DEERLIJK

12 FEBRUARI 2020

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 5 februari 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 5 februari 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 5 februari 2020 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Bouwmaterialen - dienstjaren 2020-2021-2022-2023 - lastvoorwaarden, wijze van gunnen en uit te nodigen firma's - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lastvoorwaarden, wijze van gunnen en uit te nodigen firma’s voor de opdracht “Bouwmaterialen - dienstjaren 2020-2021-2022-2023” goed te keuren.

 

Motivering

 

In het kader van de opdracht “Bouwmaterialen - dienstjaren 2020-2021-2022-2023” werd een bestek met nr. 2020-04 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 101.022,80 euro excl. btw of 122.237,59 euro incl. 21 % btw.

 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Volgende ondernemers komen in aanmerking om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

  • Vanden Buverie Jozef & Co nv, Spildoornstraat 16 te 8792 Desselgem;
  • Vromant nv, Paanderstraat 35 te 8540 Deerlijk;
  • Christiaens Marc, Grote Heirweg 164 te 8791 Beveren-Leie;
  • Vanden Broucke Beton nv, Rue Provinciale 211 te 7760 Escanaffles.

 

Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 4 maart 2020 om 10.00 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

  • Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.
  • Andere:
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet).
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2016 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

 

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming

101.022,80 euro excl. btw of 122.237,59 euro incl. btw

Actie

Gelijkblijvend beleid

Jaarbudgetrekening

0200-00/61520000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

Visum

vereist

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het bestek met nr. 2020-04 en de raming voor de opdracht “Bouwmaterialen - dienstjaren 2020-2021-2022-2023”, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer worden goedgekeurd.

De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.

De raming bedraagt 101.022,80 euro excl. btw of 122.237,59 euro incl. 21 % btw.

Artikel 2

 

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

 

Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

  • Vanden Buverie Jozef & Co nv, Spildoornstraat 16 te 8792 Desselgem;
  • Vromant nv, Paanderstraat 35 te 8540 Deerlijk;
  • Christiaens Marc, Grote Heirweg 164 te 8791 Beveren-Leie;
  • Vanden Broucke Beton nv, Rue Provinciale 211 te 7760 Escanaffles.

Artikel 4

 

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 4 maart 2020 om 10.00 uur.

Artikel 5

 

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2020, op jaarbudgetrekening 0200-00/61520000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB) en in het budget van de volgende jaren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Grafconcessie - toekenning dubbele percelen - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Algemeen directeur - vaste aanstelling in statutair verband - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Vriendenkring ere-brandweer Zuid-West-Vlaanderen - samenkomst met wandeling - gemeentelijke medewerking - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd materiële medewerking te verlenen naar aanleiding van de samenkomst van de Vriendenkring van de ere-brandweer Zuid-West-Vlaanderen.

 

Motivering

 

Jaarlijks komt de vriendenkring van ere-brandweer Zuid-West-Vlaanderen samen in telkens een andere gemeente/stad met als doel de onderlinge contacten tussen de ere-brandweerlieden van Zuid-West-Vlaanderen in stand te houden.

 

Het aantal aanwezigen bedraagt ongeveer 200 personen.

 

Per persoon wordt een bijdrage gevraagd van 5 euro. Daar is dan inbegrepen: een koffie, uitgestippelde wandeling over 3 verschillende afstanden en een koude schotel na de wandeling. Dranken worden zelf betaald en de vereniging doet zelf een bijdrage van 1 euro per persoon.

 

Op 22 mei 2014 werd deze samenkomst voor de laatste keer georganiseerd door de ere-brandweerlieden van Deerlijk.

 

Op donderdag 27 augustus 2020 wensen zij dit opnieuw te organiseren in de nieuwe brandweerkazerne.

 

Zij vragen van de gemeente:

          toelating voor het gebruik van de nieuwe brandweerkazerne op donderdag 27 augustus 2020 - positief advies van HVZ Fluvia (Bart Deschamps) ontvangen op 27 januari 2020;

          inname van de parkeerstrook in de Vichtesteenweg, tussen de firma Devos-Caby en de verkeerslichten aan den Belgiek - positief advies van PZ Gavers, ontvangen op 27 augustus 2020;

          het gebruik van 45 tafels en 250 stoelen;

          het gebruik van 2 koffie-douches, 250 koffiekopjes en -schoteltjes; 250 koffielepels;

          gratis koffie;

          gratis suiker en melk;

          gratis koekjes.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit toelating te verlenen:

 

          voor het gebruik van de nieuwe brandweerkazerne op donderdag 27 augustus 2020;

          voor de inname van de parkeerstrook in de Vichtesteenweg, tussen de firma Devos-Caby en de verkeerslichten aan den Belgiek op donderdag 27 augustus 2020;

          het gebruik van 45 tafels en 250 stoelen;

          het gebruik van 2 koffie-douches, 250 koffiekopjes en -schoteltjes; 250 koffielepels;

          gratis koffie;

          gratis suiker en melk;

          gratis koekjes.

 

Artikel 2

 

De levering van de materialen gebeurt op woensdag 26 augustus 2020 en de ophaling van de materialen gebeurt op vrijdag 29 augustus 2020.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

          W13 - Raad van Bestuur van 31 januari 2020 (notulen + besluitenlijst);

          Mijn Huis - Raad van Bestuur van 28 januari 2020

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Zwembad - offertes en raamcontracten - 2020 - week 7 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de offertes met betrekking tot bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk goed te keuren.

 

Motivering

 

FARYS/TMVW legt offertes voor bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk steeds ter goedkeuring voor aan beide gemeenten.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft hiertoe het budgethouderschap.

 

Volgende offertes voor bestellingen worden ter goedkeuring voorgelegd:

 

          Lyreco, afname raamcontract:

          bureaumateriaal en papierwaren: 456,49 euro, excl. btw

 

          Aquapro, offerte 20200100040:

          fotometer (chloormeetapparaat): 438,72 euro, excl. btw

 

          HAKO, raamcontract O-2020/027/SL/JV:

          scrubmaster B30 + borstel: 2.358,76 euro, excl. btw

          scrub-Pro mop incl. borstels: 2.111,29 euro, excl. btw

          cleanserv stof - waterstofzuiger: 110,00 euro, excl. btw

 

          Mariner, offerte (onderdeel huurofferte zwembadrobot):

          Hulpsysteem om de filter van de zwembadrobot te reinigen: 286,15 euro, excl. btw)

 

          Salubris, raamovereenkomst, offerte OF 20/251:

          schoenovertrekken, vuilzakken, zeep, ...: 2.229,91 euro, excl. btw

 

          Salubris, raamovereenkomst, offerte OF 20/248:

          vuilbakken/containers: 1.779,60 euro, excl. btw

 

Volgend nieuw raamcontract wordt ter goedkeuring voorgelegd:

 

          IJsfabriek, raamovereenkomst 4600004860 - AD - ALL - 15 - 10 - 84:

          medische zuurstofflessen huur (2 stuks, 8,95 euro/fles/maand) + vullen op afroep (5,24 euro/vulling, niet in jaarlijkse kost verrekend): 214,80 euro/jaar, excl. btw

 

          ISS Facility Services, raamovereenkomst SPORT-MULTI_009-049-20-001:

          ramenwas (gevelramen binnen en buiten), separatieglas, koepel, fietsenstalling: 884,00 euro/jaar, excl. btw

 

          Rick De Volder, offertevraag:

          dakruimen op afroep (obv uurtarief): 5.400,00 euro/jaar, excl. btw

 

          Mariner, offerte:

          huur zwembadrobot (stofzuiger) Mariner 35 clubliner PLUS (156 euro/maand, afgewogen met aankoopprijs van 8.700 euro en geschatte levensduur van 5 jaar): 1.872,00 euro/jaar, excl. btw

          onderhoudscontract zwembadrobot: 295,00 euro/jaar, excl. btw

 

          HAKO, raamcontract:

          onderhoudscontract B30 scrubmaster: 138,65 euro/jaar, excl. btw

 

          Selecta, raamcontract:

          Huur waterautomaat CW818 voor personeel, inclusief jaarlijkse preventief onderhoud: 294,00 euro/jaar, excl. btw

 

          AIB Vincotte:

          wettelijke keuring industriële elektrische hoogspanning 1 cabine - jaarlijks: 107,20 euro/jaar, excl. btw

          wettelijke keuring industriële elektrische laagspanning 8 borden - vijfjaarlijks: 587,50 euro/5 jaar, excl. btw

          wettelijke keuring gasinstallatie aardgas 1 hoofdteller - jaarlijks: 265,90 euro/jaar, excl. btw

          periodiek nazicht PBM's en behandelingstoestellen: 319,50 euro/jaar, excl. btw

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

Eénmalige kosten: 9.770,92 euro, excl. btw (waarvan aandeel Deerlijk: 4.885,46 euro, excl. btw)

 

Jaarlijkse kosten: 9.908,55 euro, excl. btw (waarvan aandeel Deerlijk: 4.954,28 euro, excl. btw)

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de offertes voor de bestellingen en nieuwe raamcontracten zoals hierboven aangegeven goed te keuren in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem - Deerlijk.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

OMV 2020.2 - Europalaan 48/A - opening openbaar onderzoek - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Inname openbaar domein - jaarvergunningen 2020 - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

BV 2013_31 - Hoekstraat ZN - Raad voor Vergunningsbetwistingen - arrest - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 14 januari 2020 aangaande de vergunningsaanvraag voor het bouwen van een windpark bestaande uit 3 windturbines en 2 middenspanningscabines langs de E17 op de percelen gelegen te Deelijk, Hoekstraat zn en te Waregem, Blauwe-Zwaanstraat zn / Mosschaardstraat zn.

 

Motivering

 

De gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar heeft op 28 oktober 2016 beslist de stedenbouwkundige vergunning te verlenen onder voorwaarden voor de bouw van een windpark bestaande uit 3 windturbines en 2 middenspanningscabines langs de E17 te Waregem en Deerlijk, op een perceel gelegen Hoekstraat ZN te Deerlijk en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B nr. 988 A.

 

De heer Henri Van Cauwenberghe wonende Vichtseweg 166 te 8790 Waregem heeft bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen een verzoekschrift ingediend strekkende tot de vernietiging van de beslissing van 28 oktober 2016 van de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar van het departement RWO – afdeling West-Vlaanderen.

 

De Raad voor Vergunningsbetwistingen heeft in zitting van 14 januari 2020 beslist de beslissing van de verwerende partij van 28 oktober 2016 te vernietigen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

OMV 2020_12 - Rootland 2 - melding klasse 3 - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor een bronbemaling ten behoeve van het plaatsen van een regenwaterput op een perceel gelegen Rootland 2 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 323 Z ingediend door mevrouw Laurence Singier, Rekkemsestraat 256 te 8500 Kortrijk.

 

Motivering

 

De melding ingediend door mevrouw Laurence Singier, Rekkemsestraat 256 te 8500 Kortrijk, werd per beveiligde zending verzonden op 24 januari 2020.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Rootland 2, kadastraal bekend afdeling 2 sectie D nr. 323Z.

 

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: bronbemaling ten behoeve van het plaatsen van een regenwaterput.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

We vragen aan voor 30 dagen. Indien we rekenen op 30 dagen * 3500 l/u x 24 uur = 2520 m³

Vermoedelijk zal bemaling slechts enkele dagen noodzakelijk zijn tijdens de werken. (Nieuw)

30000 m³/jaar

3

 

BEVOEGDHEID

 

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

 

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

 

De melding omvat de volgende meldingsplichtige ingedeelde inrichtingen of activiteiten: winning van grondwater - bronbemaling.

 

De ingedeelde inrichtring of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandregels.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

      Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

      Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door mevrouw Laurence Singier wonende Rekkemsestraat 256 te 8500 Kortrijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde het Bronbemaling ten behoeve van het plaatsen van een regenwaterput gelegen Rootland 2 te Deerlijk.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

We vragen aan voor 30 dagen. Indien we rekenen op 30 dagen * 3500 l/u x 24 uur = 2520 m³

Vermoedelijk zal bemaling slechts enkele dagen noodzakelijk zijn tijdens de werken. (Nieuw)

30000 m³/jaar

3

 

Artikel 2

 

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Vuilnisbakkenplan 2020-2021 - samenwerking met Imog en Mooimakers - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen aan een gezamenlijk vuilnisbakkenplan ondersteund door Imog en gesubsidieerd door Mooimakers.

 

Motivering

 

Op 21 januari 2020 kregen we vanuit Imog een elektronisch schrijven met de vraag om in samenwerking met Mooimakers het vuilnisbakken beheerplan, zoals opgestart in 2018-2019 verder te zetten in 2020 en 2021.

 

Voor deze samenwerking wordt een financiële bijdrage voorzien onder de vorm van een forfaitair bedrag per gemeente afhankelijk van het aantal inwoners. Een overzicht van deelnemende steden en gemeenten:

Gemeente

Aantal inwoners

Subsidie

Anzegem

14 716

8.000 euro

Avelgem

10 158

8.000 euro

Deerlijk

11 946

8.000 euro

Harelbeke

28 158

9.000 euro

Kruisem

15 641

8.000 euro

Kuurne

13 484

8.000 euro

Waregem

38 266

10.000 euro

Wielsbeke

9 641

7.000 euro

 

Vanuit Mooimakers worden minimum de volgende engagementen en/of inspanningen gevraagd:

1)      Deelname aan opleiding vuilnisbakkenplan bij Mooimakers (18 februari 2020 is er een opleiding voorzien).

2)      Gebruik van de app Mijn Mooie Straat voor inventaris, monitoring en analyse.

3)      Inventaris vuilnisbakken up-to-date houden.

4)      Ledigingsrondes kenbaar en digitaal beschikbaar houden.

5)      Minimaal 8 weken monitoring van de vullingsgraad en misbruik van straatvuilnisbakken.

6)      Plan van aanpak opstellen aan de hand van de analyse  en de monitoring.

7)      Uitvoering van dit plan van aanpak, evaluatie en eventuele bijsturing.

8)      Een procedure opstellen en laten goedkeuren voor het beheer van straatvuilnisbakken.

9)      Communicatie voeren naar de inwoners.

10)Rapportering naar Mooimakers.

 

De ondersteuning vanuit Imog zal de volgende zaken inhouden:

          De inventaris vuilnisbakken in de app Mijn Mooie Straat ingeven alsook de oude metingen in Mijn Mooie Straat steken.

          Een analyse maken van de resultaten van de monitoring, evaluatie en uitwerking van een actieplan. Er wordt een rapport opgemaakt met de bevindingen.

          Imog maakt in overleg met de gemeente een plan van aanpak. De te nemen acties zullen in samenspraak worden bepaald.

          In samenspraak wordt een procedure voor het beheer van de straatvuilnisbakken opgesteld en goedgekeurd: op die manier beschikt het lokaal bestuur over een goedgekeurde procedure voor het beheer van het straatvuilnisbakkenpark en de inplantingscriteria.

          Eventueel doelplaatsacties uitwerken (bv. aanpak rond een hotspot of bv. bij het  invoeren P+MD-vuilnisbakken).

          De verzamelde kennis delen met alle vennoten/gemeenten.

          Communicatie voorbereiden.

          Rapportering naar de Mooimakers toe.

 

In grote lijnen wordt er vervolgens van de gemeenten het volgende verwacht:

          Het uitvoeren van nieuwe metingen vullingsgraad en sluikstortgevoeligheid (minstens 8 keer per jaar: 4 keer 2 opeenvolgende weken).

          Invoeren nieuwe metingen rechtstreeks via een smartphone/tablet ter plaatse ofwel nadien op de computer door gebruik te maken van de app Mijn Mooie Straat.

          De gemeente engageert zich om de acties uit te voeren uit het plan van aanpak. Onder een actie wordt verstaan: het verwijderen, verplaatsen, vervangen, aanpassen/herstellen, aanpassen ledigingsronde, toevoegen van communicatie of toevoegen van nudgingelementen.

          Eventueel praktische uitvoering van mogelijke doelplaatsacties.

          Gebruik van eigen communicatiekanalen voor het informeren van de inwoners.

 

Indien 1 jaar na de start van het project niet werd voldaan aan de tussentijdse doelstellingen voor de inventaris en het aantal metingen, wordt het project stopgezet door de Mooimakers en vervalt de financiële tegemoetkoming van de Mooimakers. Indien na 2 jaar de minimale acties niet werden uitgevoerd, wordt de financiële tegemoetkoming gehalveerd door de Mooimakers.

 

Imog stelt voor om 50 % van de subsidie door te storten aan de gemeente voor de werkuren van de metingen, uitvoeren acties, bespreken en organiseren van de verschillende stappen van het vuilnisbakkenplan. Indien de metingen door sociale economie worden uitgevoerd dan wordt hiervoor het budget van de gemeente gebruikt.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1. Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Bij dit engagement voorziet Mooimakers een forfaitair bedrag, gebaseerd op het aantal inwoners, van  8.000 euro waarbij 50 % bij Imog blijft en 50 % wordt doorgestort naar de gemeente.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen engageert zich voor de uitvoering van het vuilnisbakkenplan volgens de projectvereisten van Mooimakers-Vlaanderen. Er wordt ingestapt bij Imog om een gezamenlijk project vuilnisbakkenplan in te dienen, waarbij de nodige ondersteuning en kennisoverdracht van Imog aan de gemeente gegeven wordt.

 

Artikel 2

 

Mooimakers voorziet voor een project vuilnisbakkenplan een forfaitair bedrag per gemeente, gebaseerd op het aantal inwoners. De gemeente ontvangt 50 % van de subsidie indien de uitvoerende taken gerealiseerd worden door de gemeentediensten. Imog ontvangt 50 % van de subsidie voor de ondersteuning.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

OMV 2019_157 - Keizelbergstraat 4 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een carport bij de woning, op een perceel gelegen Keizelbergstraat 4 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 P2 aangevraagd door Stephanie Valcke namens JAGERSHOF NV gevestigd Harpstraat 5/1 te 8530 Harelbeke.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  7 februari 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

        De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Oude Pastorijstraat, goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 5 november 2014 (dossiernummer 1049/2014.15).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 april 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 4 vrijstaande eengezinswoningen.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Keizelbergstraat, een voldoende uitgeruste weg in een recent aangelegde verkaveling. De verkaveling voorziet vrijstaande, gekoppelde en aangebouwde ééngezinswoningen met maximaal twee bouwlagen en een hellend of plat dak. Voor de eigendom werd op 18 april 2018 een vergunning afgeleverd voor het bouwen van een woning met carport. De woning is op heden opgetrokken, de carport niet.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft betrekking op de heraanvraag van de carport, met beperkte wijzigingen. De aanvrager wenst op het perceel, op 0,50 m van de oostelijke perceelsgrens en op 2 m van de zuidoostelijke perceelsgrens, een carport met tuinberging op te trekken. Tussen de carport en de rooilijn is een oprit voorzien met een lengte van 7 m. De constructie heeft een totale lengte van 9,30 m, waarvan 4,30 m carport en aansluitend 5 m tuinberging. De breedte bedraagt 3 m. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,40 m. Het gevelmateriaal bestaat uit hout.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 20 december 2019 tot 18 januari 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk RUP Oude Pastorijstraat, goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012.

Gezien de voorschriften van het RUP overgenomen werden in de voorschriften van de verkaveling wordt er voor de toetsing van de aanvraag aan het RUP verwezen naar de toetsing aan de niet-vervallen verkaveling.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de verkaveling zoals oorspronkelijk goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 5 november 2014.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Maximale lengte van het bouwkader voor het bijgebouw volgens het verkavelingsplan is 8 m

De lengte van de carport is 9,30 m en valt bijgevolg deels buiten het bouwkader

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de oppervlakte van het bijgebouw (carport en tuinberging) kleiner is dan de maximaal toegelaten 28 m², de maximale terreinbezetting niet overschreden wordt, de inplanting voorzien is op minstens 2 m van de achterperceelsgrens, de afstand tot de zijperceelsgrens 0,50 m bedraagt en de hoogte kleiner is dan 3 m.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de afmeting van de constructie zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking is beperkt gezien de lengte slechts met 1,3 m overschreden wordt en dit gecompenseerd wordt door de breedte van het bijgebouw te beperken tot 3 m i.p.v. de maximaal toegestane 3,50 m. Bijgevolg wordt de maximaal toegelaten oppervlakte van 28 m2 toch gerespecteerd en kan de afwijking positief beoordeeld worden.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Keizelbergstraat een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De omgeving wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door ééngezinswoningen. Het bouwen van een carport bij de bestaande eengezinswoning past zich functioneel in. De aanvrager ontving reeds een vergunning voor het plaatsen van een carport. In voorliggende aanvraag wordt een bijgebouw gekoppeld aan de carport, zoals ook mogelijk gemaakt in de voorschriften van de verkaveling. Door deze koppeling blijft de tuinzone bij de woning vrij en kan deze als kwalitatieve buitenruimte ingericht worden. Door het oprichten van een carport met voorliggende oprit kan op eigen terrein voldoende parkeerplaatsen voorzien worden teneinde te voldoen aan de eigen behoefte en de parkeerdruk op het openbaar domein te beperken. De carport wordt afgewerkt in klassieke materialen zodat deze zich maximaal zal integreren. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Stephanie Valcke namens JAGERSHOF NV gevestigd Harpstraat 5/1 te 8530 Harelbeke, voor het bouwen van een carport bij de woning, op een perceel gelegen Keizelbergstraat 4 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 P2.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

OMV 2019_173 - Windhalmlaan 18 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een ééngezinswoning met carport, op een perceel gelegen Windhalmlaan 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 182 G aangevraagd door Xavier en Evelien Boone - Brunfaut wonende Cantecleerstraat 10 te 8530 Harelbeke.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  7 februari 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

        De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd door de deputatie op 1 september 2011, met als bestemming zone voor wonen en beperkte nevenfuncties.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 28 september 2016 (dossiernummer gemeente: 1122-3/20164).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gemeentelijk RUP Sint-Lodewijk centrum is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

        Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

        Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante verkavelingsvergunningen

Verkavelingsvergunning afgeleverd op 28 september 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van grond in 17 loten met wegenisaanleg.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen op lot 3 van de recente verkaveling Windhalmlaan. De verkaveling bevindt zich in het centrum van Sint-Lodewijk in het binnengebied van de Oliebergstraat – Kapelstraat – Windhalmlaan. De woningen in de omgeving hebben zowel een open, halfopen als gesloten typologie.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het ontwerp voorziet een halfopen eengezinswoning opgebouwd uit twee bouwlagen en een plat dak met een maximale hoogte van 6 m. De woning bevindt zich binnen het bouwkader opgelegd door de verkaveling; op minimum 5 m van de rooilijn, op 3,73 m van de rechter zijkavelgrens, aan de linkerkant op de zijkavelgrens en aan de achterzijde ruim verder dan 8 m ten opzichte van de achterkavelgrens. De woning heeft een breedte van 8,30 m en een diepte van 9,20 m. Op het gelijkvloers bevindt zich een inkomhal met toilet, een zithoek, een eethoek, een keuken, een wasplaats/berging. Op het verdiep worden 3 slaapkamers, een badkamer, een nachthal met toilet en een berging voorzien. De woning wordt opgebouwd als een strakke, moderne woning afgewerkt met volgende materialen; zwart/grijs genuanceerde gevelsteen in combinatie met zwarte gevelbekleding. Aangebouwd aan de rechterzijgevel van de woning wordt een carport voorzien op 3,70 m achter de voorbouwlijn van de woning, met een breedte van 3 m op een diepte van 5,50 m en afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,92 m. De carport wordt opgetrokken in dezelfde materialen als het hoofdgebouw en afgewerkt met zwarte gevelbekleding. De carportconstructie is langs 3 zijden volledig open. Naar de carport wordt een oprit aangelegd in dolomiet. In de achtertuin wordt een terras voorzien met een oppervlakte van 27,45 m², uitgevoerd in tegels. Het volledige perceel wordt tot aan de voorbouwlijn van de woning omzoomd met een haag met een hoogte van 2 m en in de voortuin wordt een haag van 0,5 m voorzien. Tevens wordt in de voortuin een boom van 3de of 4de categorie voorzien.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk RUP Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd door de deputatie op 1 september 2011.

Gezien de voorschriften van het RUP overgenomen werden in de voorschriften van de verkaveling wordt er voor de toetsing van de aanvraag aan het RUP verwezen naar de toetsing aan de verkaveling.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 28 september 2016 (dossiernummer gemeente: 1122-3/20164).

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de bestemming halfopen ééngezinswoning gerespecteerd wordt, de minimale afstand van de voorbouwlijn tot de rooilijn gerespecteerd wordt, de minimale afstand tot de zijkavelgrenzen en tot de achterkavelgrens gerespecteerd wordt, de maximale bouwdiepte op het gelijkvloers en het verdiep gerespecteerd wordt, de maximaal te bebouwen oppervlakte van 50 % per perceel gerespecteerd wordt, het maximum aantal bouwlagen gerespecteerd wordt, de maximale hoogte van 6,5 m nageleefd wordt, de dakvorm vrij is, de carport op 0,5 m van de perceelgrens voorzien wordt, de dakvorm van de carport gerespecteerd wordt, de voorbouwlijn van de carport op minstens 3 m achter de voorbouwlijn van de woning start, de carport langs 3 zijden open is, de maximale oppervlakte van de carport gerespecteerd wordt, de hoogte van de carport beperkt blijft tot 3 m, de kavelgrenzen die geen betrekking hebben op de voortuinzone voorzien worden met een haag van 2 m hoogte, de hagen in de voortuin voorzien worden van groene beuk met een hoogte beperkt tot 0,75 m, in de voortuin een boom van 3de of 4de categorie aangeplant wordt en de strikt noodzakelijke verharding in de voortuin maximaal 1/3de van de totale oppervlakte van de voortuin bedraagt.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Windhalmlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 20.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2.500 liter en een referentieoppervlakte van 8 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een eengezinswoningen in een recent goedgekeurde verkaveling. De aanvraag voldoet zowel naar bouwvolume van de woning als afstand tot de perceelsgrenzen en materiaalgebruik aan de voorschriften van de verkaveling. Op deze manier past de eengezinswoning zich in, in de recent goedgekeurde verkaveling. De carport wordt voorzien op 3,70 m achter de voorbouwlijn van de woning en het betreft een aan 3 zijden open constructie waardoor het karakter van de woning niet verloren gaat. De tuinzone is na de aanleg van het terras nog voldoende ruim teneinde deze kwalitatief in te richten. Er is op eigen terrein ook genoeg parkeergelegenheid voorzien zodat de nieuwe woning geen parkeerhinder zou mogen veroorzaken op de openbare weg.. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Xavier en Evelien Boone - Brunfaut wonende Cantecleerstraat 10 te 8530 Harelbeke, voor het bouwen van een ééngezinswoning met carport, op een perceel gelegen Windhalmlaan 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 182 G.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

OMV 2019_136 - De Spijker 7 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanleggen van een oprit met parkeerplaatsen en het plaatsen van een betonmuur met poort als afsluiting van de eigendom, op een perceel gelegen De Spijker 7 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 575 en (afd. 1) sectie B 577 aangevraagd door Kristof Deleersnyder gevestigd De Spijker 7 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  10 februari 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

  • Het advies van de Intercommunale Leiedal, in het bijzonder onderstaande voorwaarden zijn strikt te volgen:

o        Bij de realisatie van de betonmuur moet bijzondere aandacht besteed worden aan de kwaliteit van de betonpanelen en de uitvoering ervan. Deze kan qua uitzicht met name sterk variëren.

o        Leiedal wenst zicht te krijgen op de materialisatie van de parking vooraleer deze uit te voeren.

o        Nieuwe riolering moet volstrekt geschieden gerealiseerd worden en rekening houden met de eisen van de milieureglementering. Een rioleringsplan dient voor uitvoering van de werken voorgelegd te worden aan Leiedal.

o        De draadafsluiting op de oostelijke perceelsgrens moet in een zwarte kleur (RAL 9005) uitgevoerd worden.

o        De poort moet in een zwarte kleur (RAL 9005) uitgevoerd worden.

  • De aansluitplicht, in toepassing van artikel 4.2.1. van de Vlarem-wetgeving (verplichting tot gescheiden aansluiting op de riolering), moet uitgevoerd worden vooraleer de betonverharding aangelegd wordt.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

  • De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
  • De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
  • De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Vichtesteenweg, goedgekeurd bij ministerieel besluit op 5 februari 2009.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

  • Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
  • Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
  • Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 november 1954 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een bergplaats voor onderbrenging van materiaal als metser-aannemer.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 11 oktober1956 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van het bouwvallige dak van de bergplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 maart 2018 door de Vlaamse overheid voor het uitvoeren van infrastructuurwerken voor het bedrijventerrein De Spijker, meerbepaald de aanleg van een nieuwe riolering, nieuwe wegenis, een HS-cabine, een bufferbekken, infiltratiebekken en een langsgracht met buffercapaciteit en het rooien van bomen.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning klasse 2 afgeleverd op 6 november 1996 voor de uitbating van een aannemersbedrijf (geldig tot 6 november 2016).

        Melding klasse 3 waarvan akte genomen door het college van burgemeester en schepenen op 29 november 2000 voor de uitbating van een aannemersbedrijf (rubriek 16.8.1°)

        Melding klasse 3 waarvan akte genomen door het college van burgemeester en schepenen op 3 juni 2015 voor de uitbating van een aannemersbedrijf (rubrieken 15.1.1°, 17.3.6.1°b, 17.3.7.1°, 17.3.9.1°, 17.4 en 29.5.2.1°)

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

-          Omgevingsvergunningsaanvraag waarvan akte genomen op 12 september 2018 voor de bronbemaling ten behoeve van de wegenbouw

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom situeert zich langs De Spijker, een voldoende uitgeruste weg. Deze weg is ingericht als een doodlopende straat, aansluitend op de Vichtesteenweg. De Vichtesteenweg is de verbindingsweg tussen het centrum van de gemeente met de N36 en het afrittencomplex van de E17. De Spijker betreft een recent ontwikkelde KMO-zone. De aanvrager heeft een bestaand bouwbedrijf, dat momenteel ontsluit via de Vichtestraat.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager moet met voorliggende aanvraag een ontsluiting realiseren op de nieuw aangelegde wegenis van De Spijker.  Hiertoe wordt de zone palend aan de reeds aangelegde oprit op het gedeelte in de wegenis, met een breedte van 6 m aangelegd met gepolierde beton. Aan de rechterzijde van deze betonverharding worden 5 parkeerplaatsen aangelegd, haaks op de oprit en aan de linkerzijde nog eens 2 langsparkeerplaatsen. Ten opzichte van de wegenis en ten opzichte van de linkerzijperceelsgrens wordt een haag aangeplant met een hoogte van 1 m. Op 14,10 m achter de rooilijn wordt een betonmuur geplaatst met een hoogte van 2 m. Ter hoogte van de inrit tot de site wordt een poort voorzien met een breedte van 5,40 m eveneens met een hoogte van 2 m. De betonmuur die zich aan de voorzijde bevindt wordt langs beide zijperceelsgrenzen doorgetrokken, dit in functie van het stapelen van het materiaal op eigen terrein.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 15 november 2019 tot 14 december 2019. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen  bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

De Intercommunale Leiedal werd om advies verzocht op 7 november 2019. De adviesinstantie bracht op 29 november 2019 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1.   ‘‘Toetsingskader

-          Bijzondere voorwaarden die van toepassing zijn op dit perceel: “Deerlijk – De Spijker – Deleersijder – Bijzondere voorwaarden” de dato 12 juni 2019.

-          Het schematisch grondplan

Beiden aangehecht aan de akte van 6 september 2019

 

2.      Bemerkingen en vaststellingen

2.1.  Betonmuur

Het plan vermeldt een betonmuur van 2 meter hoogte zonder verdere specificatie. Afhankelijk van het type gebruikte beton kan deze betonmuur qua uitzicht dus sterk variëren. Omdat het uitwendig voorkomen van deze betonmuren in aanzienlijke mate mede beeldbepalend is voor het visueel totaalbeeld van het bedrijventerrein “De Spijker”, benadrukt Leiedal het belang om bijzondere aandacht te besteden aan de kwaliteit van de betonpanelen en de uitvoering ervan. Deze kan qua uitzicht met name sterk variëren.

 

2.2.  Buitenverharding

De parkeerplaatsen worden voorzien in waterdoorlatende verharding, zonder verder te specifiëren. Het is gewenst om zicht te krijgen op de materialisatie van de parking.

 

2.3.  Rioleringen

Op de Spijker moeten de kopers verplicht rekening houden met het gescheiden afwateringsstelsel en met de eisen van de milieureglementering ter zake en dat ze daarop hun privaat rioolstelsel dienen af te stemmen.

Het bedrijf dient dus enerzijds het regenwater (met inbegrip van het oppervlaktewater), en anderzijds het afvalwater, volstrekt gescheiden op te vangen en af te voeren naar het openbaar rioolstelsel (opgevat als een dubbel rioolstelsel).

Er is niets opgenomen met betrekking tot de afwatering zodat we geen zicht hebben of er rekening wordt gehouden met het gescheiden rioolstelsel.

Bij de infrastructuurwerken werden er wel wachtbuizen voorzien voor een DWA- en een RWA-aansluiting voor het perceel van Deleersnyder. Deze bevinden zich aan de oostzijde van de oprit.

Ook werd de volledige oppervlakte van het perceel Deleersnyder meegerekend als verharde oppervlakte voor wat betreft de aanwezige collectieve waterbuffering (à 330 m³ waterbuffering per m²).

Het is bijgevolg gewenst om zicht te krijgen op de wijze van afwatering om te zien of deze voldoet aan de eisen ter zake.

 

2.4.  Afsluitingen

Op de oostelijke perceelsgrens wordt een afsluiting van max. 1 m hoog voorzien tot aan de betonmuur. Verdere specificaties ontbreken. Deze moet in zwarte kleur (RAL 9005) uitgevoerd worden.

 

2.5.  Poort

Achter de zone van de parkeerplaatsen wordt een poort met hoogte van 2 m voorzien zonder doorkijk. Verdere specificaties ontbreken. Deze moet in zwarte kleur (RAL 9005) uitgevoerd worden.

 

2.6.  Logo

Op de huidige plannen is geen logo te zien. Mocht er toch nog een logo geplaatst worden, moet dit voldoen aan de voorschriften en ter goedkeuring worden voorgelegd aan Leiedal en dit voor plaatsing ervan.’

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden getoetst aan de voorschriften van het BPA Vichtesteenweg, aan de zone 7, meerbepaald de zone voor lokaal bedrijventerrein, kleine en middelgrote ondernemingen.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Breedte oprit ter hoogte van rooilijn is max. 6 m

Breedte ter hoogte van oprit is 6,70 m

Afsluiting in voortuinstrook max. 0,60 m hoog bij baksteen of andere onderhoudsvriendelijke materialen

Afsluiting in voortuinstrook met hoogte van 2 m

 

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de bestaande activiteit behouden blijft en de bebouwde oppervlakte niet wijzigt, vanaf de rooilijn minstens 3 m onbebouwd is, het perceel behoudens de eerste 3 m vanaf de rooilijn volledig verhard kan worden op voorwaarde dat voldoende maatregelen genomen worden om het waterbergend vermogen van het terrein te garanderen, gezien voldoende parkeerplaatsen voorzien worden om te voldoen aan de eigen behoefte en voldoende circulatieruimte op eigen terrein aangelegd wordt.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de afmetingen van de constructies zodat een afwijking overwogen kan worden.

Voor de afwijking van de afmetingen van de toegang besliste het college van burgemeester en schepenen reeds in zitting van 13 februari 2019 principieel akkoord te kunnen gaan met de gevraagde afwijking vanuit volgende motivering:

Door de realisatie van de interne wegenis met groene zijbermen is het aangewezen om een bredere toegang te voorzien ter hoogte van de rooilijn, dit om vloeiende bochtstralen voor het in- en uitrijden van elke bedrijfskavel mogelijk te maken, zonder dat de openbare zijbermen en interne openbare wegenis beschadigd worden. Bij de controle van het in- en uitrijden van een vrachtwagen, trekker of oplegger blijkt dat een toegang van 6 meter op de rooilijn onvoldoende blijkt om zonder schade aan het openbaar domein toegang te nemen tot de bedrijfskavels.

De afwijking van de hoogte van de afsluiting in de voortuinstrook gebeurt vanuit functionele overwegingen. De site van de eigenaar betreft een bestaand bedrijf dat zich aan de achterzijde van de eigendom bevindt, na herverdeling van de eigendommen in functie van de realisatie van een ontsluiting op de nieuwe wegenis. Hierdoor is een grote voortuinstrook aanwezig. In de voortuinstrook (die tot op heden een achtertuinstrook was) wordt in open lucht materiaal gestapeld. In functie van een afscherming van deze gestapelde materialen ten opzichte van het toekomstig openbaar domein is het wenselijk dit op een kwalitatieve en volwaardige manier uit te voeren. De betonmuur bevindt zich op meer dan 10 m achter de rooilijn, in deze strook wordt eveneens groen aangeplant waardoor de impact van de betonmuur als beperkt beoordeeld kan worden.

Tijdens het openbaar onderzoek werden ook geen bezwaren ingediend zodat de afwijkingen bijgevolg toegestaan kunnen worden.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat De Spijker een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (betonverharding heeft een oppervlakte van minder dan 80 m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen.

Bij een aanleg of vernieuwing van het rioleringssysteem moet de overloop van de RWA aansluiten op de achterliggende waterbuffering waar bij het ontwerp van de buffering rekening gehouden werd met de private percelen (100 % als verhard aanzien) en waarbij gerekend werd aan 330 m³ buffering per ha aangesloten verharde oppervlakte.

Bijgevolg dient in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

In de aanvraag is niets opgenomen met betrekking tot de afwatering van het bedrijf. De Spijker zelf is uitgevoerd als gescheiden stelsel en bij de infrastructuurwerken werden wachtbuizen voorzien voor een DWA- en RWA-aansluiting voor het perceel. Deze bevinden zich aan de oostzijde van de oprit.

In toepassing van artikel 4.2.1. van de Vlarem-wetgeving moet het bedrijf gescheiden aansluiten op het ogenblik dat een gescheiden riolering wordt aangelegd. Gelet op de aangevraagde bouwwerken dient deze aansluitplicht uitgevoerd te worden vooraleer de betonverharding aangelegd wordt.

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op een bestaand KMO-gebouw in een recent aangelegde bedrijvenzone voor kleine- en middelgrote bedrijven zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De aanvraag heeft tot doel het bestaande bedrijf te ontsluiten via de nieuw aangelegde wegenis en de ontsluiting via de Vichtestraat af te sluiten. Deze optie heeft een positieve impact op de aspecten van mobiliteit. De inrichting van de parkeerzone aan de voorzijde is afgestemd op de algemene inrichtingsprincipes van het bedrijventerrein. Het afschermen van het terrein met een uniforme muur daar waar gestapeld wordt in open lucht heeft tot doel de stapeling van bouwmaterialen visueel af te schermen vanaf het openbaar domein. Dit zal bijgevolg een positieve impact hebben op het toekomstige straatbeeld. De betonmuur beantwoord aan de vooropgestelde grijswaarden waarop in het bedrijventerrein nagestreefd wordt (zie ook voorwaarden geformuleerd door Leiedal). Er wordt op eigen terrein voorzien in voldoende parkeergelegenheid en fietsenstalling zodat de impact op mobiliteit beperkt zal zijn. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

In het advies van de Intercommunale Leiedal staan nog een aantal voorwaarden inzake het voorkomen en de materialisatie van de verharding en de muur en de aansluiting van de riolering, meer bepaald:

-          Bij de realisatie van de betonmuur moet bijzondere aandacht besteed worden aan de kwaliteit van de betonpanelen en de uitvoering ervan. Deze kan qua uitzicht met name sterk variëren.

-          Leiedal wenst zicht te krijgen op de materialisatie van de parking vooraleer deze uit te voeren.

-          Nieuwe riolering moet volstrekt geschieden gerealiseerd worden en rekening houden met de eisen van de milieureglementering. Een rioleringsplan dient voor uitvoering van de werken voorgelegd te worden aan Leiedal.

-          De draadafsluiting op de oostelijke perceelsgrens moet in een zwarte kleur (RAL 9005) uitgevoerd worden.

-          De poort moet in een zwarte kleur (RAL 9005) uitgevoerd worden.

In het kader van het nastreven van uniformiteit en harmonie in de bedrijvenzone en in uitvoering van de afgesproken verkoopsvoorwaarden zijn deze voorwaarden door de aanvrager strikt te volgen.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Kristof Deleersnyder gevestigd De Spijker 7 te 8540 Deerlijk, voor de aanleg van een oprit met parkeerplaatsen en het plaatsen van een betonmuur met poort als afsluiting van de eigendom, op een perceel gelegen De Spijker 7 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 575 en (afd. 1) sectie B 577, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het advies van de Intercommunale Leiedal, in het bijzonder onderstaande voorwaarden zijn strikt te volgen:

  • Bij de realisatie van de betonmuur moet bijzondere aandacht besteed worden aan de kwaliteit van de betonpanelen en de uitvoering ervan. Deze kan qua uitzicht met name sterk variëren.
  • Leiedal wenst zicht te krijgen op de materialisatie van de parking vooraleer deze uit te voeren.
  • Nieuwe riolering moet volstrekt gescheiden gerealiseerd worden en rekening houden met de eisen van de milieureglementering. Een rioleringsplan dient voor uitvoering van de werken voorgelegd te worden aan Leiedal.
  • De draadafsluiting op de oostelijke perceelsgrens moet in een zwarte kleur (RAL 9005) uitgevoerd worden.
  • De poort moet in een zwarte kleur (RAL 9005) uitgevoerd worden.

        De aansluitplicht, in toepassing van artikel 4.2.1. van de Vlarem-wetgeving (verplichting tot gescheiden aansluiting op de riolering), moet uitgevoerd worden vooraleer de betonverharding aangelegd wordt.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

OMV 2019_167 - Rietstraat 1 t.e.m. 18 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van 18 woningen, op een perceel gelegen Rietstraat 1 t.e.m. 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 54 C, (afd. 2) sectie C 58 G, (afd. 2) sectie C 63 E, (afd. 2) sectie C 63 D, (afd. 2) sectie C 64 E, (afd. 2) sectie C 65 D, (afd. 2) sectie C 66 _, (afd. 2) sectie C 67 A en (afd. 2) sectie C 74 T aangevraagd door Jan Lavens namens GROEP HUYZENTRUYT NV met als contactadres Wagenaarstraat 33 te 8791 Waregem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  6 februari 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Afsluitingen op de zijkavelgrenzen palend aan openbaar domein (in voorliggende aanvraag loten 49 en 58) moeten verplicht bestaan uit haagbeuk of ligustrum met een hoogte van 2 m en deze in de voortuin palend aan openbaar domein moeten bestaan uit haagbeuk of ligustrum met een hoogte van 0,90 m.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

1.      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

2.      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

3.      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Gavers, zoals definitief vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 26 mei 2016 en bestemd als zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 11 oktober 2017 (dossiernummer 0011-9/2017.5).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

4.      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

5.      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

6.      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande stedenbouwkundige vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante verkavelingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen

Volgende verkavelingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Verkavelingsvergunning afgeleverd op 11 oktober 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van grond in 106 loten met wegenisaanleg.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 22 mei 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een geprefabriceerde hoogspanningscabine voor openbaar nut in de verkaveling inwaarts de De Cassinastraat.

        Omgevingsvergunning waarvan akte genomen op 26 juni 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor de bronbemaling in functie van de aanleg van de riolering.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen in het binnengebied tussen de Stationsstraat – De Cassinastraat – N36, in een recente verkaveling in het centrum van Deerlijk. De woningen in een ruimere omgeving hebben vooral een gesloten bebouwingstypologie. De loten situeren zich in het noordoostelijk deel van de verkaveling en zijn gesitueerd langs een doodlopende straat. Ten noorden van de aanvraag is een garageweg aanwezig die aansluit op de tuinzones van de woningen van de De Cassinastraat. De bebouwing langs de De Cassinastraat, palend aan de aanvraag, betreft in hoofdzaak een gesloten bebouwingstype van eengezinswoningen opgebouwd uit 2 bouwlagen met zadeldak. De verkaveling zelf is nog in ontwikkeling en voorliggende aanvraag betreft de tweede fase voor de woningbouw.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag omvat het bouwen van 2 blokken van telkens 9 rijwoningen, ingeplant aan weerzijden van de doodlopende wegenis, de Rietstraat.

De woningen worden opgetrokken binnen de bouwzones voorzien op het verkavelingsplan. De voorbouwlijn van de woningen is gelegen ofwel op de rooilijn, ofwel op 1 m achter de rooilijn. De diepte van de tuinzones varieert tussen 12,75 m en 13,75 m voor de oostelijke rij woningen en tussen 8 m en 11 m voor de westelijke rij woningen. De woningen op de loten 41 en 50 zijn ingeplant op de zijperceelsgrens en de woningen op de loten 49 en 58 bevinden zich op meer dan de minimaal toegelaten afstand van 3 m ten opzichte van de rooilijn met de Wegbreestraat.

Alle woningen bestaan uit twee bouwlagen met plat dak. De gevelbreedte van de woningen varieert tussen 5 m en 7,35 m. De diepte van de woningen varieert tussen 7 m en 10 m. Deze diepte is zowel van toepassing voor de gelijkvloerse bouwlaag als voor het verdiepingsgedeelte. De kroonlijsthoogte van alle woningen ligt op 6 m ten opzichte van het vloerpas. Het gelijkvloers van woningen bestaat uit een inkomhal met toilet, een leefruimte met open keuken en een berging. De verdieping van de woningen bestaat uit 3 slaapkamers, een badkamer en een technische berging. De gevels van de woningen op de loten 41, 42, 48, 49, 52, 53 en 54 worden afgewerkt met witte gevelbepleistering. De woningen op de loten 43 tot 47, 50 en 51 en 55 tot 58 worden afgewerkt met donkergrijze gevelstenen met voegwerk toon op toon. Bij alle woningen is het buitenschrijnwerk in PVC; witte kleur binnen en buiten leigrijs. Gevelbekledingen tussen schrijnwerk zijn in leigrijs aluminium.

De loten 41 t.e.m. 49 hebben achteraan in de tuin een aansluiting op de achterliggende weg, de Zeggestraat, voor de realisatie van autostaanplaatsen. De woning op lot 41 bezit één autostaanplaats onder een carport en één staanplaats in openlucht. De woning op lot 43 bezit slechts één autostaanplaats onder een carport en alle andere woningen uit deze rij hebben elk twee autostaanplaatsen onder een carport. De carports worden als één geheel ontworpen, zoveel als mogelijk geschakeld, allen met een diepte van 5 m en een hoogte van 2,45 m. De carports bestaan uit een metalen constructie met wanden en deuren in tropisch hardhout. De woningen op de loten 50 t.e.m. 58 bezitten geen autostaanplaats op eigen terrein maar maken gebruik van de parkeerplaatsen die in de verkaveling worden aangelegd en die op wandelafstand liggen van de woningen (ter hoogte van de aanpalende garageweg. In de tuinzone wordt bij iedere woning terras aangelegd.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 31 december 2019 tot 29 januari 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP Gavers, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2016. Gezien de voorschriften van het RUP overgenomen werden in de voorschriften van de verkaveling wordt er voor de toetsing van de aanvraag aan het RUP verwezen naar de toetsing aan de niet-vervallen verkaveling.

 

De aanvraag dient eveneens te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen werd goedgekeurd op 11 oktober 2017.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten niet volledig conform de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Bij de loten 41 tem 49 moeten twee autostandplaatsen op eigen terrein voorzien worden

Bij lot 43 is één autostandplaats op eigen terrein en één autostandplaats op wandelafstand voorzien

 

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de bestemming wonen betreft, geen nevenfuncties voorzien worden, de woningen ingeplant worden binnen de bouwzones zoals voorzien op het verkavelingsplan, de maximale bouwdieptes zowel op het gelijkvloers als op de verdieping niet overschreden worden, ten opzichte van de achterkavelgrenzen telkens minstens 8 m tuinzone aanwezig is, maximaal twee bouwlagen met plat dak toegelaten worden, de woningen opgetrokken worden als één architectonisch geheel, de kroonlijsthoogte minder dan 6,50 m bedraagt, de materialen eigentijds en duurzaam zijn, de carports ingeplant zijn in de zones conform het verkavelingsplan, de dakvorm voor de carports plat of licht hellend kunnen zijn, de hoogte van de carports lager is dan 3,50 m, de carports afgewerkt kunnen worden in hout, de terreinbezetting per kavel maximaal 60 % bedraagt en minimum 20% van de huiskavels groen moet zijn, bij de loten 41 t.e.m. 49 telkens twee parkeerplaatsen voorzien worden, voor de loten 50 t.e.m. 58 minstens één parkeerplaats of carport voorzien is op wandelafstand.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de inplanting van de parkeerplaats zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking voor lot 43 is beperkt aangezien voldaan is aan het aantal parkeerplaatsen doch deze ingeplant werd langs de garageweg die heel nabij gelegen is. Er kon ook geopteerd worden om op het perceel nog een extra parkeerplaats aan te leggen, maar dit zou ten koste gaan van de kwaliteit van de tuinzone die al heel beperkt is zodat de vraag tot afwijking positief beoordeeld kan worden.

 

In de voorschriften van de verkaveling is opgenomen dat afsluitingen palend aan openbaar domein (in huidige aanvraag voor de loten 49 en 58) verplicht moeten bestaan uit haagbeuk of ligustrum met een hoogte van 2 m  en dat voortuinafsluitingen moeten bestaan uit haagbeuk of ligustrum met een hoogte van 0,90 m. Dit wordt niet duidelijk aangegeven op de bijgevoegde plannen waardoor dit opgenomen wordt in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Rietstraat een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Iedere individuele woning voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt per woning een regenwaterput van telkens 7.000 liter met hergebruik voorzien, enkel de woning op het lot 49 is gelegen op een perceel met een terreinoppervlakte van meer dan 250 m² waardoor enkel bij de woning op lot 49 een infiltratievoorziening aangelegd wordt met een volume van 820 liter en een referentieoppervlakte van 2,88 m², de terrassen worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). In het omgevingsloket zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volleigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Last bescheiden woonaanbod

De voorliggende bouwaanvraag voorziet in een groepswoningbouwproject van 16 woningen waarbij de percelen aansluiten op door dezelfde bouwheer te ontwikkelen gronden en die samen meer dan een halve hectare beslaan. Overeenkomstig 4° van artikel 4.2.1 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid zijn de normen bescheiden woonaanbod van toepassing op de voorliggende bouwaanvraag. Er dient een norm verwezenlijkt te worden van ten minste 20% van het aantal te verwezenlijken woningen.

Het voorliggende project maakt deel uit van een globale verkaveling. Het bescheiden woonaanbod werd beoordeeld op het niveau van de verkaveling waarbij minstens 21 loten bescheiden woonaanbod gerealiseerd moeten worden. Op het niveau van de verkaveling werden de loten 50-57, 68-73 en 74-80 aangeduid als zijnde het bescheiden woonaanbod. De loten 50-57 maken deel uit van voorliggende aanvraag en het volume van alle woningen bedraagt minder dan 550 m³ (lot 50 = 312 m³ en de loten 51-57 is telkens 300 m³) zodat de aanvraag in overeenstemming is met de bepalingen van het grond- en pandendecreet.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van 18 eengezinswoningen in een residentiële omgeving zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Het ontwerp voorziet woningen die conform de verkavelingsvoorschriften zijn zodat de impact op de omgeving beperkt zal zijn. De woningen worden ontworpen als een harmonisch geheel zowel qua vormgeving, qua materialisatie als qua typologie. Iedere woongelegenheid kan genieten van een private buitenruimte. Bij iedere woning is minstens één parkeerplaats en bij de meeste woningen op eigen terrein of op wandelafstand aanwezig. In de globale verkaveling worden 265 private parkeerplaatsen aangelegd. Dit betekent dat de eventuele parkeerdruk op het latere openbare domein zo gering mogelijk blijft.  Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

7.14     Belastingsreglement op ontbrekende parkeerplaatsen

Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 28 november 2019 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen moet er per nieuwbouwwoning één parkeerplaats per woning gerealiseerd worden. Er worden 18 woningen opgetrokken en er zijn  31 parkeerplaatsen ter beschikking in voorliggende aanvraag zodat bijgevolg voldaan is aan de genoemde gemeenteraadsbeslissing.

 

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jan Lavens namens GROEP HUYZENTRUYT NV met als contactadres Wagenaarstraat 33 te 8791 Waregem, voor het bouwen van 18 woningen, op een perceel gelegen Rietstraat 1 t.e.m. 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 54 C, (afd. 2) sectie C 58 G, (afd. 2) sectie C 63 E, (afd. 2) sectie C 63 D, (afd. 2) sectie C 64 E, (afd. 2) sectie C 65 D, (afd. 2) sectie C 66 _, (afd. 2) sectie C 67 A en (afd. 2) sectie C 74 T, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Afsluitingen op de zijkavelgrenzen palend aan openbaar domein (in voorliggende aanvraag loten 49 en 58) moeten verplicht bestaan uit haagbeuk of ligustrum met een hoogte van 2 m en deze in de voortuin palend aan openbaar domein moeten bestaan uit haagbeuk of ligustrum met een hoogte van 0,90 m.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Breestraat 25 - schrapping risicogrond - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen voor de schrapping van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen te Deerlijk met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling sectie B perceel 208 D.

 

Motivering

 

Op 6 februari 2020 werd een elektronisch schrijven ontvangen van milieuconsulent Jan Feryn. Het betreft een gemotiveerde verklaring tot schrapping van een perceel gelegen te Deerlijk met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling sectie B perceel 208 D.

De aanvraag tot schrapping heeft betrekking op een klein perceel aan de overkant van de Breestraat waar de firma Ovelacq bvba is gesitueerd. In de bijgevoegde motivatie is het duidelijk dat de opname van dit perceel in de gemeentelijke inventaris van risicogronden te wijten was aan de volledige exploitatie van de firma Ovelacq bvba. Het perceel in kwestie werd enkel toegevoegd aan de milieuvergunning omdat daar een grondwaterwinning ten behoeve van de firma Ovelacq bvba aanwezig was. Dit is echter geen Vlarebo activiteit waardoor kan besloten worden dat er op dat (kleine) perceel nooit een Vlarebo activiteit werd uitgevoerd en het perceel in kwestie kan geschrapt worden.

Op 7 februari 2020 werd door de dienst omgeving een administratief onderzoek gevoerd op basis van de gemotiveerde verklaring waaruit blijkt dat er voldoende aangetoond wordt dat er in werkelijkheid geen risicoactiviteiten hebben plaatsgevonden op het perceel in kwestie.

 

Er zijn geen externe adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 en § 3, 7° van het Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 7, § 1 Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

          het advies van de dienst omgeving te volgen en het perceel te Deerlijk, kadastraal gekend als afdeling 1, sectie B, nummer 208 D, te schrappen als risicoperceel;

          deze beslissing over te maken aan OVAM.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Individueel bezoldigd personenvervoer - vergunning - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2020/7 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2020/9 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Zwembad - gunningsverslag cafetaria - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

Contrei Live - samenwerkingsovereenkomst - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de overeenkomst met Leiedal voor Contrei Live goed te keuren.

 

Motivering

 

Intercommunale Leiedal zet in 2020 samen met haar vennoten en tal van andere partners de regio, haar transformaties en uitdagingen op een artistieke manier in de kijker. De kwaliteit van het landschap en het belang van het water in de regio staan daarbij centraal.

 

Intercommunale Leiedal lanceerde in februari 2019 een oproep die resulteerde in maar liefst 211 inzendingen uit meer dan 35 landen wereldwijd, mede dankzij het sterke UNESCO Creative Cities Network voor design waarvan Kortrijk UNESCO Design Region deel uitmaakt en het Interreg-project DesignIN. Een internationale jury, samengesteld uit experts uit de sectoren van de kunsten, architectuur, design, cultuur en toerisme, maakten een selectie. om uit te komen op een totaal van 17 artistieke interventies gespreid over de 13 steden en gemeenten van Zuid-West-Vlaanderen. Deze 17 interventies vormen samen het kunstenparcours “Contrei Live”.

 

De pre-opening van Contrei Live voor vennoten, partners en pers vindt plaats op 9 juni 2020 in evenementenhal Depart in Kortrijk. Vanaf 13 juni 2020 is Contrei Live te bezoeken door het grote publiek. Afsluiten doet Leiedal op 26 oktober 2020 tijdens de Biënnale INTERIEUR.

 

Contrei Live heeft een enorm potentieel als toeristisch-recreatieve hefboom. Leiedal en haar partners mikken op 75.000 bezoekers. Daartoe zijn samenwerkingen opgezet met onder andere Westtoer en Toerisme Leiestreek rond publiekswerving (bv. campagne 2020 rond creatieve hotspots, verdeling promotiemateriaal, communicatiekanalen …). Ook met de vrijetijdscoördinatoren of cultuurbeleidscoördinatoren van de 13 steden en gemeenten worden vanaf januari 2020 afspraken gemaakt om events, lezingen en geleide bezoeken te organiseren op en rond de plekken waar de artistieke interventies gebeuren.

 

Artikel 11.2 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van de stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, bepaalt het volgende: “Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor door de overheid op in opdracht van de overheid geplaatste standbeelden, gedenktekens en andere artistieke werken.”

 

Rekening houdend met voormeld artikel 11.2. bevestigt de stad/gemeente op te treden als vergunningsaanvrager/opdrachtgever voor het kunstwerk dat wordt geplaatst op haar grondgebied in het kader van Contrei Live.

 

De stad/gemeente mandateert ook expliciet Leiedal, in haar hoedanigheid van organisator van Contrei Live, om het kunstwerk, zoals beschreven in bijlage bij de samenwerkingsovereenkomst, te plaatsen of te laten plaatsen op de locatie zoals ook aangeduid in de bijlage.

 

Leiedal sluit als organisator van Contrei Live met elke kunstenaar een overeenkomst af betreffende het concept, de uitwerking en tentoonstelling van het kunstwerk.

 

Alle verdere afspraken en verbintenissen betreffende de samenwerking tussen Leiedal en de stad/gemeente staan opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst die ter goedkeuring wordt voorgelegd, het gaat onder meer om: de locatie van het kunstwerk, de tentoonstellingsperiode, de plaatsing van het kunstwerk, het beheer en onderhoud, de auteursrechten, communicatie.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college keurt de overeenkomst voor de samenwerking met Leiedal voor Contrei Live goed.

 

Artikel 2

 

De stad/gemeente bevestigt op te treden als vergunningsaanvrager/opdrachtgever voor het kunstwerk, inclusief het infobord, de eventueel noodzakelijke bewegwijzering en de signalisatie die worden geplaatst op haar grondgebied, dit met toepassing van artikel 11.2 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van de stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en de afspraken en verbintenissen zoals opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst.

 

Artikel 3

 

De stad/gemeente mandateert expliciet Leiedal, in haar hoedanigheid van organisator van Contrei Live, om het kunstwerk, zoals beschreven in bijlage bij de samenwerkingsovereenkomst, te plaatsen of te laten plaatsen op de locatie zoals ook aangeduid in de bijlage, rekening houdend met de verkregen toelatingen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Punt bijlagen/links Contrei Live - 20200117_overeenkomst_ICL-Deerlijk.pdf Download
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 FEBRUARI 2020

OMV 2019_142 - Burg. Hector Isebaertstraat 20 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een tuinhuis ter vervanging van het bestaande tuinhuis (regularisatie), op een perceel gelegen Burg. Hector Isebaertstraat 20 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 473 N aangevraagd door de heer Diederik Van Durme wonende Burg. Hector Isebaertstraat 20 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  6 februari 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

        De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

        De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Marquettestraat wijziging A, met als bestemming menging van aaneengesloten en halfopen bebouwing.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is gedeeltelijk in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

        Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 januari 1958 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 juli 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een veranda.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Burg. Hector Isebaertstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De woning van de aanvrager betreft een gesloten bebouwing in een rij van 4 woningen. Het betreft een woning bestaand uit een hoofdvolume van 2 bouwlagen met een zadeldak en een aangebouwde uitbouw met een plat dak. In de tuinzone bevindt zich het houten tuinhuis waarvoor deze regularisatie aangevraagd wordt.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een reeds opgetrokken constructie te regulariseren. De constructie betreft een tuinhuis in de tuinzone van de woning. Het tuinhuis werd opgetrokken op de linker zijperceelsgrens. Het tuinhuis bevindt zich verder op 13,3 m achter de achtergevel van het hoofdvolume, op 4,9 m ten opzichte van de rechter zijperceelsgrens en op 0,5 m ten opzichte van de achterste perceelsgrens. De constructie werd opgetrokken in hout met een licht hellend dak met een maximale nokhoogte van 2,25 m. De lengte bedraagt 3,8 m en de breedte 3 m. In de voorkant van het tuinhuis zit een dubbele deur met vensters en links van de deur nog een venster. De betonverharding waarop het tuinhuis staat loopt tot tegen de achterste perceelsgrens.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 22 november 2019 tot 21 december 2019. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd één bezwaarschrift ontvangen.

 

Het bezwaar handelt samengevat over de volgende elementen:

1.      Voor het oprichten van dergelijke constructies dient vooraf een omgevingsvergunning aangevraagd te worden.

2.      Er is geen sprake van vervanging van een bestaand tuinhuis aangezien er voorheen enkel een overdekte berging aanwezig was.

3.      Eerder aanwezige tuinberging beschikte niet over een geldige bouwvergunning en werd opgetrokken op de perceelsgrens.

4.      Verbod om te bouwen op minder dan 1 m van de perceelsgrens.

5.      Eerder uitgevoerde verbouwingswerken aan het hoofdvolume werden uitgevoerd zonder de noodzakelijke vergunningen en ook nadien geregulariseerd.

6.      De gemene muur van de aanbouw aan de woning werd gedeeltelijk afgebroken zonder overleg met de buur.

7.      De gemene muur van de aanbouw aan de woning werd terug geplaatst maar hoger dan voorheen zodat zonlicht gehinderd wordt.

8.      Er was heel wat lawaaihinder door toedoen van de uitgevoerde verbouwingswerken.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het BPA Marquettestraat, wijziging A (goedgekeurd bij koninklijk besluit op 11 oktober 1988).

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Zone 13: maximaal 10 % ( in dit geval is dat 9,6 m²) en 30 m² te bebouwen

Oppervlakte bijgebouw (11,4 m²) is meer dan 10 % maar minder dan 30 m²

Materiaal bij het bouwen op de perceelsgrens is baksteen

Materiaal van het tuinhuis is hout

Indien niet op de perceelsgrens gebouwd moet 1 m afstand gevrijwaard

Ten opzichte van de achterkavelgrens is 0,50 m afstand aanwezig

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de oppervlakte van het bijgebouw kleiner is dan 30 m², de hoogte op de perceelsgrens kleiner is dan 2,70 m en de dakhelling maximaal 30 ° bedraagt.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de inplanting van de constructie, de afmetingen en de gebruikte materialen zodat een afwijking overwogen kan worden. Het betreft een beperkte constructie in de achtertuin zodat het straatbeeld ongewijzigd blijft. De oppervlakte blijft ruim onder het maximum van 30 m² en de afmetingen van de constructie zijn beperkt zodat nog voldoende ruimte vrij blijft teneinde de tuin op een kwalitatieve manier te kunnen inrichten.  De inplanting ten opzichte van de achterperceelsgrens wijkt minimaal af van de voorschriften en zorgt niet voor bijkomende hinder aan de achterbuur. Deze formuleerde ook geen bezwaren tegen de aanvraag. Het plaatsen van het tuinhuis in de hoek van het perceel heeft ook de meerwaarde dat de rest van de tuinzone maximaal open gehouden blijft. Het materiaalgebruik is natuurlijk en eigen aan een tuinzone. De afwijkingen zijn miniem en schaden de geest van het BPA niet.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Burg. Hector Isebaertstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de regularisatie van een bijgebouw bij een bestaande eengezinswoning waarbij de bestaande functies behouden blijven zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Het bijgebouw situeert zich aan de achterzijde van het perceel zodat het bestaande straatbeeld niet geschaad wordt. De inplanting van een tuinhuis in de hoek van de tuinzone heeft als positief resultaat dat de resterende onbebouwde tuinzone grotendeels behouden blijft zodat deze kwalitatief kan ingericht worden. De afmetingen van het tuinhuis zijn beperkt zodat dit weinig impact heeft op de omgeving. Ook de hoogte is beperkt en is nauwelijks hoger dan de bestaande afsluiting zodat de impact voor de buren te verwaarlozen valt. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Het ingediende bezwaarschrift is tijdig ingediend en wordt bijgevolg ontvankelijk verklaard. Omtrent het bezwaarschrift kan het volgende standpunt ingenomen worden:

1.      Voor het oprichten van dergelijke constructies dient vooraf een omgevingsvergunning aangevraagd te worden.

Ongegrond: De aanvraag heeft betrekking op een regularisatie van een bestaande constructie die zonder de nodige vergunningen werd geplaatst. De wetgeving voorziet hiervoor deze mogelijkheid in de VCRO.  Bij de beoordeling van een regularisatieaanvraag dient steeds uitgegaan worden van de visie en wetgeving die op het moment van de regularisatie van toepassing is niet op het moment van plaatsing.

2.      Er is geen sprake van vervanging van een bestaand tuinhuis aangezien er voorheen enkel een overdekte berging aanwezig was.

Ongegrond: Iedere constructie opgetrokken uit wanden en een dak kunnen beschouwd worden als een gebouw. De benaming van deze constructie op de aanvraag, bijvoorbeeld tuinhuis of tuinberging, heeft geen invloed op de te volgen procedure. Enkel de situering, de gebruikte materialen en de afmetingen bepalen de te volgen procedure.

3.      Eerder aanwezige tuinberging beschikte niet over een geldige bouwvergunning en werd opgetrokken op de perceelsgrens.

Ongegrond: Aangezien deze eerdere constructie niet meer aanwezig en bijgevolg reeds gesloopt werd maakt deze geen deel uit van deze vergunningsaanvraag.

4.      Verbod om te bouwen op minder dan 1 m van de perceelsgrens.

Ongegrond: Het BPA schrijft voor dat bijgebouwen op de perceelsgrens gebouwd kunnen worden op voorwaarde dat deze opgetrokken worden in baksteen, zo niet moeten deze op minimum 1 meter van de perceelsgrens staan. Dit voorschrift vloeit voort uit het feit dat op de perceelsgrens in onderhoudsvrije materialen noodzakelijk zijn en dat een afstand van 1 m nodig is bij materialen die wel bijkomend onderhoud vergen. De wetgeving voorziet echter dat binnen de grenzen van een goede ruimtelijke ordening, kleine afwijkingen kunnen toegelaten worden voor wat onder meer betreft inplanting. Dit werd reeds besproken in de planologische toets van deze aanvraag.

5.      Eerder uitgevoerde verbouwingswerken aan het hoofdvolume werden uitgevoerd zonder de noodzakelijke vergunningen en ook nadien geregulariseerd.

Ongegrond: De verbouwingswerken waarover de bezwaarindiener spreekt, maakt geen deel uit van deze omgevingsvergunningsaanvraag en kan bijgevolg niet beoordeeld worden.

6.      De gemene muur van de aanbouw aan de woning werd gedeeltelijk afgebroken zonder overleg met de buur.

Ongegrond: De gemene muur waarnaar verwezen in het bezwaarschrift maakt geen deel uit van deze omgevingsvergunningsaanvraag en kan bijgevolg niet beoordeeld worden.

7.      De gemene muur van de aanbouw aan de woning werd terug geplaatst maar hoger dan voorheen zodat zonlicht gehinderd wordt.

Ongegrond: De gemene muur waarnaar verwezen in het bezwaarschrift maakt geen deel uit van deze omgevingsvergunningsaanvraag en kan bijgevolg niet beoordeelt worden.

8.      Er was heel wat lawaaihinder door toedoen van de uitgevoerde verbouwingswerken.

Ongegrond: Dit betreft geen stedenbouwkundig argument maar een melding van burenhinder die niet behandeld wordt binnen de procedure van een omgevingsvergunning.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Diederik Van Durme wonende Burg. Hector Isebaertstraat 20 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een tuinhuis ter vervanging van het bestaande tuinhuis (regularisatie), op een perceel gelegen Burg. Hector Isebaertstraat 20 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 473 N.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2020