DEERLIJK

14 SEPTEMBER 2022

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Philip Ghekiere, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van Vast bureau van 14 SEPTEMBER 2022

C.1. Vast bureau - verslag van de zitting van 7 september - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het vast bureau wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het vast bureau overloopt het verslag van de zitting van 7 september 2022.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 83, § 5 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het vast bureau besluit het verslag van de zitting van 7 september 2022 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van Vast bureau van 14 SEPTEMBER 2022

C.2. W13 - actieplan HR maatschappelijk werk - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het vast bureau wordt gevraagd om de eenmalige financiële inbreng voor de realisatie van het actieplan HR maatschappelijk werk van W13 goed te keuren.

 

Motivering

 

Er staan vandaag vijf keer meer vacatures voor sociaal werkers open dan in 2017. Terwijl we van de ene maatschappelijke crisis naar de andere hinken, worstelt de sector met een chronisch personeelstekort. Ook in onze regio komen deze signalen vanuit de verschillende lokale besturen. De druk op de sociale diensten van de OCMW’s is ontzettend hoog door onder meer de Oekraïnecrisis. Zij staan voor grote uitdagingen die heel divers zijn (huisvesting, leefloon, administratie ...). Ook door de torenhoge energiefacturen is er veel extra werk. Terwijl de coronacrisis al veel heeft  gevraagd van de werknemers, met als gevolg dat er veel personeelsuitval is. Er is een hoge nood om de openstaande vacatures aan te pakken en ervoor te zorgen dat deze ook worden ingevuld door kwalitatief personeel.

 

Niet enkel de OCMW’s kampen met deze uitdaging, het is een probleem die vele andere werkgevers in de sociale sector ervaren. In de huidige samenleving moeten we rekening houden met een sterker verloop van personeel. Door het grote aantal openstaande vacatures zien medewerkers snel elders opportuniteiten en gaan ze zich minder snel engageren voor een langere periode. Hierbij kunnen opleidingsmogelijkheden, ondersteuning en werkdruk doorslaggevende criteria zijn om zich al dan niet te engageren.

 

In de bachelorpleidingen sociaal werk zien we dat de instroom de afgelopen tien jaar constant blijft, terwijl er een grotere nood is. Een toename van medewerkers is noodzakelijk om de vergrijzing van het personeel te kunnen ondervangen. Daarnaast zien sectoren zoals het OCMW en de jeugdhulp ook een groei van het aantal jobs waardoor het tekort nog groter wordt. Onze samenleving heeft steeds meer aandacht voor mentaal en sociaal welzijn waardoor we dus meer mensen nodig hebben.

 

Veel pas afgestudeerde sociaal werkers solliciteren niet voor een job in het OCMW. Er schort iets aan het beeld dat mensen hebben over een job in de welzijnssector. De OCMW’s kampen met een imagoprobleem wat het vinden van geschikt personeel nog moeilijker maakt. Vanuit de VVSG werd hieromtrent een campagne opgezet en bezochten zij de hogescholen op het einde van het schooljaar om hierover met de studenten in gesprek te gaan.

 

Er kunnen een aantal flankerende maatregelen genomen worden om de werkdruk en werklast te verlagen zoals bijvoorbeeld een administratieve vereenvoudiging. Maar ook de strikte diplomavereisten die gelden voor de job van maatschappelijk werker in het OCMW maakt het vinden van geschikt personeel niet evident. Op het terrein worden hiervoor soms pragmatische aanpakken gehanteerd. Dit mag niet betekenen dat de job van maatschappelijk werker wordt uitgehold, want de jobinhoud is voor maatschappelijk werkers heel belangrijk. Zij kiezen voor een job waarbij ze een maatschappelijke meerwaarde kunnen betekenen.

 

Om aan voormelde gemeenschappelijke nood tegemoet te komen, werd samen met de werkgroep (diensthoofden sociale dienst, HR-dienst, VVSG en de hogescholen) een actieplan opgesteld. Er wordt vertrokken vanuit volgende doelstelling: ‘Tegen eind 2023 willen we dat de deelgenoten van W13 over voldoende en kwalitatieve maatschappelijk werkers beschikken ’.

Dit actieplan zet in op vier sporen gezamenlijk te realiseren door de partners: 

        promotie en versterking van de opleiding

        promotie van de werkvloeren

        versterking van het maatschappelijk werk

        beleidsbeïnvloedend werken

 

Door op deze vier sporen te werken hopen we op het invullen van openstaande vacatures en willen we zowel de sector als de opleiding aantrekkelijker maken.

 

Operationele doelstelling 1: Promotie en versterking van de opleiding

        inzetten op het samenwerken met sociale opleidingen in het zesde middelbaar om hen reeds kennis te laten maken met de sector en opleiding – ‘proevertjes’ organiseren

        timing: schooljaar 2022 – 2023

        afstemmen met de hogescholen waar zij nu reeds op inzetten (vb.: SID-in beurs)

        timing: september 2022

        onderzoek naar instroom in de verschillende opleidingen – wie zijn de studenten? welke mechanismes spelen mee in het tekort aan sociaal werkers ?

        timing: eind 2023

        overzicht maken van de verschillende opleidingen

        Timing: september 2022

 

Operationele doelstelling 2: Promotie van de werkvloeren 

        jobbeurs organiseren met verschillende werkgevers (voor jobs, stages en studierichtingen)

        timing: mei - juni 2023(einde van het schooljaar)

        aantrekkelijkere vacatures opstellen/verspreiden (gecombineerd met storytelling en goede praktijkervaringen)

        timing: oktober – november 2022

        aanwerving van maatschappelijk werkers efficiënter maken/wegwerken administratieve drempels - lokaal de rechtspositieregeling bekijken

        timing: januari – februari 2023

        regionale en efficiënte aanwervingsprocedure voor maatschappelijk werkers – collectief examen

        timing: mei – juni (afgerond tegen de jobbeurs)

        campagne opzetten – positieve beeldvorming op o.a. sociale media (niet enkel richten op pas afgestudeerden)

        timing: maart – april 2023

 

Operationele doelstelling 3: Versterking van het maatschappelijk werk

        samenwerking met studenten in concrete projecten (bv.: aanpak Oekraïnecrisis)

        timing: september 2022

        regionale databank vacatures voor stagiairs

        timing: oktober – november 2022

        gastcolleges voorzien in de hogescholen met getuigenissen van maatschappelijk werkers

        timing: schooljaar 2022 – 2023

        opleiding voorzien voor nieuwe medewerkers (i.s.m. VVSG)

        timing: juni – juli 2022 (na de jobbeurs)

        vergelijking van de verschillende opleidingscurricula i.f.v. de diplomavereisten (i.s.m. VVSG)

        timing: juli – september 2022

        op teamniveau werklastmeting organiseren; bekijken waar er tekorten zitten en eventueel reorganiseren van takenpakketten (bv. administratieve ondersteuning binnen team). Goede praktijken uitwisselen.

        timing: februari – maart 2023

 

Operationele doelstelling 4: Beleidsbeïnvloedend werken

        in samenwerking met o.a. de VVSG, VDAB en POD MI kaarten we moeilijkheden en knelpunten aan.

        maatschappelijk werk als knelpuntberoep via de VDAB

        eventuele aanpassing van diplomavereisten

 

Dit actieplan dient nog verder concreet uitgewerkt te worden, samen met de werkgroep en de hogescholen. We bekijken ook de mogelijkheid om een werkgeversconsortium “de verenigde werkgevers” op te richten met alle sociale werkgevers die met vergelijkbare noden zitten; zoals bijvoorbeeld het CAW Zuid-West-Vlaanderen, het Oranjehuis, CIG Nestel, …

 

We vernemen dat het Vlaams Platform Sterk Sociaal Werk ook aan de slag is rond o.a. deze uitdagingen, we bekijken samen met hen waar de mogelijkheden zijn om de krachten te bundelen. Daarnaast is er op het Lokaal Overleg Bijzondere Jeugdzorg (LOBJ) met de jeugdhulppartners ook nagedacht om o.a. een jobbeurs te organiseren. Ook met hen bekijken we waar en hoe we elkaar kunnen versterken.

 

Om dit actieplan goed te kunnen uitvoeren en deze noden daadwerkelijk aan te pakken, dient een voltijdse projectleider aangesteld te worden die zowel strategisch als organisatorisch te werk kan gaan. Met dit actieplan wil men voorkomen dat vacatures telkens opnieuw opengesteld moeten worden, het imagoprobleem aanpakken, meer geschikt personeel aantrekken, maar ook de opleiding promoten en versterken.

 

De investering in dit project is een verschuiving van de middelen en betreft een besparing door de krachten te bundelen. Doordat verschillende OCMW’s in de regio botsen op deze uitdagingen is een regionale aanpak aangewezen.

 

Nu moeten de sollicitatieprocedures voor maatschappelijk werkers vaak opnieuw gebeuren waardoor dit telkens een meerkost met zich meebrengt. Door dit regionaal aan te pakken wil men deze middelen efficiënter inzetten en kan uiteindelijk bespaard worden op het personeelsbudget. Door deze samenwerking wordt een betere instroom van sociaal werkers voorzien waardoor we bijvoorbeeld minder zullen moeten uitgeven aan het opnieuw openstellen van vacatures, publicatiekosten, …

 

Om dit te financieren wordt volgend financieringsmodel voorgesteld:

 

Te voorzien budget: 90.000 euro

        aanstelling projectleider A-niveau: 75.000 euro

        werkingsmiddelen: 15.000 euro

Verenigde werkgevers - 60% = 54.000 euro

        lokale besturen – 70% = 37.800 euro

        Verschuiving van de middelen (publicatie zondagskrant, aanstelling externe jury, inzet personeelsdienst en communicatiediensten, …)

        “Verenigde werkgevers” (CAW, Oranjehuis, …) – 30% = 16.200 euro

hogescholen – 40% = 36.000 euro

 

In bijlage is een voorstel van berekening toegevoegd van de bijdrage die elk lokaal bestuur zou moeten betalen. Dit betreft de loonkost van de projectleider en de werkingsmiddelen. Daarnaast staat ook een berekening van de kosten die verschoven kunnen worden door regionaal de krachten te bundelen om gezamenlijk deze nood aan te pakken.

 

De OCMW’s, jeugdhulporganisaties, welzijnspartners, … maar ook de hogescholen hebben een verantwoordelijkheid om in te zetten op deze noden uit het werkveld. Daarbij is de overtuiging dat alle partners belang hebben bij het aanpakken van deze uitdagingen. Daarom willen we de samenwerking tussen het werkveld en de hogescholen versterken en hier verder constructief op inzetten om het verschil in de praktijk te kunnen maken.

 

De algemeen directeur en het hoofd interne zaken kunnen zich vinden in het voorgaande.

 

Bij de kennisname van het verslag van de raad van bestuur van W13 van 17 juni 2022 in zitting van 6 juli 2022 verklaarde ook het college van burgemeester en schepenen / vast bureau zich al informeel akkoord.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 84 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

1.422,14 euro

Actie

GBB

Jaarbudgetrekening

G/GBB/0190-00/61440000

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het vast bureau besluit de eenmalige financiële inbreng voor de realisatie van het actieplan HR maatschappelijk werk van W13 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Een voor eensluidend verklaard uittreksel van deze beslissing wordt bezorgd aan W13.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van Vast bureau van 14 SEPTEMBER 2022

C.3. MMC - vervoer Oekraïense kinderen - betaling - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het vast bureau wordt gevraagd de vervoerskosten van Oekraïense kinderen naar en van school door vrijwilligers van de Minder Mobielen Centrale ten laste van het lokaal bestuur te nemen.

 

Motivering

 

Op 4 mei 2022 besliste het vast bureau om het uitzonderlijk vervoeren van Oekraïense kinderen naar en van school in Anzegem door vrijwilligers van de Minder Mobielen Centrale goed te keuren, voor zolang daartoe noodzaak was. Er werd nog open gelaten of de Oekraïense gezinnen deze ritten zelf dienden te betalen dan wel of het bestuur hierin zou tussenkomen.

 

Uiteindelijk werd de Oekraïne-klas in Anzegem georganiseerd tot het einde van het schooljaar 2021 - 2022. Vanaf het schooljaar 2022 - 2023 lopen de kinderen school in het reguliere onderwijs.

 

Gezien de impactvolle situatie waarin de gezinnen zich bevinden, de initiële onmogelijkheid om met de wagen in België te rijden en hun beperkte financiële inkomsten uit equivalent leefloon wordt voorgesteld om de betreffende vervoerskosten ten laste van het bestuur te nemen en de betreffende ritten dus niet aan de gezinnen te factureren.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 84 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen in die zin dat de vrijwilligers die de ritten uitvoerden, betaald worden (totaal bedrag: 615,68 euro), maar er geen facturatie gebeurt van de ritten aan de Oekraïense gezinnen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het vast bureau besluit de vervoerskosten van Oekraïense kinderen naar en van school door vrijwilligers van de Minder Mobielen Centrale ten laste van het lokaal bestuur te nemen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/09/2022