Zitting van Vast bureau van 20 AUGUSTUS 2025
C.1. Vast bureau - verslag van de zitting van 13 augustus 2025 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het vast bureau wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het vast bureau overloopt het verslag van de zitting van 13 augustus 2025.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 83, § 5 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het vast bureau besluit het verslag van de zitting van 13 augustus 2025 goed te keuren.
Zitting van Vast bureau van 20 AUGUSTUS 2025
C.2. Poetsmedewerker sociaal huis & aan huis - ontslagname - kennisname
Claude Croes Lies De Witte Marleen Prat Karel Bauters Regine Rooryck Jo Tijtgat Louis Vanderbeken Claude Croes Lies De Witte Marleen Prat Regine Rooryck Jo Tijtgat Louis Vanderbeken aantal voorstanders: 6 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van Vast bureau van 20 AUGUSTUS 2025
C.3. Financiële dienst - administratief medewerker (C1-C3) - tijdelijke bijkomende aanstelling - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het vast bureau besluit met 6 ja-stemmen
Lies De Witte Marleen Prat Karel Bauters Regine Rooryck Jo Tijtgat Louis Vanderbeken Lies De Witte Marleen Prat Regine Rooryck Jo Tijtgat Louis Vanderbeken aantal voorstanders: 5 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van Vast bureau van 20 AUGUSTUS 2025
C.4. Bijkomende aanstelling jobstudent OCMW - zomer 2025 - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het vast bureau besluit met 5 ja-stemmen
Zitting van Vast bureau van 20 AUGUSTUS 2025
C.5. SO Woonwijs - aanpassing - verzoek tot agendering - goedkeuring
Aanleiding en context
Het vast bureau wordt gevraagd de voorzitter van de OCMW-raad te verzoeken om de aanpassing van de "Samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht betreffende de Interlokale vereniging Woonwijs" ter goedkeuring voor te leggen aan de OCMW-raad op 11 september 2025.
Motivering
De gemeente- en OCMW-raden van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede keurden in 2010 de samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht goed voor de interlokale vereniging wonen Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede (werknaam Woonwijs). Deze interlokale vereniging werd opgericht voor onbepaalde duur, die wordt opgedeeld in opeenvolgende subsidieperiodes.
De samenwerkingsovereenkomst werd opgemaakt voor onbepaalde duur en ondertekend door 8 deelnemers aan de interlokale vereniging: gemeentebesturen en OCMW’s van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede.
Naar aanleiding van de instap van Zwevegem werd op 6 juni 2019 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst door de gemeente- en OCMW-raad goedgekeurd. Met ingang van 01.01.2020 heet de intergemeentelijke samenwerking tussen Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.
De intergemeentelijk samenwerking rond wonen zit intussen in het 15de werkingsjaar. De vierde subsidieperiode loopt nog tot eind 2025.
In aanloop naar de nieuwe subsidieperiode 2026-2031 hebben de colleges van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem (respectievelijk op 2 juli 2025, 11 maart 2025, 26 juni 2025, 18 juni 2025 en 9 juli 2025) principieel beslist om verder deel te nemen aan de ‘interlokale vereniging Woonwijs’.
Er werd principieel beslist (na bespreking in de stuurgroep op 17 maart 2025 en 19 mei 2025), om de ‘vergoeding voor het financieel en personeelsbeheer’ te actualiseren.
In de nieuwe overeenkomst wordt deze vergoeding aangepast op basis van de huidige personeelsbezetting - die sinds de aansluiting van gemeente Zwevegem in 2020 steeg van 3,5 VTE naar 4,5 VTE - én wordt ze jaarlijks geïndexeerd volgens de Consumptieprijsindex.
Naast het aanbrengen van duidelijker structuur (waarbij de tekst opgedeeld is in hoofdstukken en artikels), zijn er ook nog enkele kleine aanpassingen om het geheel leesbaar te houden:
● Verwijzing naar het ‘Decreet Lokaal Bestuur (22.12.2017)’ verplaatst naar artikel 20.
● Dubbele vermelding ‘Deelnemende gemeenten Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem’ geschrapt waar overbodig.
● ‘Overeenkomstig artikel 21’ vervangt ‘verwijzing slotbepaling’.
● Vermelding ‘Beheerscomité" wordt ‘stuurgroep’; herhalingen vermeden.
● ‘Wonen In Vlaanderen’ vervangt ‘Wonen Vlaanderen’.
● Artikel 7.5: ‘Presentiegelden’ in plaats van ‘zitpenningen’.
● Artikel 10: ‘… voorziet een werkplaats voor de projectcoördinator’ aangepast naar ‘… voorziet een werkplaats voor het centraal team van Woonwijs (projectcoördinator, technisch adviseur(s), technisch medewerker(s), algemeen adviseur(s))’
● Artikel 15: ‘gemeenten en het vast bureau van de deelnemende OCMW’s’ vervangt ‘besturen en OCMW-besturen’.
● Artikel 20: Slotbepalingen: ‘in de gevallen dat het voormeld decreet geen uitsluitsel geeft, neemt de stuurgroep beslissing’ i.p.v. ‘… zorgt de stuurgroep voor een beslissing’.
De aangepaste overeenkomst moet ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad/OCMW-raad.
Deze vernieuwde samenwerkingsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2026, en vervangt vanaf deze datum de ‘samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht betreffende de oprichting van de ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’ zoals goedgekeurd in zitting van 6 juni 2019.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 84., § 1. van het Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ deel 3, titel 3. De intergemeentelijke samenwerking, van het Decreet Lokaal Bestuur
○ besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 betreffende het lokaal woonbeleid
○ besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2025 tot wijziging van het Besluit Vlaamse Codex Wonen, wat betreft het lokaal woonbeleid;
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het vast bureau besluit de voorzitter van de OCMW-raad te verzoeken onderstaande aangepaste samenwerkingsovereenkomst ter goedkeuring voor te leggen aan de OCMW-raad van 11 september 2025:
Samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht betreffende de oprichting van de ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.
Tussen de hierna vermelde lokale overheden, alhier vertegenwoordigd zoals nader aangeduid, is overeengekomen om een interlokale vereniging op te richten tussen:
● de gemeente Deerlijk, vertegenwoordigd door Louis Haerinck, voorzitter van de gemeenteraad, en Karel Bauters, Algemeen Directeur;
● de stad Harelbeke, vertegenwoordigd door Stijn Soetaert, voorzitter van de gemeenteraad, en Hans Piepers, Algemeen Directeur;
● de gemeente Kuurne, vertegenwoordigd door Chris Delneste, voorzitter van de gemeenteraad, en Els Persyn, Algemeen Directeur;
● de gemeente Lendelede, vertegenwoordig door Bruno Vanoverbeke, voorzitter van de gemeenteraad, en Christophe Vandecasteele, Algemeen Directeur;
● de gemeente Zwevegem, vertegenwoordigd door Barbara Demeulenaere, voorzitter van de gemeenteraad, en Jan Vanlangenhove, Algemeen Directeur;
● het OCMW Deerlijk, vertegenwoordigd door Louis Haerinck, voorzitter van de OCMW-raad, en Karel Bauters, Algemeen Directeur;
● het OCMW Harelbeke, vertegenwoordigd door Stijn Soetaert, voorzitter van de OCMW-raad, en Hans Piepers, Algemeen Directeur;
● het OCMW Kuurne, vertegenwoordigd door Chris Delneste, voorzitter van de OCMW-raad, en Els Persyn, Algemeen Directeur;
● het OCMW Lendelede, vertegenwoordigd door Bruno Vanoverbeke, voorzitter van de OCMW-raad, en Christophe Vandecasteele, Algemeen Directeur;
● het OCMW Zwevegem, vertegenwoordigd door Barbara Demeulenaere, voorzitter van de OCMW-raad, en Jan Vanlangenhove, Algemeen Directeur;
HOOFDSTUK 1. DEELNEMERS, NAAM, DOEL, WERKINGSGEBIED, DUUR, BEHERENDE GEMEENTE EN ZETEL
ARTIKEL 1 – NAAM
De interlokale vereniging draagt de naam ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.
ARTIKEL 2 – DOEL
De interlokale vereniging heeft als doel het samenwerken op het vlak van wonen door onder meer het ontwikkelen van een gemeentelijke beleidsvisie op het vlak van wonen, het organiseren van lokaal woonoverleg, het uitbouwen van klantgerichte dienstverlening aan de burger, en het verbeteren van de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving in elk van de deelnemende gemeenten.
ARTIKEL 3 – BEHERENDE GEMEENTE
De stad Harelbeke wordt aangesteld als beherende gemeente van de interlokale vereniging. De beherende gemeente staat in voor het financieel en personeelsbeheer van de interlokale vereniging. De subsidies voor het project worden dan ook op de rekening van de stad Harelbeke gestort.
ARTIKEL 4 – ZETEL
De zetel van de interlokale vereniging wordt gevestigd te 8530 Harelbeke, Marktstraat 29.
ARTIKEL 5 – WERKINGSGEBIED
Het werkingsgebied van de interlokale vereniging strekt zich bij oprichting uit over het grondgebied van de deelnemende gemeenten.
ARTIKEL 6 – DUURTIJD, UITTREDING EN TOETREDING
De interlokale vereniging wordt opgericht voor een onbepaalde duurtijd, vanaf de dag van de ondertekening van deze overeenkomst door alle deelnemers.
De duurtijd van de interlokale vereniging bestaat uit opeenvolgende subsidiëringsperiodes, zoals vermeld in het subsidiedecreet.
Uittreding is mogelijk, op voorwaarde van een schriftelijke opzegging (per aangetekend schrijven), minstens zes maanden voor de aanvang van de volgende subsidiëringsperiode.
Een bijkomende toetreding is enkel mogelijk bij een nieuwe subsidiëringsperiode.
Dit wordt met een aangetekende brief vanuit de bevoegde instantie kenbaar gemaakt tenminste zes maanden voor het verstrijken van de lopende subsidiëringsperiode.
Bij een nieuwe toetreding dient de samenwerkingsovereenkomst aangepast te worden Overeenkomstig artikel 21.
HOOFDSTUK 2. INTERNE ORGANISATIE EN WERKING
ARTIKEL 7. BEHEERSCOMITÉ / STUURGROEP
7.1. ALGEMEEN
Het beheer van de interlokale vereniging wordt, in toepassing van artikel 395 van het Decreet over het Lokaal Bestuur toevertrouwd aan een beheerscomité, hierna verder benoemd als ‘de stuurgroep’.
7.2. SAMENSTELLING
De stuurgroep is samengesteld uit :
● Een lid van het college van burgemeester en schepenen van elke deelnemende gemeente, bij voorkeur bevoegd voor wonen, huisvesting, ruimtelijke ordening of welzijn.
● Een lid van het vast bureau van elke deelnemend OCMW bij voorkeur bevoegd voor welzijn of sociale zaken. Het lid van het vast bureau mag niet hetzelfde zijn als het lid van het College.
● 1 vertegenwoordiger van de provincie West-Vlaanderen;
De vertegenwoordigers van de gemeenten en de OCMW’s zijn stemgerechtigd.
Het lidmaatschap en het stemrecht van de vertegenwoordiger van de provincie zijn gekoppeld aan het toekennen van provinciale subsidiëring, en is beperkt tot de looptijd van de gesubsidieerde projecten.
De projectcoördinator neemt deel aan de stuurgroep in de rol van secretaris.
De secretaris zorgt voor de uitvoering van de beslissingen van de stuurgroep.
De projectcoördinator is verantwoordelijk voor de coördinatie van de dagelijkse activiteiten van de interlokale vereniging.
Met uitzondering van wijzigingen aan de samenwerkingsovereenkomst overeenkomstig artikel 21 geven de deelnemers volmacht aan de door hen aangeduide leden in de stuurgroep om in hun naam de vereiste handelingen te stellen in het kader van de werking van de interlokale vereniging mits deze handelingen rechtsreeks verband houden met het doel van de interlokale vereniging.
7.3. BEVOEGDHEDEN
De stuurgroep heeft een algemeen coördinerende opdracht, legt de prioriteiten inzake het beleid en de werking vast en formuleert adviezen ten behoeve van de deelnemende gemeenten.
Daarnaast behoren tot de taken van de stuurgroep:
● het overleggen over de wijze waarop deze overeenkomst wordt uitgevoerd;
● het vaststellen van een huishoudelijk reglement;
● het voorbereiden en vaststellen van het programma en de begroting voor de volgende werkjaren;
● het formuleren van adviezen ten behoeve van de beherende gemeente;
● het vaststellen van de rekeningen van de interlokale vereniging;
● het opmaken van het jaarverslag;
● het voorleggen van de rekeningen en het jaarverslag ter goedkeuring aan de raden van de deelnemende gemeenten;
● het formuleren van adviezen met betrekking tot de wijziging van de samenwerkingsovereenkomst;
● het organiseren van het toezicht op het bereiken van de doelstellingen van de vereniging.
De stuurgroep kan deskundigen uitnodigen tot het bijwonen van de vergaderingen. Deze personen zijn niet-stemgerechtigd.
Het agentschap Wonen In Vlaanderen wordt telkens voor de vergaderingen van de stuurgroep uitgenodigd.
7.4. WERKING
De stuurgroep vergadert minimaal twee keer per volledig werkingsjaar en een keer per onvolledig werkingsjaar, waarin minstens de vaststelling van de rekening (en het jaarverslag) van het afgelopen werkjaar, en de vaststelling van (het programma) en de begroting voor het volgende werkjaar aan bod komen.
De stuurgroep kan slechts geldig vergaderen indien de meerderheid van de stemgerechtigde vertegenwoordigers vertegenwoordigd is.
Wordt dit quorum niet bereikt, dan wordt een nieuwe vergadering belegd binnen de maand en kan de stuurgroep over de punten die voor een tweede maal op de agenda voorkomen, beraadslagen en beslissen ongeacht het aantal aanwezige vertegenwoordigers. Deze bepaling geldt niet voor wijzigingen in de samenwerkingsovereenkomst.
De stuurgroep neemt beslissingen op basis van een gewone meerderheid. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
De vertegenwoordigers van de gemeenten, de OCMW’s en de provincie hebben elk één stem.
De voorzitter en de ondervoorzitter worden aangeduid onder de afgevaardigden van de deelnemende gemeenten. Hun benoeming geldt voor de volledige subsidiëringsperiode, tenzij bij verlies van hun mandaat. Na afloop van deze periode worden opnieuw een voorzitter en een ondervoorzitter verkozen. Dit kunnen opnieuw dezelfde personen zijn.
De stuurgroep vergadert op uitnodiging van het secretariaat van de interlokale vereniging.
Een uitnodiging voor de vergadering wordt minstens 2 weken vooraf per mail bezorgd. De agenda en de nodige inhoudelijke toelichting zijn opgenomen in de bijeenroepingsmail. In geval van hoogdringendheid kan van deze regel worden afgeweken.
De leden van de stuurgroep kunnen tot 3 werkdagen voor de vergadering bijkomende agendapunten met toelichtingsnota binnenbrengen op het secretariaat.
Een agendapunt kan bij de aanvang van de vergadering bij hoogdringendheid worden toegevoegd aan de agenda mits instemming van 2/3 van de aanwezige leden. Dit bijgevoegde agendapunt wordt dan ook eerst behandeld.
De beraadslagingen van de stuurgroep worden vastgelegd in een verslag.
De goedkeuring van dit verslag zal steeds als eerste punt op de agenda van de volgende vergadering geagendeerd worden. Na goedkeuring wordt het verslag ondertekend door de voorzitter van de stuurgroep.
De verslagen worden bijgehouden en liggen ter inzage op de zetel van de interlokale vereniging.
Een afschrift van het verslag van elke vergadering wordt binnen de 3 weken voor kennisgeving bezorgd aan de colleges van burgemeester en schepenen van de deelnemende gemeenten en OCMW ’s en aan het agentschap Wonen In Vlaanderen.
7.4. VOLMACHT AAN EEN ANDERE DEELNEMER
Een lid van de stuurgroep kan per welbepaalde vergadering aan één van de andere leden een schriftelijke volmacht geven om hem of haar te vertegenwoordigen. Niemand mag drager zijn van meer dan één volmacht.
7.5. PRESENTIEGELDEN
Er worden geen presentiegelden uitgekeerd aan de leden van de stuurgroep, onder voorbehoud van hetgeen bepaald is in artikel 395 § 4 van het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking en latere wijzigingen.
ARTIKEL 8 – DAGELIJKS BESTUUR
8.1. SAMENSTELLING
Het dagelijks bestuur wordt samengesteld uit volgende afgevaardigden:
● De voorzitter van de stuurgroep
● Eén afgevaardigde van elke gemeente. Bij voorkeur zoals opgegeven in het subsidiedossier en minstens iemand uit de woonpraktijk.
● De projectcoördinator
Het dagelijks bestuur kan zo nodig andere afgevaardigden van de stuurgroep of deskundigen uitnodigen op de vergaderingen, voor zover de agenda dit vereist. Deze personen hebben geen stemrecht in het dagelijks bestuur.
8.2. BEVOEGDHEDEN
Het dagelijks bestuur is bevoegd om te beraadslagen over de algemene werking:
● Opvolgen beslissingen van de stuurgroep
● Voorbereiden agenda van de stuurgroep
● Voorbereiden aanvragen tot projectsubsidiëring bij diverse instanties (inzonderheid bij de Vlaamse en provinciale overheid)
● Opstellen van het jaarverslag
● Financiën
● Praktische kwesties
● Voorbereiding budgetcontrole, begroting, rekeningen
● Opvolging uitvoering van de bepalingen in de subsidiedossiers (praktische werking in de verschillende gemeenten, resultaatsverbintenissen, evt. knelpunten, overleg met de Vlaamse Overheid,…)
● Allerlei aangelegenheden van dagelijks bestuur (zgn. lopende zaken)
● Diverse beslissingen van dringende aard (ten uitzonderlijke titel)
De projectcoördinator staat in voor verslaggeving en uitnodiging met agenda.
HOOFDSTUK 3. PERSONEELSBEHEER
ARTIKEL 9 – GEZAG EN RECHTSPOSITIEREGELING
De beherende gemeente staat in voor het personeelsbeheer. Dit houdt in eerste instantie in dat de beherende gemeente de juridische werkgever is van de medewerkers van de interlokale vereniging.
De personeelsleden die door de deelnemende gemeenten worden ingezet met het oog op het bereiken van de doelstellingen van de interlokale vereniging blijven onderworpen aan de rechtspositieregeling en het gezagsrecht van de gemeente van oorsprong. De personeel- en werkingskosten van het bestaand personeel die door de deelnemende gemeenten ingezet worden, worden volledig door de respectievelijke deelnemende gemeenten gedragen.
ARTIKEL 10 - WERKPLAATSEN
De beherende gemeente voorziet een werkplaats voor het centraal team van Woonwijs (projectcoördinator, technisch adviseur(s), technisch medewerker(s), algemeen adviseur(s)).
Elke deelnemende gemeente voorziet een werkplaats voor de hen toegewezen intergemeentelijke woonambtenaren en levert de benodigde infrastructuur en logistieke ondersteuning ter plaatse, op eigen kosten.
HOOFDSTUK 4. FINANCIËLE ASPECTEN
ARTIKEL 11 – FINANCIËLE INBRENG
Enkel de deelnemende gemeenten dienen bij te dragen in de personeelskosten, werkingskosten en de investeringskosten van de interlokale vereniging.
De financiële inbreng van de deelnemende gemeenten wordt als volgt vastgesteld: de totale projectkost wordt verminderd met de Vlaamse en provinciale subsidies. Het restbedrag wordt financieel gedragen door de deelnemende gemeenten, volgens een verdeelsleutel berekend op basis van het aantal huishoudens per gemeente op 1 januari van het jaar voorafgaand aan een nieuwe subsidiëringsperiode, of de meest recente gegevens beschikbaar bij de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (op heden gekend als Statbel) voorafgaand aan de nieuwe subsidiëringsperiode.
ARTIKEL 12 – PROGRAMMA EN BUDGET
De stuurgroep stelt bij elke nieuwe subsidiëringsperiode een programma, met bijhorend budget, voor de betrokken jaren op, dat ter goedkeuring aan de lokale besturen, wordt bezorgd.
De deelnemende gemeenten verbinden er zich toe in hun budget jaarlijks de nodige kredieten te voorzien om hun bijdrage te kunnen voldoen, en om de nodige middelen tijdig (op afroep) ter beschikking te stellen van de interlokale vereniging.
De beherende gemeente staat in voor het financieel beheer. De middelen worden evenwel opgevraagd en verwerkt door de projectcoördinator die belast wordt met het administratief en financieel secretariaat van de interlokale vereniging.
ARTIKEL 13 – VERGOEDING AAN DE BEHERENDE GEMEENTE
De beherende gemeente heeft recht op een vergoeding voor het financieel en personeelsbeheer van de interlokale vereniging.
Deze jaarlijkse vergoeding wordt berekend volgens formule:
€2.500 × (4,5/3,5) × (actuele ConsumptiePrijsIndex / 96,81)
Basis 2011: €2.500 voor 3,5 VTE en ConsumptiePrijsIndex van 96,81 (CPI B2013, okt. 2011)
Actualisatie: huidige personeelsbezetting (4,5 VTE) en de recente CPI (CPI B2013, jaar 20XX)
ARTIKEL 14 – KENNISGEVING EN GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN
De rekening van de interlokale vereniging wordt jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten en ter kennisname aan de andere deelnemers. Dit moet gebeuren uiterlijk binnen de zes maanden na de afsluiting van het werkjaar.
Iedere deelnemende gemeente zal na elk werkjaar haar deel (volgens voormelde verdeelsleutel) in de positieve of negatieve resultaten van de werking voor haar rekening nemen.
HOOFDSTUK 5. INFORMATIEVERSTREKKING EN EVALUATIE
ARTIKEL 15 – MEDEDELING VAN BESLISSINGEN EN VERSLAGEN
Alle beslissingen, alsook de verslagen van de vergaderingen van de stuurgroep, worden in kopie overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen van de deelnemende gemeenten en het vast bureau van de deelnemende OCMW’s
ARTIKEL 16 - JAARVERSLAG
Samen met de rekening wordt aan de deelnemers ook een jaarverslag ter beschikking gesteld.
Dit jaarverslag wordt samen met de rekening aan de gemeenteraden ter goedkeuring voorgelegd. Ter gelegenheid van de behandeling van het jaarverslag geven de vertegenwoordigers van de gemeente in de interlokale vereniging toelichting aan de raad.
Het jaarverslag wordt gelijktijdig met de jaarrekening voor bespreking ter beschikking gesteld van de andere deelnemers.
ARTIKEL 17 - EVALUATIE
De jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraden gebeurt ter gelegenheid van de bespreking van het jaarverslag.
HOOFDSTUK 6. ONTBINDING EN VEREFFENING
ARTIKEL 18 – VEREFFENAAR
Bij vereffening of ontbinding van de interlokale vereniging worden door de deelnemers in gezamenlijk akkoord één of meerdere vereffenaars aangesteld.
ARTIKEL 19 – VERDELING
Iedere deelnemende gemeente zal bij vereffening haar deel (volgens voormelde verdeelsleutel) in de kosten en de opbrengsten van de werking voor haar rekening nemen. De eindrekening zal aangeven wat het eventuele resultaat is.
HOODSTUK 7. SLOTBEPALINGEN
ARTIKEL 20 – TOEPASSELIJKE DECRETALE BEPALINGEN
Voor alles wat niet door deze overeenkomst of het huishoudelijk reglement is geregeld, zal het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22.12.2017, Deel 3 Titel 3 houdende de intergemeentelijke samenwerking (en latere wijzigingen) van toepassing zijn.
In de gevallen dat het voormeld decreet geen uitsluitsel geeft, neemt de stuurgroep een beslissing.
ARTIKEL 21 – WIJZIGINGEN AAN DE OVEREENKOMST
Wijzigingen aan de samenwerkingsovereenkomst kunnen slechts doorgevoerd worden indien de gemeenteraden en OCMW-raden van alle deelnemende overheden de wijziging goedgekeurd hebben.
Opgemaakt in evenveel originele exemplaren als er betrokken partijen zijn.
Getekend te Harelbeke, op xx.xx.2025
Zitting van Vast bureau van 20 AUGUSTUS 2025
C.6. Woonwijs - nieuwe subsidieaanvraag 2026-2031 - verzoek tot agendering - goedkeuring
Aanleiding en context
Het vast bureau wordt gevraagd de voorzitter van de OCMW-raad te verzoeken de nieuwe subsidieaanvraag voor de Interlokale Vereniging Woonwijs voor de periode 2026-2031 ter goedkeuring voor te leggen op de OCMW-raad van 11 september 2025.
Motivering
De gemeente- en OCMW-raden van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede keurden in 2010 de samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht goed voor de interlokale vereniging wonen Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede (werknaam Woonwijs). Deze interlokale vereniging werd opgericht voor onbepaalde duur, die wordt opgedeeld in opeenvolgende subsidieperiodes.
Naar aanleiding van de instap van Zwevegem werd op 6 juni 2019 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst door de gemeenteraad/OCMW-raad goedgekeurd. Met ingang van 1 januari 2020 heet de intergemeentelijke samenwerking tussen Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.
De intergemeentelijk samenwerking rond wonen zit intussen in het 15de werkingsjaar. De vierde subsidieperiode loopt nog tot eind 2025.
Op 14 maart 2025 keurde de Vlaamse Regering het nieuwe IGS-subsidiekader (BVR 5.0) definitief goed. Dit omvat een nieuwe subsidieregeling voor IGS-projecten rond lokaal woonbeleid voor de periode 2026-2031.
Voor de lokale beleidscyclus 2026-2031 zijn opnieuw de drie beleidsprioriteiten voorzien:
● De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woningaanbod afhankelijk van de woonnoden;
● De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving;
● De gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen.
Het college ging op 2 juli 2025 principieel akkoord om verder deel te nemen in ‘Interlokale Vereniging Woonwijs (Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem)’ voor de periode januari 2026 tot en met december 2031. Hiermee engageren de besturen zich enerzijds tot het uitvoeren van de verplichte acties uit subsidiekader 5.0; en anderzijds tonen ze hun ambitie om via een pakket aan eigen initiatieven het aantal conformiteitsattesten verder op te schalen:
1. Pakket verplichte acties:
Vlaamse beleidsprioriteit 1:
De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden
● De lokale woningmarkt in kaart brengen, zowel de vraag- als de aanbodzijde
● Kerncijfers over de woningmarkt periodiek op het lokaal woonoverleg bespreken;
● Het ruimtelijk beleid betrekken bij het lokaal woonoverleg;
● Voorzien in een aanbod van nood- of doorgangswoningen op lokaal of bovenlokaal niveau, of samenwerken met een partner om in een aanbod van nood- of doorgangswoningen te kunnen voorzien;
● Een gecoördineerd lokaal sociaal woonbeleid voeren, dat de volgende aspecten bevat:
○ een visie op sociaal wonen uitwerken en toepassen;
○ een partnerschap waarmaken met de woonmaatschappij die actief is in de gemeente;
○ een beleid voeren rond de activering van gronden en panden voor sociaal wonen;
○ de opdrachten, vermeld in Boek 2, Deel 3, Titel 2 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen uitvoeren;
○ de opdrachten, vermeld in Boek 2, Deel 3, Titel 1 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen uitvoeren, en het Projectportaal gebruiken, vermeld in artikel 4.46 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen;
○ de toewijzingspraktijk van sociale woningen minstens één keer per jaar op het lokaal woonoverleg bespreken.
● Leegstaande gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken;
● Verwaarloosde gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken.
Vlaamse beleidsprioriteit 2:
De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving
● Kerncijfers over de bewaking van de kwaliteit van het woningpatrimonium periodiek op het lokaal woonoverleg bespreken;
● Een gecoördineerd lokaal woningkwaliteitsbeleid voeren, dat de volgende aspecten omvat:
○ de decretaal toegekende opdrachten op het vlak van de bewaking van de kwaliteit van het woningpatrimonium correct uitvoeren;
○ beschikken over voldoende gemeentelijke woningcontroleurs.
● De lokale partners via structurele samenwerking betrekken bij het lokale woningkwaliteitsbeleid
Vlaamse beleidsprioriteit 3:
De gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen
● Kerncijfers over Vlaamse, provinciale en gemeentelijke woonpremies periodiek op het lokaal woonoverleg bespreken;
● Vanaf een door de minister van wonen vast te stellen datum en uiterlijk op 1 januari 2028: Via een laagdrempelig geïntegreerd woon- en energieloket gestructureerde basisinformatie aanbieden aan elke inwoner over al de volgende elementen:
○ de Vlaamse tegemoetkomingen aan en ondersteuningsmaatregelen voor gezinnen en alleenstaanden op het vlak van wonen;
○ sociaal huren, sociaal kopen en sociaal lenen;
○ de veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsnormen en de bewaking van de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving;
○ de relevante gemeentelijke, provinciale, gewestelijke en federale energiebeleidsmaatregelen;
○ energiepremies en -leningen, inclusief leningen bij de financiële sector;
○ energetische renovatie;
○ de verbouwlening, vermeld in artikel 1.1.1, §2, 102°/3, van het Energiebesluit van 19 november 2010.
● Inwoners ondersteunen bij de administratieve procedure ongeschikt-, onbewoonbaar- en overbewoondverklaring van een woning;
● Een partnerschap aangaan met het energiehuis dat actief is in de gemeente;
● Een partnerschap aangaan met lokale partners.
2. Pakket eigen initiatieven:
Wat de ‘eigen initiatieven’ (voorheen ‘aanvullende acties’) betreft, maakt het aantal op zich niet uit, maar kan één niet-uitvoerbare actie wel gevolgen hebben voor de volledige aanvullende subsidie. Vandaar is bewust gekozen voor een ‘ambitieus pakket eigen initiatieven’, in plaats van de vele kleine, aanvullende acties zoals nu toe het geval is. Enkele aanvullende acties (zoals opvolging van verwaarlozing) vallen volgens het nieuwe subsidiekader sowieso onder de verplicht op te volgen acties.
Met vooropgesteld pakket kunnen we proactieve woningonderzoeken in de woonwijsgemeenten sterk blijven stimuleren. Niet in het minst met de opschaling van de conformiteitsattest-verplichting in Kuurne en Harelbeke, en opstart ervan in Zwevegem, zijn we alvast ambitieus.
Ook blijven alle woonwijsgemeenten verder inzetten op het proactief uitvoeren van conformiteitsonderzoeken. Dat betekent dat we, los van ‘klachten woningkwaliteit’, zelf actie ondernemen wanneer er signalen zijn dat de kwaliteit van een woning ondermaats is.
Aangezien het vanuit de besturen in eerste instantie niet de bedoeling is om het centraal team uit te breiden, zullen we bij de uitvoering van de ‘reglementen rond het verplicht conformiteitsattest’ de doorlooptijd van de aanvragen blijven monitoren. Indien de wettelijke behandelingstermijn in het gedrang zou komen, sluiten we niet uit dat we de ‘fasering van conformiteitsattest-verplichting’ tijdens de subsidieperiode zullen bijsturen.
Daarnaast zullen we, los van het nieuwe subsidiedossier, ook nog verder blijven inzetten op bepaalde inhoudelijke acties zoals het ‘sociaal en technisch begeleiden op maat van kwetsbare inwoners’. Dergelijke acties blijven op zich heel zinvol, maar brengen geen optimalisatie van de subsidiëring met zich mee.
De aangevraagde subsidie bedraagt (vanaf 2026) jaarlijks 138.500 euro (waarvan 45.000 euro voorzien is voor het uitvoeren van het ‘pakket eigen initiatieven’). Wonen in Vlaanderen voorziet eveneens een indexering voor 90% van het subsidiebedrag
(ervan uitgaand dat de personeelskosten voor alle IGS’en ongeveer 90% van de totale projectkost uitmaakt, wat ook uit deze begroting blijkt).
De geraamde projectkost voor 2026 bedraagt 355.953 euro, inclusief personeels-, werkings-, en investeringskosten. Daarvan is 317.953 euro voorzien voor 4,5 VTE aan personeel. Voor het werkjaar 2031 wordt een totaalbudget van 414.807 euro ingeschat (waarvan 376.372 euro voor de 4,5 VTE).
Na aftrek van de Vlaamse subsidies, wordt het restbedrag procentueel verdeeld onder de deelnemende gemeentes op basis van het aantal huishoudens. Volgens de berekening komt dit voor de gemeente Deerlijk neer op een geraamde bedrage van 30.787 euro voor 2026 en de daaropvolgende jaren respectievelijk 31.721 euro, 32.675 euro, 34.328 euro, 35.448 euro, en 37.290 euro in 2031:
Het voorliggende subsidieaanvraagdossier is opgemaakt volgens het aangeleverde sjabloon van Wonen-Vlaanderen.
Het subsidiedossier moet uiterlijk op eind september 2025 bij Wonen In Vlaanderen ingediend worden. Vervolgens neemt de Minister van Wonen uiterlijk in december 2025 een beslissing. Mits goedkeuring van het subsidiedossier, is de doorstart van de vijfde subsidieperiode voorzien op 1 januari 2026.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 84., § 1. van het Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, wat betreft het lokaal woonbeleid.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het vast bureau besluit de voorzitter van de OCMW-raad te verzoeken de goedkeuring van de subsidieaanvraag 2026-2031 van de 'Interlokale Vereniging Woonwijs' ter goedkeuring voor te leggen aan de OCMW-raad van 11 september.
Zitting van Vast bureau van 20 AUGUSTUS 2025
C.7. SD - Samenwerking Energiesnoeiers - aanpak energiearmoede - goedkeuring
Aanleiding en context
Het vast bureau wordt gevraagd de samenwerking met vzw de Poerderie, en meer specifiek met de Energiesnoeiers Zuid-West-Vlaanderen, in kader van de eerstelijnsvragen over energie, goed te keuren.
Motivering
Vzw de Poerderie, en meer specifiek de Energiesnoeiers Zuid-West-Vlaanderen, voeren reeds meerdere jaren energiescans uit in de regio Zuid-West-Vlaanderen. Ook met de gemeente Deerlijk is er een overeenkomst om deze energiescans uit te voeren op het grondgebied.
In kader van de ondersteuning bij de eerstelijnsvragen over energie heeft het lokaal bestuur Deerlijk reeds meerdere jaren een samenwerking met de Energiesnoeiers. De samenwerking bestaat erin dat de Energiesnoeiers, maandelijks minstens één dagdeel per maand (dagdelen) aanwezig zijn in het Sociaal Huis Deerlijk. Een dagdeel bestaat uit 3u fysieke aanwezigheid + 1u telefonische en administratieve opvolging.
De energiesnoeiers ontvangen de klant per afspraak van 30 minuten en het Sociaal Huis voorziet de planning.
Het zou in ieder geval wenselijk zijn om deze dienstverlening opnieuw op te starten voor alle inwoners van Deerlijk.
Deze samenwerking zou van start gaan in september 2025 voor de duur van één jaar en is na evaluatie mogelijks verlengbaar.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 84, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 124 euro per maand excl. BTW |
Actie | gelijkblijvend beleid |
Jaarbudgetrekening | 2024/GBB/0629-00/64420009/gemeente/CBS/IP-GEEN |
Visum | geen visum vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het vast bureau besluit de overeenkomst tussen het OCMW Deerlijk en VZW Poerderie, en meer specifiek, De Energiesnoeiers Zuid-West-Vlaanderen, goed te keuren voor de termijn van één jaar, met ingang van 1 september 2025.
Zitting van Vast bureau van 20 AUGUSTUS 2025
C.8. Reglement - Mobitwin - verzoek agendering raad voor maatschappelijk welzijn - goedkeuring
Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.
Zitting van Vast bureau van 20 AUGUSTUS 2025
D.1. Ontwerpnotule van de nieuwe bijdrageregeling voor 2026-2031 voor de werking van W13 - goedkeuring
Aanleiding en context
W13 vraagt het vast bureau om de basisbijdrage van lokale besturen van 2,40 euro per inwoner goed te keuren. alsook een aanvullende financiering voor de voortzetting van Food Act 13 via facturatie.
Motivering
W13 is de welzijnsvereniging die sinds 2015 het sociaal- en welzijnsbeleid coördineert in Zuid-West-Vlaanderen. De lokale besturen van Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wervik, Wevelgem, Wielsbeke en Zwevegem zijn samen met CAW Zuid-West-Vlaanderen de deelgenoten. W13 werkt in de regio aan het bieden van dezelfde kansen voor iedereen op een menswaardig en kwaliteitsvol leven, de uitoefening van zijn grondrechten en toegang tot het welzijns- en zorgaanbod. W13 heeft daarbij bijzondere aandacht voor de meest kwetsbaren.
In het kader van de opmaak van haar meerjarenplanning vraagt W13 het vast bureau om de basisbijdrage van lokale besturen van 2,40 euro per inwoner goed te keuren. Daarnaast vraagt W13 ook een goedkeuring voor een aanvullende financiering voor de voortzetting van Food Act 13 via facturatie.
Lokale besturen staan voor grote uitdagingen en ontwikkelingen op het gebied van welzijnsbeleid, zoals dak- en thuisloosheid en de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Hierdoor krijgt een meer proactief en preventief beleid een steeds belangrijkere rol. Tijdens de participatieve ronde met de lokale besturen en de tweedaagse van de raad van bestuur werd deze prioriteit dan ook nadrukkelijk bevestigd. W13 zal haar focus dan ook op deze thema’s richten. Als gevolg hiervan zal het domein zorg niet langer als prioriteit worden opgenomen.
W13 vraagt aan de lokale besturen om de bijdrageregeling voor hun werking goed te keuren, alsook de jaarlijkse factuur voor Food Act 13 goed te keuren op basis van de principes die werden goedgekeurd op de RvB van W13 op 18 juli 2025.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 84, §2 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het vast bureau besluit de bijdrageregeling voor W13 van 2,40 euro per inwoner goed te keuren.
Artikel 2
Het vast bureau besluit de bijdrageregeling van 30.444 euro goed te keuren met een jaarlijkse consumptie-index vanaf 2027 op basis van 12.685 inwoners op 1 januari 2025 (jaarlijkse actualisatie).
Artikel 3
Het vast bureau besluit de jaarlijkse factuur van Food Act 13 goed te keuren op basis van de principes zoals beslist op de raad van bestuur van W13 op 18 juli 2025, met name 80% inwoners en 20% afname kilo’s met een jaarlijkse consumptie-index vanaf 2027.
Het geraamde bedrag in die beslissing kan afwijken naar gelang het aantal kilo’s meer of minder die door het lokaal bestuur worden gevraagd. Dit wordt definitief beslist en gecommuniceerd op de raad van bestuur van 19 september 2025. Cfr. Beslissing en berekeningstabel factuur Food Act 13 in bijlage.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.