Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 16 oktober 2024 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 16 oktober 2024.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 16 oktober 2024 goed te keuren.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.2. Jaarlijkse periodieke controle en tussentijdse inspectie speeltoestellen wijkspeelpleintjes en gemeentelijke scholen - gunning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Jaarlijkse periodieke controle en tussentijdse inspectie speeltoestellen wijkspeelpleintjes en gemeentelijke scholen” goed te keuren.
Motivering
In het kader van de opdracht “Jaarlijkse periodieke controle en tussentijdse inspectie speeltoestellen wijkspeelpleintjes en gemeentelijke scholen” werd een bestek met nr. 2024-37 opgesteld door de deskundige aankoop, contracten & verzekeringen.
Deze opdracht is als volgt opgedeeld:
● Basisopdracht (Jaarlijkse periodieke controle en tussentijdse inspectie speeltoestellen wijkspeelpleintjes en gemeentelijke scholen - 2025), raming: 2.000,00 euro excl. btw of 2.420,00 euro incl. 21 % btw.
● Verlenging 1 (Jaarlijkse periodieke controle en tussentijdse inspectie speeltoestellen wijkspeelpleintjes en gemeentelijke scholen - 2026), raming: 2.000,00 euro excl. btw of 2.420,00 euro incl. 21 % btw.
● Verlenging 2 (Jaarlijkse periodieke controle en tussentijdse inspectie speeltoestellen wijkspeelpleintjes en gemeentelijke scholen - 2027), raming: 2.000,00 euro excl. btw of 2.420,00 euro incl. 21 % btw.
● Verlenging 3 (Jaarlijkse periodieke controle en tussentijdse inspectie speeltoestellen wijkspeelpleintjes en gemeentelijke scholen - 2028), raming: 2.000,00 euro excl. btw of 2.420,00 euro incl. 21 % btw.
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 8.000,00 euro excl. btw of 9.680,00 euro incl. 21 % btw.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 25 september 2024 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 25 september 2024 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:
● Speeltuinveilig BV, Warandestraat 2a te 9820 Melsen;
● Ongeleid Projectiel, Luchterenkerkweg 111 te 9031 Drongen;
● Proxyfields BV, Industrieweg 14 te 2630 Aartselaar;
● Elektro-Test BV, Haachtsesteenweg 236 te 1820 Melsbroek;
● Normec BTV West-Vlaanderen, Ter Waarde 43 te 8900 Ieper;
● Kompan nv, Bosstraat 15 te 8780 Oostrozebeke;
● IGO dv, De Vunt 17 te 3220 Holsbeek.
De offertes dienden het bestuur ten laatste op 14 oktober 2024 om 10.00 uur te bereiken.
De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 12 januari 2025.
Er werden 2 offertes ontvangen :
● Speeltuinveilig BV, Warandestraat 2a te 9820 Melsen (1.295,00 euro excl. btw of 1.566,95 euro incl. 21 % btw voor de basisopdracht (5.180,00 euro excl. btw of 6.267,80 euro incl. 21 % btw inclusief verlengingen - 3 verlengingen));
● Ongeleid Projectiel, Luchterenkerkweg 111 te 9031 Drongen (2.600,00 euro excl. btw of 3.146,00 euro incl. 21 % btw voor de basisopdracht (10.400,00 euro excl. btw of 12.584,00 euro incl. 21 % btw inclusief verlengingen - 3 verlengingen)).
De deskundige aankoop, contracten & verzekeringen stelde op 16 oktober 2024 het verslag van nazicht van de offertes op.
De deskundige aankoop, contracten & verzekeringen stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, de basisopdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Speeltuinveilig BV, Warandestraat 2a te 9820 Melsen tegen het nagerekende offertebedrag van 1.295,00 euro excl. btw of 1.566,95 euro incl. 21 % btw.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
● Andere:
○ De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
○ Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
○ Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
○ De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
○ De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 143.000,00 euro niet) en artikel 57.
○ Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
○ Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
○ Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
Adviezen
De jeugdconsulent verleent positief advies.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Bestelbedrag | 1.295,00 euro excl. btw of 1.566,95 euro incl. btw |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Jaarbudgetrekening | 0750-00/61300000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN 0800-00/61500000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN 0750-00/61300000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN 0800-00/61500000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN 0750-00/61300000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN 0800-00/61500000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN 0750-00/61300000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN 0800-00/61500000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN |
Visum | niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 16 oktober 2024, opgesteld door de deskundige aankoop, contracten & verzekeringen.
Artikel 2
Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
Artikel 3
De basisopdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Speeltuinveilig BV, Warandestraat 2a te 9820 Melsen tegen het nagerekende offertebedrag van 1.295,00 euro excl. btw of 1.566,95 euro incl. 21 % btw.
De verlengingen worden gegund tegen dezelfde voorwaarden als de basisopdracht.
Artikel 4
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2024-37.
Artikel 5
De betaling zal gebeuren met de kredieten ingeschreven in het exploitatiebudget van 2025, op jaarbudgetrekening 0750-00/61300000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB) en 0800-00/61500000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB) en in het budget van de volgende jaren.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.3. Coördinator wegen & water (B4-B5) - vacantverklaring en jurysamenstelling - goedkeuring
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.4. Technisch expert feestelijkheden (D4-D5) - vacantverklaring en jurysamenstelling - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de functie van technisch expert feestelijkheden (D4-D5) binnen de cluster ruimte vacant te verklaren en kiest daarbij:
● de wijze van invulling (via aanwerving, bevordering, interne of externe personeelsmobiliteit of een combinatie van de voormelde procedures);
● voor een aanstelling in statutair of contractueel verband;
● al dan niet voor de aanleg van een wervingsreserve;
● al dan niet om aanvullende aanwervings- of bevorderingsvoorwaarden vast te leggen;
● de wijze van externe bekendmaking van de vacature (indien van toepassing);
● de selectieprocedure;
● de selectiecommissie.
Motivering
Het geïntegreerde organogram van gemeente en OCMW Deerlijk voorziet in een voltijdse betrekking van technisch expert feestelijkheden (D4-D5).
De invulling van deze functie gebeurt bij voorkeur op contractuele basis (onbepaalde duur) via een bevorderingsprocedure.
Een statutair personeelslid dat bevordert naar een contractuele functie, behoudt diens statuut ten persoonlijke titel.
Er kan een wervingsreserve aangelegd worden voor de duur van 3 jaar.
De selectieprocedure zou bestaan uit 2 onderdelen:
De aanstellende overheid kan kiezen, als de noodzaak zich voordoet, om de selectietechnieken online toe te passen als alle kandidaten zich hiermee akkoord verklaren.
Als selectiecommissie worden volgende deskundigen voorgesteld:
● Hans Reynaert, verantwoordelijke depot, stad Harelbeke;
● Luc Deneweth, deskundige wegen & water;
● Tine Degloire, clusterhoofd ruimte, gemeente Deerlijk;
● een expert consultant, HR Solutions, Vandelanotte.
Er is geen advies nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 2° Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 5, 15, 123-129 rechtspositieregeling gemeente Deerlijk
○ het geïntegreerde organogram van gemeente en OCMW Deerlijk
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming | 3.500 euro excl. btw voor de selectieprocedure via Poolstok/Vandelanotte |
Actie | GBB |
Jaarbudgetrekening | 61440000 |
visum | nvt |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voltijdse betrekking van technisch expert feestelijkheden (D4-D5) vacant te verklaren.
Artikel 2
De invulling van deze betrekking gebeurt in contractueel verband, via een bevorderingsprocedure en er wordt een wervingsreserve voor 3 jaar aangelegd.
Een statutair personeelslid dat bevordert naar een contractuele functie, behoudt diens statuut ten persoonlijke titel.
Artikel 3
De selectieprocedure zal bestaan uit volgende onderdelen met als volgorde:
De selectietechnieken kunnen, als de noodzaak zich voordoet, online toegepast worden als alle kandidaten zich hiermee akkoord verklaren.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen besluit de selectiecommissie als volgt samen te stellen:
● Hans Reynaert, verantwoordelijke depot, stad Harelbeke;
● Luc Deneweth, deskundige wegen & water;
● Tine Degloire, clusterhoofd ruimte, gemeente Deerlijk;
● een expert consultant, HR Solutions, Vandelanotte.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.5. Clusterhoofd Vrije tijd en Onderwijs - vacantverklaring en jurysamenstelling - goedkeuring
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.6. Diverse verslagen - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.
Motivering
Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:
● Imog - verslag van de Raad van Bestuur van 12 september 2024
● Imog - verslag van de Raad van Bestuur van 17 september 2024
● De Watergroep - verslag van het Riopactcomité van 17 september 2024
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.7. Receptionele aangelegenheden - goedkeuring
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.8. Vrije tijd - drankprijzen gemeenschapscentrum - aanvulling - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de aanvulling van de in het gemeenschapscentrum beschikbare dranken en bijhorende drankprijzen goed te keuren en op te nemen in het reglement 'Retributie drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum' en het reglement 'Retributie privéverhuur gemeenschapscentrum'.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen wees de gunning van de opdracht met betrekking tot de aankoop en levering van dranken aan de vrijetijdsinfrastructuur van de gemeente Deerlijk en de bijkomende gebouwen, in zitting van 9 augustus 2023, toe aan Drankcenter Schotte, Bieststraat 6 te 8790 Waregem, en dit voor de periode van 1 oktober 2023 tem 31 augustus 2025.
Sporadisch vragen organisatoren van activiteiten in het gemeenschapscentrum of ook Deerlijkse lokale bieren zoals Boer Willem en Klootzakske kunnen aangeboden worden. Deze dranken maken op heden geen deel uit van de opgegeven drankenlijst zoals opgegeven door Drankcenter Schotte. Drankcenter Schotte geeft evenwel aan deze dranken wel te kunnen aanbieden binnen de lopende opdracht en geeft hiervoor volgende aankoopprijzen op:
soort | nieuwe aankoopprijzen inclusief btw |
Boer Willem Tripel | 1,63 euro |
Boer Willem Blond | 1,78 euro |
Boer Willem Bruin | 1,78 euro |
Klootzakske | 1,35 euro |
Hete Klinke | 1,32 euro |
Dit betekent dat de reglementen 'Retributie drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum' en 'Retributie privéverhuur gemeenschapscentrum' dienen aangevuld te worden met het extra aanbod en de bijhorende nieuwe prijzen.
Het college van burgemeester en schepenen is gemachtigd om de prijs van alle dranken, zoals vermeld in voormelde retributiereglementen, goedgekeurd in de gemeenteraad van resp. 27 mei 2021 en 1 juni 2017, aan te passen aan de prijsaanpassingen van de respectievelijke leverancier(s).
Bijgevolg wordt voorgesteld de drankprijzen als volgt te bepalen:
● alle aankoopprijzen incl. btw van frisdranken en gewone pils worden verdubbeld;
● de prijzen van de speciale bieren worden niet verdubbeld maar de aankoopprijs incl. btw wordt vermeerderd met 0,50 euro;
● bij privéverhuur wordt de aankoopprijs steeds verdubbeld.
soort | oude prijs verenigingen | nieuwe prijs verenigingen | nieuwe prijs privéverhuur |
Boer Willem Tripel | nvt | 2,13 euro | 3,26 euro |
Boer Willem Blond | nvt | 2,28 euro | 3,56 euro |
Boer Willem Bruin | nvt | 2,28 euro | 3,56 euro |
Klootzakske | nvt | 1,85 euro | 2,70 euro |
Hete Klinke | nvt | 1,82 euro | 2,64 euro |
De beschikbare ruimte in de koelcellen van het gemeenschapscentrum laat evenwel niet toe om bovenstaande Deerlijkse lokale bieren permanent in het aanbod op te nemen zonder dat een ander bier uit het aanbod wordt geschrapt. Daarom wordt voorgesteld om deze Deerlijkse lokale bieren enkel aan te bieden na voorafgaande aanvraag (één maand vooraf) door de organisator van een grotere activiteit in het gemeenschapscentrum. Op die manier kunnen de extra bieren (incl. bijhorende glazen) tijdig door het vrijetijdspunt besteld en voorzien worden in functie van de activiteit.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Gemeenteraadsbeslissing 27 mei 2021 - reglement 'Retributie drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum'
○ Gemeenteraadsbeslissing 1 juni 2017 - reglement 'Retributie privéverhuur gemeenschapscentrum'
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de aanvulling van deze Deerlijkse lokale bieren, dewelke voorafgaand aan grotere evenementen of activiteiten kunnen aangevraagd worden door de organisator, aan de in het gemeenschapscentrum beschikbare dranken en bijhorende drankprijzen goed te keuren en op te nemen in de reglementen 'Retributie drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum' en 'Retributie privéverhuur gemeenschapscentrum'.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen vraagt het vrijetijdspunt om de gebruikers van het gemeenschapscentrum te verwittigen van deze aanvulling van de in het gemeenschapscentrum beschikbare dranken.
Artikel 3
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur worden voorliggende aanvullingen van de betreffende reglementen bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 4
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 3 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmakingen.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.9. Kinderboerderij Bokkeslot - ontwerpbegroting 2025 - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de ontwerpbegroting 2025 van vzw Kinderboerderij Bokkeslot.
Motivering
Conform artikel 4 van het premiereglement exploitatiepremie Kinderboerderij Bokkeslot, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 mei 2020, dient kinderboerderij Bokkeslot voor 15 oktober jaarlijks haar ontwerpbegroting en rekening aan het college van burgemeester en schepenen voor te leggen.
Kinderboerderij Bokkeslot heeft de ontwerpbegroting op 12 oktober 2024 overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere: Premiereglement exploitatiepremie Kinderboerderij Bokkeslot, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 28 mei 2020
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontwerpbegroting 2025 van vzw Kinderboerderij Bokkeslot.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.10. Feestelijkheden - vrije tijd - fakkeltocht - 80 jaar bevrijding - 10 november 2024 - goedkeuring
Aanleiding en context
Er werd een aanvraag ingediend door de dienst vrije tijd, in samenwerking met N.S.B., afdeling Deerlijk, voor volgend evenement:
Naam evenement | Fakkeltocht - 80 jaar bevrijding |
Organisator | dienst vrije tijd i.s.m. N.S.B., afdeling Deerlijk |
Datum | zondag 10 november 2024 |
Plaats | centrum Sint-Lodewijk, Deerlijk |
Motivering
1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:
● aanvraag politionele medewerking
Parkeerverbod op volgende plaatsen:
● de parking van begraafplaats Sint-Lodewijk, Kerkstraat, op zondag 10 november 2024 van 14.00 uur tot en met 17.30 uur;
● Ommegangstraat, zijkant kerk Sint-Lodewijk, op zondag 10 november 2024 van 12.30 uur tot en met 23.00 uur, voor het plaatsen van de toiletwagen ter hoogte van de wateraansluiting;
● Ommegangstraat, de ganse parkeerzone aan de voorkant van de kerk, op zondag 10 november 2024 van 14.00 uur tot en met 23.00 uur;
● de parkeerzone Kapelstraat - Kerkstraat, aan de overzijde van de kerk, op zondag 10 november 2024 van 16.00 uur tot en met 19.00 uur.
Voor het verkeersvrij houden van de Kapelstraat tijdens de fakkeltocht verwijst de dienst vrije tijd naar het burgemeesterbesluit van 23 oktober 2024 en vraagt PZ Gavers te voorzien in 2 wijkinspecteurs om de groep te begeleiden.
PZ Gavers verleende op 9 oktober 2024 positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2276890.
● aanvraag tijdelijke inname openbaar domein
De dienst vrije tijd, in samenwerking met N.S.B, afdeling Deerlijk, wenst een fakkeltocht te organiseren gevolgd door een herdenking ter ere van de 80-jarige bevrijding van Deerlijk sinds WOII, op zondag 10 november 2024 en vraagt toelating voor:
● de inname van de begraafplaats te Sint-Lodewijk voor een korte toespraak en de start van de fakkeltocht;
● de inname van het kerkplein te Sint-Lodewijk, ter hoogte van het monument, voor de herdenking onder leiding van de fanfare;
● de Ommegangstraat, zijkant kerk, voor het plaatsen van een toiletwagen.
2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:
Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.
Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.
Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Plaatsing verkeerssignalisatie
■ Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.
De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op zondag 10 november 2024, te Sint-Lodewijk Deerlijk.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.
De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.
De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.11. Feestelijkheden - vrije tijd - 11 november-viering 2024 - Deerlijk-centrum - goedkeuring
Aanleiding en context
Er werd een aanvraag ingediend door de dienst vrije tijd, in samenwerking met N.S.B., afdeling Deerlijk, voor volgend evenement:
Naam evenement | viering 11 november 2024 - Deerlijk-centrum |
Organisator | dienst vrije tijd ism N.S.B., afdeling Deerlijk |
Datum | maandag 11 november 2024 |
Plaats | Kerkplein, Deerlijk-centrum |
Motivering
1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:
● aanvraag politionele medewerking
De dienst vrije tijd en N.S.B., afdeling Deerlijk wensen op maandag 11 november 2024 de herdenking van 11 november te organiseren in Deerlijk-centrum en verwijzen hiervoor naar het tijdelijk politiereglement op het verkeer, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 23 oktober 2024, voor het instellen van de overeenkomstige parkeerverboden en het verkeersvrij houden van het Kerkplein.
PZ Gavers verleende op 10 oktober 2024 positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2289390.
● aanvraag tijdelijke inname openbaar domein
De dienst vrije tijd in samenwerking met N.S.B., afdeling Deerlijk wenst de jaarlijkse 11 november-viering te organiseren op maandag 11 november 2024 en vraagt toelating voor de inname van het Kerkplein en het Neunkirchenplein.
2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:
Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.
Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.
Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Plaatsing verkeerssignalisatie
■ Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.
De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op maandag 11 november 2024, het Kerkplein en het Neunkirchenplein.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.
De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.
De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.12. Feestelijkheden - Galabal - Moeder Deerlijkse - 2 november 2024 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van het Galabal van Moeder Deerlijkse, dat plaatsvindt op zaterdag 2 november 2024, goed te keuren.
Motivering
Op zaterdag 2 november 2024 vindt het Galabal van Moeder Deerlijkse plaats in Deerlijk.
Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht.
In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.
PZ Gavers maakte op 17 oktober 2024 een tijdelijk politiereglement op het verkeer op.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
● Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)
● wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen
● koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen
● ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit van zaterdag 2 november 2024 om 16.00 uur tot en met zondag 3 november 2024 om 06.00 uur, enkel plaatselijk verkeer toe te laten in beide richtingen op het Stationsplein en in de Sint-Elooistraat.
Artikel 2
Het stilstaan en parkeren wordt van zaterdag 2 november 2024 om 16.00 uur tot en met zondag 3 november 2024 om 06.00 uur verboden, op de hoek van het Stationsplein met de Stationsstraat.
Artikel 3
Er wordt geen omleiding voorzien.
Artikel 4
De nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.
Artikel 5
De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.
Artikel 6
Overtredingen op onderhavig besluit worden gestraft met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.
Artikel 7
Afschrift van dit besluit wordt aan de bevoegde overheden overgemaakt.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.13. Feestelijkheden - 11 november-viering 2024 - Deerlijk-centrum - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de 11 november-viering te Deerlijk-centrum, die plaatsvindt op maandag 11 november 2024, goed te keuren.
Motivering
Op maandag 11 november 2024 vindt de 11 november-herdenking plaats in Deerlijk-centrum.
Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht.
In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.
PZ Gavers maakte op 18 oktober 2024 een tijdelijk politiereglement op het verkeer op.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
● Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)
● wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen
● koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen
● ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit op maandag 11 november 2024, tussen 09.30 uur en 12.00 uur, geen doorgaand verkeer toe te laten op het Kerkplein.
Artikel 2
Het stilstaan en parkeren is verboden op maandag 11 november 2024 tussen 09:30 uur en 12:30 uur op volgende plaatsen:
● het Kerkplein (tussen de Hoogstraat en de Schoolstraat);
● het Kerkplein, op de parkeerplaatsen achter de kerk;
● het Neunkirchenplein (tussen de parkeerplaats van de deelwagen en de mindervaliden-parkeerplaats);
● het Neunkirchenplein, op de middenstrook van de parking (voorste gedeelte).
Artikel 3
Er wordt geen omleiding voorzien.
Artikel 4
De nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.
Artikel 5
De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.
Artikel 6
Overtredingen op onderhavig besluit worden gestraft met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.
Artikel 7
Afschrift van dit besluit wordt aan de bevoegde overheden overgemaakt.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.14. Vrijwilligersvergoeding fietsherstel - uitbetaling periode 1 juli - 30 september 2024 - goedkeuring
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.15. Kinderopvang tijdens lezing Gezonde Boterhamdoos - vrijwilligersovereenkomst - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de vrijwilligersovereenkomst voor de kinderopvang tijdens de lezing 'Gezonde Boterhamdoos', goed te keuren.
Motivering
In het kader van de "Week van de Smaak" organiseren de vrijetijdsdienst en het Huis van het kind op 8 november 2024 een lezing met als thema de 'Gezonde Boterhamdoos'. Om ouders die willen deelnemen tegemoet te komen, wordt er kinderopvang aangeboden. Hiermee geeft de gemeente ook mee invulling aan de uitrol van de BOA-visie en -actieplan.
Voor de opvang doen we een beroep op vrijwilligers die instaan voor het toezicht en de begeleiding van de kinderen. Deze vrijwilligers worden gevraagd worden om een vrijwilligersovereenkomst te ondertekenen.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de vrijwilligersovereenkomst voor de kinderopvang tijdens de lezing 'Gezonde Boterhamdoos', die plaatsvindt op 8 november 2024, goed te keuren.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.16. Omgevingsvergunning OMV_2024028697 - 2024.117 - Oude Heerweg 5 - beslissing deputatie - aktename
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing over de aanvraag tot omgevingsvergunning, ingediend door NV Bekaert SA en NV Scheldestroom. Het betreft een aanvraag tot het plaatsen van modulaire units als tijdelijke kantoorruimte, op een perceel gelegen Oude Heerweg 5, 8540 Deerlijk.
Motivering
De aanvrager wenst prefab kantoorunits te plaatsen op hun bedrijvensite.
CONCLUSIE en BESLUIT
Het advies van het College van Burgemeester en Schepenen wordt gevolgd.
Op 3 oktober 2024 heeft de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen de volgende beslissing genomen: voorwaardelijk vergund.
De omgevingsvergunning, verleend voor een termijn van 5 jaar, is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:
Bouw:
De constructie moet verwijderd worden onmiddellijk na renovatie van de bestaande
kantoorgebouwen.
Milieu:
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging
van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
○ Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de beslissing van de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.17. OMV VK2024_5 - Meynaertkouter - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bijstellen van een bestaande verkaveling waarbij de bestemming van een deel van de zone B wijzigt van ontworpen groenzone naar zone voor ontsluiting van achterliggend perceel (toekomstig bouwlot), op een perceel gelegen Meynaertkouter aangevraagd door de heer Dirk Demeurie wonende Waregemstraat 202 te 8540 Deerlijk en de heer Jasper Demeurie wonende Waregemstraat 204 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 17 oktober 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 22 januari 1992 (dossiernummer 1991.6).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan en de verkaveling is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
● Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.a. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel gelegen langs de Meynaertkouter op ongeveer 1280 m ten oosten van de kern van Deerlijk. De Meynaertkouter is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het perceel is verhard met kiezels. De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.
3.b. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag heeft betrekking op het bijstellen van de verkavelingsvoorschriften. Het perceel van de aanvraag is momenteel bestemd als groenzone om in een later stadium te ontwerpen als voetweg. De bestemming van de zone wordt deels gewijzigd naar “zone voor ontsluiting naar de achterliggende percelen”. Hier worden volgende voorschriften aan gekoppeld:
● De bestaande verharding in dolomiet blijft behouden.
● De mogelijkheid wordt voorzien om een ontsluiting te realiseren naar een te bouwen woning (zie dossier OMV_2024092993).
● De bestaande toegang tot de achterliggende weide blijft behouden.
● Het doorzicht naar de achterliggende open ruimte blijft behouden.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 2 augustus 2024 tot 31 augustus 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.a. Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meerbepaald aan de voorschriften van het woonuitbreidingsgebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :
Woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vaststelling van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
Aangezien het perceel reeds geordend is door de goedgekeurde niet vervallen verkaveling en de wijziging betrekking heeft op een deel van deze verkaveling is de aanvraag in overeenstemming met de gewestplanbestemming.
7.b. Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Meynaertkouter een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.c. Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Aangezien er geen uitbreiding van de verharding wordt voorzien binnen de bijstelling, valt de aanvraag niet binnen het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is.
7.d. Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.e. Natuurtoets
Niet van toepassing.
7.f. Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.g. Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.h. Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.i. Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.j. Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het wijzigen van de bestemming van een deel van een perceel binnen een goedgekeurde verkaveling. De wijziging naar zone voor oprit zal weinig impact hebben op het uitzicht van het perceel gezien dit nu niet ingericht is conform zijn bestemming en reeds voorzien is van dolomietverharding. De in dolomietverharde zone blijft feitelijk ongewijzigd alsook de strook gras die in een later stadium als voetweg kan ingericht worden, zodat de aanvraag zich functioneel inpast.
Inplanting en ruimtegebruik:
De aanvraag heeft geen impact op de inplanting van de toerit. Op heden wordt de dolomietverharding reeds gebruikt als toegangsmogelijkheid naar de achterliggende weide wat ook met voorliggende aanvraag behouden blijft.
Bouwvolume en gabarit en verschijningsvorm:
De aanvraag heeft geen betrekking op een bouwvolume waardoor de beoordeling van dit criterium niet aan de orde is.
Groen- en omgevingsaanleg:
De op het plan gewijzigde toestand is een rechtzetting van de op heden ingerichte situatie zodat de aanvraag geen impact zal hebben op de groenaanleg. In de aanvraag is opgenomen dat het doorzicht naar de achterliggende open ruimte behouden blijft wat voor de gebruikers van de Meynaertkouter belangrijk is. De verdere inrichting van de ontsluiting in functie van de toegang en dit doorzicht maakt deel uit van de lopende verkaveling OMV_2024092993.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.k. Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend waardoor een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.l. Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.m. Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Dirk Demeurie wonende Waregemstraat 202 te 8540 Deerlijk en de heer Jasper Demeurie wonende Waregemstraat 204 te 8540 Deerlijk voor het bijstellen van een bestaande verkaveling waarbij de bestemming van een deel van de zone B wijzigt van ontworpen groenzone naar zone voor ontsluiting van achterliggend perceel (toekomstig bouwlot), op een perceel gelegen langs de Meynaertkouter.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.18. OMV 2024_90 - Amerlinckweg 28 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van de functie van landbouwwoning naar gezinswoning, op een perceel gelegen Amerlinckweg 28 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 449 C aangevraagd door de heer Christ Himpe wonende Desselgemknokstraat 44 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 17 oktober 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig.
Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:
● de bijgebouwen moeten uitsluitend als woningbijgebouw gebruikt worden;
● bij toekomstige werken dient de zonevreemde wetgeving gerespecteerd te worden waarbij ook het ruimtebeslag dient beperkt te blijven tot de huidige footprint van de site;
● het bijkomend aansnijden van de agrarische structuren i.f.v. zonevreemd wonen kan niet aanvaard worden.
Volgende stedenbouwkundige last wordt opgelegd:
● slopen van de stal van 12 m;
● ontharden van 31 m² gelegen in de oksel van de woning en de toekomstige garage en vervangen door gras/beplanting;
● de opgelegde last moet uitgevoerd worden binnen het jaar na afgifte van de vergunning;
● de Financiële waarborg voor de stedenbouwkundige lasten luidt als volgt:
Conform het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning artikel 77 §1 dient de houder van de vergunning een financiële waarborg aan het lokaal bestuur van Deerlijk te verlenen alvorens met de uitvoering van de vergunning gestart wordt. De waarborg ten bedrage van 2.286 euro wordt geleverd via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas met het lokaal bestuur Deerlijk als begunstigde of door de financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.
Zodra de sloop en het ontharden uitgevoerd is, dient dit aan de hand van 5 foto’s gemeld te worden aan het lokaal bestuur via omgeving@deerlijk.be met vermelding van het dossiernummer van de vergunning en de gestructureerde mededeling van de overschrijving naar de Deposito- en Consignatiekas opdat de waarborg vrijgegeven kan worden.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
● Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 1178 m² en is gelegen langs de Amerlinckweg op ongeveer 1,7 km ten noordoosten van de kern van Deerlijk. De Amerlinckweg is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij landelijke en smalle weg. De woning bevindt zich op het einde van de weg.
Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een woning met verschillende bijgebouwen. Op de rooilijn en parallel met de Amerlinckweg bevindt zich een schuur. Deze bestaat uit 1 bouwlaag (kroonlijsthoogte 2,30 m) en een hellend dak. De woning bevindt zich dwars op de weg, en bestaat uit 1 bouwlaag met hellend dak. Op de achterste perceelsgrens bevinden zich een bakhuis met aanbouw en een stal. Het bakhuis (kroonlijsthoogte 1,40 m) met aanbouw (kroonlijsthoogte 2,20 m) bestaat uit 1 bouwlaag met hellend dak en bevindt zich achteraan het perceel. De stal heeft een kroonlijsthoogte van 1,40 m en hellend dak met nokhoogte van 3,29 m. Deze stal is opgetrokken in betonplaten. De bestaande stal, met een oppervlakte van 12 m. De schapenstal heeft een lessenaarsdak. Alle constructies bevinden zich op perceel 449E.
De omgeving is een landelijke, agrarische omgeving.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de functie van een bestaande hoeve te wijzigen naar een zonevreemde woning zonder dat er verbouwingswerken uitgevoerd worden.
De woonfunctie van de woning blijft behouden. De schuur, palend aan de Amerlinckweg wordt omgevormd tot garage. Het voormalige bakhuis met aanbouw wordt omgevormd tot tuinhuis en kot. De stal wordt een schapenstal.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 22 juli 2024 tot 20 augustus 2024. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.
Agentschap Landbouw en Visserij werd om advies verzocht op 12 juli 2024. De adviesinstantie bracht op 27 augustus 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
De aanvraag heeft geen betrekking op agrarische of para-agrarische activiteiten en is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het betreft een herbestemming van een landbouwsite naar een residentiële site. De landbouwbedrijfswoning wordt hierbij een zonevreemde woning. De resterende bijgebouwen zullen gebruikt worden als hobbystal, garage en (tuin)berging. Er worden (nog) geen stedenbouwkundige werken uitgevoerd.
Voor een functiewijziging van landbouwsite naar residentieel wonen dient het Agentschap Landbouw en Zeevisserij na te gaan in hoeverre dergelijke functiewijziging hier functioneel inpasbaar is. De omvorming van landbouw- naar zonevreemde site kan een directe aantasting van de aanwezige agrarische structuur betekenen en kan een (negatieve) impact hebben op vergunningen en ontwikkelingen van nabijgelegen landbouwbedrijven. Dergelijke functiewijziging is geen recht, maar een gunst die slechts uitzonderlijk kan worden toegekend. Het omvormen van dergelijke sites met landbouwpotentieel, gelegen binnen een goed gestructureerd landbouwgebied, staat haaks op het Vlaams beleid geformuleerd in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Er moet zodoende zeer terughoudend worden omgegaan met het omvormen van landbouwsites naar een zonevreemde toestand (zie ook omzendbrief RO 2017/01 voor meer duiding hieromtrent).
De bebouwing op de voormalige landbouwexploitatie bestaat uit een bedrijfswoning met een bakhuis en een schuur. Voor zover bekend bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij werden de landbouwactiviteiten er in 1991 stopgezet. In de ruimere omgeving van de site zijn woongebied, woonuitbreidingsgebied en woongebied met landelijk karakter, gelegen. De site zelf ligt vlak bij een bestaande zonevreemde woonkorrel. In de onmiddellijke nabijheid zijn geen professionele landbouwzetels aanwezig. De bebouwing op de site is ook eerder kleinschalig en heeft nog weinig landbouwpotentieel.
Gelet op de bestaande toestand van de site (beperkte functionele bedrijfsbebouwing) en de lokale ruimtelijke situatie (aanwezige zonevreemde bebouwing en woongebieden), is het Agentschap Landbouw en Zeevisserij van oordeel dat de betreffende site een vrij beperkt landbouwpotentieel heeft om er nog een modern en volwaardig landbouwbedrijf uit te baten. Gelet op de aanwezigheid van de particuliere ééngezinswoningen in de omgeving en het ontbreken van nabijgelegen landbouwbedrijven, schat het Agentschap Landbouw en Zeevisserij de impact van de gevraagde zonevreemde functiewijziging op het agrarisch gebied als eerder laag in. Bijgevolg oordeelt het agentschap dat de gevraagde functiewijziging hier functioneel inpasbaar is en dus kan aanvaard worden op voorwaarde dat de bijgebouwen uitsluitend als woningbijgebouw gebruikt worden. Bij toekomstige werken dient de zonevreemde wetgeving gerespecteerd te worden, het ruimtebeslag dient beperkt te blijven tot de huidige footprint van de site. Bijkomend aansnijden van de agrarische structuren i.f.v. zonevreemd wonen kan niet aanvaard worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meebepaald aan de voorschriften van het agrarisch gebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 11.4.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :
agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.
Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
De aanvraag heeft geen betrekking op een professioneel uitgebaat volwaardig landbouwbedrijf zodat de aanvraag afwijkt van de voorzieningen van het gewestplan.
Functiewijziging landbouwwoning en -bijgebouwen naar residentieel wonen
Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 ‘tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen’ mag het vergunningverlenende bestuursorgaan bij het verlenen van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een vergunningsplichtige functiewijziging van een gebouw of een gebouwencomplex afwijken van de bestemmingsvoorschriften, voor zover voldaan is aan beide hiernavolgende vereisten:
○ het bebouw of de gebouwen of het gebouwencomplex bestaat;
○ het gebouw of het gebouwencomplex is niet verkrot;
○ het gebouw of het gebouwencomplex is hoofdzakelijk vergund;
○ het gebouw of het gebouwencomplex is niet gelegen in: ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden en agrarische gebieden met ecologisch belang of ecologische waarde of in recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan die onder de categorie van gebiedsaanduiding “recreatie” sorteren.
De woning is niet verkrot, de woning is hoofdzakelijk vergund. De functiewijziging van landbouwwoning naar residentieel wonen komt voor op de lijst van zonevreemde functiewijzigingen en kan dus juridisch aanvaard worden.
Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de zonevreemde functiewijziging kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een eventueel leegstaand landbouwbedrijf, met als nieuw gebruik uitsluitend wonen, voor zover aan al de volgende voorwaarden voldaan is:
● 1° de bedrijfswoning en de fysiek aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij de bedrijfswoning, krijgen als nieuw gebruik wonen, met uitsluiting van meergezinswoningen maar met inbegrip van tijdelijke verblijfsgelegenheden op voorwaarde dat landbouw als nevenbestemming nog aanwezig blijft;
● 2° de bedrijfsgebouwen van het landbouwbedrijf mogen niet afgesplitst worden van de bedrijfswoning en kunnen alleen een nieuw gebruik krijgen als woningbijgebouwen, of als accommodatie voor tijdelijke verblijfsgelegenheden op voorwaarde dat landbouw als nevenbestemming nog aanwezig blijft.
De functiewijziging van hoeve naar residentiële woning voldoet aan deze voorwaarden en kan juridisch aanvaard worden.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Amerlinckweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het betrokken goed is volgens de fluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Het betrokken goed is volgens de pluviale overstromingskaart gelegen deels in een zone met middelgrote overstromingskans, met kleine overstromingskans en met kleine overstromingskans onder klimaatverandering.
De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Erfgoedtoets
Het gebouw waaraan de werken voorzien worden, is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed "Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen: Gemeente Deerlijk" zoals opgemaakt door de Vlaamse Overheid en wordt als volgt beschreven:
ID 86247 - Hoeve, gelegen op het einde van de straat. Recente naam verwijzend naar het nabijgelegen gelijknamige bos, verdwenen in de 19de eeuw. De hoeve was afhankelijk van de heerlijkheid "te Schruyters". Weergegeven op de kaart van de Sint-Pietersheerlijkheid (1778). De Atlas der Buurtwegen (1849) toont een hoeve met L-vormige opstelling.
Losse verankerde, gewitte bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldaken. Bekiezeld erf. Ten noorden boerenhuis met verhoogde linkertraveeën. Getoogde muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk. Stalvleugel met centrale poort, heden garage. Voormalig wagenhuis rechts. Ten westen bakhuisje.
Het pand heeft een middelhoge locuswaarde. Een middelhoge locuswaarde vertegenwoordigt de gebouwen waarvan de erfgoedwaarde minder hoog is en andere factoren meer doorslaggevend zijn. Gebouwen kunnen grondig verbouwd worden mits behoud van de erfgoedelementen en met een architectuur die deze respecteert. In principe wordt het gebouw niet gesloopt. Sloop kan echter overwogen worden mits een grondige motivatie en een beoordeling van de nieuwbouw. Sloop zonder nieuwbouw is uitgesloten. De omgevingsambtenaar vraagt indien nodig advies aan de kwaliteitscommissie bouwkundig erfgoed bij aanvragen voor grondige verbouwingen. Men streeft voor deze panden naar een behoud van het beeld met inzet van een vrije materiaalkeuze.
Gezien de aanvraag enkel betrekking heeft op het wijzigen van de functie, worden er geen wijzigingen aangebracht aan de erfgoedwaarde. De te slopen kippenstal heeft geen erfgoedwaarde.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Niet van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag betreft het wijzigen van een professionele landbouwsite naar zonevreemde woning met bijgebouwen.
Hoewel de aanvraag geen betrekking meer heeft op professionele activiteiten of para-agrarische activiteiten, is het wijzigen van de functie naar zonevreemde woning in deze lokale ruimtelijke agrarische situatie aanvaardbaar. De nieuwe functie veroorzaakt geen schade aan de externe landbouwstructuren en de aanwezige agrarische dynamiek.
Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:
De aanvraag betreft het wijzigen van de functie. De inplanting, het volume en de verschijningsvorm blijven ongewijzigd.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functiewijziging van landbouwbedrijf naar eengezinswoning heeft als gevolg dat de verkeersaantrek zal afnemen, waardoor de impact kleiner zal zijn dan voordien.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet geen beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
1.m. Bespreking adviezen
Departement landbouw en visserij bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit. In het advies van de afdeling worden een aantal voorwaarden geformuleerd die als volgt luiden:
● de bijgebouwen moeten uitsluitend als woningbijgebouw gebruikt worden;
● bij toekomstige werken dient de zonevreemde wetgeving gerespecteerd te worden waarbij ook het ruimtebeslag dient beperkt te blijven tot de huidige footprint van de site;
● bijkomend aansnijden van de agrarische structuren i.f.v. zonevreemd wonen kan niet aanvaard worden.
Gelet op de specifieke problematiek en de kennis ter zake dient opgelegd te worden dat de bovenstaande voorwaarden stipt nageleefd moeten worden.
1.n. Stedenbouwkundige lasten
Overeenkomstig artikel 75 §1, lid 2, 4° van het omgevingsvergunningsdecreet moet de bevoegde overheid bij de afgifte van een omgevingsvergunning een last opleggen wanneer het gaat om omgevingsvergunningsaanvragen waarbij toepassing gemaakt wordt van de volgende afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:
Deze last vindt zijn oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de omgevingsvergunning uit de vergunning haalt en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich neemt.
De voorliggende vergunningsaanvraag maakt toepassing van de basisrechten voor zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waardoor een stedenbouwkundige last opgelegd dient te worden.
Aangezien het bestuur niet beschikt over een stedenbouwkundige verordening voor het heffen van een financiële last, dient een last in natura opgelegd te worden.
In het dossier werd een voorstel van last in natura overgemaakt door de aanvrager. Er werd voorgesteld om bijkomend groen aan te leggen onder de vorm van struiken en/of bomen. Hiermee kan niet akkoord gegaan worden.
De oppervlakte aan bijgebouwen is heel ruim, nl. +/- 177 m², de oppervlakte van de woning bedraagt +/- 140 m². 2 van de 3 bijgebouwen bevinden zich op de achterste perceelsgrens en zijn opgetrokken in betonplaten. Gezien de ruime oppervlakte aan bijgebouwen, de inplanting op de perceelsgrens en de beperkte beeldkwaliteit wordt voorgesteld om de stal, met een oppervlakte van 12 m² te slopen.
Een groot deel van het binnenplein werd semi-verhard. Deze verharding werd niet aangeduid op het plan bestaande toestand. Gezien heel wat van de verharding geen noodzakelijke verharding betreft en de ligging in waterziek gebied, wordt voorgesteld om een deel van de verharding te vervangen door gras/beplanting. De te ontharden oppervlakte bevindt zich in de oksel van de woning en de toekomstige garage.
Bijgevolg wordt voorgesteld volgende lasten in natura op te leggen:
● slopen van de stal van 12 m;
● ontharden van 31 m² gelegen in de oksel van de woning en de toekomstige garage en vervangen door gras/beplanting.
De opgelegde last moet uitgevoerd worden binnen het jaar na afgifte van de vergunning.
Voor de uitvoering van de last in natura wordt bij de afgifte van de vergunning eveneens een waarborg opgenomen. De waarborg dekt de volledig geraamde kostprijs van de lasten. Als de uitvoering van diverse lasten financieel wordt gewaarborgd, dient één waarborg voor de totaliteit van de lasten in kwestie gehanteerd te worden, waarbij aangegeven wordt welk waarborggedeelte betrekking heeft op elke last afzonderlijk.
De financiële waarborg wordt geraamd op 2.286 euro, als volgt op te delen:
● Last ontharden 31 m²: 1.240 euro
● Last voor sloop stal: 1.046 euro
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Christ Himpe wonende Desselgemknokstraat 44 te 8540 Deerlijk, voor het wijzigen van de functie van landbouwwoning naar gezinswoning, op een perceel gelegen Amerlinckweg 28 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 449 C, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● de bijgebouwen moeten uitsluitend als woningbijgebouw gebruikt worden;
● bij toekomstige werken dient de zonevreemde wetgeving gerespecteerd te worden waarbij ook het ruimtebeslag dient beperkt te blijven tot de huidige footprint van de site;
● het bijkomend aansnijden van de agrarische structuren i.f.v. zonevreemd wonen kan niet aanvaard worden.
Artikel 2
Volgende stedenbouwkundige last wordt opgelegd:
● slopen van de stal van 12 m;
● ontharden van 31 m² gelegen in de oksel van de woning en de toekomstige garage en vervangen door gras/beplanting;
● de opgelegde last moet uitgevoerd worden binnen het jaar na afgifte van de vergunning;
● de Financiële waarborg voor de stedenbouwkundige lasten luidt als volgt:
Conform het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning artikel 77 §1 dient de houder van de vergunning een financiële waarborg aan het lokaal bestuur van Deerlijk te verlenen alvorens met de uitvoering van de vergunning gestart wordt. De waarborg ten bedrage van 2.286 euro wordt geleverd via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas met het lokaal bestuur Deerlijk als begunstigde of door de financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.
Zodra de sloop en het ontharden uitgevoerd is, dient dit aan de hand van 5 foto’s gemeld te worden aan het lokaal bestuur via omgeving@deerlijk.be met vermelding van het dossiernummer van de vergunning en de gestructureerde mededeling van de overschrijving naar de Deposito- en Consignatiekas opdat de waarborg vrijgegeven kan worden.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.19. OMV 2024_111 - Dosseweg 1, 2, 8, Harelbekestraat 73, 75, 77 en 79 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bemalen voor het aanleggen van een kelderconstructie, inclusief verhoogde lozingsnormen en waterzuivering, op een perceel gelegen Dosseweg 1, 2, 8, Harelbekestraat 73, 75, 77 en 79 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 47 M5, aangevraagd door Pieter Vandewiele namens BOUWONDERNEMING ERIBO NV met als contactadres Vredestraat 45 te 8790 Waregem.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 17 oktober 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig.
Volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden:
● In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II dient het debiet van het te lozen bemalingswater niet gemeten te worden via meetgoot. Een debietsmeter in combinatie met een aftapkraan voor monstername van het geloosde bemalingswater volstaat.
● In afwijking van artikel 4.2.3.1.3° van Vlarem II wordt toegestaan dat onderstaande gevaarlijke stoffen geloosd worden in concentraties hoger dan het indelingscriterium. Volgende aangepaste lozingsnormen worden toegestaan:
○ Individuele PFAS: 100 ng/l
○ Trichloormethaan: 25 µg/l (10 x IC)
Bijzondere lozingsnormen voor tetrachlooretheen en trichlooretheen worden niet toegestaan. Voor deze parameters mogen de concentraties niet hoger zijn dan 10 µg/l.
● Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:
1° het merk en serienummer;
2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing.
Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.
● Voor de start van de bemaling en tijdens de bemaling dienen de zettingen gemonitord te worden op de omliggende panden. In de eerste 5 dagen gebeurt dit minimum 1x per dag. Bij stabilisatie van de meetresultaten kan de meetintensiteit verminderen. De resultaten dienen in de aanvangsfase iedere dag beoordeeld te worden door de leidinggevende ingenieur, later op bv. wekelijkse basis. De zettingsmetingen kunnen te allen tijde op verzoek voorgelegd worden aan de toezichthouder milieu.
● De bemaling dient sonde-gestuurd te zijn, zodat het pompdebiet zich automatisch aanpast aan een vooraf ingesteld grondwaterpeil.
● Mits de kwaliteit van het bemalingswater voldoet aan de normen voor grondwater (bijlage IV van Vlarebo) én de waarden lager liggen dan het indelingscriterium (bijlage 2.3.1. van Vlarem II) of de bijzondere lozingsnormen, dient het bemalingswater geloosd te worden in de RWA-riolering ter hoogte van het kruispunt Harelbekestraat – Stationsstraat, die verderop uitmondt in de Gaverbeek. Indien de straat hiervoor gedwarst moet worden, wordt hiervoor een kabelgoot met flauwe hellingsgraad voorzien.
● Indien de waterkwaliteitonvoldoende is, dient geloosd te worden in de DWA-riolering. Hierbij dient bijkomend toestemming gevraagd te worden aan de rioolbeheerder indien het lozingsdebiet groter is dan 10 m³/u.
● De kwaliteit van het bemalingswater dient gemonitord te worden. De staalnames en analyses gebeuren door een labo erkend in de discipline water. De staalnamefrequentie gebeurt als volgt: 1x voor opstart, en vervolgens op dag 1, dag 7, dag 14, dag 28 en dag 60. Indien uit de analyses blijkt dat de meetresultaten stabiel blijven en voldoen aan de normen, kan in overleg met de gemeente Deerlijk beslist worden de analyses stop te zetten. Indien niet, kan de gemeente bijkomende analyses vragen. Volgende parameters worden geanalyseerd:
○ pH
○ BZV
○ CZV
○ PFAS (minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025)
○ VOCl
○ Benzeen
De analyseresultaten en de bijhorende toetsing aan de van toepassing zijnde normen (of bijzondere lozingsnormen) dienen overgemaakt te worden via omgeving@deerlijk.be, en dit telkens van zodra de analyseresultaten beschikbaar zijn onder de vorm van een meetrapport. De bemaling kan pas starten na goedkeuring van de gemeente op basis van eerste analyseresultaten. Indien de normen worden overschreden wordt in overleg met de gemeente beslist welke werkwijze gehanteerd moet worden bv. een extra zuiveringsstap.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Deknudt-Decora zoals vastgesteld op 9 juli 2020.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 juni 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor een functiewijziging van een bestaand industriegebouw waarbij de nieuwe functie betrekking heeft op een inrichting voor luidruchtige binnenrecreatie, namelijk schietstand (airsoft).
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 januari 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het wijzigen van de functie van een deel van het kantoorgebouw naar een balletschool.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 mei 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het gedeeltelijk afbreken en herinrichten van de bestaande bedrijfsgebouwen tot bedrijfsverzamelgebouw.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 maart 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het herbestemmen van boogloods B.
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● milieuvergunning afgeleverd op 28 mei 2015 door het college van burgemeester en schepenen voor airsoft schietstand;
● milieuvergunning afgeleverd op 11 januari 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor bedrijvencentrum;
● milieuvergunning afgeleverd op 18 oktober 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor inrichten van een hoogspanningscabine voor openbaar nut.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Melding afgeleverd op 25 april 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor een polyvalente ruimte die geheel of gedeeltelijk kan afgehuurd worden voor het geven van socioculturele activiteiten.
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 23 december 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het gedeeltelijk slopen van bestaande bedrijfsgebouwen.
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 20 december 2023 door het college van burgemeester en schepenen voor bijstelling voorwaarden door exploitant of vergunninghouder.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De aanvraag is gelegen langs de Harelbekestraat, een goed uitgeruste gemeenteweg in het centrum van Deerlijk. De directe omgeving wordt gekenmerkt door enerzijds bedrijfsgebouwen in volle renovatie/reorganisatie en anderzijds voornamelijk grondgebonden woningen en aan de overzijde een meergezinswoning. De eengezinswoningen bestaan hoofdzakelijk uit 2 bouwlagen en een hellend dak. De meergezinswoningen bestaan uit 2 à 3 bouwlagen al dan niet met een teruggetrokken 3de bouwlaag en plat dak.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
Er worden geen stedenbouwkundige handelingen aangevraagd.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Er wordt een bronbemaling aangevraagd ten behoeve van de aanleg van een ondergrondse kelderconstructie voor een meergezinswoning. Naast de bronbemaling zelf wordt ook het lozen van bedrijfsafvalwater en een zuiveringsinstallatie aangevraagd, aangezien er gekende verontreinigingen in de invloedsstraal van de bemaling aanwezig zijn.
Tevens wordt ook een bijstelling gevraagd van onderstaande algemene voorwaarden in Vlarem II:
● Afwijking op artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II betreffende de verplichting om het debiet van het bedrijfsafvalwater te meten via een meetgoot. Men stelt voor te meten met een debietsmeter.
● Volgens artikel 4.2.3.1.3° van Vlarem II kunnen gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan het indelingscriterium niet geloosd worden, tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning. Men vraagt volgende aangepaste lozingsnormen aan:
○ Individuele PFAS: 100 ng/l
○ Tetrachlooretheen: 100 µg/l (10 x IC)
○ Trichlooretheen: 100 µg/l (10 x IC)
○ Trichloormethaan: 25 µg/l (10 x IC)
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
3.4.2° | Lozen van verontreinigd bemalingswater voor de parameters PFAS, Tetrachlooretheen, Trichlooretheen en Trichloormethaan, met maximaal debiet = 36,33 m³/u (872 m³/dag). (Nieuw) | 36,33 m³/uur | 2 |
3.6.3.2° | Zuiveren van verontreinigd bemalingswater voor de parameters PFAS, Tetrachlooretheen, Trichlooretheen en Trichloormethaan, met maximaal debiet = 36,33 m³/u (872 m³/dag). (Nieuw) | 36,33 m³/uur | 2 |
53.2.2°b)2° | Bemaling - Harelbekestraat 73-79, Deerlijk Bemalingstermijn = 240 kalenderdagen Max. dagdebiet = 872 m³/dag (36,33 m³/u) (Nieuw) | 163.920 m³/jaar | 2 |
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 27 augustus 2024 tot 25 september 2024. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.
VMM advisering afvalwater werd om advies verzocht op 22 augustus 2024. De adviesinstantie bracht op 25 september een deels ongunstig en deels voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt besproken bij de milieuaspecten.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP ‘Deknudt-Decora’.
Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien er geen stedenbouwkundige handelingen aangevraagd worden. De bronbemaling wordt aangevraagd ten behoeve van de bouw van een meergezinswoning, die reeds beslist werd via omgevingsvergunning OMV2020173244. De toetsing aan de voorschriften werd reeds uitgevoerd.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Harelbekestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.
Er worden geen stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. De voorliggende aanvraag heeft bijgevolg geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meer bepaald rubrieknummer 10.j) werken voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater, die niet zijn opgenomen in bijlage I of II.
In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit).
De mer-screening wordt toegevoegd in de voorbehouden velden in het omgevingsloket.
Hierbij werden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Niet van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Grondwater
Er wordt een bronbemaling aangevraagd voor een ondergrondse kelderverdieping van een meergezinswoning. Het totaal debiet wordt geschat op 163.920 m³ (872 m³/dag, 36,33 m³/u) en de duurtijd op 240 kalenderdagen. Op de ontwerpplannen werd een gedeeltelijke secanswand of berlinerwand voorzien. Deze dient echter beschouwd te worden als grondkerend, en dus niet waterremmend. Bijgevolg is de bemaling een klassieke filterbemaling met open bouwput. Men beoogt een maximale grondwaterverlaging van 5,7 m-mv, zijnde 0,5 m dieper dan de uitgravingsdiepte voor de liftputten. De invloedsstraal bedraagt 230m. De berekende zettingen (zonder rekening te houden met voorbelasting) bedragen maximaal 10 à 14 mm ter hoogte van de dichtste gebouwen, naargelang de (eventuele) diepere liftputbemaling. De zettingen zijn bijgevolg aanvaardbaar. De bijkomende bemaling voor aanleg van de liftputten is slechts zeer kortstondig. Bijgevolg is het bijkomend zettingsrisico hiervan beperkt. Aangezien het bouwproject volledig ingesloten is door bebouwing, wordt het monitoren van de zettingen opgelegd in een bijzondere voorwaarde, zoals ook aangeraden in de bemalingsnota. In de bemalingsnota wordt eveneens gesuggereerd om de bemaling sonde-gestuurd uit te voeren, zodat het grondwaterpeil niet onnodig verlaagd wordt en het debiet beperkt blijft tot het strikt noodzakelijke. Dit wordt eveneens overgenomen in een bijzondere voorwaarde.
Voor de lozing van het bemalingswater werd de bemalingscascade doorlopen. Infiltratie op eigen terrein is niet haalbaar door de bebouwde omgeving en gebrek aan ruimte. Het debiet kan echter wel beperkt worden door een sondegestuurde bemaling, zoals ook opgelegd in een bijzondere voorwaarde. Gelet op de ligging van het project op risicogrond, kan er geen water ter beschikking gesteld worden aan derden. Het bemalingswater zal geloosd worden in de nabijgelegen RWA-riolering ter hoogte van het kruispunt Harelbekestraat – Stationsstraat, die verderop uitmondt in de Gaverbeek. Dit wordt opgenomen in een bijzondere voorwaarde, mits de waterkwaliteit voldoet. In het andere geval dient geloosd te worden op de DWA-riolering.
Het project is gelegen binnen de 500 m veiligheidszone van de PFAS no regret zone Hoogstraat, en er bevinden zich 10 bodemonderzoeken gekend bij OVAM in de invloedsstraal van de bemaling. De aanvraag is vergezeld van een impactstudie uitgevoerd door een erkend bodemsaneringsdeskundige. De OVAM-dossiers werden gescreend om de invloed op of door deze verontreiniging na te gaan door of op de bemaling. De deskundige concludeert dat de aanwezigheid van grondwaterverontreiniging met PFAS, VOCl (gechloreerde solventen) en benzeen in de wijdere omgeving van de werfzone een negatieve impact kan hebben op de kwaliteit van het bemalingswater. Veiligheidshalve worden daarom ook de rubrieken 3.4 (bedrijfsafvalwater) en 3.6 (waterzuivering) aangevraagd. Men vraagt aangepaste lozingsnormen aan voor 4 parameters (zie bijstelling milieuvoorwaarden). Indien deze waarden dreigen overschreden te worden, kan een waterzuivering ingeschakeld worden. Aanvrager zal ook de gehaltes in het bemalingswater monitoren gedurende de duur van het project. Dit wordt overgenomen in een bijzondere voorwaarde.
Geluid en trillingen
De bemalingspompen zullen onvermijdelijk geluid (en in mindere mate trillingen) produceren. Om deze hinder tot een minimum te herleiden zal er gebruik gemaakt worden van geluidsarme pompen.
Biodiversiteit
Er bevinden zich geen beschermde natuurgebieden (VEN-gebied, Habitatrichtlijngebied), waterwinningsgebieden of beschermingszones binnen de invloedzone van de bemaling. De werf is niet gelegen in of nabij biologisch waardevol gebied noch in of nabij een gebied dat kwetsbaar is voor verdroging.
Bijstelling milieuvoorwaarden
Er wordt ook een bijstelling gevraagd van onderstaande algemene voorwaarden in Vlarem II:
● Afwijking op artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II betreffende de verplichting om het debiet van het bedrijfsafvalwater te meten via een meetgoot. Men stelt voor te meten met een debietsmeter. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen zullen de monsternames gedaan worden via een aftapkraan.
Evaluatie
De afwijking kan verleend worden, en wordt opgenomen in een bijzondere voorwaarde.
● Volgens artikel 4.2.3.1.3° van Vlarem II kunnen gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan het indelingscriterium niet geloosd worden, tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning. Men vraagt volgende aangepaste lozingsnormen aan:
○ Individuele PFAS: 100 ng/l
○ Tetrachlooretheen: 100 µg/l (10 x IC)
○ Trichlooretheen: 100 µg/l (10 x IC)
○ Trichloormethaan: 25 µg/l (10 x IC)
Evaluatie
Op 25 september 2024 werd een advies ontvangen van VMM advisering afvalwater. Er wordt gunstig geadviseerd voor de aangepaste lozingsnormen voor de individuele PFAS en voor trichloormethaan. Volgens de standaardprocedure voor bodemsaneringen kan er zowel voor tetrachlooretheen als voor trichlooretheen slechts een maximumgehalte van 10 µg/l toegestaan worden, wat overeen komt met het indelingscriterium. Er kan bijgevolg geen bijzondere lozingsnorm toegestaan worden voor deze parameters. Enkel voor de individuele PFAS en voor trichloormethaan worden bijzondere lozingsnormen toegestaan.
Conclusie
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
7.10 Goede ruimtelijke ordening
De criteria voor de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening, zijnde functie, ruimtegebruik, inplanting, visueel-vormelijke aspecten, etc. zijn hier niet van toepassing gezien de werken geen betrekking hebben op een gebouw of constructie.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
1.m. Bespreking adviezen
Het advies van VMM afdeling afvalwater werd reeds besproken bij 7.9 milieuaspecten.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Pieter Vandewiele namens BOUWONDERNEMING ERIBO NV met als contactadres Vredestraat 45 te 8790 Waregem, voor het bemalen voor het aanleggen van kelderconstructie, inclusief verhoogde lozingsnormen en waterzuivering, op een perceel gelegen Dosseweg 1, 2, 8, Harelbekestraat 73, 75, 77 en 79 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 47 M5.
Artikel 2
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
3.4.2° | Lozen van verontreinigd bemalingswater voor de parameters PFAS, Tetrachlooretheen, Trichlooretheen en Trichloormethaan, met maximaal debiet = 36,33 m³/u (872 m³/dag). (Nieuw) | 36,33 m³/uur | 2 |
3.6.3.2° | Zuiveren van verontreinigd bemalingswater voor de parameters PFAS, Tetrachlooretheen, Trichlooretheen en Trichloormethaan, met maximaal debiet = 36,33 m³/u (872 m³/dag). (Nieuw) | 36,33 m³/uur | 2 |
53.2.2°b)2° | Bemaling - Harelbekestraat 73-79, Deerlijk Bemalingstermijn = 240 kalenderdagen Max. dagdebiet = 872 m³/dag (36,33 m³/u) (Nieuw) | 163.920 m³/jaar | 2 |
Artikel 3
De vergunning wordt afgeleverd mits te voldoen aan volgende bijzondere miliuevoorwaarden:
● In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II dient het debiet van het te lozen bemalingswater niet gemeten te worden via meetgoot. Een debietsmeter in combinatie met een aftapkraan voor monstername van het geloosde bemalingswater volstaat.
● In afwijking van artikel 4.2.3.1.3° van Vlarem II wordt toegestaan dat onderstaande gevaarlijke stoffen geloosd worden in concentraties hoger dan het indelingscriterium. Volgende aangepaste lozingsnormen worden toegestaan:
○ Individuele PFAS: 100 ng/l
○ Trichloormethaan: 25 µg/l (10 x IC)
Bijzondere lozingsnormen voor tetrachlooretheen en trichlooretheen worden niet toegestaan. Voor deze parameters mogen de concentraties niet hoger zijn dan 10 µg/l.
● Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:
1° het merk en serienummer;
2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing.
Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.
● Voor de start van de bemaling en tijdens de bemaling dienen de zettingen gemonitord te worden op de omliggende panden. In de eerste dagen gebeurt dit minimum 1x per dag. Bij stabilisatie van de meetresultaten kan de meetintensiteit verminderen. De resultaten dienen in de aanvangsfase iedere dag beoordeeld te worden door de leidinggevende ingenieur, later op bv. wekelijkse basis. De zettingsmetingen kunnen te allen tijde op verzoek voorgelegd worden aan de toezichthouder milieu.
● De bemaling dient sonde-gestuurd te zijn, zodat het pompdebiet zich automatisch aanpast aan een vooraf ingesteld grondwaterpeil.
● Mits de kwaliteit van het bemalingswater voldoet aan de normen voor grondwater (bijlage IV van Vlarebo) én de waarden lager liggen dan het indelingscriterium (bijlage 2.3.1. van Vlarem II), dient het bemalingswater geloosd te worden in de RWA-riolering ter hoogte van het kruispunt Harelbekestraat – Stationsstraat, die verderop uitmondt in de Gaverbeek. Indien de straat hiervoor gedwarst moet worden, wordt hiervoor een kabelgoot met flauwe hellingsgraad voorzien.
● Indien de waterkwaliteitonvoldoende is, dient geloosd te worden in de DWA-riolering. Hierbij dient bijkomend toestemming gevraagd te worden aan de rioolbeheerder indien het lozingsdebiet groter is dan 10 m³/u.
● De kwaliteit van het bemalingswater dient gemonitord te worden. De staalnames en analyses gebeuren door een labo erkend in de discipline water. De staalnamefrequentie gebeurt als volgt: 1x voor opstart, en vervolgens op dag 1, dag 7, dag 14, dag 28 en dag 60. Indien uit de analyses blijkt dat de meetresultaten stabiel blijven en voldoen aan de normen, kan in overleg met de gemeente Deerlijk beslist worden de analyses stop te zetten. Indien niet, kan de gemeente bijkomende analyses vragen. Volgende parameters worden geanalyseerd:
○ pH
○ BZV
○ CZV
○ PFAS (minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025)
○ VOCl
○ Benzeen
De analyseresultaten en de bijhorende toetsing aan de van toepassing zijnde normen (of bijzondere lozingsnormen) dienen overgemaakt te worden via omgeving@deerlijk.be, en dit telkens van zodra de analyseresultaten beschikbaar zijn onder de vorm van een meetrapport. De bemaling kan pas starten na goedkeuring van de gemeente op basis van eerste analyseresultaten. Indien de normen worden overschreden wordt in overleg met de gemeente beslist welke werkwijze gehanteerd moet worden bv. een extra zuiveringsstap.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.20. OMV 2024_118 - Nijverheidslaan 38 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een overdekte fietsenstalling, op een perceel gelegen Nijverheidslaan 38 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 960 T aangevraagd door de heer Kurt Blomme wonende Nijverheidslaan 38 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 18 oktober 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming milieubelastend industriegebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant: (opname vergunningen vanaf 2000)
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 maart 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor overdekken van een opslagruimte.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 mei 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een rolbrug.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 september 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor het inkuipen en overdekken van weegbruggen.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 april 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor plaatsen van gevelreclame op de gevel van een rolbrugloods.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 augustus 2006 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een voedingsmagazijn met laadkaaien.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 augustus 2007 door het college van burgemeester en schepenen voor plaatsen van een spandoek tegen de gevel van een magazijn.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 maart 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor plaatsen van een geprefabriceerde HS cabine.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen milieuvergunningen en/of weigeringen voldoende relevant voor voorliggende aanvraag.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 2 augustus 2018 door de deputatie voor uitbreiding met de opslag van natriumhypochloriet.
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 2 augustus 2018 door de deputatie voor aanpassen van de laadkaaien van 4 naar 3.
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 18 oktober 2018 door de deputatie voor plaatsen van een luifel tegen een bestaand magazijn.
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 16 mei 2019 door de deputatie voor bijstellen van de bijzondere voorwaarden- lozingsvoorwaarden.
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 10 juni 2021 door de deputatie voor aanpassen lozingsvoorwaarden
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 29 april 2021 door de deputatie voor uitbreiden met luifelstructuur nabij een bestaand magazijn.
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 2 juni 2022 door de deputatie voor afwijkingsaanvraag met betrekking tot de scheidings- en afstandsregels.
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 24 november 2022 door de deputatie voor actualisatie van de vergunningstoestand van een bestaand bedrijf.
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 16 maart 2023 door de deputatie voor aanleg van niet-waterdoorlatende verharding.
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 10 mei 2023 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanbrengen van lichtreclame.
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 16 maart 2023 door de deputatie bijstellen lozingsvoorwaarden uranium en cresolen.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van +/- 8,2 ha en is gelegen langs de Nijverheidslaan op ongeveer 2 km ten oosten van de kern van Deerlijk. De Nijverheidslaan is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevinden zich enkele bedrijfsgebouwen, stapelruimte en bijhorende parking. De aanvraag bevindt zich binnen de industriezone Ter Donkt, die gekenmerkt wordt door grootschalige milieubelastende bedrijven.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst een vrijstaande, overdekte fietsenstalling te bouwen in de buurt van de ingang tot het kantoorgebouw.
De fietsenstalling wordt ingeplant op 3m van de perceelsgrens, op een reeds verharde oppervlakte. De fietsenstalling biedt ruimte voor 24 fietsen en bestaat uit één bouwlaag met plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 2,20 m.
De constructie betreft een metalen kokerprofiel, bekleed met een houten structuur en een metalen dakafwerking.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.
De Intercommunale Leiedal werd om advies verzocht op 11 september 2024. De adviesinstantie liet op 9 oktober 2024 weten geen advies te zullen uitbrengen gezien de bouwsite gelegen is buiten de contour van het bedrijventerrein dat door Leiedal werd ontwikkeld.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meerbepaald aan de voorschriften voor milieubelastende bedrijvigheid.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 7.2.0. + 8.2.1.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :
Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.
Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.
Gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.
De aanvraag heeft betrekking op het plaatsen van een fietsenstalling in functie van een bestaand milieubelastend bedrijf, zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Nijverheidslaan een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (< 40 m²).
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het voorzien van een fietsenstalling bij een bestaand bedrijfsgebouw. De hoofdfunctie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze industriële omgeving.
Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:
De inplanting van de fietsenstalling wordt voorzien op 3m van de perceelsgrens, op een bestaande reeds verharde oppervlakte, in de directe omgeving van de toegang tot het kantoorgebouw. Op die manier sluit de overdekte fietsenstalling aan op de rest van de gebouwen.
De fietsenstalling is beperkt in oppervlakte en hoogte. Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen.
De fietsenstalling is niet zichtbaar vanaf de openbare weg, waardoor het ontwerp geen impact heeft op het straatbeeld. De voorgestelde materialen zijn duurzaam en zorgen voor een integratie naar de omgeving toe.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
Het aantal parkeerplaatsen voor de auto wijzigt niet. Ten gevolge van de geplande werken kan het fietsverkeer toenemen, wat een positieve bijdrage levert aan de modal shift.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Kurt Blomme wonende Nijverheidslaan 38 te 8540 Deerlijk, voor het plaatsen van een overdekte fietsenstalling, op een perceel gelegen Nijverheidslaan 38 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 960 T.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.21. Inname openbaar domein - kennisname
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.22. Renovatiepremie eigenaars-bewoners - goedkeuring
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.23. OMV 2024_102 - Proosdijstraat 2 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een tuinhuis en overdekt terras, op een perceel gelegen Proosdijstraat 2 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 G aangevraagd door Nicolas Deweer wonende Proosdijstraat 2 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 10 oktober 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● De voorziene kiezelboord, rechtstreeks palend aan de constructie, dient vervangen te worden door levend groene beplanting zodat de afwatering van het dak op een natuurlijke wijze kan infiltreren in de omliggende onverharde bodem.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, RUP Oude Pastorijstraat, goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 5 november 2014 (dossiernummer gemeente: 1049/2014.15).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 september 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 2 driegevelwoningen en 5 tweegevelwoningen in groepsverband (afwijking verkaveling inzake dakhelling gedeeltelijk voorzien op 50° ipv 45°).
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 288 m² gelegen langs een voldoende uitgeruste weg in een recent aangelegde verkaveling op ongeveer 200 m ten zuidoosten van de kern van Sint-Lodewijk.
De directe omgeving bestaat uit residentiële bebouwing en achterliggend een appartementsgebouw. De woningen hebben een gelijkaardige verschijningsvorm met identiek materiaalgebruik. Op het perceel bevindt zich een aaneengesloten ééngezinswoning bestaande uit 2 bouwlagen afgewerkt met een hellend dak. Er zijn nog geen vrijstaande bijgebouwen aanwezig in de tuinzone.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
In de tuinzone wordt een bijgebouw voorzien. Het bijgebouw heeft een breedte van 3 m op een lengte van 7 m. De linkerzijde is open alsook een deel van de voorzijde, dit deel wordt gebruikt als overdekte zithoek (12 m²). Het rechter deel wordt afgesloten als tuinhuis (9 m²). De constructie wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,51 m. De achterzijde is volledig gesloten en wordt langs de perceelgrens ingeplant. De gevels van het bijgebouw worden voorzien in hout.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 23 augustus 2024 tot 21 september 2024. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:
Plan schrijft voor: | ontwerp voorziet: |
Bijgebouw bij aaneengesloten bebouwing max. 12 m² | Bijgebouw 21 m² |
Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de maximale terreinbezetting onder de 65 % blijft, het slechts 1 bijgebouw betreft, de minimale afstanden tot de kavelgrenzen gerespecteerd blijven, de constructie opgericht wordt op meer dan 2 m achter de achtergevel van de woning, het materiaalgebruik hout is, de constructie uitgevoerd wordt met een plat dak dat niet hoger is dan 3 m kroonlijst.
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De afwijking heeft betrekking op de afmetingen van de constructie zodat een afwijking overwogen kan worden.
De afwijking van de oppervlakte van 12 m² naar 21 m² is te motiveren aangezien deze afwijking beperkt is, de oppervlakte van de tuin voldoende groot is en de maximale terreinbezetting niet overschreden wordt. Er werden ook geen bezwaren geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek zodat ook de aanpalenden hiervan geen hinder zullen ondervinden.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Proosdijstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (< 40 m²).
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater gezien de oppervlakte minder dan 40 m² bedraagt op voorwaarde dat de afwatering van het dak op een natuurlijke wijze infiltreert in de omliggende onverharde bodem die minstens ¼ van de oppervlakte van het dak bedraagt en er geen aansluiting wordt gemaakt met de bestaande regenwaterput. Op de plannen wordt een kiezelboord aangelegd rechtstreeks palend aan de constructie, deze dient vervangen te worden door levend groene beplanting zodat de afwatering van het dak op een natuurlijke wijze kan infiltreren in de omliggende onverharde bodem.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een bijgebouw bij een bestaande eengezinswoning. Deze hoofdfunctie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze woonomgeving, er wordt ook geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. De inplanting van het bijgebouw wordt voorzien achteraan in de tuin zodat de zone tussen de woning en het bijgebouw voldoende ruim is om optimaal te kunnen inrichten als tuin op een kwalitatieve manier.
Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen, de bouwhoogte en oppervlakte zijn aanvaardbaar en er werd akkoord verkregen van de eigenaars van de betreffende buurpercelen. Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende woonomgeving. Het ontwerp heeft geen rechtstreekse impact op het straatbeeld en wordt geïntegreerd binnen de bestaande bebouwing wegens het sober materiaalgebruik.
Conclusie
Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarde inzake de afwatering verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Nicolas Deweer wonende Proosdijstraat 2 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een tuinhuis en overdekt terras, op een perceel gelegen Proosdijstraat 2 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 G, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● De voorziene kiezelboord, rechtstreeks palend aan de constructie, dient vervangen te worden door levend groene beplanting zodat de afwatering van het dak op een natuurlijke wijze kan infiltreren in de omliggende onverharde bodem.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.24. Provinciale huurgarantieverzekering - samenwerkingsovereenkomst - addendum - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van een addendum bij de samenwerkingsovereenkomst met de provincie betreffende de provinciale huurgarantieverzekering, te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Motivering
De provincie West-Vlaanderen biedt een provinciale huurgarantieverzekering aan voor verhuurders die op de private huurmarkt aan eenoudergezinnen willen verhuren.
Doel van de verzekering is om meer kansen te bieden aan deze doelgroep.
Deze verzekering ontzorgt de verhuurders enigszins. Men wordt verzekerd tegen huurachterstal, huurschade en men kan genieten van rechtsbijstand. Dit zijn de elementen die (minstens) verzekerd zijn en voorzien zijn in de polis.
Om toegang te krijgen tot deze huurgarantieverzekering moet men bereid zijn te willen verhuren aan eenoudergezinnen die aan bepaalde voorwaarden voldoen:
● gezinsinkomen tussen de 22.000 en 55.000 euro (bruto belastbaar);
● minstens 1 kind ten laste (o.b.v. groeipakket/40 % nachten i.k.v. verblijfsregeling).
Er werd in dit kader een samenwerkingsovereenkomst ondertekend, die de samenwerking regelt tussen de provincie enerzijds en de gemeente anderzijds.
De overeenkomst loopt van 1 november 2021 tot en met 30 oktober 2024.
De samenwerkingsovereenkomst die werd afgesloten in het kader van de provinciale huurgarantieverzekering loopt - door afspraken met de verzekeraar - niet meer synchroon met het aangepaste reglement dat loopt tot en met 31 januari 2025. Aanvragen kunnen dus nog gebeuren tot en met 31 januari 2025.
Vanuit de provincie wordt gevraagd om de samenwerkingsovereenkomst voor deze beperkte periode te verlengen door middel van het addendum in bijlage.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van een addendum bij de samenwerkingsovereenkomst met de provincie betreffende de provinciale huurgarantieverzekering, te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.25. Ingebruikname niet-geconcedeerd graf - kennisname
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.26. Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.27. Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.28. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
C.29. Zomerschool 2024 - vergoeding vrijwilligers - goedkeuring
Zitting van CBS van 23 OKTOBER 2024
D.1. Studieopdracht masterplan Neunkirchen/Kerkplein, nieuw cultuurhuis en omgevingsaanleg - voorwaardelijke fase - gedeeltelijke opstart - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen voor de gedeeltelijke opstart van de voorwaardelijke fase in de studieopdracht masterplan Neunkirchenplein/Kerkplein, nieuw cultuurhuis en omgevingsaanleg.
Motivering
De studieopdracht masterplan Neunkirchenplein/Kerkplein, nieuw cultuurhuis en omgevingsaanleg werd in zitting van het college van burgemeester en schepenen van 10 juli 2024 gegund aan de tijdelijke vereniging architecten adj, Blauwdruk Stedenbouw.
In deze opdracht is de volledige studieopdracht voor een nieuw cultuurhuis en de omgevingsaanleg opgenomen als voorwaardelijk deel.
Vanuit het ontwerpteam komt de vraag om het voorwaardelijk deel al gedeeltelijk te kunnen opstarten vanuit de motivatie dat het gelijktijdig opstarten van het masterplantraject en de ontwerpopdracht architectuur aanzienlijke voordelen oplevert. Zo kan elk deelproject (masterplan, gebouw, omgeving) parallel aan elkaar uitgewerkt worden, kunnen zij interageren en elkaar versterken. Op deze manier is het ook mogelijk om het volledige ontwerpteam met alle adviseurs vanaf de start te betrekken, waardoor aspecten als behoud, theaterervaring en duurzaamheid op een integrale en realistische manier onderzocht kunnen worden. Bijkomend maakt het schetsontwerp van de omgevingsaanleg reeds deel uit van het masterplantraject, zodat het vastleggen van de interne organisatie en omvang van het nieuwe cultuurhuis essentieel is om een goede wisselwerking tussen binnen en buiten te bekomen.
Er wordt voorgesteld om van de voorwaardelijke fase reeds 15 % (tot 10 % van het voorontwerp) op te starten. Dit als voorafname op de definitieve opstart van het voorwaardelijk gedeelte.
In deze fase zal het programma van eisen voor het cultuurhuis verder verfijnd worden en zal ontwerpend onderzoek gebeuren. Daarnaast zal ook de haalbaarheid en de mogelijkheden tot behoud van het bestaande gebouw (of delen ervan) verder onderzocht worden. Zo kunnen de footprint en het volume van het gebouw, vereist binnen het masterplantraject, beter bepaald worden.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen gezien de volledige studieopdracht (incl. voorwaardelijk deel) al gegund werd.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit goedkeuring te verlenen voor de gedeeltelijke opstart (eerste 15 %) van het voorwaardelijk gedeelte van de studieopdracht masterplan Neunkirchenplein/Kerkplein, nieuw cultuurhuis en omgevingsaanleg.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.