sluikstorten' goed te keuren.
Motivering
Cameratoezicht - historiek
1.
In zitting van 30 november 2017 bracht de gemeenteraad positief advies uit over de plaatsen waarop op het grondgebied van de gemeente Deerlijk verplaatsbare vaste bewakingscamera's konden worden geplaatst. Dit gebeurde in toepassing van de camerawet van 21 maart 2007. De camera's dienden voor het vaststellen van sluikstorten.
De gemeenteraad keurde in deze zitting ook de 'overeenkomst inzake camerabewaking voor het vaststellen van sluikstorten' goed tussen de gemeente Deerlijk, de afvalintercommunale (IMOG) en de politiezone.
In dezelfde zitting wees de gemeenteraad de ambtenaren-vaststellers aan en wees ze de artikelen aan waarop deze ambtenaren inbreuken kunnen vaststellen.
2.
In zitting van 29 oktober 2020 werd de bovenvermelde overeenkomst gewijzigd. Deze actuele overeenkomst is in bijlage bij huidig besluit gevoegd. De gemeenteraad diende namelijk de locaties voor camerabewaking te herdefiniëren aangezien de glas- en textielcontainers werden herverdeeld over het grondgebied.
Het cameratoezicht had toen reeds zijn nut bewezen binnen de gemeente en de politiezone. Op voorstel van de toenmalige milieudienst werd, net zoals in alle andere gemeenten van het IMOG-gebied, camerabewaking voor het bestrijden van sluikstorten gebiedsdekkend op het hele grondgebied uitgerold. Deze techniek werd ook gebruikt voor het handhaven van de verplichting tot het opkuisen van hondenpoep.
Als motivering werd aangegeven dat de verruimde inzet van camerabewaking op probleemlocaties op het volledige grondgebied van de gemeente de effectieve handhaving zou kunnen verhogen en bovendien zowel preventief als ontradend kon werken. Op deze manier kon ook ad hoc ingespeeld worden op actuele probleemlocaties (de zogenaamde hotspots) bij eventuele verschuivingen van de zwerfvuilproblematiek.
Bijgevolg werd gebiedsdekkende camerabewaking op het ganse grondgebied van de gemeente, dus los van de eerdere zogenaamde hotspots, voldoende gemotiveerd en proportioneel bevonden ten opzichte van de zich stellende sluikstortproblematiek en het in die context nagestreefde doel, namelijk een propere gemeente.
3.
Verder werd ook de algemene politieverordening (APV) overeenstemmend aangepast (aanduiding van de vaststellers van de inbreuken alsook de inbreuken op de APV waarvoor het cameratoezicht kan worden aangewend).
4.
De camera's die IMOG gebruikt zijn tijdelijke vaste bewakingscamera's in een niet-besloten plaats (zie art. 2, 4° en 4°/2 van de wet van 21.03.2007 (‘Camerawet’), zoals gewijzigd door de wet van 21.03.2018).
In toepassing van artikel 5, §2/1 van de Camerawet diende IMOG, als medeverwerkingsverantwoordelijke, aan de gemeenteraad het volgende te verduidelijken:
● de bijzondere doeleinden van deze tijdelijke bewakingscamera's (dit is het vaststellen van overtredingen op de artikelen van de APV waar de gemeenteraad camerabewaking voor toelaat);
● de perimeter waarbinnen hun verplaatsingen gebeuren (dit zijn alle locaties waar camerabewaking sluikstort wordt toegelaten, hetzij het gehele grondgebied van de gemeente).
5.
In toepassing van artikel 5, §2/1 van de Camerawet heeft de gemeenteraad advies uitgebracht omtrent de geldigheidsduur van het cameratoezicht. In zitting van 29 oktober 2020 werd geadviseerd om het cameratoezicht voor een termijn tot en met 31 december 2025 te voorzien.
Bijgevolg werd de bovenvermelde samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente, de politiezone Gavers en IMOG afgesloten voor een termijn tot en met 31 december 2025.
Cameratoezicht - hernieuwing
6.
De samenwerking met IMOG en politiezone wordt positief beoordeeld. Zowel IMOG als de politiezone staan gunstig ten opzichte van een verlenging van de samenwerkingsovereenkomst.
Het handhaven op sluikstort, zwerfvuil en de opruimplicht bij hondenpoep vormt nog steeds een actuele noodzaak.
Bijgevolg wordt voorgesteld om de samenwerkingsovereenkomst te verlengen tot en met 31 december 2031.
7.
In zitting van 17 november 2025 werd de algemene politieverordening aangepast aan de nieuwe afvalinzamelingsmethodiek die ingaat op 1 januari 2026.
In navolging van de goedkeuring van de voormelde wijzigingen dient de samenwerkingsovereenkomst eveneens te worden geactualiseerd op basis van de nieuwe artikelnummering.
GAS-vaststellers - hernieuwing aanwijzing
8.
De gemeenteraad heeft in eerdere zittingen personeelsleden van zowel opdrachthoudende vereniging IMOG als van OVAM aangewezen als GAS-vaststeller.
Deze aanwijzing gebeurde voor specifieke artikelen van de APV die betrekking hadden op sluikstort, zwerfvuil en opruimplicht voor hondenpoep.
Gelet op de hoger vermelde wijziging van de APV met ingang op 01 januari 2026, dient de machtiging voor de GAS-vaststellers, zowel in de APV zelf als in de aanstellingsbesluiten van deze vaststellers, te worden geactualiseerd.
9.
Tot 7 januari 2024 dienden de vaststellers persoonlijk te worden aangesteld door de gemeenteraad. Hierdoor diende, telkens er een personeelsverschuiving of nieuwe aanwerving plaatsvond onder de IMOG- of OVAM-vaststellers, een nieuwe gemeenteraadsbeslissing te worden genomen.
Sinds 8 januari 2024 is echter de gewijzigde GAS-wetgeving van kracht. Eén van de wijzigingen houdt in dat GAS-vaststellers niet meer op naam aangesteld moeten worden. Het volstaat om de betrokken overheden of entiteiten aan te wijzen waarvan het personeel bevoegd is om GAS-vaststellingen te doen. Deze aanstelling is dan blijvend geldig, ook indien er interne personeelsverschuivingen zouden plaatsvinden binnen deze organisatie.
De desbetreffende overheid of entiteit houdt een lijst bij met de namen van de personeelsleden belast met de vaststellingsopdracht, waarbij deze personeelsleden voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 1 tot en met 3 van het K.B. van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie.
10.
Voor wat betreft de OVAM-vaststellers is er reeds dergelijke algemene aanwijzing gebeurd in gemeenteraadszitting van 28 maart 2024.
Voor de IMOG-vaststellers is er nog geen algemene aanwijzing van toepassing. Het is aangewezen om ook voor hen in een gelijkaardige algemene aanwijzingsregeling te voorzien.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid:
○ Art. 41, §2, 2) Decreet Lokaal Bestuur
○ Art. 5, §2/1 Camerawet
● Andere:
○ de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 2 en 5
○ de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties zoals van kracht, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 4 §5 en art. 21, §1, 2°
○ het K.B. van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking is
○ het K.B. van 2 juli 2008 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s
○ Het KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie
○ het Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid art. 40, §1 en art. 41, 2de lid, 2)
○ de Algemene Politieverordening (APV) van de gemeente Deerlijk.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Eenparig goedgekeurd
Artikel 1
Artikel 1 van de algemene politieverordening (APV) wordt hervastgesteld als volgt:
“In geval van overtreding van deze verordening kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken.
De politieambtenaren aangeduid in de wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties zijn bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in deze politieverordening. Van de vaststelling wordt proces-verbaal opgemaakt.
De inbreuken op de artikelen art. 60, 60bis, 106, 110, 111, 111bis, 121, 122, 123, 125-129.36, 129.42, 129.48, 129.49, 129.51, 130, 131, 132, 133, 144, 147 en 164 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in artikel 28- van deze algemene politieverordening kunnen, met toepassing van art. 21, §1, 2° van de wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, ook, voor zover zij hiertoe binnen het raam van hun bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen, worden vastgesteld door:
● personeelsleden van het intergemeentelijk samenwerkingsverband IMOG (Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen);
● gewestelijke vaststellers die personeelslid zijn van OVAM. Indien OVAM bepaalt dat hun personeelsleden op bepaalde artikelen geen vaststellingen zullen (mogen) doen, dan heeft dit een beperkende invloed.
De inbreuken vermeld in het voorgaande lid worden in een bestuurlijk verslag of vaststelling opgenomen. Voor deze inbreuken dient het woord “proces-verbaal” in deze verordening te worden gelezen als “bestuurlijk verslag” of “vaststelling”.”
Artikel 2
De gemeenteraad geeft positief advies voor het plaatsen van tijdelijke vaste bewakingscamera’s voor het vaststellen van sluikstorten op het gehele grondgebied van de gemeente onder de vorm van inbreuken op de artikelen art. 60, 60bis, 106, 110,111,111bis,121,122,123,125-129.36, 129.42, 129.48, 129.49, 129.51, 130, 131, 132, 133, 144, 147 en 164 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in artikel 28 van de algemene politieverordening (APV) -, alsook het vaststellen in het kader van sluikstorten, zowel in het kader van de bestuurlijke handhaving als in het kader van de strafrechtelijke handhaving, van inbreuken op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Dit positief advies geldt vanaf de inwerkingtreding van deze beslissing en tot en met 31 december 2031.
Artikel 3
De gemeenteraad besluit de nieuwe overeenkomst, af te sluiten tussen de gemeente Deerlijk, de afvalintercommunale IMOG en de politiezone, goed te keuren als volgt:
Overeenkomst inzake camerabewaking voor het vaststellen van sluikstorten
Tussen volgende partijen:
De gemeente Deerlijk, met zetel te 8540 Deerlijk, Harelbekestraat 27, alhier vertegenwoordigd door de heer Louis Haerinck, voorzitter van de gemeenteraad en de heer Karel Bauters, algemeen directeur, handelend in uitvoering van een beslissing van de gemeenteraad van …(datum)…,
hierna genoemd “de gemeente”,
en,
De afvalintercommunaleIMOG, met zetel Kortrijksesteenweg 264 te 8530 Harelbeke, vertegenwoordigd door de algemeen directeur Johan Bonnier en voorzitter Isabelle Degezelle
Hierna genoemd “de afvalintercommunale”
en,
De politiezone Deerlijk – Harelbeke, met zetel te 8530 Harelbeke, Deerlijksesteenweg 43, alhier vertegenwoordigd door de heer Michaël Vannieuwenhuyze, voorzitter van het politiecollege en de heer Jean-Louis Dalle, korpschef, handelend in naam en voor rekening van de politiezone, in uitvoering van een beslissing van de politieraad van …(datum)…,
hierna genoemd “de politiezone”,
is overeengekomen hetgeen volgt.
Artikel 1
Deze overeenkomst beoogt de afspraken vast te leggen tussen de afvalintercommunale enerzijds en de stad/gemeente en de politiezone anderzijds, gezien de politiezone inzake camerabewaking optreedt als feitelijke gebruiker-verwerker a posteriori van de beelden afkomstig van tijdelijke vaste bewakingscamera’s geplaatst op niet-besloten plaatsen op het openbaar domein door de afvalintercommunale, conform de adviezen van de gemeenteraad ter zake.
Artikel 2
De camerabewaking en de verwerking van de beelden heeft als doel het voorkomen, vaststellen en verzamelen van bewijzen van overlast, meer bepaald inzake sluikstorten, op het gehele grondgebied van de gemeente, zowel wat betreft de overtredingen van de artikelen art. 60, 60bis, 106, 110,111,111bis,121,122,123,125-129.36, 129.42, 129.48, 129.49, 129.51, 130, 131, 132, 133, 144, 147 en 164 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in artikelen 28 - van de APV alsook het vaststellen in het kader van sluikstorten, zowel in het kader van de bestuurlijke handhaving als van de strafrechtelijke handhaving, van inbreuken op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
De afvalintercommunale is de verantwoordelijke voor de verwerking en de verwerker van de beelden.
De camera’s mogen enkel worden geplaatst op plaatsen waaromtrent overeenkomstig de camerawet een gunstig advies werd bekomen van de gemeenteraad.
De concrete plaatsing gebeurt naar noodzaak en maakt het voorwerp uit van een specifiek akkoord tussen de afvalintercommunale en de gemeente na voorafgaand overleg met de lokale politie. Zonder specifiek akkoord van de milieudienst van de gemeente zal de afvalintercommunale geen camera’s kunnen plaatsen.
De definitieve lijst met data, uren en locaties wordt voorafgaand aan de lokale politie overgemaakt en dit ten laatste 3 werkdagen voor de eerstvolgende plaatsing.
Het cameratoezicht zal worden aangekondigd met de door de wetgeving vereiste pictogrammen. Ze worden aan de gemeentegrenzen aangebracht, onverminderd de mogelijkheid om elders en in de meer onmiddellijke omgeving van de locaties waar camerabewaking is ingesteld overeenkomstig deze overeenkomst, nog andere kennisgevingen aan te brengen.
Artikel 3
De afvalintercommunale verklaart de toepasselijke wetgeving en instructies inzake camerabewaking en privacy op ieder ogenblik na te zullen leven en de gemeente en de politiezone nemen daar akte van.
Deze verklaring slaat op volgende teksten zoals van kracht of gecoördineerd, onverminderd hun eventuele aanpassing of het van kracht worden van nieuwe bijkomende wetten, reglementen of instructies:
● de verordening 2016/679 van het Europees parlement en de Raad van 27.04.2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming - AVG);
● de wet van 30.07.2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;
● de toepasselijke uitvoeringsbesluiten bij deze wet;
● de wet van 21.03.2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s (afgekort als “de camerawet”);
● de toepasselijke uitvoeringsbesluiten bij deze wet waaronder het K.B. van 10.02.2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking is en het K.B. van 02.07.2008 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's;
● de gecoördineerde ministeriële omzendbrief van 10.12.2009 betreffende de wet van 21.03.2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s zoals gewijzigd bij wet van 12.11.2009.
Iedere aanhaling van verplichtingen hierna geldt met behoud van huidig artikel.
In het bijzonder en met behoud van het voorgaande verklaart de afvalintercommunale de vereiste mededeling zoals bedoeld in art. 5 par. 3 van de Camerawet en het toepasselijke uitvoeringsbesluit aan de politiediensten te hebben gedaan en de wijzigingen aan de ingezette camerabewakingsvoorziening op identieke wijze te zullen doen.
Artikel 4
De verwerking van de beelden mag enkel gegevens bevatten van de bezoekers van de onmiddellijke omgeving van de camera’s.
De verwerking van de beelden dient van zodanige kwaliteit te zijn dat personen en voertuigen te identificeren zijn.
Er dient erop te worden toegezien dat de bewakingscamera’s niet specifiek gericht zijn op een plaats waarvoor de verantwoordelijke van de verwerking niet zelf de gegevens verwerkt, tenzij hij daarvoor expliciet de toestemming heeft van de verantwoordelijke voor de verwerking van de betrokken plaats.
In geen geval mogen beelden worden gemaakt/verwerkt die de intimiteit van een persoon schenden of gericht zijn op het inwinnen van informatie over de filosofische, religieuze, politieke of syndicale gezindheid, etnische of sociale origine, het seksuele leven of de gezondheidstoestand.
De beelden mogen niet worden bewerkt, behoudens om te voldoen aan het derde en vierde lid hiervoor.
Artikel 5
De beelden mogen door de verwerker en de vaststellers GAS uitsluitend in real time worden bekeken indien dit onder toezicht van de politiediensten gebeurt opdat de bevoegde diensten onmiddellijk kunnen ingrijpen bij misdrijf, schade, overlast of verstoring van de openbare orde en deze diensten in hun optreden optimaal kunnen worden gestuurd en met inachtneming van het toepasselijke uitvoeringsbesluit ter zake.
De camerabeelden worden binnen de afvalintercommunale enkel door de vaststellers GAS, aangeduid door de gemeenteraad, later bekeken met het oog op het vaststellen van sluikstorten bestaande in een inbreuk op de bepalingen van de algemene politieverordening (APV) van de gemeente opgenomen in de aanstellingsbeslissing van de vaststellers GAS of een inbreuk op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
De vaststellers GAS zijn onderworpen aan de discretieplicht. Zij mogen de camerabeelden enkel bekijken en gebruiken in functie van de door hen te verrichten vaststellingen zoals aangehaald in art. 2 eerste lid hiervoor. De beelden of eruit afgeleide gegevens mogen zij enkel overmaken aan de gerechtelijke overheden, de politiediensten en de sanctionerend ambtenaar.
Wanneer uit de beelden misdrijven van gemeen recht blijken die buiten het doel van de camerabewaking vallen, dan nemen de vaststellers GAS onmiddellijk contact op met de lokale politie en worden de beelden aan de lokale politie overgedragen op een door deze te bepalen wijze.
Het bekijken van de beelden door de vaststellers GAS gebeurt in de gebouwen van IMOG.
De afvalintercommunale zal de nodige maatregelen nemen om te voorkomen dat andere personen dan de vaststellers GAS toegang hebben tot de beelden.
De afvalintercommunale houdt een register bij met de beeldverwerkingsactiviteiten van de gebruikte bewakingscamera’s overeenkomstig de regels bepaald door de Koning. Dit register wordt ter beschikking gehouden van de gegevensbeschermingsautoriteit en van de politiediensten.
Artikel 6
Wanneer op basis van de beelden een sluikstort bestaande uit een inbreuk op de bepalingen van de algemene politieverordening (APV) van de gemeente blijkt lastens een herkenbaar of potentieel identificeerbaar persoon of wanneer daarbij een nummerplaat van een voertuig op de beelden leesbaar is, maakt de vaststeller GAS een bestuurlijk verslag op.
Dit bestuurlijk verslag of vaststelling bevat ten titel van inlichting minstens volgende gegevens:
● de voornaam, naam en hoedanigheid van de opsteller;
● dag, datum, plaats en uur van de feiten en van de vaststelling van de feiten;
● de plaats waar de camera zich bevond en de plaats waar de pictogrammen werden aangebracht;
● een precieze beschrijving van hetgeen werd vastgesteld;
● een of meerdere screenshots uit de camerabeelden waarop de herkenbare of potentieel identificeerbare persoon tijdens de sanctioneerbare handeling voorkomt of waarop de nummerplaat van een voertuig voortkomt;
● de aanduiding van de overtreden bepaling(en) van de APV;
● het administratief adres van de sanctionerend ambtenaar;
● de datum van overmaking aan de sanctionerend ambtenaar.
Het bestuurlijk verslag wordt binnen een termijn van orde van zeven werkdagen aan de sanctionerend ambtenaar bezorgd.
Het bestuurlijk verslag wordt digitaal aan de sanctionerend ambtenaar bezorgd.
Zo de sanctionerend ambtenaar of de lokale politie dit wenselijk acht, dan kunnen zij de beelden opvragen bij de afvalintercommunale. De afvalintercommunale zal daaraan uiterlijk binnen maximaal 10 werkdaqen gevolg geven.
Artikel 7
De afvalintercommunale garandeert dat de beelden niet langer worden bijgehouden dan noodzakelijk en maximaal maar één maand worden bewaard.
Voorgaande bewaringstermijn geldt niet:
● hetzij indien het beelden betreft die slaan op feiten waarvoor een bestuurlijk verslag werd opgemaakt en die bijgevolg kunnen aangewend worden om via sluikstorten inbreuken te kunnen vaststellen en te bewijzen op de in art. 2 eerste lid hiervoor aangehaalde normen;
● hetzij uit de beelden andere misdrijven zouden blijken.
In beide gevallen worden de beelden bewaard zolang de gerechtelijke of bestuurlijke procedure niet is afgesloten.
Voor wat betreft de procedures in het kader van de GAS-wetgeving zal de sanctionerend ambtenaar na het afsluiten van de procedure aangeven wanneer de beelden mogen worden vernietigd.
Artikel 8
Ieder gefilmde persoon heeft een recht van toegang tot de beelden.
Hij richt daartoe een verzoek aan de verantwoordelijke voor de verwerking conform art. 15 van dealgemene verordening gegevensbescherming – AVG.
Artikel 9
Alle kosten in verband met de aanschaf, de werking, het onderhoud en de vervanging van de camera en alle (rand)apparatuur en noodzakelijke goederen (zoals pictogrammen) zijn ten laste van de afvalintercommunale.
Het plaatsen en verplaatsen van de camera, de pictogrammen, de opmaak en het overmaken van het bestuurlijk verslag, de kosten van de opslag van de data en de overdracht van data en het bijhouden van het register met de beeldverwerkingsactiviteiten gebeurt door de afvalintercommunale op haar kosten.
Artikel 10
Deze overeenkomst geldt vanaf de inwerkingtreding van gemeenteraadsbeslissing die deze overeenkomst goedkeurt en tot en met 31.12.2031.
De samenwerking zal om de twee jaar in een gezamenlijke vergadering worden geëvalueerd.
De afvalintercommunale kan, na overleg met de stad/de gemeente, een met redenen omkleed verzoek indienen met het oog op de hernieuwing van het positief advies van de gemeenteraad alsook van deze overeenkomst tegen het verstrijken van de aangehaalde termijn.
Aldus opgemaakt te Deerlijk op …(datum)… in drie exemplaren.
De drie partijen erkennen elk één exemplaar te hebben ontvangen.
Namens de gemeente Deerlijk
Karel Bauters Louis Haerinck
Algemeen directeur voorzitter van de gemeenteraad
Namens de afvalintercommunale
Johan Bonnier Isabelle Degezelle
algemeen directeur voorzitter
Namens de politiezone
Jean-Louis Dalle Michaël Vannieuwenhuyze
korpschef voorzitter van het politiecollege
Artikel 4
De opdrachthoudende vereniging IMOG (Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen) wordt, in toepassing van artikel 21, §1, 1ste lid, 2° van de GAS-wet, aangewezen als entiteit waarvan de personeelsleden bevoegd zijn voor de vaststelling van de inbreuken die uitsluitend het voorwerp kunnen uitmaken van een administratieve sanctie.
De bedoelde personeelseden krijgen vaststellingsbevoegdheid voor overtredingen op de artikelen 60, 60bis, 106, 110, 111, 111bis, 121, 122, 123, 125-129.36, 129.42, 129.48, 129.49, 129.51, 130, 131, 132, 133, 144, 147 en 164 van de Algemene Politieverordening van de gemeente Deerlijk, inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in artikel 28.
Artikel 5
De OVAM wordt, in toepassing van artikel 21, §1, 1ste lid, 2° van de GAS-wet, aangesteld als gewestelijk vaststeller, waarbij de personeelsleden aangeduid door de leidende ambtenaar van deze entiteit, een vaststellingsbevoegdheid krijgen voor overtredingen op de artikelen 60, 60bis, 106, 110, 111, 111bis, 121, 122, 123, 125-129.36, 129.42, 129.48, 129.49, 129.51, 130, 131, 132, 133, 144, 147 en 164 van de Algemene Politieverordening van de gemeente Deerlijk, inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in artikel 28.
Indien de OVAM bepaalt dat hun personeelsleden op bepaalde artikelen geen vaststellingen zullen (mogen) doen, dan heeft dit een beperkende invloed.
Artikel 6
Dit reglement zal op de webtoepassing van de gemeente worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 286 van het DLB.
Deze beslissing treedt in werking op 1 januari 2026.
Artikel 7
Afschrift van deze beslissing zal worden wordt overgemaakt aan:
● OVAM;
● IMOG;
● De sanctionerend ambtenaren voor Harelbeke en Deerlijk;
● De lokale politie PZ Gavers via de korpschef.
Artikel 8
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 9
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.