DEERLIJK

13 MAART 2019

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

VERONTSCHULDIGD

 

Schepen: Sandra De Leeuw - Goussey

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 27 februari 2019 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 27 februari 2019.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 27 februari 2019 goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Renovatiepremie eigenaars-bewoners - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Verzekering schoolongevallen - polisnummer C-11/1530.837/00-B - stopzetting - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akkoord te gaan met het stopzetten van de polis schoolongevallen, polisnummer C-11/1530.837/00-B, bij Belfius Insurance.

 

Motivering

 

AON BELGIUM BVBA, KBO nr. BE 0426.531.863, Telecomlaan 5-7 te 1831 Diegem werd door de stad Harelbeke aangesteld met het oog op het doorlichten van alle verzekeringspolissen van de stad en de nevenbesturen waarmee de stad een band heeft en die wensten aan te sluiten. Gemeente Deerlijk sloot zich hierbij aan.

 

De heer Piet Froyen van AON BELGIUM BVBA stelde een bestek met nr. NH-467 op dat werd gelanceerd om tot nieuwe polissen te komen tegen 1 januari 2018.

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 22 november 2017 om de verzekeringen materiële schade, aansprakelijkheid en auto, voor wat de gemeente betreft, af te nemen van de opdrachtencentrale (Stad Harelbeke) vanaf 1 januari 2018.

 

De opzeggingsbrief van de desbetreffende polissen bij Ethias werd verzonden op 26 september 2017.  Bij de opzegging werd de verzekering schoolongevallen, polis 45.021.591, echter niet opgezegd.

 

Hierdoor heeft de gemeente 2 verzekeringen lopen inzake schoolongevallen.  Zowel bij Belfius Insurance als bij Ethias.

 

De heer Piet Froyen stelt voor om de verzekering met polis C-11/1530.837/00-B bij Belfius Insurance stop te zetten omwille van de exitstrategie van Belfius Insurance in de publieke sector.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met het stopzetten van  de polis schoolongevallen, polisnummer C-11/1530.837/00-B, bij Belfius Insurance.

 

Artikel 2

 

Polis C-11/1530.837/00-B wordt stopgezet met ingang van 1 januari 2019.

 

Artikel 3

 

Polis 45.021.591 van Ethias met betrekking tot schoolongevallen blijft behouden.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Renovatie voetbalvelden - dienstjaar 2019 - lastvoorwaarden, wijze van gunnen en uit te nodigen firma's - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lastvoorwaarden, wijze van gunnen en de uit te nodigen firma’s voor de renovatie van de voetbalvelden in 2019 goed te keuren.

 

Motivering

 

De renovatie van de voetbalvelden is een jaarlijks terugkerende noodzaak omwille van het frequent bespelen van de diverse voetbalvelden.  De renovatie kan niet uitgevoerd worden door onze eigen diensten omdat het machinepark van de gemeente niet voldoende is uitgerust om dergelijke werken uit te voeren.

 

In het kader van de opdracht “Renovatie voetbalvelden - dienstjaar 2019” werd een bestek met nr. 2019/08 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 25.000,00 euro excl. btw of 30.250,00 euro incl. 21 % btw (5.250,00 euro btw medecontractant).

 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Volgende ondernemers komen in aanmerking om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

  • Van Hulle Paul Grondwerken, Kanegemstraat 1 te 8700 Tielt;
  • Krinkels nv, Weversstraat 39 te 1840 Londerzeel;
  • Lavaert bvba, Triloystraat 43 te 8930 Rekkem;
  • Van Belle Sportvelden en Tuinaanleg, Raaptorfstraat 1 te 8851 Heestert.

 

Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 27 maart 2019 om 10.00 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 5° Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet).
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2016 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

 

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming

25.000,00 euro excl. btw of 30.250,00 euro incl. btw

Actie

Gelijkblijvend beleid-CBS

Jaarbudgetrekening

0200-00/61340500/BESTUUR/CBS/0/IE-GEEN

Visum

vereist

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het bestek met nr. 2019/08 en de raming voor de opdracht “Renovatie voetbalvelden - dienstjaar 2019”, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer, worden goedgekeurd.

De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.

De raming bedraagt 25.000,00 euro excl. btw of 30.250,00 euro incl. 21 % btw (5.250,00 euro btw medecontractant).

Artikel 2

 

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

 

Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

  • Van Hulle Paul Grondwerken, Kanegemstraat 1 te 8700 Tielt;
  • Krinkels nv, Weversstraat 39 te 1840 Londerzeel;
  • Lavaert bvba, Triloystraat 43 te 8930 Rekkem;
  • Van Belle Sportvelden en Tuinaanleg, Raaptorfstraat 1 te 8851 Heestert.

Artikel 4

 

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 27 maart 2019 om 10.00 uur.

Artikel 5

 

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2019, op jaarbudgetrekening 0200-00/61340500 (actie GBB-CBS).

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Groenonderhoud 2019 - gunning voor herhalingsopdracht - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning voor de herhalingsopdracht “Groenonderhoud 2019” goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 25 januari 2017 goedkeuring aan het bestek met nr. 2017-02 van de oorspronkelijke opdracht “Groenonderhoud 2017”.

 

In het oorspronkelijke bestek met nr. 2017-02 is de mogelijkheid opgenomen de opdracht te herhalen ingevolge een onderhandelingsprocedure volgens artikel 42, § 1, 2° van de wet van 17 juni 2016 op de overheidsopdrachten.

 

Dit is het gunnen van nieuwe werken, bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken, aan de aannemer waaraan de eerste opdracht werd gegund door dezelfde aanbestedende overheid bij een in artikel 35, eerste lid, bedoelde procedure, op voorwaarde dat deze werken overeenstemmen met het basisontwerp.

 

Deze herhalingsprocedure is beperkt tot een periode van 3 jaar na het gunnen van de oorspronkelijke opdracht.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 22 maart 2017 de oorspronkelijke opdracht gegund aan WAAK vzw, Heirweg 125 te 8520 Kuurne.

 

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 6 februari 2019 goedkeuring om de plaatsingsprocedure te starten voor de herhalingsopdracht “Groenonderhoud 2019”.

 

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelde op 20 februari 2019 het verslag van nazicht van de offertes op.

 

Advies

 

De coördinator van de technische diensten verleent positief advies.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 15 (toegang voorbehouden aan sociale werkplaatsen en ondernemers die de sociale en professionele integratie van kansarmen of personen met een handicap tot doel hebben) en artikel 42, § 1, 2° (nieuwe werken/diensten, bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken/diensten).
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2016 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

 

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Bestelbedrag

106.230,00 euro excl. btw of 128.538,30 euro incl. btw

Actie

Verhogen van de inzet van sociale tewerkstellingsinitiatieven voor het onderhouden van het openbaar domein

Jaarbudgetrekening

0200-00/61340500/BESTUUR/CBS/0/IE-GEEN

Visum

2019.008 dd 25/02/2019

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 20 februari 2019, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

 

Goedkeuring wordt verleend aan de gunning van de herhalingsopdracht met als voorwerp “Groenonderhoud 2019” aan WAAK vzw, Heirweg 125 te 8520 Kuurne, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 106.230,00 euro excl. btw of 128.538,30 euro incl. 21% btw (22.308,30 euro btw medecontractant).

Artikel 3

 

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het oorspronkelijk bestek met nr. 2017-02.

Artikel 4

 

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2019, op jaarbudgetrekening 0200-00/61340500 (actie 6-2-1-4).

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Aankoop tweedehands vrachtwagen met laadbrug - starten procedure en lijst uit te nodigen firma's - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het starten van de plaatsingsprocedure en de lijst met aan te schrijven firma’s voor de aankoop van een tweedehands vrachtwagen met laadbrug goed te keuren.

 

Motivering

 

In het kader van de opdracht “Aankoop tweedehands vrachtwagen met laadbrug” werd een bestek met nr. 2019/05 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 40.000,00 euro excl. btw of 48.400,00 euro incl. 21 % btw.

 

De gemeenteraad verleende in zitting van 28 februari 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Volgende ondernemers komen in aanmerking om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

  • Autobedrijf Vandewiele bvba, Bavikhoofsestraat 1 A te 8531 Bavikhove;
  • ER-Trailers, Vaartstraat 44 te 8710 Ooigem;
  • Gheysen-Trucks, Bruggesteenweg 259 te 8830 Hooglede;
  • TH Group, Bruggesteenweg 249 te 8830 Hooglede.

 

Er wordt voorgesteld om de plaatsingsprocedure op te starten en de uitnodigingen tot offerte te verzenden.

 

Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 11 april 2019 om 10.00 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet).
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2016 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

 

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Bestelbedrag

40.000,00 euro excl. btw of 48.400,00 euro incl. btw

Actie

Vernieuwen van wagenpark technische dienst

Jaarbudgetrekening

0200-00/24300000/BESTUUR/CBS/0/1-1-3

Visum

vereist

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

De onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking voor de opdracht “Aankoop tweedehands vrachtwagen met laadbrug” wordt opgestart.

Artikel 2

 

Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

  • Autobedrijf Vandewiele bvba, Bavikhoofsestraat 1 A te 8531 Bavikhove;
  • ER-Trailers, Vaartstraat 44 te 8710 Ooigem;
  • Gheysen-Trucks, Bruggesteenweg 259 te 8830 Hooglede;
  • TH Group, Bruggesteenweg 249 te 8830 Hooglede.

Artikel 3

 

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 11 april 2019 om 10.00 uur.

Artikel 4

 

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2019, op jaarbudgetrekening 0200-00/24300000/BESTUUR/CBS/0/1-1-3 (actie 1-1-3-3).

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Aankoop ICT-materiaal De Kim & De Sam - wijze van gunnen- verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de wijze van gunnen voor de aankoop van ICT-materiaal voor De Kim & De Sam te agenderen op de gemeenteraad van 28 maart 2019.

 

Motivering

 

Het ICT-materiaal in De Kim & De Sam dient uitgebreid te worden voor een goede werking. Hiervoor werd een lijst opgesteld door Peter Pollet, verantwoordelijke ICT voor De Kim & De Sam.

 

De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 14.741,27 euro excl. btw of 17.837,00 euro incl. btw.

 

De opdracht is opgedeeld in volgende percelen:

          Perceel 1 (13 tablets), raming: 3.695,86 euro excl. btw of 4.472,00 euro incl. btw

          Perceel 2 (8 beamers), raming: 5.923,96 euro excl. btw of 7.168,00 euro incl. btw

          Perceel 3 (kar geluidssysteem), raming: 577,68 euro excl. btw of 699,00 euro incl. btw

          Perceel 4 (accespoints), raming: 528,92 euro excl. btw of 640,00 euro incl. btw

          Perceel 5 (5 luidsprekerssets), raming: 417,35 euro excl. btw of 505,00 euro incl. btw

          Perceel 6 (2 draadloze micro headsets), raming: 725,61 euro excl. btw of 878,00 euro incl. btw

          Perceel 7 (3 infoscreens TV), raming: 1.673,55 euro excl. btw of 2.025,00 euro incl. btw

          Perceel 8 (patchkast), raming: 1.198,34 euro excl. btw of 1.450,00 euro incl. btw

 

Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur

(overheidsopdracht van beperkte waarde).

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de goedkeuring van de wijze van gunnen voor de aankoop van ICT-materiaal voor De Kim & De Sam te agenderen op de gemeenteraad van 28 maart 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Toekenning huisnummers Kerkplein - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen de huisnummers van de nog te bouwen meergezinswoning, gelegen Kerkplein 9 en Kerkplein 11 toe te kennen.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 29 november 2017 een stedenbouwkundige vergunning af, strekkende tot het bouwen van een meergezinswoning met 10 woongelegenheden, commerciële ruimte en 10 garages na sloop bestaande bebouwing, gelegen Kerkplein 9 en Kerkplein 11.

 

De huisnummers van de nog te bouwen meergezinswoning, gelegen Kerkplein 9 en Kerkplein 11 dienen herzien en toegekend te worden.

 

Er zijn voldoende huisnummers beschikbaar.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 2 mei 2017

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de huisnummers van de nog te bouwen meergezinswoning, gelegen Kerkplein 9 en Kerkplein 11, als volgt te herzien en toe te kennen.

 

Gelijkvloers

Commerciële ruimte

11

 

1ste verdieping

Appartement 1.4

9/0101

Appartement 1.1

9/0102

Appartement 1.2

9/0103

Appartement 1.3

9/0104

 

2de verdieping

Appartement 2.4

9/0201

Appartement 2.1

9/0202

Appartement 2.2

9/0203

Appartement 2.3

9/0204

 

3de verdieping

Appartement 3.1

9/0301

Appartement 3.2

9/0302

 

Artikel 2

 

De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Schrapping van ambtswege - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Kosten aangemaakte vreemdelingenkaart - ten lastename - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Europese parlementsverkiezingen 26 mei 2019 - inschrijving van niet-Belgische burgers van de Europese Unie - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Beslissingen algemeen directeur - februari 2019 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de besluiten van de plaatsvervangend algemeen directeur van de maand februari 2019.

 

Motivering

 

De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

 

De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 170 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besluiten van de plaatsvervangend algemeen directeur van de maand februari 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Cavaria - uithangen regenboogvlag - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de regenboogvlag uit te hangen en/of andere acties te ondersteunen als erkenning van de holebi's en transgenders.

 

Motivering

 

Met hun schrijven van 5 maart 2019 lanceren de Vlaamse holebi- en transgenderkoepel Cavaria en de Vlaamse en Brusselse regenbooghuizen hun jaarlijkse oproep omtrent de Internationale Dag tegen Holefobie en Transfobie (IDAHOT) . Aan alle Vlaamse en Brusselse gemeenten/steden wordt gevraagd regenboogvlag uit te hangen aan de openbare gebouwen gedurende de periode rond 17 mei of gedurende heel de Pride-maand.

Op die manier toont de gemeente zich solidair en open voor al haar burgers, ongeacht hun seksuele oriëntatie, genderidentiteit of genderexpressie.

 

In hun brief geeft Cavaria ook enkele acties mee om tot een doordacht holebi- en transgendervriendelijk beleid te komen. Dit kan bijvoorbeeld door

          het beleidsdomein Gelijke Kansen expliciet op te nemen in de bevoegdheden van een schepen of de burgemeester;

          op de site van de gemeente te verwijzen naar hun anonieme hulp- en informatielijn Lumi;

          de onthaalwerking van het regionale regenbooghuis te promoten;

          het logo van cavaria op de website te plaatsen;

          te investeren in boeken en tijdschriften met een holebi- en transgenderthema voor de openbare bibliotheek;

          de activiteiten van de holebi- en transgenderverenigingen op te nemen in onze communicatiekanalen.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de regenboogvlag aan het gemeentehuis uit te hangen van 16 mei 2019 tot en met 20 mei 2019.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit geen andere acties te onderschrijven.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Vormselvieringen - 1 juni 2019 - verkeersvrij houden/parkeerverbod - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester wordt gevraagd toelating te verlenen voor het verkeersvrij houden van één of meerdere straten, alsook voor parkeerverbod.

 

Motivering

 

Naar aanleidingen van de vormselvieringen die plaatsvinden op vrijdag 1 juni 2019 in de St. Columbakerk en de kerk O.L.Vr. Onbevlekt Ontvangen vragen de vormselcoördinatoren, mevrouw Annick Vanhonnacker en Lieven Opsomer, in hun mail van 4 maart 2019, toelating voor:

 

          het afsluiten van de straat aan de voorkant van de St. Columbakerk, tussen 13.00 uur en 19.00 uur;

          het voorbehouden van een parkeerplaats voor de vormheer, bij de St. Columbakerk, tussen 13.00 uur en 19.00 uur, met aanduiding van nummerplaat 1-EWX-858;

          het voorbehouden van een parkeerplaats voor de vormheer, bij de kerk O.L.Vr. Onbevlekt Ontvangen, tussen 13.30 uur en 16.30 uur, met aanduiding van nummerplaat 1-SXZ-310.

 

Politiezone Gavers verleende hiervoor op 11 maart 2019 positief advies.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Algemene politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen

          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor:

 

          het afsluiten van de straat aan de voorkant van de St. Columbakerk, tussen 13.00 uur en 19.00 uur;

          het voorbehouden van een parkeerplaats voor de vormheer, bij de St. Columbakerk, tussen 13.00 uur en 19.00 uur, met aanduiding van nummerplaat 1-EWX-858;

          het voorbehouden van een parkeerplaats voor de vormheer, bij de kerk O.L.Vr. Onbevlekt Ontvangen, tussen 13.30 uur en 16.30 uur, met aanduiding van nummerplaat 1-SXZ-310.

 

Artikel 2

 

Naar aanleiding van de beslissing van het politiecollege van 27 november 2008 dient de organisatie/vereniging zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

Het plaatsen van het parkeerverbod wordt als volgt geregeld : het aanbrengen en wegnemen van parkeerverbodsborden gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het parkeerverbod gebeurt door de politie.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Kinderboerderij Bokkeslot vzw - vertegenwoordiging - legislatuur 2019-2024 - verzoek agendering gemeenteraad

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend punt te agenderen op de zitting van 28 maart 2019:

          de aanduiding van de vertegenwoordigers van de politieke partijen in de algemene vergaderingen van Kinderboerderij Bokkeslot vzw, voor de legislatuur 2019-2024.

 

Motivering

 

In zitting van 24 oktober 2013 heeft de gemeenteraad het premiereglement kinderboerderij goedgekeurd.

 

Dit premiereglement ging in op 1 januari 2014 om te eindigen op 31 december 2019.

 

Artikel 3.1 van dit premiereglement stipuleert dat in de algemene vergadering van Kinderboerderij Bokkeslot vzw, naast de schepen van jeugd, ook een gemeenteraadslid zetelt van elk van de in de gemeenteraad zetelende politieke partijen.

 

Bij de aanvang van een nieuwe legislatuur dienen alle gemeentelijke raden, overlegstructuren en commissies opnieuw samengesteld te worden, zo ook de algemene vergadering van de Kinderboerderij Bokkeslot vzw.

 

Conform artikel 41, § 2, 4° behoort de deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend punt te agenderen op de zitting van 28 maart 2019:

          de aanduiding van de vertegenwoordigers van de politieke partijen in de algemene vergaderingen van Kinderboerderij Bokkeslot vzw, voor de legislatuur 2019-2024.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Logo Leieland vzw - vertegenwoordiging - legislatuur 2019-2024 - verzoek agendering gemeenteraad

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend punt te agenderen op de gemeenteraadszitting van 28 maart 2019:

          de aanduiding van een vertegenwoordiger vanuit de gemeente in de algemene vergaderingen van Logo Leieland vzw, voor de legislatuur 2019-2024.

 

Motivering

 

De gemeente is aangesloten bij Logo Leieland vzw.

 

Via een mail van 10 januari 2019 heeft Logo Leieland de gemeente ingelicht omtrent de aan te duiden vertegenwoordigers naar aanleiding van de nieuwe legislatuur.

 

Conform artikel 41, § 2, 4° behoort de deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Art. 41, 4° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend punt te agenderen op de gemeenteraadszitting van 28 maart 2019:

          de aanduiding van een vertegenwoordiger in de algemene vergaderingen van Logo Leieland vzw, voor de legislatuur 2019-2024.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Onderwijsgerelateerde raden/commissies - vertegenwoordiging - legislatuur 2019-2024 - verzoek agendering gemeenteraad

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om volgende punten te agenderen op de gemeenteraad van 28 maart 2019:

          aanduiding van  3 vertegenwoordigers (gemeenteraadsleden) zonder stemrecht in de schoolraad van het BBO;

          aanduiding van 3 vertegenwoordigers (gemeenteraadsleden) zonder stemrecht in de schoolraad van het LO;

          aanduiding van 1 waarnemend afgevaardigde (gemeenteraadslid) van het schoolbestuur in het medezeggenschapscollege van de interlokale vereniging scholengemeenschap Deerlijk, Kortrijk-Kooigem, Vichte-Ingooigem;

          aanduiding van een effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger (gemeenteraadsleden) in het beheerscomité van de interlokale vereniging scholengemeenschap Deerlijk, Kortrijk-Kooigem, Vichte-Ingooigem;

          aanduiding van twee afgevaardigden van het schoolbestuur (gemeenteraadsleden) in het overlegcomité 'Samenwerkingsovereenkomst Berk-Beuk';

voor de legislatuur 2019-2024.

 

Motivering

 

Schoolraad BBO

 

Artikel 8, § 1 van het decreet van 2 april 2004, betreffende de participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, bepaalt dat in iedere school een schoolraad wordt opgericht.

 

In zitting van 24 maart 2005 heeft de gemeenteraad beslist een schoolraad op te richten voor de gemeentelijke lagere scholen voor buitengewoon onderwijs De Kim en De Sam.

Daarbij werd bepaald dat het schoolbestuur via drie gemeenteraadsleden aan de gemeenschappelijke schoolraad van De Kim en De Sam zal participeren met raadgevende stem.

 

In zitting van 24 maart 2005 heeft de gemeenteraad beslist een schoolraad op te richten in de gemeentelijke lagere school.

 

Medezeggenschapscollege van de interlokale vereniging scholengemeenschap Deerlijk, Kortrijk-Kooigem, Vichte-Ingooigem

 

Artikel 35, 36 en 37 van het decreet van 2 april 2004, betreffende de participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad regelen de inrichting van een medezeggenschapscollege bij een scholengemeenschap.

 

In zitting van 1 juni 2006 heeft de gemeenteraad de oprichting van een medezeggenschapscollege bij de scholengemeenschap Deerlijk, Kortrijk-Kooigem, Vichte-Ingooigem, goedgekeurd.

 

Voor het medezeggenschapscollege dient een waarnemend afgevaardigde van het schoolbestuur aangesteld te worden.

 

Beheerscomité van de interlokale vereniging scholengemeenschap Deerlijk, Kortrijk-Kooigem, Vichte-Ingooigem

 

In zitting van 22 mei 2014 heeft de gemeenteraad de vernieuwde samenwerkingsovereenkomst voor de scholengemeenschap Deerlijk, Kortrijk-Kooigem, Vichte-Ingooigem, in de vorm van een interlokale vereniging, voor de duur van zes schooljaren vanaf 1 september 2014, goedgekeurd.

 

Titel 2, artikel 4, § 1 en 2 van deze samenwerkingsovereenkomst, bepalen dat een beheerscomité wordt opgericht waarbij door de gemeenteraad een effectief lid in het beheerscomité wordt aangeduid, bij voorkeur de schepen van onderwijs.

Verder wordt ook een vervangend lid aangeduid voor in het geval het effectief lid niet aanwezig kan zijn.

 

Overlegcomité 'Samenwerkingsovereenkomst Berk-Beuk'

 

In zitting van 28 mei 1998 heeft de gemeenteraad de samenwerkingsovereenkomst tussen het schoolbestuur van de gesubsidieerde vrije basisschool met administratieve vestigingsplaats in de Hoogstraat 39 (nu: de berk - Hoogstraat 41) te Deerlijk en het schoolbestuur van de gesubsidieerde gemeentelijke lagere school met administratieve vestigingsplaats in de Sint-Amandusstraat 16 (nu de beuk - Sint-Amandusstraat 26), goedgekeurd.

 

Artikel 19 van die samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat drie afgevaardigden van het schoolbestuur zetelen in het overlegcomité. In de huidige constellatie zijn er slechts twee afgevaardigden actief. Hiervoor wordt verwezen naar het verslag van het overlegcomité van 18 december 2012.

 

Bij de aanvang van een nieuwe legislatuur dienen alle gemeentelijke raden, overlegstructuren en commissies opnieuw samengesteld te worden, zo ook

          de schoolraad van de gemeentelijke BBO De Kim en de Sam;

          de schoolraad van de gemeentelijke lagere school;

          het medezeggenschapscollege van de scholengemeenschap;

          het beheerscomité van de scholengemeenschap.

          het overlegcomité 'Samenwerkingsovereenkomst Berk-Beuk'.

 

Artikel 41, 13° van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat het inrichten van adviesraden en overlegstructuren tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.

Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van deze raden en de overlegstructuren.

 

Conform artikel 34 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt over de aanwijzing van de leden van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen, geheim gestemd.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 34, art. 41, 13°, art. 392 - 395 Decreet Lokaal Bestuur

          Art. 8, § 1, art. 35 - 37 Decreet van 2 april 2004, betreffende de participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad

          Gemeenteraadsbeslissingen 28 mei 1998, 24 maart 2005, 1 juni 2006 en 22 mei 2014

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgende punten te agenderen op de gemeenteraadszitting van 28 maart 2019:

          aanduiding van  3 vertegenwoordigers (gemeenteraadsleden) zonder stemrecht in de schoolraad van het BBO;

          aanduiding van 3 vertegenwoordigers (gemeenteraadsleden) zonder stemrecht in de schoolraad van het LO;

          aanduiding van 1 waarnemend afgevaardigde (gemeenteraadslid) van het schoolbestuur in het medezeggenschapscollege van de interlokale vereniging scholengemeenschap Deerlijk, Kortrijk-Kooigem, Vichte-Ingooigem;

          aanduiding van een effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger (gemeenteraadsleden) in het beheerscomité van de interlokale vereniging scholengemeenschap Deerlijk, Kortrijk-Kooigem, Vichte-Ingooigem;

          aanduiding van twee afgevaardigden van het schoolbestuur (gemeenteraadsleden) in het overlegcomité 'Samenwerkingsovereenkomst Berk-Beuk';

voor de legislatuur 2019-2024.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Regionaal Sociaal Verhuurkantoor (RSVK) Waregem vzw - legislatuur 2019-2024 - vertegenwoordiging - verzoek agendering gemeenteraad

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend punt te agenderen op de zitting van 28 maart 2019:

          de aanduiding van een vertegenwoordiger in de algemene vergaderingen van het Regionaal Sociaal Verhuurkantoor (RSVK) Waregem vzw voor de legislatuur 2019-2024.

 

Motivering

 

In de gemeenteraad van 27 mei 2004 werd beslist om toe te treden tot vzw RSVK Waregem als toetredend lid tweede categorie.

 

Naar aanleiding van de nieuwe legislatuur heeft het RSVK Waregem vzw de gemeente gevraagd om, conform artikel 11 van haar statuten, één vertegenwoordiger aan te duiden in de algemene vergadering.

 

Conform artikel 41, § 2, 4° behoort de deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend punt te agenderen op de zitting van 28 maart 2019:

          de aanduiding van een vertegenwoordiger in de algemene vergaderingen van het Regionaal Sociaal Verhuurkantoor (RSVK) Waregem vzw, voor de legislatuur 2019-2024.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Woonwijs - vertegenwoordiging - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend punt te agenderen op de zitting van 28 maart 2019:

          de aanduiding van een stemgerechtigd lid als vertegenwoordiger van de gemeente in het beheerscomité (= stuurgroep) van de interlokale vereniging Woonwijs.

 

Motivering

 

De gemeenteraad besliste op 29 april 2010 tot de oprichting en goedkeuring van de overeenkomst met statutaire draagkracht betreffende de interlokale vereniging Wonen Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede, thans Woonwijs genoemd.

 

Deze samenwerkingsovereenkomst werd opgemaakt voor onbepaalde duur en ondertekend door 8 deelnemers aan de interlokale vereniging: gemeentebesturen en OCMW's van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede.

 

Door de inwerkingtreding van het Decreet Lokaal Bestuur op 1 januari 2019 diende de samenwerkingsovereenkomst aangepast te worden.

 

De gemeenteraad keurde in zitting van 28 februari 2019 de aangepaste 'Samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht betreffende de oprichting van de Interlokale Vereniging Wonen Deerlijk-Harelbeke-Kuurne-Lendelede', goed.

 

Punt 2.2. van bovenvermelde samenwerkingsovereenkomst stipuleert dat het beheerscomité (= stuurgroep) van de interlokale vereniging is samengesteld uit:

          een lid van het college van burgemeester en schepenen van elke deelnemende gemeente, bij voorkeur bevoegd voor wonen, huisvesting, ruimtelijke ordening of welzijn.

          een lid van het college van burgemeester en schepenen van elk deelnemend OCMW, bij voorkeur bevoegd voor welzijn of sociale zaken.

          één vertegenwoordiger van de provincie West-Vlaanderen.

 

Daarbij mag het lid van het vast bureau niet hetzelfde zijn als het lid van het college van burgemeester en schepenen.

 

De vertegenwoordigers van de gemeenten en de OCMW's zijn stemgerechtigd.

 

Conform artikel 41, § 2, 4° behoort de deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Art. 392 - 395 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend punt te agenderen op de zitting van 28 maart 2019:

          de aanduiding van een stemgerechtigd lid als vertegenwoordiger van de gemeente in het beheerscomité (= stuurgroep) van de interlokale vereniging Woonwijs.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om de heer Bert Schelfhout aan te duiden gezien hij als schepen bevoegd is voor wonen.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Dwars door Vlaanderen - 3 april 2019 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de wielerwedstrijd Dwars door Vlaanderen Dames en Heren, die plaatsvindt op woensdag 3 april 2019, goed te keuren.

 

Motivering

 

Op woensdag 3 april 2019 vindt de wielerwedstrijd "Dwars door Vlaanderen" voor Eliterenners plaats, die ook door Deerlijk passeert. De burgemeester heeft hiertoe machtiging verleend op 23 januari 2019.

 

Op voormelde dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht, zodat het noodzakelijk wordt in die straten parkeer- en verkeersbeperkingen op te leggen.

 

PZ Gavers maakte in dit kader, op 27 februari 2019, een tijdelijk politiereglement op het verkeer over.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

Andere:

          Art. 130 bis en art. 135, § 2 van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)

          Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen

          Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen

          Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit op woensdag 3 april 2019, tussen 13.00 uur en 14.30 uur in de Desselgemsesteenweg en de Waregemstraat, enkel verkeer toe te laten in de rijrichting van de renners, zijnde de richting van de opsomming van voornoemde straten.

In de andere richting zijn enkel voetgangers en personen die een fiets of bromfiets aan de hand leiden toegelaten, voor zover zij het trottoir gebruiken.

 

Artikel 2

 

Het stilstaan en parkeren wordt op woensdag 3 april 2019 tussen 12.00 uur en 14.30 uur verboden in de in artikel 1 opgesomde straten of straatgedeelten.

 

Artikel 3

 

Het verkeer naar de in artikel 1 opgesomde straten wordt omgelegd.

 

Artikel 4

 

De nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.

 

Artikel 5

 

Overtredingen op onderhavig besluit worden gestraft met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.

 

Artikel 6

 

Afschrift van dit besluit wordt aan de bevoegde overheden overgemaakt.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Gemeentelijke hostess - kennisname kandidatuurstelling - opname in hostessenbestand - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Jubileum - bezoek feestzaal - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Jubileum - feestzaal - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Animatorenvergoedingen gemeentelijk speelplein - krokusvakantie 2019 - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Prijzen daguitstappen speelpleinwerking - herberekening en voorstel - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen voor de herberekening van de kostprijzen van de daguitstappen speelpleinwerking 2019.

 

Motivering

 

          De kostprijzen worden naar boven afgerond op 1 decimaal.

          De dagprijs voor een volledige dag speelpleinwerking bedraagt 6 euro.

          De prijs voor een halve dag speelpleinwerking (voormiddag of namiddag) bedraagt 3 euro.

          Kostprijzen van tickets kunnen steeds wijzigen aangezien uitgegaan wordt van de kostprijzen van vorig jaar.

          Voor alle uitstappen moeten minstens 35 kinderen ingeschreven zijn. (Met uitzondering voor de uitstap naar de zee.) Zoniet wordt de uitstap geannuleerd aangezien deze dan te verlieslatend zou zijn.

 

Daguitstappen zonder ticket

 

Voor daguitstappen waarvoor geen ticket moet aangekocht worden, wordt de kostprijs van het vervoer + de dagprijs aangerekend.

 

Werkelijke kostprijs = kostprijs bus + dagprijs speelpleinwerking.

 

Uitstap

Groep

Kostprijs bus (of trein)

Dagprijs

 

Werkelijke kostprijs

Brielmeersen

16/04/2019

 

Kleuter en lager

300 euro incl. btw (40 kinderen)

7,50 euro/kind

 

6 euro

 

13,50 euro

13,50 euro

 

Gavers

04/07/2019

Kleuter en lager

100 euro incl. btw (40 kinderen)

2,50 euro/kind

 

6 euro

 

8,50 euro

8,50 euro

 

Uitstap zee 16/07/2019

Lager

180 euro incl. btw (15 kinderen)

12,00 euro/kind

 

6 euro

 

18,00 euro

18,00 euro

 

Puyenbroeck

22/08/2019

 

Kleuter en lager

500 euro incl. btw (50 kinderen)

10,00 euro/kind

 

6 euro

 

16,00 euro

16,00 euro

 

Kinderboerderij

3 dagbezoeken per werkjaar

 

Kleuter en lager

100 euro incl. btw (40 kinderen)

2,50 euro/kind

 

6 euro

 

8,50 euro

8,50 euro

 

 

Daguitstappen met ticket

 

Voor daguitstappen waarvoor wel een ticket moet aangekocht worden, wordt de kostprijs van het vervoer + de kostprijs van het ticket aangerekend.

 

Werkelijke kostprijs = kostprijs bus + kostprijs ticket

 

Uitstap

Groep

Kostprijs bus

Kostprijs ticket

 

Werkelijke kostprijs

Bellewaerde

10/07/2019

 

Lager

600 euro incl. btw (80 kinderen)

7,50 euro/kind

 

17,55 euro

 

25,05 euro

25,10 euro

 

Harry Malter

11/07/2019

 

Kleuter

450 euro incl. btw (50 kinderen)

9,00 euro/kind

 

8,95 euro

 

17,95 euro

18,00 euro

 

 

Zwemmen

 

De speelpleinwerking gaat iedere vrijdagvoormiddag gaan zwemmen.

 

Voor de uitstap naar het zwembad wordt de kostprijs van het vervoer + kostprijs van het ticket aangerekend.

 

Werkelijke kostprijs = kostprijs bus + kostprijs ticket

 

Uitstap

Groep

Kostprijs bus

Kostprijs ticket

 

Werkelijke kostprijs

Zwemmen

Kleuter en lager

150 euro incl. btw (40 kinderen)

3,75 euro/kind

 

3 euro

 

6,75 euro

6,80 euro

 

 

Voor de uitstap naar het zwembad in combinatie met nog een namiddag speelpleinwerking, wordt de werkelijke kostprijs voor het zwemmen + prijs voor een halve dag speelpleinwerking aangerekend.

 

Werkelijke kostprijs = werkelijke kostprijs zwemmen + prijs halve dag speelpleinwerking

 

Uitstap

Groep

Werkelijke kostprijs zwemmen

Prijs halve dag

 

Werkelijke kostprijs

Zwemmen + namiddag

Kleuter en lager

6,75 euro

3 euro

 

9,75 euro

9,80 euro

 

 

Alle daguitstappen van de speelpleinwerking schooljaar 2018-2019 werden opgenomen in het bestek voor het busvervoer samen met het schoolzwemmen. De gunning hiervan gebeurde door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 16 augustus 2018.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

6.802,00 euro

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS / 0750-01 / 70030000

Visum

Niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met de herberekening van de kostprijzen voor de daguitstappen van de speelpleinwerking in 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Sport - privéverhuur voetbalkantine voor babyborrel - weigering

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

KWB, Chiro, Femma en VOS - Dag van het plein - 4 mei 2019 - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Scouts en Gidsen - Café de Ronde - 7 april 2019 - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

KSA - Spring Break - 13 april 2019 - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Kinderboerderij Bokkeslot - Open Kijk Dagen - 18 en 19 mei 2019 - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Volkstuinpark Overakker - overeenkomst betreffende tijdelijke ingebruikname voor privatief gebruik en huishoudelijk reglement - agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de overeenkomst betreffende de tijdelijk ingebruikname voor privatief gebruik van het volkstuinpark door Tuinhier Deerlijk en het huishoudelijk reglement voor het volkstuinpark Overakker te agenderen op de gemeenteraad van 28 maart 2019.

 

Motivering

 

In het algemeen beleidsplan 2014 – 2019 is onder de beleidsdoelstelling ‘realiseren van aantrekkelijke publieke ruimtes die van Deerlijk een aangename leefgemeente maken’ het actieplan ‘uitbouwen van goed onderhouden en te onderhouden openbaar domein’ opgenomen.

 

Een van de acties opgenomen in bovengenoemd actieplan is het inrichten van volkstuinen.

 

Op 9 september 2015 werd door het college van burgemeester en schepenen voorgesteld om de gronden in eigendom van de gemeente Deerlijk gelegen tussen de Tapuitstraat / Stationsstraat / Sint-Elooistraat voor een periode van minstens 15 jaar te laten gebruiken voor volkstuinen en het CSA-project.

 

Voor het inrichten van de volkstuinen gaat dit concreet over de gronden gekadastreerd 2de afdeling sectie D nummers 35 K, 33 E, 34 B en een gedeelte van de grond gekadastreerd 2e afdeling sectie D nummer 327 A.  Het volkstuinpark heeft een bruto terreinoppervlakte van 9352 m².

 

Het volkstuinpark wordt ingericht door de gemeente. Voor de uitbating en het beheer zou samengewerkt worden met Tuinhier Deerlijk. Er werd een overeenkomst voor tijdelijke ingebruikname voor privatief gebruik tussen de gemeente Deerlijk en Tuinhier Deerlijk uitgewerkt met als doel goede afspraken vast te leggen en een goede werking te bekomen.

 

Daarnaast werd er ook een huishoudelijk reglement voor het volkstuinpark uitgewerkt.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de overeenkomst betreffende de tijdelijke ingebruikname voor privatief gebruik van het volkstuinpark Overakker tussen de gemeente Deerlijk en Tuinhier Deerlijk en het huishoudelijk reglement voor het volkstuinpark ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad op 28 maart 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Verlichting fietspad De Spijker-Vichtestraat - offerte - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de offerte voor het plaatsen van openbare verlichting, met LED-armaturen met amberkleurig licht, langs het nieuwe fietspad tussen de industriezone de Spijker en de Vichtestraat goed te keuren.

 

Motivering

 

Het fietspad op de nieuwe industriezone de Spijker in de Vichtesteenweg wordt doorgetrokken tot aan de Vichtestraat. Dit stuk fietspad is ten laste van de gemeente en er wordt geopteerd om ook verlichting te voorzien. Om de negatieve impact van standaard LED licht op de fauna en flora langsheen dit fietspad te beperken, werd vanuit Natuurpunt geadviseerd gekleurd licht te gebruiken. Het voorstel om rood of groen licht te gebruiken werd niet weerhouden omdat er om eenzelfde lichtsterkte te bekomen, lampen dienen voorzien te worden van 100 watt. Om eenzelfde lichtsterkte te bekomen met amberkleurige verlichting is 30 watt vermogen nodig in plaats van 24 watt. Natuurpunt volgt het voorstel om amberkleurig licht te voorzien in plaats van gewoon standaard LED-licht. De verlichting langs het fietspad op de industriezone zelf wordt in samenspraak met Leiedal ook uitgerust met dit amberkleurig licht.

Voor het plaatsen van vijf openbare verlichtingstoestellen met dit amberkleurig licht heeft Fluvius een aangepaste offerte opgemaakt. 

De offerte voor het plaatsen van deze openbare verlichting bedraagt 3.893,27 euro excl. btw of 4.710,86 euro incl. 21 % btw. Het prijsverschil met gewone LED-verlichting bedraagt 359,37 euro incl. 21 % btw.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art 56, § 3, 4° Decreet lokaal bestuur.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

4.351,49 euro incl. 21 % btw

Actie

Overige beleid

Jaarbudgetrekening

GBB - CBS/0690-00/22510000

Visum

NVT

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de offerte van Fluvius, om langsheen het fietspad tussen de industriezone de Spijker en de Vichtestraat openbare verlichting te plaatsen met amberkleurig licht, goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Weverijstraat 41 - uitvoering werken op openbaar domein - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd machtiging te verlenen voor het uitvoeren van werken op openbaar domein ter hoogte van Weverijstraat 41.

 

Motivering

 

Naar aanleiding van de aanleg van verharding op privaat terrein voor de toegang naar de garage en voordeur, vraagt de bewoner van de woning in de Weverijstraat 41 machtiging om over dezelfde breedte het gedeelte op openbaar domein ook aan te leggen.

Om uniformiteit in het straatbeeld te bekomen en later herstel na werken door nutsmaatschappijen vlot te laten verlopen, wordt vanuit de dienst infrastructuur en openbare werken steeds geopteerd om die verharding uit te voeren in betonklinkers 220/220/80 op een zandcementfundering van 15 cm. De daaraan verbonden kosten worden gedragen door de bewoner.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet lokaal bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit machtiging te verlenen aan de bewoner van de woning gelegen Weverijstraat 41 om op het openbaar domein verharding in betonklinkers 220/220/80 op een zandcementfundering van 15 cm aan te brengen, ter hoogte van de verharding naar de garage en de voordeur op privaat domein. De daaraan verbonden kosten worden gedragen door de aanvrager.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Plaatsen signalisatie - jaarvergunning 2019 - Verstraete-Verhulst - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Nieuwbouw en renovatie De Kim/De Beuk - opmaak sloopopvolgingsplan (SOP) - meerwerk - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de offerte van Sweco Belgium NV voor het opmaken van het sloopopvolgingsplan, als meerwerk bij het dossier "Nieuwbouw en renovatie De Kim - De Beuk", goed te keuren.

 

Motivering

 

Voor de indiening van  een omgevingsvergunning voor het project "Nieuwbouw en renovatie De Kim - De Beuk" is een sloopopvolgingsplan (SOP) noodzakelijk.

 

Gezien de tijdsdruk op het dossier werd Sweco Belgium NV, het studiebureau voor het dossier "Nieuwbouw en renovatie De Kim - De Beuk" gevraagd om in te staan voor het opmaken van dit sloopopvolgingsplan als meerwerk bij dit dossier.

 

Vanwege de tijdsdruk zal Sweco Belgium NV deze opdracht in onderaanneming laten uitvoeren door de firma B²ASC bvba. Het studiebureau rekent 10 % op de offerte van hun onderaannemer.

 

De ontvangen offertes zijn in bijlage aan dit collegepunt toegevoegd.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

2.550 euro incl btw.

Dit omvat :

          Opmaak SOP

          Analyseren asbestverdachte materialen

          aanvragen conformiteitsverklaring SOP

          Dossierbijdrage Tracimat

Actie

BBO Kim - LO Beuk : nieuwbouw en renovatie

Jaarbudgetrekening

8-1-3-15/0800-00/22102007

Visum

nvt

 

Bijkomende optionele kosten zullen hier normaal niet van toepassing zijn.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de offerte van het studiebureau Sweco Belgium NV voor het opstellen van het sloopopvolgingsplan, als meerwerk bij het dossier "Nieuwbouw en renovatie De Kim - De Beuk", goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

OMV VK 2019.1 - Oude Pastoriestraat - opening openbaar onderzoek - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

OMV 2019.15 - Spinetstraat 36 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het openbaar onderzoek te organiseren in het kader van de aanvraag tot omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning met een vrijstaande carport op een perceel gelegen Spinetstraat 36 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 658 R ingediend door Stephanie Valcke namens Bistierland BVBA met als contactadres Nijverheidslaan 31 bus A te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Reden openbaar onderzoek:

De aanvraag houdt een afwijking in van de verkaveling inzake inplanting van de verdieping op 0,60 m achteruit ten opzichte van de voorgevelbouwlijn waardoor de achtergevel van de verdieping op 12,60 m ligt (verkaveling schrijft maximum 12 m voor).

 

Opening openbaar onderzoek: 15 maart 2019

Sluiting openbaar onderzoek: 13 april 2019

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur;
  • Andere:

Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het openbaar onderzoek te organiseren.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Inname openbaar domein - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Premie hemelwatergebruik en infiltratievoorziening - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Rapportering doelgroepwerknemers 2018 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de rapportering doelgroepwerknemers 2018.

 

Motivering

 

Tegen 1 april 2019 dienen de gemeenten te rapporteren over de doelgroepwerknemers voor het werkjaar 2018. De uren gepresteeerd door de sociale economieorganisatie EFFECT, binnen het project Team Rudy, kunnen hiervoor ingebracht worden. Dit werd vanuit IMOG ingevuld in het rapporteringsdocument. De uren gepresteerd door de sociale economieorganisatie Constructief VZW worden door de dienst omgeving in het rapporteringsdocument ingevuld. Voor de rapportering van doelgroepwerknemers krijgt de gemeente Deerlijk een contingent van 1.200 uren. Voor 2018 wordt in de rapportering in totaal 1.181,51 uren aangevraagd.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet lokaal bestuur

          Andere:

          Besluit van de Vlaamse Regering houdende toekenning van compensatie aan verschillende actoren en aan gemeenten voor milieugerelateerde taken, uitgevoerd door doelgroepwerknemers; Hoofdstuk 6, Art. 8, 3°

 

Financiën

 

De rapportering van doelgroepwerknemers heeft financiële gevolgen die op vandaag nog niet gekend zijn (subsidie inkomsten).

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de rapportering doelgroepwerknemers 2018.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Lokaal toezichthouder milieuhandhaving - aanstelling - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de omgevingsambtenaar - milieu Pieter Boucquet aan te stellen als lokaal toezichthouder milieuhandhaving.

 

Motivering

 

De heer Pieter Boucquet is sinds 29 mei 2017 statutair in dienst als omgevingsambtenaar - milieu. Het kunnen optreden als lokaal toezichthouder milieuhandhaving impliceert een aanstelling door het college van burgemeester en schepenen in deze functie.

Een andere vereiste is het behalen van een bekwaamheidsbewijs met de volgende certificaten:

1)      het certificaat algemene beginselen milieuregelgeving

2)      het certificaat theorie en praktijk milieuhandhaving

3)      het certificaat communicatievaardigheden en conflictbeheersing

4)      het certificaat kijkstage

 

De heer Pieter Boucquet volgde de opleiding voor deze vier certificaten en slaagde voor de bekwaamheidsproeven.

 

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om de omgevingsambtenaar - milieu aan te stellen als lokaal toezichthouder milieuhandhaving (artikel 16.3.1 § 1 DABM).

 

Tevens is een bewijs van eedaflegging noodzakelijk.

 

Op basis van bovenstaande documenten (vier certificaten, dit aanstellingsbesluit en het document van eedaflegging) levert de afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplannen en -projecten het bekwaamheidsbewijs en een legitimatiekaart af. De legitimatiekaart is tien jaar geldig, het bekwaamheidsbewijs is geldig voor onbepaalde duur.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet lokaal bestuur

          Andere:

          Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en haar uitvoeringsbesluiten (DABM)

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de heer Pieter Boucquet, omgevingsambtenaar - milieu aan te stellen als lokaal toezichthouder milieuhandhaving.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

OMV 2019_2 - Blauwvoetstraat 10 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een carport naast de woning, op een perceel gelegen Blauwvoetstraat 10 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 100 C2 aangevraagd door Vanessa Rosita Ottevaere wonende Blauwvoetstraat 10 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  8 maart 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        de carport moet ingeplant worden op 3 m achter de voorgevelbouwlijn in plaats van de voorziene 2,90 m.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 15 november 1972 (dossiernummer 0130-1/1972.9).

Op het perceel is de verkavelingswijziging/-bijstelling van toepassing, goedgekeurd op 26 februari 2003 (2002.13).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 maart 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning met tuinberging

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Blauwvoetstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg in het noorden van de gemeente. De Blauwvoetstraat is een doodlopende weg. Het perceel bevindt zich op de hoek met de Klauwaardstraat en op het perceel is een halfopen eengezinswoning opgetrokken. De omgeving wordt gekenmerkt door een residentiële bebouwing met eengezinswoningen van zowel het halfopen als open bebouwingstype.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst in de vrije zijtuinstrook bij de woning een carport op te trekken. De carport wordt ingeplant op 2,90 m achter de voorgevelbouwlijn. De carport heeft een breedte van 3 m aan de voorzijde en 4,50 m aan de achterzijde. De afstand tot de perceelsgrens is 2 m. De carport wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,50 m. Het betreft een open constructie, opgetrokken in ijzer en afgewerkt met hout.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De eigendom is volgens de voorzieningen van het gewestplan gelegen in een woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Aangezien de werken uitgevoerd worden bij een bestaande eengezinswoning is deze aanvraag conform de voorzieningen van het gewestplan.

 

De eigendom is gelegen binnen de grenzen van de goedgekeurde niet-vervallen verkaveling zoals oorspronkelijk goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 15 november 1972 (0130-1/1972.9). Voor het betreffende lot is een verkavelingswijziging goedgekeurd op 26 februari 2003 (2002.13).

Aangezien de verkaveling meer dan 15 jaar oud is, vormt deze in toepassing van artikel 4.3.1 §1 van de VCRO geen weigeringsgrond meer voor de vergunningverlenende overheid.

Evenwel is de aanvraag in overeenstemming met de verkavelingswijziging van 26 februari 2003 aangezien een carport ingeplant kan worden tot op een afstand van 0,50 m van de zijkavelgrens (rooilijn Klauwaardstraat), de carport aan minstens 3 zijden open is, een platte dakvorm verplicht is en de hoogte beperkt is tot maximaal 3 m.

Teneinde volledig conform te zijn met de verkavelingsvoorschriften dient in de voorwaarden opgenomen te worden dat de carport ingeplant moet zijn op 3 m achter de voorgevelbouwlijn in plaats van de voorziene 2,90 m.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Blauwvoetstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag gebeurt bij een bestaande eengezinswoning met behoud van zijn functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De carport is beperkt in oppervlakte en klassiek qua vormgeving. Er is nog voldoende afstand ten opzichte de grens met de Klauwaardstraat teneinde geen negatieve impact te hebben op het bestaande straatbeeld. De bestaande straatbomen en de cabine voor nutsvoorzieningen blijft behouden. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Vanessa Rosita Ottevaere wonende Blauwvoetstraat 10 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een carport naast de woning, op een perceel gelegen Blauwvoetstraat 10 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 100 C2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde:

        de carport moet ingeplant worden op 3 m achter de voorgevelbouwlijn in plaats van de voorziene 2,90 m.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

OMV 2018_143 - De Spijker-Vichtestraat - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het realiseren van een fietspad als verbinding tussen het bedrijventerrein De Spijker (in aanleg) en de Vichtestraat, het aanleggen van een tijdelijke werkzone, het rooien van een aantal bomen en het inbuizen van een deel van de baangracht ter hoogte van de Vichtestraat, op een perceel gelegen De Spijker - Vichtestraat  en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 577 en (afd. 1) sectie B 582 A aangevraagd door Filip Vanhaverbeke namens INTERCOMMUNALE LEIEDAL gevestigd President Kennedypark 10 te 8500 Kortrijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  6 maart 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        de tijdelijke werkzone die op de plannen wordt aangeduid moet terug in de oorspronkelijke staat, en geschikt voor een duurzame landbouwuitbating, hersteld worden na uitvoering van de werken voor het fietspad en de groenzone.

        aan het uiteinde van de overwelving moet een kopmuurconstructie aangebracht worden om de stabiliteit van de open baangracht te verzekeren.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied en woonuitbreidingsgebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Vichtesteenweg, goedgekeurd 5 februari 2009 met als bestemming deels zone voor voetgangers- en fietsersverbinding en deels zone voor buffergroen.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan en het BPA zijn van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 maart 2018 door de Vlaamse Overheid voor het uitvoeren van infrastructuurwerken voor het bedrijventerrein De Spijker, meerbepaald de aanleg van een nieuwe wegenis, een HS-cabine, een bufferbekken, een infiltratiebekken en een langsgracht met buffercapaciteit en het rooien van bomen.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        melding exploitatie van IIOA waarvan aktename door het college van burgemeester en schepenen op 12 september 2018 voor de bronbemaling ten behoeve van wegenbouw

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag situeert zich tussen de Vichtestraat en het bedrijventerrein de Spijker dat in ontwikkeling is. De Vichtestraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving wordt gekenmerkt door zowel eengezinswoningen, bedrijfsgebouwen, landbouwgronden en een landbouwbedrijf.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst volgende werken uit te voeren: het realiseren van een fietspad als verbinding tussen het bedrijventerrein De Spijker (in aanleg) en de Vichtestraat, het aanleggen van een tijdelijke werkzone, het rooien van een aantal bomen en het inbuizen van een deel van de baangracht ter hoogte van de Vichtestraat.

In de plannen voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein werd reeds een fietspad vergund dat de verbinding vormt met de Vichtesteenweg (ter hoogte van het aan te leggen bufferbekken). Voorliggende aanvraag takt aan op het reeds vergunde fietspad en vormt de verbinding naar de Vichtestraat. Het fietspad wordt aangelegd grotendeels in de voorziene zone en wordt verhard met betonverharding over een breedte van 2,50 m met aan weerszijden een verstevigd gazon met een breedte van 0,50 m. De afwatering zal gebeuren in de naastliggende groenzone (waarin ook de bestaande beek aanwezig is). Om het fietspad te kunnen realiseren wordt ook een houten brugje voorzien over de bestaande beek langs het tracé. Drie hoogstammige bomen moeten gerooid worden, zijnde één in functie van de brug over de beek en twee in functie van de toegang tot het perceel Vichtestraat naast het fietspad.

Het fietspad vindt op de Vichtestraat aansluiting via de bestaande inbuizing van de baangracht. Om de toegang tot het perceel naast het fietspad mogelijk te maken moet een bijkomende inbuizing gebeuren. Deze bijkomende inbuizing zal een lengte hebben van 7 m aangezien het perceel met landbouwvoertuigen betreden moet worden (de bestaande inbuizing naast het fietspad is te smal geworden). De inbuizing wordt voorzien met een betonbuis van diameter 400 mm. De nieuwe ingebuisde zone zal niet verhard worden zodat het oppervlaktewater blijvend kan infiltreren in de bodem.

Voor de aanleg van het fietspad wordt een werkzone van 5 m ter beschikking gesteld door de eigenaar van het naastliggend perceel. Na aanleg van het fietspad en de groenstrook zal de zone hersteld worden in zijn oorspronkelijke toestand.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 16 november 20018 tot 15 december 2018.

Aangezien de bekendmakingsaffiche niet tijdig aangeplakt werd, werd deze eerste procedure stopgezet en werd de procedure heropgestart van 30 november 2018 tot 29 december 2018.

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

De Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij werd om advies verzocht op 8 november 2018. De adviesinstantie bracht op 7 december 2018 een ongunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag heeft geen betrekking op professionele agrarische of para-agrarische activiteiten, en is gedeeltelijk gelegen binnen de grenzen van het BPA nr. 35 ‘Vichtesteenweg’ (GRUP Deerlijk goedgekeurd op 18/10/2017). Het betreft de aanleg van een fietsverbinding tussen het bedrijventerrein (De Spijker) en de Vichtestraat. Het fietspad zelf is 2,50 m breed en heeft aan beide kanten een zijdelingse berm van 0,5 m breed. Om het fietspad te realiseren, wordt een brugje voorzien over de beek. Bijkomend wordt een baangracht over een lengte van 7 meter ingebuisd die toegang moet verlenen tot het perceel naast het fietspad. Voor de aanleg van het fietspad wordt een werkzone van 5 m ter beschikking gesteld door de eigenaar van het naastliggend perceel.

De aanvraag betreft het doortrekken van een fietspad dat reeds voorzien is in het BPA Deerlijk nr. 35 ‘Vichtesteenweg’. In het BPA werd reeds een zone voorzien voor de fiets- en voetgangersverbinding tussen het bedrijventerrein en de Vichtestraat. Door de aanwezigheid van waardevolle bomen werd er nu voor gekozen om een gedeelte van de fietsverbinding juist buiten de grens van het BPA te voorzien. Door het verleggen van de fietsverbinding naar het naastliggend agrarisch gebied worden de aanwezige landbouwstructuren geschaad. Het fietspad komt tegemoet aan de nood voor een fietsverbinding door het opgemaakte BPA waarin hiervoor ruimte werd voorzien. Het verleggen van deze fietsverbinding naar de agrarische zone kan niet aanvaard worden, gezien de aanwezigheid van de waardevolle bomen zal het fietspad verlegd moeten worden binnen de grenzen van het BPA.

 

Naar aanleiding van dit ongunstig advies werd het plan beperkt aangepast en werd een bijkomende motivatie opgemaakt waarin aangetoond wordt dat het fietspad zich grotendeels binnen de grenzen van de zone voor fietsers- en voetgangersverbindingen van het BPA bevindt, behoudens twee hoeken in functie van technische redenen en een deel grasstrook naast het fietspad.

De gewijzigde plannen (met referentie BA_1654B_I_N en BA_1654B_P_N van 8 februari 2019) werden toegevoegd aan het dossier in toepassing van artikel 45 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning. Op basis van deze aanpassing werd op 15 februari 2019 een aangepast advies gevraagd. De adviesinstantie bracht op 5 maart 2019 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag heeft geen betrekking op professionele agrarische of para-agrarische activiteiten, en is gedeeltelijk gelegen binnen de grenzen van het BPA nr. 35 ‘Vichtesteenweg’ (GRUP Deerlijk goedgekeurd op 18/10/2017). Het betreft de aanleg van een fietsverbinding tussen het bedrijventerrein (De Spijker) en de Vichtestraat. Een vorige aanvraag voor de fietsverbinding werd door het Departement Landbouw en Visserij ongunstig geadviseerd omdat het fietspad verlegd werd naar buiten de grenzen van het BPA, in het agrarisch gebied. In het goedgekeurde BPA werd er echter een zone voorzien voor de fiets- en voetgangersverbinding. Het kon bijgevolg dan ook niet aanvaard worden dat de nood hiervoor werd verlegd naar de naastliggende agrarische zone.

Bij de huidige aanvraag werd het traject voor de fietsverbinding lichtjes aangepast zodat het traject hoofdzakelijk binnen de grenzen van het BPA wordt voorzien. Omwille van technische redenen en voor het behoud van bestaande waardevolle landschapselementen wordt bij de huidige aanvraag nog licht afgeweken t.o.v. het BPA.

Gezien het openbaar nut van de aanvraag en omdat door de werken het agrarisch gebied slechts minimaal bijkomend wordt aangetast kan het Departement Landbouw en Visserij akkoord gaan met de aanvraag. Als voorwaarde wordt gesteld dat de tijdelijke werkzone die op de plannen wordt aangeduid terug in de oorspronkelijke staat, en geschikt voor een duurzame landbouwuitbating, wordt hersteld.’

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag is grotendeels gelegen binnen de grenzen van het BPA Vichtesteenweg en dient hiervoor bijgevolg getoetst te worden aan de voorschriften van het BPA.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

In zone voor voetgangers- en fietsverbinding waterdoorlatende materialen

Fietspad aan te leggen in betonverharding

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de fiets- en voetgangersverbinding gelegen is in de daarvoor voorziene zone (zone 13), de breedte van 2,50 m voorzien wordt en er langs het fiets- en voetgangerspad een groenzone ingericht wordt.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op gebruikte materialen zodat een afwijking overwogen kan worden. De keuze voor de betonverharding wordt gemotiveerd vanuit het feit dat voorliggend fietspad in het verlengde komt te liggen van het reeds vergunde fietspad waarbij een betonverharding vergund is en op die manier een uniformiteit gecreëerd wordt en vanuit het feit dat op die manier de bestaande naastliggende gracht toegankelijk is voor onderhoud. De infiltratie gebeurt in de naastliggende onverharde zijberm zodat de keuze voor niet waterdoorlatende materialen geen impact zal hebben op de waterhuishouding (infiltratie blijft). Deze motivatie kan gevolgd worden zodat een afwijking toegestaan wordt.

 

De aanvraag dient, voor het gedeelte buiten de grenzen van het BPA, eveneens getoetst aan de voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de bestemming van agrarisch gebied:

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

De aanvraag valt onder de bepalingen van artikel 4.4.7, § 2 van de VCRO waarin opgenomen is dat voor handelingen van algemeen belang die een beperkte ruimtelijke impact hebben, mag afgeweken worden van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben. In artikel 3, §1, 1° van het besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handeling van algemeen belang is opgenomen dat de aanleg, wijziging van uitbreiding van openbare fietspaden een handeling van algemeen belang betreft die een ruimtelijk beperkt impact heeft. Voorliggende aanvraag valt bijgevolg onder dit toepassingsgebied.

 

Omwille van het maximaal behoud van de bestaande waardevolle landschapselementen en omwille van technische redenen valt een klein deel van het ontwerp buiten de grenzen van het BPA en is een afwijking in het kader van algemeen belang noodzakelijk. De afwijking om technische situering bevindt zich ter hoogte van de brugconstructie over de gracht en ter hoogte van de bocht tussen prof. 16 en 17. De afwijking ter hoogte van de brug is er om een rechte dwarsing van de (brede) gracht te kunnen verwezenlijken zodat de bestaande waardevolle wilgenstructuur zo maximaal mogelijk behouden kan blijven alsook de overspanning voor de brug zelf zo klein mogelijk kan worden gehouden. De kleine afwijking ter hoogte van de  bocht aan prof. 16-17 is er om een comfortabele bocht voor de fietsers te kunnen realiseren.

 

De afwijkingen van algemeen belang zijn eerder beperkt van omvang en van impact en hebben tot doel de landschappelijke inkleding te behouden en het fietspad optimaal gebruiksvriendelijk te maken zodat de gevraagde afwijking toegestaan kan worden.

 

7.2    Wegenis

De aanvraag voorziet in de aanleg van een fietsverbinding die deel uitmaakt van het openbaar domein zodat de gemeenteraad een besluit moet nemen over de zaak van de wegen. De gemeenteraad heeft in zitting van 28 februari 2019 het volgende beslist:

De gemeenteraad besluit het tracé van de fietsverbinding zoals opgenomen in de omgevingsvergunningsaanvraag voor het realiseren van een fietspad als verbinding tussen het bedrijventerrein 'De Spijker' (in aanleg) en de Vichtestraat, het aanleggen van een tijdelijke werkzone, het rooien van een aantal bomen en het inbuizen van een deel van de baangracht ter hoogte van de Vichtestraat op een perceel gelegen De Spijker – Vichtestraat en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 577 en (afd. 1) sectie B 582 A, ingediend door de INTERCOMMUNALE LEIEDAL gevestigd President Kennedypark(Kor) 10 te 8500 Kortrijk, zoals opgemaakt door infrabureau Demey, Beversesteenweg 314, 8800 Roeselare goed te keuren.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag aangezien het hemelwater op natuurlijke wijze infiltreert in de naastliggende onverharde bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meer bepaald rubriek 13 uitbreiding van een project van bijlage III waarvoor reeds een vergunning is afgeleverd. In voorliggende aanvraag is dat de uitbreiding van het project ontwikkeling bedrijventerrein De Spijker (rubriek 10 a industrieontwikkeling en 10 e aanleg wegenis).

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Een project-m.e.r.-screeningsnota toont aan dat de mogelijke effecten van het project op de omgeving niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanleg van dit fietspad functioneert in een ruimer geheel, namelijk de verbinding tussen de Vichtestraat en de Vichtesteenweg, er wordt aangesloten op een reeds vergund nog te realiseren fietspad en dit fietspad kan in de toekomst deel uitmaken van een volwaardig fietsroutenetwerk (conform de visie van het GRS) zodat de aanvraag zicht functioneel zal inpassen. Dit fietspad moet een positieve impact hebben op de verkeersveiligheid voor fietsers. Het fietspad bevindt zich langs de beek die voorzien is van een reeks bomen. Door het grotendeels behoud van de aanwezige bomen en de beek en het volgen van het tracé van de beek zal het fietspad zich landschappelijk inkleden en zal de impact van het fietspad op zijn onmiddellijke omgeving beperkt zijn. De aanvrager voorziet de werfzone ter hoogte van het fietspad in zijn oorspronkelijke staat te herstellen na aanleg van het fietspad en de groenstrook. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Advies afdeling duurzame landbouwontwikkeling

Het advies van de afdeling is voorwaardelijk gunstig. De opgelegde voorwaarde is logisch en behoort tot de intentie van de aanvrager zodat deze overgenomen wordt in het voorliggende advies.

 

7.14     Verordening baangrachten

Het nieuwe fietspad vindt zijn aansluiting op de Vichtestraat ter hoogte van de reeds bestaande overwelving. De zone naast het fietspad is te smal geworden om het zuidoostelijk gelegen perceel met landbouwvoertuigen te betreden waardoor een extra inbuizing noodzakelijk is. Er wordt voorgesteld om de doorrijzone te verbreden tot 7 m naast de bestaande overwelving teneinde het veilig fietsverkeer niet in het gedrang te brengen door landbouwverkeer en de toegankelijkheid voor landbouwvoertuigen optimaal te houden.

 

Voor deze inbuizing is de provinciale verordening voor het overwelven van baangrachten (goedgekeurd op 24 april 2008) van toepassing.

Om in aanmerking te komen voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen moeten de werken voldoen aan een aantal voorwaarden, zoals ondermeer:

-          Er mag slechts één overwelving of inbuizing per kadastraal perceel zijn,.

-          De lengte van de overwelving of inbuizing mag maximaal vijf meter bedragen. De vergunningverlenende overheid kan een afwijking op de maximale lengte toestaan om één van de volgende redenen:

o        voor werken van algemeen belang

o        omwille van redenen van gezondheid of veiligheid voor de bewoners van de woning waarvoor de overwelving wordt aangelegd

o        indien de breedte van vijf meter niet volstaat om toegang te verlenen tot het betreffende perceel of percelen.

-          Elke overwelving of inbuizing van meer dan vijf meter moet vergezeld gaan van compenserende maatregelen ter plaatse die de infiltratie van hemelwater blijvend mogelijk maken, zoals een greppel, geperforeerde buizen, waterdoorlatende verhardingen.

-          De overwelving moet een minimale diameter van 400mm hebben.

 

De voorliggende aanvraag voldoet aan de voorwaarden uit de verordening aangezien de bestaande overwelving gebruikt wordt voor de aansluiting van het fietspad en het zuidoostelijk gelegen kadastrale perceel bijgevolg na goedkeuring ook slechts één overwelving zal hebben, een afwijking op de breedte gevraagd wordt tot 7 m in functie van toegankelijkheid met landbouwvoertuigen, de nieuwe inbuizing niet verhard wordt zodat het oppervlaktewater kan infiltreren in de ondergrond en de nieuwe inbuizing voorzien is van een betonbuis met diameter 400mm.

Op de plannen is niet duidelijk hoe het uiteinde van de ingebuizde gracht afgewerkt wordt. Teneinde instroom van grond in de buis te vermijden moet het uiteinden van de inbuizde gracht afgewerkt worden met een kopmuurconstructie. Dit dient als specifieke voorwaarde opgelegd te worden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Filip Vanhaverbeke namens INTERCOMMUNALE LEIEDAL gevestigd President Kennedypark 10 te 8500 Kortrijk, voor het realiseren van een fietspad als verbinding tussen het bedrijventerrein De Spijker (in aanleg) en de Vichtestraat, het aanleggen van een tijdelijke werkzone, het rooien van een aantal bomen en het inbuizen van een deel van de baangracht ter hoogte van de Vichtestraat, op een perceel gelegen De Spijker - Vichtestraat en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 577 en (afd. 1) sectie B 582 A, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        de tijdelijke werkzone die op de plannen wordt aangeduid moet terug in de oorspronkelijke staat, en geschikt voor een duurzame landbouwuitbating, hersteld worden na uitvoering van de werken voor het fietspad en de groenzone;

        aan het uiteinde van de overwelving moet een kopmuurconstructie aangebracht worden om de stabiliteit van de open baangracht te verzekeren.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

OMV 2018_193 - Schepen Paul Vanaverbekestraat 4 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met carport, op een perceel gelegen Schepen Paul Vanaverbekestraat 4 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 835 D aangevraagd door Kim Benoit en Marinka De Winter wonende Weverijstraat 39 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  5 maart 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

-          De toegang tot de woning en tot de extra parkeerplaats moet afgestemd worden op de vergunde en gerealiseerde opritstrook in de zone openbaar domein zoals goedgekeurd op 14 september 2016 zonder hieraan wijzigingen aan te brengen.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 14 september 2016 (dossiernummer gemeente: 1034-7/20163).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het verkavelingsplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Schepen Paul Vanaverbekestraat, een voldoende uitgeruste weg in het zuiden van de gemeente. De omgeving wordt gekenmerkt door een recente verkaveling en achterliggend agrarisch gebied. Het perceel heeft een oppervlakte van 525 m² en is een onbebouwd perceel. Er zijn in de verkaveling reeds diverse vergunningen tot het bebouwen afgeleverd en een aantal werven zijn reeds in uitvoering of in afwerking.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst op de eigendom (lot 4 van de verkaveling) een vrijstaande eengezinswoning te bouwen. De woning wordt opgetrokken binnen het bouwkader van het hoekperceel op gedeeltelijk 5 m en 5,5 m van de rooilijn aan de voorkant van de woning en op 5 m aan de zijkant van de woning. De afstand tot de rechterkavelgrens bedraagt 3,65 m en 12,59 m tot de achterkavelgrens. De woning heeft een maximale bouwdiepte van 14 m en bestaat uit twee volwaardige bouwlagen met een zadeldak. De woning heeft een variabele kroonlijsthoogte van 5,06 m tot 5,48 m en een nokhoogte van 9,04 m. Op het gelijkvloers wordt een inkom met apart toilet voorzien, een wasplaats/berging en 1 L-vormige open ruimte met keuken, zithoek en eethoek. Op de verdieping worden 3 slaapkamers, een toilet, een badkamer en een bureau voorzien. De zolderruimte wordt niet ingericht. De woning wordt afgewerkt in een rood/bruin genuanceerde gevelsteen met buitenschrijnwerk in grijs PVC en zinken hanggoten en afleiders. In de vrije zijtuinstrook wordt een carport ingeplant op een afstand van 3 m achter de uiterste voorgevelbouwlijnen en op 0,65 m van de zijperceelsgrens. De carport heeft een breedte van 3 m op een diepte van 5,5 m. De constructie wordt opgetrokken in hout met een plat dak met een hoogte van 2,7 m. In de voortuinstrook wordt een oprit van 3 m breed aangelegd naar de carport. Links van deze oprit wordt nog een bijkomende parkeerplaats voorzien in waterdoorlatende verharding. Naar de voordeur wordt ook nog een pad voorzien van ongeveer 1 m breed. Achteraan de woning wordt een terras aangelegd met een niet nader bepaalde oppervlakte in niet-waterdoorlatende verharding die afwatert in het nabijgelegen gazon.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied. 

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een woning op een bouwperceel zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van een gewestplan.

 

De aanvraag dient getoetst aan de voorschriften van de verkaveling.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien een vrijstaande ééngezinswoning voorzien wordt, de maximale terreinbezetting van 40 % gerespecteerd wordt, de woning binnen het bouwkader van de verkaveling voorzien wordt, de afstand tot de rooilijn gerespecteerd wordt, de afstand tussen de achtergevel van de woning en de achterkavelgrens 8 m bedraagt, de vrije dakvorm gerespecteerd wordt, de maximale dakhelling gerespecteerd wordt, de maximale bouwhoogte gerespecteerd wordt, de bouwdiepte op het gelijkvloers minder is dan 15 m en deze op de verdieping minder dan 12 m, kleinschalige materialen gebruikt worden, de carport voorzien is op 0,50 m van de zijperceelsgrens en, de hoogte op de perceelsgrens minder dan 3 m bedraagt, de hoogte van de carport beperkt is tot 3 m, de carport aan 3 zijden open is, de oprit en de paden in de voortuin voorzien mogen zijn in niet-waterdoorlatende verharding, extra parkeerplaatsen aangelegd worden in grasdalen in honinggraatstructuur, de maximale breedte van de oprit van 7 m gerespecteerd wordt, het maximale verhardingspercentage gerespecteerd wordt en de maximale oppervlakte van het terras gerespecteerd wordt.

 

Teneinde te voldoen aan de verkavelingsvoorschriften zijn nog volgende voorwaarde noodzakelijk:

De toegang vanaf het openbaar domein tot het perceel is vastgelegd op het op 14 september 2016 goedgekeurde wegenisplan en situeert zich ter hoogte van de rooilijn met een breedte van 4 m vanaf de rechterzijperceelsgrens (is de grens met het lot 3). De toegang tot de woning en tot de extra parkeerplaats moet afgestemd worden op de vergunde en gerealiseerde opritstrook in de zone openbaar domein zonder hieraan wijzigingen aan te brengen.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Schepen Paul Vanaverbekestraat een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2.500 liter en een referentieoppervlakte van 6,7 m², het terras watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem en de oprit als strikt noodzakelijk toegang valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een eengezinswoning in een recent goedgekeurde verkaveling. De afstanden tot de perceelsgrenzen, het bouwvolume en het materiaalgebruik van de woning voldoen aan de bepalingen uit de verkaveling. Op deze manier past de eengezinswoning zich in, in de recent vergunde verkaveling.

Bij goedkeuring van de verkaveling werd eveneens het wegenisplan goedgekeurd op 14 september 2016. Om de uniformiteit in de verkaveling te bewaken bepaalde dit plan niet enkel de breedte van de wegenis, maar ook de locatie en breedte van de toegangen tot de kavels. Voor dit lot werd de toegang tot het perceel vastgelegd op een breedte van 4 m, gemeten vanaf de rechterkavelgrens. Deze vergunde en ondertussen bestaande toegang tot de kavel op het gedeelte van de voetpadstrook dient behouden te blijven zoals voorzien op het wegenisplan en kan met voorliggende aanvraag niet gewijzigd worden. De toegang tot de woning en tot de extra parkeerplaats moet afgestemd worden op de vergunde en gerealiseerde opritstrook in de zone openbaar domein zonder hieraan wijzigingen aan te brengen.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Kim Benoit en Marinka De Winter wonende Weverijstraat 39 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met carport, op een perceel gelegen Schepen Paul Vanaverbekestraat 4 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 835 D, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

-          De toegang tot de woning en tot de extra parkeerplaats moet afgestemd worden op de vergunde en gerealiseerde opritstrook in de zone openbaar domein zoals goedgekeurd op 14 september 2016 zonder hieraan wijzigingen aan te brengen.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

OMV 2018_172 - Braamakkerstraat 80 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een carport naast de woning, op een perceel gelegen Braamakkerstraat 80 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 147 N3 aangevraagd door Rita Carton wonende Schragenstraat 21 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  4 maart 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Gavers wijziging B, goedgekeurd op 1 september 1987.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is slechts gedeeltelijk in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 september 1958 door het college van burgemeester en schepenen voor het optrekken van een scheidingsmuur op de perceelgrens.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 juni 1963 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een overdekte koer.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langs de Braamakkerstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Dit gedeelte van de Braamakkerstraat wordt gekenmerkt door een relatief breed profiel (voetpad aan beide kanten en één langsparkeerstrook) en een menging van vrijstaande en halfopen eengezinswoningen. De eigendom van de aanvraag betreft een halfopen eengezinswoning.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst aan de linkerzijkant van de woning een carport op te trekken. De carport is ingeplant op 3 m achter de voorgevelbouwlijn en op 0,5m van de zijkavelgrens. De carport heeft een breedte van 3,9 m op een diepte van 6 m. De constructie heeft een gebogen dakvorm met een hoogte tussen 3 m en 2,38 m. Het betreft een donkergrijze, metalen constructie met een dakbedekking in polycarbonaat (opaal). De constructie is aan 3 zijden open, aangebouwd tegen de woning.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 20 december 2018 tot 18 januari 2019. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden getoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het bijzonder plan van aanleg (Gavers wijziging B), meer bepaald aan de voorschriften van de zone met bestemming wonen.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Vrije zijstrook = 3m

Carport in de vrije zijstrook

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien het perceel voor minder dan 40 % bebouwd wordt (40%= 120 m² en bebouwing wordt 110,78 m²), de bebouwde oppervlakte minder dan 250 m² bedraagt en het materiaalgebruik constructief en esthetisch verantwoord is.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de inplanting van de constructie zodat een afwijking overwogen kan worden. De gevraagde afwijking kan positief beoordeeld worden vanuit de motivatie dat de carport opgetrokken wordt op een reeds bestaande oprit langs de woning, dat het een open constructie betreft die opgetrokken wordt 3 m achter de voorgevel van de woning teneinde het open karakter van de woning niet te schaden en dat de buren geen bezwaar hebben tegen de inplanting.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Braamakkerstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De carport wordt opgetrokken bij een bestaande eengezinswoning zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De carport is beperkt qua oppervlakte en hoogte en bevindt zich in de zone naast het hoofdgebouw. Door het open houden van de constructie zal ze in het straatbeeld als weinig storend ervaren worden. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Er werden tijdens de periode van het openbaar onderzoek geen bezwaren of opmerkingen ingediend zodat een verdere beoordeling van dit aspect niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Rita Carton wonende Schragenstraat 21 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een carport naast de woning, op een perceel gelegen Braamakkerstraat 80 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 147 N3.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

VK 2017.24 - Oude Heerweg 95 - rioleringsplan - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd zijn goedkeuring te verlenen voor het rioleringsvoorstel voor de verkaveling gelegen Oude Heerweg 95 te Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 6 juni 2018 tot afgifte van de verkavelingsvergunning aan SCARABE BVBA, Otegemstraat 180, 8550 Zwevegem, strekkende tot het wijzigen van de verkaveling voor de loten 3 en 4, gelegen Oude Heerweg 95 te Deerlijk mits ondermeer de volgende voorwaarde stipt na te leven:

          In verband met de uitrustingswerken voor het bouwrijp maken van de loten diende de verkavelaar de nodige infiltratieproeven uit te voeren teneinde de afvoer van het regenwater te kunnen bepalen. Nadien moest een uitgewerkte rioleringsplan volgens de mogelijkheden voor de RWA zoals gestipuleerd in het advies van de GOA (extra infiltratie of pompput) ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de gemeente alvorens de rioleringswerken aan te vatten.

 

In het advies van de GOA werd in verband met de riolering het volgende gestipuleerd:

Een ontwerp van riolering dient voorafgaand voorgelegd te worden aan de gemeente. Het ontwerp dient te voldoen aan de hierna vermelde principes. De DWA dient aan te sluiten op de bestaande riolering die afloopt naar de Pladijsstraat. De aansluiting van de RWA is afhankelijk van de infiltreerbaarheid van de bodem. Hiertoe wordt opgelegd dat de verkavelaar de nodige infiltratieproeven uitvoert. Afhankelijk van de resultaten van de infiltratieproeven zijn volgende opties mogelijk:

         indien blijkt dat de eigendom voldoende infiltratiegevoelig is dan kan de RWA ook aansluiten op de bestaande riolering richting Pladijsstraat mits op eigen terrein eerst maximaal te gaan infiltreren door de private oprit naar de kavels 6 en 7 aan te leggen met bufferklinkers, per kavel extra infiltratievoorzieningen aan te leggen (bovenop de normen uit de GSV hemelwater) en de verharding op de private loten aan te leggen d.m.v. waterdoorlatende verharding (grasdallen of steenslagverharding).

         indien blijkt dat de eigendom niet infiltratiegevoelig is dan dient d.m.v. een gemeenschappelijke private pompput het regenwater opgepompt te worden naar de gracht in de Oude Heerweg.

 

In navolging van deze voorwaarde heeft de verkavelaar infiltratieproeven laten uitvoeren op datum van 1 februari 2019. Uit deze proeven blijkt dat de grond voldoende infiltreerbaar is zodat ingezet kan worden op het realiseren van extra infiltratievoorzieningen op niveau van de verkaveling en dat de plaatsing van een pompput niet noodzakelijk is.

Overeenkomstig de bepalingen uit de gewestelijke stedenbouwkundige verordening moet voor de verkavelingswijziging naar 7 loten, een infiltratievoorziening geplaatst worden met een volume van minimaal 14.000 liter.

In het bijgevoegd rioleringsplan voorziet de verkavelaar volgende ingrepen:

          per lot worden twee extra infiltratieputten van telkens 1.200 liter geplaatst teneinde te voldoen aan deze minimum inhoud;

          voor de loten 6 en 7 wordt aanvullend opgenomen dat de toegangsweg in waterdoorlatende klinkers op een legbed van porfier, fundering van drainerend schraal beton, onderfundering in betonpuin en een drain naar DWA onder de straatlaag.

 

Aangezien deze ingrepen voorzien worden op de private kavels zal dit telkens als specifieke voorwaarde opgelegd moeten worden bij afgifte van de omgevingsvergunning voor de woningen per lot.

 

De deskundige werken in uitbesteding formuleert een positief advies op het voorgestelde rioleringsplan.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen aan het rioleringsplan opgemaakt op 25 februari 2019 als uitvoering van de voorwaarde opgelegd bij afgifte van de verkavelingsvergunning op 6 juni 2018 aan SCARABE BVBA, Otegemstraat 180, 8550 Zwevegem, strekkende tot het wijzigen van de verkaveling voor de loten 3 en 4, gelegen Oude Heerweg 95 te Deerlijk.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit bij afgifte van de omgevingsvergunning voor de betreffende woningen per lot telkens op te leggen dat twee extra infiltratieputten van telkens 1.200 liter aangelegd moeten worden in uitvoering van het rioleringsplan zoals op heden goedgekeurd en voor de loten 6 en 7 bijkomend op te leggen dat de toegangsweg als volgt opgebouwd moet worden: in waterdoorlatende klinkers op een legbed van porfier, fundering van drainerend schraal beton, onderfundering in betonpuin en een drain naar DWA onder de straatlaag.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Rapportering visum en debiteurenbeheer 2018 - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Jaarrekening 2018 - kennisname en verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De financieel directeur legt de jaarrekening 2018 van de gemeente voor.  Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd hiervan kennis te nemen en de jaarrekening 2018 ter vaststelling voor te leggen aan de gemeenteraad van 28 maart 2019.

 

Motivering

 

De jaarrekening 2018 van de gemeente bevindt zich in bijlage.

 

Deze ligt voor met de volgende cijfers:

 

Saldo exploitatiebudget

3.508.501 euro

Saldo investeringsbudget

-1.945.875 euro

Saldo andere

-1.001.051 euro

Budgettaire resultaat boekjaar

561.575 euro

Resultaat op kasbasis

5.816.114 euro

Autofinancieringsmarge

2.507.450 euro

Balanstotaal

58.627.544 euro

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de jaarrekening 2018 van de gemeente ter vaststelling voor te leggen aan de gemeenteraad van 28 maart 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Punt bijlagen/links G JR 2018.pdf Download
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Budgetwijziging 2019-1 - lijst gedelegeerde overheidsopdrachten en lijst nominatieve subsidies - principiële akkoordverklaring en verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd zich principieel akkoord te verklaren met het finaal ontwerp van budgetwijziging 2019-1, lijst gedelegeerde overheidsopdrachten en lijst nominatieve subsidies, zodat dit kan voorgelegd worden aan de gemeenteraad.

 

Motivering

 

Het finaal ontwerp van de budgetwijziging 2019-1, lijst gedelegeerde overheidsopdrachten en lijst nominatieve subsidies, bevindt zich in bijlage.  Het college van burgemeester en schepenen overloopt dit ontwerp.

 

Het finaal ontwerp van budgetwijziging 2019-1 hoeft niet te passen binnen het lopende meerjarenplan 2014-2020.  Er is geen aanpassing meerjarenplan 2014-2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verklaart zich principieel akkoord met het finaal ontwerp budgetwijziging 2019-1, lijst gedelegeerde overheidsopdrachten en lijst nominatieve subsidies.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad dit punt te agenderen op de zitting van 28 maart 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Punt bijlagen/links BW 2019-1.pdf Download
lijst gedelegeerde overheidsopdrachten.pdf Download
lijst nominatieve subsidies.pdf Download
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Mandatarissen - toekenning eretitel - voorwaarden - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend punt te agenderen op de gemeenteraad:

          de vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de titel ere-schepen/ere-gemeenteraadslid (= ere-raadslid).

 

Motivering

 

De mandataris kan een eretitel toegekend krijgen als beloning voor zijn of haar loopbaan.

 

De toekenning van een eretitel aan de burgemeesters is een bevoegdheid van de Vlaamse Regering.

 

De gemeenteraad kan de eretitels aan de gemeenteraadsleden en de schepenen toekennen onder de voorwaarden die hij bepaalt.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 17, § 4, art. 148 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de titel ere-schepen/ere-gemeenteraadslid (= ere-raadslid), te agenderen op de gemeenteraad.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Project Bloedtest - Meridiaan van de Trisomie - medewerking - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd medewerking te verlenen aan de artistieke actie Meridiaan van de Trisomie die kadert binnen het project Bloedtest van Wit.h vzw en het Museum Dr. Guislain.

 

Motivering

 

Tijdens de Wereld Downsyndroom Dag van de Verenigde Naties die plaatsvindt op donderdag 21 maart 2019 stijgt de eerste piloot met het syndroom van Down vanaf het vliegveld in Zwevegem op om de meridiaan, gelegen op 3° 21', 0" af te vliegen met een vliegtuig en een groot rood spandoek.

 

Vanaf die dag zal deze meridiaan gekend zijn als de Meridiaan van de Trisomie.

 

Deze actie kadert binnen het project Bloedtest.

 

Met hun project Bloedtest stellen WIT.H vzw en Museum Dr. Guislain de medische vooruitgang door de evolutie van de technologie, waardoor op voorhand geweten is of men bvb. een kind met het syndroom van Down zal krijgen, sterk in vraag.

 

De Meridiaan van de Trisomie loopt ook over de gemeente Deerlijk. Medewerking aan deze actie houdt in dat er, op het ogenblik dat het vliegtuigje over de gemeente Deerlijk passeert, een rood lint doorknipt wordt om de Meridiaan in te huldigen. Dit in aanwezigheid van heel wat inwoners met en zonder beperking.

De actie zal ook door het kunstenaarscollectief Het Pakt verwerkt worden tot een artistieke installatie, die plaats krijgt in de grote tentoonstelling 'Walking Opera' in het Museum Dr. Guislain in Gent in de zomer van 2019.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit niet mee te werken aan de artistieke actie Meridiaan van de Trisomie om praktische redenen.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Gemeentelijke adviesraden en comités - krijtlijnen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de krijtlijnen voor de organisatie en samenstelling van de gemeentelijke adviesraden en uitvoerende comités goed te keuren.

 

Motivering

 

Bij aanvang van de nieuwe legislatuur worden de gemeentelijke adviesraden en uitvoerende comités opnieuw samengesteld. De voorbije legislaturen hebben de adviesraden en comités goed werk geleverd en tal van initiatieven op de rails gezet. Hierbij vervaagde bij sommige raden, werkgroepen en comités echter gaandeweg het onderscheid tussen adviseren en organiseren.

 

De aanvang van deze legislatuur kan een momentum zijn om opnieuw focus te brengen waar nodig, waarbij volgende krijtlijnen voor ogen worden gehouden:

          Adviesraden

          adviseren op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur en kunnen rekenen op een tussenkomst in de kosten in functie van de totstandkoming van dat advies;

          maximaliseren de participatiegraad door ook thema-gericht en met ruimte voor korte en middellange engagementen te werken;

          benutten de rol van de ambtenaar als expert en liaison binnen de adviesraad, en niet als secretaris;

          zijn samengesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 304 van het Decreet Lokaal Bestuur en kennen geen politieke vertegenwoordiging, met uitzondering van de bevoegde schepen als niet-stemgerechtigd lid of tenzij wettelijk anders bepaald.

          Uitvoerende comités

          zorgen op vraag van het gemeentebestuur voor de realisatie van bepaalde acties of projecten en kunnen rekenen op een tussenkomst in de kosten in functie van de organisatie van die acties of projecten;

          kennen geen politieke vertegenwoordiging, met uitzondering van de bevoegde schepen als niet-stemgerechtigd lid.

 

De gemeentediensten hebben elk voor hun cluster een oplijsting gemaakt van de verschillende adviesraden, werkgroepen, comités, ... en hebben op basis daarvan een logische onderverdeling gemaakt tussen enerzijds gemeentelijke adviesraden en anderzijds gemeentelijke uitvoerende comités. Onderstaande lijsten met opnieuw samen te stellen adviesraden en uitvoerende comités worden daaruit voorgesteld. Deze lijsten zijn niet-limitatief aangezien deze in de loop van de legislatuur steeds kunnen worden aangevuld naargelang de noodzaak.

 

          Adviesraden:

          Cultuurraad (inclusief adviserende thematische werkgroepen als eigen programmatie, popforum, D Pro Art, erfgoed, bibliotheek, ...)

          Sportraad

          Jeugdraad

          Seniorenraad

          Welzijnsraad (inclusief adviserende thematische werkgroep rond personen met een beperking)

          Lokaal Overleg Kinderopvang

          Mobiliteitscommissie

          Milieu- en natuurraad

          Adviesraad Economie Deerlijk

          Adviesraad Communicatie

 

          Uitvoerende Comités:

          Centraal feestcomité

          Verbroederingscomité

          Deerlijks vormingswerk

          11 juli comité

 

Bij de oplijsting van de verschillende adviesraden, werkgroepen, comités, ... werden ook initiatieven gedetecteerd die hun oorsprong kennen in de schoot van een adviesraad maar ondertussen zijn geëvolueerd tot feitelijke vereniging en/of vzw met een eigen werking en organisatie. Hierbij wordt voorgesteld om deze niet opnieuw als gemeentelijke adviesraad of gemeentelijk uitvoerend comité samen te laten stellen, maar om de samenwerking met en ondersteuning van deze feitelijke verenigingen en/of vzw's te verankeren in aparte, al dan niet jaarlijkse, overeenkomsten. Dit betreft onder meer:

 

          Wild van Klassiek (voorheen Festival van Vlaanderen)

          Reveil

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Art. 304 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de krijtlijnen voor de organisatie en samenstelling van de gemeentelijke adviesraden en uitvoerende comités goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de niet-limitatieve lijst van opnieuw samen te stellen gemeentelijke adviesraden en uitvoerende comités.

 

Het college van burgemeester en schepenen gaat eveneens akkoord om feitelijke verenigingen en/of vzw's die vanuit een adviesraad zijn geëvolueerd naar een eigen werking en organisatie niet opnieuw samen te stellen als gemeentelijke adviesraad of uitvoerend comité, maar om de samenwerking met en ondersteuning van deze feitelijke verenigingen en/of vzw's te verankeren in aparte, al dan niet jaarlijkse, overeenkomsten.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een gebundelde oproep te lanceren in het gemeentenieuws, 't Groen Blaadje (gezien de urgentie), website, sociale media naar verenigingen, geëngageerde burgers en experten om te participeren in de respectievelijke adviesraden.

 

Artikel 4

 

Het college van burgemeester en schepenen vraagt aan de gemeentelijke adviesraden en uitvoerende comités om hun samenstelling en werking ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad, en vraagt aan de feitelijke verenigingen en/of vzw's om een overeenkomst voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Humanistisch verbond Deerlijk/Anzegem - tussenkomst receptie - weigering

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van de uitnodiging van het Humanistisch Verbond (HV) Deerlijk/Anzegem naar hun tweede lentefeest/feest vrijzinnige jeugd in OC d'Iefte op zaterdag 1 juni 2019.

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt eveneens gevraagd een standpunt in te nemen bij de vraag van het Humanistisch Verbond (HV) of er een gemeentelijke (financiële) tussenkomst kan gedaan worden in de receptiekosten.

 

Motivering

 

In een e-mail van 28 februari 2019 nodigt het Humanistisch Verbond (HV) Deerlijk/Anzegem het college van burgemeester en schepenen uit naar hun tweede lentefeest/feest vrijzinnige jeugd in OC d'Iefte op zaterdag 1 juni 2019.

 

Anders dan vorig jaar wordt dit jaar ook het feest georganiseerd voor leerlingen van alle centrumscholen van Deerlijk. De groep feestelingen is daardoor groter geworden, waardoor er niet één maar twee recepties zullen plaatsvinden.

 

Daarbij aansluitend vraagt het Humanistisch Verbond Deerlijk/Anzegem of de gemeente Deerlijk een (financiële) tussenkomst kan voorzien in de kosten van de receptie.

 

Vorig jaar werd door het Humanistisch Verbond Deerlijk/Anzegem eenzelfde vraag tot sponsoring van het lentefeest/feest vrijzinnige jeugd gesteld aan het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen besliste toen in zitting van 21 maart 2018 om deze organisatie te steunen door middel van de terbeschikkingstelling van OC d'Iefte als locatie en geen bijkomende sponsoring te verlenen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de organisatie van het Lentefeest/Feest Vrijzinnige jeugd door HV Deerlijk/Anzegem opnieuw te steunen door middel van de terbeschikkingstelling van OC d'Iefte als locatie en verder geen bijkomende sponsoring te verlenen.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Samana - voorbehouden parkeerplaatsen aan OC d'Iefte - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om te beslissen over het voorbehouden van parkeerplaatsen aan OC d'Iefte in functie van activiteiten van Samana Deerlijk.

 

Motivering

 

Op maandag 11 maart 2019 richt de secretaris van Samana Deerlijk de vraag aan het college van burgemeester en schepenen om 10 parkeerplaatsen aan OC d'Iefte voor te behouden voor activiteiten van Samana die doorgaan in het ontmoetingscentrum. De secretaris pleit hier onder meer voor omdat de werking van Samana zich richt tot zieke en minder mobiele mensen die bij voorkeur dicht bij het ontmoetingscentrum kunnen parkeren.

 

Volgende activiteiten van Samana vinden plaats:

          Kern: elke eerste dinsdag van de maand;

          Onder-ons (kaarting en ontmoetingsnamiddag): elke tweede dinsdag van de maand;

          Lentefeest: 16 maart 2019;

          Ziekenzondag: 6 oktober 2019;

          Kerstfeest: 14 december 2019.

 

Het secretariaat van de cultuurdienst geeft mee dat op sommige maar niet elke eerste en tweede dinsdag van de maand ook nog andere activiteiten van socio-culturele (met name seniorenverenigingen) doorgaan in OC d'Iefte. Ook op 6 oktober 2019 vindt in OC d'Iefte nog een tweede grote activiteit, met name het boekenaperitief van het Davidsfonds, plaats. Op 16 maart 2019 en 14 december 2019 zijn gelijktijdig geen andere grote activiteiten gepland in OC d'Iefte.

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste eerder in zitting van 13 februari 2019 dat aanvragen voor het vrijhouden van parkeerplaatsen op het Neunkirchenplein, in afwachting van een grondige evaluatie van de parkeerproblematiek in de buurt van OC d'Iefte, nog tijdelijk zullen beoordeeld en al dan niet toegelaten worden met een maximum van 10 parkeerplaatsen langs OC d'Iefte.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om 10 parkeerplaatsen aan OC d'Iefte (op het Neunkirchenplein, langs het gebouw) voor te behouden in functie van de activiteiten van Samana Deerlijk op elk van de gestelde data.

 

Indien er voor de gestelde data nog nieuwe andere aanvragen voor voorbehouden parkeerplaatsen worden gericht aan het college van burgemeester en schepenen, dan kan deze beslissing aangepast worden rekening houdende met die nieuwe andere aanvragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Gemeentelijke speelpleinwerking - aanpassing retributiereglement - verzoek agendering gemeenteraad

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de voorstellen voor de aanpassingen van het retributiereglement gemeentelijke speelpleinwerking en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt te agenderen op de gemeenteraad van 28 maart 2019.

 

Motivering

 

Het huidige retributiereglement gemeentelijke speelpleinwerking werd goedgekeurd in zitting van 19 december 2013 en eindigt op 31 december 2019.

 

Ondertussen zijn er een aantal aanpassingen nodig wegens het feit dat het aantal kinderen iedere vakantie stijgt en het aantal animatoren licht daalt. Deze aanpassingen zijn nodig om de kwaliteit van de gemeentelijke speelpleinwerking te bewaren.

 

Tijdens de zitting van het college van burgemeester en schepenen van 27 februari 2019 werd er een mondelinge toelichting gegeven door de jeugdconsulent, de jeugddienstmedewerker, de promotor vrije tijd en het diensthoofd vrije tijd over de voorstellen die gedaan werden vanuit de sport- en jeugddienst om het retributiereglement aan te passen.

 

Volgende aanpassingen werden daar voorgesteld door middel van het toevoegen of aanpassen van een aantal artikels in het huidig retributiereglement:

 

Artikel 5: De speelpleinwerking wordt aangeboden voor volgende leeftijdscategorieën:

       kleuters vanaf het jaar waarin ze 4 jaar worden; (in plaats van 2,5 jaar);

       lagere schoolkinderen van 6 tot 12 jaar;

       tieners vanaf het 12 tot 15 jaar.

 

Artikel 9: Inschrijven voor de speelpleinwerking kan ten vroegste twee weken voor de start van iedere vakantie.

 

Artikel 10: Annuleren van inschrijvingen

          Annuleren van een daguitstap moet minstens de dag voordien gebeuren en dat ten laatste om 9.00 uur. Indien niet of te laat verwittigd werd, wordt de daguitstap aangerekend. Indien er achteraf voor die dag een doktersbriefje wordt doorgestuurd, wordt de daguitstap niet aangerekend.

          Annuleren van een dag speelpleinwerking kan diezelfde dag nog gebeuren en dat ten laatste om 9.00 uur. Indien niet of te laat verwittigd, wordt voor elk kind van het gezin dat niet aanwezig was 6,00 euro aangerekend. Er wordt hierbij geen rekening gehouden met gezinskorting. Indien er een doktersbriefje wordt doorgestuurd, wordt de dag niet aangerekend.

          Het annuleren van een bestelde warme maaltijd kan diezelfde dag nog gebeuren en dat ten laatste om 9.00 uur. Indien niet of te laat geannuleerd, wordt de warme maaltijd aangerekend.

 

Artikel 11: Limiet op het aantal kinderen per dag

          Krokus-, paas- en herfstvakantie: maximum 50 kleuters en 80 lagere schoolkinderen per dag.

          Juli- en augustuswerking: maximum 70 kleuters en 90 lagere schoolkinderen per dag.

          Geen limiet op het aantal tieners per dag.

 

Artikel 12: Limiet op aantal kleuters en minimumleeftijd per daguitstap geschikt voor kleuters

          Een maximum van 15 kleuters per zwembeurt. Geen maximum aantal kleuters voor de andere daguitstappen.

          Vanaf het derde kleuter mag je mee op elke daguitstap.

          Het tweede kleuter mag enkel mee op de daguitstap naar een pretpark tijdens de juliwerking.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

Het is mogelijk dat de beslissing beperkte financiële gevolgen heeft.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de voorstellen voor het aanpassen van het retributiereglement gemeentelijke speelpleinwerking en verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad dit punt te agenderen op de gemeenteraad van 28 maart 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Charter De Lawaaier - agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om zich opnieuw achter het charter De Lawaaier te scharen en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het charter ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van 28 maart 2019.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 6 september 2017 de definitieve versie van het charter De Lawaaier goed na het advies van de jeugdraad in te winnen. De toenmalige voorzitter van de jeugdraad gaf een positief advies op 17 september 2017.

 

Daarna werd het charter geagendeerd en goedgekeurd met eenparigheid van stemmen in zitting van de gemeenteraad op 26 oktober 2017. Tijdens deze gemeenteraad werd er ook een mondeling woordje uitleg gegeven door twee jongeren die meegewerkt hebben aan het maken en schrijven van het charter. Achteraf hebben alle partijvoorzitters van de toenmalige gemeenteraad het charter ondertekend tijdens een persmoment samen met het voltallige college en de toenmalige hoofdverantwoordelijken van de jeugdverenigingen.

 

In punt 14 van het charter staat dat het charter jaarlijks geëvalueerd zal worden op de bijeenkomst van de hoofdverantwoordelijken van de jeugdverenigingen. Op de bijeenkomst van 27 oktober 2018  werd het charter positief geëvalueerd. Vooral de infosessies gegeven door de jeugddienst aan alle leidingsploegen werden heel positief en leerrijk bevonden. Er kwamen in 2018 ook geen officiële klachten binnen bij de gemeente over geluidsoverlast van jeugdfuiven.

 

Dit impliceerd dat het charter opnieuw ondertekend moeten worden door de nieuwe hoofdverantwoordelijken. Maar er werd afgesproken dat er beter gewacht werd tot het nieuwe college van burgemeester en schepenen en de nieuwe gemeenteraad waren geïnstalleerd zodat deze ook het charter opnieuw kunnen ondertekenen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt opnieuw kennis van het charter De Lawaaier en besluit dit opnieuw te onderschrijven.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om het charter De Lawaaier ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van 28 maart 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Bistierland - opname in het openbaar domein van niet-afgewerkte voetpaden - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een standpunt in te nemen over de opname in het openbaar domein van de niet-afgewerkte voetpadstroken in de verkaveling Bistierland.

 

Motivering

 

De wegenis (incl. een deel van een groenzone) van de verkaveling Bistierland werd voor het gedeelte op grondgebied Deerlijk definitief opgeleverd op 9 januari 2015. Toen moesten de voetpaden nog aangelegd worden. In de verkavelingsovereenkomst is er geen opsplitsing voorzien in een fase wegenis en een fase omgevingsaanleg wat in de recentere verkavelingsovereenkomsten wel het geval is.

 

Momenteel wordt de overdracht naar het openbaar domein voorbereid. De verkavelaar stelde op 19 februari 2019 per mail de vraag of het mogelijk is dat bij de overdracht het volledige openbaar domein op grondgebied Deerlijk wordt overgedragen. Dit houdt in dat ook 503 m² voetpadstroken overgenomen worden die momenteel nog niet zijn aangelegd. De verkavelaar heeft er momenteel geen zicht op op welke termijn deze voetpaden volledig zullen afgewerkt zijn.

 

Volgens de verkavelingsovereenkomst wordt de resterende 5 % van de waarborg of in dit geval 84.317,73 euro vrijgegeven na definitieve kosteloze opname van de gronden en de uitrusting in het openbaar domein. De verkavelaar stelt nu voor om de borg voor het saldo van de voetpaden die nog moeten aangelegd worden te laten open staan.

 

De dienst infrastructuur en openbare werken raamt de prijs voor de aanleg van voetpaden op 45 euro excl. btw / m². Concreet betekent dit dat een borg van 27.388 euro of afgerond 30.000 euro open zou moeten blijven staan.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          verkavelingsovereenkomst, ondertekend op 24 maart 2010

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit principieel akkoord te kunnen gaan met de opname in het openbaar domein van de niet-afgewerkte voetpadstroken in de verkaveling Bistierland, mits het open laten staan van een borg van 40.000 euro.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Leiedal - pilootprojecten strategische visie Beleidsplan Ruimte Vlaanderen - intergemeentelijk ruimtelijk beleidsplan - engagement - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De intercommunale Leiedal heeft de ambitie om de regiovisie beleidsmatig te verankeren in een ruimtelijk beleidsplan voor de regio en wenst hiervoor in te schrijven op de subsidieoproep "pilootprojecten strategische visie Beleidsplan Ruimte Vlaanderen". Leiedal vraagt de besturen van de regio mee te stappen als partner in dit pilootproject.

 

Motivering

 

Via het strategisch project REKOVER + werd een ruimtelijke visie voor de regio Kortrijk opgemaakt. Deze regiovisie werd door alle gemeenten van de regio bekrachtigd in 2018. Leiedal wenst de komende jaren de ambities en de krachtlijnen van de regiovisie uit te voeren. Dit wenst men te doen in 3 sporen:

1)      uitvoering geven aan een aantal regionale acties in samenwerking met Vlaanderen en de provincie, in het kader van het Strategisch project Contrei;

2)      opmaak van een intergemeentelijk ruimtelijk beleidsplan waarbij de regiovisie vertaald wordt in een strategische visie gekoppeld aan een aantal regionale beleidskaders;

3)      ondersteuning bieden aan de gemeenten bij de uitwerking van lokale strategische projecten.

 

Om spoor 2 verder uit te werken wenst Leiedal in te schrijven op de subsidieoproep "pilootprojecten strategische visie Beleidsplan Ruimte Vlaanderen". Gezien de betrokkenheid van het bestuur bij de totstandkoming van de ruimtelijke regiovisie verzoekt Leiedal de gemeente om als partner deel te nemen aan het verkennend traject voor de opmaak van een intergemeentelijk ruimtelijk beleidsplan. Dit verkennend traject behelst geen resultaatsverbintenis.

Het engagement houdt geen financiële bijdragen in van het bestuur. Ook behoudt het bestuur zijn volledig autonoom beslissingsrecht en de mogelijkheid om zelf een gemeentelijk beleidsplan op te maken. De verwachte medewerking behelst in eerste instantie de deelname aan overlegmomenten.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen van Deerlijk ondersteunt de aanvraag tot het opstarten van een verkennend traject voor een intergemeentelijk ruimtelijk beleidsplan, op initiatief van de intercommunale Leiedal, in het kader van de oproep voor pilootprojecten strategische visie Beleidsplan Ruimte Vlaanderen gelanceerd begin 2019 door de Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw en beslist hierbij om mee als partner in dit pilootproject in te stappen en zich hiervoor te engageren binnen de projectstructuur.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

OMV 2018_173 - Oude Heerweg 83 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Oude Heerweg 83 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 192 G en (afd. 2) sectie D 194 W3 aangevraagd door Debonnez - Vercaemst wonende Kollegelaan 1 te 8530 Harelbeke.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  5 maart 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        naast de voorziene infiltratievoorziening van 1.000 liter moeten nog 2 extra infiltratieputten van telkens 1.200 liter geplaatst te worden alvorens aan te sluiten op de straatriolering

        in tuinzone moet minstens een boom van 2de grootteorde aangeplant te worden binnen het eerstvolgende plantseizoen na ingebruikname van de woning

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, oorspronkelijk goedgekeurd op 27 april 1967 (dossiernummer gemeente: 1048-2/1967.3, dossiernummer RO: VK 035.481).

Op het perceel is een verkavelingswijziging van toepassing, goedgekeurd op  6 juni 2018.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 september 1950 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning met bouwpremie.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 maart 2010 door de Vlaamse Overheid voor het rooien van 3 knotwilgen (op openbaar domein).

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Oude Heerweg, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving wordt gekenmerkt door in hoofdzaak vrijstaande eengezinswoningen en open landbouwgebied. De woningen uit de onmiddellijke omgeving bestaan in hoofdzaak uit één bouwlagen en een dakverdieping. Het perceel maakt deel uit van een groter geheel dat recent herverkaveld werd. Bij afgifte van de verkavelingsvergunning werd eveneens een vergunning afgeleverd voor het slopen van de woning en het rooien van een 13-tal hoogstammige bomen. De bestaande beplanting en bebouwing was nog steeds aanwezig op het perceel op het moment van voorliggende aanvraag.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst op het lot 1 van de verkaveling een woning op te trekken. De woning wordt ingeplant op een afstand van respectievelijk 5 m tot 5,18 m achter de rooilijn. Het betreft een halfopen bebouwing die ingeplant is op de rechterzijperceelsgrens en op een afstand 3 m van de linkerzijperceelsgrens. De woning heeft een bouwbreedte van 8 m op een diepte van 9 m. De woning wordt opgebouwd uit 2 bouwlagen met een hellend dak waarbij de kroonlijsthoogte 5,29 m bedraagt en de nokhoogte 8,56 m. De woning wordt afgewerkt met een zadeldak waarbij de noklijn evenwijdig loopt met de straat en de dakhelling 35° bedraagt. Op het gelijkvloers wordt een inkomhal met toilet, een leefruimte, een keuken en berging ingericht. Op de eerste verdieping wordt een nachthal met toilet, een badkamer en 3 slaapkamers ingericht. De gevels van de woning worden afgewerkt in een recuperatie gevelsteen (rood genuanceerd), de dakbedekking in een platte pan antraciet en het schrijnwerk bestaat uit PVC ivoorkleurig. In de voortuinstrook wordt een oprit voorzien die doorgetrokken wordt tot deels naast de woning. De oprit betstaat uit waterdoorlatende materialen en heeft een oppervlakte van 32,86 m².

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 20 december 2018 tot 18 januari 2019. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan zijnde aan de bestemming woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Aangezien de aanvraag betrekking heeft op de bouw van een eengezinswoning is deze aanvraag conform de voorzieningen van het gewestplan.

 

De aanvraag dient eveneens getoetst te worden aan de voorschriften van de geldende verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Vrije zijstrook is 4 m voor een gebouw met 2 bouwlagen

Vrije zijstrook bedraagt 3 m voor een gebouw met 2 bouwlagen

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van de verkavelingswijziging gezien de woning ingeplant wordt in de bouwzone van lot 1 zoals voorzien op het verkavelingsplan, de afstand tot de rooilijn minstens 5 m bedraagt, de afstand tot de achterkavelgrens meer dan 8 m bedraagt, de kavel bestemd is als eengezinswoning, er geen nevenfuncties voorzien zijn, het lot bestemd is voor een halfopen woning, de kroonlijsthoogte minder dan 6 m bedraagt (5,29 m) en de nokhoogte lager is dan 12 m (8,56 m), de diepte op de verdieping beperkt blijft tot 12 m (9 m), de helling van het dak maximaal 45° bedraagt, het materiaalgebruik constructief en esthetisch verantwoord is, de voortuinverharding beperkt is in oppervlakte en aangelegd wordt in waterdoorlatende materialen en er geen bijgebouwen voorzien zijn.

Teneinde conform te zijn met de verkavelingsvoorschriften dient in de tuinzone een boom van 2de grootteorde aangeplant te worden binnen het eerstvolgende plantseizoen na ingebruikname van de woning.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op inplanting van de woning zodat een afwijking overwogen kan worden. Een breedte van de vrije zijstrook van 4 m voor een gebouw met twee bouwlagen is ingegeven vanuit de privacy van de aanpalende eigendom. In voorliggende aanvraag is het akkoord van de aanpalende eigenaar toegevoegd zodat deze geen bezwaar heeft tegen deze afwijking. De nokhoogte van de woning is ook beperkt zodat de impact van bezonning beperkt is. Door het toestaan van de afwijking krijgt de verdiepingsruimte een bouwbreedte van 8 m in plaats van de voorziene 7 m wat tot een kwalitatievere indeling leidt. Bijgevolg wordt de afwijking positief beoordeeld.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oude Heerweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

In het kader van de afgeleverde verkavelingsvergunning dienen nog rioleringswerken uitgevoerd te worden. Bij afgifte van de vergunning werd door het college opgelegd dat de verkavelaar de nodige infiltratieproeven moet uitvoeren teneinde de afvoer van het regenwater te kunnen bepalen. Nadien moet het uitgewerkte rioleringsplan volgens de mogelijkheden voor de RWA zoals gestipuleerd in het advies van de GOA (extra infiltratie of een pompput) ter goedkeuring voorgelegd worden alvorens de rioleringswerken aan te vatten. Uit de uitgevoerde infiltratieproeven blijkt dat de bodem voldoende infiltratiegevoelig is, waardoor geopteerd wordt om op verkavelingsniveau per kavel 2 extra infiltratieputten van telkens 1.200 liter te plaatsen alvorens aan te sluiten op de straatriolering.

Deze bijkomende infiltratievoorziening dient bijgevolg als bijkomende voorwaarde in voorliggende vergunning opgelegd dient te worden.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 1000 liter en een referentieoppervlakte van 3 m², de oprit wordt aangelegd in waterdoorlatende verharding of watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een halfopen eengezinswoning in een omgeving die gekenmerkt wordt door eengezinswoningen zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Het bouwvolume en de verschijningsvorm voldoen aan de bepalingen van de verkaveling. Het materiaalgebruik is traditioneel en afgestemd op de landelijke context. Er wordt op eigen terrein een oprit voorzien die voldoende is voor het stallen van twee voertuigen zodat de impact op mobiliteit beperkt zal zijn. De verharding in de voortuin wordt beperkt zodat deze nog voldoende groen kan ingericht worden.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Debonnez - Vercaemst wonende Kollegelaan 1 te 8530 Harelbeke, voor het bouwen van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Oude Heerweg 83 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 192 G en (afd. 2) sectie D 194 W3, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        naast de voorziene infiltratievoorziening van 1.000 liter moeten nog 2 extra infiltratieputten van telkens 1.200 liter geplaatst te worden alvorens aan te sluiten op de straatriolering;

        in tuinzone moet minstens een boom van 2de grootteorde aangeplant te worden binnen het eerstvolgende plantseizoen na ingebruikname van de woning.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

OMV 2018_194 - Pladijsstraat 36 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Pladijsstraat 36 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 88 D aangevraagd door Maarten Migneau en Laura Schwind met als contactadres Pladijsstraat 19 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  4 maart 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De specifieke voorwaarden geformuleerd in het kader van de watertoets dienen stipt nagevolgd te worden, meer bepaald:

  • de ophoging moet beperkt worden tot het strikt noodzakelijke en de tuin mag niet mee opgehoogd worden;
  • het volume van de ophoging en van de zone voor de kelder moet gecompenseerd worden door een afgraving van de tuin boven het grondwaterniveau, gelijk aan het ingenomen overstroomde volume;
  • de hemelwaterput moet beschermd worden tegen instromend overstromingswater.
  • de aanleg van de ondergrondse constructie heeft een grote kans tot het oplopen van schade bij overstromingen. De ondergrondse constructie mag dan ook niet aangelegd worden, tenzij de initiatiefnemer voldoende voorzorgsmaatregelen neemt.
  • als een bronbemaling noodzakelijk is, moet hiervoor een aanvraag tot omgevingsvergunning gebeuren en dient voldaan te worden aan de Vlarem-wetgeving.
  • als de ondergrondse constructie (kelder) gerealiseerd wordt dan dient deze uitgevoerd te worden als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.
  • de bestaande gracht aan de zuidzijde van het perceel moet minstens zijn huidige profiel en capaciteit behouden en kan niet bijkomend gedempt worden in functie van verharding van de voortuinstrook.

        Maximaal 50 % van de voortuinstrook mag verhard worden, het overige deel dient ingericht te worden met levend groen.

        De verharding naast de carport kan niet uitgevoerd worden en het bestaande groen langs de gracht dient maximaal behouden te blijven.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is wel in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Pladijsstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De eigendom betreft een braakliggend perceel, aan de voorzijde verhard met steenslagverharding. Rechts van de eigendom is een toegangsweg naar de achterliggende weide aanwezig. Naast deze toegangsweg zijn eengezinswoningen aanwezig van het gesloten bebouwingstype. Op de linkerzijperceelsgrens is een gracht aanwezig. Aan de overzijde van de weg is eveneens een eerder gesloten bebouwingtypologie aanwezig van woningen met aanvullend een aantal kleinere loodsen en een autohandel/garage. Het voorliggende perceel vormt samen met het links naastliggende het sluitstuk van de lintbebouwing langs de Pladijstraat met aanpalend en achterliggend agrarisch gebied.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager voorziet op het perceel een vrijstaande eengezinswoning op te trekken. De woning wordt ingeplant op zijn smalst op 5,9 m en op zijn diepst op 6,4 m van de rooilijn (gelet op de bocht in de rooilijn). De afstand tot de rechterzijperceelsgrens bedraagt 4,15 m en tot de linkerzijperceelsgrens respectievelijk 6,10 m tot 4,6 m. De woning bestaat uit een hoofdvolume van 2 bouwlagen met een plat dak, met aan de achterzijde een uitbouw van 1 bouwlaag en plat dak en aan de linkerzijde een aangebouwde carport van 1 bouwlaag met plat dak. Het hoofdvolume heeft een breedte van 9,60 m met een diepte van 11,40 m. De diepte op het gelijkvloers, hoofd- en nevenvolume samen bedraagt 15 m. De voorgevelbreedte, hoofdvolume en aangebouwde carport samen, bedraagt 15 m. Het gedeelte afgewerkt met 2 bouwlagen heeft een hoogte van 6,55 m en het gedeelte van 1 bouwlaag heeft een hoogte van 3,25 m, telkens ten opzichte van het nieuwe maaiveld. Op de plaats waar de woning opgetrokken wordt, wordt het terrein opgehoogd met ongeveer 20 à 25 cm waardoor de woning op ongeveer 40 cm boven het straatniveau komt te liggen. De woning wordt volledig onderkelderd. Op het gelijkvloers bevindt zich de inkomhal met toilet, een berging, de keuken met eetplaats, de zitplaats, een bureauruimte en een carport. Op de verdieping worden 4 slaapkamers ingericht, een badkamer en een toilet. De gevels van de woning worden afgewerkt in een witgrijze gevelsteen met toon op toon voegwerk, het schrijnwerk bestaat uit zwarte aluminium, de carport en het inkomgedeelte worden afgewerkt in zwart gelakt staal. Bij de woning wordt een terras aangelegd met een oppervlakte van ongeveer 16 m². De volledige voortuin is voorzien van een waterdoorlatende verharding evenals de zone naast de carport. Langs de rooilijn wordt een beperkte groenaanplant voorzien. In de tuinzone wordt een wadi aangelegd met een oppervlakte van 25,10 m².

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan zijnde aan de bestemming woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Aangezien de aanvraag betrekking heeft op de bouw van een eengezinswoning is deze aanvraag conform de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Pladijsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Aspecten gewijzigd afstromingsregime en gewijzigde infiltratie naar het grondwater

Stedenbouwkundige hemelwaterverordening dakverharding + terreinverharding

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. De dakoppervlakte watert af naar een hemelwaterput van 10.000 liter die overloopt naar een infiltratievoorziening van 2.500 liter met noodoverlaat naar de naastliggende gracht. De verharding is waterdoorlatend of watert af naar de naastliggende onverharde ruimte. Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor 2 toiletten en een wasmachine. De voorziene hemelwaterput en infiltratievoorziening compenseren de te verharden oppervlakte. Hemel- en afvalwater worden gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens.

 

Aspect gewijzigd overstromingsregime

Het project betreft de bouw van een woning in een effectief overstromingsgevoelig gebied.

Het voorliggende project voorziet in de bouw van een woning met ophoging van het terrein ter hoogte van de zone waar de woning voorzien wordt. Het vloerpeil wordt voorzien op 0,42 m boven het straatpeil van de as van de weg teneinde het effect op de woning te beperken. Eveneens voorziet de aanvrager de bouw van een kelder tot op een diepte van 2,95 m onder het maaiveld. Deze ingrepen (ophoging en bouwen kelder) zorgen er voor dat een hoeveelheid ruimte voor water verloren gaat wat een significant negatief effect kan hebben op het watersysteem.

De bouwheer dient de nodige ingrepen te nemen om dat negatieve effect te gaan beperken zoals

  • de ophoging moet beperkt worden tot het strikt noodzakelijke en de tuin mag niet mee opgehoogd worden;
  • het volume van de ophoging en van de zone voor de kelder moet gecompenseerd worden door een afgraving van de tuin boven het grondwaterniveau, gelijk aan het ingenomen overstroomde volume;
  • de hemelwaterput moet beschermd worden tegen instromend overstromingswater.
  • de aanleg van de ondergrondse constructie heeft een grote kans tot het oplopen van schade bij overstromingen. De ondergrondse constructie mag dan ook niet aangelegd worden, tenzij de initiatiefnemer voldoende voorzorgsmaatregelen neemt waaronder onder meer het beveiligen van de afwatering tegen terugslag vanuit het rioolstelsel met terugslagklep en eventueel pomp, het waterdicht afwerken van doorvoeropeningen van leidingen, het voorzien van een drempel aan de inrit en het plaatsen van een dompelpomp in het laagste punt van de kelder.

 

Aspecten grondwatervoorraden en grondwaterstromingspatroon

Voor de aspecten grondwatervoorraden en grondwaterstromingspatroon voorziet het project in de aanleg van een ondergrondse constructie en wordt aangegeven dat bronbemaling noodzakelijk zijn. Hiervoor zal nog een aparte aanvraag omgevingsvergunning ingediend moeten worden.

De aanleg van de ondergrondse constructie mag er geenszins voor zorgen dat er een permanente drainage optreedt met lagere grondwaterstanden tot gevolg. Een dergelijke permanente drainage is immers in strijd met de doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid waarin is opgenomen dat verdroging moet voorkomen worden, beperkt of ongedaan gemaakt. De ondergrondse constructie dient dan ook uitgevoerd te worden als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.

Bijgevolg zijn volgende voorwaarden noodzakelijk:

  • voor bronbemalingen moet een aanvraag tot omgevingsvergunning gebeuren;
  • er dient voldaan te worden aan de Vlarem-wetgeving
  • de ondergrondse constructie dient te worden uitgevoerd als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.

 

Aspect gewijzigd afvoergedrag of structuurkwaliteit van de waterloop

De nabijgelegen gracht wordt niet ingebuisd, gedempt, overwelfd of geherprofileerd. Er worden bijgevolg geen significante schadelijke effecten verwacht m.b.t. de aspecten gewijzigd afvoergedrag of structuurkwaliteit van de waterloop.

Er wordt vastgesteld dat op het inplantingsplan verharding ingetekend is tot in de zone van de gracht, wat volgens de architect niet de bedoeling is en bijgevolg een foutieve intekening betreft. Om hierover voldoende garanties te hebben dient opgelegd te worden dat de bestaande gracht minstens zijn huidige profiel en capaciteit dient te behouden.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvrager voorziet de bouw van een eengezinswoning in een omgeving die gekenmerkt wordt door diverse functies zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De bebouwing in de omgeving is divers van stijl gaande van gebouwen met 2 bouwlagen en zadeldak, aanbouwen van 1 bouwlaag met zadeldak, dakuitbouwen, garage met plat dak. Ook het materiaalgebruik is eerder divers met schakeringen van zowel rode als beige/grijze gevelmaterialen. De vormgeving van de woning is zeer hedendaags en sluit niet onmiddellijk aan bij een typologie uit de omgeving maar gelet op het heterogene straatbeeld zal dit niet als storend ervaren worden. De aanvrager voorziet in de eigen parkeerplaatsen zodat de impact op mobiliteit beperkt zal zijn. Door de aanleg van een wadi in de tuinzone ontstaat een natuurlijke overgang naar het achterliggend agrarisch gebied.

Op het inplantingsplan is verharding voorzien tot op de zone waar de gracht aanwezig is (ter hoogte van de carport). De gracht dient echter maximaal behouden te blijven in het kader van de watertoets. Bijgevolg dient in de voorwaarden opgenomen te worden dat de verharding tussen de gracht en de carport niet gerealiseerd kan worden in functie van het maximale behoud van de gracht. De voortuinstrook wordt nagenoeg volledig verhard, ook de bestaande beplanting langs de gracht in deze zone verdwijnt. In functie van de kwaliteit van het straatbeeld is het wenselijk het groen langs de gracht te behouden en in de voortuinstrook bijkomend levend groen te voorzien. In de voorwaarden dient bijgevolg opgelegd te worden dat de verharding in de voortuinstrook beperkt moet worden tot de zone voor de carport en voor de inkom tot de woning (maximaal 50 % van de voortuinstrook kan verhard worden).

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

o      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

o      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Maarten Migneau en Laura Schwind met als contactadres Pladijsstraat 19 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Pladijsstraat 36 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 88 D, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De specifieke voorwaarden geformuleerd in het kader van de watertoets dienen stipt nagevolgd te worden, meer bepaald:

  • de ophoging moet beperkt worden tot het strikt noodzakelijke en de tuin mag niet mee opgehoogd worden;
  • het volume van de ophoging en van de zone voor de kelder moet gecompenseerd worden door een afgraving van de tuin boven het grondwaterniveau, gelijk aan het ingenomen overstroomde volume;
  • de hemelwaterput moet beschermd worden tegen instromend overstromingswater.
  • de aanleg van de ondergrondse constructie heeft een grote kans tot het oplopen van schade bij overstromingen. De ondergrondse constructie mag dan ook niet aangelegd worden, tenzij de initiatiefnemer voldoende voorzorgsmaatregelen neemt.
  • als een bronbemaling noodzakelijk is, moet hiervoor een aanvraag tot omgevingsvergunning gebeuren en dient voldaan te worden aan de Vlarem-wetgeving.
  • als de ondergrondse constructie (kelder) gerealiseerd wordt dan dient deze uitgevoerd te worden als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.
  • de bestaande gracht aan de zuidzijde van het perceel moet minstens zijn huidige profiel en capaciteit behouden en kan niet bijkomend gedempt worden in functie van verharding van de voortuinstrook.

        Maximaal 50 % van de voortuinstrook mag verhard worden, het overige deel dient ingericht te worden met levend groen.

        De verharding naast de carport kan niet uitgevoerd worden en het bestaande groen langs de gracht dient maximaal behouden te blijven.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

OMV 2018_166 - Kerkstraat 28 - toekenning - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de bestaande werkplaats en de verandering door uitbreiding van een garagewerkplaats en carrosseriebedrijf door het vergroten van de capaciteit, de drijfkracht en de oppervlakte waarop de geldende vergunning betrekking heeft, op een perceel gelegen Kerkstraat 28 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 527 H2 aangevraagd door Filip Verhoye namens CARROSSERIE VERHOYE BVBA gevestigd Kerkstraat 28 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  7 maart 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De vergunning doet op stedenbouwkundig vlak enkel uitspraak over de uitbreiding van de werkplaats aan de achterzijde en de uitbreiding van de verharding en doet geen uitspraak over de bestaande al dan niet vergunde of vergund geachte constructies.

        Het bedrijf moet voorzien in voldoende fietsenstalplaatsen.

        De voorziene groenaanleg moet gerealiseerd zijn uiterlijk in het plantseizoen dat volgt op de eerste ingebruikname van de bedrijfsgebouwen na nieuwbouw.

        De voorwaarden opgenomen in het brandvoorkomingsverslag dienen stipt nageleefd te worden.

        Binnen een periode van 3 maand startend na het van kracht zijn van dit besluit stelt de exploitant het verslag ter beschikking opgemaakt door een erkend laboratorium in de discipline lucht met minstens de volgende elementen:

o        Het verslag van een meting waaruit blijkt dat de emissiegrenswaarde gehaald wordt.

o        Een beschrijving van de voorwaarden die bij de exploitatie nageleefd moet worden zodat de emissiegrenswaarde ten allen tijde gerespecteerd kan worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Zonevreemde bedrijven in buitengebied, definitief vastgesteld op 26 januari 2017 met als bestemming zone voor kleine en middelgrote bedrijven.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 juli 1952 door het college van burgemeester en schepenen voor de verbouwing van een suikerij ast tot werkhuis-metaalbewerking.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 mei 1960 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaand werkhuis achter zijn woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 1 april 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaand bedrijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 oktober 1975 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 september 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage/carrosseriewerkplaats na sloping van het bestaande gebouw.

        Stedenbouwkundige vergunningsaanvraag geweigerd op 5 juli 2000 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een garage en carrosseriewerkplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 november 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor de regularisatie van de aanleg van verharding rond het bestaand bedrijf.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieu vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning (Klasse 2) afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 19 juni 1996 voor de uitbating van een garagewerkplaats en met geldigheid tot 19 juni 2016.

        Aktename van melding klasse 3 op 25 maart 2015 voor de overname van de garagewerkplaats en carrosserie.

        Milieuvergunning (Klasse 2) afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 17 juni 2015 voor de uitbating van een garagewerkplaats en carrosserie en met geldigheid tot 17 juni 2035.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Kerkstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg in Sint-Lodewijk. De Kerkstraat wordt op de locatie van de aanvraag gekenmerkt door een menging aan bebouwing, zijnde eengezinswoningen van een divers type, meergezinswoning, een voormalig hoevecomplex, handelszaken, een openbare parking, etc. Het perceel van de aanvraag is op heden bebouwd met een woning aan de straatzijde en een achterliggend vrijstaand bedrijfsgebouw. Rondom het bedrijfsgebouw is verharding aanwezig ingericht als circulatieruimte en parkeerplaatsen. Langs de perceelsgrenzen is groen aangeplant.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst aan de achterzijde de bestaande werkplaats uit te breiden. De uitbreiding heeft een breedte van 28 m (cfr. de bestaande loods) op een diepte van 13 m. Het nieuwe gedeelte wordt afgewerkt met een plat dak met centraal op het dak een lichtstraat. De hoogte van deze uitbreiding bedraagt 5 m. De uitbreiding is, net zoals de bestaande werkplaats, uitgevoerd met een staalstructuur en bekleed met verticale vlakke sandwich gevelpanelen op een betonplint. De kleur van de gevelpanelen en het buitenschrijnwerk, de poort en de buitendeur is zwart-antraciet. Achterliggend de uitbreiding (met een diepte van 12 m) en zowel aan de rechter- als de linkerzijde van de uitbreiding wordt bijkomende verharding aangelegd in functie van circulatie, parkeren en toegang. Deze bijkomende verharding wordt aangelegd in beton. Aan de rechterzijde (zuidwestelijke zijde) van de bestaande werkplaats wordt deze verharding met een breedte van 4 m doorgetrokken tot aan de bestaande KWS-verharding in functie van de bedrijfsvoering en de bereikbaarheid voor de hulpdiensten. Op heden is deze doorgang reeds met steenslag verhard. Aan de achterzijde van de nieuwe verharding wordt, in analogie van de reeds bestaande groenaanplant langs de zijperceelsgrenzen, een groenzone ingericht, aangelegd als talud, voorzien van een aantal zomereiken in combinatie met solitaire beuken en bodembedekkers. In de achterliggende agrarische zone wordt een infiltratiekom aangelegd die ingezaaid is en ten opzichte van de achterkavelgrens is reeds een groene buffer (streekeigen struiken en bomen) aanwezig.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Het bedrijf herstelt het koetswerk van personenwagens en lichte bestelwagens. Hiertoe beschikt het bedrijf over een garagewerkplaats met hefbruggen. Voor het uitvoeren van de carrosseriewerkzaamheden is een verfspuitcabine aanwezig. Het bedrijf beschikt over een wasplaats voor het wassen van voertuigen.

 

Voorwerp van de aanvraag:

Het bedrijf wenst een uitbreiding aan te vragen.

Het betreft de bouw van een extra gebouw waarin volgende activiteiten zullen uitgevoerd worden:

        waszone: dit is ter vervanging van de oude wasplaats. Ter hoogte van de oude waszone zullen de geaccidenteerde voertuigen gestald worden.

        2 extra hefbruggen

        smartbox 9 kW (= kleine spuitcabine voor dagreparaties)

        stookinstallatie horende bij de Smartbox van 150 kW

        laboratorium

        spuitcabine van 15 kW

        stookinstallatie horende bij de spuitcabine van 450 kW

 

De rubriek 3.4.2. lozen van bedrijfsafvalwater wijzigt in hoofdzaak ten gevolge van een andere berekeningsmethode opgelegd door de overheid voor het berekenen van bedrijfsafvalwater.

 

Overeenkomstig Art. 4.2.5.1.1. §1 van VLAREM II is de volgende voorwaarde van toepassing voor de inrichting:

Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit dient deze controle-inrichting vanaf de hierna vermelde debieten bovendien te beantwoorden aan de volgende eisen:

- voor debieten > 2 m³/uur of > 20 m³/dag: de plaatsing van een meetgoot (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1. bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid;

 

Er wordt gevraagd om te mogen afwijken van het plaatsen van een meetgoot. De redenen die hiervoor gegeven worden, zijn de volgende:

 

De VMM hanteert een nieuwe aanpak voor de advisering van lozingsdebieten van verontreinigd regenwater.  

Met deze nieuwe berekening wordt een uurdebiet van > 2 m³ berekend. 

Volgens de wetgeving dient voor dergelijke debieten een meetgoot te worden geplaatst. 

VMM stelt zelf voor (bron: ‘nieuwe aanpak verontreinigd regenwater – Vlaamse Milieumaatschappij) een afwijking voor een meetgoot toe te staan tot 80 m³/u – 204 m³/d.

 

Op basis van bovenstaande wordt gevraagd om voor de lozing van het bedrijfsafvalwater geen meetgoot te moeten voorzien. 

 

Aan het bestaande (vergunde) deel worden geen wijzigingen voorzien.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.4.2°

uitbreiding met 3,68 m³/u (Verandering)

4,38 m³/uur

2

4.3.b)1°i)

Uitbreiding met 2 nieuwe spuitcabines van respectievelijk 9 kW en 15 kW (Verandering)

43 kW

3

6.4.1°

Opslag brandbare vloeistoffen:

(17) opslag van 200 liter afvalolie

(18) opslag van 200 liter smeerolie

(Ongewijzigd)

400 L

3

15.3.1°

uitbreiding met nieuwe werkplaats (+ 2 hefbruggen) (Verandering)

11 schouwputten/ hefbruggen

2

15.4.1°

Nieuwe wasplaats (binnen) – de oude wasplaats zal niet meer gebruikt worden.

Het aantal te wassen voertuigen per dag wijzigt niet.

(Verandering)

2 voertuigen/dag

3

15.6.1°

Stallen van geaccidenteerde voertuigen

(22) parkeren van max. 8 geaccidenteerde voertuigen

(Ongewijzigd)

8 geaccidenteerde voertuigen

3

16.3.1.1°

Compressoren en koelinstallaties:

(12) compressor van 7,5 kW

(13) airconditioningsinstallatie van 11 kW

(Ongewijzigd)

18,5 kW

3

17.3.2.1.1.1°b)

(15) bovengrondse dubbelwandige mazouttank van 3.000 liter (ca 2.550 kg) (Ongewijzigd)

2,55 ton

3

17.3.2.2.1°

Opslag van ontvlambare vloeistoffen:

(14) opslag van 200 liter (ca. 200 kg) thinner

(Ongewijzigd)

200 kg

3

17.3.6.1°a)

Opslag van schadelijke stoffen:

(14) opslag van 200 liter (ca. 200 kg) thinner

(Ongewijzigd)

200 kg

3

17.3.7.1°a)

Opslag van vloeistoffen die op lange termijn gevaarlijk zijn voor de gezondheid:

(14) opslag van 200 liter (ca. 200 kg) thinner

(Ongewijzigd)

0,2 ton

3

17.4.

Opslag van gevaarlijke stoffen in kleine recipiënten:

(14) opslag in kleine verpakkingen:

- 200 liter verven

- 25 liter verharder

- 30 liter ruitensproeiervloeistof

- 10 liter remolie

- 30 liter antivries

(32) opslag van max. 25 liter onderhouds-producten

(Ongewijzigd)

320 L

3

24.4.

Een extra labo (voor de opslag en mengen van verfproducten) ter hoogte van de nieuwe spuitcabines (Verandering)

2 laboratoria

3

43.1.1°a)

2 extra stookinstallaties voor de 2 nieuwe spuitcabines (Verandering)

1032 KW

3

59.3.

rubrieken 59.3.1. en 59.3.2.: overspuiten van voertuigen (Ongewijzigd)

1 exploitatie

3

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 14 december 2018 tot 12 januari 2019. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

De Vlaamse Milieumaatschappij – Afdeling Ecologisch toezicht werd om advies verzocht op 17 december 2018. De adviesinstantie heeft advies uitgebracht op 4 februari 2019. De eindconclusie van het advies is gunstig en werd als volgt omschreven:

‘De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert gunstig voor de omgevingsvergunningaanvraag voor de lozing van 4,38 m³/u – 9,56 m³/d – 310 m³/j bedrijfsafvalwater (rubriek 3.4.2) in de openbare riolering van de Kerkstraat via een bezinkput en KWS-afscheider mits voldaan aan de algemene voorwaarden voor het lozen van bedrijfsafvalwater in riool.

In afwijking van art 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II  dient het bedrijf geen meetgoot te plaatsen. Een controleinrichting bestaande uit een controleput wordt voldoende geacht.’

 

De Brandweerzone Fluvia werd om advies verzocht op 12 december 2018. De adviesinstantie heeft advies uitgebracht op 10 januari 2019. De eindconclusie van het advies is voorwaardelijk gunstig en wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt enkel gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsadvies en in het bijzonder wordt verwezen naar de bemerkingen vermeld onder de rubrieken 6.6.2 – 6.8.4 - 13.

In functie van de maatgevende brandbelasting werd het industriegebouw door de bouwheer ingedeeld in klasse A.’

 

Het departement Omgeving , afdeling Milieu werd om advies verzocht op 12 december 2018. De adviesinstantie heeft geen advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag zodat voorbijgegaan kan worden aan de adviesvereiste.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het RUP Zonevreemde bedrijven.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP aangezien de zone 1 bestemd is als zone voor kleine en middelgrote ondernemingen beperkt tot 1 economische entiteit, de bebouwing compact en geclusterd is, de terreinbezetting voldoet aan de bepaling van maximaal 30 % bebouwd (19 %) en maximaal 75 % bebouwd en verhard samen (56 %), de uitbreiding van de werkplaats zich aan de achterzijde situeert met een diepte van maximaal 20 m en op de breedte van de bestaande werkplaats, de hoogte maximaal 5 m bedraagt en het dak een horizontaal uitzicht heeft, er voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn, er aandacht besteed is aan architecturale kwaliteit van het gebouw, de zone 8 als groenbuffer met een breedte van 5 m ingericht is (behoudens de zone voor circulatie en toegang brandweer), de groenzone ingericht is voor een afschermfunctie bestaand uit streekeigen struiken en bomen en eventueel met taluds en/of ruimte voor natuurlijke waterberging en gezien alle handelingen inzake waterbeheer vergunbaar zijn in alle zones voor zover ze geen afbreuk doen aan de kwaliteit en het normale gebruik.

 

Teneinde volledig conform te zijn met het RUP zijn volgende voorwaarden noodzakelijk:

-          De vergunning doet enkel uitspraak over de uitbreiding van de werkplaats en de uitbreiding van de verharding en doet geen uitspraak over de bestaande al dan niet vergunde of vergund geachte constructies die niet conform het RUP zijn;

-          Het bedrijf moet voorzien in voldoende fietsenstalplaatsen.

-          De groenaanleg moet gerealiseerd zijn uiterlijk in het plantseizoen dat volgt op de eerste ingebruikname van de bedrijfsgebouwen na nieuwbouw.

-           

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kerkstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bij de reeds bestaande werkplaats zijn 2 regenwaterputten van elk 10.000 liter aanwezig. Dit opgevangen hemelwater wordt gebruikt voor de sanitaire voorzieningen, het wassen van de voertuigen en het reinigen van de wasplaats. Voor voorliggende aanvraag worden geen bijkomende regenwaterputten aangelegd aangezien de bestaande voldoende zijn in functie van hergebruik. De aanvraag voorziet de aanleg van een infiltratiebekken met een inhoud van 60.000 liter en een referentieoppervlakte van 300 m².

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Organisatie van het personenverkeer van en naar de exploitatie

Het personenverkeer van en naar de onderneming gebeurt voornamelijk met personenwagens.

 

Gebruikte mobiliteitsmiddelen voor goederentransport

Voor de aan- en afvoer van grond- en hulpstoffen worden voornamelijk bestelwagens gebruikt.

 

Aan- en afvoerfrequenties + tijdstippen

Er zijn gemiddeld een 5-tal bestelwagens voor aanvoer van grond- en hulpstoffen. Tevens een 10-tal personenwagens per dag voor herstelling. 

 

Afvoer: een 10-tal bewegingen per dag (afhaling van afgewerkte voertuigen). 

 

Met de gevraagde uitbreiding worden er geen noemenswaardige wijzigingen verwacht qua transportfrequenties.

 

Relevante potentiële effecten op de bodem

De bronnen met mogelijke emissies naar de bodem zijn:

-          Opslag van gevaarlijke stoffen.

-          Stallen van geaccidenteerde voertuigen.

De maatregelen die worden ingezet om de effecten op de bodem te voorkomen of te beperken:

-          De gevaarlijke vloeistoffen die worden opgeslagen zijn voorzien van voldoende gedimensioneerde lekbakken om bodem- en grondwaterverontreiniging tegen te gaan.

-          De mazouttank is dubbelwandig en beschikt over de nodige keuringsattesten.

-          De geaccidenteerde voertuigen worden opgeslagen op een verharde vloeistofdichte vloer met afwatering naar een bezinkput met olieafscheider (ter hoogte van de voormalige wasplaats).

-          Om calamiteiten zo snel mogelijk aan te pakken is absorptiemateriaal in de inrichting aanwezig.

 

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Bronbeperkende maatregelen

Rondom de werkplaats is een groene bufferzone voorzien alsook een infiltratiekom in de achterliggende groenzone.

 

Behandelingstechnieken

Het water afkomstig van de wasplaats, het reinigen van de werkplaats en de verharding met opslag geaccidenteerde voertuigen wordt gestuurd over een bezinkput en olieafscheider.

 

Het aandeel verharde oppervlakte waarvan het hemelwater dat op dit deel valt, door contact met de verharde oppervlakte dermate vervuild wordt dat het, overeenkomstig de bepalingen van titel II van het VLAREM, als bedrijfsafvalwater beschouwd moet worden (m², are, ha);

Verharding in functie van het stallen van geaccidenteerde voertuigen: ca. 200m² op een verharde vloeistofdichte vloer waarvan de afwatering naar een bezinkput met olieafscheider leidt.

 

De grootte van de hemelwateropvang

Er zijn twee regenwaterputten voorzien van elk 10.000 liter.

 

De aard en de beschrijving van de infiltratievoorziening

Er is een infiltratiekom voorzien van 60 m³ met een oppervlakte van 300 m².

 

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

In de exploitatie zijn 4 geleide emissies aanwezig:

-          Spuitcabine van 19 kW + bijhorende stookinstallatie van 332 kW (schouw van 8 m hoog)

-          Smartbox van 9 kW + bijhorende stookinstallatie van 150 kW (schouw van 8 m hoog)

-          Spuitcabine van 15 kW + bijhorende stookinstallatie van 450 kW (schouw van 8 m hoog).

-          Mazoutstookinstallatie verwarming gebouwen van 100 kW (schouw van 7 m hoog).

 

Volgens art. 5.4.3.2.3, § 3 en § 4 van de sectorale voorwaarden in Vlarem II dient de exploitant

voor elke spuitcabine een verslag ter beschikking te houden van de toezichthoudende overheid, waarin aangetoond wordt dat aan de emissiegrenswaarde 10 mg/Nm3 voor het spuiten, zoals vermeld in § 3, voldaan is. Dit verslag wordt opgesteld door een erkend laboratorium in de discipline lucht als vermeld in artikel 6, 5°, b), van het VLAREL en bevat minstens de volgende elementen:

het verslag van een meting waaruit blijkt dat de emissiegrenswaarde gehaald wordt;

een beschrijving van de voorwaarden die bij de exploitatie nageleefd moeten worden zodat de emissiegrenswaarde te allen tijde gerespecteerd kan worden.

 

Tot op heden werden er geen emissiemetingen uitgevoerd op de bestaande spuitcabines en op de stookinstallaties > 300 kW. De exploitant voorziet om deze metingen te laten uitvoeren.

 

Het verplicht uitvoeren van de emissiemetingen door een erkend laboratorium zal als specifieke voorwaarde opgenomen worden bij het besluit van de omgevingsvergunning. Hierbij zal door de dienst omgeving een tijdslimiet voorgesteld worden 3 maanden startend vanaf het van kracht zijn van de vergunning waarin de noodzakelijke metingen moeten gebeuren.

 

Relevante potentiële effecten van geluid en trillingen

De enige bron van geluid is de garagewerkplaats. Gezien de aard van de activiteiten zijn geen bronnen van trillingen aanwezig. Alle machines staan opgesteld binnen het bedrijfsgebouw. De werkzaamheden gebeuren zoveel mogelijk met gesloten poorten. Op zon- en feestdagen wordt er niet gewerkt. Tot op heden had het bedrijf geen klachten inzake geluid. 

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de uitbreiding van een bestaande garagewerkplaats met behoud van deze functie. Deze functie werd bevestigd in het ruimtelijk uitvoeringsplan zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De uitbreiding behoudt dezelfde breedte als de bestaande werkplaats, ook het materiaalgebruik is hetzelfde zodat een uniform geheel gecreëerd wordt. De hoogte is beperkt tot de toegelaten hoogte en de afstand tot de diverse perceelsgrenzen is voldoende ruim teneinde de impact op de omgeving te beperken. Het bestaande groenscherm wordt behouden en waar nodig aangevuld zodat een voldoende landschappelijke inkleding voorzien is en de hinder op de aanpalende percelen beperkt wordt. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

De voorwaarden opgenomen in het brandvoorkomingsverslag dienen stipt nageleefd te worden.

De Vlaamse Milieumaatschappij – Afdeling Ecologisch toezicht heeft een gunstig advies zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:
    1.      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
    2.      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
    3.      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Filip Verhoye namens CARROSSERIE VERHOYE BVBA gevestigd Kerkstraat 28 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van de bestaande werkplaats en de verandering door uitbreiding van een garagewerkplaats en carrosseriebedrijf door het vergroten van de capaciteit, de drijfkracht en de oppervlakte waarop de geldende vergunning betrekking heeft, op een perceel gelegen Kerkstraat 28 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 527 H2.

 

Artikel 2

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat voortaan:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.4.2°

uitbreiding met 3,68 m³/u (Verandering)

4,38 m³/uur

2

4.3.b)1°i)

Uitbreiding met 2 nieuwe spuitcabines van respectievelijk 9 kW en 15 kW (Verandering)

43 kW

3

6.4.1°

Opslag brandbare vloeistoffen:

(17) opslag van 200 liter afvalolie

(18) opslag van 200 liter smeerolie

(Ongewijzigd)

400 L

3

15.3.1°

uitbreiding met nieuwe werkplaats (+ 2 hefbruggen) (Verandering)

11 schouwputten/ hefbruggen

2

15.4.1°

Nieuwe wasplaats (binnen) – de oude wasplaats zal niet meer gebruikt worden.

Het aantal te wassen voertuigen per dag wijzigt niet.

(Verandering)

2 voertuigen/dag

3

15.6.1°

Stallen van geaccidenteerde voertuigen

(22) parkeren van max. 8 geaccidenteerde voertuigen

(Ongewijzigd)

8 geaccidenteerde voertuigen

3

16.3.1.1°

Compressoren en koelinstallaties:

(12) compressor van 7,5 kW

(13) airconditioningsinstallatie van 11 kW

(Ongewijzigd)

18,5 kW

3

17.3.2.1.1.1°b)

(15) bovengrondse dubbelwandige mazouttank van 3.000 liter (ca 2.550 kg) (Ongewijzigd)

2,55 ton

3

17.3.2.2.1°

Opslag van ontvlambare vloeistoffen:

(14) opslag van 200 liter (ca. 200 kg) thinner

(Ongewijzigd)

200 kg

3

17.3.6.1°a)

Opslag van schadelijke stoffen:

(14) opslag van 200 liter (ca. 200 kg) thinner

(Ongewijzigd)

200 kg

3

17.3.7.1°a)

Opslag van vloeistoffen die op lange termijn gevaarlijk zijn voor de gezondheid:

(14) opslag van 200 liter (ca. 200 kg) thinner

(Ongewijzigd)

0,2 ton

3

17.4.

Opslag van gevaarlijke stoffen in kleine recipiënten:

(14) opslag in kleine verpakkingen:

- 200 liter verven

- 25 liter verharder

- 30 liter ruitensproeiervloeistof

- 10 liter remolie

- 30 liter antivries

(32) opslag van max. 25 liter onderhouds-producten

(Ongewijzigd)

320 L

3

24.4.

Een extra labo (voor de opslag en mengen van verfproducten) ter hoogte van de nieuwe spuitcabines (Verandering)

2 laboratoria

3

43.1.1°a)

2 extra stookinstallaties voor de 2 nieuwe spuitcabines (Verandering)

1032 KW

3

59.3.

rubrieken 59.3.1. en 59.3.2.: overspuiten van voertuigen (Ongewijzigd)

1 exploitatie

3

 

Artikel 3:

 

De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend tot het einde van de duurtijd van de basis milieuvergunning van BVBA Verhoye tot 17 juni 2035.

 

Artikel 4

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist volgende voorwaarden op te leggen:

        De vergunning doet op stedenbouwkundig vlak enkel uitspraak over de uitbreiding van de werkplaats aan de achterzijde en de uitbreiding van de verharding en doet geen uitspraak over de bestaande al dan niet vergunde of vergund geachte constructies.

        Het bedrijf moet voorzien in voldoende fietsenstalplaatsen.

        De voorziene groenaanleg moet gerealiseerd zijn uiterlijk in het plantseizoen dat volgt op de eerste ingebruikname van de bedrijfsgebouwen na nieuwbouw.

        De voorwaarden opgenomen in het brandvoorkomingsverslag dienen stipt nageleefd te worden.

        Binnen een periode van 3 maand startend na het van kracht zijn van dit besluit stelt de exploitant het verslag ter beschikking opgemaakt door een erkend laboratorium in de discipline lucht met minstens de volgende elementen:

o        Het verslag van een meting waaruit blijkt dat de emissiegrenswaarde gehaald wordt.

o        Een beschrijving van de voorwaarden die bij de exploitatie nageleefd moet worden zodat de emissiegrenswaarde ten allen tijde gerespecteerd kan worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Intensief traject rond klimaat in Zuid-West-Vlaanderen - burgemeestersconvenant - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de brief vanuit Leiedal, ontvangen op 15 februari 2019, betreffende het intensief traject rond klimaat in Zuid-West-Vlaanderen.

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd principiële goedkeuring te geven om het Burgemeestersconvenant, opnieuw als regio met de 13 steden en gemeenten binnen de regio van Leiedal, samen te ondertekenen en het traject ernaartoe samen te voeren met Leiedal als trekker.

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te geven aan de voorgestelde afvaardiging uit de gemeente Deerlijk voor verschillende werkgroepen.

 

Motivering

 

Ter voorbereiding van de lokale beleidsplannen dringt de noodzaak op om ook het klimaatthema te concretiseren.

 

Zoals voorgesteld op de Conferentie van Burgemeesters van 8 februari 2019, is het de doelstelling om vóór de zomer van 2019 het vernieuwde Burgemeestersconvenant te ondertekenen en de krijtlijnen van een gezamenlijk actieprogramma goed te keuren. Net zoals in 2013 wordt dat opnieuw met alle lokale besturen uit de regio samen georganiseerd. Het Burgemeestersconvenant is een aanvulling op de lokale acties die als gemeente ondernomen zullen worden.

 

In het "oude" Burgemeestersconvenant streefde de regio naar een vermindering van de CO2-uitstoot met 20 % tegen 2020. Het vernieuwde Burgemeestersconvenant omvat de ambitie om tegen 2030 40 % CO2 te besparen ten opzichte van 2005, en om acties rond klimaatadaptatie op te pakken.

 

Intercommunale Leiedal wil, als erkend regionaal coördinator voor het vernieuwde Burgemeestersconvenant, de lokale besturen maximaal ondersteunen. Daarom organiseert intercommunale Leiedal verschillende activiteiten, die hieronder op een rijtje gezet worden.

 

Om een beter inzicht te krijgen in welke bijdrage Deerlijk kan leveren bij de energieworkshops werd Leiedal gevraagd een voorafgaandelijke toelichting te geven. Hiervoor zal Veerle Cox van Leiedal op woensdag 17 april 2019 om 9 uur 's morgens, in de schepenzaal van de gemeente Deerlijk, een voorstelling geven van dit traject.

 

Vanuit de dienst omgeving wordt een voorstel gedaan van gemeentelijke afvaardiging op de energieworkshops:

          Startmoment zonnebestek (26 februari 2019)

Als 'aankoopcentrale' gunde Leiedal de overheidsopdracht voor het plaatsen van zonnepanelen op gemeentelijke daken recentelijk aan Beauvent cvba en Vlaskracht cvba. Deze opdracht maakt het mogelijk om burgers nog intensiever te betrekken bij het energieverhaal en tegelijk een versnelling hoger te schakelen in het verduurzamen van het gemeentelijke patrimonium.

Vanuit Deerlijk waren schepen Matthias Vanneste en omgevingsambtenaar Pieter Boucquet aanwezig. Gemeente Deerlijk kreeg de opdracht om tegen 13 maart 2019 een lijst van mogelijke projecten op het eigen patrimonium door te sturen.

          Voorbereiding klimaatatelier (20 maart 2019)

In maart 2018 werd een eerste klimaatatelier georganiseerd waarop heel wat mensen hebben meegewerkt aan een klimaatmanifest. Dat manifest vormt het inhoudelijk fundament voor het regionale actieplan van het vernieuwde Burgemeestersconvenant.

Specifiek in het kader van het Burgemeestersconvenant wordt de aanpak van het klimaatatelier en het actieplan afgetoetst in een werkgroep.

Voor Deerlijk zal de omgevingsambtenaar Pieter Boucquet afgevaardigd worden naar deze werkgroep.

          Klimaatatelier 2 (2 april 2019)

Op dit klimaatatelier wordt dieper ingegaan op het thema klimaatadaptatie. Naast inspirerende sprekers wordt gewerkt aan concrete voorstellen voor een aantal openruimtegebieden. Er zal afgesloten worden met enkele concrete insteken voor het beleid.

Omgevingsambtenaar Pieter Boucquet en projectmanager Vick Vanhoutte zullen Deerlijk vertegenwoordigen op het Klimaatatelier 2.

          Uitwerking actieprogramma (23 en 30 april 2019)

Het Burgemeestersconvenant moet resulteren in een regionaal actieplan met acties op schaal van de regio en acties per gemeente.

Op 23 april 2019 wordt een werkgroep rond de thema's mobiliteit en gebouwde omgeving gehouden waarbij omgevingsambtenaar Fien Vandeghinste en clusterhoofd ruimte Tine Degloire zullen aanwezig zijn.

Op 30 april 2019 worden de thema's adaptatie en hernieuwbare energie aangepakt. Hierbij zullen omgevingsambtenaar Pieter Boucquet en clusterhoofd ruimte Tine Degloire aanwezig zijn.

          Aftoetsing actieplan Burgemeestersconvenant (23 mei 2019)

Het Burgemeestersconvenant is voornamelijk een engagementsverklaring. Na ondertekening heeft de gemeente nog een jaar om het actieplan op te maken. Deze acties kunnen complementair zijn aan de regionale visie van Leiedal.

Voor Deerlijk zal de omgevingsambtenaar Pieter Boucquet aanwezig zijn op deze werkgroep.

          Persmoment voor de ondertekening van het Burgemeestersconvenant (6 juni 2019)

De ondertekening van het Burgemeestersconvenant zal waarschijnlijk toch niet doorgaan op 6 juni 2019 omwille van praktische redenen. Een ander tijdstip zal nog aangeduid en gecommuniceerd worden.

De burgemeester Claude Croes zal aanwezig zijn op de ondertekening.

          Energieworkshops per gemeente (Deerlijk en Waregem samen: 11 - 13 juni 2019)

Hoe kan een gemeente/stad energieneutraal worden tegen 2050? Welke ruimtelijke impact zal dit hebben? Waar kunnen warmtenetten, windmolens, zonnepanelen, ... worden voorzien? Deze vragen vormen het onderwerp van de energieworkshops.

Hierbij zullen het clusterhoofd ruimte Tine Degloire, projectmanager Vick Vanhoutte, omgevingsambtenaren Fien Vandeghinste en Pieter Boucquet aanwezig zijn, eventueel aangevuld met geïnteresseerde leden van het managementteam. Bij de startpresentatie op 11 juni 2019 (om 9.00 uur) en de eindpresentatie op 13 juni 2019 (om 11.00 uur) zal ook het college van burgemeester en schepenen aanwezig zijn.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van het schrijven van Leiedal dat ontvangen werd op 15 februari 2019 betreffende het intensief traject rond klimaat in Zuid-West-Vlaanderen.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit principieel akkoord te gaan om het Burgemeestersconvenant opnieuw als regio, met de 13 steden en gemeenten binnen de regio van Leiedal, samen te ondertekenen en het traject ernaartoe samen te voeren met Leiedal als trekker.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met de voorgestelde administratieve afvaardiging op de verschillende werkgroepen met betrekking tot het intensief traject rond klimaat in Zuid-West-Vlaanderen.

Het college van burgemeester en schepenen besluit aanwezig te zijn op de  startpresentatie op 11 juni 2019 om 9u en eindpresentatie op 13 juni 2019 om 11u van de energieworkshops georganiseerd door Leiedal.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan.  De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage.  Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren.  De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage, of via de 'we transfer'-link, ook in bijlage.  Wanneer deze link na 7 dagen niet meer actief is, blijft de lijst raadpleegbaar op de server, onder de drive van de financiële dienst.  De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2019/10 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2019/12 goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 13 MAART 2019

Gemeenteraad van 28 maart 2019 - agendapunten - verzoek agendering - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De agenda van de gemeenteraad bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

Het college en burgemeester en schepenen wordt gevraagd de agenda voor de komende gemeenteraad te overlopen.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de voorziene punten voor de gemeenteraadszitting van 28 maart 2019.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om volgende punten te agenderen op de gemeenteraad van 28 maart 2019:

 

OPENBARE ZITTING

 

          Gemeenteraad 28 februari 2019 - notulen en zittingsverslag - goedkeuring

          Woonwijs - beheerscomité (= stuurgroep) - vertegenwoordiging - legislatuur 2019-2024 - goedkeuring

          Regionaal Sociaal Verhuurkantoor (RSVK) Waregem vzw - vertegenwoordiging - legislatuur 2019-2024 - goedkeuring

          Onderwijsgerelateerde raden/commissies - vertegenwoordiging - legislatuur 2019-2024 - goedkeuring

          Kinderboerderij Bokkeslot vzw - vertegenwoordiging - legislatuur 2019-2024 - goedkeuring

          Logo Leieland vzw - vertegenwoordiging - legislatuur 2019-2024 - goedkeuring

          Jaarrekening 2018 gemeente - vaststelling - goedkeuring

          Rapportering visum- en debiteurenbeheer 2018 - kennisname

          Budgetwijziging 2019-1 - lijst gedelegeerde overheidsopdrachten - lijst nominatieve subsidies - vaststelling - goedkeuring

          Aankoop ICT-materiaal De Kim en De Sam - wijze van gunnen - goedkeuring

          Volkstuinpark Overakker - overeenkomst betreffende tijdelijke ingebruikname voor privatief gebruik en huishoudelijk reglement - goedkeuring

          Charter De Lawaaier - onderschrijving - goedkeuring

          Gemeentelijke speelpleinwerking - retributiereglement - aanpassing - goedkeuring

          Burensportdienst - werkjaar 2018 - jaarverslag en rekening - goedkeuring

          Interlokale vereniging Burensportdienst - kennisname wijziging structuur - niet-verlenging deelname - goedkeuring

          Vragen gesteld door raadsleden

 

 

 

Publicatiedatum: 21/03/2019
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.