DEERLIJK

29 OKTOBER 2020

 

AANWEZIG

 

Voorzitter: Jo Tijtgat

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Raadsleden: Carl De Donder, Louis Haerinck, Frans Kemseke, Tundie D'hont, Jurgen Beke, Filip Terryn, Rolande Libert, Marleen Prat, Philip Ghekiere, Lies De Witte, Marc Coppens, Maurice Bekaert, Sophie Mespreuve, Dirk Demeurie

 

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

1. Besluit burgemeester ivm virtuele gemeente- en OCMW-raad op 29 oktober 2020 - bekrachtiging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd over te gaan tot bekrachtiging van het besluit van de burgemeester van 21 oktober 2020om de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 29 oktober 2020 virtueel te laten doorgaan met live stream.

 

Motivering

 

Momenteel heerst een globale corona-epidemie (COVID-19 virus). De Wereldgezondheidsorganisatie heeft deze epidemie op 11 maart 2020 tot een pandemie verklaard.

 

Sinds 16 oktober 2020 bevindt het land zich op basis van de COVID-19 barometer op alarmniveau 4 (zeer hoge alertheid) en heeft het Overlegcomité beslist om vanaf maandag 19 oktober 2020 strengere maatregelen in te voeren.

 

Het Agentschap Binnenlands Bestuur heeft een kader gecreëerd voor vergaderingen van lokale bestuursorganen.

Daarbij geldt als uitgangspunt dat het lokaal bestuur tijdens de huidige gezondheidssituatie autonoom beslist over de wijze van vergaderen van gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn.

 

De gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn kan digitaal doorgaan als het lokaal bestuur dit, gelet op de gezondheidssituatie, de aangewezen vergadervorm acht.

Daaraan zijn 3 voorwaarden verbonden:

1)      De wijze van vergaderen (digitaal) en de motivering (gezondheidssituatie) wordt vastgelegd in een burgemeesterbesluit (politieverordening) op grond van artikels 134, §1 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet.

2)      De digitale gemeenteraad moet openbaar te volgen zijn via een audiovisuele livestream. Een audiostream volstaat niet om de openbaarheid te voldoen. De webtoepassing van de gemeente communiceert hoe pers en publiek de vergadering kunnen volgen via de livestream.

3)      De procedure voor geheime stemming moet aan de noodzakelijke democratische voorwaarden voldoen.

 

Artikel 134, § 1 van de Nieuwe Gemeentewet bepaalt:

§ 1. In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven [... (opgeh. KB 30 mei 1989, art. 27, I: 1 juni 1989)], met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. [... (opgeh. KB 30 mei 1989, art. 27, I: 1 juni 1989)] Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.

 

De burgemeester is van oordeel dat de aangehaalde corona-epidemie en de huidige verhoging van het alarmniveau een ernstige stoornis vormen van de openbare rust (waartoe de openbare veiligheid en de openbare gezondheid behoren).

 

Het COVID-19-virus en de strijd tegen de verdere verspreiding hiervan, is een onvoorziene gebeurtenis.

 

In redelijkheid valt het ook niet te ontkennen dat een openbare zitting van de gemeente- en OCMW-raad in een gesloten plaats en de aanwezigheid van de raadsleden het risico op besmetting doet toenemen en aldus de verdere verspreiding van het virus in de hand werkt of kan werken.

 

Zelfs al zouden de raden doorgaan zonder publiek, dan nog zijn 21 raadsleden en de algemeen directeur aanwezig. Ook dit volstaat om de verdere verspreiding van het virus in de hand te werken.

 

De door de aanwezigheid van het coronavirus in het leven geroepen situatie is ook urgent.

 

De burgemeester nam in deze context de beslissing om de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 29 oktober 2020 virtueel te laten doorgaan met live stream.

 

Het komt aan de gemeenteraad toe om deze beslissing te bekrachtigen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 134, § 1 Nieuwe Gemeentewet

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit om het besluit van de burgemeester om de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 oktober 2020 virtueel te laten doorgaan met live stream, te bekrachtigen.

 

 

Voorafgaand aan deze zitting wordt een 'stand van zaken' toegelicht omtrent Corona.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

2. Gemeenteraad - 10 september 2020 - notulen en zittingsverslag - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de notulen en het zittingsverslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.

 

Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

 

Artikel 278 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 32 Decreet Lokaal Bestuur

Andere:

Art. 277 en 278 Decreet Lokaal Bestuur

Art. 32 en 33 Huishoudelijk reglement gemeenteraad

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de notulen van de zitting van de gemeenteraadszitting van 10 september 2020 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad besluit het zittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 10 september 2020 goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Punt bijlagen/links 200910 deel1.mp3 Download
200910 deel 2.mp3 Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

3. Cameratoezicht met bestuurlijke finaliteit in het kader van het bestrijden van sluikstorten - advies gemeenteraad ivm toepassing op het gehele grondgebied van de gemeente, goedkeuren gewijzigde overeenkomst en uitbreiding artikelen waarop de vaststellers inbreuken kunnen vaststellen, en wijziging van art. 1 van de algemene politieverordening (APV) - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd volgende zaken goed te keuren inzake cameratoezicht met bestuurlijke finaliteit in het kader van het bestrijden van sluikstorten:

          toepassing op het gehele grondgebied van de gemeente;

          gewijzigde overeenkomst;

          uitbreiding artikelen waarop de vaststellers inbreuken kunnen vaststellen;

          wijziging van art. 1 van de algemene politieverordening.

 

Motivering

 

1.

 

De gemeenteraad van 30 november 2017 bracht in essentie in toepassing van de camerawet van 21 maart 2007 in zijn toenmalige redactie positief advies uit over de plaatsen waarop op het grondgebied van de gemeente Deerlijk verplaatsbare vaste bewakingscamera’s voor het vaststellen van sluikstorten konden worden geplaatst.

De gemeenteraad keurde in deze zitting ook de samenwerkingsovereenkomst met de intercommunale IMOG en de politiezone goed.

 

In dezelfde zitting wees de gemeenteraad de ambtenaren-vaststellers aan (de heren Koen Delie en Louis Simoen, beiden personeelslid van IMOG) en wees de raad de artikelen aan waarop deze ambtenaren inbreuken kunnen vaststellen.

 

Op 12 juli 2018 wees de gemeenteraad een bijkomende ambtenaar-vaststeller aan (mevr. Els Verhaest, personeelslid van IMOG) met opsomming van de artikelen waarop ze inbreuken kon vaststellen.

 

De heer Louis Simoen werkt op vandaag niet meer voor IMOG.

 

2.

 

Het systeem van cameratoezicht met bestuurlijke finaliteit in het kader van het bestrijden van sluikstorten heeft sindsdien in de gemeente (en bij uitbreiding in de politiezone) zijn nut bewezen.

 

3.

 

Uit de sinds 2010 opgestelde GAS-vaststellingen, de uitgesproken sancties in het algemeen en de resultaten van het cameratoezicht is af te leiden dat het boven iedere redelijke betwisting staat dat cameratoezicht in de omgeving van textielcontainers en glasbollen/containers niet disproportioneel is.

 

4.

 

4.1.

 

Gelet op het tijdsverloop sinds 2017 is het ook aangewezen de locaties te evalueren  waar, los van de plaatsing van textiel- en glascontainers, eveneens camerabewaking kan worden aangewend om sluikstorten vast te stellen.

 

De op 30 november 2017 door de gemeenteraad positief geadviseerde plaatsen blijven in aanmerking komen voor camerabewaking.  Er zijn immers geen indicaties dat deze plaatsen ondertussen minder sluikstortgevoelig zouden zijn.

 

Het gaat om volgende al door de gemeenteraad van 30 november 2017 positief geadviseerde plaatsen:

 

Hotspots:

          Parking kerkhof - centrum Deerlijk

          Auto-oefenterrein tussen kruispunt Vichtesteenweg / N36 en de E17

          Parking en zitbank aan de achterkant van het gemeentehuis

          Gaverdomein

 

Glascontainers:

          Kardinaal Cardijnlaan (hoek parking jeugdheem in de Kardinaal Cardijnlaan)

          Kerkstraat (hoek parking Kerkstraat ten opzichte van de kerk)

          Nijverheidslaan

          Stationsplein (hoek Stationsplein / Paterstraat)

          Harelbekestraat (hoek parking op kruispunt Harelbekestraat – Hoogstraat)

          Hoogstraat (hoek parking op kruispunt Harelbekestraat – Hoogstraat)

          Neunkirchenplein

          Oliebergstraat (hoek parking voetbalveld in de Oliebergstraat)

          Pikkelstraat (hoek parking tegenover huisnummer 35)

          Schragenstraat (tegenover Elfde Julilaan 25)

          Vichtesteenweg - Elfnovemberlaan (op de hoek)

          Vinkenlaan (hoek tegenover Vinkenlaan 27)

          Breestraat (hoek parking De Wieke)

 

4.2.

 

De milieudienst stelt echter voor, net zoals in alle andere gemeenten van het IMOG-gebied, camerabewaking voor het bestrijden van sluikstorten, gebiedsdekkend op het ganse grondgebied van de gemeente te voorzien en deze techniek ook te gebruiken voor de verplichting tot het opkuisen van hondenpoep.  Dit laatste vereist dan een uitbreiding van de artikelen waarop vaststellingen via camerabewaking kunnen worden gedaan met art. 144 van de algemene politieverordening (APV). Het vereist ook een aanvulling van artikel 1 van de algemene politieverordening met dit artikel, als zijnde een artikel waarvan de overtreding kan worden vastgesteld door personeelsleden van het intergemeentelijk samenwerkingsverband IMOG die hiertoe binnen het raam van hun bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen.

 

Ter motivering van de uitbreiding wordt door de milieudienst verwezen naar het verslag Nette Regio Deerlijk 2019 en de algemene netheidsscore voor 2019 voor de gemeente Deerlijk van 90,6. 90 is het getal dat de cesuur aangeeft tussen een nette gemeente (met een score van minstens 90) en een gemeente die extra aandacht nodig heeft. De score voor gemeente Deerlijk is dus nog net boven 90, maar de gemeente moet wel extra inspanningen leveren voor de centrumstraten.

 

Sluikstorten vormt bovendien een grote bron van ergernis voor zowel de burger als voor de instanties die moeten instaan voor het opruimen ervan, waar daarentegen de identificatie van sluikstorters vaak heel moeilijk is. De verruimde inzet van camerabewaking op probleemlocaties op het volledige grondgebied van de gemeente zou de effectieve handhaving kunnen verhogen en bovendien zowel preventief als ontradend werken. De ervaring leert dat het plaatsen van camerabewaking vaak een verschuiving van de zwerfvuilproblematiek met zich meebrengt. Op deze manier kan ad hoc ingespeeld worden op actuele probleemlocaties (de zogenaamde hotspots).

Bovendien maakt de camerawet, in de huidige redactie, cameratoezicht op het volledige grondgebied van de gemeente mogelijk.

 

4.3.

 

Gelet op het voorgaande is een camerabewaking voor het bestrijden van sluikstorten gebiedsdekkend op het hele grondgebied van de gemeente, dus los van de eerdere zgn. hotspots, afdoende gemotiveerd en proportioneel ten opzichte van de zich stellende sluikstortproblematiek en het in die context nagestreefde doel, met name een propere en nette gemeente.

 

Eveneens gelet op het voorgaande is de toevoeging van het vaststellen van overtredingen op art. 144 van de algemene politieverordening (APV) – hetzij de verplichting tot het opkuisen van hondenpoep - als overtreding vaststelbaar via camerabewaking IMOG - verantwoord en proportioneel.

 

5.

 

De camera’s die IMOG gebruikt zijn tijdelijke vaste bewakingscamera's in een niet-besloten plaats (zie art. 2, 4° en 4°/2 van de wet van 21 maart 2007, afgekort als de camerawet, zoals gewijzigd door de wet van 21 maart 2018).

 

5.1.

 

Ingevolge deze wetswijziging uit 2018 (nog niet van kracht toen het systeem werd opgezet in 2017) moet IMOG, als medeverwerkingsverantwoordelijke, aan de gemeenteraad het volgende verduidelijken (zie art. 5 par. 2/1 van de camerawet, zoals thans van kracht):

 

          de bijzondere doeleinden van deze tijdelijke bewakingscamera's (dit is het vaststellen van overtredingen op de artikelen van de APV waar de gemeenteraad camerabewaking voor toelaat);

          de perimeter waarbinnen hun verplaatsingen gebeuren (dit zijn alle locaties waar camerabewaking sluikstort wordt toegelaten, hetzij het gehele grondgebied van de gemeente).

 

Het schrijven in die zin van IMOG van 31 augustus 2020 ligt voor.

 

5.2.

 

De gemeenteraad moet nu ook de geldigheidsduur van zijn advies bepalen.  Dit moet in ieder geval een redelijke termijn zijn (zie art. 5 par. 2/1 van de camerawet, zoals thans van kracht).   Een termijn tot 31 december 2025 is naar de mening van de gemeenteraad redelijk, nu duidelijk is dat sluikstorten een zich blijvend manifesterend fenomeen is en op die manier de bestuursmeerderheid van de nieuwe legislatuur in het eerste jaar van deze legislatuur een en ander kan evalueren.

Naderhand kan door IMOG ook een met redenen omkleed verzoek worden ingediend met het oog op de hernieuwing van het positief advies bij het verstrijken van de geldigheidsduur ervan.

 

5.3.

 

Uit een brief van de gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) van 28 maart 2019 blijkt – met verwijzing naar een ministeriële omzendbrief van 10 december 2009 – dat wanneer de camerabewaking wordt georganiseerd op het gehele grondgebied van de gemeente, het niet strijdig is met de wet om de camerabewaking aan te geven door middel van pictogrammen op de toegangswegen naar de gemeente, maar dat het daarbij niet uitgesloten is – zonder dat dit wettelijk verplicht is – dat ook elders pictogrammen worden aangebracht.

 

5.4.

 

IMOG dient wettelijk eveneens aan de politiedienst, uiterlijk de dag vóór die waarop de bewakingscamera of -camera's in gebruik worden genomen, de plaatsing en ook elke wijziging aangebracht aan de ingezette camerabewakingsvoorziening mee te delen op een bij K.B. bepaalde wijze.  Dit verhindert niet dat er een langere termijn wordt overeengekomen (zie verder).

 

IMOG moet ook een register bijhouden met de beeldverwerkingsactiviteiten van bewakingscamera's uitgevoerd onder zijn verantwoordelijkheid. De vorm van dit register wordt bij K.B. bepaald.

 

De wet voorziet ook de plaatsing van een pictogram (zie hiervoor).

 

5.5.

 

De op vandaag aan het gebiedsdekkend gebruik nieuw af te sluiten overeenkomst, tussen de gemeente, de politiezone en IMOG, wordt eveneens ter goedkeuring voorgelegd.

 

6.

 

De gemeenteraad verstrekt zijn advies blijkens art. 5 par. 2/1 van de camerawet na voorafgaandelijk de korpschef van de politiezone waar de plaats zich bevindt, te hebben geraadpleegd.

 

Deze raadpleging ligt, onder de vorm van een positief advies bij mail van 15 juli 2020, voor.

 

7.

 

Er werd, omwille van art. 4 par. 5 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, advies gevraagd aan de jeugdraad omdat ook minderjarigen kunnen worden bestraft voor feiten vastgesteld na cameragebruik en omdat het aantal vaststelbare overtredingen wordt uitgebreid via een wijziging van art. 1 van de algemene politieverordening (zie hiervoor).

 

Dit advies van 9 september 2020 ligt voor en is positief. De bijhorende vragen werden intussen verduidelijkt aan hen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid:

          Art. 41, § 2, 2) Decreet Lokaal Bestuur

          Art. 5, § 2 / 1 Camerawet

 

          Andere:

 

          de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 2 en 5 zoals van kracht;

          de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties zoals van kracht, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 4 par. 5;

          het K.B. van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking is zoals van kracht;

          het K.B. van 2 juli 2008 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s zoals van kracht.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

Artikel 1 van de algemene politieverordening (APV) wordt hervastgesteld als volgt:

 

“In geval van overtreding van deze verordening kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken.

 

De politieambtenaren aangeduid in de wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties zijn bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in deze politieverordening. Van de vaststelling wordt proces-verbaal opgemaakt.

 

De inbreuken op de artikelen 106, 110, 121 t.e.m. 123, 125 t.e.m. 129, 130, 131, 144 en 294 t.e.m. 328 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in de artikelen 28 en 29 - van deze algemene politieverordening kunnen, met toepassing van art. 21 par. 1, 2° van de wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, ook worden vastgesteld door personeelsleden van het intergemeentelijk samenwerkingsverband IMOG (Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen) die hiertoe binnen het raam van hun bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen.

 

De inbreuken vermeld in het voorgaande lid worden in een bestuurlijk verslag of vaststelling opgenomen. Voor deze inbreuken dient het woord “proces-verbaal” in deze verordening te worden gelezen als “bestuurlijk verslag” of “vaststelling”.”

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad geeft positief advies voor het plaatsen van tijdelijke vaste bewakingscamera’s voor het vaststellen van sluikstorten op het gehele grondgebied van de gemeente onder de vorm van inbreuken op de artikelen 106, 110, 121 t.e.m. 123, 125 t.e.m. 129, 130, 131, 144 en 294 t.e.m. 328 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in de artikelen 28 en 29 - van de algemene politieverordening (APV), alsook het vaststellen in het kader van sluikstorten, zowel in het kader van de bestuurlijke handhaving als van de strafrechtelijke handhaving, van inbreuken op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

 

Dit positief advies geldt vanaf de inwerkingtreding van deze beslissing overeenkomstig art. 4 hierna en tot en met 31 december 2025.

 

Artikel 3

 

De nieuwe overeenkomst, af te sluiten tussen de gemeente Deerlijk, de afvalintercommunale (IMOG) en de politiezone, wordt goedgekeurd als volgt:

 

Overeenkomst inzake camerabewaking voor het vaststellen van sluikstorten

 

Tussen volgende partijen:

 

1. De gemeente Deerlijk, met zetel te 8540 Deerlijk, Harelbekestraat 27, alhier vertegenwoordigd door Jo Tijtgat, voorzitter van de gemeenteraad en de heer Hans Piepers, algemeen directeur, handelend in uitvoering van een beslissing van de gemeenteraad van …(datum)…, 

 

hierna genoemd 'de gemeente',

 

en,

 

2. De afvalintercommunale IMOG, met zetel Kortrijksesteenweg 264 te 8530 Harelbeke, vertegenwoordigd door de algemeen directeur Johan Bonnier en voorzitter Rik Soens

 

Hierna genoemd 'de afvalintercommunale'

 

en,

 

3. De politiezone Deerlijk – Harelbeke, met zetel te 8530 Harelbeke, Deerlijksesteenweg 43, alhier vertegenwoordigd door de heer Alain Top, voorzitter van het politiecollege en de heer Jean-Louis Dalle, korpschef, handelend in naam en voor rekening van de politiezone, in uitvoering van een beslissing van de politieraad van …(datum)…,

 

hierna genoemd 'de politiezone',

 

is overeengekomen hetgeen volgt.

 

Artikel 1

 

Deze overeenkomst beoogt de afspraken vast te leggen tussen de afvalintercommunale enerzijds en de stad/gemeente en de politiezone anderzijds, gezien de politiezone inzake camerabewaking optreedt als feitelijke gebruiker-verwerker a posteriori van de beelden afkomstig van tijdelijke vaste bewakingscamera’s  geplaatst op niet-besloten plaatsen op het openbaar domein door de afvalintercommunale, conform de adviezen van de gemeenteraad ter zake.

 

Artikel 2

 

De camerabewaking en de verwerking van de beelden heeft als doel het voorkomen, vaststellen en verzamelen van bewijzen van overlast, meer bepaald inzake sluikstorten, op het gehele grondgebied van de gemeente, zowel wat betreft de overtredingen van de artikelen 106, 110, 121 t.e.m. 123, 125 t.e.m. 129, 130, 131, 144 en 294 t.e.m. 328 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in de artikelen 28 en 29 - van de APV alsook het vaststellen in het kader van sluikstorten, zowel in het kader van de bestuurlijke handhaving als van de strafrechtelijke handhaving, van inbreuken op het decreet van 23.12.2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

 

De afvalintercommunale is de verantwoordelijke voor de verwerking en de verwerker van de beelden.

 

De camera’s mogen enkel worden geplaatst op plaatsen waaromtrent overeenkomstig de camerawet een gunstig advies werd bekomen van de gemeenteraad .

 

De concrete plaatsing gebeurt naar noodzaak en maakt het voorwerp uit van een specifiek akkoord tussen de afvalintercommunale en de gemeente na voorafgaand overleg met de lokale politie.  Zonder specifiek akkoord van de milieudienst van de gemeente zal de afvalintercommunale geen camera’s kunnen plaatsen.

 

De definitieve lijst met data, uren en locaties wordt voorafgaand aan de lokale politie overgemaakt en dit ten laatste 3 werkdagen voor de eerstvolgende plaatsing.

 

Het cameratoezicht zal worden aangekondigd met de door de wetgeving vereiste pictogrammen.  Deze pictogrammen worden aangebracht en verwijderd door de afvalintercommunale.  Ze worden aan de gemeentegrenzen aangebracht, onverminderd de mogelijkheid om elders en in de meer onmiddellijke omgeving van de locaties waar camerabewaking is ingesteld overeenkomstig deze overeenkomst, nog andere kennisgevingen aan te brengen.  

 

Artikel 3

 

De afvalintercommunale verklaart de toepasselijke wetgeving en instructies inzake camerabewaking en privacy op ieder ogenblik na te zullen leven en de gemeente en de politiezone nemen daar akte van.

 

Deze verklaring slaat op volgende teksten zoals van kracht of gecoördineerd, onverminderd hun eventuele aanpassing of het van kracht worden van nieuwe bijkomende wetten, reglementen of instructies:

          de verordening 2016/679 van het Europees parlement en de Raad van 27.04.2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming  - AVG);

          de wet van 30.07.2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;

          de toepasselijke uitvoeringsbesluiten bij deze wet;

          de wet van 21.03.2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s (afgekort als 'de camerawet');

          de toepasselijke uitvoeringsbesluiten bij deze wet waaronder het K.B. van 10.02.2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking is en het K.B. van 02.07.2008 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's;

          de gecoördineerde ministeriële omzendbrief van 10.12.2009 betreffende de wet van 21.03.2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s zoals gewijzigd bij wet van 12.11.2009.

 

Iedere aanhaling van verplichtingen hierna geldt met behoud van huidig artikel.

 

In het bijzonder en met behoud van het voorgaande verklaart de afvalintercommunale de vereiste mededeling zoals bedoeld in art. 5 par.3 van de camerawet en het toepasselijke uitvoeringsbesluit aan de politiediensten te hebben gedaan en de wijzigingen aan de ingezette camerabewakingsvoorziening op identieke wijze te zullen doen .

 

Artikel 4

 

De verwerking van de beelden mag enkel gegevens bevatten van de bezoekers van de onmiddellijke omgeving van de camera’s.

 

De verwerking van de beelden dient van zodanige kwaliteit te zijn dat personen en voertuigen te identificeren zijn.

 

Er dient erop te worden toegezien dat de bewakingscamera’s niet specifiek gericht zijn op een plaats waarvoor de verantwoordelijke van de verwerking niet zelf de gegevens verwerkt, tenzij hij daarvoor expliciet de toestemming heeft van de verantwoordelijke voor de verwerking van de betrokken plaats.

 

In geen geval mogen beelden worden gemaakt/verwerkt die de intimiteit van een persoon schenden of gericht zijn op het inwinnen van informatie over de filosofische, religieuze, politieke of syndicale gezindheid, etnische of sociale origine, het seksuele leven of de gezondheidstoestand.

 

De beelden mogen niet worden bewerkt, behoudens om te voldoen aan het derde en vierde lid hiervoor.

 

Artikel 5

 

De beelden mogen door de verwerker en de vaststellers GAS uitsluitend in real time worden bekeken indien dit onder toezicht van de politiediensten gebeurt opdat de bevoegde diensten onmiddellijk kunnen ingrijpen bij misdrijf, schade, overlast of verstoring van de openbare orde en deze diensten in hun optreden optimaal kunnen worden gestuurd en met inachtneming van het toepasselijke uitvoeringsbesluit ter zake.

 

De camerabeelden worden binnen de afvalintercommunale enkel door de vaststellers GAS aangeduid door de gemeenteraad later bekeken met het oog op het vaststellen van sluikstorten bestaande in een inbreuk op de bepalingen van de algemene politieverordening (APV) van de gemeente opgenomen in de aanstellingsbeslissing  van de vaststellers GAS of een inbreuk op het decreet van 23.12.2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. 

 

De vaststellers GAS zijn onderworpen aan de discretieplicht.  Zij mogen de camerabeelden enkel bekijken en gebruiken in functie van de door hen te verrichten vaststellingen zoals aangehaald in art. 2 eerste lid hiervoor.  De beelden of eruit afgeleide gegevens mogen zij enkel overmaken aan de gerechtelijke overheden, de politiediensten en de sanctionerend ambtenaar.

 

Wanneer uit de beelden misdrijven van gemeen recht blijken die buiten het doel van de camerabewaking vallen, dan nemen de vaststellers GAS onmiddellijk contact op met de lokale politie en worden de beelden aan de lokale politie overgedragen op een door deze te bepalen wijze.

 

Het bekijken van de beelden door de vaststellers GAS gebeurt in de gebouwen van IMOG.

 

De afvalintercommunale zal de nodige maatregelen nemen om te voorkomen dat andere personen dan de vaststellers GAS toegang hebben tot de beelden.

 

De afvalintercommunale houdt een register bij met de beeldverwerkingsactiviteiten van de gebruikte bewakingscamera’s overeenkomstig de regels bepaald door de Koning.  Dit register wordt ter beschikking gehouden van de gegevensbeschermingsautoriteit en van de politiediensten .

 

Artikel 6

 

Wanneer op basis van de beelden een sluikstort bestaande uit een inbreuk op de bepalingen van de algemene politieverordening (APV) van de gemeente blijkt lastens een herkenbaar of potentieel identificeerbaar persoon of wanneer daarbij een nummerplaat van een voertuig op de beelden leesbaar is, maakt de vaststeller GAS een bestuurlijk verslag op.

 

Dit bestuurlijk verslag of vaststelling bevat ten titel van inlichting minstens volgende gegevens:

 

          de voornaam, naam en hoedanigheid van de opsteller;

          dag, datum, plaats en uur van de feiten en van de vaststelling van de feiten;

          de plaats waar de camera zich bevond en de plaats waar de pictogrammen werden aangebracht;

          een precieze beschrijving van hetgeen werd vastgesteld;

          een of meerdere screenshots uit de camerabeelden waarop de herkenbare of potentieel identificeerbare persoon tijdens de sanctioneerbare handeling voorkomt of waarop de nummerplaat van een voertuig voortkomt;

          de aanduiding van de overtreden bepaling(en) van de APV;

          het administratief adres van de sanctionerend ambtenaar;

          de datum van overmaking aan de sanctionerend ambtenaar.

 

Het bestuurlijk verslag wordt binnen een termijn van orde van zeven werkdagen aan de sanctionerend ambtenaar bezorgd.

 

Het bestuurlijk verslag wordt digitaal en per post aan de sanctionerend ambtenaar bezorgd.

 

Indien de sanctionerende ambtenaar dit noodzakelijk acht, dan kan hij de lokale politie opdracht geven tot aanvullend onderzoek.  Hij kan daartoe de gegevens die hij van de afvalintercommunale verkreeg aan de lokale politie overmaken.

 

Zo de sanctionerend ambtenaar of de lokale politie dit wenselijk acht, dan kunnen zij de beelden opvragen bij de afvalintercommunale.  De afvalintercommunale zal daaraan uiterlijk binnen maximaal 10 werkdaqen gevolg geven.

 

Artikel 7

 

De afvalintercommunale garandeert dat de beelden niet langer worden bijgehouden dan noodzakelijk en maximaal maar één maand worden bewaard.

 

Voorgaande bewaringstermijn geldt niet:

 

          hetzij indien het beelden betreft die slaan op feiten waarvoor een bestuurlijk verslag werd opgemaakt en die bijgevolg kunnen aangewend worden om via sluikstorten inbreuken te kunnen vaststellen en te bewijzen op de in art. 2 eerste lid hiervoor aangehaalde normen;

          hetzij uit de beelden andere misdrijven zouden blijken.

 

In beide gevallen worden de beelden bewaard zolang de gerechtelijke of bestuurlijke procedure niet is afgesloten.

 

Voor wat betreft de procedures in het kader van de GAS-wetgeving zal de sanctionerend ambtenaar na het afsluiten van de procedure aangeven wanneer de beelden mogen worden vernietigd  .

 

Artikel 8

 

Ieder gefilmde persoon heeft een recht van toegang tot de beelden.

 

Hij richt daartoe een verzoek aan de verantwoordelijke voor de verwerking conform art. 15 van de algemene verordening gegevensbescherming  – AVG.

 

Artikel 9

 

Alle kosten in verband met de aanschaf, de werking, het onderhoud en de vervanging van de camera en alle (rand)apparatuur en noodzakelijke goederen (zoals pictogrammen) zijn ten laste van de afvalintercommunale. 

 

Het plaatsen en verplaatsen van de camera, de pictogrammen, de opmaak en het overmaken van het bestuurlijk verslag, de kosten van de opslag van de data en de overdracht van data en het bijhouden van het register met de beeldverwerkingsactiviteiten gebeurt door de afvalintercommunale op haar kosten.

 

Artikel 10

 

Deze overeenkomst geldt vanaf de inwerkingtreding van gemeenteraadsbeslissing die deze overeenkomst goedkeurt en tot en met 31.12.2025.

 

De samenwerking zal twee maal per jaar in een gezamenlijke vergadering worden geëvalueerd .

 

De afvalintercommunale kan, na overleg met de stad/de gemeente, een met redenen omkleed verzoek indienen met het oog op de hernieuwing van het positief advies van de gemeenteraad alsook van deze overeenkomst tegen het verstrijken van de aangehaalde termijn .

 

Aldus opgemaakt te Deerlijk op …(datum)… in drie exemplaren.

 

De drie partijen erkennen elk één exemplaar te hebben ontvangen.

 

Namens de gemeente Deerlijk

 

 

Hans Piepers   Jo Tijtgat

algemeen directeur  voorzitter van de gemeenteraad

 

 

Namens de afvalintercommunale

 

 

Johan Bonnier   Rik Soens

algemeen directeur  voorzitter

 

 

Namens de politiezone

 

 

 

Jean-Louis Dalle  Alain Top

korpschef   voorzitter van het politiecollege

 

Artikel 4

 

Dit reglement zal op de webtoepassing van de gemeente worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 286 van het DLB.

 

Deze beslissing treedt in werking op 15 november 2020.

 

Op dezelfde dag als de bekendmaking zal de toezichthoudende overheid via het digitaal loket van deze bekendmaking op de hoogte worden gebracht.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

4. Uniforme algemene politieverordening - achtste wijziging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd verschillende wijzigingen aan de uniforme algemene politieverordening goed te keuren.

 

Motivering

 

1.

 

De vigerende algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk (APV) werd vastgesteld op 29 april 2010. 

 

Ze werd aangepast bij beslissingen van 1 december 2011, 5 december 2013, 28 januari 2016, 14 juli 2016, 27 oktober 2016, 30 november 2017 en 20 september 2018.

 

Op heden ligt, op grond van de navolgende overwegingen, een voorstel tot achtste wijziging voor.

 

2.

 

De gemeenteraad is bevoegd op grond van art. 41 tweede lid, 2° van het Decreet Lokaal Bestuur (DLB) en art. 119 van de nieuwe gemeentewet (NGW). 

 

De voorgestelde wijzigingen hebben de handhaving van de openbare orde in de ruimste zin van het woord als voorwerp.

 

2.1.

 

Verbod wegname officiële aanplakkingen

 

Art. 62 APV luidt momenteel als volgt:

 

“Op reglementaire wijze aangebrachte aanplakkingen mogen niet worden vernield, gescheurd, verwijderd of overplakt, zolang de datum van de manifestatie die vermeld is op de aanplakbrief niet verstreken is.”

 

Het verbod dient – om alle discussie uit te sluiten – expliciet te worden uitgebreid tot alle aanplakkingen en aanplakbiljetten aangebracht ter uitvoering van een wettelijke of reglementaire bepaling of door of op verzoek van openbare of ministeriële ambtenaren, bv. besluiten van de burgemeester tot ongeschiktheid en of onbewoonbaarverklaring.

 

Daarom wordt een vijfde en laatste lid in die zin aan art. 60 toegevoegd, luidend als volgt: 

 

“Het is verboden alle aanplakkingen en aanplakbiljetten aangebracht ter uitvoering van een wettelijke of reglementaire bepaling of door of op verzoek van openbare of ministeriële ambtenaren, te vernielen, scheuren, verwijderen of te overplakken, zolang de datum of de periode van hetgeen aldus ter kennis wordt gebracht niet verstreken is.”.

 

2.2.

 

Verbod doorzoeken afval

 

Art. 121 APV luidt momenteel als volgt:

 

“Het is voor iedereen verboden om het even welke aangeboden afvalstof mee te nemen. Alleen de daartoe door de gemeente aangewezen ophalers zijn gerechtigd om afvalstoffen in te zamelen.”

 

Het kwam al voor dat derden aangeboden afvalstoffen (zoals papier en karton) doorzochten in het kader van bestaande geschillen.  Dit moet niet alleen om redenen van privacy van de betrokkenen formeel worden verboden, maar ook omdat – door het doorsnuffelen van afval - de verspreiding van zwerfvuil in de hand wordt gewerkt.  Meestal wordt bij een dergelijke praktijk immers hetgeen men niet interessant vindt in het rond gestrooid.

 

In opdracht van OVAM gebeuren, om een onbepaald aantal jaren, ook analyses op de inhoud van huisvuilzakken. Dan worden er anoniem op at random vastgelegde adressen vuilniszakken opgehaald en geanalyseerd.

 

Bijgevolg wordt voorgesteld art. 121 te herformuleren als volgt:

 

“Alleen de daartoe door de gemeente aangewezen ophalers of OVAM – deze laatste in het kader van analyses naar de inhoud van huisvuilzakken - zijn gerechtigd om afvalstoffen in te zamelen of te doorzoeken.  Ook de politiediensten hebben het recht om, in het kader van hun bevoegdheid, afval te doorzoeken.”

 

2.3.

 

Voederen van zwerfkatten

 

Art. 148 APV luidt als volgt: “Het is verboden verwilderde dieren te voederen.”

 

Naar aanleiding van de zwerfkattenproblematiek is er een onderzoek gedaan naar het invoeren van een voederpas voor zwerfkatten. Ook in verschillende andere steden en gemeenten is dit al ingevoerd.

 

In Deerlijk geldt – blijkens het aangehaalde artikel - een verbod op het voederen van verwilderde dieren. Het verbod geldt ook voor het voederen van zwerfkatten.

 

Zwerfkatten staan meestal stevig op eigen benen. Toch zijn er burgers die hen eten willen geven.

 

De milieudienst stelt voor om een voederpas in te voeren.

 

Wie zich op vandaag niet aan het voederverbod houdt, riskeert een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS). Een aanpassing van de algemene politieverordening (APV) is daarom noodzakelijk.

 

Om de zwerf- en huiskatten in Deerlijk gezond te houden voert Deerlijk een specifiek sterilisatiebeleid, dit in nauwe samenwerking met dierenasiel de Leiestreek en Politiezone Gavers.

 

Door de invoering van de voederpas zal de gemeente een beter beeld krijgen van waar de probleemlocaties zich bevinden doordat de voederpashouder moet meewerken aan het zwerfkatten-, sterilisatiebeleid.

 

Dit houdt in dat er bij vaststelling van niet gesteriliseerde katten een melding wordt gedaan, waarna de nodige acties volgen. Indien zwerfkatten sneller opgemerkt worden, kan sneller worden overgaan tot sterilisatie, castratie of euthanasie en zal de populatie op een natuurlijke en diervriendelijke manier kleiner worden.

 

De voederpashouder dient gebonden te zijn aan enkele beperkingen.

 

Wie een voederpas kreeg moet, bij voederen van zwerfkatten, daarom cumulatief volgende regels naleven:

          Wie zwerfkatten voedert heeft altijd zijn voederpas en identiteitskaart bij. Op vraag dienen deze stukken te kunnen worden vertoond aan de overheden belast met de handhaving van de algemene politieverordening.

          Enkel gesteriliseerde zwerfkatten (zie V-knip in rechteroor) mogen worden gevoederd. Bij vaststelling van niet gesteriliseerde zwerfkatten (geen V-knip in rechteroor) en tamme, pas uitgezette katten dient dit gemeld te worden aan de lokale politie.

          Voederen van zwerfkatten gebeurt uitsluitend op openbaar domein en op eigen kosten van de houder van de voederpas.  Het is ten strengste verboden om op privéterreinen zwerfkatten te voederen.

          Zwerfkatten mogen enkel met droogvoer worden gevoerd. Gebruik van ander voedsel zoals karkassen, vers vlees, slachtafval, keukenresten, visgraten, blikvoer, …, is verboden.

          Het droogvoer moet worden aangeboden in een bakje en mag nooit los op de grond worden aangeboden.

          Het voederbakje moet na 18u worden weggenomen.

          Enkel vers water in een aangepast bakje mag als drank worden aangeboden.

          De zwerfkatten moeten worden gevoederd op vaste plekken en zoveel als mogelijk op vaste tijdstippen. Het is verboden op andere locaties dan vermeld in de voederpas zwerfkatten te voederen.

 

Op basis van voorgaande overwegingen wordt voorgesteld om in de APV na artikel 148 een artikel 148bis in te voeren luidend als volgt:

 

“Het verbod van artikel 148 geldt niet voor het voederen van zwerfkatten, mits men houder is van een door de bevoegde overheid uitgereikte voederpas voor zwerfkatten en  indien volgende voorwaarden cumulatief worden nageleefd:

          Wie zwerfkatten voedert heeft altijd zijn voederpas en identiteitskaart bij. Op vraag dienen deze stukken te kunnen worden vertoond aan de overheden belast met de handhaving van de algemene politieverordening.

          Enkel gesteriliseerde zwerfkatten (zie V-knip in rechteroor) mogen worden gevoederd. Bij vaststelling van niet gesteriliseerde zwerfkatten (geen V-knip in rechteroor) en tamme, pas uitgezette katten dient dit gemeld aan de lokale politie.

          Voederen van zwerfkatten gebeurt uitsluitend op openbaar domein en op eigen kosten van de houder van de voederpas.  Het is ten strengste verboden om op privéterreinen zwerfkatten te voederen.

          Zwerfkatten mogen enkel met droogvoer worden gevoerd. Gebruik van ander voedsel zoals karkassen, vers vlees, slachtafval, keukenresten, visgraten, blikvoer, …, is verboden.

          Het droogvoer moet worden aangeboden in een bakje en mag nooit los op de grond worden aangeboden.

          Het voederbakje moet na 18u worden weggenomen.

          Enkel vers water in een aangepast bakje mag als drank worden aangeboden.

          De zwerfkatten moeten worden gevoederd op vaste plekken en zoveel als mogelijk op vaste tijdstippen. Het is verboden op andere locaties dan vermeld in de voederpas zwerfkatten te voederen.”

 

Artikel 150 wordt dan ook hervastgesteld als volgt:

 

“Het is verboden op het openbaar domein en op openbare plaatsen dieren te voederen, met uitzondering van wat bepaald is in artikel 148bis”.

 

2.4.

 

PMD en folie

 

Omwille van een uniforme regeling inzake folies (zachte kunststofverpakkingen) binnen het werkgebied van IMOG, dient de definitie van het begrip folie opgenomen in het begrippenkader en afgelijnd tegenover PMD (ook P+MD genaamd).

 

Ingevolge de gescheiden ophaling van PMD enerzijds en folies anderzijds, dienen ook de artikelen 312 en 313 betreffende de selectieve inzameling van deze fracties te worden aangepast.

 

Het voorgaande vereist een hervaststelling van artikel 28.47 als volgt:

 

“28.47 P+MD-afval (verder ook aangeduid als PMD of P.M.D)

 Harde plastiekverpakkingen, metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en drankkartons, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.”

 

Het begrip ‘folie’ wordt als begrip gedefinieerd onder een nieuw art. 28.14ter luidend als volgt:

 

“Art.28.14ter Folies

Onder folies wordt verstaan plastic folie en plastic zakken.”

 

Gelet op het voorgaande is ook een hervaststelling vereist van de artikelen 312 en 313 als volgt onder de gewijzigde benaming van afdeling 6 “Selectieve inzameling van P+MD en folie” van onderafdeling 1. Inzameling en onderafdeling 2. Wijze van aanbieding:

 

“Art. 312

P+MD-afval en folies worden huis-aan-huis opgehaald langs de straten, wegen en pleinen waar de ophaling is ingericht op de door de bevoegde overheid bepaalde dagen en wijze.

 

P+MD-afval en folies worden ook ingezameld op de recyclageparken.

 

Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding

 

Art. 313

P+MD-afval en folies dienen aangeboden te worden in de daartoe respectievelijk bestemde zak. Deze zakken zijn te koop in het gemeentehuis en in de gemeente gevestigde handelszaken tegen een door de gemeenteraad bepaald bedrag.

 

P+MD en folies mogen niet worden meegegeven met het huisvuil of een andere selectieve inzameling.

 

De verschillende fracties van het P+MD-afval mogen gemengd in de daartoe bestemde P+MD zak worden aangeboden. De verschillende toegelaten folies en plastiek zakken mogen gemengd in de daartoe bestemde transparante foliezak worden aangeboden.

 

Het P+MD-afval moet leeg zijn en uitgespoeld worden.

 

P+MD-afval en folies mogen niet verontreinigd zijn en mogen – ten titel van een niet-beperkende opsomming – ook geen piepschuim, plasticverpakkingen met een laagje aluminium, biodegradeerbare schaaltjes, zakken en folie, landbouw-, tuinbouw of bouwfolies, geplastificeerde tafellakens, regenjassen, speelgoed, emmers, verpakkingen met kindveilige sluiting, K.G.A., glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

 

Het gewicht van de zak mag niet hoger zijn dan 15 kg. De zak moet zorgvuldig gesloten worden aangeboden. Het is verboden om P+MD-afval aan de zak vast te maken of naast de zak te plaatsen.

 

P+MD- en foliezakken mogen slechts na 19 uur op de dag voorafgaand aan de dag van ophaling en voor 5 uur de ophaaldag zelf aangeboden worden.”

 

2.5.

 

Honden

 

2.5.1.

 

Artikel 147, §1 APV luidt nu als volgt:

 

“§1. Honden moeten aan de leiband gehouden worden op de openbare weg en op openbare plaatsen.”

 

Het is evident dat een assistentiehond niet altijd kan aangelijnd zijn.  Daarom wordt voorgesteld artikel 147, §1 APV te herformuleren als volgt:

 

“§1. Honden, met uitzondering van assistentiehonden, moeten aan de leiband gehouden worden op de openbare weg en op openbare plaatsen.”

 

Om dezelfde reden wordt voorgesteld ook art. 339 APV aan te vullen met een tweede lid luidend als volgt:

 

“Assistentiehonden mogen te allen tijde los lopen.”

 

2.5.2.

 

Wat betreft de uitzondering op het verplicht onmiddellijk opruimen van hondenpoep, wordt voorgesteld art. 147 par. 2 derde lid luidend als volgt:

 

“Uitzondering op de bovenstaande verplichting vermeld inzake het onmiddellijk verwijderen van hondenpoep, wordt gemaakt voor blinden met geleidehond en rolstoelgebruikers.”,

 

te vervangen door volgende tekst:

 

“Uitzondering op de bovenstaande verplichting vermeld inzake het onmiddellijk verwijderen van hondenpoep, wordt gemaakt voor gebruikers van een assistentiehond en rolstoelgebruikers." 

 

2.6.

 

Vuurwerk en vreugdeschoten

 

Op 26 april 2019 nam het Vlaams parlement een decreet aan houdende reglementering op het gebruik van vuurwerk, voetzoekers, carbuurkanonnen en wensballonnen.

In essentie verbiedt het decreet het afsteken van vuurwerk, voetzoekers en gebruik van carbuurkanonnen en wensballonnen.

 

Bij uitzonderlijke gebeurtenissen en gedurende een beperkte periode kunnen de gemeenten, ingevolge het aangehaalde decreet, vooraf toestemming verlenen om wel vuurwerk af te steken of voetzoekers te laten ontploffen en carbuurkanonnen af te schieten.

Op die wijze wilde de decreetgever, om redenen van dierenwelzijn, de situatie omdraaien en van een principiële toelating een principieel verbod maken, waarbij de gemeente dan kon oordelen waar en wanneer van dit verbod kon worden afgeweken.

 

Inbreuken op het decreet kunnen worden bestraft overeenkomstig de GAS-wet van 24 juni 2013.

 

De algemene politieverordening (APV) had al vóór het decreet een algemeen verbod ingesteld op het gebruik van vuurwerk, voetzoekers en carbuurkanonnen (zie art. 28.63, 28.64 en 46 par. 1 APV).  Verder blijken de in het decreet bedoelde afwijkingsbepalingen te zijn opgenomen in art. 46, par. 2 en par. 3 van de APV sinds de totale herwerking ervan in 2010 (vuurwerk in de feestperiode en algemeen in acht te nemen voorwaarden).

 

Dit leidde tot de conclusie dat in de Harelbeekse en Deerlijke situatie het decreet dus eigenlijk niet noodzakelijk was om de situatie van de principiële toelating om te zetten in een principieel verbod. Het principieel verbod bestond al.

 

Bovendien werd de periode waarin de afwijking gold in de eindejaarsperiode eind 2015 al ingekort van “24.12 tot en met de eerste zeven dagen van het nieuwe jaar” naar “kerstavond, kerstdag, tweede kerstdag en oudejaarsavond, nieuwjaarsdag en tweede nieuwjaar, telkens van 20.00 u. tot 02.00 u.”

 

Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om, om redenen van dierenwelzijn, de periode waarbinnen vuurwerk mag worden afgestoken in de eindejaarsperiode zonder machtiging en kennisgeving nog verder te beperken tot oudejaarsavond.

 

Daarom wordt voorgesteld om art. 46, § 2 tweede lid te vervangen door volgende tekst:

 

“Op oudejaarsavond, van 20.00 u. tot 02.00 u., mag zonder machtiging of kennisgeving feestvuurwerk afgestoken worden.”

 

2.7.

 

Moeskopperij

 

Artikel 557, 6° van het strafwetboek bepaalde dat zij die veldvruchten of andere nuttige wortel- of takvaste voortbrengsels van de bodem die nog niet los van de grond zijn roven, zich plichtig maken aan moeskopperij.

 

De wetgever beschouwde dit misdrijf als een kruimeldiefstal, waardoor dit werd onderscheiden van eenvoudige diefstal en werd strafbaar gesteld als een overtreding van de tweede categorie strafbaar met één tot vier dagen gevangenisstraf en/of een geldboete van 5 tot 15 euro (te verhogen met de wettelijke opdeciemen).  Diefstal daarentegen is een wanbedrijf en is strafbaar met een – hogere – correctionele straf.

 

Voorbeelden van moeskopperij zijn het wegnemen van het veld van nog niet gerooide vruchten (zoals een tronk aardappelen), het aftrekken van fruit dat zich nog op stam bevindt in een boomgaard, ... .  Wie bv. twee manden gerooide aardappelen meeneemt maakt zich plichtig aan het wanbedrijf diefstal.

 

Artikel 557, 6° van het strafwetboek werd opgeheven bij wet van 17 juni 2004, ingaand op 1 april 2005.  Daardoor was moeskopperij niet langer een misdrijf.  Op die wijze ook kan moeskopperij in de APV worden opgenomen en bekleed worden met een gemeentelijke administratieve geldboete tot 350 euro.

 

Vanuit de landbouwsector kwam de vraag te overwegen moeskopperij te verbieden via de APV en strafbaar te stellen.  Diverse andere gemeenten hebben dit al gedaan (zoals Hove, Edegem, Kontich, Lint en Aartselaar – politizone HEKLA, Sint-Laureins, Kaprijke, Zwijndrecht, ...)

 

Het college stelt voor om een art. 99bis aan de APV toe te voegen luidend als volgt:

 

“Art. 99bis

Het roven van veldvruchten of andere voortbrengselen van de bodem (moeskopperij) is verboden.”

 

2.8.

 

Begraafplaatsen

 

2.8.1.

 

Artikel 164, 9° APV luidt nu als volgt:

 

“Op de begraafplaatsen is het verboden:

...

9° enig dier mee te brengen of binnen te laten met uitzondering van begeleidingshonden;”

 

Gelet op de evolutie van de begraafplaatsen van een klassieke begraafplaats naar een eerder stil park, wordt voorgesteld toe te laten dat bezoekers hun hond naar de begraafplaatsen meebrengen.

 

Daarom wordt voorgesteld art. 164, 9° APV te vervangen door volgende tekst:

 

“9° enig dier mee te brengen of binnen te laten met uitzondering van honden;”

 

2.8.2.

 

Er wordt ook voorgesteld om art. 164 aan te vullen met een 14° luidend als volgt:

 

“14° als particulier of aannemer van een particulier herbiciden te gebruiken.”

 

2.8.3.

 

Verder wordt ook voorgesteld de data waarop niet wordt begraven verder af te stemmen met de dagen waarop het dichtstbijzijnde crematorium gesloten is.

 

Crematorium Uitzicht is gesloten op 11.07 en op 26.12 en 02.01 tenzij er – wat tweede kerstdag en tweede nieuwjaarsdag betreft - daardoor drie opeenvolgende sluitingsdagen zouden zijn, door een combinatie van weekend en feestdag. In dat geval wordt er toch gewerkt op 26.12 en 02.01.

 

Bijgevolg wordt voorgesteld art. 342 APV luidend als volgt:

 

“Art. 342

Elk vervoer van een lijk of as naar de gemeentelijke begraafplaats en de lijkbezorging aldaar is verboden:

          op weekdagen vóór 9.00 u. en na 17.00 u.;

          op zaterdag vóór 9.00 u. en na 13.30 u.;

          op zondagen;

          op volgende feestdagen: Pasen, OLH Hemelvaart, dag van de arbeid (1/5), Pinksteren; Nationale feestdag, OLV Hemelvaart, Allerheiligen, Wapenstilstand (11/11) en Kerstmis.

 

De burgemeester kan afwijking verlenen in geval van overmacht of omwille van bescherming van de openbare gezondheid.”,

 

her vast te stellen als volgt:

 

“Art. 342

Elk vervoer van een lijk of as naar de gemeentelijke begraafplaats en de lijkbezorging aldaar is verboden:

 

          op weekdagen vóór 9.00 u. en na 17.00 u.;

          op zaterdag vóór 9.00 u. en na 13.30 u.;

          op zondagen;

          op volgende feestdagen: Pasen, OLH Hemelvaart, dag van de arbeid (01.05), Pinksteren; op de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap (11.07), de Nationale feestdag (21.07), OLV Hemelvaart, Allerheiligen, Wapenstilstand (11.11), Kerstmis (25.12) en Nieuwjaar (01.01);

          op volgende dagen: op 26.12 en 02.01, tenzij er daardoor - door een combinatie van weekend en 26.12 of 02.01 - drie opeenvolgende verboden dagen zouden zijn en in welk geval voormeld verbod op 26.12 of 02.01 niet geldt.

 

De burgemeester kan afwijking verlenen in geval van overmacht of omwille van bescherming van de openbare gezondheid.”.

 

2.9.

 

Gevaarlijke stoffen (waaronder lachgas)

 

Via de lokale politie komt, ingevolge recente problemen, de vraag om het bezit, verhandelen en gebruik van gevaarlijke stoffen (zoals lachgas) aan banden te leggen.

 

Recent werden daaromtrent vaststellingen gedaan, maar de lokale politie kon weinig of niets doen bij gebreke aan enige bepaling in de algemene politieverordening (APV).

 

Begin 2020 hebben Kortrijk en Waregem dit ook verboden en blijkbaar zijn er nu ook problemen in de politiezone Gavers.

 

Andere gemeenten – zoals Kuurne en Zwevegem – hebben dit nog niet opgenomen in hun APV.

 

Er is echter – gezien de recente problemen - reden om, ter vrijwaring van de openbare  orde, een verbod op het bezit, verhandelen en het gebruik van o.m. lachgas als roesopwekkend middel in te voeren.  Personen die onder invloed zijn van een dergelijk gas kunnen immers de openbare orde, de openbare veiligheid en de openbare rust in het gedrang brengen.

 

Daarom wordt voorgesteld om in de APV na artikel 193 een artikel 193bis in te voegen  onder een nieuw HOOFDSTUK 3. Schadelijke stoffen, luidend als volgt:

 

“HOOFDSTUK 3. Schadelijke stoffen

 

Art. 193bis

Het is verboden om schadelijke stoffen zoals lachgas, klaviergas en aanstekergas te verhandelen en/of te bezitten als de handel en/of het bezit ervan gericht is op een oneigenlijk gebruik van deze gassen met het oog op het opwekken van een roeseffect.

 

Het is verboden om op openbare plaatsen, private maar voor het publiek toegankelijke plaatsen en in openbare en publieke inrichtingen lachgas, klaviergas, aanstekergas en verdampte alcohol te inhaleren met het oog op het opwekken van een roeseffect.

 

Voormelde goederen waarvan de handel, het bezit of de inhalering is verboden kunnen door de verbalisanten – onverminderd de toepassing van andere wettelijke of decretale bepalingen - bij vaststelling van de feiten in beslag worden genomen.”

 

2.10.

 

Vissen op het Gaverdomein

 

Op heden wordt het volgende bepaald in de APV:

 

“Onderafdeling 1. Vissen op het Gaverdomein

 

Art. 374.10

Het beoefenen van de hengelsport is enkel toegelaten op het Gaverdomein.

 

Hierbij zijn de volgende bepalingen van toepassing:

          Het hengelen is enkel toegelaten in de kasteelvijver en dit op de hiervoor aangeduide plaatsen.

          Het hengelen is slechts toegelaten met 1 of 2 hengels en dit vanaf de rand van het water.

          De peur wordt met een hengel gelijkgesteld.

          Het is ten strengste verboden leefnetten te gebruiken, uitgezonderd op viswedstrijden.

          Op de viswedstrijden zijn alleen nylon visnetten toegelaten van minimum 1,50 m die zich in het water bevinden, ijzeren leefnetten zijn ten strengste verboden.

          Het is verboden te hengelen van 1 december tot 1 februari.

          Onder het ijs hengelen is verboden.

          Tijdens de periodes waarop de hengelsport is toegelaten, blijft de toegang tot het domein verboden tussen zonsondergang en zonsopgang.

          Niemand mag de hengelsport in het domein beoefenen zonder in het bezit te zijn van een visverlof dat op het eerste verzoek van de bevoegde overheid of aangestelde verantwoordelijke moet worden voorgelegd.

          Buiten paling mag geen enkele vis meegenomen worden.

          Bij het hengelen, zowel in wedstrijden als zonder wedstrijdvorm, gelden de reglementen van de lokale visclub.

 

Art. 374.11

De VZW Gaverdomein kan ten allen tijde, door omstandigheden, het hengelen voor bepaalde tijd of periodes stilleggen, in overleg met alle gebruikers van het Gaverdomein in de commissie Gaverdomeingebruikers.

 

Art. 374.12

De visverloven gelden voor het jaar waarin ze zijn afgegeven. Om een visverlof te verkrijgen moet de belanghebbende de prijs ervan betalen die in samenspraak met de visclub wordt bepaald. De VZW Gaverdomein is steeds in het bezit van een recente lijst van alle afgeleverde visverloven.

 

Art. 374.13

De leden van de lokale politie zijn bevoegd tot het onderzoeken van de visverloven en overtreding van de reglementering in artikel 374.10 en 374.11.”

 

Er wordt voorgesteld dat er niet meer mag gehengeld worden op de walvijver en de artikelen 374.10 tot en met 374.13 van de APV op te heffen, om volgende redenen:

          de wal staat altijd te laag in de zomermaanden;

          er is vissterfte;

          het oppompen van boorputwater is slechts vergund tot 5000 m² en is in deze tijden van droogte geen goed voorbeeld.

 

Om bovenvermelde redenen wordt voorgesteld om een nieuw artikel 374.13bis in de APV toe te voegen, dat luidt als volgt:

 

“Het is verboden te vissen op het Gaverdomein.”

 

2.11.

 

Oefenterrein autorijden

 

Op heden wordt het volgende bepaald in de APV:

 

“Afdeling 2. Oefenterreinen voor autorijlessen

 

Art. 374.14

De bepalingen van artikel 374.5 zijn van overeenkomstige toepassing, uitgezonderd 1°.

 

Art. 374.15

Voor het gebruik van het gemeentelijk oefenterrein voor autorijlessen gelden de volgende bepalingen:

 

          binnen de ruimte afgebakend door het verkeersbord C3 en de E17 is het terrein alleen toegankelijk voor:

-leerlingen autobestuurders onder leiding van hun lesgever of de begeleider vermeld op hun bewijs dat geldt als rijbewijs;

-voertuigen van het Vlaams Gewest of voertuigen van personen die er werken dienen uit te voeren;

          het gebruik van het terrein en de aldaar geplaatste uitrusting is enkel toegelaten aan diegenen die in het bezit zijn van een schriftelijke toelating, af te halen bij de lokale politie; 

          de gegeven toelating is enkel geldig op de dagen en uren die erop vermeld zijn;

          de toegang tot het terrein is voor autorijlessen verboden ’s avonds en ’s nachts, wanneer de op de openbare weg rijdende voertuigen moeten verlicht zijn;

          de op het terrein geplaatste inrichting mag alleen gebruikt worden voor de uitvoering van de rijproef waarvoor ze bestemd is;

          iedere beschadiging van de uitrusting moet onmiddellijk aan de lokale politie gesignaleerd worden.”

 

De politiediensten lieten weten dat het aanvragen van een schriftelijke toelating bij de lokale politie in onbruik is geraakt. Daarbij zijn nog geen problemen vastgesteld. Er wordt voorgesteld bovenvermelde bepalingen te behouden, met uitzondering van het aanvragen van de schriftelijke toelating bij de lokale politie, en art. 374.15 APV her vast te stellen als volgt:

 

“Voor het gebruik van het gemeentelijk oefenterrein voor autorijlessen gelden de volgende bepalingen:

 

          binnen de ruimte afgebakend door het verkeersbord C3 en de E17 is het terrein alleen toegankelijk voor:

-leerlingen autobestuurders onder leiding van hun lesgever of de begeleider vermeld op hun bewijs dat geldt als rijbewijs;

-voertuigen van het Vlaams Gewest of voertuigen van personen die er werken dienen uit te voeren;

          de toegang tot het terrein is voor autorijlessen verboden ’s avonds en ’s nachts, wanneer de op de openbare weg rijdende voertuigen moeten verlicht zijn;

          iedere beschadiging van de uitrusting moet onmiddellijk aan de lokale politie gesignaleerd worden.”

 

3.

 

Er werd, overeenkomstig art. 4 par. 5 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, advies gevraagd aan de jeugdraad. 

 

De jeugdraad heeft positief geadviseerd.

 

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, tweede lid, 2° Decreet Lokaal Bestuur

 

          Andere:

          de nieuwe gemeentewet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 119, 119bis, 133 en 135 par. 2 zoals thans van kracht;

          de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 20 en 21 par. 1, 2°;

          de uitvoeringsbesluiten bij de aangehaalde wet van 24 juni 2013;

          het decreet lokaal bestuur (DLB), inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken, art. 41 tweede lid, 2°, 286 tot en met 288 en 330.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

In art. 60 van de APV wordt een vijfde en laatste lid toegevoegd als volgt:

 

“Het is verboden alle aanplakkingen en aanplakbiljetten aangebracht ter uitvoering van een wettelijke of reglementaire bepaling of door of op verzoek van openbare of ministeriële ambtenaren te vernielen, scheuren, verwijderen of te overplakken, zolang de datum of de periode van hetgeen aldus ter kennis wordt gebracht niet verstreken is.”

 

Artikel 2

 

Art. 121 APV wordt hervastgesteld als volgt:

 

“Alleen de daartoe door de gemeente aangewezen ophalers of OVAM – deze laatste in het kader van analyses naar de inhoud van huisvuilzakken -  zijn gerechtigd om afvalstoffen in te zamelen of te doorzoeken.  Ook de politiediensten hebben het recht om, in het kader van hun bevoegdheid, afval te doorzoeken.”

 

Artikel 3

 

in de APV wordt na artikel 148 een artikel 148bis ingevoegd luidend als volgt:

 

“Art. 148bis

Het verbod van artikel 148 geldt niet voor het voederen van zwerfkatten, mits men houder is van een door de bevoegde overheid uitgereikte voederpas voor zwerfkatten en  indien volgende voorwaarden cumulatief worden nageleefd:

 

          Wie zwerfkatten voedert heeft altijd zijn voederpas en identiteitskaart bij. Op vraag dienen deze stukken te kunnen worden vertoond aan de overheden belast met de handhaving van de algemene politieverordening.

          Enkel gesteriliseerde zwerfkatten (zie V-knip in rechteroor) mogen worden gevoederd. Bij vaststelling van niet gesteriliseerde zwerfkatten (geen V-knip in rechteroor) en tamme, pas uitgezette katten dient dit gemeld te worden aan de lokale politie.

          Voederen van zwerfkatten gebeurt uitsluitend op openbaar domein en op eigen kosten van de houder van de voederpas.  Het is ten strengste verboden om op privéterreinen zwerfkatten te voederen.

          Zwerfkatten mogen enkel met droogvoer worden gevoerd. Gebruik van ander voedsel zoals karkassen, vers vlees, slachtafval, keukenresten, visgraten, blikvoer, …, is verboden.

          Het droogvoer moet worden aangeboden in een bakje en mag nooit los op de grond worden aangeboden.

          Het voederbakje moet na 18u worden weggenomen.

          Enkel vers water in een aangepast bakje mag als drank worden aangeboden.

          De zwerfkatten moeten worden gevoederd op vaste plekken en zoveel als mogelijk op vaste tijdstippen. Het is verboden op andere locaties dan vermeld in de voederpas zwerfkatten te voederen.”

 

Art. 150 wordt eveneens hervastgesteld als volgt:

 

“Het is verboden op het openbaar domein en op openbare plaatsen dieren te voederen, met uitzondering van wat bepaald is in artikel 148bis.”

 

Artikel 4

 

In de APV wordt artikel 28.47 hervastgesteld als volgt:

 

“28.47 P+MD-afval (verder ook aangeduid als PMD of P.M.D)

 Harde plastiekverpakkingen, metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en drankkartons, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.”

 

In de APV wordt een nieuw art. 28.14ter toegevoegd luidend als volgt:

 

“Art.28.14ter Folies

Onder folies wordt verstaan plastic folie en plastic zakken.”

 

Artikel 5

 

De artikelen 312 en 313 van de APV worden onder de gewijzigde benaming van afdeling 6 “Selectieve inzameling van P+MD en folie” onder onderafdeling 1. Inzameling en onderafdeling 2. Wijze van aanbieding hervastgesteld als volgt:

 

“Onderafdeling 1. Inzameling

 

Art. 312

 

P+MD-afval en folies worden huis-aan-huis opgehaald langs de straten, wegen en pleinen waar de ophaling is ingericht op de door de bevoegde overheid bepaalde dagen en wijze.

 

P+MD-afval en folies worden ook ingezameld op de recyclageparken.

 

Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding

 

Art. 313

 

P+MD-afval en folies dienen aangeboden te worden in de daartoe respectievelijk bestemde zak. Deze zakken zijn te koop in het gemeentehuis en in de gemeente gevestigde handelszaken tegen een door de gemeenteraad bepaald bedrag.

 

P+MD en folies mogen niet worden meegegeven met het huisvuil of een andere selectieve inzameling.

 

De verschillende fracties van het P+MD-afval mogen gemengd in de daartoe bestemde P+MD zak worden aangeboden. De verschillende toegelaten folies en plastiek zakken mogen gemengd in de daartoe bestemde transparante foliezak worden aangeboden.

 

Het P+MD-afval moet leeg zijn en uitgespoeld worden.

 

P+MD-afval en folies mogen niet verontreinigd zijn en mogen – ten titel van een niet-beperkende opsomming – ook geen piepschuim, plasticverpakkingen met een laagje aluminium, biodegradeerbare schaaltjes, zakken en folie, landbouw-, tuinbouw of bouwfolies, geplastificeerde tafellakens, regenjassen, speelgoed, emmers, verpakkingen met kindveilige sluiting, K.G.A., glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

 

Het gewicht van de zak mag niet hoger zijn dan 15 kg. De zak moet zorgvuldig gesloten worden aangeboden. Het is verboden om P+MD-afval aan de zak vast te maken of naast de zak te plaatsen.

 

P+MD- en foliezakken mogen slechts na 19 uur op de dag voorafgaand aan de dag van ophaling en voor 5 uur de ophaaldag zelf aangeboden worden..”

 

Artikel 6

 

Art. 147 par. 1 APV wordt hervastgesteld als volgt:“§1. Honden, met uitzondering van assistentiehonden, moeten aan de leiband gehouden worden op de openbare weg en op openbare plaatsen.”

 

Art. 339 APV wordt aangevuld met een tweede lid luidend als volgt: “Assistentiehonden mogen te allen tijde los lopen.”

 

Art. 147 par. 2 derde lid APV wordt vervangen door volgende tekst: “Uitzondering op de bovenstaande verplichting vermeld inzake het onmiddellijk verwijderen van hondenpoep, wordt gemaakt voor gebruikers van een assistentiehond en rolstoelgebruikers.”  

 

Artikel 7

 

Art. 46 par. 2 tweede lid van de APV wordt vervangen door volgende tekst:

 

“Op oudejaarsavond, van 20.00 u. tot 02.00 u., mag zonder machtiging of kennisgeving feestvuurwerk afgestoken worden.”

 

 

Artikel 8

 

In de APV wordt na artikel 99 een artikel 99bis ingevoegd luidend als volgt:

 

“Art. 99bis

Het roven van veldvruchten of andere voortbrengselen van de bodem (moeskopperij) is verboden.”

 

Artikel 9

 

Art. 164, 9° APV wordt vervangen door volgende tekst: “9° enig dier mee te brengen of binnen te laten met uitzondering van honden;”

 

Art. 164 APV wordt aangevuld met een 14° luidend als volgt: “14° als particulier of aannemer van een particulier herbiciden te gebruiken.”

 

Art. 342 APV wordt hervastgesteld als volgt:

 

“Art. 342

Elk vervoer van een lijk of as naar de gemeentelijke begraafplaats en de lijkbezorging aldaar is verboden:

 

          op weekdagen vóór 9.00 u. en na 17.00 u.;

          op zaterdag vóór 9.00 u. en na 13.30 u.;

          op zondagen;

          op volgende feestdagen: Pasen, OLH Hemelvaart, dag van de arbeid (01.05), Pinksteren; op de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap (11.07), de Nationale feestdag (21.07), OLV Hemelvaart, Allerheiligen, Wapenstilstand (11.11), Kerstmis (25.12) en Nieuwjaar (01.01);

          op volgende dagen: op 26.12 en 02.01, tenzij er daardoor - door een combinatie van weekend en 26.12 of 02.01 - drie opeenvolgende verboden dagen zouden zijn en in welk geval voormeld verbod op 26.12 of 02.01 niet geldt.

 

De burgemeester kan afwijking verlenen in geval van overmacht of omwille van bescherming van de openbare gezondheid.”

 

Artikel 10

 

In de APV wordt na artikel 193 een artikel 193bis ingevoegd onder een nieuw HOOFDSTUK 3. Schadelijke stoffen, luidend als volgt:

 

HOOFDSTUK 3. Schadelijke stoffen

 

Art. 193bis

Het is verboden om schadelijke stoffen zoals lachgas, klaviergas en aanstekergas te verhandelen en/of te bezitten als de handel en/of het bezit ervan gericht is op een oneigenlijk gebruik van deze gassen met het oog op het opwekken van een roeseffect.

 

Het is verboden om op openbare plaatsen, private maar voor het publiek toegankelijke plaatsen en in openbare en publieke inrichtingen lachgas, klaviergas, aanstekergas en verdampte alcohol te inhaleren met het oog op het opwekken van een roeseffect.

 

Voormelde goederen waarvan de handel, het bezit of de inhalering is verboden kunnen door de verbalisanten – onverminderd de toepassing van andere wettelijke of decretale bepalingen - bij vaststelling van de feiten in beslag worden genomen.”

 

Artikel 11

 

De artikelen 374.10 tot en met 374.13 van de APV worden vanaf heden opgeheven.

 

Er wordt een nieuw artikel 374.13bis ingevoegd, luidend als volgt:

 

“Het is verboden te vissen op het Gaverdomein."

 

Artikel 12

 

Artikel 374.15 van de APV wordt hervastgesteld als volgt:

 

“Voor het gebruik van het gemeentelijk oefenterrein voor autorijlessen gelden de volgende bepalingen:

          binnen de ruimte afgebakend door het verkeersbord C3 en de E17 is het terrein alleen toegankelijk voor:

          leerlingen autobestuurders onder leiding van hun lesgever of de begeleider vermeld op hun bewijs dat geldt als rijbewijs;

          voertuigen van het Vlaams Gewest of voertuigen van personen die er werken dienen uit te voeren;

          de toegang tot het terrein is voor autorijlessen verboden ’s avonds en ’s nachts, wanneer de op de openbare weg rijdende voertuigen moeten verlicht zijn;

 

iedere beschadiging van de uitrusting moet onmiddellijk aan de lokale politie gesignaleerd worden.”

 

Artikel 13

 

De overtreding van de bij deze beslissing in de algemene politieverordening ingevoegde, gewijzigde of hervastgestelde bepalingen is strafbaar overeenkomstig Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en begrippenkader) van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk zoals oorspronkelijk vastgesteld op 29.04.2010 en naderhand verschillende malen gewijzigd en waarvan artikel 2 luidt als volgt:

“Voor zover bij wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen geen straffen of sancties zijn voorzien, worden de inbreuken op de bepalingen van deze politieverordening gestraft met:

1° een administratieve geldboete van maximum 350 euro;

2° een administratieve schorsing van een verleende toestemming of vergunning;

3° een administratieve intrekking van een verleende toestemming of vergunning;

4° een tijdelijke of definitieve sluiting van een inrichting.

 

Indien de dader een minderjarige is, die de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt op het tijdstip van de feiten, bedraagt het maximum van de administratieve geldboete 175 euro.

 

De in het eerste lid bedoelde schorsing, intrekking of sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen. De administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar.”

 

Artikel 14

 

Dit reglement zal op de webtoepassing van de gemeente worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 286 van het DLB.

 

Dit reglement treedt, met inbegrip van de aan de artikelen gekoppelde strafbepalingen, in werking op 15 november 2020. Op dezelfde dag als de bekendmaking zal de toezichthoudende overheid via het digitaal loket van deze bekendmaking op de hoogte worden gebracht.

 

Artikel 15

 

De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen de oorspronkelijke tekst van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit van 29 april 2010 en gewijzigd bij besluit van 1 december 2011, 05 december 2013, 28 januari 2016, 14 juli 2016, 27 oktober 2016, 30 november 2017, 20 september 2018 en 29 oktober 2020 te coördineren met de tekst van deze wijzigingsbeslissing.

 

Artikel 16

 

Een afschrift van deze beslissing wordt toegestuurd aan de deputatie van de Provincieraad, de procureur des Konings van West-Vlaanderen - afdeling Kortrijk, de afdelingsgriffier van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen - afdeling Kortrijk, de afdelingsgriffier van de politierechtbank van West-Vlaanderen - afdeling Kortrijk, aan de sanctionerend ambtenaren, de bemiddelingsambtenaar, de korpschef van de Politiezone GAVERS (Deerlijk en Harelbeke) en aan de voorzitter van het politiecollege.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Punt bijlagen/links GR 2020.10.29 - APV Deerlijk - gecoördineerde versie.pdf Download
Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

5. Politieverordening burgemeester - verbod rommelmarkt - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

6. Politieverordening burgemeester - mondmaskerplicht - bekrachtiging

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het besluit van de burgemeester van 7 oktober 2020 gedeeltelijk te bekrachtigen met betrekking tot de vervanging van het politiebesluit van 27 juli 2020 in het kader van bijkomende maatregelen ter preventie van de verspreiding van het coronavirus (Covid 19) en met betrekking tot het bepalen van plaatsen waar een mondmaskerverplichting geldt in de strijd tegen het coronavirus.

 

Motivering

 

Op 7 oktober 2020 besloot de burgemeester het politiebesluit van 27 juli 2020 te vervangen in het kader van bijkomende maatregelen ter preventie van de verspreiding van het coronavirus (Covid 19) en betreffende het bepalen van plaatsen waar een mondmaskerverplichting geldt in de strijd tegen het coronavirus.

 

Conform artikel 134, § 1 van de Nieuwe Gemeentewet dient de burgemeester de gemeenteraad kennis te geven van bovenvermelde politieverordening, dat in bijlage is gevoegd.

De verordening vervalt dadelijk indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet wordt bekrachtigd.

 

De dag na het besluit van 7 oktober 2020 werd het Ministerieel Besluit (MB) van 30 juni 2020 aangepast bij MB van 8 oktober 2020, waarbij samenscholingen van meer dan 4 personen (kinderen jonger dan 12 jaar niet meegeteld) sowieso verboden zijn.

Ingevolge de normenhiërarchie primeren de federale maatregelen op deze van de burgemeester. De mondmaskerplicht bij samenscholingen vanaf 5 personen in de stedelijke parken en groene ruimten, zoals bepaald in de politieverordening, is bijgevolg niet langer van kracht.

 

Er wordt voorgesteld het besluit van de burgemeester van 7 oktober 2020 enkel te bekrachtigen voor wat betreft het eerste gedachtestreepje van artikel 1 van het besluit, namelijk:

"Eenieder vanaf de leeftijd van 12 jaar is verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker of elk ander alternatief in stof op de volgende druk bezochte plaatsen en in volgende omstandigheden:

te allen tijde op de parkings van grootwarenhuizen en baanwinkels;

Wanneer het dragen van een mondmasker of elk alternatief in stof niet mogelijk is omwille van medische redenen, mag een gelaatsscherm worden gebruikt."

 

Het tweede gedachtestreepje van art. 1 van de politieverordening van de burgemeester van 7 oktober 2020 kan niet worden bekrachtigd, namelijk:

"Eenieder vanaf de leeftijd van 12 jaar is verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker of elk ander alternatief in stof op de volgende druk bezochte plaatsen en in volgende omstandigheden:

in de stedelijke parken en groene ruimtes, bij een samenscholing van meer dan vijf personen."

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 134, § 1 Nieuwe Gemeentewet

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van de burgemeester van 7 oktober 2020 betreffende de vervanging van het politiebesluit van 27 juli 2020 in het kader van bijkomende maatregelen ter preventie van de verspreiding van het coronavirus (Covid 19) en betreffende het bepalen van plaatsen waar een mondmaskerverplichting geldt in de strijd tegen het coronavirus, met uitzondering van het tweede gedachtestreepje van art. 1 van dat besluit.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Punt bijlagen/links BB_van_07-10-2020_0900_-_Uittreksel_in_pdf_Besluit_Politieverordening_mondmaskerverplichting_-_afge.pdf Download
Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

7. Corona-relanceplan - reglement coronanoodfonds ter ondersteuning van verenigingen dewelke door corona in hun voortbestaan worden bedreigd - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het reglement coronanoodfonds, ter ondersteuning van verenigingen dewelke door corona in hun voortbestaan worden bedreigd, goed te keuren.

 

Motivering

 

De gemeenteraad keurde in zitting van 9 juli 2020 het relanceplan, uitgewerkt in de schoot van de werkgroep postcorona, samengesteld uit een brede vertegenwoordiging vanuit alle partijen, goed. Dit corona-relanceplan omvat ook een coronanoodfonds ter ondersteuning van verenigingen dewelke door corona in hun voortbestaan worden bedreigd.

 

In functie van het toekennen van deze ondersteuning en het bepalen van de modaliteiten en voorwaarden daartoe, werd een reglement uitgewerkt.

 

Het ontwerpreglement werd besproken op de werkgroep postcorona en werd vervolgens als volgt ter agendering op de gemeenteraad van 29 oktober 2020 goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 21 oktober 2020:

 

REGLEMENT CORONANOODFONDS TER ONDERSTEUNING VAN VERENIGINGEN DEWELKE DOOR CORONA IN HUN VOORTBESTAAN WORDEN BEDREIGD

 

Art. 1 Doelstelling

 

Dit reglement wenst de zware negatieve financiële gevolgen van het Covid-19 virus voor de diverse verenigingen actief in Deerlijk in te perken door die verenigingen, die effectief bedreigd zijn in hun voortbestaan ingevolge de corona-crisis bijkomende steun te verlenen.

 

De middelen moeten in alle geval ten goede komen aan de eigen werking van de vereniging en zijn niet bestemd om initiatieven van derden te ondersteunen noch om persoonlijke onkosten of verliezen te dekken van leden, begeleiders, spelers, ... De middelen zijn niet bedoeld om geleden schade integraal te compenseren, maar wel om ervoor te zorgen dat verenigingen niet danig in financiële problemen komen en in hun voortbestaan worden bedreigd.

 

Art. 2 Toepassingsgebied

 

Volgende verenigingen komen in aanmerking voor dit reglement. Iedere socio-culturele, jeugd- of sportvereniging die een actieve werking heeft in Deerlijk sedert minstens 1 januari 2018 én een dossier indient voor 14 februari 2021 komt in aanmerking voor deze ondersteuning.

 

De definitie van socio-culturele, jeugd- of sportvereniging wordt ruim geïnterpreteerd zodat ook seniorenverenigingen, natuur- en milieuverenigingen, feestcomités en overige verenigingen zonder winstoogmerk of feitelijke verenigingen met sociaal-culturele projecten als onderdeel van hun actieve werking in Deerlijk aanspraak kunnen maken op deze middelen. De vereniging zal in haar aanvraag motiveren waarom zij onder deze ruime definiëring meent te vallen, waarna dit mee zal beoordeeld worden in het kader van de aanvraag. 

 

Verenigingen die geen maatschappelijke zetel hebben (in Deerlijk) dienen hun actieve werking in Deerlijk aan te tonen.

 

Worden uitgesloten van dit reglement:

          commerciële ondernemingen;

          verenigingen die gericht zijn op commerciële uitbating;

          verenigingen die louter gericht zijn op het organiseren van evenementen en daarnaast geen werking binnen de gemeente ontplooien/ontplooid hebben sinds 2018.

 

Art. 3 De aanvraagprocedure

 

Uiterlijk op 14 februari 2021 wordt een dossier ingediend via www.deerlijk.be/coronanoodfonds.

 

Hierin moeten de verenigingen aantonen (cumulatieve voorwaarden):

          Dat zij in de periode 1 januari 2020 - 31 december 2020, omwille van extra kosten en/of inkomstendervingen direct gerelateerd aan corona, een netto minopbrengst van minstens 2.000 euro hebben in vergelijking met 2018 en 2019.

          Dat zij hierdoor in een financiële situatie komen die van die aard is  dat ze in hun voortbestaan bedreigd zijn.

 

Bij dit aanvraagformulier dienen, op straffe van onontvankelijkheid, volgende bijlagen toegevoegd te worden:

          officiële boekhoudstukken of andere bewijsstukken die de schadeclaim staven;

          officiële neergelegde boekhoudstukken of andere bewijsstukken betreffende het boekjaar 2018 en 2019;

          officiële boekhoudstukken of andere bewijsstukken betreffende het boekjaar 2020;

          een gemotiveerde aanduiding waartoe de toelage aangewend zal worden;

          een overzicht van de eigen geleverde inspanningen om de financiële impact van de corona crisis te beperken.

 

Art. 4 Beoordeling van de aanvraag.

 

Een beoordelingscommissie, identiek samengesteld als de werkgroep postcorona in de schoot van de gemeenteraad en aangevuld met het hoofd vrije tijd, zal alle aanvragen onderzoeken op hun ontvankelijkheid en de ontvankelijke inhoudelijk beoordelen.

 

Uiterlijk 14 april 2021 wordt een globaal voorstel aan het college van burgemeester en schepenen overgemaakt. Bij de beoordeling van de aanvragen kan de commissie beslissen om één of meerdere verenigingen uit te nodigen om hun ingediende dossier(s) verder toe te lichten of om bijkomende stukken op te vragen. Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen kunnen de subsidies overgeschreven worden naar de betrokken verenigingen.

 

Art. 5 De toelage

 

De toelage wordt bepaald in functie van het voortbestaan van de vereniging.

 

Art. 6 Procedure in geval van wijzigingen

 

Indien de gegevens uit de aanvraag wijzigen moet de vereniging het lokaal bestuur hiervan onmiddellijk op de hoogte stellen. Het college van burgemeester en schepenen kan zich genoodzaakt zien de toegekende toelage geheel of gedeeltelijk in te trekken of terug te vorderen als blijkt dat de vereniging verkeerde informatie verstrekte.

 

Art. 7 Bewijs en uitbetaling

 

De toelagen worden uitbetaald na positief advies van de beoordelingscommissie en goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. De vereniging wordt geacht de toegekende toelage aan te wenden in overeenstemming met haar doel (zijnde een activiteit ontplooien in de domeinen socio-cultureel, cultuur, jeugd en/of sport). Het lokaal bestuur behoudt zich het recht voor om controles te verrichten op de aanwending van de middelen. Bij vaststelling van misbruik kan het college van burgemeester en schepenen zich genoodzaakt zien de toegekende toelage geheel of gedeeltelijk in te trekken of terug te vorderen.

 

Art 8. Cumulatie

 

De toelage is cumuleerbaar met andere subsidies. De vereniging is verplicht om bij het indienen van de aanvraag melding te maken van de andere subsidies die zij ontvangt of waartoe zij een aanvraag heeft ingediend. 

 

Art 9. Voorziene krediet

 

Voor het coronanoodfonds, ter ondersteuning van verenigingen dewelke door corona in hun voortbestaan worden bedreigd, wordt een budget van maximaal 60.000 euro toegewezen uit de toegekende middelen van het Vlaams noodfonds.

 

Indien er, na afhandeling van alle dossiers van het coronanoodfonds, een saldo rest in dit fonds, dan zal de beoordelingscommisie aan het college van burgemeester en schepenen een advies formuleren over de aanwending van deze resterende middelen voor de sectoren cultuur, jeugd en sport.

 

Art 10. Betwistingen

 

Betwistingen in verband met de uitvoering van dit reglement worden voorgelegd aan en beslist door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art 11. Overgangsbepalingen en inwerkingtreding

 

Het reglement treedt in werking op 6 november 2020 en eindigt op 31 december 2021.

 

Dit reglement geldt onder voorbehoud van eventuele navolgende bepalingen vanuit de Vlaamse overheid inzake aanwending van de middelen van het Vlaams noodfonds voor cultuur, jeugd en sport.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming

60.000 euro

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit volgend reglement goed te keuren:

 

 REGLEMENT CORONANOODFONDS TER ONDERSTEUNING VAN VERENIGINGEN DEWELKE DOOR CORONA IN HUN VOORTBESTAAN WORDEN BEDREIGD

 

Art. 1 Doelstelling

 

Dit reglement wenst de zware negatieve financiële gevolgen van het Covid-19 virus voor de diverse verenigingen actief in Deerlijk in te perken door die verenigingen, die effectief bedreigd zijn in hun voortbestaan ingevolge de corona crisis, bijkomende steun te verlenen.

 

De middelen moeten in alle geval ten goede komen aan de eigen werking van de vereniging en zijn niet bestemd om initiatieven van derden te ondersteunen noch om persoonlijke onkosten of verliezen te dekken van leden, begeleiders, spelers, ... De middelen zijn niet bedoeld om geleden schade integraal te compenseren, maar wel om ervoor te zorgen dat verenigingen niet danig in financiële problemen komen en in hun voortbestaan worden bedreigd.

 

Art. 2 Toepassingsgebied

 

Volgende verenigingen komen in aanmerking voor dit reglement.

 

Iedere socio-culturele, jeugd- of sportvereniging die een actieve werking heeft in Deerlijk sedert minstens 1 januari 2018 én een dossier indient voor 14 februari 2021 komt in aanmerking voor deze ondersteuning.

 

De definitie van socio-culturele, jeugd- of sportvereniging wordt ruim geïnterpreteerd zodat ook seniorenverenigingen, natuur- en milieuverenigingen, feestcomités en overige verenigingen zonder winstoogmerk of feitelijke verenigingen met sociaal-culturele projecten als onderdeel van hun actieve werking in Deerlijk, aanspraak kunnen maken op deze middelen. De vereniging zal in haar aanvraag motiveren waarom zij onder deze ruime definiëring meent te vallen, waarna dit mee zal beoordeeld worden in het kader van de aanvraag. 

 

Verenigingen die geen maatschappelijke zetel hebben (in Deerlijk) dienen hun actieve werking in Deerlijk aan te tonen.

 

Worden uitgesloten van dit reglement:

          commerciële ondernemingen;

          verenigingen die gericht zijn op commerciële uitbating;

          verenigingen die louter gericht zijn op het organiseren van evenementen en daarnaast geen werking binnen de gemeente ontplooien/ontplooid hebben sinds 2018.

 

Art. 3 De aanvraagprocedure

 

Uiterlijk op 14 februari 2021 wordt een dossier ingediend via www.deerlijk.be/coronanoodfonds.

 

Hierin moeten de verenigingen aantonen (cumulatieve voorwaarden):

          Dat zij in de periode 1 januari 2020 - 31 december 2020, omwille van extra kosten en/of inkomstendervingen direct gerelateerd aan corona een netto minopbrengst van minstens 2.000 euro hebben in vergelijking met 2018 en 2019.

          Dat zij hierdoor in een financiële situatie komen die van die aard is  dat ze in hun voortbestaan bedreigd zijn.

 

Bij dit aanvraagformulier dienen, op straffe van onontvankelijkheid, volgende bijlagen toegevoegd te worden:

          officiële boekhoudstukken of andere bewijsstukken die de schadeclaim staven;

          officiële neergelegde boekhoudstukken of andere bewijsstukken betreffende het boekjaar 2018 en 2019;

          officiële boekhoudstukken of andere bewijsstukken betreffende het boekjaar 2020;

          een gemotiveerde aanduiding waartoe de toelage aangewend zal worden;

          een overzicht van de eigen geleverde inspanningen om de financiële impact van de corona crisis te beperken.

 

Art. 4 Beoordeling van de aanvraag

 

Een beoordelingscommissie, identiek samengesteld als de werkgroep postcorona in de schoot van de gemeenteraad en aangevuld met het hoofd vrije tijd, zal alle aanvragen onderzoeken op hun ontvankelijkheid en de ontvankelijke inhoudelijk beoordelen.

 

Uiterlijk 14 april 2021 wordt een globaal voorstel aan het college van burgemeester en schepenen overgemaakt. Bij de beoordeling van de aanvragen kan de commissie beslissen om één of meerdere verenigingen uit te nodigen om hun ingediende dossier(s) verder toe te lichten of om bijkomende stukken op te vragen. Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen kunnen de subsidies overgeschreven worden naar de betrokken verenigingen.

 

Art. 5 De toelage

 

De toelage wordt bepaald in functie van het voortbestaan van de vereniging.

 

Art. 6 Procedure in geval van wijzigingen

 

Indien de gegevens uit de aanvraag wijzigen moet de vereniging het lokaal bestuur hiervan onmiddellijk op de hoogte stellen. Het college van burgemeester en schepenen kan zich genoodzaakt zien de toegekende toelage geheel of gedeeltelijk in te trekken of terug te vorderen als blijkt dat de vereniging verkeerde informatie verstrekte.

 

Art. 7 Bewijs en uitbetaling

 

De toelagen worden uitbetaald na positief advies van de beoordelingscommissie en goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. De vereniging wordt geacht de toegekende toelage aan te wenden in overeenstemming met haar doel (zijnde een activiteit ontplooien in de domeinen socio-cultureel, cultuur, jeugd en/of sport). Het lokaal bestuur behoudt zich het recht voor om controles te verrichten op de aanwending van de middelen. Bij vaststelling van misbruik kan het college van burgemeester en schepenen zich genoodzaakt zien de toegekende toelage geheel of gedeeltelijk in te trekken of terug te vorderen.

 

Art 8. Cumulatie

 

De toelage is cumuleerbaar met andere subsidies. De vereniging is verplicht om bij het indienen van de aanvraag melding te maken van de andere subsidies die zij ontvangt of waartoe zij een aanvraag heeft ingediend. 

 

Art 9. Voorziene krediet

 

Voor het coronanoodfonds ter ondersteuning van verenigingen dewelke door corona in hun voortbestaan worden bedreigd, wordt een budget van maximaal 60.000 euro toegewezen uit de toegekende middelen van het Vlaams noodfonds.

 

Indien er, na afhandeling van alle dossiers van het coronanoodfonds, een saldo rest in dit fonds, dan zal de beoordelingscommisie aan het college van burgemeester en schepenen een advies formuleren over de aanwending van deze resterende middelen voor de sectoren cultuur, jeugd en sport.

 

Art 10. Betwistingen

 

Betwistingen in verband met de uitvoering van dit reglement worden voorgelegd aan en beslist door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art 11. Overgangsbepalingen en inwerkingtreding

 

Het reglement treedt in werking op 6 november 2020 en eindigt op 31 december 2021.

 

Dit reglement geldt onder voorbehoud van eventuele navolgende bepalingen vanuit de Vlaamse overheid inzake aanwending van de middelen van het Vlaams noodfonds voor cultuur, jeugd en sport.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

8. Reglement inzake tijdelijke korting op Deerlijkbon en het gebruik ervan ter ondersteuning van de lokale economie - wijziging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd om het aangepaste reglement inzake de tijdelijke korting op de Deerlijkbon goed te keuren.

 

Motivering

 

Naar aanleiding van de verstrengde maatregelen, die sinds 19 oktober 2020 van kracht zijn en waarbij horecazaken voor één maand de deuren moeten sluiten, wordt voorgesteld om het gebruik van de Deerlijkbon met een korting van 20 %, specifiek voor horeca te verlengen.

 

Het huidig gebruik van de Deerlijkbon met korting is mogelijk tot en met 30 november 2020.

Ter ondersteuning van de lokale horeca is het wenselijk om het gebruik van de Deerlijkbon voor de horeca, te verlengen tot en met 20 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het aangepaste reglement inzake tijdelijke korting op de Deerlijkbon en het gebruik ervan ter ondersteuning van de lokale economie, goed te keuren.

 

Reglement inzake tijdelijke korting op Deerlijkbon en het gebruik ervan ter ondersteuning van de lokale economie

 

Art. 1 – Algemeen

 

Dit reglement is van toepassing op de handelaars met een handelszaak die gevestigd is op het grondgebied van de gemeente Deerlijk en die zich engageren om deel te nemen aan het concept van de Deerlijkbon met korting, met uitzondering van de voedingsketens waarvan de maatschappelijke zetel niet in Deerlijk is gevestigd. Dit is een initiatief van het lokaal bestuur in samenwerking met The Studio, waarmee ze de lokale economie wenst te ondersteunen en impulsen te geven door het aanbieden van de Deerlijkbon met korting.

 

Art. 2 – Registreren als deelnemende handelaar, uitschrijven en gegevens wijzigen

 

Inschrijven als deelnemende handelaar kan kosteloos via het formulier op de daartoe bestemde website. Handelaars die zich registreren, engageren zich om de Deerlijkbon te aanvaarden. Door zich te registreren als deelnemende handelaar accepteert de handelaar het reglement van de Deerlijkbon. Uitschrijven, wijzigen van gegevens of stopzetting van de handelszaak dient te gebeuren via de webtoepassing van The Studio of via de gemeentelijke website.

 

Art. 3 – Herkenning deelnemende handelaars

 

Het lokaal bestuur draagt alle kosten voor het invoeren van de Deerlijkbon zoals publiciteit, affiches, raamstickers, ….

Er worden geen kosten aangerekend aan de aangesloten handelaars.

Bij een eventuele beëindiging van de deelname verbindt de handelaar zich ertoe om de deelnamesticker te verwijderen. Het lokaal bestuur publiceert de lijst met deelnemende handelaars op de website van de gemeente. De aangesloten handelaars gaan er mee akkoord dat de verwijzing naar én de gegevens van hun handelszaak worden bekendgemaakt op de webtoepassing van The Studio en de gemeentelijke website.

 

Art. 4 – Bedrag van de Deerlijkbon

 

Elke inwoner kan maximaal één Deerlijkbon voor een bedrag naar keuze kopen, met een maximum van 100 euro, waarop 20 % korting komt, om te spenderen in de Deerlijkse handelszaken.  Voor bijvoorbeeld een bon van 50 euro betaal je dus 40 euro, voor een bon van 100 euro betaal je 80 euro.

 

Elke inwoner kan maximaal één Deerlijkbon voor een bedrag naar keuze kopen, met een maximum van 50 euro, waarop 20 % korting komt, om te spenderen in de Deerlijkse horecazaken.  Voor bijvoorbeeld een bon van 20 euro betaal je dus 16 euro, voor een bon van 50 euro betaal je 40 euro.

 

Art. 5 – Aankoop

 

De aankoop van een Deerlijkbon met 20 % korting, kan gebeuren tot en met 31 oktober 2020.

 

Elke inwoner ontvangt 2 kortingcodes.  Eén code om een Deerlijkbon met korting aan te kopen om te gebruiken in de handelszaken, en één code om een Deerlijkbon met korting aan te kopen om te gebruiken in de horeca.  Elke code kan slechts éénmaal gebruikt worden.

De bon kan online aangekocht worden of bij de diensten van het lokaal bestuur. De betaling dient onmiddellijk online of bij het verkooppunt te gebeuren.

 

Art. 6 – Authenticiteit van de Deerlijkbon

 

Elke bon is uniek en is op verschillende manieren beveiligd door middel van een QR-code die men per mail ontvangt.  De waardebon wordt niet vervangen in geval van verlies, diefstal of beschadiging. De waardebon kan digitaal worden opgeslagen.

 

Art. 7 – Geldigheid van de Deerlijkbon met korting

 

Een Deerlijkbon met 20 % korting, om te spenderen in de Deerlijkse handelszaken, is geldig tot en met 30 november 2020.

 

Een Deerlijkbon met 20 % korting, om te spenderen in de Deerlijkse horecazaken, is geldig tot en met 20 december 2020.

 

Nadien vloeit het aangekochte en niet gespendeerde bedrag door naar de rekening van het lokaal bestuur.

 

Art. 8 – Wisselgeld

 

De Deerlijkbon is inwisselbaar aan toonder voor de tegenwaarde van de gedane aankopen van goederen of diensten. Hij is niet inwisselbaar voor contanten of een ander betaalmiddel, zelfs niet gedeeltelijk, noch bij het lokaal bestuur, noch bij de aangesloten handelaars. De aangesloten handelaar mag geen contanten teruggeven, indien de waarde van het aangekochte product of dienst lager zou zijn dan de waarde van de bon.

Je kan één Deerlijkbon bij meerdere handelaars gebruiken of bij één handelaar voor verschillende aankopen op diverse tijdstippen.

 

Art. 9 – Kwaliteit van de goederen en diensten

 

Het lokaal bestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de kwaliteit van de producten of diensten die werden geleverd na betaling met de Deerlijkbon, noch aangesproken worden tot voldoening van de rechten voorzien in de artikelen 1649bis-octies van het Burgerlijk Wetboek. 

 

Art. 10 – Terugbetaling

 

De deelnemende handelaar krijgt op basis van de overeenkomst met The Studio de terugbetaling in euro gestort op zijn rekening. Dit gebeurt rechtstreeks en op een veilige manier.

 

Art. 11 – Betwistingen

 

Het college van burgemeester en schepenen oordeelt over alle betwistingen en discussies aangaande de Deerlijkbon.

 

Art. 12 – Akkoord algemene voorwaarden

 

De deelnemende handelaar ondertekent de algemene voorwaarden voor ontvangst en akkoord.

 

Art. 13 – Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking overeenkomstig artikel 288 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2

 

Het reglement inzake tijdelijke korting op Deerlijkbon en het gebruik ervan ter ondersteuning van de lokale economie, goedgekeurd door de gemeenteraad op 10 september 2020, wordt vanaf de inwerkingtreding van dit besluit opgeheven.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen regelt de verdere praktische uitwerking van dit reglement.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

9. Retributiereglement verwijderen en verwerken van sluikstort - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het retributiereglement voor het (laten) weghalen en verwijderen van sluikstort of niet reglementair achtergelaten afvalstoffen goed te keuren.

 

Motivering

 

Het huidige retributiereglement 'sluikstort - weghalen en verwijderen van afvalstoffen' werd voor 1 jaar verlengd door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2019 en eindigt op 31 december 2020.

 

De gemeente en haar burgers worden regelmatig geconfronteerd met afvalstoffen die worden achtergelaten op niet-reglementaire wijze.

 

Het is noodzakelijk dat sluikstort zo vlug mogelijk verwijderd wordt, omdat dit  past in een algemeen streven naar een nette en leefbare gemeente.

 

Het opruimen en verwijderen van deze achtergelaten afvalstoffen vergt extra inspanningen van de gemeentelijke diensten en/of het inzetten van een externe firma of dienstverlening en gaat gepaard met extra kosten voor de gemeente.

 

Deze kosten kunnen aan de hand van dit retributiereglement berekend en verhaald worden op de sluikstorter(s), tegen een louter kostendekkend tarief.

 

Het college van burgemeester en schepenen verzocht de voorzitter van de gemeenteraad, in de zitting van 6 mei 2020, om het retributiereglement voor het (laten) weghalen en verwijderen van sluikstort of niet reglementair achtergelaten afvalstoffen, te agenderen op de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 14° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit onderstaand retributiereglement goed te keuren, met ingang van 9 november 2020 en eindigend op 31 december 2025.

 

Retributiereglement voor het (laten) weghalen en verwijderen van sluikstort of niet reglementair achtergelaten afvalstoffen

 

Artikel 1. Grondslag retributie

Er wordt een retributie vastgesteld voor het verwijderen of laten verwijderen en verwerken van afvalstoffen, achtergelaten op niet-reglementaire wijze.

 

Voor de definiëring van de verschillende soorten afvalstoffen wordt verwezen naar het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).

 

Artikel 2. Retributieplichtige

De retributie is verschuldigd door de persoon die de afvalstoffen achtergelaten heeft. De persoon die de opdracht of de toelating gaf of de eigenaar van de afvalstoffen is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de retributie. Voor wat betreft uitwerpselen van een  gedomesticeerd dier is de begeleider of diegene die voor hem/haar burgerlijk aansprakelijk is, de retributie verschuldigd.

 

Artikel 3. Retributietarief en berekeningswijze

De retributie wordt als volgt berekend en vastgesteld:

 

1)      Loonkosten van

          werklieden tijdens het verwijderen van achtergelaten afvalstoffen: 25 euro per uur en per personeelslid

          administratief personeel voor de opvolging van het verwijderen van de achtergelaten afvalstoffen:  35 euro per uur en per personeelslid.

 

2)      lnzetten van een voertuig met chauffeur tijdens het verwijderen van de achtergelaten afvalstoffen: 50 euro per uur.

 

3)      Werkelijke kost voor de verwerking van de afvalstoffen: kosten aangerekend door IMOG (intergemeentelijke maatschappij voor openbare gezondheid), Kortrijksesteenweg 264, 8530 Harelbeke.

 

4)      Verbruikte goederen en/of materiaal: tegen aankoopprijs.

 

5)      In geval van verwijdering en/of verwerking door een externe firma of een externe  dienstverlener op verzoek van de gemeente: aanrekening aan de werkelijke kostprijs volgens de factuur van de externe firma of externe dienstverlener.

 

Artikel 4. Betalingswijze en -termijn

De retributie is verschuldigd na het verstrekken van de dienst en dit op basis van een door het gemeentebestuur toegezonden betalingsverzoek. De retributie dient betaald te worden via overschrijving op de bankrekening van de gemeente binnen de dertig dagen na toezending van het betalingsverzoek.

 

Bij gebrek aan betaling binnen deze termijn, zal het verschuldigde bedrag worden ingevorderd op basis van artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 of via een procedure bij de burgerlijke rechtbank.

 

Artikel 5. bevoegdheden

Zowel politieambtenaren als daartoe door het college van burgemeester en schepenen aangestelde en beëdigde gemeentelijke ambtenaren zijn gemachtigd om vaststellingen te doen van feiten, die aanleiding geven tot het vestigen van de retributie. Zij maken de kostennota op die als basis dient voor de retributie.

 

Artikel 2

 

Het retributiereglement sluikstort/weghalen en verwijderen van afvalstoffen dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019 wordt vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, namelijk 9 november 2020, opgeheven.

 

Artikel 3

 

Overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wordt de toezichthoudende overheid op de hoogte gebracht van de bekendmaking van dit besluit.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

10. Buurtweg 65 - gedeeltelijke verplaatsing in het kader van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van grond - gewijzigd rooilijnplan - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het gewijzigd rooilijnplan voor de buurtweg nr 65 in het plangebied van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden gelegen langs de Pladijsstraat, goed te keuren.

 

Motivering

 

Een aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van grond in 6 loten voor vrijstaande eengezinswoningen, 1 lot voor private toegangsweg en 1 lot voor een elektriciteitscabine en het verleggen van een deel van de bestaande buurtweg nr. 65 op een perceel gelegen Pladijsstraat tussen huisnr. 213 en 221/225 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 148 D2, (afd. 2) sectie E 148 Z, (afd. 2) sectie E 236 A en (afd. 2) sectie E 239 A, werd ingediend door Infra-Struct BVBA, Harpstraat 5 bus 1 te 8530 Harelbeke, de heer Jean-Marie Van Wanseele, Lavoordestraat 33A te 8750 Wingene en WINGMAN BVBA, Leeuwkestraat 1/01 te 8790 Waregem.

 

Deels palend aan en deels binnen de contour van het verkavelingsplan is voorzien in een verplaatsing van de buurtweg 65.

 

Het dossier voor de verplaatsing van de buurtweg, zoals geïntegreerd in de aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van de grond, werd opgemaakt door het Studie- & Landmeetbureau Alex Coussens en omvat:

          grafisch plan met opname van het kadasterplan, een uittreksel uit de atlas van de buurtwegen en het rooilijnplan van de buurtwegen (bestaande toestand en nieuwe toestand);

          overzicht van de betrokken kadastrale percelen en eigenaars.

 

Op de Atlas der Buurtwegen van 1841 werd deze weg benoemd als ‘Sentier n°: 65’. De buurtweg 65 vormt een verbinding tussen de buurtweg 47 en de Pladijsstraat. Samen met de buurtweg 47 vormde de buurtweg 65 een verbinding tussen de Kerkstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat.

 

Reeds geruime tijd is deze buurtweg (thans gemeenteweg) in onbruik geraakt, zodoende er de facto geen trage verbinding meer aanwezig is. Deze gemeenteweg is ook niet meer zichtbaar op het terrein. Toch is het wenselijk dit gedeelte van de buurtweg te verplaatsen om een mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding tussen de Pladijsstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat niet te hypothekeren.

 

De aanvrager van de verkaveling voorziet om de buurtweg op het te verkavelen gedeelte te verleggen door een nieuwe aftakking te maken op de bestaande (onzichtbare) sentier vanaf lot 6, via de private aan te leggen weg naar de noordelijke grens van de verkaveling te gaan en langs de kavelgrens van de loten 4 en 1 terug aan te sluiten op de bestaande (onzichtbare) sentier achter de woning Pladijsstraat 213. De verlegde buurtweg heeft een breedte van 1,50 m. Aangezien de buurtweg (zowel de bestaande als de nieuwe) gelegen is op percelen van dezelfde eigenaar die een volmacht gaf aan de verkavelaar, is er geen waardevermeerdering of waardevermindering van toepassing.

 

In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen kan de verplaatsing als volgt gemotiveerd worden:

1)      wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:

          Het algemeen belang wordt niet geschonden gezien de feitelijke toestand van de in onbruik geraakte gemeenteweg.

          Door het verplaatsen van een gedeelte van de gemeenteweg wordt het later mogelijk terug een trage verbinding te creëren tussen de Pladijsstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat.

          Door de verlegging van de buurtweg aan de achterzijde van de nieuw te bouwen woningen blijft het zicht op het achterliggend open landschap behouden voor de toekomstige gebruikers van de trage weg.

2)      een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:

          De motivatie in het kader van de gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg 'buurtweg 65' werd hierboven reeds uiteengezet.

          Door de verplaatsing wordt voorzien in de mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding.

3)      de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen:

          Aangezien de bestaande buurtweg in onbruik is voor het gedeelte in het plangebied van de verkaveling wordt er met de verlegging niet geraakt aan de ontsluiting van aanpalende percelen. Er werd duidelijk onderzocht dat ieder perceel nog kan ontsluiten.

          In het kader van de verplaatsing wordt niet geraakt aan de verkeersveiligheid.

4)      wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:

          De gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg 'buurtweg 65' heeft geen impact op het wegennet van naburige gemeenten gezien de ruime afstand tot de gemeentegrenzen.

5)      bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:

          Het onbruik van de te verplaatsen gemeenteweg staat vast, wat met zich meebrengt dat de actuele functie van deze weg zo goed als onbestaande is.

          Door de verplaatsing van de gemeenteweg wordt voorzien in de mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding waardoor een toekomstige functie voor trage weggebruikers een mogelijkheid is.

 

De omgevingsvergunning voor het verkavelen van grond met wegenisdossier werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 15 juni 2020 tot 14 juli 2020. Gedurende de periode van het openbaar onderzoek werden 2 schriftelijke en 5 digitale bezwaren of opmerkingen geformuleerd. Een paar bezwaarindieners stelden niet akkoord te gaan met de verlegging en vroegen uit te gaan van een herwaardering van de bestaande ligging.

De Vlaamse Overheid, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling stelde in haar advies niet akkoord te kunnen gaan met de verplaatsing van de buurtweg in het agrarisch gebied.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 7 oktober 2020 voorgesteld

          het bezwaar inzake de verlegging van de buurtweg ongegrond te verklaren;

          het advies van de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling gegrond te verklaren en een aangepast rooilijnplan te vragen waarbij de verlegde buurtweg volledig in het woongebied voorzien is.

 

Op 12 oktober 2020 werd een aangepast rooilijnplan opgeladen in het omgevingsloket.

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 7 oktober 2020 de gemeenteraad voor te stellen de aangepaste versie van de wijziging aan het rooilijnplan voor de buurtweg 65 in het plangebied van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden (OMV_2020060809) goed te keuren.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, 9° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het gewijzigde rooilijnplan, versie 12 oktober 2020, voor de delen van de buurtweg gelegen binnen de grenzen van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden (OMV_2020060809) goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Een afschrift van dit besluit zal met de overige documenten bij het aanvraagdossier gevoegd worden.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

11. Kennisname beslissing Gaselwest ivm toetreding voor activiteit openbare verlichting en kapitaalverhoging en akte ivm formalisering inbreng in natura - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van Gaselwest d.d. 12 december 2019 houdende de aanvaarding van de toetreding per 12 december 2019 van de gemeente voor de activiteit openbare verlichting tot Gaselwest en van de ermee gepaard gaande kapitaalverhoging ingevolge de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 12 december 2019.

 

De gemeenteraad wordt tevens gevraagd haar goedkeuring te hechten aan het ontwerp van notariële akte houdende formalisering van de inbreng in natura.

 

Motivering

 

Op 24 oktober 2019 verleende de gemeenteraad goedkeuring aan het aanbod 'Fluvius Openbare verlichting en de toetreding tot Gaselwest voor de activiteit openbare verlichting'.

 

Op 12 december 2019 besloot de raad van bestuur van Gaselwest tot kapitaalverhoging per 1 juli 2019 van het variabel kapitaal ten bedrage van 2.929.650,00 euro door middel van 117.186 Aov-aandelen en de kapitaalverhoging per 12 december 2019 van het variabel kapitaal ten bedragen van 28.630.275,00 euro door middel van 1.145.211 Aov-aandelen.

 

Op 12 december 2019 aanvaardde de buitengewone algemene vergadering van Gaselwest de gemeente Deerlijk als deelnemer voor de activiteit openbare verlichting met ingang 12 december 2019.

 

Gelet op het inbrengverslag van de raad van bestuur van Gaselwest, het inbrengverslag van de commissaris en notulen (onderhands en notarieel) van de buitengewone algemene vergadering waarbij de inbreng voor de gemeente bestaat uit een definitieve inbrengwaarde van 479.730,34 euro, vertegenwoordigd door hetzij 14.391 aantal aandelen Aov en 119.955,34 euro in cash.

 

Op 14 februari 2020 werd het cashgedeelte door Gaselwest gestort op rekening van de gemeente Deerlijk.

 

Het ontwerp van notariële akte houdende de inbreng in natura en de vaststelling van de verwezenlijking van de kapitaalverhoging werd overgemaakt op 17 september 2020.

 

Gaselwest stelt voor om deze notariële akte te verlijden op 20 november 2020 om 14.00 uur in het regiogebouw te Kortrijk, President Kennedypark 12.

 

De financieel directeur en het clusterhoofd ruimte verlenen positief advies.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 41 Decreet Lokaal Bestuur

Andere:

Art. 279, 281 en 283 Decreet Lokaal Bestuur

Deel III, Titel III betreffende de Intergemeentelijke samenwerking

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit kennis te nemen van de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van Gaselwest d.d. 12 december 2019 houdende de aanvaarding van de toetreding per 12 december 2019 van de gemeente voor de activiteit openbare verlichting tot Gaselwest en van de ermee gepaard gaande kapitaalverhoging ingevolge de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 12 december 2019.

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad hecht haar goedkeuring aan het ontwerp van notariële akte houdende formalisering van hogervermelde inbreng in natura.

 

Artikel 3

 

De gemeenteraad beslist de heer Jo Tijtgat - voorzitter gemeenteraad - en de heer Hans Piepers - algemeen directeur - te bevestigen om als gevolmachtigde van de gemeente de authentieke akte te ondertekenen op 20 november 2020 om 14.00 uur in het regiogebouw te Kortrijk, President Kennedypark 12.

Bij verhindering van één van bovengenoemde personen kan elkeen van hen – overeenkomstig de artikelen 281 en 283 van het Decreet over het Lokaal Bestuur – schriftelijk op een informatiedrager naar keuze een bevoegde persoon aanduiden om in zijn/haar opdracht als gevolmachtigde de voormelde ondertekening te volbrengen.

Dergelijke aanduiding zal aan de eerstvolgende gemeenteraad ter kennis worden gebracht.

 

Artikel 4

 

De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van voormelde beslissingen alsook kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Gaselwest, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie) op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

12. Patrimonium - tijdelijke bezettingsovereenkomst - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd de tijdelijke bezettingsovereenkomst in het kader van de terbeschikkingstelling van een woning goed te keuren.

 

Motivering

 

Het OCMW stelt zes woningen, gelegen Paanderstraat 53 A-F te Deerlijk en één woning, gelegen Harelbekestraat 49 te Deerlijk, ter beschikking van burgers met een acute woonnood.

De woning gelegen Harelbekestraat 49 te Deerlijk wordt ingehuurd, daar waar de woningen, gelegen Paanderstraat 53 A-F te Deerlijk, eigendom zijn van gemeente Deerlijk. Voor deze woningen wordt het beheer opgenomen door OCMW Deerlijk.

 

Omwille van het bestaan van verschillende overeenkomsten voor deze woningen, werden deze overeenkomsten door de dienst Wonen, in overleg met de sociale dienst, herwerkt. Hierbij werd gestreefd naar een duidelijke en uniforme overeenkomst voor de desbetreffende woningen.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft de tijdelijke bezettingsovereenkomst overlopen in de zitting van 21 oktober 2020 en beslist de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze overeenkomst ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

De overeenkomst 'tijdelijke bezettingsovereenkomst in het kader van de terbeschikkingstelling van een woning' is te vinden in bijlage bij dit punt.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de tijdelijke bezettingsovereenkomst in het kader van de terbeschikkingstelling van een woning, goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

13. TMVS dv - buitengewone algemene vergadering van 8 december 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd goedkeuring te hechten aan de agenda van de buitengewone algemene vergadering van TMVS dv die plaatsvindt op 8 december 2020 en het mandaat van de vertegenwoordiger vast te stellen.

 

Motivering

 

De gemeente is aangesloten bij TMVS dv.

 

TMVS dv heeft de gemeente via aangetekend schrijven op 14 september 2020 uitgenodigd tot het bijwonen van de buitengewone algemene vergadering van TMVS dv die plaatsvindt op 8 december 2020 om 14.30 uur.

 

In zitting van 28 februari 2019 heeft de gemeenteraad de heer Matthias Vanneste aangeduid als effectief vertegenwoordiger en de heer Jo Tijtgat als plaatsvervangend vertegenwoordiger, voor de algemene vergaderingen van TMVS dv die plaatsvinden in de loop van de legislatuur 2019-2024.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 23 september 2020 de agenda overlopen en beslist om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze te agenderen op de gemeenteraadszitting van 29 oktober 2020.

 

De financieel beheerder heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 4° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 34, 285, 287, 330, 432 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

Deze beslissing heeft geen financiële impact voor de gemeente.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit zijn goedkeuring te hechten aan de volgende agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van TMVS dv van 8 december 2020:

 

1)      Toetreding deelnemers

2)      Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge toetredingen

3)      Evaluatie 2020, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2020 (cfr. artikel 432 DLB)

4)      Begroting 2021 (cfr. artikel 432 DLB)

5)      Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing

6)      Statutaire benoemingen

Varia

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad besluit de vertegenwoordiger die zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van TMVS dv op 8 december 2020, op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden.

 

Artikel 3

 

De gemeenteraad besluit het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan TMVS dv, hetzij per post t.a.v. TMVS dv, p/a Intercommunaal Beheer TMVW, Stropstraat 1 te 9000 Gent, hetzij per elektronische post op 20201208BAVTMVS@farys.be.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

14. LEIEDAL - buitengewone algemene vergadering van 10 december 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Via een aangetekend schrijven van 12 oktober 2020 nodigt de intercommunale Leiedal de door de gemeente aangestelde vertegenwoordiger uit op haar buitengewone algemene vergadering van 10 december 2020.

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de agenda goed te keuren en het mandaat te bepalen.

 

Motivering

 

De gemeente Deerlijk bezit 2.375 aandelen - reeks A bij de intercommunale Leiedal, die 2.375 stemmen vertegenwoordigen.

 

In de gemeenteraadszitting van 28 februari 2019 werd de heer Jurgen Beke aangeduid als effectief vertegenwoordiger en mevrouw Vanwijnsberghe - Rooryck Regine als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente in de algemene vergaderingen van Leiedal die plaatsvinden in de loop van de legislatuur 2019 - 2024.

 

De documenten van volgende agenda zijn in bijlage te vinden:

 

1)      Jaaractieplan

In uitvoering van artikel 45 van de statuten keurt de vergadering het Jaaractieplan voor 2021 goed.

 

2)      Gemeentelijke bijdrage in de werkingskosten voor 2021

In uitvoering van artikel 14 van de statuten van Leiedal stelt de vergadering de bijdrage van de gemeenten vast voor het begrotingsjaar 2021.

 

3)      Begroting 2021

In uitvoering van artikel 45 van de statuten keurt de vergadering de Begroting voor 2021 goed.

 

4)      Aanstelling commissaris-revisor

In uitvoering van artikel 41 van de statuten benoemt de vergadering de commissaris-revisor belast voor de controle van de jaarrekeningen 2020, 2021 en 2022.

 

5)      Varia

 

De financieel directeur verleende op 14 oktober 2020 positief advies.

 

Het college van burgemeester en schepenen besprak deze materie in de zitting van 21 oktober 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, tweede lid, 9° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 432, 1e en 3e alinea Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad bevestigt de beslissing van de gemeenteraad van 28 februari 2019 waarbij de heer Jurgen Beke werd aangeduid als vertegenwoordiger namens het gemeentebestuur op de buitengewone algemene vergadering van Leiedal van 10 december 2020.

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad verleent zijn goedkeuring aan de agendapunten voor de buitengewone algemene vergadering van Leiedal van 10 december 2020.

 

Artikel 3

 

De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering zal zijn stemgedrag afstemmen op de beslissing genomen in onderhavig gemeenteraadsbesluit en de punten van de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 10 december 2020 goedkeuren.

 

Artikel 4

 

De gemeenteraad besluit een afschrift van onderhavige beslissing voor verder gevolg aan de intercommunale Leiedal toe te sturen.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

15. TMVW ov - buitengewone algemene vergadering van 11 december 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd goedkeuring te hechten aan de agenda van de buitengewone algemene vergadering van TMVW ov die plaatsvindt op 11 december 2020 en het mandaat van de vertegenwoordiger vast te stellen.

 

Motivering

 

De gemeente is aangesloten bij de Tussengemeentelijke Maatschappij voor Watervoorziening, opdrachthoudende vereniging, in het kort TMVW ov.

 

Farys heeft de gemeente via aangetekend schrijven op 12 oktober 2020 uitgenodigd tot het bijwonen van de buitengewone algemene vergadering van TMVW ov die volledig digitaal, via video-conferencing, plaatsvindt op 11 december 2020 om 14.30 uur.

 

In zitting van 28 februari 2019 heeft de gemeenteraad de heer Jo Tijtgat aangeduid als effectief vertegenwoordiger en de heer Matthias Vanneste als plaatsvervangend vertegenwoordiger, voor de algemene vergaderingen van TMVW ov die plaatsvinden in de loop van de legislatuur 2019-2024.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 21 oktober 2020 de agenda overlopen en beslist om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze te agenderen op de gemeenteraadszitting van 29 oktober 2020

 

De financieel directeur verleende op 14 oktober 2020 zijn positief advies:

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 4° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 34, 285, 287, 330, 432 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

Deze beslissing heeft geen financiële impact voor de gemeente.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de buitengewone algemene vergadering van TMVW ov van 11 december 2020 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:

 

1)      Wijziging in deelnemers en/of kapitaal

2)      Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten

3)      Evaluatie 2020, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2021 (cfr. art. 432 DLB)

4)      Begroting 2021 (cfr. art. 432 DLB)

5)      Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing

6)      Statutaire benoemingen

Varia

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad draagt de aangeduide vertegenwoordiger of zijn plaatsvervanger op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van TMVW ov vastgesteld op 11 december 2020, te onderschrijven en zijn stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.

 

Artikel 3

 

De gemeenteraad besluit het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan TMVW ov, per elektronische post aan 20201211BAVTMVW@farys.be.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

16. GASELWEST - (buitengewone) algemene vergadering van 15 december 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De gemeente werd per aangetekend schrijven van 10 september 2020 opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van Gaselwest die op 15 december 2020 plaatsvindt in het "Regiogebouw, P. Kennedypark 12 te 8500 Kortrijk.

 

Een dossier met documentatiestukken uitgewerkt door de raad van bestuur in zitting van 9 september 2020 werd aan de gemeente overgemaakt.

 

Motivering

 

De gemeente neemt voor de activiteit distributienetbeheer elektriciteit en/of gas deel aan de opdrachthoudende vereniging Gaselwest, Intercommunale Maatschappij voor Gas en Elektriciteit van het Westen.

 

Volgende voorgestelde statutenwijzigingen vinden hun oorsprong in de verplichte aanpassing van de statuten aan het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV):

          Verwijzing naar van toepassing zijnde bepalingen van de coöperatieve vennootschap ingevolge het nieuwe WVV.

          Vermelding inzake het sui generis karakter van de Opdrachthoudende Vereniging.

          Terminologie in verband met kapitaal werd in overeenstemming gebracht met het WVV, met invoering van termen zoals vermogen of inbreng (rekening 10/11 van het passief), onderscheid tussen vast en variabel kapitaal is zonder voorwerp geworden en vervangen door de statutair onbeschikbare eigenvermogensrekening.

          Afstemming op de bepalingen van het WVV wat betreft de procedure schriftelijke besluitvorming Raad van Bestuur en de modaliteiten voor het vergaderen op afstand van de Algemene Vergadering.

          In overeenstemming brengen statutaire bepaling inzake de alarmbelprocedure.

 

Daarnaast worden nog een aantal wijzigingen aangebracht:

          Vermelding van het correspondentieadres van de administratieve zetel in Melle naast de reeds in de statuten opgenomen zetel.

          Invoeging en/of actualisering van een aantal definities.

          Toevoeging van een bijkomende onverenigbaarheid in hoofde van een lid of voormalig lid van het personeel van Fluvius System Operator cv of van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging.

          Overige statutaire bepalingen: update, aanvulling.

 

Tenslotte worden aan het voorwerp (nieuwe aanduiding van het “doel” ten gevolge van de inwerkingtreding van het WVV) ook enkele wijzigingen aangebracht.

 

De gemeenteraad heeft in zitting van 28 februari 2019 de heer Jo Tijtgat aangesteld als effectief vertegenwoordiger en de heer Bert Schelfhout als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergaderingen van Gaselwest die plaatsvinden tijdens de legislatuur 2019-2024.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 23 september 2020 de agenda met bijbehorende stukken voor de buitengewone algemene vergadering van Gaselwest van 15 december 2020 overlopen en beslist om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze te agenderen op de gemeenteraadszitting van 29 oktober 2020.

 

De financieel beheerder heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 4° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 285, 287, 330, 427, 432 Decreet Lokaal Bestuur

          Statuten Gaselwest

 

Financiën

 

Deze beslissing heeft geen financiële impact voor de gemeente.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit zijn goedkeuring te hechten aan de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Gaselwest van 15 december 2020 om 18.00 uur:

 

1)      Aanpassen van de statuten als volgt:

a)        Wijziging van het doel/voorwerp

b)        - Aanpassen van de titels van Hoofdstukken I en II

- Aanpassen van de bestaande artikels 2, 2bis, 3, 4, 4bis, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 15, 16bis, 17, 19, 24, 27bis, 28, 29bis, 30, 31, 32, 35, 36, 37, 37bis, 38, 40 en de bijlage 1bis en bijlage 3

- Toevoegen van een artikel 2bis en artikel 29ter.

2)     Verlenen van machtiging aan de Secretaris van de Raad van Bestuur en/of een medewerker van de directie Secretariaat-generaal van Fluvius System Operator om de beslissingen genomen in de agendapunten 1, 6 en 7 bij authentieke akte te doen vaststellen.

3)     Bespreking in het kader van artikel 432 van het Vlaams Decreet Lokaal Bestuur houdende de intergemeentelijke samenwerking van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2021 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2021.

4)     Vaststelling van de uitkering overeenkomstig artikel 6:114 ev WVV.

5)     Financiering van de verkrijging van aandelen van de vennootschap door derden.

6)     Statutaire benoemingen.

7)    

a)        Aanvaarding van de uitbreiding van de aansluiting van deelnemer(s) voor de activiteit openbare verlichting (verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen) en diensten als onderdeel van ‘licht als dienstverlening’ - verslag van de raad van bestuur en van de commissaris over-eenkomstig het artikel 6:110 WVV houdende de inbreng in natura voor de toetredingen per 1 juli 2020 en per 15 december 2020.

b)        Desgevallend aanvaarding / uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.

8)      Statutaire mededelingen.

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad besluit zijn goedkeuring te hechten aan de voorgestelde statutenwijzigingen van Gaselwest met inbegrip van de voorgestelde wijziging van het doel/voorwerp van Gaselwest.

 

Artikel 3

 

De gemeenteraad besluit de vertegenwoordiger die fysiek dan wel digitaal zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Gaselwest op 15 december 2020, op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen 1 en 2 van onderhavige raadsbeslissing.

 

De gemeenteraad besluit zijn akkoord te verlenen over elk van de voorliggende agendapunten, waaronder de voorgestelde statutenwijzigingen en wijziging van doel/voorwerp. Dit geeft het standpunt van de gemeente weer, en dient in geval van een schriftelijke algemene vergadering (zonder fysieke aanwezigheid van de vertegenwoordiger van de gemeente/stad) als een bindend akkoord te worden beschouwd dat opgenomen zal worden in een overzichtslijst ‘houdende ontvangen inhoudelijke goedkeuringen van de deelnemers’ die gevoegd zal worden bij de notulen van bovenvermelde Buitengewone Algemene Vergadering en waarbij de individuele gemeenteraadsbeslissingen via het digitaal loket zullen overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

 

Artikel 4

 

De gemeenteraad besluit het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Gaselwest, ter attentie van het secretariaat, in PDF-versie, uitsluitend op het mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be

 

 

De openbare zitting van de gemeenteraad wordt geschorst om te hernemen na de openbare zitting van de OCMW-raad.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

17. Vragen gesteld door raadsleden

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraadsleden wordt gevraagd kennis te nemen van de vragen gesteld door raadsleden.

 

Motivering

 

Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de gemeenteraadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden die niet op de agenda van de gemeenteraad staan in het punt 'Vragen gesteld door raadsleden'.

 

Op deze mondelinge vragen wordt, ofwel mondeling ter zitting, ofwel schriftelijk (elektronisch), ten laatste binnen de maand na de vraagstelling geantwoord.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 31 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad neemt kennis van de door de gemeenteraadsleden gestelde vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

Zitting van GR van 29 OKTOBER 2020

18. Cameratoezicht met bestuurlijke finaliteit in het kader van het bestrijden van sluikstorten - uitbreiding bevoegdheid vaststellers via heraanduiding - goedkeuring - besloten zitting

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.