Deerlijk

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Burgemeesterbesluit ivm virtuele gemeente- en OCMW-raad op 17 december 2020 - bekrachtiging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd over te gaan tot bekrachtiging van het besluit van de burgemeester van 1 december 2020om de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 december 2020 virtueel te laten doorgaan met livestream.

 

Motivering

 

Momenteel heerst een globale corona-epidemie (COVID-19 virus). De Wereldgezondheidsorganisatie heeft deze epidemie op 11 maart 2020 tot een pandemie verklaard.

 

Sinds 16 oktober 2020 bevindt het land zich op basis van de COVID-19 barometer op alarmniveau 4 (zeer hoge alertheid) en heeft het Overlegcomité op 30 oktober beslist om vanaf 2 november 2020 strengere maatregelen in te voeren.

 

Het Agentschap Binnenlands Bestuur heeft een kader gecreëerd voor vergaderingen van lokale bestuursorganen.

Daarbij geldt als uitgangspunt dat het lokaal bestuur tijdens de huidige gezondheidssituatie autonoom beslist over de wijze van vergaderen van gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn.

 

De gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn kan digitaal doorgaan als het lokaal bestuur dit, gelet op de gezondheidssituatie, de aangewezen vergadervorm acht.

Daaraan zijn 3 voorwaarden verbonden:

1)      De wijze van vergaderen (digitaal) en de motivering (gezondheidssituatie) wordt vastgelegd in een burgemeesterbesluit (politieverordening) op grond van artikels 134, §1 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet.

2)      De digitale gemeenteraad moet openbaar te volgen zijn via een audiovisuele livestream. Een audiostream volstaat niet om de openbaarheid te voldoen. De webtoepassing van de gemeente communiceert hoe pers en publiek de vergadering kunnen volgen via de livestream.

3)      De procedure voor geheime stemming moet aan de noodzakelijke democratische voorwaarden voldoen.

 

Artikel 134, § 1 van de Nieuwe Gemeentewet bepaalt:

§ 1. In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven [... (opgeh. KB 30 mei 1989, art. 27, I: 1 juni 1989)], met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. [... (opgeh. KB 30 mei 1989, art. 27, I: 1 juni 1989)] Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.

 

De burgemeester is van oordeel dat de aangehaalde corona-epidemie en het huidige alarmniveau een ernstige stoornis vormen van de openbare rust (waartoe de openbare veiligheid en de openbare gezondheid behoren).

 

Het COVID-19-virus en de strijd tegen de verdere verspreiding hiervan, is een onvoorziene gebeurtenis.

 

In redelijkheid valt het ook niet te ontkennen dat een openbare zitting van de gemeente- en OCMW-raad in een gesloten plaats en de aanwezigheid van de raadsleden het risico op besmetting doet toenemen en aldus de verdere verspreiding van het virus in de hand werkt of kan werken.

 

Zelfs al zouden de raden doorgaan zonder publiek, dan nog zijn 21 raadsleden en de algemeen directeur aanwezig. Ook dit volstaat om de verdere verspreiding van het virus in de hand te werken.

 

De door de aanwezigheid van het coronavirus in het leven geroepen situatie is ook urgent.

 

De burgemeester nam in deze context de beslissing om de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 december 2020 virtueel te laten doorgaan met livestream.

 

Het komt aan de gemeenteraad toe om deze beslissing te bekrachtigen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 134, § 1 Nieuwe Gemeentewet

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit om het besluit van de burgemeester van 2 december 2020 om de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 december 2020 virtueel te laten doorgaan met livestream, te bekrachtigen.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Gemeenteraad - 26 november 2020 - notulen en audiovisuele opname - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de notulen en de audiovisuele opname van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.

 

Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

 

Artikel 278 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 32 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 277 en 278 Decreet Lokaal Bestuur

          Art. 32 en 33 Huishoudelijk reglement gemeenteraad

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de notulen van de zitting van de gemeenteraadszitting van 26 november 2020 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad besluit de audiovisuele opname van de gemeenteraadszitting van 26 november 2020 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Overdracht personeel - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad dient de mogelijkheid om personeelsleden over te dragen aan het OCMW goed te keuren alsook toelating te geven om personeel van het OCMW te ontvangen.

 

Motivering

 

Met de intrede van het Decreet Lokaal Bestuur werken gemeente en OCMW steeds nauwer samen. De geïntegreerde werking maakt ook dat bepaalde takenpakketten kunnen verschuiven tussen clusters of personeelsleden van de beide organisaties.

 

De gemeente en het OCMW blijven evenwel 2 aparte rechtspersoonlijkheden waardoor het in sommige gevallen nodig kan zijn om personeel aan elkaar over te dragen, zodat het takenpakket ook juridisch correct kan afgehandeld worden.

 

Een gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient, kunnen aan elkaar personeel overdragen op voorwaarde dat de geldende rechtspositieregeling van het personeel wordt nageleefd en na goedkeuring van beide raden.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 185 § 3 en art. 197 decreet lokaal bestuur

          Andere: gezamenlijk organogram gemeente en OCMW Deerlijk

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de mogelijkheid tot personeelsoverdracht naar het OCMW goed te keuren, mits akkoord van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad besluit de mogelijkheid tot personeelsoverdracht van het OCMW naar de gemeente goed te keuren, mits toelating van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Onderwijs - premiereglement verkeersveiligheidsacties scholen - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement verkeersveiligheidsacties scholen te verlengen tot 31 december 2025.

 

Motivering

 

Het premiereglement verkeersveiligheidsacties scholen werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Evaluatie geeft aan dat het reglement op vandaag geen directe aanpassingen vraagt. Er wordt voorgesteld om het reglement te verlengen tot 31 december 2025.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 2 december 2020 de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van het premiereglement verkeersveiligheidsacties scholen tot 31 december 2025 te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: art. 40, §3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          premiereglement verkeersveiligheidsacties scholen, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het premiereglement verkeersveiligheidsacties scholen als volgt te verlengen tot 31 december 2025:

 

PREMIEREGLEMENT VERKEERSVEILIGHEIDSACTIES SCHOLEN

 

Art. 1. - Een school waarvan de schoolinfrastructuur zich op het Deerlijkse grondgebied bevindt kan een premie bekomen voor het voeren van een verkeersveiligheidsactie.

 

Art. 2. - De premie dekt de kostprijs van de verkeersveiligheidsactie(s) met een maximum van 1 euro per kind per jaar.

 

Art. 3. - De aanvraag van de gemeentelijke tussenkomst wordt schriftelijk, door middel van een aanvraagformulier dat vergezeld is van de factuur en een betalingsbewijs van de desbetreffende actie, aan het college van burgemeester en schepenen gericht.

 

Art. 4. - Bij het voeren van meerdere acties dient de in artikel 1 vermelde school een gebundelde aanvraag ten laatste op 1 december van elk jaar in te dienen.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Onderwijs - premie vriendenkringen van het onderwijs - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement vriendenkringen van het onderwijs te verlengen tot 31 december 2025.

 

Motivering

 

Het premiereglement vriendenkringen van het onderwijs werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Evaluatie geeft aan dat het reglement op vandaag geen directe aanpassingen vraagt. Er wordt voorgesteld om het reglement te verlengen tot 31 december 2025.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 2 december 2020 de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van het premiereglement vriendenkringen van het onderwijs tot 31 december 2025 te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: art. 40, §3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          premiereglement vriendenkringen van het onderwijs, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het premiereglement vriendenkringen van het onderwijs als volgt te verlengen tot 31 december 2025:

 

PREMIEREGLEMENT VRIENDENKRINGEN VAN HET ONDERWIJS

 

Art. 1. - De vriendenkring van een school waarvan de schoolinfrastructuur zich op het Deerlijkse grondgebied bevindt, wordt betoelaagd.

 

Art. 2. - Aan elk van de in artikel 1 omschreven scholen wordt jaarlijks een forfait van 200,00 euro toegekend vermeerderd met 2,50 euro per gewogen leerling.

 

Art. 3. - De aanvraag van de gemeentelijke tussenkomst wordt, ten laatste op 1 december van elk jaar, schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen gericht, door middel van een aanvraagformulier vergezeld van de nodige verantwoordingsstukken en betalingsbewijzen waaruit dient te blijken dat de gelden voor het vooropgestelde doel werden besteed.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Feestelijkheden - retributiereglement kermisattracties en kermisgastronomie- plaatsrecht - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het retributiereglement kermisattracties en kermisgastronomie - plaatsrecht te verlengen tot 31 december 2025.

 

Motivering

 

Het retributiereglement kermisattracties en kermisgastronomie - plaatsrecht werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Evaluatie door de vrijetijdsdiensten geeft aan dat het reglement op vandaag geen directe aanpassingen vraagt. De retributie voor kermisattracties en kermisgastronomie is in de meeste omliggende gemeenten iets hoger en varieert naargelang de omvang van de kermis. Deze kermissen zijn in de meeste gevallen ook ruimer in omvang dan de kermis in Deerlijk Centrum, hetgeen de iets lagere retributie in Deerlijk kan verantwoorden. Er wordt voorgesteld om het reglement te verlengen tot 31 december 2025.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 2 december 2020 de

voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van het retributiereglement kermisattracties en kermisgastronomie tot 31 december 2025 te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: art. 40, §3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          retributiereglement kermisattracties en kermisgastronomie - plaatsrecht, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het retributiereglement kermisattracties en kermisgastronomie - plaatsrecht als volgt te verlengen tot 31 december 2025:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT PLAATSRECHT KERMISATTRACTIES EN

KERMISGASTRONOMIE

 

Art. 1. - Ten laste van elke uitbater van een kermisattractie en/of vestiging(en) van kermisgastronomie die zich tijdens de kermisdagen op het openbaar domein, de marktpleinen en de openbare wegenis van de gemeente opstelt, wordt een plaatsrecht geheven van 1 euro per vierkante meter per dag.

 

Art. 2. - Voormeld plaatsrecht wordt per kermis steeds aangerekend voor een vaste periode van 3 dagen, ongeacht de werkelijke duur van de inname.

 

Art. 3. - Het verschuldigde plaatsrecht wordt evenwel begrensd als volgt:

          ongeacht het aantal ingenomen m²: minimaal 40 euro;

          oppervlakte tussen 1 en 175 m²: maximaal 200 euro;

          oppervlakte groter dan 175 m²: maximaal 350 euro.

 

Art. 4. - De opmeting van de ingenomen oppervlakte geschiedt door de zorgen van het gemeentebestuur. Het plaatsrecht is eisbaar zodra de plaats op het openbaar domein wordt ingenomen.

 

Art. 5. - De betaling van de retributie gebeurt voorafgaandelijk per overschrijving op de rekening van de gemeente Deerlijk of de retributie wordt contant ingevorderd tegen afgifte van een kwitantie.

 

Art. 6. - Indien een feestcomité zelf het initiatief neemt om kermisattracties op hun wijk aan te trekken, wordt er vanuit de gemeente, de retributie waarvan sprake in huidig reglement niet aangerekend.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Feestelijkheden - retributiereglement gebruik van foorkasten - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het retributiereglement voor het gebruik van foorkasten te verlengen tot 31 december 2025.

 

Motivering

 

Het retributiereglement voor het gebruik van foorkasten werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Evaluatie door de vrijetijdsdienst geeft aan dat het reglement op vandaag geen directe aanpassingen vraagt.

De retributie voor het gebruik van foorkasten door foren, circussen en andere organisatoren van acrobatie en stuntwerk en lokale verenigingen ligt niet exuberant hoger of lager dan in de omliggende gemeenten. Er wordt voorgesteld om het reglement te verlengen tot 31 december 2025.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 2 december 2020 de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van het retributiereglement voor het gebruik van foorkasten tot 31 december 2025 te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          retributiereglement gebruik van foorkasten, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het retributiereglement voor het gebruik van foorkasten als volgt te verlengen tot 31 december 2025:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT GEBRUIK VAN FOORKASTEN DOOR FOREN, CIRCUSSEN EN ANDERE ORGANISATOREN VAN ACROBATIE EN STUNTWERK EN LOKALE VERENIGINGEN

 

Art. 1. - Terbeschikkingstelling van gemeentelijke aansluitkast

De gemeente stelt aan de foorexploitant, de uitbater van een circus of van een spektakel of een verantwoordelijke van een Deerlijkse vereniging of een organisatie met een draagvlak in de gemeente Deerlijk, een vaste gemeentelijke foorkast ter beschikking voor de elektriciteitslevering in laagspanning op een openbare plaats op haar grondgebied, ten behoeve van hun attracties of festiviteiten. De foorexploitant, de uitbater van een circus of van een spektakel en de verantwoordelijke van de Deerlijkse vereniging/organisatie mogen deze kast niet voor andere dan genoemde doeleinden en ook niet ten behoeve van derden aanwenden.

 

Art. 2. - Aanvraag - Beslissing

De kandidaat energiegebruiker richt de aanvraag voor de toegang tot de gemeentelijke foorkast aan het college van burgemeester en schepenen, minstens 60 kalenderdagen voor het plaatsvinden van het betrokken evenement. Hij bezorgt hiervoor een aanvraag via het aanvraagformulier gericht aan het college van burgemeester en schepenen. Volgende gegevens dienen te worden overgemaakt:

          identiteit/adres/telefoonnummer/e-mailadres van de aanvrager

          situering en doel van het gebruik van de aansluitkast

          situering (adres)

          opgesteld vermogen

          tweefasig of driefasig

          tijdstip en periode van gebruik (aantal dagen)

          indien gebruik gemaakt wordt van een tijdelijke mobiele verdeelkast, moet de kandidaat energieverbruiker over een recent keuringsverslag beschikken.

 

De kandidaat-energiegebruiker kan voor alle inlichtingen terecht op het secretariaat van de gemeente.

 

Het college van burgemeester en schepenen deelt binnen 15 kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag zijn beslissing mede aan de kandidaat-energiegebruiker.

 

Art. 3. - Gebruiksvergoeding

De foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel betaalt aan de gemeente een ‘all in’-vergoeding voor het gebruik van de gemeentelijke foorkast. De vergoeding wordt forfaitair bepaald en gaat uit van het type van de aansluiting (tweefasig of driefasig).

 

De gebruiksvergoeding dekt zowel de vaste kosten als de variabele kosten van de gemeente.

 

De gebruiksvergoeding is vooraf betaalbaar door storting op het rekeningnummer van de gemeente Deerlijk, d.w.z. voordat aan de foor-exploitant/uitbater van een circus of van een

spektakel toegang verleend wordt tot de foorkast.

 

De vergoeding bedraagt voor een foorkast:

a) met een stopcontact 2-fasig 32 ampère: 50,00 euro;

b) met een stopcontact 3-fasig 63 ampère: 100,00 euro;

c) voor zij die een eigen stroomgroep bij hebben, maar voor hun woonwagen toch elektriciteit nodig hebben: 15,00 euro.

 

Dit tarief geldt voor een weekend (= 3 dagen). Voor elke dag langer dient een bijkomend bedrag te worden betaald van 15,00 euro voor de categorie a) en van 30,00 euro voor de categorie b). Bij aankomst van de foorexploitant, uitbater van een circus of organisatoren van acrobatie en stuntwerk zal een daartoe gemandateerde gemeentelijke afgevaardigde nagaan of de foor-exploitant/uitbater/organisator zijn vergoeding betaald heeft. Indien blijkt dat dit niet het geval is, gaat deze gemeentelijke afgevaardigde onmiddellijk over tot de inning van het verschuldigde bedrag, met dien verstande dat de gebruiksvergoeding alsdan verhoogd wordt met 25,00 euro. Deze bedragen worden door deze gemeentelijke afgevaardigde op de eerstvolgende werkdag overgemaakt aan de financiële dienst.

 

De foorkasten en het verbruik van de afgenomen energie worden gratis ter beschikking gesteld van Deerlijkse verenigingen of organisaties met een draagvlak in de gemeente Deerlijk. De aanvraag voor het gebruik van de foorkasten dient gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen conform artikel 2 van dit reglement.

 

Art. 4. - Toegang - Veiligheid

De gemeentelijke afgevaardigde zet de installatie in dienst (er is een automaat en differentieel 100mA per stopcontact) op voorwaarde dat de foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel een geldig attest voorlegt inzake de jaarlijkse keuring van zijn binneninstallatie (zie ook verder).

 

De gemeentelijke afgevaardigde wijst aan de foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel, de verantwoordelijke van een vereniging/organisatie het stopcontact(nummer)/de stopcontacten(nummers)/stroomkring op de gemeentelijke foorkast aan waartoe deze toegang kan verkrijgen en noteert de gegevens met het oog op de controle tijdens het gebruik van de kast. De gemeentelijke foorkast moet te allen tijde gemakkelijk toegankelijk blijven voor de gemeentelijke afgevaardigde, zodat het toezicht steeds mogelijk is.

 

Aansluitkabel van de foorexploitant/uitbater van een circus of van een spektakel

Met het oog op het aftakken van de eigen foorinstallatie/circusinstallatie levert de foorexploitant/uitbater van een circus of van een spektakel, de verantwoordelijke van een vereniging/organisatie een soepele voedingskabel van het type H07RN-F, van een aan het installatievermogen aangepaste geleiderdoorsnede en voorzien van de overeenkomende industriële stekker die voldoet aan de normen IEC 60309-1 en 2 en IEN 60309-1 en 2. De kabel bestaat uit 3 G 6 mm² met stekker 32 A (2 P +A) of 4 G 10 mm² met een stekker 63 A (3 P + A) bij een spanning 220 V of 5 G 10 mm² met een stekker 63 A (3 P +N +A) bij een spanning van 380 V.

Op het uiteinde van de kabel, ter hoogte van de stekker, is de naam aangebracht van de gebruiker.

 

Aarding

Wat de terbeschikkingstelling van de aarding betreft, geldt het volgende principe:

1)      Indien voor de foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel omwille van het regelmatige karakter een vaste gemeentelijke foorkast voorzien is, wordt de aarding ter beschikking gesteld van de foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel. In dit geval moet de kabel die gebruikt wordt voor de verbinding met de gemeentelijke aansluitkast uitgerust zijn met een groen/gele geleider.

2)      Indien er elektriciteit geproduceerd wordt door stroomgeneratoren moet de foorexploitant/uitbater van een circus of van een spektakel, de verantwoordelijke van de vereniging/organisatie op eigen kosten een aarding plaatsen. In dit geval moet hij de aarding laten controleren door een erkend organisme.

 

De foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel, de verantwoordelijke van de vereniging/organisatie zal bij iedere aansluiting van zijn verbindingskabel op de gemeentelijke foorkast de continuïteit van de aardgeleider controleren. De verbinding van de aardgeleider met het verdeelbord van de foorinstallatie moet op een correcte wijze worden uitgevoerd.

 

Automatische differentieelschakelaar

Overeenkomstig artikel 97.02 van het AREI moeten de beschermingsgeleiders, welke ook de voedingswijze is, met uitzondering van zeer lage voedingsspanning, verbonden zijn met een aardelektrode, waarvan de spreidingsweerstand niet groter is dan 500 Ohm.

Alle stroombanen van de installaties van de foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel of van een vereniging/organisatie, met uitzondering van deze, gevoed op zeer lage veiligheidsspanning, moeten ten minste beschermd zijn door een automatische differentieelschakelaar waarvan de aanspreekstroom niet groter is dan 100 mA. De test van de automatische differentieelschakelaars zoals voorzien in artikel 85.12 van het AREI dient door de foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel, of door een verantwoordelijke van een vereniging/organisatie te worden uitgevoerd onmiddellijk na de verbinding van de stekker in de gemeentelijke foorkast. De test moet uitwijzen dat de voeding werkelijk onderbroken wordt.

Ieder verslag van een erkend keuringsorganisme moet de aanwezigheid van deze differentieelschakelaar vermelden.

 

Jaarlijkse keuring

De aarding en de differentieelschakelaar(s) van de installatie van de foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel, van de vereniging/organisatie dienen jaarlijks te worden gekeurd door een erkend keuringsorganisme.

 

De gemeentelijke afgevaardigde heeft elk moment het recht om het attest inzake jaarlijkse keuring van de foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel in te zien. Indien de gemeentelijke afgevaardigde oordeelt dat de bepalingen van het AREI worden overtreden en/of dat de veiligheid in het gedrang komt, heeft hij de bevoegdheid om alle verdere  oegang onmiddellijk te weigeren. In geval van twijfel kan hij een beroep doen op de knowhow van de distributienetbeheerder.

 

Elke onrechtmatige toegang of onderverhuring door de foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel of door een vereniging/organisatie zal gerechtelijk worden vervolgd.

 

Art. 5. - Aansprakelijkheid

De gemeente stelt naar best vermogen de aangeboden energie ter beschikking via de aansluitkast aan de foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel, aan de vereniging/organisatie. Nochtans kan de gemeente niet aansprakelijk worden gesteld voor onderbrekingen en dient zij in dit geval noch een schadevergoeding noch een vermindering van de gebruiksvergoeding aan de foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel toe te staan.

 

De foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel, de verantwoordelijke van de vereniging/organisatie dient de nodige schikkingen te treffen om iedere oorzaak van beschadiging te vermijden. Hij is aansprakelijk voor alle schade die hij door onoordeelkundig gebruik aan de gemeentelijke foorkast veroorzaakt. Hij dient de gemeentelijke afgevaardigde onmiddellijk op de hoogte te stellen van elke beschadiging, afwijking of elke niet-conformiteit aan de wettelijke voorschriften die hij redelijkerwijze kan vaststellen.

 

De foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel, de vereniging/organisatie dient verzekerd te zijn voor de schade die hij/zij door het gebruik van de gemeentelijke foorkast aan deze kast en aan derden kan veroorzaken.

 

Art. 6. - Bevoegdheid

Ingeval van betwisting tussen de gemeente en de foor-exploitant/uitbater van een circus of van een spektakel, de vereniging/organisatie is het de meest gerede partij die het geschil aanhangig maakt bij het vredegerecht of de bevoegde rechtbank van het gerechtelijk arrondissement van de gemeente.

 

Artikel 2

 

Dit retributiereglement is niet van toepassing op de beoefenaars van ambulante handel.

 

Artikel 3

 

Dit retributiereglement doet geen afbreuk aan het retributiereglement plaatsrecht kermisattracties en kermisgastronomie.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Jeugd - premiereglement security - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement security te verlengen tot 31 december 2025.

 

Motivering

 

Het premiereglement security werd in gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Evaluatie door de jeugddienst geeft aan dat het reglement op vandaag geen directe aanpassingen vraagt. Er wordt voorgesteld om het reglement te verlengen tot 31 december 2025.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 2 december 2020 de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van dit reglement te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40. § 3. Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          premiereglement security, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit volgend reglement te verlengen tot 31 december 2025:

 

PREMIERELGEMEN SECURITY

 

Art. 1. – Duur premiereglement

Dit premiereglement gaat in vanaf 1 januari 2021 en eindigt op 31 december 2025.

 

Art. 2. – Wie en wat?

Aan de Deerlijkse erkende verenigingen wordt een premie toegekend voor het toevertrouwen van de persoonscontrole aan een erkende security-firma bij een fuif.

 

Art. 3. – Voorwaarden om in aanmerking te komen

Om voor betoelaging in aanmerking te komen moet er minimaal een beroep gedaan worden op twee security-agenten.

 

Art. 4. – Berekening premie

De premie bedraagt 50 % van de totale kostprijs van de diensten geleverd door een erkende security-firma.

 

Om in aanmerking te komen voor betoelaging gelden de volgende normen:

          tot 599 bezoekers: 2 security-agenten;

          van 600 tot 899 bezoekers: 3 security-agenten;

          per schijf van 500 bezoekers boven de 899 bezoekers: 1 security-agent extra.

 

Art. 5. – Berekening aantal security-agenten

Voor het berekenen van het noodzakelijk aantal aanwezige security-agenten wordt een onderscheid gemaakt tussen bestaande fuiven en fuiven die voor het eerst worden georganiseerd waarbij:

          voor bestaande fuiven het aantal security-agenten berekend wordt op basis van het aantal bezoekers van het vorige jaar;

          voor fuiven die voor het eerst worden georganiseerd het aantal security-agenten bepaald wordt op basis van de voorverkoop.

 

Art. 6. – Aanvraagformaliteiten

De aanvraag tot het verkrijgen van een premie ‘security’ dient aan het college van burgemeester en schepenen gericht te worden op het daartoe voorgeschreven aanvraagformulier binnen het jaar na het beëindigen van het evenement.

 

Bij deze aanvraag dienen de voor echt verklaarde facturen en het betalingsbewijs ervan gevoegd te worden.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Jeugd - premiereglement jeugdverenigingen - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement jeugdverenigingen te verlengen tot 31 december 2025.

 

Motivering

 

Het premiereglement jeugdverenigingen werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Evaluatie door de jeugddienst geeft aan dat het reglement op vandaag geen directe aanpassingen vraagt. Er wordt voorgesteld om het reglement te verlengen tot 31 december 2025.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 2 december 2020 de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van dit reglement te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40. § 3. Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          premiereglement jeugdverenigingen, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 28 november 2019.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit volgend reglement te verlengen tot 31 december 2025:

 

PREMIEREGLEMENT JEUGDVERENIGINGEN

 

Art. 1. - Duur

Dit premiereglement gaat in vanaf 1 januari 2021 en eindigt op 31 december 2025.

 

Art. 2. – Doel

Dit reglement heeft tot doel de jeugdverenigingen, met een regelmatige en actieve jeugdwerking in Deerlijk, te ondersteunen en via een premie een bijdrage te leveren tot de continuïteit en kwaliteit van het jeugdwerk.

 

Art. 3. – Voor wie?

Dit reglement is van toepassing op de jeugd- en jongerenverenigingen :

          met een actieve en regelmatige werking, minimaal maandelijkse activiteiten;

          groepsgericht: doelpubliek kinderen en/of jongeren;

          zonder winstoogmerk;

          minimaal 1 jaar werking;

          meerderheid van de leiding ouder dan 18 jaar en jonger dan 25 jaar;

          aangesloten als jeugd- of jongerenvereniging bij de gemeentelijke jeugdraad.

 

Art. 4. – Berekening premie

De premie van een jeugdvereniging wordt berekend op basis van een werkjaar, lopend van 1 september van het voorbije jaar tot 31 augustus van het jaar van de aanvraag.

 

Art. 5. - Aanvraagformaliteiten

De aanvraag voor een premie moet vóór 15 september gericht worden aan het college van burgemeester en schepenen op het daartoe voorgeschreven aanvraagformulier.

 

De premie wordt berekend op basis van een volledig dossier.

 

Vóór juli van het jaar van de aanvraag stuurt de jeugddienst de aanvraagformulieren naar alle bij de jeugdraad aangesloten jeugdverenigingen.

 

In een bestuursvergadering van de jeugdraad worden de aanvraagdossiers behandeld en verrekend en wordt een advies van premie-verdeling opgemaakt, gericht aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 6. – Beperking toekenning premie

De premie wordt slechts toegekend binnen de perken van het op het budget ingeschreven krediet.

 

Art. 7. – Onderverdeling premie

De totale premie aan jeugdverenigingen wordt onderverdeeld in een werkingspremie, een kamppremie en een premie voor de vorming van de leiding.

 

De werkings- en kamppremie bedragen elk 40 % van de totale premie aan jeugdverenigingen terwijl de premie voor de vorming van de leiding 20 % bedraagt.

 

Art. 7.1. - Werkingspremie

De werkingspremie bestaat uit een basispremie en een variabele premie.

a) basispremie:

          Deze premie bedraagt 20 % van de werkingspremie.

          Deze premie wordt gelijk verdeeld onder alle jeugdverenigingen, die een aanvraag indienen.

b) variabele premie

          ledenaantal:

          20 % van de werkingspremie wordt verdeeld onder de jeugdverenigingen op basis van het aantal leden en leiding;

          berekening met een puntensysteem:

          Per ingeschrevene wordt 1 punt toegekend; op basis van het totaal ingeschrevenen wordt een coëfficiënt berekend.

          bedrag: totaal aantal leden = coëfficiënt x leden van een vereniging, is het bedrag dat die vereniging bekomt;

          bij het dossier dient een ledenlijst per afdeling, afgeleverd door ofwel het nationaal secretariaat ofwel de verzekeringsmaatschappij gevoegd te worden.

          activiteiten:

          60 % van de werkingspremie wordt representatief verdeeld, op basis van het aantal activiteiten, die regelmatig georganiseerd worden voor de verschillende leeftijdscategorieën in de jeugdverenigingen;

          berekening met een puntensysteem:

          K1:

          100 punten voor de jeugdvereniging(en) met wekelijkse activiteiten;

          50 punten voor de jeugdvereniging(en) met tweewekelijkse activiteiten;

          25 punten voor de jeugdvereniging(en) met driewekelijkse activiteiten;

          K2: per leeftijdsgroep: ban, tak, afdeling: 15 punten;

          K3: resultaat van K1 x K2;

          K4: som van K3 van alle jeugdverenigingen;

          K5: 60 % werkingspremie gedeeld door K4;

          K6: K3 x K5 = premie per jeugdvereniging.

 

Art. 7.2. - Kamppremie

Jeugdverenigingen, die een kamp voor hun leden organiseren, kunnen hiervoor een ondersteunende premie ontvangen.

 

De totale kamppremie bedraagt 40 % van de totale premie aan jeugdverenigingen.

Een kamp van een jeugdvereniging komt in aanmerking voor betoelaging als het voldoet aan volgende cumulatief te vervullen voorwaarden:

          de jeugdvereniging is organisator van het kamp;

          de jeugdvereniging laat zich verzekeren voor het kamp; zowel voor burgerlijke aansprakelijkheid als voor lichamelijke ongevallen;

          de activiteiten op kamp kaderen in het doel van het jeugdwerk;

          het kamp duurt minimaal 5 dagen, met minimaal 4 overnachtingen;

          op kamp is minimaal de helft van de leiding ouder dan 18 jaar;

          minimaal 1 begeleider per 10 deelnemers;

          voor het kamp krijgen alle deelnemers concrete richtlijnen over de organisatie van het kamp, een zicht op het kampthema of de activiteiten. Dit kan via een kampkrantje, boekje, etc.

 

De kamppremie wordt berekend met een puntensysteem:

          het aantal leden/leiding/begeleiders en deelnemers aan het kamp vermenigvuldigd met het aantal overnachtingen van de leden = het puntentotaal per jeugdvereniging;

          alle puntentotalen worden opgeteld; de totale kamppremie wordt gedeeld door de som = de coëfficiënt;

          de bekomen coëfficiënt vermenigvuldigd met het puntentotaal van de jeugdvereniging = de kampsubsidie voor die jeugdvereniging.

 

Bij het aanvraagdossier dient gevoegd te worden:

          een lijst, per leeftijdscategorie, van de deelnemers aan het kamp; met aanduiding van het aantal dagen dat de leden aanwezig waren op het kamp;

          een lijst van de aanwezige leiding op kamp;

          een lijst van de ondersteunende begeleiding: proost, foeriers, kookploeg,…;

          een exemplaar van het kampboek.

 

Art. 7.3. - Vormingspremie

Op basis van het vormingsniveau van de leiding kan de jeugdvereniging een premie bekomen.

 

De premie voor de vorming van de leidingsploegen bedraagt 20 % van de totale premie aan jeugdverenigingen.

 

De omvang van deze premie per jeugdvereniging is afhankelijk van:

          het aantal leden van de leiding met een attest animator en/of hoofdanimator en/of instructeur in het jeugdwerk, afgeleverd door de afdeling Jeugd van de Vlaamse Overheid;

          het aantal leden van de leiding, bij aanvraag, dat 3 volledige werkjaren actief in de leidingsploeg van de jeugdvereniging fungeert;

          het aantal leden en het aantal leden van de leiding dat het voorbije werkjaar een kadervormingscursus volgde van minstens vijf dagdelen. Deze dagdelen moeten niet noodzakelijk opeenvolgend zijn.

 

Deze premie wordt berekend met een puntensysteem:

          Per vereniging wordt nagegaan hoeveel leiding over een basisattest beschikt, hoeveel leiding 3 jaar in de leiding staat en hoeveel leden en leiding het voorbije werkjaar een kadervormingscursus van minstens vijf dagdelen, die niet noodzakelijk opeenvolgend moeten zijn, volgde. Telkens een voorwaarde voldaan is levert dit voor de vereniging een punt op, het volgen van kadervorming wordt met drie punten gehonoreerd. Van de drie voorwaarden worden de punten opgeteld en de som van de drie = het totaal aantal punten voor de jeugdvereniging.

          Het totale premiebedrag wordt gedeeld door het totaal aantal punten van alle jeugdverenigingen. Deze bekomen coëfficiënt vermenigvuldigd met een aantal punten per vereniging, levert de premie voor de vorming per jeugdvereniging. Bij dit aanvraagdossier dient gevoegd te worden:

          een lijst van de leidingsploeg met een vermelding per persoon hoeveel volledige werkjaren deze actief is binnen de leidingsploeg;

          een lijst van de leiding, die over een officieel basisattest beschikt, met een kopie van deze attesten;

          een lijst, met bewijsstukken, van de leden en de leiding die het voorbije werkjaar kadervorming volgden.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Sport - gebruikersreglement cafetaria sporthal - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het gebruikersreglement cafetaria sporthal te verlengen tot 31 december 2025.

 

Motivering

 

Het gebruikersreglement cafetaria sporthal werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Het reglement legt algemene regels op tot een vlot gebruik van de cafetaria. Bij evaluatie van het gebruik van de cafetaria op basis van het gebruikersreglement worden geen problemen vastgesteld. Er wordt voorgesteld om het reglement te verlengen tot 31 december 2025.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van het gebruikersreglement cafetaria sporthal tot 31 december 2025 te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          gebruikersreglement cafetaria sporthal, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het gebruikersreglement cafetaria sporthal te verlengen tot 31 december 2025.

 

GEBRUIKERSREGLEMENT CAFETARIA SPORTHAL

 

1. INLEIDING

 

Art. 1. - Het college van burgemeester en schepenen is verantwoordelijk voor de goede werking van de cafetaria sporthal en wordt hiervoor bijgestaan door de kernraad sport met adviserende stem.

 

Art. 2. - De cafetaria sporthal bevindt zich in de Gaverhal. De sportdienst is verantwoordelijk voor de verhuring van de cafetaria in de sporthal en is gevestigd in de Vercruysse de Solartstraat 30 te 8540 Deerlijk, sport@deerlijk.be, 056 77 73 19.

 

Art. 3. - De cafetaria sporthal is een ontmoetingsplaats ten behoeve van de lokale sportverenigingen, maar ook gebruikers die sociaal-culturele activiteiten organiseren (verenigingen, initiatiefnemers, instellingen en raden ) kunnen de cafetaria afhuren. Alle gebruikers kunnen de infrastructuur huren met tijdelijke drankbedeling indien deze gekoppeld is aan een activiteit die:

          ofwel plaats vindt in de sporthallen;

          ofwel een sportieve organisatie is, die ondersteund wordt door de gemeente. Anderzijds kunnen vergaderingen, opleidingen en andere activiteiten goedgekeurd door de kernraad sport plaatsvinden in de cafetaria.

 

2. DE AANVRAAG

 

Art. 4. - Het gebruik van de cafetaria sporthal dient aangevraagd te worden via de sportdienst. De toelating tot gebruik wordt bevestigd aan de aanvrager door de sportdienst. Er wordt een overzichtslijst bijgehouden door de sportdienst. Volgende voorrangsbepaling zal toegepast worden:

          activiteiten van het gemeentebestuur en/of sportdienst (bijvoorbeeld laureatenviering)

          activiteiten van clubs die een door een erkende federatie opgestelde wedstrijdkalender voor wat betreft de thuiswedstrijden afwerken in de sporthallen

          activiteiten van clubs met op systematische basis minstens tweewekelijkse activiteiten in de sporthallen

          activiteiten van andere Deerlijkse verenigingen

 

Art. 5. - Door het gebruik van de cafetaria gaat de aanvrager akkoord met dit reglement en dient hij kennis te nemen van de geldende veiligheidsvoorschriften. Hieromtrent kan meer informatie bekomen worden op het secretariaat van de sportdienst.

 

3. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

 

Art. 6. - Elke gebruiker is er toe gehouden:

          de cafetaria te gebruiken voor het overeengekomen doel;

          de cafetaria niet onder te verhuren;

          geen activiteiten te organiseren die in strijd zijn met de openbare orde en de goede zeden;

          de algemene gemeentelijke politieverordening na te leven;

          niet te overnachten in de cafetaria;

          tijdelijke publiciteit is toegelaten tijdens de activiteit. Voor het aanbrengen van publiciteit (sponsoring) gedurende een langere periode is de toestemming vereist van de kernraad sport.

 

Art. 7. - De gebruiker kan bij de sportdienst een sleutel van de cafetaria bekomen. Na de activiteit wordt de sleutel gedeponeerd in de brievenbus van de sportdienst. Door het aanvaarden van de sleutel verklaart de gebruiker zijn verantwoordelijkheid te nemen tot het goede beheer. Het doorgeven van de sleutel is ten strengste verboden zonder medeweten van de sportdienst.

 

Art. 8. - Bij het verlaten van de cafetaria dient de gebruiker:

          de ruimte (cafetaria en toiletten) te vegen, borstels (dweilen) zijn ter beschikking;

          de tafels schoon te maken;

          de stoelen op de tafels te plaatsen;

          de verwarmingstoestellen terug op het minimum in te stellen of af te leggen;

          het restafval in de containers te deponeren;

          alle leeggoed in de voorziene bakken te stapelen en de lege wijnflessen in de glascontainer te deponeren;

          alle lichten te doven, eveneens deze van de toiletten;

          na te gaan of elke vorm van brandgevaar vermeden wordt door ondermeer geen handdoeken op de gasradiatoren te leggen, vuilnisbakjes te ledigen in de containers …;

          de cafetaria af te sluiten en indien de gebruiker de laatste gebruiker is in de sporthal, eveneens het gebouw af te sluiten. (zijdeur sporthal).

 

Art. 9. - In verband met de dranken en eetwaren geldt het volgende: •

          Alle bieren, frisdranken, koffiefilters zijn verplicht af te nemen via de sportdienst uit het beschikbare gamma. Eigen dranken kunnen dus niet binnengebracht worden.

          Er wordt een uitzondering gemaakt voor wijn, aperitief, sportdranken, warme dranken en versnaperingen. Deze mogen door de gebruiker zelf aangekocht worden. De gebruiker dient na de activiteit zelf in te staan voor het veilig opbergen van deze artikelen of deze mee te nemen.

          De vereniging moet zelf instaan voor de bediening van de dranken.

          De gebruiker dient bij het begin en het einde van de verhuring zelf in te staan voor de telling van de dranken.

          Indien de gebruiker de telling niet opneemt, geldt de telling van de sportdienst als de juiste.

          De cafetaria moet na gebruik in perfecte staat achtergelaten worden: alle glazen afwassen en in de kasten plaatsen, de inhoud van de frigo’s ordenen en zo nodig aanvullen. Indien de gebruiker de volgende dag opnieuw huurt, de bakken op de daartoe bestemde plaatsen zetten, de toog reinigen, …

 

Art. 10. - De sportdienst staat in voor de opmaak van de onkostennota van de huur en het verbruik van dranken. De onkostennota dient 30 dagen na verzendingsdatum vereffend te worden.

 

Art. 11. - Elke gebruiker moet steeds vrije toegang verlenen aan het personeel van de sportdienst in werkopdracht.

 

Art. 12. - De gebruiker beheert de cafetaria als een goede huisvader. Tijdens de uitoefening van de activiteit is de gebruiker verantwoordelijk voor verlies, diefstal en iedere schade aangebracht aan het gebouw en/of materiaal van de cafetaria sporthal. De gebruiker dient ervoor te zorgen dat de hem toevertrouwde ruimte en het bijhorend materiaal gebruikt worden overeenkomstig hun bestemming. De gebruiker die verantwoordelijk is voor de beschadiging, moet de (herstellings)kosten hiervan vergoeden.

 

Art. 13. - Voor het gebruik van elk element of apparaat dat een bepaald risico inhoudt in verband met de brandveiligheid moet de toestemming gevraagd worden aan de sportdienst. Na advies gevraagd te hebben aan de preventieadviseur kan een vuurvergunning voor 1 dag voorzien worden, indien nodig.

De gebruiker moet zelf de nodige en voldoende maatregelen treffen in verband met brandvoorkoming en -beveiliging.

 

Art. 14. - Het is strikt verboden eigen kookfornuizen, frietpotten of elektrische huishoudtoestellen van welke aard ook binnen te brengen in de cafetaria zonder toestemming van de verantwoordelijke sport.

 

Art. 15. - Er is een strikt rookverbod in de volledige cafetaria sporthal. De gebruiker dient er voor te zorgen dat bezoekers aan de cafetaria het rookverbod naleven.

 

4. SANCTIES

 

Art. 16 -  Alle gebruikers dienen de cafetaria na elk gebruik in zijn oorspronkelijke staat achter te laten. De sportdienst zal de nodige controle uitvoeren en kijken of alles zich in goede staat bevindt (zie artikel 12). Alle verhuringen worden geëvalueerd door de sportdienst en ingeval van grote onregelmatigheden wordt dit gerapporteerd aan de kernraad sport.

 

Art. 17. - Betwistingen omtrent het opgestelde rapport worden steeds behandeld door het college van burgemeester en schepenen na advies van de kernraad sport.

 

Art. 18.- Bij vaststelling van niet-naleving van artikels 9 en 12 van dit gebruikersreglement zal een schadevergoeding aangerekend worden ter waarde van de gepresteerde uren van de poetsvrouwen en/of zaalverantwoordelijke. Voor het opruimen van de cafetaria, wordt de huurprijs aan 300 % aangerekend en worden ook de dranken aan het duurste tarief aangerekend.

 

Art. 19. - De richtlijnen verstrekt door de sportdienst dienen strikt te worden nageleefd, zo niet kan de sportdienst de beslissing nemen tot het stopzetten van de activiteit of tot het ontruimen van de cafetaria.

 

Art. 20. - Bij herhaalde niet-naleving van dit reglement en na schriftelijke verwittiging hiervan, kan een weigering van verhuring in de toekomst uitgesproken worden. De kernraad sport adviseert het college van burgemeester en schepenen hierbij. Deze sanctie doet geen afbreuk aan de specifieke sancties die in dit reglement worden beschreven.

 

5. VERZEKERING en AANSPRAKELIJKHEID

 

Art. 21. - De gemeente is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen en schade met betrekking tot de ingerichte activiteit.

 

Art. 22. - De gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen en schade, dit zowel tegenover derden als tegenover de gemeente.

 

Art. 23. - De gemeente kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor achtergelaten materiaal, voor mogelijke diefstal of voor beschadiging;

 

6. SLOTBEPALING

 

Art. 24. - Elke niet in dit reglement voorziene materie wordt na advies van de kernraad sport  voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen, dat hierover een beslissing neemt.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Sport - retributiereglement huurprijzen sportaccommodatie - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het retributiereglement huurprijzen sportaccommodatie te verlengen tot 31 december 2021.

 

Motivering

 

Het retributiereglement huurprijzen sportaccommodatie werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Om het reglement en de huurprijzen grondig te kunnen evalueren in lijn met de meerjarenplanning 2020-2025 en in afstemming met de kernraad sport en het sportverenigingsveld (hetgeen in 2020 niet ten gronde is kunnen gebeuren omwille van corona), wordt voorgesteld om het reglement met één jaar te verlengen tot 31 december 2021.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van het retributiereglement huurprijzen sportaccommodatie tot 31 december 2021 te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, §3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          retributiereglement huurprijzen sportaccommodatie , goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het retributiereglement huurprijzen sportaccommodatie te verlengen tot 31 december 2021.

 

RETRIBUTIEREGLEMENT HUURPRIJZEN SPORTACCOMMODATIE

 

1. ALGEMEEN

 

Art. 1. - Onderstaande huurprijzen gelden voor de gebruikers uit Deerlijk. Voor gebruikers van buiten Deerlijk wordt de prijs aan 200 % berekend.

 

Art. 2. - Een gebruiker van Deerlijk is een individu met domicilie in Deerlijk of een vereniging, club of organisatie met draagvlak in Deerlijk. De organisatie van de activiteit gebeurt vanuit Deerlijk.

 

Art. 3. - Er wordt een onderscheid gemaakt tussen gebruikers aangesloten bij een erkende Deerlijkse raad en gebruikers die niet aangesloten zijn bij een erkende Deerlijkse raad (privé-organisatie).

 

Art. 4. - Er wordt een onderscheid gemaakt tussen gebruikers met een reguliere werking van minstens 32 weken en gebruikers met een sporadische of eenmalige werking.

Een reguliere werking is een werking van minstens 32 weken (seizoen september-mei).

Een sporadische of eenmalige werking beantwoordt niet aan de voorwaarden van een seizoen.

 

Art. 5. -  Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een jeugd- en een volwassenentarief. Een jeugdwerking is een werking waarbij de deelnemers jonger zijn dan 14 jaar bij de start van het seizoen.

Een volwassenenwerking is een werking waarbij de deelnemers ouder zijn dan 14 jaar bij de start van het seizoen.

Bij een gemengde werking telt het principe van de helft +1 om in aanmerking te komen voor een ander tarief. Bij gelijkheid aan deelnemers wordt het hoogste tarief toegepast.

 

Art. 6. -  Gemeentelijke activiteiten

Voor activiteiten in organisatie van gemeentelijke diensten en gemeentelijke raden, is het gebruik van de accommodatie gratis.

 

Art. 7. -  Deerlijkse scholen

Voor schoolsportactiviteiten van gemeentelijke Deerlijkse scholen is het gebruik van de accommodatie gratis.

 

Art. 8. - Het college van burgemeester en schepenen kan op vraag, mits gefundeerde motivatie van de aanvragende organisatie, de accommodatie gratis ter beschikking stellen.

 

2. TARIEVEN

 

Verduidelijking afkortingen:

 

NZV = sportbeuk volledig, 2 zaaldelen

NZH = sportbeuk half 1 zaaldeel

OZV = gaverhal volledig 2 zaaldelen

OZH = gaverhal half 1 zaaldeel

OTZ = turnzaal De Beuk bovenzaal

NTZ = turnzaal De Beuk benedenzaal

GG/OLIE = voetbalveld Guido Gezelle/Olieberg

SNEPPE = voetbalveld Sneppe

ATLET = Finse piste/brique-pilépiste

KLIM = klimmuur

 

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Sport - gebruikersreglement kantine Olieberg - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het gebruikersreglement kantine Olieberg te verlengen tot 31 december 2025.

 

Motivering

 

Het gebruikersreglement kantine Olieberg werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Het reglement legt algemene regels op tot een vlot gebruik van de kantine. Bij evaluatie van het gebruik van de kantine op basis van het gebruikersreglement worden geen problemen vastgesteld. Er wordt voorgesteld om het reglement te verlengen tot 31 december 2025.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 2 december 2020 de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van het gebruikersreglement kantine Olieberg tot 31 december 2025 te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          gebruikersreglement kantine Olieberg , goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het gebruikersreglement kantine Olieberg te verlengen tot 31 december 2025.

 

GEBRUIKERSREGLEMENT KANTINE OLIEBERG

 

1. INLEIDING

 

Art. 1. - Het college van burgemeester en schepenen is verantwoordelijk voor de goede werking van de kantine Olieberg en wordt hiervoor bijgestaan door de kernraad sport met adviserende stem.

 

Art. 2. - De kantine Olieberg bevindt zich in de Oliebergstraat 64 te Deerlijk. De sportdienst is verantwoordelijk voor de verhuring van de kantine en is gevestigd in de Vercruysse de Solartstraat 30 te 8540 Deerlijk, sport@deerlijk.be, 056 77 73 19.

 

Art. 3. - De kantine Olieberg is een ontmoetingsplaats ten behoeve van de lokale sportverenigingen, maar ook gebruikers die sociaal-culturele activiteiten organiseren (verenigingen, initiatiefnemers, instellingen en raden ) kunnen de kantine huren. Alle gebruikers kunnen de infrastructuur huren met tijdelijke drankbedeling indien deze gekoppeld is aan een activiteit die:

          ofwel plaats vindt op de sportvelden;

          ofwel een sportieve organisatie is, die ondersteund wordt door de gemeente. Anderzijds kunnen vergaderingen goedgekeurd door de kernraad sport plaatsvinden in de kantine.

 

2. DE AANVRAAG

 

Art. 4. - Het gebruik van de kantine Olieberg dient aangevraagd te worden via de sportdienst. De toelating tot gebruik wordt bevestigd aan de aanvrager door de sportdienst. Er wordt een overzichtslijst bijgehouden door de sportdienst. Volgende voorrangsbepaling zal toegepast worden:

          activiteiten van het gemeentebestuur en/of sportdienst

          activiteiten van clubs die een door een erkende federatie opgestelde wedstrijdkalender voor wat betreft de thuiswedstrijden afwerken op de sportvelden

          activiteiten van clubs met op systematische basis minstens 1 wekelijkse activiteit op de sportvelden

          activiteiten van andere Deerlijkse verenigingen

 

Art. 5. - Door het gebruik van de kantine gaat de aanvrager akkoord met dit reglement en neemt hij kennis van de geldende veiligheidsvoorschriften. Hieromtrent kan meer informatie bekomen worden op de sportdienst.

 

3. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

 

Art. 6. - Elke gebruiker is er toe gehouden:

          de kantine te gebruiken voor het overeengekomen doel;

          de kantine niet onder te verhuren;

          geen activiteiten te organiseren die in strijd zijn met de openbare orde en de goede zeden;

          de algemene gemeentelijke politieverordening na te leven;

          niet te overnachten in de kantine;

          tijdelijke publiciteit is toegelaten tijdens de activiteit. Voor het aanbrengen van publiciteit (sponsoring) gedurende een langere periode is de toestemming vereist van de kernraad sport.

 

Art. 7. - De eenmalige gebruiker kan bij de sportdienst een sleutel van de kantine bekomen. Na de activiteit wordt de sleutel gedeponeerd in de brievenbus van de sportdienst. Door het aanvaarden van de sleutel verklaart de gebruiker zijn verantwoordelijkheid te nemen tot het  goede beheer. Het doorgeven van de sleutel is ten strengste verboden zonder medeweten van de sportdienst. Voor de vaste gebruikers wordt een sleutel tegen aftekening meegegeven. Deze wordt bij stopzetting van de activiteiten steeds terugbezorgd aan de sportdienst.

 

Art. 8. - Bij het verlaten van de kantine dient de gebruiker:

          de ruimte (kantine en toiletten) te vegen, borstels zijn ter beschikking;

          de tafels schoon te maken;

          de stoelen op de tafels te plaatsen;

          de verwarmingstoestellen terug op het minimum in te stellen of uit te schakelen;

          het restafval in de containers te deponeren;

          alle leeggoed in de voorziene bakken te stapelen en andere lege glazen flessen in de glascontainer te deponeren;

          alle lichten te doven, eveneens deze van de toiletten;

          na te gaan of elke vorm van brandgevaar vermeden wordt door ondermeer geen handdoeken op de gasradiatoren te leggen, vuilnisbakjes te ledigen in de containers etc.;

          de kantine af te sluiten en, indien de gebruiker de laatste gebruiker is, eveneens de toiletten af te sluiten.

 

Art. 9. - In verband met de dranken en eetwaren geldt het volgende:

          Alle bieren, frisdranken en sportdranken zijn verplicht af te nemen via de sportdienst uit het beschikbare gamma. Eigen dranken kunnen dus niet meegebracht worden.

          Er wordt een uitzondering gemaakt voor wijn, aperitief, koffie, warme dranken en versnaperingen. Deze mogen door de gebruiker zelf aangekocht worden. De gebruiker dient na de activiteit zelf in te staan voor het veilig opbergen van deze artikelen of deze mee te nemen.

          De vereniging moet zelf instaan voor de bediening van de dranken.

          De gebruiker dient bij het begin en het einde van de verhuring zelf in te staan voor de telling van de dranken.

          Indien de gebruiker de telling niet opneemt, geldt de telling van de sportdienst als de juiste.

          De kantine moet na gebruik altijd in perfecte staat achtergelaten worden: alle glazen afwassen en in de kasten plaatsen, de inhoud van de frigo’s ordenen en zo nodig aanvullen, de toog reinigen, de bakken op de juiste plaats zetten.

          De gebruiker beheert de kantine als een goede huisvader. Tijdens de uitoefening van de activiteit is de gebruiker verantwoordelijk voor verlies, diefstal en iedere schade aangebracht aan het gebouw en/of materiaal van de kantine Olieberg. De gebruiker dient ervoor te zorgen dat de hem toevertrouwde ruimte en het bijhorend materiaal gebruikt worden overeenkomstig hun bestemming. De gebruiker die verantwoordelijk is voor de beschadiging moet de (herstellings)kosten hiervan vergoeden.

 

Art. 10. – Er wordt een onkostennota opgemaakt en verstuurd voor de huur en het verbruik van dranken. De onkostennota dient 30 dagen na verzendingsdatum vereffend te worden.

 

Art. 11. - Elke gebruiker moet steeds vrije toegang verlenen aan het personeel van de sportdienst in werkopdracht.

 

Art. 12. - Voor het gebruik van elk element of apparaat dat een bepaald risico inhoudt in verband met de brandveiligheid moet de toestemming gevraagd worden aan de sportdienst. Na advies van de preventieadviseur kan de toestemming verleend worden voor het gebruik ervan en/of kan een vuurvergunning voor 1 dag afgeleverd worden indien nodig. De gebruiker moet zelf de nodige en voldoende maatregelen treffen in verband met brandvoorkoming en -beveiliging.

 

Het is strikt verboden eigen kookfornuizen, frietpotten of elektrische huishoudtoestellen van welke aard ook binnen te brengen in de kantine zonder toestemming van de sportverantwoordelijke na advies van de preventieadviseur.

 

Art. 13. - Er is een strikt rookverbod in de volledige kantine Olieberg. De gebruiker dient er voor te zorgen dat bezoekers aan de kantine het rookverbod naleven.

 

4. SANCTIES

 

Art. 14 -  Alle gebruikers dienen de kantine na elk gebruik in zijn oorspronkelijke staat achter te laten. De sportdienst zal de nodige controle uitvoeren en kijken of alles zich in goede staat bevindt (zie artikel 12). Alle verhuringen worden geëvalueerd door de sportdienst en in geval van onregelmatigheden wordt dit gerapporteerd aan de kernraad sport.

 

Art. 15. - Betwistingen omtrent het opgestelde rapport worden steeds behandeld door het college van burgemeester en schepenen na advies van de kernraad sport.

 

Art. 16. - Bij vaststelling van niet naleving van artikel 9 van het gebruikersreglement wordt een schadevergoeding aangerekend ter waarde van de gepresteerde uren van het poetspersoneel voor het poetsen van de cafetaria, wordt de huurprijs aan 300 % aangerekend en worden de dranken aan het duurste tarief aangerekend (cumulatief).

 

Art. 17. - Het gebruikersreglement dient strikt nageleefd te worden, zo niet kan het college van burgemeester en schepenen de beslissing nemen tot het niet laten doorgaan van de activiteit, het stopzetten ervan of tot het ontruimen van de kantine. Bij herhaalde niet naleving van het reglement en na schriftelijke verwittiging kan een weigering van verhuring in de toekomst uitgesproken worden door het college van burgemeester en schepenen. De kernraad sport adviseert het college van burgemeester en schepenen hierin. Deze sanctie doet geen afbreuk aan de specifieke sancties die in dit reglement worden beschreven.

 

5. VERZEKERING en AANSPRAKELIJKHEID

 

Art. 18. - De gemeente is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen en schade veroorzaakt door de inrichting van de activiteit. De gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen en schade dit zowel tegenover derden als tegenover de gemeente.

 

Art. 19. - De gemeente kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor verlies van materiaal, voor diefstal of voor beschadigingen.

 

6. SLOTBEPALING

 

Art. 20. - Elke niet in dit reglement voorziene materie wordt na advies van de kernraad sport voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen dat hierover een beslissing neemt.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Sport - retributiereglement grootschalige evenementen - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het retributiereglement  grootschalige evenementen te verlengen tot 31 december 2021.

 

Motivering

 

Het retributiereglement grootschalige evenementen werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Om het reglement grondig te kunnen evalueren in lijn met de meerjarenplanning 2020-2025 en in afstemming met de kernraad sport en het verenigingsveld (hetgeen in 2020 niet ten gronde is kunnen gebeuren omwille van corona), wordt voorgesteld om het reglement met één jaar te verlengen tot 31 december 2021.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van het retributiereglement grootschalige evenementen tot 31 december 2021 te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          retributiereglement grootschalige evenementen, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het retributiereglement grootschalige evenementen te verlengen tot 31 december 2021.

 

RETRIBUTIEREGLEMENT GROOTSCHALIGE EVENEMENTEN SPORTHAL

 

1.1 ALGEMEEN

 

Art. 1. - Onderstaande huurprijzen gelden voor de gebruikers uit Deerlijk. Voor gebruikers van buiten Deerlijk wordt de prijs aan 200 % berekend.

 

Art. 2. - Een gebruiker van Deerlijk is een individu met domicilie in Deerlijk of een vereniging, club of organisatie met draagvlak in Deerlijk. De organisatie van de activiteit gebeurt vanuit Deerlijk.

 

Art. 3. - Private en commerciële activiteiten worden geweigerd.

 

1.2. TARIEF HUUR ZAAL GROOTSCHALIGE EVENEMENTEN

 

 

De basishuurprijs voor de eerste dag is het aantal punten vermenigvuldigd met 24,00 euro. De basishuurprijs voor de tweede dag is het aantal punten vermenigvuldigd met 14,00 euro

 

1.3. AANVULLEND

 

Art. 4. -  Voor het verbruik van elektriciteit en gas wordt na de activiteit na opname van de meters een aparte onkostennota opgestuurd.

 

Art. 5. -  Gemeentelijke activiteiten : Voor activiteiten in organisatie van gemeentelijke diensten en gemeentelijke raden, is het gebruik van de sporthal voor grootschalige evenementen gratis.

 

Art. 6. - Het college van burgemeester en schepenen kan op vraag mits gefundeerde motivatie van de aanvragende organisatie de zaal gratis ter beschikking stellen.

 

2. WAARBORG

 

Art. 7. - Voor het gebruik van de zaal voor grootschalige evenementen moet de gebruiker vóór de ingebruikname een waarborg van 250,00 euro betalen. De waarborg wordt vooraf betaald per overschrijving.

 

Art. 8. - De prestaties voor buitengewone schoonmaak, kosten verbonden aan herstellingen door beschadiging en kosten voor verdwenen materiaal worden afgehouden van de waarborg. Deze opsomming van kosten is niet limitatief. Als de schade het bedrag van de waarborg overschrijdt, verbindt de gebruiker er zich toe deze schade onmiddellijk en volledig te vergoeden.

 

Art. 9. - Gebruikers kunnen opteren om een vaste waarborgsom te deponeren bij de gemeente. Deze waarborgsom bedraagt 250,00 euro. Deze vaste gebruikers kunnen gebruik maken van de zaal zolang de waarborg in het bezit blijft van de gemeente.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Sport - premiereglement wielerwedstrijden - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement wielerwedstrijden te verlengen tot 31 december 2025.

 

Motivering

 

Het premiereglement wielerwedstrijden werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Evaluatie geeft aan dat het reglement op vandaag geen directe aanpassingen vraagt. Er wordt voorgesteld om het premiereglement te verlengen tot 31 december 2025.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van het premiereglement wielerwedstrijden tot 31 december 2025 te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          premiereglement wielerwedstrijden, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het premiereglement wielerwedstrijden te verlengen tot 31 december 2025.

 

PREMIEREGLEMENT WIELERWEDSTRIJDEN

 

Art.1. – Een vereniging die een wielerwedstrijd organiseert waarvan de start en aankomst zich op het Deerlijkse grondgebied bevindt wordt betoelaagd op voorwaarde dat de vereniging voor haar werking met betrekking tot het organiseren van (een) wielerwedstrijd(en) geen premie krijgt via een ander kanaal binnen de gemeentelijke sfeer dat zelf, geheel of gedeeltelijk, gefinancierd wordt door de gemeente.

 

Art.2. – De premie bedraagt 50% van de prijs van de organisatievergunning die de vereniging dient te betalen aan de Wielerbond Vlaanderen of de Belgische Wielerbond of de Internationale Wielerunie (UCI).

 

Art.3. – Per wielerwedstrijd dient de gemeentelijke premie aangevraagd te worden door middel van een aanvraagformulier, gericht aan het college van burgemeester en schepenen, dat vergezeld is van de factuur met betalingsbewijs van de organisatievergunning van de desbetreffende wielerwedstrijd.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Sport - premiereglement erkenning en subsidiëring sportverenigingen - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement erkenning en subsidiëring sportverenigingen te verlengen tot 31 december 2025.

 

Motivering

 

Het premiereglement erkenning en subsidiëring sportverenigingen, werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Evaluatie en afstemming met het sportverenigingsveld geeft aan dat het reglement op vandaag geen directe aanpassingen vraagt. Er wordt voorgesteld om het premiereglement te verlengen tot 31 december 2025.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van het premiereglement erkenning en subsidiëring sportverenigingen tot 31 december 2025 te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          premiereglement  erkenning en subsidiëring sportverenigingen, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het premiereglement erkenning en subsidiëring sportverenigingen  te verlengen tot 31 december 2025.

 

ERKENNINGSREGLEMENT

 

Om erkend te worden en te blijven moeten de sportverenigingen aan een aantal algemene en specifieke voorwaarden, opgelegd door het gemeentebestuur, voldoen.

 

Art. 1. - Algemene erkenningsvoorwaarden

 

De gemeente oordeelt na advies van de sportraad op basis van onderstaande cumulatief te vervullen vastgelegde criteria of een sportvereniging erkend kan worden:

 

          De vereniging dient opgericht te zijn door een privé-initiatief zonder beroepsdoeleinden of winstoogmerk.

          Het doel van de vereniging is het aanzetten van de bevolking tot sportbeoefening.

          De meerderheid (+ 50 %) van het bestuur moet gedomicilieerd zijn in de gemeente.

          De zetel (of lokaal) van de vereniging dient gevestigd te zijn op het grondgebied van de gemeente.

          De vereniging dient te beschikken over goedgekeurde statuten (algemene vergadering) of een duidelijke omschrijving van het doel dat door alle leden ondersteund wordt.

          De vereniging dient te allen tijde te voldoen aan alle financiële verplichtingen tegenover het gemeentebestuur.

          De vereniging moet een open vereniging zijn; dit wil zeggen toegankelijk voor iedereen. Hieronder wordt verstaan dat iedereen er lid kan van worden op voorwaarde dat hij/zij de eigen waarden, normen, reglementen en doelstellingen van de vereniging eerbiedigt.

          Alle leden moeten een verzekering lichamelijke ongevallen en een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid hebben volgens de minimum bepalingen opgenomen in het decreet van de erkenning voor landelijk georganiseerde sportverenigingen (wettelijke bepalingen). Ook de verenigingen die niet aangesloten zijn bij een federatie dienen het bewijs te leveren voor hun leden een geldige verzekering te hebben.

 

Art. 2. - Specifieke erkenningsvoorwaarden

 

De gemeente oordeelt na advies van de sportraad op basis van onderstaande vastgelegde cumulatief te vervullen criteria of een sportvereniging erkend kan worden hetzij als sportclub, hetzij als sportorganisatiecomité. Erkenning als Deerlijkse sportvereniging:

 

          De vereniging bestaat uit minstens 8 actieve leden.

          De vereniging heeft wekelijks gedurende minstens 8 maanden per jaar een regelmatige sportwerking (minimaal 1 x/ week).

          De club of vereniging moet aangesloten zijn bij een erkende Vlaamse federatie. Erkenning als sportorganisatiecomité:

          De vereniging bestaat uit minstens 4 actieve bestuursleden.

          De vereniging organiseert minimaal 1 x/ jaar een sportmanifestatie.

          De deelnemers aan de organisatie worden allen verzekerd tegen lichamelijke ongevallen.

 

SUBSIDIEREGLEMENT

 

Art. 1. - Definities sportverenigingen

 

Binnen de perken van de door de gemeenteraad op het budget goedgekeurde kredieten worden, overeenkomstig het erkenningsreglement, subsidies uitgekeerd aan de door de gemeente erkende sportverenigingen.

De beroepssport valt buiten dit reglement.

Verenigingen die in meerdere gemeenten actief zijn mogen bij hun aanvraag enkel die gegevens vermelden die werkelijk betrekking hebben op Deerlijk.

 

Art. 2. - Timing

 

Als referteperiode voor het werkingsjaar geldt de periode van 1 juli tot en met 30 juni.

 

De clubsecretarissen van de erkende sportverenigingen ontvangen jaarlijks tussen 1 en 15 juni de subsidie aanvraagformulieren. Erkende sportverenigingen niet aangesloten bij de sportraad kunnen eveneens aanvraagformulieren bekomen op de sportdienst.

 

Erkende sportverenigingen die vóór 15 september, aansluitend op het werkingsjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, hun aanvraagdossier ingediend hebben op de gemeentelijke sportdienst komen in aanmerking voor verdere behandeling van het dossier.

 

Het college van burgemeester en schepenen behoudt zich het recht de gegeven informatie en bewijsstukken te verifiëren. Voor de sportvereniging vervalt het recht op subsidiëring voor  het betrokken jaar indien blijkt dat:

          de aangifte niet in overeenstemming is met de werkelijkheid;

          de aanvrager de gevraagde inlichtingen weigert te verschaffen;

          de aanvrager de gevraagde inlichtingen niet tijdig verschaft.

 

Het college van burgemeester en schepenen deelt, na advies van de sportraad, vóór 15 oktober het definitieve resultaat mee aan de aanvrager. Bij betwisting kan de sportvereniging bij het college een bezwaar indienen via aangetekend schrijven met als uiterste postdatum 1 november.

 

Na onderzoek van het bezwaarschrift zal de sportvereniging over de getroffen beslissing ingelicht worden door het college van burgemeester en schepenen vóór 1 december. Hiertegen is geen beroep mogelijk.

 

De uitbetaling van de subsidies gebeurt voor het einde van het jaar door overschrijving op de rekening van de aanvrager.

 

Art. 3. - Subsidiëringsvoorwaarden

 

          De vereniging moet als sportvereniging erkend zijn en zodoende voldoen aan de in het erkenningsreglement omschreven erkenningsvoorwaarden.

          De sportvereniging heeft wekelijks gedurende minstens 8 maanden per jaar een sportwerking. Het bewijs hiervan dient bij de aanvraag toegevoegd te worden.

          De vereniging moet geleid worden door een volgens de vzw-structuur opgebouwd bestuur; dit wil zeggen voorzitter, secretaris, penningmeester. Minstens een van hen dient woonachtig te zijn in Deerlijk.

          De leden moeten verzekerd zijn tegen burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen.

          De sportvereniging streeft geen commerciële doeleinden na.

          Leden die enkel fungeren als sportorganisatiecomité kunnen lid zijn van de sportraad maar kunnen via de gemeente geen subsidies ontvangen.

 

Art. 4. - Berekening van de subsidie

 

De subsidie bestaat uit een kwantitatief gedeelte (40 % van het totaal budget) en een kwalitatief gedeelte (60 % van het totaal budget) en wordt verdeeld volgens de onderstaande kwantitatieve en kwalitatieve criteria.

 

Kwantiteitscriteria (40 % van het totale budget)

 

1. Basissubsidie:

 

Vooreerst wordt een basistoelage toegekend aan de erkende sportverenigingen op basis van drie categorieën:

          Louter competitie en jeugdwerking: 100,00 euro

          Competitie zonder jeugd of deelname aan tornooien: 70,00 euro

          Louter recreatief: 40,00 euro

 

2. Aanvullend op de basissubsidie:

 

Het restbedrag van de 40 % subsidie; dit is na aftrek van de basissubsidie, wordt verdeeld volgens volgende criteria:

 

1e criterium: aantal leden boven 18 jaar: 10 %

Parameter: aantal verzekerde leden boven 18 jaar (inclusief bestuur)

 

2e criterium: aantal jeugdleden onder 18 jaar: 30 %

Parameter: aantal verzekerde leden tussen 0 en 18 jaar

 

Evaluatie: als bewijs van het ledenaantal gelden de aansluitingslijsten voor de verzekering. Op de lijsten komen voor: naam, adres en geboortedatum van de leden.

 

Kwaliteitscriteria (60 % van het totale budget)

 

1. Structuur van de vereniging: 5 %

 

Parameters

 

Te verdienen punten

Juridische vorm

vzw-structuur

5 ptn

Bestuursfuncties

Aanwezigheid duidelijk  opgenomen in organogram club

5 ptn

Deskundig bestuurskader

Bestuursgerichte bijscholingen

5 ptn per bijscholing

Engagement binnen de sportraad

Aanwezigheid op AV sportraad

10 ptn per vergadering

 

Evaluatie: bewijs van juridische vorm - opgeven van ondernemingsnummer

organogram + korte functieomschrijvingen

kopie deelname-attesten bestuursgerichte bijscholingen bestuursleden

gegevens sportraad : worden via de sportraad verstrekt

 

2. Sporttechnisch kader: 25 %

 

Parameters:

sporttechnisch geschoolde trainers

deelname sporttechnische vormingen

diploma’s scheidsrechters en juryleden + bewijzen prestatie(s)

 

Parameters

 

Te verdienen punten

Sporttechnisch geschoolde trainers

VTS-diploma’s - master of bachelor lichamelijke opvoeding.- door de federatie erkende diploma’s

Bachelor of master LO 15 ptn

VTS-initiator 10 ptn

VTS instructeur B  15 ptn VTS trainer A  :20 ptn

Deelname sporttechnische vormingen

vormingsattesten

10 ptn per vorming

Aantal gediplomeerde scheidsrechters/ juryleden, officials

diploma’s- bewijs van activiteit

10 ptn per persoon

 

Evaluatie:

kopieën van relevante diploma’s

kopieën van relevante vormingsattesten bij een erkende organisatie

kopieën van attesten/ diploma’s van scheidsrechters en/ of juryleden bij een erkende organisatie

 

3. Communicatie: 10 %

 

Parameters:

website up to date

clubblad en/ of nieuwsbrief (gedrukt of digitaal- minimaal 3 x/ jaar)

onthaalbrochure

specifieke communicatieverantwoordelijke met e-mailadres en GSM nummer, clublogo

 

Parameters

Te verdienen punten

Eigen website

5 ptn

Clubblad/ nieuwsbrief

10 ptn

Onthaalbrochure

10 ptn

Clublogo

5 ptn

 

Evaluatie:

opgeven van website

laatste versie van clubblad en/ of nieuwsbrief + lijst uitgaven 

toevoegen onthaalbrochure en/ of verslag onthaalmoment

gegevens communicatieverantwoordelijke + clublogo bezorgen

 

4. Sportpromotie: 20 %

 

Parameters:

sportpromotionele initiatieven

 

Parameters

Te verdienen punten

Drempelverlagende sportinitiatieven, initiaties en wervingsacties (bv. gratis proeflessen)

10 ptn

Het organiseren van of deelnemen aan competitieve ontmoetingen buiten de reguliere competitie zoals Tornooien met lokale of bovenlokale uitstraling

- regionaal

- provinciaal

 

 

 

10 ptn

20 ptn

Organisatie specifiek sportkamp of stage (minimaal 3 dagen en 3 u/ dag)

10 ptn per sportkamp/stage

 

Evaluatie:

bewijs van organisatie- publicaties- deelnemers initiatielessen

bewijs van organisatie of deelname aan competitieve ontmoetingen zoals tornooien (dit zijn één of meerdere competities georganiseerd door de club aanvullend op de reguliere werking en competitie)

bewijs van organisatie sportkampen- stages (foldertjes)

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Sport - premiereglement jeugdsportbegeleiding - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement jeugdsportbegeleiding te verlengen tot 31 december 2025.

 

Motivering

 

Het premiereglement jeugdsportbegeleiding, werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Evaluatie en afstemming met het sportverenigingsveld geeft aan dat het reglement op vandaag geen directe aanpassingen vraagt. Er wordt voorgesteld om het premiereglement te verlengen tot 31 december 2025.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 2 december 2020 de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van het premiereglement jeugdsportbegeleiding tot 31 december 2025 te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          premiereglement jeugdsportbegeleiding , goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het premiereglement jeugdsportbegeleiding te verlengen tot 31 december 2025.

 

REGLEMENT PROFESSIONALISERING JEUGDSPORTBEGELEIDING SPORTVERENIGINGEN

 

Art. 1. - Definities

 

In de periode 2020 2025 kan de gemeente subsidies krijgen van de Vlaamse overheid voor professionalisering jeugdsportbegeleiding sportverenigingen met als doel: verhoging van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiders en de jeugdsportcoördinatoren in de sportverenigingen aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie

 

          Alle sportverenigingen, erkend conform het reglement op heden goedgekeurd, kunnen subsidies ontvangen mits ze aangesloten zijn bij een door de Vlaamse overheid erkende sportfederatie.

          Sportverenigingen die beschikken over gediplomeerde jeugdsportbegeleiders en jeugdsportcoördinatoren worden beloond op basis van onderstaand subsidiereglement.

          Jeugdsportbegeleider: een sporttechnische begeleider voor jeugdsport actief in een erkende sportvereniging.

          Jeugdsportcoördinator: een sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider die het jeugdsportbeleid in de erkende sportvereniging coördineert op sporttechnisch, beleidsmatig en organisatorisch vlak.

          Jeugdsport: sportparticipatie van kinderen en jongeren tot en met 18 jaar.

 

Art. 2. - Maatregelen moeten gericht zijn op:

 

          verhoging van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider zelf inzake de begeleiding op sporttechnisch, tactisch of sociaal-pedagogisch vlak;

          verhoging van de kwaliteit van de jeugdsportcoördinator zelf inzake de coördinatie van het jeugdsportbeleid in de sportvereniging op beleidsmatig, sporttechnisch en organisatorisch vlak

          verhoging van het aantal en de kwalificatie van de jeugdsportbegeleiders en jeugdsportcoördinatoren;

          verhoging van het aantal erkende sportverenigingen die werken met gekwalificeerde jeugdsportbegeleiders en die beschikken over een jeugdsportcoördinator.

 

Art. 3. - Timing

 

          Als referteperiode voor het werkingsjaar geldt de periode van 1 juli tot en met 30 juni.

          De clubsecretaris van de erkende sportvereniging ontvangt jaarlijks tussen 1 en 15 juni de aanvraagformulieren vanuit de sportdienst.

          Erkende sportverenigingen die vóór 15 september, aansluitend op het werkingsjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, hun aanvraagdossier ingediend hebben op de gemeentelijke sportdienst komen in aanmerking voor verdere behandeling van het dossier.

          Het college van burgemeester en schepenen behoudt zich het recht de gegeven informatie en bewijsstukken te verifiëren.

          Het recht op subsidiëring voor de sportverenigingen voor het betrokken jaar vervalt indien blijkt dat:

◦ de aangifte niet in overeenstemming is met de werkelijkheid;

◦ de aanvrager de gevraagde inlichtingen weigert te verschaffen;

◦ de aanvrager de gevraagde inlichtingen niet tijdig verschaft.

          In opdracht van het college van burgemeester en schepenen deelt het dagelijks bestuur van de sportraad het definitieve resultaat van de puntenberekening waarop de subsidies worden gebaseerd vóór 15 oktober mee aan de aanvrager.

          Bij betwisting van het vastgestelde puntenaantal kan de sportvereniging bij het college van burgemeester en schepenen een bezwaar indienen. Dit kan per aangetekend schrijven met uiterste postdatum november.

          Na onderzoek van het bezwaarschrift zal de sportvereniging over de getroffen beslissing ingelicht worden vóór december. Hiertegen is geen beroep mogelijk.

          De uitbetaling van de subsidies gebeurt vóór het einde van het jaar door overschrijving op de rekening van de aanvrager.

 

Art. 4. - Verdeling

 

Het door de gemeente beschikbaar gesteld subsidiebedrag wordt als volgt verdeeld:

 

20 % van het subsidiebedrag wordt verdeeld op basis van aanvaardbare kosten van erkende bijscholingen of vormingen gevolgd door de jeugdsportbegeleider of de jeugdsport- coördinator. Dit bedrag wordt het bedrag voor bijscholingen genoemd (BB). Indien de totale som van het BB overschreden wordt, wordt de regel van 3 toegepast. Indien de totale som van het BB niet overschreden wordt, wordt de rest overgedragen naar het bedrag voor jeugdsportcoördinatoren = BJ.

 

Onder een erkende bijscholing of vorming wordt verstaan:

          een bijscholing of vorming georganiseerd door de Vlaamse trainersschool (VTS);

          een bijscholing of vorming georganiseerd en erkend door VTS waarbij de sportvereniging is aangesloten;

          een bijscholing of vorming georganiseerd door de gemeentelijke sportraad.

 

Onder een aanvaarde bijscholing of vorming wordt verstaan:

          een bijscholing of vorming waarvan een deelname-attest kan worden voorgelegd opgesteld door de organiserende instantie.

 

Onder aanvaardbare kosten wordt verstaan:

          het aan de organiserende instantie betaalde inschrijvingsgeld, dat gestaafd dient te worden door het bewijs van betaling;

          catering komt niet in aanmerking.

 

75 % van het subsidiebedrag wordt verdeeld op basis van het hebben van een gekwalificeerde jeugdsportcoördinator in de sportvereniging met een jeugdwerking. De jeugdsportcoördinator moet minstens het VTS-initiator brevet in zijn bezit hebben. Dit bedrag wordt het bedrag van de jeugdsportcoördinatoren genoemd (= BJ). Het bedrag voor de jeugdsportcoördinatoren, eventueel aangevuld met de rest van het bedrag bijscholingen (BB) wordt verdeeld op basis van het aantal erkende sportverenigingen met een jeugdwerking die beschikken over een sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator die voldoet.

 

1)      De jeugdsportcoördinator legt een jeugdsportbeleidsnota voor.

2)      De jeugdsportcoördinator is coördinator van de volledige structuur van de jeugdwerking van 6 tot 18 jaar.

3)      De jeugdsportcoördinator ontwikkelt jaarlijks nieuwe impulsen om de kwaliteit van de jeugdwerking te verbeteren.

4)      De jeugdsportcoördinator neemt initiatieven rond ethiek in sport die bijdragen tot een beter sportklimaat.

5)      De jeugdsportcoördinator is coördinator bij een club met minstens 25 actieve jeugdleden.

 

5% van het subsidiebedrag wordt verdeeld op basis van het behalen van een diploma of een hoger diploma door jeugdsportbegeleiders en jeugdsportcoördinatoren. Dit bedrag wordt het bedrag diploma’s genoemd (BD) Indien de totale som van het BD overschreden wordt, wordt de regel van 3 toegepast. Indien de totale som van het BD niet overschreden wordt, wordt de rest overgedragen naar het bedrag voor jeugdsportcoördinatoren = BJ.

 

Onder diploma wordt verstaan:

          een diploma, afgeleverd door de VTS of erkend door de VTS, aan een jeugdsport- begeleider/-coördinator in die discipline waar de jeugdsportbegeleider/-coördinator actief is binnen de sportvereniging.

 

Onder hoger diploma wordt verstaan:

          een hoger diploma, afgeleverd door de VTS of erkend door de VTS, aan een jeugdsportbegeleider/-coördinator in die discipline waar de jeugdsportbegeleider actief is binnen de sportvereniging.

 

Onder aanvaardbare kosten wordt verstaan:

          het aan de organiserende instantie betaalde inschrijvingsgeld dat gestaafd dient te worden door het bewijs van betaling.

          catering komt niet in aanmerking.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Cultuur - samenwerkingsreglement podiumactiviteiten - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het samenwerkingsreglement podiumactiviteiten te verlengen tot 31 december 2021.

 

Motivering

 

Het samenwerkingsreglement podiumactiviteiten werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Omwille van de corona-pandemie was het in 2020 niet mogelijk om participatie en noodzakelijke afstemming met het bestuur van de cultuurraad en het verenigingsveld ten gronde te organiseren in functie van een evaluatie van het reglement. Er wordt daarom voorgesteld om het reglement met één jaar te verlengen tot 31 december 2021.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 2 december 2020 de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van dit reglement te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          samenwerkingsreglement podiumactiviteiten, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit volgend reglement te verlengen tot 31 december 2021:

 

REGLEMENT SAMENWERKING PODIUMACTIVITEITEN

 

Algemene afspraken

 

Art. 1. - Binnen de culturele infrastructuur kunnen er podiumactiviteiten georganiseerd worden in samenwerking met het lokaal verenigingsleven. De raad van bestuur van het gemeenschapscentrum Deerlijk heeft hiervoor de bevoegdheid toevertrouwd aan de werkgroep eigen programmatie.

 

Art. 2. - Een samenwerking kan enkel door een Deerlijkse vereniging, club of organisatie met draagvlak in Deerlijk aangegaan worden. De organisatie van de podiumactiviteit gebeurt vanuit Deerlijk. Hierop kan een uitzondering gemaakt worden voor aanvragen van buiten de gemeente Deerlijk omwille van liefdadigheid of humanitaire redenen. In dit geval maakt de raad van bestuur een advies over aan het college van burgemeester en schepenen dat een definitieve beslissing ter zake neemt.

Dit reglement geldt niet voor individuen en particulieren.

 

Art. 3. - Dit reglement werd opgedeeld in twee delen. Deel A vertrekt vanuit de seizoensbrochure van de werkgroep eigen programmatie. Een lokale vereniging werkt mee met een voorstelling die aangeboden wordt in de programmatie van werkgroep eigen programmatie. Deel B vertrekt vanuit een voorstel tot programmatie waarmee een lokale vereniging naar de werkgroep eigen programmatie stapt.

 

Art. 4. - De activiteiten, georganiseerd door de werkgroep eigen programmatie zijn verzekerd voor de burgerlijke aansprakelijkheid en de lichamelijke ongevallen voor het eigen personeel (arbeidsongeval) en voor de eigen vrijwilligers, maar niet voor de leden en/of de vrijwilligers van de meewerkende vereniging.

Het is aangewezen dat de meewerkende vereniging zich verzekert voor haar burgerlijke aansprakelijkheid en voor de burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen van haar leden en haar vrijwilligers, of nagaat hoe dit door de koepelorganisatie van de vereniging is georganiseerd. Voor een koepelvereniging of een vzw is een BA voor de vrijwilligers waarop zij beroep doen, wettelijk verplicht, voor een feitelijke vereniging zonder personeel en zonder koepelorganisatie is dit niet verplicht, doch aan te raden.

 

Art. 5. - De werkgroep eigen programmatie en de meewerkende vereniging leggen de samenwerking in een schriftelijke overeenkomst vast. Concreet tekenen ze samen elk blad van dit reglement.

De ondertekenaars zijn:

          voor de werkgroep eigen programmatie: de voorzitter van de raad van bestuur van het gemeenschapscentrum en de cultuurfunctionaris;

          voor de meewerkende vereniging: de voorzitter en de secretaris van de vereniging of bij ontbreken hiervan twee representatieve verantwoordelijken.

 

Art. 6. - Voor iedere samenwerkingsovereenkomst wordt het financiële verslag opgemaakt door het secretariaat van het gemeenschapscentrum Deerlijk en de lokale vereniging. Dit verslag wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. De verrekening gebeurt daarna door het secretariaat van het gemeenschapscentrum van de gemeente Deerlijk.

 

Art. 7. - Aanvragen voor zowel deel A als deel B dienen schriftelijk en gemotiveerd te gebeuren op het secretariaat van het gemeenschapscentrum Deerlijk.

 

Art. 8. - In het belang van en gezien het tijdsschema voor het drukken van de seizoensbrochure, dienen aanvragen voor deel B de werkgroep eigen programmatie te bereiken ten laatste op 30 april van het voorgaande seizoen.

Indien de aanvraag later wordt ingediend, kan de voorstelling wel plaats vinden, maar kan de aankondiging in de seizoensbrochure niet gegarandeerd worden. Voor zowel deel A als deel B zal op alle andere promotiematerialen de naam van de meewerkende vereniging wel vermeld worden.

 

Art. 9. - Dit reglement wordt ieder jaar geëvalueerd door de werkgroep eigen programmatie.

 

DEEL A: verenigingen tekenen in op programma eigen programmatie

 

Art. 10. - Per seizoen beslist de werkgroep eigen programmatie welke voorstellingen in aanmerking komen om in een lokaal samenwerkingsverband te organiseren. Deze bevoegdheid ligt uitsluitend bij de werkgroep eigen programmatie.

 

Financiële afspraken

 

Art. 11. - De vereniging, die een samenwerkingsovereenkomst ondertekent, dient een pakket tickets van de uitgekozen voorstelling te verkopen. Van alle zelf verkochte tickets krijgt de vereniging 25 % van de gemiddelde verkoopprijs.

 

Art. 12. - De vereniging kan bijkomend opteren om de bar open te houden. Een pakket van 35 tickets dient verkocht te worden om aanspraak te maken op het open houden van de bar. De vereniging ontvangt 50 % van de opbrengst uit de drankverkoop. De andere 50 % gaat naar het gemeenschapscentrum. Indien de vereniging het vooropgestelde pakket van 35 tickets niet verkoopt, kan ze geen aanspraak maken op het openhouden van de bar. Zij behouden wel 25 % van de gemiddelde verkoopprijs op het aantal effectief verkochte tickets door de vereniging.

 

Art. 13. - De mogelijkheid bestaat dat twee of meerdere verenigingen gaan samenwerken rond dezelfde voorstelling. In dit geval wordt 50 % van opbrengst uit de drankverkoop verdeeld onder de mee-organiserende verenigingen. De andere 50 % gaat naar het gemeenschapscentrum.

 

Praktische afspraken

 

Art. 14. - De meewerkende vereniging houdt zich eraan de week voor de voorstelling zich aan te dienen op het secretariaat van het gemeenschapscentrum Deerlijk om de ‘eigen ticketverkoop’ af te rekenen. Zo is er voor het secretariaat een duidelijk zicht op het aantal verkochte en niet-verkochte plaatsen. De tickets die de dag zelf nog verkocht worden, zijn voor rekening van het gemeenschapscentrum Deerlijk.

 

Art. 15. - De werkgroep eigen programmatie en het personeel van de cultuurdienst nemen ten laste:

          het vastleggen van de contracten;

          het betalen van de honoraria van het gezelschap of de artiest;

          het betalen van de reiskosten van het gezelschap of de artiest;

          de organisatie van de maaltijd voor het gezelschap of de artiest;

          het betalen van Sabam en billijke vergoeding;

          publicatie in het gemeentenieuws, de gemeentelijke website, UiT in regio Kortrijk en de UiT-databank van Cultuurnet;

          drukwerk: brochure, affiches, folders, toegangskaarten, uitnodigingen;

          het eventueel versturen van uitnodigingen, promotiemail;

          het versturen van affiches naar de omliggende culturele centra en geïnteresseerden;

          het opstellen en versturen van een perstekst naar de media;

          de technische ondersteuning (geluid en belichting) van de voorstelling;

          de huur van eventueel extra technische apparatuur;

          het ter beschikking stellen van didactisch en audiovisueel materieel;

          de eigen ticketverkoop aan de balie.

 

Art. 16. - De meewerkende vereniging zorgt voor:

          het ophangen van de affiches en het maken van publiciteit via andere kanalen dan bovenstaande;

          personeel voor:

          opbouw en afbraak podium (indien nodig voor en na voorstelling);

          het verzorgen van de inkom (inkom en controle kaarten);

          uitbating bar en aanvullen van frigo’s;

          de eindverantwoordelijkheid en het afsluiten van de zaal;

          eventuele verzending van folders, uitnodigingen;

          bij subsidieerbare activiteiten door hogere overheden worden deze subsidies aangevraagd door de vereniging, nadat het gemeenschapscentrum Deerlijk een overeenkomst heeft geregeld met het gezelschap. De meewerkende vereniging dient de helft van de bekomen subsidie door te storten op rekening van het gemeenschapscentrum Deerlijk.

 

DEEL B: een vereniging stapt met een voorstel naar werkgroep eigen programmatie

 

Art. 17. - De lokale vereniging wenst een voorstelling (muziek, humor of theater) te organiseren in samenwerking met de werkgroep eigen programmatie. De werkgroep eigen programmatie  bespreekt met de leden van de werkgroep het voorstel en houdt zich het recht voor de vraag tot samenwerking te weigeren indien dit niet past in de doelstellingen of de programmatie van de werkgroep.

 

Financiële afspraken

 

Art. 18 - De vereniging die een samenwerkingsovereenkomst ondertekent, betaalt de volledige uitkoopsom (gage, reiskosten, Sabam en billijke vergoeding) inclusief btw aan de artiest. Op basis van het percentage van de tickets dat door de cultuurdienst werd verkocht, wordt datzelfde percentage van de volledige uitkoopsom teruggestort aan de vereniging, met een maximum van 25 % van de uitkoopsom.

 

Art. 18bis - Voor de financiële afrekening wordt het contract en betaalbewijs opgestuurd naar het secretariaat van het gemeenschapscentrum (Hoogstraat 122, 8540 Deerlijk), ten laatste twee maanden na de voorstelling.

 

Art. 19. - De prijsbepaling van de tickets gebeurt in overleg met de vereniging en de werkgroep eigen programmatie.

 

Art. 20. - De vereniging kan de bar alleen open houden. De opbrengsten uit de drankverkoop zijn dan voor de vereniging. Indien zij dit wensen, kan geopteerd worden om de bar open te houden samen met de werkgroep eigen programmatie en dan ontvangt de vereniging 50 % van de opbrengst uit de drankverkoop. De andere 50 % gaat naar het gemeenschapscentrum Deerlijk.

 

Praktische afspraken

 

Art. 21. - De meewerkende vereniging houdt zich eraan de week voor de voorstelling zich aan te dienen op het secretariaat van het gemeenschapscentrum Deerlijk om de ‘eigen ticketverkoop’ mee te delen. Zo is er voor het secretariaat een duidelijk zicht op het aantal verkochte en niet-verkochte plaatsen.

 

Art. 22. - De werkgroep eigen programmatie en het personeel van de cultuurdienst nemen te laste:

          de organisatie van de maaltijd voor het gezelschap of de artiest;

          publicatie in het gemeentenieuws, de gemeentelijke website, UiT in regio Kortrijk en de UiT-databank van Cultuurnet;

          drukwerk: brochure, affiches, folders, toegangskaarten, uitnodigingen;

          het eventueel versturen van uitnodigingen, promotiemail;

          het versturen van affiches naar de omliggende culturele centra en geïnteresseerden;

          het opstellen en versturen perstekst naar de media;

          de technische ondersteuning (geluid en belichting) van de voorstelling;

          de huur van eventueel extra technische apparatuur;

          het ter beschikking stellen van didactisch en audiovisueel materieel;

          de eigen ticketverkoop aan de balie.

 

Art. 23. - De meewerkende vereniging zorgt voor:

          het vastleggen van de contracten;

          het betalen van de honoraria van het gezelschap of de artiest;

          het betalen van de reiskosten van het gezelschap of de artiest;

          het betalen van Sabam en billijke vergoeding;

          het ophangen van de affiches en het maken van publiciteit via andere kanalen dan bovenstaande;

          vrijwilligers voor:

          opbouw en afbraak podium (indien nodig voor en na de voorstelling);

          het verzorgen van de inkom (inkom en controle kaarten);

          uitbating bar en aanvullen van frigo’s;

          de eindverantwoordelijkheid en het afsluiten van de zaal;

          eventuele verzending van folders, uitnodigingen.

 

Artikel 2

 

Bovenstaand reglement gaat in op 1 januari 2021 en loopt af op 31 december 2021.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Cultuur en sport - premiereglement lokalen in eigendom - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement renovatie- en herstellingswerken aan lokalen in eigendom van verenigingen aangesloten bij de cultuurraad en/of sportraad te verlengen tot 31 december 2021.

 

Motivering

 

Het premiereglement renovatie- en herstellingswerken aan lokalen in eigendom werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Omwille van de corona-pandemie was het in 2020 niet mogelijk om participatie en noodzakelijke afstemming met de cultuurraad, de sportraad en het verenigingsveld ten gronde te organiseren in functie van een evaluatie van het reglement. Er wordt daarom voorgesteld om het reglement met één jaar te verlengen tot 31 december 2021.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 2 december 2020 de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van dit reglement te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          premiereglement renovatie- en herstellingswerken aan lokalen in eigendom van verenigingen aangesloten bij de cultuurraad en/of sportraad, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit volgend reglement te verlengen tot 31 december 2021:

 

PREMIEREGLEMENT RENOVATIE- EN HERSTELLINGSWERKEN AAN LOKALEN IN EIGENDOM VAN VERENIGINGEN AANGESLOTEN BIJ CULTUURRAAD EN/OF SPORTRAAD

 

Art. 1. -

Voor wie

De renovatie- en herstellingspremie kan worden aangevraagd door Deerlijkse verenigingen, aangesloten bij de gemeentelijke cultuurraad en/of gemeentelijke sportraad, die een lokaal in eigendom hebben op het grondgebied van de gemeente en het lokaal voor hun reguliere werking gebruiken.

 

Art. 2. -

Maximumbedrag en berekening

De renovatie- en herstellingspremie bedraagt 50 % van de kostprijs van de uitgevoerde renovatie- en/of herstellingswerken met een maximum van 2.000,00 euro. Indien het budget ontoereikend is om alle aanvragen te betoelagen, wijst het college van burgemeester en schepenen de betoelaging toe aan de hand van de prioriteitsvolgorde zoals in artikel 3 is beschreven.

De aanvrager kan slechts één aanvraag per kalenderjaar indienen. Verenigingen die bij zowel de cultuurraad als de sportraad aangesloten zijn, kunnen slechts bij 1 van deze 2 gemeentelijke raden een aanvraag, voor het bekomen van deze premie, indienen.

 

Art. 3. -

Voorwaarden en criteria

Om voor de renovatie- en herstellingspremie in aanmerking te komen dienen de renovatie- en/of herstellingswerken ofwel

          de veiligheid (stevigheid, elektrische installatie, brandveiligheid, inbraak- en vandalismebeveiliging, ... );

          de toegankelijkheid;

          de nutsvoorzieningen (met aandacht voor sanitair en hygiëne);

          de duurzaamheid;

          de verfraaiing;

van het lokaal te verbeteren, waarbij de bovenstaande rangorde prioriteitbepalend is.

 

Kosten die niet in aanmerking komen voor betoelaging zijn:

          gewone onderhoudskosten (bv. onderhoud van verwarmingsinstallatie, …)

          kosten voor los meubilair en toebehoren

          luxe materialen (bv. marmer, domotica, …)

 

Kosten die gemaakt zijn voor de opwekking en de aanwending van alternatieve energievormen, kunnen niet in aanmerking komen voor een premie via dit reglement. Hiervoor kan er een aanvraag gebeuren via de premiereglementen inzake milieu.

 

Art. 4. -

Aanvraagformaliteiten, toekenningsprocedure en advies

De aanvrager kan voor beide premievormen slechts één aanvraag per kalenderjaar indienen.

 

De aanvraag voor een premie voor renovatie- en herstellingswerken moet schriftelijk gebeuren bij het college voor burgemeester en schepenen vóór 1 oktober op het daartoe voorgeschreven aanvraagformulier.

Bij de aanvraag worden volgende documenten gevoegd:

          een beschrijving van de uitgevoerde werken

          de voor waar en echt verklaarde facturen van de uitgevoerde renovatie- en/of herstellingswerken samen met de betalingsbewijzen ervan

 

Meerdere renovatie- en/of herstellingswerken kunnen in één aanvraag gebundeld worden.

 

Bij de beoordeling van het ingediende dossier beslist het college van burgemeester en schepenen, na advies van het bestuur van de cultuurraad of sportraad, over het al dan niet toekennen van de renovatie- en herstellingspremie. Indien deze niet wordt toegekend zal het college van burgemeester en schepenen dit binnen de maand na deze beslissing schriftelijk te kennen geven aan de aanvrager.

 

Indien er wijzigingen optreden in de gegevens die bij de premieaanvraag zijn verstrekt, deelt de aanvrager die onmiddellijk en spontaan mee aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 5. -

Controle en toekenning

De bevoegde diensten kunnen een plaatsbezoek uitvoeren om vast te stellen of de renovatie- of herstellingswerken effectief werden uitgevoerd.

 

Art. 6. -

Promotionele verplichtingen

Op elke publicatie. moet de aanvrager de steun van de gemeente Deerlijk vermelden. Dit kan door een vermelding of door het gebruik van het logo van de gemeente.

 

Artikel 2

 

Bovenstaand reglement gaat in op 1 januari 2021 en loopt af op 31 december 2021.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Vrije tijd - premiereglement projectpremie - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement projectpremie te verlengen tot 31 december 2021.

 

Motivering

 

Het premiereglement projectpremie werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Omwille van de corona-pandemie was het in 2020 niet mogelijk om participatie en noodzakelijke afstemming met de betrokken adviesraden en het verenigingsveld ten gronde te organiseren in functie van een evaluatie van het reglement. Er wordt daarom voorgesteld om het reglement met één jaar te verlengen tot 31 december 2021.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 2 december 2020 de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van dit reglement te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, §3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: premiereglement projectpremie, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit volgend reglement te verlengen tot 31 december 2021:

 

PREMIEREGLEMENT PROJECTPREMIE

 

Art. 1. - Situering

De gemeente Deerlijk kan een projectpremie toekennen volgens de bepalingen van dit reglement. De projectpremie is een ondersteuning voor de lokale burger en/of vereniging ter versterking van de culturele lokale gemeenschap.

 

Een project is begrensd in tijd en financiële investering. Het is een samenhangend geheel van acties of activiteiten en met een vooraf geformuleerd resultaat. Het project behoort niet tot de reguliere werking van de aanvrager.

Het project kan bij herhaling om de 2 jaar aangevraagd worden en moet daarbij rekening houden met vernieuwende elementen t.o.v. vorige edities.

 

Art. 2. - Doelstelling

Het stimuleren van culturele initiatieven en projecten gerealiseerd voor en door inwoners van Deerlijk. De projecten zijn gemeenschapsvormend, brengen mensen samen in een netwerk en stimuleren de participatie in de vrije tijd.

 

Art. 3. - Voor wie

 

De aanvrager van de projectpremie is een vereniging zonder winstoogmerk, een feitelijke vereniging of een natuurlijk persoon (of meerdere) met domicilie of maatschappelijke zetel in Deerlijk.

 

Projecten die door commerciële organisaties worden georganiseerd, komen niet in aanmerking voor deze projectpremie.

 

Art. 4. - Welke kosten

Volgende kostenposten komen in aanmerking voor de premie:

          kosten verbonden aan publiekswerking (uitkoopsom, auteursrechten, vrijwilligersvergoeding, catering …)

          kosten verbonden aan communicatie en promotie (drukwerk, portkosten …)

          logistieke kosten (uitleendienst, huur/aankoop materiaal, huur infrastructuur, nutsvoorzieningen, technische ondersteuning …)

 

Volgende kosten komen niet in aanmerking voor de premie:

          kosten verbonden aan recepties

          kosten voor geschenken en bloemen

          investeringskosten hardware

          reis- en verblijfskosten

          personeelskosten

          kosten die betrekking hebben op de reguliere werking van de aanvrager

 

Art. 5. - Dwingende criteria

          Het project vindt plaats in Deerlijk.

          De aanvrager vermeldt in alle gedrukte en digitale communicatie, bij elke mededeling, verklaring of publicatie en presentatie in kader van het project het standaard logo van de gemeente Deerlijk.

          Het project heeft een realistische timing en is praktisch uitvoerbaar.

          Het project is begrensd in tijd en heeft een looptijd van maximaal 12 maanden.

          De begroting voor het project is realistisch en in evenwicht. De begroting omvat de voorziene inkomsten (zoals sponsoring, inkomsten uit verkoop, …) en uitgaven. Het gevraagde premiebedrag wordt duidelijk opgenomen.

          De communicatie wordt op een wervende, kwalitatieve en effectieve manier gevoerd en maakt gebruik van hedendaagse kanalen en technieken waaronder websites, sociale media, … en is afgestemd op de doelgroep die het project beoogt.

          De aanvrager voert de publieksmomenten van het project in de UiT-databank in.

          De aanvrager staat inhoudelijke en financiële controle toe.

          Het project heeft een aantoonbaar resultaat voor de lokale gemeenschap in Deerlijk en daarbuiten.

 

Als aan alle dwingende criteria kan voldaan worden, dan bedraagt de premie 50 % van alle gemaakte onkosten vermeld onder artikel 4, met een maximum van 300 euro.

 

Art. 6. - Bijkomende criteria

          De activiteit is een UiTPAS activiteit (= voor UiTPAS-activiteiten krijgen mensen met een laag inkomen 80 % korting op de toegangsprijs).

          Het project is een inhoudelijke samenwerking tussen verschillende partners.

          Het project slaat een brug naar andere sectoren zoals onderwijs, toerisme, welzijn, jeugd, natuur en milieu, … Er is een actieve samenwerking vanaf de voorbereiding van het project.

          Het project is vernieuwend; voor de doelgroep die beoogd wordt, de locatie van het project, de methodiek, aanpak of output voor de aanvrager of de lokale gemeenschap van Deerlijk.

          Het project heeft een doorgedreven aandacht voor een het duurzaam karakter van het festival (bioafbreekbare materialen, drukwerk op 100 % gerecycleerd papier, veganistische maaltijden, catering met seizoensgebonden producten, focus op openbaar vervoer of fiets, …).

          Het project speelt in op 1 van deze actuele maatschappelijke uitdagingen (vereenzaming, klimaatopwarming, kansarmoede,…).

 

Indien de aanvrager, naast de dwingende criteria, ook aan één of meerdere bijkomende criteria kan voldoen, kan de aanvrager bij elk voldaan bijkomend criterium 50 euro premie extra krijgen.

 

Art. 7. - Beoordeling

De aanvraag wordt beoordeeld op basis van het aanvraagformulier. Het project dient mondeling toegelicht worden aan een samengestelde jury. Deze jury bestaat minstens uit de cultuurfunctionaris en de jeugdconsulent, aangevuld met 3 vrijwilligers bestaande uit één afgevaardigde uit de jeugdraad, één afgevaardigde uit de cultuurraad en één afgevaardigde uit de seniorenraad. Deze jury maakt een advies over het project. Nadien wordt dit geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen. Deze beslissing wordt informatief meegedeeld aan de diverse adviesraden. Uiterlijk 6 weken (met uitzondering van indiening in juli/augustus) na indiening wordt de aanvrager schriftelijk op de hoogte gesteld van de beslissing.

 

Art. 8. - Hoe aanvragen

Indienen kan zowel digitaal als op papier. Het aanvraagformulier wordt gericht aan het college van burgemeester en schepenen en is te vinden op de gemeentelijke website. Digitaal indienen kan via het e-loket van de gemeentelijke website.

 

Art. 9. - Wanneer aanvragen

Via het aanvraagformulier gericht aan het college van burgemeester en schepenen minstens 3 maanden vóór de start van het project.

 

Art. 10. - Bedrag

De uitbetaling van de projectpremie gebeurt in twee schijven. Bij de opstart van het project (na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen) ontvangt de aanvrager een voorschot van 50 % van het toegekend bedrag.

 

Het saldo van 50 % wordt na het plaatsvinden van het project uitbetaald. Hiertoe dient de premie-aanvrager binnen de 3 maand na het plaatsvinden van het project het evaluatieformulier en de nodige bewijsstukken in te dienen:

          evaluatieverslag met eindafrekening van uitgaven en inkomsten

          financiële bewijsstukken genummerd met verwijzing naar de eindafrekening

 

Per project kan een maximum bedrag van 600 euro uitbetaald worden binnen de grenzen van het vooropgestelde gemeentelijk budget. Het totaal budget bestemd voor dit reglement wordt jaarlijks vastgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 11. - Annulering en wijzigingen

Indien het project niet kan doorgaan of indien de premieaanvraag grondig wordt gewijzigd deelt de premie-aanvrager dit onmiddellijk mee aan het college van burgemeester en schepenen. Na advies van de adviesraad kan het college van burgemeester en schepenen de premie terugvorderen, wijzigen of intrekken.

 

Artikel 2

 

Bovenstaand reglement gaat in op 1 januari 2021 en loopt af op 31 december 2021.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Cultuur - premiereglement basisuitrusting - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement voor aankoop en herstel van basisuitrusting te verlengen tot 31 december 2021.

 

Motivering

 

Het premiereglement voor aankoop en herstelling van basisuitrusting werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Omwille van de corona-pandemie was het in 2020 niet mogelijk om participatie en noodzakelijke afstemming met het bestuur van de cultuurraad en het verenigingsveld ten gronde te organiseren in functie van een evaluatie van het reglement. Er wordt daarom voorgesteld om het reglement met één jaar te verlengen tot 31 december 2021.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht de voorzitter van de gemeenteraad, in zitting van 2 december 2020, om de verlenging van dit reglement te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          premiereglement voor aankoop en herstelling van basisuitrusting, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit volgend reglement te verlengen tot 31 december 2021:

 

PREMIEREGLEMENT VOOR AANKOOP EN HERSTELLING VAN BASISUITRUSTING

 

Art. 1. -

Omschrijving premie

 

De premie is mogelijk voor de aankoop en herstelling van basisuitrusting.

 

Art. 2. -

Voor wie ?

 

De premie voor aankoop en herstelling van basisuitrusting kan worden aangevraagd door Deerlijkse verenigingen aangesloten bij de gemeentelijke cultuurraad.

 

Art. 3. -

Maximumbedrag en berekening

 

De premie voor aankoop van basisuitrusting bedraagt 1/3 van de aankoopsom van de basisuitrusting.

De premie voor basisuitrusting kan ook het herstellen van basisuitrusting betreffen.

De premie bedraagt 1/3 van de kostprijs van de herstelling, met een maximum van 150 euro per vereniging per jaar.

De aanvrager kan slechts één aanvraag per kalenderjaar indienen.

Onder ‘herstellen’ wordt verstaan ‘het terug in goede staat brengen’ van basisuitrusting die niet meer voldoet.

 

Art. 4. -

Voorwaarden en criteria

 

Voor aankoop en herstelling van basisuitrusting gelden volgende voorwaarden:

          De uitrusting moet duidelijk gelinkt zijn aan de doelstellingen en de structurele werking van de vereniging.

          Het aangekochte materiaal is en blijft eigendom van de vereniging en kan gebruikt worden door de individuele leden zonder dat zij er alleenrecht op hebben.

          Promotiematerialen en kantoorbenodigdheden komen niet in aanmerking.

          Enkel de gebruiksgoederen komen in aanmerking, verbruiksgoederen niet.

 

Art. 5. -

Aanvraagformaliteiten, toekenningsprocedure en advies

 

De aanvrager kan slechts één aanvraag per kalenderjaar indienen.

 

De aanvraag voor aankoop en herstelling van basisuitrusting moet schriftelijk gebeuren bij het college van burgemeester en schepenen vóór 1 oktober op het daartoe voorgeschreven aanvraagformulier vergezeld van:

          de beschrijving van de aangekochte of herstelde uitrusting

          de motivatie voor de aankoop/herstelling

          de voor waar en echt verklaarde facturen samen met de betalingswijze ervan

 

Meerdere aankopen/herstellingen kunnen in één aanvraag gebundeld worden. Aankopen/herstellingen die dateren van na de indiendatum van de principiële aanvraag kunnen het jaar nadien nog worden ingediend.

 

Bij de beoordeling van het ingediende dossier beslist het college van burgemeester en schepenen, na advies van het bestuur van de cultuurraad, over het al dan niet toekennen van de premie voor aankoop en herstelling van de basisuitrusting. Indien deze niet wordt toegekend, dan zal het college van burgemeester en schepenen dit binnen de maand na deze beslissing schriftelijk te kennen geven aan de aanvrager.

 

Indien er wijzigingen optreden in de gegevens die bij de premieaanvraag zijn verstrekt, deelt de aanvrager die onmiddellijk en spontaan mee aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 2

 

Bovenstaand reglement gaat in op 1 januari 2021 en loopt af op 31 december 2021.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Cultuur - premiereglement sociaal-culturele verenigingen aangesloten bij de cultuurraad - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement sociaal-culturele verenigingen aangesloten bij de cultuurraad te verlengen tot 31 december 2021.

 

Motivering

 

Het premiereglement sociaal-culturele verenigingen aangesloten bij de cultuurraad werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Omwille van de corona-pandemie was het in 2020 niet mogelijk om participatie en noodzakelijke afstemming met het bestuur van de cultuurraad en het verenigingsveld ten gronde te organiseren in functie van een evaluatie van het reglement. Er wordt daarom voorgesteld om het reglement met één jaar te verlengen tot 31 december 2021.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 2 december 2020 de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van dit reglement te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          premiereglement sociaal-culturele verenigingen aangesloten bij de cultuurraad, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit volgend reglement te verlengen tot 31 december 2021:

 

Premiereglement sociaal-culturele verenigingen aangesloten bij de cultuurraad

 

Art. 1. - De premie

Basis- en werkingspremie voor sociaal-culturele verenigingen van Deerlijk die aangesloten zijn bij de cultuurraad. Deze afdelingen of groepen ontplooien een werking in groepsverband die gericht is op gemeenschapsvorming, participatie aan cultuur, maatschappelijke activering en educatie.

 

Art. 2. - Voor wie

De premie wordt enkel toegekend aan plaatselijke sociaal-culturele verenigingen die aangesloten zijn bij de cultuurraad. De verenigingen zijn in de gemeente Deerlijk actief op één van de volgende vlakken:

          Amateurkunsten

          Sociaal – cultureel volwassenenwerk

          Gemeenschapsvorming

 

Art. 3. - Maximumbedrag en berekening

De premie bestaat uit een basispremie en een werkingspremie. Het bedrag van de basis- en werkingspremie wordt berekend volgens een puntenstelsel. Er staat geen maximumbedrag op de uit te reiken premie per vereniging.

 

PUNTENSTELSEL

 

ALGEMENE BEPALINGEN

 

Nominatieve premie

 

Een aantal verenigingen aangesloten bij de cultuurraad maken aanspraak op een nominatieve premie. De nominatieve premie wordt van het totaal budget dat beschikbaar is voor dit premiereglement gehouden.

 

          Comité Kapellekensommegang - 75 euro - maakt bijkomend geen aanspraak op de basispremie noch op de werkingspremie.

          Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia - 1.400 euro - maakt bijkomend geen aanspraak op de basispremie, wel op de werkingspremie.

          Heemkring Dorp en Toren - 500 euro - maakt bijkomend geen aanspraak op de basispremie wel op de werkingspremie.

          René De Clercqgenootschap - 500 euro - maakt bijkomend geen aanspraak op de basispremie wel op de werkingspremie.

 

Puntenverdeling

 

De volledige premie (bestemd voor alle verenigingen samen) wordt verdeeld in twee rubrieken:

          Basispremie (20 % van de totale premie/aantal verenigingen)

          Werkingspremie (80 % van de totale premie/totaal aantal punten *coëfficiënt)

 

PUNTENSTELSEL WERKINGSPREMIE

 

De punten worden cumulatief verworven

 

Artistieke activiteiten en publieke toonmomenten (tonen van de eigen creatie van de vereniging aan het publiek)

Toneel, poppentheater, fanfare, harmonie, dans, koor, tentoonstelling, foto, film, multimedia, beeldhouwen en keramiek, schilderen, stoet …

Deze lijst is niet exhaustief.

50/zangmoment

100/toonmoment

175/toneel

 

Deelname aan wedstrijden en tornooien (bovenlokaal)

Internationale wedstrijden en tornooien

75/wedstrijd

100/wedstrijd

Educatieve activiteiten (kan georganiseerd worden door een externe partner of door de vereniging zelf)

Activiteiten die inzetten op de doelstelling levenslang en levensbreed leren.

Voordracht, panelgesprek, workshop, lessenreeks …

Deze lijst is niet exhaustief.

 

 

30/eenmalige activiteit

 

50/lessenreeks

Gemeenschapsvormende activiteiten

Activiteiten die tot doel hebben de interne werking te verbeteren door mensen dichter bij elkaar te brengen en te leren kennen buiten de vaste werking.

Gezellig samenzijn, eet-festijn, groepsactiviteiten, uitstappen, wandelingen, fietstochten, zoekwedstrijden, buurtfeesten, markten … Deze lijst is niet exhaustief.

 

Organiseert uw vereniging gedurende het hele jaar door op regelmatige tijdstippen hobbynamiddagen, petanque, (viking) kubb … dan telt de hele reeks als één activiteit.

 

30/activiteit

 

 

 

 

Samenwerking

          Het organiseren van activiteiten in samenwerking met een of meer verenigingen, het gemeentebestuur, onderwijsinstellingen … zowel op inhoudelijk, financieel als promotioneel vlak. Private partners komen in aanmerking als er geen winstoogmerk is.

          Lid zijn van het Deerlijks Vormingswerk.

 

45/activiteit

 

 

 

5/lidmaatschap

Communicatie:

          Het inzetten op digitale media: website, facebook, twitter, pinterest, instagram …

          Uitgave van een tijdschrift of digitale nieuwsbrief.

          Ingeven van de activiteiten in de Uit-databank www.uitinvlaanderen.be.

          Deelname aan de Uitpas Zuidwest met eigen activiteiten.

 

50/digitaal medium

 

40/tijdschrift/DNB

5/uitdatabank

 

5/Uitpas

Vorming

          Deelname aan landelijke acties, thema-weken of –dagen bvb. week van de smaak, digitale week, jeugdboekenweek,…

          Het volgen van een opleiding die bijdraagt tot de verhoging van de professionaliseringsgraad van de vereniging.             

 

10/actie

 

5/vorming

 

Art. 4. - Voorwaarden en criteria

De aanvraag tot toekenning van een basispremie en werkingspremie gebeurt op het daartoe voorbestemde aanvraagformulier en bevat minstens:

          de gegevens van de vereniging

          de samenstelling van het bestuur

          een lijst van de activiteiten in het afgelopen werkjaar met bewijsstuk (communicatie, promotie …)

Bij de beoordeling van het dossier beslist het college van burgemeester en schepenen, na advies van de cultuurraad, over het toekennen van de premie.

 

Art. 5. - Aanvraag-formaliteiten, toekenningsprocedure en advies

Het aanvraagformulier voor het toekennen van de basispremie en de werkingspremie moet schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend vóór 1 maart.

 

Uiterlijk twee maanden na de indiening van de premieaanvraag brengt het college van burgemeester en schepenen de aanvrager schriftelijk op de hoogte van de beslissing met betrekking tot het al niet toekennen van de premie na advies ingewonnen te hebben bij de cultuurraad.

 

Indien er wijzigingen optreden in de gegevens die bij de premieaanvraag zijn verstrekt deelt de initiatiefnemer die onmiddellijk en spontaan mee aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 6. -  Controle

Het college van burgemeester en schepenen behoudt zich het recht voor te allen tijde na te gaan of aan de voorwaarden van dit premiereglement voldaan is. De aanvrager zal niets doen dat er kan toe strekken deze controle moeilijk of onmogelijk te maken.

 

De premie wordt slechts toegekend binnen de perken van het op het gemeentebudget ingeschreven krediet.

 

Artikel 2

 

Bovenstaand reglement gaat in op 1 januari 2021 en loopt af op 31 december 2021.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Feestelijkheden - retributiereglement uitleendienst - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd om de verlenging van het retributiereglement uitleendiensten goed te keuren.

 

Motivering

 

De aanpassing en de verlenging van het retributiereglement uitleendiensten tot 31 december 2020 werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd.

Het retributiereglement loopt bijgevolg af op 31 december 2020.

 

Er wordt voorgesteld om het reglement alvast te verlengen tot 31 december 2025. Ondertussen kan overeenkomstig het meerjarenplanning 2020-2025, door de nieuw aangeworven evenementencoach grondig werk gemaakt worden van het uitrollen van een centraal evenementenloket met een nog efficiëntere uitleendienst op maat van de gebruiker.

De grondige evaluatie en aanpassing van het retributiereglement overeenkomstig het meerjarenplan 2020-2025 kan hier vervolgens aan gekoppeld worden en zal van zodra mogelijk en nodig ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 2 december 2020 de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van het retributiereglement uitleendiensten te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Retributiereglement uitleendiensten, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit volgend aangepast reglement te verlengen tot 31 december 2025:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT UITLEENDIENSTEN CULTUUR, JEUGD, SPORT EN

FEESTELIJKHEDEN

 

Art. 1. - Volgende categorieën komen in aanmerking voor ontlening van materiaal:

 

Categorie A

          gemeentebestuur en OCMW Deerlijk

          alle Deerlijkse gemeentelijke adviesraden, alle Deerlijkse gemeentelijke commissies en hun werkgroepen, de beheersorganen en hun werkgroepen

          onderwijsinstellingen gelegen op het grondgebied Deerlijk

          omliggende gemeente- en stadsbesturen van Deerlijk (enkel nadars en podiumelementen)

 

Categorie B

          alle Deerlijkse verenigingen die zijn aangesloten bij een erkende Deerlijkse adviesraad

          Deerlijkse verenigingen/organisaties of voor een bepaalde gelegenheid opgerichte tijdelijke vereniging/organisatie die niet aangesloten is bij een erkende Deerlijkse adviesraad en waarvan minstens de helft van de leden van het bestuur van de vereniging/organisatie woonachtig is in Deerlijk

 

Categorie C (deze categorie kan enkel materiaal ontlenen van de jeugddienst)

          niet-Deerlijkse verenigingen

          privé personen wonende in Deerlijk

 

Categorie D (deze categorie kan enkel materiaal ontlenen van de dienst feestelijkheden)

          Verenigingen en/of natuurlijke personen die een activiteit organiseren die doorgaat op grondgebied Deerlijk en niet behoren tot categorie A, B of C.

 

Art. 2 - Onderstaande materialen van de verschillende uitleendiensten worden ter beschikking gesteld voor ontlening in een centraal beheersysteem:

 

JEUGDDIENST

 

Electromateriaal

Categorie A

Categorie B (€)

Categorie C (€)

Bediening lichteffect

gratis

0,00

0,00

Black-light lamp en houder

gratis

2,90

4,10

Boogie

gratis

2,90

4,10

Bubbelmachine

gratis

8,10

11,60

Discobal

gratis

2,90

4,10

Double Derby

gratis

2,90

4,10

Klemspot

gratis

0,90

1,20

LED lichtinstallatie

gratis

17,30

24,80

LED rainbow

gratis

2,90

4,10

Lichtkrans

gratis

8,10

11,60

Lichtinstallatie

gratis

8,70

12,40

Lightsplash

gratis

2,90

4,10

Minimoon

gratis

2,90

4,10

Minitunnel

gratis

2,90

4,10

Phar

gratis

1,40

2,00

Rookmachine

gratis

8,10

11,60

Statief + t-bar

gratis

2,30

3,30

Stekkerdoos

gratis

0,50

0,70

Stroboscoop

gratis

2,90

4,10

Verlengdraad

gratis

0,50

0,70

Xciter

gratis

2,90

4,10

 

Verkleedkledij

Categorie A

Categorie B (€)

Categorie C (€)

Kerstmanpak

gratis

6,90

9,90

Pietpak

gratis

4,60

6,60

Schminkkoffer

gratis

11,60

16,50

Sintpak

gratis

9,20

13,20

 

Spelen

Categorie A

Categorie B (€)

Categorie C (€)

Gezelschapsspel

gratis

0,60

0,80

Reuzenspel

gratis

2,30

3,30

Sport- en spelkoffer

gratis

5,80

8,30

Sport- en spelmateriaal

gratis

0,60

0,90

Voetbal

gratis

0,60

0,90

Volleybal

gratis

0,60

0,90

 

Audiovisueel materiaal

Categorie A

Categorie B (€)

Categorie C (€)

LCD-projector

gratis

11,40

20,60

Megafoon

gratis

5,80

8,30

Microfoon

gratis

5,80

8,30

Projectiescherm

gratis

11,60

16,50

Soundbox + 2x draadloze microfoon

gratis

11,60

16,50

Walkie talkie (paar)

gratis

11,60

16,50

Muziekinstallatie

gratis

28,90

41,30

 

Kampmateriaal

Categorie A

Categorie B (€)

Categorie C (€)

Kompas

gratis

0,20

0,40

Tent 3m op 3m (groen)

gratis

11,00

15,70

Tent 3m op 6m (groen)

gratis

20,00

28,60

Tentgewicht

gratis

1,20

1,70

Vuurkorf

gratis

2,30

3,30

Zijpaneel

gratis

1,20

1,70

 

Veiligheidsmateriaal/fuifpakket

Categorie A

Categorie B (€)

Categorie C (€)

Fluohesje

gratis

gratis

gratis

Fuifkoffer

gratis

gratis

gratis

Fuifbord

gratis

gratis

gratis

Rookverbodtekens

gratis

gratis

gratis

Nooduitgangsignalisatie

gratis

gratis

gratis

Seinbord

gratis

gratis

gratis

Banner drankkaarten

gratis

gratis

gratis

Banner eetstand

gratis

gratis

gratis

Banner fuifbandjes

gratis

gratis

gratis

Banner binnen = binnen

gratis

gratis

gratis

Banner geen alcohol -16 jaar

gratis

gratis

gratis

Fuifbandjes

gratis

gratis

gratis

Geluidsmeter

gratis

gratis

gratis

Oordopjes

gratis

gratis

gratis

 

UiTPAS

Categorie A

Categorie B (€)

Categorie C (€)

Smartphone UiTPAS met dataverbinding

gratis

gratis

Kan je niet ontlenen

Kaartlezer UiTPAS voor computer

gratis

gratis

Kan je niet ontlenen

Beachvlag UiTPAS

gratis

gratis

Kan je niet ontlenen

 

Andere

Categorie A

Categorie B (€)

Categorie C (€)

Badgemachine

gratis + 0,50 euro/badge

gratis + 0,50 euro/badge

gratis + 0,50 euro/badge

 

CULTUURDIENST

 

Audiovisueel materiaal

Categorie A

Categorie B (€)

Soundbox met draadloze microfoon en cd-speler

gratis

11,60

Geluidsinstallatie

gratis

42,80

 

Tentoonstellingsmateriaal

Categorie A

Categorie B (€)

Tentoonstellingspaneel enkelzijdig

gratis

2,90

Tentoonstellingspaneel dubbelzijdig

gratis

4,60

 

SPORTDIENST

 

Feestmateriaal

Categorie A

Categorie B (€)

Podiumelement verstelbaar

gratis

gratis

Receptietafel

gratis

3,50

Tafel

gratis

1,70

Stoel (kunststof plooi)

gratis

0,30

 

DIENST FEESTELIJKHEDEN

 

Feestmateriaal

Categorie A

Categorie B (€)

Categorie D (€)

Afbakeningspaal en ketting

gratis

gratis

gratis

Nadar

gratis

gratis

3,00 per stuk

min. 5 stuks

Podiumelement

gratis

gratis

8,00 per stuuk

min. 5 stuks

Podiumtrap

gratis

gratis

gratis

Podiumrok

gratis

gratis

gratis

Podiumwagen

gratis

gratis

kan je niet ontlenen

Rood/wit kegel

gratis

gratis

gratis

Vlag België

gratis

gratis

gratis

Vlag Deerlijk

gratis

gratis

gratis

Vlag Europa

gratis

gratis

gratis

Vlag Provincie

gratis

gratis

gratis

Vlag Vlaanderen

gratis

gratis

gratis

Vlaggenmast (aluminium)

gratis

gratis

gratis

Parkeerverbodsborden

gratis

gratis

gratis

Werfhekkens + blokken

gratis

gratis

gratis

Verbindingsklemmen podium

gratis

gratis

3,00 per stuk

min. 5 stuks

Klemmen voor werfhekkens

gratis

gratis

gratis

 

De betrokken gemeentediensten kunnen mits motivering de beschikbare materialen van de uitleendiensten inkrimpen of uitbreiden. Wijzigingen in de beschikbare materialen van de uitleendiensten worden ter kennis gegeven aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 3 - Onderstaande materialen worden beheerd door de cultuurdienst en staan ter beschikking van categorie A en feestcomités die behoren tot het Centraal Feestcomité, zolang de voorraad strekt;

 

CULTUURDIENST

 

Materiaal eetfestijnen

Categorie A

Cognacglazen

gratis

Dessert borden

gratis

Dessert vork

gratis

Dienbladen

gratis

Diepe borden

gratis

Fluteglazen

gratis

Fruitsapglazen

gratis

Glazen schenkkan

gratis

Inox plateau's

gratis

Koffiekannen

gratis

Koffiekop en schotel

gratis

Koffielepel

gratis

Koffiezetmachine BRAVILOR

gratis

Melkkannen

gratis

Platte borden

gratis

Plooistoelen

gratis

Schragentafels

gratis

Soepkommen

gratis

Tafellepel

gratis

Tafelmes

gratis

Tafelvork

gratis

Wijnglazen rood

gratis

Wijnglazen wit

gratis

 

Audiovisueel materiaal

Categorie A

Diaprojector met zoomlens

gratis

DVD-speler

gratis

Film- of diascherm

gratis

Flapover

gratis

Halogeen

gratis

Kleurfilters

gratis

LCD projector

gratis

Mengpanelen

gratis

Microkabels

gratis

Micro's

gratis

Microstatieven

gratis

Mobiele lichtinstallatie

gratis

Overheadprojector

gratis

Rack geluisinstallatie

gratis

Soundbox

gratis

Statief met 5 spots

gratis

Statieven voor spots

gratis

TV / VIDEO / DVD

gratis

Verlengkabels

gratis

 

Tentoonstellingsmateriaal

Categorie A

Blokken

gratis

Dubbel paneel

gratis

Paneel

gratis

Paneel op voet

gratis

 

Andere

Categorie A

Podiumelement

gratis

 

Art. 4 - Aanvragen tot ontlening worden chronologisch behandeld volgens tijdstip van aanvraag.

 

Art. 5 - Door het in ontvangst nemen van de materialen verbindt de ontlener er zich toe:

          op de hoogte te zijn van het correcte gebruik en behandelen van de materialen en ze te beheren als een goede huisvader en de opgegeven richtlijnen strikt na te leven;

          de materialen in dezelfde staat terug te brengen als bij de afhaling. De materialen bevinden zich in een degelijke staat. Indien dit niet het geval zou zijn, dient dit vóór de ingebruikname ervan gemeld te worden bij de dienst waar het materiaal toe behoort. Wanneer er geen melding gebeurt vóór de ingebruikname, wordt verondersteld dat de materialen zich in degelijke staat bevonden vóór het uitlenen ervan;

          bij diefstal onmiddellijk aangifte te doen bij de politie en een kopie van het proces-verbaal te bezorgen aan de dienst waar het materiaal toe behoort;

          de materialen in geen enkel geval noch uit te lenen, noch onder te verhuren;

          de dienst waartoe het materiaal behoort onmiddellijk in kennis te stellen in geval van schade.

 

Art. 6 - Het uitgeleende materiaal wordt door de betrokken dienst nagekeken. De herstellingskosten van het beschadigde materiaal worden integraal aan de ontlener doorgerekend. Bij onherstelbare beschadiging alsook bij diefstal en bij verlies van het materiaal wordt de kostprijs voor het aanschaffen van nieuw materiaal integraal aan de ontlener doorgerekend, alsook een administratieve vergoeding ten bedrage van 30,00 euro. Indien het uitgeleend materiaal in een bevuilde staat terugkeert naar de betrokken dienst en deze gepoetst dient te worden door het personeel van de gemeente, dan wordt er een vergoeding aangerekend ter waarde van de gepresteerde uren van het personeel aan 50,00 euro per begonnen uur/per persoon.

 

Art. 7 - Voor ontlening van het materiaal wordt een huurprijs gevraagd, zoals vermeld in artikels 2 en 3. De huurprijs dient betaald te worden na ontlening van het materiaal via overschrijving, na ontvangst van de factuur.

 

Art. 8 - Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen en/of andere schadelijke gevolgen die zouden voortvloeien uit het gebruik van het ontleende materiaal.

 

Art. 9 - Door het ontlenen van het materiaal verklaart de ontlener zich akkoord met de bepalingen van dit reglement en waarborgt de stipte naleving ervan.

 

Art. 10 - Bij het organiseren van een speelstraat, een straatfeest en een kermis kan de organisator gratis reuzenspellen en sport- en spelmateriaal ontlenen bij de jeugddienst. Bij gelijktijdige aanvraag tot ontlening van deze spelen genieten de organisatoren van speelstraten prioriteit.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Directe belasting op werken voor het verbreden en aanleggen van voetpaden - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd om het reglement betreffende het heffen van een directe belasting op werken voor het verbreden en aanleggen van voetpaden goed te keuren vanaf 1 januari 2021 voor een periode eindigend op 31 december 2025.

 

Motivering

 

De gemeenteraad keurde het huidig reglement betreffende het heffen van een directe belasting op de werken voor het verbreden en aanleggen van voetpaden goed in zitting van 19 december 2019.

 

Gezien het de intentie was om het reglement grondig te evalueren werd er beslist om dit reglement slecht voor 1 jaar goed te keuren waardoor dit reglement eindigt op 31 december 2020.

 

Het feit dat er enerzijds nog afbetalingen van belastingsplichtigen in het kader van eerder uitgevoerde werken lopende zijn en er anderzijds regelmatig nog nieuwe stukken voetpad aangelegd worden waarop dit reglement van toepassing is, zorgt ervoor dat een aanpassing of afschaffing van dit reglement niet evident is. Bijgevolg zal er externe expertise nodig zijn om te onderzoeken welke juridische mogelijkheden er zijn om dit reglement aan te passen en tot zolang wordt het huidig reglement best aangehouden.

 

De aanleg, verbetering en uitrusting van openbare wegen met ondermeer voetpaden gaat om uitgaven van algemeen belang die ook een meerwaarde kunnen betekenen voor de eigendommen gelegen langsheen de aangelegde, verbeterde of uitgeruste wegen.

 

Het college van burgemeester en schepenen stelde in zitting van 2 december 2020 voor om het reglement te verlengen tot 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit onderstaand reglement goed te keuren.

 

Directe belasting op de werken voor het aanleggen en verbreden van voetpaden

 

Art. 1. - Met ingang van 1 januari 2021 en voor een periode eindigend op 31 december 2025, wordt ten behoeve van de gemeente onder de navolgende voorwaarden een gemeentelijke belasting geheven op het aanleggen van voetpaden, waarvan de voltooiing geschied is tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.

 

Art. 2. -

§ 1. Worden onderworpen aan een jaarlijkse directe belasting, waarbij de door de gemeente gedane kosten worden teruggevorderd, de al dan niet aangelande eigendommen gelegen langsheen openbare wegen of gedeelten van openbare wegen, waarlangs voetpaden worden aangelegd of verbreed.

De onderhoudskosten en de normale vernieuwingskosten vallen niet ten laste van de boordeigenaars.

§ 2. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 100 % van de som van de verhaalbare uitgaven, benevens de intresten.

De duur van de terugbetaling wordt vastgesteld op 20 jaar.

 

Art. 3. - De terugvorderbare uitgaven zijn:

          de kosten van de grondwerken;

          de kosten van het wegnemen van de bestaande bedekking;

          de kosten van de funderingen en van de nieuwe bedekking, evenals van het plaatsen ervan.

 

De maximum breedte van het voetpad die in aanmerking genomen wordt voor de vaststelling van het bedrag van de belasting kan slechts berekend worden op een voetpadbreedte van 1,5 m.

De werken worden uitgevoerd, hetzij door de eigen gemeentediensten, hetzij door een openbare of private onderneming, op last van het gemeentebestuur.

 

Art. 4. - De terugvorderbare uitgave die iedere eigendom treft is gelijk aan de eenheidsprijs per strekkende meter vermenigvuldigd met de lengte van de eigendom aan de straatzijde, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 5.

De eenheidsprijs per strekkende meter wordt bekomen door het geheel van de verhaalbare uitgaven te delen door de totale lengte van de eigendommen aan de straatzijde.

Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek gevormd door twee openbare wegen, wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde.

 

Art. 5. - Wanneer er twee of meer eigendommen of gedeelten van eigendommen gelegen zijn binnen één der zones die zich langs beide zijden van de weg uitstrekken, over een diepte van 12 meter, dan wordt de belasting, die berekend wordt overeenkomstig artikel 4, verdeeld onder de betrokken eigenaars in verhouding tot de oppervlakte die zij binnen de betrokken strook bezitten.

Wanneer er een strook non aedificandi bestaat, wordt er voor de berekening van de diepte van 12 meter, zoals bedoeld in alinea 1, met de diepte van deze strook geen rekening gehouden.

 

Art. 6. - In de mate waarin de stroken, bepaald in het voorgaande artikel, elkaar dekken, kan een eigendom of een gedeelte van een eigendom niet tweemaal worden belast wegens werken uitgevoerd in twee verschillende wegen.

Wanneer werken gelijktijdig aan twee verschillende wegen uitgevoerd worden, geldt de vrijstelling voor de belasting die verschuldigd is voor de werken aan de weg waar de belasting het laagst is.

Dit artikel is niet van toepassing op de hoekterreinen.

 

Art. 7. - Voor de eigendommen, gelegen op de hoek van twee straten, zal de belastingplichtige slechts de belasting verschuldigd zijn voor de frontgevel met de grootste lengte.

Indien de langste frontgevel paalt aan de openbare weg, waarvoor de onderhavige belasting niet verschuldigd is, zal hij worden aangeslagen voor de frontgevel met de kleinste lengte. Bij de uitvoering van de werken langs de frontgevel met de grootste lengte en indien de huidige belasting reeds toegepast werd langs de frontgevel met de kleinste lengte, zal hij worden aangeslagen voor het verschil in de frontlengte.

In toepassing van de voorgaande alinea's, kan de vrijstelling voor die welbepaalde eigendommen echter nooit meer dan twintig meter bedragen.

Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde of gedeelte van een straatzijde.

De verkaveling of de wijziging van de oppervlakte van een eigendom brengt geen verandering in de bij onderhavig artikel bepaalde vrijstelling.

 

Art. 8. - De jaarlijkse belasting omvat de jaarlijkse schijf van het terug te betalen kapitaal dat aangewend werd ter betaling van de terugvorderbare uitgaven, vermeerderd met het bedrag van de intrest die op het niet-teruggestorte gedeelte moet worden betaald. De jaarlijkse belastingen kunnen worden berekend onder de vorm van vaste jaarlijkse bedragen.

De toe te passen rentevoet is de rentevoet waaraan de gemeente zelf leent voor de werken waaruit de belasting voortvloeit. In het geval de gemeente geen lening aangaat voor de werken is de gemiddelde rentevoet van toepassing die op het ogenblik dat de werken ten einde zijn door de banken aan de gemeente wordt aangeboden voor een lening voor een duur van 20 jaar.

 

Art. 9. - Na de voltooiing van de werken zal aan de belastingplichtige een kostenstaat gezonden worden behelzende zijn aandeel in de uitgaven van de uitgevoerde werken, berekend aan de hand van hetgeen onder artikel 3 en 4 bepaald werd. Deze afrekening van de verhaalbare uitgaven, vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen, houdt geen rekening met de toelagen die worden toegekend of die zouden kunnen toegekend worden voor werken van die aard door de openbare besturen.

Vanaf de verzendingsdatum van de kostenstaat, vastgesteld bij aangetekend schrijven, beschikt de betrokken boordeigenaar over drie maanden om het volledige bedrag te vereffenen, zonder intrest, na die termijn is artikel 8 van toepassing.

 

Art. 10. - De belastingplichtige kan, te allen tijde, de eigendom ontlasten van het bedrag van de terugvorderbare uitgave, die erop betrekking heeft, door aan de gemeente het bedrag van de nog niet eisbare schijven van het kapitaal te storten.

De intrest is steeds verschuldigd voor het jaar tijdens hetwelk de betaling plaats heeft, behalve bij toepassing van artikel 9.

 

Art. 11. - Het gemeentebestuur verbindt zich ertoe aan de belastingplichtigen die de belasting in kapitaal mochten hebben gekweten, de bedragen terug te betalen die ooit zouden moeten beschouwd worden als ten onrechte betaald, ingevolge de opheffing of de niet-hernieuwing van de verordening of ten gevolge van de verlaging van de belastingvoeten.

In dat laatste geval zal de terugbetaling enkel gebeuren in verhouding tot de vermindering van de belastingvoeten, waarvan de belastingplichtigen, die jaarlijks ingekohierd worden, zullen genieten.

 

Art. 12. - De belasting slaat op de eigendom en is verschuldigd door de eigenaar.

Ingeval er een recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik bestaat is de belasting verschuldigd door de opstalhouder, de erfpachter, of de vruchtgebruiker, terwijl de eigenaar hoofdelijk mede de belasting verschuldigd is.

Wanneer de eigendom bestaat uit een gebouw met meerdere appartementen waarop de verschillende eigenaars een uitsluitend recht hebben, dan wordt de belasting die betrekking heeft op het gebouw, verdeeld onder hen in verhouding van het respectief aandeel in de gemeenschappelijke gedeelten.

Ingeval van overgang van onroerende zakelijke rechten, wordt de nieuwe eigenaar belastingplichtig vanaf 1 januari volgend op de datum van de akte die hem het recht toekent.

 

Art. 13. - Worden op de rol gebracht, de schuldenaren, aangeduid zoals bepaald in artikel 12 ingevolge hun hoedanigheid van belastingplichtige op 1 januari volgende op de voltooiing van de werken en op 1 januari van ieder volgend belastingsdienstjaar.

 

Art. 14. - De eerste jaarlijkse belasting is verschuldigd op de 1ste januari volgend op de voltooiing van de werken, vastgesteld door een besluit van het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 15. - De belasting wordt uitgesteld in de volgende gevallen:

1° Wanneer de huidige belastingplichtige vrijgesteld is ingevolge de wetten en besluiten.

2° Voor de niet-bebouwde terreinen die gelegen zijn in de landelijke gedeelten van de gemeenten, zoals die afgebakend zijn in het gewestplan.

3° Voor de terreinen waarop het ingevolge een beslissing van de overheid niet toegelaten of niet mogelijk is te bouwen.

Wanneer de toestand om reden waarvan de belasting uitgesteld werd, geheel of gedeeltelijk een einde neemt vóór het verstrijken van een periode van 10 jaar te rekenen vanaf het eerste belastingsdienstjaar, is de jaarlijkse belasting verschuldigd vanaf 1 januari hieropvolgend.

Indien, bij het verstrijken van de 10 jaar, deze toestand nog geen einde genomen heeft, wordt het goed definitief vrijgesteld.

 

Art. 16. - De bepalingen van de vroeger van kracht zijnde reglementen op de verhaalbelastingen blijven van kracht op de toestanden die tijdens hun heffingstermijn ontstonden.

 

Artikel 2

 

Het belastingreglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur bekendgemaakt.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Voorzieningen ten dienste van personen met een beperking - premiereglement - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement 'voorzieningen ten dienste van mensen met een beperking' goed te keuren.

 

Motivering

 

In zitting van de gemeenteraad van 19 december 2019 werd het premiereglement 'voorzieningen ten dienste van mensen met beperkingen' verlengd tot en met 31 december 2020.

 

Na integrale doorname van het reglement, blijkt de grondslag van deze premie nog steeds actueel en vormt dit een appreciatie voor de voorzieningen waar mensen met een beperking terecht kunnen.

 

De gemeente biedt namelijk vele diensten en faciliteiten aan aan haar inwoners, die er gratis of tegen een geringe vergoeding gebruik van kunnen maken.

 

Mensen die in Deerlijk gedomicilieerd zijn, maar voor verblijf/ dagbesteding / werk opgevangen worden in voorzieningen voor mensen met een beperking kunnen echter vaak geen gebruik maken daarvan.

 

Dergelijke diensten en/of faciliteiten worden hen vaak wel aangeboden binnen de voorziening die hen opvangt.

 

Het is dan ook wenselijk om deze voorzieningen die mensen met een beperking, gedomicilieerd in Deerlijk, opvangen, verder financieel te ondersteunen.

 

In zitting van 2 december 2020 verzocht het college van burgemeester en schepenen de voorzitter van de gemeenteraad de goedkeuring van het premiereglement 'voorzieningen ten dienste van mensen met een beperking' te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit onderstaand premiereglement 'voorzieningen ten dienste van mensen met een beperking', lopend van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025, goed te keuren:

 

PREMIEREGLEMENT VOORZIENINGEN TEN DIENSTE VAN MENSEN MET EEN BEPERKING

 

Art. 1. - Aan een erkende voorziening voor mensen met een beperking wordt jaarlijks een premie toegekend a rato van 20 euro per door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap erkende persoon, gedomicilieerd in Deerlijk, die ze opvangt.

 

De domiciliëring dient in de gemeente te zijn gebeurd vóór 1 januari van het jaar waarvoor een premie wordt toegekend. Hiervoor geldt de inschrijving in het rijksregister als referentie.

 

Art. 2. - Van het toepassingsgebied van deze premie worden volgende voorzieningen uitgesloten:

          ziekenhuizen

          rust- en verzorgingstehuizen

          woonzorgcentra

 

Art. 3. - De in artikel 1 omschreven premie wordt toegekend tot een maximum van 200 euro per voorziening per jaar.

 

Art. 4. - De in artikel 1 bedoelde voorzieningen dienen hun aanvraag tot toekenning van een premie, met opgave van de na(a)m(en) van de in artikel 1 bedoelde fysieke personen die zij opvangen, te richten aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 2

 

Het premiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 Decreet Lokaal Bestuur bekendgemaakt.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Grafconcessies - retributiereglement - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het retributiereglement op grafconcessies te verlengen tot 31 december 2021.

 

Motivering

 

In zitting van de gemeenteraad van 19 december 2019 werd het retributiereglement op grafconcessies verlengd tot en met 31 december 2020.

 

Het was de intentie om dit reglement in de loop van 2020 integraal te bekijken en alle vereiste aanpassingen te doen, maar door de gewijzigde omstandigheden naar aanleiding van de corona-pandemie en de impact daarvan op de dienst en de cluster, is dit niet gelukt. Bijgevolg wordt voorgesteld dit reglement nogmaals met een jaar te verlengen.

 

In zitting van 12 februari 2020 besliste het college van burgemeester en schepenen principieel om geen kelders van 3 personen meer te voorzien. Het is dan ook aangewezen om de vermelding hiernaar uit het retributiereglement te schrappen.

 

In zitting van 2 december 2020 verzocht het college van burgemeester en schepenen de voorzitter van de gemeenteraad de goedkeuring van de verlenging van het retributiereglement op grafconcessies tot 31 december 2021 te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de verlenging van onderstaand retributiereglement op grafconcessies met ingang van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 goed te keuren:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT GRAFCONCESSIES

 

Art. 1. - Het bedrag van de concessie wordt vastgesteld als volgt:

 

A. Begraving in de grond

 

1)      130-jarige concessie (grafkelder verboden): 7,5 euro/m²/jaar

2)      50-jarige concessie (grafkelder verplicht): 7,5 euro/m²/jaar

 

Dit bedrag wordt vermeerderd met:

          850 euro voor een grafkelder voor 2 personen;

 

B. Nis in het columbarium

 

3)      30-jarige concessie:450 euro

4)      50-jarige concessie: 750 euro

 

Dit bedrag wordt vermeerderd met:

          200 euro voor de nis en de afdekplaat (exclusief gravure).

 

C. Begraving in urnenveld

 

5)      30-jarige concessie:450 euro

6)      50-jarige concessie: 750 euro

 

Dit bedrag wordt vermeerderd met:

          250 euro voor de urnenkelder;

          80 euro voor de afdekplaat (exclusief gravure).

 

D. Naamplaat herdenkingszuil

 

De kosten voor het aanbrengen van een naamplaat op de herdenkingszuil van de asstrooiweide worden bepaald op 15 euro (naamplaat, graveren en bevestigen).

 

E. Gratis begraving - 10 jaar

 

De gemeente voorziet voor elke persoon, ingeschreven in het bevolkingsregister, vreemdelingen- of wachtregister van de gemeente, de mogelijkheid tot kosteloze begraving voor 10 jaar, zonder concessie, in volle grond, een urnenkelder of columbariumnis.

 

Art. 2. - Bij een geconcedeerde nis in het columbarium of voor een geconcedeerde begraving op het urnenveld, dient de door het gemeentebestuur ter beschikking gestelde afdekplaat te worden gebruikt.

 

Art. 3. - Na verloop van de 10 jaar van de kosteloze begraving of de door het college van burgemeester en schepenen vergunde 10-jarige concessie, in zowel volle grond, urnenkelder of columbariumnis, wordt aan elke belanghebbende de mogelijkheid  geboden om op een perceel, op de nis of urnenkelder een 30-jarige vergunning te bekomen. De 30 jaar begint te lopen vanaf de datum van de toekenning in het college van burgemeester en schepenen van de 10-jarige al dan niet geconcedeerde grond, nis of urnenkelder.

 

Art. 4. - De kosten van het ter aarde bestellen zijn ten laste van de gemeente evenals de werken tot bijzetting in het columbarium. Het gebruik van de asstrooiweide is gratis.

 

Art. 5. - Tijdelijke concessies, verleend voor of na de inwerkingtreding van de wet van 1971, kunnen op twee manieren hernieuwd worden:

 

a) hernieuwing zonder bijzetting

 

Op aanvraag van enig belanghebbende kunnen opeenvolgende hernieuwingen van de 30-jarige of 50-jarige concessie worden toegestaan voor het verstrijken van de vastgestelde termijn en dit voor een periode van 10 jaar, 30 jaar of 50 jaar.

 

b) hernieuwing met bijzetting

 

De concessie kan op uitdrukkelijke aanvraag van iedere belanghebbende voor een nieuwe periode van dezelfde duur worden hernieuwd naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting in de concessie.

 

In het geval er geen hernieuwing werd aangevraagd tussen de datum van de laatste bijzetting in de concessie en het verstrijken van de periode waarvoor deze werd verleend, blijft het graf bestaan gedurende een termijn van tien jaar, die begint te lopen op de datum van het overlijden, indien dit overlijden zich minder dan tien jaar voor het verstrijken van de concessie heeft voorgedaan.

 

Geen hernieuwing mag voor langere tijd dan de oorspronkelijke concessie worden toegestaan.

 

In geval van een hernieuwing van een concessie (al dan niet met bijzetting) voor het verstrijken ervan, wordt het concessierecht berekend pro rata temporis: het te betalen concessierecht is evenredig met het aantal jaren dat de hernieuwde vervaldatum de aanvankelijke vervaldatum overschrijdt.

          voor begraving in de grond: 7,5 euro/m²/jaar

          voor nis in het columbarium: 15 euro/nis/jaar

          voor begraving van urnen: 15 euro/urnenveld/jaar

 

Art. 6. - De duur van een eerste concessie neemt een aanvang op de datum waarop het college van burgemeester en schepenen deze concessie verleend.

 

Art. 7. - Op de begraafplaats te Deerlijk en te Sint-Lodewijk wordt een plaats voorbehouden voor begraving van:

          burgemeesters en gewezen burgemeesters

          oud-strijders van de oorlogen 1914-1918 en 1940-1945

          civielarbeiders van de oorlog 1914-1918

          erkende weerstanders van de oorlog 1940-1945

          erkende politieke gevangenen van beide wereldoorlogen

          erkende werkweigeraars van de oorlog 1940-1945

          leden van de lokale brandweerpost Belgiek, woonachtig in Deerlijk, die gestorven zijn in bevolen dienst.

Wanneer betrokkenen begraven worden in de voorbehouden percelen (in voorbehouden volle grond van 2 m² zonder grafkelder), in een columbariumnis met 30-jarige vergunning of een urnenkelder met 30-jarige vergunning, wordt, zonder enige geldelijke vergoeding, een concessie van 30 jaar toegekend voor maximum 2 personen. Overeenkomstig artikel 8, § 5 kunnen eventuele uitbreidingen worden aangevraagd.

 

Wanneer betrokkenen begraven worden buiten de voorbehouden percelen of in een columbariumnis met 50-jarige vergunning of urnenkelder met 50-jarige vergunning, wordt de totale concessieprijs met 450 euro verminderd.

 

De gratis toegekende 30-jarige concessie neemt een einde 30 jaar na de eerste begraving in de voorbehouden percelen.

 

Overeenkomstig artikel 5 kunnen opeenvolgende hernieuwingen van deze concessie worden toegestaan.

 

Art. 8. -

§ 1. 

In een concessie voor 30 jaar in volle grond mogen 2 personen begraven worden. Eventueel kan een uitbreiding gevraagd worden conform § 5 van dit artikel.

 

In een concessie voor 50 jaar in volle grond met grafkelder voor 3 personen mogen maximaal 3 personen begraven worden. Eventueel kan een uitbreiding gevraagd worden conform § 5 van dit artikel.

 

§ 2. In een concessie voor 30 jaar of 50 jaar voor een nis in het columbarium of een urnenkelder op het urnenveld mogen maximaal 2 personen geplaatst worden. Eventueel kan een uitbreiding gevraagd worden conform § 5 van dit artikel.

 

§ 3. Bij de aanvraag tot het bekomen van een concessie is het noodzakelijk dat alle namen van de begunstigden worden vermeld. De concessies worden op het ogenblik van het eerste overlijden nominatief toegewezen.

 

§ 4. De nominatief toegekende concessies kunnen enkel door de concessiehouder of zijn erfopvolgers schriftelijk gewijzigd worden met voorlegging van een laatste wilsbeschikking van de persoon waarvoor een uitbreiding wordt aangevraagd.

 

§ 5. Een uitbreiding van een bestaande al dan niet eeuwigdurende grafconcessie zal slechts worden toegestaan wanneer hierom schriftelijk wordt verzocht en indien praktisch mogelijk.

 

Voor een uitbreiding, door bijzetten van een persoon, niet in de oorspronkelijke concessie aangevraagd, van een bestaande eeuwigdurende grafconcessie of bestaande grafconcessie dienen evenredig de nog te lopen jaren van de bestaande grafconcessie te worden betaald. De termijn en de voorwaarden van de oorspronkelijke concessie blijven bestaan.

          voor begraving in de grond: 7,5 euro/m²/jaar

          voor nis in het columbarium: 15 euro/nis/jaar

          voor begraving van urnen: 15 euro/urnenveld/jaar

 

Art. 9. -

a) Aan de concessies op de percelen van blok A en blok B die gelegen zijn langs de hoofdgang op de begraafplaats te Deerlijk centrum, wordt de verplichting opgelegd een grafzerk met een monumentaal karakter op te richten.

 

b) Aan alle andere concessies - met uitzondering van deze gestipuleerd in a) - wordt de verplichting opgelegd om een grafzerk op te richten en/of de bodem te bedekken met beplanting en/of steenslag of ander type verharding.

 

Art. 10. - De verplichtingen vermeld in artikel 9 gelden voor nieuwe concessies alsook voor bestaande concessies in zover voor deze laatste de oude grafzerk zou vervangen worden door een nieuwe.

 

Artikel 2

 

Dit retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 Decreet Lokaal Bestuur bekendgemaakt.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Jeugd - premiereglement kadervorming - aanpassing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd om de aanpassing van het premiereglement kadervorming goed te keuren.

 

Motivering

 

Het premiereglement kadervorming werd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2020. Het reglement werd afgelopen jaar gescreend door de administratie en er wordt voorgesteld om een kleine aanpassing te doen in het reglement en om daarna het reglement te verlengen tot 31 december 2025.

 

Oude versie:

Art. 5. - Maximumbedrag en berekening

Indien na toekenning van de premies kadervorming nog krediet op deze budgetsleutel beschikbaar is, wordt dit saldo overgemaakt aan VZW Kinderboerderij Bokkeslot.

 

Er wordt voorgesteld om deze zin te laten schrappen uit het premiereglement kadervorming.

Op de gemeenteraad van 28 mei 2020 werden een nieuwe premiereglement exploitatie en een nieuw premiereglement investeringen voor VZW Kinderboerderij Bokkeslot goedgekeurd. Bij de opmaak van deze nieuwe premiereglementen voor de kinderboerderij was er consensus dat het eventuele restsaldo van de premie kadervorming dan niet langer zou worden overgemaakt aan VZW Kinderboerderij Bokkeslot.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 2 december 2020 de voorzitter van de gemeenteraad om de aanpassing en verlenging van het premiereglement kadervorming te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40. § 3. Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: premiereglement kadervorming, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 28 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit om de aanpassing en verlenging van volgend reglement goed te keuren:

 

PREMIEREGLEMENT KADERVORMING

 

Art. 1. – Duur premiereglement

Dit premiereglement gaat in vanaf 1 januari 2021 en eindigt op 31 december 2025.

 

Art. 2. – Doel

Dit reglement heeft tot doel, via een individuele stimulans, jongeren aan te zetten tot het volgen van kadervorming en via deze vorming bij te dragen tot de verbetering van de kwaliteit van het plaatselijk jeugdwerk.

 

Art. 3. – Wat is kadervorming?

          Kadervorming is de samenhangende opleiding van de verantwoordelijken en toekomstig verantwoordelijken die belast zijn met het animeren en begeleiden van jeugdwerkinitiatieven.

          Kadervorming is erop gericht de kwaliteit van het jeugdwerk te verbeteren.

          Kadervorming wordt georganiseerd door de Afdeling Jeugd van de Vlaamse Overheid, een erkende vormingsdienst/kaderschool of een erkend nationaal secretariaat/koepelorganisatie uit het jeugdwerk.

 

Een cursus komt in aanmerking voor het verkrijgen van een premie als hij minimaal 5 dagdelen duurt: voormiddag en/of namiddag en/of avond.

 

Art. 4. – Voor wie?

Elke Deerlijkse jongere vanaf 15 jaar, die een kadervormingscursus volgt en die actief is/wordt in de begeleiding van een jeugdwerkinitiatief, komt in aanmerking voor een premie voor de gevolgde cursus.

 

Jeugdwerkverantwoordelijken, die niet in Deerlijk wonen en na het volgen van een kadervormingscursus zich inzetten voor een Deerlijks jeugdwerkinitiatief én geen premie voor die vorming in eigen gemeente kunnen bekomen, komen in aanmerking voor een premie in Deerlijk voor het volgen van die kadervorming.

 

Art. 5. – Maximumbedrag en berekening

Per aanvraag wordt voor maximaal de helft van het cursusgeld, met een maximum van 100 euro, een premie verstrekt.

 

De premie wordt slechts toegekend binnen de perken van het in het budget ingeschreven krediet.

 

Art. 6. – Aanvraagformaliteiten

De aanvraag voor een kadervormingspremie moet binnen het jaar na het beëindigen van de cursus gericht worden aan het college van burgemeester en schepenen.

 

De aanvraag gebeurt door het indienen van volgende documenten:

          een ingevuld aanvraagdocument

          een bewijs van deelname aan vorming in het jeugdwerk

          een rekeninguittreksel of kostennota, waaruit de betaalde kostprijs van de gevolgde cursus blijkt

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Sport - retributiereglement sportaanbod sportdienst 2021 - aanpassing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het retributiereglement sportaanbod sportdienst 2020 dat werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 19 december 2019 dient aangepast te worden daar de prijzen van de sportactiviteiten voor 2021 worden gewijzigd. De gemeenteraad wordt gevraagd om het retributiereglement sportaanbod sportdienst 2021 goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 2 december 2020 het retributiereglement sportaanbod sportdienst 2021 overlopen en stelt het volgende aan de gemeenteraad voor:

 

          De prijzen van externe vakantiekampen aan te passen op vraag van de mede-organisator. Het is de externe partner die de prijs bepaalt, de gemeente ontvangt voor zijn administratieve medewerking een bedrag van 12,50 euro per deelnemer.

          De prijzen van de andere vakantiekampen te bepalen op basis van de effectieve kostprijs bij een minimumbezetting.

          Voor éénmalige activiteiten die tijdens het jaar op touw worden gezet, de prijs steeds te bepalen op basis van de effectieve kostprijs.

          De schoolsportactiviteiten verder gratis aan te bieden.

          Het retributiereglement sportaanbod sportdienst te laten starten op 1 januari 2021 en eindigend op 31 december 2021.

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 2 december 2020 om aan de gemeenteraad te vragen om zoals in het huidige retributiereglement staat ingeschreven gemachtigd te worden om de prijzen voor de tijdens het jaar georganiseerde éénmalige sportactiviteiten te mogen vaststellen op basis van de effectieve kostprijs.

 

Bijkomend besliste het college van burgemeester en schepenen aan de gemeenteraad te vragen om gemachtigd te worden om de prijzen van de vakantiekampen te mogen vaststellen op basis van de effectieve kostprijs.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 2 december 2020 de voorzitter van de gemeenteraad om het retributiereglement sportaanbod sportdienst 2021 te agenderen op de gemeenteraadszitting van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Retributiereglement sportaanbod sportdienst , goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 19 december 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het retributiereglement sportaanbod sportdienst 2021 goed te keuren.

Het retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2021 en eindigt op 31 december 2021.

 

RETRIBUTIEREGLEMENT SPORTAANBOD SPORTDIENST 2021

 

Art. 1. - Onderstaande prijzen gelden voor alle deelnemers, ongeacht de plaats waar zij woonachtig zijn.

 

Art. 2 - Er wordt geen korting op het deelnamegeld verleend wanneer men meerdere kinderen van hetzelfde gezin inschrijft.

 

1. VAKANTIEKAMPEN

 

Art. 3. - De retributie bedraagt:

 

Omschrijving activiteit

Duur

Prijs

Avonturenkamp

5 dagen

135,00 euro

Avonturenkriebels

5 dagen

130,00 euro

Indianenkamp

5 dagen

120,00 euro

Avonturenkicks

5 dagen

145,00 euro

Shooting adventurekamp

5 dagen

155,00 euro

Indianenkamp

5 dagen

120,00 euro

kleuter piratenkamp

5 dagen

120,00 euro

kleuter natuurkamp

5 dagen

120,00 euro

badmintonkamp

3 dagen

40,00 euro

basketkamp

5 dagen

60,00 euro

boerderijkamp

5 dagen

148,50 euro

boerderijkamp met overnachting

5 dagen

 

176,50 euro

boerderij tienerkamp

7 dagen

226,00 euro

paardrijkamp

5 dagen

180,00 euro

circus en omnisport

5 dagen

125,00 euro

creatieve spelweek

5 dagen

110,00 euro

theaterkamp

5 dagen

130,00 euro

voetbal en omnisport

5 dagen

110,00 euro

 

Art. 4. - Bij annulatie door ziekte, ongeval of overmacht tijdens of voor het kamp krijgt de deelnemer het inschrijvingsbedrag terug. Er worden wel 7,50 euro administratiekosten aangerekend. Er wordt steeds een doktersbriefje of een geldig attest voorgelegd binnen de 3 dagen. Indien er voor bepaalde kampen te weinig inschrijvingen zijn en men genoodzaakt is het kamp af te gelasten dan wordt het inschrijvingsbedrag volledig teruggestort.

 

Art. 5. - Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om de prijzen voor  de vakantiekampen te mogen vaststellen op basis van de effectieve kostprijs.

 

2. ANDERE SPORTACTIVITEITEN

 

 

Omschrijving activiteit

Duur

Prijs

Seniorensport yoga

per 14 lessen

30,00 euro

Seniorensport omnisport

per 14 lessen

30,00 euro

Seniorensport petanque

namiddag

gratis

Schoolsportactiviteiten

namiddag

gratis

Kijk ik fiets

halve dag

8,00 euro

Beweegdag kleuters/grootouders

halve dag

gratis

sportflix

1 dag

15,00 euro

 

3. EENMALIGE SPORTACTIVITEITEN

 

Art. 6. - Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om de prijzen voor de tijdens het jaar georganiseerde eenmalige sportactiviteiten te mogen vaststellen op basis van de effectieve kostprijs.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Inname openbaar domein naar aanleiding van (bouw)werken - retributiereglement - aanpassing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd de aanpassing van het retributiereglement voor inname van het openbaar domein naar aanleiding van (bouw)werken goed te keuren.

 

Motivering

 

Het huidige retributiereglement voor inname van het openbaar domein naar aanleiding van (bouwwerken) werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 19 december 2019.

 

Er werd van het Agentschap Binnenlands Bestuur een schrijven ontvangen met de opmerking omtrent artikel 6 opgenomen in het huidige retributiereglement inname openbaar naar aanleiding van (bouw)werken.

 

Art. 6 stelt op heden : "Voor een private inname van het openbaar domein zoals een container op het openbaar domein of het stapelen van bouwmaterialen en het plaatsen van bouwwerktuigen, kranen, afsluitingen, stellingen, verhuiswagen, werfwagens, … op het openbaar domein zonder voorafgaande vergunning wordt een forfaitair bedrag van 50,00 euro/dag aangerekend."

 

Het toezicht wijst erop dat een dergelijk sterk verhoogd tarief ten opzichte van het normaal tarief van 10,00 euro of 20,00 euro per kalenderdag een sanctie is.

 

Een boete of sanctie heeft, naar de mening van het toezicht, niet zijn plaats in een retributiereglement waar essentieel enkel tarieven thuishoren die in een redelijke verhouding staan tot de kostprijs van de aan de derde in diens persoonlijk belang verleende dienst. Innames zonder voorafgaandelijke vergunning dienen dus op een andere manier te worden gesanctioneerd, bijvoorbeeld via een gemeentelijke administratieve sanctie. Dit laatste is voor innames zonder voorafgaande toelating in Deerlijk het geval (zie art. 50 van de algemene politieverordening – APV).

 

Bijgevolg wordt voorgesteld om artikel 6 in het retributiereglement te schrappen.

 

In het kader van de leesbaarheid en de hanteerbaarheid van de gemeentelijke reglementering is het aangewezen om de integrale tekst van het reglement ter goedkeuring voor te leggen en niet enkel de wijziging ervan.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 14° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het volgende retributiereglement goed te keuren. Dit reglement geldt vanaf de 5e dag na publicatie tot en met 31 december 2025.

 

Retributiereglement voor inname van het openbaar domein naar aanleiding van (bouw)werken

 

Art. 1. - Dit reglement is van toepassing voor het gebruik van het voetpad, wegdek, parkeerplaatsen en groenzones (zijnde openbaar domein in eigendom van of in beheer bij de gemeente) voor bouwwerken zoals bouwen, verbouwen, herstellingen, voor het plaatsen van een container of materiaal, voor een verhuiswagen, werf-/dienst-/bestelwagens,...

Deze opsomming is niet limitatief.

 

Art. 2. - Privaat gebruik van de openbare weg of het openbaar domein is onderworpen aan een retributie die als volgt wordt vastgesteld:

          10,00 euro/kalenderdag voor een oppervlakte van minder dan 20 m²;

          20,00 euro/kalenderdag voor een oppervlakte van 20 m² en meer.

 

Art. 3. - De retributie is verschuldigd door de aannemer of, indien deze de werken zelf uitvoert, de uitvoerder. De retributie is solidair en ondeelbaar verschuldigd door de hoofdaannemer, onderaannemer. Hoofdaannemers die werken met onderaannemers blijven verantwoordelijk voor de ingebruikname. De retributie wordt vooraf, dus bij de aanvraag, betaald. Pas na betaling zal de gemeente de inname-toelating afleveren.

 

Art. 4. - Wordt vrijgesteld van de retributie:

          Het innemen van het openbaar domein gedurende 4 dagen of minder, ongeacht welke soort of grootte van de inname. Ongeacht de inname-duur dienen alle werken en innames aangevraagd te worden. De onderbreking tussen twee innames moet langer zijn dan vier dagen, anders wordt dit beschouwd als een verlenging van de inname die als één ononderbroken inname wordt aangerekend.

          De inname van het openbaar domein naar aanleiding van (bouw)werken uitgevoerd in opdracht van openbare besturen, sociale bouwmaatschappijen en nutsmaatschappijen.

 

Art. 5. - Voor elke inname van het openbaar domein is een vergunning vereist die wordt afgeleverd door de gemeente.

          De signalisatievergunning nodig voor de private ingebruikname, dient tijdig aangevraagd worden via de website van de gemeente.

          Bij deze digitale aanvraag moet o.a. de grootte (kleiner of groter dan 20 m²) van de in te nemen zone worden aangeduid, evenals de start- en einddatum.

 

Art. 6. - Er wordt geen teruggave gedaan van betaald recht, zelfs wanneer van de verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt, behoudens in geval van overmacht of buitengewone omstandigheden door het college van burgemeester en schepenen te beoordelen. Tegen deze beslissing kan geen verhaal worden ingesteld.

 

Art. 7. - De inname van het openbaar domein geschiedt zodanig dat geen schade wordt berokkend aan het openbaar domein. Elke schade die lopende de inname toch zou plaatsvinden is ten laste van de aanvrager van de vergunning, die ze onverwijld meldt aan de gemeente. Elke schade dient op het eerste verzoek ofwel hersteld te worden, mits controle van de gemeente, ofwel aan de gemeente vergoed te worden. De retributie is onafhankelijk van de te betalen vergoeding voor de eventuele herstelling aan het openbaar domein, veroorzaakt door de inname ervan.

 

Artikel 2

Het retributiereglement voor inname van het openbaar domein naar aanleiding van (bouw)werken, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019, wordt vanaf de inwerkingtreding van dit besluit opgeheven.

 

Artikel 3

 

Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur bekendgemaakt.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Reglement op de inventarisatie van leegstaande gebouwen, woningen en kamers - aanpassing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het bestaande reglement met betrekking tot de opmaak van het gemeentelijk leegstandsregister op te heffen en het aangepaste reglement op de inventarisatie van leegstaande gebouwen, woningen en kamers goed te keuren.

 

Motivering

 

De gemeenteraad besliste in de zitting van 30 april 2015 tot goedkeuring van het reglement met betrekking tot de opmaak van het gemeentelijk leegstandsregister.

 

In het kader van de leesbaarheid en de hanteerbaarheid van de gemeentelijke reglementering is het aanwezen om het reglement op de inventarisatie van leegstaande gebouwen, woningen en kamers te herwerken en aan te passen waarbij gestreefd wordt naar een betere structurering en verduidelijking van het reglement.

 

Het college van burgemeester en schepenen stelde in zitting van 2 december 2020 voor om de de opheffing van het bestaand en het aangepast reglement op de inventarisatie van leegstaande gebouwen, woningen en kamers ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 van het Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraadsbeslissing van 30 april 2015 betreffende de goedkeuring van het reglement met betrekking tot de opmaak van het gemeentelijk leegstandsregister wordt opgeheven.

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad keurt onderstaand reglement goed:

 

Reglement op de inventarisatie van leegstaande gebouwen, woningen en kamers

 

Artikel 1. – Begripsomschrijvingen

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:

 

1) Administratie:

De gemeentelijke administratieve eenheid en/of intergemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met het beheer van het leegstandsregister.

 

2) Administratieve akte:

Het stuk waarin de leegstand wordt vastgesteld.

 

3) Inventarisatiedatum:

De datum waarop het gebouw, de woning of kamer op de inventaris wordt opgenomen of na schrapping wordt heropgenomen.

 

4) Gebouw:

Elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten en dat niet beantwoordt aan de definitie van woning zoals bedoeld onder 6.

 

5) Leegstaand gebouw:

Een gebouw wordt als leegstaand beschouwd indien meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte, van alle niveau’s, niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning of met de functie vermeld in een overeenkomstig eerdere wetgeving afgeleverde vergunning, gedane melding of aktename.

Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

6) Woning:

Elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

 

7) Leegstaande woning:

Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met:

1° hetzij de woonfunctie;

2° hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich mee brengt.

 

Handelshuizen waarvan het woongedeelte niet afzonderlijk toegankelijk is vanaf de straat en waarvan minstens het commercieel gedeelte wordt gebruikt, worden uitgesloten van inventarisatie.

 

8) Kamer

Een woning waarin een kookgelegenheid, een toilet, een bad of douche ontbreken en waarvan de bewoners voor één of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.

 

9) Leegstaande kamer

Een kamer wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.

 

10) Zakelijk gerechtigde:

De houder van één van de volgende zakelijke rechten:

          de volle eigendom

          het recht van opstal of erfpacht

          het vruchtgebruik

 

11) Beveiligde zending:

Eén van de hiernavolgende betekeningswijzen

          een aangetekend schrijven

          een afgifte tegen ontvangstbewijs

          elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld

 

Artikel 2. – Inventaris

 

§1. De administratie maakt een inventaris met afzonderlijke lijsten van:

1)      leegstaande gebouwen

2)      leegstaande woningen

3)      leegstaande kamers

 

De inventarissen worden samen ondergebracht in het leegstandsregister.

 

§2. Nieuwe gebouwen of nieuwbouwwoningen worden maar als leegstaand beschouwd indien dat gebouw of die woning het zevende jaar na afgifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig haar functie.

 

§3. Een gebouw dat of een woning die geïnventariseerd is als verwaarloosd kan eveneens opgenomen worden in het leegstandsregister en omgekeerd.

 

§4. Woningen die door het Vlaams Gewest geïnventariseerd zijn als ongeschikt en/of onbewoonbaar worden niet opgenomen in het leegstandsregister.

 

§5. Een leegstaand gebouw, een leegstaande woning of kamer wordt opgenomen in de inventaris, vermeld in §1., aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij een fotodossier en het beschrijvend verslag met vermelding van de elementen die de leegstand staven gevoegd worden.

De datum van de administratieve akte geldt als datum van de vaststelling van de leegstand.

 

§6. Er wordt jaarlijks een algemene controle uitgevoerd van de gebouwen, de woningen en kamers waarvoor een vermoeden van leegstand bestaat met het oog op de actualisering van het leegstandsregister.

 

§7. De inventarisatie die gebeurde bij toepassing van eerder goedgekeurde inventarisatiereglementen zoals dan van kracht, blijven uitwerking hebben tot zolang het geïnventariseerde goed niet uit de inventaris is geschrapt overeenkomstig de bepalingen van het huidig reglement.

 

Artikel 3. – Procedure tot vaststelling van de leegstand en wijze van inventarisatie

 

De administratie beoordeelt de leegstand van een gebouw of een woning aan de hand van objectieve indicaties:

          de onmogelijkheid om het gebouw of de woning te betreden, door bijvoorbeeld een geblokkeerde toegang, door verzegeling of door dicht timmeren van ramen en/of deuren;

          het langdurig aanbieden van het gebouw of de woning als ‘te huur’ of ‘te koop’;

          het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen;

          een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen, dat een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten;

          de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992;

          het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning of van een aangifte als tweede verblijf;

          de water- of winddichtheid van het gebouw of de woning is niet gewaarborgd omwille van zeer zware infiltraties via het dak, de gevels, belangrijke glasbreuk op één of meerdere plaatsen, het buitenschrijnwerk kan niet meer (af)gesloten worden, een onafgewerkte ruwbouw, gedeeltelijk vernieling of sloping van het woning;

          dichtgeplakte of uitpuilende brievenbus(sen);

          slecht onderhouden omgeving of tuin;

          het visueel vaststellen door ramen of andere openingen dat het gebouw of de woning niet of nauwelijks bemeubeld is;

          het vermoeden dat een gebouw niet gebruikt wordt of niet gebruikt wordt in overeenstemming met de bestemming of dat een woning niet bewoond is of niet wordt gebruikt in overeenstemming met de woonfunctie.

 

De voorgaande opsomming is geen limitatieve opsomming.

 

De indicaties voor leegstand worden verder gespecificeerd in de administratieve akte opgenomen.

 

Als uit de feitelijke indicaties niet onmiddellijk vastgesteld kan worden dat de leegstand al minimum twaalf opeenvolgende maanden aanhoudt, voert de administratie een tweede controle uit.

 

Artikel 4. – Kennisgeving

 

De administratie is bevoegd om leegstand van een gebouw en/of woning, kamer op te sporen en in een gemotiveerde administratieve akte vast te stellen.

 

De houder van het zakelijk recht wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname van het leegstaande gebouw en/of de leegstaande woning, kamer in het leegstandsregister. De zending bevat zowel de administratieve akte als het beschrijvend verslag en geeft desgevallend een overzicht van de feiten die aanleiding geven tot een vrijstelling van de leegstandsheffing. Deze vrijstellingen worden opgenomen in het belastingreglement.

 

Artikel 5. – Betwisting

 

§1. Binnen een termijn van 30 kalenderdagen, ingaand de dag na deze van betekening van het schrijven, vermeld in artikel 4, kan een zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister.

Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. De termijn van 30 kalenderdagen geldt op straffe van onontvankelijkheid van de betwisting.

 

Als datum van het beroepschrift wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.

 

Het beroepschrift wordt gedagtekend en genaamtekend en bevat minstens volgende gegevens:

          identiteit en adres van de indiener;

          de verwijzing naar de administratieve akte en naar het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;

          een of meer bewijsstukken die de indiener nodig acht om aan te tonen dat niet voldaan is aan de vereisten inzake leegstand, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed;

          een lijst van de bij het beroepschrift gevoegde bewijsstukken.

 

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§2. Zolang de indieningstermijn van dertig kalenderdagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken beschouwd wordt. Elk binnenkomend beroepschrift wordt geregistreerd in het leegstandsregister.

 

§3. Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt als beroepsinstantie de ontvankelijkheid van het beroepschrift.

Het beroepschrift wordt als onontvankelijk beschouwd in één van de volgende gevallen:

          het beroepschrift is te laat ingediend of niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 §1;

          het beroepschrift gaat niet uit van de zakelijk gerechtigde of zijn gemachtigde overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 §1;

          het beroepschrift is niet ondertekend.

Wanneer het college van burgemeester en schepenen de onontvankelijkheid vaststelt, wordt dat aan de indiener meegedeeld met de vermelding dat de procedure als afgehandeld wordt beschouwd.

§4. Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt als beroepsinstantie de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op basis van stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststellingen of met een feitenonderzoek dat uitgevoerd wordt door de bevoegde ambtenaar.

Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

 

§5. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent per beveiligde zending deze beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift door de indiener.

 

§6. Als het college van burgemeester en schepenen het beroep gegrond acht of nalaat zijn uitspraak te betekenen aan de indiener binnen de termijn vermeld in het vorig lid, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een nieuwe beslissing tot opname in het leegstandsregister.

 

§7. Wanneer de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet of niet tijdig betwist wordt of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, dan wordt het gebouw of de woning in het leegstandsregister opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand, zijnde de datum van de administratieve akte.

 

Artikel 6. – Schrapping

 

§1. Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1 5), aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden.

Als datum van schrapping wordt de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie vermeld.

 

§2. Een woning of kamer wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat deze woning of kamer gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de functie, vermeld in artikel 1, 7) of 9).

Als datum van schrapping wordt de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie vermeld.

 

Voor het bekomen van een schrapping uit het leegstandsregister dient de zakelijk gerechtigde conform artikel 1, 10) van dit besluit of zijn gemachtigde conform artikel 5 §1, laatste lid, van dit besluit, een gemotiveerd verzoekschrift in bij de administratie door middel van een beveiligde zending.

Het verzoekschrift wordt gedagtekend en genaamtekend en bevat minstens volgende gegevens:

          identiteit en adres van de indiener;

          de verwijzing naar de administratieve akte en naar het gebouw of de woning waarop het verzoek tot schrapping betrekking heeft;

          een of meerdere bewijsstukken die aantonen dat het gebouw of de woning kan geschrapt worden van het leegstandsregister;

          een oplijsting van de bij het verzoekschrift tot schrapping gevoegde bewijsstukken.

 

§3. De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister op basis van stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststellingen, of met een feitenonderzoek.

Wanneer de toegang tot de woning of het gebouw geweigerd of verhinderd wordt voor dit feitenonderzoek, wordt het verzoek tot schrapping geacht ongegrond te zijn.

 

§4. De administratie neemt een beslissing binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek tot schrapping.

 

De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing per beveiligde zending.

 

Wanneer het verzoek tot schrapping van een gebouw, van een woning of kamer als gegrond wordt beschouwd, vermeldt het leegstandsregister als datum van schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1.

 

§5. Indien de gemeente, zonder dat de belanghebbende zelf initiatief neemt, zelf vaststelt dat een gebouw, woning of kamer in aanmerking komt voor schrapping, dan kan de gemeente dit pand ambtshalve van de inventaris schrappen. De zakelijk gerechtigde wordt hiervan per gewone zending op de hoogte gebracht.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Gemeentelijk belastingreglement op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het leegstandsregister - aanpassing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het aangepaste belastingreglement op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister goed te keuren met ingang van 1 januari 2021 voor een periode eindigend op 31 december 2025.

 

Motivering

 

Het huidig belastingreglement op woningen, kamers, gebouwen of andere woongelegenheden opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2019 en eindigt op 31 december 2020.

 

De gemeenteraad van 6 juni 2019 keurde de subsidieaanvraag Woonwijs 2020-2025 goed.

In het subsidiedossier is bij de actie AA 1_1 'Een ruimtelijk beleid voeren op basis van een visie om het beschikbare aanbod aan panden op het grondgebied te activeren voor wonen' opgenomen. Het behoud van het reglement is bijgevolg noodzakelijk.

 

Het belastingreglement werd geëvalueerd en herwerkt. Volgende aanpassingen worden voorgesteld:

          Het tarief van de belasting

Daar waar het huidig belastingreglement zich voor de berekening van het tarief baseert op vloeroppervlaktes voor een gebouw, woning, andere woongelegenheid of kamer, gekoppeld aan de evolutie van het ABEX-indexcijfer alsmede een multiplicator 1,5 per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden, dat het gebouw, de woning, andere woongelegenheid of kamer in het leegstandsregister is opgenomen, wordt gestreefd naar een transparante berekeningswijze van het belastingtarief door middel van een standaardbedrag, waarbij een opdeling wordt gemaakt in de belasting voor een gebouw of woning en voor een kamer. De tarieven zijn gebaseerd op deze van de andere Woonwijsgemeenten.

          Vrijstellingen

          De termijnen voor de belastingschuldige, die in een erkende ouderenvoorziening, psychiatrische instelling of erkend revalidatiecentrum verblijft evenals de vrijstelling voor erkende huisvestingsmaatschappijen wordt herleid naar 3 jaar.

          De vrijstelling voor gebouwen en woningen, die gerenoveerd worden blijkens een niet-vervallen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of gebouwen of woningen, die gerenoveerd worden blijkens een renovatienota bedraagt 3 jaar vanaf het definitief uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning of renovatienota.

          De vrijstelling voor een gebouw of woning, aangeduid als bouwkundig erfgoed wordt enkel nog behouden voor gebouwen of woningen met (middel)hoge locuswaarde waarvoor een dossier wordt ingediend bij een beoordelingscommissie. De termijn wordt beperkt tot 1 aanslag.

          Een bijkomende vrijstelling werd ingebouwd voor een woning, die deel uitmaakt van een compromis betreffende de overdracht van het zakelijk recht van de woning.

 

Het college van burgemeester en schepenen stelde in zitting van 2 december 2020 voor om het aangepast belastingreglement op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 14° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad keurt onderstaand reglement goed met ingang van 1 januari 2021 en eindigend op 31 december 2025:

 

Gemeentelijk belastingreglement op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister

 

Artikel 1. – Belastingtermijn en belastbare grondslag

 

§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op de gebouwen, woningen en kamers die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Het leegstandsregister wordt opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig het reglement inzake inventarisatie van 17 december 2020 en de toepasselijke decretale en wettelijke bepalingen.

 

§2. De definities uit het inventarisatiereglement leegstand van 17 december 2020 en de wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen waarnaar dit inventarisatiereglement verwijst zijn van toepassing.

 

Voor de toepassing van dit belastingreglement hebben de navolgende begrippen de hierna weergegeven inhoud:

 

Renovatienota = een nota die bestaat uit:

1)      Een overzicht van welke werken, stedenbouwkundig niet-vergunningsplichtig, vrijgesteld of niet-meldingsplichtig worden uitgevoerd.

2)      Een gedetailleerd tijdschema waarin wordt aangegeven binnen welke periode de werken zullen worden uitgevoerd en waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal drie jaar een gebouw, woning, kamer gebruiksklaar wordt gemaakt.

3)      Een gedetailleerd bestek van een geregistreerd aannemer of van de belastingplichtige indien hij zelf de werken zal uitvoeren.

4)      Plan of schets en enkele foto’s van de bestaande toestand van het te renoveren gedeelte en, indien van toepassing, een akkoord van de mede-eigenaars.

 

§3. De belasting voor een leegstaand gebouw, woning of kamer is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat het gebouw, de woning of kamer twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

§4. Zolang het leegstaande gebouw, de leegstaande woning of kamer niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

 

Artikel 2. – Belastingplichtige

 

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde(n) van het leegstaande gebouw, de leegstaande woning of kamer op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

 

§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht brengt de instrumenterende ambtenaar de nieuwe zakelijke gerechtigde(n) vooraf op de hoogte dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.

 

De instrumenterende ambtenaar brengt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte op de hoogte van de overdracht met nauwkeurige aanduiding van het overgedragen goed, de datum ervan en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde(n) alsmede het eigendomsaandeel.

 

Bij gebrek aan deze kennisgeving wordt de overdrager van het zakelijk recht, in afwijking van artikel 2 §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 3. – Tarief van de belasting

 

§1. De belasting bedraagt bij een eerste aanslag:

          1.200 euro voor een gebouw of woning

          100 euro voor een kamer

 

§2. Het bedrag van de volgende belastingen is gelijk aan het resultaat van volgende formule:

De belasting vermenigvuldigd met het aantal periodes van twaalf maanden dat het gebouw, de woning, kamer zonder onderbreking opgenomen is op de gemeentelijke inventaris. De belasting kan maximaal 4.800 euro bedragen voor een gebouw of woning. De belasting kan maximaal 400 euro bedragen voor een kamer.

 

§3. De bedragen van de belasting worden bepaald met inachtname van de voor de berekening van de belasting relevante duur, zonder dat de duur van de al bekomen vrijstelling – wat betreft de bepaling van het bedrag van de belasting – opnieuw in rekening kan worden gebracht. Zodoende dient in geval van eerdere vrijstelling en latere belasting het tarief verbonden aan de gehele leegstandstermijn te worden toegepast.

 

§4. Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning in het leegstandsregister staat, wordt herberekend bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.

 

Dit geldt niet voor overdrachten aan:

5)      vennootschappen waarin de vroegere zakelijk gerechtigde rechtstreeks of onrechtstreeks participeert;

6)      vzw’s waar de zakelijk gerechtigde lid van is.

 

Artikel 4. – Vrijstellingen

 

§ 1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:

 

1° de belastingschuldige die zakelijk gerechtigde is van één enkele woning of kamer, bij uitsluiting van enige andere woning of kamer, met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 3 aanslagjaren.

 

2° de belastingschuldige die (mede)eigenaar en de laatste bewoner van een belastbare woning of kamer is en die in een erkende ouderenvoorziening verblijft of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of in een erkend revalidatiecentrum. Deze vrijstelling kan voor maximaal 3 opeenvolgende aanslagjaren worden toegekend.

 

3° de belastingschuldige die beperkt is in handelingsbekwaamheid ingevolge een gerechtelijke beslissing, met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 3 aanslagjaren.

 

4° de belastingschuldige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van een gebouw, woning of kamer, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het aanslagjaar volgend op de overdracht van het zakelijk recht.

 

Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan:

7)      vennootschappen waarin de vroegere zakelijk gerechtigde rechtstreeks of onrechtstreeks participeert;

8)      vzw’s waar de zakelijk gerechtigde lid van is.

 

5° erkende sociale huisvestingsmaatschappijen. De vrijstelling geldt slechts gedurende 3 aanslagjaren.

 

§ 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

 

1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan.

 

2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld.

 

3° krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument.

 

4° deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap.

 

5° in het actieplan bouwkundig erfgoed aangeduid is als bouwkundig erfgoed met een hoge of middelhoge locuswaarde en mits het indienen van een dossier bij de beoordelingscommissie, met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 1 aanslagjaar.

 

6° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.

 

7° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure. De vrijstelling geldt voor de aanslagjaren waarin het gebouw of de woning onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden en voor het aanslagjaar volgend op de beëindiging van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik.

 

8° gerenoveerd wordt blijkens een niet-vervallen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

De termijn van vrijstelling gaat in op datum van het definitief uitvoerbaar worden van deze omgevingsvergunning en eindigt op het ogenblik van de voltooiing van de werken, die het voorwerp van deze omgevingsvergunning uitmaken. De termijn van vrijstelling bedraagt evenwel niet meer dan 3 jaar te rekenen vanaf de datum van het definitief uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning.

Deze vrijstelling kan slechts éénmaal ingeroepen worden ongeacht het aantal dergelijke omgevingsvergunningen.

 

9° gerenoveerd wordt blijkens een gedateerde en ondertekende renovatienota waarin minstens een overzicht van de voorgenomen werken en een stappenplan zijn opgenomen waaruit blijkt dat de woning of het gebouw bewoonbaar gemaakt wordt.

De uitvoering van de renovatienota moet tijdens het aanslagjaar aangetoond worden aan de hand van facturen en bijbehorende foto’s of vastgesteld worden door een controlebezoek. Deze vrijstelling geldt voor 3 aanslagjaren volgend op het uitvoerbaar worden van de renovatienota. De termijn van vrijstelling gaat in op datum van de renovatienota en eindigt op het ogenblik van de voltooiing van de werken die het voorwerp van deze renovatienota uitmaken, met dien verstande dat de termijn van vrijstelling niet meer bedraagt dan 3 aanslagjaren te rekenen vanaf de datum van de uitvoerbaarverklaring van de renovatienota.

Deze vrijstelling kan slechts éénmaal ingeroepen worden ongeacht het aantal renovatienota’s.

 

10° het voorwerp uitmaakt van een compromis betreffende de overdracht van het zakelijk recht van de woning. De compromis dateert van voor het moment waarop de woning aan de belasting onderhevig werd, zijnde de verjaardag van de inventarisatiedatum. Uiterlijk 6 maanden na datum van de compromis dient de definitieve overdracht te worden aangetoond aan de hand van een authentieke akte. De vrijstelling geldt enkel voor de eerstvolgende heffing volgend op de datum van de compromis.

 

Artikel 5. – Invordering belasting

 

De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepaling van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

Artikel 6. – Betalingstermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het betalingsbericht aan de belastingschuldige.

 

Artikel 7. – Overgangsbepalingen

 

Voor gebouwen en woningen die geïnventariseerd werden op een datum voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit reglement en al een vrijstelling kregen voor renovatie blijkens een niet-vervallen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of renovatienota wordt de termijn van vrijstelling, in afwijking van de bepalingen opgenomen in artikel 4, bepaald op maximaal 5 aanslagjaren volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning of renovatienota.

 

Artikel 2

 

Dit belastingreglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur bekend gemaakt.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Thuiszorg - premiereglement - aanpassing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement 'thuiszorg' goed te keuren.

 

Motivering

 

In zitting van de gemeenteraad van 19 december 2019 werd het premiereglement 'thuiszorg' verlengd tot en met 31 december 2020.

 

Na verder onderzoek van het reglement in nauw overleg met de thuiszorg-coördinator is het aangewezen het bestaande premiereglement 'thuiszorg' momenteel verder aan te houden en de aanpassing van het reglement dan wel invoering van een nieuw reglement te koppelen aan de invoering van de nieuwe BelRAI, een schaal voor het meten van zorgbehoevendheid.

 

Het is wel wenselijk een aantal terminologische en procedurele actualisaties in het reglement door te voeren.

 

De grondslag van dit reglement is te vinden in het feit dat het nog steeds een tendens is om thuiszorg te stimuleren en om mensen zo lang mogelijk in hun thuismilieu te laten vertoeven.

 

De gemeente kan hierop inspelen door in dit kader een financiële tussenkomst te verlenen.

 

In zitting van 2 december 2020 verzocht het college van burgemeester en schepenen de voorzitter van de gemeenteraad de goedkeuring van het premiereglement 'thuiszorg', lopend van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025, te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit onderstaand premiereglement 'thuiszorg', lopend van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025, goed te keuren:

 

SOCIAAL PREMIEREGLEMENT THUISZORG

 

Art. 1. - Het college van burgemeester en schepenen verleent jaarlijks aan zorgbehoevende inwoners van de gemeente Deerlijk een thuiszorgpremie.

Deze premie wordt slechts toegekend onder de bij dit reglement gestelde voorwaarden.

 

Art. 2. - Om op de gemeentelijke thuiszorgpremie aanspraak te kunnen maken moet de zorgbehoevende cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoen:

 

1)      Op datum van de aanvraag thuis verblijven en in de gemeente Deerlijk gedomicilieerd zijn, met uitzondering van het domicilie-adres Dammeke 3, 8540 Deerlijk (WZC H. Familie).

Onder ‘thuis verblijven’ wordt verstaan: verblijven op de plaats waar men gedomicilieerd is.

Met ‘thuis verblijven’ wordt gelijkgesteld: verblijf in een (semi-)internaat, kortverblijf, dag-of nachtverblijf.

2)      Minstens één jaar onmiddellijk voorafgaand aan de datum van de aanvraag gedomicilieerd zijn in de gemeente Deerlijk. Dit moet blijken uit de bevolkingsregisters.

3)      Zorgbehoevend zijn ten gevolge van ziekte, handicap, ongeval of gevorderde leeftijd en dit bewijzen aan de hand van:

          een officieel attest dat hij/zij ten gevolge van ziekte, handicap, ongeval of gevorderde leeftijd, geniet van één van de volgende tegemoetkomingen:

          verhoogde kinderbijslag op basis van 80 % invaliditeit of op basis van een erkenning van 6 punten in pijler 1;

          een inkomensvervangende of integratietegemoetkoming van de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid, categorie 3, 4 of 5 (vermindering van de zelfredzaamheid van minstens 12 punten);

          een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood van de zorgkas (voorheen: tegemoetkoming hulp aan bejaarden van de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid), categorie 3, 4 of 5 (vermindering van de zelfredzaamheid van minstens 12 punten);

          een uitkering wegens arbeidsongeval of beroepsziekte, mits bijkomend inkomstenonderzoek (inkomensgrens verhoogde tegemoetkoming ziekteverzekering);

 

en

          een recente kopie van een rekeninguittreksel waaruit blijkt dat hij/zij effectief geniet van één van de volgende tegemoetkomingen:

          verhoogde kinderbijslag (uitbetaald door het bevoegd kinderbijslagfonds)

          een inkomensvervangende of integratietegemoetkoming, categorie 3, 4 of 5 (uitbetaald door de FOD Sociale Zekerheid)

          een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood, categorie 3, 4 of 5 (uitbetaald door de zorgkas waarbij men aangesloten is)

          een uitkering wegens arbeidsongeval of beroepsziekte, mits bijkomend onderzoek (uitbetaald door Fedris)

 

Art. 3. - De premie dient aangevraagd te worden op het daartoe voorziene aanvraagformulier.

 

De aanvraag wordt ondertekend door de zorgbehoevende of zijn wettelijke vertegenwoordiger.

 

De aanvraag dient jaarlijks hernieuwd te worden.

 

Zorgbehoevenden die in het verleden al een gemeentelijke thuiszorgpremie ontvingen, moeten het formulier en bijbehorende bewijsstukken indienen in het Sociaal Huis tussen 15 augustus en 1 november van het jaar waarin de premie wordt aangevraagd.

 

Zorgbehoevenden die in het verleden nog geen recht hadden op een gemeentelijke thuiszorgpremie of nog geen gemeentelijke thuiszorgpremie hadden aangevraagd, maar nu wel voldoen, moeten het aanvraagformulier indienen in het Sociaal Huis binnen drie maanden na ontvangst van de positieve beslissing van de bevoegde instantie.

 

De aanvrager dient alle bewijsstukken te leveren dat aan de bij dit reglement gestelde voorwaarden voldaan is.

 

De ingediende aanvragen worden geadviseerd door team zorg van het Sociaal Huis en overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Bij eventuele betwistingen zal, na bijkomend onderzoek door een maatschappelijk werker van het Sociaal Huis, een beslissing genomen worden door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 4. - De premie bedraagt 23 euro per maand.

 

Aan de zorgbehoevende die aan de bij dit reglement gestelde voorwaarden voldoet, wordt de gemeentelijke thuiszorgpremie toegekend vanaf 1 januari van het jaar waarin de aanvraag gedaan wordt.

 

De gemeentelijke thuiszorgpremie wordt toegekend vanaf de maand van erkenning van de zorgbehoevendheid.

 

De premie wordt uitbetaald door overschrijving in de maand december volgend op de goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 5. - Het recht op premie stopt op het einde van de maand waarin de zorgbehoevende overlijdt, verhuist buiten de gemeente of wordt opgenomen in een verzorgingstehuis.

 

Art. 6. - De aanvrager is gehouden het Sociaal Huis in te lichten betreffende wijzigingen die een invloed kunnen hebben op de toekenning van de gemeentelijke premie.

 

Art. 7. - De premie kan worden geweigerd of de premie, verhoogd met de wettelijke intresten vanaf de dag van uitbetaling, kan worden teruggevorderd, indien de aanvrager een onjuiste en/of onvolledige aanvraag en/of onvolledige bewijsstukken heeft ingediend.

 

Art. 8. - De premie, voorzien bij dit reglement, wordt slechts toegekend binnen de perken van het op het goedgekeurde gemeentebudget ingeschreven krediet.

 

Artikel 2

 

Het premiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 Decreet Lokaal Bestuur bekendgemaakt.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Seniorenraad - Premiereglement voor seniorenverenigingen - aanpassing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement voor seniorenverenigingen goed te keuren.

 

Motivering

 

Het premiereglement voor seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad werd verlengd in de gemeenteraadszitting van 19 december 2019 en eindigt op 31 december 2020.

 

In nauw overleg en nauwe samenwerking met het dagelijks bestuur van de seniorenraad werd voormeld premiereglement voor seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad, onder de loep genomen en herwerkt. Verschillende simulaties werden opgemaakt.

 

In het bestaande premiereglement werden seniorenverenigingen gesubsidieerd op basis van diverse criteria, namelijk het aantal leden van de vereniging, het aantal leden op activiteiten van de vereniging en de uitgaven van de vereniging. Dit impliceert eigenlijk dat verenigingen tweemaal gesubsidieerd worden voor hun leden. In het voorstel van nieuw premiereglement wordt dit aangepast. Daarnaast wordt geen rekening meer gehouden met de uitgaven van de vereniging en werd, waar mogelijk, administratief vereenvoudigd.

 

In het voorstel voor het nieuw premiereglement wordt een opdeling gemaakt in een basispremie en een ledenpremie. Elke seniorenvereniging die een dossier indient heeft recht op een basispremie van 200 euro. Daarnaast wordt het restbedrag verdeeld onder de seniorenverenigingen op basis van het aantal leden.

 

De seniorenverenigingen moeten geen gecompliceerd dossier indienen, maar een eenvoudig dossier waarin duidelijk alle vereiste informatie is opgenomen. Elk dossier zal bestaan uit de gegevens van de vereniging, het ledenaantal van het werkingsjaar en een overzicht van de activiteiten van het werkjaar.

 

Dit nieuw voorstel, premiereglement voor seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad, werd ter advies voorgelegd op de seniorenraad van 15 oktober 2020 en werd unaniem goedgekeurd.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 25 november 2020 de voorzitter van de gemeenteraad om het premiereglement voor seniorenverenigingen te agenderen op de gemeenteraad van 17 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, §3 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit onderstaand reglement goed te keuren:

 

PREMIEREGLEMENT SENIORENVERENIGINGEN AANGESLOTEN BIJ DE SENIORENRAAD

 

Artikel 1. - Duur

Dit premiereglement treedt in werking op 1 januari 2021 en eindigt op 31 december 2025.

 

Artikel 2. - Doel

Dit reglement heeft tot doel de seniorenverenigingen van Deerlijk, die aangesloten zijn bij de seniorenraad, te ondersteunen en via de premie bij te dragen tot de continuïteit en kwaliteit van de ouderenzorg en seniorenwerking.

 

Artikel 3. - Begunstigden

De premie wordt enkel toegekend aan plaatselijke seniorenverenigingen die aangesloten zijn bij de seniorenraad. De verenigingen voldoen daarbij aan de toetredingsvoorwaarden zoals deze zijn opgenomen in de statuten van de gemeentelijke seniorenraad.

 

Artikel 4. - Bedrag en berekening

De premie wordt slechts toegekend binnen de perken van het op het budget ingeschreven krediet. De premie bestaat uit een basispremie en een ledenpremie.

 

1)      Basispremie

Elke vereniging krijgt een basispremie van 200 euro.

 

2)      Ledenpremie

Het restbedrag wordt verdeeld onder de seniorenverenigingen op basis van het aantal leden.

          Het restbedrag wordt verdeeld overeenkomstig een coëfficiënt die als volgt berekend wordt: (het restbedrag) : (totaal aantal leden van alle seniorenverenigingen die een aanvraag indienen).

          Bedrag toegekend aan de verenging = (coëfficiënt) x (aantal leden van de vereniging)

 

Artikel 5. - Voorwaarden en criteria

De aanvraag tot toekenning van de premie (basispremie + ledenpremie) voor het werkingsjaar gebeurt op het daartoe voorbestemde aanvraagformulier en bevat minstens:

          gegevens van de vereniging

          ledenaantal in het werkingsjaar

          overzicht activiteiten in het werkingsjaar

Bij de beoordeling van het dossier beslist het college van burgemeester en schepenen, op voorstel en na advies van de seniorenraad, over het toekennen van de premie.

 

Artikel 6. - Aanvraagformaliteiten, toekenningsprocedure en advies

Het aanvraagformulier voor het toekennen van de premie moet schriftelijk bij de gemeente, ter attentie van het college van burgemeester en schepenen, worden ingediend vóór 1 maart.

 

Uiterlijk twee maanden na de indiening van de premie-aanvragen brengt het college van burgemeester en schepenen de aanvrager schriftelijk op de hoogte van de beslissing met betrekking tot het al dan niet toekennen van de premies, na advies ingewonnen te hebben bij de seniorenraad.

 

Artikel 7. - Controle

Het college van burgemeester en schepenen behoudt zich het recht voor ten allen tijde na te gaan of aan de voorwaarden van dit premiereglement voldaan is. De aanvrager zal niets doen dat er kan toe strekken deze controle moeilijk of onmogelijk te maken.

 

De premie wordt slechts toegekend binnen de perken van het op het gemeentebudget ingeschreven krediet.

 

Artikel 2

 

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021 en eindigt op 31 december 2025.

 

Artikel 3

 

Dit reglement wordt overeenkomstig artikel 286 Decreet Lokaal Bestuur bekend gemaakt.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

W13 - lokale contact- en bronopsporing - besluit tot mandaatverlening aan W13 tot het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van

de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te

versterken - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 9 december 2020 tot mandaatverlening aan W13 tot het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken, te bekrachtigen, zelf kennis te nemen van voormeld besluit van de Vlaamse Regering en er dus mee akkoord te gaan om samen met de andere gemeenten die zich verenigd hebben in W13, zich in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020, complementair in te zetten in sensibilisering, preventie, bronopsporing, quarantaine-coaching en aanvullend lokaal contactonderzoek, waarbij aan W13 het mandaat wordt gegeven om in naam en voor rekening van de gemeente de samenwerkingsovereenkomst en alle bijlagen te ondertekenen en de nodige accounts aan te vragen om deze complementaire engagementen op te nemen.

 

Motivering

 

Ter ondersteuning van de centrale contactopsporing mobiliseert de Vlaamse Regering de lokale besturen om complementair in te zetten op preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantaine-coaching en contactonderzoek. De lokale besturen werken in al deze opdrachten ondersteunend en/of aanvullend op de centrale contactopsporing en de reeds bestaande initiatieven op het niveau van de eerstelijnszone. De initiatieven worden steeds genomen in overleg en samenwerking met het Agentschap Zorg en Gezondheid, het Consortium Contactopsporing, de lokale eerstelijns zorgraden (ELZ) en opgerichte COVID-19-teams.

 

De lokale besturen kunnen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken, kiezen tussen de volgende opties:

          Optie 1: inzet in sensibilisering, preventie, bronopsporing en quarantaine-coaching

          Optie 2: inzet in sensibilisering, preventie, bronopsporing, quarantaine-coaching en aanvullend lokaal contactonderzoek

De lokale besturen worden gesubsidieerd voor het opnemen van complementaire opdrachten als volgt:

 

          De gemeenten die inzetten op optie 1 (preventie, sensibilisering, bronopsporing, analyse van clusters, quarantaine-coaching en aandacht voor kwetsbare personen of groepen) krijgen een forfaitaire subsidie van 0,125 euro per inwoner per maand voor maximum 5 maanden (ten vroegste start op 1 november 2020 – uiterlijk tot 31 maart 2021).

          De gemeenten die inzetten op optie 2 (voorgaande engagementen optie 1 + aanvullend lokaal contactonderzoek) krijgen voorgaande forfaitaire subsidie en daarnaast nog een variabele subsidie van 100 euro per afgehandeld ticket/werkorder van een nieuwe indexpatiënt, inclusief de werkorders/tickets van een evenwaardig aantal hoog risicopatiënten zoals voorzien in artikel 5.

Periode: ten vroegste vanaf 1 november 2020 tot uiterlijk 31 maart 2021.

 

Via W13 zet de gemeente sedert augustus 2020 in op de engagementen zoals deze bedoeld zijn in optie 1.

 

Samen met de andere lokale besturen die zich verenigd hebben in W13, wil de gemeente ook inzetten op lokaal contactonderzoek en aldus overschakelen naar optie 2.

 

Het optreden van W13 gebeurt binnen al deze engagementen met inachtneming van de bescherming van de privacy van de burgers, zoals onder meer gewaarborgd door de algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

 

Het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19 en het uitvoeringsbesluit van 12 juni 2020, voorzien dat de taken zoals opgelegd in artikel 44 van het preventiedecreet, meer bepaald het tegengaan van de verspreiding van infecties, uitgevoerd zal worden door een samenwerkingsverband dat een contactcentrum opricht dat belast wordt met opdrachten van opsporing en begeleiding van personen met een bevestigde of vermoedelijke diagnose van COVID-19, of van personen die mogelijk een risicodragend contact hebben gehad met een persoon die besmet is met COVID-19 of die vermoedelijk besmet is met COVID-19. Met voornoemde doelstelling kan W13 dan ook in naam en voor rekening van de gemeente als verwerker voor het Agentschap Zorg en Gezondheid optreden en kunnen ze rechtstreeks toegang hebben tot de databank Sciensano – gegevensdatabank.

 

W13 zorgt samen met de gemeenten die zich hierin hebben verenigd, voor de nodige capaciteit en middelen om dit engagement kwaliteitsvol op te nemen. Voor de inzet van medewerkers in functie van het lokale contactonderzoek wordt voorzien in de nodige technische opleiding en aansturing (door Smals vzw en het consortium Opsporing).

 

De afspraken in verband met de aard en de uitvoering van de complementaire engagementen (incl. contactonderzoek) worden formeel vastgelegd in de bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst, af te sluiten tussen het Agentschap Zorg en Gezondheid en W13.

 

Deze complementaire engagementen doen geen afbreuk aan de engagementen die door W13 in de bestrijding van de corona-pandemie reeds opgenomen worden. Integendeel, ze zijn bedoeld om deze werking nog te versterken.

 

Door huidig besluit kunnen de complementaire engagementen in naam en voor rekening van de gemeente worden opgenomen door W13.

 

De uitvoering ervan zal dus gebeuren door W13.

 

De bewoording van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 laat echter niet toe dat de subsidies worden aangevraagd vanuit de regiowerking. De gemeenten moeten deze subsidies zelf aanvragen.

 

Tussen de gemeenten die zich verenigd hebben in W13 wordt dan ook volgende overeenkomst gemaakt:

De gemeenten die zich verenigd hebben in W13 gaan ermee akkoord dat omwille van de bepalingen in het besluit, de forfaitaire alsook variabele subsidie van de gemeente wordt opgevraagd door de stad Kortrijk en vervolgens wordt doorgestort aan W13.

 

De complementaire engagementen worden opgenomen in het kader van de bestrijding van de COVID-19-pandemie, meer in het bijzonder in het kader van het verder beheersen van de tweede golf en het proberen vermijden van een derde golf.

 

Een en ander vergt dat de proeftuin die door W13 in augustus 2020 werd opgezet, zo snel mogelijk een doorstart krijgt zodat geen kostbare tijd verloren gaat.

 

Om de nodige accounts van de verschillende platformen te bekomen, is de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst vereist.

 

Deze nodige stukken hiertoe werden pas sedert 7 december 2020 aan W13 overgemaakt, zodat vanuit de gemeenten niet vroeger kon worden geagendeerd/gereageerd.

 

Om een doorstart te kunnen maken, moet W13 de nodige accounts van de verschillende platformen kunnen aanvragen. Hiertoe is een ondertekende samenwerkingsovereenkomst (gevolgd door een ondertekende verwerkersovereenkomst van zodra deze wordt aangereikt door ABB) noodzakelijk.

 

Gelet op de hoogdringendheid, nam het het college van burgemeester in zitting van 9 december 2020 het besluit tot mandaatverlening aan W13 om samen met de andere gemeenten die zich hierin hebben verenigd, over te stappen naar optie 2 zoals voorzien in het besluit. Tevens werd mandaat gegeven aan de stad Kortrijk om in haar naam en voor haar rekening de subsidies aan te vragen en te ontvangen, met het oog op de doorstorting ervan aan W13.

 

De collegebeslissing werd genomen onder voorbehoud van bekrachtiging door de eerstvolgende gemeenteraad waarop dit dossier rechtsgeldig kan worden geagendeerd. Voor Deerlijk betreft dit agendering op huidige zitting.

Het besluit van de gemeenteraad zal uiterlijk 31 januari 2021 worden overgemaakt via het digitaal loket van ABB aan de Vlaamse overheid.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, §1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Akte tot oprichting van W13 van 24 april 2015

          Statuten 24 april 2015: oprichting van de OCMW-vereniging W13, zoals laatst gewijzigd op 1 januari 2019

          Besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 9 december 2020 in dit kader te bekrachtigen.

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad besluit kennis te nemen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.

 

Artikel 3

 

De gemeenteraad gaat akkoord om samen met de andere gemeenten die zich verenigd hebben in W13, zich in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020, complementair in te zetten voor sensibilisering, preventie, bronopsporing, quarantaine-coaching en aanvullend lokaal contactonderzoek. (optie 2).

 

Artikel 4

 

De gemeenteraad geeft mandaat aan W13 om in haar naam en voor haar rekening de samenwerkingsovereenkomst en alle bijlagen te ondertekenen en de nodige accounts aan te vragen om deze complementaire engagementen op te nemen.

 

Artikel 5

 

De gemeente Kortrijk wordt gemandateerd om zowel de variabele als de forfaitaire subsidie in naam van de gemeente aan te vragen bij het agentschap Binnenlands Bestuur, en door te storten aan het samenwerkingsverband W13.

 

Artikel 6

 

Een voor eensluidend verklaard uittreksel van deze beslissing wordt overgemaakt aan W13.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Gemeenteweg - gedeeltelijke verplaatsing in het kader van een omgevingsvergunning - gewijzigd rooilijnplan - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het gewijzigd rooilijnplan voor de deels verlegging van de gemeenteweg Breestraat en het realiseren van een bypass tussen de Breestraat en de Vichteknokstraat in het plangebied van de omgevingsvergunningsaanvraag voor de herinrichting van het kruispunt Belgiek goed te keuren.

 

Motivering

 

Een aanvraag tot omgevingsvergunning voor de herinrichting van het kruispunt Belgiek op een perceel gelegen op openbaar domein en Elf Novemberlaan 13, Vichtesteenweg 107-109A-109B kadastraal bekend: afdeling 1, sectie B, nummers 760T, 760V, 761S, 849K3, werd ingediend door de gemeente Deerlijk, Harelbekestraat 27, 8540 Deerlijk en Wegen West-Vlaanderen, Koning Albert I-laan, 8200 Brugge als aanvragers en Aquafin NV, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar als exploitant.

 

Binnen de contour van de omgevingsvergunningsaanvraag is voorzien in de deels verlegging van de gemeenteweg Breestraat en het realiseren van een bypass tussen de Breestraat en de Vichteknokstraat.

 

Het dossier voor de verplaatsing van de gemeenteweg, zoals geïntegreerd in de aanvraag tot omgevingsvergunning werd opgemaakt door het SWECO Belgium, gevestigd Arenbergstraat 13 bus 1, 1000 Brussel en omvat voor wat betreft de verlegging van de gemeentewegen het inplantingsplan bestaande toestand, het rooilijnplan nieuwe toestand en de motivatie zoals opgenomen in de verantwoordingsnota.

 

Het nieuwe rooilijnplan is een uitvoering van de gemeenteraadsbeslissing van 22 februari 2018 waarbij gronden geruild werden overeenkomstig voorliggend plan om het kruispunt Belgiek her in te richten met als doel:

          de congestie op het kruispunt Belgiek te beperken;

          de ontsluiting van het bedrijventerrein Deerlijk-Waregem te vergemakkelijken en te versnellen;

          de verkeersleefbaarheid en -veiligheid op de Belgiek te verbeteren.

Het voornemen tot de wijzigingen aan de gemeenteweg geeft bijgevolg uitvoering aan artikel 3 (doelstellingen) en artikel 4 (principes) van het decreet betreffende de gemeentewegen.

 

De omgevingsvergunning voor het verkavelen van grond met wegenisdossier werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 24 september 2020 tot en met 23 oktober 2020. Gedurende de periode van het openbaar onderzoek werden twee schriftelijke bezwaren of opmerkingen geformuleerd. Geen enkel van de bezwaren of opmerkingen had betrekking op de aanpassingen aan de gemeenteweg.

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 25 november 2020 de gemeenteraad voor te stellen het gewijzigde gemeentelijk rooilijnplan voor een deel van de gemeenteweg Breestraat en de aansluiting naar de Vichteknokstraat zoals aangeduid op het rooilijnplan (BA_2182_rooilijnplan_P_N_2) in het plangebied van de omgevingsvergunning voor de herinrichting van het kruispunt Belgiek (OMV_2020075668) goed te keuren.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41., 9° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het gewijzigde rooilijnplan voor de delen van de gemeentewegen gelegen binnen de grenzen van de omgevingsvergunning voor het herinrichten van het kruispunt Belgiek (OMV_2020075668) goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Een afschrift van dit besluit zal met de overige documenten bij het aanvraagdossier gevoegd worden.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

OMV_2020075668 - herinrichting kruispunt Belgiek - wegenisdossier - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Een aanvraag tot omgevingsvergunning voor de herinrichting van het kruispunt Belgiek op een perceel gelegen op openbaar domein en Elf Novemberlaan 13, Vichtesteenweg 107-109A-109B kadastraal bekend: afdeling 1, sectie B, nummers 760T, 760V, 761S, 849K3, werd ingediend door de gemeente Deerlijk, Harelbekestraat 27, 8540 Deerlijk en Wegen West-Vlaanderen, Koning Albert I-laan, 8200 Brugge als aanvragers en Aquafin NV, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar als exploitant.

De gemeenteraad wordt gevraagd het wegenisdossier goed te keuren.

 

Motivering

 

Overeenkomstig artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dient als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, de gemeenteraad een beslissing te nemen over de zaak der wegen vóór de bevoegde overheid een beslissing neemt over de aanvraag.

Overeenkomstig artikel 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dient de gemeenteraad, bij het nemen van een besluit over de wegenwerken, daarbij kennis te nemen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.

 

De aanvraag beoogt de wijziging van bestaande wegenis zodat de gemeenteraad een besluit moet nemen in de zaak der wegen en hierbij kennis moet nemen van de ingediende bezwaren en opmerkingen.

 

Het wegenisdossier bestaat uit de voorliggende plannen, zijnde grondplannen bestaande toestand, ontworpen verharding, ontworpen riolering, lengteprofielen, dwarsprofielen en detailtekeningen, met dossiernummer OMV_2020075668, opgemaakt door SWECO Belgium BV, Arenbergstraat 13 bus 1, 1000 Brussel.

 

De omgevingsvergunning voor het herinrichten van het kruispunt Belgiek met wegenisdossier werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 24 september 2020 tot en met 23 oktober 2020. Gedurende de periode van het openbaar onderzoek werden twee schriftelijke bezwaren of opmerkingen geformuleerd, één individueel bezwaar en één gezamenlijk bezwaar (petitielijst).

 

De bezwaren handelen samengevat over volgende bezwarende elementen:

1)      Gezamenlijk bezwaar, petitielijst ondertekend door 34 personen

a)      Bezwaar tegen het ontbreken van een veilige ontsluiting van de Oude Vichtestraat als gevolg van de geplande afsluiting ter hoogte van het kruispunt Belgiek. De bezwaarindieners vragen een ernstige studie naar een veilige uitgang voor de Oude Vichtestraat op de N36 ter hoogte van de Jagershoek en suggereren het voorzien van verkeerslichten op dit kruispunt.

2)      Individueel bezwaar

a)      De verhoogde middenberm ter hoogte van het bedrijf MTS bemoeilijkt het oprijden op het bedrijf waardoor verkeersobstructie dreigt voor het verkeer komende vanaf het op- en afrittencomplex rijdend richting Belgiek (wachtend verkeer om op te rijden op de eigendom zal de doorstroom hinderen). Bezwaarindiener vraagt een aangepaste, smallere middenberm of zelfs het verdwijnen van de middenberm zodat de voorsorteerstrook wordt verlengd.

b)      Het stukje grond, eigendom van AWV, waarvan bezwaarindieners over een gebruiksrecht beschikken, wordt ontoegankelijk (1) door de aanleg van een grasstrook en een watergreppel tussen het perceel en de weg en (2) door parkeerstroken te voorzien ter hoogte van de inrit. Bezwaarindiener vraagt het stuk grond ter hoogte van de inrijpoort over een breedte van +/- 10 m opnieuw toegankelijk te maken.

c)      Er verdwijnt heel wat parkeer- en/of laad-/losplaats ter hoogte van het bedrijf van de bezwaarindiener, enerzijds worden de parkeerstroken voor het bedrijf deels geschrapt en anderzijds wordt ook de parkeerstrook aan de overkant van de weg gesupprimeerd en vervangen door een verhoogde berm. Deze strook aan de overzijde wordt door het bedrijf gebruikt voor het laden en lossen van wagens wat nu nagenoeg onmogelijk wordt. Bezwaarindiener vraagt bijgevolg de verhoogde berm aan de overzijde van de weg niet te verhogen en er een zone voor kortparkeren en laden en lossen van te maken.

 

In het kader van de kennisname van de bezwaren en de impact op het wegenisdossier heeft het college van burgemeester en schepenen in zitting van 25 november 2020 beslist de gemeenteraad voor te stellen onderstaand standpunt in te nemen omtrent de ingediende opmerkingen die betrekking hebben op het wegenisdossier:

1) a) Het afsluiten van de Oude Vichtestraat is essentieel om de verkeersveiligheid op het kruispunt Belgiek te verhogen. Hierdoor wordt een eenvoudiger, door lichten geregeld, vijftaks kruispunt ingericht waarin alle verkeersstromen hun eigen lichtenregeling krijgen en de doorstroming op de N36 wordt gegarandeerd. Voorliggende aanvraag verandert niets aan het kruispunt Jagershoek/N36, maar heeft wel tot gevolg dat een beperkt aantal woningen van de Oude Vichtestraat via het kruispunt Jagershoek/N36 zullen moeten ontsluiten. De impact op de verkeersdrukte ter hoogte van het kruispunt Jagershoek/N36 wordt als eerder beperkt ingeschat gezien het over een gering aantal extra woningen gaat die via dit kruispunt moeten ontsluiten. In tussentijd zal door de gemeente (in samenspraak met de gemeente Anzegem en AWV) bekeken worden of maatregelen nodig zijn om de verkeersveiligheid ter hoogte van dit kruispunt te verbeteren.

2) a) Het ontwerp van de middengeleider is gebaseerd op de huidige bestaande markeringen waardoor dit dus in de toekomst fysiek zal afgedwongen worden om daar niet meer willekeurig te kunnen stationeren / dwarsen. Het overrijdbaar maken of inkorten zou er weer toe leiden dat een rij wachtende vrachtwagens zich daar gemakkelijker zou kunnen opstellen om het tankstation te bereiken, waardoor de bezwaarindiener weer slechter bereikbaar zou zijn, in plaats van beter.

De opmerking dat het verkeer zal moeten vertragen (obstructie van het verkeer) om het bedrijf op te draaien is niet gegrond. De leveringen voor de pakjesdiensten worden over het algemeen uitgevoerd met (middel)grote bestelwagens en niet met trekker-oplegger-combinaties. Het lossen van de autotransporten zal, zoals vandaag, aan de overkant van de weg kunnen blijven gebeuren.

Bijgevolg wordt voorgesteld om de middengeleider niet aan te passen zoals gevraagd.

2) b) Tussen het stuk grond waarnaar verwezen wordt in het bezwaar en het toekomstig fietspad komt een groenstrook of steenslagverharding, maar geen open gracht zoals gesuggereerd zodat, indien voldaan is aan alle wettelijke en algemene bepalingen voor het gebruik van de grond, een toegang mogelijk blijft, weliswaar beperkt tot een breedte van 4,50 m.

2) c) De zijberm aan de overkant van de gewestweg (dus aan de rechterzijde van de rijrichting Vichte) is voorzien om licht verhoogd maar overrijdbaar gemaakt te worden en dit uitsluitend voor parkeren van beperkte duur (voorstel van 15 minuten). Dit betekent dat het lossen van het autotransport aan deze kant zal kunnen blijven gebeuren, als deze strook vrij is. Omdat de N36 een openbare weg is, kan de exclusiviteit voor het parkeren echter niet voorbehouden worden voor één bepaalde partij. Dit geldt trouwens ook voor het parkeren aan de rechterzijde van de rijrichting Deerlijk ter hoogte van de bezwaarindiener.

Bijgevolg stelt het college voor om naar aanleiding van de ingediende bezwaarschriften geen wijzigingen door te voeren aan de wegenisplannen.

 

De ligging, de breedte en de uitrusting van de wegenis is zo ontworpen dat voldoende aandacht besteed is aan zowel het zwaar verkeer komende van de industriezone Deerlijk-Waregem, het autoverkeer als de zwakke weggebruikers. Bijgevolg heeft het college van burgemeester en schepenen in zitting van 25 november 2020 voorgesteld om het wegenisontwerp goed te keuren.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, 9°  Decreet Lokaal Bestuur

Andere:

          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

          Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het wegenisdossier, bestaand uit de voorliggende plannen, zijnde grondplannen bestaande toestand, ontworpen verharding, ontworpen riolering, lengteprofielen, dwarsprofielen en detailtekeningen, met dossiernummer OMV_2020075668, opgemaakt door SWECO Belgium BV, Arenbergstraat 13 bus 1, 1000 Brussel goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Een afschrift van dit besluit zal met de overige voorgeschreven documenten bij het aanvraagdossier gevoegd worden.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Kaderovereenkomst - Fluvius Duurzame Gebouwen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de kaderovereenkomst "Fluvius Duurzame Gebouwen" tussen het gemeentebestuur enerzijds en Gaselwest anderzijds goed te keuren.

 

Motivering

 

In zitting van 24 februari 2011 keurde de gemeenteraad de kaderovereenkomst : "Gaselwest - kaderovereenkomst met het oog op het leveren van ondersteuningsactiviteiten betreffende energiebesparing en de daartoe dienende investeringen", goed.

 

In zitting van 12 juli 2018 keurde de gemeenteraad de verlenging van "Kaderovereenkomst energiediensten", goed.

 

Omwille van de fusie tussen Eandis en Infrax dient deze kaderovereenkomst te worden vernieuwd.

 

De kaderovereenkomst brengt voor de gemeente geen verplichtingen met zich mee. Een getekende kaderovereenkomst is echter wel nodig als we in de toekomst gebruik willen maken van de energiediensten van Fluvius/Gaselwest en met hen een deelovereenkomst hiervoor wensen af te sluiten.

 

Ook om verder gebruik te maken van de data software E-lyse is een getekende kaderovereenkomst noodzakelijk.

 

De aangeboden diensten zijn oa :

          efficiënt energiebeheer in gebouwen

          energiezorgplan op maat

          begeleiding bij de realisatie van projecten

          onderhoud HVAC, verlichting en PV

 

In het verleden deden we beroep op de expertise van Fluvius voor ondermeer:

          de stookplaatsvernieuwing in De Beuk, De Statie, St-Columbakerk

          relighting van de sporthal

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 1 en § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de aan huidige beslissing ne varietur gehechte kaderovereenkomst "Fluvius Duurzame Gebouwen" goed te keuren en een getekende versie van deze kaderovereenkomst over te maken aan Fluvius.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Vragen gesteld door raadsleden - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraadsleden wordt gevraagd kennis te nemen van de vragen gesteld door raadsleden.

 

Motivering

 

Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de gemeenteraadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden die niet op de agenda van de gemeenteraad staan in het punt 'Vragen gesteld door raadsleden'.

 

Op deze mondelinge vragen wordt, ofwel mondeling ter zitting, ofwel schriftelijk (elektronisch), ten laatste binnen de maand na de vraagstelling geantwoord.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 31 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad neemt kennis van de door de gemeenteraadsleden gestelde vragen.

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 17 DECEMBER 2020

Aanwijzing bijkomende GAS-vaststeller - goedkeuring

 

Publicatiedatum: 09/12/2020
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.