Zitting van OR van 08 JULI 2021
1. Raad voor maatschappelijk welzijn - 27 mei 2021 - notulen en audiovisueel verslag - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd de notulen en het audiovisueel zittingsverslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Elk lid van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur.
Artikel 278 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 74 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Art. 32 en 278 Decreet Lokaal Bestuur
◦ Art. 32 en 33 Huishoudelijk reglement van de OCMW-raad
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Eenparig goedgekeurd
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn besluit de notulen van de zitting van 27 mei 2021 goed te keuren.
Artikel 2
De raad voor maatschappelijk welzijn besluit het audiovisueel zittingsverslag van de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 mei 2021 goed te keuren.
Zitting van OR van 08 JULI 2021
2. Jaarrekening 2020 - goedkeuring gouverneur - kennisname
Aanleiding en context
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd kennis te nemen van het besluit van de gouverneur om de jaarrekening 2020 van het OCMW goed te keuren.
Motivering
De raad voor maatschappelijk welzijn heeft op 25 maart 2021 de jaarrekening 2020 vastgesteld.
Op 11 juni 2021 werd de jaarrekening goedgekeurd door de gouverneur. Dit besluit bevindt zich in bijlage.
De raad voor maatschappelijk welzijn dient hier kennis van te nemen.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 332, § 1, 3e lid Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het besluit van de gouverneur omtrent de goedkeuring van de jaarrekening 2020.
Zitting van OR van 08 JULI 2021
3. W13 - jaarrekening 2020 - advies - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan de OCMW-raad wordt gevraagd advies uit te brengen over de jaarrekening 2020 van W13.
Motivering
De raad van bestuur van W13 stelde op 27 november 2020 het gewijzigd meerjarenplan 2020-2025 vast.
De algemene vergadering van W13 keurde op 18 december 2020 het gewijzigd meerjarenplan 2020-2025 goed.
Op de financiële commissie van W13 werd op 28 april 2021 de draft van de jaarrekening 2020 toegelicht en besproken.
Op de raad van bestuur van W13 werd op 30 april 2021 de draft van de jaarrekening 2020 toegelicht.
De algemene vergadering van W13 stelde op 28 mei 2021 de jaarrekening 2020 vast.
Artikel 12 van de statuten van W13 stelt dat de algemene vergadering van W13 bevoegd is voor de vaststelling van de jaarrekening.
Artikel 490 van het Decreet Lokaal Bestuur is van toepassing op de welzijnsvereniging W13.
Paragraaf 2 bepaalt dat de algemene vergadering van de welzijnsvereniging zich uitspreekt over de vaststelling van de jaarrekening voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft en dat een afschrift van de vastgestelde jaarrekening binnen twintig dagen wordt bezorgd aan de betrokken openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Paragraaf 3 bepaalt dat de betrokken raden voor maatschappelijk welzijn advies kunnen uitbrengen over de jaarrekening van de welzijnsvereniging en dat als de raad voor maatschappelijk welzijn geen advies verstuurd heeft aan de toezichthoudende overheid binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na de ontvangst van de jaarrekening door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, hij geacht wordt een gunstig advies te hebben uitgebracht.
Paragraaf 4 bepaalt dat als de toezichthoudende overheid geen besluit heeft verzonden over de goedkeuring van de jaarrekening binnen een termijn van honderdvijftig dagen, ze wordt geacht de jaarrekening goed te keuren, waarbij die termijn ingaat op de dag nadat de gemeente de toezichthoudende overheid op de hoogte gebracht heeft van de bekendmaking van de jaarrekening van de welzijnsvereniging, met toepassing van artikel 286, § 2, en de welzijnsvereniging de digitale rapportering erover aan de Vlaamse Regering heeft bezorgd.
De jaarrekening 2020 van W13 en bijhorende stukken zijn te vinden als bijlage bij dit punt. Hierover kan een gunstig advies uitgebracht worden.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 78, tweede lid, 2) Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Art. 490 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Eenparig goedgekeurd
Artikel 1
De OCMW-raad besluit gunstig advies uit te brengen over de jaarrekening 2020 van W13.
Artikel 2
Een voor eensluidend verklaard uittreksel van de beslissing wordt overgemaakt aan W13.
Zitting van OR van 08 JULI 2021
4. Corona-relanceplan - reglement tussenkomst psychologische bijstand - goedkeuring
Aanleiding en context
De OCMW-raad wordt gevraagd het reglement inzake de tussenkomst bij psychologische bijstand als maatregel van het corona-relanceplan goed te keuren.
Motivering
In zitting van 19 mei 2021 besliste het vast bureau de verdeling en inzet van de federale toelage, die voor het OCMW wordt voorzien ter bevordering van het psychologisch welzijn van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en ter verbetering van de toepassing van de preventieve gezondheidsmaatregelen, ook middelen Lalieux genoemd, goed te keuren.
Op regionaal niveau wordt ingezet op eerstelijns psychologische hulp en de chatfunctie van het CAW. Op gemeentelijk niveau wenst Deerlijk in te zetten op toegankelijke psychologische bijstand om tegemoet te komen aan de hoge nood aan psychologische hulp die heel veel inwoners ervaren. Dit door het wegwerken van financiële drempels die de stap naar effectieve hulp in de weg staan.
In zitting van 9 juli 2020 keurde de gemeenteraad het corona-relanceplan goed. Daarin worden 3 thema's naar voor geschoven waaronder welzijn. Deerlijk wil inzetten op geestelijke gezondheidszorg. Onderstaand reglement is een middel om het doel dat de corona-werkgroep voor ogen heeft omtrent dit thema, te bereiken.
Na onderzoek bij andere steden en gemeenten die deze tussenkomst reeds voorzien en in overleg met Logo Leieland wenst Deerlijk voor dit jaar 4.000 euro vrij te maken voor dit reglement. Daarvan wordt er 1.919 euro vanuit de middelen Lalieux ingezet. De gemeentelijke corona-relance-adviesgroep adviseert om de resterende tussenkomst van 2.081 euro te voorzien.
Gezien het blijvend belang in deze wordt tevens voorgesteld dit reglement gedurende de legislatuur te continueren.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 77, derde lid Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 2.081 euro in 2021, vanaf 2022 6.000 euro per jaar |
Er is geen budget voorzien. Dit budget wordt voorzien bij de eerstvolgende aanpassing van de meerjarenplanning.
BESLUIT
Eenparig goedgekeurd
Artikel 1
De OCMW-raad besluit volgend reglement inzake de tussenkomst bij psychologische bijstand goed te keuren:
Reglement inzake financiële tussenkomst gericht op het verhogen van het psychisch welzijn van alle inwoners
Artikel 1
De gemeente Deerlijk kent aan alle burgers van Deerlijk, die nood hebben aan psychologische bijstand, een tussenkomst toe in het kader van psychisch welzijn.
Artikel 2
Onder ‘alle burgers’ worden alle kinderen en volwassenen, woonachtig in Deerlijk begrepen. De gemeente Deerlijk kent de tussenkomst toe ongeacht de socio-economische status van de aanvrager. De tussenkomst is niet onderworpen aan een sociaal onderzoek.
Artikel 3
De tussenkomst dient als tussenkomst in het remgeld na consultatie bij een erkend psycholoog of psychotherapeut, op voorschrift van een (huis)arts, en bedraagt maximum 25 euro per consultatie beperkt tot een maximum van 100 euro per persoon per jaar.
De tussenkomst kan niet groter zijn dan het remgeld.
Artikel 4
De tussenkomst geldt voor consultaties vanaf 1 augustus 2021 tot en met 31 december 2025.
Artikel 5
De tussenkomst dient aangevraagd te worden via een daartoe bestemd invulformulier. De aanvraag tot het bekomen van de tussenkomst moet vergezeld worden van een terugbetalingsbewijs van de mutualiteit. Indien dit niet mogelijk is dient men als bijlage een doorverwijzing van de huisarts en een betalingsbewijs van de erkend psycholoog of psychotherapeut te voorzien.
Artikel 6
Aanvragen voor de tussenkomst kunnen ingediend worden tot 1 maart 2026. De datum van consultatie mag niet later zijn dan 31 december 2025. Aanvragen die na 1 maart 2026 ontvangen worden hebben geen recht op de tussenkomst.
Artikel 7
Alle beslissingen inzake de toekenning van deze tussenkomst worden genomen door het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Artikel 8
Dit reglement treedt in werking op 1 augustus 2021 en is geldig tot en met 1 maart 2026.
Artikel 9
In geval van betwistingen of discussies over de toepassing van het reglement neemt het vast bureau een gemotiveerde beslissing.
Artikel 10
Conform artikel 286, § 2, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 11
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt het OCMW, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 10 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 12
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 10 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Artikel 2
Het vast bureau regelt de verdere praktische uitwerking van dit reglement.