Deerlijk

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

 

Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

1. Gemeenteraad - 10 juli 2025 - notulen en audio-opname - goedkeuring

 

 

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de notulen en de audio-opname van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.

 

Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

 

Artikel 278 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 32 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 277 en 278 Decreet Lokaal Bestuur

          Art. 32 en 33 Huishoudelijk reglement gemeenteraad

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de notulen van de zitting van de gemeenteraadszitting van 10 juli 2025 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad besluit de audio-opname van de gemeenteraadszitting van 10 juli 2025 goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

2. Deontologische code voor lokale mandatarissen - goedkeuring

 

 

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd een deontologische code aan te nemen.

 

Motivering

 

Artikel 39 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeenteraad een deontologische code aanneemt en een deontologische commissie opricht. Deze deontologische code regelt ook de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie. De deontologische commissie bestaat minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad.

 

Ten aanzien van het college van burgemeester en schepenen stelt artikel 55 van het decreet lokaal bestuur dat het dezelfde deontologische code heeft als die welke is aangenomen voor de gemeenteraad. Het college zou ook een eigen deontologische code kunnen aannemen, maar dan moet deze tenminste de deontologische code omvatten zoals aangenomen door de gemeenteraad.

 

Het decreet geeft de inhoud van deze code niet nader aan. Het komt aan het lokaal bestuur toe om de bepalingen zelf in te vullen.

 

Een ontwerp van deontologische code werd besproken tijdens de zitting van het college van burgemeester en schepenen op 27 augustus 2025.

Het ontwerp werd tevens toegelicht aan alle lokale mandatarissen op 11 september 2025.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 39 en 55 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De deontologische code voor lokale mandatarissen zoals goedgekeurd in zitting van 23 oktober 2014 wordt opgeheven.

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad besluit de deontologische code voor lokale mandatarissen, zoals in bijlage bij huidig besluit gevoegd, aan te nemen.

 

Artikel 3

 

De gemeenteraad verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad een punt te agenderen in de volgende zitting van de gemeenteraad omtrent de oprichting van de deontologische commissie. Deze commissie wordt opgericht conform de bepalingen van de deontologische code die vermeld is in artikel 2 van dit besluit.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

3. Premiereglement - Premie voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen - goedkeuring

 

 

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd om het premiereglement "Premie voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen" goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen besloot in de zitting van 20 augustus 2025 toelating te geven voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen.

 

In de zitting van 20 augustus 2025 werd dan ook besloten om een premiereglement op te maken en dit reglement te agenderen op de gemeenteraad ter goedkeuring.

 

Het premiereglement wordt als volgt voorgesteld:

 

Premiereglement - Premie voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen 

 

Art. 1 - Doel van het reglement

 

Dit reglement heeft tot doel een premie toe te kennen aan de feestcomités van het lokaal bestuur die aangesloten zijn bij het Centraal Feestcomité, ter ondersteuning van de kosten voor externe hulp bij de op- en afbouw van tenten tijdens de jaarlijkse wijkkermissen. De premie vervangt de vroegere gemeentelijke ondersteuning bij deze werkzaamheden, zodat dit de interne personeelsinzet verlicht.

  

Art. 2 - Premiegerechtigde

 

De premie kan worden aangevraagd door de feestcomités die aangesloten zijn bij het Centraal Feestcomité.

  

Art. 3 - Ontvankelijkheidscriteria

 

Om in aanmerking te komen voor de premie, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

        Het feestcomité is aangesloten bij het Centraal Feestcomité.

        De ondersteuning voor de op- en afbouw van de tenten wordt geleverd door een professionele en erkende tentenbouwer.

 

Art. 4 - Bepaling van het premiebedrag

 

De premie bedraagt 100% van de personeelskosten die worden gemaakt voor de opbouw en afbraak van feesttenten door een erkende externe tentenbouwer, met een maximum van €1.500 (incl. btw) per kalenderjaar per erkend feestcomité. Onder personeelskosten wordt verstaan: de factuur van de tentenbouwer met betrekking tot de prestaties van diens personeel, exclusief transport-, huur- of materiaalkosten.

 

Art. 5 - Aanvraagprocedure

 

De aanvraag voor de premie dient te gebeuren via de dienst Vrije Tijd van het lokaal bestuur Deerlijk via het daartoe bestemde formulier.
De aanvraag moet vergezeld zijn van een bewijs van de geleverde ondersteuning (factuur van de tentenbouwer).

De premieaanvraag dient uiterlijk binnen de 6 maanden na het evenement te worden ingediend.

  

Art. 6 - Beoordeling

 

De aanvragen worden beoordeeld door het college van burgemeester en schepenen, op basis van een gemotiveerd advies van de dienst Vrije Tijd. Desgevallend kan voorafgaand aan de beslissing een overleg plaatsvinden waarbij de aanvrager het initiatief nader kan toelichten.

 

Art. 7 - Uitbetaling

 

Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen wordt de premie uitbetaald.

 

Art. 8 - Controle

 

Op elk moment kan het gemeentebestuur bijkomende informatie opvragen of controles verrichten. Op eenvoudig verzoek van het gemeentebestuur moet de aanvrager de gevraagde informatie meedelen en/of, indien nodig, daarover verantwoording afleggen. Indien zou blijken dat het feestcomité bewust valse gegevens heeft verstrekt, kan het college van burgemeester en schepenen de via dit reglement verkeerdelijk toegekende premie terugvorderen.

 

Art. 9 - Betwistingen

 

Betwistingen in verband met de uitvoering van dit reglement worden voorgelegd aan en beslist door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 10 - Inwerkingtreding en beëindiging

 

Dit reglement treedt in werking op 1 oktober 2025 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 42 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

 

 

Premiereglement - Premie voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen 

 

Art. 1 - Doel van het reglement

 

Dit reglement heeft tot doel een premie toe te kennen aan de feestcomités van het lokaal bestuur die aangesloten zijn bij het Centraal Feestcomité, ter ondersteuning van de kosten voor externe hulp bij de op- en afbouw van tenten tijdens de jaarlijkse wijkkermissen. De premie vervangt de vroegere gemeentelijke ondersteuning bij deze werkzaamheden, zodat dit de interne personeelsinzet verlicht.

  

Art. 2 - Premiegerechtigde

 

De premie kan worden aangevraagd door de feestcomités die aangesloten zijn bij het Centraal Feestcomité.

  

Art. 3 - Ontvankelijkheidscriteria

 

Om in aanmerking te komen voor de premie, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

        Het feestcomité is aangesloten bij het Centraal Feestcomité.

        De ondersteuning voor de op- en afbouw van de tenten wordt geleverd door een professionele en erkende tentenbouwer.

 

Art. 4 - Bepaling van het premiebedrag

 

De premie bedraagt 100% van de personeelskosten die worden gemaakt voor de opbouw en afbraak van feesttenten door een erkende externe tentenbouwer, met een maximum van €1.500 (incl. btw) per kalenderjaar per erkend feestcomité. Onder personeelskosten wordt verstaan: de factuur van de tentenbouwer met betrekking tot de prestaties van diens personeel, exclusief transport-, huur- of materiaalkosten.

 

Art. 5 - Aanvraagprocedure

 

De aanvraag voor de premie dient te gebeuren via de dienst Vrije Tijd van het lokaal bestuur Deerlijk via het daartoe bestemde formulier.
De aanvraag moet vergezeld zijn van een bewijs van de geleverde ondersteuning (factuur van de tentenbouwer).

De premieaanvraag dient uiterlijk binnen de 6 maanden na het evenement te worden ingediend.

  

Art. 6 - Beoordeling

 

De aanvragen worden beoordeeld door het college van burgemeester en schepenen, op basis van een gemotiveerd advies van de dienst Vrije Tijd. Desgevallend kan voorafgaand aan de beslissing een overleg plaatsvinden waarbij de aanvrager het initiatief nader kan toelichten.

 

Art. 7 - Uitbetaling

 

Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen wordt de premie uitbetaald.

 

Art. 8 - Controle

 

Op elk moment kan het gemeentebestuur bijkomende informatie opvragen of controles verrichten. Op eenvoudig verzoek van het gemeentebestuur moet de aanvrager de gevraagde informatie meedelen en/of, indien nodig, daarover verantwoording afleggen. Indien zou blijken dat het feestcomité bewust valse gegevens heeft verstrekt, kan het college van burgemeester en schepenen de via dit reglement verkeerdelijk toegekende premie terugvorderen.

 

Art. 9 - Betwistingen

 

Betwistingen in verband met de uitvoering van dit reglement worden voorgelegd aan en beslist door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 10 - Inwerkingtreding en beëindiging

 

Dit reglement treedt in werking op 1 oktober 2025 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in  voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 oktober 2025.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

4. Retributiereglement drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum - aanpassing - goedkeuring

 

 

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd om de aanpassing van het reglement 'Retributie drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum' goed te keuren.

 

Motivering

 

In de gemeenteraad van 27 mei 2021 werd het reglement 'Retributie drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum' goedgekeurd.

 

Volgens voormeld reglement is het college van burgemeester en schepenen gemachtigd om de prijs van alle dranken, zelf aan te passen aan de prijsaanpassingen van de respectievelijke leverancier(s).

 

Zo keurde het college van burgemeester en schepenen in zittingen van 6 oktober 2021, 20 september 2023 en 23 oktober 2024, eerdere prijsaanpassingen goed.

 

Het college van burgemeester en schepenen wees de gunning van de opdracht met betrekking tot de aankoop en levering van dranken aan de vrijetijdsinfrastructuur van de gemeente Deerlijk en de bijkomende gebouwen, in zitting van 13 augustus 2025, toe aan Drankcenter Schotte, Bieststraat 6 te 8790 Waregem, en dit voor de periode van 1 september 2025 tem 31 augustus 2027.

 

De opgegeven inventaris van Drankcenter Schotte impliceert nieuwe aankoopprijzen.

 

In zitting van 3 september 2025 heeft het college van burgemeester en schepenen voorgesteld om de manier van prijsbepaling van de biervaten aan te passen en heeft zij bijgevolg de voorzitter van de gemeenteraad verzocht om de nieuwe manier van prijsbepaling op te nemen in een aangepast retributiereglement dat heden ter goedkeuring voorligt aan de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Retributiereglement drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 27 mei 2021

 

Financiën

 

De financiële impact van deze beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het retributiereglement drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum als volgt goed te keuren:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT drank- en huurprijzen en fotokopieën van het

GEMEENSCHAPSCENTRUM DEERLIJK

 

Art. 1. - Begrippen

 

        Bestuursvergadering: een vergadering die georganiseerd wordt door ENKEL bestuursleden.

        Repetitie: het instuderen van een muziek- of toneelstuk.

 

Art. 2. - Doel

 

Het gemeenschapscentrum Deerlijk is een pluralistische instelling gericht op cultuurparticipatie, gemeenschapsvorming en cultuurspreiding ten behoeve van de lokale

bevolking en indien nodig ten behoeve van de bevolking van de regio, met bijzondere aandacht voor culturele diversiteit.

 

Art. 3. - Algemeen

 

Een gebruiker van Deerlijk is een individu met een domicilie in Deerlijk of een vereniging, club, organisatie met een zetel in Deerlijk, die sociaal-culturele activiteiten organiseert.

 

Art. 4.

 

Commerciële activiteiten worden geweigerd.

 

Art. 5.

 

Onderstaande huurprijzen gelden voor de gebruikers uit Deerlijk. Voor gebruikers van buiten Deerlijk wordt de prijs aan 200 % berekend.

 

Art. 6. - Huurprijs

 

Alle tarieven gelden per dagdeel voormiddag/namiddag/avond (= een dagdeel bedraagt minstens 3 uur). Prijs voor een volledige dag = dagdeel x 2.

 

Bij expliciete vraag om het lokaal vrij te houden voor het klaarzetten ervan worden de tarieven aangerekend, tenzij het lokaal vrij is, in welk geval er niet moet betaald worden. Elke mogelijke andere reservering van een vereniging heeft voorrang op de expliciete vraag van het vrijhouden van het lokaal.

 

  Art. 6.1 - Ontmoetingscentrum d’Iefte

 

BENEDEN

Zaal 1

Vergaderzaal

18,00 euro

Zaal 2

Vergaderzaal

9,00 euro

Zaal 3

Vergaderzaal

15,00 euro

Zaal 4

Vergaderzaal

18,00 euro

Zaal 2 en 3

Polyvalent

24,00 euro

Zaal 3 en 4

Polyvalent

30,00 euro

Zaal 2, 3 en 4

Polyvalent

40,00 euro

 

BOVEN

Bar

9,00 euro

Zaal 5 (parket + bar)

18,00 euro

Theaterzaal (zaal 5 + zetels + voorpodium)

35,00 euro

Theaterzaal + podium + kleedkamers

45,00 euro

Groepsloge

9,00 euro

Regiekamer met operator

60,00 euro

 

  Art. 6.2 - Schoolhuis

 

Leslokalen (beneden)

Vergaderzaal

6,00 euro

Hobbylokaal

Vergaderzaal

6,00 euro

Conferentielokaal

Vergaderzaal

6,00 euro

 

  Art. 6.3 - Buurthuis De Wieke

 

Polyvalente zaal

Polyvalent

25,00 euro

Vergaderzaal

Vergaderzaal

9,00 euro

Polyvalente zaal + vergaderzaal (volledige zaal)

Polyvalent

34,00 euro

 

  Art. 6.4 - Buurthuis De Statie

 

Volledige zaal

Polyvalent

25,00 euro

 

 Art. 6.5 - Buurthuis Sint-Lodewijk

 

Vergaderzaal

Vergaderzaal

9,00 euro

Bar

Bar

9,00 euro

Polyvalente zaal en bar

Polyvalent

25,00 euro

Polyvalente zaal en bar en keuken (incl. kookstel)

Polyvalent

50,00 euro

 

  Art. 6.6 - Kop Gemeentehuis

 

Raadzaal

Vergaderzaal

18,00 euro

Trouwzaal

Vergaderzaal

18,00 euro

 

  Art. 6.7 - Koetsiershuis

 

Volledige benedenverdieping

Polyvalent

10,00 euro

 

Art. 7. - Bijzondere gevallen

 

Gratis gebruikers: gemeentebestuur, OCMW, gemeentelijke adviesraden, gemeentelijke commissies en hun werkgroepen, de beheersorganen en hun werkgroepen, gemeentelijke onderwijsinstellingen en niet-gemeentelijke onderwijsinstellingen gelegen op het grondgebied Deerlijk enkel voor activiteiten zonder winstgevend doel.

 

Art. 8.

 

Onderwijsinstellingen gelegen op het grondgebied Deerlijk betalen 2,25 euro per uur voor regulier en structureel gebruik van het gemeenschapscentrum voor sportlessen, reftergebruik, lessen en andere invullingen eigen aan de werking van de onderwijsinstelling.

 

Art. 9.

 

Bestuursvergaderingen betalen een forfaitaire prijs van 6 euro per vergadering.

 

Art. 10.

 

Repetities van Deerlijkse amateurgezelschappen en balletschool Raymonda betalen een forfaitaire prijs van 6 euro per repetitie.

 

Art. 11.

 

Gebruik maken van de regiekamer met operator in OC d’Iefte kost 60,00 euro. Gebruik maken van uitgebreide techniek met operator in de buurthuizen de Statie, Sint- Lodewijk en de Wieke kost eveneens 60,00 euro. Voor een operatorrepetitie (max. tot 24 uur) wordt 25,00 euro/repetitie betaald over de gehele infrastructuur van GC Deerlijk.

 

Art. 12.

 

Kooklessen betalen 15 euro huur voor het kookstel in OC d’Iefte.

 

Art. 13.

 

Fuiven betalen een huurprijs van 100 euro. De gebruiker dient zelf Billijke vergoeding en Sabam aan te vragen.

 

Art. 14. - Tentoonstellingen

 

RUIMTE

A = één weekend

B = een week met twee weekends

(1)

(2)

(3)

(1)

(2)

(3)

Hal en doorgang

30,00 euro

60,50 euro

15,50 euro

60,50 euro

120,00 euro

30,00 euro

Zaal 1

60,50 euro

120,00 euro

30,00 euro

120,00 euro

240,00 euro

60,50 euro

Zaal 2, 3, 4 of 5

90,00 euro

180,50 euro

45,00 euro

225,50 euro

450,00 euro

135,00 euro

Theaterzaal

n.v.t.

n.v.t.

 

90,50 euro

n.v.t.

 

n.v.t.

 

n.v.t.

 

Koetsiershuis

30,00 euro

60,50 euro

15,50 euro

60,50 euro

120,00 euro

30,00 euro

 

(1) Kunstenaar van Deerlijk

(2) Niet-Deerlijkse vereniging of kunstenaar

(3) Deerlijkse vereniging en debutanten woonachtig in Deerlijk (d.w.z. voor een 1ste individuele tentoonstelling)

 

Art. 15. - Drankprijzen

 

Een overzicht van de actuele drankprijzen:

Soort

Nieuwe prijs verenigingen

Straal - plat water 20 cl

0,41 euro

Straal - plat water 1 l

0,78 euro

Straal - bruisend water 20 cl

0,41 euro

Straal - bruisend water 1 l

0,78 euro

Coca cola 20 cl

1,24 euro

Coca cola 1 l

4,49 euro

Coca cola zero 20 cl

1,19 euro

Coca cola zero 1 l

4,33 euro

Straal orange limonade 20 cl

0,63 euro

Straal orange limonade 1 l

1,63 euro

Ordal sinaasappelsap 20 cl

1,18 euro

Ordal sinaalsappelsap 1 l

4,70 euro

Eaumega ice tea 20 cl

0,75 euro

Bavik pils 25 cl

1,08 euro

Bavik vat 50 l (1 vat)

186,36 euro

Bavik vat 50 l (2 tot en met 5 vaten)

175.40 euro

Bavik vat 50 l (6 tot en met 10 vaten)

164,44 euro

Bavik vat 50 l (meer dan 10 vaten)

153,48 euro

Bavik vat 30 l (1 vat)

117,25 euro

Bavik vat 30 l (2 tot en met 5 vaten)

110,35 euro

Bavik vat 30 l (6 tot en met 10 vaten)

103,46 euro

Bavik vat 30 l (meer dan 10 vaten)

96,56 euro

Carlsberg 25 cl

1,47 euro

Carlsberg 0,0 alcoholvrij 25 cl

1,23 euro

Rodenbach 25 cl

1,37 euro

Petrus Blond 33 cl

1,47 euro

Petrus Bruin 33 cl

1,47 euro

Duvel 33 cl

1,87 euro

Omer 33 cl

1,92 euro

Petrus Triple 33 cl

n.v.t.

St Louis kriek 25 cl

1,28 euro

Kwaremont 33 cl

1,49 euro

Boer Willem Tripel

2,28 euro

Boer Willem Blond

2,28 euro

Boer Willem Bruin

2,28 euro

Klootzakske

2,24 euro

Hete Klinke

2,24 euro

Tante Nonneke

2,22 euro

 

Kwaremont 33 cl

1,49 euro

Boer Willem Tripel

2,28 euro

Boer Willem Blond

2,28 euro

Boer Willem Bruin

2,28 euro

Klootzakske

2,24 euro

Hete Klinke

2,24 euro

Tante Nonneke

2,22 euro

 

 

Art. 16.

 

De koffie (inclusief melk en suiker) kan als volgt aangevraagd worden:

        een koffiefilter (gewoon en decafeïne): 0,40 euro;

        een Bravilor, dit zijn 12 tassen: 3,34 euro;

        5 liter koffie, dit zijn 33 tassen: 10,10 euro.

 

Art. 17.

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om de prijs van de dranken en koffie, zoals vermeld in het huidige retributiereglement, aan te passen aan de prijsaanpassingen van de respectievelijke leverancier(s) op volgende wijze:

 

        Voor verenigingen:

        alle aankoopprijzen incl. btw van frisdranken, gewone pils worden verdubbeld;

        de prijzen van de speciale bieren en alcoholvrij bier worden niet verdubbeld maar de aankoopprijs incl. btw wordt vermeerderd met 0,50 euro;

        de prijs van biervaten wordt via onderstaande berekening bepaald (vorige jaren werd de prijs van biervaten verdubbeld):

        vermeerderd met 70 % bij aankoop van 1 vat

        vermeerderd met 60% bij aankoop van 2 tot en met 5 vaten

        vermeerderd met 50% bij aankoop van 6 tot en met 10 vaten

        vermeerderd met 40% bij aankoop van meer dan 10 vaten

 

 

Art. 18. - Fotokopieën

 

De kopieën voor de gemeentelijke raden of diensten zijn gratis.

 

Art. 19.

 

Fotokopiëren wordt niet toegestaan voor privé-initiatieven.

 

Art. 20.

 

De prijs voor verenigingen per kopieerbeurt zijn de volgende:

 

 

Zwart/wit kopie

Kleurenkopie

A4 - 80 gram

0,05 euro

0,25 euro

A4 - >80 gram

0,08 euro

0,30 euro

A3

0,08 euro

0,30 euro

 

 

Art. 21. - Materialen

 

De gebruiker kan verbruiksmateriaal aanvragen aan het gemeenschapscentrum.

Dit materiaal wordt na de activiteit aangerekend aan volgende prijzen:

 

Rol tafelpapier (120 cm x 100 m)

20,00 euro

Rol plastiek voor theateropbouw

25,00 euro

Doos koekjes

6,22 euro

Glasbreuk - wijnglas

1,50 euro

Glasbreuk - fluteglas

2,00 euro

Glasbreuk - kleine fles

0,10 euro

Glasbreuk - grote fles

0,20 euro

 

Voor opbouw van decor waarbij gezaagd, geboord of geschilderd wordt is het verplicht de plastiek ter bescherming op het podium te laten liggen. De technici leggen deze klaar en deze wordt aangerekend aan de gebruiker.

 

Art. 22. - Waarborg

 

Voor verenigingen en individuen van Deerlijk wordt geen waarborg gevraagd. Voor verenigingen van buiten Deerlijk wordt een waarborg gevraagd van 250 euro voor de categorie optredens en etentjes. Deze reservatie is pas definitief na het ontvangen van de waarborg. Deze waarborg wordt integraal teruggestort nadat de nodige controle is uitgevoerd en alles in goede staat is achtergelaten.

 

Art. 23.

 

Bij het gebruik van het gemeenschapscentrum wordt 10 euro gefactureerd indien één van volgende omschreven zaken NIET in orde is:

        alle materialen zijn afgewassen en op de juiste plaats teruggezet (al het materiaal heeft een vaste plaats, zie labels op de kasten);

        alle tafels zijn afgewassen, tafels en stoelen staan aan de kant;

        alle ruimtes zijn geveegd;

        lichten en verwarming zijn uit;

        ramen zijn dicht, deuren zijn gesloten;

        er wordt telkens gecontroleerd of de gebruikte locatie in goede staat werd achtergelaten.

 

Voor alle prestaties die extra (dus onverwacht en/of onvoorzien) door het gemeentepersoneel moeten uitgevoerd worden, wordt 30,00 euro per uur/per persoon aangerekend.

 

Art. 24. - Sancties

 

Betwistingen omtrent dit retributiereglement worden steeds behandeld door het college van burgemeester en schepenen na advies van de raad van bestuur.

 

Art. 25.

 

Het secretariaat van de cultuurdienst dient tijdig verwittigd te worden van het niet gebruiken van de gereserveerde zalen, uiterlijk 1 maand vóór de datum van de geplande activiteit voor de theaterzaal en uiterlijk 2 dagen voor alle andere activiteiten. Bij niet tijdig verwittigen wordt de huurprijs aangerekend. Elk geval van overmacht in dit verband wordt behandeld in de raad van bestuur.

 

Art. 26. - Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 oktober 2025 en is geldig tot 31 december 2031.

 

Art. 27.

 

Het gemeenteraadsbesluit van 27 mei 2021 houdende de vaststelling van het retributiereglement drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

 

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad vraagt het vrijetijdspunt om de gebruikers van het gemeenschapscentrum ten gepaste tijde te verwittigen van de prijsaanpassing(en) van de in het gemeenschapscentrum beschikbare dranken.

 

Artikel 3

 

De gemeenteraad neemt akte van de, in zitting van 3 september 2025, gestelde vraag door het college van burgemeester en schepenen aan het vrijetijdspunt, om het volledige retributiereglement te herbekijken tegen eind 2025.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 oktober 2025.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

5. Woonwijs - nieuwe subsidieaanvraag 2026-2031 - goedkeuring

 

 

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd de nieuwe subsidieaanvraag voor de Interlokale Vereniging Woonwijs voor de periode 2026-2031 goed te keuren.

 

Motivering

 

De gemeente- en OCMW-raden van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede keurden in 2010 de samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht goed voor de interlokale vereniging wonen Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede (werknaam Woonwijs). Deze interlokale vereniging werd opgericht voor onbepaalde duur, die wordt opgedeeld in opeenvolgende subsidieperiodes.

 

Naar aanleiding van de instap van Zwevegem werd op 6 juni 2019 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst door de gemeenteraad / OCMW-raad goedgekeurd. Met ingang van 1 januari 2020 heet de intergemeentelijke samenwerking tussen Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem "Interlokale Vereniging Woonwijs".

 

De intergemeentelijk samenwerking rond wonen zit intussen in het 15de werkingsjaar. De vierde subsidieperiode loopt nog tot eind 2025.

 

Op 14 maart 2025 keurde de Vlaamse Regering het nieuwe IGS-subsidiekader (BVR 5.0) definitief goed. Dit omvat een nieuwe subsidieregeling voor IGS-projecten rond lokaal woonbeleid voor de periode 2026-2031.

 

Voor de lokale beleidscyclus 2026-2031 zijn opnieuw de drie beleidsprioriteiten voorzien:

        De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woningaanbod afhankelijk van de woonnoden;

        De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving;

        De gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen.

 

Het college ging op 2 juli 2025 principieel akkoord om verder deel te nemen in "Interlokale Vereniging Woonwijs (Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem)" voor de periode januari 2026 tot en met december 2031. Hiermee engageren de besturen zich enerzijds tot het uitvoeren van de verplichte acties uit subsidiekader 5.0; en anderzijds tonen ze hun ambitie om via een pakket aan eigen initiatieven het aantal conformiteitsattesten verder op te schalen:

 

1. Pakket verplichte acties:

 

Vlaamse beleidsprioriteit 1:

De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden

        De lokale woningmarkt in kaart brengen, zowel de vraag- als de aanbodzijde

        Kerncijfers over de woningmarkt periodiek op het lokaal woonoverleg bespreken;

        Het ruimtelijk beleid betrekken bij het lokaal woonoverleg;

        Voorzien in een aanbod van nood- of doorgangswoningen op lokaal of bovenlokaal niveau, of samenwerken met een partner om in een aanbod van nood- of doorgangswoningen te kunnen voorzien;

        Een gecoördineerd lokaal sociaal woonbeleid voeren, dat de volgende aspecten bevat:

        een visie op sociaal wonen uitwerken en toepassen;

        een partnerschap waarmaken met de woonmaatschappij die actief is in de gemeente;

        een beleid voeren rond de activering van gronden en panden voor sociaal wonen;

        de opdrachten, vermeld in Boek 2, Deel 3, Titel 2 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen uitvoeren;

        de opdrachten, vermeld in Boek 2, Deel 3, Titel 1 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen uitvoeren, en het Projectportaal gebruiken, vermeld in artikel 4.46 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen;

        de toewijzingspraktijk van sociale woningen minstens één keer per jaar op het lokaal woonoverleg bespreken.

        Leegstaande gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken;

        Verwaarloosde gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken.

 

Vlaamse beleidsprioriteit 2:

De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving

        Kerncijfers over de bewaking van de kwaliteit van het woningpatrimonium periodiek op het lokaal woonoverleg bespreken;

        Een gecoördineerd lokaal woningkwaliteitsbeleid voeren, dat de volgende aspecten omvat:

        de decretaal toegekende opdrachten op het vlak van de bewaking van de kwaliteit van het woningpatrimonium correct uitvoeren;

        beschikken over voldoende gemeentelijke woningcontroleurs.

        De lokale partners via structurele samenwerking betrekken bij het lokale woningkwaliteitsbeleid

 

Vlaamse beleidsprioriteit 3:

De gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen

        Kerncijfers over Vlaamse, provinciale en gemeentelijke woonpremies periodiek op het lokaal woonoverleg bespreken;

        Vanaf een door de minister van wonen vast te stellen datum en uiterlijk op 1 januari 2028: Via een laagdrempelig geïntegreerd woon- en energieloket gestructureerde basisinformatie aanbieden aan elke inwoner over al de volgende elementen:

        de Vlaamse tegemoetkomingen aan en ondersteuningsmaatregelen voor gezinnen en alleenstaanden op het vlak van wonen;

        sociaal huren, sociaal kopen en sociaal lenen;

        de veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsnormen en de bewaking van de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving;

        de relevante gemeentelijke, provinciale, gewestelijke en federale energiebeleidsmaatregelen;

        energiepremies en -leningen, inclusief leningen bij de financiële sector;

        energetische renovatie;

        de verbouwlening, vermeld in artikel 1.1.1, §2, 102°/3, van het Energiebesluit van 19 november 2010.

        Inwoners ondersteunen bij de administratieve procedure ongeschikt-, onbewoonbaar- en overbewoondverklaring van een woning;

        Een partnerschap aangaan met het energiehuis dat actief is in de gemeente;

        Een partnerschap aangaan met lokale partners.

 

2. Pakket eigen initiatieven:

Wat de ‘eigen initiatieven’ (voorheen ‘aanvullende acties’) betreft, maakt het aantal op zich niet uit, maar kan één niet-uitvoerbare actie wel gevolgen hebben voor de volledige aanvullende subsidie. Vandaar is bewust gekozen voor een ‘ambitieus pakket eigen initiatieven', in plaats van de vele kleine, aanvullende acties zoals nu toe het geval is. Enkele aanvullende acties (zoals opvolging van verwaarlozing) vallen volgens het nieuwe subsidiekader sowieso onder de verplicht op te volgen acties.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Met vooropgesteld pakket kunnen we proactieve woningonderzoeken in de woonwijsgemeenten sterk blijven stimuleren. Niet in het minst met de opschaling van de conformiteitsattest-verplichting in Kuurne en Harelbeke, en opstart ervan in Zwevegem, zijn we alvast ambitieus.

Ook blijven alle woonwijsgemeenten verder inzetten op het proactief uitvoeren van conformiteitsonderzoeken. Dat betekent dat we, los van ‘klachten woningkwaliteit’, zelf actie ondernemen wanneer er signalen zijn dat de kwaliteit van een woning ondermaats is.

 

Aangezien het vanuit de besturen in eerste instantie niet de bedoeling is om het centraal team uit te breiden, zullen we bij de uitvoering van de ‘reglementen rond het verplicht conformiteitsattest’ de doorlooptijd van de aanvragen blijven monitoren. Indien de wettelijke behandelingstermijn in het gedrang zou komen, sluiten we niet uit dat we de ‘fasering van conformiteitsattest-verplichting’ tijdens de subsidieperiode zullen bijsturen.

 

Daarnaast zullen we, los van het nieuwe subsidiedossier, ook nog verder blijven inzetten op bepaalde inhoudelijke acties zoals het ‘sociaal en technisch begeleiden op maat van kwetsbare inwoners’. Dergelijke acties blijven op zich heel zinvol, maar brengen geen optimalisatie van de subsidiëring met zich mee.

 

De aangevraagde subsidie bedraagt (vanaf 2026) jaarlijks 138.500 euro (waarvan 45.000 euro voorzien is voor het uitvoeren van het ‘pakket eigen initiatieven’). Wonen in Vlaanderen voorziet eveneens een indexering voor 90 % van het subsidiebedrag (ervan uitgaand dat de personeelskosten voor alle IGS’en ongeveer 90% van de totale projectkost uitmaakt, wat ook uit deze begroting blijkt).

 

De geraamde projectkost voor 2026 bedraagt 355.953 euro, inclusief personeels-, werkings-, en investeringskosten. Daarvan is 317.953 euro voorzien voor 4,5 VTE aan personeel. Voor het werkjaar 2031 wordt een totaalbudget van 414.807 euro ingeschat (waarvan 376.372 euro voor de 4,5 VTE).

 

Na aftrek van de Vlaamse subsidies, wordt het restbedrag procentueel verdeeld onder de deelnemende gemeentes op basis van het aantal huishoudens. Volgens de berekening komt dit voor de gemeente Deerlijk neer op een geraamde bedrag van 30.787 euro voor 2026 en de daaropvolgende jaren respectievelijk 31.721 euro, 32.675 euro, 34.328 euro, 35.448 euro, en 37.290 euro in 2031:

 

Het voorliggende subsidieaanvraagdossier is opgemaakt volgens het aangeleverde sjabloon van Wonen-Vlaanderen.

 

Het subsidiedossier moet uiterlijk op eind september 2025 bij Wonen In Vlaanderen ingediend worden. Vervolgens neemt de Minister van Wonen uiterlijk in december 2025 een beslissing. Mits goedkeuring van het subsidiedossier, is de doorstart van de vijfde subsidieperiode voorzien op 1 januari 2026.

 

Het komt thans de gemeenteraad en de OCMW-raad toe om het definitieve subsidiedossier goed te keuren en daarmee de verdere deelname aan de interlokale vereniging wonen met de deelnemende gemeentes & OCMW’s van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem te bevestigen

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 40., § 1. van het Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, wat betreft het lokaal woonbeleid.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

30.787 euro voor 2026

31.721 euro voor 2027

32.675 euro voor 2028

34.328 euro voor 2029

35.448 euro voor 2030

37.290 euro voor 2031

 

Er is geen budget voorzien. Dit budget wordt voorzien in het nieuwe MJP 2026-2031.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de subsidieaanvraag 2026-2031 van de "Interlokale Vereniging Woonwijs" goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

6. Samenwerkingsovereenkomst Woonwijs - aanpassing - goedkeuring

 

 

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd de aanpassing van de "Samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht betreffende de Interlokale vereniging Woonwijs" goed te keuren.

 

Motivering

 

De gemeente- en OCMW-raden van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede keurden in 2010 de samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht goed voor de interlokale vereniging wonen Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede (werknaam Woonwijs). Deze interlokale vereniging werd opgericht voor onbepaalde duur, die wordt opgedeeld in opeenvolgende subsidieperiodes.

 

De samenwerkingsovereenkomst werd opgemaakt voor onbepaalde duur en ondertekend door 8 deelnemers aan de interlokale vereniging: gemeentebesturen en OCMW’s van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede.

 

Naar aanleiding van de instap van Zwevegem werd op 6 juni 2019 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst door de gemeente- en OCMW-raad goedgekeurd. Met ingang van 01.01.2020 heet de intergemeentelijke samenwerking tussen Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem "Interlokale Vereniging Woonwijs".

 

De intergemeentelijk samenwerking rond wonen zit intussen in het 15de werkingsjaar. De vierde subsidieperiode loopt nog tot eind 2025.

 

In aanloop naar de nieuwe subsidieperiode 2026-2031 hebben de colleges  van burgemeester en schepenen van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem (respectievelijk op 2 juli 2025, 11 maart 2025, 26 juni 2025, 18 juni 2025 en 9 juli 2025) principieel beslist om verder deel te nemen aan de "interlokale vereniging Woonwijs".

 

Er werd principieel beslist (na bespreking in de stuurgroep op 17 maart 2025 en 19 mei 2025), om de "vergoeding voor het financieel en personeelsbeheer" te actualiseren.

In de nieuwe overeenkomst wordt deze vergoeding aangepast op basis van de huidige personeelsbezetting - die sinds de aansluiting van gemeente Zwevegem in 2020 steeg van 3,5 VTE naar 4,5 VTE - én wordt ze jaarlijks geïndexeerd volgens de Consumptieprijsindex.

 

Naast het aanbrengen van duidelijker structuur (waarbij de tekst opgedeeld is in hoofdstukken en artikels), zijn er ook nog enkele kleine aanpassingen om het geheel leesbaar te houden:

        Verwijzing naar het ‘Decreet Lokaal Bestuur (22.12.2017)’ verplaatst naar artikel 20.

        Dubbele vermelding ‘Deelnemende gemeenten Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem’ geschrapt waar overbodig.

        ‘Overeenkomstig artikel 21’ vervangt ‘verwijzing slotbepaling’.

        Vermelding ‘Beheerscomité' wordt ‘stuurgroep’; herhalingen vermeden.

        ‘Wonen In Vlaanderen’ vervangt ‘Wonen Vlaanderen’.

        Artikel 7.5: ‘Presentiegelden’ in plaats van ‘zitpenningen’.

        Artikel 10: ‘… voorziet een werkplaats voor de projectcoördinator’ aangepast naar ‘… voorziet een werkplaats voor het centraal team van Woonwijs (projectcoördinator, technisch adviseur(s), technisch medewerker(s), algemeen adviseur(s))’

        Artikel 15: ‘gemeenten en het vast bureau van de deelnemende OCMW’s’ vervangt ‘besturen en OCMW-besturen’.

        Artikel 20: Slotbepalingen: ‘in de gevallen dat het voormeld decreet geen uitsluitsel geeft, neemt de stuurgroep beslissing’ i.p.v. ‘… zorgt de stuurgroep voor een beslissing’.

 

De aanpassingen worden aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd.

 

Omwille van de leesbaarheid wordt, met behoud van de niet te vervangen bepalingen van de overeenkomst, de overeenkomst integraal opnieuw ter goedkeuring voorgelegd.

 

Deze vernieuwde samenwerkingsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2026, en vervangt vanaf deze datum de ‘samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht betreffende de oprichting van de "Interlokale Vereniging Woonwijs" zoals goedgekeurd in zitting van 6 juni 2019.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft voorliggend samenwerkingsovereenkomst besproken in zitting van 20 augustus 2025 en heeft de voorzitter van de gemeenteraad verzocht de goedkeuring van deze samenwerkingsovereenkomst te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 40., § 1. van het  Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        deel 3, titel 3. De intergemeentelijke samenwerking, van het Decreet Lokaal Bestuur

        besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 betreffende het lokaal woonbeleid

        besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2025 tot wijziging van het Besluit Vlaamse Codex Wonen, wat betreft het lokaal woonbeleid;

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit onderstaande aangepaste samenwerkingsovereenkomst goed te keuren:

 

Samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht betreffende de oprichting van de ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.

 

Tussen de hierna vermelde lokale overheden, alhier vertegenwoordigd zoals nader aangeduid, is overeengekomen om een interlokale vereniging op te richten tussen:

        de gemeente Deerlijk, vertegenwoordigd door Louis Haerinck, voorzitter van de gemeenteraad, en Karel Bauters, Algemeen Directeur;

        de stad Harelbeke, vertegenwoordigd door Stijn Soetaert, voorzitter van de gemeenteraad, en Hans Piepers, Algemeen Directeur;

        de gemeente Kuurne, vertegenwoordigd door Chris Delneste, voorzitter van de gemeenteraad, en Els Persyn, Algemeen Directeur;

        de gemeente Lendelede, vertegenwoordig door Bruno Vanoverbeke, voorzitter van de gemeenteraad, en Christophe Vandecasteele, Algemeen Directeur;

        de gemeente Zwevegem, vertegenwoordigd door Barbara Demeulenaere, voorzitter van de gemeenteraad, en Jan Vanlangenhove, Algemeen Directeur;

        het OCMW Deerlijk, vertegenwoordigd door Louis Haerinck, voorzitter van de OCMW-raad, en Karel Bauters, Algemeen Directeur;

        het OCMW Harelbeke, vertegenwoordigd door Stijn Soetaert, voorzitter van de OCMW-raad, en Hans Piepers, Algemeen Directeur;

        het OCMW Kuurne, vertegenwoordigd door Chris Delneste, voorzitter van de OCMW-raad, en Els Persyn, Algemeen Directeur;

        het OCMW Lendelede, vertegenwoordigd door Bruno Vanoverbeke, voorzitter van de OCMW-raad, en Christophe Vandecasteele, Algemeen Directeur;

        het OCMW Zwevegem, vertegenwoordigd door Barbara Demeulenaere, voorzitter van de OCMW-raad, en Jan Vanlangenhove, Algemeen Directeur;

 

HOOFDSTUK 1. DEELNEMERS, NAAM, DOEL, WERKINGSGEBIED, DUUR, BEHERENDE GEMEENTE EN ZETEL

 

ARTIKEL 1 – NAAM

De interlokale vereniging draagt de naam ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.

 

ARTIKEL 2 – DOEL

De interlokale vereniging heeft als doel het samenwerken op het vlak van wonen door onder meer het ontwikkelen van een gemeentelijke beleidsvisie op het vlak van wonen, het organiseren van lokaal woonoverleg, het uitbouwen van klantgerichte dienstverlening aan de burger, en het verbeteren van de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving in elk van de deelnemende gemeenten.

 

ARTIKEL 3 – BEHERENDE GEMEENTE

De stad Harelbeke wordt aangesteld als beherende gemeente van de interlokale vereniging. De beherende gemeente staat in voor het financieel en personeelsbeheer van de interlokale vereniging. De subsidies voor het project worden dan ook op de rekening van de stad Harelbeke gestort.

 

ARTIKEL 4 – ZETEL

De zetel van de interlokale vereniging wordt gevestigd te 8530 Harelbeke, Marktstraat 29.

 

ARTIKEL 5 – WERKINGSGEBIED

Het werkingsgebied van de interlokale vereniging strekt zich bij oprichting uit over het grondgebied van de deelnemende gemeenten.

 

ARTIKEL 6 – DUURTIJD, UITTREDING EN TOETREDING

De interlokale vereniging wordt opgericht voor een onbepaalde duurtijd, vanaf de dag van de ondertekening van deze overeenkomst door alle deelnemers.

De duurtijd van de interlokale vereniging bestaat uit opeenvolgende subsidiëringsperiodes, zoals vermeld in het subsidiedecreet.

 

Uittreding is mogelijk, op voorwaarde van een schriftelijke opzegging (per aangetekend schrijven), minstens zes maanden voor de aanvang van de volgende subsidiëringsperiode.

 

Een bijkomende toetreding is enkel mogelijk bij een nieuwe subsidiëringsperiode.

Dit wordt met een aangetekende brief vanuit de bevoegde instantie kenbaar gemaakt tenminste zes maanden voor het verstrijken van de lopende subsidiëringsperiode.

Bij een nieuwe toetreding dient de samenwerkingsovereenkomst aangepast te worden Overeenkomstig artikel 21.

 

HOOFDSTUK 2. INTERNE ORGANISATIE EN WERKING

 

ARTIKEL 7. BEHEERSCOMITÉ / STUURGROEP

 

7.1. ALGEMEEN

Het beheer van de interlokale vereniging wordt, in toepassing van artikel 395 van het Decreet over het Lokaal Bestuur toevertrouwd aan een beheerscomité, hierna verder benoemd als ‘de stuurgroep’.

 

7.2. SAMENSTELLING

De stuurgroep is samengesteld uit :

        Een lid van het college van burgemeester en schepenen van elke deelnemende gemeente, bij voorkeur bevoegd voor wonen, huisvesting, ruimtelijke ordening of welzijn.

        Een lid van het vast bureau van elke deelnemend OCMW bij voorkeur bevoegd voor welzijn of sociale zaken. Het lid van het vast bureau mag niet hetzelfde zijn als het lid van het College.

        1 vertegenwoordiger van de provincie West-Vlaanderen;

 

De vertegenwoordigers van de gemeenten en de OCMW’s zijn stemgerechtigd.

Het lidmaatschap en het stemrecht van de vertegenwoordiger van de provincie zijn gekoppeld aan het toekennen van provinciale subsidiëring, en is beperkt tot de looptijd van de gesubsidieerde projecten.

 

De projectcoördinator neemt deel aan de stuurgroep in de rol van secretaris.

De secretaris zorgt voor de uitvoering van de beslissingen van de stuurgroep.

De projectcoördinator is verantwoordelijk voor de coördinatie van de dagelijkse activiteiten van de interlokale vereniging.

 

Met uitzondering van wijzigingen aan de samenwerkingsovereenkomst overeenkomstig artikel 21 geven de deelnemers volmacht aan de door hen aangeduide leden in de stuurgroep om in hun naam de vereiste handelingen te stellen in het kader van de werking van de interlokale vereniging mits deze handelingen rechtsreeks verband houden met het doel van de interlokale vereniging.

 

7.3. BEVOEGDHEDEN

De stuurgroep heeft een algemeen coördinerende opdracht, legt de prioriteiten inzake het beleid en de werking vast en formuleert adviezen ten behoeve van de deelnemende gemeenten.

 

Daarnaast behoren tot de taken van de stuurgroep:

        het overleggen over de wijze waarop deze overeenkomst wordt uitgevoerd;

        het vaststellen van een huishoudelijk reglement;

        het voorbereiden en vaststellen van het programma en de begroting voor de volgende werkjaren;

        het formuleren van adviezen ten behoeve van de beherende gemeente;

        het vaststellen van de rekeningen van de interlokale vereniging;

        het opmaken van het jaarverslag;

        het voorleggen van de rekeningen en het jaarverslag ter goedkeuring aan de raden van de deelnemende gemeenten;

        het formuleren van adviezen met betrekking tot de wijziging van de samenwerkingsovereenkomst;

        het organiseren van het toezicht op het bereiken van de doelstellingen van de vereniging.

 

De stuurgroep kan deskundigen uitnodigen tot het bijwonen van de vergaderingen. Deze personen zijn niet-stemgerechtigd.

Het agentschap Wonen In Vlaanderen wordt telkens voor de vergaderingen van de stuurgroep uitgenodigd.

 

7.4. WERKING

De stuurgroep vergadert minimaal twee keer per volledig werkingsjaar en een keer per onvolledig werkingsjaar, waarin minstens de vaststelling van de rekening (en het jaarverslag) van het afgelopen werkjaar, en de vaststelling van (het programma) en de begroting voor het volgende werkjaar aan bod komen.

 

De stuurgroep kan slechts geldig vergaderen indien de meerderheid van de stemgerechtigde vertegenwoordigers vertegenwoordigd is.

Wordt dit quorum niet bereikt, dan wordt een nieuwe vergadering belegd binnen de maand en kan de stuurgroep over de punten die voor een tweede maal op de agenda voorkomen, beraadslagen en beslissen ongeacht het aantal aanwezige vertegenwoordigers. Deze bepaling geldt niet voor wijzigingen in de samenwerkingsovereenkomst.

 

De stuurgroep neemt beslissingen op basis van een gewone meerderheid. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.

 

De vertegenwoordigers van de gemeenten, de OCMW’s en de provincie hebben elk één stem.

 

De voorzitter en de ondervoorzitter worden aangeduid onder de afgevaardigden van de deelnemende gemeenten. Hun benoeming geldt voor de volledige subsidiëringsperiode, tenzij bij verlies van hun mandaat. Na afloop van deze periode worden opnieuw een voorzitter en een ondervoorzitter verkozen. Dit kunnen opnieuw dezelfde personen zijn.

 

De stuurgroep vergadert op uitnodiging van het secretariaat van de interlokale vereniging.

Een uitnodiging voor de vergadering wordt minstens 2 weken vooraf per mail bezorgd. De agenda en de nodige inhoudelijke toelichting zijn opgenomen in de bijeenroepingsmail. In geval van hoogdringendheid kan van deze regel worden afgeweken.

 

De leden van de stuurgroep kunnen tot 3 werkdagen voor de vergadering bijkomende agendapunten met toelichtingsnota binnenbrengen op het secretariaat.

Een agendapunt kan bij de aanvang van de vergadering bij hoogdringendheid worden toegevoegd aan de agenda mits instemming van 2/3 van de aanwezige leden. Dit bijgevoegde agendapunt wordt dan ook eerst behandeld.

 

De beraadslagingen van de stuurgroep worden vastgelegd in een verslag.

De goedkeuring van dit verslag zal steeds als eerste punt op de agenda van de volgende vergadering geagendeerd worden. Na goedkeuring wordt het verslag ondertekend door de voorzitter van de stuurgroep.

De verslagen worden bijgehouden en liggen ter inzage op de zetel van de interlokale vereniging.

 

Een afschrift van het verslag van elke vergadering wordt binnen de 3 weken voor kennisgeving bezorgd aan de colleges van burgemeester en schepenen van de deelnemende gemeenten en OCMW ’s en aan het agentschap Wonen In Vlaanderen.

 

7.4. VOLMACHT AAN EEN ANDERE DEELNEMER

Een lid van de stuurgroep kan per welbepaalde vergadering aan één van de andere leden een schriftelijke volmacht geven om hem of haar te vertegenwoordigen. Niemand mag drager zijn van meer dan één volmacht.

 

7.5. PRESENTIEGELDEN

Er worden geen presentiegelden uitgekeerd aan de leden van de stuurgroep, onder voorbehoud van hetgeen bepaald is in artikel 395 § 4 van het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking en latere wijzigingen.

 

ARTIKEL 8 – DAGELIJKS BESTUUR

 

8.1. SAMENSTELLING

Het dagelijks bestuur wordt samengesteld uit volgende afgevaardigden:

        De voorzitter van de stuurgroep

        Eén afgevaardigde van elke gemeente. Bij voorkeur zoals opgegeven in het subsidiedossier en minstens iemand uit de woonpraktijk.

        De projectcoördinator

 

Het dagelijks bestuur kan zo nodig andere afgevaardigden van de stuurgroep of deskundigen uitnodigen op de vergaderingen, voor zover de agenda dit vereist. Deze personen hebben geen stemrecht in het dagelijks bestuur.

 

8.2. BEVOEGDHEDEN

Het dagelijks bestuur is bevoegd om te beraadslagen over de algemene werking:

        Opvolgen beslissingen van de stuurgroep

        Voorbereiden agenda van de stuurgroep

        Voorbereiden aanvragen tot projectsubsidiëring bij diverse instanties (inzonderheid bij de Vlaamse en provinciale overheid)

        Opstellen van het jaarverslag

        Financiën

        Praktische kwesties

        Voorbereiding budgetcontrole, begroting, rekeningen

        Opvolging uitvoering van de bepalingen in de subsidiedossiers (praktische werking in de verschillende gemeenten, resultaatsverbintenissen, evt. knelpunten, overleg met de Vlaamse Overheid,…)

        Allerlei aangelegenheden van dagelijks bestuur (zgn. lopende zaken)

        Diverse beslissingen van dringende aard (ten uitzonderlijke titel)

 

De projectcoördinator staat in voor verslaggeving en uitnodiging met agenda.

 

HOOFDSTUK 3. PERSONEELSBEHEER

 

ARTIKEL 9 – GEZAG EN RECHTSPOSITIEREGELING

De beherende gemeente staat in voor het personeelsbeheer. Dit houdt in eerste instantie in dat de beherende gemeente de juridische werkgever is van de medewerkers van de interlokale vereniging.

 

De personeelsleden die door de deelnemende gemeenten worden ingezet met het oog op het bereiken van de doelstellingen van de interlokale vereniging blijven onderworpen aan de rechtspositieregeling en het gezagsrecht van de gemeente van oorsprong. De personeel- en werkingskosten van het bestaand personeel die door de deelnemende gemeenten ingezet worden, worden volledig door de respectievelijke deelnemende gemeenten gedragen.

 

ARTIKEL 10 - WERKPLAATSEN

De beherende gemeente voorziet een werkplaats voor het centraal team van Woonwijs (projectcoördinator, technisch adviseur(s), technisch medewerker(s), algemeen adviseur(s)).

 

Elke deelnemende gemeente voorziet een werkplaats voor de hen toegewezen intergemeentelijke woonambtenaren en levert de benodigde infrastructuur en logistieke ondersteuning ter plaatse, op eigen kosten.

 

HOOFDSTUK 4. FINANCIËLE ASPECTEN

 

ARTIKEL 11 – FINANCIËLE INBRENG

Enkel de deelnemende gemeenten dienen bij te dragen in de personeelskosten, werkingskosten en de investeringskosten van de interlokale vereniging.

 

De financiële inbreng van de deelnemende gemeenten wordt als volgt vastgesteld: de totale projectkost wordt verminderd met de Vlaamse en provinciale subsidies. Het restbedrag wordt financieel gedragen door de deelnemende gemeenten, volgens een verdeelsleutel berekend op basis van het aantal huishoudens per gemeente op 1 januari van het jaar voorafgaand aan een nieuwe subsidiëringsperiode, of de meest recente gegevens beschikbaar bij de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (op heden gekend als Statbel) voorafgaand aan de nieuwe subsidiëringsperiode.

 

ARTIKEL 12 – PROGRAMMA EN BUDGET

De stuurgroep stelt bij elke nieuwe subsidiëringsperiode een programma, met bijhorend budget, voor de betrokken jaren op, dat ter goedkeuring aan de lokale besturen, wordt bezorgd.

 

De deelnemende gemeenten verbinden er zich toe in hun budget jaarlijks de nodige kredieten te voorzien om hun bijdrage te kunnen voldoen, en om de nodige middelen tijdig (op afroep) ter beschikking te stellen van de interlokale vereniging.

 

De beherende gemeente staat in voor het financieel beheer. De middelen worden evenwel opgevraagd en verwerkt door de projectcoördinator die belast wordt met het administratief en financieel secretariaat van de interlokale vereniging.

 

ARTIKEL 13 – VERGOEDING AAN DE BEHERENDE GEMEENTE

De beherende gemeente heeft recht op een vergoeding voor het financieel en personeelsbeheer van de interlokale vereniging.

 

Deze jaarlijkse vergoeding wordt berekend volgens formule:

€2.500 × (4,5/3,5) × (actuele ConsumptiePrijsIndex / 96,81)

 

Basis 2011: €2.500 voor 3,5 VTE en ConsumptiePrijsIndex van 96,81 (CPI B2013, okt. 2011)

Actualisatie: huidige personeelsbezetting (4,5 VTE) en de recente CPI (CPI B2013, jaar 20XX)

 

ARTIKEL 14 – KENNISGEVING EN GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN

De rekening van de interlokale vereniging wordt jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten en ter kennisname aan de andere deelnemers. Dit moet gebeuren uiterlijk binnen de zes maanden na de afsluiting van het werkjaar.

 

Iedere deelnemende gemeente zal na elk werkjaar haar deel (volgens voormelde verdeelsleutel) in de positieve of negatieve resultaten van de werking voor haar rekening nemen.

 

HOOFDSTUK 5. INFORMATIEVERSTREKKING EN EVALUATIE

 

ARTIKEL 15 – MEDEDELING VAN BESLISSINGEN EN VERSLAGEN

Alle beslissingen, alsook de verslagen van de vergaderingen van de stuurgroep, worden in kopie overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen van de deelnemende gemeenten en het vast bureau van de deelnemende OCMW’s

 

ARTIKEL 16 - JAARVERSLAG

Samen met de rekening wordt aan de deelnemers ook een jaarverslag ter beschikking gesteld.

 

Dit jaarverslag wordt samen met de rekening aan de gemeenteraden ter goedkeuring voorgelegd. Ter gelegenheid van de behandeling van het jaarverslag geven de vertegenwoordigers van de gemeente in de interlokale vereniging toelichting aan de raad.

 

Het jaarverslag wordt gelijktijdig met de jaarrekening voor bespreking ter beschikking gesteld van de andere deelnemers.

 

ARTIKEL 17 - EVALUATIE

De jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraden gebeurt ter gelegenheid van de bespreking van het jaarverslag.

 

HOOFDSTUK 6. ONTBINDING EN VEREFFENING

 

ARTIKEL 18 – VEREFFENAAR

Bij vereffening of ontbinding van de interlokale vereniging worden door de deelnemers in gezamenlijk akkoord één of meerdere vereffenaars aangesteld.

 

ARTIKEL 19 – VERDELING

Iedere deelnemende gemeente zal bij vereffening haar deel (volgens voormelde verdeelsleutel) in de kosten en de opbrengsten van de werking voor haar rekening nemen. De eindrekening zal aangeven wat het eventuele resultaat is.

 

HOODSTUK 7. SLOTBEPALINGEN

 

ARTIKEL 20 – TOEPASSELIJKE DECRETALE BEPALINGEN

Voor alles wat niet door deze overeenkomst of het huishoudelijk reglement is geregeld, zal het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22.12.2017, Deel 3 Titel 3 houdende de intergemeentelijke samenwerking (en latere wijzigingen) van toepassing zijn.

In de gevallen dat het voormeld decreet geen uitsluitsel geeft, neemt de stuurgroep een beslissing.

 

ARTIKEL 21 – WIJZIGINGEN AAN DE OVEREENKOMST

Wijzigingen aan de samenwerkingsovereenkomst kunnen slechts doorgevoerd worden indien de gemeenteraden en OCMW-raden van alle deelnemende overheden de wijziging goedgekeurd hebben.

 

 

Opgemaakt in evenveel originele exemplaren als er betrokken partijen zijn.

Getekend te Harelbeke, op xx.xx.2025

 

 

Namens de gemeente Deerlijk

 

Louis Haerinck,

Voorzitter gemeenteraad

 

 

 

 

Karel Bauters,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens de stad Harelbeke

 

Stijn Soetaert,

Voorzitter gemeenteraad

 

 

 

 

Hans Piepers,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens de gemeente Kuurne

 

Chris Delneste,

Voorzitter gemeenteraad

 

 

 

 

Els Persyn,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens de gemeente Lendelede

 

Bruno Vanoverbeke,

Voorzitter gemeenteraad

 

 

 

 

Christophe Vandecasteele,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens de gemeente Zwevegem

 

 

Barbara Demeulenaere,

Voorzitter gemeenteraad

 

 

 

 

Jan Vanlangenhove,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens het OCMW Deerlijk

 

Louis Haerinck,

Voorzitter OCMW-raad

 

 

 

 

Karel Bauters,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens het OCMW Harelbeke

 

Stijn Soetaert,

Voorzitter OCMW-raad

 

 

 

 

Hans Piepers,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens het OCMW Kuurne

 

Chris Delneste,

Voorzitter OCMW-raad

 

 

 

 

Els Persyn,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens het OCMW Lendelede

 

Bruno Vanoverbeke,

Voorzitter OCMW-raad

 

 

 

 

Christophe Vandecasteele,

Algemeen directeur

 

 

 

Namens het OCMW Zwevegem

 

Barbara Demeulenaere,

Voorzitter OCMW-raad

 

 

 

 

Jan Vanlangenhove,

Algemeen directeur

 

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

7. Mobiliteitsraad - inrichting - aanpassing statuten - goedkeuring

 

 

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd de aangepaste statuten voor de mobiliteitsraad goed te keuren.

 

Motivering

 

De gemeenteraad keurde in zitting van 27 maart 2025 de statuten voor de mobiliteitsraad goed.

 

In artikel 4 van de goedgekeurde statuten is volgende opgenomen: 'Van elke in de gemeenteraad zetelende politieke partij kan 1 gemeenteraadslid (1 effectief of 1 plaatsvervanger) deelnemen aan de vergaderingen als niet-stemgerechtigd lid'.

 

Er werd gevraagd om dit te herzien gezien het voor een éénmansfractie nu niet mogelijk is om een plaatsvervanger aan te duiden.

 

Bijgevolg wordt voorgesteld om artikel 4 van de statuten als volgt aan te passen:

'Van elke in de gemeenteraad zetelende politieke partij kan 1 vertegenwoordiger (1 effectief of 1 plaatsvervanger) deelnemen aan de vergaderingen als niet-stemgerechtigd lid.

Het effectief lid is een gemeenteraadslid, de plaatsvervanger kan een niet-raadslid zijn van dezelfde partij van de lokale afdeling van Deerlijk met een domicilie in Deerlijk.'

 

Omwille van de leesbaarheid worden de statuten van de mobiliteitsraad integraal opnieuw ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit de statuten te wijzigen als volgt:

 

STATUTEN MOBILITEITSRAAD

 

HOOFDSTUK 1: ORGAAN

 

Artikel 1

De mobiliteitsraad is een adviesraad van het college van burgemeester en schepenen en gemeenteraad.

 

HOOFDSTUK 2: SAMENSTELLING

 

Artikel 2

De mobiliteitsraad wordt samengesteld uit enkele belangrijke stakeholders zoals burgers, handelaars, jeugd, senioren,… en enkele deskundigen. Minstens één derde van de leden is van hetzelfde geslacht, conform artikel 304 van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Het aantal stakeholders wordt beperkt tot max. 6.

 

Volgende deskundigen worden opgenomen in de mobiliteitsraad:

        verkeerscoördinator van de politiezone Gavers;

        de korpschef van de politiezone Gavers of zijn plaatsvervanger;

        mobiliteitsdeskundige Leiedal;

        expert mobiliteit;

        clusterhoofd ruimte.

 

Artikel 3

De schepen bevoegd voor mobiliteit maakt ook deel uit van de mobiliteitsraad maar is niet-stemgerechtigd.

 

Artikel 4

Van elke in de gemeenteraad zetelende politieke partij kan 1 vertegenwoordiger (1 effectief of 1 plaatsvervanger) deelnemen aan de vergaderingen als niet-stemgerechtigd lid.

Het effectief lid is een gemeenteraadslid, de plaatsvervanger kan een niet-raadslid zijn van dezelfde partij van de lokale afdeling van Deerlijk met een domicilie in Deerlijk.

 

HOOFDSTUK 3: DOELSTELLING

 

Artikel 5

De mobiliteitsraad denkt mee over een mobiliteitsvisie voor de gemeente en rond oplossingen die de verkeersveiligheid kunnen verbeteren.

 

HOOFDSTUK 4: WERKING

 

Artikel 6

De vergadering wordt voorgezeten door de schepen bevoegd voor mobiliteit of door de expert mobiliteit bij afwezigheid van de schepen. De expert mobiliteit neemt de rol van secretaris op.

 

Artikel 7

De leden kunnen zelf agendapunten aanbrengen, mits schriftelijke mededeling ervan aan de voorzitter, uiterlijk 10 dagen voor de dag van de vergadering waarvan de data vooraf worden vastgelegd. Tevens worden er punten besproken op voorstel van het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad.

 

Artikel 8

Geïnteresseerde burgers en verenigingen kunnen agendapunten doorgeven, mits schriftelijke aanvraag en motivatie. Zij kunnen dit punt op de vergadering komen voorleggen. De voorzitter en secretaris bepalen in onderling overleg wie wanneer wordt uitgenodigd.

 

Artikel 9

De mobiliteitsraad komt 2 à 3 keer per jaar samen. De vergaderdata worden jaarlijks bij het begin van het jaar vastgelegd.

 

Artikel 10

De agenda voor de mobiliteitsraad wordt bepaald binnen de beperkte mobiliteitscommissie die samengesteld is uit de verkeersdienst van de politie, de gemeentelijke ambtenaren verantwoordelijk voor mobiliteit en de schepen bevoegd voor mobiliteit. De agenda, samen met de verslagen van de beperkte mobiliteitscommissie, wordt schriftelijk en minstens 7 dagen voor de dag van de vergadering overgemaakt.

 

Artikel 11

Van elke vergadering wordt een verslag opgemaakt door de secretaris. Na bespreking van het verslag in het college van burgemeester en schepenen krijgen de leden van de mobiliteitsraad het verslag samen met de beslissingen van het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 12

Ten allen tijde kunnen werkgroepen ad hoc opgericht worden die afzonderlijk vergaderen. Deze werkgroepen bestaan minstens uit 1 lid van de mobiliteitsraad en kunnen verder aangevuld worden met externen. Elke werkgroep ad hoc duidt een voorzitter aan. Deze werkgroepen rapporteren hun werkzaamheden aan de mobiliteitsraad.

 

HOOFDSTUK 5: ADVISERING

 

Artikel 13

De door de mobiliteitsraad verstrekte adviezen zijn niet-bindend voor het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 2

 

De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met het oproepen van geïnteresseerde burgers in deze adviesraad.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

8. Belastingreglement - Ontbrekende parkeerplaatsen - goedkeuring

 

 

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het belastingreglement "ontbrekende parkeerplaatsen" goed te keuren met ingang van 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031.

 

Motivering

 

Het huidig reglement tot het vestigen van een indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen werd goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 26 november 2020 en eindigt op 31 december 2025.

 

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

 

Het college van burgemeester en schepenen is van mening dat er mogelijks betere instrumenten bestaan om de parkeerdruk op het openbaar domein te verminderen. Daarom zal bij de opmaak van de regionale en de gemeentelijke bouwcode een visie uitgewerkt worden rond de aanpak van ontbrekende parkeerplaatsen in de ruimtelijke context.

 

Er wordt voorgesteld om het bestaande kader, namelijk het heffen van een eenmalige indirecte belasting van 5.000 euro per ontbrekende parkeerplaats, aan te houden tot de nieuwe visie is uitgewerkt en daarom het bestaande reglement te verlengen tot 31 december 2031.

 

Conform artikel 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van de gemeentebelastingen en de voorwaarden ervan, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft voorliggend reglement besproken in zitting van 23 juli 2025 en heeft de voorzitter van de gemeenteraad verzocht de verlenging van dit reglement in zijn huidige vorm te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, §2, 14° Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 286, 288, 330 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

 

BELASTINGREGLEMENT ONTBREKENDE PARKEERPLAATSEN

 

Art. 1.

 

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een periode eindigend op 31 december 2031 wordt ten behoeve van de gemeente, onder de navolgende voorwaarden, een gemeentelijke indirecte belasting geheven op:

a) het ontbreken van parkeerplaatsen bij het optrekken van nieuwe gebouwen, het uitvoeren van verbouwingswerken of het wijzigen van de bestemming van een gebouw of een gedeelte ervan;

b) het wijzigen van de bestemming van één of meer van deze parkeerplaatsen.

 

Art. 2.

 

§1. De belasting is verschuldigd door:

1°de houder van een omgevingsvergunning, aan wie in deze vergunning minder parkeerplaatsen werden vergund dan voorgeschreven volgens onderstaande normen;

2°de houder van een omgevingsvergunning, die één of meer in de omgevingsvergunning begrepen parkeerplaatsen niet heeft aangelegd;

3°de titularis van een zakelijk recht inzake een parkeerplaats, die een bestemmingswijziging doorvoert aan één of meer parkeerplaatsen, dusdanig dat niet meer voldaan wordt aan de verleende omgevingsvergunning.

 

§2. De belasting is solidair verhaalbaar op de rechtsopvolgers ten algemene of bijzondere titel van de in § 1 vermelde belastingplichtigen.

 

Art. 3.

 

Onder parkeerplaatsen wordt verstaan:

        hetzij een gesloten garage;

        hetzij een standplaats in een gesloten ruimte of in open lucht, daartoe speciaal aangelegd of uitgerust, en dusdanig door het college van burgemeester en schepenen aanvaard.

Een garage moet ten minste 2,75 m breed en 5 m lang zijn. Een standplaats bestaat uit een rechthoekig vlak van tenminste 2,25 m breedte en 4,50 m lengte.

Ze moet rechtstreeks toegankelijk zijn langs een weg van minimum:

        7 m breedte als de standplaats een hoek van 90° vormt met die weg;

        5 m breedte als de standplaats een hoek van 60° vormt met die weg;

        4 m breedte als de standplaats een hoek van 45° vormt met die weg;

        3,50 m breedte als de standplaats een hoek van 30° vormt met die weg.

De parkeerplaatsen moeten worden opgericht hetzij op het bouwperceel zelf waarop het hoofdgebouw zal komen, hetzij op een perceel gelegen binnen een omtrek van 200 meter te rekenen van de omtrek van dit perceel.

 

Art. 4.

 

het aantal aan te leggen parkeerplaatsen wordt als volgt bepaald:

 

A. WOONGEBOUWEN

 

Nieuwbouw/heropbouw

- Bij de nieuwbouw en de herbouw van ééngezinswoningen dient één parkeerplaats per woongelegenheid voorzien te worden.

- Bij appartementsblokken wordt volgend onderscheid gemaakt:

        Voor appartementen gelegen in volgende zone (zie ook plan in bijlage):

        Harelbekestraat (pare kant t.e.m. nr. 56, onpare kant t.e.m. nr. 89)

        Hoogstraat

        Rodenbachstraat

        Beverenstraat (pare kant t.e.m. nr. 26, onpare kant t.e.m. loodrecht tegenover nr. 26)

        Stationsstraat (pare kant t.e.m. nr. 44, onpare kant t.e.m. nr. 49)

        Comm. Edm. Ameyestraat

        Ververijstraat

        Sint-Amandusstraat (pare kant tot nr. 14, onpare kant t.e.m. nr. 7)

        Kerkplein

        René De Clercqstraat (pare kant t.e.m. nr. 16, onpare kant t.e.m. nr. 27)

        Dammeke

        Pontstraat (onpare kant t.e.m. nr.17)

        Kapel ter Rustestraat (pare kant t.e.m. nr. 4)

        Schoolstraat

        Sint-Rochusstraat

        Vichtesteenweg (pare kant t.e.m. nr. 42, onpare kant t.e.m. nr. 35, hoek met Sint-Rochusweg)

        Nieuwstraat

moet het aantal parkeerplaatsen minimum 150 % van het aantal woongelegenheden bedragen.

        Voor appartementen gelegen buiten de hier bovengenoemde zone, moet het aantal parkeerplaatsen minimum 100 % van het aantal woongelegenheden bedragen.

 

- Bij assistentie-woningen moet één parkeerplaats per woongelegenheid voorzien worden.

 

Verbouwingswerken

Indien door de verbouwingswerken bijkomende woongelegenheden ontstaan, gelden dezelfde regels als voor nieuwbouw voor elke nieuw geschapen woongelegenheid.

 

B. HANDELSGEBOUWEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² netto handelsoppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats telkens wanneer de netto handelsoppervlakte vergroot met een schijf van 50 m².

 

De netto handelsoppervlakte is de oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van niet overdekte oppervlakten. Deze oppervlakte omvat met name de kassa-zones, de zones die zich achter de kassa’s bevinden alsook de inkomruimten, indien deze ook worden aangewend om waren uit te stallen of te verkopen.

 

C. WARENHUIZEN (handelsgebouwen met een netto handelsoppervlakte van 400 m² en meer)

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 20 m² netto handelsoppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats telkens wanneer de netto handelsoppervlakte vergroot met een schijf van 20 m².

 

De netto handelsoppervlakte is de oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van niet overdekte oppervlakten. Deze oppervlakte omvat met name de kassa-zones, de zones die zich achter de kassa’s bevinden alsook de inkomruimten, indien deze ook worden aangewend om waren uit te stallen of te verkopen.

 

D. INDUSTRIELE EN AMBACHTELIJKE GEBOUWEN, STELPLAATS VOOR AUTOBUSSEN EN TAXI’S.

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van tien tewerkgestelde personen of per schijf van 100 m² bedrijfsoppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van tien bijkomende tewerkgestelde personen of per schijf van 100 m² bijkomende bedrijfsoppervlakte.

 

Onder bedrijfsoppervlakte wordt verstaan de som van de grondoppervlakte ingenomen voor bedrijfsdoeleinden in open lucht en de vloeroppervlakte gebruikt voor de bedrijfsdoeleinden in gesloten gebouwen. Deze laatste vloeroppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren, verminderd met de oppervlakte van de verticale verbindingswegen.

Bergplaatsen en opslagplaatsen maken deel uit van de bedrijfsoppervlakte.

De parkeerplaatsen, bestemd om te voldoen aan onderhavige verordeningen, niet.

 

E. KANTOORGEBOUWEN, DIENSTEN, VRIJE BEROEPEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte.

 

De vloeroppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren,

verminderd met de oppervlakte der verticale en horizontale verbindingswegen.

 

F. AUTOHERSTELPLAATSEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte.

 

De vloeroppervlakte wordt gemeten zoals voor de kantoorgebouwen.

 

G. HOTELS

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van drie hotelkamers.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van drie bijkomende hotelkamers.

 

H. RUIMTES VOOR CULTURELE ACTIVITEITEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van tien zitplaatsen.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van tien bijkomende zitplaatsen.

 

I. RECREATIERUIMTES (fitness, bowling, privaat sportruimte, muziekklas,…)

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte.

 

De vloeroppervlakte wordt gemeten zoals voor de kantoorgebouwen.

 

J. VERZORGINGS- EN BEJAARDENTEHUIZEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van vier bedden.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van vier bijkomende bedden.

 

K. ONDERWIJSINRICHTINGEN

 

Nieuwbouw

Het aantal parkeerplaatsen wordt berekend door het aantal gewone klaslokalen te vermenigvuldigen met een der coëfficiënten welke voorkomen op onderstaande tabel.

Type onderwijsinrichting

coëfficiënt

Kleuter - en lager onderwijs

1

 

Verbouwingswerken

Dezelfde normen als voor nieuwbouw gelden voor de bijkomende gewone klassen.

Door gewone klaslokalen verstaat men een klaslokaal waarin het algemeen onderricht wordt gegeven.

Tot de gewone klassen behoren dus niet de lokalen waarin uitsluitend een bijzondere vorm van onderricht wordt gegeven.

 

L. GEMENGDE BESTEMMINGEN

 

Bij gebouwen met een gemengde bestemming worden voormelde regels afzonderlijk toegepast op de onderscheiden bestemmingszones.

 

M. FUNCTIEWIJZIGINGEN

 

Indien een gebouw door verbouwing verandert van functie, is het aantal bijkomende parkeerplaatsen het verschil tussen het aantal parkeerplaatsen van de nieuwe bestemming en van de vroegere bestemming, dit volgens voormelde indeling.

 

Art. 5.

 

Uitzonderingen:

        Dit reglement is niet van toepassing op eengezinswoningen met een gevellengte kleiner of gelijk aan 7 m, gelegen in een aaneengesloten bebouwing, waarbij het betreffende perceel van 7 m breed zich tussen 2 bebouwde percelen bevindt.

        Dit reglement is niet van toepassing indien vóór de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning reeds voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn overeenkomstig bovenstaande bepalingen, voor zowel de bestaande als de nieuwe toestand.

 

Art. 6.

 

De belasting wordt vastgesteld op 5.000 euro per ontbrekende of niet-voorbehouden parkeerplaats.

 

Art. 7.

 

Voor de afgifte van de omgevingsvergunning door het college van burgemeester en schepenen, moet de belastingplichtige het vermoedelijke bedrag van de belasting bij de financieel directeur in bewaring geven. Het bewijs hiervoor dient door betrokkene voorgelegd te worden vooraleer de vergunning wordt afgeleverd.

 

Het vermoedelijke bedrag wordt vastgesteld op basis van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen, berekend aan de hand van de plannen die bij de aanvraag om omgevingsvergunning werden gevoegd.

 

Art. 8.

 

§1. De belasting is verschuldigd één jaar nadat het hoofdgebouw onder dak staat, de ruwbouw van de verbouwingswerken beëindigd werden, of nadat het gebouw eventueel gedeeltelijk, wordt bewoond of gebruikt.

 

§2. De vaststelling dat het gebouw onder dak staat, dat de ruwbouw van de verbouwingswerken beëindigd is, geschiedt door de daartoe aangestelde beambte van het gemeentebestuur door middel van een proces-verbaal, waarin tevens het werkelijk aantal ontbrekende parkeerplaatsen op het ogenblik van de vaststelling wordt vermeld.

 

Dit proces-verbaal wordt aan de belastingplichtige toegestuurd, die vanaf de datum van ontvangst over één jaar beschikt om eventueel het aantal parkeerplaatsen aan te vullen.

 

Na het verstrijken van de termijn van één jaar wordt een tweede vaststelling gedaan door de aangestelde beambte en wordt in een proces-verbaal het definitief aantal ontbrekende parkeerplaatsen en de verschuldigde belasting vastgesteld.

Zowel bij de eerste als bij de tweede vaststelling wordt de belastingplichtige acht kalenderdagen vooraf per aangetekend schrijven uitgenodigd om bij de vaststelling aanwezig te zijn.

 

Art. 9.

 

De belasting is verschuldigd op de dag van de betekening van het proces-verbaal tot definitieve vaststelling van het ontbreken van de aanleg of de wijziging van de bestemming van de parkeerplaats.

 

Art. 10.

 

De belasting moet worden betaald binnen de 2 maanden na de verzending van het betalingsbericht aan de belastingschuldige.

 

Art. 11.

 

De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 januari 2026.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

9. Premiereglement - zwerfvuilactie - verlenging - goedkeuring

 

 

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement "zwerfvuilactie" goed te keuren met ingang van 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031.

 

Motivering

 

Voorliggend reglement betreft de verlenging van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van28 november 2019.

 

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

 

Het huidige premiereglement zwerfvuilactie eindigt op 31 december 2026. De gemeente Deerlijk werkt al geruime tijd samen met Imog via het project 'Nette Regio' om zwerfvuil op te ruimen. Ondanks deze inspanningen wordt er nog steeds vastgesteld dat de problematiek zeer actueel is. Door het verlenen van een premie voor het opruimen van zwerfvuil worden de Deerlijkse verenigingen gestimuleerd om zwerfvuil op te ruimen. De gemeente werd ingedeeld in 14 deelgebieden zodat het voor de Deerlijkse verenigingen haalbaar is om een zwerfvuilactie te organiseren. Bijgevolg is het aangewezen om het premiereglement "zwerfvuilactie" verder te behouden.

 

Conform artikel 41, tweede lid, 23° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van subsidiereglementen tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft voorliggend reglement besproken in zitting van 13 augustus 2025 en heeft de voorzitter van de gemeenteraad verzocht de goedkeuring van dit reglement te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 23° Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 286, 288, 330 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

800 euro/jaar

Actie

Overige beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0390-00/64910002

Visum

/

 

Er zal jaarlijks een budget voorzien worden in het nieuwe meerjarenplan.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

 

PREMIEREGLEMENT ZWERFVUILACTIE

 

Art. 1. - Toepassingsgebied

 

Men kan een premie verkrijgen voor het organiseren van een zwerfvuilactie door een Deerlijkse vereniging of organisatie, al dan niet aangesloten bij een gemeentelijke raad.

 

Art. 2. - Doelstelling

 

Deze premie heeft tot doel om Deerlijkse verenigingen te stimuleren om zwerfvuil op te ruimen en zo een nettere gemeente te bekomen.

 

Art. 3. - Premiegerechtigde

 

De premie kan aangevraagd worden door een Deerlijkse vereniging of organisatie, al dan niet aangesloten bij een gemeentelijke raad.

 

Art. 4. - Bedrag

 

De premie bedraagt: 100 euro per deelgebied.

 

Art. 5. - Voorwaarden

 

        De zwerfvuilactie dient minstens over 1 volledig deelgebied te gebeuren, zoals aangeduid op de kaart die deel uitmaakt van dit reglement.

        Er dient minimum één maand te verstrijken tussen twee opeenvolgende zwerfvuilacties op hetzelfde deelgebied. Mits motivatie kan het college van burgemeester en schepenen hiervan afwijken.

        Het deelgebied waarin de zwerfvuilactie doorgaat kiest de vereniging/organisatie zelf. Mits motivatie kan het college van burgemeester en schepenen een deelgebied aan de vereniging of organisatie toewijzen om in aanmerking te komen voor de toelage.

        Het zwerfvuil wordt ingezameld in zakken die ter beschikking gesteld worden door Imog.

        Het zwerfvuil moet zoveel mogelijk in fracties geselecteerd worden, minimaal moet PMD apart ingezameld worden.

        Het ingezamelde zwerfvuil wordt verzameld op één of meerdere verzamelpunt(en) in overleg met de gemeente.

 

Art. 6. - Aanvraag- en toekenningsprocedure

 

De Deerlijkse vereniging of organisatie, al dan niet aangesloten bij een gemeentelijke raad, dient minstens 15 dagen voor de zwerfvuilactie zijn aanvraag schriftelijk te richten aan het college van burgemeester en schepenen door middel van het aanvraagformulier.

 

Na de zwerfvuilactie worden de aangevraagde deelgebieden door de gemeente aan een controle ter plaatse onderworpen. Na positieve controle ter plaatse wordt de premie uitbetaald. De premie wordt slechts toegekend binnen de perken van het op het gemeentebudget ingeschreven krediet.

 

Het college van burgemeester en schepenen behoudt zich het recht voor te allen tijde na te gaan of aan de voorwaarden van dit premiereglement voldaan is. De aanvrager zal niets doen dat er kan toe strekken deze controle moeilijk of onmogelijk te maken.

 

Art. 7. - Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Art. 8.

 

Het gemeenteraadsbesluit van 28 november 2019 houdende de vaststelling van het premiereglement zwerfvuilactie wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 januari 2026.

 

Artikel 6

 

Het gemeenteraadsbesluit van 28 november 2019 houdende de vaststelling van het premiereglement zwerfvuilactie wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

10. Belastingreglement op niet maximaal afkoppelen van hemelwater en huishoudelijk afvalwater - goedkeuring

 

 

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het "Belastingreglement op het niet maximaal afkoppelen van hemelwater en huishoudelijk afvalwater" goed te keuren met ingang van 1 januari 2026 voor een periode eindigend op 31 december 2031.

 

Motivering

 

Voorliggend reglement betreft de verlenging van het bestaande belastingreglement op het niet maximaal afkoppelen van hemelwater en huishoudelijk afvalwater zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2019 en eindigend op 31 december 2025.

 

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

In het kader van het integraal waterbeheer moet bij de aanleg of heraanleg van een openbaar rioleringsstelsel een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd worden en overeenkomstig de Vlarem-wetgeving is het verplicht om bij de aanleg van een gescheiden openbaar rioleringsstelsel gescheiden aan te sluiten. Bijgevolg worden eigenaars van bestaande gebouwen die aansluiten op dit gescheiden openbaar rioleringsstelsel verplicht om op privaat domein een scheiding van hemelwater en huishoudelijk afvalwater door te voeren.

 

De maximale afkoppeling op privaat domein is tevens noodzakelijk om in aanmerking te komen voor subsidies van de Vlaamse Overheid voor de uitvoering van rioleringswerken.

Bijgevolg is het noodzakelijk om de eigenaars te sensibiliseren en te begeleiden zodat het hemelwater op privaat domein optimaal afgekoppeld wordt in synergie met de rioleringswerken op openbaar domein. De gemeente Deerlijk ondersteunt de inwoners van een straat waar rioleringswerken worden uitgevoerd door het aanstellen van een afkoppelingsdeskundige en door het toekennen van een premie voor het uitvoeren van afkoppelingswerken op privaat domein.

 

Conform artikel 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van de gemeentebelastingen en de voorwaarden ervan, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft voorliggend reglement besproken in zitting van 23 juli 2025 en heeft de voorzitter van de gemeenteraad verzocht de goedkeuring van dit reglement te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.

 

Juridische gronden

 

        basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 14° Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        artikel 6.2.2.1.2 van Titel II van het VLAREM

        Ministerieel besluit van 28 juni 2011 betreffende de keuring van de binneninstallatie en privéwaterafvoer, en latere wijzigingen

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit volgend reglement goed te keuren met ingang van 1 januari 2026 voor de periode eindigend op 31 december 2031:

 

Belastingreglement op het niet maximaal afkoppelen van hemelwater en huishoudelijk afvalwater

 

Art. 1.

 

Voor de toepassing van dit belastingreglement gelden volgende definities

        Entiteit: elke woongelegenheid, gebouw, parking,… waar een regenwaterafkoppeling moet gebeuren.

        Maximale afkoppeling: bij open en halfopen bebouwing moet alle hemelwater gescheiden van afvalwater afgevoerd worden. Bij gesloten bebouwing moet het hemelwater gescheiden van het afvalwater afgevoerd worden, behalve indien hiervoor leidingen door of onder de woning moeten aangelegd worden.

        Afkoppelingsdeskundige: een door de gemeente aangestelde deskundige die technisch advies geeft aan de aangelande eigenaar, desgevallend huurder, voor het maximaal afkoppelen van hemelwater en helpt bij de subsidieaanvraag. Hij/zij kan tevens controle doen van de afkoppelingswerken.

 

Art. 2.

 

Er wordt een gemeentebelasting gevestigd op het niet maximaal of, indien de afkoppelingsdeskundige dit niet mogelijk achtte, het niet optimaal afkoppelen van hemelwater, zoals opgelegd in Vlarem II, naar aanleiding van de aanleg van een gescheiden openbaar rioleringsstelsel in de door de gemeente vastgestelde rioleringsprojecten.

 

Art. 3.

 

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die eigenaar is van de entiteit. Zo de entiteit het voorwerp uitmaakt van vruchtgebruik, recht van opstal of erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of de erfpachter.

 

Ingeval er meerdere eigenaars, vruchtgebruikers, opstalhouders of erfpachters zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

 

In geval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar, vruchtgebruiker, opstalhouder of erfpachter beoordeeld op datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. Er zal geen rekening gehouden worden met een tussen partijen gesloten overeenkomst.

 

Art. 4.

 

Het belastbaar feit ontstaat als de afkoppeling van het hemelwater op privaat domein niet maximaal of, indien de afkoppelingsdeskundige dit niet mogelijk achtte, niet optimaal werd gerealiseerd vóór de voorlopige oplevering van de wegenis- en rioleringswerken op openbaar domein.

 

De belasting wordt als volgt berekend:

        Voor de eerste 12 maand na de voorlopige oplevering van de wegenis- en rioleringswerken op openbaar domein: een forfaitair bedrag van 100 euro per begonnen maand dat de afkoppeling op privaat domein niet maximaal of niet optimaal werd gerealiseerd.

        vanaf de 13e maand na de voorlopige oplevering van de wegenis- en rioleringswerken op openbaar domein: een forfaitair bedrag van 200 euro per begonnen maand dat de afkoppeling op privaat domein niet maximaal of niet optimaal werd gerealiseerd.

 

Art. 5.

 

Een door de gemeente gemachtigd ambtenaar kan de niet maximale of niet optimale afkoppeling ten allen tijde vaststellen en hiervan een P.V. opmaken. Dit P.V. vormt de basis tot het inkohieren van de belasting. Het college van burgemeester en schepenen stelt dit kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

Het maximaal afkoppelen van hemelwater en huishoudelijk afvalwater dient te worden aangetoond met een "conformiteitsattest m.b.t. de aansluiting van de private waterafvoer op de openbare riolering of IBA". Dit attest moet verstrekt worden door een erkend keurder.

 

Art. 6.

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Art. 7.

 

De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en

schepenen volgens de modaliteiten van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 januari 2026.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

11. Premiereglement - Afkoppeling en scheiding hemelwater en afvalwater op privaat domein - goedkeuring

 

 

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het premiereglement voor afkoppeling en scheiding van hemelwater en afvalwater op privaat domein, goed te keuren met ingang van 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031.

 

Motivering

 

Voorliggend reglement betreft de verlenging van het bestaande premiereglement voor de afkoppeling en scheiding van hemelwater en afvalwater op privaat domein zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 en dit eindigt op 31 december 2025.

 

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

 

Bij de aanleg en heraanleg van openbare riolering dient een gescheiden stelsel aangelegd te worden.

 

Overeenkomstig de VLAREM-reglementering worden gebouwen, die via een gemengde afvoer aansluiten op de openbare riolering, verplicht tot afkoppeling en scheiding van hemelwater en afvalwater op privaat domein op het ogenblik dat er een gescheiden riolering in de openbare weg wordt aangelegd. De kosten voor de particulier kunnen soms oplopen, in het bijzonder als de werken gepaard gaan met de opbraak van bestaande verharding (terras, oprit).

 

Bij de aanleg of heraanleg van openbare riolering is de optimale afkoppeling van bestaande gebouwen langsheen het tracé een voorwaarde voor subsidiëring.

 

In het kader van de realisatie van het zoneringsplan moeten nog tal van projecten inzake aanleg en heraanleg van openbare riolering uitgevoerd worden en het blijft wenselijk om bij dergelijke projecten de nodige financiële stimuli te voorzien voor afkoppeling en scheiding van hemelwater en afvalwater op privaat domein.

 

Conform artikel 41, tweede lid, 23° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van subsidiereglementen tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft voorliggend reglement besproken in zitting van 20 augustus 2025 en heeft de voorzitter van de gemeenteraad verzocht de goedkeuring van dit reglement te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 23° van het Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

20.000 euro

 

Hiervoor  zal budget voorzien worden in het nieuwe MJP 2026 - 2031.

 

Het jaarlijkse bedrag aan uit te betalen premies kan sterk variëren afhankelijk van de rioleringsprojecten in uitvoering.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

 

PREMIEREGLEMENT VOOR AFKOPPELING EN SCHEIDING VAN HEMELWATER EN

AFVALWATER OP PRIVAAT DOMEIN

 

Art. 1. - Begrippen

 

Voor de toepassing van dit premiereglement gelden volgende definities:

        gescheiden openbaar rioleringsstelsel: een dubbel stelsel van leidingen waarvan het ene stelsel bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater en het  andere voor het opvangen en transporteren van hemelwater en dat gelegen is op het openbaar domein

        DWA-leiding (Droog Weer Afvoerleiding): het onderdeel van het gescheiden openbaar rioleringsstelsel dat bestemd is voor het ontvangen en transporteren van huishoudelijk afvalwater

        RWA-leiding (Regen Weer Afvoerleiding): het onderdeel van het gescheiden openbaar rioleringsstelsel dat bestemd is voor het ontvangen en transporteren van het hemelwater

        bestaande woning: woning die werd opgericht ingevolge een niet-vervallen bouwvergunning, afgeleverd vóór 7 september 1999, d.w.z. 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad van de Algemene Bouwverordening inzake hemelwaterputten

        afkoppelingsadviseur: een door de gemeente of rioolbeheerder aangestelde adviseur die technisch advies geeft aan de particulier voor het optimaal afkoppelen van hemelwater en helpt bij de subsidieaanvraag. Hij/zij doet tevens controle van de afkoppelingswerken.

        eigenaar: hij die het gebouw in volle eigendom heeft of hij die bewijst er een ander zakelijk recht op te hebben

 

Art. 2. - Toepassingsgebied

 

De gemeente voorziet, binnen de perken van de kredieten voorzien op het budget, een premie voor het scheiden van het bestaande afvoersysteem op privaat domein, wanneer een nieuw gescheiden openbaar rioleringsstelsel wordt aangelegd.

 

Art. 3.

 

Enkel bestaande (meergezins)woningen gelegen op het grondgebied van de gemeente Deerlijk komen in aanmerking voor de gemeentelijke premie.

 

Art. 4.

 

De premie wordt enkel toegekend indien de aanleg van een gescheiden privaat afvoersysteem niet verplicht wordt gesteld door een goedgekeurde verordening of een afgeleverde verkavelings- of omgevingsvergunning.

 

Art. 5. - Premiegerechtigde

 

De premie kan aangevraagd worden door de eigenaar of de bewoner (mits schriftelijk akkoord van de eigenaar) van de woning.

 

Art. 6. - Bedrag

 

De premie is éénmalig per bestaande woning en bedraagt maximaal 1.000 euro.

  

Art. 7. - Wijze van bepaling van het premiebedrag

 

Het premiebedrag wordt als volgt samengesteld:

        Indien de particulier voor de uitvoering van de afkoppelingswerken een aannemer aanstelt, wordt het premiebedrag vastgesteld op 50 % van de bewezen aannemingskosten.

        Indien de particulier de werken zelf uitvoert, wordt het premiebedrag vastgesteld op 75 % van de bewezen materiaalkosten.

        Indien de afkoppelingswerken gedeeltelijk door de particulier zelf en gedeeltelijk door een aannemer worden uitgevoerd, wordt voor het vaststellen van het premiebedrag de som genomen van 50 % van de bewezen aannemingskosten en 75 % van de bewezen materiaalkosten.

 

De kosten die in aanmerking komen voor de premie zijn de kosten voor de rioleringswerken en de hiermee gepaard gaande opbraak- en verhardingswerken. Beplanting komt niet in aanmerking.

  

Art. 8. - Voorwaarden

 

Om in aanmerking te komen voor de premie moeten de afkoppelingswerken uitgevoerd worden:

        overeenkomstig de VLAREM-wetgeving;

        conform de plannen en afspraken met de afkoppelingsadviseur, aangesteld door het gemeentebestuur of de rioolbeheerder;

        uiterlijk voor de voorlopige oplevering van de rioleringswerken in de openbare weg.

 

Art. 9. - Aanvraag- en toekenningsprocedure

 

De aanvraag tot het bekomen van de premie moet ingediend worden bij het gemeentebestuur, op het door de gemeente ter beschikking gestelde formulier. De aanvraag dient te worden ingediend maximaal 6 maanden na de voorlopige oplevering van de rioleringswerken in de openbare weg, met vermelding van:

        naam en adres van de aanvrager;

        adres van de woning waarvoor de premie wordt aangevraagd;

        percentage afkoppeling hemelwater.

 

Aan het aanvraagformulier moeten volgende documenten toegevoegd worden:

        het schriftelijk akkoord van de eigenaar indien de aanvraag gebeurt door de bewoner

        ontwerpplan en kostenraming van de uit te voeren werken, opgesteld door de aangestelde afkoppelingsdeskundige

        een ondertekende toelating aan de afkoppelingsadviseur aangesteld door de gemeente of rioolbeheerder om controle ter plaatse uit te voeren

        een kopie van de facturen in verband met de door een aannemer uitgevoerde afkoppelingswerken en bijbehorende betalingsbewijzen of een kopie van de kasticketten of facturen van de aangekochte materialen en bijbehorende betalingsbewijzen indien de werken eigenhandig werden uitgevoerd

        een kopie van het attest van keuring van het private rioleringsstelsel van een erkend keurder, na uitvoering van de afkoppelingswerken

        een verklaring op eer dat de afkoppelingswerken uitgevoerd werden, conform de plannen en afspraken opgemaakt door de afkoppelingsadviseur aangesteld door de gemeente of de rioolbeheerder.

 

Art. 10.

 

De aanvraag wordt door de gemeente technisch en administratief onderzocht en op basis van dit onderzoek wordt beslist over de toekenning van de premie en het bedrag ervan.

 

Art. 11.

 

Premies die werden uitbetaald op basis van een bedrieglijke aanvraag zullen worden teruggevorderd. Deze terugvordering sluit de mogelijkheid van gerechtelijke vervolging niet uit.

 

Art. 12.

 

Het gescheiden afvoersysteem moet in stand gehouden worden, zo niet zal van de premie-ontvanger de premie worden teruggevorderd, ongeacht eventuele gerechtelijke vervolging vanwege het niet naleven van de VLAREM wetgeving.

 

Art. 13. - Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 januari 2026

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

12. Retributiereglement - standplaatsen frituren - goedkeuring

 

 

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het retributiereglement "standplaatsen frituren" goed te keuren met ingang van 01 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031.

 

Motivering

 

Voorliggend reglement betreft de aanpassing en verlenging van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 19 december 2019 en eindigend op 31 december 2025.

 

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

 

Het gebruik van openbare pleinen en wegenis als bestendige standplaats voor het uitbaten van een frituur brengt bepaalde kosten van toezicht en schoonmaak met zich mee zodat het wenselijk is om deze kosten op de gebruiker te verhalen.

 

Conform artikel 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft voorliggend reglement besproken in zitting van 20 augustus 2025 en heeft de voorzitter van de gemeenteraad verzocht de goedkeuring van dit reglement te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.

 

Volgend advies van de dienst lokale economie werd verleend:

 

Het bestaande reglement mag verlengd worden. De aanpassing betreft enkel en alleen het verwijderen van de betalingsmodaliteiten uit het reglement. Deze informatie wordt namelijk al meegegeven via de facturatie en is dus overbodig in dit reglement.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 14° Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 286, 288, 330 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT STANDPLAATSEN FRITUREN

 

Art. 1 - Toepassingsgebied

 

Er wordt een retributie gevestigd op het innemen van een standplaats op het openbaar domein door frituren.

 

Art. 2 - Doelstelling

 

De heffing van deze retributie heeft tot doel het gelijk behandelen van de inname van het openbaar domein door frituren.

 

Art. 3 - Heffingsplichtige

 

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de standplaats is toegekend.

 

Art. 4 - Bedrag

 

De retributie is als volgt vastgesteld:

 

        3 euro per vierkante meter per maand.

 

Dit tarief wordt jaarlijks geïndexeerd (gezondheidsindex) volgens volgende formule:

 

Bedrag van voormelde retributie x indexcijfer van december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de betaling slaat

Indexcijfer van januari 2015

 

Art. 5 - aanpassing bedrag

 

Het bedrag vermeld in art. 4 wordt op 1 januari van elk jaar aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen.

 

Art. 6 - Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 januari 2026.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

13. Retributiereglement - Individueel bezoldigd personenvervoer (IBPV) - goedkeuring

 

 

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het retributiereglement "individueel bezoldigd personenvervoer" goed te keuren met ingang van 1 januari 2026 en voor onbepaalde duur.

 

Motivering

 

Voorliggend reglement betreft de aanpassing en verlenging van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 30 april 2020.

 

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

 

De Vlaamse Regering heeft het decreet individueel bezoldigd personenvervoer van 29 maart 2019 finaal in uitvoering gebracht op 8 november 2019. Deze regelgeving, die inging op datum van 1 januari 2020, heeft als doelstelling om alle vormen van individueel bezoldigd personenvervoer binnen eenzelfde kader te behandelen en tegen 2030 een zero-emissie van de ingezette wagens te bereiken.

 

Hierbij onderscheiden we 2 categorieën:

        Categorie A: vergunning individueel bezoldigd personenvervoer waaronder de volgende 4 categorieën vervat zitten:

        Straattaxi

        Standplaatstaxi

        Ceremoniewagen

        Openbaarvervoertaxi

 

        Categorie B: bestuurderspas

 

Daarbij wordt als volgt gehandeld:

        Categorie A: de exploitant is verplicht zijn vergunning aan te vragen in de gemeente waar de exploitatiezetel gevestigd is.

        Categorie B: de bestuurder vraagt zijn bestuurderpas aan in de gemeente waar hij gedomicilieerd is.

        Alle voorwaarden met betrekking tot moraliteit, beroepsbekwaamheid, solvabiliteit, talenkennis, wagens en retributie om in aanmerking te komen voor een vergunning of bestuurderspas worden bepaald door de Vlaamse Regering.

        De retributie voor een vergunning of bestuurderspas werden bepaald door de Vlaamse Regering maar worden geïnd door de gemeenten waar deze worden aangevraagd.

 

Conform artikel 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft voorliggend reglement besproken in zitting van 20 augustus 2025 en heeft de voorzitter van de gemeenteraad verzocht de goedkeuring van dit reglement te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.

 

Volgend advies van de dienst lokale economie werd verleend:

 

Het bestaande reglement mag verlengd worden. De aanpassing betreft enerzijds de tarieven die geactualiseerd werden ten opzichte van het vorig reglement. Als tweede en laatste aanpassing werden de betalingsmodaliteiten uit het reglement gehaald. Deze informatie wordt namelijk al meegegeven via de facturatie en is dus overbodig in dit reglement.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 14° Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Decreet betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer van 29 maart 2019

        Besluit Vlaamse Regering betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer van 8 november 2019

        Art. 286, 288, 330 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT INDIVIDUEEL BEZOLDIGD PERSONENVERVOER

 

Art. 1 - Begrippen

 

        Bezoldigd personenvervoer: het vervoer van personen waarvoor een vergoeding wordt gevraagd die hoger is dan de vervoersonkosten.

        Bestuurder: elke natuurlijke persoon die een voertuig bestuurt waarmee diensten voor individueel bezoldigd personenvervoer worden verricht.

        Exploitant: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer exploiteert.

        Vergunning: de vergunning voor de exploitatie van een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer.

        Bestuurderspas: elke bestuurder die diensten van individueel bezoldigd personenvervoer aanbiedt, dient in het bezit te zijn van een geldige bestuurderspas.

 

Art. 2 - Toepassingsgebied

 

Er wordt een gemeentelijke retributie gevestigd op het individueel bezoldigd personenvervoer in 2 categorieën:

        Categorie A: vergunning individueel bezoldigd personenvervoer waaronder de volgende 4 categorieën vervat zitten:

        Straattaxi

        Standplaatstaxi

        Ceremoniewagen

        Openbaarvervoertaxi

 

        Categorie B: bestuurderspas

 

Er is sprake van een taxidienst of individueel bezoldigd personenvervoer als:

        De klant de bestemming bepaalt.

        Er geen vast traject is.

        Er geen vaste haltes zijn.

        Er maximaal 9 inzittenden zijn, inclusief de bestuurder.

 

Art. 3 - Doelstelling

 

De heffing van deze retributie heeft tot doel het gelijk behandelen van alle vormen van individueel bezoldigd personenvervoer binnen eenzelfde kader.

 

Art. 4 - Heffingsplichtige

 

        Categorie A: de retributie is verschuldigd door de exploitant.

        Categorie B: de retributie is verschuldigd door de bestuurder.

 

Art. 5 - Bedrag

 

De retributie is als volgt vastgesteld:

 

        Categorie A:

        Het bedrag van 306,17 euro per jaar voor milieuvriendelijke voertuigen. De milieuvriendelijkheid van het voertuig is te bepalen volgens de opgelegde emissienormen.

        Het bedrag van 428,64 euro per jaar voor andere voertuigen.

 

        Categorie B:

        Het bedrag van 24,49 euro voor de aanmaak van de bestuurderspas.

 

Art. 6

 

De retributies vermeld in art. 5 zijn verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning of bestuurderspas afgeleverd werd. De vergunninghouder is de eerste jaarlijkse retributie vermeld in art. 5 categorie A verschuldigd op het ogenblik van de afgifte van de vergunning en nadien telkens op 1 januari van het kalenderjaar.

 

De aanvrager van de bestuurderspas betaalt de retributie vermeld in art. 5 categorie B voordat de bestuurderspas wordt uitgereikt.

 

Art. 7

 

De retributies vermeld in art. 5 categorie A zijn jaarlijks verschuldigd en ondeelbaar ten laste van de houder van de vergunning vermeld op 1 januari van het kalenderjaar of op het moment van afgifte. De vermindering van het aantal voertuigen geeft geen aanleiding tot een retributieteruggave. Dit geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning of bestuurderspas of het buiten werking stellen van 1 of meerdere voertuigen voor welke reden dan ook. Het indienen van een klacht heft de invorderbaarheid van de retributie niet op.

 

Art. 8

 

De bedragen vermeld in art. 5 worden op 1 januari van elk jaar aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het retributiejaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025.

 

Art. 9 - Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig voor onbepaalde duur.

 

Art. 10

 

Het gemeenteraadsbesluit van 30 april 2020 houdende de vaststelling van het retributiereglement op individueel bezoldigd personenvervoer wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 januari 2026.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

14. Retributiereglement - ambulante handel - goedkeuring

 

 

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het retributiereglement "ambulante handel" goed te keuren met ingang van 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031.

 

Motivering

 

Voorliggend reglement betreft de aanpassing en verlenging van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 19 december 2019 en dat eindigt op 31 december 2025.

 

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

 

De gemeente krijgt regelmatig aanvragen tot het verkrijgen van een niet-bestendige standplaats voor het uitoefenen van ambulante handel. Het gebruik van openbare pleinen en wegenis als bestendige standplaats voor het uitoefenen van ambulante handel brengt bepaalde kosten van toezicht en schoonmaak met zich mee zodat het nog steeds wenselijk blijft om deze kosten op de gebruiker te verhalen.

 

Conform artikel 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft voorliggend reglement besproken in zitting van 20 augustus 2025 en heeft de voorzitter van de gemeenteraad verzocht de goedkeuring van dit reglement te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.

 

Volgend advies van de dienst lokale economie werd verleend:

 

Het bestaande reglement mag verlengd worden. De aanpassing betreft enkel en alleen het verwijderen van de betalingsmodaliteiten uit het reglement. Deze informatie wordt namelijk al meegegeven via de facturatie en is dus overbodig in dit reglement.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 14° Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.

        KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten.

        De algemene politieverordening, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, in het bijzonder Deel 2, Titel 7, Hoofdstuk 1.

        Art. 286, 288, 330 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT AMBULANTE HANDEL

 

Art. 1 - Begrippen

 

        Ambulante handel: de verkoop, de te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop aan de consument van producten en diensten, door een handelaar buiten de vestigingen die vermeld zijn in zijn inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen of door een persoon die niet over zo’n vestiging beschikt, zoals nader omschreven in de wetgeving betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten.

 

Art. 2 - Toepassingsgebied

 

Er wordt een retributie gevestigd op de uitoefening van ambulante activiteiten op openbaar domein tenzij deze uitoefening onderworpen is aan een ander gemeentereglement inzake belasting of retributie of wanneer zij het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst die de financiële belangen van de gemeente waarborgt.

 

Art. 3

 

Een standplaats op het openbaar domein kan enkel toegewezen worden aan:

        De natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen en houder zijn van een ‘machtiging als werkgever’.

        Rechtspersonen die dezelfde activiteit uitoefenen. De standplaatsen worden toegekend door tussenkomst van een persoon verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de vennootschap die houder is van de ‘machtiging als werkgever’.

 

Art. 4

 

Behoudens voorafgaande schriftelijke machtiging van het college van burgemeester en schepenen is het verboden om het openbaar domein in te nemen teneinde ambulante handel uit te oefenen.

 

Art. 5 - Doelstelling

 

De heffing van deze retributie heeft tot doel het gelijk behandelen van de inname van het openbaar domein voor de uitoefening van ambulante handel.

 

Art. 6 - Heffingsplichtige

 

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de standplaats is toegekend.

 

Art. 7 - Bedrag

 

De retributie is als volgt vastgesteld:

 

        Standplaats: 3 euro per lopende meter per dag met een minimum van 20 euro.

        Elektriciteit: bij het gebruik van elektriciteit van de gemeentelijke overheid wordt een forfaitaire vergoeding van 5 euro per dag per standplaats aangerekend.

 

Art. 8

 

Ieder gedeelte van een plaatseenheid wordt aangerekend voor een volle eenheid en elke aangevangen periode wordt beschouwd als een volledige. De lopende meters die in aanmerking worden genomen, zijn de meters van het openbaar domein die ingenomen worden voor de goede uitoefening van de ambulante activiteit.

 

Art. 9 - Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in voorgaand artikel van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Artikel 5

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur treedt onderhavig reglement in werking op 1 januari 2026.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

15. Jaarrekening 2024 - goedkeuring gouverneur - kennisname

 

 

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van het besluit van de gouverneur om de jaarrekening 2024 van de gemeente goed te keuren.

 

Motivering

 

De gemeenteraad heeft op 24 april 2025 de jaarrekening 2024 vastgesteld.

Op 8 augustus 2025 werd de jaarrekening goedgekeurd door de gouverneur. Dit besluit bevindt zich in bijlage.

De gemeenteraad dient hier kennis van te nemen.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 332, § 1, 3e lid Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur omtrent de goedkeuring van de jaarrekening 2024.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

16. Uitvoering meerjarenplan 2020-2025 - opvolgingsrapportering 1e semester 2025 - kennisname

 

 

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de opvolgingsrapportering aangaande de uitvoering van het meerjarenplan 2020-2025, voor het eerste semester van 2025.

 

Motivering

 

Vanaf 1 januari 2020 voorziet het Decreet Lokaal Bestuur dat er minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar wordt voorgelegd. Het rapport over het eerste semester van 2025 bevindt zich in bijlage. Er zijn geen wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van de laatste aanpassing van het meerjarenplan, noch in de financiële risico's.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 263, 2e lid Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad neemt kennis van het opvolgingsrapport betreffende de uitvoering van het meerjarenplan 2020-2025 voor het eerste semester van 2025.

 

 

 

De openbare zitting van de gemeenteraad wordt geschorst om te hernemen na de openbare zitting van de OCMW-raad.

Publicatiedatum: 03/09/2025
Overzicht punten

 

Zitting van 11 SEPTEMBER 2025

17. Vragen gesteld door raadsleden - kennisname

 

 

 

Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraadsleden wordt gevraagd kennis te nemen van de vragen gesteld door raadsleden.

 

Motivering

 

Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de gemeenteraadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden die niet op de agenda van de gemeenteraad staan in het punt 'Vragen gesteld door raadsleden'.

 

Op deze mondelinge vragen wordt, ofwel mondeling ter zitting, ofwel schriftelijk (elektronisch), ten laatste binnen de maand na de vraagstelling geantwoord.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 31 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad neemt kennis van de door de gemeenteraadsleden gestelde vragen.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.