Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 17 januari 2024 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 17 januari 2024.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 17 januari 2024 goed te keuren.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.2. Ondersteuning patrimoniumdossiers door Leiedal - verlenging - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de verlenging van de ondersteuning van Leiedal voor patrimoniumdossiers, goed te keuren.
Motivering
In zitting van 16 november 2022 keurde het college van burgemeester en schepenen de verlenging van de ondersteuning van Leiedal voor patrimoniumdossiers goed. De ondersteuning liep van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 en kan verlengd worden mits positieve evaluatie.
Leiedal beschikt over de nodige knowhow omtrent patrimoniumdossiers die ze kan delen waardoor de kwaliteit van de adviezen rond patrimoniumdossiers hoger is.
Daarnaast is er de krappe personeelsbezetting bij de gemeente voor dergelijke dossiers.
De ondersteuning van Leiedal is dus een meerwaarde. De aankoopdienst en de beleidsmedewerker achten het verlengen van de ondersteuning noodzakelijk voor 2024.
Leiedal stelt voor om te werken met een raamovereenkomst, waarbij alle effectief gepresteerde uren worden aangerekend met een vooropgesteld geraamd bedrag van 20.000,00 euro per jaar.
In 2023 werd 14.997,68 euro uitgegeven aan Leiedal voor het ondersteunen van deze dossiers. Er wordt voorgesteld om het geraamd bedrag van 20.000 euro per jaar te behouden.
Leiedal maakte een ontwerp van afsprakennota 'Projectregie “ondersteuning patrimoniumdossiers” in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal'.
Deze afsprakennota neemt een aanvang op 1 januari 2024, loopt tot en met 31 december 2024 en kan verlengd worden mits een beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 20.0000 euro per jaar |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Jaarbudgetrekening | 0190-00/61310000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN |
Visum | 2024-3 |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het ontwerp van afsprakennota 'Projectregie “ondersteuning patrimoniumdossiers” in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal', met het nummer 2024 0111, zoals in bijlage gevoegd, goed te keuren.
Deze afsprakennota neemt een aanvang op 1 januari 2024, loopt tot en met 31 december 2024 en kan verlengd worden mits een beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.3. 3P - contractbeheer - gunning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning voor de aankoop van de module contractbeheer van 3P goed te keuren.
Motivering
Organisaties worden geconfronteerd met een groot aantal contracten, verspreid over verschillende diensten. Dit brengt vaak vragen met zich mee. Hoe hou je het overzicht? Wie is verantwoordelijk voor het contract? Welke contracten komen op vervaldag? Welke contracten zijn verlopen? Kan er nog verlengd worden? Wie zijn de contactpersonen?
Een efficiënt en digitaal beheer van de contracten en alle vragen die hiermee gepaard gaan, is vandaag de dag dan ook onontbeerlijk geworden voor een goede interne organisatie.
Sedert enige tijd biedt 3P de mogelijkheid aan om contracten op te volgen via hun eigen module contractbeheer.
Een groot deel van onze contracten bestaat uit overheidsopdrachten, waarvoor wij de module overheidsopdrachten van 3P reeds gebruiken. Deze module van 3P volgt de overheidsopdrachten op van A tot Z waardoor alle informatie voor een goed contractbeheer voor dit type contracten reeds aanwezig is.
Uiteraard biedt 3P ook aan om niet-overheidsopdrachtgerelateerde contracten toe te voegen zodat we alle types contracten kunnen beheren en raadplegen in de module contractbeheer. Het 3P-Portaal biedt de mogelijkheid om de opvolging en/of raadpleging van contracten te verspreiden over een breed publiek binnen de organisatie en dit op elk moment.
Enkele voordelen van deze module:
● Overzicht van alle contracten en de te nemen acties
● Snelle toegang tot de gegevens van de contractanten
● Koppeling met de module overheidsopdrachten
● Efficiënte contractbewaking: geen onbewuste verlengingen, geen overschrijding gegunde voorwaarden,…
● Automatische waarschuwingen
● Kalenderoverzicht
● Overzichten en rapporten
● Kost- en tijdsbesparing
● Communicatie binnen de organisatie, zowel naar de verschillende diensten als naar de personen
● Volledig webbased
● …
Momenteel worden onze contracten opgevolgd via de module contractbeheer van Topdesk. Deze overeenkomst loopt nog tot en met 31 januari 2024. De kostprijs voor het gebruik van deze module bedraagt 1.080,00 euro excl. btw of 1.306,80 euro incl. btw (prijs voor 1 contractbeheerder).
De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om deze overeenkomst niet te verlengen en over te schakelen naar de module contractbeheer van 3P.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 11.251,20 euro excl. btw of 13.613,96 euro incl. btw (looptijd 4 jaar en 10 contractbeheerders).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen via de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).
Rekening houdend met het voorgaande werd een offerte opgevraagd bij 3P nv, Verviersstraat 1 bus 5.1 te 2000 Antwerpen.
De kostprijs voor het gebruik van de module contractbeheer van 3P bedraagt 2.812,80 euro excl. btw of 3.403,49 euro incl. btw per jaar. De kostprijs wordt berekend op basis van het aantal actieve contracten.
Voor deze uitgave is krediet voorzien in het exploitatiebudget van 2024, op jaarbudgetrekening 0190-00/61410000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (actie GBB) en in het budget van de volgende jaren.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
● Andere:
○ De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
○ Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
○ Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
○ De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
○ De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet).
○ Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
○ Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
○ Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
Adviezen
De ICT-deskundige verleent positief advies.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Bedrag - jaarbasis - 4 jaar |
2.812,80 euro excl. btw of 3.403,49 euro incl. btw 11.251,20 euro excl. btw of 13.613,96 euro incl. btw |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling (GBB) |
Jaarbudgetrekening | 0190-00/61410000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN |
Visum | G-2024-4 dd 18/01/2024 |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de overeenkomst met Topdesk voor het gebruik van de module contractbeheer niet te verlengen. De overeenkomst loopt ten einde op 31 januari 2024.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit de aankoop van de module contractbeheer van 3P nv, Verviersstraat 1 bus 5.1 te 2000 Antwerpen tegen het jaarlijkse offertebedrag van 2.812,80 euro excl. btw of 3.403,49 euro incl. btw goed te keuren.
Artikel 3
De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2024, op jaarbudgetrekening 0190-00/61410000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (actie GBB) en in het budget van de volgende jaren.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.4. René De Clercqmuseum - schilderwerken - gunning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “René De Clercqmuseum - schilderwerken” goed te keuren.
Motivering
Na het restaureren van de voorgevel van het René De Clercqmuseum, dringen er zich nu schilder- en dakwerken op.
De totale uitgave voor de restauratiewerken wordt geraamd op 9.711,00 euro excl. btw of 11.750,31 euro incl. 21 % btw (2.039,31 euro btw medecontractant):
● Schilderwerken met goedgekeurde materialen aan de binnenruimtes en achtergevel:
○ 8.831,00 euro excl. btw of 10.685,51 euro incl. btw
● Dakwerken waarbij de goten en schoorsteen worden hersteld:
○ 880,00 euro excl. btw of 1.064,80 euro incl. btw
Voor de schilder- en dakwerken aan het René De Clercqmuseum diende de gemeente een aanvraag in voor een erfgoedpremie volgens de standaardprocedure voor werken en/of diensten bij het agentschap Onroerend Erfgoed, Koning Albert I-Laan 1.2 bus 92 te 8200 Brugge.
Op 31 mei 2023 ontvingen we vanuit het agentschap Onroerend Erfgoed een schrijven met betrekking tot de toekenning van de erfgoedpremie. Het agentschap Onroerend erfgoed kent een maximum erfgoedpremie toe van 5.826,60 euro voor de uitvoering van de schilder- en dakwerken aan het geboortehuis René De Clercq, zijnde 60 % van het geraamde bedrag.
Huidige beslissing betreft de goedkeuring van de gunning voor de schilderwerken aan de binnenkant en de achtergevel van het René De Clercqmuseum. In samenwerking met Onroerend Erfgoed Vlaanderen werden er specifieke producten en technieken voorgeschreven die gebruikt kunnen worden.
In het kader van de opdracht “René De Clercqmuseum - schilderwerken” werd een prijsvraag uitgestuurd door de facility manager.
Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan deze opdracht:
● Guis'werk VOF, Oostrozebekestraat 226D te 8770 Ingelmunster;
● Boveco bv, Heulselaan 15 te 8540 Deerlijk;
● Bjorn Vervaecke, Blekersstraat 40 te 8500 Kortrijk;
● Deco Callens bv, Paanderstraat 95 te 8540 Deerlijk.
Er werden 3 offertes ontvangen:
● Guis'werk VOF, Oostrozebekestraat 226D te 8770 Ingelmunster (7.400,00 euro excl. btw of 8.954,00 euro incl. 21 % btw);
● Boveco bv, Heulselaan 15 te 8540 Deerlijk (8.432,42 euro excl. btw of 10.203,23 euro incl. 21 % btw);
● Deco Callens bv, Paanderstraat 95 te 8540 Deerlijk (8.831,00 euro excl. btw of 10.685,51 euro incl. 21 % btw).
De binnenschilderwerken moeten uitgevoerd zijn tegen 10 april 2024 en de buitenschilderwerken tegen 1 september 2024.
De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige weerhouden bieder (op basis van de prijs), zijnde Guis'werk VOF, Oostrozebekestraat 226D te 8770 Ingelmunster tegen het nagerekende offertebedrag van 7.400,00 euro excl. btw of 8.954,00 euro incl. 21 % btw (1.554,00 euro btw medecontractant).
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 5° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
● Andere:
○ De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
○ Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
○ Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
○ De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
○ De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet).
○ Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
○ Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
○ Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
Adviezen
De facility manager verleent positief advies.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Bestelbedrag | 7.400,00 euro excl. btw of 8.954,00 euro incl. btw |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstellingen |
Jaarbudgetrekening | 0700-00/22100000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN |
Visum | niet vereist |
De erfgoedpremie voor de schilderwerken bedraagt 4.440,00 euro.
BESLUIT
Artikel 1
Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.
Artikel 2
De opdracht “René De Clercqmuseum - schilderwerken” wordt gegund aan de economisch meest voordelige weerhouden bieder (op basis van de prijs), zijnde Guis'werk VOF, Oostrozebekestraat 226D te 8770 Ingelmunster tegen het nagerekende offertebedrag van 7.400,00 euro excl. btw of 8.954,00 euro incl. 21 % btw (1.554,00 euro btw medecontractant).
Artikel 3
De erfgoedpremie voor de schilderwerken bedraagt 4.440,00 euro.
Artikel 4
De binnenschilderwerken moeten uitgevoerd zijn tegen 10 april 2024 en de buitenschilderwerken tegen 1 september 2024.
Artikel 5
De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2024, op jaarbudgetrekening 0700-00/22100000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.5. MAT - verslag 10 januari 2024 - kennisname
Aanleiding en context
Het MAT hield een vergadering op 10 januari 2024.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag.
Motivering
Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd door de leden van het managementteam.
De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.6. BO busbegeleidster - pensioen en ontvangst - kennisname
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.7. Diverse verslagen - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.
Motivering
Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:
● Imog - verslag van de raad van bestuur van 19 december 2023
● Gaselwest - verslag van de buitengewone algemene vergadering van 19 december 2023
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.8. Verslag politiecollege 5 januari 2024 - kennisname
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.9. Opname nieuwe straatbeelden - voetgangerszones en vrijliggende fietspaden - toelating Cyclomedia - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om toelating te verlenen aan de firma Cyclomedia Technology BV om ook over vrijliggende fietspaden en voetgangerszones te mogen rijden voor de opname van nieuwe 360°-straatbeelden.
Motivering
Het bedrijf Cyclomedia Technology BV staat in voor de opname van nieuwe 360°-straatbeelden van Deerlijk. Dit kadert in de regionale aankoop van nieuwe straatbeelden die vanuit Leiedal georganiseerd wordt. Voor de volledigheid van de beelden is het aangewezen dat het voertuig met de camera’s in voetgangerszones en op vrijliggende fietspaden mag rijden. Het voorstel is om het bedrijf de toelating te geven om uitzonderlijk de verkeersborden te negeren.
● Geldigheid: van 1 februari 2024 tot en met 31 mei 2024.
● Weggedeelten: wegen, fietspaden en voetwegen in de gemeente Deerlijk.
● Werkzaamheden: het maken van 360°-straatbeelden in de gemeente Deerlijk.
In de tijdelijke vergunning die aan Cyclomedia gegeven wordt, worden volgende bepalingen en voorwaarden opgenomen:
"Hierbij verlenen we u, voor de uitvoering van de werkzaamheden, toelating om de bepalingen van het reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg te negeren voor het berijden van voetgangerszones en fietspaden in de gemeente Deerlijk, onder de volgende voorwaarden:
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om aan het bedrijf Cyclomedia Technology BV de toelating te geven om tijdelijk in voetgangerszones en op vrijliggende fietspaden te rijden voor de opname van de nieuwe 360°-straatbeelden.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.10. Premie kadervorming - goedkeuring
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.11. VZW Kinderboerderij Bokkeslot - jaarlijkse exploitatiepremie - 2024 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de jaarlijkse exploitatiepremie aan vzw Kinderboerderij Bokkeslot uit te betalen.
Motivering
Kinderboerderij Bokkeslot vzw vraagt in haar schrijven of de jaarlijkse exploitatiepremie dit jaar opnieuw uitzonderlijk vroeger kan uitbetaald worden, zodat de kinderboerderij niet in cash flow problemen komt tijdens de traditionele inkomsten-arme maanden februari en maart, verwijzend naar de ontwerpbegroting 2023 (zie bijlage).
Normaal wordt de exploitatiepremie uitbetaald samen met de ontvangst en kennisname van de op de raad van bestuur vastgestelde begroting en jaarrekening. De kinderboerderij geeft mee dat haar raad van bestuur voorlopig pas voorlopig staat op 23 maart 2024 en dat deze niet vervroegd kan worden.
Het premiereglement stelt dat het indienen van de vastgestelde begroting en jaarrekening, beschouwd wordt als aanvraag voor de jaarlijkse exploitatiepremie, maar stelt evenwel niet expliciet dat dit de enige en absolute manier en bijbehorende timing is voor het aanvragen van de premie. Het eventueel vroeger uitbetalen van de exploitatiepremie impliceert uiteraard dat de vastgestelde begroting en jaarrekening, na de raad van bestuur, nog steeds dienen bezorgd te worden aan het college van burgemeester en schepenen, in functie van de toepassing van het reglement.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere: Premiereglement exploitatiepremie Kinderboerderij Bokkeslot, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 mei 2020
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 37.000 euro |
Actie | Overig beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB / 0750-00 / 64940007 |
Visum | G-2024-5 |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen beslist de premie van 37.000 euro aan vzw Kinderboerderij Bokkeslot uit te betalen op rekeningnummer BE55 7380 1919 8544, doch wenst te benadrukken dat het de laatste keer is dat de premie uitbetaald wordt voorafgaand aan de raad van bestuur. Vanaf volgend jaar dient de raad van bestuur plaats te vinden vooraleer de premie kan uitbetaald worden.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen drukt haar bezorgdheid uit over de mogelijkheid tot cash flow-problemen als de exploitatiepremie niet eerder zou uitbetaald worden en verzoekt vzw Kinderboerderij Bokkeslot hier blijvend mee aan de slag te gaan.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.12. Feestelijkheden - melding educatieve roofvogelnamiddag - 2 april 2024 - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de roofvogeldemonstratie die Heyo vzw, naar aanleiding van het vakantiekamp Dierenmanieren, organiseert. Deze roofvogeldemonstratie vindt plaats op dinsdag 2 april 2024 van 09.00 uur tot 12.00 uur ( VBS Belgiek).
Motivering
Het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2018 betreffende het welzijn van in gevangenschap gehouden roofvogels bepaalt dat de organisator van een roofvogeldemonstratie de gemeente waar de demonstratie plaatsvindt, ten minste vier weken voor de datum van de demonstratie, op de hoogte moet brengen van de roofvogeldemonstratie.
Heyo vzw maakte op woensdag 24 mei 2023 melding per mail.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur.
● Andere :
○ Art. 18 en 19 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2018 betreffende het welzijn van in gevangenschap gehouden roofvogels
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de roofvogelnamiddag, in het kader van het vakantiekamp Dierenmanieren, georganiseerd door Heyo vzw, die plaatsvindt op dinsdag 2 april 2024 van 9.00 uur tot en met 12.00 uur in de vrije basisschool Belgiek.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.13. Feestelijkheden - Uzien - schoolproject Tiswaart - toelating geluidsactiviteit - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor volgende geluidsactiviteit:
Naam evenement | schoolproject "Tiswaart" |
Organisator | UZIEN |
Datum | vrijdag 23 februari 2024 zaterdag 24 februari 2024 zondag 25 februari 2024 |
Plaats | Uzien, De Cassinastraat 10 |
Motivering
Gevraagde geluidsactiviteit:
85 – 95 dB
Contactpersoon | Naam | Chris Benoit |
| Adres | De Cassinastraat 10 |
| Postcode en gemeente | 8540 Deerlijk |
Activiteit | Benaming activiteit | schoolproject " Tiswaart" |
Locatie | Gebouw | X |
| Tent |
|
| Open lucht |
|
Adres | Naam gebouw | UZIEN |
| Adres | De Cassinastraat 10 |
| Postcode en gemeente | 8540 Deerlijk |
Maximaal geluidsniveau | >85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min |
Duur |
|
Begin | donderdag 22 februari 2024 om 17.00 uur (algemene repetitie) vrijdag 23 februari 2024 om 19.00 uur zaterdag 24 februari 2024 om 19.00 uur zondag 25 februari 2024 om 18.00 uur |
Einde | donderdag 22 februari 2024 om 22.30 uur (algemene repetitie) vrijdag 23 februari 2024 om 23.30.00 uur zaterdag 24 februari 2024 om 23.30 uur zondag 25 februari 2024 om 23.30 uur |
De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.
Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.
De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.
Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Toelating geluidsactiviteit
■ Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
■ Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, verder aangeduid als Vlarem II, waaronder, en zonder zich hiertoe te willen beperken, art. 6.7.3.
■ De algemene gemeentelijke politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, meer specifiek en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 37, 38 en 47
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:
● Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.
Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min |
● Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden. Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht. ● Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats. ● Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon. ● De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten. |
Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:
Duur |
|
Begin | donderdag 22 februari 2024 om 17.00 uur (algemene repetitie) vrijdag 23 februari 2024 om 19.00 uur zaterdag 24 februari 2024 om 19.00 uur zondag 25 februari 2024 om 18.00 uur |
Einde | donderdag 22 februari 2024 om 22.30 uur (algemene repetitie) vrijdag 23 februari 2024 om 23.30.00 uur zaterdag 24 februari 2024 om 23.30 uur zondag 25 februari 2024 om 23.30 uur |
Voorwaarden met betrekking tot de buurt:
● Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.
● De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.
De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.14. Feestelijkheden - Die Ghesellen - gebruik gemeentelijke roosters - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.
Motivering
Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters.
Om hun voorstelling De Jossen in maart 2024 bekend te maken, vraagt Die Ghesellen om de gemeentelijke roosters te mogen gebruiken voor het ophangen van hun publiciteitsborden.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Hfdst. 3, art. 221-224 Algemene Politieverordening
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit aan Die Ghesellen toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.
Artikel 2
Voor de praktische afhandeling dient contact opgenomen te worden met het vrijetijdspunt op het telefoonnummer 056 71 89 81 of via mail aan vrijetijd@deerlijk.be.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.15. Feestelijkheden - 24e Leeuwenrit - Tieltse Autoclub - 2 maart 2024 - parkeerverbod - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om toelating te verlenen voor een parkeerverbod naar aanleiding van een evenement.
Motivering
Naar aanleiding van de doortocht van de 24e Leeuwenrit, een navigatierit voor wagens, die plaatsvindt op zaterdag 2 maart 2024 en start aan het buurthuis de Wieke, vraagt de Tieltse Automobielclub via evenementenaanvraag Eagle ID 2019956 toelating voor:
● het invoeren van parkeerverbod op de parking van de Wieke op zaterdag 2 maart 2024, van 7.00 uur tot 24.00 uur.
PZ Gavers verleende op 17 januari 2024 positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met identiek nummer 2019956.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Algemene politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen
○ Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor:
● het invoeren van een parkeerverbod op de parking van de Wieke op zaterdag 2 maart 2024 van 7.00 uur tot 24.00 uur.
Artikel 2
Naar aanleiding van de beslissing van het politiecollege van 27 november 2008 dient de organisatie/vereniging zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.
Het plaatsen van het parkeerverbod wordt als volgt geregeld: het aanbrengen en wegnemen van parkeerverbodsborden gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het parkeerverbod gebeurt door de politie.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.16. Feestelijkheden - E3 Saxo Classic - 22 maart 2024 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de wielerwedstrijd E3 Saxo Classic, die plaatsvindt op vrijdag 22 maart 2024, goed te keuren.
Motivering
Op vrijdag 22 maart 2024 vindt de doortocht van de wielerwedstrijd E3 Saxo Classic plaats op het grondgebied van de gemeente Deerlijk.
Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht. In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.
De burgemeester heeft de aanvraag voor de wedstrijd op 27 november 2023 vergund.
Omwille van de wegenwerken in de omgeving van de Belgiek, werd na ontvangst van de aanvraag overleg gepleegd met de dienst ruimte, PZ Gavers en het Agentschap Wegen en Verkeer en werd vervolgens het parcours gewijzigd en opnieuw ingediend op 4 december 2023, conform de aanbevelingen van de betrokken diensten.
Op 16 januari 2024 verleende de dienst ruimte/openbare werken positief advies.
PZ Gavers verleende positief advies op 17 januari 2024, maakte een tijdelijk politiereglement op het verkeer op en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 1965342.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
● Art. 119, art. 130 bis en artikel 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)
● Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen
● Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen
● Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit op vrijdag 22 maart 2024, tussen 15.00 uur en 17.00 uur, enkel verkeer toe te laten in de rijrichting van de renners, zijnde de richting van de opsomming van volgende straten:
● Vichtesteenweg (tussen de Jagershoek en de Breestraat);
● Breestraat;
● Desselgemse steenweg.
In de andere richting zijn enkel voetgangers en personen die een fiets of bromfiets aan de hand leiden toegelaten, voor zover zij het trottoir gebruiken.
Artikel 2
Het stilstaan en parkeren wordt op vrijdag 22 maart 2024 tussen 14.00 uur en 17.00 uur verboden in de in artikel 1 opgesomde straten of straatgedeelten.
Artikel 3
Er zijn geen bijzondere aanpassingen.
Artikel 4
Er zijn geen omleidingen voorzien. Het verkeer kan na de doortocht zijn weg vervolgen.
Artikel 5
Alle nodige te plaatsen verkeersborden, voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.
Artikel 6
De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.
Overtredingen op onderhavig besluit worden beteugeld met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.
Artikel 7
Afschrift van deze verordening wordt overgemaakt aan de griffie van de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk en aan de griffie van de Politierechtbank te Kortrijk.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.17. Feestelijkheden - Kuurne-Brussel-Kuurne Elite & Juniores - 25 februari 2024 - intrekking en herneming tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om hun besluit van 10 januari 2024 inzake de goedkeuring van het tijdelijk politiereglement op het verkeer naar aanleiding van de wielerwedstrijd Kuurne-Brussel-Kuurne, Elite Men & Juniores, in te trekken en te hernemen.
Motivering
Op zondag 25 februari 2024 vinden de doortocht van de wielerwedstrijd Kuurne-Brussel-Kuurne, Elite Men en de wedstrijd voor de Juniores, plaats op het grondgebied van de gemeente Deerlijk.
Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht. In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.
De burgemeester heeft op 21 november 2023 de wielerwedstrijd Kuurne-Brussel-Kuurne vergund.
De dienst openbare werken deelde op 20 november 2023 mee dat er geen werken gepland zijn langs het parcours op voormelde datum. Als de wielerwedstrijd de omleiding met het verkeer meevolgt, kan het verkeer op de N36, komende van de E17 en rijdend richting Harelbeke, altijd door en zal er geen terugslag zijn naar het complex E17.
PZ Gavers verleende op 13 december 2023 een positief advies, maakte een tijdelijk politiereglement op het verkeer op en stelde de nodige verkeersmaatregelen op conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met unieke nummers 1979941 - 1982721.
Op 17 januari 2024 onderging het tijdelijk politiereglement op het verkeer een wijziging. De doorgang van de wielerwedstrijd op het grondgebied van Deerlijk werd vastgelegd tussen 10.00 uur en 13.00 uur, waardoor het stilstaan- en parkeerverbod niet langer geldt tot 18.00 uur.
Bijgevolg wordt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 10 januari 2024 ingetrokken en hernomen overeenkomstig de wijzigingen aangebracht door PZ Gavers op 17 januari 2024, aan het tijdelijk politiereglement op het verkeer naar aanleiding van de doortocht van de wielerwedstrijd Kuurne-Brussel-Kuurne.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
● Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)
● Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen
● Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen
● Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de beslissing van 10 januari 2024, aangaande de vaststelling van het tijdelijk politiereglement op het verkeer naar aanleiding van de doortocht van de wielerwedstrijd Kuurne-Brussel-Kuurne (Elite & Junioren), in te trekken en te hernemen als volgt:
Het college van burgemeester en schepenen besluit op zondag 25 februari 2024, tussen 11.30 uur en 13.00 uur, enkel verkeer toe te laten in de rijrichting van de renners, in volgende straten en straatgedeeltes:
● N36
● Pontstraat (tussen N36 en Klijtstraat)
● Klijtstraat (tussen Pontstraat en Wafelstraat)
● Wafelstraat (tussen Klijtstraat en Olekenbosstraat)
● Olekenbosstraat (tussen Wafelstraat en Lendedreef)
In de andere richting zijn enkel voetgangers en personen die een fiets of bromfiets aan de hand leiden toegelaten, voor zover zij het trottoir gebruiken.
Artikel 2
Het stilstaan- en parkeerverbod wordt als volgt geregeld:
● Op zondag 25 februari 2024 van 10:00 uur tot 13:00 uur in de in artikel 1 vermelde straten en straatgedeeltes, langs beide zijden van de weg. Langs de N36 geldt het parkeerverbod enkel in de rijrichting van de renners.
Artikel 3
Er zijn geen bijzondere aanpassingen voorzien.
Artikel 4
Er wordt geen omleiding voorzien. Het verkeer kan na de doortocht zijn weg vervolgen.
Artikel 5
Alle nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.
Artikel 6
De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.
Overtredingen op onderhavig besluit worden beteugeld met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.
Artikel 7
Afschrift van deze verordening wordt overgemaakt aan de griffie van de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk en aan de griffie van de Politierechtbank te Kortrijk.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.18. Gemeentelijk RUP historisch gegroeid bedrijf Verrieststraat - ontwerp - behandeling bezwaren - advies GECORO en verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het advies van de GECORO over de ingediende bezwaren en opmerkingen, geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek, voor het gemeentelijk RUP Historisch gegroeid bedrijf Verrieststraat te behandelen en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit dossier te agenderen op de gemeenteraad van 29 februari 2024.
Motivering
De gemeenteraad heeft in zitting van 6 juli 2023 het RUP ‘Historisch gegroeid bedrijf Verrieststraat’ voorlopig vastgesteld. Het openbaar onderzoek betreffende het RUP werd georganiseerd van 1 september 2023 tot en met 30 oktober 2023.
Gedurende het openbaar onderzoek werd 1 bezwaarschrift ingediend.
Het departement omgeving van de Vlaamse Overheid liet op 25 oktober 2023 via het DSI-platform weten geen advies uit te brengen. De deputatie van de provincie West-Vlaanderen bracht geen advies uit.
In toepassing van artikel 2.2.21 § 5 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening moet de GECORO alle adviezen, bezwaren en opmerkingen bundelen en coördineren en binnen 90 dagen na het einde van het openbaar onderzoek een gemotiveerd advies uitbrengen bij de gemeenteraad. Op hetzelfde ogenblik moet de GECORO aan het college van burgemeester en schepenen de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren bezorgen.
De GECORO heeft op haar vergadering van 23 november 2023 volgend advies geformuleerd:
Het bezwaar is tijdig ingediend en aldus ontvankelijk.
Over de bezwarende elementen formuleert de GECORO volgend standpunt:
● Bezwaarindieners stellen dat bij het behoud van een deel van het bestaande fabrieksgebouw, dat op de perceelsgrens opgetrokken is, bestaande raamopeningen een onmiddellijke inkijk geven op de aanpalende en naburige percelen. Bij behoud van het gebouw wordt gevraagd dat de bestaande raamopeningen dichtgemaakt worden of toch minstens aangepast worden tot loutere lichtopeningen zonder uitzicht.
Advies GECORO:
Er wordt voorgesteld het bezwaarschrift ongegrond te verklaren vanuit volgende motivatie:
○ De raamopeningen zijn bestaand waardoor dit burgerrechtelijk verder moet worden bekeken.
○ Op het aanpalend perceel is geen woning aanwezig. De meest nabije woning bevindt zich op een perceel verder, zodat de impact beperkt is.
○ Een kantoorfunctie is op heden mogelijk zonder wijzigingen en dat kan minstens dezelfde impact hebben als een woonfunctie.
○ In het RUP zijn voldoende garanties aanwezig waardoor bij een renovatie rekening moet worden gehouden met de impact op privacy, zie hiervoor voorschrift 0.1 waarin staat dat elke aanvraag tot omgevingsvergunning beoordeeld moet worden aan de hand van volgende criteria … ‘impact op de privacy en bezonning van omwonenden’ …
● Bezwaarindieners stellen zich de vraag bij de (beperkte) publieke meerwaarde van het herstellen van de sentier 68 ten opzichte van de private belasting van de woning Heestertstraat 56. Bij een eventueel herstel van de voetweg wordt gevraagd de ligging te wijzigen zodat de afstand met de bestaande woning nummer 56 voldoende wordt gewaarborgd.
Advies GECORO
Er wordt voorgesteld het bezwaarschrift ongegrond te verklaren vanuit volgende motivatie:
○ De opmerking heeft te maken met het gedeelte van de voetweg buiten het plangebied van het RUP.
○ De sentier 68 betreft een bestaande voetweg opgenomen in de atlas der buurtwegen. Een herstel of verlegging maakt deel uit van een aparte procedure zoals voorzien in het gemeentewegendecreet. Het RUP maakt nu enkel mogelijk dat er in de toekomst een aantakking met de juridisch bestaande voetweg mogelijk blijft en zorgt ervoor dat de verkaveling doorwaadbaar gemaakt wordt.
De GECORO adviseert bijgevolg het bezwaar ontvankelijk doch ongegrond te verklaren zodat geen aanpassingen nodig zijn in functie van de definitieve vaststelling door de gemeenteraad.
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het advies van de GECORO en sluit zich erbij aan. Dit betekent dat het dossier in zijn huidige vorm (mits actualisatie van procesnota) voorgelegd kan worden aan de gemeenteraad voor de definitieve vaststelling.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit dat het ontwerp van RUP Historisch gegroeid bedrijf Verrieststraat, naar aanleiding van het ingediende bezwaar, niet aangepast dient te worden in functie van de definitieve vaststelling.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad de definitieve vaststelling van het RUP Historisch gegroeid bedrijf Verrieststraat, te agenderen op de gemeenteraad van 29 februari 2024.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.19. Renovatiepremie eigenaars-bewoners - goedkeuring
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.20. OMV 2023_164 - Gaversstraat - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het regulariseren van een terreinophoging, op een perceel gelegen Gaversstraat en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 422 B, aangevraagd door de heer Geert Van Steenkiste wonende Wafelstraat 41 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 17 januari 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag ligt binnen de grenzen van het provinciaal RUP Openruimtekamers Gavers en Esser (Deerlijk, Harelbeke) zoals vastgesteld door de deputatie op 23 maart 2017.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het provinciaal RUP Openruimtekamers Gavers en Esser (Deerlijk, Harelbeke) is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
● Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Proces verbaal
Er werd op 9 november 2023 een proces verbaal opgesteld door PZ Gavers voor geurhinder door een ophoging van het perceel met organische resten.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 4861,6 m² en is gelegen in de driehoek Ringlaan (N36), Gaverbeek, Gaversstraat. Het perceel bevindt zich ten oosten van Gaversstraat 19-23. Het perceel sluit aan op het voorliggende openbaar domein via een bestaande verharding ten zuiden van de gebouwen op perceel Gaversstraat 19 -23 (Nusect).
De site bevindt zich op ongeveer 1064 m ten zuidwesten van de kern van Deerlijk. De Gaversstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij landelijke en smalle weg. Het terrein is lager gelegen dan de N36.
De omgeving is een landelijke, agrarische omgeving.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst een ophoging op een landbouwperceel, in gebruik als grasland, te regulariseren. Het perceel werd opgehoogd met aarde afkomstig van akkerland van geteelde aardappelen, aangevuld met organisch materiaal. De reliëfwijziging varieert van 0.1 m tot 0.3 m. Rondom het opgehoogde centraal gedeelte van het perceel werd een strook van 5 m breedte niet opgehoogd en langs de Gaverbeek werd een strook van 7 m breedte niet opgehoogd.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.
Landbouw en Visserij
Het Departement Landbouw en Visserij werd om advies verzocht op 30 november 2023. De adviesinstantie bracht op 4 december 2023 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
“Omdat in agrarische gebieden enkel reliëfwijzigingen die kaderen in een professionele landbouwuitbating kunnen overwogen worden, wordt meegegeven dat de aanvrager een professionele landbouwer betreft die het perceel in gebruik heeft als blijvend grasland.”
Vlaamse Milieumaatschappij
VMM werd om advies verzocht op 30 november 2023. De adviesinstantie bracht op 7 december 2023 een ongunstig advies uit. Het advies werd deels geïntegreerd in de watertoets. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Overstromingsgevoelige percelen mogen niet opgehoogd worden. Het perceel moet terug afgegraven worden.
Bijkomende aandachtspunten:
• De 5m-erfdienstbaarheidszone langsheen de Gaverbeek, uit te zetten op het terrein voor de aanvang van de werken en te meten vanaf de bovenrand van het talud van de Gaverbeek, moet gerespecteerd worden en mag niet bebouwd of verhard worden.
• Er geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op minder dan 6 meter van het talud van het oppervlaktewater voor alle openbare diensten en voor alle commerciële activiteiten met uitzondering van de land- en tuinbouwactiviteiten.
Het betrokken perceel is overstromingsgevoelig volgens de watertoetskaart. De hoogste peilen worden verwacht als gevolg van afstromend en stagnerend hemelwater. Op basis van recente modelleringen van afstromend hemelwater (pluviale overstromingskaarten) blijkt dat waterhoogtes bij een middelgrote overstromingskans ter hoogte van het perceel in kwestie, van ongeveer 80 cm, kunnen optreden. Met het zicht op klimaatverandering kunnen hogere waterhoogtes echter niet uitgesloten worden.
Ophogingen zijn niet toegelaten in overstromingsgevoelig gebied. Een ophoging kan enkel overwogen worden ter hoogte van toekomstige schadegevoelige constructies (woningen, gebouwen) om deze te beschermen tegen waterschade. Door deze ophoging wordt overstromingsruimte ingenomen zonder enig nut om schade te vermijden aan kritieke infrastructuur. De ophoging in deze aanvraag wordt daarom beschouwd als een niet noodzakelijke ophoging. Er wordt namelijk overstroombare ruimte ingenomen waardoor op die plaats geen overstromingswater geborgen kan worden. Dit kan er toe leiden dat in de omgeving het gevaar voor wateroverlast toeneemt. We kunnen daarom niet akkoord gaan met deze aanvraag. Het perceel moet terug afgegraven worden.
Het perceel is gelegen naast de Gaverbeek. Daarom geven we ook nog volgende zaken mee. Aangezien de Gaverbeek een geklasseerde onbevaarbare waterloop is, dient langs deze waterloop te allen tijde een strook van 5 m breed toegankelijk te zijn voor het onderhoud (ruimingswerken, herstel van oevers), overeenkomstig het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en de wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen. Deze strook moet voor de aanvang van de werken op het terrein uitgezet worden en is te meten vanaf de bovenrand van het talud van de beek. Er mogen geen nieuwe bovengrondse constructies worden opgericht binnen vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van de Gaverbeek, noch mogen constructies worden herbouwd.
Eventuele bomen, struikgewas of afsluitingen binnen deze 5 m-zone langs de waterloop moeten geplant/geplaatst worden op een afstand tussen 0,75 m en 1 m, landinwaarts gemeten vanaf het einde van het talud van de waterloop. Bomen langs de waterloop moeten bovendien op een tussenafstand van minstens 12 m worden geplant. Het struikgewas dient steeds regelmatig tot op een hoogte van 1,5 m te worden teruggesnoeid én - indien nodig voor de toegankelijkheid van de waterloop - periodiek teruggezet worden op vraag van de waterbeheerder. Er kan ook voor andere plantwijzen geopteerd worden nadat de waterbeheerder daarvoor een schriftelijke toestemming gaf. Bij spontane verbossing dienen, als dit nodig is voor de toegankelijkheid van de waterloop, eveneens periodiek de bomen en struiken teruggezet te worden op vraag van de waterbeheerder.
Het deel van de afsluiting aan de kant van de grond die aan de waterloop paalt, mag niet hoger dan 1,5 meter boven de begane grond zijn. Dwarsafsluitingen mogen de toegang tot de werkstrook niet belemmeren en moeten daarom makkelijk wegneembaar en terugplaatsbaar zijn. Om het talud te beschermen, kan de waterbeheerder aangelanden verplichten om gronden die aan een waterloop of publieke gracht palen en die begraasd worden, af te rasteren. Aangezien de oevers per definitie niet draagkrachtig zijn en mogelijk onstabiel, dient elke afsluiting voldoende diep en stevig gefundeerd te zijn. Ook op een grotere afstand dienen nieuwe bovengrondse constructies eveneens voldoende gefundeerd te worden. Verhardingen binnen de 5 m-strook zijn niet meer toegelaten. Eventuele uitzonderlijke verhardingen, maar ook onverharde groenzones binnen de 5 m-strook moeten bestand zijn tegen doorgang van zware machines. VMM kan nooit aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade die het gevolg is van de onderhoudswerken of grondzettingen op de oevers. Het aanleggen van dijken, ophogen van de oevers of plaatsen van eigen taludversterkingen zijn evenmin toegestaan.
Er wordt gewezen op de bepalingen van artikels 19 en 20 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2021 tot uitvoering van diverse bepalingen uit de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft het toezicht op de naleving van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen. De 5 m-erfdienstbaarheidszone dient tijdens en na de werken toegankelijk te blijven. Eventuele beschadigingen van de taluds van de waterloop ten gevolge van de werken dienen onmiddellijk worden gemeld aan de VMM, en in overleg op een natuurtechnische wijze hersteld te worden door en op kosten van de aanvrager.
Daarnaast geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op minder dan 6 meter van het talud van het oppervlaktewater voor alle openbare diensten en voor alle commerciële activiteiten met uitzondering van niet verharde terreinen voor de land- en tuinbouwactiviteiten. Dit is vastgelegd in het besluit houdende nadere regels inzake duurzaam gebruik van pesticiden van 15 maart 2013 in artikel 3 (oplijsting van de terreintypes) en artikel 4 (bepaling van het verbod).
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:
Provinciaal RUP | AANVRAAG |
Het waterbergend vermogen van het plangebied mag door (her)aanleg niet verminderd worden. Dit impliceert dat alle ophogingen gecompenseerd moeten worden. | Er wordt geen compensatie voorzien voor de ophoging. |
Conform artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient elke afwijking uitdrukkelijk gevraagd en gemotiveerd te worden door de aanvrager in zijn aanvraag. Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet eveneens dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
Gezien het ontbreken van enige motivatie met betrekking tot de vastgestelde afwijking, werd de behandelingsprocedure vastgelegd op het toepassen van de vereenvoudigde procedure en werd geen openbaar onderzoek gehouden. Hierdoor ontbreekt elke wettelijke basis voor het afwijken van de voorschriften.
Daarnaast dient aangevuld dat een afwijking van dit voorschrift niet wenselijk is. Elke ophoging in een watergevoelig gebied veroorzaakt ongewenste hinder naar de directe en ruimere omgeving.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat het perceel ontsloten wordt via de Gaversstraat wat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Volgens de bijlagen III, IV en V van het uitvoeringsbesluit watertoets kan de overstromingsgevoeligheid als volgt beschreven worden: geen overstroming gemodelleerd voor kustoverstroming, volledig pluviaal overstromingsgevoelig en grotendeels fluviaal overstromingsgevoelig.
Voor de watertoets werd advies gevraagd aan de VMM. Het advies is ongunstig.
Het betrokken perceel is overstromingsgevoelig volgens de watertoetskaart. De hoogste peilen worden verwacht als gevolg van afstromend en stagnerend hemelwater. Op basis van recente modelleringen van afstromend hemelwater (pluviale overstromingskaarten) blijkt dat waterhoogtes bij een middelgrote overstromingskans ter hoogte van het perceel in kwestie van ongeveer 80 cm kunnen optreden. Met het zicht op klimaatverandering kunnen hogere waterhoogtes echter niet uitgesloten worden.
Ophogingen zijn niet toegelaten in overstromingsgevoelig gebied. Een ophoging kan enkel overwogen worden ter hoogte van toekomstige schadegevoelige constructies (woningen, gebouwen) om deze te beschermen tegen waterschade. Door deze ophoging wordt overstromingsruimte ingenomen zonder enig nut om schade te vermijden aan kritieke infrastructuur.
De ophoging in deze aanvraag wordt beschouwd als een niet noodzakelijke ophoging. Er wordt namelijk overstroombare ruimte ingenomen waardoor op die plaats geen overstromingswater geborgen kan worden. Dit kan er toe leiden dat in de omgeving het gevaar voor wateroverlast toeneemt. We kunnen daarom niet akkoord gaan met deze aanvraag. Het perceel moet terug afgegraven worden.
Deze motivatie wordt in het kader van de watertoets overgenomen tot de mijne.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlagen I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De meeste criteria voor de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening, zijnde functie, ruimtegebruik, inplanting, visueel-vormelijke aspecten, etc. zijn hier niet van toepassing gezien de werken geen betrekking hebben op een gebouw of constructie. Het ophogen van het terrein wordt verder beoordeeld in het onderdeel ‘hinder en bodemreliëf'.
Hinder, bodemreliëf:
Op het perceel werd een reliëfwijziging uitgevoerd waardoor het terrein van een komvormig perceel naar een vlak perceel wijzigt. De ophoging van het terrein wordt gemotiveerd vanuit het feit dat het gras een betere kwaliteit zou hebben. Deze motivatie kan niet bijgetreden worden.
Door de ophoging wordt het waterbergend vermogen op het terrein beperkt. Hierdoor zal het overstromingswater elders terechtkomen, waardoor hinder veroorzaakt wordt op andere percelen. Dat is niet wenselijk.
Er worden enkele tegenstrijdigheden en onvolledigheden in het dossier vastgesteld. Volgens de aanvraag wordt gesproken over een ophoging van 0.1 tot 0.3 m. Echter wordt in het proces-verbaal, opgesteld door de politiezone Gavers op 9 november 2023, gesproken over een ophoging die tot 60 cm hoog zou zijn. Gezien het een regularisatie betreft is het oorspronkelijke reliëf moeilijk te achterhalen. Daarnaast wordt in de aanvraag geen melding gemaakt van de overstromingsgevoelig van het gebied.
Gezien de wateroverlast van de voorbije maanden, zowel op het naburige perceel als in het volledige stroomgebied van de Gaverbeek, is een reliëfwijziging hier niet wenselijk.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg niet verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet geen beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Departement Landbouw en Visserij
Gezien er inhoudelijk geen advies uitgebracht wordt, is geen verdere beoordeling noodzakelijk.
De Vlaamse milieumaatschappij.
Gelet op de expertise van de adviesinstantie wordt het ongunstig advies overgenomen.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het weigeren van de omgevingsvergunning aan de heer Geert Van Steenkiste wonende Wafelstraat 41 te 8540 Deerlijk, voor het regulariseren van een terreinophoging, op een perceel gelegen Gaversstraat en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 422 B.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.21. OMV 2023_99 - Oliebergstraat 22, 34 en 40 / trage weg Kappaert - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanleggen van de trage weg Kappaert-Oliebergstraat, op een perceel gelegen Oliebergstraat 22, 34 en 40 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 20 _, (afd. 2) sectie E 23 _, (afd. 2) sectie E 25 A, (afd. 2) sectie E 72 S, (afd. 2) sectie E 73 B, (afd. 2) sectie E 74 A, (afd. 2) sectie E 83 B, (afd. 2) sectie E 83 A, (afd. 2) sectie E 84 A, (afd. 2) sectie E 85 K, (afd. 2) sectie E 85 L, (afd. 2) sectie E 88 _, (afd. 2) sectie E 89 D, (afd. 2) sectie E 91 G, (afd. 2) sectie E 94 H, (afd. 2) sectie E 914 B, (afd. 2) sectie E 914 A, (afd. 2) sectie E 914 C, (afd. 2) sectie E 915 B en (afd. 2) sectie E 915 A, aangevraagd door de heer Claude Croes en de heer Karel Bauters namens gemeentebestuur Deerlijk gevestigd Harelbekestraat 27 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 18 januari 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig.
Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● De specifieke voorwaarden geformuleerd in het advies van het Departement Landbouw en Visserij dienen strikt nageleefd te worden:
○ bij het graven dient de teelaarde afzonderlijk gestockeerd te worden;
○ bij vergravingen dienen de verschillende aardlagen in de juiste volgorde teruggestort te worden;
○ tijdens de werken dient de toegankelijkheid van de aanpalende landbouwpercelen en –bedrijven verzekerd te worden;
○ bij het inplannen van de werken moet rekening gehouden worden met de voorziene teelten, zodat de teeltopbrengst zo min mogelijk verstoord wordt.
● De volgende specifieke voorwaarden geformuleerd in het advies van de Watergroep, dienst Riopact, dienen strikt nageleefd te worden:
○ Alle verhardingen wateren af op het eigen terrein binnen de projectzone. Het hemelwater dient voldoende tijd te hebben om te infiltreren. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater. Infiltratieproeven zijn aangewezen.
○ Reiniging van betonmixers is niet toegelaten op de openbare weg omwille van mogelijke verstopping van straatkolken en rioleringsleidingen. Eventuele reinigingskosten of noodzakelijke opbraak van riolering zullen verhaald worden op de lozer.
● De volgende specifieke voorwaarden geformuleerd in het advies van de Deputatie, Dienst Waterlopen dienen nageleefd te worden:
○ De inname van ruimte voor water dient gecompenseerd te worden cf. de in het advies vermelde bepalingen (van toepassing indien ter hoogte van de verharding een ophoging wordt voorzien).
○ De aanvraag dient rekening te houden met de wetgeving op de onbevaarbare waterlopen cf. de in het advies vermelde bepalingen van de 5 m onderhoudsstrook van de waterloop.
○ Er dient rekening mee gehouden te worden dat het stuk trage verbinding t.h.v. het GOG Slijpebeek bij hoge waterstanden onder water zal komen te staan, en zodoende onbereikbaar wordt. Signalisatie ‘onbereikbaar wegens wateroverlast’ voorzien wordt aanbevolen.
○ Na periodes van waterberging zal de brug over de Slijpebeek er glad/vervuild/onveilig bij liggen
○ Ook de combinatie fiets- en wandelweg met loslopende honden (veel wandelaars laten de hond even los ter hoogte van het GOG Slijpebeek) houdt risico’s in.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is deels openbaar domein en maakt deel uit van de Oliebergstraat, deels op vandaag privaat domein, doch in te lijven bij het openbaar domein. De deels in te lijven oppervlakte is gelegen tussen de Oliebergstraat en de grens van Deerlijk gevormd door de Slijpbeek op ongeveer 1 km ten westen van de kern van Sint-Lodewijk. De Oliebergstraat is een voldoende uitgeruste, smalle en landelijke gemeenteweg. Slechts 1 hoeve neemt toegang via deze weg. De te wijzigen weg heeft op vandaag een breedte van 3 m en is voorzien in asfalt. Op verschillende plaatsen bevinden er zich ten zuiden van de weg knotwilgen en andere hoogstammige bomen.
Het perceel waarop de uitbreiding van het fiets- en wandelpad komt, is op vandaag in agrarisch gebruik.
De omgeving is een landelijke, agrarische omgeving.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het aanleggen van een fiets- en wandeldoorsteek tussen de Oliebergstraat en de Slijpbeek, grens tussen Zwevegem en Deerlijk waar de aan te leggen doorsteek zal aansluiten op de reeds aanwezige trage verbinding vanaf de Stedestraat in Zwevegem.
De aanvraag kan opgesplitst worden in 3 delen, nl. het wijzigen van de bestaande inrichting van de Oliebergstraat, het verbreden van buurtweg 69 als verbinding tussen de Oliebergstraat en Oude Heerweg en het verbinden van de Oliebergstraat met de Slijpbeek.
● Deel 1: wijzigen van de bestaande inrichting van de Oliebergstraat
Op vandaag bestaat dit deel van de Oliebergstraat uit een asfaltweg van 3 m. De werken voorzien het uitbreken van de volledige verharding en het aanleggen van een tweesporenpad over een lengte van 310 m. Hierbij worden 2 stroken met een breedte van 1 m in cementbetonverharding afgewisseld met een groenstrook met een breedte van 1 m.
● Deel 2: het verbreden van buurtweg 69 als verbinding tussen de Oliebergstraat en Oude Heerweg
Op vandaag is dit een trage weg aangelegd met betondalen en een breedte van 1 m.
● Deel 3: verbinden van de Oliebergstraat met Slijpbeek
Op vandaag is de oppervlakte in gebruik door de landbouw. Hier wordt over een lengte van 210 m een pad aangelegd met een breedte van 2,50 m in uitgewassen beton.
De verbinding van de 3 delen wordt aangelegd in betonverharding. Langsheen het traject worden verlichtingsarmaturen voorzien.
Door deze ingreep wordt er een verbinding gemaakt tussen Sint -Lodewijk en De Kappaert en wordt de bestaande verbinding tussen de Oliebergstraat en de Oude Heerweg toegankelijker gemaakt voor fietsers. De fiets- en wandelverbindingen kunnen op termijn deel uitmaken van het recreatief fietsknopennetwerk.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 15 september 2023 tot 14 oktober 2023. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.
Departement landbouw en visserij werd om advies verzocht op 6 september 2023. De adviesinstantie bracht op 24 oktober 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gelet op het openbare nut van de aanvraag waarbij een ontbrekende fietsverbinding wordt gerealiseerd en rekening houdend met de beperkte ruimte-inname van actief uitgebaat agrarisch gebied, waarbij de bestaande perceelsgrenzen worden gerespecteerd, en waarbij de fietsverbinding grotendeels aangelegd wordt in een 2-sporenpad en aangelegd wordt ter vervanging van een bestaande weg (segment 2) en een bestaande voetweg (segment 3), kan de aanvraag vanuit landbouwkundig oogpunt aanvaard worden. Het Departement Landbouw en Visserij brengt dan ook een gunstig advies uit voor het aanleggen van het fietstraject onder de volgende voorwaarden.
Omdat er werken uitgevoerd worden op akkers of weilanden, vragen wij om rekening te houden met volgende voorwaarden:
● bij het graven dient de teelaarde afzonderlijk gestockeerd te worden;
● bij vergravingen dienen de verschillende aardlagen in de juiste volgorde teruggestort te worden;
● tijdens de werken dient de toegankelijkheid van de aanpalende landbouwpercelen en –bedrijven verzekerd te worden;
● bij het inplannen van de werken moet rekening gehouden worden met de voorziene teelten, zodat de teeltopbrengst zo min mogelijk verstoord wordt.
De Watergroep werd om advies verzocht op 6 september 2023. De adviesinstantie bracht op 21 september 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit.
Als voorwaarde wordt opgenomen dat:
● Een deel van het tracé is gelegen in mogelijks overstromingsgebied volgens de fluviale en pluviale overstromingskaarten. Bij het bouwen in een zone die gelegen is in mogelijks overstromingsgebied, is het van belang dat er voldoende aandacht wordt besteed aan waterveilig bouwen en aan het bewaren en herstellen van de ruimte voor water. Verder dient er ook een advies verkregen te worden via de waterloopbeheerder, de provincie West-Vlaanderen, en dient er rekening gehouden te worden met de voorwaarden volgend uit de watertoets.
● Alle verhardingen wateren af op het eigen terrein binnen de projectzone. Het hemelwater dient voldoende tijd te hebben om te infiltreren. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater. Infiltratieproeven zijn aangewezen.
Er dient voldaan te worden aan volgende algemene voorwaarden:
● Indien er een bemaling wordt opgezet moet het bemalingswater bij voorkeur ter plaatse infiltreren. Wanneer dit niet mogelijk is kan er worden aangesloten op oppervlaktewater of een RWA leiding. Pas als de bovenstaande opties technisch niet haalbaar zijn mag er geloosd worden op een afvalwaterleiding. Hiervoor moet een vergunning aangevraagd worden op de site van Aquafin bij technische partners indien het debiet >10 m³/u.
● Reiniging van betonmixers is niet toegelaten op de openbare weg omwille van mogelijke verstopping van straatkolken en rioleringsleidingen. Eventuele reinigingskosten of noodzakelijke opbraak van riolering zullen verhaald worden op de lozer.
Fluvius werd om advies verzocht op 6 september 2023. Er werd geen advies ontvangen.
Proximus werd om advies verzocht op 6 september 2023. De adviesinstantie gaf aan geen bezwaar te hebben tegen het dossier.
Wyre werd om advies verzocht op 9 september 2023. De adviesinstantie bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
De dienst stelt vast dat er een netuitbreiding nodig is om het project aansluitbaar te maken. De kosten hiervan zijn ten laste van de aanvrager.
Intercommunale Leiedal werd om advies verzocht op 6 september 2023. De adviesinstantie bracht op 29 september 2023 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Het project draagt de goedkeuring van Leiedal mee. De fietsverbinding ‘Watermolenpad’ als tweesporenpad is een merkbare verbetering van het fietsnetwerk. Het nieuwe tracé is op vandaag nog eigendom van Leiedal, aangekocht in kader van Waterlandschap Gaverbeek. Met de gemeente Deerlijk is inmiddels een akkoord gesloten om dit tracé binnen het rooilijnplan te verkopen aan de gemeente, evenals een beperkte oppervlakte om te kunnen aansluiten op de brug over de Slijpbeek.
De Deputatie, Dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 21 november 2023. De adviesinstantie bracht op 18 december 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gegevens en bemerkingen:
Met betrekking tot de watertoets
1) Het project is gelegen in het afwateringsgebied van de volgende waterloop van 2de categorie: WL.8. Slijpbeek.
2) Het perceel of percelen m.b.t. het project zijn aangrenzend gelegen aan de bovenvermelde waterloop.
3) Gelegen in het overstromingsgebied vanuit zee-overstromingen (KUST): ja/nee/deels.
4) Gelegen in het overstromingsgebied vanuit fluviale overstromingen (FLU): ja/nee/deels.
Er worden vanuit onze dienst geen maatregelen opgelegd bij een overstromingskans toekomstig klimaat kleine kans (T1000).
5) Gelegen in het overstromingsgebied vanuit pluviale overstromingen (PLU): ja/nee/deels.
6) Gelegen binnen het signaalgebied: ja/nee/deels.
7) De pluviale overstromingen bij buien met een middelgrote kans (T100) toekomstig klimaat (2050) geven respectievelijk overstromingspeilen van +18,21 mTAW (oftewel waterdieptes van respectievelijk 41 cm).
Voor meer gedetailleerde info (overstromingspeil in functie van locatie) wordt verwezen naar “waterdiepte” (zie www.waterinfo.be/OverstromingsrichtlijnOF www.waterinfo.be/watertoets).
8) Het verlies aan ruimte voor water dient gecompenseerd te worden tot peil +18,21 mTAW (T100 toekomstig klimaat (2050)), en dit op eigen terrein (= in de directe omgeving m.a.w. binnen de contouren van de aanvraag). Door het oprichten van constructies en door ophogingen wordt immers overstroombare ruimte ingenomen waardoor op die plaats geen overstromingswater geborgen kan worden. Het risico bestaat dat de eigendommen rondom het perceel van de aanvraag bijkomend onder druk komen te staan.
De plannen omvatten geen aanduiding van een compenserend volume.
Voor mogelijke ingrepen die in overstromingsgebied toepasbaar zijn, verwijzen we graag naar de brochures:
- Overstromingsveilig bouwen en wonen – nl (integraalwaterbeleid.be).
- Praktische tips om waterschade aan woningen te voorkomen – Vlaamse Milieumaatschappij (vmm.be).
9) De aanvrager dient de nodige aandacht te besteden dat de handelingen met een mogelijke impact op de plaatselijke waterhuishouding, zoals het wijzigen van het reliëf, met de nodige zorg worden uitgevoerd zodat er geen (bijkomende) schadelijke effecten ontstaan voor de directe omgeving/aanpalende percelen. De uitgevoerde handelingen mogen met andere woorden geen verslechtering betekenen voor de plaatselijke waterhuishouding.
10) De vrijgekomen aarde moet op een correcte manier afgevoerd worden naar een vergunde stortplaats, of als deze gespreid wordt over andere (landbouw)percelen kan dit enkel als hiervoor een vergunning verkregen is.
Met betrekking tot de waterloop
Volgens art. 17 van de wet op de ‘Onbevaarbare Waterlopen’, daterend van 28 december 1967, zijn de aangelanden, gebruikers en eigenaars van kunstwerken, verplicht doorgang te verlenen, de nodige materialen, gereedschap en werktuigen voor de uitvoering van werken te laten plaatsen, en ook producten die voortkomen van de ruimingswerken binnen een 5-meterstrook vanaf de oever te aanvaarden.
Ook in art. 6 van het decreet van Het Vlaams Parlement van 19 juli 2013 tot wijziging van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het “integraal waterbeleid” worden de onderhoudsstrook en de rechten en plichten van de aangelanden naast de waterloop uitgebreid beschreven.
1) Vrije strook 5 m
Langs de waterloop dient in alle omstandigheden vanaf de oeverrand (open profiel) of vanaf de rand van de overwelving (gesloten profiel) steeds een vijf meter brede strook volledig vrij te blijven van elke bebouwing en aanplantingen (rekening houdend met de te verwachten volume van de aanplantingen) zodat de toegang tot de waterloop onder meer voor personen en materieel bij uitvoering van werken aan deze waterloop altijd is verzekerd. Ook opslag of tijdelijke opslag mag niet in de 5 m-strook (indien van toepassing).
De aanvraag dient rekening te houden met de bepalingen met betrekking tot de 5 m onderhoudsstrook zoals hierboven vermeld.
2) Afrasteringen
De afrasteringen in de langsrichting van de beek dienen geplaatst op
- ofwel 1 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop maximaal 1,50 m. hoog;
- ofwel 5 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop.
Bij afrasteringen in de dwarsrichting ten opzichte van de waterloop dienen de nodige voorzieningen getroffen om een vrije doorgang binnen de 5 m strook mogelijk te maken door middel van een opening of een poort met een minimum breedte van 4 m.
3) Onderhoudslast
De bestaande erfdienstbaarheid met betrekking tot de onderhoudslast van de waterloop blijft behouden.
De provincie kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade aan de verharding aangelegd binnen de 5 m-strook t.g.v. onderhoudswerken aan de waterloop.
De provincie kan niet instaan voor de kosten voor het verwijderen van maai- en ruimingsspecie die normaal binnen de 5 m-strook mag worden gedeponeerd.
Het perceel is belast met een erfdienstbaarheidsstrook van 5 m ten behoeve van de Slijpbeek.
4) Grondbewerkingen
Het bewerken van de grond gelegen langs een ingeschreven waterloop mag slechts vanop een afstand van 1 m vanaf de taludinsteek van de waterloop.
5) (Her)aanplanting
Bij (her)aanplantingen langs de betrokken waterloop dienen de bomen, omwille van het mechanisch onderhoud van de waterloop, min. 12 meter van elkaar te staan, geplant op 1 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop. De bestaande bomen mogen niet ontworteld worden om schade aan het talud te voorkomen.
6) Ophogingen
Ophogingen binnen de 5 m-onderhoudsstrook worden niet toegelaten. Teneinde onderhoudswerken aan de waterloop uit te voeren dient de onderhoudsstrook vanaf de huidige taludinsteek een vlak verloop (horizontaal) te hebben en dit over de volledige breedte van deze 5 m-onderhoudsstrook. (huidige taludinsteek = plaats van de kop van de talud zoals nu vastgesteld).
7) Toekomstige ontwikkelingen
Onze dienst wenst hierbij tevens op te merken dat ook bij verdere ontwikkelingen op het terrein deze regelgeving ten allen tijde dient nageleefd te worden.
De 5 m-erfdienstbaarheidsstrook van de waterloop wordt gerekend vanaf HUIDIGEtaludinsteek/buitenkant overwelving. Er moet vertrokken worden vanuit de bestaandesituatie.
Advies Dienst Integraal Waterbeleid met betrekking tot de watertoets en de waterlopen:
Het advies van onze dienst is VOORWAARDELIJK GUNSTIG.
Met het volgen van de onderstaande voorwaarden zijn er geen schadelijke effecten te verwachten op het watersysteem:
● De inname van ruimte voor water dient gecompenseerd te worden cf. de hierboven vermelde bepalingen (van toepassing indien ter hoogte van de verharding een ophoging wordt voorzien).
● De aanvraag dient rekening te houden met de wetgeving op de onbevaarbare waterlopen cf. de hierboven vermelde bepalingen van de 5 m onderhoudsstrook van de waterloop.
● Er dient rekening mee gehouden te worden dat het stuk trage verbinding t.h.v. het GOG Slijpebeek bij hoge waterstanden onder water zal komen te staan, en zodoende onbereikbaar wordt. Signalisatie ‘onbereikbaar wegens wateroverlast’ voorzien wordt aanbevolen.
● Na periodes van waterberging zal de brug over de Slijpebeek er glad/vervuild/onveilig bij liggen
● Ook de combinatie fiets- en wandelweg met loslopende honden (veel wandelaars laten de hond even los ter hoogte van het GOG Slijpebeek) houdt risico’s in.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meebepaald aan de voorschriften van het agrarisch gebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 11.4.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :
Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.
Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.7.§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Artikel 4.4.7§2 voorziet dat in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, mag afgeweken worden van de stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van art. 4.1.1,5°, artikel 4.4.7,§2 en artikel 4.7.1§2, tweede lid van de VCRO geeft onder hoofdstuk III aan wat onder het toepassingsgebied van handelingen van algemeen belang die een ruimtelijke beperkte impact hebben of als dergelijke handelingen beschouwd kunnen worden.
Artikel 3 §1 1° geeft aan dat de aanleg, wijziging of uitbreiding van openbare fiets-, ruiter- en wandelpaden en andere paden voor de zwakke weggebruiker gezien wordt als handeling van algemeen belang met een ruimtelijk beperkte impact.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat Oliebergstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha).
Het betrokken goed is volgens de fluviale overstromingskaart gelegen in een zone met kleine overstromingskans.
Het betrokken goed is volgens de pluviale overstromingskaart gelegen in een zone met middelgrote overstromingskans.
Gezien de aanvraag betrekking heeft op het verharden van een fiets- en wandeldoorsteek, er voldoende mogelijkheden zijn om te infiltreren naast de weg en een tijdelijk ongebruik door hevig water mogelijk is, dringen er zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.
Het verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
Voorts wordt verwezen naar het advies van de Deputatie, dienst Waterlopen.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
Hoewel de aanvraag geen betrekking heeft op professionele activiteiten of para-agrarische activiteiten, is het aanleggen, aanpassen en verbreden van een fiets- en wandelverbinding in deze lokale ruimtelijke agrarische situatie aanvaardbaar. Het ontwerp veroorzaakt geen buitensporige hinder aan de externe landbouwstructuren en de aanwezige agrarische dynamiek blijft gewaarborgd.
Inplanting, ruimtegebruik:
De trage verbinding voorziet het realiseren van een ontbrekende fietsverbinding en het verbeteren van de bestaande trage verbinding, wat een positieve impact zal hebben op verkeersveiligheid. Daarnaast zal de aanleg het woon-school en woon-werkverkeer activeren en De Kappaert en Sint-Lodewijk functioneel verbinden voor de zwakke weggebruiker.
Er wordt tevens gezocht naar een goede verhouding verharde / niet-verharde oppervlakte waarbij het gebruikerscomfort gewaarborgd wordt.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet een bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, en respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
In het advies van het Departement landbouw en visserij werden een aantal voorwaarden geformuleerd in functie van het beperken van de impact voor de landbouwactiviteiten. Gelet op hun expertise ter zake is het wenselijk deze voorwaarden over te nemen bij afgifte van de vergunning:
● bij het graven dient de teelaarde afzonderlijk gestockeerd te worden;
● bij vergravingen dienen de verschillende aardlagen in de juiste volgorde teruggestort te worden;
● tijdens de werken dient de toegankelijkheid van de aanpalende landbouwpercelen en –bedrijven verzekerd te worden;
● bij het inplannen van de werken moet rekening gehouden worden met de voorziene teelten, zodat de teeltopbrengst zo min mogelijk verstoord wordt.
In navolging van het advies van de Watergroep, dienst Riopact is het wenselijk volgende voorwaarden op te nemen bij afgifte van de vergunning:
● Alle verhardingen wateren af op het eigen terrein binnen de projectzone. Het hemelwater dient voldoende tijd te hebben om te infiltreren. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater. Infiltratieproeven zijn aangewezen.
● Indien er een bemaling wordt opgezet moet het bemalingswater bij voorkeur ter plaatse infiltreren. Wanneer dit niet mogelijk is kan er worden aangesloten op oppervlaktewater of een RWA leiding. Pas als de bovenstaande opties technisch niet haalbaar zijn mag er geloosd worden op een afvalwaterleiding. Hiervoor moet een vergunning aangevraagd worden op de site van Aquafin bij technische partners indien het debiet > 10 m³/u.
Het is niet de intentie om te bemalen waardoor de voorwaarde zonder voorwerp is en niet overgenomen wordt bij afgifte van de vergunning.
● Reiniging van betonmixers is niet toegelaten op de openbare weg omwille van mogelijke verstopping van straatkolken en rioleringsleidingen. Eventuele reinigingskosten of noodzakelijke opbraak van riolering zullen verhaald worden op de lozer.
Het advies van Fluvius, Proximus en Leiedal zijn gunstig zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is. Wyre liet weten dat een netuitbreiding nodig is om het project aansluitbaar te maken. De kosten hiervan zijn ten laste van de aanvrager. Gezien de aanvraag uitgaat van het gemeentebestuur en de aanvraag enkel betrekking heeft op een fietsverbinding is het opleggen van een bijkomende voorwaarde niet noodzakelijk.
De Deputatie, Dienst Waterlopen bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit. Gelet op hun expertise is het wenselijk de gesuggereerde voorwaarden over te nemen bij afgifte van de vergunning:
● De inname van ruimte voor water dient gecompenseerd te worden cf. de in het advies vermelde bepalingen (van toepassing indien ter hoogte van de verharding een ophoging wordt voorzien).
● De aanvraag dient rekening te houden met de wetgeving op de onbevaarbare waterlopen cf. de in het advies vermelde bepalingen van de 5 m onderhoudsstrook van de waterloop.
● Er dient rekening mee gehouden te worden dat het stuk trage verbinding t.h.v. het GOG Slijpebeek bij hoge waterstanden onder water zal komen te staan, en zodoende onbereikbaar wordt. Signalisatie ‘onbereikbaar wegens wateroverlast’ voorzien wordt aanbevolen.
● Na periodes van waterberging zal de brug over de Slijpebeek er glad/vervuild/onveilig bij liggen
● Ook de combinatie fiets- en wandelweg met loslopende honden (veel wandelaars laten de hond even los ter hoogte van het GOG Slijpebeek) houdt risico’s in.
7.14 Rooilijnplan
Binnen de contour van de omgevingsvergunningsaanvraag is voorzien in de aanleg, verplaatsing en heraanleg van nieuwe gemeentewegen (buurtwegen) met bijbehorend rooilijnplan. Het dossier bestaat uit 3 segmenten waarbij voor segment 1 (nieuwe verbinding vanaf de brug over de Slijpbeek (grens Zwevegem) tot de aansluiting zijstraat Oliebergstraat (Kappaert)) in de gemeenteraad van 16 december 2021 reeds een rooilijnplan werd goedgekeurd.
De overige 2 segmenten kunnen als volgt omschreven worden:
● Segment 2 - opwaardering Watermolenpad (voetweg 66)
De bestaande voetweg verbindt de zijstraat Oliebergstraat met de zijstraat Oude Heerweg. Het bestaande 60 cm brede betonnen pad ligt in een erfdienstbaarheidszone van 1,50 m. In het voorliggende ontwerp werd geopteerd om die verbinding te verplaatsen en op te waarderen door de aanleg van een tweesporenpad in beton met een breedte van 3 m. Aan beide zijden van het pad wordt een onderhoudsstrook van 1 m voorzien waardoor de totale breedte tussen de beide nieuwe rooilijnen 5 m bedraagt.
● Segment 3 - zijstraat Oliebergstraat vanaf nummer 22 tot en met 34 en aansluiting naar het Watermolenpad (buurtweg 69)
De zijstraat van de Oliebergstraat is op heden aangelegd in asfalt. In functie van de nieuw aan te leggen trage weg Kappaert is het opportuun om deze zijstraat te ontharden en her aan te leggen in een tweesporenpad. De geasfalteerde weg ligt deels op en deels naast de bestaande buurtweg 69. Gezien deze grondstrook gedurende de voorbije 30 jaar door het publiek gebruikt werd kan dit conform artikel 13 van het decreet houdende de gemeentewegen als gemeenteweg beschouwd worden. Bijgevolg kan de tracé van de buurtweg 69 aangepast worden zodat deze samenvalt met het tracé van de huidige geasfalteerde weg. De nieuwe noordelijke rooilijn volgt de zijkant van de asfaltweg en de zuidelijke rooilijn ligt in het midden van de gracht.
Het rooilijnplan voor segment 2 en segment 3, zoals geïntegreerd in de aanvraag tot omgevingsvergunning werd opgemaakt door Landmeter Bart Degezelle en voldoet aan de decretale eisen van artikel 16, § 2 en 3 van het decreet houdende de gemeentewegen.
Overeenkomstig § 3, punt 1 van dit artikel is in het dossier eveneens een afdoende motivatie opgenomen waarbij aangetoond wordt dat voor de wijzigingen aan beide buurtwegen geen waardevermeerdering of vermindering van toepassing is.
De aanleg van de gemeentewegen werd afgetoetst aan artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen en kan als volgt gemotiveerd worden:
○ De trage verbindingen zullen een veilig en aangenaam alternatief vormen voor verplaatsingen van voetgangers en fietsers tussen Deerlijk (in het bijzonder de kern van Sint-Lodewijk) en Zwevegem/Harelbeke.
○ De opwaardering van het Watermolenpad biedt een meerwaarde voor de aansluiting naar het recreatief fietsknooppuntennetwerk dat op heden langs de Oude Heerweg loopt.
○ Op heden is het Watermolenpad te smal, staan er langs het pad enkele betonpalen met aan het begin en einde openbare verlichting, is halverwege het pad een hoogspanningsmast aanwezig en is de aansluiting op de Oude Heerweg te smal (tussen haag en betonpaal). Door de verplaatsing van deze gemeenteweg naar de oostzijde van de betonpalen en hoogspanningsmast wordt een veiligheidszone mogelijk, wordt voorzien in een betere aansluiting op de Oude Heerweg en is er voldoende ruimte om deze gemeenteweg als een volwaardige fietsverbinding aan te leggen.
○ Voor wat betreft de buurtweg 69 heeft de verplaatsing tot doel dit af te stemmen op het huidig tracé van de geasfalteerde weg die gedurende de voorbije dertig jaar al door het publiek gebruikt werd.
○ De wijziging aan de rooilijnen heeft geen impact op de ontsluiting van de aanpalende percelen. De bestaande ontsluitingen blijven steeds gegarandeerd.
○ In het kader van de verplaatsing wordt niet geraakt aan de verkeersveiligheid. De wijzigingen komen net de verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers ten goede.
○ Het rooilijnplan voor segment 1, Kappaert, werd reeds goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2021. Dit segment vormt een belangrijke schakel in het intergemeentelijk fiets- en voetgangersnetwerk en maakt de verbinding mogelijk naar een nieuw aangelegde trage weg in de groenzone bij de nieuwe verkaveling in de wijk De Kappaert (Zwevegem).
○ De wijziging aan de rooilijn voor segment 2 en segment 3 kadert in een ruimer gemeentegrensoverschrijdend perspectief gezien hiermee aansluiting voorzien is op het segment 1, Kappaert.
○ De verplaatsing van de rooilijn van het Watermolenpad helpt mee aan het realiseren van een fijnmaziger fiets- en voetgangersnetwerk en draagt op die manier bij in het stimuleren van meer duurzame verplaatsingen en het verminderen van de negatieve impact op het klimaat. Door de wijziging zal meer ruimte ontstaan, wat tot een opwaardering van de verblijfskwaliteit voor de trage weggebruiker zal leiden. De huidige landbouwactiviteiten kunnen op de omliggende percelen verder uitgeoefend worden en komen door de verplaatsing van de buurtweg niet in het gedrang.
○ Voor het gedeelte zijstraat Oliebergstraat heeft de verplaatsing tot doel de gewijzigde rooilijnen te laten samenvallen met het huidige gebruik van de gemeenteweg zodat dit geen impact heeft op de gebruikers van de weg; de ontsluiting van de eigendommen Oliebergstraat 34 en Oliebergstraat 40 blijft behouden evenals de toegankelijkheid voor de aanpalende landbouwgronden. Gelet op het beperkte gebruik voor gemotoriseerd verkeer, het realiseren van een kwalitatieve fietsdoorsteek en in functie van ontharding, wordt geopteerd om een aanleg te voorzien in een tweesporenpad wat een positieve impact zal hebben op de toekomstige generaties.
De gemeenteraad nam in zitting van 30 november 2023 volgend besluit:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit het gemeentelijk rooilijnplan van de buurtweg 66 - Watermolenpad - en buurtweg 69 - zijstraat Oliebergstraat -, zoals aangeduid op de rooilijnplannen (kappaert-rooillijnplan_waarde(002).pdf en Oliebergstraat-rooilijnplan.pdf) opgemaakt door landmeter Bart Degezelle, gelegen in het plangebied van de omgevingsvergunning voor de aanleg van de nieuwe trage verbinding Kappaert, verlegging en opwaardering van het Watermolenpad en de heraanleg van een zijstraat van de Oliebergstraat (OMV_2023089432), goed te keuren.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Claude Croes en de heer Karel Bauters namens het gemeentebestuur Deerlijk, gevestigd Harelbekestraat 27 te 8540 Deerlijk, voor het aanleggen trage weg Kappaert-Oliebergstraat, op een perceel gelegen Oliebergstraat 22, 34 en 40 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 20 _, (afd. 2) sectie E 23 _, (afd. 2) sectie E 25 A, (afd. 2) sectie E 72 S, (afd. 2) sectie E 73 B, (afd. 2) sectie E 74 A, (afd. 2) sectie E 83 B, (afd. 2) sectie E 83 A, (afd. 2) sectie E 84 A, (afd. 2) sectie E 85 K, (afd. 2) sectie E 85 L, (afd. 2) sectie E 88 _, (afd. 2) sectie E 89 D, (afd. 2) sectie E 91 G, (afd. 2) sectie E 94 H, (afd. 2) sectie E 914 B, (afd. 2) sectie E 914 A, (afd. 2) sectie E 914 C, (afd. 2) sectie E 915 B en (afd. 2) sectie E 915 A, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● De specifieke voorwaarden geformuleerd in het advies van het Departement Landbouw en Visserij dienen strikt nageleefd te worden:
○ bij het graven dient de teelaarde afzonderlijk gestockeerd te worden;
○ bij vergravingen dienen de verschillende aardlagen in de juiste volgorde teruggestort te worden;
○ tijdens de werken dient de toegankelijkheid van de aanpalende landbouwpercelen en –bedrijven verzekerd te worden;
○ bij het inplannen van de werken moet rekening gehouden worden met de voorziene teelten, zodat de teeltopbrengst zo min mogelijk verstoord wordt.
● De volgende specifieke voorwaarden geformuleerd in het advies van de Watergroep, dienst Riopact dienen strikt nageleefd te worden:
○ Alle verhardingen wateren af op het eigen terrein binnen de projectzone. Het hemelwater dient voldoende tijd te hebben om te infiltreren. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater. Infiltratieproeven zijn aangewezen.
○ Reiniging van betonmixers is niet toegelaten op de openbare weg omwille van mogelijke verstopping van straatkolken en rioleringsleidingen. Eventuele reinigingskosten of noodzakelijke opbraak van riolering zullen verhaald worden op de lozer.
● De volgende specifieke voorwaarden geformuleerd in het advies van de Deputatie, Dienst Waterlopen dienen nageleefd te worden:
○ De inname van ruimte voor water dient gecompenseerd te worden cf. de in het advies vermelde bepalingen (van toepassing indien ter hoogte van de verharding een ophoging wordt voorzien).
○ De aanvraag dient rekening te houden met de wetgeving op de onbevaarbare waterlopen cf. de in het advies vermelde bepalingen van de 5 m onderhoudsstrook van de waterloop.
○ Er dient rekening mee gehouden te worden dat het stuk trage verbinding t.h.v. het GOG Slijpebeek bij hoge waterstanden onder water zal komen te staan, en zodoende onbereikbaar wordt. Signalisatie ‘onbereikbaar wegens wateroverlast’ voorzien, wordt aanbevolen.
○ Na periodes van waterberging zal de brug over de Slijpebeek er glad/vervuild/onveilig bij liggen.
○ Ook de combinatie fiets- en wandelweg met loslopende honden (veel wandelaars laten de hond even los ter hoogte van het GOG Slijpebeek), houdt risico’s in.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.22. OMV 2023092353 - 2023.118 - Nijverheidslaan 31 - administratieve lus - goedkeuring
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.23. Inname openbaar domein - kennisname
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.24. Premie kleine landschapselementen - toekennen subsidie - goedkeuring
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.25. OMV 2023_184 - Proosdijstraat 11 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een houten tuinhuis, op een perceel gelegen Proosdijstraat 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 T, aangevraagd door Johan Himpe wonende Proosdijstraat 12 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 16 januari 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Oude Pastorijstraat zoals goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012, met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 5 november 2014 (dossiernummer VK 2014_15).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Aktename klasse 3 op 24 februari 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het mobiel breken van inerte afvalstoffen op de bouwplaats.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 20 maart 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 6 driegevelwoningen (zijnde 3 koppelwoningen) met tussenliggende carports.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 330 m² en is gelegen langs de Proosdijstraat op ongeveer 300 m ten zuidoosten van de kern van Sint-Lodewijk. De Proosdijstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
Het perceel is bebouwd met een halfopen eengezinswoning. De directe omgeving bestaat uit residentiële bebouwing waarbij de woonfunctie zowel bestaat uit eengezinswoningen als uit een meergezinswoning.
De woningen hebben een gelijkaardige verschijningsvorm met identiek materiaalgebruik. De woning is opgericht met 2 bouwlagen vanaf de straatzijde aflopend naar 1 bouwlaag, afgewerkt met een hellend dak en een carport in de vrije zijstrook.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
In de tuinzone wordt een bijgebouw voorzien. Het bijgebouw heeft een breedte van 2,30 m op een diepte van 4,30 m wat resulteert in een totale oppervlakte van 9,89 m². Het bijgebouw wordt ingeplant op 2,00 m van de achtergevel van de woning en op 0,50 m van de linker perceelsgrens. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 2,65 m. De gevels van het bijgebouw worden voorzien in hout. De gevel uitgevend naar de woning bevat een deuropening, de achtergevel een raamopening. De andere zijden zijn volledig gesloten.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien er na de werken slechts één bijgebouw zal aanwezig zijn op het betreffende perceel, de constructie ingeplant wordt op 0,50 m van de perceelsgrens, er minimum 2 m afstand is tussen de achtergevel van de woning en het tuinhuis, de oppervlakte niet meer dan 30 m² bedraagt, de kroonlijsthoogte de 3 m niet overschrijdt, het bijgebouw zal uitgevoerd worden in hout en de maximale terreinbezetting van 50 % (som van alle driedimensionele constructies en niet-waterdoorlatende verhardingen) niet overschreden wordt.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Proosdijstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (< 40 m²).
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Het regenwater dat opgevangen wordt via het nieuwe dakoppervlakte infiltreert op een natuurlijke manier in de bodem. Minstens ¼ van de dakoppervlakte van het bijgebouw is uitgevoerd in levend groen rechtstreeks palend aan het bijgebouw.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het plaatsen van een bijgebouw bij de eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze woonomgeving.
Inplanting en ruimtegebruik:
Het bijgebouw staat volledig vrijstaand van de woning en dit op voldoende afstand van de perceelgrenzen. Het bijgebouw staat in het verlengde van de carportzone. Op deze manier blijft het contact tussen de woning en tuin optimaal.
Bouwvolume en gabarit:
Het volume is ondergeschikt aan de woning en passend in de tuinzone. De oppervlakte en hoogte van de constructie zijn beperkt en er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen.
Het ontworpen volume is in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften en de voorschriften van het RUP.
Verschijningsvorm:
Het bijgebouw wordt uitgevoerd in hout en is qua materiaal integreerbaar in de natuurlijke tuin alsook binnen de bestaande bebouwing op het lot. Gezien de werken zich in de achtertuin bevinden heeft het ontwerp geen rechtstreekse impact op het straatbeeld.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.
Groen- en omgevingsaanleg:
Tegen de achtergevel van de woning wordt een terras aangelegd in waterdoorlatend materiaal. Dit terras verbindt de woning met het bijgebouw. Naast het terras en het bijgebouw wordt de achtertuin ingericht met levend groene beplanting. Op deze manier beschikt de tuinzone over voldoende ruimte om de tuin op een kwalitatieve manier te kunnen aanleggen.
De woning beschikt tevens over een kleine voortuin. Deze zone dient steeds te worden aangelegd met beplanting.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet geen beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Johan Himpe wonende Proosdijstraat 12 te 8540 Deerlijk, voor het plaatsen van een houten tuinhuis, op een perceel gelegen Proosdijstraat 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 T.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.26. OMV 2023_183 - Proosdijstraat 12 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een houten tuinhuis, op een perceel gelegen Proosdijstraat 12 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 V, aangevraagd door Johan Himpe wonende Proosdijstraat 12 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 16 januari 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Oude Pastorijstraat zoals goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012, met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 5 november 2014 (dossiernummer VK 2014_15).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Aktename klasse 3 op 24 februari 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het mobiel breken van inerte afvalstoffen op de bouwplaats.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 20 maart 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 6 driegevelwoningen (zijnde 3 koppelwoningen) met tussenliggende carports.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 330 m² en is gelegen langs de Proosdijstraat op ongeveer 300 m ten zuidoosten van de kern van Sint-Lodewijk. De Proosdijstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
Het perceel is bebouwd met een halfopen eengezinswoning. De directe omgeving bestaat uit residentiële bebouwing waarbij de woonfunctie zowel bestaat uit eengezinswoningen als uit een meergezinswoning.
De woningen hebben een gelijkaardige verschijningsvorm met identiek materiaalgebruik. De woning is opgericht met 2 bouwlagen vanaf de straatzijde aflopend naar 1 bouwlaag, afgewerkt met een hellend dak en een carport in de vrije zijstrook.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
In de tuinzone wordt een bijgebouw voorzien. Het bijgebouw heeft een breedte van 3,36 m op een diepte van 5,86 m, wat resulteert in een totale oppervlakte van 19,69 m². Het bijgebouw wordt ingeplant op ruim 9 m van de achtergevel van de woning en op 0,50 m van de linker- en achter perceelsgrens. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 2,90 m. De gevels van het bijgebouw worden voorzien in hout. In de gevels uitgevend naar de tuinzone zijn raam- en deuropeningen voorzien. Palend aan het tuinhuis wordt een terras voorzien van 10 m², uitgevoerd in waterdoorlatend siergrind.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien er na de werken slechts één bijgebouw zal aanwezig zijn op het betreffende perceel, de constructie ingeplant wordt op 0,50 m van de perceelsgrens, er meer dan 2 m afstand is tussen de achtergevel van de woning en het tuinhuis, de oppervlakte niet meer dan 30 m² bedraagt, de kroonlijsthoogte de 3 m niet overschrijdt, het bijgebouw zal uitgevoerd worden in hout en de maximale terreinbezetting van 50 % (som alle driedimensionele constructies en niet-waterdoorlatende verhardingen) niet overschreden wordt.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Proosdijstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (< 40 m²).
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Het regenwater dat opgevangen wordt via het nieuwe dakoppervlakte infiltreert op een natuurlijke manier in de bodem. Minstens ¼ van de dakoppervlakte van het bijgebouw is uitgevoerd in levend groen rechtstreeks palend aan het bijgebouw.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het plaatsen van een bijgebouw bij de eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze woonomgeving.
Inplanting en ruimtegebruik:
Het bijgebouw staat volledig vrijstaand van de woning en dit op voldoende afstand van de perceelgrenzen. Het bijgebouw staat achteraan het perceel in de linkerhoek. Op deze manier blijft het contact tussen de woning en tuin optimaal.
Bouwvolume en gabarit:
Het volume is ondergeschikt aan de woning en passend in de tuinzone. De oppervlakte en hoogte van de constructie zijn beperkt en er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen.
Het ontworpen volume is in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften en de voorschriften van het RUP.
Verschijningsvorm:
Het bijgebouw wordt uitgevoerd in hout en is qua materiaal integreerbaar in de natuurlijke tuin alsook binnen de bestaande bebouwing op het lot. Gezien de werken zich in de achtertuin bevinden heeft het ontwerp geen rechtstreekse impact op het straatbeeld.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.
Groen- en omgevingsaanleg:
Tegen de achtergevel van de woning wordt een terras aangelegd in waterdoorlatend materiaal. Palend aan het tuinhuis wordt nog een bijkomend terras voorzien palend aan het bijgebouw. Naast de terrassen en het bijgebouw wordt de achtertuin ingericht met levend groene beplanting. Op deze manier beschikt de tuinzone over voldoende ruimte om de tuin op een kwalitatieve manier te kunnen aanleggen.
De woning beschikt tevens over een kleine voortuin. Deze zone dient steeds te worden aangelegd met beplanting.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet geen beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Johan Himpe wonende Proosdijstraat 12 te 8540 Deerlijk, voor het plaatsen van een houten tuinhuis, op een perceel gelegen Proosdijstraat 12 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 V.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.27. Beperkte mobiliteitscommissie - 14 december 2023 en 11 januari 2024 - kennisname verslagen en beslissingen - goedkeuring
Aanleiding en context
De beperkte mobiliteitscommissie hield een vergadering op 14 december 2023 en op 11 januari 2024. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de adviezen van de commissie goed te keuren.
Motivering
De verslagen van deze vergaderingen werden goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besproken onderwerpen en neemt een beslissing aan de hand van het advies van de beperkte mobiliteitscommissie.
Volgende punten werden geadviseerd op de BMC van 14 december 2023:
● Stationsstraat: snelheid
● Driesplein: foutparkeren voor garage
● Sint-Rochusstraat: foutparkeren voor garages
● Bistierland: evaluatie tweede proefopstelling
Volgende punten werden geadviseerd op de BMC van 11 januari 2024:
● Kruispunt Wafelstraat-Olekenbosstraat
● Paanderstraat: parkeerstrook
● Breestraat-Vichtestraat: fietsoversteek
● Hoogstraat: zebrapad
● Kruispunt Waregemstraat-Breestraat: fietspad
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verslagen van 14 december 2024 en 11 januari 2024 en beslist de adviezen van de beperkte mobiliteitscommissie te volgen.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.28. Lijst van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten 2024 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de gemeentelijke lijst van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten 2024 goed te keuren.
Motivering
Elke gemeente dient ieder kalenderjaar een gemeentelijke lijst op te stellen van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten die op haar grondgebied zijn gelegen. Deze lijst dient vóór 01 maart van elk kalenderjaar aan het Departement Omgeving te worden toegestuurd. Om deze gegevens op een uniforme wijze te ontvangen heeft het Departement Omgeving aan iedere gemeente toegang verleend tot een webapplicatie. Na controle en onderzoek door de bevoegde dienst lokale economie, doen we de volgende vaststellingen wat deze gemeentelijke lijst betreft:
● Bedrijfsruimten die reeds opgenomen zijn op de inventaris (webapplicatie) en behouden worden:
○ Kerkstraat 242 (serre en toonzaal)
○ Verrieststraat 43 (textielfabriek)
○ Stationsstraat 198 (magazijn)
○ Stationsstraat 78+ (werkplaats)
○ Otegemse steenweg 17 (toonzaal)
● Bedrijfsruimten die opgenomen zijn op de inventaris (webapplicatie) maar geschrapt kunnen worden omwille van de hieronder vermelde reden:
○ Ter Donkt 6 (kantoorgebouw): gesloopt
● Bedrijfsruimten die we aan de inventaris wensen toe te voegen op basis van de huidige situatie:
○ Hoogstraat 109 (administratief gebouw)
○ Schoolstraat 15 (handelshuis)
○ Ter Donkt 20 (garage werkplaats)
○ Ter Donkt 31 (toonzaal)
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 1997 tot uitvoering van het decreet van 19 april 1997 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de gemeentelijke lijst van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten 2024 goed te keuren.
● Kerkstraat 242 (serre en toonzaal)
● Verrieststraat 43 (textielfabriek)
● Stationsstraat 198 (magazijn)
● Stationsstraat 78+ (werkplaats)
● Otegemse steenweg 17 (toonzaal)
● Hoogstraat 109 (administratief gebouw)
● Schoolstraat 15 (handelshuis)
● Ter Donkt 20 (garage werkplaats)
● Ter Donkt 31 (toonzaal)
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om de volgende bedrijfsruimten te schrappen uit de inventaris omwille van de hieronder vermelde reden:
● Ter Donkt 6 (kantoorgebouw): gesloopt
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.29. Standplaats ambulante handel - 't Smulmobieltje - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aanvraag tot een eenmalige standplaats als ambulante handel van 't Smulmobieltje goed te keuren.
Motivering
Snack- en burgerkraam 't Smulmobieltje vraagt om eenmalig een standplaats te mogen innemen naar aanleiding van het clubkampioenschap te Deerlijk en dat op zondag 18 februari 2024, voor het gebouw van de post, tegenover het sportcentrum.
Identiteit van de aanvrager
Voornaam + naam | Christof Vuylsteke |
Straatnaam + nummer | Steenstraat 21 |
Postcode + plaats | 8760 Meulebeke |
Telefoonnummer | 051 80 70 73 |
GSM nummer | 0496 32 13 85 |
Rijksregisternummer | 71.09.24-447.96 |
E-mailadres | christof.vuylsteke2@telenet.be |
Identiteit van de zaak
Naam | 't Smulmobieltje |
Ondernemingsnummer | 0879.526.318 |
Soort zaak | Snacks |
Gewenste datum | Zondag 28 februari 2024 |
Gewenste locatie | Voor het gebouw van de post tegenover het sportcentrum |
Gewenste dagen/uren | Van 09.30 tot 19.00 uur |
Nood aan elektriciteit? | Ja |
Afmetingen standplaats | Mobiel kraam = 4 x 2,20 meter |
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Retributiereglement ambulante handel, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | Retributie standplaats: 3 euro per lopende meter met een minimum van 20 meter. + Elektriciteit: 5 euro per dag |
Actie | Overig beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB/0020-00/73603000 |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvraag van 't Smulmobieltje voor de eenmalige inname van een standplaats als ambulante handel, goed te keuren.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.30. Standplaats ambulante handel - Droomijsje - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aanvraag tot een eenmalige standplaats als ambulante handel van Droomijsje goed te keuren.
Motivering
Foodtruck Droomijsje vraagt om eenmalig een standplaats te mogen innemen naar aanleiding van het clubkampioenschap te Deerlijk en dat op zondag 18 februari 2024, op het Neunkirchenplein, zo dicht mogelijk tegen de straat, langs de stoep.
Identiteit van de aanvrager
Voornaam + naam | Fabienne Van Overbeke |
Straatnaam + nummer | Maagdhoek 36 |
Postcode + plaats | 8600 Diksmuide |
Rijksregisternummer | 63.04.27-180.70 |
E-mailadres | fabienne.droomijsje@gmail.com |
Telefoonnummer | 0475 91 66 16 |
Identiteit van de zaak
Naam | Droomijsje |
Ondernemingsnummer | 0674.295.302 |
Soort zaak | Foodtruck met ijsjes, wafels en andere zoetigheden |
Gewenste datum | Zondag 18 februari 2024 |
Gewenste locatie | Neunkirchenplein (vooraan bij de stoep aan de baan) |
Gewenste dagen/uren | Vanaf 09.00 tot einde koers |
Nood aan elektriciteit? | Ja |
Aantal meter? | 6 |
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Retributiereglement ambulante handel, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | Retributie standplaats: 3 euro per lopende meter met een minimum van 20 meter. + Elektriciteit: 5 euro per dag |
Actie | Overig beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB/0020-00/73603000 |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvraag van Droomijsje tot een eenmalige inname van een standplaats als ambulante handel, goed te keuren.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.31. Overdracht van niet-aangerekende kredieten uit 2023 naar 2024 – goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de overdracht van niet-aangerekende investeringskredieten uit 2023 naar 2024, goed te keuren.
Motivering
In het jaar 2023 van het meerjarenplan 2020-2025 zijn een aantal investeringskredieten niet aangerekend. Deze ongebruikte kredieten kunnen geheel of gedeeltelijk overgedragen worden naar 2024.
In bijlage bevindt zich een overzicht van de voorgestelde ongebruikte kredieten. Het betreft in totaal 11.876.887,69 euro ongebruikte uitgavenkredieten en 4.199.806,13 euro ontvangstenkredieten.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur
● Andere: Art. 258 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de overdracht van niet-aangerekende kredieten van 2023 naar 2024, zoals opgelijst in de bijlage, goed te keuren.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.32. Belasting op masten en pylonen - ingediend verzoekschrift - juridische bijstand - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om externe juridische bijstand aan te gaan voor de behandeling van het verzoekschrift op de belasting op masten pylonen.
Motivering
Op 9 augustus 2023 besloot het college van burgemeester en schepenen om het kantoor Bloom Tax bv, Hertsbergsestraat 4 te 8020 Oostkamp, aan te stellen om de behandeling van twee bezwaarschriften op de belasting op masten en pylonen, juridisch correct af te werken (met als resultaat opmaak ontwerp gemotiveerde collegebeslissing). Het college van burgemeester en schepenen verklaarde nadien beide bezwaren ongegrond.
Proximus nv besloot hierop in beroep te gaan, en we ontvingen een verzoekschrift van de rechtbank van eerste aanleg. Het verzoekschrift bevindt zich in bijlage.
Gezien de complexiteit van de materie is het aangewezen om ons verder juridisch te laten bijstaan door de raadsman die ons bij de behandeling van het bezwaar bijgestaan heeft.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 3.000,00 euro |
Actie | gelijkblijvend beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB/0190-00/61300000 |
Visum | niet van toepassing |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het kantoor Bloom Tax bv, Hertsbergsestraat 4 te 8020 Oostkamp, aan te stellen om de gemeente te vertegenwoordigen ter behandeling van dit verzoekschrift.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.33. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.34. Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.35. Asverstrooiing - kennisname
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.36. Zorgtoelage - 4e kwartaal 2023 - goedkeuring
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
C.37. Groepsdaguitstap Bellewaerde - subsidieproject - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het intekenen op het solidariteitsfonds 'Fonds Vakantie Voor Iedereen', om een groepsdaguitstap naar Bellewaerde voor mensen in kansarmoede te kunnen organiseren, goed te keuren.
Motivering
Het solidariteitsfonds 'Fonds Vakantie Voor Iedereen' heeft dit jaar opnieuw een oproep gelanceerd om steun te kunnen verkrijgen om een daguitstap te organiseren voor mensen in kansarmoede die nooit op daguitstap kunnen.
Bij het verkrijgen van deze steun kan er een daguitstap georganiseerd worden voor maximaal 15 deelnemers en twee begeleiders.
Via het voedselverdeelpunt 't Netje vzw heeft de sociale dienst gepolst naar interesse van mogelijke deelnemers. Na de bevraging blijkt dat dergelijke uitstappen quasi onmogelijk zijn voor mensen in kansarmoede en er dus een sterke vraag en interesse naar is.
Door deelname aan dergelijke steunoproepen kunnen we als lokaal bestuur mensen in kansarmoede de mogelijkheid bieden om toch volwaardig deel te nemen aan vrije tijd in welke vorm dan ook.
Indien wij voldoen aan alle criteria worden alle kosten betaald door het solidariteitsfonds.
De daguitstap zou plaatsvinden op 27 juli 2023.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
Indien de aanvraag voldoet aan alle criteria wordt er een steun toegekend ten bedrage van alle gemaakte kosten, 80 % voorafgaand aan de groepsdaguitstap en 20 % na de groepsdaguitstap en evaluatie.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit in te tekenen op het solidariteitsfonds 'Fonds Vakantie Voor Iedereen' om een groepsdaguitstap naar Bellewaerde te kunnen organiseren voor mensen in kansarmoede.
Zitting van CBS van 24 JANUARI 2024
D.1. Deerlijkbon - voorstel tot verlenging geldigheidsduur vervallen Deerlijkbonnen - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen aan het voorstel tot het verlengen van de geldigheidsduur van vervallen Deerlijkbonnen, onder bepaalde voorwaarden.
Motivering
Naar aanleiding van een vraag om de mogelijkheid tot verlenging van de geldigheidsduur van een Deerlijkbon te onderzoeken, wenst de dienst lokale economie een tegenvoorstel te doen.
De dienst lokale economie vreest dat er geen gedragswijziging zal volgen wanneer de geldigheidsduur van 1 naar 2 jaar wordt aangepast. De bon zal enkel langer in de kast blijven liggen en dus zal, met de aanpassing van de geldigheidsduur, het probleem gewoon uitgesteld worden.
De dienst lokale economie stelt daarom voor om niet de geldigheidsduur van een Deerlijkbon in het algemeen te verlengen, doch wel de verlenging van een vervallen Deerlijkbon toe te staan onder de volgende voorwaarden:
Een verlenging van een vervallen Deerlijkbon is enkel mogelijk indien:
● het een Deerlijkbon betreft die uitgegeven werd ná 01 januari 2022; (Achtergrondinformatie: bonnen die eerder werden uitgegeven, bevatten nog geen vouchercode en zijn daardoor niet traceerbaar in het back-end systeem.)
● het een Deerlijkbon betreft die maximum 6 maanden vervallen is;
● de eigenaar persoonlijk een aanvraag tot verlenging doet via economie@deerlijk.be;
● er nog niet eerder een verlenging werd aangevraagd.
De duur van een eventuele verlenging bedraagt steeds 2 maanden oftewel 60 kalenderdagen.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het voorstel tot verlenging van vervallen Deerlijkbonnen, onder de hierboven beschreven voorwaarden, goed te keuren.