Zitting van 23 OKTOBER 2025

1. Raad voor maatschappelijk welzijn - 11 september 2025 - notulen en audio-opname - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd de notulen en de audio-opname van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Elk lid van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.

Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur.

Artikel 278 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 74 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Art. 32 en 278 Decreet Lokaal Bestuur

◦          Art. 32 en 33 Huishoudelijk reglement van de OCMW-raad

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

De OCMW-raad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn besluit de notulen van de zitting van 11 september 2025 goed te keuren.

Artikel 2

De raad voor maatschappelijk welzijn besluit de audio-opname van de raad voor maatschappelijk welzijn van 11 september 2025 goed te keuren.

Zitting van 23 OKTOBER 2025

2. Ontslag lid BCSD - kennisname + aanstelling opvolger - goedkeuring

Aanleiding en context

De raad voor maatschappelijk welzijn wordt verzocht

●        kennis te nemen van het ontslag van de heer Koen Dendoncker, lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst voor cd&v Deerlijk, aangeboden aan de voorzitter van de OCMW-raad, bij mail van 25 september 2025;

●        de geloofsbrieven goed te keuren van mevrouw Julie Engelen en haar bijgevolg aan te stellen als vervanger van voornoemd ontslagnemend lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

Motivering

Artikel 103 van het Decreet Lokaal Bestuur stelt dat het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat ontslag wil nemen, dat schriftelijk meedeelt aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn de kennisgeving ontvangt. Het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid.

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt in deze zitting akte van het ontslag van de heer Koen Dendoncker als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

Bijgevolg dient de heer Koen Dendoncker vervangen te worden door zijn opvolger.

In zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 december 2024 werd mevrouw Julie Engelen verkozen als eerste opvolger van de heer Koen Dendoncker voor de lijst cd&v Deerlijk.

Mevrouw Julie Engelen werd bij mail van 30 september 2025 uitgenodigd om haar mandaat op te nemen.

Mevrouw Julie Engelen heeft op 8 oktober 2025 volgende stukken, die haar geloofsbrieven uitmaken, ingediend:

●        een recent uittreksel uit het bevolkingsregister;

●        een recent uittreksel uit het strafregister;

●        een verklaring op eer dat zij zich niet bevindt in één van de gevallen van onverenigbaarheid zoals voorzien in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur.

In zitting van 8 oktober 2025 heeft het vast bureau de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn verzocht om onderhavige materie te agenderen op de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 23 oktober 2025.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

●        Algemene bevoegdheid: Art 77 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere

○        Art. 96, 100, 103,105 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

De OCMW-raad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt akte van het ontslag van de heer Koen Dendoncker als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst met ingang van 23 oktober 2025. Hij blijft de functie uitoefenen tot de aanstelling van zijn vervanger.

Artikel 2

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de geloofsbrieven goed van mevrouw Julie Engelen.

Artikel 3

Mevrouw Julie Engelen zal eerstdaags uitgenodigd worden om in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, zijnde de heer Louis Haerinck en in aanwezigheid van de algemeen directeur, de door artikel 96, § 1 van het Decreet Lokaal Bestuur voorgeschreven eed "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen", af te leggen.

Artikel 4

Van het vervullen van de in artikel 3 bepaalde eedaflegging zal een afzonderlijk proces-verbaal opgesteld worden dat ondertekend zal worden door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en door de algemeen directeur worden bezorgd aan de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

Artikel 5

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt akte van de aanstelling van mevrouw Julie Engelen als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst vanaf de datum van eedaflegging.

Artikel 6

Tegen huidige beslissing kan, conform artikel 147 van het Decreet Lokaal Bestuur, beroep worden ingesteld bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen, opgericht conform artikel 85 bis van de gemeentekieswet.

Zitting van 23 OKTOBER 2025

3. Deontologische commissie - inrichting - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan de OCMW-raad wordt gevraagd een deontologische commissie voor de legislatuur 2025-2030 in te richten en samen te stellen op basis van de voordrachtakten.

Motivering

In zitting van 11 september 2025 werd de deontologische code voor lokale mandatarissen goedgekeurd.  

In deze deontologische code werden bepalingen opgenomen over het doel, de samenstelling, de bevoegdheid en de werking van een deontologische commissie.

Hieromtrent is onder andere het volgende bepaald:

"De deontologische commissie bestaat uit een evenredige verdeling van de fracties in de gemeenteraad / OCMW-raad volgens systeem D’Hondt (7 zetels).

De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties. Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad / OCMW-raad. Als de voorzitter van de gemeenteraad / OCMW-raad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht.

Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad / OCMW-raad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie.

Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden tenminste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan een akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie.

Als ten gevolge van de toepassing van het systeem D’Hondt 7 een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt.

De voorzitter van de gemeenteraad / OCMW-raad is tegelijkertijd de voorzitter van de deontologische commissie en maakt van rechtswege deel uit van de deontologische commissie. Hij of zij vult dus van rechtswege één van de 7 zetels in en heeft stemrecht.

De leden van de deontologische commissie zijn lokale mandatarissen uit het eigen lokaal bestuur. Alleen in het geval van een eenmansfractie kan deze fractie overgaan tot het selecteren van een niet-raadslid van dezelfde partij van de lokale afdeling van Deerlijk met een domicilie in Deerlijk."

Met toepassing van deze evenredige zetelverdeling worden de effectieve zetels als volgt verdeeld:

●        CD&V: 5 effectieve zetels

●        Team Deerlijk: 2 effectieve zetels

Dit impliceert dat de fracties N-VA en Vlaams Belang geen zetel hebben in deze commissie.

Om een vertegenwoordiging van alle fracties mogelijk te maken die geen effectieve zetel hebben verworven, wordt voorzien dat elke fractie één lid met raadgevende stem kan aanduiden, dat de commissie kan bijwonen.

Bijgevolg kunnen zowel N-VA als Vlaams Belang 1 lid afvaardigen met raadgevende stem in de deontologische commissie.

De kandidaat-commissieleden dienen voorgedragen te worden door hun onderscheiden fracties. Op de ingediende en ontvankelijke voordrachtakten werden volgende leden aangewezen om te zetelen in de deontologische commissie voor lokale mandatarissen:

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 39 § 74 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Deontologische code voor lokale mandatarissen, zoals goedgekeurd in zitting van de OCMW-raad van 11 september 2025

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

De OCMW-raad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De OCMW-raad besluit voor de legislatuur 2025 - 2030 een deontologische commissie voor lokale mandatarissen op te richten.

Artikel 2

Deze deontologische commissie wordt, op basis van de voordrachtakten, samengesteld als volgt:

Stemgerechtigde leden

1Louis Haerinck maakt van rechtswege deel uit van de deontologische commissie op basis van artikel 7.2., tweede streepje van de deontologische code. Hij wordt, indien nodig, vervangen volgens de vervangingsregeling van de voorzitter van de OCMW-raad.  

Niet-stemgerechtigde leden

De algemeen directeur of een door de algemeen directeur aangewezen personeelslid vervult de rol van secretaris in de deontologische commissie, mogelijk ondersteund door interne en/of externe specialisten. De secretaris heeft geen stemrecht. 

Artikel 3

Op basis van artikel 7.2., tweede streepje van de deontologische code voor lokale mandatarissen is Louis Haerinck voorzitter van de deontologische commissie. Hij wordt, indien nodig, vervangen volgens de vervangingsregeling van de voorzitter van de OCMW-raad.

Zitting van 23 OKTOBER 2025

4. Raamovereenkomst voor het leveren, plaatsen en onderhouden van AED-toestellen, AED-kasten en AED-toebehoren van de Vlaamse Overheid - toetreding - goedkeuring

Aanleiding en context

De raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd de toetreding tot de raamovereenkomst voor het leveren, plaatsen en onderhouden van AED-toestellen, AED-kasten en AED-toebehoren van de Vlaamse Overheid goed te keuren.

Motivering

Op 15 april 2024 heeft de Vlaamse Overheid, op basis van bestek nr. 2024/HFB/OPZB/116397, de raamovereenkomst voor het leveren, plaatsen en onderhouden van AED-toestellen, AED-kasten en toebehoren gegund aan de firma Vita Nova Supra nv, Everselstraat 133 te 3580 Beringen.

Binnen deze overeenkomst fungeert de Vlaamse Overheid als aankoopcentrale in de zin van artikel 2, 6° van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en dit ten aanzien van entiteiten en rechtspersonen van de Vlaamse Overheid en ook die van de lokale besturen.

Conform artikel 47 § 2 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten is een aanbesteder die een beroep doet op een aankoopcentrale vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren.

De opdracht werd gesloten van 24 april 2024 tot en met 24 april 2026 en deze kan tweemaal met één jaar verlengd worden om definitief te eindigen op 24 april 2028.

Voor aangekochte toestellen voorziet de raamovereenkomst tevens de mogelijkheid bij de bestelling van het toestel een onderhoudscontract af te sluiten. Dit onderhoudscontract is een full omnium onderhoudscontract en is inclusief de kost voor het vervangen van verbruikte/vervallen elementen (batterij, elektroden …). Herstellingen ten gevolge van overmacht en vandalisme zijn ten laste van de besteller. De looptijd van een onderhoudscontract is telkens 10 jaar (= even lang als de door de opdrachtnemer opgegeven levensduur van het AED-toestel).

Gelet op bovenstaande wordt voorgesteld om toe te treden tot deze raamovereenkomst gelet op de gunstige (prijs)voorwaarden zowel voor de aankoop van de AED-toestellen incl. toebehoren als voor het aangeboden onderhoudscontract (zie bestelinfo in bijlage).  Met deze toetreding kan er snel geschakeld worden bij vervanging van de huidige AED-toestellen of plaatsing van een nieuw toestel.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 78, 10° dat stipuleert dat het tot de uitsluitende bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn behoort om over te gaan tot het vaststellen van de wijze van gunnen waarop de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten worden toegewezen en het vaststellen van de voorwaarden ervan behalve indien de opdracht nominatief in het budget is opgenomen of behoort tot het begrip ‘dagelijks bestuur’.

●        Andere:

○        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

○        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

○        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

○        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

○        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

○        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

○        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

○        Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als een opdracht van dagelijks bestuur.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

De OCMW-raad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn besluit de toetreding tot de raamovereenkomst voor het leveren, plaatsen en onderhouden van AED-toestellen, AED-kasten en AED-toebehoren van de Vlaamse Overheid goed te keuren.

Artikel 2

De toetreding tot de raamovereenkomst verplicht het OCMW echter niet tot een effectieve plaatsing van een opdracht.

Artikel 3

Als aangeslotene bij de aankoopcentrale kan het OCMW rechtstreeks opdrachten plaatsen bij de opdrachtnemer, aan wie de aankoopcentrale de opdracht heeft gegund.

Artikel 4

Het OCMW staat zelf in voor de uitvoering van de geplaatste opdracht (levering, opvolging, betaling van facturen, …).

Artikel 5

Bestellingen zullen worden geplaatst via bestelbon of via voorafgaande beslissing door het vast bureau.

Zitting van 23 OKTOBER 2025

5. Retributiereglement - Mobitwin - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd het retributiereglement Mobitwin goed te keuren met ingang van 1 november 2025 en eindigend op 31 december 2031.

Motivering

Voorliggend reglement betreft een nieuw reglement.

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

●        De bestaande overeenkomst tussen de gemeente Deerlijk en Taxistop (nu Mpact) en de afsprakennota tussen gebruikers en vrijwilligers werden voor de eenduidigheid en leesbaarheid samen in één nieuw reglement gegoten.

●        De onkostenvergoeding werd aangepast, alsook werd er een deadline geplaatst op het annuleren van een rit.

Met aanvaarding van dit reglement vervalt ook de afsprakennota van DONAH volledig.

Conform artikel 78, tweede lid, 17°/1 Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, tot de exclusieve bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Het vast bureau heeft voorliggend reglement besproken in zitting van 27 augustus 2025 en heeft de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn verzocht de goedkeuring van dit reglement te agenderen op de eerstvolgende raad voor maatschappelijk welzijn.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 78, § 17°/1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Art. 78, §2, 3° Decreet Lokaal Bestuur

○        Art. 84, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

○        Art. 286 § 2, 288, 330 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

De OCMW-raad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

RETRIBUTIEREGLEMENT Mobitwin

Art. 1: Wat

Een Mobitwin-centrale is ondergebracht in het Sociaal Huis van Deerlijk.

Het doel van Mobitwin is mensen vervoeren met een beperkt inkomen die problemen ondervinden om zich te verplaatsen, en hen op die manier uit hun sociaal isolement te halen.

Meestal gaat het om mensen die vanwege hun ouderdom of ziekte geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. Occasioneel worden mensen vervoerd die in een sociale noodsituatie verkeren.

Mobitwin kan geen mensen vervoeren die ernstig ziek zijn.

Art. 2: Mensen die in aanmerking komen voor Mobitwin

Het Mobitwin-lid moet mindermobiel zijn. Dit wil zeggen dat men verplaatsingsproblemen heeft omwille van ouderdom, ziekte of handicap.

Er is een inkomensgrens voor het lid van maximaal twee keer het leefloon (Recht op Maatschappelijke Integratie). De hoofdreden waarom deze inkomensgrens bepaald werd, is omdat er op die manier geen oneerlijke concurrentie voor taximaatschappijen is.

Bij het bepalen van de inkomensgrens worden drie categorieën gehanteerd: samenwonenden, alleenstaanden en personen met gezinslast.

Art. 3: Lidgeld

De Mobitwin-centrale in Deerlijk volgt de prijszetting van Mpact.

De volgende bedragen worden in rekening gebracht:

●        een persoon die zich voor 30.06 inschrijft: 12 euro

●        een persoon die zich na 30.06 inschrijft: 6 euro

●        een koppel dat zich voor 30.06 inschrijft: 18 euro

●        een koppel dat zich na 30.06 inschrijft: 9 euro

Wanneer Mpact de prijzen wijzigt, zal de Mobitwin-centrale in Deerlijk deze prijswijziging volgen.

Art. 4: Ritaanvraag

●        Om een rit aan te vragen belt de gebruiker ten laatste twee werkdagen op voorhand naar de Mobitwin-centrale.

●        Ritten reserveren kan alleen bij de Mobitwin-centrale, niet via de vrijwilliger.

●        Aangevraagde ritten worden altijd door de Mobitwin-centrale bevestigd.

●        De registratie van een aangevraagde rit biedt geen garantie dat de rit wordt uitgevoerd. Mochten er uitzonderlijke problemen rijzen met een aangevraagde rit, dan probeert de Mobitwin-centrale de gebruiker zo snel mogelijk te verwittigen.

●        De afspraken die gemaakt werden tussen de gebruiker en de Mobitwin-centrale moeten te allen tijde gerespecteerd worden (deze lijst is niet-limitatief):

○        de vrijwilliger kan gevraagd worden om naar een andere bestemming of op een ander tijdstip te rijden;

○        er kunnen maar zoveel mensen meerijden als er op voorhand werd afgesproken.

●        De gebruiker kan maximaal driemaal per week beroep doen op Mobitwin.

Art. 5: Ritprijs

De onkostenvergoeding voor de vrijwilligers bedraagt 0,44 euro/km.

●        De kilometers worden geteld vanaf de woning van de vrijwilliger tot diens terugkeer thuis. De ritprijs kan dus variëren naargelang de woonplaats van de vrijwilliger, de beschikbaarheid van een vrijwilliger in de buurt, en de route die een vrijwilliger neemt.

●        De chauffeur zal na de rit een ontvangstbewijs overhandigen met het aantal km’s dat men gereden heeft. Op basis van dit ontvangstbewijs wordt maandelijks een factuur opgemaakt.

Indien de chauffeur moet wachten, is dit het eerste halfuur gratis. Nadat de chauffeur een halfuur gewacht heeft, wordt een wachtvergoeding van 2,00 euro aangerekend per begonnen half uur.

Daarnaast wordt er ook een administratieve kost gerekend per rit. Deze kost bedraagt 0,50 euro/rit.

Bijkomende kosten zoals parkeergeld, zijn te laste van de gebruiker.

Worden twee of meer gebruikers samen vervoerd, dan wordt de kilometervergoeding gedeeld door het aantal vervoerde leden.

De betaling van de ritten gebeurt per factuur die maandelijks verstuurd wordt.

Tijdens het vervoer van Mobitwin is de gebruiker gedekt door een bijkomende verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid. De kost van die verzekering is in het lidmaatschap inbegrepen.

Er kan een begeleider gratis mee op voorwaarde dat dit op voorhand aan de Mobitwin-centrale werd doorgegeven. Begeleiders die geen lid zijn van Mobitwin, zijn niet gedekt door bovengenoemde verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid.

Art. 6: Annulatie

Ritten kunnen geannuleerd worden tot een uur voor het afgesproken uur mits grondige reden: de Mobitwin-centrale moet de vrijwilliger kunnen verwittigen vóór deze aan de rit begint.

Bij laattijdige annulatie van een rit rekent de Mobitiwin-centrale de kilometers aan die de vrijwilliger afgelegd heeft.

Art. 7: Bijkomende bepalingen

●        Mobitwin zorgt voor vervoer van deur tot deur: Mobitwin-vrijwilligers staat niet in voor de verplaatsing in gebouwen.

●        Mobitwin-vrijwilligers vervoeren geen goederen.

●        Mobitwin-vrijwilligers vervoeren geen rolstoelen. Rolstoelgebruikers verwijst de Mobitwin- centrale door naar de Dienst Aangepast Vervoer.

●        De gebruiker moet, mits enige ondersteuning, zelfstandig in en uit de wagen kunnen stappen.

●        Minderjarigen moeten vergezeld worden door een ouder of een voogd. Voor kinderen kleiner dan 1m35 dient de gebruiker zelf voor een reglementair kinderzitje te zorgen.

●        Men mag Mobitwin-vrijwilligers niet laten wachten: men staat vertrekkensklaar op het afgesproken uur.

●        De vrijwilliger blijft te allen tijde de baas in zijn/haar voertuig.

●        Niet alle vrijwilligers willen een huisdier in hun wagen. Men moet op voorhand de Mobitwin-centrale verwittigen als er een huisdier mee moet.

●        Kosten die ontstaan door het niet naleven van de afspraken zijn te laste van de gebruiker.

●        De Mobitwin-centrale behoudt zich het recht voor om ritten te weigeren bij oneigenlijk gebruik of misbruik van de dienst, bij storend of ongehoord gedrag, of bij wanbetaling. Om diezelfde reden kan de Mobitwin-centrale het lidmaatschap stopzetten.

●        Bij ongepaste omstandigheden kan de vrijwilliger weigeren de rit uit te voeren

Art. 8: Inwerkingtreding en geldigheidstermijn

●        Het reglement treedt in werking op 1 november 2025.

●        Dit reglement geldt tot en met 31 december 2031.

Art. 9: Vervanging afsprakennota DONAH

Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 12 november 2018 houdende de vaststelling van de aanpassing van de afsprakennota DONAH wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

Art. 10: Indexering

Het college van burgemeester en schepenen houdt zich het recht voor om de in dit reglement vermelde retributiebedragen, behoudens indien expliciet andersluidend geformuleerd, jaarlijks te indexeren op 1 januari op basis van de gezondheidsindex volgens navolgende formule:

(Basisbedrag retributie x index december voorafgaand aan de indexatie) / (index januari 2026)

Indien het geïndexeerde retributiebedrag decimalen bevat, dan wordt het bedrag afgerond naar de bovenliggende euro.

Artikel 2

Conform artikel 286, § 2, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

Artikel 3

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

Artikel 4

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

Zitting van 23 OKTOBER 2025

6. Retributiereglement - Pamperbank - aanpassing - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd het retributiereglement Pamperbank goed te keuren met ingang van 1 november 2025 en eindigend op 31 december 2031.

Motivering

Voorliggend reglement betreft de aanpassing van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de raad voor maatschappelijk welzijn van 9 mei 2016.

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

●        aanpassing van de hoeveelheid en de periodiciteit;

●        aanpassing van wie de opvolging op zich neemt.

Conform artikel 78, tweede lid, 17°/1 Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, tot de exclusieve bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Het vast bureau heeft voorliggend reglement besproken in zitting van 10 september 2025 en heeft de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn verzocht de goedkeuring van dit reglement te agenderen op de eerstvolgende raad voor maatschappelijk welzijn.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 78, § 17°/1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Decreet van 9 februari 2018 betreffende het lokaal sociaal beleid

○        Het Decreet Lokaal Bestuur, meer bepaald artikel 2 en 77

○        Omzendbrief Vl.Reg. WVG 2018/01 van 26 oktober 2018 betreffende lokaal sociaal beleid, https://departementwvg.be/sites/default/files/media/omzendbrief_LSB.pdf

○        Art. 286 § 2, 288, 330 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

De OCMW-raad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

RETRIBUTIEREGLEMENT Pamperbank

Artikel 1: Wat

Kwetsbare gezinnen met jonge kinderen in Deerlijk kunnen na doorverwijzing naar de Pamperbank Deerlijk een luierpakket (25 luiers) van één bepaalde maat aankopen aan 1 euro, voor zover er stock voorradig is.

Artikel 2: Indexatie retributiebedrag

Het college van burgemeester en schepenen houdt zich het recht voor om het in dit reglement vermelde retributiebedrag, behoudens indien expliciet andersluidend geformuleerd, jaarlijks te indexeren op 1 januari op basis van de gezondheidsindex volgens navolgende formule:

Basisbedrag retributie x index december voorafgaand aan de indexatie

index januari 2026

Indien het geïndexeerde retributiebedrag decimalen bevat, dan wordt het bedrag afgerond naar de bovenliggende euro.

Artikel 3: Mensen die in aanmerking komen voor de Pamperbank

Volgende kwetsbare ouders met jonge kinderen kunnen door de sociale dienst van (het OCMW) Deerlijk worden doorverwezen. Het betreft telkens personen die effectief op het grondgebied Deerlijk verblijven:

●        ouders die het leefloon of financiële steun equivalent aan het leefloon ontvangen;

●        ouders die verblijven in het lokaal opvanginitiatief (LOI) van Deerlijk (materiële steun);

●        ouders die dringende medische hulp ontvangen;

●        ouders die in budgetbeheer zijn;

●        ouders die in collectieve schuldenregeling zijn;

●        ouders die in begeleiding zijn bij de sociale dienst.

Artikel 4: Doorverwijzing

De doorverwijzing van de kwetsbare gezinnen met jonge kinderen gebeurt via de sociale dienst van (het OCMW) Deerlijk en via de opvolging vanuit Opgroeien-Kind&Gezin Deerlijk.

Artikel 5: Hoeveelheid en periodiciteit

Er kan maximaal één luierpakket per kind per week worden aangekocht.

Artikel 6: Rollen

De verdere opvolging en uitwerking van de Pamperbank gebeurt vanuit het Sociaal Huis Deerlijk.

Artikel 7: Inwerkingstreding en geldigheidstermijn

●        Het reglement treedt in werking op 1 november 2025.

●        Dit reglement geldt tot en met 31 december 2031.

Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 9 mei 2016 houdende de vaststelling van het reglement Pamperbank wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement. 

Artikel 2

Conform artikel 286, § 2, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

Artikel 3

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

Artikel 4

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

Zitting van 23 OKTOBER 2025

7. Samenwerkingsovereenkomst tussen WZC De Gavermeersen en Gemeente/OCMW Deerlijk - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd de samenwerkingsovereenkomst tussen het WZC De Gavermeersen en Gemeente/OCMW Deerlijk goed te keuren.

Motivering

Beide partijen hebben doorheen de jaren een warme en dynamische samenwerking opgebouwd, gekenmerkt door gezamenlijke initiatieven zoals de dementievriendelijke wandeling en diverse sociale projecten. Hoewel Deerlijk als lokaal bestuur geen eigen woonzorgcentrum beheert, is er een duidelijke wil om de banden met WZC De Gavermeersen vzw te versterken en structureel te verankeren.

De overeenkomst beoogt een verdere uitbouw van deze samenwerking, met bijzondere aandacht voor maatschappelijke meerwaarde, zorgcontinuïteit en lokale verankering. Door het formaliseren van afspraken rond onder andere tewerkstelling, infrastructuurgebruik, zorgondersteuning en gemeenschapsvorming, willen beide partijen hun engagement ten aanzien van de inwoners van Deerlijk en de bewoners van het WZC bevestigen en verdiepen.

Het clusterhoofd Burger en Welzijn, Sien Vandevelde, geeft volgend advies: positief.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 78, § 2, 6° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

De OCMW-raad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn besluit de samenwerkingsovereenkomst tussen WZC De Gavermeersen en Gemeente/OCMW Deerlijk goed te keuren.

Zitting van 23 OKTOBER 2025

8. Retributiereglement - MIA-UiTPAS - aanpassing - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd het retributiereglement MIA-UiTPAS goed te keuren met ingang van 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031.

Motivering

Voorliggend reglement betreft de aanpassing  van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de raad voor maatschappelijk welzijn van 11 december 2017.

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

●        toevoeging van de wijze van toewijzing;

●        toevoeging van de prijs.

Conform artikel 78, tweede lid, 17°/1 Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, tot de exclusieve bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Het vast bureau heeft voorliggend reglement besproken in zitting van 24 september 2025 en heeft de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn verzocht de goedkeuring van dit reglement te agenderen op de eerstvolgende raad voor maatschappelijk welzijn.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 78, § 17°/1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Art. 286 § 2, 288, 330 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

De OCMW-raad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

RETRIBUTIEREGLEMENT MIA UiTPAS

Wat

Art.1 - De UiTPAS is een voordeelkaart voor vrije tijd, waarmee je punten kunt sparen en ruilen voor kortingen, cadeaus of andere voordelen bij deelnemende organisaties. Het is een persoonlijke kaart die je kunt gebruiken voor cultuur, sport en andere vrijetijdsactiviteiten in Vlaanderen en Brussel. Personen met een beperkt budget (= mensen in armoede) kunnen een UiTPAS met kansentarief aanvragen (= MIA UiTPAS), wat extra voordelen biedt. Personen met een MIA UiTPAS betalen slechts 20 % van de deelnameprijs van een activiteit.

Mensen die in aanmerking komen voor de MIA UiTPAS

Art. 2 - De doelgroep ‘mensen in armoede’ (MIA’s) die recht hebben op een UiTPAS aan kansentarief:

●        alle OCMW-cliënten in budgetbegeleiding;

●        alle OCMW-cliënten in budgetbeheer;

●        alle personen in een collectieve schuldenregeling, mits voorlegging van de beschikking van de toelaatbaarheid;

●        alle personen die een leefloon ontvangen of financiële steun equivalent aan het leefloon ontvangen;

●        alle personen/gezinnen waarvan het maandelijks beschikbaar inkomen lager is dan de Europese armoededrempel, via beperkt financieel onderzoek naar inkomsten, uitgaven en spaargelden.

Toewijzing

Art. 3 - De toewijzing van UiTPAS aan kansentarief gebeurt na een financieel onderzoek door de sociale dienst van het OCMW.

Prijs

Art. 4 - De aankoopprijs voor een UiTPAS aan kansentarief bedraagt 1 euro.

Art. 5 - Een nieuwe MIA UiTPAS aanvragen bij verlies bedraagt eveneens 1 euro.

Inwerkingtreding en geldigheidstermijn

Art. 6 - Het reglement treedt in werking op 1 januari 2026 en geldt tot en met 31 december 2031.

Art. 7 - Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 11 december 2017 houdende de vaststelling van het retributiereglement op Uitpas - mensen in armoede - aanpassing doelgroep - bekrachtiging wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

Indexering

Art. 8 - Dit retributiereglement volgt de prijssetting bepaald door UiTPAS. Wanneer de prijzen vanuit UiTPAS veranderen, zullen de prijzen in Deerlijk deze prijsverandering volgen.

Artikel 2

Conform artikel 286, § 2, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

Artikel 3

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

Artikel 4

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

Zitting van 23 OKTOBER 2025

9. Procedure 2025-2026 voor OCMW's die gebruik maken van het systeem minimale levering aardgas en exclusief nachttarief - goedkeuring

Aanleiding en context

De raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd kennis te nemen van de procedure 2025-2026 voor OCMW's die opteren om gebruik te maken van het systeem minimale levering aardgas en exclusief nachttarief.

De raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd principieel te beslissen het saldo ten laste te nemen via het gas- en elektriciteitsfonds.

Motivering

In zitting van 13 december 2010 besliste de raad voor maatschappelijk welzijn om, gedurende de winterperiode, principieel gebruik te maken van het systeem van minimale levering van aardgas via de aardgasbudgetmeter voor de huishoudelijke afnemer.

De komende winterperiode 2025-2026 kunnen opnieuw halfmaandelijkse tussenkomsten voor een minimale levering prepaid (vroeger budgetmeter) voor aardgas en exclusief nachttarief toegekend worden aan mensen voor wie na een sociaal onderzoek blijkt dat ze onvoldoende middelen hebben om betalingen uit te voeren via het voorafbetalingssysteem Prepaid (vroeger: budgetmeter) en daardoor tijdens de winterperiode zonder verwarming dreigen te vallen. De tussenkomst staat voor een minimale hoeveelheid aardgas of exclusief nachttarief, goed voor een minimaal comfort. De toegekende bedragen kunnen voor maximaal 70 % gerecupereerd worden bij de netbeheerder. De toepassingsperiode loopt van 1 november 2025 tot en met 31 maart 2026.

In het kader van de toepassing van dit systeem werd door het bevoegde kabinet de procedure 2025-2026 voor OCMW's die opteren gebruik te maken van het systeem van minimale levering voor aardgas en exclusief nachttarief, overgemaakt met daarin de richtlijnen voor de winterperiode 2025-2026.

De resterende 30 % kan door het OCMW ten laste worden genomen via het gas- en elektriciteitsfonds.

Op 15 oktober 2025 verzocht het vast bureau de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, de procedure 2025-2026 voor OCMW's die opteren om gebruik te maken van het systeem minimale levering Prepaid (vroeger: budgetmeter), te agenderen op de OCMW-raad van 23 oktober 2025.

De procedure is als bijlage bij dit punt te vinden.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 77 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Energiebesluit van 19 november 2010

○        Organieke Wet van 8 juli 1976

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

De OCMW-raad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de procedure 2025-2026 voor OCMW's die opteren gebruik te maken van het systeem minimale levering voor aardgas en exclusief nachttarief 2025-2026 en beslist principieel de resterende 30 % ten laste te nemen via het gas- en elektriciteitsfonds.

Artikel 2

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist dat ieder dossier nog afzonderlijk aan het bijzonder comité voor de sociale dienst, of bij hoogdringendheid aan de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, dient voorgelegd te worden.