Karel Bauters Filip Terryn Claude Croes Marleen Prat Lies De Witte Jurgen Beke Matthias Vanneste Marc Coppens Louis Haerinck Jan Feryn Bert Schelfhout Jan Colpaert Sophie Mespreuve Philip Ghekiere Lukas Viaene Louis Vanderbeken Regine Rooryck Tine Willaert Yves Vande Wiele Jo Tijtgat Sandra De Leeuw-Goussey Katrien Vandenbogaerde Filip Terryn Claude Croes Marleen Prat Lies De Witte Jurgen Beke Matthias Vanneste Marc Coppens Louis Haerinck Jan Feryn Bert Schelfhout Jan Colpaert Sophie Mespreuve Philip Ghekiere Lukas Viaene Louis Vanderbeken Regine Rooryck Tine Willaert Yves Vande Wiele Jo Tijtgat Sandra De Leeuw-Goussey Katrien Vandenbogaerde Marc Coppens Lies De Witte Marleen Prat Jurgen Beke Jan Colpaert Louis Haerinck Bert Schelfhout Louis Vanderbeken Sandra De Leeuw-Goussey Yves Vande Wiele Jo Tijtgat Lukas Viaene Regine Rooryck Filip Terryn Matthias Vanneste Katrien Vandenbogaerde Claude Croes Sophie Mespreuve Jan Feryn Tine Willaert Philip Ghekiere aantal voorstanders: 21 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van OR van 11 SEPTEMBER 2025
1. Raad voor maatschappelijk welzijn - 10 juli 2025 - notulen en audio-opname - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn besluit de notulen van de zitting van 10 juli 2025 goed te keuren.
Artikel 2
De raad voor maatschappelijk welzijn besluit de audio-opname van de raad voor maatschappelijk welzijn van 10 juli 2025 goed te keuren.
Karel Bauters Filip Terryn Claude Croes Marleen Prat Lies De Witte Jurgen Beke Matthias Vanneste Marc Coppens Louis Haerinck Jan Feryn Bert Schelfhout Jan Colpaert Sophie Mespreuve Philip Ghekiere Lukas Viaene Louis Vanderbeken Regine Rooryck Tine Willaert Yves Vande Wiele Jo Tijtgat Sandra De Leeuw-Goussey Katrien Vandenbogaerde Filip Terryn Claude Croes Marleen Prat Lies De Witte Jurgen Beke Matthias Vanneste Marc Coppens Louis Haerinck Jan Feryn Bert Schelfhout Jan Colpaert Sophie Mespreuve Philip Ghekiere Lukas Viaene Louis Vanderbeken Regine Rooryck Tine Willaert Yves Vande Wiele Jo Tijtgat Sandra De Leeuw-Goussey Katrien Vandenbogaerde Jo Tijtgat Lies De Witte Philip Ghekiere Filip Terryn Regine Rooryck Lukas Viaene Sandra De Leeuw-Goussey Marleen Prat Matthias Vanneste Claude Croes Yves Vande Wiele Louis Haerinck Jan Feryn Marc Coppens Bert Schelfhout Sophie Mespreuve Jurgen Beke Jan Colpaert Tine Willaert Katrien Vandenbogaerde Louis Vanderbeken aantal voorstanders: 21 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van OR van 11 SEPTEMBER 2025
2. Deontologische code voor lokale mandatarissen - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De OCMW-raad besluit de deontologische code voor lokale mandatarissen, zoals in bijlage bij huidig besluit gevoegd, aan te nemen.
Artikel 2
De OCMW-raad verzoekt de voorzitter van de OCMW-raad een punt te agenderen in de volgende zitting van de OCMW-raad omtrent de oprichting van de deontologische commissie. Deze commissie wordt opgericht conform de bepalingen van de deontologische code die vermeld is in artikel 1 van dit besluit.
Karel Bauters Filip Terryn Claude Croes Marleen Prat Lies De Witte Jurgen Beke Matthias Vanneste Marc Coppens Louis Haerinck Jan Feryn Bert Schelfhout Jan Colpaert Sophie Mespreuve Philip Ghekiere Lukas Viaene Louis Vanderbeken Regine Rooryck Tine Willaert Yves Vande Wiele Jo Tijtgat Sandra De Leeuw-Goussey Katrien Vandenbogaerde Filip Terryn Claude Croes Marleen Prat Lies De Witte Jurgen Beke Matthias Vanneste Marc Coppens Louis Haerinck Jan Feryn Bert Schelfhout Jan Colpaert Sophie Mespreuve Philip Ghekiere Lukas Viaene Louis Vanderbeken Regine Rooryck Tine Willaert Yves Vande Wiele Jo Tijtgat Sandra De Leeuw-Goussey Katrien Vandenbogaerde Louis Haerinck Lukas Viaene Bert Schelfhout Yves Vande Wiele Tine Willaert Marleen Prat Marc Coppens Louis Vanderbeken Claude Croes Jurgen Beke Jan Colpaert Lies De Witte Jo Tijtgat Sophie Mespreuve Jan Feryn Sandra De Leeuw-Goussey Filip Terryn Katrien Vandenbogaerde Matthias Vanneste Philip Ghekiere Regine Rooryck aantal voorstanders: 21 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van OR van 11 SEPTEMBER 2025
3. Woonwijs - nieuwe subsidieaanvraag 2026-2031 - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De OCMW-raad besluit de subsidieaanvraag 2026-2031 van de 'Interlokale Vereniging Woonwijs' goed te keuren.
Karel Bauters Filip Terryn Claude Croes Marleen Prat Lies De Witte Jurgen Beke Matthias Vanneste Marc Coppens Louis Haerinck Jan Feryn Bert Schelfhout Jan Colpaert Sophie Mespreuve Philip Ghekiere Lukas Viaene Louis Vanderbeken Regine Rooryck Tine Willaert Yves Vande Wiele Jo Tijtgat Sandra De Leeuw-Goussey Katrien Vandenbogaerde Filip Terryn Claude Croes Marleen Prat Lies De Witte Jurgen Beke Matthias Vanneste Marc Coppens Louis Haerinck Jan Feryn Bert Schelfhout Jan Colpaert Sophie Mespreuve Philip Ghekiere Lukas Viaene Louis Vanderbeken Regine Rooryck Tine Willaert Yves Vande Wiele Jo Tijtgat Sandra De Leeuw-Goussey Katrien Vandenbogaerde Tine Willaert Marleen Prat Katrien Vandenbogaerde Philip Ghekiere Sophie Mespreuve Louis Haerinck Jan Colpaert Sandra De Leeuw-Goussey Jo Tijtgat Jurgen Beke Filip Terryn Bert Schelfhout Yves Vande Wiele Jan Feryn Lies De Witte Louis Vanderbeken Lukas Viaene Claude Croes Matthias Vanneste Marc Coppens Regine Rooryck aantal voorstanders: 21 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van OR van 11 SEPTEMBER 2025
4. Samenwerkingsovereenkomst Woonwijs - aanpassing - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De OCMW-raad besluit onderstaande aangepaste samenwerkingsovereenkomst goed te keuren:
Samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht betreffende de oprichting van de ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.
Tussen de hierna vermelde lokale overheden, alhier vertegenwoordigd zoals nader aangeduid, is overeengekomen om een interlokale vereniging op te richten tussen:
● de gemeente Deerlijk, vertegenwoordigd door Louis Haerinck, voorzitter van de gemeenteraad, en Karel Bauters, Algemeen Directeur;
● de stad Harelbeke, vertegenwoordigd door Stijn Soetaert, voorzitter van de gemeenteraad, en Hans Piepers, Algemeen Directeur;
● de gemeente Kuurne, vertegenwoordigd door Chris Delneste, voorzitter van de gemeenteraad, en Els Persyn, Algemeen Directeur;
● de gemeente Lendelede, vertegenwoordig door Bruno Vanoverbeke, voorzitter van de gemeenteraad, en Christophe Vandecasteele, Algemeen Directeur;
● de gemeente Zwevegem, vertegenwoordigd door Barbara Demeulenaere, voorzitter van de gemeenteraad, en Jan Vanlangenhove, Algemeen Directeur;
● het OCMW Deerlijk, vertegenwoordigd door Louis Haerinck, voorzitter van de OCMW-raad, en Karel Bauters, Algemeen Directeur;
● het OCMW Harelbeke, vertegenwoordigd door Stijn Soetaert, voorzitter van de OCMW-raad, en Hans Piepers, Algemeen Directeur;
● het OCMW Kuurne, vertegenwoordigd door Chris Delneste, voorzitter van de OCMW-raad, en Els Persyn, Algemeen Directeur;
● het OCMW Lendelede, vertegenwoordigd door Bruno Vanoverbeke, voorzitter van de OCMW-raad, en Christophe Vandecasteele, Algemeen Directeur;
● het OCMW Zwevegem, vertegenwoordigd door Barbara Demeulenaere, voorzitter van de OCMW-raad, en Jan Vanlangenhove, Algemeen Directeur;
HOOFDSTUK 1. DEELNEMERS, NAAM, DOEL, WERKINGSGEBIED, DUUR, BEHERENDE GEMEENTE EN ZETEL
ARTIKEL 1 – NAAM
De interlokale vereniging draagt de naam ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.
ARTIKEL 2 – DOEL
De interlokale vereniging heeft als doel het samenwerken op het vlak van wonen door onder meer het ontwikkelen van een gemeentelijke beleidsvisie op het vlak van wonen, het organiseren van lokaal woonoverleg, het uitbouwen van klantgerichte dienstverlening aan de burger, en het verbeteren van de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving in elk van de deelnemende gemeenten.
ARTIKEL 3 – BEHERENDE GEMEENTE
De stad Harelbeke wordt aangesteld als beherende gemeente van de interlokale vereniging. De beherende gemeente staat in voor het financieel en personeelsbeheer van de interlokale vereniging. De subsidies voor het project worden dan ook op de rekening van de stad Harelbeke gestort.
ARTIKEL 4 – ZETEL
De zetel van de interlokale vereniging wordt gevestigd te 8530 Harelbeke, Marktstraat 29.
ARTIKEL 5 – WERKINGSGEBIED
Het werkingsgebied van de interlokale vereniging strekt zich bij oprichting uit over het grondgebied van de deelnemende gemeenten.
ARTIKEL 6 – DUURTIJD, UITTREDING EN TOETREDING
De interlokale vereniging wordt opgericht voor een onbepaalde duurtijd, vanaf de dag van de ondertekening van deze overeenkomst door alle deelnemers.
De duurtijd van de interlokale vereniging bestaat uit opeenvolgende subsidiëringsperiodes, zoals vermeld in het subsidiedecreet.
Uittreding is mogelijk, op voorwaarde van een schriftelijke opzegging (per aangetekend schrijven), minstens zes maanden voor de aanvang van de volgende subsidiëringsperiode.
Een bijkomende toetreding is enkel mogelijk bij een nieuwe subsidiëringsperiode.
Dit wordt met een aangetekende brief vanuit de bevoegde instantie kenbaar gemaakt tenminste zes maanden voor het verstrijken van de lopende subsidiëringsperiode.
Bij een nieuwe toetreding dient de samenwerkingsovereenkomst aangepast te worden Overeenkomstig artikel 21.
HOOFDSTUK 2. INTERNE ORGANISATIE EN WERKING
ARTIKEL 7. BEHEERSCOMITÉ / STUURGROEP
7.1. ALGEMEEN
Het beheer van de interlokale vereniging wordt, in toepassing van artikel 395 van het Decreet over het Lokaal Bestuur toevertrouwd aan een beheerscomité, hierna verder benoemd als ‘de stuurgroep’.
7.2. SAMENSTELLING
De stuurgroep is samengesteld uit :
● Een lid van het college van burgemeester en schepenen van elke deelnemende gemeente, bij voorkeur bevoegd voor wonen, huisvesting, ruimtelijke ordening of welzijn.
● Een lid van het vast bureau van elke deelnemend OCMW bij voorkeur bevoegd voor welzijn of sociale zaken. Het lid van het vast bureau mag niet hetzelfde zijn als het lid van het College.
● 1 vertegenwoordiger van de provincie West-Vlaanderen;
De vertegenwoordigers van de gemeenten en de OCMW’s zijn stemgerechtigd.
Het lidmaatschap en het stemrecht van de vertegenwoordiger van de provincie zijn gekoppeld aan het toekennen van provinciale subsidiëring, en is beperkt tot de looptijd van de gesubsidieerde projecten.
De projectcoördinator neemt deel aan de stuurgroep in de rol van secretaris.
De secretaris zorgt voor de uitvoering van de beslissingen van de stuurgroep.
De projectcoördinator is verantwoordelijk voor de coördinatie van de dagelijkse activiteiten van de interlokale vereniging.
Met uitzondering van wijzigingen aan de samenwerkingsovereenkomst overeenkomstig artikel 21 geven de deelnemers volmacht aan de door hen aangeduide leden in de stuurgroep om in hun naam de vereiste handelingen te stellen in het kader van de werking van de interlokale vereniging mits deze handelingen rechtsreeks verband houden met het doel van de interlokale vereniging.
7.3. BEVOEGDHEDEN
De stuurgroep heeft een algemeen coördinerende opdracht, legt de prioriteiten inzake het beleid en de werking vast en formuleert adviezen ten behoeve van de deelnemende gemeenten.
Daarnaast behoren tot de taken van de stuurgroep:
● het overleggen over de wijze waarop deze overeenkomst wordt uitgevoerd;
● het vaststellen van een huishoudelijk reglement;
● het voorbereiden en vaststellen van het programma en de begroting voor de volgende werkjaren;
● het formuleren van adviezen ten behoeve van de beherende gemeente;
● het vaststellen van de rekeningen van de interlokale vereniging;
● het opmaken van het jaarverslag;
● het voorleggen van de rekeningen en het jaarverslag ter goedkeuring aan de raden van de deelnemende gemeenten;
● het formuleren van adviezen met betrekking tot de wijziging van de samenwerkingsovereenkomst;
● het organiseren van het toezicht op het bereiken van de doelstellingen van de vereniging.
De stuurgroep kan deskundigen uitnodigen tot het bijwonen van de vergaderingen. Deze personen zijn niet-stemgerechtigd.
Het agentschap Wonen In Vlaanderen wordt telkens voor de vergaderingen van de stuurgroep uitgenodigd.
7.4. WERKING
De stuurgroep vergadert minimaal twee keer per volledig werkingsjaar en een keer per onvolledig werkingsjaar, waarin minstens de vaststelling van de rekening (en het jaarverslag) van het afgelopen werkjaar, en de vaststelling van (het programma) en de begroting voor het volgende werkjaar aan bod komen.
De stuurgroep kan slechts geldig vergaderen indien de meerderheid van de stemgerechtigde vertegenwoordigers vertegenwoordigd is.
Wordt dit quorum niet bereikt, dan wordt een nieuwe vergadering belegd binnen de maand en kan de stuurgroep over de punten die voor een tweede maal op de agenda voorkomen, beraadslagen en beslissen ongeacht het aantal aanwezige vertegenwoordigers. Deze bepaling geldt niet voor wijzigingen in de samenwerkingsovereenkomst.
De stuurgroep neemt beslissingen op basis van een gewone meerderheid. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
De vertegenwoordigers van de gemeenten, de OCMW’s en de provincie hebben elk één stem.
De voorzitter en de ondervoorzitter worden aangeduid onder de afgevaardigden van de deelnemende gemeenten. Hun benoeming geldt voor de volledige subsidiëringsperiode, tenzij bij verlies van hun mandaat. Na afloop van deze periode worden opnieuw een voorzitter en een ondervoorzitter verkozen. Dit kunnen opnieuw dezelfde personen zijn.
De stuurgroep vergadert op uitnodiging van het secretariaat van de interlokale vereniging.
Een uitnodiging voor de vergadering wordt minstens 2 weken vooraf per mail bezorgd. De agenda en de nodige inhoudelijke toelichting zijn opgenomen in de bijeenroepingsmail. In geval van hoogdringendheid kan van deze regel worden afgeweken.
De leden van de stuurgroep kunnen tot 3 werkdagen voor de vergadering bijkomende agendapunten met toelichtingsnota binnenbrengen op het secretariaat.
Een agendapunt kan bij de aanvang van de vergadering bij hoogdringendheid worden toegevoegd aan de agenda mits instemming van 2/3 van de aanwezige leden. Dit bijgevoegde agendapunt wordt dan ook eerst behandeld.
De beraadslagingen van de stuurgroep worden vastgelegd in een verslag.
De goedkeuring van dit verslag zal steeds als eerste punt op de agenda van de volgende vergadering geagendeerd worden. Na goedkeuring wordt het verslag ondertekend door de voorzitter van de stuurgroep.
De verslagen worden bijgehouden en liggen ter inzage op de zetel van de interlokale vereniging.
Een afschrift van het verslag van elke vergadering wordt binnen de 3 weken voor kennisgeving bezorgd aan de colleges van burgemeester en schepenen van de deelnemende gemeenten en OCMW ’s en aan het agentschap Wonen In Vlaanderen.
7.4. VOLMACHT AAN EEN ANDERE DEELNEMER
Een lid van de stuurgroep kan per welbepaalde vergadering aan één van de andere leden een schriftelijke volmacht geven om hem of haar te vertegenwoordigen. Niemand mag drager zijn van meer dan één volmacht.
7.5. PRESENTIEGELDEN
Er worden geen presentiegelden uitgekeerd aan de leden van de stuurgroep, onder voorbehoud van hetgeen bepaald is in artikel 395 § 4 van het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking en latere wijzigingen.
ARTIKEL 8 – DAGELIJKS BESTUUR
8.1. SAMENSTELLING
Het dagelijks bestuur wordt samengesteld uit volgende afgevaardigden:
● De voorzitter van de stuurgroep
● Eén afgevaardigde van elke gemeente. Bij voorkeur zoals opgegeven in het subsidiedossier en minstens iemand uit de woonpraktijk.
● De projectcoördinator
Het dagelijks bestuur kan zo nodig andere afgevaardigden van de stuurgroep of deskundigen uitnodigen op de vergaderingen, voor zover de agenda dit vereist. Deze personen hebben geen stemrecht in het dagelijks bestuur.
8.2. BEVOEGDHEDEN
Het dagelijks bestuur is bevoegd om te beraadslagen over de algemene werking:
● Opvolgen beslissingen van de stuurgroep
● Voorbereiden agenda van de stuurgroep
● Voorbereiden aanvragen tot projectsubsidiëring bij diverse instanties (inzonderheid bij de Vlaamse en provinciale overheid)
● Opstellen van het jaarverslag
● Financiën
● Praktische kwesties
● Voorbereiding budgetcontrole, begroting, rekeningen
● Opvolging uitvoering van de bepalingen in de subsidiedossiers (praktische werking in de verschillende gemeenten, resultaatsverbintenissen, evt. knelpunten, overleg met de Vlaamse Overheid,…)
● Allerlei aangelegenheden van dagelijks bestuur (zgn. lopende zaken)
● Diverse beslissingen van dringende aard (ten uitzonderlijke titel)
De projectcoördinator staat in voor verslaggeving en uitnodiging met agenda.
HOOFDSTUK 3. PERSONEELSBEHEER
ARTIKEL 9 – GEZAG EN RECHTSPOSITIEREGELING
De beherende gemeente staat in voor het personeelsbeheer. Dit houdt in eerste instantie in dat de beherende gemeente de juridische werkgever is van de medewerkers van de interlokale vereniging.
De personeelsleden die door de deelnemende gemeenten worden ingezet met het oog op het bereiken van de doelstellingen van de interlokale vereniging blijven onderworpen aan de rechtspositieregeling en het gezagsrecht van de gemeente van oorsprong. De personeel- en werkingskosten van het bestaand personeel die door de deelnemende gemeenten ingezet worden, worden volledig door de respectievelijke deelnemende gemeenten gedragen.
ARTIKEL 10 - WERKPLAATSEN
De beherende gemeente voorziet een werkplaats voor het centraal team van Woonwijs (projectcoördinator, technisch adviseur(s), technisch medewerker(s), algemeen adviseur(s)).
Elke deelnemende gemeente voorziet een werkplaats voor de hen toegewezen intergemeentelijke woonambtenaren en levert de benodigde infrastructuur en logistieke ondersteuning ter plaatse, op eigen kosten.
HOOFDSTUK 4. FINANCIËLE ASPECTEN
ARTIKEL 11 – FINANCIËLE INBRENG
Enkel de deelnemende gemeenten dienen bij te dragen in de personeelskosten, werkingskosten en de investeringskosten van de interlokale vereniging.
De financiële inbreng van de deelnemende gemeenten wordt als volgt vastgesteld: de totale projectkost wordt verminderd met de Vlaamse en provinciale subsidies. Het restbedrag wordt financieel gedragen door de deelnemende gemeenten, volgens een verdeelsleutel berekend op basis van het aantal huishoudens per gemeente op 1 januari van het jaar voorafgaand aan een nieuwe subsidiëringsperiode, of de meest recente gegevens beschikbaar bij de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (op heden gekend als Statbel) voorafgaand aan de nieuwe subsidiëringsperiode.
ARTIKEL 12 – PROGRAMMA EN BUDGET
De stuurgroep stelt bij elke nieuwe subsidiëringsperiode een programma, met bijhorend budget, voor de betrokken jaren op, dat ter goedkeuring aan de lokale besturen, wordt bezorgd.
De deelnemende gemeenten verbinden er zich toe in hun budget jaarlijks de nodige kredieten te voorzien om hun bijdrage te kunnen voldoen, en om de nodige middelen tijdig (op afroep) ter beschikking te stellen van de interlokale vereniging.
De beherende gemeente staat in voor het financieel beheer. De middelen worden evenwel opgevraagd en verwerkt door de projectcoördinator die belast wordt met het administratief en financieel secretariaat van de interlokale vereniging.
ARTIKEL 13 – VERGOEDING AAN DE BEHERENDE GEMEENTE
De beherende gemeente heeft recht op een vergoeding voor het financieel en personeelsbeheer van de interlokale vereniging.
Deze jaarlijkse vergoeding wordt berekend volgens formule:
€2.500 × (4,5/3,5) × (actuele ConsumptiePrijsIndex / 96,81)
Basis 2011: €2.500 voor 3,5 VTE en ConsumptiePrijsIndex van 96,81 (CPI B2013, okt. 2011)
Actualisatie: huidige personeelsbezetting (4,5 VTE) en de recente CPI (CPI B2013, jaar 20XX)
ARTIKEL 14 – KENNISGEVING EN GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN
De rekening van de interlokale vereniging wordt jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten en ter kennisname aan de andere deelnemers. Dit moet gebeuren uiterlijk binnen de zes maanden na de afsluiting van het werkjaar.
Iedere deelnemende gemeente zal na elk werkjaar haar deel (volgens voormelde verdeelsleutel) in de positieve of negatieve resultaten van de werking voor haar rekening nemen.
HOOFDSTUK 5. INFORMATIEVERSTREKKING EN EVALUATIE
ARTIKEL 15 – MEDEDELING VAN BESLISSINGEN EN VERSLAGEN
Alle beslissingen, alsook de verslagen van de vergaderingen van de stuurgroep, worden in kopie overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen van de deelnemende gemeenten en het vast bureau van de deelnemende OCMW’s
ARTIKEL 16 - JAARVERSLAG
Samen met de rekening wordt aan de deelnemers ook een jaarverslag ter beschikking gesteld.
Dit jaarverslag wordt samen met de rekening aan de gemeenteraden ter goedkeuring voorgelegd. Ter gelegenheid van de behandeling van het jaarverslag geven de vertegenwoordigers van de gemeente in de interlokale vereniging toelichting aan de raad.
Het jaarverslag wordt gelijktijdig met de jaarrekening voor bespreking ter beschikking gesteld van de andere deelnemers.
ARTIKEL 17 - EVALUATIE
De jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraden gebeurt ter gelegenheid van de bespreking van het jaarverslag.
HOOFDSTUK 6. ONTBINDING EN VEREFFENING
ARTIKEL 18 – VEREFFENAAR
Bij vereffening of ontbinding van de interlokale vereniging worden door de deelnemers in gezamenlijk akkoord één of meerdere vereffenaars aangesteld.
ARTIKEL 19 – VERDELING
Iedere deelnemende gemeente zal bij vereffening haar deel (volgens voormelde verdeelsleutel) in de kosten en de opbrengsten van de werking voor haar rekening nemen. De eindrekening zal aangeven wat het eventuele resultaat is.
HOODSTUK 7. SLOTBEPALINGEN
ARTIKEL 20 – TOEPASSELIJKE DECRETALE BEPALINGEN
Voor alles wat niet door deze overeenkomst of het huishoudelijk reglement is geregeld, zal het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22.12.2017, Deel 3 Titel 3 houdende de intergemeentelijke samenwerking (en latere wijzigingen) van toepassing zijn.
In de gevallen dat het voormeld decreet geen uitsluitsel geeft, neemt de stuurgroep een beslissing.
ARTIKEL 21 – WIJZIGINGEN AAN DE OVEREENKOMST
Wijzigingen aan de samenwerkingsovereenkomst kunnen slechts doorgevoerd worden indien de gemeenteraden en OCMW-raden van alle deelnemende overheden de wijziging goedgekeurd hebben.
Opgemaakt in evenveel originele exemplaren als er betrokken partijen zijn.
Getekend te Harelbeke, op xx.xx.2025
Namens de gemeente Deerlijk |
Louis Haerinck, Voorzitter gemeenteraad
|
|
|
Karel Bauters, Algemeen directeur
|
|
Namens de stad Harelbeke |
Stijn Soetaert, Voorzitter gemeenteraad
|
|
|
Hans Piepers, Algemeen directeur
|
|
Namens de gemeente Kuurne |
Chris Delneste, Voorzitter gemeenteraad
|
|
|
Els Persyn, Algemeen directeur
|
|
Namens de gemeente Lendelede |
Bruno Vanoverbeke, Voorzitter gemeenteraad
|
|
|
Christophe Vandecasteele, Algemeen directeur
|
|
Namens de gemeente Zwevegem
|
Barbara Demeulenaere, Voorzitter gemeenteraad
|
|
|
Jan Vanlangenhove, Algemeen directeur
|
|
Namens het OCMW Deerlijk |
Louis Haerinck, Voorzitter OCMW-raad
|
|
|
Karel Bauters, Algemeen directeur
|
|
Namens het OCMW Harelbeke |
Stijn Soetaert, Voorzitter OCMW-raad
|
|
|
Hans Piepers, Algemeen directeur
|
|
Namens het OCMW Kuurne |
Chris Delneste, Voorzitter OCMW-raad
|
|
|
Els Persyn, Algemeen directeur
|
|
Namens het OCMW Lendelede |
Bruno Vanoverbeke, Voorzitter OCMW-raad
|
|
|
Christophe Vandecasteele, Algemeen directeur
|
|
Namens het OCMW Zwevegem |
Barbara Demeulenaere, Voorzitter OCMW-raad
|
|
|
Jan Vanlangenhove, Algemeen directeur
|
|
Zitting van OR van 11 SEPTEMBER 2025
5. Jaarrekening 2024 - goedkeuring gouverneur - kennisname
BESLUIT
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het besluit van de gouverneur omtrent de goedkeuring van de jaarrekening 2024.
Zitting van OR van 11 SEPTEMBER 2025
6. Uitvoering meerjarenplan 2020-2025 - opvolgingsrapportering 1e semester 2025 - kennisname
BESLUIT
Artikel 1
De OCMW-raad neemt kennis van het opvolgingsrapport betreffende de uitvoering van het meerjarenplan 2020- 2025 voor het eerste semester van 2025.
Karel Bauters Filip Terryn Claude Croes Marleen Prat Lies De Witte Jurgen Beke Matthias Vanneste Marc Coppens Louis Haerinck Jan Feryn Bert Schelfhout Jan Colpaert Sophie Mespreuve Philip Ghekiere Lukas Viaene Louis Vanderbeken Regine Rooryck Tine Willaert Yves Vande Wiele Jo Tijtgat Sandra De Leeuw-Goussey Katrien Vandenbogaerde Filip Terryn Claude Croes Marleen Prat Lies De Witte Jurgen Beke Matthias Vanneste Marc Coppens Louis Haerinck Jan Feryn Bert Schelfhout Jan Colpaert Sophie Mespreuve Philip Ghekiere Lukas Viaene Louis Vanderbeken Regine Rooryck Tine Willaert Yves Vande Wiele Jo Tijtgat Sandra De Leeuw-Goussey Katrien Vandenbogaerde Sophie Mespreuve Katrien Vandenbogaerde Jo Tijtgat Tine Willaert Matthias Vanneste Jan Feryn Louis Vanderbeken Claude Croes Jurgen Beke Louis Haerinck Filip Terryn Marc Coppens Jan Colpaert Sandra De Leeuw-Goussey Lukas Viaene Bert Schelfhout Lies De Witte Marleen Prat Philip Ghekiere Regine Rooryck Yves Vande Wiele aantal voorstanders: 21 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van OR van 11 SEPTEMBER 2025
7. Reglement tussenkomst in de verblijfskosten voor een verblijf in een woon- en zorgcentrum - goedkeuring
BESLUIT
Artikel 1
De OCMW-raad besluit voorliggend reglement goed te keuren:
REGLEMENT TUSSENKOMST IN DE VERBLIJFSKOSTEN VOOR EEN VERBLIJF IN EEN WOON- EN ZORGCENTRUM
Artikel 1 - Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een tussenkomst
§1 Nationaliteit
De betrokkene moet Belg zijn, of voldoen aan de voorwaarden voor maatschappelijke dienstverlening, zoals geformuleerd in de wet van 2 april 1965.
§2 Verblijfplaats
De gewoonlijke verblijfsplaats van de betrokkene moet in België zijn. Met andere woorden, de aanvrager moet op het ogenblik van zijn/haar opname in het woonzorgcentrum voor zijn/haar hoofdverblijfplaats ingeschreven (geweest) zijn in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de gemeente Deerlijk (hiervoor verwijzend naar de wet van 2 april 1965).
§3 Uitputting sociale rechten
De betrokkene moet zijn sociale rechten uitputten. Als dit nog niet gebeurd is, zal het OCMW van Deerlijk de betrokkene hierin ondersteunen. De eindverantwoordelijkheid voor de uitputting van de sociale rechten blijft wel bij de betrokkene.
De sociale rechten kunnen het volgende omvatten:
● Zorgbudget voor ouderen met een zorgnood (Vlaamse Overheid)
● Zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden (Vlaamse Overheid)
● Inkomensgarantie voor ouderen = IGO (Federale Pensioendienst)
● Pensioen (Federale Pensioendienst)
● Verhoogde tegemoetkoming (Mutualiteit)
● Invaliditeitsuitkering (Mutualiteit)
● Persoonsvolgend budget (Vlaamse Overheid)
● Inkomensvervangende of integratietegemoetkoming (Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid)
● Werkloosheidsuitkering (Vlaamse Overheid)
Deze lijst is niet-limitatief.
§4 Inkomsten
De totale inkomsten van de betrokkene dienen lager te zijn dan de kosten voor het maandelijkse verblijf.
§5 Bewindvoering
Wanneer de betrokkene onder (voorlopige) bewindvoering staat, blijft de verantwoordelijkheid voor het beheer van de inkomsten en uitgaven bij de bewindvoerder. De bewindvoerder maakt maandelijks de kostenstaat over aan het OCMW, na aftrek van alle beschikbare inkomsten, met overzicht van de beschikbare liquiditeiten.
Artikel 2 - Specifieke bepalingen over de tussenkomst
§1 Waarborg kamer
Het OCMW komt niet tussen in de waarborg voor de kamer van het woonzorgcentrum.
§2 Kosten
Het OCMW neemt de kosten voor verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening van de begunstigde in de instelling ten laste. Kosten van de periode vóór de aanvraagdatum worden nooit ten laste genomen.
Onder ‘kosten voor verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening’ wordt verstaan:
● De kosten voor basiszorg en -dienstverlening inbegrepen in de dagprijs;
● De kosten voor energie indien niet inbegrepen in de dagprijs;
● De kosten voor medische verzorging (huisarts, specialist, tandarts), doch beperkt tot (het remgeld voor) prestaties die voorkomen op de nomenclatuur van het RIZIV;
● De kosten voor paramedische verzorging (kinesitherapie, logopedie), doch beperkt tot (het remgeld voor) prestaties die voorgeschreven werden door een geneesheer en die voorkomen op de nomenclatuur van het RIZIV;
● De farmaceutische kosten, doch beperkt tot (het remgeld voor) producten die voorgeschreven werden door een geneesheer;
● De kosten van ziekenvervoer;
● De kosten van hospitalisatie op basis van een verblijf in een meerpersoonskamer;
● De kosten van manicure/ pedicure, doch beperkt tot (het remgeld voor) prestaties die voorgeschreven werden door een geneesheer (maximaal 1x per maand);
● De bijdragen aan de mutualiteit;
● De bijdragen aan de Vlaamse Zorgverzekering;
Deze lijst is niet-limitatief.
Voor de bijkomende kosten en bijdragen waarvoor het OCMW de kosten ten laste kan nemen, gelden volgende bepalingen:
● Bijdragen aan de mutualiteit: mutualiteitsbijdragen (reservefonds, lidmaatschap) vallen ten laste van het OCMW. Bijkomende betalingen aan de mutualiteit (bijvoorbeeld hospitalisatieverzekering e.d.) dienen apart schriftelijk aangevraagd te worden.
● Bijdragen aan de Vlaamse Zorgverzekering: de bijdragen aan de Vlaamse Zorgverzekering vallen ten laste van het OCMW.
● Kosten van het persoonlijk linnen (was en strijk): als deze kosten niet zijn inbegrepen in de dagprijs, vallen deze ten laste van de begunstigde. Voor een ten laste name van deze kosten door het OCMW dient een aparte schriftelijke aanvraag gericht te worden aan het OCMW met een raming van de gemiddelde kost op maandbasis. Deze aanvraag zal dan voorgelegd worden aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, waarna een individuele beslissing zal worden genomen.
● Bijkomende kosten: alle andere kosten worden als persoonlijke kosten aanzien en dienen van het zakgeld of leefgeld betaald te worden. Als dit onmogelijk is wegens ontoereikendheid van het zakgeld, dient vooraf een gemotiveerde aanvraag voor ten laste name ingediend te worden bij het OCMW.
Kosten die uitgesloten worden voor de tussenkomst in de verblijfskosten, hieronder wordt verstaan:
● Niet-medische lichaamsverzorging zoals kapper, esthetische verzorging, …
● Ontspanningsactiviteiten, tabak, dranken, …
● De kosten voor het gebruik van de faciliteiten zoals cafetaria
● Kledij
● De aansluiting voor kabeldistributie, telefoon, internet en abonnements- en gesprekskosten
Deze kosten dienen te worden betaald van het zak- of leefgeld.
§3 Gewaarborgd zakgeld
Elke betrokkene die in een woonzorgcentrum verblijft en de beslissing tot de tussenkomst vanuit het OCMW verkreeg, heeft recht op maandelijks gewaarborgd zakgeld. Het gewaarborgd zakgeld moet de betrokkene in staat stellen om deel te nemen aan het maatschappelijk leven, zowel binnen als buiten het woonzorgcentrum. De toekenning en de bedragen werden wettelijk vastgelegd, op basis van artikel 98 van de organieke wet van 8 juli 1978. De bedragen worden telkens geïndexeerd.
§4 Eigen onroerende goederen
Indien de betrokkene beschikt over een eigen onroerend eigendom en dit wenst te verkopen, dan moet de opbrengst van de verkoop gezien worden als inkomsten en moet hiermee de volgende facturen betaald worden, samen met het ‘gewoon’ inkomen. Als de betrokkene beschikt over een onroerend eigendom en dit niet wenst te verkopen, dan dient het OCMW een wettelijke hypotheek te nemen op de eigendom, voor het deel dat de betrokkene eigenaar is. De wettelijke hypotheek wordt door de financieel beheerder van Deerlijk in orde gebracht.
§5 Verarming
Er dient nagegaan te worden of de betrokkene zich de laatste vijf jaar niet opzettelijk verarmd heeft.
Artikel 3 - Procedure van aanvraag
Bij elke aanvraag tot ten laste name gebeurt er een sociaal financieel onderzoek. De aanvrager zal de maatschappelijk werker inzage geven in zijn/haar patroon van inkomsten en uitgaven en persoonlijke rekeninguittreksels van de laatste vijf jaar. Indien nodig kan er in het kader van het sociaal financieel onderzoek extra informatie of bewijsstukken opgevraagd worden om het onderzoek te vervolledigen. Als de rekeninguittreksels niet voorgelegd kunnen worden dan wordt er een bankonderzoek opgestart.
Het bijzonder comité voor de sociale dienst zal op basis van de vaststellingen uit het sociaal financieel onderzoek de aanvraag beoordelen.
Het bijzonder comité voor de sociale dienst kan slechts afwijkingen op dit reglement toestaan in uitzonderlijke situaties en op basis van een grondig gemotiveerd sociaal verslag.
Artikel 4 - Thuiswonende partner
Als de thuiswonende partner zijn eigen pensioen ontvangt, dan wordt een gedeelte van zijn pensioen aangewend om de verblijfskosten te betalen. De thuiswonende partner beschikt voor zijn eigen levensonderhoud over een bedrag gelijk aan het leefloon van de categorie waartoe het gezin behoort.
Als de partners een gezinspensioen ontvangen dan zal het OCMW aan de Federale Pensioendienst vragen om het pensioen op te splitsen.
Artikel 5 - Onderhoudsplicht
Als door het OCMW de vraag tot ten laste neming wordt goedgekeurd, wordt een onderzoek ingesteld naar de onderhoudsplicht overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek.
De kosten van de maatschappelijke dienstverlening, in de vorm van een tussenkomst in de verblijfskosten woonzorgcentrum, kunnen door het OCMW worden teruggevorderd bij de onderhoudsplichtige(n) van de betrokkene. (Art. 7 van KB van 9 mei 1984 tot uitvoering van art. 100 bis, §1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn).
Hetgeen het OCMW kan terugvorderen is altijd beperkt tot het bedrag waarvoor het OCMW moet tussenkomen in de kosten van de verblijfsfactuur van het woonzorgcentrum.
Het bedrag van de terugvordering wordt berekend op de basis van een uniforme schaal van tussenkomsten (vastgelegd conform Koninklijk besluit van 9 mei 1984 uitvoering van artikel 100bis, § 1, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn).
De onderhoudsplicht zal jaarlijks herzien worden.
Wie is onderhoudsplichtig
● Echtgeno(o)t(e): het OCMW moet terugvorderen
● Ex-echtgeno(o)t(e): het OCMW moet terugvorderen, maar is beperkt tot het onderhoudsgeld dat bepaald is in de echtscheiding met onderlinge toestemming of vonnis
● Kinderen en schoonkinderen: het OCMW moet terugvorderen. De bijdrage wordt beperkt tot het kindsdeel (bijvoorbeeld: 4 kinderen is maximaal 1/4de van de onderhoudsbijdrage per kind). Enkel bij schoonkinderen die gehuwd zijn, niet bij wettelijk samenwonenden.
● Kleinkinderen: Het OCMW mag terugvorderen. Het OCMW van Deerlijk beslist dit niet te doen.
Omwille van billijkheidsredenen kan het OCMW afwijken van de onderhoudsplicht. Dit wordt situatie per situatie beslist en uitdrukkelijk gemotiveerd op basis van een grondig sociaal en financieel onderzoek van de onderhoudsplichtigen.
Artikel 6 - Verplichtingen van het woonzorgcentrum
§1 Ziekenhuisopname/overlijden
Het woon- en zorgcentrum moet tijdig ziekenhuisopnames en het overlijden van de cliënt melden. Het woonzorgcentrum wordt op voorhand ingelicht mits goedkeuring van de cliënt, omtrent de begeleiding van het OCMW.
§2 Individuele betalingsfiche
Het woon- en zorgcentrum moet het OCMW op de hoogte brengen van de residenten die een bedrag gelijk aan het jaarbedrag van het zakgeld opgespaard hebben op hun individuele betalingsfiche.
§3 Prijs kamer
Als het woonzorgcentrum kamers met verschillende dagprijzen heeft, wordt gevraagd de aanvrager in de goedkoopste kamer te huisvesten. Een duurdere kamer kan enkel wanneer de persoon met hoogdringendheid werd opgenomen. Het woonzorgcentrum dient de aanvrager op termijn te verhuizen naar een goedkopere kamer.
§4 Factuur
Het woonzorgcentrum maakt maandelijks een individuele factuur per aanvrager. De factuur vermeldt minimaal volgende gegevens, duidelijk gespecifieerd:
● De gegevens van het woonzorgcentrum: naam, adres, ondernemingsnummer, bankrekeningnummer;
● Naam van de bewoner;
● Factuurdatum en -nummer;
● Prestatiemaand en -jaar;
● Dagprijs;
● Specifieke uitgaven: medicatie, mutualiteit, remgelden dokter/kinesist, kosten persoonlijk linnen, pedicure, kapper…;
● Zakgeld zoals wettelijk bepaald;
● Als het gaat over creditnota: de verwijzing naar de betrokkene factuur en bewoner.
De specifieke uitgaven dienen steeds bewezen te worden aan de hand van bewijsstukken, bijgevoegd bij de factuur.
De factuur van de aanvrager dient rechtstreeks aan het OCMW bezorgd te worden.
Artikel 7 - Betaling van de facturen
In geval van toekenning van de tussenkomst zal het OCMW de inkomsten en middelen beheren via een rekening budgetbeheer, tenzij er een bewindvoerder werd aangesteld.
De maatschappelijk werker betaalt vanuit de budgetbeheerrekening alle uitgaven die principieel als tussenkomst afgebakend werden in de hierboven genoemde punten.
Wanneer de inkomsten en het saldo ontoereikend zijn om de maandelijkse factuur en de hierboven genoemde punten te betalen wordt een toekenning in het online softwareprogramma aangemaakt van een terugvorderbare schuld voor het saldo (min het deel van de onderhoudsplichtigen) op naam van bewoner van het woonzorgcentrum.
Indien nodig wordt nog een terugvordering opgemaakt in het intern softwareprogramma, op naam van de onderhoudsplichtigen voor het bedrag van toekenning met het maximum van het (kinds)deel voor elke onderhoudsplichtige.
Artikel 8 - Jaarlijkse herziening
Er dient geen maandelijkse beslissing genomen te worden. De principiële toekenning is geldig voor één jaar, of zolang er geen sociale en/of financiële wijzigingen zijn die de toekenning kunnen beïnvloeden.
Als de toekenning van één jaar verloopt, dan dient er een nieuw onderzoek gevoerd te worden en dient het dossier de maand ervoor opnieuw voor te komen op het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.
Naast de eventuele verlenging, dient er een jaarrapport toegevoegd te worden van de toekenningen van het voorbije jaar.
Als het dossier stopgezet wordt, dient er ook een jaarrapport toegevoegd te worden ter informatie.
Ook de onderhoudsplicht dient jaarlijks berekend te worden aan de hand van de inkomsten van de onderhoudsplichtigen.
Als er vastgesteld wordt op het ogenblik van de herziening dat de bewoner voldoende financiële middelen heeft om zijn opname te bekostigen, zal de tussenkomst stopgezet worden.
In geval van vrijwillige onjuiste of onvolledige aangifte van inkomsten en/of vermogen van de aanvrager vordert het OCMW het geheel van de kosten van de maatschappelijke dienstverlening terug ongeacht de financiële toestand van betrokkene zoals door de wet bepaald.
Artikel 9 - Einde van de overeenkomst
De overeenkomst kan worden beëindigd door de hieronder vermelde redenen:
● Einde opname in het woonzorgcentrum
● Overlijden van de betrokkene
● Stopzetting door het OCMW
● Wanneer er geen tussenkomst meer nodig is (inkomsten liggen hoger dan de uitgaven)
In geval van overlijden van de aanvrager waarvoor het OCMW financieel is tussengekomen, zal het OCMW de financiële tussenkomsten gegeven tijdens de laatste 5 jaar voor het overlijden kunnen terugvorderen van de erfgenamen en dit ten belope van het actief van de nalatenschap.
Artikel 10 - Inwerkingtreding en geldigheidstermijn
● Het reglement treedt in werking op 1 oktober 2025.
● Dit reglement geldt tot en met 31 december 2031.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 2, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Artikel 5
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 oktober 2025.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.