DEERLIJK

24 JUNI 2020

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van Vast bureau van 24 JUNI 2020

Vast bureau - verslag van de zitting van 17 juni 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het vast bureau wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het vast bureau overloopt het verslag van de zitting van 17 juni 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 83, § 5 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het vast bureau besluit het verslag van de zitting van 17 juni 2020 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/07/2020
Overzicht punten

 

Zitting van Vast bureau van 24 JUNI 2020

Crisiswoning - Harelbekestraat 49 - in tijd beperkte ingebruikgeving - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/07/2020
Overzicht punten

 

Zitting van Vast bureau van 24 JUNI 2020

Zorgzaam Deerlijk - zomerwerking - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het vast bureau wordt gevraagd om de zomerwerking van Zorgzaam Deerlijk, meer bepaald 'Bezoek op de stoep', goed te keuren.

 

Motivering

 

Om de corona-pandemie in te dijken en onder controle te houden, legde en legt de Nationale Veiligheidsraad maatregelen op die ook een impact hebben op senioren.

 

In de afgelopen maanden werden verschillende acties opgezet om senioren te kunnen horen en helpen, hoofdzakelijk van op afstand. Via het onlineplatform Deerlijk Helpt werden vrijwilligers gelinkt aan senioren die hulp konden gebruiken. In het kader van 'Deerlijk belt' werden alle 70-plussers opgebeld om eventuele noden te detecteren en te helpen, waar mogelijk.

 

Vanaf 11 maart 2020 is het mobiel lokaal dienstencentrum gesloten. Volgens de huidige richtlijnen mogen sinds 8 juni 2020 de lokale dienstencentra opnieuw open met respect voor de algemene richtlijnen binnen de eigen context en omstandigheden. Bij de vrijwilligers van het MLDC is er evenwel bezorgdheid om opnieuw op te starten, daar zij vaak ook tot een risicogroep behoren. Daarnaast is ook de doelgroep kwetsbaar. Bovendien zijn een aantal locaties van het MLDC in de zomervakantie bezet door vakantiewerking voor kinderen. Een opstart van het MLDC in de zomermaanden is dus niet aan de orde.

 

Aangezien ook de verschillende seniorenverenigingen deze zomer niet samen komen en senioren dus verder vaak aan hun huis gekluisterd zullen zijn de komende tijd, is er voor hen een alternatief vereist, meer bepaald 'Bezoek op de stoep'.

 

Bij het initiatief 'Bezoek op de stoep' zal thuis een bezoek worden gebracht aan alle gebruikers van het dienstencentrum. Deze mensen zijn gekend en zouden heel veel voldoening halen uit een bezoek aan huis. De organisatie en het bezoek gebeuren door de coördinator van het mobiel lokaal dienstencentrum. Tijdens het bezoek kan de coördinator vernemen hoe het echt met deze mensen gaat en wat hun expliciete noden zijn. Daarnaast kunnen ook de meest kwetsbare mensen bezocht worden. De bezoeken gebeuren op de stoep of in de tuin en uiteraard worden bij de bezoeken de algemene richtlijnen nageleefd.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 84, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het vast bureau besluit de zomerwerking van Zorgzaam Deerlijk, meer bepaald 'Bezoek op de stoep' goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/07/2020
Overzicht punten

 

Zitting van Vast bureau van 24 JUNI 2020

Doorlichting verzekeringsportefeuille Stad Harelbeke en aangrenzende besturen - deelname - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het vast bureau wordt gevraagd de deelname betreffende de doorlichting van de verzekeringsportefeuille van het OCMW, georganiseerd door stad Harelbeke, goed te keuren.

 

Motivering

 

Op 10 juni 2020 ontving het OCMW een schrijven van stad Harelbeke betreffende de doorlichting van de verzekeringsportefeuille van stad Harelbeke en aangrenzende besturen.

 

Het college van burgemeester en schepenen van de stad Harelbeke besliste in zitting van 9 juni 2020 om het OCMW de kans te geven om deel te nemen aan de fase van de doorlichting.

 

Naar analogie van de vorige doorlichting uit 2017, die haar vruchten heeft afgeworpen, wordt voorgesteld om de verzekeringsportefeuilles door te laten lichten door een gespecialiseerde firma.  Op basis van deze doorlichting kan de markt opgegaan worden met als doel het afsluiten van nieuwe polissen voor de komende 4 jaar, vanaf 1 januari 2022.

 

Uit de doorlichting zal moeten blijken of het interessant is opnieuw de markt op te gaan en of daardoor betere premies kunnen bekomen worden. Marktbevraging is in principe vereist aangezien de huidige polissen vervallen op 31 december 2021.  Bij positief antwoord hierop zal de dienstverlener een bestek opmaken, onderhandelingen voeren tot en met het best and final offer, het toewijzingsverslag opmaken en instaan voor de controle van de voorgelegde polissen ten opzichte van de gunning.

 

De kosten van deze doorlichting zijn ten laste van het OCMW.

 

Na bevestiging van deelname zullen wij van stad Harelbeke het bestek betreffende de doorlichting en ondersteuning ontvangen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 84, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het vast bureau besluit de deelname met betrekking tot de doorlichting van de verzekeringsportefeuilles, georganiseerd door stad Harelbeke, goed te keuren.

 

Artikel 2

 

De deelname wordt meegedeeld aan stad Harelbeke

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/07/2020
Overzicht punten

 

Zitting van Vast bureau van 24 JUNI 2020

PD (E1-E3) - aanstelling contract bepaalde duur - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/07/2020
Overzicht punten

 

Zitting van Vast bureau van 24 JUNI 2020

Selectieprocedure deskundige IT (B1-B3) - afsluiting kandidatuurstellingen - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/07/2020
Overzicht punten

 

Zitting van Vast bureau van 24 JUNI 2020

Selectieprocedure brugfiguur (B1-B3) - afsluiting kandidatuurstellingen - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/07/2020
Overzicht punten

 

Zitting van Vast bureau van 24 JUNI 2020

Samenwerkingsakkoord BudgetInZicht ZW-Vlaanderen 2021 -2025 - verzoek agendering OCMW-raad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het vast bureau wordt gevraagd de voorzitter van de OCMW-raad te verzoeken de goedkeuring van het samenwerkingsakkoord BudgetInZicht Zuid-West-Vlaanderen te agenderen op de OCMW-raad van 9 juli 2020.

 

Motivering

 

In de raad voor maatschappelijk welzijn van 1 juni 2015 werd het samenwerkingsakkoord BudgetInZicht Zuid-West-Vlaanderen voor de periode 2016 - 2020 goedgekeurd.

 

Dit samenwerkingsakkoord eindigt op 31 december 2020 en het is wenselijk dit samenwerkingsverband voor de periode 2021 - 2025  te continueren.

 

Het besluit van de Vlaamse regering van 25 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling en tot subsidiëring van het steunpunt mens en samenleving bepaalt dat het samenwerkingsverband dat gesubsidieerd wil worden, een beleidsplan moet indienen in het jaar dat voorafgaat aan de periode waarop het plan betrekking heeft.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 84, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere :

          Besluit van de Vlaamse regering van 25 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling en tot subsidiëring van het steunpunt mens en samenleving dat bepaalt dat het samenwerkingsverband dat gesubsidieerd wil worden, een beleidsplan moet indienen in het jaar dat voorafgaat aan de periode waarop het plan betrekking heeft.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het vast bureau besluit de voorzitter van de OCMW-raad te verzoeken de goedkeuring van volgend samenwerkingsakkoord BudgetInZicht Zuid-West-Vlaanderen voor de periode 2021 - 2025, te agenderen op de OCMW-raad van 9 juli 2020:

 

Samenwerkingsakkoord BudgetInZicht Zuid-West-Vlaanderen

 

Met dit samenwerkingsakkoord willen we afspraken vastleggen tussen de hieronder genoemde partners binnen het project BudgetInZicht Zuid-West-Vlaanderen, het regionale samenwerkingsverband van instellingen voor schuldbemiddeling gesubsidieerd door de Vlaamse overheid, Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, afdeling Welzijn en Samenleving.

 

Deze overeenkomst omvat de samenwerking tussen volgende partners:

 

          CAW Zuid-West-Vlaanderen

          A’kzie vzw

          OCMW Kortrijk

          OCMW Zwevegem

          Sociaal huis Avelgem

          OCMW Spiere-Helkijn

          Sociaal huis Wevelgem

          Sociaal huis Kuurne

          Huis van welzijn Harelbeke

          Sociaal huis Deerlijk

          OCMW Menen

          OCMW Wervik

          Welzijnshuis Waregem

          Sociaal huis Anzegem

          Sociaal huis Wielsbeke

          Sociaal huis Dentergem

          VZW Schuldbemiddeling

 

1.Visie, missie en doelstellingen van het samenwerkingsverband

 

Alle 11 BIZ-samenwerkingsverbanden (in Vlaanderen en Brussel) onderschrijven onderstaande visie en missie die gezamenlijk is uitgewerkt op de BIZ-denkdag van 12 april 2016 en geactualiseerd werd op het BIZ-overleg van 6 februari 2020:

 

BIZ zet actief in op preventie van (herval in) budget- en schuldproblemen. Door bij te dragen aan het versterken van competenties en vaardigheden beoogt BIZ de financiële (zelf)redzaamheid te verhogen van zowel de brede samenleving (bv. via sensibiliseringsacties) als van specifieke doelgroepen.

 

Door actief mee te bouwen aan een kwalitatieve en empowerende hulpverlening, biedt BIZ bovendien een concrete meerwaarde voor zowel cliënten die reeds vervat zitten in een hulpverleningstraject als de organisaties en medewerkers die instaan voor budget- en schuldhulpverlening.

 

De 11 samenwerkingsverbanden maken deze opdracht waar via het ontwikkelen, stimuleren en uitvoeren van een spectrum van acties die kaderen binnen de 5 dimensies van wenselijke preventie*. Bij dit alles staat het streven naar duurzame, structurele oplossingen op lange termijn steeds voorop.

 

Om de acties zo optimaal mogelijk te realiseren, bundelt BIZ de krachten met relevante externe partners die zich situeren op diverse niveaus en sectoren. Hierbij zet BIZ maximaal in op het stimuleren van een preventieve reflex bij zowel de beoogde doelgroepen als bij hun beleidsverantwoordelijken**.

 

* Wenselijke preventie (N. Vettenburg):

Alle initiatieven die doelbewust en systematisch anticiperen op risicofactoren. Wenselijke preventie omvat 5 dimensies:

 

Dimensie 1: radicaliteit – verwijst naar tijdslijn in probleemwording

          wenselijk: proberen steeds vroeger problemen te voorkomen

 

Dimensie 2: offensief versus defensief

          wenselijk: zo offensief mogelijk d.w.z. gericht op het verhogen i.p.v. het beperken van de handelingsmogelijkheden

 

Dimensie 3: integraliteit o.v.v. persoonsgericht en structuurgericht

          wenselijk: zoeken naar een evenwicht op dit vlak

 

Dimensie 4: participatie van de doelgroep

          wenselijk: de doelgroep mee laten beslissen en in alle fasen van het project proberen te betrekken

 

Dimensie 5: democratisch karakter van acties & doelgroepkeuze

          wenselijk: geen deelgroepen uitsluiten binnen de gekozen doelgroep(en)

 

** Beleidsverantwoordelijken:

BIZ Vlaanderen en Brussel onderneemt inhoudelijke acties ten aanzien van beleidsmakers, met als doel relevante instanties, administraties en overheden positief te beïnvloeden en bestaande negatieve (beleids)structuren te doorbreken (met als doel o.a. het loskomen van het denken via het “individueel schuldmodel”). Hiermee wordt duidelijk de kaart getrokken van het investeren in duurzame oplossingen en veranderingen om sociale uitsluiting zo veel als mogelijk structureel tegen te gaan.

 

BIZ Zuid-West-Vlaanderen kadert de werking binnen de twee strategische doelstellingen uitgeschreven door de Vlaamse overheid:

1)Preventie-initiatieven nemen en aan nazorg doen om (herval in) schuldenlast te voorkomen.

 

2)Initiatieven nemen ter ondersteuning van toegankelijke, cliëntgerichte en integrale schuld- en budgethulpverlening teneinde gezinnen en personen in staat te stellen om zelf verantwoordelijkheid te (leren) dragen voor hun duurzaam budgetmanagement.

Voor de periode 2021- 2025 vertaalt BIZ ZWVL dit in volgende operationele doelstellingen:

I.BIZ ZWVL zet in op acties om de weerbaarheid van de burger in zijn consumentenrol te verhogen. De acties kunnen gericht zijn op de brede bevolking of op specifieke doelgroepen.

II.BIZ ZWVL zet in op het ondersteunen van het netwerk rond financieel (potentieel) kwetsbare doelgroepen.

III.BIZ ZWVL zet in op de ondersteuning van een kwaliteitsvolle afbouw van, en nazorg na een traject van budget- en /of schuldhulpverlening.

IV.BIZ ZWVL zet in op ondersteuning van lokale besturen en hulpverleners m.b.t. budget- en schuldhulpverlening.

V.BIZ  ZWVL blijft inzetten op het versterken van de samenwerking tussen schuldbemiddelaars en schuldhulpverleners ten voordele van betrokken cliënten in schuldhulpverlening.

 

2.Voorwerp van de overeenkomst

 

2.1Gemeenschappelijke uitwerking van beleidsplan en actieplannen.

CAW Zuid-West-Vlaanderen neemt het  budgethouderschap van het project op en dient op vraag van de minister een beleidsplan en subsidieaanvraag in.  De inhoud en doelstellingen van deze beleidsplannen en de concrete vertaling in acties, worden in wederzijds overleg met alle partners bepaald.  We spelen hierbij  in op noden van verschillende doelgroepen in de hele regio.

Sinds 2015 is het samenwerkingsverband BIZ Zuid-West-Vlaanderen ingekanteld in W13, de sinds april 2014 opgerichte Welzijnsvereniging van de regio Zuid-West-Vlaanderen.  De stichtende deelgenoten van W13 zijn 14 OCMW’s en het CAW Zuid-West-Vlaanderen.

 

2.2Overleg en afstemming

De regionale stuurgroep, waarin elke partner vertegenwoordigd is, tekent de inhoudelijke en strategische lijnen van BIZ uit, volgt het beleidsplan op in al haar facetten (opvolging acties, bijsturing, financiële opvolging, ..) en stuurt bij waar nodig. De leden van het samenwerkingsverband vaardigen een aanspreekpersoon af naar de stuurgroep BIZ.  Van hen wordt verwacht dat zij:

          zicht hebben op en affiniteit hebben met financieel kwetsbare personen en gezinnen en hun noden, om van daaruit gemeenschappelijke noden te helpen detecteren en prioriteiten te helpen stellen;

          binnen de dagdagelijkse werking van budget- & schuldhulpverlening en/of een flankerend aanbod rond de thema’s schuldpreventie en financiële educatie betrokken zijn;   

          die praktijkervaring concreet kunnen vertalen in acties binnen de krijtlijnen van BIZ en met een meerwaarde voor de regio en alle partners;

          zich engageren om de gemaakte keuzes in het beleidsplan mee uit te dragen en te helpen realiseren.  Er is hierbij terugkoppeling naar de eigen organisatie, zowel op beleidsvlak als naar de medewerkers.

          het mandaat van de organisatie krijgen om inhoudelijke knopen door te hakken en beslissingen te nemen over het BIZ-actieplan op de vergaderingen. Voor ingrijpende beslissingen, inhoudelijk of financieel, wordt voldoende tijd voorzien waarin de leden van de stuurgroep in hun eigen organisatie kunnen terugkoppelen.

 

De stuurgroepvergaderingen worden minimum 2 keer per jaar georganiseerd. De BIZ-medewerkers en de expert armoede van W13 maken de agenda op, zitten de vergaderingen van de stuurgroep voor en bezorgen na afloop een verslag aan de vertegenwoordigers van alle leden van de stuurgroep. De verslagen van de BIZ-stuurgroep worden tevens doorgestuurd naar de voorzitter van het diensthoofdenoverleg sociale diensten van de W13-regio.  Voorzien wordt dat (minstens) jaarlijks de werkzaamheden van BIZ worden toegelicht op het diensthoofdenoverleg. Leden die dubbel zetelen (stuurgroep BIZ en diensthoofdenoverleg) kunnen steeds bijkomend uitleg geven.  De expert armoede van W13 is aangesteld als voorzitter van het samenwerkingsverband.

Als samenwerkingsverband is BIZ het aanspreekpunt voor signalen.  Doorheen de acties die opgezet worden vanuit BIZ is er aandacht voor signalen rond schuldproblematiek.  De signalen worden verder meegenomen op regionaal en Vlaams beleidsniveau. Een terugkoppeling van overleggen op West-Vlaams en Vlaams niveau krijgt dan ook een plaats in de stuurgroep.

 

2.3Profilering project

Bij externe communicatie en uitvoering van acties, wordt altijd het logo van BIZ Zuid-West-Vlaanderen gebruikt.  Daarnaast worden alle betrokken partners van die specifieke actie vermeld en de respectievelijke logo’s gebruikt.

 

2.4Ontwikkeling en gebruik van materialen en producten

Alle ontwikkelde materialen en producten van het samenwerkingsverband blijven eigendom van het samenwerkingsverband. Hierop wordt telkens het logo van BudgetInZicht Zuid-West-Vlaanderen vermeld.  W13 staat in voor het bijhouden van deze materialen en producten alsook het ter beschikking stellen ervan in de regio. De ontwikkelde materialen worden ter beschikking gesteld of uitgeleend  aan de  partners.  Concrete afspraken rond de kostprijs hiervan, worden op stuurgroep-niveau gemaakt. Eventuele inkomsten verkregen door uitlenen van materialen worden geïnvesteerd in het samenwerkingsverband.

 

3.Duur van de overeenkomst

Deze overeenkomst heeft een looptijd van vijf jaar (gekoppeld aan het beleidsplan 2021- 2025) en loopt tot en met 31 december 2025.  Deze overeenkomst wordt opgevolgd op de stuurgroepvergaderingen.  Bij de evaluatie van de uitvoering van het beleidsplan, wordt ook deze overeenkomst meegenomen.

 

Artikel 2 :

 

Het vast bureau besluit de voorzitter van de OCMW-raad te verzoeken de heer Filip Vits, hoofdmaatschappelijk werker OCMW Deerlijk, thans lid van de stuurgroep in het kader van BudgetInZicht Zuid-West-Vlaanderen verder aan te stellen als contactpersoon voor het OCMW Deerlijk, te agenderen op de OCMW-raad van 9 juli 2020.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/07/2020
Overzicht punten

 

Zitting van Vast bureau van 24 JUNI 2020

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het vast bureau is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 84, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het vast bureau besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon O/2020/18 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het vast bureau besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening O/2020/50 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/07/2020
Overzicht punten

 

Zitting van Vast bureau van 24 JUNI 2020

OCMW-raad van 9 juli 2020 - agendapunten - verzoek agendering - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De agenda van de OCMW-raad bevat in ieder geval de punten die door het vast bureau aan de voorzitter worden meegedeeld.

Het vast bureau wordt gevraagd de agenda voor de komende OCMW-raad te overlopen.

 

Motivering

 

Het vast bureau overloopt de voorziene punten voor de OCMW-raad van 9 juli 2020.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 77 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 19 en 74 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het vast bureau besluit de voorzitter van de OCMW-raad te verzoeken om volgende punten te agenderen op de OCMW-raad van 9 juli 2020:

 

OPENBARE ZITTING

 

1)      Raad voor maatschappelijk welzijn - 28 mei 2020 - notulen en zittingsverslag - goedkeuring

2)      Sectoraal akkoord - aanpassing rechtspositieregeling - goedkeuring

3)      Sectoraal akkoord - inhaalbeweging - goedkeuring

4)      W13 - jaarrekening 2019 - advies - goedkeuring

5)      Reglement Fonds ter bestrijding van uithuiszettingen - goedkeuring

6)      Samenwerkingsakkoord BudgetInZicht Zuid-West-Vlaanderen - goedkeuring

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/07/2020
Overzicht punten

 

Zitting van Vast bureau van 24 JUNI 2020

Reglement Fonds ter bestrijding van uithuiszettingen - verzoek agendering OCMW-raad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het vast bureau wordt gevraagd de voorzitter van de OCMW-raad te verzoeken de goedkeuring van het reglement fonds ter bestrijding van uithuiszettingen te agenderen op de OCMW-raad van 9 juli 2020.

 

Motivering

 

Op maandag 1 juni 2020 trad het fonds ter bestrijding van uithuiszettingen (FBU) in werking. Dit fonds werd door de Vlaamse overheid in het leven geroepen in de strijd tegen het hoge aantal uithuiszettingen op de private huurmarkt met als doel de kwetsbare huurders te beschermen. Het vervangt het huurgarantiefonds.

 

Het OCMW speelt een belangrijke rol in de bescherming van kwetsbare huurders en wenst dan ook effectief gebruik te maken van het fonds ter bestrijding van uithuiszettingen voor dossiers waar er een uithuiszetting op de private huurmarkt kan vermeden worden.

 

De tussenkomsten en bemiddelingen gebeuren nu ook al door de sociale dienst van het OCMW. Door de tussenkomst van het fonds ter bestrijding van uithuiszettingen wordt de huidige werking meer geofficialiseerd en tevens gesubsidieerd.

 

Een bemiddeling door het OCMW in een vroege fase van huurachterstallen zorgt voor minder vorderingen bij het vredegerecht en minder uithuiszettingen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 84, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Organieke wet betreffende openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976

          Besluit van de Vlaamse regering van 3 mei 2019 tot instelling van een tegemoetkoming aan het OCMW ter bestrijding van uithuiszettingen

          Besluit van de Vlaamse regering van 27 maart 2020 die de wijzigingen bepaalt houdende de maatregelen voor de private en sociale huurmarkt ten gevolge van de maatregelen genomen door de nationale veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het vast bureau besluit de voorzitter van de OCMW-raad te verzoeken de goedkeuring van volgend reglement 'fonds ter bestrijding van uithuiszettingen', te agenderen op de OCMW-raad van 9 juli 2020:

 

Reglement Fonds ter bestrijding van uithuiszettingen

 

Artikel 1 : Doel

 

Het verzekeren van het recht op maatschappelijke dienstverlening om mensen in staat te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid, hier specifiek met betrekking tot het vermijden van uithuiszettingen op de private huurmarkt.

 

Artikel 2 : Toepassingsgebied

 

Dit reglement is van toepassing op alle personen die op het grondgebied van Deerlijk een woning huren op de private huurmarkt en een huurachterstal hebben opgebouwd na 1 april 2020 van minimum 2 en maximum 6 maanden.

 

Betrokkenen (huurders) moeten ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister en op het grondgebied van de gemeente Deerlijk verblijven.

 

Artikel 3 : Definitie

 

Onder huurachterstal wordt verstaan:

          vervallen huurgelden;

          vervallen forfaitair bedrag van de kosten en lasten;

          vervallen provisie voor kosten en lasten en het vervallen saldo na de afrekening.

 

Onder 'moedwillig' wordt verstaan 'wetens' en 'willens'.

 

Artikel 4 : Toekenningsvoorwaarden

 

De schulden mogen niet 'moedwillig' opgebouwd zijn.

 

De huurder heeft geen openstaande schulden met betrekking tot een eerdere tussenkomst via het fonds ter bestrijding van uithuiszetting hetzij bij het OCMW Deerlijk hetzij bij een ander OCMW.

 

Alle betrokken partijen (huurder, verhuurder en het OCMW) moeten akkoord gaan met de opmaak van een begeleidingsovereenkomst. Deze overeenkomst dient door alle partijen te worden ondertekend.

 

De begeleidingsovereenkomst bevat minstens volgende gegevens:

 

          identificatiegegevens van de huurder, verhuurder en OCMW;

          vaststelling van de huurachterstal: de huurachterstal bedraagt minimum 2 maanden de huurprijs en maximaal 6 maanden de huurprijs;

          de afbetalingsregeling.

 

Deze begeleidingsovereenkomst duurt minimum 12 maanden (opvolging tot termijn "stabiele huisvesting"), eventueel verlengbaar.

Indien nodig kunnen in deze overeenkomst nog andere afspraken worden opgenomen:

 

          bij problemen rond onderhoud/hygiëne woning. Hiervoor kan doorverwezen worden naar de eigen thuisbegeleidingsdienst, al dan niet gecombineerd met de dienst preventieve uithuiszetting van het CAW (indien nodig als voorwaarde tot tussenkomst fonds ter bestrijding van uithuiszetting);

          budgettaire opvolging: individueel te bepalen, afhankelijk van de cliënt (budgetbegeleiding, budgetbeheer);

          opvolging huisvesting: wanneer mensen een huurwoning bewonen met een te hoge huurprijs in verhouding tot hun inkomsten, zoeken naar andere huisvesting in samenspraak met de woonclub, RSVK,...;

          overige problematieken: individueel te bekijken en nodige afspraken hieromtrent te maken.

 

De huurder aanvaardt de begeleiding door het OCMW.

 

De huurder engageert zich tot afbetaling van het saldo van de huurachterstal aan de verhuurder.

 

De verhuurder engageert zich om geen vordering tot uithuiszetting in te dienen zolang het afbetalingsplan wordt nageleefd en er geen nieuwe huurachterstal ontstaat.

De verhuurder zal een eventuele niet-naleving van het afbetalingsplan melden aan het OCMW. De verhuurder moet het OCMW minstens twee weken de tijd geven om een oplossing te vinden vooraleer de vordering tot uithuiszetting in te leiden bij de vrederechter.

De verhuurder aanvaardt de gedeeltelijke betaling door het OCMW als een betaling van de huurder.

 

Het OCMW engageert zich om binnen de 5 werkdagen na ondertekening 50% van de huurachterstal aan de verhuurder met een maximum van 1.250 euro te betalen. Voor het saldo wordt een afbetalingsplan opgenomen.

 

De huurder verbindt zich er toe om de helft van het voorschot, met een maximum van 625 euro, dat door het OCMW rechtstreeks aan de verhuurder werd betaald terug te betalen via een afbetalingsplan op maat.

 

Het OCMW meldt het afsluiten van een overeenkomst aan het fonds ter bestrijding van uithuiszettingen via het standaard meldingsformulier en een kopie van de overeenkomst wordt aan hen bezorgd.

 

Artikel 5 : Verantwoordelijkheden en werkwijze

 

De aanvraag gebeurt op voorstel van de begeleidende maatschappelijk werker of op vraag van de betrokken huurder (cliënt). De aanvraag wordt geregistreerd en er wordt een ontvangstbewijs afgeleverd.

 

De maatschappelijk werkers van de sociale dienst zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van het sociaal onderzoek.

Volgende documenten dienen door de huurder (cliënt) te worden voorgelegd:

          identiteitskaart;

          huurovereenkomst;

          rekeninguittreksels van de laatste drie maanden.

 

Er wordt door de maatschappelijk werkers een sociaal verslag opgemaakt.

 

Het bijzonder comité voor de sociale dienst neemt de beslissing over het al dan niet toekennen van een tussenkomst in de huurachterstal. De beslissing kan bij hoogdringendheid ook genomen worden door de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst en nadien ter bekrachtiging worden voorgelegd aan de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Er wordt een gemotiveerde beslissing genomen binnen de dertig dagen na ontvangst van de aanvraag. In deze beslissing dient er eveneens te worden vermeld dat er beroep gedaan wordt op het fonds ter bestrijding van uithuiszettingen.

 

De huurder (cliënt) wordt in kennis gesteld van de beslissing van het bijzonder comité voor de sociale dienst via een gemotiveerde beslissingsbrief binnen de 8 kalenderdagen na de datum van de beslissing.

 

De maatschappelijk werkers zijn na akkoord van het bijzonder comité voor de sociale dienst verantwoordelijk voor de opmaak van en het doorsturen van de begeleidingsovereenkomst naar het Agentschap Wonen Vlaanderen dat instaat voor het Fonds ter bestrijding van uithuiszetting.

 

De begeleidingsovereenkomst wordt ondertekend door de voorzitter van het vast bureau en de algemeen directeur.

Beiden kunnen (afzonderlijk) deze bevoegdheid delegeren aan de voorzitter van het bijzonder comité en naar een personeelslid.

 

Artikel 6 : Financiële tussenkomst

 

Dossiers aangemeld bij het Fonds voor 1 oktober 2020 (coronamaatregel):

 

Het OCMW betaalt binnen de 5 werkdagen 50 % van de huurachterstal aan de verhuurder met een maximum van 1.250 euro.

 

Na registratie van de modelovereenkomst ontvangt het OCMW:

 

          forfaitair bedrag van 200 euro;

          het fonds ter bestrijding van uithuiszettingen betaalt 45 % van de huurachterstal aan het OCMW met een maximum van 1.125 euro;

          het OCMW vordert de helft van de tussenkomst terug van de cliënt.

 

Na een jaar begeleiding is er een stabiele woonsituatie:

 

          het fonds ter bestrijding van uithuiszettingen betaalt 15 % van de huurachterstal aan het OCMW met een maximum van 375 euro.

 

Dossiers aangemeld bij het Fonds op 1 oktober 2020 en later:

 

Het OCMW betaalt binnen de 5 werkdagen 50 % van de huurachterstal aan de verhuurder met een maximum van 1.250 euro.

 

Na registratie van de modelovereenkomst ontvangt het OCMW:

 

          forfaitair bedrag van 200 euro;

          het fonds ter bestrijding van uithuiszettingen betaalt 25 % van de huurachterstal aan het OCMW met een maximum van 625 euro;

          het OCMW vordert de helft van de tussenkomst terug van de cliënt.

 

Na een jaar begeleiding is er een stabiele woonsituatie:

 

          het fonds ter bestrijding van uithuiszettingen betaalt 35 % van de huurachterstal aan het OCMW met een maximum van 875 euro.

 

Artikel 6 : Aanvang reglement

 

Dit reglement treedt in werking vanaf 9 juli 2020.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/07/2020