Deerlijk

Zitting van 06 JUNI 2019

Overzicht punten

 

Zitting van 06 JUNI 2019

Raad voor maatschappelijk welzijn - 25 april 2019 - notulen en zittingsverslag - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd de notulen en het zittingsverslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Elk lid van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.

 

Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur.

 

Artikel 278 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 74 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Art. 32 en 278 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De raad voor maatschappelijk welzijn besluit de notulen van de zitting van 25 april 2019 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

De raad voor maatschappelijk welzijn besluit het zittingsverslag van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 april 2019 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/05/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 06 JUNI 2019

Reprobel - overeenkomst gemeente en OCMW voor reproducties op papier - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De OCMW-raad wordt gevraagd het ontwerp van overeenkomst met betrekking tot reproducties op papier goed te keuren.

 

Motivering

 

Auteursrechten voor kopiëren en printen

 

Voor het kopiëren van auteursrechtelijk beschermde werken moeten auteursrechten betaald worden. Ook lokale besturen betalen die. Tot en met 2017 deden gemeenten, OCMW's en politiezones dat in het kader van een raamakkoord met Reprobel, de dienst die de rechten int. Het raamakkoord legde een forfaitair tarief vast per kopie en een forfaitair aantal kopieën per relevant personeelslid.

 

Het voordeel van dergelijk raamakkoord? Besturen moeten dan geen aangifte doen op grond van reële cijfers, wat tijdrovend en administratief belastend is. Ze besparen zich ook controles van Reprobel bij onrealistisch ogende cijfers.

 

Nieuw raamakkoord Reprobel

 

In 2017 werden de tarieven aangepast als gevolg van gewijzigde wetgeving. Een nieuw raamakkoord drong zich op.

 

De koepelverenigingen, waaronder VVSG, hebben overleg gepleegd met Reprobel in het kader van de licentie voor reprografie (kopiëren) enerzijds, en die voor het afprinten anderzijds. Reprobel stelt naar aanleiding daarvan voor om voor fotokopieën én prints een gezamenlijk jaartarief van 13,30 euro per administratief medewerker te hanteren.

 

Conclusie: raamovereenkomst of aangifte?

 

Lokale besturen hebben nu dus twee mogelijkheden: ofwel ondertekenen ze de raamovereenkomst waarin deze bedragen zijn opgenomen, ofwel geven ze het geraamde aantal fotokopieën en afdrukken zelf aan.

 

De beleidsmedewerker raadt af om zelf het geraamde aantal fotokopieën en afdrukken aan te geven. Aangifte doen op grond van reële cijfers is tijdrovend en administratief belastend. Ook worden we bespaard van controles bij onrealistisch ogende cijfers.

 

De beleidsmedewerker stelt dus voor om in de raamovereenkomst te stappen.

Het ontwerp van overeenkomst zit in bijlage bij deze beslissing en ligt voor aan de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 77 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          koninklijk besluit van 19 september 2017 waarbij een vennootschap gelast wordt de inning en verdeling te verzekeren van de vergoeding voor reprografie en van de vergoeding voor uitgevers voor reproducties op papier van hun uitgaven op papier

          koninklijk besluit van 11 oktober 2018 waarbij een vennootschap gelast wordt de inning en verdeling te verzekeren van de vergoeding voor reprografie en van de vergoeding voor uitgevers voor reproducties op papier van hun uitgaven op papier

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

13,30 euro x  12,2 FTE OCMW = 162,26 euro voor referentiejaar 2018 voor het OCMW

 

Daarna stilzwijgende verlenging

Actie

Gelijkblijvend beleid

Jaarbudgetrekening

BV/61320400

Visum

Niet vereist

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De OCMW-raad besluit het ontwerp van overeenkomst met betrekking tot reproducties op papier goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/05/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 06 JUNI 2019

Woonwijs - samenwerkingsovereenkomst - aanpassing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De raad voor maatschappelijk welzijn wordt verzocht de vernieuwde ‘Samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht betreffende de oprichting van de interlokale vereniging Wonen' goed te keuren.

 

Motivering

 

De raad voor maatschappelijk welzijn besliste op 10 mei 2010 tot de oprichting en goedkeuring van de overeenkomst met statutaire draagkracht betreffende de interlokale vereniging wonen Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede.

 

De samenwerkingsovereenkomst werd opgemaakt voor onbepaalde duur en ondertekend door 8 deelnemers aan de interlokale vereniging: gemeentebesturen en OCMW’s van  Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede.

 

Momenteel zit ‘Woonwijs’ reeds in de derde subsidieperiode (van oktober 2017 tot en met  december 2019).

Ondertussen is de gemeente Zwevegem vragende partij om zich vanaf de vierde subsidieperiode (2020-2025) aan te sluiten bij Woonwijs. Uit de calculaties besproken op de stuurgroepvergadering van 3 mei 2019 blijkt dat een aansluiting van Zwevegem bij Woonwijs de huidige personeelsinzet en financiële bijdragen van de gemeenten niet negatief beïnvloeden. Bijgevolg adviseerde de stuurgroep in zitting van 3 mei 2019 om in te gaan op de vraag van Zwevegem en Zwevegem in het volgend subsidiedossier 2020-2025 op te nemen. Hiervoor werd een nieuwe samenwerkingsovereenkomst opgesteld.

 

De nieuwe interlokale vereniging zal bij de instap van Zwevegem voor de leesbaarheid afgekort worden naar ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.

Door de toetreding van Zwevegem zal de nieuwe samenwerkingsovereenkomst in de toekomst uit 10 deelnemers bestaan (gemeenten en OCMW’s van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem).

 

Daarnaast zijn nog enkele kleine wijzigingen betreffende de werking en uitnodiging van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ (punt 2.4):

          Aangezien de aanwezigheid van de meerderheid van de stemgerechtigde vertegenwoordigers in de stuurgroepvergadering niet vereist is, wordt de term ‘aanwezig’ vervangen door ‘vertegenwoordigd’.

          Uitnodigingen worden in de praktijk steeds per mail verstuurd. Dit maakt de ‘brief-vermelding’ overbodig.

 

Deze vernieuwde samenwerkingsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2020, en vervangt de ‘samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht betreffende de oprichting van de Interlokale Vereniging Wonen Deerlijk – Harelbeke – Kuurne – Lendelede’ zoals goedgekeurd in zitting van 28 februari 2019.

 

In de zitting van 22 mei 2019 besliste het vast bureau om de vernieuwde samenwerkingsovereenkomst voor te leggen aan de raad voor maatschappelijk welzijn. Omwille van de leesbaarheid wordt de overeenkomst integraal opnieuw ter goedkeuring voorgelegd.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 78, 5° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Deel 3, titel 3. De intergemeentelijke samenwerking, van het Decreet Lokaal Bestuur

          Besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 2016 houdende de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid

          Besluit van de Vlaamse Regering 16 november 2018 betreffende het lokaal woonbeleid

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt onderstaande samenwerkingsovereenkomst  goed:

 

Samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht betreffende de oprichting van de Interlokale Vereniging Woonwijs.

 

Tussen de hierna vermelde lokale overheden, alhier vertegenwoordigd zoals nader aangeduid, is overeengekomen om een interlokale vereniging op te richten tussen:

 

          de gemeente Deerlijk, vertegenwoordigd door Jo Tijtgat, voorzitter van de gemeenteraad, en Hans Piepers, Algemeen Directeur;

          de stad Harelbeke, vertegenwoordigd door Rita Beyaert, voorzitter van de gemeenteraad, en Carlo Daelman, Algemeen Directeur;

          de gemeente Kuurne, vertegenwoordigd door Chris Delneste, voorzitter van de gemeenteraad, en Els Persyn, Algemeen Directeur;

          de gemeente Lendelede, vertegenwoordig door Pedro Ketels, voorzitter van de gemeenteraad, en Christophe Vandecasteele, Algemeen Directeur;

          de gemeente Zwevegem, vertegenwoordigd door Dirk Desmet, voorzitter van de gemeenteraad, en Jan Vanlangenhove, Algemeen Directeur;

          het OCMW van Deerlijk, vertegenwoordigd door Jo Tijtgat, voorzitter van de OCMW-raad, en Hans Piepers, Algemeen Directeur;

          het OCMW van Harelbeke, vertegenwoordigd door Rita Beyaert, voorzitter van de OCMW-raad, en Carlo Daelman, Algemeen Directeur;

          het OCMW van Kuurne, vertegenwoordigd door Chris Delneste, voorzitter van de OCMW-raad, en Els Persyn, Algemeen Directeur;

          het OCMW van Lendelede, vertegenwoordigd door Pedro Ketels, voorzitter van de OCMW-raad, en Christophe Vandecasteele, Algemeen Directeur;

          de OCWM van Zwevegem, vertegenwoordigd door Dirk Desmet, voorzitter van de OCMW-raad, en Jan Vanlangenhove, Algemeen Directeur.

 

Zij wordt beheerst door de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, Deel 3 Titel 3 houdende de intergemeentelijke samenwerking en latere wijzigingen en door de bepalingen vervat in onderhavige overeenkomst met statutaire draagkracht die als volgt is vastgesteld:

 

1. Deelnemers, naam, doel, werkingsgebied, duur, beherende gemeente en zetel van de interlokale vereniging

 

1.1. Deelnemers en naam van de interlokale vereniging

 

Deelnemers: gemeenten Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede, Zwevegem en de OCMW’s van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem.

 

Naam:  ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.

 

1.2. Doel

 

De interlokale vereniging heeft als doel het samenwerken op het vlak van wonen door onder meer het ontwikkelen van een gemeentelijke beleidsvisie op het vlak van wonen, het organiseren van lokaal woonoverleg, het uitbouwen van klantgerichte dienstverlening aan de burger, en het verbeteren van de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving in elk van de deelnemende gemeenten.

 

1.3. Werkingsgebied

 

Het werkingsgebied van de interlokale vereniging strekt zich bij oprichting uit over het grondgebied van de deelnemende gemeenten.

 

1.4. Duurtijd en opzegmogelijkheid

 

De interlokale vereniging wordt opgericht voor een onbepaalde duurtijd, vanaf de dag van de ondertekening van deze overeenkomst door alle deelnemers.

 

De duurtijd van de interlokale vereniging bestaat uit opeenvolgende subsidiëringsperiodes, zoals vermeld in het subsidiedecreet.

 

Uittreding is mogelijk, op voorwaarde van een schriftelijke opzegging (per aangetekend schrijven), minstens zes maanden voor de aanvang van de volgende subsidiëringsperiode. 

 

Een bijkomende toetreding is enkel mogelijk bij een nieuwe subsidiëringsperiode.

Dit wordt met een aangetekende brief vanuit de bevoegde instantie kenbaar gemaakt tenminste zes maanden voor het verstrijken van de lopende subsidiëringsperiode.

Bij een nieuwe toetreding dient de samenwerkingsovereenkomst aangepast te worden. Hierbij is de slotbepaling van toepassing.

 

1.5. Beherende gemeente en zetel

 

De stad Harelbeke wordt aangesteld als beherende gemeente van de interlokale vereniging. De beherende gemeente staat in voor het financieel en personeelsbeheer van de interlokale vereniging. De subsidies voor het project worden dan ook op de rekening van de stad Harelbeke gestort.

 

De zetel van de interlokale vereniging wordt gevestigd te 8530 Harelbeke, Marktstraat 29.

 

2. Interne organisatie en werking

 

2.1. Organisatiestructuur

 

Het beheer van de interlokale vereniging wordt toevertrouwd aan een ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’.

 

2.2. Samenstelling van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’

 

De ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ is samengesteld uit:

          Een lid van het college van burgemeester en schepenen van elke deelnemende gemeente, bij voorkeur bevoegd voor wonen, huisvesting, ruimtelijke ordening of welzijn.

          Een lid van het vast bureau van elke deelnemend OCMW bij voorkeur bevoegd voor welzijn of sociale zaken. Het lid van het vast bureau mag niet hetzelfde zijn als het lid van het college van burgemeester en schepenen.

          Eén vertegenwoordiger van de provincie West-Vlaanderen.

 

De vertegenwoordigers van de gemeenten en de OCMW’s zijn stemgerechtigd.

Het lidmaatschap en het stemrecht van de vertegenwoordiger van de provincie zijn gekoppeld aan het toekennen van provinciale subsidiëring, en is beperkt tot de looptijd van de gesubsidieerde projecten.

 

De projectcoördinator neemt deel aan de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ in de rol van secretaris.

De secretaris zorgt voor de uitvoering van de beslissingen van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’.

De projectcoördinator is verantwoordelijk voor de coördinatie van de dagelijkse activiteiten van de interlokale vereniging.

 

Met uitzondering van wijzigingen aan de samenwerkingsovereenkomst (zie slotbepaling) geven de deelnemers volmacht aan de door hen aangeduide leden in de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ om in hun naam de vereiste handelingen te stellen in het kader van de werking van de interlokale vereniging mits deze handelingen rechtstreeks verband houden met het doel van de interlokale vereniging.

Een lid van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ kan per welbepaalde vergadering aan één van de andere leden een schriftelijke volmacht geven om hem of haar te vertegenwoordigen. Niemand mag drager zijn van meer dan één volmacht.

 

2.3. Bevoegdheden van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’

 

De ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ heeft een algemeen coördinerende opdracht, legt de prioriteiten inzake het beleid en de werking vast en formuleert adviezen ten behoeve van de deelnemende gemeenten.

 

Daarnaast behoren tot de taken van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’:

          het overleggen over de wijze waarop deze overeenkomst wordt uitgevoerd;

          het vaststellen van een huishoudelijk reglement;

          het voorbereiden en vaststellen van het programma en de begroting voor de volgende werkjaren;

          het formuleren van adviezen ten behoeve van de beherende gemeente;

          het vaststellen van de rekeningen van de interlokale vereniging;

          het opmaken van het jaarverslag;

          het voorleggen van de rekeningen en het jaarverslag ter goedkeuring aan de raden van de deelnemende gemeenten;

          het formuleren van adviezen met betrekking tot de wijziging van de samenwerkingsovereenkomst;

          het organiseren van het toezicht op het bereiken van de doelstellingen van de vereniging.

 

De ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ kan deskundigen uitnodigen tot het bijwonen van de vergaderingen. Deze personen zijn niet-stemgerechtigd.

Het agentschap Wonen-Vlaanderen wordt telkens voor de vergaderingen van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ uitgenodigd.

 

2.4. Werking van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’

 

De ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ vergadert minimaal twee keer per volledig werkingsjaar en een keer per onvolledig werkingsjaar, waarin minstens de vaststelling van de rekening (en het jaarverslag) van het afgelopen werkjaar, en de vaststelling van (het programma) en de begroting voor het volgende werkjaar aan bod komen.

 

De ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ kan slechts geldig vergaderen indien de meerderheid van de stemgerechtigde vertegenwoordigers vertegenwoordigd is.

Wordt dit quorum niet bereikt, dan wordt een nieuwe vergadering belegd binnen de maand en kan de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ over de punten die voor een tweede maal op de agenda voorkomen, beraadslagen en beslissen ongeacht het aantal aanwezige vertegenwoordigers. Deze bepaling geldt niet voor wijzigingen in de samenwerkingsovereenkomst.

 

De ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ neemt beslissingen op basis van een gewone meerderheid. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.

 

De vertegenwoordigers van de gemeenten, de OCMW’s en de provincie hebben elk één stem.

 

De voorzitter en de ondervoorzitter worden aangeduid onder de afgevaardigden van de deelnemende gemeenten. Hun benoeming geldt voor de volledige subsidiëringsperiode, tenzij bij verlies van hun mandaat. Na afloop van deze periode worden opnieuw een voorzitter en een ondervoorzitter verkozen. Dit kunnen opnieuw dezelfde personen zijn.

 

De ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ vergadert op uitnodiging van het secretariaat van de interlokale vereniging.

Een uitnodiging voor de vergadering wordt minstens 2 weken vooraf per mail bezorgd. De agenda en de nodige inhoudelijke toelichting zijn opgenomen in de bijeenroepingsmail. In geval van hoogdringendheid kan van deze regel worden afgeweken.

De leden van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ kunnen tot 3 werkdagen voor de vergadering bijkomende agendapunten met toelichtingsnota binnen brengen op het secretariaat.

Een agendapunt kan bij de aanvang van de vergadering bij hoogdringendheid worden toegevoegd aan de agenda mits instemming van 2/3 van de aanwezige leden. Dit bijgevoegde agendapunt wordt dan ook eerst behandeld.

 

De beraadslagingen van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ worden vastgelegd in een verslag.

De goedkeuring van dit verslag zal steeds als eerste punt op de agenda van de volgende vergadering geagendeerd worden. Na goedkeuring wordt het verslag ondertekend door de voorzitter van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’.

De verslagen worden bijgehouden en liggen ter inzage op de zetel van de interlokale vereniging.

Een afschrift van het verslag van elke vergadering wordt binnen de 3 weken voor kennisgeving bezorgd aan de colleges van burgemeester en schepenen van de deelnemende gemeenten en OCMW ’s en aan het agentschap Wonen-Vlaanderen.

 

2.5. Zitpenningen

 

Er worden geen zitpenningen uitgekeerd aan de leden van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’, onder voorbehoud van hetgeen bepaald is in artikel 395, § 4 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking en latere wijzigingen.

 

2.6. Samenstelling van het dagelijks bestuur

 

Het dagelijks bestuur wordt samengesteld uit volgende afgevaardigden:

          De voorzitter van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’.

          Eén afgevaardigde van elke gemeente. Bij voorkeur zoals opgegeven in het subsidiedossier en minstens iemand uit de woonpraktijk.

          De projectcoördinator.

 

Het dagelijks bestuur kan zo nodig andere afgevaardigden van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ of deskundigen uitnodigen op de vergaderingen, voor zover de agenda dit vereist.

Deze personen hebben geen stemrecht in het dagelijks bestuur.

 

2.7. Bevoegdheden van het dagelijks bestuur

 

Het dagelijks bestuur is bevoegd om te beraadslagen over de algemene werking:

          opvolgen beslissingen van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’;

          voorbereiden agenda van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’;

          voorbereiden aanvragen tot projectsubsidiëring bij diverse instanties (inzonderheid bij de Vlaamse en provinciale overheid);

          opstellen van het jaarverslag;

          financiën;

          praktische kwesties;

          voorbereiding budgetcontrole, begroting, rekeningen;

          opvolging uitvoering van de bepalingen in de subsidiedossiers (praktische werking in de verschillende gemeenten, resultaatsverbintenissen, evt. knelpunten, overleg met de Vlaamse Overheid,…);

          allerlei aangelegenheden van dagelijks bestuur (zgn. lopende zaken);

          diverse beslissingen van dringende aard (ten uitzonderlijke titel).

 

De projectcoördinator staat in voor verslaggeving en uitnodiging met agenda.

 

4. Personeelsbeheer

 

De beherende gemeente staat in voor het personeelsbeheer. Dit houdt in eerste instantie in dat de beherende gemeente de juridische werkgever is van de medewerkers van de interlokale vereniging.

 

De beherende gemeente voorziet een werkplaats voor de projectcoördinator.

 

Elke deelnemende gemeente voorziet een werkplaats voor de hen toegewezen intergemeentelijke woonambtenaren en levert de benodigde infrastructuur en logistieke ondersteuning ter plaatse, op eigen kosten.

 

De personeelsleden die door de deelnemende gemeenten worden ingezet met het oog op het bereiken van de doelstellingen van de interlokale vereniging blijven onderworpen aan de rechtspositieregeling en het gezagsrecht van de gemeente van oorsprong. De personeels- en werkingskosten van het bestaand personeel die door de deelnemende gemeenten ingezet worden, worden volledig door de respectievelijke deelnemende gemeenten gedragen.

 

5. Financieel aspect van de samenwerking

 

Enkel de deelnemende gemeenten dienen bij te dragen in de personeelskosten, werkingskosten en de investeringskosten van de interlokale vereniging.

 

De financiële inbreng van de deelnemende gemeenten wordt als volgt vastgesteld: de totale projectkost wordt verminderd met de Vlaamse en provinciale subsidies. Het restbedrag wordt financieel gedragen door de deelnemende gemeenten, volgens een verdeelsleutel berekend op basis van het aantal huishoudens per gemeente op 1 januari van het jaar voorafgaand aan een nieuwe subsidiëringsperiode, of de meest recente gegevens beschikbaar bij de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (op heden gekend als Statbel) voorafgaand aan de nieuwe subsidiëringsperiode.

 

De ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ stelt bij elke nieuwe subsidiëringsperiode  een programma, met bijhorend budget, voor de betrokken jaren op, dat ter goedkeuring aan de lokale besturen, wordt bezorgd.

 

De deelnemende gemeenten verbinden er zich toe in hun budget jaarlijks de nodige kredieten te voorzien om hun bijdrage te kunnen voldoen, en om de nodige middelen tijdig (op afroep) ter beschikking te stellen van de interlokale vereniging. 

 

De beherende gemeente staat in voor het financieel beheer. De middelen worden evenwel opgevraagd en verwerkt door de projectcoördinator die belast wordt met het administratief en financieel secretariaat van de interlokale vereniging.

 

De beherende gemeente heeft recht op een vergoeding voor het financieel en personeelsbeheer van de interlokale vereniging. Deze vergoeding wordt vastgelegd op 2.500,00 euro per werkingsjaar.

 

De rekening van de interlokale vereniging wordt jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten en ter kennisname aan de andere deelnemers. Dit moet gebeuren uiterlijk binnen de zes maanden na de afsluiting van het werkjaar.

 

Iedere deelnemende gemeente zal na elk werkjaar haar deel (volgens voormelde verdeelsleutel) in de positieve of negatieve resultaten van de werking voor haar rekening nemen.

 

6. Informatieverstrekking en evaluatie

 

Alle beslissingen, alsook de verslagen van de vergaderingen van de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’, worden in kopie overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen van de deelnemende besturen en aan de OCMW-besturen.

 

Samen met de rekening wordt aan de deelnemers ook een jaarverslag ter beschikking gesteld. Dit jaarverslag wordt samen met de rekening aan de gemeenteraden ter goedkeuring voorgelegd. Ter gelegenheid van de behandeling van het jaarverslag geven de vertegenwoordigers van de gemeente in de interlokale vereniging toelichting aan de raad.

Het jaarverslag wordt gelijktijdig met de jaarrekening ter beschikking gesteld van de andere deelnemers, ter bespreking.

 

De jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraden gebeurt ter gelegenheid van de bespreking van het jaarverslag.

 

7. Ontbinding en vereffening

 

Bij vereffening of ontbinding van de interlokale vereniging worden door de deelnemers in gezamenlijk akkoord één of meerdere vereffenaars aangesteld.

 

Iedere deelnemende gemeente zal bij vereffening haar deel (volgens voormelde verdeelsleutel) in de kosten en de opbrengsten van de werking voor haar rekening nemen. De eindrekening zal aangeven wat het eventuele resultaat is.

 

8. Slotbepaling

 

Voor alles wat niet door deze overeenkomst of het huishoudelijk reglement is geregeld, zal het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, Deel 3, Titel 3 houdende de intergemeentelijke samenwerking (en latere wijzigingen) van toepassing zijn. In de gevallen dat het voormeld decreet geen uitsluitsel geeft, zorgt de ‘stuurgroep (lees: beheerscomité, zie art. 395 DLB)’ voor een beslissing.

 

Wijzigingen aan de samenwerkingsovereenkomst kunnen slechts doorgevoerd worden indien de gemeenteraden en OCMW-raden de wijziging goedgekeurd hebben.

 

Opgemaakt in evenveel originele exemplaren als er betrokken partijen zijn.

Getekend te Harelbeke, op (datum)

 

Namens de gemeente Deerlijk

 

 

Jo Tijtgat,

Voorzitter gemeenteraad

 

 

 

 

 

Hans Piepers,

Algemeen directeur

 

 

 

 

Namens de stad Harelbeke

 

 

Rita Beyaert,

Voorzitter gemeenteraad

 

 

 

 

 

Carlo Daelman,

Algemeen directeur

 

 

 

 

Namens de gemeente Kuurne

 

 

Chris Delneste,

Voorzitter gemeenteraad

 

 

 

 

 

 

 

Els Persyn,

Algemeen directeur

 

 

 

 

Namens de gemeente Lendelede

 

 

Pedro Ketels,

Voorzitter gemeenteraad

 

 

 

 

 

Christophe Vandecasteele,

Algemeen directeur

 

 

 

 

Namens de gemeente Zwevegem

 

 

 

Dirk Desmet,

Voorzitter gemeenteraad

 

 

 

 

Jan Vanlangenhove,

Algemeen directeur

 

 

 

 

Namens het OCMW Deerlijk

 

 

Jo Tijtgat,

Voorzitter OCMW-raad

 

 

 

 

Hans Piepers,

Algemeen directeur

 

 

 

 

Namens het OCMW Harelbeke

 

 

Rita Beyaert,

Voorzitter OCMW-raad

 

 

 

 

 

Carlo Daelman,

Algemeen directeur

 

 

 

 

Namens het OCMW Kuurne

 

 

Chris Delneste,

Voorzitter OCMW-raad

 

 

 

 

 

Els Persyn,

Algemeen directeur

 

 

 

 

Namens het OCMW Lendelede

 

 

 

Pedro Ketels,

Voorzitter OCMW-raad

 

 

 

 

Christophe Vandecasteele,

Algemeen directeur

 

 

 

 

Namens het OCMW Zwevegem

 

 

Dirk Desmet,

Voorzitter OCMW-raad

 

 

 

 

 

Jan Vanlangenhove,

Algemeen directeur

 

 

 

Artikel 2

 

Deze samenwerkingsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2020, ter vervanging van de ‘samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht betreffende de oprichting van de Interlokale Vereniging Wonen Deerlijk – Harelbeke – Kuurne – Lendelede’ zoals goedgekeurd in zitting van 28 februari 2019.

 

Artikel 3

 

Een afschrift van onderhavig reglement zal aan Wonen-Vlaanderen worden toegestuurd.

 

Publicatiedatum: 29/05/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 06 JUNI 2019

Woonwijs - vierde subsidieperiode - subsidieaanvraag 2020-2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De raad voor maatschappelijk welzijn wordt verzocht de subsidieaanvraag voor de periode 2020-2025 goed te keuren.

 

Motivering

 

De raad voor maatschappelijk welzijn keurde op 10 mei 2010 de samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht goed voor de interlokale vereniging wonen Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede (werknaam Woonwijs). Deze interlokale vereniging werd opgericht voor onbepaalde duur, die wordt opgedeeld in opeenvolgende subsidieperiodes.

 

Er werd naar aanleiding van de instap van Zwevegem een nieuwe samenwerkingsovereenkomst aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorgelegd op huidige zitting. De samenwerking zal van 1 januari 2020 voortaan ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’ heten.

 

De raad voor maatschappelijk welzijn ging in zitting van 10 mei 2010 akkoord met de subsidieaanvraag voor de periode oktober 2011- september 2014, in zitting van 3 maart 2014 voor de periode oktober 2014 – september 2017 en in zitting van 16 januari 2017 voor de periode oktober 2017- december 2019.

De voorliggende subsidieaanvraag loopt over de periode ‘2020-2025’.

 

Het college van burgemeester en schepenen ging op 27 maart 2019 principieel akkoord met de opmaak van een vierde subsidiedossier. Ook de drie andere gemeenten (Harelbeke, Kuurne en Lendelede) gaven hun akkoord. Hiermee gaven de vier gemeenten aan dat ze de intergemeentelijke samenwerking wensen verder te zetten, middels het verkrijgen van Vlaamse subsidies aan de hand van een vierde subsidiedossier. Zwevegem was vragende partij om toe te treden, wat ook middels voorgaande samenwerkingsovereenkomst bevestigd werd. Het subsidieaanvraagdossier omvat aldus 5 gemeenten en 5 OCMW’s.

 

Op 16 november 2018 keurde de Vlaamse Regering het besluit betreffende de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid goed.

Zoals in de huidige subsidieperiode wordt er terug op basis- en aanvullende subsidie gewerkt, gekoppeld aan de uitgevoerde activiteiten. Vanaf 2020 is de subsidiëring van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden verbonden worden aan de beheers- en beleidscyclus van de gemeenten en dit telkens voor de duur van de legislatuur.

 

De aangevraagde basissubsidie bedraagt in de eerste driejarige periode jaarlijks 108.000 euro en in de laatste driejarige periode jaarlijks 96.000 euro. De woonwijsgemeenten engageren zich (zie engagementsverklaring in het subsidiedossier) daartegenover om een aantal verplichte activiteiten uit te voeren. De uit te voeren activiteiten worden gebundeld onder 3 beleidsprioriteiten:

1)      de gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van woonnoden;

2)      de gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving;

3)      de gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen.

 

Naast de verplichte activiteiten zetten Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem ook in op tal van aanvullende activiteiten, niet elke activiteit wordt door elke gemeente gedaan, dit werd voorbereid en is maatwerk per gemeente:

1)      een ruimtelijk beleid voeren op basis van een visie om het beschikbare aanbod aan panden op het grondgebied te activeren voor wonen (AA 1_1);

2)      de woonprogrammatie afstemmen op de woonbehoefte, zowel op het niveau van de gemeente als op het niveau van het project en zijn randgemeenten (AA 1_2);

3)      inspelend op de maatschappelijke noden een instrument uitwerken en toepassen dat alternatieve woonvormen mogelijk maakt (AA 1_3);

4)      de verplichting om de huurprijs en de gemeenschappelijke lasten van private huurwoningen bekend te maken opvolgen en inbreuken op die verplichting beboeten (AA 1_6);

5)      op eigen initiatief conformiteitsonderzoeken uitvoeren en gratis conformiteitsattesten afgeven (AA 2_1);

6)      een verordening vaststellen en toepassen waarbij het conformiteitsattest verplicht wordt gesteld in bepaalde situaties (AA 2_2);

7)      een verordening vaststellen en toepassen waarbij de geldigheidsduur van het conformiteitsattest beperkt wordt, en woningen met dergelijke conformiteitsattesten opvolgen (AA 2_3);

8)      verwaarloosde gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken (AA 2_6);

9)      een afsprakenkader met de minister en het sociaal verhuurkantoor dat actief is in de gemeente aanvragen en, als het afsprakenkader wordt gesloten, conformiteitsonderzoeken uitvoeren met het oog op de inhuurneming van woningen en kamers door het sociaal verhuurkantoor  (AA 2_7);

10)de lokale partners via structurele samenwerking betrekken bij het lokale woningkwaliteitsbeleid  (AA 2_8);

11)de ongeschiktheid en onbewoonbaarheid en de datum van vaststelling aanbrengen op de gevel van private huurwoningen  (AA 2_10);

12)een uniek loket installeren voor alle lokale woonactoren die werkzaam zijn in de gemeente (AA 3_1);

13)sociaal en/of technisch begeleiden op maat van kwetsbare inwoners  (AA 3_2).

 

De aangevraagde aanvullende subsidie bedraagt voor de eerste driejarige periode jaarlijks 46.688 euro en voor de tweede driejarige periode jaarlijks 44.655 euro.

 

De geraamde totale projectkost (personeels-, werkings-, en investeringskosten) bedraagt jaarlijks 225.458 euro. Na aftrek van de Vlaamse subsidies, wordt het restbedrag procentueel verdeeld onder de deelnemende gemeentes op basis van het aantal huishoudens.

 

Rekening houdend met de huidige samenwerkingsovereenkomst komt dit voor de gemeente Deerlijk neer op een geraamde jaarlijkse bijdrage van 9.943 euro voor de eerste driejarige periode en een jaarlijks bijdrage van 11.915 euro voor de tweede driejarige periode.

Het voorliggende subsidieaanvraagdossier is opgemaakt volgens het aangeleverde sjabloon van Wonen-Vlaanderen en omvat enkel een opsomming van de gekozen aanvullende activiteiten en een beschrijving van de uitvoering van de aanvullende activiteiten gedurende de twee eerste jaren van de subsidieperiode. De aanvraag werd met verschillende werkgroepen besproken en afgetoetst met Wonen-Vlaanderen tijdens een verkennend gesprek. Uiteindelijk werd de subsidieaanvraag op 3 mei 2019 positief geadviseerd in de stuurgroep (beheerscomité) van Woonwijs.

 

Het subsidiedossier dient uiterlijk eind juni 2019 bij het Vlaamse Gewest te worden ingediend.

 

Het komt de raad voor maatschappelijk welzijn toe om het definitieve subsidiedossier en daarmee de verdere deelname aan de interlokale vereniging wonen met de deelnemende gemeentes Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem, en de deelnemende OCMW’s van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem goed te keuren.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 78, 5° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          besluit van de Vlaamse Regering over het Lokaal Woonbeleid van 16 november 2018 houdende de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid

          besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 2016 houdende de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen (via budget gemeente).

 

Raming of bedrag

2020 - 2022: 9.943 euro/ jaar

2023 - 2025: 11.915 euro / jaar

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de subsidieaanvraag voor de periode 2020-2025 goed.

 

Publicatiedatum: 29/05/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 06 JUNI 2019

EthiasCo cvba - AV - aanduiding effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger- legislatuur 2019-2024 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan de OCMW-raad wordt gevraagd om naar aanleiding van de nieuwe legislatuur, volgende vertegenwoordiging te voorzien in EthiasCo cvba:

          een effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergaderingen.

 

Motivering

 

Het OCMW Deerlijk is lid van EthiasCo cvba met 1 deelbewijs/stem en wordt bijgevolg, bij schrijven van 29 april 2019, uitgenodigd tot het bijwonen van de algemene jaarvergadering die plaatsvindt op donderdag 13 juni 2019.

 

Conform artikel 78, § 2, 5° van het Decreet Lokaal Bestuur behoort het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen en het aanwijzen van leden van de rechtspersonen, tot de exclusieve bevoegdheid van de OCMW-raad.

 

Vermits er nog geen vertegenwoordiger werd aangesteld in de algemene vergaderingen van EthiasCo cvba voor de legislatuur 2019-2024, heeft het vast bureau, in zitting van 15 mei 2019, de voorzitter van de OCMW-raad verzocht om de aanduiding van een vertegenwoordiger te agenderen op de OCMW-raad van 6 juni 2019.

 

De aanduiding mag gebeuren voor de volledige duur van de legislatuur.

 

De adjunct algemeen directeur stelt voor dat dezelfde persoon als aangesteld in de gemeenteraad, de belangen van de OCMW-raad in de algemene vergaderingen van EthiasCo cvba, zou verdedigen gedurende de legislatuur 2019-2024.

 

Conform artikel 74 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt, over de aanwijzing van de leden van de bestuursorganen van de OCMW-raad en van de vertegenwoordigers van het OCMW in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen, geheim gestemd.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 78, § 2, 5° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 74, 285, 287, 330 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

bij geheime stemming

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen

Artikel 2

bij geheime stemming

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen

Artikel 3

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De OCMW-raad besluit de heer/mevrouw XXX aan te duiden als effectief vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van EthiasCo cvba voor de legislatuur 2019-2024.

 

Artikel 2

 

De OCMW-raad besluit de heer/mevrouw XXX aan te duiden als plaatsvervangend vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van EthiasCo cvba voor de legislatuur 2019-2024.

 

Artikel 3

 

De gemeenteraad besluit het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissing en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan EthiasCo cvba, rue des Croisier 24, 4000 Luik.

 

Publicatiedatum: 29/05/2019