Zitting van 16 DECEMBER 2021

1. Ontslag schepen Sandra De Leeuw-Goussey - kennisname

Aanleiding en context

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van het ontslag als schepen van mevrouw Sandra De Leeuw - Goussey.

Motivering

Op 3 januari 2019, de eerste zitting van de gemeenteraad van huidige legislatuur, werd mevrouw Sandra De Leeuw - Goussey verkozen tot derde schepen en legde zij de eed af als gemeenteraadslid en als schepen.

Artikel 48 van het Decreet Lokaal Bestuur regelt dat de schepen die ontslag wil nemen, dat schriftelijk meedeelt aan de voorzitter van de gemeenteraad. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de gemeenteraad de kennisgeving ontvangt.

De schepen blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid, of tot de gemeenteraad, met toepassing van artikel 49, § 1, eerste lid, heeft beslist om het opengevallen schepenmandaat niet in te vullen.

Op 17 november 2021 deelde mevrouw Sandra De Leeuw - Goussey haar ontslag als schepen met ingang van 16 december 2021 per mail mee aan de voorzitter van de gemeenteraad.

De voorzitter van de gemeenteraad nam hiervan kennis op 17 november 2021.

Het college van burgemeester en schepenen verzocht de voorzitter van de gemeenteraad in zitting van 24 november 2021 om onderhavige materie te agenderen op de gemeenteraad van 16 december 2021.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Artikels 42, 43 en 48 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Artikel 162 van de grondwet

◦          Artikels 326 tot en met 341 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag als schepen van mevrouw Sandra De Leeuw - Goussey.

Artikel 2

Afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan mevrouw Sandra De Leeuw - Goussey.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

2. Ontslag schepen - opengevallen schepenmandaat - invulling - beslissing

Aanleiding en context

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd te beslissen omtrent de invulling van het opengevallen schepenmandaat.

Motivering

In huidige zitting werd kennis genomen van het ontslag van mevrouw Sandra De Leeuw - Goussey als schepen.

Artikel 49 van het Decreet Lokaal Bestuur stelt dat als een schepen ontslag heeft genomen, de gemeenteraad beslist of het opengevallen schepenmandaat wordt ingevuld.

Als de gemeenteraad beslist om het mandaat niet in te vullen, kan het mandaat voor de rest van de zittingsperiode niet meer ingevuld worden.

Als de gemeenteraad beslist om het mandaat in te vullen, wordt tot een nieuwe verkiezing van een schepen overgegaan binnen twee maanden na het openvallen van het schepenmandaat.

Er wordt voorgesteld om het opengevallen schepenmandaat in te vullen.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Artikels 42, 43 en 48 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Artikel 162 van de grondwet

◦          Artikels 326 tot en met 341 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad beslist om het opengevallen schepenmandaat in te vullen.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

3. Verkiezing en eedaflegging als schepen - Philip Ghekiere - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd

●        kennis te nemen van de verklaring van de voorzitter van de gemeenteraad omtrent de ontvankelijkheid van de voordrachtakte van de kandidaat-schepen de heer Philip Ghekiere;

●        de heer Philip Ghekiere te verkiezen als schepen met ingang van vandaag, 16 december 2021;

●        kennis te nemen van de eedaflegging van de heer Philip Ghekiere als schepen, in handen van de burgemeester;

●        de nieuwe rangorde van de schepenen te bepalen.

Motivering

Op 17 november 2021 deelde mevrouw Sandra De Leeuw - Goussey haar ontslag als schepen met ingang van 16 december 2021 per mail mee aan de voorzitter van de gemeenteraad.

De gemeenteraad heeft in huidige zitting van 16 december 2021 beslist om het opengevallen schepenmandaat in te vullen.

Op 2 december 2021 werd aan de algemeen directeur een voordrachtakte overhandigd voor de aanduiding van een kandidaat-schepen, zijnde de heer Philip Ghekiere.

De algemeen directeur heeft de akte van voordracht van de kandidaat-schepen ter zitting overhandigd aan de voorzitter van de gemeenteraad.

De schepen wordt verkozen op basis van een akte van voordracht van de kandidaat-schepen, ondertekend door meer dan de helft van de verkozen raadsleden.

Om ontvankelijk te zijn moet voormelde akte van voordracht ook ondertekend zijn door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat zijn verkozen.

Als de lijst waarop een kandidaat-schepen voorkomt maar twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van één van hen.

Met behoud van de toepassing van artikel 43 van het Decreet Lokaal Bestuur kan elk raadslid maar één akte van voordracht ondertekenen per schepenmandaat. Overtreding van dat verbod wordt bestraft overeenkomstig artikel 7, § 2.

Huidig schepen mevrouw Sandra De Leeuw - Goussey blijft haar mandaat uitoefenen tot 16 december 2021. Aangezien zij uitsluitend haar ontslag indiende als schepen, blijft zij raadslid.

De voorzitter van de gemeenteraad gaat na of de voordrachtakte voor de kandidaat-schepen ontvankelijk is. In voorkomend geval wordt de voorgedragen kandidaat-schepen verkozen verklaard.

Artikel 44 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de schepenen, voor ze hun mandaat aanvaarden, in openbare zitting van de gemeenteraad, de volgende eed afleggen in handen van de burgemeester: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.".

De kandidaat-schepen de heer Philip Ghekiere heeft reeds op 3 januari 2019 de eed als gemeenteraadslid afgelegd.

Door de verkiezing van een nieuwe schepen wijzigt de samenstelling van het college van burgemeester en schepenen. De nieuw verkozen schepen zal de rang innemen van de schepen die vervangen wordt.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Artikels 42, 43, 44 en 49 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De voorzitter van de gemeenteraad verklaart de akte van voordracht van de kandidaat-schepen  de heer Philip Ghekiere ontvankelijk.

Artikel 2

De gemeenteraad verklaart de heer Philip Ghekiere verkozen als schepen met ingang van 16 december 2021.

Artikel 3

Schepen Philip Ghekiere legt tijdens de openbare zitting in handen van de burgemeester de volgende eed af: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen".

Artikel 4

De heer Philip Ghekiere zal de rang innemen van schepen Sandra De Leeuw - Goussey die wordt vervangen.

Vanaf 16 december 2021 is de volgorde van de schepenen als volgt:

●        De heer Bert Jozef Schelfhout, blijft aangesteld als eerste schepen;

●        Mevrouw Regina Josephina Cornelia Rooryck, blijft aangesteld als tweede schepen;

●        De heer Philip Joseph Gustave Ghekiere, zopas aangesteld als schepen, wordt derde schepen;

●        De heer Matthias Jean-Pierre Vanneste, blijft aangesteld als vierde schepen;

Artikel 5

De gemeenteraad stelt vast dat het college van burgemeester en schepenen bestaat uit leden van verschillend geslacht.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

4. Gemeenteraadscommissie financiën - vernieuwde samenstelling - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd goedkeuring te verlenen aan de vernieuwde samenstelling van de gemeenteraadscommissie financiën, op basis van de ontvangen voordrachtakte.

Motivering

De gemeenteraad kan commissies oprichten die zijn samengesteld uit gemeenteraadsleden.  Deze commissies kunnen besprekingen in de gemeenteraadszittingen voorbereiden en advies verlenen. 

In de gemeenteraadszitting van 24 januari 2019 werd een gemeenteraadscommissie financiën opgericht voor de legislatuur 2019-2024.

In de respectieve gemeenteraadszittingen van 20 februari 2020 en 16 september 2021 werd de vernieuwde samenstelling, op basis van de toen ontvangen voordrachtaktes, als volgt goedgekeurd:

Stemgerechtigde leden:

●        voor CD&V:

○        Louis Haerinck

○        Marleen Prat

○        Carl De Donder

○        Jurgen Beke (aangesteld als voorzitter in de gemeenteraad van 24 januari 2019)

●        voor Open VLD:

○        Philip Ghekiere

○        Wim Vermeulen

●        voor N-VA:

○        Filip Terryn

●        voor Deerlijk²:

○        Frans Kemseke

Niet-stemgerechtigde leden:

●        het lid van het college van burgemeester en schepenen tot wiens bevoegdheid de materie financiën behoort, zijnde mevrouw Sandra De Leeuw - Goussey;

●        de financieel directeur, secretaris van de commissie, zijnde de heer Arne Desmet.

In huidige zitting heeft de gemeenteraad kennis genomen van het ontslag van mevrouw Sandra De Leeuw - Goussey als schepen tot wiens bevoegdheid de materie financiën behoorde.

Bijgevolg kan mevrouw Sandra De Leeuw - Goussey niet langer deel uitmaken van de gemeenteraadscommissie financiën als niet-stemgerechtigd lid in voormelde functie.

Bij mail van 17 november 2021 brengt Open VLD de voorzitter van de gemeenteraad ervan op de hoogte dat zij  mevrouw Sandra De Leeuw - Goussey voordragen als stemgerechtigd lid voor Open VLD in de gemeenteraadscommissie financiën, ter vervanging van de heer Philip Ghekiere, in huidige zitting verkozen als schepen tot wiens bevoegdheid financiën behoort en bijgevolg verder deel uitmakend van de gemeenteraadscommissie financiën als niet-stemgerechtigd lid.

De gemeenteraadsleden die kandidaat-commissieleden zijn, dienen voorgedragen te worden door hun onderscheiden fracties aan de hand van een voordrachtakte. 

Open VLD draagt mevrouw Sandra De Leeuw - Goussey, gemeenteraadslid Open VLD, voor als vervanger bij voordrachtakte van 7 december 2021. Deze akte voldoet aan de voorgeschreven ontvankelijkheidsvoorwaarden.

Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 1 december 2021 akte van het verzoek van Open VLD om de heer Philip Ghekiere te vervangen door mevrouw Sandra De Leeuw - Goussey in de gemeenteraadscommissie financiën en verzocht de voorzitter van de gemeenteraad deze vervanging te agenderen op de gemeenteraad van december 2021.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, 1° Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere: Art. 37 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De vernieuwde samenstelling van de gemeenteraadscommissie financiën wordt, op basis van de ontvangen voordrachtakte, goedgekeurd als volgt:

Stemgerechtigde leden:

●        voor CD&V:

○        Louis Haerinck

○        Marleen Prat

○        Carl De Donder

○        Jurgen Beke (aangesteld als voorzitter in de gemeenteraad van 24 januari 2019)

●        voor Open VLD:

○        Sandra De Leeuw - Goussey

○        Wim Vermeulen

●        voor N-VA:

○        Filip Terryn

●        voor Deerlijk²:

○        Frans Kemseke

Niet-stemgerechtigde leden:

●        het lid van het college van burgemeester en schepenen tot wiens bevoegdheid de materie financiën behoort, zijnde de heer Philip Ghekiere.

●        de financieel directeur, secretaris van de commissie, zijnde de heer Arne Desmet.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

5. Gemeenteraad - 25 november 2021 - notulen en audiovisuele opname - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de notulen en de audiovisuele opname van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.

Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

Artikel 278 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.

Juridische gronden

Algemene basisbevoegdheid: Art. 32 Decreet Lokaal Bestuur

Andere:

Art. 277 en 278 Decreet Lokaal Bestuur

Art. 32 en 33 Huishoudelijk reglement gemeenteraad

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit de notulen van de zitting van de gemeenteraadszitting van 25 november 2021 goed te keuren.

Artikel 2

De gemeenteraad besluit de audiovisuele opname van de gemeenteraadszitting van 25 november 2021 goed te keuren.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

6. Gevonden zaken (art. 3.58 van het (Nieuw) Burgerlijk Wetboek) - bevestiging van de beslissing van 22 februari 2018 betreffende het beheer door de politiezone Gavers en eigendomsoverdracht - goedkeuring

Aanleiding en context

De gemeenteraad wordt gevraagd afstand te doen van het eigendomsrecht van verloren of gevonden voorwerpen ten voordele van de politiezone Gavers, zodra dit eigendomsrecht door de gemeente is verkregen mits bepaalde voorwaarden.

Motivering

1.

Op 22 februari 2018 besliste de gemeenteraad als volgt:

"Artikel 1

De gemeenteraad besluit afstand te doen van het eigendomsrecht van buiten particuliere eigendommen gevonden voorwerpen (dus niet betreffende de goederen op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting) ten voordele van de politiezone Gavers zodra dit eigendomsrecht door de gemeente is verkregen en mits aanvaarding door de zone van de hierna vermelde voorwaarden:

1)      de politiezone zal de verplichtingen uit de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting (zoals de bewaring, de aanleg van een register en de opsporing van de eventuele eigenaars) betreffende deze goederen namens de gemeente naleven;

2)      de politiezone zal de inkomsten uit deze gelden en goederen als inkomst opnemen in de begroting en de rekening;

3)      omtrent het verloop zal de politiezone rapporteren bij de voorlegging van het ontwerp van begroting en rekening;

4)      de politiezone verbindt er zich toe om, op verzoek van het college van burgemeester en schepenen, fietsen waarvan de gemeente eigenaar is geworden en die kosteloos eigendom geworden zijn van de zone, ter beschikking te stellen of over te dragen:

●        aan een door het college van burgemeester en schepenen aan te duiden humanitair of cultureel project, zowel in binnenland als buitenland. Het college bepaalt daarbij autonoom wat een humanitair of cultureel project is;

●        aan personen - inwoners van de gemeente - waarvan de behoeftigheid of nood aan materiële ondersteuning door het college wordt vastgesteld. De behoeftigheid of de nood aan de materiële ondersteuning kan worden aangetoond op gelijk welke wijze. De behoeftigheid of de nood aan materiële ondersteuning wordt beoordeeld door het college.

Artikel 2

De beslissing zal voor aanvaarding worden overgemaakt aan de politiezone Gavers.

Mocht de politiezone deze beslissing niet aanvaarden, dan kan het college beslissen zoals hiervoor sub 4) is aangegeven ingevolge zijn bevoegdheid tot het stellen van daden van beschikking over roerende goederen eigendom van de gemeente (art. 57, § 3, 8°, a. Gemeentedecreet).

2.

Een gelijkaardige beslissing werd genomen in de gemeenteraad van Harelbeke op 19 februari 2018 en in de politieraad op 20 maart 2018.

3.

De hiervoor vermelde wet van 30 december 1975 werd vervangen door de artikelen 3.58 en 3.59 van het (Nieuw) Burgerlijk Wetboek.

Omwille van deze vervanging wordt voorgesteld de beslissing van 22 februari 2018 te hernemen met verwijzing naar de nieuwe wettelijke grondslag.

In essentie komt het erop neer dat de gemeente betreffende gevonden voorwerpen ten voordele van de politiezone afstand doet van het beschikkings- en eigendomsrecht van deze goederen zodra dit door de gemeenten verkregen is mits:

1) De zone de verplichtingen uit de artikelen 3.50, 3.51, 3.52, 3.58 en 3.59 namens de gemeente naleeft;

2) De zone de inkomsten uit deze gelden en goederen als inkomst opneemt in de begroting en de rekening;

3) Indien binnen de verjaringstermijn de goederen worden opgevorderd door de eigenaar, zal de zone in geval van verkoop de verkoopsom terugbetalen aan de gemeente;

4) Omtrent het verloop van een en ander rapporteert bij de voorlegging van het ontwerp van begroting en rekening. 

Dergelijke afstand is verantwoordbaar omdat (1) het in de regel gaat om goederen en sommen van geringe waarde, (2) de inkomst – via een gedaalde toelage – toekomt aan de participerende gemeenten overeenkomstig de verdeelsleutel en (3) het een efficiënt systeem is.

Om ook nog ondersteuning te kunnen bieden aan punctuele situaties of humanitaire/culturele projecten vanuit de gemeente is ook nog volgende voorwaarde verantwoord:

5)      de zone dient er zich toe te verbinden om, op verzoek van het college van burgemeester en schepenen, fietsen waarvan de gemeente eigenaar is geworden en die kosteloos eigendom geworden zijn van de zone, ter beschikking te stellen of over te dragen:

●        aan een door het college van burgemeester en schepenen aan te duiden humanitair of cultureel project, zowel in binnenland als buitenland. Het college bepaalt daarbij autonoom wat een humanitair of cultureel project is.

●        aan personen – inwoners van de gemeente - waarvan de behoeftigheid of nood aan materiële ondersteuning door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld. De behoeftigheid of de nood aan de materiële ondersteuning kan worden aangetoond op gelijk welke wijze. De behoeftigheid of de nood aan materiële ondersteuning wordt beoordeeld door het college van burgemeester en schepenen.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, tweede lid, 2° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad doet ten voordele van de politiezone Gavers en mits aanvaarding door de zone van de hierna vermelde voorwaarden, afstand van het eigendomsrecht van verloren of gevonden voorwerpen (dus niet betreffende de goederen op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting) zodra dit eigendomsrecht door de gemeente is verkregen mits volgende voorwaarden:

1)      de politiezone zal de verplichtingen uit de artikelen 3.50, 3.51, 3.52, 3.58 en 3.59 van het (Nieuw) Burgerlijk Wetboek betreffende deze goederen namens de gemeente naleven;

2)      de politiezone zal de inkomsten uit deze gelden en goederen als inkomst opnemen in de begroting en de rekening;

3)      indien binnen de verjaringstermijn de goederen worden opgevorderd door de eigenaar, zal de zone in geval van verkoop de verkoopsom terugbetalen aan de gemeente;

4)      omtrent het verloop van een en ander zal de politiezone rapporteren bij de voorlegging van het ontwerp van begroting en rekening;

5)      de politiezone verbindt er zich toe om, op verzoek van het college van burgemeester en schepenen, fietsen waarvan de gemeente eigenaar is geworden en die kosteloos eigendom geworden zijn van de zone, ter beschikking te stellen of over te dragen:

●        aan een door het college van burgemeester en schepenen aan te duiden humanitair of cultureel project, zowel in binnenland als buitenland. Het college bepaalt daarbij autonoom wat een humanitair of cultureel project is.

●        aan personen – inwoners van de gemeente - waarvan de behoeftigheid of nood aan materiële ondersteuning door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld. De behoeftigheid of de nood aan de materiële ondersteuning kan worden aangetoond op gelijk welke wijze. De behoeftigheid of de nood aan materiële ondersteuning wordt beoordeeld door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 2

Deze beslissing zal voor aanvaarding worden overgemaakt aan de politiezone Gavers.

Mocht de politiezone deze beslissing niet aanvaarden, dan kan het college van burgemeester en schepenen beslissen zoals hiervoor sub (4) is aangegeven ingevolge zijn bevoegdheid tot het stellen van daden van beschikking over roerende goederen eigendom van de gemeente (56 par. 3, 8°, a. van het Decreet Lokaal Bestuur, DLB).

Artikel 3

Deze beslissing treedt in werking op 1 februari 2022.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

7. Uniforme algemene politieverordening - tiende wijziging in functie van art. 3.58 van het Burgerlijk Wetboek over gevonden zaken - goedkeuring

Aanleiding en context

De gemeenteraad wordt gevraagd de tiende wijziging van de algemene politieverordening goed te keuren, naar aanleiding van de bepalingen in het (Nieuw) Burgerlijk Wetboek omtrent gevonden zaken.

Motivering

1.

De vigerende algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk (APV) werd vastgesteld op 29 april 2010.

Ze werd aangepast bij beslissingen van 1 december 2011, 5 december 2013, 28 januari 2016, 14 juli 2016, 27 oktober 2016, 30 november 2017, 20 september 2018, 29 oktober 2020 en 27 mei 2021.

Er ligt, op grond van de navolgende overwegingen, een nieuw voorstel tot tiende wijziging voor.

2.

De voorgestelde wijzigingen hebben de handhaving van de openbare orde in de ruimste zin van het woord als voorwerp.

3.

3.1.

Volgende wetten werden opgeheven met ingang van 1 september 2021 (art. 35, 36 en 39 van de wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek, Belgisch Staatsblad, 17 maart 2020):

●        de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting, gewijzigd bij de wetten van 30 november 1998 en 08 maart 2013;

●        de wet van 21 februari 1983 betreffende de verkoop van sommige achtergelaten voorwerpen.

In uitvoering van de harmoniserings- en ordeningsdoelstelling van de wetgever werden deze wetten vanaf 1 september 2021 geïncorporeerd in het (Nieuw) Burgerlijk Wetboek via art. 3.58 en 3.59. 

3.2.

De gemeenteraad neemt kennis van een nota van de juristen van Harelbeke en Deerlijk die deze wet bespreekt en die toelichting geeft bij wijzigingen en verschillen.

3.3.

De nieuwe wet kan worden samengevat als volgt.

De vinder van een roerende zaak moet redelijke pogingen ondernemen om de eigenaar terug te vinden. Vindt hij deze niet, dan moet hij daarvan uiterlijk binnen zeven dagen na de vondst aangifte doen bij een gemeente van zijn keuze, die deze in het daartoe bestemde register laat opnemen en, indien zij de eigenaar kent, deze binnen een maand na ontvangst van de aangifte per aangetekende zending uitnodigt om deze zaak of haar opbrengst te komen ophalen.

Indien de zaak in andermans eigendom wordt gevonden, moet de vinder hiervan binnen dezelfde termijn de eigenaar per aangetekende zending inlichten.

Deze verplichtingen voor de vinder en de gemeente gelden niet voor zaken die buiten een woning zijn geplaatst om te worden opgehaald of op een vuilnisbelt te worden geworpen. Ze zijn daarentegen wel van toepassing op de goederen die de gemeente heeft moeten wegnemen om reden van veiligheid of het gemak van doorgang alsmede op de goederen die op de openbare weg geplaatst zijn ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting.

Indien 6 maanden sinds de vondst verstreken zijn, kan, naargelang het geval, de vinder dan wel de gemeente te goeder trouw en op een economisch verantwoorde wijze beschikken over de zaak.

In twee gevallen wordt van die termijn afgeweken:

●        de vinder of de gemeente mag, zonder het verstrijken van die termijn af te wachten, beschikken over de zaken die vatbaar zijn voor bederf, die onderhevig zijn aan snelle waardevermindering of schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid;

●        de verplichte bewaartermijn voor fietsen is drie maanden.

In geval van verkoop wordt de opbrengst ter beschikking van de eigenaar of van zijn rechtverkrijgenden gehouden tot het verstrijken van de termijn van 5 jaar na opname in het register.

De gevonden zaak blijft toebehoren aan zijn oorspronkelijke eigenaar. De eigenaar kan de zaak, dan wel de opbrengst ervan, terugvorderen uit handen van de vinder of de gemeente. Hij is verplicht de redelijke kosten van bewaring, behoud en opsporing te vergoeden. De vinder of gemeente heeft een retentierecht zolang deze verplichting niet is nagekomen.

Indien de in artikel 3.58 genoemde verplichtingen zijn nagekomen, wordt de vinder of de gemeente aan wie de zaak is afgegeven, van deze zaak slechts eigenaar vijf jaar na de opname in het register van de gemeente waar de aangifte is gebeurd voor zover de oorspronkelijke eigenaar zich niet kenbaar heeft gemaakt.

3.4.

De gemeenteraad is van oordeel dat een uniforme implementatie in de politiezone belangrijk is.  Dit lijkt de logica zelve.

Er wordt voorgesteld dat het bijhouden van het register en de bewaring voor de gehele zone, bij de lokale politie wordt geregeld. 

Volgende motieven voor de keuze voor de lokale politie kunnen gelden.

●        Tot 1 september 2021 droegen mensen bijna op natuurlijke wijze gevonden zaken naar de lokale politie.

●        Veel politiezones hebben ook een specifieke opslagfaciliteit (gemeenten niet) en hebben vaak uitgebreidere openingsuren (patrouilles zijn ook ’s nachts op de weg).

●        De regeling van art. 3.58 en 3.59 is ook toepasselijk op achtergelaten voertuigen en daar gebeuren de vaststellingen door de lokale politie.

Ook nu vormt de inschakeling van de lokale politie wettelijk geen probleem.  Ook de VVSG deelt deze mening.

Het is niet omdat een bepaalde verplichting juridisch op de gemeente rust dat deze niet feitelijk en onder de verantwoordelijkheid van de gemeente kan worden uitgeoefend door een derde, eventueel op kosten van de gemeente. (Als er een externe bewaring (buiten de terreinen en gebouwen van de zone) dient te gebeuren, dan blijft dit gebeuren op kosten van de gemeente.)

De voorbereidende werken laten dit overigens uitdrukkelijk toe: “Er wordt niet uitdrukkelijk melding gemaakt van de politie in deze bepaling omdat meer algemeen wordt verwezen naar de gemeente, die de dienst voor die aangiften kan inrichten op de manier die zij het meest opportuun acht” (Parl. St. Kamer 2019-20, nr. 55-0173/001, 145).

Er wordt voorgesteld de redelijke pogingen om de eigenaar terug te vinden eveneens aan de lokale politie over te laten.  Deze beschikt daartoe over meer tools dan de gemeente.

De gemeenteraad is het met het voorstel en de eraan ten grondslag liggende motieven eens.

Concreet dient daartoe in een aanvulling in het algemeen deel van de algemene politieverordening, APV) te worden bepaald dat de aangifte en afgifte moet gebeuren bij de lokale politie die voor de gemeente – als louter materiële uitvoerder  - ook het register (waarover er verder geen bepalingen in de wet staan) bijhoudt, instaat voor de bewaring, de vereiste handelingen inzake opsporing van de mogelijke eigenaar stelt en de termijnen voor beschikking in het oog houdt.  

Nu de politiezone maar een materiële uitvoerder is en gezien de wet het heeft over 'de gemeente' blijven de gemeenten echter sowieso aansprakelijk tegenover derden.

4.

Er werd, overeenkomstig art. 4, § 5 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, advies gevraagd aan de jeugdraad.

De jeugdraad heeft bij brief van 7 november 2021 positief geadviseerd.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid:

○        art. 41, tweede lid, 2° Decreet Lokaal Bestuur

○        art. 119 van de Nieuwe Gemeentewet (NGW)

●        Andere:

○        de nieuwe gemeentewet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 119, 119bis, 133 en 135 par. 2 zoals thans van kracht

○        het (Nieuw) Burgerlijk Wetboek, in het bijzonder en zonder zich daartoe te willen  beperken de artikelen 3.58 en 3.59

○        de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 20 en 21, § 1, 2°

○        de uitvoeringsbesluiten bij de aangehaalde wet van 24 juni 2013

○        het decreet lokaal bestuur (DLB), inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken, art. 41 tweede lid, 2°, 286 tot en met 288 en 330

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

Onder een nieuw 'Hoofdstuk 3. Aangifte en afgifte van gevonden zaken bedoeld in art. 3.58 van het burgerlijk wetboek' van Deel 2 'ALGEMEEN DEEL' Titel 1 'OPENBARE ORDE IN HET ALGEMEEN' van de algemene politieverordening (APV) van de gemeente Deerlijk wordt een artikel 36bis ingevoegd luidend als volgt:

“De aangifte en afgifte van gevonden zaken zoals bedoeld in art. 3.58 van het Burgerlijk Wetboek moet gebeuren bij de lokale politie waartoe de stad of gemeente behoort die voor de stad of  gemeente – als louter materiële uitvoerder - het in de wet voorziene register bijhoudt, instaat voor de bewaring, de vereiste handelingen inzake opsporing van de mogelijke eigenaar stelt en de termijnen voor beschikking opvolgt.

Tenzij de wet of het decreet in een andere bestraffing voorziet wordt het gebrek aan aangifte of afgifte – indien de wet in afgifte voorziet – strafbaar gesteld overeenkomstig artikel 2, eerste lid, 1° en art. 2 tweede lid van de algemene politieverordening.”

Artikel 2

De overtreding van de bij deze beslissing in de algemene politieverordening ingevoegde, gewijzigde of hervastgestelde bepalingen is strafbaar overeenkomstig Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en begrippenkader) van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk zoals oorspronkelijk vastgesteld op 29 april 2010 en naderhand verschillende malen gewijzigd en waarvan artikel 2 luidt als volgt:

“Voor zover bij wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen geen straffen of sancties zijn voorzien, worden de inbreuken op de bepalingen van deze politieverordening gestraft met:

1° een administratieve geldboete van maximum 350 euro;

2° een administratieve schorsing van een verleende toestemming of vergunning;

3° een administratieve intrekking van een verleende toestemming of vergunning;

4° een tijdelijke of definitieve sluiting van een inrichting.

Indien de dader een minderjarige is, die de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt op het tijdstip van de feiten, bedraagt het maximum van de administratieve geldboete 175 euro.

De in het eerste lid bedoelde schorsing, intrekking of sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen. De administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar.”

Artikel 3

Dit reglement zal op de webtoepassing van de gemeente worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 286 van het DLB.

Dit reglement treedt, met inbegrip van de aan de artikelen gekoppelde strafbepalingen, in werking op 1 februari 2022.

Op dezelfde dag als de bekendmaking zal de toezichthoudende overheid via het digitaal loket van deze bekendmaking op de hoogte worden gebracht.

Artikel 4

De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen de oorspronkelijke tekst van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit van 29 april 2010 en gewijzigd bij besluit van 1 december 2011, 5 december 2013, 28 januari 2016, 14 juli 2016, 27 oktober 2016, 30 november 2017, 20 september 2018, 29 oktober 2020 en 27 mei 2021 te coördineren met de tekst van deze wijzigingsbeslissing.

Artikel 5

Een afschrift van deze beslissing wordt toegestuurd aan de deputatie van de Provincieraad, de procureur des Konings van West-Vlaanderen - afdeling Kortrijk, de afdelingsgriffier van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen - afdeling Kortrijk, de afdelingsgriffier van de politierechtbank van West-Vlaanderen - afdeling Kortrijk, aan de sanctionerend ambtenaren, de bemiddelingsambtenaar, de korpschef van de Politiezone GAVERS (Deerlijk en Harelbeke) en aan de voorzitter van het politiecollege.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

8. Gemeentewegen binnen het provinciaal domein de Gavers - definitieve vaststelling van de plannen tot opheffing van de gemeentewegen op Deerlijks grondgebied/voorwaarden van de eigendomsoverdracht naar de provincie zoals bepaald in de ontwerpakte van de provincie West-Vlaanderen - goedkeuring

Aanleiding en context

De gemeenteraad wordt gevraagd

•          de opheffing van de gemeentewegenis zoals aangeduid als lot 1 en lot 3 op het plan 1.3 dd. 15 juni 2021 (ref. 0203/2019/014), opgemaakt door de dienst Contracten, Overheidsopdrachten en Patrimonium van de provincie West-Vlaanderen, definitief vast te stellen;

•          de opgeheven gemeentewegenis die werd gedesaffecteerd kosteloos over te dragen naar de provincie West-Vlaanderen.

Motivering

De gemeenteraad nam in zitting van 16 september 2021 volgende beslissing inzake het dossier 'Gemeentewegen binnen provinciaal domein de Gavers - opheffing en desaffectatie van gemeentewegen en latere eigendomsoverdracht':

"Artikel 1

De gemeenteraad besluit de opheffing van de gemeentewegenis zoals voorzien op plan 1.3 aangeleverd eind juni 2021 door de provinciale dienst COOP (contracten, overheidsopdrachten & patrimonium), gesitueerd binnen het provinciaal domein De Gavers - grondgebied Deerlijk, voorlopig vast te stellen.

Artikel 2

De voorlopige vaststelling van vooromschreven opheffing van gemeentewegenis zal worden onderworpen aan het openbaar onderzoek zoals beschreven in het Gemeentewegendecreet."

Bij mail van 10 februari 2021 vroeg de provincie West-Vlaanderen om bepaalde wegenis in De Gavers over te dragen van de gemeente naar de provincie. De stad Harelbeke ontving een gelijkaardige brief van 3 december 2019.

De provincie wenst geen openbare, gemeentelijke verbindingswegen meer doorheen het domein De Gavers toe te laten. De toegangen voor gemotoriseerd verkeer moeten vooral aan de kant sportsite-De Mol (nl. de parking aan de Stasegemsesteenweg te Harelbeke) en aan de nieuwe parking / dienstgebouw / zeilclub in de Eikenstraat worden gesitueerd. Bijgevolg zouden / zullen de huidige, verharde gemeentewegen (grotendeels op Harelbeeks - bijv. de volledige Meersstraat - en ook beperkter op Deerlijks grondgebied) hun publieke verbindingsfunctie verliezen en worden die eerder wandel- en fietswegen doorheen De Gavers, die alsdan onder het beheer en eigendom van het provinciaal domein vallen.

In het kader van de mobiliteitsvisie gekoppeld aan het PRUP Openruimtekamers Gavers en Esser is de parking Noord (kant Deerlijk) al verdwenen en werd er ook al een verkeersfilter (paaltjes) geplaatst in de Meersstraat zodat doorgaand gemotoriseerd verkeer niet meer mogelijk is.

Bijgevolg vraagt de provincie aan de gemeente om volgende gemeentewegenis (ook aan de stad Harelbeke voor wat betreft hun wegenis) formeel op te heffen ingevolge de bepalingen van het Gemeentewegendecreet:

•          de wegenis zoals aangeduid als lot 1 op het provinciaal plan 1.3 van juni 2021 van landmeter Declerck van de provinciale dienst COOP (contracten, overheidsopdrachten & patrimonium) met een oppervlakte van 520 m²;

•          de wegenis zoals aangeduid als lot 3 op het provinciaal plan 1.3 van juni 2021 van landmeter Declerck van de provinciale dienst COOP (contracten, overheidsopdrachten & patrimonium) met een oppervlakte van 1.517m².

Bovenvermeld plan is in bijlage gevoegd.

Beide loten zijn deel van buurtweg nr. 31.

Gelijklopend aan de opheffingsprocedure zoals voorzien in het Gemeentewegendecreet, was het enerzijds aangewezen dat de raad voormelde wegstroken desaffecteerde. Daardoor verliezen deze wegen hun openbaar domein-statuut en kunnen ze via een eigendoms- en beheersoverdracht (bij authentieke akte) van de gemeente naar de provincie worden overgeheveld.

Gelijklopend aan de lopende opheffings- en andere procedure voor de Deerlijkse gemeentewegenis lopen er momenteel - in samenwerking met de provinciale administratie - soortgelijke procedures bij de stad Harelbeke om uiteindelijk tot een eenduidige gemeentegrensoverschrijdende situatie te komen. 

De beslissing van 16 september 2021 inzake de voorlopige vaststelling van de opheffing van de gemeentewegen zoals voorzien in voormeld plan 1.3 werd van 15 oktober 2021 tot en met 13 november 2021 onderworpen aan een openbaar onderzoek zoals beschreven in het Gemeentewegendecreet.

Tijdens dit onderzoek werden geen bezwaren ingediend.

Bij de stad Harelbeke werd één opmerking ingediend door de Boerenbond bij mail van 22 oktober 2021. Deze opmerking betreft voornamelijk de nood aan een blijvende toegankelijkheid, na de voorliggende afschaffing van gemeentewegenis, voor de aanpalende landbouwpercelen.

Volgens het Gemeentewegendecreet komt het de gemeenteraad toe om binnen de 60 dagen na het einde van het openbaar onderzoek de opheffing van de gemeentewegenis definitief vast te stellen. Het openbaar onderzoek liep tot en met 13 november 2021(met kennisname in de zitting van het schepencollege van 1 december 2021) zodat aan de raad in huidige zitting wordt voorgesteld om over de definitieve opheffing te beraadslagen.

Na de definitieve vaststelling van voormeld plan 1.3 tot opheffing van de gemeenteweg op Deerlijks grondgebied en na de desaffectatie zoals goedgekeurd op 16 september 2021, komt het de raad nu toe de voorwaarden goed te keuren van de eigendomsoverdracht van de gemeente naar de provincie.

De provinciale dienst COOP bezorgde hiertoe de ontwerpakte voor deze eigendomsoverdracht, die bij dit dossier gevoegd zit en voorligt aan de gemeenteraad. De overdracht betreft de gronden met kadastrale omschrijving 'gemeente Deerlijk, 2de afdeling, sectie C, perceelnummers 0610 A P0000 en 0610 B P0000' (voorheen delen zonder nummer) met een totale oppervlakte van 2037 m², zoals aangeduid als lot 1 en lot 3 op het bijgevoegde opmetingsplan 1.3 d.d. 15 juni 2021 (ref. 0203/2019/014) opgemaakt door de dienst Contracten, Overheidsopdrachten en Patrimonium van de provincie West-Vlaanderen en geregistreerd in de databank van de afbakeningsplannen onder het referentienummer 34392-10356.

De overdracht van de gronden geschiedt om niet.

De voorgestelde opheffing van wegenis is verantwoord want kadert binnen het - via het Gemeentewegendecreet opgelegde - beleid om een fijnmazig netwerk van trage (o.a. recreatieve) wegen op te waarderen en te beschermen. Door deze wegen binnen het recreatiedomein de Gavers gemeentegrensoverschrijdend op te heffen en in eigendom en beheer over te hevelen naar de provincie, komen deze in het fijnmazig wandel- en fietsnetwerk van het domein. Bovendien wordt de gemeente vrijgesteld van verder onderhoud en beheer dat door de provinciale diensten van het recreatiedomein wordt overgenomen en veilig gesteld.

De opheffing én overheveling is verantwoord vanuit het algemeen belang aangezien de trage weggebruiker er baat bij heeft dat er geen gemeentelijk gemotoriseerd verkeer op die wegen meer zit. De toegankelijkheid, de veiligheid en het gebruikscomfort van de domeinbezoekers blijft verzekerd en de toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit worden gewaarborgd.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 9) en 11) van het Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere: Gemeentewegendecreet van 3 mei 2019

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De opheffing van de gemeentewegenis zoals aangeduid als lot 1 en lot 3 op het plan 1.3 dd. 15 juni 2021 (ref. 0203/2019/014), opgemaakt door de dienst Contracten, Overheidsopdrachten en Patrimonium van de provincie West-Vlaanderen, wordt definitief vastgesteld. Er wordt akte genomen dat er bij het sluiten van het openbaar onderzoek geen bezwaren werden ingediend, enkel een nota van de Boerenbond (bij stad Harelbeke).

Artikel 2

De opgeheven gemeentewegenis, zoals vermeld in artikel 1 en die werd gedesaffecteerd, wordt kosteloos overgedragen naar de provincie West-Vlaanderen. De overdrachtsvoorwaarden zoals vervat in de ontwerpakte van de provinciale dienst COOP worden goedgekeurd.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

9. Nieuwe gemeenteweg Oliebergstraat – Kappaert – definitieve vaststelling gemeentelijk rooilijnplan

Aanleiding en context

De gemeenteraad wordt gevraagd het gemeentelijk rooilijnplan van 3 december 2020 van landmeter Bart Degezelle betreffende de aanleg van een nieuwe gemeenteweg definitief vast te stellen.

Motivering

De gemeenteraad nam in zitting van 16 september 2021 volgende beslissingen:

"Artikel 1

De gemeenteraad besluit

●        Het ontwerp van aankoopakte en bijlagen goed te keuren met betrekking tot de onderhandse aankoop van 11a 70ca, zijnde 499 m² of lot 3 (Deerlijk, 2de afd. E, uit perceel 18) en 671 m² of lot 1 (Deerlijk, 2de afd. E, uit perceel 24a) van het landmeterplan Degezelle van 3 december 2020 nabij de Oliebergstraat te Deerlijk aan OCMW Harelbeke ter realisatie van een trage weg tegen de som van 9.243 euro, hetzij tegen de schattingsprijs, gebaseerd op de grondkwaliteit van voormelde percelen, van 7,90 euro / m²;

●        Het ontwerp van rooilijnplan van 3 december 2020 van landmeter Bart Degezelle betreffende de aanleg van een nieuwe trage weg, dat voorligt aan de gemeenteraad, voorlopig vast te stellen."

"Artikel 3

De gemeenteraad gelast het college van burgemeester en schepenen om het voorlopig vastgestelde rooilijnplan betreffende de aanleg van een nieuwe trage weg (cf. artikel 1) [...] te onderwerpen aan een openbaar onderzoek."

De aanleg van de gemeenteweg werd afgetoetst aan enkele algemene principes, zoals bepaald in art. 4 van het Gemeentewegendecreet:

1)      De aanleg van de nieuwe gemeenteweg staat ten dienste van het algemeen belang,

gezien deze als een trage verbinding zal dienen tussen Deerlijk en Zwevegem. Deze

nieuwe trage weg zal een veilig en aangenaam alternatief vormen voor verplaatsingen van voetgangers en fietsers tussen Deerlijk (in het bijzonder de kern

van Sint-Lodewijk) en Zwevegem.

2)      Het tweede algemeen principe is hier niet van toepassing, gezien het de aanleg van

een nieuwe gemeenteweg betreft.

3)      De nieuwe trage weg komt ten goede van de verkeersveiligheid voor fietsers en

voetgangers. Daarnaast zal de ontsluiting van de aangrenzende percelen bij de

aanleg van de nieuwe trage weg in acht genomen worden.

4)      De nieuwe gemeenteweg is een belangrijke schakel in het intergemeentelijk fiets- en

voetgangersnetwerk. Dit stuk weg vormt het sluitstuk in een nieuwe

gemeentegrensoverschrijdende trage weg en maakt de verbinding tussen de

Oliebergstraat in Deerlijk en een nieuw aangelegde trage weg in de groenzone bij de

nieuwe verkaveling in de wijk De Kappaert (Zwevegem) via een brug over de

Slijpbeek, gerealiseerd door de provincie.

5)      De nieuwe gemeenteweg helpt mee in het realiseren van een fijnmaziger fiets- en

voetgangersnetwerk en draagt op die manier bij in het stimuleren van meer duurzame verplaatsingen en verminderen van de negatieve impact op het klimaat. De huidige landbouwactiviteiten kunnen op de omliggende percelen verder uitgeoefend worden en komen door de aanleg van de nieuwe gemeenteweg niet in het gedrang.

De aanleg van de gemeenteweg werd ook getoetst aan artikel 3 van het Gemeentewegendecreet, gezien de aanleg van de nieuwe gemeenteweg de samenhang van de gemeentewegen verbetert, door in het bijzonder aan de behoeften van de zachte mobiliteit te voldoen. De nieuwe gemeenteweg / trage weg zal het fijnmazig netwerk van trage wegen verder uitbouwen zowel op recreatief als op functioneel vlak.

De beslissing van 16 september 2021 inzake de voorlopige vaststelling van het ontwerp van rooilijnplan van 3 december 2020 van landmeter Bart Degezelle betreffende de aanleg van een nieuwe gemeenteweg werd van 15 oktober 2021 tot en met 13 november 2021 onderworpen aan een openbaar onderzoek zoals beschreven in het Gemeentewegendecreet.

Tijdens dit onderzoek werden geen bezwaren ingediend.

Volgens art. 17, § 5 van het Gemeentewegendecreet stelt de gemeenteraad binnen zestig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk rooilijnplan definitief vast. Het openbaar onderzoek liep tot en met 13 november 2021 zodat aan de raad in huidige zitting wordt voorgesteld om over de definitieve opheffing te beraadslagen.

Het clusterhoofd ruimte gaf positief advies.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 9) Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere: Gemeentewegendecreet van 3 mei 2019, in het bijzonder en zonder zich daartoe te willen beperken de artikelen 3, 4, 16 - 19, 24 - 37

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit het gemeentelijk rooilijnplan van 3 december 2020 van landmeter Bart Degezelle betreffende de aanleg van een nieuwe gemeenteweg, zoals ne varietur aan dit besluit gehecht, definitief vast te stellen.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

10. Sport - sportaanbod sportdienst 2022 - retributiereglement - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het retributiereglement "sportaanbod sportdienst 2022" goed te keuren met ingang van 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 1 december 2021 het retributiereglement "sportaanbod sportdienst 2022" overlopen en stelt het volgende aan de gemeenteraad voor:

●        De prijzen van externe vakantiekampen aan te passen op vraag van de mede-organisator. Het is de externe partner die de prijs bepaalt, de gemeente ontvangt voor zijn administratieve medewerking een bedrag van 12,50 euro per deelnemer.

●        De prijzen van de andere vakantiekampen te bepalen op basis van de effectieve kostprijs bij een minimumbezetting.

●        Voor éénmalige activiteiten die tijdens het jaar op touw worden gezet, de prijs steeds te bepalen op basis van de effectieve kostprijs.

●        De schoolsportactiviteiten verder gratis aan te bieden.

●        Het retributiereglement sportaanbod sportdienst te laten starten op 1 januari 2022 en te beëindigen op 31 december 2022.

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 1 december 2021 om aan de gemeenteraad te vragen om, zoals in het huidige retributiereglement staat ingeschreven, gemachtigd te worden om de prijzen voor de tijdens het jaar georganiseerde éénmalige sportactiviteiten te mogen vaststellen op basis van de effectieve kostprijs.

Bijkomend besliste het college van burgemeester en schepenen aan de gemeenteraad te vragen om gemachtigd te worden om de prijzen van de vakantiekampen te mogen vaststellen op basis van de effectieve kostprijs.

Het college van burgemeester en schepenen verzocht, in zitting van 1 december 2021, de voorzitter van de gemeenteraad om het retributiereglement "sportaanbod sportdienst 2022" te agenderen op de gemeenteraadszitting van 16 december 2021.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Retributiereglement sportaanbod sportdienst , goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 17 december 2020

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit het retributiereglement sportaanbod sportdienst 2022 goed te keuren met ingang van 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022.

RETRIBUTIEREGLEMENT SPORTAANBOD SPORTDIENST 2022

Art. 1. - Onderstaande prijzen gelden voor alle deelnemers, ongeacht de plaats waar zij woonachtig zijn.

Art. 2 - Er wordt geen korting op het deelnamegeld verleend wanneer men meerdere kinderen van hetzelfde gezin inschrijft.

Art. 3. - De retributie bedraagt:

1. VAKANTIEKAMPEN

Art. 4. - Bij annulatie door ziekte, ongeval of overmacht tijdens of voor het kamp krijgt de deelnemer het inschrijvingsbedrag terug. Er worden wel 7,50 euro administratiekosten aangerekend. Er wordt steeds een doktersbriefje of een geldig attest voorgelegd binnen de 3 dagen. Indien er voor bepaalde kampen te weinig inschrijvingen zijn en men genoodzaakt is het kamp af te gelasten dan wordt het inschrijvingsbedrag volledig teruggestort.

Art. 5. - Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om de prijzen voor  de vakantiekampen te mogen vaststellen op basis van de effectieve kostprijs.

2. ANDERE SPORTACTIVITEITEN

3. EENMALIGE SPORTACTIVITEITEN

Art. 6. - Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om de prijzen voor de tijdens het jaar georganiseerde eenmalige sportactiviteiten te mogen vaststellen op basis van de effectieve kostprijs.

Art. 7. - Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2022 en is geldig tot en met 31 december 2022.

Artikel 2

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

Artikel 3

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

Artikel 4

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

11. Sport - huurprijzen sportaccommodatie - retributiereglement - verlenging - goedkeuring

Aanleiding en context

De gemeenteraad wordt gevraagd het retributiereglement "huurprijzen sportaccommodatie" te verlengen tot en met 31 december 2025.

Motivering

Het retributiereglement "huurprijzen sportaccommodatie" werd in de gemeenteraadszitting van 17 december 2020 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2021. Een afdoende evaluatie van dit reglement in lijn met de meerjarenplanning 2020-2025 en afstemming met de kernraad sport en het verenigingsveld is, zoals voorzien was in 2021, niet ten gronde kunnen gebeuren. Deze evaluatie dient evenwel te gebeuren, bij voorkeur in een context zonder Covid-perikelen. Er wordt voorgesteld om het reglement te verlengen tot en met 31 december 2025.

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 1 december 2021 de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van het retributiereglement "huurprijzen sportaccommodatie" te agenderen op de gemeenteraad van 16 december 2021.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        retributiereglement huurprijzen sportaccommodatie, goedgekeurd in de                                           gemeenteraadszitting van 17 december 2020

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit het retributiereglement "huurprijzen sportaccommodatie" te verlengen tot en met 31 december 2025.

RETRIBUTIEREGLEMENT HUURPRIJZEN SPORTACCOMMODATIE

1. ALGEMEEN

Art. 1. - Onderstaande huurprijzen gelden voor de gebruikers uit Deerlijk. Voor gebruikers van buiten Deerlijk wordt de prijs aan 200 % berekend.

Art. 2. - Een gebruiker van Deerlijk is een individu met domicilie in Deerlijk of een vereniging, club of organisatie met draagvlak in Deerlijk. De organisatie van de activiteit gebeurt vanuit Deerlijk.

Art. 3. - Er wordt een onderscheid gemaakt tussen gebruikers aangesloten bij een erkende Deerlijkse raad en gebruikers die niet aangesloten zijn bij een erkende Deerlijkse raad (privé-organisatie).

Art. 4. - Er wordt een onderscheid gemaakt tussen gebruikers met een reguliere werking van minstens 32 weken en gebruikers met een sporadische of eenmalige werking.

Een reguliere werking is een werking van minstens 32 weken (seizoen september-mei).

Een sporadische of eenmalige werking beantwoordt niet aan de voorwaarden van een seizoen.

Art. 5. -  Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een jeugd- en een volwassenentarief. Een jeugdwerking is een werking waarbij de deelnemers jonger zijn dan 14 jaar bij de start van het seizoen.

Een volwassenenwerking is een werking waarbij de deelnemers ouder zijn dan 14 jaar bij de start van het seizoen.

Bij een gemengde werking telt het principe van de helft +1 om in aanmerking te komen voor een ander tarief. Bij gelijkheid aan deelnemers wordt het hoogste tarief toegepast.

Art. 6. -  Gemeentelijke activiteiten

Voor activiteiten in organisatie van gemeentelijke diensten en gemeentelijke raden, is het gebruik van de accommodatie gratis.

Art. 7. -  Deerlijkse scholen

Voor schoolsportactiviteiten van gemeentelijke Deerlijkse scholen is het gebruik van de accommodatie gratis.

Art. 8. - Het college van burgemeester en schepenen kan op vraag, mits gefundeerde motivatie van de aanvragende organisatie, de accommodatie gratis ter beschikking stellen.

2. TARIEVEN

Verduidelijking afkortingen:

NZV = sportbeuk volledig, 2 zaaldelen

NZH = sportbeuk half 1 zaaldeel

OZV = gaverhal volledig 2 zaaldelen

OZH = gaverhal half 1 zaaldeel

OTZ = turnzaal De Beuk bovenzaal

NTZ = turnzaal De Beuk benedenzaal

GG/OLIE = voetbalveld Guido Gezelle/Olieberg

SNEPPE = voetbalveld Sneppe

ATLET = Finse piste/brique-pilépiste

KLIM = klimmuur

3. INWERKINGTREDING

Art. 9. - Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2022 is geldig tot en met 31 december 2025.

Artikel 2

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

Artikel 3

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

Artikel 4

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

12. Sport - grootschalige evenementen sporthal - retributiereglement - verlenging - goedkeuring

Aanleiding en context

De gemeenteraad wordt gevraagd het retributiereglement "grootschalige evenementen sporthal" te verlengen tot en met 31 december 2025.

Motivering

Het retributiereglement "grootschalige evenementen sporthal" werd in de gemeenteraadszitting van 17 december 2020 goedgekeurd en loopt af op 31 december 2021. Een afdoende evaluatie van dit reglement in lijn met de meerjarenplanning 2020-2025 en afstemming met de kernraad sport en het verenigingsveld is, zoals voorzien was in 2021, niet ten gronde kunnen gebeuren. Deze evaluatie dient evenwel te gebeuren, al creëert de aard en omvang van dit retributiereglement geen dwingende urgentie. Er wordt voorgesteld om het reglement te verlengen tot en met 31 december 2025.

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 1 december 2021 de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van het retributiereglement "grootschalige evenementen" tot en met 31 december 2025 te agenderen op de gemeenteraad van 16 december 2021.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Retributiereglement grootschalige evenementen, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 17 december 2020

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit het retributiereglement "grootschalige evenementen sporthal" te verlengen tot en met 31 december 2025.

RETRIBUTIEREGLEMENT GROOTSCHALIGE EVENEMENTEN SPORTHAL

1.1 ALGEMEEN

Art. 1. - Onderstaande huurprijzen gelden voor de gebruikers uit Deerlijk. Voor gebruikers van buiten Deerlijk wordt de prijs aan 200 % berekend.

Art. 2. - Een gebruiker van Deerlijk is een individu met domicilie in Deerlijk of een vereniging, club of organisatie met draagvlak in Deerlijk. De organisatie van de activiteit gebeurt vanuit Deerlijk.

Art. 3. - Private en commerciële activiteiten worden geweigerd.

1.2. TARIEF HUUR ZAAL GROOTSCHALIGE EVENEMENTEN

De basishuurprijs voor de eerste dag is het aantal punten vermenigvuldigd met 24,00 euro. De basishuurprijs voor de tweede dag is het aantal punten vermenigvuldigd met 14,00 euro

1.3. AANVULLEND

Art. 4. -  Voor het verbruik van elektriciteit en gas wordt na de activiteit, na opname van de meters, een aparte onkostennota opgestuurd.

Art. 5. -  Gemeentelijke activiteiten: voor activiteiten in organisatie van gemeentelijke diensten en gemeentelijke raden, is het gebruik van de sporthal voor grootschalige evenementen gratis.

Art. 6. - Het college van burgemeester en schepenen kan op vraag, mits gefundeerde motivatie van de aanvragende organisatie, de zaal gratis ter beschikking stellen.

2. WAARBORG

Art. 7. - Voor het gebruik van de zaal voor grootschalige evenementen moet de gebruiker vóór de ingebruikname een waarborg van 250,00 euro betalen. De waarborg wordt vooraf betaald per overschrijving.

Art. 8. - De prestaties voor buitengewone schoonmaak, kosten verbonden aan herstellingen door beschadiging en kosten voor verdwenen materiaal, worden afgehouden van de waarborg. Deze opsomming van kosten is niet limitatief. Als de schade het bedrag van de waarborg overschrijdt, verbindt de gebruiker er zich toe deze schade onmiddellijk en volledig te vergoeden.

Art. 9. - Gebruikers kunnen opteren om een vaste waarborgsom te deponeren bij de gemeente. Deze waarborgsom bedraagt 250,00 euro. Deze vaste gebruikers kunnen gebruik maken van de zaal zolang de waarborg in het bezit blijft van de gemeente.

3. INWERKINGTREDING

Art. 10. - Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2022 en is geldig tot en met 31 december 2025.

Artikel 2

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

Artikel 3

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

Artikel 4

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

13. Cultuur/Sport - renovatie lokalen in eigendom van cultuur- of sportverenigingen - premiereglement - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het premiereglement "renovatie- en herstellingswerken aan lokalen in eigendom van erkende sportverenigingen of culturele verenigingen" goed te keuren met ingang van 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2025.

Motivering

Voorliggend reglement betreft de verlenging van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 17 december 2020.

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

Het reglement wordt verlengd, maar vraagt een aanvulling. Er wordt met name een uitzonderingsprocedure (artikel 5 in voorliggend reglement) toegevoegd voor verenigingen die grotere investeringen aan hun lokaal kunnen en willen doen. Daarbij wordt de jaarlijks aan te vragen premie in één keer voor meerdere jaren ver opgevraagd. In dit geval kan de aanvrager voor het daaropvolgend betreffend aantal jaren geen beroep doen op de premie.

Het toegevoegde artikel wordt als volgt geformuleerd:

Art. 5 - Uitzonderlijke procedure voor werken van grote omvang

Een aanvrager kan het premiebedrag voor meerdere jaren ver in één keer aanvragen. De aanvrager moet hiervoor kunnen aantonen dat de omvang van de werken van die orde is om deze verhoogde premie te kunnen aanvragen. In dit geval kan de aanvrager voor de daaropvolgende jaren geen beroep doen op de premie. Daarbij wordt het aantal jaren volgend op de aanvraag berekend door het totale bedrag van de aanvraag te delen door het jaarlijks maximumbedrag van de premie.

Conform artikel 41, tweede lid, 23° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van subsidiereglementen tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

Het college van burgemeester en schepenen heeft voorliggend reglement besproken in zitting van 1 december 2021 en heeft de voorzitter van de gemeenteraad verzocht de goedkeuring van dit reglement te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.

Er werd een positief advies verleend door de cultuurraad en de sportraad.

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 1 december 2021 de voorzitter van de gemeenteraad om het premiereglement renovatie- en herstellingswerken aan lokalen in eigendom van erkende sportverenigingen of culturele verenigingen ter goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, tweede lid, 23° Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Premiereglement renovatie- en herstellingswerken aan lokalen in eigendom van erkende sportverenigingen of culturele verenigingen, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 17 december 2020

○        Art. 286, 288, 330 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

PREMIEREGLEMENT RENOVATIE- EN HERSTELLINGSWERKEN AAN LOKALEN IN EIGENDOM VAN ERKENDE SPORTVERENIGINGEN OF CULTURELE VERENIGINGEN

Art. 1. - Voor wie

De renovatie- en herstellingspremie kan worden aangevraagd door Deerlijkse erkende verenigingen die een lokaal in eigendom hebben op het grondgebied van de gemeente en het lokaal voor hun reguliere werking gebruiken.

Art. 2. - Maximumbedrag en berekening

De renovatie- en herstellingspremie bedraagt 50 % van de kostprijs van de uitgevoerde renovatie- en/of herstellingswerken met een maximum van 2.000,00 euro per jaar, per aanvrager. Indien het budget ontoereikend is om alle aanvragen te betoelagen, wijst het college van burgemeester en schepenen de betoelaging toe aan de hand van de prioriteitsvolgorde zoals in artikel 3 is beschreven. De aanvrager kan slechts één aanvraag per kalenderjaar indienen.

Art. 3. - Voorwaarden en criteria

Om voor de renovatie- en herstellingspremie in aanmerking te komen dienen de renovatie- en/of herstellingswerken, ofwel

●        de veiligheid (stevigheid, elektrische installatie, brandveiligheid, inbraak- en vandalismebeveiliging... );

●        de toegankelijkheid;

●        de nutsvoorzieningen (met aandacht voor sanitair en hygiëne);

●        de duurzaamheid;

●        de verfraaiing;

van het lokaal te verbeteren, waarbij de bovenstaande rangorde prioriteitsbepalend is.

Kosten die niet in aanmerking komen voor betoelaging zijn:

●        gewone onderhoudskosten (bv. onderhoud van verwarmingsinstallatie, …)

●        kosten voor los meubilair en toebehoren

●        luxematerialen (bv. marmer, domotica, …)

Kosten die gemaakt zijn voor de opwekking en de aanwending van alternatieve energievormen, kunnen niet in aanmerking komen voor een premie via dit reglement.

Hiervoor kan er een aanvraag gebeuren via de premiereglementen inzake milieu.

Art. 4. - Aanvraagformaliteiten, toekenningsprocedure en advies

De aanvrager kan voor beide premievormen slechts één aanvraag per kalenderjaar indienen.

De aanvraag voor een premie voor renovatie- en herstellingswerken moet schriftelijk gebeuren bij het college voor burgemeester en schepenen vóór 1 oktober op het daartoe voorgeschreven aanvraagformulier.

Bij de aanvraag worden volgende documenten gevoegd:

●        een beschrijving van de uitgevoerde werken;

●        de voor waar en echt verklaarde facturen van de uitgevoerde renovatie- en/of herstellingswerken samen met de betalingsbewijzen ervan.

Meerdere renovatie- en/of herstellingswerken kunnen in één aanvraag gebundeld worden.

Bij de beoordeling van het ingediende dossier beslist het college van burgemeester en schepenen, na advies van het bestuur van de cultuurraad of sportraad, over het al dan niet toekennen van de renovatie- en herstellingspremie. Indien deze niet wordt toegekend zal het college van burgemeester en schepenen dit binnen de maand na deze beslissing schriftelijk te kennen geven aan de aanvrager.

Indien er wijzigingen optreden in de gegevens die bij de premie-aanvraag zijn verstrekt, deelt de aanvrager die onmiddellijk en spontaan mee aan het college van burgemeester en schepenen.

Art. 5 - Uitzonderlijke procedure voor werken van grote omvang

Een aanvrager kan het premiebedrag voor meerdere jaren ver in één keer aanvragen. De aanvrager moet hiervoor kunnen aantonen dat de omvang van de werken van die orde is om deze verhoogde premie te kunnen aanvragen. De aanvrager kan volgens deze uitzonderingsprocedure geen beroep doen op de premie in de jaren volgend op de aanvraag. Daarbij wordt het aantal jaren volgend op de aanvraag berekend door het totale bedrag van de aanvraag te delen door het jaarlijks maximumbedrag van de premie (cf. art. 2).

Art. 6. - Controle en toekenning

De bevoegde diensten kunnen een plaatsbezoek uitvoeren om vast te stellen of de renovatie- of herstellingswerken effectief werden uitgevoerd.

Art. 7. - Promotionele verplichtingen

Op elke publicatie moet de aanvrager de steun van de gemeente Deerlijk vermelden. Dit kan door een vermelding of door het gebruik van het logo van de gemeente.

Art. 8 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2022 en is geldig tot en met 31 december 2025.

Artikel 2

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

Artikel 3

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

Artikel 4

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

14. Cultuur - werkings- en investeringspremie - premiereglement - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het premiereglement "werkings- en investeringspremie" goed te keuren met ingang van 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2025.

Motivering

Voorliggend reglement betreft de aanpassing en samenvoeging van twee bestaande reglementen zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 17 december 2020. Deze reglementen lopen af op 31 december 2021.

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

Het nieuwe reglement wordt een combinatie van wat tot op vandaag twee verschillende reglementen (reglement basis- en werkingspremie enerzijds, reglement aankoop en herstel van basisuitrusting anderzijds) zijn. Op die manier wordt het voor verenigingen eenvoudiger om in één beweging beide premies aan te vragen, indien ze daar recht op hebben. De procedures om beide premies aan te vragen werden ook gelijkgetrokken.

In het nieuwe reglement wordt een onderscheid gemaakt tussen socioculturele verenigingen en kunstenverenigingen. Gezien de specifieke affiniteit van deze laatste, is het nuttig om hen als een aparte categorie te beschouwen. Bepaalde artikels uit het reglement zijn specifiek van toepassing op één van beide categorieën, gezien hun specifieke eigenheid.

Ook het puntenstelsel werd in beperkte mate aangepast om de puntenwaarde van bepaalde activiteiten beter op elkaar af te stemmen.

Conform artikel 41, tweede lid, 23° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van subsidiereglementen tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

Het college van burgemeester en schepenen heeft voorliggend reglement besproken in zitting van 1 december 2021 en heeft de voorzitter van de gemeenteraad verzocht de goedkeuring van dit reglement te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.

De cultuurraad verleende in vergadering van 18 november 2021 een positief advies. Er werd voorgesteld om het minimum aantal leden bij een socioculturele vereniging gelijk te trekken met het aantal leden voor een kunstenvereniging, namelijk 10 leden. Deze aanpassing werd reeds doorgevoerd. Daarnaast stelt de cultuurraad voor om het jaarlijks voorziene bedrag voor werkings- en investeringspremies op regelmatige basis te indexeren.

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 1 december 2021 de voorzitter van de gemeenteraad om het premiereglement 'werkings- en investeringspremie' te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, tweede lid, 23° Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Premiereglement aankoop en herstel van basisuitrusting, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 17 december 2020

○        Premiereglement basis- en werkingspremie, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 17 december 2020

○        Art. 286, 288, 330 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

PREMIEREGLEMENT WERKINGS- EN INVESTERINGSPREMIE

Hoofdstuk 1 - begrippen

Art. 1 - Deerlijkse vereniging

Om als Deerlijkse vereniging in aanmerking te komen, moet aan volgende voorwaarden voldaan zijn:

●        De vereniging is structureel en duurzaam opgericht zonder beroepsdoeleinden, winst- of handelsoogmerk.

●        De vereniging beschikt over goedgekeurde statuten of huishoudelijk reglement of een duidelijke omschrijving van het doel dat door alle leden ondersteund wordt.

●        De vereniging is een open vereniging, waarbij iedereen lid kan worden op voorwaarde dat de reglementen en doelstellingen van de vereniging worden gerespecteerd.

●        De zetel of het secretariaat van de vereniging is gevestigd op het grondgebied van Deerlijk.

●        De vereniging wordt geleid door een autonoom bestuur bestaande uit minstens 3 personen en waarvan minstens één bestuurslid inwoner is van de gemeente Deerlijk.

●        De vereniging heeft een aantoonbare werking in en voor Deerlijk, tenzij men kan aantonen dat er in de gemeente onvoldoende of geen accommodatie aanwezig is om de activiteiten naar behoren te kunnen inrichten.

●        De vereniging gebruikt de Nederlandse taal bij haar werking en tijdens de uitoefening van de activiteiten.

●        De vereniging moet minstens één jaar actief zijn en dus een jaarwerking achter de rug hebben.

●        De vereniging dient te allen tijde te voldoen aan alle financiële verplichtingen tegenover het gemeentebestuur, voert een eigen boekhouding en heeft een afzonderlijke rekening op naam van de vereniging.

Art. 2 - socioculturele vereniging

Onder ‘socioculturele vereniging’ wordt een vereniging verstaan die:

●        Als primaire doelstelling het organiseren van en participeren aan socioculturele vrijetijdsbesteding of sociocultureel vormingswerk heeft.

●        Gericht is op een volwaardige en zinvolle participatie aan het maatschappelijk gebeuren en gemeenschapsvorming.

●        Minstens 10 actieve leden heeft.

Art. 3 - kunstenvereniging

Onder ‘kunstenvereniging’ wordt een vereniging verstaan die:

●        Kunstbeoefening gebruikt als middel voor een ruime, maatschappelijke ontplooiing.

●        Actief inzet op kunstcreatie binnen één van volgende kunstdisciplines: muziek en zang, toneel, beeldende expressie, film en fotografie of dans.

●        Minstens 10 actieve leden heeft.

●        Minstens 2 publieke presentaties en 10 repetitiemomenten per jaar organiseert.

Hoofdstuk 2 - algemeen

Art. 4 - doel van de premie

Het gemeentebestuur wil het actieve Deerlijkse verenigingsveld blijven stimuleren om hun jaarlijkse werking te ontplooien, daarmee een breed en gevarieerd publiek te bereiken en de Deerlijkse burger te leiden naar een zin- en waardevolle vrijetijdsbesteding.

Door een jaarlijkse werkingspremie geeft het gemeentebestuur de Deerlijkse kunstenverenigingen en socioculturele verenigingen een financieel duwtje in de rug om hun jaarlijkse werking verder te zetten. Op basis van een puntenstelsel worden verenigingen beloond per activiteit, vorming of optreden. Op die manier wil het gemeentebestuur actieve verenigingen met een gevuld jaarprogramma belonen.

Art. 5 - geen dubbele subsidie

Subsidiëring van activiteiten is slechts via één gemeentelijk subsidiekanaal mogelijk, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld in een ander premiereglement.

Art. 6 - categorieën

Binnen dit reglement wordt een onderscheid gemaakt tussen kunstenverenigingen enerzijds en socioculturele verenigingen anderzijds. Gezien de specifieke affiniteit van de Deerlijkse kunstenverenigingen, kunnen enkel zij beroep doen op de bepalingen van artikel 8, § 4  tot en met artikel 11.

Hoofdstuk 3 - werkingspremie

Art. 7 - premiegerechtigde

De werkingspremie kan aangevraagd worden door Deerlijkse socioculturele verenigingen en kunstenverenigingen.

Art. 8 - wijze van bepaling van het premiebedrag

De werkingspremie wordt bepaald aan de hand van een puntenstelsel. De waarde van één punt wordt bepaald door het totaal voorziene bedrag voor de werkingspremie te delen door het totaal aantal verworven punten. De premie wordt berekend door het totaal aantal ingediende punten te vermenigvuldigen met de waarde van één punt. Het totaal jaarlijks budget voor deze werkingspremie wordt vastgesteld door het gemeentebestuur.

§1 – Activiteiten (algemeen)

Voor onderstaande activiteiten kunnen punten worden verworven:

* Inhoudelijke samenwerking met één of meerdere andere verenigingen of organisaties voor activiteiten aangeduid met een * = + 50 % van het aantal punten voor de activiteit waarvoor wordt samengewerkt.

§2 - UiTPAS

Verenigingen die hun activiteiten aanbieden als UiTPAS-activiteit met een kansentarief, krijgen een forfait toegekend van 100 punten.

§3 - Communicatie

§4 - Activiteiten kunstenverenigingen

* Inhoudelijke samenwerking met één of meerdere andere verenigingen of organisaties voor activiteiten aangeduid met een * = + 50 % van het aantal punten voor de activiteit waarvoor wordt samengewerkt.

Hoofdstuk 3 - investeringspremie

Art. 9 - premiegerechtigde

De investeringspremie kan enkel aangevraagd worden door Deerlijkse kunstenverenigingen.

Art. 10 - premiebedrag

Investeringen door kunstenverenigingen kunnen voor 1/3 van de aankoop- of herstellingsprijs gesubsidieerd worden door het gemeentebestuur. Per vereniging is er een maximum van 1.500 euro per werkjaar. Het totaal jaarlijks budget voor deze investeringspremie wordt vastgesteld door het gemeentebestuur. Indien er voor een groter bedrag subsidies worden aangevraagd, worden deze proportioneel verdeeld volgens het beschikbare budget.

Art. 11 - toepassingsgebied

Volgende investeringen komen in aanmerking voor de premie:

●        De uitrusting moet duidelijk gelinkt zijn aan de doelstellingen en de structurele werking van de vereniging.

●        Het aangekochte materiaal is en blijft eigendom van de vereniging en kan gebruikt worden door de individuele leden zonder dat zij er alleenrecht op hebben.

●        Herstellingen: het terug in goede staat brengen van basisuitrusting die niet meer voldoet.

Volgende aankopen komen niet in aanmerking:

●        Promotiemateriaal

●        Kantoormateriaal

●        Verbruiksgoederen

Hoofdstuk 4 - aanvraag- en toekenningsprocedure

Art. 12 - aanvraag

De aanvraag tot toekenning van een werkingspremie en investeringspremie gebeurt op het daartoe voorbestemde aanvraagformulier en kan zowel op papier als digitaal ingediend worden. Het college van burgemeester en schepenen beslist, na advies van de cultuurraad, over de verdeling van de premies.

De nodige bijlagen en bewijsstukken (facturen, promotiemateriaal,…) worden samen met het aanvraagformulier bezorgd aan het vrijetijdspunt.

Art. 13 - procedure

De cultuurdienst bezorgt de nodige invuldocumenten en formulieren voor de aanvraag van de werkingspremie tegen 31 december van het werkjaar, aan de verenigingen.

De aanvraag moet ingediend worden voor 1 februari van het jaar volgend op het werkjaar waarvoor de premie wordt aangevraagd. De nodige bewijsstukken en bijlagen worden mee ingediend met het aanvraagformulier. De beoordeling gebeurt voor 1 maart door de bevoegde dienst en de adviesraad. De beslissing over de verdeling van de premies wordt voor 1 april genomen door het college van burgemeester en schepenen.

De premie wordt na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen uitbetaald door de financiële dienst op het rekeningnummer van de vereniging.

Art. 14 - controle

Het college van burgemeester en schepenen behoudt zich het recht voor te allen tijde na te gaan of aan de voorwaarden van dit premiereglement voldaan is. De aanvrager zal niets doen dat er kan toe leiden deze controle moeilijk of onmogelijk te maken.

Art. 15 - betwistingen

Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.

Art. 16 - inwerkingtreding en beëindiging

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022 en is geldig tot en met 31 december 2025.

Artikel 2

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

Artikel 3

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

Artikel 4

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

15. Vrije tijd - projectpremie - premiereglement - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het premiereglement "projectpremie" goed te keuren met ingang van 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2025.

Motivering

Voorliggend reglement betreft een aanpassing van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 17 december 2020. Dit reglement loopt af op 31 december 2021.

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

Op basis van een evaluatieronde, gehouden met verschillende aanvragers van de premie die in de afgelopen jaren een premie kregen toegekend, werd het bestaande reglement aangepast. Het blijft de hoofddoelstelling van de projectpremie om verenigingen en organisatoren te stimuleren om op een innovatieve manier hun jaarlijkse, vaste werking te doorbreken. In vergelijking met het bestaande reglement worden in het vernieuwde reglement enkele andere accenten gelegd en wordt het maximale premiebedrag opgetrokken. De aanvraagprocedure wordt vereenvoudigd, om de drempel voor potentiële aanvragers zo laag mogelijk te houden.

Conform artikel 41, tweede lid, 23° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van subsidiereglementen tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

Het college van burgemeester en schepenen heeft voorliggend reglement besproken in zitting van 1 december 2021 en heeft de voorzitter van de gemeenteraad verzocht de goedkeuring van dit reglement te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.

Er werd een positief advies verleend vanuit de cultuurraad, jeugdraad en sportraad. Door de covid-situatie was het niet mogelijk om het reglement vooraf ter advies voor te leggen aan de seniorenraad. Het reglement wordt nog ter kennis gegeven in de eerstvolgende vergaderingen. Eventuele voorstellen tot aanpassing kunnen meegenomen worden in een toekomstige aanpassing van het reglement.

De jeugdraad stelt in haar advies nog de vraag of een aanvrager ook de premie krijgt indien deze enkel aan de financiële criteria voldoet. De hoofddoelstelling van de projectpremie blijft echter om, met inhoudelijk gefundeerde projecten, de jaarlijkse vaste werking te doorbreken en op een innovatieve manier aan de slag te gaan in de vrijetijdsbeleving en -besteding. De betrokken diensten bewaken bij de beoordeling dan ook dat elke aanvraag naast een evenwichtig financieel plaatje een sterk inhoudelijk plan van aanpak kan voorleggen.

Het college van burgemeester en schepenen verzocht in zitting van 1 december 2021 de voorzitter van de gemeenteraad om het premiereglement 'projectpremie' te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, tweede lid, 23° Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Premiereglement projectpremie, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 17 december 2020

○        Art. 286, 288, 330 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van deze beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

PREMIEREGLEMENT PROJECTPREMIE

Art. 1 - Doel van het reglement

Dit reglement vervangt het premiereglement projectpremie, goedgekeurd in de gemeenteraad van 17 december 2020. Door in te zetten op een projectpremie wil de gemeente Deerlijk vernieuwing, ontmoeting, creativiteit, ondernemingszin, experiment en buitengewone projecten in Deerlijk stimuleren. Het gemeentebestuur wil hiermee projectwerking faciliteren en stimuleren en deze projecten een financieel en promotioneel duwtje in de rug geven.

Art. 2 - Premiegerechtigde

De projectpremie kan aangevraagd worden door non-profitverenigingen en individuele organisatoren.

Art. 3 - Projectbabbel

Op drie momenten in het jaar (periode februari, periode juni en periode oktober) worden projectbabbels georganiseerd door de gemeente. Hierop kunnen organisatoren die nadenken over een project, advies krijgen om een kwalitatieve premieaanvraag in te dienen. Deze data worden gecommuniceerd via de gemeentelijke kanalen en adviesraden.

Art. 4 - Ontvankelijkheidscriteria

Projecten waar een projectpremie voor wordt aangevraagd, moeten aan volgende ontvankelijkheidscriteria voldoen om aanspraak te kunnen maken op de projectpremie:

●        Het project moet vernieuwend zijn en maakt geen deel uit van de vaste jaarwerking van de organisator.

●        Het project gaat door in Deerlijk of heeft start of aankomst in Deerlijk.

●        Het project moet vrij toegankelijk zijn voor het brede publiek.

●        Deerlijkse inwoners worden actief betrokken bij het project en/of vormen het doelpubliek.

●        Het project wordt ingevoerd in de UiTdatabank.

●        De steun van de gemeente Deerlijk wordt duidelijk kenbaar gemaakt in alle promotie en communicatie van het project met vermelding van ‘met steun van’ en het logo van de gemeente Deerlijk.

Art. 5 - Welke projecten komen niet in aanmerking?

Afstudeerprojecten of projecten georganiseerd door commerciële evenementenbureaus, bedrijven, politieke partijen of vakbonden komen niet in aanmerking voor een projectpremie.

Art. 6 - Inhoudelijke criteria

Hieronder worden de inhoudelijke criteria weergegeven. Per categorie wordt het aantal te behalen punten per criterium weergegeven. De puntenverdeling bij criterium 1, 4 en 5 is cumulatief.

Het luik met de financiële criteria is te vinden in artikel 7. De uiteindelijke berekening van de totale premie wordt in artikel 8 behandeld.

1) Promotieplan (5)

○        Online (1)

○        Print (1)

○        Betalende gedrukte advertenties (1)

○        Betalende online advertenties (2)

2) Publiek toegankelijk (betalend of gratis) (5)

○        Toegangsprijs  ≥ 10 euro (1)

○        Toegangsprijs < 10 euro (3)

○        Gratis (5)

3) Innovatief karakter (herhalen kan, maar moet vernieuwend zijn) (5)

○        Nog nooit georganiseerd in de regio (5)

○        Nog nooit georganiseerd in Deerlijk (3)

○        Reeds plaatsgevonden in Deerlijk maar met vernieuwende elementen (1)

4) Samenwerking (inhoudelijk en logistiek) (5)

○        Inhoudelijke samenwerking 1 of meer partners (3)

○        Logistieke samenwerking 1 vereniging (1)

○        Logistieke samenwerking  2 of meer verenigingen (2)

5) Maatschappelijke relevantie (30)

○        Gezondheid en bewegen (5)

○        Ecologie en klimaat, netheid en afval (5)

○        Inclusie en toegankelijkheid, integratie en vereenzaming (5)

○        Kansarmoede (bv. aanbieden kansentarief via UiTPAS) (5)

○        Inrichting en verfraaiing publieke ruimte (5)

○        Talentontwikkeling (5)

Art. 7 - Financiële criteria

Het project moet financieel in evenwicht zijn. De kostenraming wordt mee ingediend met de premieaanvraag. Er kan winst gemaakt worden met het project, maar er moet aangetoond kunnen worden dat eventuele winst op een duurzame manier een impact heeft op de organisator en zijn toekomstige werking.

De kostenraming wordt gebruikt om een aantal punten toe te kennen, op basis van de geraamde uitgaven. Er zijn maximum 20 punten te verdienen met deze financiële criteria:

○        0-1.000 euro: 5 punten

○        1.000,01-2.000 euro: 10 punten

○        2.000,01-3.000 euro: 15 punten

○        > 3.000 euro: 20 punten

Volgende kosten komen niet in aanmerking voor bepaling van de punten, wel voor het bepalen van de evenwichtige begroting/raming:

○        kosten verbonden aan recepties

○        kosten voor geschenken en bloemen

○        investeringskosten hardware (ICT, geluidsmateriaal, podia,…)

○        reis- en verblijfskosten

○        kosten die betrekking hebben op de reguliere werking van de aanvrager

○        kosten voor de aankoop van dranken en etenswaren voor verkoop

Art. 8 - Bepaling van het premiebedrag

Er wordt voor het premiebedrag een onderscheid gemaakt tussen punten die toegekend worden op basis van artikel 6 en artikel 7.

Een punt verdiend op basis van artikel 6 is 15 euro waard. Een punt verdiend op basis van artikel 7 is 10 euro waard. Het maximumbedrag van de premie bedraagt 1.000 euro.

De projectpremie sluit niet uit dat een organisator ook via andere overheden of kanalen subsidiëring krijgt (bv. bovenlokale projectpremie van de Vlaamse overheid). Deze subsidies worden ook meegenomen in de financiële raming.

Naast het premiebedrag, krijgt elke goedgekeurde aanvraag een voucher voor het ontlenen van materialen van de uitleendienst. Het bedrag van de voucher bedraagt 1/10 van het toegekende premiebedrag. De aanvraag voor materiaal van de uitleendienst gebeurt volgens het geldende retributiereglement.

Art. 9 - Beoordeling

Het college van burgemeester en schepenen beslist over de premieaanvraag, na een gemotiveerd advies van de betrokken gemeentelijke diensten (deskundigen sport, jeugd, cultuur en de buurtzorgcoördinator). Er kan voorafgaand aan de beslissing een gesprek gevraagd worden, waar de aanvrager het project nog verder kan toelichten.

De beslissing van het college van burgemeester en schepenen en het advies van de gemeentelijke diensten worden ter kennis gegeven aan de cultuurraad, jeugdraad, seniorenraad en sportraad.

Art. 10 - Promotie en publiciteit

Samen met de premieaanvraag bezorgt de organisator aan de gemeente:

○        Foto voor het evenement

○        Tekst voor publicatie

Deze worden waar mogelijk meegenomen in de gemeentelijke communicatiekanalen na goedkeuring van de projectpremie, met een duidelijke vermelding dat voor dit project een projectpremie werd toegekend. Op die manier wil de gemeente de projectpremie nog breder kenbaar maken.

Bij alle communicatie en promotie die de organisator voert, wordt verwezen naar de projectpremie en wordt het logo van de gemeente Deerlijk opgenomen.

De vrijetijdsdienst en bevoegde schepen(en) krijgen een uitnodiging voor het evenement.

Art. 11 - Aanvraagprocedure

De premieaanvraag moet ten laatste 8 weken voor de start van het project ingediend worden.

Er kan 3 jaar op rij een aanvraag ingediend worden voor een project, op voorwaarde dat er vernieuwende elementen worden uitgewerkt en opgenomen in het project. In dat geval moet er ook een duidelijke en grondige evaluatie ingediend worden samen met de aanvraag.

Indien de premie aangevraagd wordt door een minderjarige, wordt de aanvraag ondertekend door een volwassene.

Art. 12 - Uitbetaling

Een eerste schijf van 50 % van het premiebedrag wordt, na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen, uitbetaald voor aanvang van het project. De resterende 50 % wordt pas betaald na het indienen van de nodige financiële bewijsstukken (facturen en betaalbewijzen).

De eerste schijf kan ook 75 % van het premiebedrag zijn, indien de organisator kan aantonen dat er voor het begin van het project grote kosten gemaakt moeten worden die minstens 75 % van de kostenraming omvatten.

Art. 13 - Controle op het premiebedrag

Ten laatste 3 maanden na afloop van het project worden facturen en betaalbewijzen ingediend ten belope van de volledige kostenraming. De organisator vult ook een evaluatieformulier in, zodat een inhoudelijke controle op het project ten gronde kan gebeuren door de betrokken diensten.

Indien er minder kosten werden gemaakt, wordt het verschil desgevallend teruggestort of niet uitbetaald.

Indien het project niet werd uitgevoerd binnen één jaar na de oorspronkelijk geplande datum, wordt het volledige premiebedrag terugbetaald aan de gemeente.

Art. 14 - Betwistingen

Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.

Art. 15 - Inwerkingtreding en beëindiging

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022 en is geldig tot en met 31 december 2025.

Artikel 2

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

Artikel 3

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

Artikel 4

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

16. WinVorm - Gaverdomein - projectfiche en samenwerkingsovereenkomst - goedkeuring

Aanleiding en context

De gemeenteraad wordt gevraagd de projectfiche 'Gaverdomein' en de samenwerkingsovereenkomst opgemaakt in het kader van de oproep voor de procedure van de Selectie WinVorm goed te keuren.

Motivering

In het meerjarenplan 2020-2025 werd de actie 'Opwaardering Gaverdomein' opgenomen.

Het is de intentie van het bestuur om hierbij de vele gebruikers van het domein te betrekken. Door de keuze om de sociale woningen die momenteel gelegen zijn op het Leon Defraeyeplein te herlocaliseren naar de site van het huidig technisch depot, stelt zich een bijkomende uitdaging om deze sociale woningen op een kwaliteitsvolle manier te integreren.

Omwille van de verschillende uitdagingen en complexiteit wordt voorgesteld om met dit project in te tekenen op de oproep voor de procedure van de Selectie WinVorm. De doelstelling is om tot een gewogen en gedragen toekomstvisie voor het Gaverdomein en de verwachte sociale woonontwikkeling op de aanpalende site te komen.

De dienst Ruimte maakte in overleg met Leiedal een projectfiche op. De projectfiche omvat een omschrijving van de context, de ambities en uitgangspunten, de opdracht en het budget.

De opdracht bestaat uit:

●        Doorlopen van een participatietraject i.s.m. de betrokken actoren.

●        Het opmaken van een masterplan met een brede visie op de site in zijn ruimere context met als output een rapport met:

○        schema’s, plannen en referentiebeelden aangevuld met tekst, vergezeld met minimum vijf visualisaties (3D-beelden of afgewerkte schetsen);

○        een volumetriestudie en inplantingsvoorstel voor het sociaal woonproject op de huidige depotsite;

○        inrichtingsplannen voor drie à vier zelf gekozen sleutelplekken op het Gaverdomein (bv. collectieve parkeerhaven, belangrijke trage verbinding,…). Deze ‘zooms’ dienen die als basis voor de latere uitvoeringsdossiers die buiten het traject van het masterplan vallen;

○        een stappenplan in de tijd om dit masterplan te realiseren.

●        Kwaliteitscontrole (supervisie tijdens architectuur- en bouwfase) project sociale huisvestingsmaatschappij.

Daarnaast moet ook een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Deerlijk en cvba Mijn Huis (de opdrachtgevers) en de provincie West-Vlaanderen afgesloten worden. Deze overeenkomst omschrijft de  opdracht, de principes en voorwaarden van de WinVorm Selectie procedure, de taken van de opdrachtgevers en de provincie, de procedurekosten en de samenstelling van de selectie- en beoordelingscommissie.

Zowel de projectfiche als de samenwerkingsovereenkomst worden ter goedkeuring voorgelegd.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, tweede lid, 10° van het Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad beslist de projectfiche 'Gaverdomein' en de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Deerlijk, cvba Mijn Huis en de provincie West-Vlaanderen, opgemaakt in het kader van de oproep voor de procedure Selectie WinVorm, goed te keuren.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

17. Herinrichting kruispunt Belgiek - samenwerkingsovereenkomst voor samengevoegde opdracht van werken N36 Deerlijk -Belgiek - goedkeuring

Aanleiding en context

De gemeenteraad wordt gevraagd de "Samenwerkingsovereenkomst voor samengevoegde opdrachten van werken N36 Deerlijk - Belgiek" goed te keuren.

Motivering

In zitting van 28 januari 2016 keurde de gemeenteraad de samenwerkingsovereenkomst mbt het aanstellen van een ontwerper in het dossier voor de herinrichting van het kruispunt Belgiek goed.

In zitting van 17 december 2020 keurde de gemeenteraad de omgevingsvergunning "OMV_2020075668 - herinrichting kruispunt Belgiek - wegenisdossier " goed.

Aan de gemeenteraad wordt de samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest, de NV Aquafin, de NV Aquafin in het kader van Riopact en de gemeente Deerlijk voor samengevoegde opdrachten van werken van bovengenoemd project voorgelegd waarin de rechten en plichten van de partijen bepaald worden.

Voor het Vlaamse Gewest bestaat het project uit :

●        heraanleg van de N36 Vichtesteenweg  (kmpt. 34,55 tot 35,08)

●        heraanleg van de rijweg in de Breestraat

●        heraanleg van het 5-takskruispunt van de N36 Vichtesteenweg met de Breestraat, Vichteknokstraat, Oude Vichtestraat en Wafelstraat

●        aanleg van de rijweg in de bypass tussen de Breestraat en de Vichteknokstraat

●        aanleg van de rijweg in de bypass tussen de Breestraat en de N36 Vichtesteenweg

●        aanleg van de RWA-riolering (aandeel ten laste van het Gewest langs de gewestweg volgens de omzendbrief OW 98/4)

●        aanleg van langsgracht langs de gewestweg vanaf de kopmuur ten oosten van de Braamheuvelstraat tot aan de woning Vichtesteenweg 244

Voor Aquafin bestaat het project uit:

●        aanleg van de DWA-riolering langs de werken van het gewest en de Elf Novemberlaan

●        aanleg van de RWA-riolering (aandeel ten laste van Aquafin langs de gewestweg volgens de omzendbrief OW 98/4)

●        aanleg van langsgracht langs de gewestweg vanaf de Gaverbeek tot en met de kopmuur ten oosten van de Braamheuvelstraat

Voor Aquafin in opdracht van Riopact bestaat het project uit :

●        aanleg van de riolering in de Breestraat, de Vichteknokstraat, de Wafelstraat en de wachtaansluiting naar de Oude Vichtestraat

Voor de gemeente bestaat het project uit :

●        de aanleg van de voetpaden, het straatmeubilair en het groen binnen de bebouwde kom langs de N36 Vichtesteenweg, de Breestraat, de Vichteknokstraat, de Wafelstraat, de Oude Vichtestraat en de hogervermelde nieuwe bypassen

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, 2e lid, 10° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit de "Samenwerkingsovereenkomst voor samengevoegde opdrachten van werken N36 Deerlijk - Belgiek" goed te keuren.

Artikel 2

De gemeenteraad besluit  een door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekende versie van de "Samenwerkingsovereenkomst voor samengevoegde opdrachten van werken N36 Deerlijk - Belgiek" terug te bezorgen aan het Vlaamse Gewest.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

18. Provinciale huurgarantieverzekering - samenwerkingsovereenkomst - goedkeuring

Aanleiding en context

De gemeenteraad wordt gevraagd de samenwerkingsovereenkomst met de provincie betreffende de provinciale huurgarantieverzekering goed te keuren.

Motivering

De provincie West-Vlaanderen is recent gestart met het aanbieden van een provinciale huurgarantieverzekering aan verhuurders die op de private huurmarkt aan eenoudergezinnen willen verhuren.

Doel van de verzekering is om meer kansen te bieden aan deze doelgroep.

Deze verzekering ontzorgt de verhuurders enigszins. Men wordt verzekerd tegen huurachterstal, huurschade en men kan genieten van rechtsbijstand. Dit zijn de elementen die (minstens) verzekerd zijn/voorzien zijn in de polis.

Om toegang te krijgen tot deze huurgarantieverzekering moet men bereid zijn te willen verhuren aan eenoudergezinnen die aan bepaalde voorwaarden voldoen:

●        Gezinsinkomen tussen de 22.000 en 55.000 euro (bruto belastbaar).

●        Minstens 1 kind ten laste (obv groeipakket/40 % nachten ikv verblijfsregeling).

De voorwaarden aan de verhuurder zijn de volgende:

●        Huurcontract van minstens 3 jaar.

●        Een huurprijs die conform de huurschatter is.

●        Een huurprijs die 33 % van het inkomen van de ouder niet overschrijdt en die niet meer dan 1.000 euro/maand bedraagt.

●        Een woning die veilig en kwaliteitsvol is.

De provincie neemt voor maximaal 3 jaar van de verhuring de premie van de verzekeringspolis 100 % ten laste.

Er wordt gevraagd om in dit kader een samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen.

Deze overeenkomst regelt de samenwerking tussen de provincie enerzijds en de gemeente anderzijds.

De provincie verbindt zich ertoe om:

●        Een provinciale huurgarantieverzekering aan te bieden zoals bepaald in het reglement en in uitvoering ervan.

●        Afstemmingsoverleg en evaluatiemomenten in het kader van dit project op te zetten tussen de provincie en het woonloket.

●        De provinciale huurgarantieverzekering te promoten.

●        Het woonloket te ondersteunen door vorming, informatieverstrekking, … .

De gemeente verbindt zich ertoe om:

●        Met de provincie samen te werken om een provinciale huurgarantieverzekering aan te bieden zoals bepaald in het reglement en in uitvoering ervan.

●        De volgende taken op te nemen in uitvoering van het reglement:

○        informatieverstrekking door het (woon)loket aan zowel huurders als verhuurders;

○        controleren of de huurder voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 5 van het reglement en desgevallend een bewijs/attest daarvan afleveren;

○        controleren of de verhuring en het verhuurde goed voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 6 van het reglement;

○        huurder en verhuurder begeleiden bij het invullen van de aanvraag/het opmaken van het dossier;

○        het bezorgen van de aanvraag/het dossier aan de verzekeraar.

●        De provinciale huurgarantieverzekering te promoten.

●        Deel te nemen aan afstemmingsoverleg en evaluatiemomenten in het kader van dit project.

De gemeente heeft per kwartaal recht op een toelage van X*200 euro, waarbij X staat voor een afgewerkt en goedgekeurd dossier.

De overeenkomst loopt van 1 november 2021 tot en met 30 oktober 2024.

Door de afwezigheid van de deskundige wonen werd dit dossier voorbereid door Woonwijs in samenwerking met het clusterhoofd burger en welzijn, met enige vertraging.

In zitting van 1 december 2021 besloot het college van burgemeester en schepenen de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van een samenwerkingsovereenkomst met de provincie betreffende de provinciale huurgarantieverzekering te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit volgende samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie West-Vlaanderen en de gemeente Deerlijk goed te keuren:

Samenwerkingsovereenkomst in het kader van de Provinciale huurgarantieverzekering

Tussen

de provincie West-Vlaanderen met zetel te 8200 Brugge, Koning Leopold III-Laan 41, vertegenwoordigd door de heer Jean de Bethune, gedeputeerde voor huisvesting, en de heer Peter Norro, directeur MiNaWa, hierna genoemd “de provincie”

en

het lokaal bestuur Deerlijk, met zetel te 8540 Deerlijk, Harelbekestraat 27, vertegenwoordigd door de heer Hans Piepers, algemeen directeur, en de heer Jo Tijtgat, voorzitter gemeenteraad, hierna genoemd “het woonloket”

wordt overeengekomen hetgeen volgt:

Artikel 1 – voorwerp van de overeenkomst

Deze overeenkomst regelt de samenwerking tussen de provincie enerzijds en het woonloket anderzijds, in uitvoering van het reglement betreffende het aanbieden van een provinciale huurgarantieverzekering aan verhuurders op de West-Vlaamse private huurmarkt, hierna genoemd “het reglement”.

Artikel 2 – wederzijdse verbintenissen

De provincie verbindt zich ertoe om:

●                Een Provinciale huurgarantieverzekering aan te bieden zoals bepaald in het reglement en in uitvoering ervan;

●                Afstemmingsoverleg en evaluatiemomenten in het kader van dit project op te zetten tussen de provincie en het woonloket;

●                De Provinciale huurgarantieverzekering te promoten;

●                Het woonloket te ondersteunen door vorming, informatieverstrekking, … .

Het woonloket verbindt zich ertoe om:

●        Met de Provincie samen te werken om een Provinciale huurgarantieverzekering aan te bieden zoals bepaald in het reglement en in uitvoering ervan;

●        De volgende taken op te nemen in uitvoering van het reglement;

○        Informatieverstrekking door het (woon)loket aan zowel huurders als verhuurders;

○        Controleren of de huurder voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 5 van het reglement en desgevallend een bewijs/attest daarvan afleveren;

○        Controleren of de verhuring en het verhuurde goed voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 6 van het reglement;

○        Huurder en verhuurder begeleiden bij het invullen van de aanvraag/het opmaken van het dossier;

○        Het bezorgen van de aanvraag/het dossier aan de verzekeraar.

●                De Provinciale huurgarantieverzekering te promoten;

●                Deel te nemen aan afstemmingsoverleg en evaluatiemomenten in het kader van dit project;

Artikel 3 – Financiële bepalingen

De Provincie voorziet, binnen het door de provincieraad vastgestelde budget, een (werkings)toelage zoals bepaald in artikel 11 van het reglement, voor het woonloket per afgewerkt (huurovereenkomst wordt effectief gesloten) en door de verzekeraar goedgekeurd dossier.

Om deze toelage te bekomen, bezorgt het woonloket per kwartaal een aanvraag tot uitbetaling met een overzicht van de dossiers die zij behartigd hebben. De Provincie controleert of deze geleid hebben tot een afgewerkt en door de verzekeraar goedgekeurd dossier.

Het woonloket heeft per kwartaal recht op een toelage van X*200 euro, waarbij X staat voor een afgewerkt en goedgekeurd dossier.

Dit bedrag wordt na controle uitbetaald aan het lokaal bestuur Deerlijk op volgend rekeningnummer BE24 0910 0021 4338.

Artikel 4 – Duur van de overeenkomst

Deze overeenkomst loopt van 1 november 2021 tot en met 30 oktober 2024.

Artikel 5 – provinciale herkenbaarheid

Het woonloket garandeert ten allen tijde de provinciale herkenbaarheid in alle communicatie die betrekking heeft op de Provinciale huurgarantieverzekering.

Artikel 6 – wijzigingen aan de overeenkomst

Afwijkingen van de overeenkomst en verduidelijkingen van de verplichtingen van de partijen tijdens de uitvoering van de opdracht moeten schriftelijk, ondertekend door beide partijen en minstens in twee exemplaren zijn vastgelegd.

Artikel 7 – bevoegde rechtbank

Alle geschillen voortvloeiend uit deze overeenkomst vallen onder de bevoegdheid van de rechtbanken bevoegd over de maatschappelijke zetel van de Provincie, i.c. de rechtbanken te Brugge.

Artikel 8

De ondergetekenden, afgevaardigden, verklaren zich akkoord.

Opgemaakt in twee exemplaren te Brugge op 16/12/2021.

Elke partij verklaart een exemplaar te hebben ontvangen.

Namens Gemeente Deerlijk,

Hans Piepers        Jo Tijtgat

Algemeen directeur       Voorzitter gemeenteraad

Namens de Provincie West-Vlaanderen,

Peter Norro        Jean de Bethune

Directeur MiNaWa       Gedeputeerde voor                                                                                                                                              Woonbeleid

Zitting van 16 DECEMBER 2021

19. Grafconcessies - retributiereglement - verlenging - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de verlenging van het retributiereglement "grafconcessies" goed te keuren met ingang van 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2025.

Motivering

Voorliggend reglement betreft de verlenging van het bestaande retributiereglement "grafconcessies" zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 17 december 2020.

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

In zitting van de gemeenteraad van 17 december 2020 werd dit retributiereglement verlengd tot en met 31 december 2021, met de intentie dit in de loop van 2021 integraal te bekijken en de nodige aanpassingen te doen. Door de gewijzigde omstandigheden en taakinvulling naar aanleiding van de coronapandemie en de impact daarvan op de dienst en het clusterhoofd, is dit niet gelukt.

Er wordt voorgesteld dit reglement te verlengen en, van zodra de omstandigheden het toelaten, dit te herbekijken.

Conform artikel 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 14° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

De gemeenteraad besluit met 0 ja-stemmen:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit voorliggend reglement als volgt goed te keuren:

RETRIBUTIEREGLEMENT GRAFCONCESSIES

Art. 1. - Er wordt een retributie gevestigd op grafconcessies. Het bedrag van de concessie wordt vastgesteld als volgt:

A. Begraving in de grond

 1) 30-jarige concessie (grafkelder verboden):   7,5 euro/m²/jaar

 2) 50-jarige concessie (grafkelder verplicht):   7,5 euro/m²/jaar

 Dit bedrag wordt vermeerderd met:

■        850 euro voor een grafkelder voor 2 personen;

B. Nis in het columbarium

 1) 30-jarige concessie:     450 euro

 2) 50-jarige concessie:      750 euro

 Dit bedrag wordt vermeerderd met:

■        200 euro voor de nis en de afdekplaat (exclusief gravure).

C. Begraving in urnenveld

 1) 30-jarige concessie:     450 euro

 2) 50-jarige concessie:      750 euro

 Dit bedrag wordt vermeerderd met:

■        250 euro voor de urnenkelder

■        80 euro voor de afdekplaat (exclusief gravure)

D. Naamplaat herdenkingszuil

De kosten voor het aanbrengen van een naamplaat op de herdenkingszuil van de  asstrooiweide worden bepaald op 15 euro (naamplaat, graveren en bevestigen).

E. Gratis begraving - 10 jaar

De gemeente voorziet voor elke persoon, ingeschreven in het bevolkingsregister, vreemdelingen- of wachtregister van de gemeente, de mogelijkheid tot kosteloze begraving voor 10 jaar, zonder concessie, in volle grond, een urnenkelder of columbariumnis.

Art. 2. - Bij een geconcedeerde nis in het columbarium of voor een geconcedeerde begraving op het urnenveld, dient de door het gemeentebestuur ter beschikking gestelde afdekplaat te worden gebruikt.

Art. 3. - Na verloop van de 10 jaar van de kosteloze begraving of de door het college van burgemeester en schepenen vergunde 10-jarige concessie, in zowel volle grond, urnenkelder of columbariumnis, wordt aan elke belanghebbende de mogelijkheid  geboden om op een perceel, op de nis of urnenkelder een 30-jarige vergunning te bekomen. De 30 jaar begint te lopen vanaf de datum van de toekenning in het college van burgemeester en schepenen van de 10-jarige al dan niet geconcedeerde grond, nis of urnenkelder.

Art. 4. - De kosten van het ter aarde bestellen zijn ten laste van de gemeente evenals de werken tot bijzetting in het columbarium. Het gebruik van de asstrooiweide is gratis.

Art. 5. - Tijdelijke concessies, verleend voor of na de inwerkingtreding van de wet van 1971, kunnen op twee manieren hernieuwd worden:

a) hernieuwing zonder bijzetting

Op aanvraag van enig belanghebbende kunnen opeenvolgende hernieuwingen van de 30-jarige of 50-jarige concessie worden toegestaan voor het verstrijken van de vastgestelde termijn en dit voor een periode van 10 jaar, 30 jaar of 50 jaar.

b) hernieuwing met bijzetting

De concessie kan op uitdrukkelijke aanvraag van iedere belanghebbende voor een nieuwe periode van dezelfde duur worden hernieuwd naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting in de concessie.

In het geval er geen hernieuwing werd aangevraagd tussen de datum van de laatste bijzetting in de concessie en het verstrijken van de periode waarvoor deze werd verleend, blijft het graf bestaan gedurende een termijn van tien jaar, die begint te lopen op de datum van het overlijden, indien dit overlijden zich minder dan tien jaar voor het verstrijken van de concessie heeft voorgedaan.

Geen hernieuwing mag voor langere tijd dan de oorspronkelijke concessie worden toegestaan.

In geval van een hernieuwing van een concessie (al dan niet met bijzetting) voor het verstrijken ervan, wordt het concessierecht berekend pro rata temporis: het te betalen concessierecht is evenredig met het aantal jaren dat de hernieuwde vervaldatum de aanvankelijke vervaldatum overschrijdt.

●        voor begraving in de grond:   7,5 euro/m²/jaar

●        voor nis in het columbarium:   15 euro/nis/jaar

●        voor begraving van urnen:   15 euro/urnenveld/jaar

Art. 6. - De duur van een eerste concessie neemt een aanvang op de datum waarop het college van burgemeester en schepenen deze concessie verleent.

Art. 7. - Op de begraafplaats te Deerlijk en te Sint-Lodewijk wordt een plaats voorbehouden voor begraving van:

●        burgemeesters en gewezen burgemeesters

●        oud-strijders van de oorlogen 1914-1918 en 1940-1945

●        civielarbeiders van de oorlog 1914-1918

●        erkende weerstanders van de oorlog 1940-1945

●        erkende politieke gevangenen van beide wereldoorlogen

●        erkende werkweigeraars van de oorlog 1940-1945

●        leden van de lokale brandweerpost Belgiek, woonachtig in Deerlijk, die gestorven zijn in bevolen dienst

Wanneer betrokkenen begraven worden in de voorbehouden percelen (in voorbehouden volle grond van 2 m² zonder grafkelder), in een columbariumnis met 30-jarige vergunning of een urnenkelder met 30-jarige vergunning, wordt, zonder enige geldelijke vergoeding, een concessie van 30 jaar toegekend voor maximum 2 personen. Overeenkomstig artikel 8, § 5 kunnen eventuele uitbreidingen worden aangevraagd.

Wanneer betrokkenen begraven worden buiten de voorbehouden percelen of in een columbariumnis met 50-jarige vergunning of urnenkelder met 50-jarige vergunning, wordt de totale concessieprijs met 450 euro verminderd.

De gratis toegekende 30-jarige concessie neemt een einde 30 jaar na de eerste begraving in de voorbehouden percelen.

Overeenkomstig artikel 5 kunnen opeenvolgende hernieuwingen van deze concessie worden toegestaan.

Art. 8. -

§ 1. 

In een concessie voor 30 jaar in volle grond mogen 2 personen begraven worden. Eventueel kan een uitbreiding gevraagd worden conform § 5 van dit artikel.

In een concessie voor 50 jaar in volle grond met grafkelder voor 3 personen mogen maximaal 3 personen begraven worden. Eventueel kan een uitbreiding gevraagd worden conform § 5 van dit artikel.

§ 2. In een concessie voor 30 jaar of 50 jaar voor een nis in het columbarium of een urnenkelder op het urnenveld mogen maximaal 2 personen geplaatst worden. Eventueel kan een uitbreiding gevraagd worden conform § 5 van dit artikel.

§ 3. Bij de aanvraag tot het bekomen van een concessie is het noodzakelijk dat alle namen van de begunstigden worden vermeld. De concessies worden op het ogenblik van het eerste overlijden nominatief toegewezen.

§ 4. De nominatief toegekende concessies kunnen enkel door de concessiehouder of zijn erfopvolgers schriftelijk gewijzigd worden met voorlegging van een laatste wilsbeschikking van de persoon waarvoor een uitbreiding wordt aangevraagd.

§ 5. Een uitbreiding van een bestaande al dan niet eeuwigdurende grafconcessie zal slechts worden toegestaan wanneer hierom schriftelijk wordt verzocht en indien praktisch mogelijk.

Voor een uitbreiding, door bijzetten van een persoon, niet in de oorspronkelijke concessie aangevraagd, van een bestaande eeuwigdurende grafconcessie of bestaande grafconcessie dienen evenredig de nog te lopen jaren van de bestaande grafconcessie te worden betaald. De termijn en de voorwaarden van de oorspronkelijke concessie blijven bestaan.

●        voor begraving in de grond:   7,5 euro/m²/jaar

●        voor nis in het columbarium:   15 euro/nis/jaar

●        voor begraving van urnen:   15 euro/urnenveld/jaar

Art. 9. -

a) Aan de concessies op de percelen van blok A en blok B die gelegen zijn langs de hoofdgang op de begraafplaats te Deerlijk centrum, wordt de verplichting opgelegd een grafzerk met een monumentaal karakter op te richten.

b) Aan alle andere concessies - met uitzondering van deze gestipuleerd in a) - wordt de verplichting opgelegd om een grafzerk op te richten en/of de bodem te bedekken met beplanting en/of steenslag of ander type verharding.

Art. 10. - De verplichtingen vermeld in artikel 9 gelden voor nieuwe concessies alsook voor bestaande concessies in zover voor deze laatste de oude grafzerk zou vervangen worden door een nieuwe.

Art. 11. - Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2022 en is geldig tot en met 31 december 2025.

Art. 12 - Het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2020 houdende de vaststelling van het retributiereglement grafconcessies wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

Artikel 2

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

Artikel 3

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

Artikel 4

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

De openbare zitting van de gemeenteraad wordt geschorst om te hernemen na de openbare zitting van de OCMW-raad.

Zitting van 16 DECEMBER 2021

20. Vragen gesteld door raadsleden - kennisname

Aanleiding en context

Aan de gemeenteraadsleden wordt gevraagd kennis te nemen van de vragen gesteld door raadsleden.

Motivering

Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de gemeenteraadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden die niet op de agenda van de gemeenteraad staan in het punt 'Vragen gesteld door raadsleden'.

Op deze mondelinge vragen wordt, ofwel mondeling ter zitting, ofwel schriftelijk (elektronisch), ten laatste binnen de maand na de vraagstelling geantwoord.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 31 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad neemt kennis van de door de gemeenteraadsleden gestelde vragen.