Deerlijk

Zitting van 10 JULI 2025

 

Overzicht punten

Zitting van GR van 10 JULI 2025

1. Gemeenteraad - 12 juni 2025 - notulen en audio-opname - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de notulen van de zitting van de gemeenteraadszitting van 12 juni 2025 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad besluit de audio-opname van de gemeenteraadszitting van 12 juni 2025 goed te keuren.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Punt bijlagen/links 20250612.mp3 Download
Overzicht punten

Zitting van GR van 10 JULI 2025

2. Rapport organisatiebeheersing 2024 - kennisname

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad neemt kennis van het rapport organisatiebeheersing met betrekking tot het jaar 2024.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Punt bijlagen/links opvolging acties 2024.xlsx Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GR van 10 JULI 2025

3. Algemene Politieverordening (APV) - aanpassing technische bepalingen brandveiligheid - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad beslist om de voorgestelde aanpassingen aan de algemene politieverordening in het kader van brandveiligheid in publiek toegankelijke plaatsen goed te keuren.

 

De aanpassingen worden als volgt geformuleerd:

 

        De artikelen 90 tot en met 93 van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk worden vervangen als volgt:

 

Onderafdeling 1 – Toepassingsgebied

 

Art. 90

 

§1.Toepassingsgebied

Hiernavolgende artikelen zijn van toepassing op de publiek toegankelijke locaties (gebouw, plein, tent…) van het grondgebied van de gemeente Deerlijk.

 

Het algemeen deel is steeds van toepassing.  Bijkomend zijn er bepalingen van toepassing op respectievelijk nachtbezetting of tijdelijke constructies.

 

§2.Terminologie

Voor nadere toelichting van de terminologie die gebruikt wordt in onderhavige artikels wordt verwezen naar de basisnormen voor preventie, brand en ontploffing (Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 en wijzigingen).

Een gebouw is een voor mensen toegankelijke overdekte ruimte, geheel of gedeeltelijk omsloten met wanden.

Een gebouw of tent wordt als open beschouwd bij ten minste 50 % volledig open buitenwanden.

§3. Andere wetgevingen of regels

Naast onderhavig lokaal reglement zijn potentieel nog andere algemene of specifieke reglementeringen of regels van kracht, zoals Codex Welzijn, ARAB, AREI, Vlarem…
Voor nieuwe gebouwen gelden naast de hiernavolgende bepalingen tevens de federale basisnormen (Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 en wijzigingen), verder genoemd ‘Basisnormen';  Deze kunnen afwijkend/strenger zijn dan de hieronder vermelde bepalingen.

 

§4. Afwijkingen

 

Afwijkingen op dit reglement dienen gefundeerd door middel van een risicoanalyse met bijhorende/uitgewerkte veiligheidsmaatregelen, afgeleverd door een bevoegde instantie en gevalideerd door de burgemeester.

 

 

Onderafdeling 2 – Algemeen geldende voorschriften

 

Art. 91

 

 

1° Toegankelijkheid

De publiek toegankelijke locatie moet bereikbaar zijn voor het brandweermaterieel volgens volgende leidraad (afwijkingen enkel mogelijk mits overleg met de brandweer of mits aangetoond met een positieve proef):
- doorgang 4 m breed en 4 m hoog
- draaicirkels: binnenstraal van 11 m en een buitenstraal van 15 m
- een draagvermogen dat de toegang en werking van brandweervoertuigen waarborgt
- minstens 1 gevel bereikbaar, met uitzondering voor gelijkvloerse locaties waarbij de brandweervoertuigen zich moeten kunnen opstellen tot op min 60 m.

De toegangswegen en opstelplaatsen moeten vrijgehouden worden voor de hulpdiensten

De aanwezige hydranten, waterwinplaatsen en gasafsluiters moeten steeds vrij en bereikbaar zijn.

 

2° Inplanting

 

De publiek toegankelijke locatie moet van de aanpalende gebouwen en locaties van derden ofwel minstens 4 m verwijderd zijn ofwel gescheiden zijn door wanden van metselwerk of beton of brandveilige bouwelementen EI60. Verbindingen kunnen enkel via zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een minimale brandweerstand EI130.  Derden hebben hun eigen evacuatiemogelijkheden (op dezelfde manier brandveilig gescheiden).
Daar waar brandveilige scheidingen vereist zijn mogen de doorvoeringen de brandweerstand niet nadelig beïnvloeden.


Voor de door de overheid toegestane tijdelijke uitbatingen kan mits akkoord van de eigenaar aanvaard worden
ofwel leegstand van de aangrenzende ruimtes;
ofwel een totale bewaking, menselijk en/of technisch, in alle aangrenzende ruimtes én deze die ermee in verbinding staan.

 

3° Constructie

 

De stabiliteit van het gebouw met 1 bouwlaag (gelijkvloers) wordt verzekerd door een constructie R30 of vervaardigd uit metselwerk of beton. Voor gebouwen met meerdere bouwlagen is dit minstens R60 of constructie uit metselwerk of beton.
Wanneer dit niet aantoonbaar is kan een branddetectie-installatie aanvaard worden van het type totale bewaking met doormelding 24/7.
In geval van een open gebouw vervallen de bouwkundige structurele eisen bij brand. 
 

4° Evacuatie

 

Uitgangen zijn minimum 80 cm breed (uitgezonderd 70 cm voor gebouwen van voor 1972). De vrije hoogte moet een vlotte evacuatie garanderen.  Dit principe geldt voor deuren, gangen en trappen.

De totale breedte van de uitgangen wordt bepaald aan minstens 1 cm per persoon.
Het totaal aantal cm breedte vormt de theoretische evacuatiecapaciteit;  voor gebouwen onderworpen aan de Basisnormen gelden alleen de veelvouden van 60 cm.

Uitgangen bevinden zich in tegenovergestelde zin t.o.v. elkaar en gelijkmatig verdeeld.
Als (nood-)uitgang kunnen alleen deuren aanvaard worden;  poorten tellen enkel wanneer zij in open stand vergrendeld staan (min. 2 m vrije hoogte) of ingevuld zijn met deuren.

De uitgangen kunnen onmiddellijk en gemakkelijk geopend worden bij brand of paniek en leiden rechtstreeks naar buiten of naar een veilige plaats;  de maximale loopafstand tot de (nood-)uitgangen bedraagt 45 m.

 

Vanaf een bezetting hoger dan 50 personen draaien alle (nood-)uitgangen open in vluchtzin of moeten in geopende stand worden geblokkeerd bij bezetting; uitzondering wordt gemaakt voor één enkelvoudige inkomdeur indien deze op een openbaar terrein uitkomt.
Voor en achter de deuren die naar buiten leiden mag niets geplaatst worden die de evacuatie kan hinderen.

 

Buiten dient men zich te kunnen verwijderen naar een veilige plaats (in akkoord met de brandweer).

5° bijzondere lokalen en installaties

 

5.1. Commerciële en collectieve keukenactiviteiten

De keukenactiviteiten moeten van de rest van het gebouw gescheiden worden door wanden met een minimale brandweerstand EI60 of metselwerk of beton, en verbindingsdeuren zijn zelfsluitend of bij brand zelfsluitend met een minimale brandweerstand EI130.

Wanneer de keukenactiviteiten niet brandwerend gescheiden zijn ten opzichte van de aangrenzende verbruiksruimte, dan dient elk vast gemonteerd frituurtoestel voorzien zijn van een vaste automatische blusinstallatie die gekoppeld wordt aan een toestel dat de toevoer van energie van het frituurtoestel onderbreekt. In voorkomend geval dient het geheel van keuken met verbruikszaal brandveilig gecompartimenteerd worden van de rest, dit cfr. voorgaand voorschrift.

 

In publiek toegankelijke ruimtes mogen voedselbereidingen met losse huishoudelijke toestellen (niet vast gemonteerd) enkel elektrisch;  los opgestelde elektrische friteuses kunnen enkel in een ander lokaal, een andere tent of buiten;  losse toestellen op gas kunnen enkel buiten of in een andere tent op minstens 4 m van de publiek toegankelijke ruimte.

 

Het deksel van elke friteuse dient onmiddellijk beschikbaar te zijn én een blusdeken dient in de nabije omgeving opgehangen te zijn.

 

5.2. Gasinstallatie

Conformiteit moet blijken uit de periodieke keuring.

 

5.3. Elektrische installatie

Conformiteit moet blijken uit de periodieke keuring.

 

5.4. Verwarming

Binnen kunnen enkel vaste toestellen toegelaten worden.
Conformiteit moet blijken uit de periodieke keuring.

Elk verwarmingstoestel moet veilig opgesteld zijn.
 

Verwarmingstoestellen met verbranding moeten aangesloten zijn op een schoorsteen.

 

6° Veiligheidsuitrusting


6.1 Pictogrammen in het kader van evacuatie

De plaats en de richting voor alle uitgangen en nooduitgangen moeten aangeduid worden met reglementaire pictogrammen, van hetzelfde type binnen eenzelfde gebouw.

 

6.2. Veiligheidsverlichting

De inrichting moet uitgerust worden met een veiligheidsverlichting die een voldoende lichtsterkte heeft om een veilige evacuatie te verzekeren. Deze verlichting moet onmiddellijk in werking treden bij een stroomonderbreking en een autonomie van één uur hebben.

 

6.3.Melding, waarschuwing en alarm

De melding van ontdekking of detectie van brand moet onmiddellijk aan de brandweerdiensten kunnen worden doorgegeven via een meldingstoestel.

        Waarschuwing en alarm is verplicht:
bij een gebruikte publiek toegankelijke ruimte van meer dan 100 m²

        bij meerdere voor publiek toegankelijke, van elkaar gescheiden lokalen of ruimten

 

6.4.Branddetectie
Indien branddetectie vereist, dan wordt bedoeld een passende automatische installatie van het type totale bewaking, ontworpen en uitgevoerd volgende de regels van goed vakmanschap.
Waar doormelding vereist is, dient dit automatisch via een overwaakt systeem met meldkamer (24/7 bewaking).

 

6.5.Blusmiddelen

Er moet minstens een aangepast blustoestel opgehangen worden met een minimum inhoud van 1 bluseenheid per 150 m² vloeroppervlakte en per bouwlaag. Dit toestel moet goed bereikbaar zijn en voorzien worden van een reglementair pictogram.
Een blusdeken dient in de nabije omgeving van de kookinfrastructuur opgehangen te zijn.

 

7° brandveiligheid

7.1 bouwmaterialen, bekledingen en versieringen
Alle aangebrachte bouwmaterialen, bekledingen en versieringen mogen geen bijzonder risico voor de (brand-)veiligheid met zich meebrengen.  

7.2 open vuur
Elke vorm van open vlam is in gesloten publieke ruimtes verboden:
- sfeervuren en vuuranimatie
- pyrotechnische en speciale effecten
(tenzij door de eigenaar/uitbater/organisator de nodige maatregelen zijn genomen horende bij een risicoanalyse).


8° uitbatingsvoorschriften


8.1.bezetting

De bezetting dient door de uitbater bepaald te worden rekening houdend met;

  1. Aantal (nood)uitgangen:

        min. 1: tot max. 50 personen

        min. 2: tot max. 500 personen

        min. 3: tot max. 1000 personen

        min. (2+N): tot max. N-duizend personen (N = geheel cijfer > 0)

  1. Uitgangsbreedte:

 De totale breedte van de uitgangen bedraagt minstens 1 cm per persoon.
 Voor gebouwen sedert KLB 7/7/1994 gelden enkel gehele veelvouden van 60 cm.

   De breedte van trappen:

    Trappen dalend   1,25 cm/persoon

   Trappen stijgend  2,00 cm/persoon
Enkel rechte trappen worden aanvaard als evacuatietrap voor het publiek.
De bezetting op basis van de uitgangsbreedte bepaalt de theoretische capaciteit.

  1. oppervlakte:

        gebouwen die NIET voldoen aan de Basisnormen: 1 pers/m² NETTO oppervlakte

        gebouwen die voldoen aan de Basisnormen: 2 pers/m² NETTO oppervlakte

        tenten NIET gekeurd door een keuringsorganisme: 1 pers/m² NETTO oppervlakte

        tenten gekeurd door een keuringsorganisme: 2 pers/m² NETTO oppervlakte

        buitenruimte: 2 pers/m² NETTO oppervlakte

 

De bezetting op basis van de NETTO oppervlakte (na aftrek van alle voorwerpen, zoals tenten, podium, vestiaire… - oppervlaktes met vast gemonteerde zitplaatsen vormen een afzonderlijk gedefinieerde capaciteit) én effectief VRIJE en BRUIKBARE uitgangen (cfr. 1.4) dient vergeleken te worden met voormelde theoretische capaciteit.  De kleinste waarde geldt en wordt de veiligheidscapaciteit genoemd.

 

De veiligheidscapaciteit moet door de uitbater steeds kunnen voorgelegd worden aan de bevoegde instanties.
De uitbater moet bewaken dat de veiligheidscapaciteit niet overschreden wordt. 

 

8.2 Veiligheidsinstructies en brandweerinformatie

        Alle medewerkers moeten duidelijke instructies ontvangen over de taakverdeling bij brand (of een ander incident) en over het gebruik van brandbestrijdingsmiddelen, de waarschuwings-en alarminstallatie,…

        De aanwezigen moeten de nodige brandinstructies ontvangen, onder meer wat betreft het bestaan en het gebruik van de verschillende vluchtwegen, de brandbestrijdingsmiddelen, de waarschuwings- en alarminstallatie,...

        Deze instructies moeten op gepaste wijze kenbaar gemaakt worden.

        Op vraag dienen de instructies aangevuld te worden met een grondplan/inlichtingenfiche die de technische risico's, veiligheidsuitrusting en evacuatiemogelijkheden verduidelijkt.

 

8.3.Periodieke controles

 

Een veiligheidsdossier moet voorgelegd kunnen worden aan bevoegde personen. Dit omvat onder meer de periodieke keuringen, verslagen en attesten zoals opgenomen in tabel 1.

 

8.4. Algemeen


Buiten hetgeen voorzien is door onderhavige reglementering, moet de uitbater, op het vlak van de veiligheid, alle nodige maatregelen nemen om de personen, aanwezig in de inrichting, te beschermen tegen brand, paniek en ontploffingen.

 

 

Onderafdeling 3. Bijkomende maatregelen bij nachtbezetting (kamerwonen)

 

Art. 92

 

1° indeling en gebruik

Locaties met nachtbezetting waar 1 of meerdere basisvoorzieningen (eten, slapen, wassen) moeten gedeeld worden en gebouwen met (slaap-)kamerverhuur – verder genoemd ‘kamerwonen/kamerwoning'’ worden ingedeeld in drie categorieën:
Categorie 1: de lage gebouwen (hoogte bovenste bouwlaag < 10 m).
Categorie 2: de middelhoge gebouwen (hoogte bovenste bouwlaag vanaf 10 m tot 25 m).
Categorie 3: de hoge gebouwen (hoogte bovenste bouwlaag 25 m of meer).

 

Eventuele private delen dienen mee opgenomen bij de automatische branddetectie- installatie, tenzij dit privaat deel brandveilig gescheiden is van het kamerwonen door wanden met een minimale brandweerstand EI60 of metselwerk of beton, en verbindingsdeuren die zelfsluitend of bij brand zelfsluitend zijn, met een minimale brandweerstand EI130.

 

2° Inplanting

Locaties voor nachtbezetting (en de bijhorende gemeenschappelijke lokalen) mogen slechts grenzen aan andere ruimten met een bestemming vreemd aan het kamerwonen, voor zover ze ervan gescheiden zijn door wanden met EI 60 of bestaande uit metselwerk/beton. De deuren in deze wanden moeten een brandweerstand EI1 30 hebben en (bij brand) zelfsluitend zijn.

Het gedeelte van het gebouw met kamers moet over een toegang beschikken die afgescheiden is van andere ruimten met een bestemming vreemd aan het kamerwonen door wanden en deuren met voornoemde eigenschappen.

 

3° Constructie en compartimentering

 

3.1 Constructieve elementen

§1 De constructieve elementen die de stabiliteit van het gebouw verzekeren, zoals kolommen, dragende wanden, hoofdbalken, vloeren en andere essentiële delen die de draagconstructie van het gebouw vormen, moeten ofwel beantwoorden aan de hiernavolgende vereisten:
- voor de categorie 1: R 30;
- voor de categorieën 2 en 3 : R 60;
ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton.

§2 Indien aan de voorschriften van de vorige paragraaf niet voldaan wordt moet het ganse gebouw uitgerust worden met een algemene branddetectie-installatie type totale bewaking met doormelding (24/7 bewaking).

3.2 Compartimentering algemeen

Iedere bouwlaag, die geen normaal evacuatieniveau is, vormt één of meer compartimenten.


De oppervlakte van een compartiment moet kleiner zijn dan 1250 m².
Een compartiment kan ook gevormd worden door twee opeenvolgende bouwlagen met binnenverbindingstrappen – duplex- als de gecumuleerde oppervlakte van die twee bouwlagen niet groter is dan 1250 m2.


De lengte van een compartiment wordt gedefinieerd als de afstand tussen de twee punten van het compartiment die het verst van elkaar verwijderd zijn. Deze lengte mag niet meer dan 75 m bedragen.

De wanden tussen de compartimenten moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton, ofwel beantwoorden aan de hiernavolgende minima:
- voor de categorie 1: EI 30;
- voor de andere categorieën: EI 60.
Indien aan bovenvermelde voorschriften niet voldaan wordt, moet de inrichting uitgerust worden met een branddetectie-installatie type totale bewaking met doormelding (24/7 bewaking).
De verbinding tussen twee compartimenten wordt slechts toegestaan bij gebruik van zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met brandweerstand EI1 30.
 

3.3 Kamerwanden

De verticale wanden zijn in metselwerk of beton of hebben brandweerstand EI60.

 
De toegang(binnen)deuren tot de kamers moeten brandweerstand EI1 30hebben.

 

4° Evacuatie

 

4.1 Algemeen

De evacuatiewegen moeten oordeelkundig verdeeld worden over het gebouw en een vlugge en gemakkelijke ontruiming van personen toelaten.
Elk compartiment, de kelderverdieping uitgezonderd en voor zover er geen kamers in ingericht worden, moet minstens twee onafhankelijke vluchtmogelijkheden hebben in geval van brand.
De eerste vluchtmogelijkheid bestaat uit de gebruikelijke toegang (deur, trap).
Aanvaardbare oplossingen voor de tweede vluchtmogelijkheid zijn:
een tweede binnentrap;
- een buitentrap;
- een opendraaiend of openschuivend venster per kamer, voor kamers op het gelijkvloers;
- een opendraaiend venster of openschuivend venster per kamer, voor kamers op de 1e bouwlaag boven het gelijkvloers;
- een opendraaiend of openschuivend venster per kamer, rechtstreeks of onrechtstreeks (via een begaanbare passerelle, afdak of platform) aansluitend op een ladder (voor kamers met een kamervloer lager dan 10 m ten opzichte van het maaiveld) of trap (voor kamers met een kamervloer hoger dan 10 m ten opzichte van het maaiveld), dakvensters moeten van het type zijn die bovenaan scharnieren;
- een opendraaiend of openschuivend venster, per kamer, dat toegankelijk is voor de ladderwagen van de brandweer, voor de inrichtingen van categorieën 1 en 2 (dakvensters moeten van het type zijn die bovenaan scharnieren).

Van de trap en de ladder mag het laatste deel geleed worden of mag vanaf het laatste deel gesprongen worden mits een bordes van minimum ca. 0,8 m x 0,6 m aanwezig is op max. 3 m ten opzichte van het maaiveld.

De te gebruiken ramen dienen minstens een nuttige doorgang te hebben van ca. 0,8 x 0,6 m.
De af te leggen weg, vanaf iedere plaats in het gebouw, mag niet groter zijn dan 30 m tot de eerste vluchtmogelijkheid en 60 m tot de tweede vluchtmogelijkheid. De lengte van de doodlopende delen van de evacuatiewegen mag niet meer bedragen dan 15 m.

De toegang tot elke elke uitgang, moet veilig en vlot kunnen gebeuren.  De aansluiting aan elke trap of ladder moet veilig zijn:
a) voor nieuwe kamerwoningen vanaf 1 augustus 2025 geldt:
- de toegang tot een trap of ladder gebeurt via een bordes van min. ca. 0,8 x 0,6 m, voorzien van een leuning;
- bij gebruik van ladders mogen maximaal 3 bouwlagen verbonden worden zonder gebruik van een rust-/tussenbordes;
- het evacuatietraject dient verlicht met veiligheidsverlichting én functionele verlichting.
b) voor bestaande kamerwoningen gelden voormelde bepalingen uiterlijk vanaf 1 augustus 2035.

4.2 Evacuatieruimten

§1. algemeen

De kamers en andere lokalen waar huurders vertoeven, moeten naar buiten uitgeven ofwel rechtstreeks ofwel via een evacuatieweg.
Buiten moet men zich kunnen verwijderen weg van het gebouw.

§2. Wanden van de evacuatiewegen
De binnenwanden van evacuatiewegen moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton, ofwel een brandweerstand EI 60 (EI30 bij enkel gelijkvloerse bouwlaag) hebben. De toegangsdeuren van de andere lokalen dan kamers (uitgezonderd sanitair) tot de evacuatiewegen moeten zelfsluitend of bij brand zelfsluitend zijn met brandweerstand EI1 30.

§3. Binnentrappenhuizen
Elke binnentrap die verschillende compartimenten verbindt, moet ommuurd worden.
Voor de inrichting van de categorie 1 mogen de muren en toegangsdeuren van de kamers de ommuring vormen.
De binnenwanden van de trappenhuizen moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton, ofwel beantwoorden aan de hiernavolgende minima:
- voor de categorieën 1: EI 30;
- voor de categorie 2 en 3: EI 60.

De trappenhuizen geven toegang tot een evacuatieniveau. De trappenhuizen die toegang geven tot de ondergrondse verdiepingen mogen niet rechtstreeks in het verlengde liggen van deze die dienen voor verdiepingen boven een evacuatieniveau.

Dit sluit niet uit dat het ene trappenhuis boven het andere mag liggen, mits de wanden die ze scheiden voldoen aan de voorwaarden vereist voor de wanden van de trappenhuizen.

De toegang tot de trappenhuizen geschiedt voor de categorie 2 via een branddeur EI1 30 zelfsluitende of bij brand zelfsluitend. Voor categorie 3 dienen twee dergelijke deuren voorzien in een sas met wanden EI 60 en een oppervlakte van minimum 2 m2.

§4. Buitentrappen als evacuatiewegen
Onverminderd de bepalingen van paragraaf 1 gelden voor de buitentrappen:
- maximum helling 45°;
- minimum nuttige breedte 0,60 m;
- aantrede minimum 0,10 m;
- optrede maximum 0,20 m;
- treden moeten antislip uitgevoerd worden;
- moeten vervaardigd worden uit onbrandbare materialen;
- voorzien worden van leuningen langs beide zijden van trap;

§5. Buitenladders
De buitenladders moeten stevig bevestigd zijn. Zij mogen vast of uitklapbaar zijn.
Ze moeten uitgeven op een plaats waar de gebruikers zich in veiligheid kunnen stellen.
De tussenafstand van de treden, as op as gemeten, moet 250 à 300 mm bedragen. De breedte moet minstens 0,4 m zijn.
De bovenste trede moet minimum 1 m boven het hoogste toegangsniveau van de ladder bevinden.
De tussenafstand tussen de muren en de ladder bedraagt minstens 0, 2 m.
Een valbeveiliging dient steeds voorzien, indien dit niet kan gerealiseerd worden door de afstand tussen muur en ladder dient een specifieke kooibeveiliging aangebracht.

 

5° Bijzondere lokalen

 

5.1 Parkeerruimten

De parkeerruimten moeten afgescheiden worden van de andere lokalen van het gebouw door wanden met EI 60 of bestaande uit metselwerk/beton en zelfsluitende deuren met een brandweerstand EI1 30.

 

6° Veiligheidsuitrusting

 

6.1 Waarschuwing, alarm, detectie

§1. Waarschuwing en alarm
De waarschuwing- en alarmseinen of –berichten moeten door alle betrokken personen kunnen opgevangen worden en mogen niet met elkaar noch met andere seinen verward kunnen worden.

§2. Automatische branddetectie
De uitbating is uitgerust met een passende automatische branddetectie-installatie van het type totale bewaking. Die automatische branddetectie-installatie is ontworpen en uitgevoerd volgende de regels van goed vakmanschap.
Waar doormelding vereist is dient dit automatisch via een overwaakt systeem met meldkamer (24/7 bewaking).


7° Eisen op gebied van reactie bij brand

 

De eisen die opgenomen zijn in volgende tabel dienen toegepast te worden voor nieuwe bekledingen of wanneer de bestaande bekledingen worden vervangen.

 

 

vloerbekledingen

vlottende en vaste bekledingen van
verticale wanden

bekledingen van plafonds en
valse plafonds

technische lokalen
collectieve keukens
liftmachinekamers
en liftschachten

AO
A2FL-s2

AO
A2-s3, d0

AO

A2-s3, d0

evacuatiewegen
binnentrappenhuizen
liftkooien
huiskeukens

A2
CFL-s1

A1
C-s1, d2

A1
C-s1, d0

andere gemeenschappelijke ruimtes,
uitgezonderd sanitaire ruimtes

A3
CFL-s2

A2
C-s2, d2

A1
C-s2, d0

 

8° Uitbatingsvoorschriften

 

De permanente maatregelen die in het kader van 8.4 door de uitbater genomen worden, moeten vermeld worden in een huishoudelijk reglement.
De huurders moeten, bij inschrijving en het personeel, bij indienstneming, alsook periodiek en ten minste éénmaal per jaar ingelicht worden over het bestaan en gebruik van de verschillende vluchtwegen, melding -, waarschuwing- en alarminstallatie, blusinrichtingen… Deze moeten te allen tijde vrij bereikbaar en gebruiksklaar gehouden worden.
De goede werking van zelfsluitende en bij brand zelfsluitende deuren mag niet verhinderd worden.
De opmerkingen die voorkomen in de processen-verbaal van de periodieke controles moeten onverwijld gevolgd worden door de nodige aanpassingen en verbeteringen.
 

9° Onderhoud en controle

 

De technische uitrusting en de veiligheidsuitrusting van de inrichting moet in goede staat gehouden worden.
De exploitant laat op zijn verantwoordelijkheid die uitrusting door bevoegde personen periodiek onderhouden en controleren overeenkomstig de bijgevoegde tabel 1.

Deze data dienen eveneens bijgehouden te worden in een register.
Bovendien dient elke uitbreiding en wijziging van de technische en veiligheidsuitrusting te gebeuren volgens de regels van de kunst en van goed vakmanschap. Dit dient bevestigd door een nieuw verslag/attest.


10° Uitzonderingen

10.1 beperkte kamerverhuur in private huisvesting

Voor een kamerwoning waar maximaal 3 éénpersoonskamers (of accommodatie voor max. 3 personen) verhuurd wordt en waarbij de verhuurder zelf in de kamerwoning woont, geldt enkel de Vlaamse verplichting inzake autonome rookdetectoren.

10.2 beperkt nachtverblijf in jeugdlokalen, enkel op gelijkvloers of eerste bovengrondse verdieping van een gebouw

Voor jeugdlokalen, waar tijdelijk overnacht wordt (max. 60 dagen per jaar) door georganiseerde jeugdgroepen onder begeleiding, gelden naast de reguliere voorwaarden voor het gebouw:


1. Voor elke ruimte waarin geslapen wordt dienen 2 onafhankelijke vluchtwegen beschikbaar te zijn
(de ene blijft bruikbaar als de andere onbruikbaar wordt).
a. De eerste evacuatiemogelijkheid is de normale uitgang.
b. Als tweede evacuatiemogelijkheid worden de volgende oplossingen aanvaard:
1) een tweede binnentrap of een buitentrap;
2) een al of niet uitklapbare buitenladder;
3) een opengaand raam dat een vlotte evacuatie toelaat (nuttige doorgang min. ca. 0,6 x 0,8 m) voor kamers op het gelijkvloers;
4) een buitendeur.


2. De bezetting van elke slaapruimte wordt bepaald op basis van 2 m² per persoon, met een maximum van 50 personen.

3. Elke ruimte waar geslapen wordt mag geen brandgevaarlijke activiteiten bevatten (bv. koken, open haard, …).
4. Branddetectie dient voorzien in alle gebruikte lokalen en van in elke slaapruimte tot aan beide vluchtmogelijkheden naar buiten.

 

 

Onderafdeling 4. Bijkomende maatregelen bij tijdelijke constructies

 

Art. 93.

 

1° Indeling en gebruik

 

Volgende tijdelijke constructies vallen onder dit deel met bijkomende maatregelen:
-podia
-tribunes
-tenten
-kramen


Indien één of meerdere van voormelde constructies deel uitmaken van een groter gebeuren, dan dient dit in zijn geheel beoordeeld in een afzonderlijk veiligheidsdocument, waarbij bijkomende regels kunnen van toepassing zijn.

 

2° Inplanting

 

Voor tijdelijke constructies (tenten, kramen,…) gelden volgende afstandsregels;

- De onderlinge afstand tussen kramen moet min. 1 m zijn.

- Afstand tot gevels van derden met brandweerstand EI60 of uit vol metselwerk/beton: minimum 1 m.

- Afstand tot gevels van derden zonder EI60 of uit niet vol metselwerk/beton: min. 4 m  voor kraampjes met brandrisico.


De tijdelijke constructies mogen de (nood-)uitgangen en evacuatiewegen van derden niet belemmeren.
Bewoonde panden moeten bij tijdelijke constructies toegankelijk blijven voor de hulpdiensten.

 

3° Constructie en compartimentering

 

De stabiliteit dient steeds gewaarborgd, ook bij extra belasting door weersinvloeden (wind, sneeuw,…).
De nodige maatregelen dienen hiertoe genomen en desgevallend bijgestuurd.
Dit dient aangetoond:
-  voor een capaciteit tot 1000 pers. of een gecumuleerde gebruikte opp. vanaf 100 m²: door de constructeur of plaatser;
- voor een capaciteit vanaf 1000 pers. of een gecumuleerde gebruikte opp. vanaf 500 m² of bij meerdere bouwlagen:  door een keuringsorganisme.
Het verslag dient gunstig te zijn voor minstens 3 aspecten:
1. de plaatsing/opstelling (referentie is het bouwboek van de fabrikant horend bij een tent/tijdelijke constructie);
2. de lasten (eigen gewicht, gebruikslasten, wind- en sneeuwbelasting);
3. brandreactie van de brandbare materialen  (vervaardigd of bekleed met materialen brandklasse min. A2 (Belgisch), M2 (Frans) of C (Europees)).

 

4° Evacuatie

De nodige evacuatieruimte rond elke tijdelijke opstelling moet steeds gewaarborgd blijven.

 

5° Bijzondere ruimtes en installaties

 

Ter bescherming tegen de risico’s verbonden aan installaties of technieken dienen de nodige maatregelen genomen.  Dit moet blijken uit de risicoanalyse, regels van goede praktijk, instructies en positieve/geldige keuringsverslagen of rapporten.
Een minimumafstand van 4 m dient steeds behouden tussen de publiektoegankelijke ruimtes en technische voorzieningen (of eraan gekoppelde activiteiten) zoals stroomvoorziening, verwarming, verlichting, koken, gas.

 

6° Veiligheidsuitrusting

 

Voor tenten en afgesloten terreinen kan als alarmsysteem gelden:
- tot 500 personen: de klankinstallatie;
- tot 1000 personen: de klankinstallatie met als back-up megafoon(s);
- boven 1000 personen of bij meerdere bouwlagen: de klankinstallatie met autonome stroombron.

 

Tabel 1: periodieke controles

 

voorwerp

gebouw
kamers

tenten
terreinen

 

inhoud

Perio.

Uitvoer.

Perio.
(max. j)

Uitvoer.

Hoogspanning

Conf.

J

EDTC

-

-

Laagspanning
(gebouw/stroomgroep)

Conf.

5j

EDTC

Werk.

EDTC

Veiligheidsverlichting
(lichtsterkte)

Conf.

Indienstn.
Wijziging

EDTC

-

-

Veiligheidsverlichting

Werk.
aut.

J

BP

Werk.

BP

Verwarming (gas)

Werk.

2j

BI

Werk.

BI

Verwarming (mazout, vast)

Werk.

j

BI

Werk.

BI

Schoorsteen (mazout, vast)

Werk.

j

BI

-

-

Gasdichtheid

Conf.

4j

BI

Werk.

BI

Waarschuwing & alarm

Werk.

j

BI

Werk.

BP

Branddetectie
(incl. sturingen)

Conf.

Indienstn.
wijziging.

EDTC

-

-

Branddetectie
(incl. sturingen)

Werk.

j

BI

-

-

Blustoestellen

Werk.

j

BI

j

-

Checklist goede staat en werking:
- deursluiters
- blusmiddelen
- veiligheidsverlichting
- rookkoepel
- dampkappen

Werk.

continu

BP

-

-


EDTC = erkende dienst voor technische controles (‘erkend organisme’)
BI = bevoegd installateur
BP = bevoegd persoon (aangeduid door de uitbater/eigenaar)

conf. = conformiteit met de geldende voorschriften/normen
werk. = goede werking bij gebruik
aut. = autonomie
indienstn. = indienstname

 

Begrippenkader -  brandveiligheid Publiek Toegankelijke Plaatsen

 

Gebouw

= een voor mensen toegankelijke overdekte ruimte, geheel of gedeeltelijk omsloten met wanden
 

Open gebouw of tent

= een gebouw of tent wordt als open beschouwd bij ten minste 50% volledig open buitenwanden


Theoretische capaciteit

= de maximale capaciteit die op een bepaalde plaats infrastructureel aanwezig kan zijn, rekening houdend met de regels uit art. 210 en art. 222 inzake uitgangen (aantal, plaats, breedte én karakteristieken) en inzake oppervlakte (bruto, t.t.z. zonder aanwezigheid van andere dan de normale vaste objecten)


Veiligheidscapaciteit

= de kleinste waarde van capaciteit op een bepaalde plaats en naar aanleiding van algemeen of specifiek gebruik, bepaald door a en b:

a. de netto bruikbare oppervlakte (na aftrek van alle voorwerpen zoals tenten, podia, vestiaire,etc. – losse tafels en stoelen dienen hierbij niet afgetrokken)

b. de totale evacuatiebreedte van de vrije en conforme uitgangen.


Kamerwoning

= locatie met nachtbezetting waar 1 of meerdere basisvoorzieningen (eten, slapen, wassen) moeten gedeeld worden OF gebouwen met (slaap-)kamerverhuur


Nieuwe kamerwoning

= elke kamerwoning die een omgevingsvergunning aanvraagt vanaf de datum van inwerkingtreding


Parkeerruimte

= plaats waar volgende voertuigen gestald kunnen/mogen worden:

- gemotoriseerd voortbewegingstoestel;

- gemotoriseerd rijwiel;

- bromfiets;

- motorvoertuig

 

 

        De artikelen 94 en 95 van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk worden opgeheven.

        In het bijzonder deel van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk wordt het hoofdstuk 8 'brandveiligheid' van titel 3, bestaande uit de artikelen 233 tot en met 292, opgeheven.

        onderhavige aangepaste APV treedt in werking op 1 augustus 2025.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Punt bijlagen/links GR 2025.07.10 - APV Deerlijk - gecoördineerde versie.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van GR van 10 JULI 2025

4. Hoogstraat 70-72 - aankoop bouwgrond - principiële goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de aankoop van twee percelen bouwgrond, gelegen in de Hoogstraat 70-72 en kadastraal gekend onder Deerlijk, 1e afdeling, sectie A, nummer 245Y en 245Z, voor de overeengekomen prijs van 341.455,00 euro, goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Notarissen Deerlijk wordt aangesteld voor de opmaak en het verlijden van de akte.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GR van 10 JULI 2025

5. Premiereglement - huwelijksjubilea - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

 

PREMIEREGLEMENT voor huwelijksjubilea

 

Art. 1.

Men kan een premie verkrijgen bij een huwelijksjubileum.

 

Art. 2.

Deze premie betreft een geschenk van de gemeente aan Deerlijkse jubilarissen.

 

Art. 3.

Onder jubilea wordt begrepen: de jubilarissen die hun 50ste huwelijksverjaardag vieren en vanaf de 60ste huwelijksverjaardag, om de 5 jaar.

 

Art. 4.

De premie bedraagt:

 

Niet-vierders

75 euro

Ontvangst gemeentehuis

75 euro

Bezoek ten huize/andere locatie

125 euro

 

Art. 5.

Het geschenk wordt aangeboden in de vorm van Deerlijkbonnen, om zo ook de lokale economie te steunen.

 

Art. 6.

Tenminste één van beide jubilarissen moet gedomicilieerd zijn in Deerlijk op het ogenblik van de huwelijksverjaardag, om recht te hebben op de premie. Voor het organiseren van een eventuele ontvangst of bezoek, wordt contact opgenomen door het secretariaat met de gemeente/stad waar de jubilerende partner gedomicilieerd is, om in onderling overleg te bepalen waar de eventuele viering zal plaatsvinden (in één van beide gemeenten/steden).

 

Art. 7

De aanvraag van de premie dient te gebeuren via het daartoe bestemde aanvraagformulier of via de gemeentelijke website.

 

Art. 8.

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot 31 januari 2031.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement

bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Overzicht punten

Zitting van GR van 10 JULI 2025

6. Toegevoegd punt bij toepassing van artikel 21 - Uitbreiding openingsuren van het gemeentehuis van Deerlijk - beslissing - Toegevoegd punt

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit niet in te gaan op de vraag van Team Deerlijk, bij mail van Philip Ghekiere, om de openingsuren van het gemeentehuis zo aan passen dat het elke week op zaterdagvoormiddag tenminste twee uur toegankelijk is voor de totale dienstverlening van burgerzaken, ook voor burgers zonder afspraak.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Overzicht punten

Zitting van GR van 10 JULI 2025

7. Sportraad - statutenwijziging - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de aangepaste statuten van de sportraad als volgt goed te keuren:

 

 

Statuten sportraad

 

In Deerlijk werd op vraag van de gemeenteraad een “Gemeentelijke Sportraad” heropgericht  met als doel het stimuleren, adviseren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid

 

HOOFDSTUK I: DOELSTELLING

 

Art. 1

De sportraad heeft in het algemeen tot doel de sport, de lichamelijke opvoeding en de openluchtrecreatie te bevorderen bij alle inwoners van de gemeente.

 

Hij doet dit onder andere door:

        het geven van advies aan de gemeentelijke overheid, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek, inzake alle aangelegenheden die de sportraad belangrijk acht in het kader van het sportbeleid;

        het geven van advies, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek, inzake planning en uitbouw van sportinfrastructuur in de gemeente;

        het tot stand brengen van overleg en samenwerking tussen alle Nederlandstalige sportinitiatieven, onder andere sportverenigingen, sportprojecten, instellingen, scholen en organisaties, zowel private als publieke, die sportieve activiteiten ontplooien op het grondgebied van de gemeente;

        het voorstellen van op de behoeften afgestemde initiatieven op gebied van kaderopleiding;

        de deelname aan het geregeld gezamenlijk overleg met andere bestaande raden voor culturele aangelegenheden en de onderlinge uitwisseling van informatie;

        het huldigen van de sportlaureaten en kampioenen van de gemeente;

        het verstrekken van advies aan het gemeentebestuur i.v.m. speciale sporttoelagen;

        het adviseren van het integraal strategische (sport)meerjarenplan van de gemeente;

        het adviseren van de aanpassingen van het meerjarenplan.

 

HOOFDSTUK 2: SAMENSTELLING EN STRUCTUUR

 

Art. 2

De sportraad moet voldoende representatief zijn voor alle bestaande vormen van sportbeoefening bij de bevolking (competitiesport, recreatiesport, schoolsport, vrije tijd en hobby en alle andere bestaande vormen van sportbeoefening bij de bevolking).  De representativiteit wordt nagestreefd naar doelgroepen, regio’s, leeftijd en geslacht binnen de gemeente. De sportraad is samengesteld uit een algemene vergadering, kernraad sport en een dagelijks bestuur. Ten hoogste twee derde van de leden is van hetzelfde geslacht.

 

ALGEMENE VERGADERING

 

Art. 3

Het gemeentebestuur zal via de sportraad de actoren betrekken die het Nederlandstalig sportleven bevorderen, zijnde:

  1. Alle sportverenigingen en –organisaties, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers en een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente.
  2. Alle sportorganisaties en instellingen, zowel private als publieke, die werken met professionele beroepskrachten en een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente (commerciële fitnessinstellingen, sportclubs die personeel tewerkstellen, maneges, private sportclubs…..).
  3. Deskundigen inzake sport.Deskundigen zijn personen die wegens hun bijzondere sportieve bevoegdheid en/of bekwaamheid positief kunnen bijdragen tot de werking van de sportraad. Zij kunnen geen lid zijn van een organisatie die lid is van de sportraad.

 

Art. 4

Elke Deerlijkse sportvereniging, sportorganisatie en sportinstelling wijst, volledig vrij, 1 effectief lid aan. Indien dit lid niet aanwezig kan zijn, mag een vervanger optreden als stemgerechtigd lid. Deze leden dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  1. Zij moeten lid zijn van de vereniging, organisatie of instelling die zij vertegenwoordigen.
  2. Zij mogen niet meer dan 1 vereniging, organisatie of instelling vertegenwoordigen.

 

Art. 5

Alle leden van de algemene vergadering van de sportraad zijn stemgerechtigd. Elk lid heeft 1 stem.

 

Art.  6

Gemeenteraadsleden kunnen als niet-stemgerechtigd lid de algemene vergadering bijwonen met deelname aan het debat. De schepen bevoegd voor de sport kan als waarnemer de vergaderingen van de sportraad bijwonen.

 

Art  7

De sportgekwalificeerde ambtenaar (sportfunctionaris) volgt de vergaderingen van de sportraad als waarnemer. De sportgekwalificeerde ambtenaar (sportfunctionaris) heeft een actieve rol, volgt actiepunten mee op, zoekt mee naar oplossingen en staat in voor de informatiedoorstroming van en naar de sportraad. Hij heeft geen stemrecht.

 

Art. 8

Een vereniging, organisatie, instelling, deskundige,… die lid van de sportraad wenst te worden, dient een aanvraag te richten aan het dagelijks bestuur van de sportraad. Indien ze beantwoordt aan de in art. 3 gestelde normen, kan men toetreden tot de algemene vergadering.

 

Art  9

Tot de bevoegdheid van de algemene vergadering behoren:

  1. Het goedkeuren en/of wijzigen van de statuten.
  2. Het aanvaarden en uitsluiten van leden van de algemene vergadering, zowel van de organisaties als de deskundigen.
  3. De aanstelling en het ontslag van de leden kernraad sport.
  4. Het aanbrengen en formuleren  van beleidsvoorstellen met betrekking tot sport.

 

Art. 10

De algemene vergadering komt samen bij het begin van een nieuwe legislatuur. Daarnaast komt de algemene vergadering samen, zo dikwijls als de belangen van de sport het vereisen.  Door de verdere digitalisering worden alle leden ten gepaste tijde op de hoogte gebracht van de laatste beslissingen van het gemeentebestuur inzake sportmateries.

 

 

KERNRAAD SPORT

 

Art. 11

 

  1. De algemene vergadering kiest (geheime stemming) bij het begin van een nieuwe legislatuur, uit haar leden, onder de voorgedragen kandidaten, minimum 7 en maximum 9 mensen voor de kernraad sport. De kernraad sport streeft naar een gelijkwaardige vertegenwoordiging van elke doelgroep.
  2. De kernraad sport duidt een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris aan.
  3. De voorzitter leidt de vergadering. Indien niet aanwezig of verontschuldigd neemt de ondervoorzitter de leiding van de vergadering waar.
  4. De secretaris woont in principe alle vergaderingen bij en maakt een verslag op dat tijdens de daaropvolgende vergadering ter goedkeuring wordt voorgelegd.
  5. De duur van de bestuursmandaten bedraagt 6 jaar, behoudens tussentijdse noodzakelijke aanpassingen of vernieuwingen.
  6. De bestuursmandaten die worden toegekend lopen in principe tot 31 december van het jaar waarin de gemeenteraadsverkiezingen zijn gehouden. De verkiezing van het nieuwe bestuur vindt plaats voor 30 juni van het daaropvolgende jaar. Het zetelende bestuur regelt de hersamenstelling.
  7. De kernraad sport komt samen zo dikwijls als de belangen van de sport het vereisen. Het dagelijks bestuur stelt de dagorde op. Een uitnodiging met agenda wordt tenminste acht dagen vooraf verstuurd.

 

Art. 12

Tot de bevoegdheid van de kernraad sport behoren:

 

  1. Inspraak- en adviesrecht over sportmateries in verband met het beheer van de sportinfrastructuur, zoals bij nieuwbouw, verbouwingswerken, inrichting en uitrusting, het financiële beleid en het personeelsbeleid.
  2. Het opstellen van alle sportreglementen, de concessiecontracten en de huurovereenkomsten die verband houden met de werking van de sportdienst.
  3. Advies over alle beleidsbeslissingen van de inrichtende overheid inzake de sportinfrastructuur Deerlijk.
  4. Oprichten van werkgroepen: om bepaalde specifieke aangelegenheden beter te behartigen kunnen er tijdelijke of permanente werkgroepen opgericht worden uit de leden van de algemene vergadering.  De voorzitter, de secretaris, de sportfunctionaris en de schepen van sport maken deel uit van deze werkgroep(en). Het lidmaatschap van een werkgroep loopt zolang als noodzakelijk.  De kernraad sport kan altijd overgaan tot stopzetting van deze werkgroepen.

 

Art. 13

De kernraad sport heeft geen recht op tussenkomst in de inhoud van activiteiten die plaatsvinden op initiatief van de gebruikers, behalve wat betreft die activiteiten die in strijd zijn met de wetgeving.

 

Art. 14

De schepen bevoegd voor de sport wordt als waarnemer uitgenodigd op de vergaderingen van de kernraad sport.

 

Art. 15

De sportgekwalificeerde ambtenaar (sportfunctionaris) volgt de vergaderingen van de kernraad sport als waarnemer. De sportgekwalificeerde ambtenaar (sportfunctionaris) heeft een actieve rol, volgt actiepunten mee op, zoekt mee naar oplossingen en staat in voor de informatiedoorstroming van en naar het bestuur. Hij heeft geen stemrecht.

 

Art. 16

De duur van de mandaten bedraagt 6 jaar, behoudens herverkiezing. Wanneer een mandaat van een lid van de kernraad sport tussentijds vacant wordt, wijst de algemene vergadering een opvolger aan, die het mandaat van zijn voorganger voltooit.

Bij vacatie van de functie van voorzitter en/of ondervoorzitter benoemt de kernraad sport een plaatsvervanger tot de eerstvolgende algemene vergadering. Deze wijst een opvolger aan, die het mandaat van zijn voorganger voltooit.

 

Art. 17

De bevoegdheden die niet uitdrukkelijk aan de algemene vergadering zijn toegewezen, behoren tot de bevoegdheid van de kernraad sport.

 

DAGELIJKS BESTUUR

 

Art. 18

De voorzitter en de secretaris van de kernraad sport, de schepen van sport en de sportfunctionaris vormen het dagelijks bestuur.

 

Art. 19

Het dagelijks bestuur bereidt de vergaderingen van de kernraad sport  en de algemene vergadering voor en voert alle taken uit die voortvloeien uit de beslissingen van de kernraad sport en algemene vergadering.

 

HOOFDSTUK 3: RELATIE GEMEENTEBESTUUR - SPORTRAAD

 

Art. 20

De sportraad vraagt zijn erkenning aan het gemeentebestuur en legt daartoe zijn statuten/huishoudelijk reglement en de latere wijzigingen ervan, ter goedkeuring voor.

 

Art. 21

Het gemeentebestuur bepaalt, na advies van de sportraad, de voorwaarden en modaliteiten van de oprichting en erkenning van de sportraad en van de werking van de sportraad, inzonderheid betreffende:

  1. maatregelen waarmee het recht op informatie van de sportraad ten aanzien van het gemeentebestuur wordt gewaarborgd;
  2. de wijze van aanvragen en uitbrengen van de adviezen met inbegrip van de termijn binnen dewelke advies dient te worden uitgebracht;
  3. de termijn binnen dewelke de gemeenteraad een gemotiveerd standpunt nopens de uitgebrachte adviezen inneemt;
  4. maatregelen met betrekking tot de openbaarheid van de werkzaamheden van de sportraad;
  5. de wijze van betrokkenheid van de sportraad bij de opmaak, uitvoering en evaluatie van het meerjaren(sport)beleidsplan.

 

Art. 22

Binnen het kader van de goedgekeurde gemeentebegroting voorziet het gemeentebestuur een werkingsbudget voor de gemeentelijke sportraad.

 

Art. 23

Het gemeentebestuur stelt een vergaderlokaal ter beschikking aan de sportraad.

 

Art. 24

Het gemeentebestuur zal ter dekking van de risico's ‘Burgerlijke Aansprakelijkheid en Rechtsbijstand’ en ‘Lichamelijke Ongevallen’ de nodige verzekeringspolissen afsluiten voor de leden van kernraad sport.

 

Art. 25

De sportraad moet uiterlijk zes maanden volgend op de installatie van de nieuwe gemeenteraad, opnieuw worden opgericht.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Overzicht punten

Zitting van GR van 10 JULI 2025

8. Cultuurraad - statutenwijziging en huishoudelijk reglement - goedkeuring

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GR van 10 JULI 2025

9. Vrije Tijd - reglement ontlening balletvloer - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het reglement betreffende de ontlening van de balletvloer van de vrijetijdsdienst, en de bijhorende retributies, als volgt goed te keuren:

 

Reglement ontlening balletvloer vrijetijdsdienst

 

Artikel 1

 

De balletvloer van de vrijetijdsdienst van gemeente Deerlijk kan, maximum 6 maanden op voorhand, aangevraagd worden door elke erkende Deerlijkse vereniging, en dit voor de juiste doeleinden: een dansoptreden, een theatervoorstelling, een muzikale act... De aanvraag dient te gebeuren per e-mail via vrijetijd@deerlijk.be of via het onthaal van OC d’Iefte.

 

Indien er zich een discussie of uitzondering opwerpt rondom het verhuur van de balletvloer van de vrijetijdsdienst, wordt dit eerst ter goedkeuring op het college van burgemeester en schepenen gebracht.

 

Artikel 2

 

De balletvloer wordt ofwel door de vrijetijdsdienst geïnstalleerd in OC d’Iefte zelf of in de gemeentelijke buurthuizen, of kan in samenspraak met de vrijetijdsdienst op een overdekte locatie  in Deerlijk worden geleverd.

 

Artikel 3

 

De geldende prijs van de ballettape die nodig is om de balletvloer aan de ondergrond te bevestigen wordt aangerekend aan de erkende Deerlijkse vereniging die de balletvloer aanvraagt.

 

Artikel 4

 

Als een erkende Deerlijkse vereniging de balletvloer van de vrijetijdsdienst van gemeente Deerlijk aanvraagt ter gebruik van een niet-Deerlijkse vereniging, zal hiervoor een retributie gevraagd worden van 30,00 euro per rol, per dag dat de balletvloer ontleend wordt. Deze retributie wordt aangerekend bovenop de kostprijs van de ballettape nodig om de balletvloer te installeren.

 

Artikel 5

 

Elke vorm van schade (exclusief slijtage) berokkend door de huurder aan de balletvloer zal worden aangerekend aan de huurder.

 

Bij onherstelbare beschadiging alsook bij diefstal en bij verlies van materiaal, wordt de kostprijs voor het aanschaffen van nieuw materiaal integraal aan de huurder doorgerekend.

 

Bij de herstellingskost en/of de kostprijs voor aanschaffen van nieuw materiaal wordt een administratieve vergoeding aangerekend ten bedrage van 10 % van het verschuldigde bedrag met een maximum van 50,00 euro.

 

Indien de uitgeleende balletvloer in een bevuilde staat terugkeert naar de vrijetijdsdienst en deze gepoetst dient te worden door het personeel van de gemeente, wordt er een vergoeding aangerekend overeenkomstig de gepresteerde uren van het personeel aan 50,00 euro per begonnen uur/per persoon.

Bij vaststelling van niet correct behandelen van materiaal of het niet naleven van het retributiereglement wordt het college van burgemeester en schepenen hiervan in kennis gebracht en bij herhaling kan het college van burgemeester en schepenen beslissen tot uitsluiting van het reglement voor een bepaalde duur. De huurder wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement  bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op de 5de werkdag na de bekendmaking ervan.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GR van 10 JULI 2025

10. Feestelijkheden - Fancy Fair 2025 - tijdelijke politieverordening - tijdelijke privatisering van een deel van het openbaar domein bij een evenement - vaststelling

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend tijdelijk politiereglement ter privatisering van een gedeelte van het openbaar domein, in het kader van de organisatie van de Fancy Fair 2025, als volgt goed te keuren:

 

Tijdelijk politiereglement ter privatisering van openbaar domein naar aanleiding van Fancy Fair 2025

 

Overeenkomstig artikel 115-2° en artikel 117 van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid wordt een deel van de evenementenzone op het openbare domein geprivatiseerd om private bewakingsactiviteiten gedurende het evenement toe te laten met het oog op het verzekeren van de algemene veiligheid van de bezoekers van het evenement.

 

De gemeente Deerlijk stelt bij wijze van een tijdelijke politieverordening de evenementen- zone(s) vast waarbinnen de organisatoren private bewaking kunnen inzetten.

 

Het precieze werkdomein van de betrokken firma's (private beveiliging) werd bepaald op het veiligheidsoverleg tussen ordediensten en organisatoren, zoals aangeduid op het plan in bijlage, op 18 maart 2025: het Gaverdomein.

 

De organisator duidt het begin en het einde van de evenementenzone aan volgens de wijze bepaald door het Ministerieel besluit van 10 november 2017.

 

De data omvatten louter de evenementdagen van het meerdaagse evenement waarop effectief private bewakingsagenten zullen worden ingezet. Er is bovendien geen sprake van nachtbewaking.

 

De organisator kan enkel beroep doen op een door de FOD Binnenlandse Zaken erkende bewakingsonderneming.

 

Naam evenement:

Fancy Fair 2025

Periode:

vrijdag 5 september 2025

zaterdag 6 september 2025

Locatie:

Gaverdomein,

Vercruysse De Solarstraat, 8540 Deerlijk

Evenementzone(s):

zoals aangeduid op het plan in bijlage

        groot grasplein naast de scoutslokalen;

        het middenplein tussen het Sociaal Huis en de scoutslokalen;

        de parkeerzone ter hoogte van de torentjes (inrit Gaverdomein);

        de parkeerzone in de Vercruysse de Solartstraat langs de tennisvelden;

        de groenzone rondom en achter de wal, tot aan bistro Gaverkasteel;

        de groenzone tussen het jeugdhuis en bistro Gaverkasteel en de sporthal, inclusief het speelpleintje.

 

 

 

Artikel 2

 

Deze verordening wordt bekendgemaakt zoals voorgeschreven in artikel 286, § 1 Decreet Lokaal Bestuur, via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Deze tijdelijke politieverordening is van toepassing tijdens de Fancy Fair 2025, op vrijdag 5 september 2025 en zaterdag 6 september 2025 in de evenementenzone(s) zoals bepaald in de evenemententoelating, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 25 juni 2025.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Overzicht punten

Zitting van GR van 10 JULI 2025

11. LO - gebruik leerplan Leer Lokaal - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het nieuwe leerplan 'Leer Lokaal' goed te keuren.
Vanaf 1 september 2025 wordt dit leerplan gebruikt in de gemeentelijke lagere school.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Overzicht punten

Zitting van GR van 10 JULI 2025

12. LO - lestijdenpakket 2025-2026 - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het lestijdenpakket voor het schooljaar 2025-2026 van de gemeentelijke lagere school goed te keuren.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Overzicht punten

Zitting van GR van 10 JULI 2025

13. Samenwerkingsovereenkomst Westtoer - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de samenwerkingsovereenkomst voor Toerisme En Recreatie (STER), tussen de gemeente Deerlijk en Westtoer apb goed te keuren.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Overzicht punten

Zitting van GR van 10 JULI 2025

14. OMV_2024154557 - omgevingsvergunning voor het uitvoeren van rioleringswerken (Collector Otegem-Noord) - gemeentelijk rooilijnplan - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de rooilijnplannen, zoals opgenomen in het plangebied van de omgevingsvergunning voor het aanleggen van rioleringen, met bijhorende wegeniswerken en vegetatiewijzigingen, deels op grondgebied van Deerlijk en deels op grondgebied van Zwevegem (OMV_2024154557), zoals aangeduid op de rooilijnplan (plan DEE RL 2.1 en DEE RL 2.2), goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Een afschrift van dit besluit zal bij het aanvraagdossier gevoegd worden en overgemaakt worden aan de vergunningverlenende overheid.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Overzicht punten

Zitting van GR van 10 JULI 2025

15. Adviesraad ALEC - statutenwijziging - goedkeuring

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de statuten van de Adviesraad Lokale Economie (ALEC) aan te passen en als volgt goed te keuren:

 

 

STATUTEN ADVIESRAAD LOKALE ECONOMIE (ALEC)

 

HOOFDSTUK 1: DOELSTELLING

 

Artikel 1

De Adviesraad Lokale Economie, verder ALEC genoemd, is een overleg- en adviesorgaan,

opgericht om de Deerlijkse economische sectoren nauw bij het economisch beleid van de

gemeente te betrekken en hun inbreng erin te verhogen.

 

De ALEC heeft tot doel:

        Overleg en vlotte communicatie tot stand brengen tussen het gemeentebestuur en vertegenwoordigers van de verschillende economische sectoren en tussen de vertegenwoordigers van de verschillende economische sectoren onderling.

        Advies verlenen over alles wat rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking heeft op de lokale economie van de gemeente, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van andere adviesraden opgericht bij hogere wetgeving of gemeenteraadsbesluit.

        Behartigen van de belangen van de lokale economie in al haar aspecten.

        Promoten van de lokale economie in de gemeente.

        Ontwikkelen van initiatieven die de lokale economie bevorderen.

        Versterken van de lokale economie.

 

Bovenstaande opsomming van doelstellingen is niet limitatief.

 

HOOFDSTUK 2: SAMENSTELLING

 

Artikel 2

De ALEC is samengesteld uit stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden, waarbij

minstens een derde van de leden van hetzelfde geslacht is, conform artikel 304 van het

Decreet Lokaal Bestuur.

 

Elk van de volgende sectoren mag minimum1 en maximum 3 vertegenwoordigers afvaardigen:

        Sociale economie

        Landbouw

        Vrije beroepuitoefenaars

        Ondernemers

        Handelaars

        Horeca

 

In de ALEC zetelen ook 3 deskundigen, aangesteld door de gemeente, waaronder de ambtenaar bevoegd voor lokale economie.

 

Niet-stemgerechtigde leden zijn:

        De schepen bevoegd voor lokale economie.

 

Artikel 3

De stemgerechtigde leden moeten aan volgende voorwaarden voldoen:

        De leeftijd van 18 jaar bereikt hebben.

        Gedomicilieerd zijn in Deerlijk of er beroepshalve werkzaam zijn, m.u.v. deskundigen.

        De deskundigen moeten een link hebben met Deerlijk.

 

HOOFDSTUK 3: VERTEGENWOORDIGING

 

Artikel 4

Elke sector beslist over de aanduiding van zijn vertegenwoordigers en deelt deze beslissing schriftelijk mee aan het gemeentebestuur.

 

Deskundigen kunnen zich kandidaat stellen via een algemene oproep of kunnen gericht gezocht worden.

 

HOOFDSTUK 4: MANDAAT

 

Artikel 5

Het mandaat van de stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden van de ALEC geldt voor een periode die samenvalt met een volledige gemeentelijke legislatuur.

 

Alle leden van de ALEC blijven in functie tot de installatie van de nieuwe ALEC.

 

Artikel 6

Het mandaat van de stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden van de ALEC

is onbezoldigd.

 

Artikel 7

Het mandaat van de stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden is hernieuwbaar.

 

Artikel 8

Aan het mandaat van een stemgerechtigd en niet-stemgerechtigd lid van de ALEC

komt een einde door:

        Het niet meer gedomicilieerd of beroepshalve werkzaam zijn in Deerlijk, m.u.v. deskundigen.

        Het vrijwillig aanbieden van het ontslag.

        Het intrekken van het mandaat door de sector die de vertegenwoordiger aanduidt.

 

Elk lid dat zonder verantwoording driemaal na elkaar afwezig is, wordt geacht ontslagnemend te zijn.

 

HOOFDSTUK 5: WERKING

 

Artikel 9

De ALEC kiest onder haar stemgerechtigde leden, m.u.v. de deskundigen, een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris. De voorzitter leidt de vergaderingen. Bij diens afwezigheid wordt die taak overgenomen door de ondervoorzitter.

 

Artikel 10

De voorzitter van de ALEC roept de ALEC minstens twee keer per jaar samen. De ALEC

kan ook samenkomen op verzoek van een derde van zijn stemgerechtigde leden en op verzoek van het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 11

De uitnodiging voor de ALEC gebeurt schriftelijk en minstens 7 dagen voor de dag van de

vergadering. De uitnodiging vermeldt dag, uur en plaats van de vergadering evenals de

dagorde. Elk stemgerechtigd lid van de ALEC kan punten aan de agenda toevoegen mits schriftelijke mededeling ervan aan de voorzitter, uiterlijk 7 dagen voor de dag van de vergadering. Punten die niet geagendeerd zijn, kunnen staande de vergadering ter bespreking worden gebracht, mits instemming van de meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden.

 

Artikel 12

De vergaderingen van de ALEC zijn niet openbaar.

 

HOOFDSTUK 6: WERKGROEPEN

 

Artikel 13

Binnen de ALEC kunnen onder de stemgerechtigde leden te allen tijde werkgroepen ad hoc

worden opgericht, die afzonderlijk vergaderen. Elke werkgroep ad hoc duidt een voorzitter aan. Deze werkgroepen ad hoc rapporteren hun werkzaamheden aan de ALEC.

 

HOOFDSTUK 7: DESKUNDIGEN

 

Artikel 14

De ALEC kan te allen tijde externe deskundigen uitnodigen op haar vergadering. Dit kan ook de bevoegde schepen zijn bij een item dat zijn/haar domein aanbelangt. Deze zijn niet-stemgerechtigd.

 

HOOFDSTUK 8: BESLISSINGEN

 

Artikel 15

Om een geldig advies te formuleren, dient minstens de helft van de stemgerechtigde leden

aanwezig te zijn.

 

Artikel 16

De adviezen en beslissingen van de ALEC worden genomen bij gewone meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden. Bij gelijkheid van stemmen vermeldt het advies de verschillende standpunten die overwogen worden.

 

Artikel 17

Van elke vergadering van de ALEC wordt een verslag opgesteld dat wordt overgemaakt aan

alle leden. Het verslag wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het begin van de eerstvolgende vergadering.

 

Adviezen worden ter kennisgeving overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen.

 

HOOFDSTUK 9: ADVISERING

 

Artikel 18

De door de ALEC verstrekte adviezen zijn niet-bindend voor het college van burgemeester en schepenen. Elke beslissing van het college van burgemeester en schepenen die van het

advies van de ALEC afwijkt, dient ten opzicht van de ALEC gemotiveerd te worden.

 

HOOFDSTUK 10: ONDERSTEUNING

 

Artikel 19

De gemeente biedt gratis infrastructuur aan voor de vergaderingen van de ALEC en voorziet

jaarlijks een krediet op haar budget voor de werking van de ALEC.

 

HOOFDSTUK 11: WIJZIGING STATUTEN

 

Artikel 20

De gemeenteraad kan te allen tijde de statuten van de ALEC wijzigen, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de ALEC. Dit verzoek tot statutenwijziging door de ALEC dient te worden goedgekeurd door minstens twee derde van de stemgerechtigde leden.

 

Stemgerechtigde leden die niet aanwezig kunnen zijn, kunnen een volmacht geven aan een ander stemgerechtigd lid.

 

De openbare zitting van de gemeenteraad wordt geschorst om te hernemen na de openbare zitting van de OCMW-raad.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Overzicht punten

Zitting van GR van 10 JULI 2025

16. Vragen gesteld door raadsleden - kennisname

BESLUIT

Artikel 1

 

De gemeenteraad neemt kennis van de door de gemeenteraadsleden gestelde vragen.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Overzicht punten

Zitting van GR van 10 JULI 2025

17. Vervanging algemeen directeur bij afwezigheid of verhindering - goedkeuring - besloten zitting

 

Er wordt overgegaan tot de besloten zitting van de OCMW-raad.

Publicatiedatum: 14/07/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.