aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Zitting van 10 JULI 2025
1. Gemeenteraad - 12 juni 2025 - notulen en audio-opname - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de notulen en de audio-opname van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Artikel 278 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 32 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Art. 277 en 278 Decreet Lokaal Bestuur
◦ Art. 32 en 33 Huishoudelijk reglement gemeenteraad
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit de notulen van de zitting van de gemeenteraadszitting van 12 juni 2025 goed te keuren.
Artikel 2
De gemeenteraad besluit de audio-opname van de gemeenteraadszitting van 12 juni 2025 goed te keuren.
Zitting van 10 JULI 2025
2. Rapport organisatiebeheersing 2024 - kennisname
Aanleiding en context
De gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van het rapport organisatiebeheersing met betrekking tot het jaar 2024.
Motivering
Voor het Decreet Lokaal Bestuur is organisatiebeheersing het geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen dat men:
1°de vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico’s om deze te bereiken kent en beheerst;
2° wetgeving en procedures naleeft;
3° over betrouwbare financiële en beheersrapportering beschikt;
4° op een effectieve en efficiënte wijze werkt en de beschikbare middelen economisch inzet;
5° de activa beschermt en fraude voorkomt.
Onze organisatie wil haar doelstellingen op een zo kwaliteitsvolle, efficiënte en effectieve manier nastreven. Daarom werd een kader omtrent organisatiebeheersing goedgekeurd tijdens de gemeente- en OCMW-raadszitting van respectievelijk 13 juli 2017 en 3 juli 2017.
Het kader werd aangepast tijdens de gemeente- en OCMW-raad van 19 december 2019.
Het opmaken en laten goedkeuren van dergelijk kader is bovendien verplicht volgens artikel 219, eerste lid van het Decreet Lokaal Bestuur.
Ons kader bepaalt dat we werken volgens de PDCA-cyclus:
● In de plan-fase brengen we in kaart aan welke aspecten van onze organisatie we willen werken. Dit doen we aan de hand van een zelfevaluatie waarbij we onze risico’s in kaart brengen en de daaraan gekoppelde verbeteracties vastleggen. Dit kan geïntegreerd worden in het meerjarenplan.
● Op het moment dat de plannen effectief worden uitgevoerd, bevindt onze organisatie zich in de do-fase. De verbeterprojecten worden gerealiseerd.
● De check-fase is de fase waarin door monitoring, evaluatie en rapportering de stand van zaken wordt opgemaakt. In die fase wordt nagezien wat is verwezenlijkt en waar we het plan moeten bijsturen.
● Het is mogelijk dat naar aanleiding van deze ‘check’ een bijsturing van het plan noodzakelijk is. De actfase zorgt voor deze bijsturing.
In bijlage zit een schema met de opvolging van de huidige acties. Met deze opvolging zitten we in de check-fase.
Naast het opvolgen van acties, werden in 2024 verdere voorbereidingen getroffen ter voorbereiding van het nieuwe meerjarenplan, de plan-fase.
Er gebeurde een interne omgevingsanalyse (zelfevaluatie) met volgende aanpak:
● Medewerkers over de hele organisatie kregen een opfrissing over wat organisatiebeheersing betekent.
● Er kwamen 10 werkgroepjes samen rond elk thema uit de 'leidraad organisatiebeheersing', opgemaakt door Audit Vlaanderen. Medewerkers over alle clusters van de organisatie heen namen deel. Volgende 10 thema's kwamen aan bod:
○ Doelstellingen, proces- en risicomanagement
○ Belanghebbendenmanagement
○ Monitoring
○ Organisatiestructuur
○ Personeelsbeleid
○ Organisatiecultuur
○ Informatie en communicatie
○ Financieel management
○ Facilitaire middelen
○ ICT
● Per thema werden de mogelijke risico's overlopen waar lokale besturen tegenaan kunnen lopen. Deze risico's werden ingeschat voor onze organisatie.
In de loop van 2025 komen dezelfde werkgroepjes opnieuw samen om de mogelijke risico's in te schatten en te prioritiseren (grootte risico x de kans dat het zich voordoet). Na het prioritiseren van de risico's zullen acties geformuleerd worden met een bijhorende timing en trekker, net zoals bij de overige acties in het meerjarenplan.
De opvolging van deze acties zal voor het eerst geïntegreerd worden in de evaluatiecyclus van het meerjarenplan zodat dit samen kan gebeuren met de opvolging van de acties die geformuleerd werden op basis van (onder andere) de externe omgevingsanalyse (beleidsinsteek).
Vermeldenswaardig in het kader van organisatiebeheersing is tenslotte dat er in 2024 een werkgroep rond processen werd opgestart. Deze werkgroep komt maandelijks samen en deed tot nu toe volgende zaken:
● verkennen van de aanpak van processen in andere organisaties, waaronder lokaal bestuur Zwevegem en Ubuntu;
● het volgen van een opleiding 'Visio', een programma waarin je processen overzichtelijk kan oplijsten en uitwerken;
● oefenen met enkele reeds bestaande processen in de organisatie.
In 2025 zal het management de bestaande processen inventariseren en prioritiseren, rekening houdend met het resultaat van de zelfevaluatie rond organisatiebeheersing en de beslissingen die gemaakt worden voor het nieuwe meerjarenplan in het algemeen. Het is de bedoeling dat er beslist wordt welke processen de komende jaren eerst moeten uitgewerkt worden door de 'werkgroep processen'.
Artikel 219, tweede lid van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de algemeen directeur jaarlijks rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing.
Het rapport organisatiebeheersing 2024 werd besproken door het managementteam op 7 mei 2025 en werd positief geadviseerd.
Het college van burgemeester en schepenen heeft het rapport organisatiebeheersing 2024 besproken in zitting van 14 mei 2025 besproken en de voorzitter van de gemeenteraad verzocht om het rapport te agenderen op de gemeenteraad van 12 juni 2025.
In de gemeenteraadszitting van 12 juni 2025 werd het agendapunt verdaagd naar de gemeenteraadszitting van 10 juli 2025.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 219, tweede lid Decreet Lokaal Bestuur
● Andere
○ Art. 217-220 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van het rapport organisatiebeheersing met betrekking tot het jaar 2024.
aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Zitting van 10 JULI 2025
3. Algemene Politieverordening (APV) - aanpassing technische bepalingen brandveiligheid - goedkeuring
Aanleiding en context
De gemeenteraad wordt gevraagd om de voorgestelde aanpassing van de Algemene Politieverordening (APV) rond technische bepalingen brandveiligheid goed te keuren.
Motivering
De voorbije maanden werd door het zonaal preventiebureau gewerkt aan een tekst met technische bepalingen brandveiligheid, toepasbaar op publieke plaatsen (gebouwen, tenten, pleinen).
Dergelijke tekst is een invulling van de bepalingen uit art. 4 van de wet van 30 juli 1979 die gemeenteraden toelaat politieverordeningen te maken over veiligheidszaken die niet via een hogere wet geregeld zijn.
Iedere gemeente heeft meerdere brandveiligheidsonderwerpen opgenomen in zijn huidige Algemene Politieverordening (APV). Gebruik ervan door de brandweer herinnert vaak aan de soms verouderde of niet meer aangepaste inhoud.
Al de bestaande brandveiligheidsbepalingen dateren dan ook nog uit een pre-zonaal tijdperk en zijn dus vaak 10 tot 20 jaar oud. Bovendien staan ze meestal verspreid en versnipperd en is gebruik ervan niet gemakkelijk.
De bepalingen in de APV laten toe dat de brandweer, op vraag van de burgemeester (zie art. 5 van voormelde wet), een nazicht brandveiligheid kan doen op basis van objectieve bepalingen. Die bepalingen moeten proberen een beeld te maken van de (on)veiligheid van een burger wanneer die een openbare plaats betreedt. 14 verschillende soorten bepalingen voor de 14 Fluvia-gemeenten is moeilijk en gaat in tegen de vraag van de inspectie om te werken aan 'gelijkvormige regels in de ganse zone'.
Tijdens de zoneraad werd dan ook aangekondigd dat Fluvia graag eenzelfde technische tekst aanbiedt om te integreren in het APV.
Het bijgevoegde voorstel is dus 1 tekst die bestaat uit een algemeen deel en 2 extra delen met specifieke bepalingen voor nachtverblijf (bv. kamerverhuur, jeugdlokalen) en tijdelijke constructies (bv. tent).
Het algemeen deel bevat het gros van maatregelen die nu vaak verspreid staan (horeca, dancings, markten, nachtwinkels, open vuur, vrijhouden hydranten...) en houdt rekening met soms specifieke alternatieven of zelfs met een algemene afwijkingsmogelijkheid door de burgemeester.
Fluvia is ervan overtuigd dat er met deze tekst een stap vooruit wordt gezet en dat er zo kan gezorgd worden voor een verantwoord veiligheidsniveau op openbare plaatsen.
Na goedkeuring door de gemeenteraad wordt deze tekst verwerkt in de algemene politieverordening.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 2° Decreet Lokaal Bestuur
● Andere: Art. 119 van de Nieuwe Gemeentewet
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:
Artikel 1
De gemeenteraad beslist om de voorgestelde aanpassingen aan de algemene politieverordening in het kader van brandveiligheid in publiek toegankelijke plaatsen goed te keuren.
De aanpassingen worden als volgt geformuleerd:
● De artikelen 90 tot en met 93 van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk worden vervangen als volgt:
Onderafdeling 1 – Toepassingsgebied
Art. 90
§1.Toepassingsgebied
Hiernavolgende artikelen zijn van toepassing op de publiek toegankelijke locaties (gebouw, plein, tent…) van het grondgebied van de gemeente Deerlijk.
Het algemeen deel is steeds van toepassing. Bijkomend zijn er bepalingen van toepassing op respectievelijk nachtbezetting of tijdelijke constructies.
§2.Terminologie
Voor nadere toelichting van de terminologie die gebruikt wordt in onderhavige artikels wordt verwezen naar de basisnormen voor preventie, brand en ontploffing (Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 en wijzigingen).
Een gebouw is een voor mensen toegankelijke overdekte ruimte, geheel of gedeeltelijk omsloten met wanden.
Een gebouw of tent wordt als open beschouwd bij ten minste 50 % volledig open buitenwanden.
§3. Andere wetgevingen of regels
Naast onderhavig lokaal reglement zijn potentieel nog andere algemene of specifieke reglementeringen of regels van kracht, zoals Codex Welzijn, ARAB, AREI, Vlarem…
Voor nieuwe gebouwen gelden naast de hiernavolgende bepalingen tevens de federale basisnormen (Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 en wijzigingen), verder genoemd ‘Basisnormen'; Deze kunnen afwijkend/strenger zijn dan de hieronder vermelde bepalingen.
§4. Afwijkingen
Afwijkingen op dit reglement dienen gefundeerd door middel van een risicoanalyse met bijhorende/uitgewerkte veiligheidsmaatregelen, afgeleverd door een bevoegde instantie en gevalideerd door de burgemeester.
Onderafdeling 2 – Algemeen geldende voorschriften
Art. 91
1° Toegankelijkheid
De publiek toegankelijke locatie moet bereikbaar zijn voor het brandweermaterieel volgens volgende leidraad (afwijkingen enkel mogelijk mits overleg met de brandweer of mits aangetoond met een positieve proef):
- doorgang 4 m breed en 4 m hoog
- draaicirkels: binnenstraal van 11 m en een buitenstraal van 15 m
- een draagvermogen dat de toegang en werking van brandweervoertuigen waarborgt
- minstens 1 gevel bereikbaar, met uitzondering voor gelijkvloerse locaties waarbij de brandweervoertuigen zich moeten kunnen opstellen tot op min 60 m.
De toegangswegen en opstelplaatsen moeten vrijgehouden worden voor de hulpdiensten
De aanwezige hydranten, waterwinplaatsen en gasafsluiters moeten steeds vrij en bereikbaar zijn.
2° Inplanting
De publiek toegankelijke locatie moet van de aanpalende gebouwen en locaties van derden ofwel minstens 4 m verwijderd zijn ofwel gescheiden zijn door wanden van metselwerk of beton of brandveilige bouwelementen EI60. Verbindingen kunnen enkel via zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een minimale brandweerstand EI130. Derden hebben hun eigen evacuatiemogelijkheden (op dezelfde manier brandveilig gescheiden).
Daar waar brandveilige scheidingen vereist zijn mogen de doorvoeringen de brandweerstand niet nadelig beïnvloeden.
Voor de door de overheid toegestane tijdelijke uitbatingen kan mits akkoord van de eigenaar aanvaard worden
ofwel leegstand van de aangrenzende ruimtes;
ofwel een totale bewaking, menselijk en/of technisch, in alle aangrenzende ruimtes én deze die ermee in verbinding staan.
3° Constructie
De stabiliteit van het gebouw met 1 bouwlaag (gelijkvloers) wordt verzekerd door een constructie R30 of vervaardigd uit metselwerk of beton. Voor gebouwen met meerdere bouwlagen is dit minstens R60 of constructie uit metselwerk of beton.
Wanneer dit niet aantoonbaar is kan een branddetectie-installatie aanvaard worden van het type totale bewaking met doormelding 24/7.
In geval van een open gebouw vervallen de bouwkundige structurele eisen bij brand.
4° Evacuatie
Uitgangen zijn minimum 80 cm breed (uitgezonderd 70 cm voor gebouwen van voor 1972). De vrije hoogte moet een vlotte evacuatie garanderen. Dit principe geldt voor deuren, gangen en trappen.
De totale breedte van de uitgangen wordt bepaald aan minstens 1 cm per persoon.
Het totaal aantal cm breedte vormt de theoretische evacuatiecapaciteit; voor gebouwen onderworpen aan de Basisnormen gelden alleen de veelvouden van 60 cm.
Uitgangen bevinden zich in tegenovergestelde zin t.o.v. elkaar en gelijkmatig verdeeld.
Als (nood-)uitgang kunnen alleen deuren aanvaard worden; poorten tellen enkel wanneer zij in open stand vergrendeld staan (min. 2 m vrije hoogte) of ingevuld zijn met deuren.
De uitgangen kunnen onmiddellijk en gemakkelijk geopend worden bij brand of paniek en leiden rechtstreeks naar buiten of naar een veilige plaats; de maximale loopafstand tot de (nood-)uitgangen bedraagt 45 m.
Vanaf een bezetting hoger dan 50 personen draaien alle (nood-)uitgangen open in vluchtzin of moeten in geopende stand worden geblokkeerd bij bezetting; uitzondering wordt gemaakt voor één enkelvoudige inkomdeur indien deze op een openbaar terrein uitkomt.
Voor en achter de deuren die naar buiten leiden mag niets geplaatst worden die de evacuatie kan hinderen.
Buiten dient men zich te kunnen verwijderen naar een veilige plaats (in akkoord met de brandweer).
5° bijzondere lokalen en installaties
5.1. Commerciële en collectieve keukenactiviteiten
De keukenactiviteiten moeten van de rest van het gebouw gescheiden worden door wanden met een minimale brandweerstand EI60 of metselwerk of beton, en verbindingsdeuren zijn zelfsluitend of bij brand zelfsluitend met een minimale brandweerstand EI130.
Wanneer de keukenactiviteiten niet brandwerend gescheiden zijn ten opzichte van de aangrenzende verbruiksruimte, dan dient elk vast gemonteerd frituurtoestel voorzien zijn van een vaste automatische blusinstallatie die gekoppeld wordt aan een toestel dat de toevoer van energie van het frituurtoestel onderbreekt. In voorkomend geval dient het geheel van keuken met verbruikszaal brandveilig gecompartimenteerd worden van de rest, dit cfr. voorgaand voorschrift.
In publiek toegankelijke ruimtes mogen voedselbereidingen met losse huishoudelijke toestellen (niet vast gemonteerd) enkel elektrisch; los opgestelde elektrische friteuses kunnen enkel in een ander lokaal, een andere tent of buiten; losse toestellen op gas kunnen enkel buiten of in een andere tent op minstens 4 m van de publiek toegankelijke ruimte.
Het deksel van elke friteuse dient onmiddellijk beschikbaar te zijn én een blusdeken dient in de nabije omgeving opgehangen te zijn.
5.2. Gasinstallatie
Conformiteit moet blijken uit de periodieke keuring.
5.3. Elektrische installatie
Conformiteit moet blijken uit de periodieke keuring.
5.4. Verwarming
Binnen kunnen enkel vaste toestellen toegelaten worden.
Conformiteit moet blijken uit de periodieke keuring.
Elk verwarmingstoestel moet veilig opgesteld zijn.
Verwarmingstoestellen met verbranding moeten aangesloten zijn op een schoorsteen.
6° Veiligheidsuitrusting
6.1 Pictogrammen in het kader van evacuatie
De plaats en de richting voor alle uitgangen en nooduitgangen moeten aangeduid worden met reglementaire pictogrammen, van hetzelfde type binnen eenzelfde gebouw.
6.2. Veiligheidsverlichting
De inrichting moet uitgerust worden met een veiligheidsverlichting die een voldoende lichtsterkte heeft om een veilige evacuatie te verzekeren. Deze verlichting moet onmiddellijk in werking treden bij een stroomonderbreking en een autonomie van één uur hebben.
6.3.Melding, waarschuwing en alarm
De melding van ontdekking of detectie van brand moet onmiddellijk aan de brandweerdiensten kunnen worden doorgegeven via een meldingstoestel.
● Waarschuwing en alarm is verplicht:
bij een gebruikte publiek toegankelijke ruimte van meer dan 100 m²
● bij meerdere voor publiek toegankelijke, van elkaar gescheiden lokalen of ruimten
6.4.Branddetectie
Indien branddetectie vereist, dan wordt bedoeld een passende automatische installatie van het type totale bewaking, ontworpen en uitgevoerd volgende de regels van goed vakmanschap.
Waar doormelding vereist is, dient dit automatisch via een overwaakt systeem met meldkamer (24/7 bewaking).
6.5.Blusmiddelen
Er moet minstens een aangepast blustoestel opgehangen worden met een minimum inhoud van 1 bluseenheid per 150 m² vloeroppervlakte en per bouwlaag. Dit toestel moet goed bereikbaar zijn en voorzien worden van een reglementair pictogram.
Een blusdeken dient in de nabije omgeving van de kookinfrastructuur opgehangen te zijn.
7° brandveiligheid
7.1 bouwmaterialen, bekledingen en versieringen
Alle aangebrachte bouwmaterialen, bekledingen en versieringen mogen geen bijzonder risico voor de (brand-)veiligheid met zich meebrengen.
7.2 open vuur
Elke vorm van open vlam is in gesloten publieke ruimtes verboden:
- sfeervuren en vuuranimatie
- pyrotechnische en speciale effecten
(tenzij door de eigenaar/uitbater/organisator de nodige maatregelen zijn genomen horende bij een risicoanalyse).
8° uitbatingsvoorschriften
8.1.bezetting
De bezetting dient door de uitbater bepaald te worden rekening houdend met;
○ min. 1: tot max. 50 personen
○ min. 2: tot max. 500 personen
○ min. 3: tot max. 1000 personen
○ min. (2+N): tot max. N-duizend personen (N = geheel cijfer > 0)
De totale breedte van de uitgangen bedraagt minstens 1 cm per persoon.
Voor gebouwen sedert KLB 7/7/1994 gelden enkel gehele veelvouden van 60 cm.
De breedte van trappen:
Trappen dalend 1,25 cm/persoon
Trappen stijgend 2,00 cm/persoon
Enkel rechte trappen worden aanvaard als evacuatietrap voor het publiek.
De bezetting op basis van de uitgangsbreedte bepaalt de theoretische capaciteit.
○ gebouwen die NIET voldoen aan de Basisnormen: 1 pers/m² NETTO oppervlakte
○ gebouwen die voldoen aan de Basisnormen: 2 pers/m² NETTO oppervlakte
○ tenten NIET gekeurd door een keuringsorganisme: 1 pers/m² NETTO oppervlakte
○ tenten gekeurd door een keuringsorganisme: 2 pers/m² NETTO oppervlakte
○ buitenruimte: 2 pers/m² NETTO oppervlakte
De bezetting op basis van de NETTO oppervlakte (na aftrek van alle voorwerpen, zoals tenten, podium, vestiaire… - oppervlaktes met vast gemonteerde zitplaatsen vormen een afzonderlijk gedefinieerde capaciteit) én effectief VRIJE en BRUIKBARE uitgangen (cfr. 1.4) dient vergeleken te worden met voormelde theoretische capaciteit. De kleinste waarde geldt en wordt de veiligheidscapaciteit genoemd.
De veiligheidscapaciteit moet door de uitbater steeds kunnen voorgelegd worden aan de bevoegde instanties.
De uitbater moet bewaken dat de veiligheidscapaciteit niet overschreden wordt.
8.2 Veiligheidsinstructies en brandweerinformatie
● Alle medewerkers moeten duidelijke instructies ontvangen over de taakverdeling bij brand (of een ander incident) en over het gebruik van brandbestrijdingsmiddelen, de waarschuwings-en alarminstallatie,…
● De aanwezigen moeten de nodige brandinstructies ontvangen, onder meer wat betreft het bestaan en het gebruik van de verschillende vluchtwegen, de brandbestrijdingsmiddelen, de waarschuwings- en alarminstallatie,...
● Deze instructies moeten op gepaste wijze kenbaar gemaakt worden.
● Op vraag dienen de instructies aangevuld te worden met een grondplan/inlichtingenfiche die de technische risico's, veiligheidsuitrusting en evacuatiemogelijkheden verduidelijkt.
8.3.Periodieke controles
Een veiligheidsdossier moet voorgelegd kunnen worden aan bevoegde personen. Dit omvat onder meer de periodieke keuringen, verslagen en attesten zoals opgenomen in tabel 1.
8.4. Algemeen
Buiten hetgeen voorzien is door onderhavige reglementering, moet de uitbater, op het vlak van de veiligheid, alle nodige maatregelen nemen om de personen, aanwezig in de inrichting, te beschermen tegen brand, paniek en ontploffingen.
Onderafdeling 3. Bijkomende maatregelen bij nachtbezetting (kamerwonen)
Art. 92
1° indeling en gebruik
Locaties met nachtbezetting waar 1 of meerdere basisvoorzieningen (eten, slapen, wassen) moeten gedeeld worden en gebouwen met (slaap-)kamerverhuur – verder genoemd ‘kamerwonen/kamerwoning'’ worden ingedeeld in drie categorieën:
Categorie 1: de lage gebouwen (hoogte bovenste bouwlaag < 10 m).
Categorie 2: de middelhoge gebouwen (hoogte bovenste bouwlaag vanaf 10 m tot 25 m).
Categorie 3: de hoge gebouwen (hoogte bovenste bouwlaag 25 m of meer).
Eventuele private delen dienen mee opgenomen bij de automatische branddetectie- installatie, tenzij dit privaat deel brandveilig gescheiden is van het kamerwonen door wanden met een minimale brandweerstand EI60 of metselwerk of beton, en verbindingsdeuren die zelfsluitend of bij brand zelfsluitend zijn, met een minimale brandweerstand EI130.
2° Inplanting
Locaties voor nachtbezetting (en de bijhorende gemeenschappelijke lokalen) mogen slechts grenzen aan andere ruimten met een bestemming vreemd aan het kamerwonen, voor zover ze ervan gescheiden zijn door wanden met EI 60 of bestaande uit metselwerk/beton. De deuren in deze wanden moeten een brandweerstand EI1 30 hebben en (bij brand) zelfsluitend zijn.
Het gedeelte van het gebouw met kamers moet over een toegang beschikken die afgescheiden is van andere ruimten met een bestemming vreemd aan het kamerwonen door wanden en deuren met voornoemde eigenschappen.
3° Constructie en compartimentering
3.1 Constructieve elementen
§1 De constructieve elementen die de stabiliteit van het gebouw verzekeren, zoals kolommen, dragende wanden, hoofdbalken, vloeren en andere essentiële delen die de draagconstructie van het gebouw vormen, moeten ofwel beantwoorden aan de hiernavolgende vereisten:
- voor de categorie 1: R 30;
- voor de categorieën 2 en 3 : R 60;
ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton.
§2 Indien aan de voorschriften van de vorige paragraaf niet voldaan wordt moet het ganse gebouw uitgerust worden met een algemene branddetectie-installatie type totale bewaking met doormelding (24/7 bewaking).
3.2 Compartimentering algemeen
Iedere bouwlaag, die geen normaal evacuatieniveau is, vormt één of meer compartimenten.
De oppervlakte van een compartiment moet kleiner zijn dan 1250 m².
Een compartiment kan ook gevormd worden door twee opeenvolgende bouwlagen met binnenverbindingstrappen – duplex- als de gecumuleerde oppervlakte van die twee bouwlagen niet groter is dan 1250 m2.
De lengte van een compartiment wordt gedefinieerd als de afstand tussen de twee punten van het compartiment die het verst van elkaar verwijderd zijn. Deze lengte mag niet meer dan 75 m bedragen.
De wanden tussen de compartimenten moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton, ofwel beantwoorden aan de hiernavolgende minima:
- voor de categorie 1: EI 30;
- voor de andere categorieën: EI 60.
Indien aan bovenvermelde voorschriften niet voldaan wordt, moet de inrichting uitgerust worden met een branddetectie-installatie type totale bewaking met doormelding (24/7 bewaking).
De verbinding tussen twee compartimenten wordt slechts toegestaan bij gebruik van zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met brandweerstand EI1 30.
3.3 Kamerwanden
De verticale wanden zijn in metselwerk of beton of hebben brandweerstand EI60.
De toegang(binnen)deuren tot de kamers moeten brandweerstand EI1 30hebben.
4° Evacuatie
4.1 Algemeen
De evacuatiewegen moeten oordeelkundig verdeeld worden over het gebouw en een vlugge en gemakkelijke ontruiming van personen toelaten.
Elk compartiment, de kelderverdieping uitgezonderd en voor zover er geen kamers in ingericht worden, moet minstens twee onafhankelijke vluchtmogelijkheden hebben in geval van brand.
De eerste vluchtmogelijkheid bestaat uit de gebruikelijke toegang (deur, trap).
Aanvaardbare oplossingen voor de tweede vluchtmogelijkheid zijn:
een tweede binnentrap;
- een buitentrap;
- een opendraaiend of openschuivend venster per kamer, voor kamers op het gelijkvloers;
- een opendraaiend venster of openschuivend venster per kamer, voor kamers op de 1e bouwlaag boven het gelijkvloers;
- een opendraaiend of openschuivend venster per kamer, rechtstreeks of onrechtstreeks (via een begaanbare passerelle, afdak of platform) aansluitend op een ladder (voor kamers met een kamervloer lager dan 10 m ten opzichte van het maaiveld) of trap (voor kamers met een kamervloer hoger dan 10 m ten opzichte van het maaiveld), dakvensters moeten van het type zijn die bovenaan scharnieren;
- een opendraaiend of openschuivend venster, per kamer, dat toegankelijk is voor de ladderwagen van de brandweer, voor de inrichtingen van categorieën 1 en 2 (dakvensters moeten van het type zijn die bovenaan scharnieren).
Van de trap en de ladder mag het laatste deel geleed worden of mag vanaf het laatste deel gesprongen worden mits een bordes van minimum ca. 0,8 m x 0,6 m aanwezig is op max. 3 m ten opzichte van het maaiveld.
De te gebruiken ramen dienen minstens een nuttige doorgang te hebben van ca. 0,8 x 0,6 m.
De af te leggen weg, vanaf iedere plaats in het gebouw, mag niet groter zijn dan 30 m tot de eerste vluchtmogelijkheid en 60 m tot de tweede vluchtmogelijkheid. De lengte van de doodlopende delen van de evacuatiewegen mag niet meer bedragen dan 15 m.
De toegang tot elke elke uitgang, moet veilig en vlot kunnen gebeuren. De aansluiting aan elke trap of ladder moet veilig zijn:
a) voor nieuwe kamerwoningen vanaf 1 augustus 2025 geldt:
- de toegang tot een trap of ladder gebeurt via een bordes van min. ca. 0,8 x 0,6 m, voorzien van een leuning;
- bij gebruik van ladders mogen maximaal 3 bouwlagen verbonden worden zonder gebruik van een rust-/tussenbordes;
- het evacuatietraject dient verlicht met veiligheidsverlichting én functionele verlichting.
b) voor bestaande kamerwoningen gelden voormelde bepalingen uiterlijk vanaf 1 augustus 2035.
4.2 Evacuatieruimten
§1. algemeen
De kamers en andere lokalen waar huurders vertoeven, moeten naar buiten uitgeven ofwel rechtstreeks ofwel via een evacuatieweg.
Buiten moet men zich kunnen verwijderen weg van het gebouw.
§2. Wanden van de evacuatiewegen
De binnenwanden van evacuatiewegen moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton, ofwel een brandweerstand EI 60 (EI30 bij enkel gelijkvloerse bouwlaag) hebben. De toegangsdeuren van de andere lokalen dan kamers (uitgezonderd sanitair) tot de evacuatiewegen moeten zelfsluitend of bij brand zelfsluitend zijn met brandweerstand EI1 30.
§3. Binnentrappenhuizen
Elke binnentrap die verschillende compartimenten verbindt, moet ommuurd worden.
Voor de inrichting van de categorie 1 mogen de muren en toegangsdeuren van de kamers de ommuring vormen.
De binnenwanden van de trappenhuizen moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton, ofwel beantwoorden aan de hiernavolgende minima:
- voor de categorieën 1: EI 30;
- voor de categorie 2 en 3: EI 60.
De trappenhuizen geven toegang tot een evacuatieniveau. De trappenhuizen die toegang geven tot de ondergrondse verdiepingen mogen niet rechtstreeks in het verlengde liggen van deze die dienen voor verdiepingen boven een evacuatieniveau.
Dit sluit niet uit dat het ene trappenhuis boven het andere mag liggen, mits de wanden die ze scheiden voldoen aan de voorwaarden vereist voor de wanden van de trappenhuizen.
De toegang tot de trappenhuizen geschiedt voor de categorie 2 via een branddeur EI1 30 zelfsluitende of bij brand zelfsluitend. Voor categorie 3 dienen twee dergelijke deuren voorzien in een sas met wanden EI 60 en een oppervlakte van minimum 2 m2.
§4. Buitentrappen als evacuatiewegen
Onverminderd de bepalingen van paragraaf 1 gelden voor de buitentrappen:
- maximum helling 45°;
- minimum nuttige breedte 0,60 m;
- aantrede minimum 0,10 m;
- optrede maximum 0,20 m;
- treden moeten antislip uitgevoerd worden;
- moeten vervaardigd worden uit onbrandbare materialen;
- voorzien worden van leuningen langs beide zijden van trap;
§5. Buitenladders
De buitenladders moeten stevig bevestigd zijn. Zij mogen vast of uitklapbaar zijn.
Ze moeten uitgeven op een plaats waar de gebruikers zich in veiligheid kunnen stellen.
De tussenafstand van de treden, as op as gemeten, moet 250 à 300 mm bedragen. De breedte moet minstens 0,4 m zijn.
De bovenste trede moet minimum 1 m boven het hoogste toegangsniveau van de ladder bevinden.
De tussenafstand tussen de muren en de ladder bedraagt minstens 0, 2 m.
Een valbeveiliging dient steeds voorzien, indien dit niet kan gerealiseerd worden door de afstand tussen muur en ladder dient een specifieke kooibeveiliging aangebracht.
5° Bijzondere lokalen
5.1 Parkeerruimten
De parkeerruimten moeten afgescheiden worden van de andere lokalen van het gebouw door wanden met EI 60 of bestaande uit metselwerk/beton en zelfsluitende deuren met een brandweerstand EI1 30.
6° Veiligheidsuitrusting
6.1 Waarschuwing, alarm, detectie
§1. Waarschuwing en alarm
De waarschuwing- en alarmseinen of –berichten moeten door alle betrokken personen kunnen opgevangen worden en mogen niet met elkaar noch met andere seinen verward kunnen worden.
§2. Automatische branddetectie
De uitbating is uitgerust met een passende automatische branddetectie-installatie van het type totale bewaking. Die automatische branddetectie-installatie is ontworpen en uitgevoerd volgende de regels van goed vakmanschap.
Waar doormelding vereist is dient dit automatisch via een overwaakt systeem met meldkamer (24/7 bewaking).
7° Eisen op gebied van reactie bij brand
De eisen die opgenomen zijn in volgende tabel dienen toegepast te worden voor nieuwe bekledingen of wanneer de bestaande bekledingen worden vervangen.
| vloerbekledingen | vlottende en vaste bekledingen van | bekledingen van plafonds en |
technische lokalen | AO | AO | AO A2-s3, d0 |
evacuatiewegen | A2 | A1 | A1 |
andere gemeenschappelijke ruimtes, | A3 | A2 | A1 |
8° Uitbatingsvoorschriften
De permanente maatregelen die in het kader van 8.4 door de uitbater genomen worden, moeten vermeld worden in een huishoudelijk reglement.
De huurders moeten, bij inschrijving en het personeel, bij indienstneming, alsook periodiek en ten minste éénmaal per jaar ingelicht worden over het bestaan en gebruik van de verschillende vluchtwegen, melding -, waarschuwing- en alarminstallatie, blusinrichtingen… Deze moeten te allen tijde vrij bereikbaar en gebruiksklaar gehouden worden.
De goede werking van zelfsluitende en bij brand zelfsluitende deuren mag niet verhinderd worden.
De opmerkingen die voorkomen in de processen-verbaal van de periodieke controles moeten onverwijld gevolgd worden door de nodige aanpassingen en verbeteringen.
9° Onderhoud en controle
De technische uitrusting en de veiligheidsuitrusting van de inrichting moet in goede staat gehouden worden.
De exploitant laat op zijn verantwoordelijkheid die uitrusting door bevoegde personen periodiek onderhouden en controleren overeenkomstig de bijgevoegde tabel 1.
Deze data dienen eveneens bijgehouden te worden in een register.
Bovendien dient elke uitbreiding en wijziging van de technische en veiligheidsuitrusting te gebeuren volgens de regels van de kunst en van goed vakmanschap. Dit dient bevestigd door een nieuw verslag/attest.
10° Uitzonderingen
10.1 beperkte kamerverhuur in private huisvesting
Voor een kamerwoning waar maximaal 3 éénpersoonskamers (of accommodatie voor max. 3 personen) verhuurd wordt en waarbij de verhuurder zelf in de kamerwoning woont, geldt enkel de Vlaamse verplichting inzake autonome rookdetectoren.
10.2 beperkt nachtverblijf in jeugdlokalen, enkel op gelijkvloers of eerste bovengrondse verdieping van een gebouw
Voor jeugdlokalen, waar tijdelijk overnacht wordt (max. 60 dagen per jaar) door georganiseerde jeugdgroepen onder begeleiding, gelden naast de reguliere voorwaarden voor het gebouw:
1. Voor elke ruimte waarin geslapen wordt dienen 2 onafhankelijke vluchtwegen beschikbaar te zijn
(de ene blijft bruikbaar als de andere onbruikbaar wordt).
a. De eerste evacuatiemogelijkheid is de normale uitgang.
b. Als tweede evacuatiemogelijkheid worden de volgende oplossingen aanvaard:
1) een tweede binnentrap of een buitentrap;
2) een al of niet uitklapbare buitenladder;
3) een opengaand raam dat een vlotte evacuatie toelaat (nuttige doorgang min. ca. 0,6 x 0,8 m) voor kamers op het gelijkvloers;
4) een buitendeur.
2. De bezetting van elke slaapruimte wordt bepaald op basis van 2 m² per persoon, met een maximum van 50 personen.
3. Elke ruimte waar geslapen wordt mag geen brandgevaarlijke activiteiten bevatten (bv. koken, open haard, …).
4. Branddetectie dient voorzien in alle gebruikte lokalen en van in elke slaapruimte tot aan beide vluchtmogelijkheden naar buiten.
Onderafdeling 4. Bijkomende maatregelen bij tijdelijke constructies
Art. 93.
1° Indeling en gebruik
Volgende tijdelijke constructies vallen onder dit deel met bijkomende maatregelen:
-podia
-tribunes
-tenten
-kramen
Indien één of meerdere van voormelde constructies deel uitmaken van een groter gebeuren, dan dient dit in zijn geheel beoordeeld in een afzonderlijk veiligheidsdocument, waarbij bijkomende regels kunnen van toepassing zijn.
2° Inplanting
Voor tijdelijke constructies (tenten, kramen,…) gelden volgende afstandsregels;
- De onderlinge afstand tussen kramen moet min. 1 m zijn.
- Afstand tot gevels van derden met brandweerstand EI60 of uit vol metselwerk/beton: minimum 1 m.
- Afstand tot gevels van derden zonder EI60 of uit niet vol metselwerk/beton: min. 4 m voor kraampjes met brandrisico.
De tijdelijke constructies mogen de (nood-)uitgangen en evacuatiewegen van derden niet belemmeren.
Bewoonde panden moeten bij tijdelijke constructies toegankelijk blijven voor de hulpdiensten.
3° Constructie en compartimentering
De stabiliteit dient steeds gewaarborgd, ook bij extra belasting door weersinvloeden (wind, sneeuw,…).
De nodige maatregelen dienen hiertoe genomen en desgevallend bijgestuurd.
Dit dient aangetoond:
- voor een capaciteit tot 1000 pers. of een gecumuleerde gebruikte opp. vanaf 100 m²: door de constructeur of plaatser;
- voor een capaciteit vanaf 1000 pers. of een gecumuleerde gebruikte opp. vanaf 500 m² of bij meerdere bouwlagen: door een keuringsorganisme.
Het verslag dient gunstig te zijn voor minstens 3 aspecten:
1. de plaatsing/opstelling (referentie is het bouwboek van de fabrikant horend bij een tent/tijdelijke constructie);
2. de lasten (eigen gewicht, gebruikslasten, wind- en sneeuwbelasting);
3. brandreactie van de brandbare materialen (vervaardigd of bekleed met materialen brandklasse min. A2 (Belgisch), M2 (Frans) of C (Europees)).
4° Evacuatie
De nodige evacuatieruimte rond elke tijdelijke opstelling moet steeds gewaarborgd blijven.
5° Bijzondere ruimtes en installaties
Ter bescherming tegen de risico’s verbonden aan installaties of technieken dienen de nodige maatregelen genomen. Dit moet blijken uit de risicoanalyse, regels van goede praktijk, instructies en positieve/geldige keuringsverslagen of rapporten.
Een minimumafstand van 4 m dient steeds behouden tussen de publiektoegankelijke ruimtes en technische voorzieningen (of eraan gekoppelde activiteiten) zoals stroomvoorziening, verwarming, verlichting, koken, gas.
6° Veiligheidsuitrusting
Voor tenten en afgesloten terreinen kan als alarmsysteem gelden:
- tot 500 personen: de klankinstallatie;
- tot 1000 personen: de klankinstallatie met als back-up megafoon(s);
- boven 1000 personen of bij meerdere bouwlagen: de klankinstallatie met autonome stroombron.
Tabel 1: periodieke controles
voorwerp | gebouw | tenten | ||||
| inhoud | Perio. | Uitvoer. | Perio. | Uitvoer. | |
Hoogspanning | Conf. | J | EDTC | - | - | |
Laagspanning | Conf. | 5j | EDTC | Werk. | EDTC | |
Veiligheidsverlichting | Conf. | Indienstn. | EDTC | - | - | |
Veiligheidsverlichting | Werk. | J | BP | Werk. | BP | |
Verwarming (gas) | Werk. | 2j | BI | Werk. | BI | |
Verwarming (mazout, vast) | Werk. | j | BI | Werk. | BI | |
Schoorsteen (mazout, vast) | Werk. | j | BI | - | - | |
Gasdichtheid | Conf. | 4j | BI | Werk. | BI | |
Waarschuwing & alarm | Werk. | j | BI | Werk. | BP | |
Branddetectie | Conf. | Indienstn. | EDTC | - | - | |
Branddetectie | Werk. | j | BI | - | - | |
Blustoestellen | Werk. | j | BI | j | - | |
Checklist goede staat en werking: | Werk. | continu | BP | - | - | |
EDTC = erkende dienst voor technische controles (‘erkend organisme’)
BI = bevoegd installateur
BP = bevoegd persoon (aangeduid door de uitbater/eigenaar)
conf. = conformiteit met de geldende voorschriften/normen
werk. = goede werking bij gebruik
aut. = autonomie
indienstn. = indienstname
Begrippenkader - brandveiligheid Publiek Toegankelijke Plaatsen
Gebouw
= een voor mensen toegankelijke overdekte ruimte, geheel of gedeeltelijk omsloten met wanden
Open gebouw of tent
= een gebouw of tent wordt als open beschouwd bij ten minste 50% volledig open buitenwanden
Theoretische capaciteit
= de maximale capaciteit die op een bepaalde plaats infrastructureel aanwezig kan zijn, rekening houdend met de regels uit art. 210 en art. 222 inzake uitgangen (aantal, plaats, breedte én karakteristieken) en inzake oppervlakte (bruto, t.t.z. zonder aanwezigheid van andere dan de normale vaste objecten)
Veiligheidscapaciteit
= de kleinste waarde van capaciteit op een bepaalde plaats en naar aanleiding van algemeen of specifiek gebruik, bepaald door a en b:
a. de netto bruikbare oppervlakte (na aftrek van alle voorwerpen zoals tenten, podia, vestiaire,etc. – losse tafels en stoelen dienen hierbij niet afgetrokken)
b. de totale evacuatiebreedte van de vrije en conforme uitgangen.
Kamerwoning
= locatie met nachtbezetting waar 1 of meerdere basisvoorzieningen (eten, slapen, wassen) moeten gedeeld worden OF gebouwen met (slaap-)kamerverhuur
Nieuwe kamerwoning
= elke kamerwoning die een omgevingsvergunning aanvraagt vanaf de datum van inwerkingtreding
Parkeerruimte
= plaats waar volgende voertuigen gestald kunnen/mogen worden:
- gemotoriseerd voortbewegingstoestel;
- gemotoriseerd rijwiel;
- bromfiets;
- motorvoertuig
● De artikelen 94 en 95 van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk worden opgeheven.
● In het bijzonder deel van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk wordt het hoofdstuk 8 'brandveiligheid' van titel 3, bestaande uit de artikelen 233 tot en met 292, opgeheven.
● onderhavige aangepaste APV treedt in werking op 1 augustus 2025.
aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Zitting van 10 JULI 2025
4. Hoogstraat 70-72 - aankoop bouwgrond - principiële goedkeuring
Aanleiding en context
De gemeenteraad wordt gevraagd principieel akkoord te gaan met de aankoop van twee percelen bouwgrond gelegen in de Hoogstraat 70-72 en kadastraal gekend onder Deerlijk, 1e afdeling, sectie A, perceelnummers 245Y en 245Z.
Motivering
De percelen grond Hoogstraat 70-72 worden te koop aangeboden. Voor de gemeente is de aankoop een opportuniteit omdat op deze manier een aansluiting kan gemaakt worden tussen verschillende percelen waarvan de gemeente reeds eigenaar is.
De gemeente wenst de twee percelen bouwgrond, gelegen Hoogstraat 70-72 en kadastraal gekend onder Deerlijk, 1e afdeling, sectie A, perceelnummers 245Y en 245Z, aan te kopen.
Voor de opmaak van het schattingsverslag werd beëdigd landmeter-expert Bart Degezelle, gevestigd te Molendreef 33, 8570 Anzegem, aangesteld. Het schattingsverslag werd op 25 juni 2025 ontvangen.
Er werd een akkoord bereikt met de eigenaars van de gronden om deze aan te kopen tegen de geschatte waarde van 341.455,00 euro en dit in de staat zoals deze er op vandaag bij liggen.
Voorgesteld wordt om Notarissen Deerlijk te belasten met de opmaak en het verlijden van de notariële akte.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 11° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit de aankoop van twee percelen bouwgrond, gelegen in de Hoogstraat 70-72 en kadastraal gekend onder Deerlijk, 1e afdeling, sectie A, nummer 245Y en 245Z, voor de overeengekomen prijs van 341.455,00 euro, goed te keuren.
Artikel 2
Notarissen Deerlijk wordt aangesteld voor de opmaak en het verlijden van de akte.
aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Zitting van 10 JULI 2025
5. Premiereglement - huwelijksjubilea - goedkeuring
Aanleiding en context
De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement voor huwelijksjubilea goed te keuren met ingang van 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031.
Motivering
Het huidige premiereglement voor huwelijksjubilea loopt ten einde op 31 december 2025.
Voorliggend reglement betreft een hernieuwing en aanpassing van het huidige premiereglement voor huwelijksjubilea.
Conform artikel 41, tweede lid, 23° van het Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van subsidiereglementen tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.
Het college van burgemeester en schepenen heeft voorliggend reglement in zitting van 25 juni 2025 besproken en heeft de voorzitter van de gemeenteraad verzocht de goedkeuring van dit reglement te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 41, § 2, 23°, art. 286, 288, 330 Decreet Lokaal Bestuur
Financiële gevolgen
Het premiereglement op zich heeft geen financiële gevolgen, wel de uitwerking ervan.
Deze is op heden niet gekend.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:
PREMIEREGLEMENT voor huwelijksjubilea
Art. 1.
Men kan een premie verkrijgen bij een huwelijksjubileum.
Art. 2.
Deze premie betreft een geschenk van de gemeente aan Deerlijkse jubilarissen.
Art. 3.
Onder jubilea wordt begrepen: de jubilarissen die hun 50ste huwelijksverjaardag vieren en vanaf de 60ste huwelijksverjaardag, om de 5 jaar.
Art. 4.
De premie bedraagt:
Niet-vierders | 25 euro |
Ontvangst gemeentehuis | 75 euro |
Bezoek ten huize/andere locatie | 125 euro |
Art. 5.
Het geschenk wordt aangeboden in de vorm van Deerlijkbonnen, om zo ook de lokale economie te steunen.
Art. 6.
Tenminste één van beide jubilarissen moet gedomicilieerd zijn in Deerlijk op het ogenblik van de huwelijksverjaardag, om recht te hebben op de premie. Voor het organiseren van een eventuele ontvangst of bezoek, wordt contact opgenomen door het secretariaat met de gemeente/stad waar de jubilerende partner gedomicilieerd is, om in onderling overleg te bepalen waar de eventuele viering zal plaatsvinden (in één van beide gemeenten/steden).
Art. 7
De aanvraag van de premie dient te gebeuren via het daartoe bestemde aanvraagformulier of via de gemeentelijke website.
Art. 8.
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot 31 januari 2031.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement
bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 4
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Zitting van 10 JULI 2025
6. Toegevoegd punt bij toepassing van artikel 21 - Uitbreiding openingsuren van het gemeentehuis van Deerlijk - beslissingen - Toegevoegd punt
Aanleiding en context
De gemeenteraad wordt gevraagd een antwoord te bieden op de vragen, gesteld door raadslid Philip Ghekiere voor Team Deerlijk, i.k.v. uitbreiding openingsuren van het gemeentehuis van Deerlijk.
Motivering
Conform artikel 21 van het Decreet Lokaal Bestuur kunnen gemeenteraadsleden uiterlijk vijf dagen voor de vergadering punten aan de agenda toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad.
Bij mail van 12 juni 2025 vraagt raadslid Philip Ghekiere voor Team Deerlijk om volgend punt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van 10 juli 2025:
"Geachte,
Team Deerlijk wil graag een punt toevoegen aan de agenda van de gemeenteraad van 10 juli 2025. Wil hieronder het toegelicht voorstel van beslissing vinden dat wij aan de raad willen voorleggen.
Uitbreiding openingsuren van het gemeentehuis van Deerlijk
Aan de raad wordt gevraagd om te beslissen om de openingsuren van het gemeentehuis zo aan te passen dat het elke week op zaterdagvoormiddag tenminste twee uur toegankelijk is voor de totale dienstverlening i.v.m. burgerzaken, ook voor burgers zonder afspraak.
Het gemeentehuis openstellen op zaterdag heeft verschillende voordelen vanuit het perspectief van de burger. De belangrijkste redenen waarom dit wenselijk is, zijn:
1. Betere toegankelijkheid voor werkenden
Veel mensen werken van maandag tot vrijdag tijdens de kantooruren. Door op zaterdag open te zijn, krijgen zij een extra kans om gemeentelijke zaken te regelen zonder verlof op te nemen.
2. Verbeterde dienstverlening
Open zijn op zaterdag laat zien dat de gemeente inzet op klantgerichte en toegankelijke dienstverlening. Een ‘open huis’ vergroot de tevredenheid en het vertrouwen van de burgers.
3. Uitbreiding van capaciteit en verspreiding van drukte
De afspraakcapaciteit wordt met minstens twee uren uitgebreid. Dat betekent minder lang wachten en een betere spreiding van de bezoekers.
4. Toegankelijkheid voor kwetsbare groepen
Voor mensen die vanwege gezondheidsproblemen, mantelzorg of vervoersproblemen moeilijk op weekdagen kunnen komen, is openstelling op zaterdag zeer praktisch.
5. Aanvragen met persoonlijke aanwezigheid
Voor zaken die de fysieke aanwezigheid vereisen, bijvoorbeeld van kinderen, biedt zaterdag een extra mogelijkheid om dit vlotter af te handelen.
Philip Ghekiere voor Team Deerlijk"
Voormelde vragen werden besproken in het college van burgemeester en schepenen van 25 juni 2025.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 41 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 21 Decreet Lokaal Bestuur
○ Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 30 januari 2025
Financiën
Er zijn geen financiële gevolgen.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit niet/wel in te gaan op de vraag van Team Deerlijk, bij mail van Philip Ghekiere, om de openingsuren van het gemeentehuis zo aan passen dat het elke week op zaterdagvoormiddag tenminste twee uur toegankelijk is voor de totale dienstverlening van burgerzaken, ook voor burgers zonder afspraak.
aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Zitting van 10 JULI 2025
7. Sportraad - statutenwijziging - goedkeuring
Aanleiding en context
De gemeenteraad wordt gevraagd de statuten van de sportraad goed te keuren.
Motivering
In zitting van 27 maart 2025 heeft de gemeenteraad beslist om over te gaan tot de inrichting van de sportraad.
In de algemene vergadering van de sportraad van donderdag 5 juni 2025 werden de statuten goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 18 juni 2025 kennis van de samenstelling van de sportraad.
Het college van burgemeester en schepenen besloot in zitting van 18 juni 2025 de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de aangepaste statuten ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 10 juli 2025.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit de aangepaste statuten van de sportraad als volgt goed te keuren:
Statuten sportraad
In Deerlijk werd op vraag van de gemeenteraad een “Gemeentelijke Sportraad” heropgericht met als doel het stimuleren, adviseren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid
HOOFDSTUK I: DOELSTELLING
Art. 1
De sportraad heeft in het algemeen tot doel de sport, de lichamelijke opvoeding en de openluchtrecreatie te bevorderen bij alle inwoners van de gemeente.
Hij doet dit onder andere door:
● het geven van advies aan de gemeentelijke overheid, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek, inzake alle aangelegenheden die de sportraad belangrijk acht in het kader van het sportbeleid;
● het geven van advies, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek, inzake planning en uitbouw van sportinfrastructuur in de gemeente;
● het tot stand brengen van overleg en samenwerking tussen alle Nederlandstalige sportinitiatieven, onder andere sportverenigingen, sportprojecten, instellingen, scholen en organisaties, zowel private als publieke, die sportieve activiteiten ontplooien op het grondgebied van de gemeente;
● het voorstellen van op de behoeften afgestemde initiatieven op gebied van kaderopleiding;
● de deelname aan het geregeld gezamenlijk overleg met andere bestaande raden voor culturele aangelegenheden en de onderlinge uitwisseling van informatie;
● het huldigen van de sportlaureaten en kampioenen van de gemeente;
● het verstrekken van advies aan het gemeentebestuur i.v.m. speciale sporttoelagen;
● het adviseren van het integraal strategische (sport)meerjarenplan van de gemeente;
● het adviseren van de aanpassingen van het meerjarenplan.
HOOFDSTUK 2: SAMENSTELLING EN STRUCTUUR
Art. 2
De sportraad moet voldoende representatief zijn voor alle bestaande vormen van sportbeoefening bij de bevolking (competitiesport, recreatiesport, schoolsport, vrije tijd en hobby en alle andere bestaande vormen van sportbeoefening bij de bevolking). De representativiteit wordt nagestreefd naar doelgroepen, regio’s, leeftijd en geslacht binnen de gemeente. De sportraad is samengesteld uit een algemene vergadering, kernraad sport en een dagelijks bestuur. Ten hoogste twee derde van de leden is van hetzelfde geslacht.
ALGEMENE VERGADERING
Art. 3
Het gemeentebestuur zal via de sportraad de actoren betrekken die het Nederlandstalig sportleven bevorderen, zijnde:
Art. 4
Elke Deerlijkse sportvereniging, sportorganisatie en sportinstelling wijst, volledig vrij, 1 effectief lid aan. Indien dit lid niet aanwezig kan zijn, mag een vervanger optreden als stemgerechtigd lid. Deze leden dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen:
Art. 5
Alle leden van de algemene vergadering van de sportraad zijn stemgerechtigd. Elk lid heeft 1 stem.
Art. 6
Gemeenteraadsleden kunnen als niet-stemgerechtigd lid de algemene vergadering bijwonen met deelname aan het debat. De schepen bevoegd voor de sport kan als waarnemer de vergaderingen van de sportraad bijwonen.
Art 7
De sportgekwalificeerde ambtenaar (sportfunctionaris) volgt de vergaderingen van de sportraad als waarnemer. De sportgekwalificeerde ambtenaar (sportfunctionaris) heeft een actieve rol, volgt actiepunten mee op, zoekt mee naar oplossingen en staat in voor de informatiedoorstroming van en naar de sportraad. Hij heeft geen stemrecht.
Art. 8
Een vereniging, organisatie, instelling, deskundige,… die lid van de sportraad wenst te worden, dient een aanvraag te richten aan het dagelijks bestuur van de sportraad. Indien ze beantwoordt aan de in art. 3 gestelde normen, kan men toetreden tot de algemene vergadering.
Art 9
Tot de bevoegdheid van de algemene vergadering behoren:
Art. 10
De algemene vergadering komt samen bij het begin van een nieuwe legislatuur. Daarnaast komt de algemene vergadering samen, zo dikwijls als de belangen van de sport het vereisen. Door de verdere digitalisering worden alle leden ten gepaste tijde op de hoogte gebracht van de laatste beslissingen van het gemeentebestuur inzake sportmateries.
KERNRAAD SPORT
Art. 11
Art. 12
Tot de bevoegdheid van de kernraad sport behoren:
Art. 13
De kernraad sport heeft geen recht op tussenkomst in de inhoud van activiteiten die plaatsvinden op initiatief van de gebruikers, behalve wat betreft die activiteiten die in strijd zijn met de wetgeving.
Art. 14
De schepen bevoegd voor de sport wordt als waarnemer uitgenodigd op de vergaderingen van de kernraad sport.
Art. 15
De sportgekwalificeerde ambtenaar (sportfunctionaris) volgt de vergaderingen van de kernraad sport als waarnemer. De sportgekwalificeerde ambtenaar (sportfunctionaris) heeft een actieve rol, volgt actiepunten mee op, zoekt mee naar oplossingen en staat in voor de informatiedoorstroming van en naar het bestuur. Hij heeft geen stemrecht.
Art. 16
De duur van de mandaten bedraagt 6 jaar, behoudens herverkiezing. Wanneer een mandaat van een lid van de kernraad sport tussentijds vacant wordt, wijst de algemene vergadering een opvolger aan, die het mandaat van zijn voorganger voltooit.
Bij vacatie van de functie van voorzitter en/of ondervoorzitter benoemt de kernraad sport een plaatsvervanger tot de eerstvolgende algemene vergadering. Deze wijst een opvolger aan, die het mandaat van zijn voorganger voltooit.
Art. 17
De bevoegdheden die niet uitdrukkelijk aan de algemene vergadering zijn toegewezen, behoren tot de bevoegdheid van de kernraad sport.
DAGELIJKS BESTUUR
Art. 18
De voorzitter en de secretaris van de kernraad sport, de schepen van sport en de sportfunctionaris vormen het dagelijks bestuur.
Art. 19
Het dagelijks bestuur bereidt de vergaderingen van de kernraad sport en de algemene vergadering voor en voert alle taken uit die voortvloeien uit de beslissingen van de kernraad sport en algemene vergadering.
HOOFDSTUK 3: RELATIE GEMEENTEBESTUUR - SPORTRAAD
Art. 20
De sportraad vraagt zijn erkenning aan het gemeentebestuur en legt daartoe zijn statuten/huishoudelijk reglement en de latere wijzigingen ervan, ter goedkeuring voor.
Art. 21
Het gemeentebestuur bepaalt, na advies van de sportraad, de voorwaarden en modaliteiten van de oprichting en erkenning van de sportraad en van de werking van de sportraad, inzonderheid betreffende:
Art. 22
Binnen het kader van de goedgekeurde gemeentebegroting voorziet het gemeentebestuur een werkingsbudget voor de gemeentelijke sportraad.
Art. 23
Het gemeentebestuur stelt een vergaderlokaal ter beschikking aan de sportraad.
Art. 24
Het gemeentebestuur zal ter dekking van de risico's ‘Burgerlijke Aansprakelijkheid en Rechtsbijstand’ en ‘Lichamelijke Ongevallen’ de nodige verzekeringspolissen afsluiten voor de leden van kernraad sport.
Art. 25
De sportraad moet uiterlijk zes maanden volgend op de installatie van de nieuwe gemeenteraad, opnieuw worden opgericht.
aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Zitting van 10 JULI 2025
8. Cultuurraad - statutenwijziging en huishoudelijk reglement - goedkeuring
Aanleiding en context
De gemeenteraad wordt gevraagd om de aanpassing van de statuten van de gemeentelijke cultuurraad, goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen verzocht in de zitting van 2 juli 2025 de voorzitter van de gemeenteraad om de aanpassing van de statuten van de cultuurraad ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van 10 juli 2025.
Er wordt voorgesteld volgende wijziging door te voeren in de statuten:
Er zou vrijer kunnen gesproken worden zonder politieke vertegenwoordiging, dus wordt er voorgesteld om artikel 12
● 'Gemeenteraadsleden – 1 effectief en 1 plaatsvervanger per politieke partij, vertegenwoordigd in de gemeenteraad – kunnen als niet-stemgerechtigd lid de algemene vergadering bijwonen met deelname aan het debat.'
te vervangen door:
● 'Er wordt voor gekozen om naast de aangeduide leden geen andere politieke vertegenwoordigers te laten aansluiten of waarnemen.'
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2 Decreet Lokaal bestuur
● Andere:
○ Art. 286, 288, 330 Decreet Lokaal Bestuur
○ Cultuurraad - samenstelling, statuten en huishoudelijk reglement, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 november 2025
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit de aangepaste statuten en het huishoudelijk reglement van de gemeentelijke cultuurraad als volgt goed te keuren:
STATUTEN GEMEENTELIJKE CULTUURRAAD
HOOFDSTUK 1: Doelstellingen en opdracht
Artikel 1
De cultuurraad biedt een co-creatief en realistisch kader om op een constructieve manier, zowel pro-actief als op vraag van het beleid, advies te verlenen in cultuurgerelateerde aangelegenheden en daarmee op een duurzame manier bij te dragen aan het cultuurbeleid in Deerlijk, in het belang van alle inwoners van de gemeente.
Cultuurgerelateerde aangelegenheden omvatten onder andere:
● ondersteuningsbeleid van (socio)culturele verenigingen
● kunstenbeleid
● amateurkunsten
● cultuureducatie
● programmatie
● toerisme
● erfgoed
● bibliotheek
● buurtwerking
Deze lijst van thema's is louter indicatief.
Artikel 2
Deze opdracht wordt uitgevoerd met inachtneming van volgende principes:
● Samenwerking en overleg tot stand brengen tussen culturele actoren binnen de gemeente.
● Samenwerking en overleg tot stand brengen met andere sectoren, adviesraden en burgerinitiatieven.
● Informatie verzamelen over culturele behoeften en noden.
● Nauwe contacten houden met de adviesraad die het beheer van het gemeenschapscentrum opvolgt.
● Belangen behartigen van de socio-culturele verenigingen.
● Organiseren van bijeenkomsten.
● Organiseren van burgerparticipatie in samenwerking met de cultuurdienst.
● Thematisch en tijdelijk engagement mogelijk maken.
HOOFDSTUK 2: Samenstelling en structuur
Artikel 3
Iedereen (experten, geïnteresseerden, verenigingen) die lid wenst te worden van de cultuurraad of van een (ad hoc) themagroep, kan dit doen door zich schriftelijk of per e-mail kandidaat te stellen bij de secretaris van de cultuurraad of de cultuurdienst. Verenigingen die lid willen worden dienen een zekere affiniteit aan te tonen met culturele aangelegenheden.
Artikel 4
Het lidmaatschap van een vereniging, deskundige of geïnteresseerde wordt pas definitief na
goedkeuring door het bestuur.
Artikel 5
Er wordt gestreefd naar een representatieve samenstelling, op vlak van achtergrond (kunstensector, socio-culturele verenigingen, individuen), geslacht en leeftijd. Maximum 2/3 van de leden zijn van het zelfde geslacht.
Artikel 6
Alle leden van de cultuurraad hebben één stem. De schepen van cultuur en de cultuurfunctionaris zijn waarnemend lid van de cultuurraad. Zij hebben geen stemrecht.
Artikel 7
De cultuurfunctionaris volgt de vergaderingen van de cultuurraad als waarnemer. De
cultuurfunctionaris heeft een actieve rol, volgt actiepunten mee op, zoekt mee naar
oplossingen en staat in voor de informatiedoorstroming van het gemeentebestuur naar de
cultuurraad en omgekeerd.
Artikel 8
De bibliothecaris volgt de algemene vergaderingen van de cultuurraad als waarnemer, zonder stemrecht. De bibliothecaris kan deelnemen aan het debat.
Artikel 9
De cultuurraad bestaat uit een algemene vergadering, bestuur, kern en (ad hoc)
themagroepen.
ALGEMENE VERGADERING
Artikel 10
De algemene vergadering bestaat uit alle geïnteresseerden, experts en vertegenwoordigers uit het socio-culturele verenigingsleven. Via de algemene vergadering worden zij betrokken bij het gemeentelijke cultuurbeleid.
Artikel 11
De vertegenwoordigers en plaatsvervangers uit de verenigingen dienen lid te zijn van de vereniging die zij vertegenwoordigen. Elk lid kan slechts één vereniging vertegenwoordigen. Indien een vertegenwoordiger verhinderd is, kan een plaatsvervanger aangeduid worden.
Artikel 12
Er wordt voor gekozen om naast de aangeduide leden geen andere politieke vertegenwoordigers te laten aansluiten of waarnemen.
Artikel 13
De bevoegdheden en taken van de algemene vergadering :
● wijzigen van de statuten van de cultuurraad;
● aanstellen van de leden van het bestuur;
● goedkeuren en wijzigen van het huishoudelijk reglement;
● detecteren en signaleren van noden in het socio-culturele veld.
BESTUUR
Artikel 14
Het bestuur bestaat uit minimum 7 en maximum 15 leden. De leden worden verkozen uit en door de algemene vergadering. Daartoe worden de nodige bepalingen opgenomen in het huishoudelijk reglement. Er wordt voor de vergaderingen van het bestuur telkens een vertegenwoordiger vanuit de seniorenraad en de jeugdraad uitgenodigd. Zij worden als extra leden toegevoegd aan de vergadering, ongeacht het aantal bestuursleden. Deze vertegenwoordigers hebben eveneens stemrecht en mogen geen politiek mandaat bekleden.
Artikel 15
Onder hun leden worden een voorzitter, secretaris en ondervoorzitter gekozen. De schepen voor cultuur en de cultuurfunctionaris zijn waarnemend lid zonder stemrecht. Er wordt gestreefd naar een representatieve samenstelling vanuit het Deerlijkse socio-culturele veld.
Artikel 16
De bevoegdheden en taken van het bestuur:
● afbakenen en scherpstellen van adviesvragen (zowel op eigen initiatief als op vraag van het gemeentebestuur);
● oprichten en samenstellen van themagroepen;
● formuleren en formaliseren van adviezen, op basis van inhoudelijke insteek uit de themagroepen.
De bevoegdheden die niet uitdrukkelijk aan de algemene vergadering of aan de kern zijn
toegewezen, behoren tot de bevoegdheid van het bestuur.
KERN
Artikel 17
De kern bestaat uit de voorzitter, ondervoorzitter en secretaris. De schepen voor cultuur en de cultuurfunctionaris zijn waarnemend lid van de kern. De voorzitter en ondervoorzitter kunnen slechts twee opeenvolgende legislaturen in die hoedanigheid in het bestuur zetelen.
Artikel 18
De bevoegdheden en taken van de kern :
● voorbereiden van de samenkomsten van het bestuur en de algemene vergadering;
● centrale rol bij adviezen: centraliseren – communiceren – coördineren
○ opvangen en toewijzen van adviesvragen vanuit het gemeentebestuur
○ spontane adviesvragen formuleren en toewijzen
○ opvolgen van adviezen en toegewezen adviesvragen;
● detecteren van noden in het culturele veld;
● uitvoeren van de taken die voortvloeien uit de beslissingen van het bestuur of de algemene vergadering.
THEMAGROEPEN
Artikel 19
De themagroepen kunnen een tijdelijk of permanent karakter hebben. Ze bestaan uit geïnteresseerden of personen met expertise in een specifieke culturele aangelegenheid, door ervaring of achtergrond. Leden van een themagroep moeten niet noodzakelijk lid zijn van de algemene vergadering of het bestuur.
Artikel 20
De oprichting en omschrijving van een themagroep gebeurt door het bestuur. Bij een eerste overleg van een themagroep is ook telkens een bestuurslid aanwezig, met het oog op opvolging en efficiëntie van de werkzaamheden. Dit bestuurslid zorgt voor de opvolging van de activiteiten van de themagroep en communiceert hierover naar het bestuur.
Artikel 21
De taak van een themagroep bestaat uit het geven van een inhoudelijke insteek in adviezen inzake cultuurbeleid en subthema’s.
Artikel 22
De oprichting van een themagroep wordt ter kennis gebracht aan het college van burgemeester en schepenen. Deze omvat een beschrijving van de doelstelling en de opdracht van de themagroep en indien toepasselijk de periode waarin de themagroep actief zal zijn.
HOOFDSTUK 3: Erkenning door de gemeente
Artikel 23
De cultuurraad vraagt haar erkenning aan het gemeentebestuur en legt daartoe haar statuten en de latere wijzigingen ervan ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad.
Artikel 24
De gemeenteraad bepaalt, na advies van de cultuurraad, de voorwaarden en modaliteiten van de oprichting en erkenning van de cultuurraad en van de werking ervan. De gemeenteraad stelt volgende zaken vast:
● de maatregelen waarmee het recht op informatie van de cultuurraad ten aanzien van het gemeentebestuur wordt gewaarborgd;
● de wijze van aanvragen en uitbrengen van de adviezen met inbegrip van de termijn binnen dewelke advies dient te worden uitgebracht;
● de termijn binnen dewelke de gemeenteraad een gemotiveerd standpunt nopens de uitgebrachte adviezen inneemt;
● de maatregelen met betrekking tot de openbaarheid van de werkzaamheden van de cultuurraad;
● de wijze van betrokkenheid van de cultuurraad bij de opmaak, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk meerjarenplan;
● een werkingsbudget voor de gemeentelijke cultuurraad en de modaliteiten die hieraan worden gekoppeld.
Deze maatregelen kunnen worden vastgelegd in een afsprakennota tussen de cultuurraad
en het gemeentebestuur.
HOOFDSTUK 4: Wijziging van de statuten
Artikel 25
Voor de wijziging van de statuten moet 2/3 van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Indien bij een tweede bijeenroeping niet aan deze voorwaarde is voldaan, beslist de algemene vergadering, ongeacht het aantal aanwezigen.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE CULTUURRAAD
HOOFDSTUK 1: Procedure om de raad samen te roepen
Artikel 1
De raad wordt samengeroepen door de voorzitter en de secretaris. De uitnodiging wordt ten minste acht dagen voor de bijeenkomst verstuurd en bevat de dagorde voor de vergadering. Elk lid en elke vereniging heeft nog tot drie dagen voor de bijeenkomst de mogelijkheid om agendapunten toe te voegen door deze te bezorgen aan de secretaris of de cultuurdienst. Het verslag van de vorige bijeenkomst wordt telkens voor de volgende vergadering aan de leden bezorgd.
Artikel 2
De uitnodigingen en verslagen worden via e-mail verstuurd naar de leden. Er ligt telkens een uitnodiging en een verslag ter inzage in het secretariaat van de cultuurdienst.
HOOFDSTUK 2: Vormvereisten voor de vergaderingen
Artikel 3
De algemene vergadering komt minstens één keer per jaar samen. De algemene vergaderingen zijn openbaar. De vergaderdatum en plaats worden bekendgemaakt via de gemeentelijke kanalen. De agenda wordt per e-mail verstuurd naar alle leden van de algemene vergadering en ligt ter inzage in het secretariaat van de cultuurdienst. Documenten en verslagen liggen steeds ter inzage in het secretariaat van de cultuurdienst.
Artikel 4
De vergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter, bij diens afwezigheid door de
ondervoorzitter.
HOOFDSTUK 3: Procedure voor ontslag en opname van leden
Artikel 5
Iedereen die lid wil worden van de cultuurraad kan dit doen door zich schriftelijk of per e-mail kandidaat te stellen bij de secretaris van de cultuurraad of de cultuurdienst.
Artikel 6
Er komt een einde aan het mandaat van een stemgerechtigd lid wanneer:
● Een lid op eigen initiatief ontslag neemt. Dit gebeurt schriftelijk of per e-mail.
● Een lid niet langer de vereniging vertegenwoordigt door stopzetting van het lidmaatschap van die vereniging.
HOOFDSTUK 4: Procedure voor de aanstelling van de leden van het bestuur
Artikel 7
Het bestuur wordt gekozen uit de stemgerechtigde leden van de algemene vergadering en bevat minimum 7 en maximum 15 leden. Kandidaturen worden ingediend bij de secretaris van de cultuurraad of de cultuurdienst. Als er meer dan 15 kandidaten zijn, wordt door de algemene vergadering een geheime stemming georganiseerd. Het bestuur wordt aangevuld met een vertegenwoordiger uit de jeugdraad en een vertegenwoordiger uit de seniorenraad. Zij hebben eveneens stemrecht.
Artikel 8
Leden kunnen zich te allen tijde kandidaat stellen om lid te worden van het bestuur, na voordracht aan de algemene vergadering.
Artikel 9
Er komt een einde aan het mandaat van een bestuurslid wanneer:
● Een lid op eigen initiatief, schriftelijk of per e-mail, ontslag neemt.
● Een lid niet meer voldoet aan de in artikel 10 gestelde criteria.
● Een lid niet langer de vereniging vertegenwoordigt door stopzetting van het lidmaatschap van die vereniging.
Artikel 10
De taken van een bestuurslid :
● Hij/zij vertegenwoordigt een vereniging met culturele affiniteit of heeft expertise op cultureel vlak door ervaring, achtergrond of interesse.
● Hij/zij denkt op een constructieve, opbouwende en positieve manier mee over het gemeentelijke cultuurbeleid in al zijn facetten.
● Hij/zij is bereid om op regelmatige basis bijeenkomsten bij te wonen, frequenter dan de algemene vergadering.
● Hij/zij is bereid om indien de situatie zich voordoet, een tijdelijke, themagroep op te starten en hen te begeleiden in het traject naar adviesverlening.
● Hij/zij houdt de vinger aan de pols en detecteert de noden en behoeften die spelen in het culturele veld.
● Hij/zij schrijft mee aan adviezen die worden uitgebracht bij het college van burgemeester en schepenen.
● Hij/zij detecteert en signaleert mogelijke thema’s waarrond adviezen nuttig en wenselijk zijn.
● Hij/zij geeft nooit individueel advies, enkel bij monde van het volledige bestuur.
● Hij/zij toont respect voor diverse politieke, ideologische, religieuze of filosofische strekkingen.
● Hij/zij neemt de taken van de secretaris over bij diens afwezigheid.
Deze lijst is niet limitatief.
Artikel 11
De taken van de voorzitter :
● Hij/zij zit de algemene vergaderingen, de bestuursvergaderingen en de vergaderingen van de kern voor.
● Hij/zij bereidt de vergaderingen voor, samen met de ondervoorzitter en de secretaris.
● Hij/zij zorgt er voor dat de groep gemotiveerd is en blijft.
● Hij/zij zorgt er voor dat de cultuurraad efficiënt en doelgericht werkt.
● Hij/zij waakt over processen en timing met betrekking tot adviesverlening.
● Hij/zij vertegenwoordigt de cultuurraad.
● Hij/zij waakt over de uitvoering van de taken van de cultuurraad.
● Hij/zij waakt over de efficiëntie van de vergaderingen.
● Hij/zij detecteert en signaleert noden op cultureel vlak.
● Hij/zij neemt de taken van een bestuurslid waar (art. 10).
Deze lijst is niet limitatief.
Artikel 12
De taken van de ondervoorzitter :
● Hij/zij bereidt de vergaderingen voor, samen met de voorzitter en de secretaris.
● Hij/zij zit de vergaderingen voor bij afwezigheid van de voorzitter.
● Hij/zij staat de voorzitter bij in de uitvoering van zijn of haar taken.
● Hij/zij neemt de taken van een bestuurslid waar (art. 10).
Deze lijst is niet limitatief.
Artikel 13
De taken van de secretaris :
● Hij/zij maakt samen met de voorzitter en ondervoorzitter de agenda op en verstuurt die agenda naar de leden.
● Hij/zij waakt over en organiseert de interne communicatie.
● Hij/zij waakt over en organiseert de externe communicatie:
○ Hallo8540;
○ college van burgemeester en schepenen;
○ cultuurdienst;
○ andere gemeentelijke diensten (indien van toepassing);
○ andere kanalen.
● Hij/zij maakt een verslag op van de bijeenkomsten en verstuurt dit verslag naar de leden.
● Hij/zij neemt de taken van een bestuurslid waar (art. 10).
Deze lijst is niet limitatief.
HOOFDSTUK 5: Procedure voor stemmingen
Artikel 14
De raad besluit of adviseert bij gewone meerderheid van stemmen. Als er wordt gestemd over personen of functies, gebeurt dit geheim. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend. De besluiten en gemotiveerde adviezen van het bestuur en van de algemene vergadering worden door de voorzitter en de secretaris schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen meegedeeld. Enkel aangesloten leden hebben stemrecht.
Artikel 15
De raad kan geldige besluiten treffen of gemotiveerde adviezen geven als meer dan de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Voor de wijziging van het huishoudelijk reglement moet 2/3 van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn.
HOOFDSTUK 6: Procedure voor adviezen
Artikel 16
Het bestuur van de cultuurraad schrijft een leidraad uit om tot een gemotiveerd advies te komen. Hierin worden de principes die in de statuten en het huishoudelijk reglement zijn opgenomen, onderschreven. Deze leidraad wordt als bijlage bij het huishoudelijk reglement gevoegd.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op de 5de werkdag na de bekendmaking ervan.
Artikel 4
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 5
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Zitting van 10 JULI 2025
9. Vrije Tijd - reglement ontlening balletvloer - goedkeuring
Aanleiding en context
De gemeenteraad wordt gevraagd om het reglement betreffende het ontlenen van de balletvloer van de vrijetijdsdienst, en de bijhorende retributies, goed te keuren.
Motivering
De balletvloer van de gemeentelijke vrijetijdsdienst wordt af en toe uitgeleend aan socio-culturele verenigingen voor evenementen of optredens. Het verhuur van de balletvloer vormt een uitzondering en wordt daarom niet zomaar opgenomen in de gemeentelijke uitleendienst. De vrijetijdsdienst stelde daarom, in samenspraak met de techniekers van het gemeenschapscentrum en de schepen van cultuur, een apart reglement op rond de verhuur en het gebruik van de gemeentelijke balletvloer door verenigingen (zie bijlage).
In zitting van 18 juni 2025 verzocht het college van burgemeester en schepenen de voorzitter van de gemeenteraad om het reglement ter ontlening van de balletvloer van de vrijetijdsdienst, en de bijhorende retributies, ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van 10 juli 2025.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 1 Decreet Lokaal bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit het reglement betreffende de ontlening van de balletvloer van de vrijetijdsdienst, en de bijhorende retributies, als volgt goed te keuren:
Reglement ontlening balletvloer vrijetijdsdienst
Artikel 1
De balletvloer van de vrijetijdsdienst van gemeente Deerlijk kan, maximum 6 maanden op voorhand, aangevraagd worden door elke erkende Deerlijkse vereniging, en dit voor de juiste doeleinden: een dansoptreden, een theatervoorstelling, een muzikale act... De aanvraag dient te gebeuren per e-mail via vrijetijd@deerlijk.be of via het onthaal van OC d’Iefte.
Indien er zich een discussie of uitzondering opwerpt rondom het verhuur van de balletvloer van de vrijetijdsdienst, wordt dit eerst ter goedkeuring op het college van burgemeester en schepenen gebracht.
Artikel 2
De balletvloer wordt ofwel door de vrijetijdsdienst geïnstalleerd in OC d’Iefte zelf of in de gemeentelijke buurthuizen, of kan in samenspraak met de vrijetijdsdienst op een overdekte locatie in Deerlijk worden geleverd.
Artikel 3
De geldende prijs van de ballettape die nodig is om de balletvloer aan de ondergrond te bevestigen wordt aangerekend aan de erkende Deerlijkse vereniging die de balletvloer aanvraagt.
Artikel 4
Als een erkende Deerlijkse vereniging de balletvloer van de vrijetijdsdienst van gemeente Deerlijk aanvraagt ter gebruik van een niet-Deerlijkse vereniging, zal hiervoor een retributie gevraagd worden van 30,00 euro per rol, per dag dat de balletvloer ontleend wordt. Deze retributie wordt aangerekend bovenop de kostprijs van de ballettape nodig om de balletvloer te installeren.
Artikel 5
Elke vorm van schade (exclusief slijtage) berokkend door de huurder aan de balletvloer zal worden aangerekend aan de huurder.
Bij onherstelbare beschadiging alsook bij diefstal en bij verlies van materiaal, wordt de kostprijs voor het aanschaffen van nieuw materiaal integraal aan de huurder doorgerekend.
Bij de herstellingskost en/of de kostprijs voor aanschaffen van nieuw materiaal wordt een administratieve vergoeding aangerekend ten bedrage van 10 % van het verschuldigde bedrag met een maximum van 50,00 euro.
Indien de uitgeleende balletvloer in een bevuilde staat terugkeert naar de vrijetijdsdienst en deze gepoetst dient te worden door het personeel van de gemeente, wordt er een vergoeding aangerekend overeenkomstig de gepresteerde uren van het personeel aan 50,00 euro per begonnen uur/per persoon.
Bij vaststelling van niet correct behandelen van materiaal of het niet naleven van het retributiereglement wordt het college van burgemeester en schepenen hiervan in kennis gebracht en bij herhaling kan het college van burgemeester en schepenen beslissen tot uitsluiting van het reglement voor een bepaalde duur. De huurder wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.
Artikel 2
Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op de 5de werkdag na de bekendmaking ervan.
Artikel 4
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
Artikel 5
Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Zitting van 10 JULI 2025
10. Feestelijkheden - Fancy Fair 2025 - tijdelijke politieverordening - tijdelijke privatisering van een deel van het openbaar domein bij een evenement - vaststelling
Aanleiding en context
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de tijdelijke politieverordening naar aanleiding van de privatisering van het Gaverdomein voor een evenement, Fancy Fair 2025, goed te keuren.
Motivering
Van woensdag 5 september 2025 tot en met zondag 7 september 2025 wensen Scouts & Gidsen Deerlijk hun jaarlijks evenement, Fancy Fair, te organiseren in het Gaverdomein te Deerlijk.
Om de algemene veiligheid van bezoekers en de openbare orde tijdens het evenement te kunnen garanderen wordt de organisator verzocht, op advies van de evenementencel, om private bewakingsagenten in te schakelen. Deze kunnen pas ingeschakeld worden na het privatiseren van het openbaar domein en het opstellen van een overeenkomstige tijdelijke politieverordening cfr. de wet van 2 oktober 2017.
Het goedkeuren van politieverordeningen is een bevoegdheid van de gemeenteraad.
Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 25 juni 2025 de voorzitter van de gemeenteraad om het tijdelijk privatiseren van een gedeelte van het openbaar domein en de overeenkomstige tijdelijke politieverordening, naar aanleiding van de Fancy Fair 2025 die plaatsvindt op het openbaar domein het Gaverdomein, ter goedkeuring te agenderen.
Advies
De evenementencel verleende positief advies in zitting van 25 juni 2025: "een tijdelijke politieverordening tot privatiseren van een (gedeelte) openbaar domein leidt tot de mogelijkheid tot het inzetten van private bewakingsagenten en bijgevolg een duidelijke afbakening van hun taken en bevoegdheden in het kader van het waarborgen van de algemene veiligheid van bezoekers en het naleven van de openbare orde."
De evenementencel baseert zich hiervoor op de positieve evaluatie, over de inzet van private bewakingsagenten tijdens Fancy Fair 2024, tijdens het overleg tussen organisatoren en gemeente- en veiligheidsdiensten op 18 oktober 2024. De medewerking van private beveiligingsagenten om de openbare orde te bewaken, werd door alle betrokken partijen positief onthaald en leidde tot een aanzienlijke daling van interventies door de ordediensten.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, 2e lid, 9° Decreet Lokaal Bestuur en artikel 119, §1, NGW
● Andere:
○ Wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid
○ Ministerieel besluit van 10 november 2017 tot bepaling van de wijze van aanduiding van het begin en het einde van de zone onder toezicht, bedoeld in artikel 115 – 2° en artikel 117, van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid en latere wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit voorliggend tijdelijk politiereglement ter privatisering van een gedeelte van het openbaar domein, in het kader van de organisatie van de Fancy Fair 2025, als volgt goed te keuren:
Tijdelijk politiereglement ter privatisering van openbaar domein naar aanleiding van Fancy Fair 2025
Overeenkomstig artikel 115-2° en artikel 117 van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid wordt een deel van de evenementenzone op het openbare domein geprivatiseerd om private bewakingsactiviteiten gedurende het evenement toe te laten met het oog op het verzekeren van de algemene veiligheid van de bezoekers van het evenement.
De gemeente Deerlijk stelt bij wijze van een tijdelijke politieverordening de evenementen- zone(s) vast waarbinnen de organisatoren private bewaking kunnen inzetten.
Het precieze werkdomein van de betrokken firma's (private beveiliging) werd bepaald op het veiligheidsoverleg tussen ordediensten en organisatoren, zoals aangeduid op het plan in bijlage, op 18 maart 2025: het Gaverdomein.
De organisator duidt het begin en het einde van de evenementenzone aan volgens de wijze bepaald door het Ministerieel besluit van 10 november 2017.
De data omvatten louter de evenementdagen van het meerdaagse evenement waarop effectief private bewakingsagenten zullen worden ingezet. Er is bovendien geen sprake van nachtbewaking.
De organisator kan enkel beroep doen op een door de FOD Binnenlandse Zaken erkende bewakingsonderneming.
Naam evenement: | Fancy Fair 2025 |
Periode: | vrijdag 5 september 2025 zaterdag 6 september 2025 |
Locatie: | Gaverdomein, Vercruysse De Solarstraat, 8540 Deerlijk |
Evenementzone(s): zoals aangeduid op het plan in bijlage | ● groot grasplein naast de scoutslokalen; ● het middenplein tussen het Sociaal Huis en de scoutslokalen; ● de parkeerzone ter hoogte van de torentjes (inrit Gaverdomein); ● de parkeerzone in de Vercruysse de Solartstraat langs de tennisvelden; ● de groenzone rondom en achter de wal, tot aan bistro Gaverkasteel; ● de groenzone tussen het jeugdhuis en bistro Gaverkasteel en de sporthal, inclusief het speelpleintje. |
Artikel 2
Deze verordening wordt bekendgemaakt zoals voorgeschreven in artikel 286, § 1 Decreet Lokaal Bestuur, via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3
Deze tijdelijke politieverordening is van toepassing tijdens de Fancy Fair 2025, op vrijdag 5 september 2025 en zaterdag 6 september 2025 in de evenementenzone(s) zoals bepaald in de evenemententoelating, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 25 juni 2025.
Artikel 4
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.
aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Zitting van 10 JULI 2025
11. LO - gebruik leerplan Leer Lokaal - goedkeuring
Aanleiding en context
De gemeenteraad wordt gevraagd het nieuwe leerplan 'Leer Lokaal' goed te keuren.
Motivering
Een schoolbestuur moet voor elk van zijn scholen beschikken over door de overheid gekeurde leerplannen. OVSG heeft ten behoeve van zijn schoolbesturen en met respect voor de lokale autonomie onder de naam 'Leer Lokaal' een nieuw geïntegreerd leerplan ontwikkeld voor de basisschool. Dit digitaal leerplan bevat de authentieke en decretaal vastgelegde onderdelen.
OVSG heeft 'Leer Lokaal' ingediend bij de onderwijsinspectie. De onderwijsinspectie heeft een advies tot definitieve goedkeuring uitgebracht. De Vlaamse Regering heeft 'Leer Lokaal' definitief goedgekeurd.
Het schoolbestuur wenst op voorstel van de directeur gebruik te maken van 'Leer Lokaal' voor de gemeentelijke lagere school.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 11 juni 2025 akte genomen van het nieuwe leerplan 'Leer Lokaal' en de voorzitter van de gemeenteraad verzoct om dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 10 juli 2025.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 45 en art. 62, § 1, 9° en § 2 Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2006 tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit het nieuwe leerplan 'Leer Lokaal' goed te keuren.
Vanaf 1 september 2025 wordt dit leerplan gebruikt in de gemeentelijke lagere school.
aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Zitting van 10 JULI 2025
12. LO - lestijdenpakket 2025-2026 - goedkeuring
Aanleiding en context
De gemeenteraad wordt gevraagd het lestijdenpakket voor het schooljaar 2025-2026 van de gemeentelijke lagere school goed te keuren.
Motivering
Het lestijdenpakket voor een nieuw schooljaar wordt bepaald volgens het aantal ingeschreven leerlingen op 1 februari van het voorgaande schooljaar.
Voor LO waren dit 201 leerlingen.
Voor de aanwending van de lestijden betekent dit 250 lestijden.
Daaruit moeten genomen worden:
● onderwijzers-klastitularissen;
● eventueel leermeester lichamelijke opvoeding;
● eventueel ambulante leerkracht.
Daarnaast krijgt de school het ambt van directeur en de lestijden levensbeschouwelijke vakken.
Ook 32 SES-lestijden zijn toegekend .
Zorgbeleid: 54 punten. Dit betekent 18/36 in de functie van beleidsmedewerker (zorgcoördinator) en 5/36 zorguren. Voor ICT krijgt de school 16 punten en dit is goed voor 7/36 in de functie van beleidsmedewerker met een diploma hoger onderwijs korte type (HOKT); voor administratie 72 punten, goed voor 21/36 HSO en 15/36 HOKT.
Bovenop dit alles kreeg de school 3 lestijden voor ondersteuning kerntaak (ter ondersteuning van de klasleerkracht), 3 lestijden aanvangsbegeleiding (ter ondersteuning van nieuwe leerkrachten en stagiairs) en 1 lestijd samen school maken (lestijd voor de vakorganisatie).
VOORSTELLEN VOOR HET SCHOOLJAAR 2025-2026.
Voor het bepalen van het aantal ambten wordt het aantal lestijden gedeeld door 24. Dit betekent 250:24 = 10 voltijdse ambten en 10 restlestijden.
Voorstel van principes:
Omkadering door turnleerkracht, SES-leerkracht en ambulante leerkracht zorg.
Voorstel voor de verdeling:
● 9 voltijdse ambten (9 klastitularissen) + leermeester lichamelijke opvoeding (18 u) + 16 lestijden ambulant
● 32 SES-lestijden
● 3 lestijden voor ondersteuning kerntaak
● 3 lestijden aanvangsbegeleiding
● 1 lestijd samen school maken
Met goedkeuring van het schoolbestuur: Er worden tien lestijden beleidsondersteuning toegekend om de pedagogische ondersteuning te waarborgen en uit te breiden alsook 7 lestijden beleidsondersteuning ICT. Er wordt zoveel als haalbaar, geopteerd voor het invullen van de functie van zorgcoördinator, administratief medewerker en ICT-coördinator, door dezelfde personen voor de scholen van de scholengemeenschap waartoe de centrumscholen behoren. Voor de functie van beleidsmedewerker wordt bepaald dat, in afspraak met de directie, thuiswerk als een deel van de prestatieregeling kan opgenomen worden.
Positief advies wordt gegeven op de schoolraad en het ABOC.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit het lestijdenpakket voor het schooljaar 2025-2026 van de gemeentelijke lagere school goed te keuren.
aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Zitting van 10 JULI 2025
13. Samenwerkingsovereenkomst Westtoer - goedkeuring
Aanleiding en context
De gemeenteraad wordt gevraagd de samenwerkingsovereenkomst voor Toerisme En Recreatie (STER), tussen de gemeente Deerlijk en Westtoer apb, goed te keuren.
Motivering
Westtoer en de gemeente Deerlijk gaan een samenwerking aan met als doel de verdere ontwikkeling en de promotie van de toeristisch-recreatieve troeven van de gemeente Deerlijk. Beide partners komen overeen om deze doelstelling te realiseren binnen het kader van de toeristische bestemming Leiestreek.
Als autonoom provinciebedrijf verbinden we mensen rond toerisme en recreatie. We versterken met de toeristische sector de kwaliteit van leven in West-Vlaanderen op economisch, sociaal en ecologisch vlak. We zijn een motor voor de positieve kracht en ontwikkeling van toerisme en recreatie voor inwoners, bezoekers, ondernemers en andere organisaties. We maken werk van betekenisvol en verantwoord toerisme en creëren geluksmomenten voor iedereen met een hart voor West-Vlaanderen.
Westtoer en de gemeenten van de Leiestreek brengen middelen samen om de toeristisch-recreatieve ontwikkeling en promotie van de Leiestreek te financieren. Westtoer verdubbelt de middelen die vanuit de gemeenten ingebracht worden. Het bestemmingsteam van Westtoer staat in voor het beheer van de bestemmingspool in nauwe samenwerking met de gemeenten.
Het is dan ook aangewezen om deze samenwerking opnieuw vast te leggen in een meerjarige samenwerkingsovereenkomst 2025-2030 waarvan Westtoer de gemeente een exemplaar ter goedkeuring overmaakte bij mail van 15 mei 2025.
De gemeente Deerlijk levert een jaarlijkse bijdrage van 1.230 euro voor de ondersteunende acties van de expertiseteams van Westtoer. Westtoer neemt integraal de personeelskost van het bestemmingsteam voor haar rekening.De basisbijdrage wordt jaarlijks met 2 % geïndexeerd.
De gemeente Deerlijk draagt jaarlijks bij in de bestemmingspool Leiestreek voor een bedrag van 3.045 euro. De bestemmingspool wordt jaarlijks met 2 % geïndexeerd.De bijdrage van de gemeente in de bestemmingspool wordt door Westtoer verdubbeld.
Art 41, § 2, 4° van het Decreet Lokaal Bestuur stipuleert dat het tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad behoort om te beslissen tot deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen.
Het college van burgemeester en schepenen heeft deze materie besproken in haar zitting van 25 juni 2025.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art 41, § 2, 4° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | een jaarlijkse bijdrage van 1.230 euro voor de ondersteunende acties van de expertiseteams van Westtoer |
Actie | GBB |
Jaarbudgetrekening | 0590-02/64990006 |
Visum | G-2025-26 |
De basisbijdrage wordt jaarlijks met 2 % geïndexeerd.
Raming of bedrag | een jaarlijkse bijdrage in de bestemmingspool Leiestreek voor een bedrag van 3.045 euro |
Actie | GBB |
Jaarbudgetrekening | 0590-02/64990006 |
Visum | G-2025-26 |
De bestemmingspool wordt jaarlijks met 2% geïndexeerd.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit d de samenwerkingsovereenkomst voor Toerisme En Recreatie (STER), tussen de gemeente Deerlijk en Westtoer apb goed te keuren.
aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Zitting van 10 JULI 2025
14. OMV_2024154557 - omgevingsvergunning voor het uitvoeren van rioleringswerken (Collector Otegem-Noord) - gemeentelijk rooilijnplan - goedkeuring
Aanleiding en context
De gemeenteraad wordt gevraagd de gemeentelijke rooilijnplannen voor delen van de Otegemstraat en de Otegemse steenweg, in het kader van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het aanleggen van rioleringen, met bijhorende wegeniswerken en vegetatiewijzigingen deels op grondgebied van Deerlijk en deels op grondgebied van Zwevegem, goed te keuren.
Motivering
Een aanvraag tot omgevingsvergunning voor het aanleggen van rioleringen, met bijhorende wegeniswerken en vegetatiewijzigingen deels op grondgebied van Deerlijk en deels op grondgebied van Zwevegem, op percelen gelegen op verschillende locaties:
Deerlijk: Otegemstraat, Otegemse steenweg, Heestertstraat, Kerkstraat;
Zwevegem: Diesveldstraat, Herrekotstraat, Kasteeldreef, Otegemplaats, Snoekstraat, Vichtestraat, Wagenmakerstraat, Zaveleinde, Zolderstraat, Zwevegemstraat;
en met als kadastrale omschrijving:
Deerlijk: (afd. 2) sectie E, nummers 360 C2, 379 K, 380 H, 388 D, 393, 395 B, 400, 401 B, 401 A, 402 T, 402 R, 405 H, 473 E, 473 F, 475 K, 483 M2, 483 N2, 483 R2, 483 P2, 483 X2, 484 M, 484 P, 486 G, 486 E, 829 D, 829 C, 838 A, 840 D, 840 C, 840 B 923 A
Zwevegem: sectie A 2 F, 2 E, 9, 19 A, 20 B, 26, 31 H, 31 C, 31 G, 31 F, 35 E, 35 D, 36 K, 36 A, 44, 46 B, 49 A, 54 B, 55 E, 58, 59, 71 B, 78 C, 80 N, 80 B, 80 S, 83, 85, 86, 87 H, 88 T2, 88 V2, 88 Y2, 88 D2, 89 F2, 89 E2, 89 D2, 93 M, 110 A, 117 C, 119 B, 120 A, 120 C, 129 A, 130, 131 A, 132 A, 133 E, 133 B, 138 M, 138 C, 138 G, 158 P, 158 W, 158 Y, 158 X, 158 Z, 159 F, 159 B, 161 C2, 162, 163 H, 163, 171 F, 171 E, 172 R, 172 P, 172 E, 172 S, 173 D, 173 C, 174 C, 176 E, 179 M2, 183 H, 186 F, 188 B, 189 M, 189 N, 189 S, 192 T, 192 Y, 192 X, 192 A2, 192 C2, 192 P, 192 V, 193 A3, 193 R2, 193 Y2, 193 Z2, 193 S2, 193 V2, 193 X2, 193 W2, 193 Y, 193 T2, 193 X, 195 P, 197 G, 198 A2, 198 V, 199 F, 201 H, 201 N, 201 K, 204 E, 204 F, 205, 208 A, 209 H, 209 G, 210 M, 210 L, 211 A, 480 K, 483 G, 486 N, 489 Y, 489 Z, 490 M, 507 B, 507 D, 509 B, 509 C, 553 A, 554, 555 E, 560 C, 565 C, 566 B, 588 M2, 588 K2, 588 L2, 590 B, 591 G, 591 F, 592 C, 594 D, 594 E, 596 E, 607 H, 609 A, 612 C, 619/2, 619 F, 624 A, 638 H, 645 A, 648 F, 656 K, 664 L, 664 K, 667 G, 667 F, 670 A, 673 H, 673 E, 673 M, 673 K, 674 R, 674 M, 674 T, 674 L, 674 V, 675 E, 675 Y, 675 T, 675 W, 762 N, 763 H, 768 L, 768 K, 769 R, 770 W, 770 T, 770 R2, 773 F, 814 G, 814 D, 814 A, 814 F, 820 C, 820 A, 820 D, 825 A, 834 P4, 834 N4, 834 L3, 834 S, 834 M4, 920 H, 920 P, 958 A, 959 A, 960 A, 961 S, 962 A, 963 A, 964 A, 964 D, 965 A, 967 C, 968 E, 968 A, 970 G, 973 K2, 973 N2, 973 D2, 973 M2, 973 G, 985 C, 988, 989 D, 992 M, 992 G, 992 H, 993 K, 993 L, 997 G, 999 D, 1000 D2, 1000 X, 1000 T, 1000 V, 1000 W, 1000 B2, 1000 S, 1000 C2, 1000 R, 1000 Z, 1002, 1010/2 C, 1015 B, 1016 D2, 1016 X, 1016 C, 1016 B2, 1016 E2, 1016 V, 1018 F2, 1018 E2, 1018 M2, 1018 G2, 1018 N2, 1018 P2, 1018 H2, 1019 P, 1019 T, 1019 S, 1019 K, 1019 H, 1043 A, 1044 A, 1045 A, 1048 A, 1053 C,
werd ingediend door Matthias Van Zele namens AQUAFIN NV gevestigd Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar.
Binnen de contour van de omgevingsvergunningsaanvraag is voorzien in de realisatie van gemeentelijke rooilijnplannen waarvan 2 op grondgebied Deerlijk (plan DEE RL 2.1 en DEE RL 2.2). Deze rooilijnplannen hebben betrekking op delen van de gemeentewegen Otegemstraat en Otegemse steenweg.
Het rooilijnplan is geïntegreerd in de aanvraag tot omgevingsvergunning, opgemaakt door het Studiebureau SWECO en voldoet aan de decretale eisen van artikel 16 § 2 en 3 van het decreet houdende de gemeentewegen. Overeenkomstig § 3, punt 1 van dit artikel is een minwaarde-regeling opgenomen in het dossier.
De ontworpen rooilijnen voor de diverse gemeentewegen staan in functie van een kwalitatief openbaar domein, met aandacht voor de verkeersveiligheid en met ruimte voor waterberging en de afkoppeling van het afvalwater. De wijzigingen aan de gemeentewegen houden rekening met de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen. De rooilijnplannen op grondgebied van Deerlijk zijn afgestemd op deze op grondgebied Zwevegem binnen hetzelfde project. De rooilijnplannen zijn aldus conform de doelstellingen (artikel 3) en de principes (artikel 4) van het decreet houdende de gemeentewegen.
De omgevingsvergunning werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 2 mei 2025 tot 31 mei 2025. Gedurende de periode van het openbaar onderzoek werden voor Deerlijks grondgebied 3 schriftelijke bezwaren geformuleerd.
Geen enkel van de bezwaren of opmerkingen heeft betrekking op het rooilijnplan. De bezwaren dienen verder behandeld te worden door de vergunningverlenende overheid (Vlaamse Overheid).
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 18 juni 2025 de gemeenteraad voor te stellen het rooilijnplan voor de nieuwe gemeentewegen, zoals opgenomen in het plangebied van de omgevingsvergunning OMV_2024154557, definitief vast te stellen.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, 9° Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit de rooilijnplannen, zoals opgenomen in het plangebied van de omgevingsvergunning voor het aanleggen van rioleringen, met bijhorende wegeniswerken en vegetatiewijzigingen, deels op grondgebied van Deerlijk en deels op grondgebied van Zwevegem (OMV_2024154557), zoals aangeduid op de rooilijnplan (plan DEE RL 2.1 en DEE RL 2.2), goed te keuren.
Artikel 2
Een afschrift van dit besluit zal bij het aanvraagdossier gevoegd worden en overgemaakt worden aan de vergunningverlenende overheid.
aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Zitting van 10 JULI 2025
15. Adviesraad ALEC - statutenwijziging - goedkeuring
Aanleiding en context
De gemeenteraad wordt verzocht over te gaan tot het goedkeuren van de wijziging van de statuten van de Adviesraad Lokale Economie (ALEC).
Motivering
In de zitting van 27 maart 2025 keurde de gemeenteraad de inrichting en statuten voor de Adviesraad Lokale Economie (ALEC) goed.
In die goedgekeurde statuten staat onder artikel 2 vermeldt dat volgende niet-stemgerechtigde leden deel uitmaken van de ALEC:
● De schepen bevoegd voor lokale economie.
● Eén vertegenwoordiger per politieke partij die in de raad is vertegenwoordigd. Deze mengen zich niet in het debat.
Op vandaag wordt er voorgesteld om alsnog geen enkele vertegenwoordiger per politieke partij toe te staan om te zetelen, noch als niet-stemgerechtigd lid, noch als waarnemer. Er wordt voorgesteld om artikel 2 in die zin aan te passen. De schepen bevoegd voor lokale economie blijft behouden in de statuten.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, 13° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit de statuten van de Adviesraad Lokale Economie (ALEC) aan te passen en als volgt goed te keuren:
STATUTEN ADVIESRAAD LOKALE ECONOMIE (ALEC)
HOOFDSTUK 1: DOELSTELLING
Artikel 1
De Adviesraad Lokale Economie, verder ALEC genoemd, is een overleg- en adviesorgaan,
opgericht om de Deerlijkse economische sectoren nauw bij het economisch beleid van de
gemeente te betrekken en hun inbreng erin te verhogen.
De ALEC heeft tot doel:
● Overleg en vlotte communicatie tot stand brengen tussen het gemeentebestuur en vertegenwoordigers van de verschillende economische sectoren en tussen de vertegenwoordigers van de verschillende economische sectoren onderling.
● Advies verlenen over alles wat rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking heeft op de lokale economie van de gemeente, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van andere adviesraden opgericht bij hogere wetgeving of gemeenteraadsbesluit.
● Behartigen van de belangen van de lokale economie in al haar aspecten.
● Promoten van de lokale economie in de gemeente.
● Ontwikkelen van initiatieven die de lokale economie bevorderen.
● Versterken van de lokale economie.
Bovenstaande opsomming van doelstellingen is niet limitatief.
HOOFDSTUK 2: SAMENSTELLING
Artikel 2
De ALEC is samengesteld uit stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden, waarbij
minstens een derde van de leden van hetzelfde geslacht is, conform artikel 304 van het
Decreet Lokaal Bestuur.
Elk van de volgende sectoren mag minimum1 en maximum 3 vertegenwoordigers afvaardigen:
● Sociale economie
● Landbouw
● Vrije beroepuitoefenaars
● Ondernemers
● Handelaars
● Horeca
In de ALEC zetelen ook 3 deskundigen, aangesteld door de gemeente, waaronder de ambtenaar bevoegd voor lokale economie.
Niet-stemgerechtigde leden zijn:
● De schepen bevoegd voor lokale economie.
Artikel 3
De stemgerechtigde leden moeten aan volgende voorwaarden voldoen:
● De leeftijd van 18 jaar bereikt hebben.
● Gedomicilieerd zijn in Deerlijk of er beroepshalve werkzaam zijn, m.u.v. deskundigen.
● De deskundigen moeten een link hebben met Deerlijk.
HOOFDSTUK 3: VERTEGENWOORDIGING
Artikel 4
Elke sector beslist over de aanduiding van zijn vertegenwoordigers en deelt deze beslissing schriftelijk mee aan het gemeentebestuur.
Deskundigen kunnen zich kandidaat stellen via een algemene oproep of kunnen gericht gezocht worden.
HOOFDSTUK 4: MANDAAT
Artikel 5
Het mandaat van de stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden van de ALEC geldt voor een periode die samenvalt met een volledige gemeentelijke legislatuur.
Alle leden van de ALEC blijven in functie tot de installatie van de nieuwe ALEC.
Artikel 6
Het mandaat van de stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden van de ALEC
is onbezoldigd.
Artikel 7
Het mandaat van de stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden is hernieuwbaar.
Artikel 8
Aan het mandaat van een stemgerechtigd en niet-stemgerechtigd lid van de ALEC
komt een einde door:
● Het niet meer gedomicilieerd of beroepshalve werkzaam zijn in Deerlijk, m.u.v. deskundigen.
● Het vrijwillig aanbieden van het ontslag.
● Het intrekken van het mandaat door de sector die de vertegenwoordiger aanduidt.
Elk lid dat zonder verantwoording driemaal na elkaar afwezig is, wordt geacht ontslagnemend te zijn.
HOOFDSTUK 5: WERKING
Artikel 9
De ALEC kiest onder haar stemgerechtigde leden, m.u.v. de deskundigen, een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris. De voorzitter leidt de vergaderingen. Bij diens afwezigheid wordt die taak overgenomen door de ondervoorzitter.
Artikel 10
De voorzitter van de ALEC roept de ALEC minstens twee keer per jaar samen. De ALEC
kan ook samenkomen op verzoek van een derde van zijn stemgerechtigde leden en op verzoek van het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 11
De uitnodiging voor de ALEC gebeurt schriftelijk en minstens 7 dagen voor de dag van de
vergadering. De uitnodiging vermeldt dag, uur en plaats van de vergadering evenals de
dagorde. Elk stemgerechtigd lid van de ALEC kan punten aan de agenda toevoegen mits schriftelijke mededeling ervan aan de voorzitter, uiterlijk 7 dagen voor de dag van de vergadering. Punten die niet geagendeerd zijn, kunnen staande de vergadering ter bespreking worden gebracht, mits instemming van de meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden.
Artikel 12
De vergaderingen van de ALEC zijn niet openbaar.
HOOFDSTUK 6: WERKGROEPEN
Artikel 13
Binnen de ALEC kunnen onder de stemgerechtigde leden te allen tijde werkgroepen ad hoc
worden opgericht, die afzonderlijk vergaderen. Elke werkgroep ad hoc duidt een voorzitter aan. Deze werkgroepen ad hoc rapporteren hun werkzaamheden aan de ALEC.
HOOFDSTUK 7: DESKUNDIGEN
Artikel 14
De ALEC kan te allen tijde externe deskundigen uitnodigen op haar vergadering. Dit kan ook de bevoegde schepen zijn bij een item dat zijn/haar domein aanbelangt. Deze zijn niet-stemgerechtigd.
HOOFDSTUK 8: BESLISSINGEN
Artikel 15
Om een geldig advies te formuleren, dient minstens de helft van de stemgerechtigde leden
aanwezig te zijn.
Artikel 16
De adviezen en beslissingen van de ALEC worden genomen bij gewone meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden. Bij gelijkheid van stemmen vermeldt het advies de verschillende standpunten die overwogen worden.
Artikel 17
Van elke vergadering van de ALEC wordt een verslag opgesteld dat wordt overgemaakt aan
alle leden. Het verslag wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het begin van de eerstvolgende vergadering.
Adviezen worden ter kennisgeving overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen.
HOOFDSTUK 9: ADVISERING
Artikel 18
De door de ALEC verstrekte adviezen zijn niet-bindend voor het college van burgemeester en schepenen. Elke beslissing van het college van burgemeester en schepenen die van het
advies van de ALEC afwijkt, dient ten opzicht van de ALEC gemotiveerd te worden.
HOOFDSTUK 10: ONDERSTEUNING
Artikel 19
De gemeente biedt gratis infrastructuur aan voor de vergaderingen van de ALEC en voorziet
jaarlijks een krediet op haar budget voor de werking van de ALEC.
HOOFDSTUK 11: WIJZIGING STATUTEN
Artikel 20
De gemeenteraad kan te allen tijde de statuten van de ALEC wijzigen, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de ALEC. Dit verzoek tot statutenwijziging door de ALEC dient te worden goedgekeurd door minstens twee derde van de stemgerechtigde leden.
Stemgerechtigde leden die niet aanwezig kunnen zijn, kunnen een volmacht geven aan een ander stemgerechtigd lid.
De openbare zitting van de gemeenteraad wordt geschorst om te hernemen na de openbare zitting van de OCMW-raad.
Zitting van 10 JULI 2025
16. Vragen gesteld door raadsleden - kennisname
Aanleiding en context
Aan de gemeenteraadsleden wordt gevraagd kennis te nemen van de vragen gesteld door raadsleden.
Motivering
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de gemeenteraadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden die niet op de agenda van de gemeenteraad staan in het punt 'Vragen gesteld door raadsleden'.
Op deze mondelinge vragen wordt, ofwel mondeling ter zitting, ofwel schriftelijk (elektronisch), ten laatste binnen de maand na de vraagstelling geantwoord.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 31 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de door de gemeenteraadsleden gestelde vragen.
Artikel 4 aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Artikel 3 aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Artikel 1 aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Artikel 2 aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Artikel 5 aantal voorstanders: 0 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0
Zitting van 10 JULI 2025
17. Vervanging algemeen directeur bij afwezigheid of verhindering - goedkeuring - besloten zitting
Er wordt overgegaan tot de besloten zitting van de OCMW-raad.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.