DEERLIJK

4 SEPTEMBER 2019

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 28 augustus 2019 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 28 augustus 2019.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 28 augustus 2019 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

LO de beuk - begeleiding opvang - tijdelijke aanstelling -

goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

Beslissingen algemeen directeur - augustus 2019 - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

Animatorenvergoedingen gemeentelijk speelplein - zomervakantie 2019 - augustus - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

Samenwerking met ouderraad BS De Driesprong - cultuurseizoen 2019-2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de samenwerking met de ouderraad BS De Driesprong tijdens het komende cultuurseizoen.

 

Motivering

 

Voor het eerste deel van seizoen 2019-2020 (tot en met december 2019) wordt een samenwerking opgezet met een Deerlijkse vereniging volgens het A-deel van het samenwerkingsreglement podiumactiviteiten:

          Radio Oorwoud op 21 september 2019 - samenwerking met ouderraad BS De Driesprong

 

Volgens artikel 11 van het samenwerkingsreglement podiumactiviteiten krijgt de meewerkende vereniging van de door hen verkochte tickets 25 % van de gemiddelde verkoopprijs. Volgens artikel 12 van het samenwerkingsreglement podiumactiviteiten krijgt de vereniging voor het uitbaten van de bar 50 % van de netto opbrengst van de drankverkoop.

 

De afrekening wordt achteraf ter kennis gegeven aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Er worden nog samenwerkingen gezocht voor enkele voorstellingen tijdens het tweede deel van het seizoen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Samenwerkingsreglement podiumactiviteiten, deel A, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 22 februari 2018.

 

Financiën

 

De financiële gevolgen van deze beslissing zijn nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de samenwerking met de ouderraad van BS De Driesprong bij de voorstelling van Radio Oorwoud op 21 september 2019.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

Lalapop Deerlijk - aanvraag projectpremie - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Op 19 augustus 2019 diende Lalapop vzw een aanvraag in voor een projectpremie voor hun project Lalapop Deerlijk.

 

Motivering

 

Het project werd toegelicht aan een jury op 26 augustus 2019. Deze jury bestaat uit een afgevaardigde uit de jeugdraad, seniorenraad en cultuurraad. Deze jury adviseert het college van burgemeester en schepenen om de premieaanvraag goed te keuren voor een totaalbedrag van 300 euro.

 

Volgens het premiereglement gebeurt de betaling in twee schijven. 50 % van het toegekende bedrag wordt bij de opstart van het project betaald, 50 % wordt na afloop van het project uitbetaald, indien de organisatie het evaluatieformulier en de nodige bewijsstukken indient.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Premiereglement projectpremie (goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 15 december 2017).

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

300 euro (150 euro voorschot + 150 euro na afloop)

Actie

Het ondersteunen van de kwalitatieve uitbouw van alle socio-culturele en cultuurverenigingen

Jaarbudgetrekening

7-1-2-4/0739-00/64920316

Visum

geen visum

 

Het voorschotbedrag mag worden gestort op rekeningnummer BE12 0634 2541 8692 op naam van Sophie Mespreuve.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de jury te volgen en de premieaanvaag van Lalapop vzw goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

BMC - verslagen van 27 mei en 28 juni 2019- kennisname

 

Aanleiding en context

 

De beperkte mobiliteitscommissie hield een vergadering op 27 mei en 28 juni 2019. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de verslagen en een beslissing te nemen in verband met de parking in de Schragenstraat.

 

Motivering

 

De verslagen van deze vergaderingen werden goedgekeurd.

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een beslissing te nemen in verband met de inrichting van de parking in de Schragenstraat.

Na meldingen van het parkeren van bedrijfsvoertuigen van een transportfirma uit de Stationsstraat op de parking, werden er betonblokken opgesteld die het parkeren van die voertuigen verhinderde. Doordat er niet meer kon geparkeerd worden op die parking, werd er op de langsparkeerstroken in de Schragenstraat geparkeerd. Dit had tot gevolg dat het zicht bij het uitrijden voor de bewoners met private opritten bemoeilijkt werd.

De bedrijfsleider van de betrokken firma werd daarover aangesproken om een oplossing te vinden voor dit parkeerprobleem. Hij is op zoek naar een geschikte locatie voor zijn transportfirma en de chauffeurs nemen zoveel als mogelijk de voertuigen mee naar huis.

Op korte termijn is er echter geen oplossing in zicht.

Er wordt voorgesteld om:

          de parking zo in te richten dat er terug een beperkte mogelijkheid is om enkele bedrijfsvoertuigen op die parking te laten parkeren, in afwachting van een definitieve oplossing;

          de betrokken transportfirma aan te manen binnen aanvaardbare termijn een definitieve oplossing te zoeken voor het parkeerprobleem.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besproken onderwerpen:

          aanpassen voorwaarden parkeerplaats mindervaliden in samenwerking met Harelbeke;

          mobiliteitsplan Deerlijk met betrekking tot de Kortrijkse heerweg;

          fietspad Stationsstraat, problemen met geparkeerde wagens;

          snelheidsinformatieborden en ANPR-camera's.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit:

          de parking zo in te richten dat het beperkt parkeren van enkele bedrijfsvoertuigen mogelijk is;

          de bedrijfsleider van de betrokken transportfirma aan te manen een oplossing te vinden voor het parkeerprobleem.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

Fluvius - aanpassen nettoestand Kerkplein - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen voor het slopen van de sturingskast, het wegnemen van 8 projectoren en het plaatsen van twee nieuwe aftakpunten voor kerstverlichting op het Kerkplein.

 

Motivering

 

Gezien, jaren terug, in het kader van energiebesparing beslist werd om de monumentverlichting rond de Sint-Columbakerk niet langer te gebruiken werd aan Fluvius gevraagd deze weg te nemen. Anderzijds merkte Fluvius op dat de huidige sturingskast op de zijgevel waarop ook de kerstverlichting aangesloten wordt, in slechte staat en onveilig is. Daarom werd bekeken hoe de nettoestand rond de kerk kan geoptimaliseerd worden. Er wordt voorgesteld om 8 projectoren weg te nemen, de sturingkast te slopen en twee nieuwe aftakpunten met stopcontact te plaatsen aan de kant van de Hoogstraat.

 

Voor deze werken maakte Fluvius een offerte op.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

2.187,33 euro excl. btw of 2.646.66 incl. btw

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

CBS-GBB/0690-00/22510000

Visum

Niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de offerte van Fluvius voor het wegnemen van 8 projectoren, het slopen van de sturingskast en het plaatsen van 2 nieuwe aftakpunten op het Kerkplein kant Hoogstraat goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

Renovatie Burg. Hector Isebaertstraat 8 - begeleiding door renovatiecoach Leiedal - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een principiële beslissing te nemen om de renovatiecoach te betrekken in de renovatie van de woning in de Burg. Hector Isebaertstraat 8.

 

Motivering

 

De woning in de Burg. Hector Isebaertstraat 8 behoort tot het gemeentelijk patrimonium en wordt verhuurd aan kwetsbare doelgroepen. Voor de grondige renovatie van die woning en om mede te voldoen aan de huidige minimale wettelijke bepalingen voor het verhuren van woningen zou de dienst infrastructuur en openbare werken de renovatiecoach betrekken voor de begeleiding van dit renovatieproject.

 

Het college van burgemeester en schepenen ging in zitting van 7 maart 2018 akkoord met de afsprakennota tussen de intercommunale Leiedal en de gemeente Deerlijk betreffende het inzetten van de renovatiecoach om renovatiebegeleiding vanuit de gemeente aan te bieden aan kwetsbare doelgroepen. Hiervoor werd 5.000 euro vastgelegd.

 

De renovatiecoach coördineert het volledige project volgens de afsprakennota en neemt de volgende taken op zich:

          opmaken van een raming van alle mogelijke kosten in functie van budgetaanvragen;

          opvragen van offertes voor de werken met een overzicht en verslag voor het gemeentebestuur;

          toewijzing van de aannemers na goedkeuring en opvolgen van de werken;

          budgetcontrole en opleveringen met aannemers en bestuur;

          raming premies op basis van offertes, de aanvraag voor de premies worden door Woonwijs verwerkt.

Voor de bovenstaande prestaties heeft de renovatiecoach een raming opgemaakt: +/- 30 uur X 50 euro per uur = 1.500 euro. Aangezien de prestaties gebeuren binnen de afsprakennota met de gemeente, komt er geen btw bij.

Daarvoor is voor 2019 budget voorzien. De beslissing heeft geen bijkomende financiële gevolgen gezien dit past binnen een goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen bijkomende financiële gevolgen gezien deze past binnen een goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zich principieel akkoord te verklaren om de renovatiecoach te betrekken voor de begeleiding van de renovatie van de woning in de Burg. Hector Isebaertstraat 8 en de prestaties te laten uitvoeren volgens de afsprakennota met de intercommunale Leiedal.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

OMV 2019_93 - Pontstraat 61 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van de bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Pontstraat 61 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 545 D2 aangevraagd door de heer Geert Buyse wonende Jan Breydelstraat 26 te 8530 Harelbeke.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  30 augustus 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De bijkomende aandachtspunten uit het advies van de VMM dienen stipt nageleefd te worden.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

1.      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

2.      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

3.      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Oosthoek zoals vastgesteld op 7 april 2016 en met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 10 januari 2018 (dossiernummer 0055-5/2017.14).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

4.      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

5.      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

6.      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

7.      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 juli 1961 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieu vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

8.      Pré-VLAREM vergunning voor het plaatsen van een propaantank van 1.000 liter (klasse 3) waarvan akte genomen door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 12 september 1979.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Pontstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg die de verbinding vormt tussen de N36 en het centrum van de gemeente. De Pontstraat wordt gekenmerkt door in hoofdzaak eengezinswoningen van een verscheiden type, zowel gesloten, halfopen als open bebouwing. De bebouwing in de omgeving wordt hoofdzakelijk afgewerkt met hoofdvolumes met hellende daken en eventuele aanbouwen met platte daken. De eigendom van de aanvrager betreft een perceel grond waarop zich een vrijstaande eengezinswoning met hellend dak bevindt evenals een aantal hoogstammige bomen.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de bestaande woning te verbouwen en uit te breiden met een nieuw volume, evenals een bestaand bijgebouw af te breken en een boom te rooien.

De verbouwing van de bestaande woning omvat in grote lijnen onder meer het dichten van de kelder, het isoleren van de gevels, het herinrichten van de ruimtes, plaatsen van nieuwe ramen, vernieuwen dak. Aangezien de bestaande woning ingepland is op een afstand van iets meer dan 19 m ten opzichte van de rooilijn wordt de uitbreiding voorzien aan de voorzijde van de woning. In het verlengde van de bestaande linkerzijgevel wordt een nieuw volume opgetrokken. De diepte van dit nieuwe volume bedraagt 12,84 m en heeft een breedte van deels 4,80 m (ter hoogte van de bestaande voorgevel) en deels 8,38 m (ter hoogte van de nieuwe voorgevel). De afstand tot de rooilijn bedraagt op zijn minst 6 m. Het nieuwe volume wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3,10 m ten opzichte van het bestaande vloerpasniveau. Het nieuwe gedeelte wordt voorzien van een kelder en op het gelijkvloers ingericht als keuken, wasruimte en dubbele garage met fietsenstalplaats. De bestaande gevelstenen worden verwijderd en de woning wordt voorzien van een nieuwe wit te schilderen gevelsteen met achterliggende isolatie. De dakbedekking zal bestaan uit zwart keramische dakpannen of leien. De uitbouw wordt eveneens voorzien van een wit te schilderen gevelsteen, in de voorgevel wordt een deel afgewerkt met donkergrijze/zwarte aluminium in vlakke panelen. Het schrijnwerk bestaat uit donkergrijze/zwarte aluminium.

In de voortuin wordt verharding aangelegd in functie van de oprit tot de garage en het toegangspad naar de voordeur. Om de oprit te realiseren dient 1 boom gerooid te worden. Deze wordt gecompenseerd door aanplant van een nieuwe boom tussen de oprit naar de garage en het toegangspad tot de woning. Bij de woning wordt terrasverharding en verharding voor paden aangelegd met een oppervlakte van 121 m². De bestaande terreinhellingen blijven zoveel als mogelijk behouden, de bestaande niveaus worden aangepast ter hoogte van de opritten, paden en terrassen gepast.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 9 juli 2019 tot 7 augustus 2019. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

De VMM werd om advies verzocht op 5 juli 2019. De adviesinstantie bracht op 12 juli 2019 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Onder verwijzing naar artikel 1.3.1.1. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep. Dit advies wordt verleend in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006.

 

De locatie te Deerlijk, Afd. 1, Sectie B, nr(s) 545D2 stroomt af naar de Gaverbeek, een onbevaarbare waterloop van eerste categorie die beheerd wordt door de VMM – afdeling Operationeel Waterbeheer. Het gebied is volgens de watertoetskaarten deels mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

De aanvraag omvat het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning.

 

Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten e.a. (GSV). Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.

 

Het dakwater wordt opgevangen in 2 onderling verbonden hemelwaterputten voor hergebruik met elk een volume van 10.000 liter. Hierbij is de 2e hemelwaterput deels voorzien als buffervoorziening met vertraagde afvoer (minimaal 4.200 liter). Gezien de beperkte infiltratiecapaciteit van de bodem en de hoge grondwaterstand kunnen we hiermee akkoord gaan.

 

Naar het aspect grondwaterstroming kunnen we stellen dat de aanleg van de kelder een bronbemaling met zich kan meebrengen. Indien men van plan is te bemalen moet minstens een melding volgens Vlarem (klasse 3) van de activiteit gebeuren. Ze kan evenwel vergunningsplichtig zijn en zelfs MER-plichtig naargelang de ligging en het debiet per dag.

 

Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van bijlage 1 van Vlarem II (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II). Met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt eveneens verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5 namelijk dat niet-verontreinigd bemalingswater bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht wordt. Wanneer het in de bodem brengen redelijkerwijze niet mogelijk is, moet dit niet-verontreinigd bemalingswater geloosd worden in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater. Het lozen in de openbare riolering is slechts toegestaan wanneer het conform de beste beschikbare technieken niet mogelijk is zich op een andere manier van dit water te ontdoen.

 

De aanleg van de ondergrondse constructie mag er geenszins voor zorgen dat er een permanente drainage optreedt met lagere grondwaterstanden tot gevolg. Een dergelijke permanente drainage is immers in strijd met de doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid waarin is opgenomen dat verdroging moet voorkomen worden, beperkt of ongedaan gemaakt. De ondergrondse constructie dient dan ook uitgevoerd te worden als volledig waterdichte constructie en zonder kunstmatig drainagesysteem.

 

BESLUIT

 

Het project wordt gunstig geadviseerd en is in overeenstemming te brengen met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.

Bijkomende aandachtspunten in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid:

-          voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van bijlage 1 van Vlarem II (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II);

-          de lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II;

-          de ondergrondse constructie dient te worden uitgevoerd als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.’

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden getoetst aan de voorschriften van zowel het RUP Oosthoek zoals vastgesteld op 7 april 2016 als aan de voorschriften van de verkaveling VK 0055-5/2017.14 zoals goedgekeurd 10 januari 2018.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Zijdelingse bouwvrije stroken zijn  minimaal 3 m voor een volume van één bouwlaag

Het nieuwe volume als uitbreiding van de woning bevindt zich op afstand tot 2,91 m van de linkerzijperceelsgrens

De bouwdiepte is maximaal 20 m

Na uitbreiding bedraagt de bouwdiepte 23,14 m

Verdiepingsgedeelte max. 12 m vanaf voorbouwlijn

Door behoud bestaande woning start de verdieping onder dak op ongeveer 12,84 m achter de nieuwe voorgevelbouwlijn

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling en het RUP gezien de hoofdfunctie residentieel woning in eengezinswoning aanwezig is op het perceel, de achtertuinstrook minstens 8 m bedraagt, de uitbreiding volledig voorzien is binnen de maximale bouwzone conform het plan, de zijdelingse bouwvrije strook rechts meer bedraagt dan de minimale 3 m, de terreinbezetting minder is dan 50 %, meer dan 25 % van het perceel uit groen bestaat, de nokhoogte minder bedraagt dan 13 m en de kroonlijsthoogte minder dan 7 m, maximaal 2 bouwlagen en een dakverdieping toegelaten is, de gekozen materialen vrij zijn met uitzondering van betonelementen, de dakvorm vrij is, voortuinstroken hoofdzakelijk groen moeten ingericht worden, enkel de oprit en een extra parkeerplaats verhard mogen worden, minstens 2 parkeerplaatsen per lot voorzien moeten worden en in de voorwaarden opgenomen is dat het eventueel rooien van de bomen beoordeeld wordt bij de omgevingsvergunningsaanvraag voor de woningen.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijkingen hebben betrekking op inplanting en afmetingen zodat een afwijking overwogen kan worden. De gevraagde afwijkingen kunnen positief beoordeeld worden vanuit volgende motivatie:

-          De afwijking op de breedte van de vrije zijstrook is beperkt. De codex voorziet dat het plaatsen van isolatie bij een bestaande woning in een vrije zijstrook niet als afwijking beoordeeld dient te worden. Omwille van technische aspecten en de esthetische aansluiting met bestaande woning na isolatie kan ook de uitbreiding voorzien worden tot op dezelfde afstand van de zijperceelsgrens. De hoogte van de uitbreiding is beperkt tot één bouwlaag waardoor de impact op het aanpalend perceel gering zal zijn. Er werden hieromtrent geen bezwaren ingediend.

-          De afwijking op de diepte van de woning kan gevolgd worden gezien in het toelichtende gedeelte bij de voorschriften opgenomen is dat de woning kan uitgebreid worden volgens de aangegeven bouwzone en het ontwerp binnen deze bouwzone blijft.

-          Door het voorzien van de mogelijkheid tot behoud van de bestaande woning en rekening houdend met de uitbreidingsmogelijkheden voorzien in de verkaveling kan onmogelijk voldaan worden aan de opgelegde voorwaarde inzake maximale bouwdiepte van de verdieping tot op 12 m vanaf de voorgevelbouwlijn. Deze bepalingen spreken elkaar tegen. Deze voorwaarde is geschreven op maat van een volledig nieuw op te trekken woning.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Pontstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha), ligt niet in een recent overstroomd gebied maar wel in een mogelijks overstromingsgevoelig gebied. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er worden twee regenwaterputten van telkens 10.000 liter met hergebruik voorzien en het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

Er wordt een afwijking gevraagd voor de plaatsing van infiltratievoorzieningen aangezien uit infiltratieproeven blijkt dat de grond weinig infiltreerbaar is. De aanvrager voorziet een buffering in de regenwaterputten. Het advies van de VMM in het kader van de watertoets is gunstig en wordt overgenomen tot het mijne. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een bestaande eengezinswoning met behoud van deze functie in een omgeving die gekenmerkt wordt door eengezinswoningen. De bestaande woning wordt geoptimaliseerd en aangepast aan huidige normen. Door het materiaalgebruik van het nieuwe gedeelte en het bestaande gedeelte op elkaar af te stemmen ontstaat een harmonisch geheel. De uitbreiding houdt rekening met de bezonning en oriëntatie en is beperkt in hoogte zodat de impact op de aanpalende percelen beperkt is. De te rooien boom wordt vervangen door een nieuwe boom en de voortuinverharding is beperkt zodat het groene karakter van de eigendom in de straat behouden blijft. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Gelet op de specifieke problematiek inzake waterhuishouding dienen de bijkomende aandachtspunten in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid overgenomen te worden bij afgifte van de vergunning.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Geert Buyse wonende Jan Breydelstraat 26 te 8530 Harelbeke, voor het verbouwen en uitbreiden van de bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Pontstraat 61 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 545 D2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De bijkomende aandachtspunten uit het advies van de VMM dienen stipt nageleefd te worden.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

Attest van verdeling - Sneppe - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of ze akkoord kunnen gaan met het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Sneppe.

 

Motivering

 

Op 20 augustus 2019 verstuurde men vanuit de Vlaamse overheid, dienst vastgoedtransacties een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Sneppe, gekadastreerd afdeling 1, sectie A, nummer 163H, met een oppervlakte van 1.171 m².

 

Een deel van de eigendom, met een oppervlakte van 13,46 m² wordt afgesplitst teneinde aan te kopen

De bestemming van het goed is volgens de akte cabine en volgens de verwerver hoogspanningscabine.

 

De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling gezien het afgesplitste deel overeenkomt met de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning.

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

Premie kippenactie - uitbetaling - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een premie toe te kennen aan een deelnemende handelaar naar aanleiding van het uitvoeren van de kippenactie in 2019.

 

Motivering

 

Volgende aanvraag werd ingediend:

 

Naam en adres aanvrager

 

Rekeningnummer

aantal verkochte kippen

toe te kennen premie

Luc Taelman

Desselgemstraat 141

8540 Deerlijk

 

BE17 7484 0508 3221

 

 

29

 

 

29 euro

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet lokaal bestuur

          Andere:

          Het gemeentelijk reglement betreffende betoelaging bij de kippenactie, goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 augustus 2013

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Bedrag

29 euro

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS / 0390-00 / 64920106

Begunstigde

Luc Taelman

Rekeningnummer begunstigde

BE17 7484 0508 3221

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de premie uit te betalen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2019/32 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2019/54 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

Implementatie OBS-kader - rapportering - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van de rapportering over de verdere implementatie van het algemeen kader met betrekking tot het organisatiebeheerssysteem (OBS-kader) in 2018.

 

Motivering

 

Op 13 juli 2017 keurde de gemeenteraad het kader voor het intern controle systeem (ICS) / organisatiebeheerssysteem (OBS) voor de periode 2015-2019 goed.

In dezelfde zitting werd bepaald dat jaarlijks de nodige rapportering zal voorzien worden aan de gemeentelijke beleidsorganen over de implementatie van het OBS-kader.

Op 3 juli 2017 nam de OCMW-raad dezelfde beslissing.

Deze rapportering gebeurt later dan voorzien gezien de opmaak van de nieuwe meerjarenplanning als prioritair wordt aanzien en op zich ook bijdraagt aan de organisatiebeheersing.

 

De rapportering bestaat uit verschillende onderdelen:

 

          Projecten organisatiebreed

          Provisiebeheer

          Kasbeheer

          Visum (rapportering gebeurde reeds op 28 maart 2019)

          Debiteurenbeheer (rapportering gebeurde reeds op 28 maart 2019)

          Steekproeven bestelbonnen

          Klachtenrapportering

 

De volledige rapportering is te vinden in de documenten in bijlage. De rapportering toont de situatie tot op 31 december 2018. Het  is dus mogelijk dat er intussen wijzigingen zijn. Deze zullen verwerkt worden in de volgende rapportering.

 

Dit rapport werd besproken tijdens het managementteam van 4 september 2019 .

 

Hetzelfde rapport wordt voorgelegd aan de gemeenteraad van 12 september 2019.

 

Er zijn geen andere adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 219 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 217 - 220 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de rapportering over het OBS-systeem over het jaar 2018.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

OVSG - algemene vergadering van 24 september 2019 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

OVSG nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van een bijzondere algemene vergadering die plaatsvindt op dinsdag 24 september 2019 om 10.00 uur in Huis Madou, Bisschofsheimlaan 1-8, 1000 Brussel.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het programma en de agendapunten:

 

9.45 uur: onthaal (Huis Madou - ontmoetingsruimte)

 

10.00 uur: statutaire algemene vergadering OVSG (Huis Madou - vergaderzaal 5.01)

 

Agenda

 

1)      Goedkeuring verslag

2)      Wijziging statuten vzw OVSG (2de oproep)

3)      Benoeming van de leden raad van bestuur

4)      Varia

 

10.30 uur: kwaliteit in onderwijs (Huis Madou - vergaderzaal 5.01)

 

De pedagogische begeleidingsdienst van OVSG illustreert hoe zij de kwaliteit in de scholen helpen verhogen aan de hand van de OVSG-toets, het ROK-spel e.d.

 

13.00 uur: broodjeslunch (Huis Madou - ontmoetingsruimte)

 

In de gemeenteraadszitting van 28 februari 2019 werd de heer Claude Croes aangesteld als vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van OVSG voor de legislatuur 2019-2024.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

De aangeduide vertegenwoordiger, de heer Claude Croes, is verhinderd voor onderhavige algemene vergadering.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om OVSG hiervan op de hoogte te brengen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

Bijdrage Zuidwest 2020-2025 - principieel akkoord - goedkeuring

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

OMV 2019_64 - Stationsstraat 78+ - weigering

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een meergezinswoning, op een perceel gelegen Stationsstraat 78+ en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 78 C2, aangevraagd door mevrouw Jeanine Pollet wonende Damweg 8/6 te 8790 Waregem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  2 september 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

        De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gavers, definitief vastgesteld op 26 mei 2016 met als bestemming zone voor gemengde functies.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

        Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

        Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 februari 1957 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaand magazijn.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 mei 1959 door het college van burgemeester en schepenen voor het optrekken van een hangaar achter het magazijn.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 maart 1962 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van standvensters op het dak.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 juli 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor het vernieuwen en wijzigen van een bestaand dak.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 mei 1995 door het college van burgemeester en schepenen voor het renoveren van een bestaande loods.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 februari 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning en het slopen van een berging.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 september 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het opsplitsen in twee woongelegenheden.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende pré-Vlarem vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Arab vergunning afgeleverd op 3 juli 1953 door het college van burgemeester en schepenen voor het lossen en opslag van granen en groenvoeders.

        Vergunning voor een historische activiteit afgeleverd op 13 januari 1988 door het college van burgemeester en schepenen voor een werkplaats voor het herstellen van motorvoertuigen.

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning afgeleverd op 15 februari 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor een garagewerkplaats.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Stationsstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Stationsstraat wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan bebouwingstypologie met diverse functies en bouwvolumes. Op het perceel is langs de straatzijde een bestaande oprit aanwezig die toegang verleent tot achterliggende aaneengesloten bergingen en loodsen. Aan de rechterzijde van het perceel bevindt zich een reeds eerder gebouwde meergezinswoning met volwaardige zijgevel en aan de linkerzijde is een eengezinswoning aanwezig met wachtgevel.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het perceel (984 m²) wordt opgesplitst in een achterliggend gedeelte van 511 m² met bestaande loodsen en bergingen, en een zone vooraan (473 m²) waar een nieuwbouw meergezinswoning (2 appartementen) wordt opgetrokken. Aan de straatkant wordt het perceel ingevuld met een 2 verdiepingen tellend volume onder een plat dak, in het verlengde en aansluitend aan een in eerste fase aangevraagde en uitgevoerde meergezinswoning van 2010 (met 2 woongelegenheden). Het nieuwe volume sluit op de verdieping aan op de zijgevel van de beide aanpalende woningen en op het gelijkvloers wordt ter hoogte van de rechts aanpalende woning een onderdoorrit gerealiseerd met een breedte van 3,50 m en wordt aangebouwd aan de linkerzijgevel. Het nieuwe volume bestaat uit 2 appartementen waarvan het gelijkvloers appartement een nieuwe toegang krijgt aan de zijkant, via de gemeenschappelijke onderdoorgang en het appartement op de verdieping via de bestaande traphal van de in eerste fase gerealiseerde meergezinswoning (ook uitgevend op de onderdoorrit). De meergezinswoning wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 6 m. De onderdoorrit heeft een vrije hoogte van ongeveer 2,40 m. De diepte op het gelijkvloers bedraagt 14 m. De diepte op de verdieping is 8,20 m voor het gedeelte boven de onderdoorrit en 12 m met aansluitend een terras van 2 m voor het gedeelte palend aan de linkerzijperceelsgrens. Het gelijkvloerse appartement betreft een 2 slaapkamerappartement, dat op de verdieping heeft 3 slaapkamers. De gevels worden afgewerkt met een gevelsteen in hoofdzaak in een lichtgrijze kleur. De plint en een accent in de voorgevel worden in een donkergrijs gevelmetselwerk afgewerkt. Het terras bij het appartement op de verdieping heeft een oppervlakte van 11 m². Het gelijkvloers appartement heeft aansluitend achterliggend nog een private tuin van ongeveer 70 m². De gemeenschappelijke doorgang verleent toegang tot de achteraan gelegen parkeerplaatsen, in totaal 6 stuks voor de 4 appartementen uit de fase 2 en 1 samen. Uit het plan is niet duidelijk hoe de achterliggende loodsen en bergingen ontsloten worden, vermoedelijk eveneens via de gemeenschappelijke doorgang.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 6 juni 2019 tot 5 juli 2019. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er twee schriftelijke individuele bezwaarschriften ontvangen.

 

De bezwaren handelen samengevat over volgende aspecten:

Bezwaar 1

-          De bezwaarindiener stelt er steeds van uitgegaan te hebben dat, gelet op de aanwezigheid van de achterliggende garages de doorgang bewaard diende te blijven als een open doorgang.

-          De halfopen bebouwing wordt door de aanvraag een gesloten bebouwing waardoor volgens de bezwaarindiener een aanzienlijke en onrechtmatige waardevermindering ontstaat.

-          De natuurlijke lichtinval door het bestaande zijraam zal beperkt worden. Enkel natuurlijke lichtinval via de achterzijde van de woning zal onvoldoende zijn om de woning volledig te verlichten.

-          Door de aanvraag zal een grote en ongewenste inkijk ontstaan in de woning en tuin van de bezwaarindiener.

-          Het zonlicht in de aanpalende tuin zal weggenomen worden.

-          De extra passage in de gemeenschappelijke hal zal zorgen voor extra geluidshinder. Bij de aankoop van de woning kon niet uitgegaan worden van het feit dat de hal door nog extra personen gebruikt zou worden.

-          In het bezwaar wordt gevraagd afspraken te maken omtrent toegankelijkheid, parkeren en verantwoordelijkheden tijdens de werken.

-          Tenslotte wordt de veiligheid van de voetgangers en fietsers in de Stationsstraat in vraag gesteld. Door het inbouwen van de woningen en het creëren van de tunneldoorgang zal er minder ruimte zijn bij het uitrijden en minder mogelijkheden om te anticiperen op de zwakke weggebruikers op de Stationsstraat. Ook het aantal geparkeerde wagens zal een impact hebben op de zwakke weggebruikers.

 

Bezwaar 2

-          De bezwaarindiener vraagt de afspraken uit de notariële akte van 8 februari 2005 onder meer m.b.t. de gasaansluiting over het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft, te laten naleven door de aanvrager.

-          Aan de wachtgevel is een publiciteitspaneel bevestigd sinds 1993. Hiervoor zijn contractuele bepalingen van toepassing die nageleefd moeten worden wil men tegen deze wachtgevel aanbouwen.

-          De bezwaarindiener wenst zijn huisnummer te behouden aangezien ook zijn bedrijf aan dit huisnummer gekoppeld is.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de zone 3, zone voor gemengde functies zoals voorzien in het RUP Gavers.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Voor percelen groter dan 500 m² bedraagt de terreinbezetting max. 50 %

Perceel heeft een oppervlakte van 984 m² en terreinbezetting bedraagt 57 %

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de eigendom bestemd is voor wonen of aan wonen verwante functie, het gebouw maximaal 2 bouwlagen heeft met een hellend of plat dak, de verdieping een maximale diepte heeft van 15 m, de kroonlijst van het gebouw maximaal 7 m hoog is en de nokhoogte maximaal 13 m en er minimaal 1,5 parkeerplaatsen per woongelegenheid voorzien is.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de afmetingen van het gebouw waardoor de maximale terreinbezetting voor percelen groter dan 500 m² overschreden wordt, zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking op het percentage terreinbezetting kan als beperkt beoordeeld worden aangezien een verschil van 7 % concreet 69 m² betreft.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Stationsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2000 liter en een referentieoppervlakte van 5 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten. Een screening van de milieueffecten is  niet toegevoegd bij het dossier.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een nieuwe kleinschalige meergezinswoning. Dit geheel sluit aan bij de in eerste fase gerealiseerde meergezinswoning. De locatie is gelegen nabij het centrum zodat de bouw van een meergezinswoning zich functioneel kan inpassen.

 

Uit de plannen is het niet meteen af te leiden wat de relatie is tussen de nieuw te bouwen meergezinswoning en de achterliggende loodsen of bergingen, dewelke vermoedelijk eveneens hun toegang zullen hebben door de onderdoorrit die gerealiseerd wordt.

Het behouden van de loodsen en het voorzien van de ontsluiting van de achterliggende loodsen via de onderdoorrit is niet verenigbaar met de realisatie van de voorziene bebouwing waarbij de straatwand gesloten wordt. De onderdoorrit is niet voorzien op de ontsluiting van de loodsen temeer ook de 2 toegangen tot de woongelegenheden rechtstreeks uitkomen op de onderdoorrit waar auto’s rijden. Deze situatie zal onvermijdelijk zorgen voor conflictsituaties. Het behoud van de activiteit in de tuinzone bij de meergezinswoning zal mogelijks ook voor hinder zorgen en biedt geen kwalitatieve buitenruimte, noch visueel noch naar gebruikswaarde. Bijgevolg dient de aanvrager een keuze te maken tussen het behouden van de functie als loods en dan behouden van een volwaardige ontsluiting op de Stationsstraat, ofwel verder bebouwen langs de straatzijde maar dan kan de loods geen autonome bedrijfsfunctie meer hebben en dient deze ruimte meer kwalitatief ingericht te worden als tuinzone en eventueel garages aansluitend op de toekomstig te realiseren garageweg achterliggend.  Beide functies behouden op de eigendom is niet verenigbaar met elkaar.

 

In de aanvraag is er sprake van een splitsing van het perceel naar het voorliggend perceel waarop de meergezinswoning met parkeervoorzieningen komt en een achterliggend perceel dat niet meer aansluit aan de openbare weg en waar ook de ontsluiting niet vermeld wordt. Een opdeling van het perceel dient te gebeuren via een attest van verdeling, dit werd op heden nog niet betekend aan het college van burgemeester en schepenen. Gelet op de hierboven vermelde motivering is een opdeling niet wenselijk. Ook dient vastgesteld dat door de opdeling het achterste deel veel meer bebouwd is dan toegelaten is in het RUP (meer dan 50 % voor een perceel van 511 m).

 

De aanvrager voorziet het realiseren van een gesloten bebouwing en bouwt hiervoor aan tegen een volwaardig afgewerkte gevel waarin ook raampartijen voorzien worden en maakt gebruik van de gemeenschappelijke toegang van het reeds bestaande gebouw. Het dichtmaken van deze bestaande openingen zal impact hebben op de natuurlijke lichtinval in de trappenhal. Gelet ook op de huidige eigendomsstructuur dient de aanpalende eigenaar hiervoor eveneens een akkoord te geven (dit betreft wel een aangelegenheid van burgerrechtelijke aard). Het RUP voorziet in hoofdzaak aaneengesloten bebouwing, doch halfopen of open bebouwing is eveneens toegelaten waarbij opgenomen is dat halfopen bebouwing geldt dat aan één zijde van het hoofdgebouw een minimale vrije zijtuinstrook van 3 m aanwezig is.

 

In ondergeschikte orde wordt vastgesteld dat het ontwerp qua materiaalgebruik aansluit op het rechts aanpalende gebouw doch voorziet een platte dakconstructie die totaal niet aansluit aan bij de bebouwing uit de omgeving, noch bij de aanpalende bebouwing zodat het voorstel zich niet voldoende inpast in de onmiddellijke omgeving en het bestaande straatbeeld.

 

Het ontwerp is bijgevolg niet verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Vanuit een toekomstvisie dient de keuze gemaakt te worden tussen het behoud van de loodsen en de bedrijfsactiviteit of het bouwen van een meergezinswoning. Indien de optie van de meergezinswoning gekozen wordt dan  dienen volgende aspecten nader onderzocht worden in functie van een nieuw ontwerp: het realiseren van een gesloten bebouwing met akkoord van de aanpalende eigenaar en waarbij onder meer de dakvorm aansluit en het realiseren van garage/ontsluiting via de achterliggende garageweg zodat in de Stationsstraat een volwaardige plint gerealiseerd wordt.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Alle ingediende bezwaarschriften zijn tijdig ingediend en worden bijgevolg ontvankelijk verklaard.

Omtrent de ingediende bezwaarschriften wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

 

Bezwaar 1

-          Het behouden van een open doorgang naast de woning: deels gegrond en deels ongegrond

Het RUP voorziet in de voorschriften dat de zone in hoofdzaak bestemd is voor aaneengesloten bebouwing. Halfopen en open bebouwing is toegelaten. Bij halfopen bebouwing geldt dat aan één zijde van het hoofdgebouw een minimale vrije zijstrook van 3 m aanwezig is. Op basis van de eigendomsstructuur is deze 3 m vrije zijstrook niet aanwezig, in de feitelijke toestand wel. Het formuleren van een akkoord tot aanbouwen aan een bestaande scheidingsmuur betreft evenwel een burgerrechtelijke aangelegenheid.

-          Waardevermindering door de wijziging van halfopen naar gesloten bebouwing: ongegrond.

Dit is geen stedenbouwkundig argument maar een argument van burgerrechtelijke aard.

-          De natuurlijke lichtinval in de woning zal beperkt worden: deels gegrond en deels ongegrond.

Door het aanbouwen en overbouwen van de zone naast de woning zal het licht in de trappenhal en het inkomgedeelte inderdaad beperkt worden. Ook de lichtinval via het zijraam zal beperkt worden evenwel wordt bij ontwerp rekening gehouden met dit raam door ter hoogte van de onderdoorrit de diepte op de verdieping te beperken.

-          Grote en ongewenste inkijk ontstaan in de woning en tuin: ongegrond.

De aanvraag houdt in verband met lichten en zichten rekening met de bepalingen uit het burgerlijk wetboek in die zin dat rechtstreekse zichten genomen worden op een afstand van meer dan 1,90 m en schuine zichten op een afstand van 0,60 m.

-          Het zonlicht in de aanpalende tuin zal weggenomen worden: ongegrond

De aanvraag houdt in verband met lichten en zichten rekening met de bepalingen uit het burgerlijk wetboek in die zin dat rechtstreekse zichten genomen worden op een afstand van meer dan 1,90 m en schuine zichten op een afstand van 0,60 m.

-          Hinder door de extra passage in de gemeenschappelijke hal: gegrond.

Aangezien het appartement op de eerste verdieping ontsloten wordt via de reeds bestaande toegang in het pand Stationsstraat 76 betekent dit inderdaad een verzwaring van het gebruik van deze hal. Indien de bezwaarindiener hier mede-eigenaar is, is hiervoor eveneens een akkoord vereist. Dit betreft echter een aangelegenheid van burgerrechtelijke aard.

-          Tijdens de werken maatregelen nemen om hinder te beperken: ongegrond

Dit is geen stedenbouwkundig argument.

-          Veiligheid van de voetgangers en fietsers in de Stationsstraat: gegrond

Door het inbouwen van de woningen en het creëren van de tunneldoorgang zal er minder ruimte zijn bij het uitrijden en minder mogelijkheden om te anticiperen op de zwakke weggebruikers op de Stationsstraat. Er wordt gesuggereerd de mogelijkheden te bekijken tot het ontsluiten via de ontworpen garageweg achterliggend het perceel.

 

Bezwaar 2

-          Naleving afspraken uit de notariële akte en publiciteitsbord aan wachtgevel: ongegrond

Dit zijn geen stedenbouwkundig argumenten maar een argumenten van burgerrechtelijke aard.

-          Behoud huisnummer: Ongegrond

Dit is geen stedenbouwkundig argument.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het weigeren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Jeanine Pollet wonende Damweg 8/6 te 8790 Waregem, voor het bouwen van een meergezinswoning, op een perceel gelegen Stationsstraat 78+ en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 78 C2.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 04 SEPTEMBER 2019

OMV 2019_103 - Schoolstraat 3 en 7 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van de bestaande woning met handelsgelijkvloers, op een perceel gelegen Schoolstraat 3 en 7 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 354 H aangevraagd door Tanghe - Devloo met als contactadres Schoolstraat 10 bus 1 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  30 augustus 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het gedeelte van het dakterras, dat zich buiten de 15 m bouwdiepte vanaf de voorgevelbouwlijn bevindt, moet ingericht worden als groendak (intensief of extensief) niet te betreden, behoudens het gedeelte als toegang tot de trap.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

1.      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

2.      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

3.      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

4.      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

5.      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

6.      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 januari 1946 door het college van burgemeester en schepenen voor het wegbreken van de bestaande voorgevel en het bouwen van een nieuwe voorgevel.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 juni 1946 door het college van burgemeester en schepenen voor het veranderen van het winkelhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 augustus 1957 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een bergplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 januari 1960 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van 2 woonhuizen Schoolstraat 5 en 7 tot uitbreiding van zijn bestaande winkelhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 juli 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van verlicht neonreclamebord tegen de voorgevel van zijn winkelhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 januari 1968 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van de voorgevel van zijn winkelhuis.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Schoolstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Schoolstraat betreft één van de centrumstraten van de gemeente en wordt gekenmerkt door een diversiteit aan centrumfuncties. De bebouwing in de omgeving bestaat hoofdzakelijk uit een gesloten bebouwingstype van 2 bouwlagen met hellend dak. Het perceel van de aanvrager is nagenoeg volledig bebouwd met een hoofdvolume aan de straatzijde en nevenvolumes tot op de achterkavelgrens.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst het bestaande pand te verbouwen. Op heden betreft het pand een handelsgelijkvloers met een woongelegenheid op de verdieping. Door de verbouwing wijzigt de functie van het gelijkvloers naar kapsalon en blijft de woongelegenheid op de verdieping als functie behouden. Het hoofdvolume blijft als volume behouden. Het pand wordt gestript en volledig gerenoveerd waarbij ook de voor- en achtergevel wijzigingen ondergaan.

Op het gelijkvloers wordt aan de linkerzijde een inpandige dubbele garage ingericht met een toegang tot de privégedeeltes die zich hoofdzakelijk  op de verdieping bevinden. Dit gedeelte zal 1,68 m inspringen ten opzichte van de voorgevelbouwlijn. Eveneens wordt een berging en een fietsberging ingericht.  Het rechtse deel van het gelijkvloers wordt ingericht als kapsalon. De bestaande binnentuin blijft behouden. Op de verdieping wordt de woongelegenheid volledig heringericht. De leefruimte en keuken, een bureel en fitnessruimte worden ingericht op de eerste verdieping en het nachtgedeelte wordt ingericht in de dakverdieping. Van de nevenvolumes worden een aantal dakconstructies gewijzigd tot volledig plat dak teneinde het platte dak van het nevenvolume dan als een dakterras te kunnen inrichten. De achtergevel op de verdieping wordt maximaal open gemaakt en voorzien van grote glaspartijen. De dakuitbouwen op de achterzijde worden vervangen door veluxen. Aan de voorgevel verdwijnt op de verdieping de uitbouw en wordt de dakuitbouw gewijzigd van vormgeving. Aan de voorzijde wordt de gevel op het gelijkvloers deels afgewerkt met houten gevelbekleding en deels met antracietgrijze aluminium gevelbekleding (aansluitend bij het schrijnwerk). Op de verdieping wordt de gevel afgewerkt met witte crepi en de dakuitbouw wordt afgewerkt met een gevelbekleding in trespa in de kleur antraciet. Aan de achterzijde wordt het verdiepingsgedeelte afgewerkt met een witte crepi met een accent in een houten bekleding. De linkerzijgevel betreft een wit geschilderde gevelsteen. De dakbedekking zal bestaan uit antracietgrijze dakpannen. Het schrijnwerk wordt voorzien in antracietgrijze aluminium.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden op 10 juli 2019 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een winkel met woongelegenheid naar een kapsalon met woongelegenheid in een centrumomgeving zodat de aanvraag in overeenstemming is met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Schoolstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De functiewijzing van het gelijkvloerse gedeelte van handelszaak naar kapsalon creëert geen negatieve impact op de omgeving gezien de diversiteit aan functies in de omgeving en de ligging in het centrum. De oppervlakte aan complementaire functie wordt beperkter en de hoofdfunctie is en blijft wonen (eengezinswoning). De aanvraag past zich bijgevolg functioneel in. De bestaande gevel heeft een voldoende breedte teneinde een inpandige garage te kunnen realiseren en een nog voldoende attractieve gevel te behouden. Om de nieuwe garagepoort toegankelijk te maken dient wel openbare parkeerplaats opgeofferd te worden. De garagepoort laat de aanvragers echter toe om te parkeren op hun eigendom zodat de mobiliteitsimpact op de omgeving zo gering mogelijk is. Door het afstemmen van de kroonlijsthoogte, het verwijderen van de uitbouwen en het aanpassen van het materiaalgebruik van de voormalige 2 gebouwenvolumes ontstaat een zekere uniformiteit in de voorgevel. In de Schoolstraat zijn reeds diverse panden aanwezig met een soortgelijk materiaalgebruik en kleur waardoor de aanvraag zich visueel-vormelijk zal inpassen in de onmiddellijke omgeving. Het perceel is reeds dens bebouwd, maar de bebouwde oppervlakte neemt door de aanvraag niet toe. Op heden is nagenoeg geen private buitenruimte aanwezig. Door de aanvraag wordt deze gecreëerd als dakterras wat een positieve impact zal hebben op de woonkwaliteit. De huidige totale bouwdiepte van de verdieping bedraagt 8,88 m wat tot de gangbare normen behoort. Het dakterras wordt echter ingericht tot op een diepte van meer dan 15 m, wat binnen het centrum als gangbare norm gehanteerd wordt. Bijgevolg dient als voorwaarde opgelegd te worden dat het gedeelte van het dakterras, dat zich buiten deze 15 m bouwdiepte vanaf de voorgevelbouwlijn bevindt, ingericht moet worden als groendak (intensief of extensief) niet te betreden, behoudens het gedeelte als toegang tot de trap. Dit gedeelte groendak kan dan ook functioneren als een groene inkleding naar achtergelegen platte daken wat een positieve visuele impact zal hebben zowel vanuit de leefruimte als vanop het dakterras. Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

7.14     Belastingsreglement op ontbrekende parkeerplaatsen

Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 3 juli 2014 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen moeten geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien worden (de oppervlakte van het kapsalon is kleiner dan deze van de handelszaak), evenwel voorziet de aanvrager een dubbele inpandige garage zodat er op eigen terrein toch extra parkeerruimte voorzien wordt.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Tanghe - Devloo met als contactadres Schoolstraat 10 bus 1 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van de bestaande woning met handelsgelijkvloers, op een perceel gelegen Schoolstraat 7 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 354 H, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het gedeelte van het dakterras, dat zich buiten de 15 m bouwdiepte vanaf de voorgevelbouwlijn bevindt, moet ingericht worden als groendak (intensief of extensief) niet te betreden, behoudens het gedeelte als toegang tot de trap.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 12/09/2019