Louis Haerinck Marleen Prat Sophie Mespreuve Lies De Witte Tine Willaert Katrien Vandenbogaerde Filip Terryn Jo Tijtgat Claude Croes Jurgen Beke Marc Coppens Louis Vanderbeken Bert Schelfhout Lukas Viaene Jan Feryn Karel Bauters Sandra De Leeuw-Goussey Regine Rooryck Matthias Vanneste Jan Colpaert Yves Vande Wiele Louis Haerinck Marleen Prat Sophie Mespreuve Lies De Witte Tine Willaert Katrien Vandenbogaerde Filip Terryn Jo Tijtgat Claude Croes Jurgen Beke Marc Coppens Louis Vanderbeken Bert Schelfhout Lukas Viaene Jan Feryn Sandra De Leeuw-Goussey Regine Rooryck Matthias Vanneste Jan Colpaert Yves Vande Wiele Matthias Vanneste Claude Croes Louis Haerinck Tine Willaert Marleen Prat Yves Vande Wiele Filip Terryn Lies De Witte Sophie Mespreuve Sandra De Leeuw-Goussey Jan Feryn Bert Schelfhout Jo Tijtgat Jan Colpaert Marc Coppens Katrien Vandenbogaerde Regine Rooryck Lukas Viaene Jurgen Beke Louis Vanderbeken aantal voorstanders: 20 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Aanleiding en context
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het belastingreglement "ontbrekende parkeerplaatsen" goed te keuren met ingang van 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031.
Motivering
Het huidig reglement tot het vestigen van een indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen werd goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 26 november 2020 en eindigt op 31 december 2025.
De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:
Het college van burgemeester en schepenen is van mening dat er mogelijks betere instrumenten bestaan om de parkeerdruk op het openbaar domein te verminderen. Daarom zal bij de opmaak van de regionale en de gemeentelijke bouwcode een visie uitgewerkt worden rond de aanpak van ontbrekende parkeerplaatsen in de ruimtelijke context.
Er wordt voorgesteld om het bestaande kader, namelijk het heffen van een eenmalige indirecte belasting van 5.000 euro per ontbrekende parkeerplaats, aan te houden tot de nieuwe visie is uitgewerkt en daarom het bestaande reglement te verlengen tot 31 december 2031.
Conform artikel 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van de gemeentebelastingen en de voorwaarden ervan, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.
Het college van burgemeester en schepenen heeft voorliggend reglement besproken in zitting van 23 juli 2025 en heeft de voorzitter van de gemeenteraad verzocht de verlenging van dit reglement in zijn huidige vorm te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, §2, 14° Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 286, 288, 330 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 20 ja-stemmen: Louis Vanderbeken (CD&V), Claude Croes (CD&V), Regine Rooryck (CD&V), Jo Tijtgat (CD&V), Lies De Witte (CD&V), Marleen Prat (CD&V), Louis Haerinck (CD&V), Matthias Vanneste (Team Deerlijk), Jurgen Beke (CD&V), Filip Terryn (N-VA), Bert Schelfhout (Team Deerlijk), Sophie Mespreuve (Team Deerlijk), Marc Coppens (CD&V), Sandra De Leeuw-Goussey (Team Deerlijk), Yves Vande Wiele (CD&V), Lukas Viaene (CD&V), Katrien Vandenbogaerde (CD&V), Tine Willaert (CD&V), Jan Feryn (Team Deerlijk) en Jan Colpaert (Vlaams Belang)
Artikel 1
De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:
BELASTINGREGLEMENT ONTBREKENDE PARKEERPLAATSEN
Art. 1.
Met ingang van 1 januari 2026 en voor een periode eindigend op 31 december 2031 wordt ten behoeve van de gemeente, onder de navolgende voorwaarden, een gemeentelijke indirecte belasting geheven op:
a) het ontbreken van parkeerplaatsen bij het optrekken van nieuwe gebouwen, het uitvoeren van verbouwingswerken of het wijzigen van de bestemming van een gebouw of een gedeelte ervan;
b) het wijzigen van de bestemming van één of meer van deze parkeerplaatsen.
Art. 2.
§1. De belasting is verschuldigd door:
1°de houder van een omgevingsvergunning, aan wie in deze vergunning minder parkeerplaatsen werden vergund dan voorgeschreven volgens onderstaande normen;
2°de houder van een omgevingsvergunning, die één of meer in de omgevingsvergunning begrepen parkeerplaatsen niet heeft aangelegd;
3°de titularis van een zakelijk recht inzake een parkeerplaats, die een bestemmingswijziging doorvoert aan één of meer parkeerplaatsen, dusdanig dat niet meer voldaan wordt aan de verleende omgevingsvergunning.
§2. De belasting is solidair verhaalbaar op de rechtsopvolgers ten algemene of bijzondere titel van de in § 1 vermelde belastingplichtigen.
Art. 3.
Onder parkeerplaatsen wordt verstaan:
● hetzij een gesloten garage;
● hetzij een standplaats in een gesloten ruimte of in open lucht, daartoe speciaal aangelegd of uitgerust, en dusdanig door het college van burgemeester en schepenen aanvaard.
Een garage moet ten minste 2,75 m breed en 5 m lang zijn. Een standplaats bestaat uit een rechthoekig vlak van tenminste 2,25 m breedte en 4,50 m lengte.
Ze moet rechtstreeks toegankelijk zijn langs een weg van minimum:
● 7 m breedte als de standplaats een hoek van 90° vormt met die weg;
● 5 m breedte als de standplaats een hoek van 60° vormt met die weg;
● 4 m breedte als de standplaats een hoek van 45° vormt met die weg;
● 3,50 m breedte als de standplaats een hoek van 30° vormt met die weg.
De parkeerplaatsen moeten worden opgericht hetzij op het bouwperceel zelf waarop het hoofdgebouw zal komen, hetzij op een perceel gelegen binnen een omtrek van 200 meter te rekenen van de omtrek van dit perceel.
Art. 4.
het aantal aan te leggen parkeerplaatsen wordt als volgt bepaald:
A. WOONGEBOUWEN
Nieuwbouw/heropbouw
- Bij de nieuwbouw en de herbouw van ééngezinswoningen dient één parkeerplaats per woongelegenheid voorzien te worden.
- Bij appartementsblokken wordt volgend onderscheid gemaakt:
● Voor appartementen gelegen in volgende zone (zie ook plan in bijlage):
○ Harelbekestraat (pare kant t.e.m. nr. 56, onpare kant t.e.m. nr. 89)
○ Hoogstraat
○ Rodenbachstraat
○ Beverenstraat (pare kant t.e.m. nr. 26, onpare kant t.e.m. loodrecht tegenover nr. 26)
○ Stationsstraat (pare kant t.e.m. nr. 44, onpare kant t.e.m. nr. 49)
○ Comm. Edm. Ameyestraat
○ Ververijstraat
○ Sint-Amandusstraat (pare kant tot nr. 14, onpare kant t.e.m. nr. 7)
○ Kerkplein
○ René De Clercqstraat (pare kant t.e.m. nr. 16, onpare kant t.e.m. nr. 27)
○ Dammeke
○ Pontstraat (onpare kant t.e.m. nr.17)
○ Kapel ter Rustestraat (pare kant t.e.m. nr. 4)
○ Schoolstraat
○ Sint-Rochusstraat
○ Vichtesteenweg (pare kant t.e.m. nr. 42, onpare kant t.e.m. nr. 35, hoek met Sint-Rochusweg)
○ Nieuwstraat
moet het aantal parkeerplaatsen minimum 150 % van het aantal woongelegenheden bedragen.
● Voor appartementen gelegen buiten de hier bovengenoemde zone, moet het aantal parkeerplaatsen minimum 100 % van het aantal woongelegenheden bedragen.
- Bij assistentie-woningen moet één parkeerplaats per woongelegenheid voorzien worden.
Verbouwingswerken
Indien door de verbouwingswerken bijkomende woongelegenheden ontstaan, gelden dezelfde regels als voor nieuwbouw voor elke nieuw geschapen woongelegenheid.
B. HANDELSGEBOUWEN
Nieuwbouw
Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² netto handelsoppervlakte.
Verbouwingswerken
Eén parkeerplaats telkens wanneer de netto handelsoppervlakte vergroot met een schijf van 50 m².
De netto handelsoppervlakte is de oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van niet overdekte oppervlakten. Deze oppervlakte omvat met name de kassa-zones, de zones die zich achter de kassa’s bevinden alsook de inkomruimten, indien deze ook worden aangewend om waren uit te stallen of te verkopen.
C. WARENHUIZEN (handelsgebouwen met een netto handelsoppervlakte van 400 m² en meer)
Nieuwbouw
Eén parkeerplaats per schijf van 20 m² netto handelsoppervlakte.
Verbouwingswerken
Eén parkeerplaats telkens wanneer de netto handelsoppervlakte vergroot met een schijf van 20 m².
De netto handelsoppervlakte is de oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van niet overdekte oppervlakten. Deze oppervlakte omvat met name de kassa-zones, de zones die zich achter de kassa’s bevinden alsook de inkomruimten, indien deze ook worden aangewend om waren uit te stallen of te verkopen.
D. INDUSTRIELE EN AMBACHTELIJKE GEBOUWEN, STELPLAATS VOOR AUTOBUSSEN EN TAXI’S.
Nieuwbouw
Eén parkeerplaats per schijf van tien tewerkgestelde personen of per schijf van 100 m² bedrijfsoppervlakte.
Verbouwingswerken
Eén parkeerplaats meer per schijf van tien bijkomende tewerkgestelde personen of per schijf van 100 m² bijkomende bedrijfsoppervlakte.
Onder bedrijfsoppervlakte wordt verstaan de som van de grondoppervlakte ingenomen voor bedrijfsdoeleinden in open lucht en de vloeroppervlakte gebruikt voor de bedrijfsdoeleinden in gesloten gebouwen. Deze laatste vloeroppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren, verminderd met de oppervlakte van de verticale verbindingswegen.
Bergplaatsen en opslagplaatsen maken deel uit van de bedrijfsoppervlakte.
De parkeerplaatsen, bestemd om te voldoen aan onderhavige verordeningen, niet.
E. KANTOORGEBOUWEN, DIENSTEN, VRIJE BEROEPEN
Nieuwbouw
Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte.
Verbouwingswerken
Eén parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte.
De vloeroppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren,
verminderd met de oppervlakte der verticale en horizontale verbindingswegen.
F. AUTOHERSTELPLAATSEN
Nieuwbouw
Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte.
Verbouwingswerken
Eén parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte.
De vloeroppervlakte wordt gemeten zoals voor de kantoorgebouwen.
G. HOTELS
Nieuwbouw
Eén parkeerplaats per schijf van drie hotelkamers.
Verbouwingswerken
Eén parkeerplaats meer per schijf van drie bijkomende hotelkamers.
H. RUIMTES VOOR CULTURELE ACTIVITEITEN
Nieuwbouw
Eén parkeerplaats per schijf van tien zitplaatsen.
Verbouwingswerken
Eén parkeerplaats meer per schijf van tien bijkomende zitplaatsen.
I. RECREATIERUIMTES (fitness, bowling, privaat sportruimte, muziekklas,…)
Nieuwbouw
Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte.
Verbouwingswerken
Eén parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte.
De vloeroppervlakte wordt gemeten zoals voor de kantoorgebouwen.
J. VERZORGINGS- EN BEJAARDENTEHUIZEN
Nieuwbouw
Eén parkeerplaats per schijf van vier bedden.
Verbouwingswerken
Eén parkeerplaats meer per schijf van vier bijkomende bedden.
K. ONDERWIJSINRICHTINGEN
Nieuwbouw
Het aantal parkeerplaatsen wordt berekend door het aantal gewone klaslokalen te vermenigvuldigen met een der coëfficiënten welke voorkomen op onderstaande tabel.
Type onderwijsinrichting | coëfficiënt |
Kleuter - en lager onderwijs | 1 |
Verbouwingswerken
Dezelfde normen als voor nieuwbouw gelden voor de bijkomende gewone klassen.
Door gewone klaslokalen verstaat men een klaslokaal waarin het algemeen onderricht wordt gegeven.
Tot de gewone klassen behoren dus niet de lokalen waarin uitsluitend een bijzondere vorm van onderricht wordt gegeven.
L. GEMENGDE BESTEMMINGEN
Bij gebouwen met een gemengde bestemming worden voormelde regels afzonderlijk toegepast op de onderscheiden bestemmingszones.
M. FUNCTIEWIJZIGINGEN
Indien een gebouw door verbouwing verandert van functie, is het aantal bijkomende parkeerplaatsen het verschil tussen het aantal parkeerplaatsen van de nieuwe bestemming en van de vroegere bestemming, dit volgens voormelde indeling.
Art. 5.
Uitzonderingen:
● Dit reglement is niet van toepassing op eengezinswoningen met een gevellengte kleiner of gelijk aan 7 m, gelegen in een aaneengesloten bebouwing, waarbij het betreffende perceel van 7 m breed zich tussen 2 bebouwde percelen bevindt.
● Dit reglement is niet van toepassing indien vóór de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning reeds voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn overeenkomstig bovenstaande bepalingen, voor zowel de bestaande als de nieuwe toestand.
Art. 6.
De belasting wordt vastgesteld op 5.000 euro per ontbrekende of niet-voorbehouden parkeerplaats.
Art. 7.
Voor de afgifte van de omgevingsvergunning door het college van burgemeester en schepenen, moet de belastingplichtige het vermoedelijke bedrag van de belasting bij de financieel directeur in bewaring geven. Het bewijs hiervoor dient door betrokkene voorgelegd te worden vooraleer de vergunning wordt afgeleverd.
Het vermoedelijke bedrag wordt vastgesteld op basis van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen, berekend aan de hand van de plannen die bij de aanvraag om omgevingsvergunning werden gevoegd.
Art. 8.
§1. De belasting is verschuldigd één jaar nadat het hoofdgebouw onder dak staat, de ruwbouw van de verbouwingswerken beëindigd werden, of nadat het gebouw eventueel gedeeltelijk, wordt bewoond of gebruikt.
§2. De vaststelling dat het gebouw onder dak staat, dat de ruwbouw van de verbouwingswerken beëindigd is, geschiedt door de daartoe aangestelde beambte van het gemeentebestuur door middel van een proces-verbaal, waarin tevens het werkelijk aantal ontbrekende parkeerplaatsen op het ogenblik van de vaststelling wordt vermeld.
Dit proces-verbaal wordt aan de belastingplichtige toegestuurd, die vanaf de datum van ontvangst over één jaar beschikt om eventueel het aantal parkeerplaatsen aan te vullen.
Na het verstrijken van de termijn van één jaar wordt een tweede vaststelling gedaan door de aangestelde beambte en wordt in een proces-verbaal het definitief aantal ontbrekende parkeerplaatsen en de verschuldigde belasting vastgesteld.
Zowel bij de eerste als bij de tweede vaststelling wordt de belastingplichtige acht kalenderdagen vooraf per aangetekend schrijven uitgenodigd om bij de vaststelling aanwezig te zijn.
Art. 9.
De belasting is verschuldigd op de dag van de betekening van het proces-verbaal tot definitieve vaststelling van het ontbreken van de aanleg of de wijziging van de bestemming van de parkeerplaats.
Art. 10.
De belasting moet worden betaald binnen de 2 maanden na de verzending van het betalingsbericht aan de belastingschuldige.
Art. 11.
De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Artikel 5
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 januari 2026.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.