Deerlijk

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

 

Overzicht punten

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

1. Gemeenteraad - 10 juli 2025 - notulen en audio-opname - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de notulen van de zitting van de gemeenteraadszitting van 10 juli 2025 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad besluit de audio-opname van de gemeenteraadszitting van 10 juli 2025 goed te keuren.

Publicatiedatum: 12/09/2025
Punt bijlagen/links 20250710.mp3 Download
Overzicht punten

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

2. Deontologische code voor lokale mandatarissen - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De deontologische code voor lokale mandatarissen zoals goedgekeurd in zitting van 23 oktober 2014 wordt opgeheven.

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad besluit de deontologische code voor lokale mandatarissen, zoals in bijlage bij huidig besluit gevoegd, aan te nemen.

 

Artikel 3

 

De gemeenteraad verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad een punt te agenderen in de volgende zitting van de gemeenteraad omtrent de oprichting van de deontologische commissie. Deze commissie wordt opgericht conform de bepalingen van de deontologische code die vermeld is in artikel 2 van dit besluit.

Publicatiedatum: 12/09/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

3. Premiereglement - Premie voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

 

 

Premiereglement - Premie voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen 

 

Art. 1 - Doel van het reglement

 

Dit reglement heeft tot doel een premie toe te kennen aan de feestcomités van het lokaal bestuur die aangesloten zijn bij het Centraal Feestcomité, ter ondersteuning van de kosten voor externe hulp bij de op- en afbouw van tenten tijdens de jaarlijkse wijkkermissen. De premie vervangt de vroegere gemeentelijke ondersteuning bij deze werkzaamheden, zodat dit de interne personeelsinzet verlicht.

  

Art. 2 - Premiegerechtigde

 

De premie kan worden aangevraagd door de feestcomités die aangesloten zijn bij het Centraal Feestcomité.

  

Art. 3 - Ontvankelijkheidscriteria

 

Om in aanmerking te komen voor de premie, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

        Het feestcomité is aangesloten bij het Centraal Feestcomité.

        De ondersteuning voor de op- en afbouw van de tenten wordt geleverd door een professionele en erkende tentenbouwer.

 

Art. 4 - Bepaling van het premiebedrag

 

De premie bedraagt 100% van de personeelskosten die worden gemaakt voor de opbouw en afbraak van feesttenten door een erkende externe tentenbouwer, met een maximum van €1.500 (incl. btw) per kalenderjaar per erkend feestcomité. Onder personeelskosten wordt verstaan: de factuur van de tentenbouwer met betrekking tot de prestaties van diens personeel, exclusief transport-, huur- of materiaalkosten.

 

Art. 5 - Aanvraagprocedure

 

De aanvraag voor de premie dient te gebeuren via de dienst Vrije Tijd van het lokaal bestuur Deerlijk via het daartoe bestemde formulier.
De aanvraag moet vergezeld zijn van een bewijs van de geleverde ondersteuning (factuur van de tentenbouwer).

De premieaanvraag dient uiterlijk binnen de 6 maanden na het evenement te worden ingediend.

  

Art. 6 - Beoordeling

 

De aanvragen worden beoordeeld door het college van burgemeester en schepenen, op basis van een gemotiveerd advies van de dienst Vrije Tijd. Desgevallend kan voorafgaand aan de beslissing een overleg plaatsvinden waarbij de aanvrager het initiatief nader kan toelichten.

 

Art. 7 - Uitbetaling

 

Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen wordt de premie uitbetaald.

 

Art. 8 - Controle

 

Op elk moment kan het gemeentebestuur bijkomende informatie opvragen of controles verrichten. Op eenvoudig verzoek van het gemeentebestuur moet de aanvrager de gevraagde informatie meedelen en/of, indien nodig, daarover verantwoording afleggen. Indien zou blijken dat het feestcomité bewust valse gegevens heeft verstrekt, kan het college van burgemeester en schepenen de via dit reglement verkeerdelijk toegekende premie terugvorderen.

 

Art. 9 - Betwistingen

 

Betwistingen in verband met de uitvoering van dit reglement worden voorgelegd aan en beslist door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 10 - Inwerkingtreding en beëindiging

 

Dit reglement treedt in werking op 1 oktober 2025 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in  voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 oktober 2025.

Publicatiedatum: 12/09/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

4. Retributiereglement drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum - aanpassing - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het retributiereglement drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum als volgt goed te keuren:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT drank- en huurprijzen en fotokopieën van het

GEMEENSCHAPSCENTRUM DEERLIJK

 

Art. 1. - Begrippen

 

        Bestuursvergadering: een vergadering die georganiseerd wordt door ENKEL bestuursleden.

        Repetitie: het instuderen van een muziek- of toneelstuk.

 

Art. 2. - Doel

 

Het gemeenschapscentrum Deerlijk is een pluralistische instelling gericht op cultuurparticipatie, gemeenschapsvorming en cultuurspreiding ten behoeve van de lokale

bevolking en indien nodig ten behoeve van de bevolking van de regio, met bijzondere aandacht voor culturele diversiteit.

 

Art. 3. - Algemeen

 

Een gebruiker van Deerlijk is een individu met een domicilie in Deerlijk of een vereniging, club, organisatie met een zetel in Deerlijk, die sociaal-culturele activiteiten organiseert.

 

Art. 4.

 

Commerciële activiteiten worden geweigerd.

 

Art. 5.

 

Onderstaande huurprijzen gelden voor de gebruikers uit Deerlijk. Voor gebruikers van buiten Deerlijk wordt de prijs aan 200 % berekend.

 

Art. 6. - Huurprijs

 

Alle tarieven gelden per dagdeel voormiddag/namiddag/avond (= een dagdeel bedraagt minstens 3 uur). Prijs voor een volledige dag = dagdeel x 2.

 

Bij expliciete vraag om het lokaal vrij te houden voor het klaarzetten ervan worden de tarieven aangerekend, tenzij het lokaal vrij is, in welk geval er niet moet betaald worden. Elke mogelijke andere reservering van een vereniging heeft voorrang op de expliciete vraag van het vrijhouden van het lokaal.

 

  Art. 6.1 - Ontmoetingscentrum d’Iefte

 

BENEDEN

Zaal 1

Vergaderzaal

18,00 euro

Zaal 2

Vergaderzaal

9,00 euro

Zaal 3

Vergaderzaal

15,00 euro

Zaal 4

Vergaderzaal

18,00 euro

Zaal 2 en 3

Polyvalent

24,00 euro

Zaal 3 en 4

Polyvalent

30,00 euro

Zaal 2, 3 en 4

Polyvalent

40,00 euro

 

BOVEN

Bar

9,00 euro

Zaal 5 (parket + bar)

18,00 euro

Theaterzaal (zaal 5 + zetels + voorpodium)

35,00 euro

Theaterzaal + podium + kleedkamers

45,00 euro

Groepsloge

9,00 euro

Regiekamer met operator

60,00 euro

 

  Art. 6.2 - Schoolhuis

 

Leslokalen (beneden)

Vergaderzaal

6,00 euro

Hobbylokaal

Vergaderzaal

6,00 euro

Conferentielokaal

Vergaderzaal

6,00 euro

 

  Art. 6.3 - Buurthuis De Wieke

 

Polyvalente zaal

Polyvalent

25,00 euro

Vergaderzaal

Vergaderzaal

9,00 euro

Polyvalente zaal + vergaderzaal (volledige zaal)

Polyvalent

34,00 euro

 

  Art. 6.4 - Buurthuis De Statie

 

Volledige zaal

Polyvalent

25,00 euro

 

 Art. 6.5 - Buurthuis Sint-Lodewijk

 

Vergaderzaal

Vergaderzaal

9,00 euro

Bar

Bar

9,00 euro

Polyvalente zaal en bar

Polyvalent

25,00 euro

Polyvalente zaal en bar en keuken (incl. kookstel)

Polyvalent

50,00 euro

 

  Art. 6.6 - Kop Gemeentehuis

 

Raadzaal

Vergaderzaal

18,00 euro

Trouwzaal

Vergaderzaal

18,00 euro

 

  Art. 6.7 - Koetsiershuis

 

Volledige benedenverdieping

Polyvalent

10,00 euro

 

Art. 7. - Bijzondere gevallen

 

Gratis gebruikers: gemeentebestuur, OCMW, gemeentelijke adviesraden, gemeentelijke commissies en hun werkgroepen, de beheersorganen en hun werkgroepen, gemeentelijke onderwijsinstellingen en niet-gemeentelijke onderwijsinstellingen gelegen op het grondgebied Deerlijk enkel voor activiteiten zonder winstgevend doel.

 

Art. 8.

 

Onderwijsinstellingen gelegen op het grondgebied Deerlijk betalen 2,25 euro per uur voor regulier en structureel gebruik van het gemeenschapscentrum voor sportlessen, reftergebruik, lessen en andere invullingen eigen aan de werking van de onderwijsinstelling.

 

Art. 9.

 

Bestuursvergaderingen betalen een forfaitaire prijs van 6 euro per vergadering.

 

Art. 10.

 

Repetities van Deerlijkse amateurgezelschappen en balletschool Raymonda betalen een forfaitaire prijs van 6 euro per repetitie.

 

Art. 11.

 

Gebruik maken van de regiekamer met operator in OC d’Iefte kost 60,00 euro. Gebruik maken van uitgebreide techniek met operator in de buurthuizen de Statie, Sint- Lodewijk en de Wieke kost eveneens 60,00 euro. Voor een operatorrepetitie (max. tot 24 uur) wordt 25,00 euro/repetitie betaald over de gehele infrastructuur van GC Deerlijk.

 

Art. 12.

 

Kooklessen betalen 15 euro huur voor het kookstel in OC d’Iefte.

 

Art. 13.

 

Fuiven betalen een huurprijs van 100 euro. De gebruiker dient zelf Billijke vergoeding en Sabam aan te vragen.

 

Art. 14. - Tentoonstellingen

 

RUIMTE

A = één weekend

B = een week met twee weekends

(1)

(2)

(3)

(1)

(2)

(3)

Hal en doorgang

30,00 euro

60,50 euro

15,50 euro

60,50 euro

120,00 euro

30,00 euro

Zaal 1

60,50 euro

120,00 euro

30,00 euro

120,00 euro

240,00 euro

60,50 euro

Zaal 2, 3, 4 of 5

90,00 euro

180,50 euro

45,00 euro

225,50 euro

450,00 euro

135,00 euro

Theaterzaal

n.v.t.

n.v.t.

 

90,50 euro

n.v.t.

 

n.v.t.

 

n.v.t.

 

Koetsiershuis

30,00 euro

60,50 euro

15,50 euro

60,50 euro

120,00 euro

30,00 euro

 

(1) Kunstenaar van Deerlijk

(2) Niet-Deerlijkse vereniging of kunstenaar

(3) Deerlijkse vereniging en debutanten woonachtig in Deerlijk (d.w.z. voor een 1ste individuele tentoonstelling)

 

Art. 15. - Drankprijzen

 

Een overzicht van de actuele drankprijzen:

Soort

Nieuwe prijs verenigingen

Straal - plat water 20 cl

0,41 euro

Straal - plat water 1 l

0,78 euro

Straal - bruisend water 20 cl

0,41 euro

Straal - bruisend water 1 l

0,78 euro

Coca cola 20 cl

1,24 euro

Coca cola 1 l

4,49 euro

Coca cola zero 20 cl

1,19 euro

Coca cola zero 1 l

4,33 euro

Straal orange limonade 20 cl

0,63 euro

Straal orange limonade 1 l

1,63 euro

Ordal sinaasappelsap 20 cl

1,18 euro

Ordal sinaalsappelsap 1 l

4,70 euro

Eaumega ice tea 20 cl

0,75 euro

Bavik pils 25 cl

1,08 euro

Bavik vat 50 l (1 vat)

186,36 euro

Bavik vat 50 l (2 tot en met 5 vaten)

175.40 euro

Bavik vat 50 l (6 tot en met 10 vaten)

164,44 euro

Bavik vat 50 l (meer dan 10 vaten)

153,48 euro

Bavik vat 30 l (1 vat)

117,25 euro

Bavik vat 30 l (2 tot en met 5 vaten)

110,35 euro

Bavik vat 30 l (6 tot en met 10 vaten)

103,46 euro

Bavik vat 30 l (meer dan 10 vaten)

96,56 euro

Carlsberg 25 cl

1,47 euro

Carlsberg 0,0 alcoholvrij 25 cl

1,23 euro

Rodenbach 25 cl

1,37 euro

Petrus Blond 33 cl

1,47 euro

Petrus Bruin 33 cl

1,47 euro

Duvel 33 cl

1,87 euro

Omer 33 cl

1,92 euro

Petrus Triple 33 cl

n.v.t.

St Louis kriek 25 cl

1,28 euro

Kwaremont 33 cl

1,49 euro

Boer Willem Tripel

2,28 euro

Boer Willem Blond

2,28 euro

Boer Willem Bruin

2,28 euro

Klootzakske

2,24 euro

Hete Klinke

2,24 euro

Tante Nonneke

2,22 euro

 

Kwaremont 33 cl

1,49 euro

Boer Willem Tripel

2,28 euro

Boer Willem Blond

2,28 euro

Boer Willem Bruin

2,28 euro

Klootzakske

2,24 euro

Hete Klinke

2,24 euro

Tante Nonneke

2,22 euro

 

 

Art. 16.

 

De koffie (inclusief melk en suiker) kan als volgt aangevraagd worden:

        een koffiefilter (gewoon en decafeïne): 0,40 euro;

        een Bravilor, dit zijn 12 tassen: 3,34 euro;

        5 liter koffie, dit zijn 33 tassen: 10,10 euro.

 

Art. 17.

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om de prijs van de dranken en koffie, zoals vermeld in het huidige retributiereglement, aan te passen aan de prijsaanpassingen van de respectievelijke leverancier(s) op volgende wijze:

 

        Voor verenigingen:

        alle aankoopprijzen incl. btw van frisdranken, gewone pils worden verdubbeld;

        de prijzen van de speciale bieren en alcoholvrij bier worden niet verdubbeld maar de aankoopprijs incl. btw wordt vermeerderd met 0,50 euro;

        de prijs van biervaten wordt via onderstaande berekening bepaald (vorige jaren werd de prijs van biervaten verdubbeld):

        vermeerderd met 70 % bij aankoop van 1 vat

        vermeerderd met 60% bij aankoop van 2 tot en met 5 vaten

        vermeerderd met 50% bij aankoop van 6 tot en met 10 vaten

        vermeerderd met 40% bij aankoop van meer dan 10 vaten

 

 

Art. 18. - Fotokopieën

 

De kopieën voor de gemeentelijke raden of diensten zijn gratis.

 

Art. 19.

 

Fotokopiëren wordt niet toegestaan voor privé-initiatieven.

 

Art. 20.

 

De prijs voor verenigingen per kopieerbeurt zijn de volgende:

 

 

Zwart/wit kopie

Kleurenkopie

A4 - 80 gram

0,05 euro

0,25 euro

A4 - >80 gram

0,08 euro

0,30 euro

A3

0,08 euro

0,30 euro

 

 

Art. 21. - Materialen

 

De gebruiker kan verbruiksmateriaal aanvragen aan het gemeenschapscentrum.

Dit materiaal wordt na de activiteit aangerekend aan volgende prijzen:

 

Rol tafelpapier (120 cm x 100 m)

20,00 euro

Rol plastiek voor theateropbouw

25,00 euro

Doos koekjes

6,22 euro

Glasbreuk - wijnglas

1,50 euro

Glasbreuk - fluteglas

2,00 euro

Glasbreuk - kleine fles

0,10 euro

Glasbreuk - grote fles

0,20 euro

 

Voor opbouw van decor waarbij gezaagd, geboord of geschilderd wordt is het verplicht de plastiek ter bescherming op het podium te laten liggen. De technici leggen deze klaar en deze wordt aangerekend aan de gebruiker.

 

Art. 22. - Waarborg

 

Voor verenigingen en individuen van Deerlijk wordt geen waarborg gevraagd. Voor verenigingen van buiten Deerlijk wordt een waarborg gevraagd van 250 euro voor de categorie optredens en etentjes. Deze reservatie is pas definitief na het ontvangen van de waarborg. Deze waarborg wordt integraal teruggestort nadat de nodige controle is uitgevoerd en alles in goede staat is achtergelaten.

 

Art. 23.

 

Bij het gebruik van het gemeenschapscentrum wordt 10 euro gefactureerd indien één van volgende omschreven zaken NIET in orde is:

        alle materialen zijn afgewassen en op de juiste plaats teruggezet (al het materiaal heeft een vaste plaats, zie labels op de kasten);

        alle tafels zijn afgewassen, tafels en stoelen staan aan de kant;

        alle ruimtes zijn geveegd;

        lichten en verwarming zijn uit;

        ramen zijn dicht, deuren zijn gesloten;

        er wordt telkens gecontroleerd of de gebruikte locatie in goede staat werd achtergelaten.

 

Voor alle prestaties die extra (dus onverwacht en/of onvoorzien) door het gemeentepersoneel moeten uitgevoerd worden, wordt 30,00 euro per uur/per persoon aangerekend.

 

Art. 24. - Sancties

 

Betwistingen omtrent dit retributiereglement worden steeds behandeld door het college van burgemeester en schepenen na advies van de raad van bestuur.

 

Art. 25.

 

Het secretariaat van de cultuurdienst dient tijdig verwittigd te worden van het niet gebruiken van de gereserveerde zalen, uiterlijk 1 maand vóór de datum van de geplande activiteit voor de theaterzaal en uiterlijk 2 dagen voor alle andere activiteiten. Bij niet tijdig verwittigen wordt de huurprijs aangerekend. Elk geval van overmacht in dit verband wordt behandeld in de raad van bestuur.

 

Art. 26. - Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 oktober 2025 en is geldig tot 31 december 2031.

 

Art. 27.

 

Het gemeenteraadsbesluit van 27 mei 2021 houdende de vaststelling van het retributiereglement drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

 

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad vraagt het vrijetijdspunt om de gebruikers van het gemeenschapscentrum ten gepaste tijde te verwittigen van de prijsaanpassing(en) van de in het gemeenschapscentrum beschikbare dranken.

 

Artikel 3

 

De gemeenteraad neemt akte van de, in zitting van 3 september 2025, gestelde vraag door het college van burgemeester en schepenen aan het vrijetijdspunt, om het volledige retributiereglement te herbekijken tegen eind 2025.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 oktober 2025.

Publicatiedatum: 12/09/2025
Overzicht punten

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

5. Woonwijs - nieuwe subsidieaanvraag 2026-2031 - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de subsidieaanvraag 2026-2031 van de "Interlokale Vereniging Woonwijs" goed te keuren.

Publicatiedatum: 12/09/2025
Overzicht punten

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

6. Samenwerkingsovereenkomst Woonwijs - aanpassing - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit onderstaande aangepaste samenwerkingsovereenkomst goed te keuren:

 

Samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht betreffende de oprichting van de ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.

 

Tussen de hierna vermelde lokale overheden, alhier vertegenwoordigd zoals nader aangeduid, is overeengekomen om een interlokale vereniging op te richten tussen:

        de gemeente Deerlijk, vertegenwoordigd door Louis Haerinck, voorzitter van de gemeenteraad, en Karel Bauters, Algemeen Directeur;

        de stad Harelbeke, vertegenwoordigd door Stijn Soetaert, voorzitter van de gemeenteraad, en Hans Piepers, Algemeen Directeur;

        de gemeente Kuurne, vertegenwoordigd door Chris Delneste, voorzitter van de gemeenteraad, en Els Persyn, Algemeen Directeur;

        de gemeente Lendelede, vertegenwoordig door Bruno Vanoverbeke, voorzitter van de gemeenteraad, en Christophe Vandecasteele, Algemeen Directeur;

        de gemeente Zwevegem, vertegenwoordigd door Barbara Demeulenaere, voorzitter van de gemeenteraad, en Jan Vanlangenhove, Algemeen Directeur;

        het OCMW Deerlijk, vertegenwoordigd door Louis Haerinck, voorzitter van de OCMW-raad, en Karel Bauters, Algemeen Directeur;

        het OCMW Harelbeke, vertegenwoordigd door Stijn Soetaert, voorzitter van de OCMW-raad, en Hans Piepers, Algemeen Directeur;

        het OCMW Kuurne, vertegenwoordigd door Chris Delneste, voorzitter van de OCMW-raad, en Els Persyn, Algemeen Directeur;

        het OCMW Lendelede, vertegenwoordigd door Bruno Vanoverbeke, voorzitter van de OCMW-raad, en Christophe Vandecasteele, Algemeen Directeur;

        het OCMW Zwevegem, vertegenwoordigd door Barbara Demeulenaere, voorzitter van de OCMW-raad, en Jan Vanlangenhove, Algemeen Directeur;

 

HOOFDSTUK 1. DEELNEMERS, NAAM, DOEL, WERKINGSGEBIED, DUUR, BEHERENDE GEMEENTE EN ZETEL

 

ARTIKEL 1 – NAAM

De interlokale vereniging draagt de naam ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.

 

ARTIKEL 2 – DOEL

De interlokale vereniging heeft als doel het samenwerken op het vlak van wonen door onder meer het ontwikkelen van een gemeentelijke beleidsvisie op het vlak van wonen, het organiseren van lokaal woonoverleg, het uitbouwen van klantgerichte dienstverlening aan de burger, en het verbeteren van de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving in elk van de deelnemende gemeenten.

 

ARTIKEL 3 – BEHERENDE GEMEENTE

De stad Harelbeke wordt aangesteld als beherende gemeente van de interlokale vereniging. De beherende gemeente staat in voor het financieel en personeelsbeheer van de interlokale vereniging. De subsidies voor het project worden dan ook op de rekening van de stad Harelbeke gestort.

 

ARTIKEL 4 – ZETEL

De zetel van de interlokale vereniging wordt gevestigd te 8530 Harelbeke, Marktstraat 29.

 

ARTIKEL 5 – WERKINGSGEBIED

Het werkingsgebied van de interlokale vereniging strekt zich bij oprichting uit over het grondgebied van de deelnemende gemeenten.

 

ARTIKEL 6 – DUURTIJD, UITTREDING EN TOETREDING

De interlokale vereniging wordt opgericht voor een onbepaalde duurtijd, vanaf de dag van de ondertekening van deze overeenkomst door alle deelnemers.

De duurtijd van de interlokale vereniging bestaat uit opeenvolgende subsidiëringsperiodes, zoals vermeld in het subsidiedecreet.

 

Uittreding is mogelijk, op voorwaarde van een schriftelijke opzegging (per aangetekend schrijven), minstens zes maanden voor de aanvang van de volgende subsidiëringsperiode.

 

Een bijkomende toetreding is enkel mogelijk bij een nieuwe subsidiëringsperiode.

Dit wordt met een aangetekende brief vanuit de bevoegde instantie kenbaar gemaakt tenminste zes maanden voor het verstrijken van de lopende subsidiëringsperiode.

Bij een nieuwe toetreding dient de samenwerkingsovereenkomst aangepast te worden Overeenkomstig artikel 21.

 

HOOFDSTUK 2. INTERNE ORGANISATIE EN WERKING

 

ARTIKEL 7. BEHEERSCOMITÉ / STUURGROEP

 

7.1. ALGEMEEN

Het beheer van de interlokale vereniging wordt, in toepassing van artikel 395 van het Decreet over het Lokaal Bestuur toevertrouwd aan een beheerscomité, hierna verder benoemd als ‘de stuurgroep’.

 

7.2. SAMENSTELLING

De stuurgroep is samengesteld uit :

        Een lid van het college van burgemeester en schepenen van elke deelnemende gemeente, bij voorkeur bevoegd voor wonen, huisvesting, ruimtelijke ordening of welzijn.

        Een lid van het vast bureau van elke deelnemend OCMW bij voorkeur bevoegd voor welzijn of sociale zaken. Het lid van het vast bureau mag niet hetzelfde zijn als het lid van het College.

        1 vertegenwoordiger van de provincie West-Vlaanderen;

 

De vertegenwoordigers van de gemeenten en de OCMW’s zijn stemgerechtigd.

Het lidmaatschap en het stemrecht van de vertegenwoordiger van de provincie zijn gekoppeld aan het toekennen van provinciale subsidiëring, en is beperkt tot de looptijd van de gesubsidieerde projecten.

 

De projectcoördinator neemt deel aan de stuurgroep in de rol van secretaris.

De secretaris zorgt voor de uitvoering van de beslissingen van de stuurgroep.

De projectcoördinator is verantwoordelijk voor de coördinatie van de dagelijkse activiteiten van de interlokale vereniging.

 

Met uitzondering van wijzigingen aan de samenwerkingsovereenkomst overeenkomstig artikel 21 geven de deelnemers volmacht aan de door hen aangeduide leden in de stuurgroep om in hun naam de vereiste handelingen te stellen in het kader van de werking van de interlokale vereniging mits deze handelingen rechtsreeks verband houden met het doel van de interlokale vereniging.

 

7.3. BEVOEGDHEDEN

De stuurgroep heeft een algemeen coördinerende opdracht, legt de prioriteiten inzake het beleid en de werking vast en formuleert adviezen ten behoeve van de deelnemende gemeenten.

 

Daarnaast behoren tot de taken van de stuurgroep:

        het overleggen over de wijze waarop deze overeenkomst wordt uitgevoerd;

        het vaststellen van een huishoudelijk reglement;

        het voorbereiden en vaststellen van het programma en de begroting voor de volgende werkjaren;

        het formuleren van adviezen ten behoeve van de beherende gemeente;

        het vaststellen van de rekeningen van de interlokale vereniging;

        het opmaken van het jaarverslag;

        het voorleggen van de rekeningen en het jaarverslag ter goedkeuring aan de raden van de deelnemende gemeenten;

        het formuleren van adviezen met betrekking tot de wijziging van de samenwerkingsovereenkomst;

        het organiseren van het toezicht op het bereiken van de doelstellingen van de vereniging.

 

De stuurgroep kan deskundigen uitnodigen tot het bijwonen van de vergaderingen. Deze personen zijn niet-stemgerechtigd.

Het agentschap Wonen In Vlaanderen wordt telkens voor de vergaderingen van de stuurgroep uitgenodigd.

 

7.4. WERKING

De stuurgroep vergadert minimaal twee keer per volledig werkingsjaar en een keer per onvolledig werkingsjaar, waarin minstens de vaststelling van de rekening (en het jaarverslag) van het afgelopen werkjaar, en de vaststelling van (het programma) en de begroting voor het volgende werkjaar aan bod komen.

 

De stuurgroep kan slechts geldig vergaderen indien de meerderheid van de stemgerechtigde vertegenwoordigers vertegenwoordigd is.

Wordt dit quorum niet bereikt, dan wordt een nieuwe vergadering belegd binnen de maand en kan de stuurgroep over de punten die voor een tweede maal op de agenda voorkomen, beraadslagen en beslissen ongeacht het aantal aanwezige vertegenwoordigers. Deze bepaling geldt niet voor wijzigingen in de samenwerkingsovereenkomst.

 

De stuurgroep neemt beslissingen op basis van een gewone meerderheid. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.

 

De vertegenwoordigers van de gemeenten, de OCMW’s en de provincie hebben elk één stem.

 

De voorzitter en de ondervoorzitter worden aangeduid onder de afgevaardigden van de deelnemende gemeenten. Hun benoeming geldt voor de volledige subsidiëringsperiode, tenzij bij verlies van hun mandaat. Na afloop van deze periode worden opnieuw een voorzitter en een ondervoorzitter verkozen. Dit kunnen opnieuw dezelfde personen zijn.

 

De stuurgroep vergadert op uitnodiging van het secretariaat van de interlokale vereniging.

Een uitnodiging voor de vergadering wordt minstens 2 weken vooraf per mail bezorgd. De agenda en de nodige inhoudelijke toelichting zijn opgenomen in de bijeenroepingsmail. In geval van hoogdringendheid kan van deze regel worden afgeweken.

 

De leden van de stuurgroep kunnen tot 3 werkdagen voor de vergadering bijkomende agendapunten met toelichtingsnota binnenbrengen op het secretariaat.

Een agendapunt kan bij de aanvang van de vergadering bij hoogdringendheid worden toegevoegd aan de agenda mits instemming van 2/3 van de aanwezige leden. Dit bijgevoegde agendapunt wordt dan ook eerst behandeld.

 

De beraadslagingen van de stuurgroep worden vastgelegd in een verslag.

De goedkeuring van dit verslag zal steeds als eerste punt op de agenda van de volgende vergadering geagendeerd worden. Na goedkeuring wordt het verslag ondertekend door de voorzitter van de stuurgroep.

De verslagen worden bijgehouden en liggen ter inzage op de zetel van de interlokale vereniging.

 

Een afschrift van het verslag van elke vergadering wordt binnen de 3 weken voor kennisgeving bezorgd aan de colleges van burgemeester en schepenen van de deelnemende gemeenten en OCMW ’s en aan het agentschap Wonen In Vlaanderen.

 

7.4. VOLMACHT AAN EEN ANDERE DEELNEMER

Een lid van de stuurgroep kan per welbepaalde vergadering aan één van de andere leden een schriftelijke volmacht geven om hem of haar te vertegenwoordigen. Niemand mag drager zijn van meer dan één volmacht.

 

7.5. PRESENTIEGELDEN

Er worden geen presentiegelden uitgekeerd aan de leden van de stuurgroep, onder voorbehoud van hetgeen bepaald is in artikel 395 § 4 van het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking en latere wijzigingen.

 

ARTIKEL 8 – DAGELIJKS BESTUUR

 

8.1. SAMENSTELLING

Het dagelijks bestuur wordt samengesteld uit volgende afgevaardigden:

        De voorzitter van de stuurgroep

        Eén afgevaardigde van elke gemeente. Bij voorkeur zoals opgegeven in het subsidiedossier en minstens iemand uit de woonpraktijk.

        De projectcoördinator

 

Het dagelijks bestuur kan zo nodig andere afgevaardigden van de stuurgroep of deskundigen uitnodigen op de vergaderingen, voor zover de agenda dit vereist. Deze personen hebben geen stemrecht in het dagelijks bestuur.

 

8.2. BEVOEGDHEDEN

Het dagelijks bestuur is bevoegd om te beraadslagen over de algemene werking:

        Opvolgen beslissingen van de stuurgroep

        Voorbereiden agenda van de stuurgroep

        Voorbereiden aanvragen tot projectsubsidiëring bij diverse instanties (inzonderheid bij de Vlaamse en provinciale overheid)

        Opstellen van het jaarverslag

        Financiën

        Praktische kwesties

        Voorbereiding budgetcontrole, begroting, rekeningen

        Opvolging uitvoering van de bepalingen in de subsidiedossiers (praktische werking in de verschillende gemeenten, resultaatsverbintenissen, evt. knelpunten, overleg met de Vlaamse Overheid,…)

        Allerlei aangelegenheden van dagelijks bestuur (zgn. lopende zaken)

        Diverse beslissingen van dringende aard (ten uitzonderlijke titel)

 

De projectcoördinator staat in voor verslaggeving en uitnodiging met agenda.

 

HOOFDSTUK 3. PERSONEELSBEHEER

 

ARTIKEL 9 – GEZAG EN RECHTSPOSITIEREGELING

De beherende gemeente staat in voor het personeelsbeheer. Dit houdt in eerste instantie in dat de beherende gemeente de juridische werkgever is van de medewerkers van de interlokale vereniging.

 

De personeelsleden die door de deelnemende gemeenten worden ingezet met het oog op het bereiken van de doelstellingen van de interlokale vereniging blijven onderworpen aan de rechtspositieregeling en het gezagsrecht van de gemeente van oorsprong. De personeel- en werkingskosten van het bestaand personeel die door de deelnemende gemeenten ingezet worden, worden volledig door de respectievelijke deelnemende gemeenten gedragen.

 

ARTIKEL 10 - WERKPLAATSEN

De beherende gemeente voorziet een werkplaats voor het centraal team van Woonwijs (projectcoördinator, technisch adviseur(s), technisch medewerker(s), algemeen adviseur(s)).

 

Elke deelnemende gemeente voorziet een werkplaats voor de hen toegewezen intergemeentelijke woonambtenaren en levert de benodigde infrastructuur en logistieke ondersteuning ter plaatse, op eigen kosten.

 

HOOFDSTUK 4. FINANCIËLE ASPECTEN

 

ARTIKEL 11 – FINANCIËLE INBRENG

Enkel de deelnemende gemeenten dienen bij te dragen in de personeelskosten, werkingskosten en de investeringskosten van de interlokale vereniging.

 

De financiële inbreng van de deelnemende gemeenten wordt als volgt vastgesteld: de totale projectkost wordt verminderd met de Vlaamse en provinciale subsidies. Het restbedrag wordt financieel gedragen door de deelnemende gemeenten, volgens een verdeelsleutel berekend op basis van het aantal huishoudens per gemeente op 1 januari van het jaar voorafgaand aan een nieuwe subsidiëringsperiode, of de meest recente gegevens beschikbaar bij de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (op heden gekend als Statbel) voorafgaand aan de nieuwe subsidiëringsperiode.

 

ARTIKEL 12 – PROGRAMMA EN BUDGET

De stuurgroep stelt bij elke nieuwe subsidiëringsperiode een programma, met bijhorend budget, voor de betrokken jaren op, dat ter goedkeuring aan de lokale besturen, wordt bezorgd.

 

De deelnemende gemeenten verbinden er zich toe in hun budget jaarlijks de nodige kredieten te voorzien om hun bijdrage te kunnen voldoen, en om de nodige middelen tijdig (op afroep) ter beschikking te stellen van de interlokale vereniging.

 

De beherende gemeente staat in voor het financieel beheer. De middelen worden evenwel opgevraagd en verwerkt door de projectcoördinator die belast wordt met het administratief en financieel secretariaat van de interlokale vereniging.

 

ARTIKEL 13 – VERGOEDING AAN DE BEHERENDE GEMEENTE

De beherende gemeente heeft recht op een vergoeding voor het financieel en personeelsbeheer van de interlokale vereniging.

 

Deze jaarlijkse vergoeding wordt berekend volgens formule:

€2.500 × (4,5/3,5) × (actuele ConsumptiePrijsIndex / 96,81)

 

Basis 2011: €2.500 voor 3,5 VTE en ConsumptiePrijsIndex van 96,81 (CPI B2013, okt. 2011)

Actualisatie: huidige personeelsbezetting (4,5 VTE) en de recente CPI (CPI B2013, jaar 20XX)

 

ARTIKEL 14 – KENNISGEVING EN GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN

De rekening van de interlokale vereniging wordt jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten en ter kennisname aan de andere deelnemers. Dit moet gebeuren uiterlijk binnen de zes maanden na de afsluiting van het werkjaar.

 

Iedere deelnemende gemeente zal na elk werkjaar haar deel (volgens voormelde verdeelsleutel) in de positieve of negatieve resultaten van de werking voor haar rekening nemen.

 

HOOFDSTUK 5. INFORMATIEVERSTREKKING EN EVALUATIE

 

ARTIKEL 15 – MEDEDELING VAN BESLISSINGEN EN VERSLAGEN

Alle beslissingen, alsook de verslagen van de vergaderingen van de stuurgroep, worden in kopie overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen van de deelnemende gemeenten en het vast bureau van de deelnemende OCMW’s

 

ARTIKEL 16 - JAARVERSLAG

Samen met de rekening wordt aan de deelnemers ook een jaarverslag ter beschikking gesteld.

 

Dit jaarverslag wordt samen met de rekening aan de gemeenteraden ter goedkeuring voorgelegd. Ter gelegenheid van de behandeling van het jaarverslag geven de vertegenwoordigers van de gemeente in de interlokale vereniging toelichting aan de raad.

 

Het jaarverslag wordt gelijktijdig met de jaarrekening voor bespreking ter beschikking gesteld van de andere deelnemers.

 

ARTIKEL 17 - EVALUATIE

De jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraden gebeurt ter gelegenheid van de bespreking van het jaarverslag.

 

HOOFDSTUK 6. ONTBINDING EN VEREFFENING

 

ARTIKEL 18 – VEREFFENAAR

Bij vereffening of ontbinding van de interlokale vereniging worden door de deelnemers in gezamenlijk akkoord één of meerdere vereffenaars aangesteld.

 

ARTIKEL 19 – VERDELING

Iedere deelnemende gemeente zal bij vereffening haar deel (volgens voormelde verdeelsleutel) in de kosten en de opbrengsten van de werking voor haar rekening nemen. De eindrekening zal aangeven wat het eventuele resultaat is.

 

HOODSTUK 7. SLOTBEPALINGEN

 

ARTIKEL 20 – TOEPASSELIJKE DECRETALE BEPALINGEN

Voor alles wat niet door deze overeenkomst of het huishoudelijk reglement is geregeld, zal het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22.12.2017, Deel 3 Titel 3 houdende de intergemeentelijke samenwerking (en latere wijzigingen) van toepassing zijn.

In de gevallen dat het voormeld decreet geen uitsluitsel geeft, neemt de stuurgroep een beslissing.

 

ARTIKEL 21 – WIJZIGINGEN AAN DE OVEREENKOMST

Wijzigingen aan de samenwerkingsovereenkomst kunnen slechts doorgevoerd worden indien de gemeenteraden en OCMW-raden van alle deelnemende overheden de wijziging goedgekeurd hebben.

 

 

Opgemaakt in evenveel originele exemplaren als er betrokken partijen zijn.

Getekend te Harelbeke, op xx.xx.2025

 

 

Namens de gemeente Deerlijk

 

Louis Haerinck,

Voorzitter gemeenteraad

 

 

 

 

Karel Bauters,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens de stad Harelbeke

 

Stijn Soetaert,

Voorzitter gemeenteraad

 

 

 

 

Hans Piepers,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens de gemeente Kuurne

 

Chris Delneste,

Voorzitter gemeenteraad

 

 

 

 

Els Persyn,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens de gemeente Lendelede

 

Bruno Vanoverbeke,

Voorzitter gemeenteraad

 

 

 

 

Christophe Vandecasteele,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens de gemeente Zwevegem

 

 

Barbara Demeulenaere,

Voorzitter gemeenteraad

 

 

 

 

Jan Vanlangenhove,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens het OCMW Deerlijk

 

Louis Haerinck,

Voorzitter OCMW-raad

 

 

 

 

Karel Bauters,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens het OCMW Harelbeke

 

Stijn Soetaert,

Voorzitter OCMW-raad

 

 

 

 

Hans Piepers,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens het OCMW Kuurne

 

Chris Delneste,

Voorzitter OCMW-raad

 

 

 

 

Els Persyn,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens het OCMW Lendelede

 

Bruno Vanoverbeke,

Voorzitter OCMW-raad

 

 

 

 

Christophe Vandecasteele,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens het OCMW Zwevegem

 

Barbara Demeulenaere,

Voorzitter OCMW-raad

 

 

 

 

Jan Vanlangenhove,

Algemeen directeur

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2025
Overzicht punten

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

7. Mobiliteitsraad - inrichting - aanpassing statuten - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de statuten te wijzigen als volgt:

 

STATUTEN MOBILITEITSRAAD

 

HOOFDSTUK 1: ORGAAN

 

Artikel 1

De mobiliteitsraad is een adviesraad van het college van burgemeester en schepenen en gemeenteraad.

 

HOOFDSTUK 2: SAMENSTELLING

 

Artikel 2

De mobiliteitsraad wordt samengesteld uit enkele belangrijke stakeholders zoals burgers, handelaars, jeugd, senioren,… en enkele deskundigen. Minstens één derde van de leden is van hetzelfde geslacht, conform artikel 304 van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Het aantal stakeholders wordt beperkt tot max. 6.

 

Volgende deskundigen worden opgenomen in de mobiliteitsraad:

        verkeerscoördinator van de politiezone Gavers;

        de korpschef van de politiezone Gavers of zijn plaatsvervanger;

        mobiliteitsdeskundige Leiedal;

        expert mobiliteit;

        clusterhoofd ruimte.

 

Artikel 3

De schepen bevoegd voor mobiliteit maakt ook deel uit van de mobiliteitsraad maar is niet-stemgerechtigd.

 

Artikel 4

Van elke in de gemeenteraad zetelende politieke partij kan 1 vertegenwoordiger (1 effectief of 1 plaatsvervanger) deelnemen aan de vergaderingen als niet-stemgerechtigd lid.

Het effectief lid is een gemeenteraadslid, de plaatsvervanger kan een niet-raadslid zijn van dezelfde partij van de lokale afdeling van Deerlijk met een domicilie in Deerlijk.

 

HOOFDSTUK 3: DOELSTELLING

 

Artikel 5

De mobiliteitsraad denkt mee over een mobiliteitsvisie voor de gemeente en rond oplossingen die de verkeersveiligheid kunnen verbeteren.

 

HOOFDSTUK 4: WERKING

 

Artikel 6

De vergadering wordt voorgezeten door de schepen bevoegd voor mobiliteit of door de expert mobiliteit bij afwezigheid van de schepen. De expert mobiliteit neemt de rol van secretaris op.

 

Artikel 7

De leden kunnen zelf agendapunten aanbrengen, mits schriftelijke mededeling ervan aan de voorzitter, uiterlijk 10 dagen voor de dag van de vergadering waarvan de data vooraf worden vastgelegd. Tevens worden er punten besproken op voorstel van het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad.

 

Artikel 8

Geïnteresseerde burgers en verenigingen kunnen agendapunten doorgeven, mits schriftelijke aanvraag en motivatie. Zij kunnen dit punt op de vergadering komen voorleggen. De voorzitter en secretaris bepalen in onderling overleg wie wanneer wordt uitgenodigd.

 

Artikel 9

De mobiliteitsraad komt 2 à 3 keer per jaar samen. De vergaderdata worden jaarlijks bij het begin van het jaar vastgelegd.

 

Artikel 10

De agenda voor de mobiliteitsraad wordt bepaald binnen de beperkte mobiliteitscommissie die samengesteld is uit de verkeersdienst van de politie, de gemeentelijke ambtenaren verantwoordelijk voor mobiliteit en de schepen bevoegd voor mobiliteit. De agenda, samen met de verslagen van de beperkte mobiliteitscommissie, wordt schriftelijk en minstens 7 dagen voor de dag van de vergadering overgemaakt.

 

Artikel 11

Van elke vergadering wordt een verslag opgemaakt door de secretaris. Na bespreking van het verslag in het college van burgemeester en schepenen krijgen de leden van de mobiliteitsraad het verslag samen met de beslissingen van het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 12

Ten allen tijde kunnen werkgroepen ad hoc opgericht worden die afzonderlijk vergaderen. Deze werkgroepen bestaan minstens uit 1 lid van de mobiliteitsraad en kunnen verder aangevuld worden met externen. Elke werkgroep ad hoc duidt een voorzitter aan. Deze werkgroepen rapporteren hun werkzaamheden aan de mobiliteitsraad.

 

HOOFDSTUK 5: ADVISERING

 

Artikel 13

De door de mobiliteitsraad verstrekte adviezen zijn niet-bindend voor het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met het oproepen van geïnteresseerde burgers in deze adviesraad.

Publicatiedatum: 12/09/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

8. Belastingreglement - Ontbrekende parkeerplaatsen - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

 

BELASTINGREGLEMENT ONTBREKENDE PARKEERPLAATSEN

 

Art. 1.

 

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een periode eindigend op 31 december 2031 wordt ten behoeve van de gemeente, onder de navolgende voorwaarden, een gemeentelijke indirecte belasting geheven op:

a) het ontbreken van parkeerplaatsen bij het optrekken van nieuwe gebouwen, het uitvoeren van verbouwingswerken of het wijzigen van de bestemming van een gebouw of een gedeelte ervan;

b) het wijzigen van de bestemming van één of meer van deze parkeerplaatsen.

 

Art. 2.

 

§1. De belasting is verschuldigd door:

1°de houder van een omgevingsvergunning, aan wie in deze vergunning minder parkeerplaatsen werden vergund dan voorgeschreven volgens onderstaande normen;

2°de houder van een omgevingsvergunning, die één of meer in de omgevingsvergunning begrepen parkeerplaatsen niet heeft aangelegd;

3°de titularis van een zakelijk recht inzake een parkeerplaats, die een bestemmingswijziging doorvoert aan één of meer parkeerplaatsen, dusdanig dat niet meer voldaan wordt aan de verleende omgevingsvergunning.

 

§2. De belasting is solidair verhaalbaar op de rechtsopvolgers ten algemene of bijzondere titel van de in § 1 vermelde belastingplichtigen.

 

Art. 3.

 

Onder parkeerplaatsen wordt verstaan:

        hetzij een gesloten garage;

        hetzij een standplaats in een gesloten ruimte of in open lucht, daartoe speciaal aangelegd of uitgerust, en dusdanig door het college van burgemeester en schepenen aanvaard.

Een garage moet ten minste 2,75 m breed en 5 m lang zijn. Een standplaats bestaat uit een rechthoekig vlak van tenminste 2,25 m breedte en 4,50 m lengte.

Ze moet rechtstreeks toegankelijk zijn langs een weg van minimum:

        7 m breedte als de standplaats een hoek van 90° vormt met die weg;

        5 m breedte als de standplaats een hoek van 60° vormt met die weg;

        4 m breedte als de standplaats een hoek van 45° vormt met die weg;

        3,50 m breedte als de standplaats een hoek van 30° vormt met die weg.

De parkeerplaatsen moeten worden opgericht hetzij op het bouwperceel zelf waarop het hoofdgebouw zal komen, hetzij op een perceel gelegen binnen een omtrek van 200 meter te rekenen van de omtrek van dit perceel.

 

Art. 4.

 

het aantal aan te leggen parkeerplaatsen wordt als volgt bepaald:

 

A. WOONGEBOUWEN

 

Nieuwbouw/heropbouw

- Bij de nieuwbouw en de herbouw van ééngezinswoningen dient één parkeerplaats per woongelegenheid voorzien te worden.

- Bij appartementsblokken wordt volgend onderscheid gemaakt:

        Voor appartementen gelegen in volgende zone (zie ook plan in bijlage):

        Harelbekestraat (pare kant t.e.m. nr. 56, onpare kant t.e.m. nr. 89)

        Hoogstraat

        Rodenbachstraat

        Beverenstraat (pare kant t.e.m. nr. 26, onpare kant t.e.m. loodrecht tegenover nr. 26)

        Stationsstraat (pare kant t.e.m. nr. 44, onpare kant t.e.m. nr. 49)

        Comm. Edm. Ameyestraat

        Ververijstraat

        Sint-Amandusstraat (pare kant tot nr. 14, onpare kant t.e.m. nr. 7)

        Kerkplein

        René De Clercqstraat (pare kant t.e.m. nr. 16, onpare kant t.e.m. nr. 27)

        Dammeke

        Pontstraat (onpare kant t.e.m. nr.17)

        Kapel ter Rustestraat (pare kant t.e.m. nr. 4)

        Schoolstraat

        Sint-Rochusstraat

        Vichtesteenweg (pare kant t.e.m. nr. 42, onpare kant t.e.m. nr. 35, hoek met Sint-Rochusweg)

        Nieuwstraat

moet het aantal parkeerplaatsen minimum 150 % van het aantal woongelegenheden bedragen.

        Voor appartementen gelegen buiten de hier bovengenoemde zone, moet het aantal parkeerplaatsen minimum 100 % van het aantal woongelegenheden bedragen.

 

- Bij assistentie-woningen moet één parkeerplaats per woongelegenheid voorzien worden.

 

Verbouwingswerken

Indien door de verbouwingswerken bijkomende woongelegenheden ontstaan, gelden dezelfde regels als voor nieuwbouw voor elke nieuw geschapen woongelegenheid.

 

B. HANDELSGEBOUWEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² netto handelsoppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats telkens wanneer de netto handelsoppervlakte vergroot met een schijf van 50 m².

 

De netto handelsoppervlakte is de oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van niet overdekte oppervlakten. Deze oppervlakte omvat met name de kassa-zones, de zones die zich achter de kassa’s bevinden alsook de inkomruimten, indien deze ook worden aangewend om waren uit te stallen of te verkopen.

 

C. WARENHUIZEN (handelsgebouwen met een netto handelsoppervlakte van 400 m² en meer)

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 20 m² netto handelsoppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats telkens wanneer de netto handelsoppervlakte vergroot met een schijf van 20 m².

 

De netto handelsoppervlakte is de oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van niet overdekte oppervlakten. Deze oppervlakte omvat met name de kassa-zones, de zones die zich achter de kassa’s bevinden alsook de inkomruimten, indien deze ook worden aangewend om waren uit te stallen of te verkopen.

 

D. INDUSTRIELE EN AMBACHTELIJKE GEBOUWEN, STELPLAATS VOOR AUTOBUSSEN EN TAXI’S.

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van tien tewerkgestelde personen of per schijf van 100 m² bedrijfsoppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van tien bijkomende tewerkgestelde personen of per schijf van 100 m² bijkomende bedrijfsoppervlakte.

 

Onder bedrijfsoppervlakte wordt verstaan de som van de grondoppervlakte ingenomen voor bedrijfsdoeleinden in open lucht en de vloeroppervlakte gebruikt voor de bedrijfsdoeleinden in gesloten gebouwen. Deze laatste vloeroppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren, verminderd met de oppervlakte van de verticale verbindingswegen.

Bergplaatsen en opslagplaatsen maken deel uit van de bedrijfsoppervlakte.

De parkeerplaatsen, bestemd om te voldoen aan onderhavige verordeningen, niet.

 

E. KANTOORGEBOUWEN, DIENSTEN, VRIJE BEROEPEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte.

 

De vloeroppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren,

verminderd met de oppervlakte der verticale en horizontale verbindingswegen.

 

F. AUTOHERSTELPLAATSEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte.

 

De vloeroppervlakte wordt gemeten zoals voor de kantoorgebouwen.

 

G. HOTELS

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van drie hotelkamers.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van drie bijkomende hotelkamers.

 

H. RUIMTES VOOR CULTURELE ACTIVITEITEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van tien zitplaatsen.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van tien bijkomende zitplaatsen.

 

I. RECREATIERUIMTES (fitness, bowling, privaat sportruimte, muziekklas,…)

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte.

 

De vloeroppervlakte wordt gemeten zoals voor de kantoorgebouwen.

 

J. VERZORGINGS- EN BEJAARDENTEHUIZEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van vier bedden.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van vier bijkomende bedden.

 

K. ONDERWIJSINRICHTINGEN

 

Nieuwbouw

Het aantal parkeerplaatsen wordt berekend door het aantal gewone klaslokalen te vermenigvuldigen met een der coëfficiënten welke voorkomen op onderstaande tabel.

Type onderwijsinrichting

coëfficiënt

Kleuter - en lager onderwijs

1

 

Verbouwingswerken

Dezelfde normen als voor nieuwbouw gelden voor de bijkomende gewone klassen.

Door gewone klaslokalen verstaat men een klaslokaal waarin het algemeen onderricht wordt gegeven.

Tot de gewone klassen behoren dus niet de lokalen waarin uitsluitend een bijzondere vorm van onderricht wordt gegeven.

 

L. GEMENGDE BESTEMMINGEN

 

Bij gebouwen met een gemengde bestemming worden voormelde regels afzonderlijk toegepast op de onderscheiden bestemmingszones.

 

M. FUNCTIEWIJZIGINGEN

 

Indien een gebouw door verbouwing verandert van functie, is het aantal bijkomende parkeerplaatsen het verschil tussen het aantal parkeerplaatsen van de nieuwe bestemming en van de vroegere bestemming, dit volgens voormelde indeling.

 

Art. 5.

 

Uitzonderingen:

        Dit reglement is niet van toepassing op eengezinswoningen met een gevellengte kleiner of gelijk aan 7 m, gelegen in een aaneengesloten bebouwing, waarbij het betreffende perceel van 7 m breed zich tussen 2 bebouwde percelen bevindt.

        Dit reglement is niet van toepassing indien vóór de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning reeds voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn overeenkomstig bovenstaande bepalingen, voor zowel de bestaande als de nieuwe toestand.

 

Art. 6.

 

De belasting wordt vastgesteld op 5.000 euro per ontbrekende of niet-voorbehouden parkeerplaats.

 

Art. 7.

 

Voor de afgifte van de omgevingsvergunning door het college van burgemeester en schepenen, moet de belastingplichtige het vermoedelijke bedrag van de belasting bij de financieel directeur in bewaring geven. Het bewijs hiervoor dient door betrokkene voorgelegd te worden vooraleer de vergunning wordt afgeleverd.

 

Het vermoedelijke bedrag wordt vastgesteld op basis van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen, berekend aan de hand van de plannen die bij de aanvraag om omgevingsvergunning werden gevoegd.

 

Art. 8.

 

§1. De belasting is verschuldigd één jaar nadat het hoofdgebouw onder dak staat, de ruwbouw van de verbouwingswerken beëindigd werden, of nadat het gebouw eventueel gedeeltelijk, wordt bewoond of gebruikt.

 

§2. De vaststelling dat het gebouw onder dak staat, dat de ruwbouw van de verbouwingswerken beëindigd is, geschiedt door de daartoe aangestelde beambte van het gemeentebestuur door middel van een proces-verbaal, waarin tevens het werkelijk aantal ontbrekende parkeerplaatsen op het ogenblik van de vaststelling wordt vermeld.

 

Dit proces-verbaal wordt aan de belastingplichtige toegestuurd, die vanaf de datum van ontvangst over één jaar beschikt om eventueel het aantal parkeerplaatsen aan te vullen.

 

Na het verstrijken van de termijn van één jaar wordt een tweede vaststelling gedaan door de aangestelde beambte en wordt in een proces-verbaal het definitief aantal ontbrekende parkeerplaatsen en de verschuldigde belasting vastgesteld.

Zowel bij de eerste als bij de tweede vaststelling wordt de belastingplichtige acht kalenderdagen vooraf per aangetekend schrijven uitgenodigd om bij de vaststelling aanwezig te zijn.

 

Art. 9.

 

De belasting is verschuldigd op de dag van de betekening van het proces-verbaal tot definitieve vaststelling van het ontbreken van de aanleg of de wijziging van de bestemming van de parkeerplaats.

 

Art. 10.

 

De belasting moet worden betaald binnen de 2 maanden na de verzending van het betalingsbericht aan de belastingschuldige.

 

Art. 11.

 

De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 januari 2026.

Publicatiedatum: 12/09/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

9. Premiereglement - zwerfvuilactie - verlenging - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

 

PREMIEREGLEMENT ZWERFVUILACTIE

 

Art. 1. - Toepassingsgebied

 

Men kan een premie verkrijgen voor het organiseren van een zwerfvuilactie door een Deerlijkse vereniging of organisatie, al dan niet aangesloten bij een gemeentelijke raad.

 

Art. 2. - Doelstelling

 

Deze premie heeft tot doel om Deerlijkse verenigingen te stimuleren om zwerfvuil op te ruimen en zo een nettere gemeente te bekomen.

 

Art. 3. - Premiegerechtigde

 

De premie kan aangevraagd worden door een Deerlijkse vereniging of organisatie, al dan niet aangesloten bij een gemeentelijke raad.

 

Art. 4. - Bedrag

 

De premie bedraagt: 100 euro per deelgebied.

 

Art. 5. - Voorwaarden

 

        De zwerfvuilactie dient minstens over 1 volledig deelgebied te gebeuren, zoals aangeduid op de kaart die deel uitmaakt van dit reglement.

        Er dient minimum één maand te verstrijken tussen twee opeenvolgende zwerfvuilacties op hetzelfde deelgebied. Mits motivatie kan het college van burgemeester en schepenen hiervan afwijken.

        Het deelgebied waarin de zwerfvuilactie doorgaat kiest de vereniging/organisatie zelf. Mits motivatie kan het college van burgemeester en schepenen een deelgebied aan de vereniging of organisatie toewijzen om in aanmerking te komen voor de toelage.

        Het zwerfvuil wordt ingezameld in zakken die ter beschikking gesteld worden door Imog.

        Het zwerfvuil moet zoveel mogelijk in fracties geselecteerd worden, minimaal moet PMD apart ingezameld worden.

        Het ingezamelde zwerfvuil wordt verzameld op één of meerdere verzamelpunt(en) in overleg met de gemeente.

 

Art. 6. - Aanvraag- en toekenningsprocedure

 

De Deerlijkse vereniging of organisatie, al dan niet aangesloten bij een gemeentelijke raad, dient minstens 15 dagen voor de zwerfvuilactie zijn aanvraag schriftelijk te richten aan het college van burgemeester en schepenen door middel van het aanvraagformulier.

 

Na de zwerfvuilactie worden de aangevraagde deelgebieden door de gemeente aan een controle ter plaatse onderworpen. Na positieve controle ter plaatse wordt de premie uitbetaald. De premie wordt slechts toegekend binnen de perken van het op het gemeentebudget ingeschreven krediet.

 

Het college van burgemeester en schepenen behoudt zich het recht voor te allen tijde na te gaan of aan de voorwaarden van dit premiereglement voldaan is. De aanvrager zal niets doen dat er kan toe strekken deze controle moeilijk of onmogelijk te maken.

 

Art. 7. - Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Art. 8.

 

Het gemeenteraadsbesluit van 28 november 2019 houdende de vaststelling van het premiereglement zwerfvuilactie wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 januari 2026.

 

Artikel 6

 

Het gemeenteraadsbesluit van 28 november 2019 houdende de vaststelling van het premiereglement zwerfvuilactie wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

Publicatiedatum: 12/09/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

10. Belastingreglement op niet maximaal afkoppelen van hemelwater en huishoudelijk afvalwater - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit volgend reglement goed te keuren met ingang van 1 januari 2026 voor de periode eindigend op 31 december 2031:

 

Belastingreglement op het niet maximaal afkoppelen van hemelwater en huishoudelijk afvalwater

 

Art. 1.

 

Voor de toepassing van dit belastingreglement gelden volgende definities

        Entiteit: elke woongelegenheid, gebouw, parking,… waar een regenwaterafkoppeling moet gebeuren.

        Maximale afkoppeling: bij open en halfopen bebouwing moet alle hemelwater gescheiden van afvalwater afgevoerd worden. Bij gesloten bebouwing moet het hemelwater gescheiden van het afvalwater afgevoerd worden, behalve indien hiervoor leidingen door of onder de woning moeten aangelegd worden.

        Afkoppelingsdeskundige: een door de gemeente aangestelde deskundige die technisch advies geeft aan de aangelande eigenaar, desgevallend huurder, voor het maximaal afkoppelen van hemelwater en helpt bij de subsidieaanvraag. Hij/zij kan tevens controle doen van de afkoppelingswerken.

 

Art. 2.

 

Er wordt een gemeentebelasting gevestigd op het niet maximaal of, indien de afkoppelingsdeskundige dit niet mogelijk achtte, het niet optimaal afkoppelen van hemelwater, zoals opgelegd in Vlarem II, naar aanleiding van de aanleg van een gescheiden openbaar rioleringsstelsel in de door de gemeente vastgestelde rioleringsprojecten.

 

Art. 3.

 

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die eigenaar is van de entiteit. Zo de entiteit het voorwerp uitmaakt van vruchtgebruik, recht van opstal of erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of de erfpachter.

 

Ingeval er meerdere eigenaars, vruchtgebruikers, opstalhouders of erfpachters zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

 

In geval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar, vruchtgebruiker, opstalhouder of erfpachter beoordeeld op datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. Er zal geen rekening gehouden worden met een tussen partijen gesloten overeenkomst.

 

Art. 4.

 

Het belastbaar feit ontstaat als de afkoppeling van het hemelwater op privaat domein niet maximaal of, indien de afkoppelingsdeskundige dit niet mogelijk achtte, niet optimaal werd gerealiseerd vóór de voorlopige oplevering van de wegenis- en rioleringswerken op openbaar domein.

 

De belasting wordt als volgt berekend:

        Voor de eerste 12 maand na de voorlopige oplevering van de wegenis- en rioleringswerken op openbaar domein: een forfaitair bedrag van 100 euro per begonnen maand dat de afkoppeling op privaat domein niet maximaal of niet optimaal werd gerealiseerd.

        vanaf de 13e maand na de voorlopige oplevering van de wegenis- en rioleringswerken op openbaar domein: een forfaitair bedrag van 200 euro per begonnen maand dat de afkoppeling op privaat domein niet maximaal of niet optimaal werd gerealiseerd.

 

Art. 5.

 

Een door de gemeente gemachtigd ambtenaar kan de niet maximale of niet optimale afkoppeling ten allen tijde vaststellen en hiervan een P.V. opmaken. Dit P.V. vormt de basis tot het inkohieren van de belasting. Het college van burgemeester en schepenen stelt dit kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

Het maximaal afkoppelen van hemelwater en huishoudelijk afvalwater dient te worden aangetoond met een "conformiteitsattest m.b.t. de aansluiting van de private waterafvoer op de openbare riolering of IBA". Dit attest moet verstrekt worden door een erkend keurder.

 

Art. 6.

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Art. 7.

 

De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en

schepenen volgens de modaliteiten van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 januari 2026.

Publicatiedatum: 12/09/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

11. Premiereglement - Afkoppeling en scheiding hemelwater en afvalwater op privaat domein - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

 

PREMIEREGLEMENT VOOR AFKOPPELING EN SCHEIDING VAN HEMELWATER EN

AFVALWATER OP PRIVAAT DOMEIN

 

Art. 1. - Begrippen

 

Voor de toepassing van dit premiereglement gelden volgende definities:

        gescheiden openbaar rioleringsstelsel: een dubbel stelsel van leidingen waarvan het ene stelsel bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater en het  andere voor het opvangen en transporteren van hemelwater en dat gelegen is op het openbaar domein

        DWA-leiding (Droog Weer Afvoerleiding): het onderdeel van het gescheiden openbaar rioleringsstelsel dat bestemd is voor het ontvangen en transporteren van huishoudelijk afvalwater

        RWA-leiding (Regen Weer Afvoerleiding): het onderdeel van het gescheiden openbaar rioleringsstelsel dat bestemd is voor het ontvangen en transporteren van het hemelwater

        bestaande woning: woning die werd opgericht ingevolge een niet-vervallen bouwvergunning, afgeleverd vóór 7 september 1999, d.w.z. 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad van de Algemene Bouwverordening inzake hemelwaterputten

        afkoppelingsadviseur: een door de gemeente of rioolbeheerder aangestelde adviseur die technisch advies geeft aan de particulier voor het optimaal afkoppelen van hemelwater en helpt bij de subsidieaanvraag. Hij/zij doet tevens controle van de afkoppelingswerken.

        eigenaar: hij die het gebouw in volle eigendom heeft of hij die bewijst er een ander zakelijk recht op te hebben

 

Art. 2. - Toepassingsgebied

 

De gemeente voorziet, binnen de perken van de kredieten voorzien op het budget, een premie voor het scheiden van het bestaande afvoersysteem op privaat domein, wanneer een nieuw gescheiden openbaar rioleringsstelsel wordt aangelegd.

 

Art. 3.

 

Enkel bestaande (meergezins)woningen gelegen op het grondgebied van de gemeente Deerlijk komen in aanmerking voor de gemeentelijke premie.

 

Art. 4.

 

De premie wordt enkel toegekend indien de aanleg van een gescheiden privaat afvoersysteem niet verplicht wordt gesteld door een goedgekeurde verordening of een afgeleverde verkavelings- of omgevingsvergunning.

 

Art. 5. - Premiegerechtigde

 

De premie kan aangevraagd worden door de eigenaar of de bewoner (mits schriftelijk akkoord van de eigenaar) van de woning.

 

Art. 6. - Bedrag

 

De premie is éénmalig per bestaande woning en bedraagt maximaal 1.000 euro.

  

Art. 7. - Wijze van bepaling van het premiebedrag

 

Het premiebedrag wordt als volgt samengesteld:

        Indien de particulier voor de uitvoering van de afkoppelingswerken een aannemer aanstelt, wordt het premiebedrag vastgesteld op 50 % van de bewezen aannemingskosten.

        Indien de particulier de werken zelf uitvoert, wordt het premiebedrag vastgesteld op 75 % van de bewezen materiaalkosten.

        Indien de afkoppelingswerken gedeeltelijk door de particulier zelf en gedeeltelijk door een aannemer worden uitgevoerd, wordt voor het vaststellen van het premiebedrag de som genomen van 50 % van de bewezen aannemingskosten en 75 % van de bewezen materiaalkosten.

 

De kosten die in aanmerking komen voor de premie zijn de kosten voor de rioleringswerken en de hiermee gepaard gaande opbraak- en verhardingswerken. Beplanting komt niet in aanmerking.

  

Art. 8. - Voorwaarden

 

Om in aanmerking te komen voor de premie moeten de afkoppelingswerken uitgevoerd worden:

        overeenkomstig de VLAREM-wetgeving;

        conform de plannen en afspraken met de afkoppelingsadviseur, aangesteld door het gemeentebestuur of de rioolbeheerder;

        uiterlijk voor de voorlopige oplevering van de rioleringswerken in de openbare weg.

 

Art. 9. - Aanvraag- en toekenningsprocedure

 

De aanvraag tot het bekomen van de premie moet ingediend worden bij het gemeentebestuur, op het door de gemeente ter beschikking gestelde formulier. De aanvraag dient te worden ingediend maximaal 6 maanden na de voorlopige oplevering van de rioleringswerken in de openbare weg, met vermelding van:

        naam en adres van de aanvrager;

        adres van de woning waarvoor de premie wordt aangevraagd;

        percentage afkoppeling hemelwater.

 

Aan het aanvraagformulier moeten volgende documenten toegevoegd worden:

        het schriftelijk akkoord van de eigenaar indien de aanvraag gebeurt door de bewoner

        ontwerpplan en kostenraming van de uit te voeren werken, opgesteld door de aangestelde afkoppelingsdeskundige

        een ondertekende toelating aan de afkoppelingsadviseur aangesteld door de gemeente of rioolbeheerder om controle ter plaatse uit te voeren

        een kopie van de facturen in verband met de door een aannemer uitgevoerde afkoppelingswerken en bijbehorende betalingsbewijzen of een kopie van de kasticketten of facturen van de aangekochte materialen en bijbehorende betalingsbewijzen indien de werken eigenhandig werden uitgevoerd

        een kopie van het attest van keuring van het private rioleringsstelsel van een erkend keurder, na uitvoering van de afkoppelingswerken

        een verklaring op eer dat de afkoppelingswerken uitgevoerd werden, conform de plannen en afspraken opgemaakt door de afkoppelingsadviseur aangesteld door de gemeente of de rioolbeheerder.

 

Art. 10.

 

De aanvraag wordt door de gemeente technisch en administratief onderzocht en op basis van dit onderzoek wordt beslist over de toekenning van de premie en het bedrag ervan.

 

Art. 11.

 

Premies die werden uitbetaald op basis van een bedrieglijke aanvraag zullen worden teruggevorderd. Deze terugvordering sluit de mogelijkheid van gerechtelijke vervolging niet uit.

 

Art. 12.

 

Het gescheiden afvoersysteem moet in stand gehouden worden, zo niet zal van de premie-ontvanger de premie worden teruggevorderd, ongeacht eventuele gerechtelijke vervolging vanwege het niet naleven van de VLAREM wetgeving.

 

Art. 13. - Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 januari 2026

Publicatiedatum: 12/09/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

12. Retributiereglement - standplaatsen frituren - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT STANDPLAATSEN FRITUREN

 

Art. 1 - Toepassingsgebied

 

Er wordt een retributie gevestigd op het innemen van een standplaats op het openbaar domein door frituren.

 

Art. 2 - Doelstelling

 

De heffing van deze retributie heeft tot doel het gelijk behandelen van de inname van het openbaar domein door frituren.

 

Art. 3 - Heffingsplichtige

 

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de standplaats is toegekend.

 

Art. 4 - Bedrag

 

De retributie is als volgt vastgesteld:

 

        3 euro per vierkante meter per maand.

 

Dit tarief wordt jaarlijks geïndexeerd (gezondheidsindex) volgens volgende formule:

 

Bedrag van voormelde retributie x indexcijfer van december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de betaling slaat

Indexcijfer van januari 2015

 

Art. 5 - aanpassing bedrag

 

Het bedrag vermeld in art. 4 wordt op 1 januari van elk jaar aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen.

 

Art. 6 - Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 januari 2026.

Publicatiedatum: 12/09/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

13. Retributiereglement - Individueel bezoldigd personenvervoer (IBPV) - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT INDIVIDUEEL BEZOLDIGD PERSONENVERVOER

 

Art. 1 - Begrippen

 

        Bezoldigd personenvervoer: het vervoer van personen waarvoor een vergoeding wordt gevraagd die hoger is dan de vervoersonkosten.

        Bestuurder: elke natuurlijke persoon die een voertuig bestuurt waarmee diensten voor individueel bezoldigd personenvervoer worden verricht.

        Exploitant: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer exploiteert.

        Vergunning: de vergunning voor de exploitatie van een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer.

        Bestuurderspas: elke bestuurder die diensten van individueel bezoldigd personenvervoer aanbiedt, dient in het bezit te zijn van een geldige bestuurderspas.

 

Art. 2 - Toepassingsgebied

 

Er wordt een gemeentelijke retributie gevestigd op het individueel bezoldigd personenvervoer in 2 categorieën:

        Categorie A: vergunning individueel bezoldigd personenvervoer waaronder de volgende 4 categorieën vervat zitten:

        Straattaxi

        Standplaatstaxi

        Ceremoniewagen

        Openbaarvervoertaxi

 

        Categorie B: bestuurderspas

 

Er is sprake van een taxidienst of individueel bezoldigd personenvervoer als:

        De klant de bestemming bepaalt.

        Er geen vast traject is.

        Er geen vaste haltes zijn.

        Er maximaal 9 inzittenden zijn, inclusief de bestuurder.

 

Art. 3 - Doelstelling

 

De heffing van deze retributie heeft tot doel het gelijk behandelen van alle vormen van individueel bezoldigd personenvervoer binnen eenzelfde kader.

 

Art. 4 - Heffingsplichtige

 

        Categorie A: de retributie is verschuldigd door de exploitant.

        Categorie B: de retributie is verschuldigd door de bestuurder.

 

Art. 5 - Bedrag

 

De retributie is als volgt vastgesteld:

 

        Categorie A:

        Het bedrag van 306,17 euro per jaar voor milieuvriendelijke voertuigen. De milieuvriendelijkheid van het voertuig is te bepalen volgens de opgelegde emissienormen.

        Het bedrag van 428,64 euro per jaar voor andere voertuigen.

 

        Categorie B:

        Het bedrag van 24,49 euro voor de aanmaak van de bestuurderspas.

 

Art. 6

 

De retributies vermeld in art. 5 zijn verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning of bestuurderspas afgeleverd werd. De vergunninghouder is de eerste jaarlijkse retributie vermeld in art. 5 categorie A verschuldigd op het ogenblik van de afgifte van de vergunning en nadien telkens op 1 januari van het kalenderjaar.

 

De aanvrager van de bestuurderspas betaalt de retributie vermeld in art. 5 categorie B voordat de bestuurderspas wordt uitgereikt.

 

Art. 7

 

De retributies vermeld in art. 5 categorie A zijn jaarlijks verschuldigd en ondeelbaar ten laste van de houder van de vergunning vermeld op 1 januari van het kalenderjaar of op het moment van afgifte. De vermindering van het aantal voertuigen geeft geen aanleiding tot een retributieteruggave. Dit geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning of bestuurderspas of het buiten werking stellen van 1 of meerdere voertuigen voor welke reden dan ook. Het indienen van een klacht heft de invorderbaarheid van de retributie niet op.

 

Art. 8

 

De bedragen vermeld in art. 5 worden op 1 januari van elk jaar aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het retributiejaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025.

 

Art. 9 - Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig voor onbepaalde duur.

 

Art. 10

 

Het gemeenteraadsbesluit van 30 april 2020 houdende de vaststelling van het retributiereglement op individueel bezoldigd personenvervoer wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 januari 2026.

Publicatiedatum: 12/09/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

14. Retributiereglement - ambulante handel - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT AMBULANTE HANDEL

 

Art. 1 - Begrippen

 

        Ambulante handel: de verkoop, de te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop aan de consument van producten en diensten, door een handelaar buiten de vestigingen die vermeld zijn in zijn inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen of door een persoon die niet over zo’n vestiging beschikt, zoals nader omschreven in de wetgeving betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten.

 

Art. 2 - Toepassingsgebied

 

Er wordt een retributie gevestigd op de uitoefening van ambulante activiteiten op openbaar domein tenzij deze uitoefening onderworpen is aan een ander gemeentereglement inzake belasting of retributie of wanneer zij het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst die de financiële belangen van de gemeente waarborgt.

 

Art. 3

 

Een standplaats op het openbaar domein kan enkel toegewezen worden aan:

        De natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen en houder zijn van een ‘machtiging als werkgever’.

        Rechtspersonen die dezelfde activiteit uitoefenen. De standplaatsen worden toegekend door tussenkomst van een persoon verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de vennootschap die houder is van de ‘machtiging als werkgever’.

 

Art. 4

 

Behoudens voorafgaande schriftelijke machtiging van het college van burgemeester en schepenen is het verboden om het openbaar domein in te nemen teneinde ambulante handel uit te oefenen.

 

Art. 5 - Doelstelling

 

De heffing van deze retributie heeft tot doel het gelijk behandelen van de inname van het openbaar domein voor de uitoefening van ambulante handel.

 

Art. 6 - Heffingsplichtige

 

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de standplaats is toegekend.

 

Art. 7 - Bedrag

 

De retributie is als volgt vastgesteld:

 

        Standplaats: 3 euro per lopende meter per dag met een minimum van 20 euro.

        Elektriciteit: bij het gebruik van elektriciteit van de gemeentelijke overheid wordt een forfaitaire vergoeding van 5 euro per dag per standplaats aangerekend.

 

Art. 8

 

Ieder gedeelte van een plaatseenheid wordt aangerekend voor een volle eenheid en elke aangevangen periode wordt beschouwd als een volledige. De lopende meters die in aanmerking worden genomen, zijn de meters van het openbaar domein die ingenomen worden voor de goede uitoefening van de ambulante activiteit.

 

Art. 9 - Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 januari 2026.

Publicatiedatum: 12/09/2025
Overzicht punten

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

15. Jaarrekening 2024 - goedkeuring gouverneur - kennisname

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur omtrent de goedkeuring van de jaarrekening 2024.

Publicatiedatum: 12/09/2025
Overzicht punten

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

16. Uitvoering meerjarenplan 2020-2025 - opvolgingsrapportering 1e semester 2025 - kennisname

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad neemt kennis van het opvolgingsrapport betreffende de uitvoering van het meerjarenplan 2020-2025 voor het eerste semester van 2025.

 

De openbare zitting van de gemeenteraad wordt geschorst om te hernemen na de openbare zitting van de OCMW-raad.

Publicatiedatum: 12/09/2025
Punt bijlagen/links 2025-semester1-opvolgingsrapportering.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van GR van 11 SEPTEMBER 2025

17. Vragen gesteld door raadsleden - kennisname

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad neemt kennis van de door de gemeenteraadsleden gestelde vragen.

Publicatiedatum: 12/09/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.