Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 13 november 2024 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 13 november 2024.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 13 november 2024 goed te keuren.
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.2. HR-coördinator (B4-B5) - afsluiting kandidaturen en uitslag selectieprocedure - kennisname
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.3. Hulparbeider groen & proper (E1-E3) - afsluiting kandidaturen en uitslag selectieprocedure - kennisname
Philip Ghekiere Regine Vanwynsberghe-Rooryck Bert Schelfhout Karel Bauters Matthias Vanneste Louis Vanderbeken Philip Ghekiere Regine Vanwynsberghe-Rooryck Bert Schelfhout Matthias Vanneste Louis Vanderbeken aantal voorstanders: 5 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.4. Technieker cultuur- en gemeenschapscentrum (C1-C3) - afsluiting kandidaturen, uitslag en aanstelling - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 5 ja-stemmen
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.5. Regionaal Landschap Leie en Schelde - algemene vergadering van 12 december 2024 - kennisname
Aanleiding en context
Regionaal Landschap Leie en Schelde nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van haar algemene vergadering die plaatsvindt op donderdagavond 12 december 2024 om 19.30 uur in CC Het Spoor (blauwe zaal). Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de agenda en de daartoe behorende bijlagen.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda met volgende agendapunten:
○ Goedkeuring verslag Algemene Vergadering 21 december 2023
○ Afsluit boekjaar 2023 – Goedkeuring jaarrekening 2023
○ Kwijting aan bestuurders
○ Statutenwijziging
○ Wandeling naar twee projecten RLLS in Kuurne
In de gemeenteraadszitting van 14 september 2023 werd de heer Bert Schelfhout aangesteld als effectief vertegenwoordiger en de heer Matthias Vanneste als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van Regionaal Landschap Leie en Schelde voor de duur van de legislatuur 2019-2024.
Gezien voormelde algemene vergadering plaatsvindt in de nieuwe legislatuur 2025-2030, dient een nieuwe vertegenwoordiger aangeduid te worden voor het bijwonen van de algemene vergaderingen van Regionaal Landschap Leie en Schelde.
De financieel directeur heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de agenda en de bijlagen van dealgemene vergadering van 12 december 2024 van Regionaal Landschap Leie en Schelde en beslist om een blanco volmachtformulier over te maken.
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.6. Diverse verslagen - kennisname
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.7. Receptionele aangelegenheden - goedkeuring
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.8. Speelpleinwerking - Animatorenvergoedingen gemeentelijk speelplein - bonus 2024- goedkeuring
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.9. Animatorenvergoedingen speelplein Fladder - herfstvakantie 2024 - goedkeuring
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.10. Sport - beleidssubsidies 2024 - verdeling - goedkeuring
Aanleiding en context
Er worden beleidssubsidies uitgekeerd aan de erkende Deerlijkse sportverenigingen voor het werkjaar 2024 (seizoen 2023-2024). Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de verdeling van de beleidssubsidies goed te keuren.
Motivering
Het subsidiereglement, goedgekeurd in de gemeenteraad van 17 december 2020, laat toe beleidssubsidies uit te keren aan de erkende Deerlijkse sportverenigingen.
De kernraad sport gaf op 12 november 2024, na controle, een positief advies bij de verdeling van de beleidssubsidies op basis van het goedgekeurde reglement.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Premiereglement subsidiëring sportverenigingen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 17 december 2020
○ Erkenningsreglement Deerlijkse verenigingen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 mei 2023
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 18.500,00 euro |
Actie | Overig Beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB / 0740-00/64910022 |
Visum | niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de verdeling van de beleidssubsidies voor het werkjaar 2024 (seizoen 2023-2024) goed te keuren ten bedrage van 18.500,00 euro.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de goedgekeurde bedragen te storten voor het einde van het jaar op rekening van de desbetreffende sportverenigingen als volgt:
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.11. Sport - subsidies jeugdsport 2024 - verdeling - goedkeuring
Aanleiding en context
Er worden jeugdsportsubsidies uitgekeerd aan de erkende Deerlijkse sportverenigingen voor het werkjaar 2024 (seizoen 2023-2024). Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de jeugdsportsubsidies ten bedrage van 12.500,00 euro goed te keuren.
Motivering
Het reglement professionalisering jeugdsportbegeleiding sportverenigingen, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 17 december 2020, heeft tot doel het verhogen van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiding.
Deze subsidie betreft een extra jeugdsportsubsidie die kan aangevraagd worden door de erkende Deerlijkse sportverenigingen en is geen werkings- of basissubsidie.
De kernraad sport gaf op 12 november 2024 een positief advies bij de verdeling van de jeugdsportsubsidies op basis van het goedgekeurde reglement.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Reglement jeugdsportbegeleiding, goedgekeurd in de gemeenteraad van 17 december 2020
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 12.500,00 euro |
Actie | Overig beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB 0740-00/64910025 |
Visum | niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de verdeling van de subsidies jeugdsport voor het werkjaar 2024 (seizoen 2023-2024) goed te keuren ten bedrage van 12.500,00 euro.
Artikel 2
Deze toelagen zullen uitbetaald worden door de financieel directeur tegen het einde van het jaar 2024 op rekeningnummer van de desbetreffende deelnemer, als volgt:
● Aanvaardbare kosten van erkende bijscholingen of vormingen gevolgd door de jeugdsportbegeleider of de jeugdsportcoördinator.
IR | Naam vereniging | Deelnemer | Bedrag | rekeningnummer |
3551 | Basket Heren Z/D | 12 deelnemers | 612,50 euro | BE22 3630 4707 4847 |
11606 | Petanque Cocoonsmijters | groepsbijscholing | 79,00 euro | BE48 9733 6458 3527 |
2189 | Voetbal KVC Deerlijk Sp | Guillaume Van de Velde | 55,00 euro | BE69 4635 3545 0178 |
2015 | Wielerclub KSV Deerlijk | Nele Devos | 70,00 euro | BE26 7384 2209 6229 |
Totaal |
|
| 816,50 euro |
|
● Gekwalificeerde jeugdsportcoördinator in de sportvereniging met jeugdwerking. De jeugdsportcoördinator moet minstens het VTS-initiator brevet in zijn bezit hebben. Dit bedrag wordt het bedrag van de jeugdsportcoördinatoren genoemd (= BJ). Het bedrag voor de jeugdsportcoördinatoren, eventueel aangevuld met de rest van het bedrag bijscholingen (BB) wordt verdeeld op basis van het aantal erkende sportverenigingen met een jeugdwerking die beschikken over een sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator die voldoet.
De jeugdsportcoördinator legt een jeugdsportbeleidsnota voor.
De jeugdsportcoördinator is coördinator van de volledige structuur van de jeugdwerking van 6 tot 18 jaar.
De jeugdsportcoördinator ontwikkelt jaarlijks nieuwe impulsen om de kwaliteit van de jeugdwerking te verbeteren.
De jeugdsportcoördinator neemt initiatieven rond ethiek in sport die bijdragen tot een beter sportklimaat.
De jeugdsportcoördinator is coördinator bij een club met minstens 25 actieve jeugdleden.
De verdeling van dit bedrag gebeurt a rato van het aantal ingediende dossiers.
IR | Naam vereniging | Jeugdsportcoördinator | Bedrag | Rekeningnummer |
12154 | Badminton DZ99 | Lisa Demeyere | 1.641,93 euro | BE60 7512 1005 6570 |
3551 | Basket Heren Z/D | Patrick Heys | 1.641,93 euro | BE22 3630 4707 4847 |
4138 | Dans en turnen Move-d | Diego Soenen | 1.641,92 euro | BE03 7512 0919 4684 |
4152 | Tennis TC Gaverkasteel | Laura Demeyere | 1.641,93 euro | BE24 4635 1759 8138 |
2189 | Voetbal KVC Deerlijk Sp | Marc Demeyere | 1.641,93 euro | BE69 4635 3545 0178 |
4160 | Volleybal VBC Gaverhal | Lisa Vanwynsberghe | 1.641,93 euro | BE31 7512 0543 7855 |
2015 | Wielerclub KSV Deerlijk | Ruben Vanderhaeghen | 1.641,93 euro | BE26 7384 2209 6229 |
Totaal |
|
| 11.493,50 euro |
|
● Behalen van een diploma a rato van het aantal ingediende dossiers en van de effectief ingediende kosten. De verdeling van dit bedrag gebeurt a rato van het aantal ingediende dossiers en van de effectief ingediende kosten.
IR | Naam cursist | Diploma | bedrag | rekeningnummer |
2189 | Voetbal KVC Deerlijk Sp Van de Velde Guillaume | initiator voetbal | 190,00 euro | BE69 4635 3545 0178 |
|
|
|
|
|
Totaal |
|
| 190,00 euro |
|
Algemeen totaal 12.500,00
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.12. Cultuur - uitvoering van het street art project met de muurschildering aan het gemeentehuis - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het ontwerp en de uitvoering van het street art project aan het gemeentehuis goed te keuren.
Motivering
In samenwerking met de organisatie Treepack werd een kunstenaar gekozen voor de realisatie van een nieuw graffitikunstwerk op de muur aan het gemeentehuis waar vroeger het kunstwerk BED op werd geprojecteerd.
In zitting van 24 april 2024 besliste het college van burgemeester en schepenen om het videokunstwerk BED niet langer mee te delen aan het publiek. Deze beslissing werd per brief meegedeeld aan ZAP-O-MATIK en de kunstenaar Johan Grimonprez. In een mail van 20 juni 2024 laat de kunstenaar, Johan Grimonprez, weten deze beslissing van het college van burgemeester en schepenen niet te volgen en geeft daarbij aan legaal advies in te winnen bij het Platform Kunst in Opdracht van de Vlaamse Gemeenschap. In zitting van 3 juli 2024 heeft het college van burgemeester en schepenen hiervan kennis genomen. Op 5 juli 2024 liet de kunstenaar in een navolgende mail nog weten dat hij ook verder advies zou vragen bij het Kunstenloket omtrent het niet langer meedelen van het kunstwerk aan het publiek. Tot op heden werd geen bericht of verder advies meer ontvangen van de kunstenaar.
Intussen werd een definitief ontwerp van de muurschildering bezorgd aan Treepack waarmee de kunstenaar aan de slag zal gaan. Het ontwerp bevat enkele opvallende landmarks uit Deerlijk en geeft het sociale, warme karakter weer van de vele verenigingen en initiatieven die we in onze gemeente rijk zijn. Hiermee kan een echte bilkvanger voorzien worden op een locatie waar zowel te voet, met de fiets als met de wagen veel passage is.
Het ontwerp werd door het bestuur van de cultuurraad positief geadviseerd in haar vergadering van 10 juli 2024. Het ontwerp en de bijbehorende communicatie werd teruggekoppeld met de communicatiedienst.
Bij de uitvoering van de muurschildering aan het gemeentehuis zullen alle voorzieningen en infrastructuren die deel uitmaken van het kunstwerk BED (zoals de constructie van het projectiekader) behouden blijven zodat bij eventuele beslissing van het college van burgemeester en schepenen om het kunstwerk BED opnieuw mee te delen aan het publiek, snel en makkelijk geschakeld kan worden.
Na onderling overleg tussen de kunstenaar en de cultuurdienst kan de realisatie van het kunstwerk worden ingepland vanaf eind februari 2025.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het ontwerp en de uitvoering van het street art project aan het gemeentehuis, zoals voorgesteld, goed te keuren.
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.13. feestelijkheden - WZC De Gavermeersen - Kerstmarkt - 18 december 2024 - goedkeuring
Aanleiding en context
Op 9 oktober 2024 werd een aanvraag ingediend door vzw De Gavermeersen voor volgend evenement:
Naam evenement | kerstmarkt de Gavermeersen |
Organisator | vzw De Gavermeersen |
Datum | woensdag 18 december 2024 |
Plaats | Dammeke te 8540 Deerlijk |
Motivering
1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:
● aanvraag machtiging voor het verstrekken van sterke drank
Het is verboden sterke dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse in occasionele drankgelegenheden waar openbare manifestaties plaatsvinden, tenzij het college van burgemeester en schepenen hiervoor een speciale machtiging verleent.
● aanvraag geluidsactiviteit als volgt:
Contactpersoon | Naam | Tim Hooghe |
| Adres | Dammeke 3 |
| Postcode en gemeente | 8540 Deerlijk |
Activiteit | Benaming activiteit | kerstmarkt de Gavermeersen |
Locatie | Gebouw | X |
| Tent |
|
| Open lucht | X |
Adres | Naam gebouw | wzc de Gavermeersen |
| Adres | Dammeke 3 |
| Postcode en gemeente | 8540 Deerlijk |
90 dB(A)
Maximaal geluidsniveau | >85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min |
Duur |
|
Begin | woensdag 18 december 2024 om 14.00 uur |
Einde | woensdag 18 december 2024 om 20.00 uur |
De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving. Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.
De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen conform de toepassing van het sluitingsuur, gekoppeld aan een afbouwscenario.
Indien een organisator voor diens evenement een einduur vooropstelt dat vroeger valt dan het maximale einduur én buiten het afbouwscenario valt, is het afbouwscenario niet van toepassing, met dien verstande dat op het door de organisator vooropgestelde einduur alle geluidsactiviteit wordt stopgezet: woensdag 18 december 2024 om 20.00 uur.
Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.
● aanvraag politionele medewerking
Er worden geen verkeerstechnische maatregelen gevraagd.
● aanvraag vuurvergunning
Het is verboden, zonder voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester, enig vuur aan te leggen waarbij het gebruik of de aanwezigheid van *open vuur of vlammen* een risico doet ontstaan voor het publiek.
Voor het gebruik van vuurkorven, -manden en -schalen verwijst de hulpverleningszone Fluvia naar de richtlijnen die terug te vinden zijn op hun website via volgende link:
https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.
2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:
Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.
Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.
Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).
In het advies van hulpverleningszone Fluvia, opgemaakt op 18 oktober 2024, werden onderstaande specifieke bemerkingen genoteerd:
● hou rekening met een vrijde doorgang (4 m) voor de hulpdiensten;
● tijdelijke constructies mogen de vrije doorgang niet versperren en dienen zo geplaatst te worden dat de gebouwen bereikbaar blijven;
● voorzie voldoende blusmiddelen.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Machtiging voor het verstrekken van sterke drank
■ Art. 9, Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank
○ Toelating geluidsactiviteit
■ Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
■ Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, verder aangeduid als Vlarem II, waaronder, en zonder zich hiertoe te willen beperken, art. 6.7.3.
■ De algemene gemeentelijke politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, meer specifiek en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 37, 38 en 47
■ Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 maart 2024
○ Plaatsing verkeerssignalisatie
■ Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.
De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen verleent een speciale machtiging voor de verkoop van sterke drank tijdens dit evenement.
Artikel 3
De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:
Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.
Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min |
● Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden. Als het maximaal geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. Bij het meten van het geluidsniveau worden zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht. ● Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats. ● Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon. ● De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten. |
Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:
Duur |
|
Begin | woensdag 18 december 2024 om 14.00 uur |
Einde | woensdag 18 december 2024 om 20.00 uur |
Voorwaarden met betrekking tot de buurt:
● Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.
● De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.
● De inrichters houden zich aan het vooropgestelde einduur waarop alle geluidsactiviteit wordt stopgezet: woensdag 18 december 2024 om 20.00 uur.
● De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.
Artikel 4
Vuurvergunning: zie besluit van de burgemeester.
Artikel 5
Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.14. Feestelijkheden - Centraal feestcomité - toelage feestcomités 2024 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de verdeling van de toelage voor de feestcomités 2024, onder de feestcomités van Deerlijk Centrum, Statiewijk, Belgiek en Molenhoek, goed te keuren.
Motivering
Het Centraal Feestcomité vraagt in haar brief van 7 november 2024 de uitbetaling van de voorziene toelage, bestemd voor de feestcomités van Deerlijk centrum, Statiewijk, Belgiek en Molenhoek.
In het meerjarenplan 2020-2025 wordt jaarlijks een toelage voorzien van 12.000 euro voor de betoelaging van de feestcomités van de vier verschillende wijken. De verdeling van 12.000 euro als 3.000 euro per feestcomité werd unaniem door de leden van de wijken goedgekeurd op donderdag 7 november 2024.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 12.000 euro |
Actie | Feestcomités |
Jaarbudgetrekening | GBB/0719-00/64420008 |
Visum | niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de toelage voor de feestcomités aangesloten bij het Centraal Feestcomité voor werkjaar 2024, als volgt uit te betalen:
Feestcomité Belgiek | 3.000 euro | BE77 9611 8514 8642 |
Feestcomité Deerlijk Centrum | 3.000 euro | BE30 7380 3392 9511 |
Feestcomité Molenhoek | 3.000 euro | BE53 7380 0226 3253 |
Feestcomité Statiewijk | 3.000 euro | BE16 7380 1511 7874 |
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.15. Feestelijkheden - FC Gavervrienden - afterwork party - 22 november 2024 - goedkeuring
Aanleiding en context
Op 6 november 2024 werd een aanvraag ingediend door FC Gavervrienden Deerlijk voor volgend evenement:
Naam evenement | Afterwork drink 80's-90's-00's Dance Party |
Organisator | FC Gavervrienden |
Datum | vrijdag 22 november 2024 |
Plaats | buurthuis de Statie, St-Jozefsweg 15 |
Motivering
1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:
● aanvraag geluidsactiviteit als volgt:
Contactpersoon | Naam | Wouter Demeyere |
| Adres | Beverenstraat 38A |
| Postcode en gemeente | 8540 Deerlijk |
Activiteit | Benaming activiteit | Afterwork drink 80's-90's-00's Dance Party |
Locatie | Gebouw | X |
| Tent |
|
| Open lucht |
|
Adres | Naam gebouw | buurthuis de Statie |
| Adres | St-Jozefsweg 15 |
| Postcode en gemeente | 8540 Deerlijk |
95 dB(A)
Maximaal geluidsniveau | >85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min |
Duur |
|
Begin | vrijdag 22 november 2024 om 17.00 uur |
Einde | zaterdag 23 november 2024 om 04.00 uur |
De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving. Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.
De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen conform de toepassing van het sluitingsuur, gekoppeld aan een afbouwscenario.
Indien een organisator voor diens evenement een einduur vooropstelt dat vroeger valt dan het maximale einduur én buiten het afbouwscenario valt, is het afbouwscenario niet van toepassing, met dien verstande dat op het door de organisator vooropgestelde einduur alle geluidsactiviteit wordt stopgezet: zaterdagavond 23 november 2024 om 04.00 uur.
Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.
● aanvraag politionele medewerking
Parkeerverbod op volgende plaats: parking buurthuis de Statie, St- Jozefsweg 15, van vrijdag 22 november 2024 om 12.00 uur tot en met zaterdag 23 november 2024 om 06.00 uur
PZ Gavers verleende op 12 november 2024 positief advies en voorziet de nodige verkeersmaatregelen conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2324561.
● aanvraag tijdelijke inname openbaar domein
FC Gavervrienden Deerlijk wenst een afterwork drink en fuif te organiseren op vrijdag 22 november 2024 en vraagt toelating voor de inname van een gedeelte van de parkeerzone ter hoogte van het buurthuis de Statie voor het plaatsen van een fietsenstalling.
2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:
Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.
Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.
Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Gebruik van de gemeentelijke roosters voor het ophangen van publiciteitsborden
■ Art. 221-224 Algemene politieverordening
○ Machtiging voor het verstrekken van sterke drank
■ Art. 9, Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank
○ Premie 'Security op fuiven'
■ Gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2020 betreffende premiereglement security
○ Toelating geluidsactiviteit
■ Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
■ Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, verder aangeduid als Vlarem II, waaronder, en zonder zich hiertoe te willen beperken, art. 6.7.3.
■ De algemene gemeentelijke politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, meer specifiek en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 37, 38 en 47
■ Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 maart 2024
○ Plaatsing verkeerssignalisatie
■ Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.
De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.
Artikel 2
De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:
Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.
Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min |
● Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden. Als het maximaal geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. Bij het meten van het geluidsniveau worden zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht. ● Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats. ● Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon. ● De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten. |
Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:
Duur |
|
Begin | vrijdag 22 november 2024 om 17.00 uur |
Einde | zaterdag 23 november 2024 om 04.00 uur |
Voorwaarden met betrekking tot de buurt:
● Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.
● De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.
● De inrichters houden zich aan het vooropgestelde einduur waarop alle geluidsactiviteit wordt stopgezet: zaterdag 23 november 2024 om 04.00 uur.
● De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op vrijdag 22 november 2024, parkeerzone buurthuis de Statie, St.-Jozefsweg 15.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.
De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.
De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.
Artikel 5
Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator deze richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.
Philip Ghekiere Regine Vanwynsberghe-Rooryck Bert Schelfhout Karel Bauters Matthias Vanneste Louis Vanderbeken Philip Ghekiere Regine Vanwynsberghe-Rooryck Bert Schelfhout Matthias Vanneste Louis Vanderbeken aantal voorstanders: 5 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.16. BBO De KIM & De SAM - tijdelijke aanstelling Pascale Coopman - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 5 ja-stemmen
Philip Ghekiere Regine Vanwynsberghe-Rooryck Bert Schelfhout Karel Bauters Matthias Vanneste Louis Vanderbeken Philip Ghekiere Regine Vanwynsberghe-Rooryck Bert Schelfhout Matthias Vanneste Louis Vanderbeken aantal voorstanders: 5 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.17. BBO De KIM & De SAM - uitbreiding tijdelijke aanstelling Eveline Rogge en Ann Dhooms - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 5 ja-stemmen
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.18. Vrijwilligersvergoeding - gezonde brooddoos - opvang BOA - goedkeuring
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.19. Breestraat 19 - schrapping risicogrond - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen voor de schrapping van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen te Breestraat 19, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving sectie B nr 161E en 161F.
Motivering
Op 31 oktober 2024 werd een mail ontvangen van Anne Van Landuyt namens Envirosoil NV. Het betreft een gemotiveerde verklaring tot schrapping van Breestraat 19 en kadastrale omschrijving sectie B nr 161E en 161F.
Op 6 november 2024 werd door de dienst omgeving een administratief onderzoek gevoerd waaruit blijkt dat er voldoende aangetoond wordt dat er in werkelijkheid geen risicoactiviteiten hebben plaatsgevonden op het perceel in kwestie.
Er zijn geen externe adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 en § 3, 7° Decreet lokaal bestuur
● Andere:
○ Art. 7, § 1 Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen beslist:
● het advies van de dienst omgeving te volgen en het perceel Breestraat 19, 8540 Deerlijk, kadastraal gekend als sectie B nrs 161E en 161F, te schrappen als risicoperceel;
● deze beslissing over te maken aan OVAM.
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.20. OMV 2024_110 - Schoolstraat 27, 29 en 31 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het regulariseren van een appartementsgebouw, gelegen op het perceel Schoolstraat 27, 29 en 31 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1287 A, aangevraagd door Jean Degezelle namens D.H.C. NV gevestigd Jagershoek 14 te 8570 Anzegem.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 15 november 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige weigering afgeleverd op 6 juli 2017 door de Deputatie voor het afbreken van bestaande gebouwen en het bouwen van een appartementsgebouw.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 31 mei 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het kappen van de bestaande bomen en het heraanleggen van de tuin.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 februari 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het afbreken van de bestaande gebouwen en het bouwen van een appartementsgebouw.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Aktename melding op 18 maart 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor bronbemaling ten behoeve van de plaatsing van een kelder en liftputten.
● Weigering op 10 januari 2024 door het college van burgemeester en schepenen voor het regulariseren vergunning bouwen appartementsgebouw.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 1977 m² en is gelegen langs de Schoolstraat in de kern van Deerlijk. De Schoolstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een appartementsgebouw. De meergezinswoning, opgetrokken op beide perceelsgrenzen, bestaat uit 14 woongelegenheden en één commerciële ruimte op het gelijkvloers met een oppervlakte van 83 m². Het gebouw bestaat uit 4 bouwlagen waarvan de 3e en 4e bouwlaag teruggetrokken zijn en zich situeren in het dakvolume. Het parkeren wordt deels ondergronds voorzien. Hiervoor is een onderdoorrit aanwezig langs de linker perceelsgrens naar de ondergrondse parkeergarage.
De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen.
De woonfunctie bestaat zowel uit eengezinswoningen als uit meergezinswoningen. De omgeving wordt gekenmerkt door gesloten bebouwing bestaande uit hoofdzakelijk 2 bouwlagen met een zadeldak en in bepaalde gebouwen dakuitbouwen in het dakvlak.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag heeft betrekking op de wijziging van een bestaand vergund appartementsgebouw. Tijdens de bouwwerken zijn aan de plannen een aantal wijzigingen doorgevoerd die met voorliggende aanvraag geregulariseerd zouden worden. Voor de reeds uitgevoerde werken werd een PV opgesteld op 8 maart 2023 (nr. KO.66.L6.001329/2023, zie ook bezwaarschrift).
De te regulariseren zaken hebben betrekking op volgende elementen:
Vergunde toestand | Nieuwe toestand |
Materialisatie ●Voorgevel: bruin/antracietkleurige gevelsteen in combinatie met afzeliahout en wit te kaleien gevelsteen ●Achtergevel: Wit te kaleien gevelsteen in combinatie met zwart aluminium plaatafwerking ●Dakafwerking ● voorgevel: antrazink ● achtergevel: zwarte schaliën
| Materialisatie ●Voorgevel: bruin/antracietkleurige gevelsteen in combinatie met witte gevelsteen en thermowood te vergrijzen ●Achtergevel: witte gevelsteen geen plaatafwerking + bouwlaag 3 grotendeels en 4 volledig in dakpannen ●Dakafwerking ● voorgevel: zwarte dakpannen ● achtergevel: donkergrijs kunstlei |
Bouwvolume ●Nokhoogte: 12,90 m
Voorzijde: hellend dak over breedte van +/- 2,60 m t.o.v. linker perceelsgrens
Achterzijde: ● deels 2 bouwlagen + hellend dak ● uitbouw op 4 m van rechter perceelsgrens en +/- 8,30 m t.o.v. linker perceelsgrens opgetrokken met 3 bouwlagen en plat dak ● dakkapellen in hellend dak thv 4e bouwlaag op 5 m van de rechter perceelsgrens en op 1,40 m t.o.v. linker perceelsgrens
| Bouwvolume ●Nokhoogte: 12,39 m + liftkoker 13,19 m
Voorzijde: terras tot op 1 m t.o.v. linker perceelsgrens + terras 4e bl verruimd van 11,7 m² naar 29,60 m²
Achterzijde: ● deels 4 bouwlagen + plat dak muv 8,30 m t.o.v. linker perceelsgrens: 3 bouwlagen met hellend dak ● plaatsen van balustrade aan ramen 4e en linker raam 3e bl op de achtergevel zodat daken niet meer toegankelijk zijn ● uitbouw op 4 m van rechter perceelsgrens en +/- 8,30 m t.o.v. linker perceelsgrens opgetrokken met 3 bouwlagen en plat dak ● dakkapellen in hellend dak thv 4e bouwlaag op 5 m van de rechter perceelsgrens en op 1,40 m t.o.v. linker perceelsgrens |
Buitenaanleg ●5 dwarsparkeerplaatsen op de toegangsweg tot op een diepte van ongeveer 40 m t.o.v. de rooilijn en een dolomietpad richting de rechter perceelsgrens met daarachter een ingerichte tuinzone.
●Aansluitend aan de gelijkvloerse woongelegenheid langs de rechter zijde wordt een beperkt terras met haag voorzien tot de achtergevel.
●De zone tussen de rechter perceelsgrens en de toerit naar de ondergrondse parkeerplaats wordt van elkaar afgescheiden door een keermuur begeleid door een bomenrij en ingericht als een gemeenschappelijke tuinzone. ●Wadi met opp. 80 m² - Inhoud 22.000 l. ●Terras in tuinzone opp. 4 5m². ●Op het terreinprofiel is een vlak terrein aangegeven.
●Ter hoogte van de voorgevel zou een houten terras met een diepte van 1,50 m aangelegd worden onder het afdak van het bovenliggende terras en afgesloten van de achteruitbouwstrook door haagstructuren. ●Achteruitbouwstrook bestaande uit een wolkstructuur van wilde Buxus en 3 hoogstammige bomen met een zitmeubel.
| Buitenaanleg ●6 parkeerplaatsen aan weerszijden van een circulatieruimte met groenaanleg tussen parkeren en keermuur tot een diepte van 47,50 m t.o.v. de rooilijn deels in het verlengde van de toegangsweg in dolomiet ●grasdallen (kan ook aangewend worden als parkeerplaats) rondom de toerit naar de ondergrondse parking tot tegen de rechter perceelsgrens – aansluitend aan tuinzone van handelspand. ●Aansluitend aan de gelijkvloerse woongelegenheid langs de rechter zijde verruimd terras deels in klinkers, deels in dolomiet aansluitend tot de achterliggende grasdallen (groenzone ingenomen door verharding). ●Gemeenschappelijke tuinzone en bomenrij vervangen door klinkerverharding en dolomietverharding.
●Wadi met opp. 103,5 m² - inhoud 20.000 l met infiltratiekratten onder de wadi. ●Terras in tuinzone opp. 24 m² in bankirai. ●Terreinprofiel is aangepast: sterk glooiend terrein tussen dolomietpad en tuinzone met aanleg van keermuren op linker en rechter perceelsgrens en tussen parking en tuinzone. ●Op de klinkerverharding voor de parkeerplaatsen is ruimte voor vuilnisberging voorzien. ●Ter hoogte van de voorgevel is het houten terras met een diepte van 1,50 m vervangen door klinkerverharding. Haagstructuur is verdwenen. ●Achteruitbouwstrook in klinkers met beperktere wolkstructuur in bovengrondse plantenbak met 2 bomen en gevelbeplanting (zonder zitmeubels).
|
Ten opzichte van de eerder geweigerde omgevingsvergunning voor de regularisatie (OMV_2023112765) worden onder meer volgende wijzigingen aan de bouwwerken voorgesteld (ook al deels uitgevoerd:
● De terrassen aan de achterzijde op de 3de verdieping (4de bouwlaag) werden verwijderd en er werd een borstwering geplaatst voor de ramen.
● Op verschillende plaatsen werd balustrade geplaatst voor de ramen op de achtergevel zodat daken niet meer toegankelijk zijn.
● Ter hoogte van de achtergevel worden de hoogste verdiepingen (bouwlaag 3 grotendeels en 4 volledig) bekleed in kunstlei in halfsteensverband.
● De parkeerplaatsen in de tuinzone worden aangepast. Er zal één parkeerplaats verdwijnen (diegene diepst op het perceel. De keermuur blijft behouden maar langs de westelijke perceelsgrens is op de plaats van de laatste parkeerplaats en een deel van de circulatieruimte extra groenaanplant voorzien tussen de keermuur en de parkeerruimte.
● In de achtertuinzone wordt de gerealiseerde dolomietverharding, achter de toerit naar de ondergrondse parking, vervangen door deels steenslaggazon en deels grasdallen.
● In de voortuin wordt bijkomend vergroend door een tweede wolkstructuur met beplanting te voorzien in een bovengrondse plantenbak, door de aanplant van 2 bomen en het voorzien van gevelbeplanting.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 23 augustus 2024 tot 21 september 2024. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er 4 bezwaarschriften ingediend.
Van de 4 ingediende bezwaarschriften zijn er 3 bezwaarschriften zo goed als identiek aan elkaar zijn. De ingediende bezwaren kunnen als volgt samengevat worden:
● Er zijn verschillende opmerkingen op de door de bouwheer aangehaalde feiten in de verantwoordinsgnota. Zo worden volgende punten aangehaald:
○ het gebouw is nog niet volledig afgewerkt en wordt ook nog niet volledig verkocht/bewoond;
○ de inrit tot de kelderverdieping is onbruikbaar;
○ de parkeerzone werd niet op vraag van de mede-eigenaars aangepast;
○ door de vereniging van mede-eigenaars werd beslist om het berghok voor het tijdelijk bergen van huishoudelijk afval, te verwijderen;
○ voorafgaand aan het indienden van de regularisatieaanvraag was er geen overleg tussen bouwheer en mede-eigenaars;
○ het niet uitvoeren van het hellend dak werd niet uitgevoerd op vraag van verschillende kopers, maar werd uitgevoerd met voorbedachten rade en mits een meerprijs bij de aankoop;
○ er wordt gesuggereerd om groendaken aan te leggen om het tekort aan groen te beperken.
● Buitenaanleg:
In de weigering van een vorige regularisatie-aanvraag werd er opgemerkt dat er mits het voorzien van bijkomende terreinaanlegwerken een flauwere helling kan voorzien worden dan de vooropgestelde helling van 12,7 %. Er wordt opgemerkt dat aan deze opmerking van het college van burgemeester en schepenen niet tegemoetgekomen wordt.
De tuin werd vergund als vlakke tuin, dit wordt ook nog steeds in de renders ifv verkoop zo aangegeven.
Het ontwerp buitenaanleg is strijdig met verordening integrale toegankelijkheid. Dit voornamelijk mbt een hellingsgraad van 12,7 % en het voorzien van stapstenen tot aan het terras. Er worden vragen gesteld bij het nut van de wadi. Deze ligt op het hoogste gedeelte van het hellend terrein, waardoor voorbij gegaan wordt aan de waterbufferende werking.
● Er wordt verwezen naar de historiek van het appartementsgebouw waarbij een vergunning werd afgeleverd voor 2 bouwlagen en een hellend dak met eventueel 1 bouwlaag in het dak. De uitvoering van de dakvorm met plat dak in trapvorm zorgt ervoor dat het geheel de harmonie verstoort, zorgt voor heel wat schaduw bij de buren, veel zwaarder is dan oorspronkelijk bedoeld en niet geïntegreerd is in de omgeving. Het wijzigen van de materialisatie van de bovenste verdieping naar kleinschalige gevelbekleding wijzigt het volume niet. Er wordt niet akkoord gegaan om het metselwerk thv de achtergevel deels te wijzigen naar kunstleien. Hiervoor wordt enerzijds verwezen naar beeldkwaliteit en anderzijds verwezen naar de verkoopovereenkomst en de aankoopakte waarbij hiervan geen melding werd gemaakt. Er wordt eveneens aangegeven, gezien de aanvrager geen volledige eigenaar meer is, hij geen recht heeft om deze werken uit te voeren. Vraag om de kunstleien op de achtergevel niet te aanvaarden.
● Er zijn vragen naar de inhoud van het keuringsattest/conformiteitsattest van de RW-afvoer. Meer bepaald is het niet duidelijk of de afvoer van de terrassen vooraan ook naar de regenputten afwateren.
● Onderschoeiing thv de kelder van de naastliggende woning zorgt voor hinder bij de buren. Dit in de vorm van scheuren, waterinsijpeling en schade aan de woning.
● Er ontbreekt een degelijke dichting en isolatie tussen het appartementsgebouw en de naastliggende woning.
● Niettegenstaande er een hek voorzien werd tussen het perceel van het appartementsgebouw en de naastliggende tuin van de woning, werd er geen sleutel overhandigd en is deze ontoegankelijk door de aanleg van de beplanting.
● Onder invloed van de werken die blijven aanslepen is er in de Schoolstraat een blijvende geluidsoverlast en extra druk op het parkeren.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:
Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op de regularisatie van een appartementsgebouw zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Schoolstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
D
e voorliggende regularisatieaanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag betreft een regularisatie waarbij er functioneel geen wijzigingen worden aangebracht. Het aantal appartementen blijft behouden alsook de handelsfunctie op het gelijkvloers.
Inplanting en ruimtegebruik:
De inplanting van het appartementsgebouw blijft ongewijzigd.
Bouwvolume en gabarit:
Het hoofdvolume wordt t.o.v. de vergunde toestand wel gewijzigd.
Zo worden er 2 liftkokers voorzien die boven de (in uitvoering aangepaste nok) uitsteken tot een hoogte van 13,19 m. De nokhoogte in uitvoering heeft een hoogte van 12,39 m ipv de vergunde nokhoogte van 12,90 m. Deze aanpassing is beperkt en zorgt voor een betere aansluiting op de bestaande bebouwing. Daarnaast zijn de liftkokers nauwelijks zichtbaar vanaf het openbaar domein en zorgen ze niet voor hinder naar de omwonenden.
Het volume langs de achtergevel werd grondig gewijzigd. Zo werd het vergunde volume van 2 bouwlagen met hellende daken en geïntegreerde ruime dakuitbouw in het dakvlak, uitgevoerd deels als 4 bouwlagen met een hoofdzakelijk plat dak. Uit het advies van de GOA uit voorgaande dossiers (waarbij telkens een ongunstig advies geformuleerd werd maar niet gevolgd werd door het college van burgemeester en schepenen) blijkt dat de vergunde situatie gezien werd als een niet aanvaardbaar gabarit waarbij het voorzien van een hoofdzakelijk hellende dakvorm noodzakelijk was om een integratie te hebben in de bestaande context, de 4de bouwlaag verwijderd diende te worden en de achtergevel minder zwaar diende te zijn. Er wordt met voorliggende regularisatieaanvraag vastgesteld dat de uitgevoerde situatie nauwelijks verschilt van de geweigerde aanvraag uit 2017. In deze weigering werd reeds het overschrijden van de ruimtelijke draagkracht vastgesteld. Gezien het appartementsgebouw op 21 februari 2018 door het college van burgemeester en schepenen vergund werd, zijn heel wat elementen uit de vorige adviezen niet meer aan de orde en liggen enkel de te regulariseren elementen opnieuw ter discussie (zoals o.m de wijziging van dakvorm). Op 10 januari 2024 weigerde het college van burgemeester en schepenen een eerdere regularisatieaanvraag, onder meer door het buitenmaatse volume van 4 bouwlagen. Dit volume breekt de bestaande historische harmonie, overschrijdt de ruimtelijke draagkracht van het perceel en van de omgeving en schaadt de goede ruimtelijke ordening. In voorliggende aanvraag wordt het materiaalgebruik van de deels 3de en de 4 de bouwlaag gewijzigd in dakbedekkingsmaterialen teneinde deze bouwlagen het uitzicht van ‘dakvolumes’ te geven. Doch wijzigt dit materiaalgebruik niks aan de volume-impact van het gebouw.
Wel worden de dakterrassen aan de achtergevel op de verdieping +3 verwijderd. Door het verwijderen van de dakterrassen wordt de bruikbare bouwdiepte op de 3de bouwlaag van 15 m diepte teruggebracht naar deels 12 m en deels 12,80 m waardoor de aanvraag voor dit aspect voldoet aan de gangbaar gehanteerde normen. Hiermee wordt ook tegemoet gekomen aan de opmerkingen van de omwonenden en wordt de schending van de privacy van de omwonenden door deze dakterrassen teniet gedaan.
In de vergunde toestand werd aan de straatzijde gestreefd naar een harmonische overgang met de historische bebouwing voorzien d.m.v. een hellend dak over een afstand van 2,60 m tov de linker perceelsgrens. In de uitvoering werd deze overgang ingeperkt tot een breedte van 1 m, waarbij de rest van het dakvolume vervangen werd door een terras en plat dak. Hierbij wordt afbreuk gedaan aan de historische harmonie in het straatbeeld en ontbreekt een voldoende aansluiting op de bestaande context.
De omvorming van het dakvolume in zowel de voorgevel als de achtergevel van delen hellend dak naar een plat dak blijft als niet aanvaardbaar beoordeeld, ondanks de reeds uitgevoerde of voorgestelde ingrepen.
Verschijningsvorm:
Zowel de voor- als de achtergevel werden uitgevoerd in andere materialen dan vergund. De voorgevel werd vergund in bruin/antracietkleurige gevelsteen in combinatie met afzeliahout en wit te kaleien gevelsteen en werd uitgevoerd in bruin/antracietkleurige gevelsteen in combinatie met witte gevelsteen en thermowood te vergrijzen. Deze aanpassing heeft een beperkte, doch ruimtelijk aanvaardbare impact op de directe omgeving.
De achtergevel werd vergund in wit te kaleien gevelsteen in combinatie met zwart aluminium plaatafwerking en werd uitgevoerd in witte gevelsteen zonder combinatie met een aluminium plaatafwerking. Ook deze aanpassing is beperkt en ruimtelijk aanvaardbaar. Het nieuwe ontwerp voorziet om de hoogste verdiepingen grotendeels te bekleden met kleinschalige gevelbekleding (donkergrijze kunstleien). Niet tegenstaande een donkerkleurige materialenkeuze het geheel visueel iets beter integreert in zijn omgeving en de schaal van het gebouw wat verzacht, zorgt dit niet voor een betere integratie van het volume in de omgeving. De voorgestelde afwerking zorgt voor een horizontale geleding wat niet aansluit met de verticale gevelopbouw van de aanpalende woningen.
De dakafwerking werd eveneens uitgevoerd in andere materialen. Terwijl de voorgevel in antrazink en de achterzijde in zwarte schaliën vergund werden, werden beiden uitgevoerd in zwarte dakpannen. Een dakafwerking in zwarte dakpannen komt in de directe omgeving veelvuldig voor, waardoor deze uitvoering ruimtelijke aanvaardbaar is.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
Het hoofdvolume wordt volledig onderkelderd in functie van parkeren. Ondergronds is ruimte voor 16 parkeerplaatsen. Bovengronds werden er 5 parkeerplaatsen vergund, waardoor voldaan werd aan het gemeentelijk belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen, meerbepaald aan de norm van 1,5 parkeerplaatsen per woongelegenheid. In uitvoering werden er 7 bovengrondse parkeerplaatsen voorzien en werd het parkeren grondig gewijzigd. In de nieuwe toestand worden nu 6 bovengrondse parkeerplaatsen aangelegd.
In de Schoolstraat is langs beide zijde langsparkeren mogelijk. Een gemiddelde van 1,5 parkeerplaatsen per woongelegenheid is ruim voldoende om de eigen parkeerbehoefte op te vangen.
Gezien de centrale ligging en het publiek parkeren in de straat is het voorzien van extra parkeerplaatsen op privaat domein dan ook niet nodig. Deze extra parkeerplaats dient bijgevolg verwijderd te worden.
Groen- en omgevingsaanleg:
Inrichting achteruitbouwstrook
Het appartementsgebouw wordt overwegend op een afstand van 4,72 m tov de rooilijn ingeplant. Het ontwerp voorzag een duidelijk onderscheid tussen het geprivatiseerde terras langs de straatzijde en het semi-publieke domein.
Dit door onder meer materialisatie en groenaanplant. In de achteruitbouwzone werden 2 zitelementen voorzien. Voor wat betreft de materialisatie werd het private terras voorzien in bankirai, de semi publieke zone in zware betonklinkers.
In uitvoering werd de volledige achteruitbouwzone voorzien in klinkers, weliswaar in verschillende kleur. Uit de plannen nieuwe toestand blijkt dat er een onderscheid is voorzien in de aanleg van het soort klinkers en in legverband, zodat een onderscheid tussen het privatieve en het semi-publieke wel aanwezig is.
De voorziene zitelementen zorgen voor een gewenste verpozingsmogelijkheid en doen een positieve bijdrage aan het publieke domein. Het voorzien van de zitelementen is bijgevolg nog steeds wenselijk.
Zowel de haag, de beplanting als de hoogstammige bomen zorgen voor een groener uitzicht van het straatbeeld. Teneinde het grootschalige project te integreren in de directe omgeving blijkt de aanplant van bijkomend groen dan ook noodzakelijk. In de nieuwe toestand wordt dit ook voorzien is en is de voorziene inrichting aanvaardbaar.
Inrichting achtertuin
Daar waar in de vergunde toestand sprake was van een vlak terrein, blijkt er een hoogteverschil op het terrein aanwezig te zijn. Het terrein helt af naar de rooilijn toe waarbij de linker hoek achteraan ongeveer 1,62 m hoger ligt en de rechter hoek achteraan ongeveer 1,31 m hoger ligt dan het maaiveld op de rooilijn. Om het niveauverschil op te vangen werden keermuren geplaatst met een hoogte tussen 1,50 m en 0,75 m en werd een deel als hellend vlak aangelegd.
Achter het appartementsgebouw werd ook de verharding veel verruimd door de herinrichting van de parkeerplaatsen en de aanleg van bijkomende verharding rondom de inrit naar de ondergrondse garage. Dit betekent dat de effectieve tuinzone merkelijk beperkter wordt en dat er met circulatie en mobiliteit dieper ingesneden wordt in het terrein.
In de voorliggende regularisatieaanvraag wordt de laatste parkeerplaats verwijderd en bijkomend ingericht met groen. Door deze aanpassing komt de verharding en het parkeren nog steeds 5 m dieper op het perceel dan vergund. Aangezien volgens het belastingreglement slechts 5 bovengrondse parkeerplaatsen noodzakelijk zijn is minstens de opbraak van de 4de parkeerplaats langs de zijperceelsgrens met bijhorende circulatieverharding noodzakelijk teneinde de voorziene groenaanplant tussen de keermuur en het parkeren verder uit te breiden. Op die manier wordt voldaan aan de parkeernoodzaak en komt de verharding voor het parkeren slechts 2 m dieper op het perceel dan de oorspronkelijk vergunde situatie en kan de buitenruimte verder vergroend worden.
Het feit dat het terrein niet vlak is uitgevoerd, is technisch van aard. Het terrein is immers gekenmerkt door een natuurlijke helling waardoor het vlak maken technisch onmogelijk en niet haalbaar is. Deze bestaande context is bijgevolg het nieuwe uitgangspunt voor de herinrichting van de tuin. In de regularisatieaanvraag is voorzien in de plaatsing van deels keermuren (ter hoogte van de parkeerplaatsen en deels de zijperceelsgrenzen) en deels het realiseren van een helling in de graszone. Het plaatsen van deels keermuren lijkt technisch noodzakelijk en kan bijgevolg gevolgd worden. Door het voorzien van deels beplanting voor de keermuren zal deze keermuur weinig visuele impact hebben.
De uitgevoerde verharding is meer voorzien in waterdoorlatende materialen wat de waterhuishouding ten goede komt. De voorziene berging voor huisvuil is heel beperkt in oppervlakte en hoogte zodat deze weinig hinderlijk zal zijn en bijgevolg vergunbaar is.
Conclusie
De verschillende criteria in overweging genomen dient geconcludeerd te worden dat het ontwerp niet verenigbaar is met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Alle ingediende bezwaarschriften zijn tijdig ingediend en worden bijgevolg ontvankelijk verklaard.
Omtrent de ingediende bezwaarschriften wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:
● Er zijn verschillende opmerkingen op door de bouwheer aangehaalde feiten in de verantwoordingsnota. Zo worden volgende punten aangehaald:
○ het gebouw is nog niet volledig afgewerkt en wordt ook nog niet volledig verkocht/bewoond;
○ de inrit tot de kelderverdieping is onbruikbaar;
○ de parkeerzone werd niet op vraag van de mede-eigenaars aangepast;
○ door de vereniging van mede-eigenaars werd beslist om het berghok voor het tijdelijk bergen van huishoudelijk afval te verwijderen;
○ voorafgaand aan het indienden van de regularisatieaanvraag was er geen overleg tussen bouwheer en de mede-eigenaars;
○ het niet uitvoeren van het hellend dak werd niet uitgevoerd op vraag van verschillende kopers, maar werd uitgevoerd met voorbedachten rade en mits een meerprijs bij de aankoop;
○ suggestie om groendaken aan te leggen om het tekort aan groen te beperken.
Ongegrond.
Er wordt notie genomen van deze opmerkingen, doch deze zijn voornamelijk van burgerrechtelijke aard en hebben geen impact op de inhoud van de regularisatieaanvraag.
● In de weigering van een vorige regularisatieaanvraag werd er opgemerkt dat er mits het voorzien van bijkomende terreinaanlegwerken een flauwere helling kan voorzien worden dan de vooropgestelde helling van 12,7 %. Er wordt opgemerkt dat aan deze opmerking van het CBS niet tegemoetgekomen wordt.
Gegrond.
Het terrein is gekenmerkt door een natuurlijke helling die op het terrein zelf opgevangen dient te worden. De tuinzone ligt 0,70 m tot 1,52 m hoger dan de voorliggende verharding. Het bestaande maaiveld dient steeds het uitgangspunt te vormen bij herinrichtingswerkzaamheden teneinde ook de impact op aanpalende percelen te gaan beperken. Aan de toegankelijkheid van de gemeenschappelijke groenzone worden in huidig dossier geen aanpassingen uitgevoerd. Dit was, obv vroeger geformuleerde opmerkingen, noodzakelijk.
● Buitenaanleg:
De tuin werd vergund als vlakke tuin, dit wordt ook nog steeds in de renders ifv verkoop zo aangegeven.
In de weigering van de vorige regularisatieaanvraag werd opgemerkt dat er mits het voorzien van bijkomende terreinaanlegwerken een flauwere helling kan voorzien worden dan de vooropgestelde helling van 12,7 %. Er wordt opgemerkt dat aan deze opmerking van het CBS niet tegemoetgekomen wordt.
Het ontwerp buitenaanleg is strijdig met verordening integrale toegankelijkheid. Dit voornamelijk mbt een hellingsgraad van 12,7 % en het voorzien van stapstenen tot aan het terras. Er worden vragen gesteld bij het nut van de wadi. Deze ligt op het hoogste gedeelte van het hellend terrein, waardoor voorbij gegaan wordt aan de waterbufferende werking.
Gegrond.
Aan de toegankelijkheid van de gemeenschappelijke groenzone worden in huidig dossier geen aanpassingen uitgevoerd. Dit was, obv vroeger geformuleerde opmerkingen, noodzakelijk. Om de effectieve werking van de wadi te kunnen controleren ontbreekt informatie (doorsnede, diepte en aansluiting op de regenwaterput niet aangegeven). Het afgeleverde keuringsattest werd opgemaakt obv facturen en niet obv terreincontrole, waardoor dit geen duiding geeft over de werking van de wadi.
● Er wordt niet akkoord gegaan om het metselwerk thv de achtergevel deels te wijzigen naar kunstleien. Hiervoor wordt enerzijds verwezen naar beeldkwaliteit en anderzijds verwezen naar de verkoopovereenkomst en de aankoopakte waarbij hiervan geen melding werd gemaakt. Er wordt eveneens aangegeven, gezien de aanvrager geen volledige eigenaar meer is, hij geen recht heeft om deze werken uit te voeren. Vraag om de kunstleien op de achtergevel niet te aanvaarden.
Deels gegrond en deels ongegrond:
Gegrond voor wat de bijdrage aan de beeldkwaliteit betreft, ongegrond voor wat de eigendomsstructuur betreft gezien dit van burgerrechtelijke aard is.
Het volume van het gebouw werd niet conform de afgeleverde omgevingsvergunning uitgevoerd. Door het wijzigen van het materiaalgebruik wijzigt het volume van het pand niet. (zie goede ruimtelijke ordening)
● Er zijn vragen naar de inhoud van het keuringsattest/conformiteitsattest van de RW-afvoer. Meer bepaald is het niet duidelijk of de afvoer van de terrassen vooraan ook naar de regenputten afwateren.
Gezien het afgeleverde keuringsattest werd opgemaakt obv facturen en niet obv terreincontrole kan op basis van de informatie uit het dossier niet achterhaald worden waar de afwatering van de terrassen op aangesloten worden zodat geen uitspraak gedaan kan worden over de gegrondheid van het bezwaar. Wel is duidelijk dat vervuild water aangesloten moet worden op de vuilwaterafvoer.
● Er wordt verwezen naar de historiek van het appartementsgebouw waarbij een vergunning werd afgeleverd voor 2 bouwlagen en een hellend dak met eventueel 1 bouwlaag in het dak. De uitvoering van de dakvorm met plat dak in trapvorm zorgt ervoor dat het geheel de harmonie verstoord, zorgt voor heel wat schaduw bij de buren, veel zwaarder is dan oorspronkelijk bedoeld en niet geïntegreerd is in de omgeving. Het wijzigen van de materialisatie van de bovenste verdieping naar kleinschalige gevelbekleding wijzigt het volume niet.
Gegrond.
Door de wijziging bij uitvoering van hellende daken naar platte daken is het gebouw qua schaal en verschijningsvorm niet langer integreerbaar in zijn omgeving. (zie ook toetsing goede ruimtelijke ordening). Het wijzigen van het materiaalgebruik heeft geen impact op het volume van het pand. (zie ook toets goede ruimtelijke ordening).
● Onderschoeiing thv de kelder van de naastliggende woning zorgt voor hinder bij de buren. Dit in de vorm van scheuren, waterinsijpeling en schade aan de woning.
Ongegrond.
Dit onderdeel is van burgerrechtelijke aard en heeft geen impact op de inhoud van de regularisatieaanvraag.
● Er ontbreekt een degelijke dichting en isolatie tussen het appartementsgebouw en de naastliggende woning.
Ongegrond.
Het appartementsgebouw werd voor wat betreft de dichting en isolatie uitgevoerd conform de vergunde plannen.
● Niettegenstaande er een hek voorzien werd tussen perceel van het appartementsgebouw en de naastliggende tuin van de woning, werd er geen sleutel overhandigd en is deze ontoegankelijk door de aanleg van de beplanting.
Ongegrond.
Dit betreft een opmerking van burgerrechtelijke aard.
● Onder invloed van de werken die blijven aanslepen is er in de Schoolstraat een blijvende geluidsoverlast en extra druk op het parkeren.
Ongegrond.
Werken brengen altijd tijdelijk meer hinder met zich mee. Gezien de tijdelijke aard is dat verwaarloosbaar.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het WEIGEREN van de omgevingsvergunning aan Jean Degezelle namens D.H.C. NV gevestigd Jagershoek 14 te 8570 Anzegem, voor het regulariseren appartementsgebouw, op een perceel gelegen Schoolstraat 27, 29 en 31 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1287 A.
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.21. OMV 2024_119 - Stationsstraat 94 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het renoveren van gevel en dak, vervangen van buitenschrijnwerk, op een perceel gelegen Stationsstraat 94 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 79 R2 aangevraagd door Gijs Dumelie - Annelien Verhelst wonende Stationsstraat 94 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 14 november 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● De ramen van de drieluiken mogen vernieuwd worden, maar het uitzicht van de originele raamindeling (zowel de verticale ritmering als de boogramen) dient behouden te blijven.
● De zijgevels moeten afgewerkt worden met een steenstrip die qua kleurtint en metselwerkverband aansluit op de voorgevel van het erfgoedpand.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, De Gavers vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2016.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 september 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een werkplaats
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 maart 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een overdekte losplaats
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 463 m² en is gelegen langs de Stationsstraat op ongeveer 575 m ten zuidwesten van de kern van Deerlijk. De Stationsstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. Het wonen bestaat er bijna uitsluitend uit eengezinswoningen. De aanvraag heeft betrekking op een pand dat opgenomen is in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, “Burgerhuis van 1938”.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de zij- en achtergevel van de woning te isoleren. Er wordt een laag van 14 cm isolatie aangebracht op de gevels. Bovenop de isolatie wordt een rode crepi met baksteenmotief aangebracht. Achteraan de woning wordt de bestaande schoorsteenuitbouw gesloopt. Er wordt een nieuwe schoorsteen geplaatst op een afstand van 60 cm van de achtergevel. Op het dak van het hoofdvolume wordt nog een tweede schoorsteen verwijderd. Op de linkerzijgevel van de woning wordt het dak opgemetst om gelijk te lopen met de hoeken van het dak. Ook op de rechterzij- en achtergevel zal dit gebeuren. Het dak wordt volledig gerenoveerd. In de rechterzijgevel wordt een nieuwe raamopening gemaakt met een hoogte van 1,27 m en een breedte van 1,75 m. In de voorgevel van de woning wordt het schrijnwerk vervangen door nieuw zwart PVC schrijnwerk.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.
De provinciale dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 25 september 2024. De adviesinstantie bracht op 9 oktober geen advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Voorliggende aanvraag betreft louter gevel- en dakrenovatiewerken + het vervangen van de buitenschrijnwerken. Er zijn dus geen nadelige effecten te verwachten op het bestaande watersysteem.
De intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst werd om advies verzocht op 22 oktober 2024. De adviesinstantie bracht op 12 november een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
“Ontwikkelingsprofiel
Het pand is gelegen in de historische kern van Deerlijk. De historische kern van Deerlijk plooit zich rond de centrale ruggengraat van de Hoogstraat en de Schoolstraat - Harelbekestraat. Dit gebied kenmerkt zich door een bonte menging van hedendaagse en historische bebouwing, van verschillende stijlen. In dit gebied is de aaneengesloten bebouwing met variabele dakhoogtes en een ritmisch gevelverloop een te koesteren eigenschap. Bovendien bevinden zich in het centrum heel wat art deco gebouwen die een beeldbepalend karakter dragen.
De onmiddellijke omgeving
In de onmiddellijke omgeving zijn er langsheen de Stationsstraat voornamelijk eengezinswoningen aanwezig, overwegend in baksteenarchitectuur. Het overgrote deel van de woningen bestaat uit 2 bouwlagen en een hellend dak evenwijdig met de straat. In de nabije omgeving zijn er ook enkele panden met erfgoedwaarde, voornamelijk burger- en dorpswoningen.
Het gebouw
Het gebouw is een getuige van een voormalig art-deco burgerhuis van ca. 1938. De beschrijving uit de inventaris bouwkundig erfgoed is eerder beknopt en somt verschillende erfgoedkenmerken op:
Opvallende burgerwoning volgens de kadastrale gegevens van 1938 en aanknopend bij de late art deco, gesigneerd "MICH. DELRUE ARCHITEKT WEVELGEM". Enkelhuis getypeerd door de gevelbrede doorgetrokken erker op de bovenverdieping. Typerende afgeronde bepleisterde en geschilderde pilaster met summier "kapiteel".
De gebruikswaarde van het pand is door zijn oppervlakte en volume hoog.
De culturele en belevingswaarde van het pand is hoog door zijn ligging langs een invalsweg, schaalgrootte, gevelbreedte en – ritmiek. Het pand is goed zichtbaar van op het openbaar domein en bepaalt mee de beleving van de historische kern van Deerlijk.
Locus- of contextwaarde
Het pand heeft een hoge locuswaarde.
Een hoge locuswaarde vertegenwoordigt de gebouwen waarvan de erfgoedwaarde zeer hoog is en die behouden moeten worden. Deze gebouwen worden niet gesloopt, behoudens in uitzonderlijke omstandigheden. Dit kan enkel het geval zijn bij panden waar de intrinsieke waarde ondergeschikt is aan de omgevings- of ruimtelijke structuurwaarden. Vernieuwbouw zal in dergelijke gevallen altijd moeten afgestemd zijn op het behoud van het oorspronkelijke gevelbeeld en erfgoedwaarde. Respect voor erfgoedwaarde primeert in architectuur en materiaalgebruik. Bij uitbreiding moet het nieuw gedeelte op architecturaal aanvaardbare wijze afgestemd zijn op het erfgoedpand. De erfgoedtoets is vereist: de stedenbouwkundig ambtenaar vraagt indien nodig advies aan de kwaliteitscommissie bouwkundig erfgoed bij aanvragen voor grondige verbouwingen.
Advies ontwerp
Het voorgestelde ontwerp omvat de gevel- en dakrenovatie en het vervangen van buitenschrijnwerk.
Hierbij wordt het houten buitenschrijnwerk vervangen door blauwgrijze pvc-ramen, de keramische vensterbanken blijven ongewijzigd. Ter hoogte van de gesloten rechter zijgevel wordt er een bijkomende raamopening gemaakt.
De aanvrager voorziet het isoleren aan de buitenzijde van de rechter- en linker zijgevel en de achtergevel én afgewerkt met een rode gevelbepleistering met baksteenmotief waarbij de kleur en textuur worden afgestemd op deze van het parament van de voorgevel. De bestaande ruitenleienbekleding wordt op de linker kavelgrens gesloopt ter hoogte van de tweede en derde bouwlaag.
Het dak wordt geïsoleerd en de zij- en achtergevel worden plaatselijk opgetrokken (ca. 35 cm) om voldoende afwateringshelling te kunnen realiseren. De schoorsteenuitbouwen op de rechter- en achtergevel worden gesloopt.
In de projectaanvraag wordt de raamindeling ingrijpend aangepast door het nieuwe buitenschrijnwerk, waarbij de bestaande verticale ritmering verloren gaat. De karakteristieke boogramen, typerend voor de Art Deco-stijl, zouden worden voorzien van plaatmateriaal. Bovendien wordt in het buitenschrijnwerk een combinatie van pvc en aluminium toegepast, wat afbreuk doet aan de oorspronkelijke uitstraling. Om deze redenen wordt als voorwaarde gesteld dat de originele raamindeling behouden moet blijven, waarbij zowel de verticale structuur als de boogramen worden gerespecteerd om het oorspronkelijke karakter van het Art-Deco erfgoedpand te waarborgen.
Verder zijn er vragen over de beeldkwaliteit van het voorgestelde pleisterwerk met baksteenmotief op de zijgevels. Er zijn geen referentiebeelden van het materiaal toegevoegd bij de aanvraag. Aangezien deze werken zichtbaar zijn vanaf het openbaar domein en de visuele impact hoog is, wordt als voorwaarde gesteld dat de afwerking moet worden uitgevoerd met steenstrips in een tint en metselverband die overeenkomen met de bestaande bakstenen muur.
De plaatselijke ophoging van de zij- en achtergevel is beperkt (circa 35 cm) en heeft een minimale visuele impact op het algemene uiterlijk van de woning.
Conclusie
Overwegende dat:
- het erfgoedpand een hoge locuswaarde heeft;
- de ingreep qua volume beperkt is;
- de woonfunctie behouden blijft;
wordt de aanvraag tot de gevel- en dakrenovatie en het vervangen van buitenschrijnwerk voorwaardelijk gunstig geadviseerd:
○ De originele raamindeling dient behouden te blijven, waarbij zowel de verticale ritmering als de boogramen worden gerespecteerd om het oorspronkelijke karakter van het Art-Deco erfgoedpand te waarborgen.
○ Vanwege de visuele impact ter hoogte van de zijgevels door gebruik van crepi, dient de nieuwe gevelbekleding uitgevoerd te worden in steenstrips die dezelfde kleurtint en hetzelfde metselwerkverband hebben als de bestaande bakstenen muur.”
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan De Gavers.
Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de bestemming, inplanting, hoogtes niet wijzigen. De aanvraag betreft enkel het renoveren van de gevel, het dak en het wijzigen van het buitenschrijnwerk.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Stationsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen wordt ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Erfgoedtoets
Het gebouw waaraan de werken voorzien worden, is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed "Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen: Gemeente Deerlijk" zoals opgemaakt door de Vlaamse Overheid en wordt als volgt beschreven:
“Opvallende burgerwoning volgens de kadastrale gegevens van 1938 en aanknopend bij de late art deco, gesigneerd "MICH. DELRUE ARCHITEKT WEVELGEM". Enkelhuis getypeerd door de gevelbrede doorgetrokken erker op de bovenverdieping. Typerende afgeronde bepleisterde en geschilderde pilaster met summier "kapiteel".”
Het pand heeft een hoge locuswaarde. Voor de erfgoedtoets wordt verwezen naar het advies van de intergemeentelijke erfgoeddienst.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.
Inplanting, ruimtegebruik bouwvolume en gabarit:
De inplanting van de woning op de rooilijn blijft ongewijzigd. Er wordt geen uitbreiding van de woning voorzien. Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit ongewijzigd, er worden enkel interne verbouwingswerken uitgevoerd.
Verschijningsvorm:
De ramen in de voorgevel wijzigen. De typerende drieluiken zullen volledig verdwijnen bij deze aanvraag en kunnen niet toegelaten worden. Ook het aanbrengen van het aluminium plooiwerk zal het uitzicht van het erfgoedpand drastisch veranderen. Dit wordt dan ook uit de vergunning geschrapt. De drieluiken mogen vernieuwd worden, maar het uitzicht van het pand dient behouden te worden. De zijgevels worden geïsoleerd en afgewerkt met een rode crepi waarin een baksteenmotief wordt aangebracht. Dit zal echter zorgen voor een drastische wijziging van de woning. Men wil met de crepi aansluiten op het parament van de bestaande voorgevel. Om dit te realiseren wordt beter met een rode steenstrip gewerkt. Dit wordt dan ook als voorwaarde opgelegd. Het raam in de zijgevel zal van op de openbare weg beperkt zichtbaar zijn waardoor dit aanvaard kan worden.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. Ten gevolge van de geplande werken kan een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen.
Groen- en omgevingsaanleg:
Er worden geen aanpassingen gedaan aan de groen- en omgevingsaanleg van het perceel.
Conclusie
Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Intergemeentelijke onroerend erfgoeddienst
Het advies van het IOED is voorwaardelijk gunstig. In het advies worden volgende voorwaarden voorgesteld:
● De originele raamindeling dient behouden te blijven, waarbij zowel de verticale ritmering als de boogramen worden gerespecteerd om het oorspronkelijke karakter van het Art-Deco erfgoedpand te waarborgen.
● Vanwege de visuele impact ter hoogte van de zijgevels door gebruik van crepi, dient de nieuwe gevelbekleding uitgevoerd te worden in steenstrips die dezelfde kleurtint en hetzelfde metselwerkverband hebben als de bestaande bakstenenmuur.”
Gelet op de hoge locuswaarde van het pand, op de expertise van de adviesinstantie en het beperken van de impact van de werken op de erfgoedkenmerken wordt voorgesteld de motivatie te volgen en de voorwaarden over te nemen bij afgifte van de vergunning.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Gijs Dumelie - Annelien Verhelst wonende Stationsstraat 94 te 8540 Deerlijk, voor het renoveren van gevel en dak, vervangen van buitenschrijnwerk, op een perceel gelegen Stationsstraat 94 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 79 R2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● De ramen van de drieluiken mogen vernieuwd worden, maar het uitzicht van de originele raamindeling (zowel de verticale ritmering als de boogramen) dient behouden te blijven.
● De zijgevels moeten afgewerkt worden met een steenstrip die qua kleurtint en metselwerkverband aansluit op de voorgevel van het erfgoedpand.
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.22. OMV 2024_123 - Vinkenlaan 10 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het isoleren van het plat dak en de gevels, op een perceel gelegen Vinkenlaan 10 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 348 L, aangevraagd door mevrouw Chana Callens wonende Vinkenlaan 10 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 13 november 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● Het wit geschilderde gedeelte boven het raam op de gelijkvloerse verdieping wordt afgewerkt met witte crepi.
● Boven de voordeur waar nu donkergrijze afwerkingspanelen aanwezig zijn wordt donkergrijze crepi aangebracht.
● Naast het gelijkvloerse raam dienen rood-bruine steenstrips geplaatst te worden.
● De crepi op de achtergevel moet in dezelfde witte kleur aangebracht worden als de andere achtergevels.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20 januari 2006) in een stedelijk woongebied.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 mei 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 16 woningen met garagegroep (type 1), 6 woningen (type 2) en 14 woningen met garage (type B).
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 135 m² en is gelegen langs de Vinkenlaan op ongeveer 1025 m ten noordoosten van de kern van Deerlijk. De Vinkenlaan is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen. Het perceel is bebouwd met een aaneengesloten ééngezinswoning. De woning bestaat uit twee bouwlagen en een plat dak, heeft een breedte van 6,2 m en een nokhoogte van 5,7 m. De onderste helft van de woning is afgewerkt met rood bruin metselwerk. De bovenkant bestaat uit wit geschilderd metselwerk. De rechterkant van de gevel is afgewerkt met donkergrijze afwerkingspanelen.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de voorgevel, de achtergevel en het dak te isoleren en af te werken. Op de bestaande gevels wordt een laag van 12 cm isolatie aangebracht. Daarbovenop wordt een laag van 2 cm grijze crepi aangebracht. Onderaan wordt de woning voorzien van een arduinplint. Het dak van de woning wordt geïsoleerd met een laag van 12 cm en afgewerkt met epdm.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden op 3 oktober 2024 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, meerbepaald aan de voorschriften van het stedelijk woongebied.
In deze zone gelden de voorschriften van Art. 7.1. stedelijk woongebied, waarbij §1 als volgt luidt:
Het gebied is bestemd voor wonen, openbare groene en verharde ruimten en aan het wonen verwante voorzieningen. Onder aan het wonen verwante voorzieningen worden verstaan: handel, horeca, bedrijven, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, kantoren en diensten, parkeer- en openbaar vervoervoorzieningen, openbare groene en verharde ruimten, socio-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen.
Het gevraagde is in overeenstemming met het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gezien de aanvraag betrekking heeft op het isoleren van een ééngezinswoning.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vinkenlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het isoleren van het dak en de voor- en achtergevel van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.
Inplanting en ruimtegebruik:
De inplanting van de woning op de rooilijn wijzigt door de isolatie. Hierdoor zal de woning zo’n 14 cm over de rooilijn komen. Het ruimtegebruik op het perceel blijft ongewijzigd.
Bouwvolume en gabarit:
Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit ongewijzigd, er wordt enkel dakisolatie aangebracht, maar dit zorgt niet voor een significante verhoging van het dak. Voor het overige blijft het bouwvolume ongewijzigd.
Verschijningsvorm:
De voorgevel zal wijzigen door het metselwerk te vervangen door een wit-grijze crepi. Het plaatsen van de crepi over de volledige voorgevel zal echter zorgen voor een doorbreking van de eenheid van de woningen. De woning maakt immers deel uit van een rij van 8 woningen die allen eenzelfde voorgevelafwerking hebben en bijgevolg op heden een eenheid vormen. Op de plek waar momenteel wit geschilderd metselwerk terug te vinden is, mag een witte crepi aangebracht worden gezien de kleur aansluiten de eenheid bijgevolg behouden blijft. De oppervlakte boven de voordeur waar momenteel donkergrijze afwerkingspanelen aan bevestigd zijn dient afgewerkt te worden met een donkergrijze crepi. Waar momenteel het rood-bruin metselwerk aanwezig is, dient de aangevraagde crepi vervangen te worden door rood-bruine steenstrips. Deze beide aanpassingen zijn noodzakelijk om de eenheid te bewaren. De aangevraagde crepi op de achtergevel dient uitgevoerd te worden in dezelfde witte kleur als de achtergevels van de naastliggende woningen. Deze aanpassingen worden dan ook als voorwaarde opgelegd om het geheel van de woningen te behouden en de aanvraag qua verschijningsvorm te laten aansluiten op de omgeving en te zorgen voor een visuele integratie.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.
Groen- en omgevingsaanleg:
De aanvraag voorziet geen wijzigingen in de groen- en omgevingsaanleg.
Conclusie
Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheden: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Chana Callens wonende Vinkenlaan 10 te 8540 Deerlijk, voor het isoleren plat dak en gevels, op een perceel gelegen Vinkenlaan 10 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 348 L, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● Het wit geschilderde gedeelte boven het raam op de gelijkvloerse verdieping wordt afgewerkt met witte crepi.
● Boven de voordeur waar nu donkergrijze afwerkingspanelen aanwezig zijn wordt donkergrijze crepi aangebracht.
● Naast het gelijkvloerse raam dienen rood-bruine steenstrips geplaatst te worden.
● De crepi op de achtergevel moet in dezelfde witte kleur aangebracht worden als de andere achtergevels.
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.23. OMV 2024_135 - Vredeplein 15 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een woning, op een perceel gelegen Vredeplein 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 149 D aangevraagd door Emma Tremerie - Wannes Vanhoutte wonende Oudenaardestraat 29 te 8570 Anzegem.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 7 november 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 maart 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 34 volkswoningen.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 maart 1986 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een prefab tuinhuis achter zijn woning
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 3 december 1969 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een ondergrondse mazouttank van 5 000 l.
● milieuvergunning afgeleverd op 1 juli 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een ondergrondse stookolietank van 5 000 l.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 520 m² en is gelegen langs het Vredeplein op ongeveer 510 m ten noordwesten van de kern van Sint-Lodewijk. Het Vredeplein is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving is residentieel van karakter. Het wonen bestaat er bijna uitsluitend uit eengezinswoningen. Het perceel is bebouwd met een halfopen woning bestaande uit twee bouwlagen en een hellend dak. Het hoofdvolume van de woning heeft een breedte van 5,90 m en een diepte van 8,50 m. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,10 m en de nokhoogte 6,40 m. Naast de woning, op 5 m van de rooilijn, is een nevenvolume terug te vinden met een breedte van 3,30 m en een diepte van 14,10 m. Dit volume heeft een hoogte van 2,50 m. Achter de woning, op 22 m van de rooilijn, is een tuinberging met een oppervlakte van 14 m² terug te vinden.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning. De uitbreiding bevindt zich achteraan de woning, op een afstand van min. 4,62 m tov de rechter kavelgrens. De uitbreiding heeft een breedte van 2,18 m op een diepte van 10,18 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 2,6 m. Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft rode gevelbekleding met EPDM dakbedekking en wit PVC buitenschrijnwerk. Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een garage, inkom, zithoek, leefruimte, keuken en berging/bijkeuken. Op het verdiep worden 3 slaapkamers en een badkamer voorzien .
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:
Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen en uitbreiden van de woning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat het Vredeplein een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. De voorliggende aanvraag betreft een beperkte uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het uitbreiden van een eengezinswoning. De functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.
Inplanting, ruimtegebruik, bouwvolume en gabarit:
De inplanting van de woning op de rooilijn blijft ongewijzigd. De uitbreiding bevindt zich in de oksel van de woning en het nevenvolume naast de woning. De uitbreiding heeft een beperkte oppervlakte van 3,74 m² en wordt op reeds bestaande verharding geplaatst. De uitbreiding zal 10 cm hoger komen dan het nevenvolume (2,60 m tov. 2,50 m). Gezien de ligging, die niet zichtbaar is vanop de openbare weg is deze hoogte dan ook aanvaardbaar.
Verschijningsvorm:
De voorgevel blijft ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld. De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik (metselwerk) binnen de bestaande bebouwing.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. Ten gevolge van de geplande werken kan een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen.
Groen- en omgevingsaanleg:
De uitbreiding voorziet geen inname van de tuinzone en wordt geplaatst op de reeds bestaande terras. Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Emma Tremerie - Wannes Vanhoutte wonende Oudenaardestraat 29 te 8570 Anzegem, voor het verbouwen van een woning, op een perceel gelegen Vredeplein 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 149 D.
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.24. OMV 2024.151 - OMV_2024086434 - Vichtesteenweg 135 - beslissing Deputatie - aktename
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing over de melding van overname, ingediend door NV Kuweit Petroleum.
Het betreft een aanvraag tot het volledig overnemen van een vergunde exploitatie, namelijk een tankstation en carwash, op een perceel gelegen Vichtesteenweg 135, 8540 Deerlijk, kadastraal gekend sectie B nrs 1277A en 1277B.
Motivering
De Deputatie verleende op 9 februari 2023 een vergunning aan BVBA Bruyneel voor het verder exploiteren en wijzigen van een tankstation en carwash voor een termijn van
onbepaalde duur.
Op 12 juli 2024 werd een meldingsdossier ingediend met de vraag tot volledige overname van de exploitatie.
CONCLUSIE en BESLUIT
Op 24 oktober 2024 heeft de Deputatie van de provincie West-Vlaanderen de volgende beslissing genomen: aktename.
De inrichting blijft onderworpen aan de vroeger opgelegde en thans toepasselijke
vergunningsvoorwaarden.
De Deputatie actualiseert het vergunningsbesluit voor wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit gelegen Vichtesteenweg 135, 8540 Deerlijk als gevolg van de melding van de overdracht door NV KUWAIT PETROLEUM (Belgium), tegenover BVBA BRUYNEEL.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
○ Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de beslissing van de Deputatie van de provincie West-Vlaanderen.
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.25. Inname openbaar domein - kennisname
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.26. Premie kernversterkende handelsinitiatieven - Midzomerweekend 2024 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om goedkeuring te verlenen voor de financiële ondersteuning van midzomerweekend 2024 binnen het premiereglement kernversterkende handelsinitiatieven.
Motivering
Het midzomerweekend, dat dit jaar doorging op 21, 22 en 23 juni 2024, biedt alle Deerlijkse handelszaken de kans om koopjes aan te bieden en hun openingsuren uitzonderlijk uit te breiden. Unizo Deerlijk zet hiervoor een promocampagne op, onder andere via banners op invalswegen, sociale media en lokale pers. Op zondagavond eindigde de midzomer met een sfeervolle midzomermarkt in het centrum.
Bij de realisatie van dit initiatief vraagt Unizo Deerlijk het college van burgemeester en schepenen goedkeuring om beroep te mogen doen op de financiële ondersteuning die het premiereglement kernversterkende handelsinitiatieven ter beschikking stelt. Met deze premie wil de gemeente Deerlijk het opzetten van commerciële initiatieven, met het oog op het verhogen van de aantrekkingskracht en beleving van de handelskern(en) in de gemeente, stimuleren.
De dienst lokale economie beoordeelt de aanvraag als volgt:
● Ingezonden kosten die wel goed te keuren zijn voor financiële ondersteuning wegens het passen binnen de categorie 'visuele promotie' van het reglement:
○ Promopaneel ter waarde van 151,86 euro
○ Aftermovie ter waarde van 1.203,95 euro
○ Advertentie info Deerlijk ter waarde van 193,30 euro
○ Accordeon ter waarde van 200,00 euro
○ Herasdoeken ter waarde van 566,28 euro
● Ingezonden kosten die niet goed te keuren zijn voor financiële ondersteuning wegens het niet passen binnen de voorwaarden van het reglement:
○ Stand BJP GROEP ter waarde van 220,00 euro
○ Uitleendienst ter waarde van 122,50 euro
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Premiereglement ondersteunende handelsinitiatieven, zoals goedgekeurd op de gemeenteraad van 27 mei 2021
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
De premie bedraagt 50 % van de kosten waarvoor een premie kan aangevraagd worden. Dat wil zeggen, voor 1 euro die door de aanvrager wordt uitgegeven, wordt vanuit de gemeente een premie van 0,50 euro gegeven. De totaalsom van deze aanvraag bedraagt 2.315,39 euro, waarvan de helft oftewel 1.157,70 euro via de premie gefinancierd zal worden.
Raming of bedrag | 1.157,70 euro |
Actie | Premie kernversterkende handelsinitiatieven |
Jaarbudgetrekening | 2024/A-7.4.2/0590-01/64900000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de financiële ondersteuning goed te keuren.
De premie wordt, uiterlijk 60 dagen na de goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen, voorzien door overschrijving op het rekeningnummer van Middenstand Deerlijk vzw BE68 4635 1781 1134.
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.27. Premie kernversterkende handelsinitiatieven - Koop Bij Mij 2024 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om goedkeuring te verlenen voor de financiële ondersteuning van "Koop Bij Mij" binnen het premiereglement kernversterkende handelsinitiatieven.
Motivering
De "Koop Bij Mij"-actie, die plaatsvond in mei 2024, bood de klanten per aankoop een tombolabiljet aan, in elk van de deelnemende handelszaken. Unizo Deerlijk zette hiervoor een promotiecampagne op, onder andere via banners op invalswegen.
Bij de realisatie van dit initiatief vraagt Unizo Deerlijk het college van burgemeester en schepenen goedkeuring om beroep te mogen doen op de financiële ondersteuning die het premiereglement kernversterkende handelsinitiatieven ter beschikking stelt. Met deze premie wil de gemeente Deerlijk het opzetten van commerciële initiatieven, met het oog op het verhogen van de aantrekkingskracht en beleving van de handelskern(en) in de gemeente, stimuleren.
De dienst lokale economie beoordeelt de aanvraag als volgt:
● Ingezonden kosten die wel goed te keuren zijn voor financiële ondersteuning wegens het passen binnen de categorie 'visuele promotie' van het reglement:
○ A4 houders toonbank ter waarde van 505,29 euro;
○ affiches ter waarde van 44,65 euro;
○ herasdoeken ter waarde van 303,54 euro;
○ tickets ter waarde van 1.448,66 euro.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Premiereglement ondersteunende handelsinitiatieven, zoals goedgekeurd op de gemeenteraad van 27 mei 2021
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
De premie bedraagt 50 % van de kosten waarvoor een premie kan aangevraagd worden. Dat wil zeggen, voor 1 euro die door de aanvrager wordt uitgegeven, wordt vanuit de gemeente een premie van 0,50 euro gegeven. De totaalsom van deze aanvraag bedraagt 2.302,14 euro, waarvan de helft oftewel 1.151,07 euro via de premie gefinancierd zal worden.
Raming of bedrag | 1.151,07 euro |
Actie | Premie kernversterkende handelsinitiatieven |
Jaarbudgetrekening | 2024/A-7.4.2/0590-01/64900000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de financiële ondersteuning goed te keuren.
De premie wordt, uiterlijk 60 dagen na de goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen, voorzien door overschrijving op het rekeningnummer van Unizo Deerlijk BE76 4635 3544 2195.
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.28. Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.29. Grafconcessie - voortijdige beëindiging - goedkeuring
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
C.30. Subsidies Iedereen Digitaal & Digiproof - goedkeuring verlenging - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de goedkeuring tot verlenging met 6 maanden, van de projecten Iedereen Digitaal en Digiproof.
Motivering
Op 12 november 2024 ontving de gemeente volgend bericht van Agentschap Binnenlands Bestuur Vlaanderen:
“De aanvraag tot verlenging van de subsidie ‘uitrol e-inclusiebeleid’ met 6 maand werd goedgekeurd.
In bijlage vind je de volgende documenten:
● Het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging waarin de maximale einddatum werd gewijzigd (naar 30 juni 2025), alsook de datums voor de financiële verantwoording (door de code ABB_IED_DIG_UITROL op te nemen in de jaarrekeningen van 2022, 2023, 2024 en 2025) en functionele verantwoording naar 30 juni 2026.
● Het ministerieel besluit tot wijziging waarin specifiek wordt vermeld dat de subsidieperiode wordt verlengd naar 30 juni 2025 van de opgesomde lokale besturen.
● Het originele besluit van de Vlaamse Regering van 2022 en het originele ministerieel besluit van 2022 kunnen jullie vinden op onze website.”
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen. De verlenging heeft louter betrekking op de verlenging van de projectduur. Er komen geen extra middelen bij om de doelstellingen na te komen. Er komen tijdens de verlenging van de projectduur ook geen extra doelstellingen bij.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de goedgekeuring tot verlenging van de projecten DIGIPROOF en Iedereen Digitaal.
Zitting van CBS van 20 NOVEMBER 2024
D.1. OMV VK_2024_4 - Generaal Deprezstraat 2E, 2F en Pontstraat 18 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de omgevingsvergunning te behandelen voor het aanvragen van een nieuwe verkaveling, op een perceel gelegen Generaal Deprezstraat 2E, 2F en Pontstraat 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 119 S, aangevraagd door mevrouw Monique Van Eeckhout wonende Pontstraat 18 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 15 november 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich grotendeels in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing op een deel van het perceel (10 m op 10 m in de zuidoostelijke hoek) en werden voor dit deel vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is deels (10 m op 10 m in de zuidoostelijke hoek) gelegen binnen de grenzen van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Gavers, goedgekeurd op 26 mei 2016 met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties en overdrukzone private oprit.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is grotendeels gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Gavers, wijziging C, goedgekeurd op 24 maart 1999 met als bestemming zone voor wonen, eengezinswoningen als halfopen of open bebouwing.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het BPA en het gemeentelijk RUP zijn van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften van het BPA.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023.
● Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.
● Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 maart 1981 door het college van burgemeester en schepenen voor het afbreken van een woning.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 maart 1983 door het college van burgemeester en schepenen voor het graven van een vijver (+/- 350 m², 3 m diepte).
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 mei 1984 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning met praktijk.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 oktober 2002 door het college van burgemeester en schepenen voor het vellen van een hoogstammige boom.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Vervallen verkaveling
Op het perceel werd op 22 juli 2009 een verkavelingsvergunning afgeleverd. Deze verkaveling is vervallen gezien geen verkoop plaatsvond binnen de wettelijke termijn.
3.a. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 5081 m² en is gelegen langs de Pontstraat – Gen. Deprezstraat op ongeveer 350 m ten zuiden in de kern van Deerlijk. Beide straten zijn voldoende uitgeruste gemeentewegen. De kavels 1 en 2 zijn ontsluitbaar via een private bedieningsweg gericht op de Gen. Deprezstraat. Deze bedieningsweg is op vandaag niet volledig uitgerust en geeft op vandaag ontsluiting aan 3 woningen.
Het perceel is bebouwd met een eengezinswoning met aanpalende praktijkruimte. In de tuin bevindt zich een vijver en een bos. De hoogstammige bomen bevinden zich zo goed als allemaal binnen de bouwzones van woning en bijgebouw.
De ruime omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen.
De omgeving rondom de nieuwe kavels heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen in het oosten en zuiden en een scholencomplex met ruime tuinzone in het westen. Langs de private bedieningsweg bevinden zich op vandaag 2 vrijstaande woningen op een afstand tussen de 16 en 21m tov de voorste perceelsgrens en een derde woning, die zich ten zuiden van de weg bevindt, staat op +/- 5 m tov de voorste perceelsgrens. Deze woningen hebben een divers uitzicht waarbij de ene woning bestaat uit max. 2 bouwlagen met hellend dak en de andere uit 2 bouwlagen met plat dak. De bestaande woning ten oosten van het te verkavelen perceel bevindt zich op min. 5 m van de linker woning. In de achtertuin van de woningen ten oosten van de verkaveling bevinden zich de bijgebouwen.
3.b. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst het perceel te splitsen in 3 kavels, waarbij kavel 3, waarop de bestaande woning aanwezig is, uitgesloten wordt uit de verkaveling. De achterste tuinzone van de woning Pontstraat 18 wordt verder opgesplitst in 2 loten, bereikbaar via een private weg gericht op de Gen. Deprezstraat. Lot 1 heeft een oppervlakte van 945 m² en lot 2 een oppervlakte van 855 m².
De loten zijn geschikt voor het bouwen van een eengezinswoning. Naast wonen zijn functies complementair aan het wonen zoals diensten en vrij beroep toegelaten waarbij wonen de hoofdfunctie betreft en waarbij de nevenbestemming tot max. 50 % van de totale vloeroppervlakte van het gebouw inneemt. De totale oppervlakte aan gebouwen bedraagt max. 250 m².
De bouwzone wordt voorzien op 8 m tov de achterste kavelgrens en 3 m van de zijperceelsgrenzen. De bouwzone heeft een breedte van 10,51 m voor lot 1 en 10,46 m voor lot 2. De diepte op het gelijkvloers bedraagt max. 20 m en deze op de verdieping max. 15m. De vloerpas mag de hoogte van 15,10TAW niet overschrijden. Het volume bestaat uit max. twee bouwlagen, de dakvorm is vrij, met een maximale kroonlijsthoogte van 6,50 m. De nokhoogte wordt bepaald op max. 12 m. Ten zuiden van het hoofdvolume (richting de private toegangsweg) is ruimte voor een tuin met een tuinberging van max. van 60 m² (opmerking: de max. oppervlakte op plan van het bijgebouw bedraagt 59,50 m²), met een verplicht plat dak en een kroonlijsthoogte van max. 3 m. Afsluitingen langs de straat zijn enkel mogelijk als levende haag, op andere perceelsgrenzen is paal en draad ook mogelijk.
Alle verharding moet voorzien worden in waterdoorlatende of waterpasserende verharding, muv van 40 m² niet waterdoorlatende verharding. Een zwembad of -vijver met een max. opp van 50 m² is mogelijk. De aanwezige private bedieningsweg wordt niet verder uitgebreid.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 27 augustus 2024 tot 25 september 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er één bezwaarschrift ontvangen.
Het ingediende bezwaar kan als volgt samengevat worden:
● De gronden zijn conform de watersysteemkaart gelegen in een zone met middelgrote kans op overstromingen. Bij het verkavelen van de grond dienen maatregelen genomen te worden inzake buffering en infiltratie. Deze zijn echter niet opgenomen in de aanvraag, waardoor de impact op de aanpalende percelen niet ingeschat kan worden. Daarnaast zijn er vragen of het aansnijden van bouwkavels in overstromingsgevoelig gebied voldoet aan de principes van goede ruimtelijke ordening.
● De effecten op de omgeving werden in de MER screeningsnota onvoldoende onderzocht noch gemotiveerd. Zowel de impact op mobiliteit, waterhuishouding, biodiversiteit, bodem, licht en straling, geluids- en trillingsimpact, luchtkwaliteit, erfgoed worden onvoldoende of niet onderzocht. Evenmin werd het ontwerp onderworpen aan een natuurtoets.
● Opmerkingen op de verkavelingsvoorschriften:
○ Niet opgenomen in de datablokken op het omgevingsloket waardoor de aanvraag onvolledig is.
○ Reliëfwijzigingen zijn conform de voorschriften niet toegelaten. Echter kent het terrein aanzienlijke hoogteverschillen (tot 0,90 m) waardoor er, bij het oprichten van een woning wel degelijk reliëfwijzigingen noodzakelijk zullen zijn. De impact van het noodzakelijke grondverzet wordt niet verder onderzocht, er worden geen milderende maatregelen genomen.
De verkavelingsvoorschriften zijn onvoldoende precies en niet afgestemd op het reliëfrijk terrein met een gevarieerd aanbod van inheemse bomen.
○ De woningen in de omgeving zijn opgetrokken in een 2e bouwlijn, hebben een residentieel karakter binnen een parkachtige omgeving en zijn opgetrokken met 1 bouwlaag en hellend dak. De voorschriften voorzien een inplanting van het hoofdvolume op 8 m van de achterste perceelsgrens, een maximaal volume van 2 bouwlagen, een vrije dakvorm, bouwdiepte tot 20 m op het gelijkvloers en 15 m op het verdiep en een afstand van min. 3 m tov zijdelingse perceelsgrenzen.
De inplanting van de bouwkaders en het maximale volume wijken af wat gangbaar is in de directe omgeving. Een dergelijke inplanting en volume zal ook heel wat hinder (schaduw, privacy) met zich meebrengen en dient dus vermeden te worden. Een afstand van minstens 4 m tov de zijdelingse grenzen, dichter bij de voorste perceelsgrens zal deze hinder beperken, alsook een beperking op bouwdiepte en bouwhoogte.
○ De bestemming van de loten in de verkaveling betreft wonen met een maximale oppervlakte van 50 % in nevenbestemming (diensten en vrije beroepen), wat een afwijking impliceert op de BPA voorschriften. Deze afwijking wordt niet gemotiveerd. Normaliter wordt in een residentiële omgeving max. 30 % van de vloeroppervlakte met een max. van 100 m² voorzien ifv nevenfuncties. Een dergelijke bestemming zou conform de voorschriften van het BPA zijn.
De Vlaamse milieumaatschappij werd op 21 augustus 2024 om advies verzocht. De adviesinstantie bracht op 30 september 2024 een gunstig advies uit.
Er wordt in het advies reeds gewezen het feit dat de toekomstige individuele woningen overeenkomstig onderstaande aandachtspunten moeten ontworpen worden:
● hemel- en afvalwater moeten gescheiden worden aangesloten d.m.v. kleurcodering op RWA riolering;
● (regenwaterafvoer - blauw) resp. DWA riolering (droogweerafvoer - rood/bruin);
● de afwatering moet voldoen aan de GSV;
● per woning moet een hemelwaterput worden aangelegd;
● hergebruik van hemelwater uit de hemelwaterputten is verplicht;
● verharde oppervlakken voor opritten en parkings worden bij voorkeur waterdoorlatend aangelegd of
● wateren af naar de onverharde randzones.
Het Agentschap Natuur en Bos werd om advies verzocht op 21 augustus 2024. De adviesinstantie bracht op 7 oktober 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
…”Bespreking aanvraag
De aanvraag betreft het verkavelen van gronden in drie percelen waarvan het reeds bebouwde perceel uit de verkaveling wordt gesloten. De aanvrager heeft een boscompensatievoorstel ingediend (zie bespreking boscompensatievoorstel).
Gelet op de ligging in woongebied verleent ANB geen inhoudelijk advies en wordt enkel het boscompensatievoorstel behandeld.
De evaluatie van de ruimtelijke inpasbaarheid van de aanvraag, toetsing aan de klimaatdoelstellingen en verlies aan biodiversiteit dient te gebeuren door de vergunningverlenende overheid.
Het beleid moet er zich op richten om nodeloze verharding en ontbossing zoveel mogelijk te vermijden en dus te trachten de inname te beperken. Het ANB wijst de vergunningverlenende overheid er ook op dat het behoud van bestaande bossen een van de weinige erg effectieve maatregelen is die gemeentes kunnen nemen in de strijd tegen klimaatopwarming. Recente inzichten wijzen steeds meer op de grote rol van bossen in het klimaat, niet enkel door de captatie en opslag van CO2, maar ook door het verkoelende effect van verdamping, en het vrijstellen van vluchtige stoffen die een rol spelen in wolkformatie en regenpatronen. Elke bijkomende verharding draagt bij aan het hitte-eiland effect, en zorgt ervoor dat er minder regenwater kan infiltreren voor de aanvulling van de diepere grondwaterreserves. Deze ingrepen gaan bovendien in tegen de visie van de Vlaamse regering (uitbreiding bosareaal, Blue Deal,…).
Bespreking boscompensatievoorstel
Uit het dossier kan afgeleid worden dat de aanvrager een oppervlakte van 540 m² wenst te ontbossen.
Volgens onze gegevens is het perceel bezet met inheems bos.
Na onderzoek van het compensatievoorstel overwoog het Agentschap voor Natuur en Bos een aanpassing aan dit voorstel. Het Agentschap stelde immer vast dat enkel de bouwvlakken werden opgenomen als de te ontbossen oppervlaktes. De aanvrager wenst de overige zones te behouden als een bosvegetatie, maar dit is niet realistisch. Zo werd er o.a. geen rekening gehouden met een oprit of een tuinzone. In de verkavelingsvoorschriften wordt ook opgenomen dat er verhardingen mogen worden aangelegd en eveneens zwembaden. Al deze constructies houden ook een ontbossing in, en hierbij moeten ook de restzones voldoende groot zijn om nog als bos beschouwd te kunnen worden. Het Agentschap voor Natuur en Bos besloot dat, indien de verkaveling wordt doorgevoerd zoals aangevraagd, de volledige oppervlaktes van de kavels administratief dienen te worden ontbost.
Op 3 oktober 2024 meldde de aanvrager dat hij/zij niet akkoord ging met de voorgestelde wijzigingen. De bemerkingen werden door het Agentschap Natuur en Bos niet weerhouden omdat:
Op de foto’s is te zien dat er in de zone voor toegang van de gebouwen een kruidlaag aanwezig is met klimop, varens, aronskelk, … . Ook is er al natuurlijke verjonging te zien. Dit valt dus onder toepassing van het Bosdecreet. Dat wil zeggen dat voor die aanleg ook dient ontbost te worden. In realiteit zien we dat de stroken van minder dan 10 meter rond de woning niet als bos worden behouden en vertuinen door o.a. maaien, opruimen van dood hout, aanplant van tuinplanten. Hoe de aanvraag nu voorligt is dit ook niet handhaafbaar. De zones die onder toepassing van het Bosdecreet vallen zijn heel strikt beschermd en daarin kunnen dus ook geen constructies geplaatst worden, mag de kruid- en struiklaag niet beschadigd worden, mogen er geen dieren gehouden worden, … . Het Agentschap voor Natuur en Bos blijft er bij dat de te behouden boszones te klein zijn om onder toepassing van het Bosdecreet te kunnen vallen, en hierdoor ook administratief ontbost moeten worden, waardoor ze niet meer onder de bepalingen van het bosdecreet vallen. Dit wil niet zeggen dat er geen bomen kunnen worden behouden als onderdeel van de tuin.
Op basis van de bovenstaande elementen, kan het compensatievoorstel worden goedgekeurd, mits een aanpassing. De motivering voor de aanpassing bevindt zich in het laatste deel van het goedgekeurde boscompensatievoorstel, in bijlage bij deze brief. Dit compensatievoorstel moet integraal deel uitmaken van de omgevingsvergunning.
Volgens het Agentschap voor Natuur en Bos is er voor het uitvoeren van de geplande werken een ontbossing nodig van 1800 m². Er wordt geen bos behouden.
Het dossier is bij het Agentschap voor Natuur en Bos geregistreerd onder het kenmerk 24-212912.
Wanneer u als vergunningverlenende instantie het advies van Agentschap voor Natuur en Bos niet wenst te volgen en de ontbossing voor een andere oppervlakte wenst toe te staan dan vermeld in het goedgekeurde of aangepaste compensatievoorstel, dan moet u voorafgaand aan het verlenen van de vergunning het compensatievoorstel opnieuw aan ons agentschap voorleggen, met de vraag om het aan te passen naar de gewenste bosoppervlakte. Het is belangrijk dat de te compenseren bosoppervlakte overeenstemt met de vergunde te ontbossen oppervlakte. De vergunningverlenende instantie heeft zelf niet de bevoegdheid om het compensatievoorstel aan te passen.
Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.
Conclusie
Het boscompensatievoorstel wordt goedgekeurd met inbegrip van haar voorwaarden op het gebied van compenserende maatregelen en dient integraal deel uit te maken van de omgevingsvergunning.
Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:
Artikel 90bis Bosdecreet van 13.06.1990
Artikel 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing van 16.02.2001
Volgende voorwaarden moeten letterlijk in de vergunningsvoorwaarden van de omgevingsvergunning worden opgenomen:
● De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 24-212912.
● De te ontbossen oppervlakte bedraagt 1800 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.
● De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage.
● De bosbehoudsbijdrage van 20.160,00 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.
Om een correcte inning van de bosbehoudsbijdrage en/of controle op de compenserende bebossingen mogelijk te maken, is het verplicht dat de vergunningverlenende instantie zo snel mogelijk een afschrift van haar beslissing bezorgt aan het Agentschap voor Natuur en Bos. De vergunningverlenende instantie dient ons ook op de hoogte te brengen van een eventuele (opschortende) beroepsprocedure tegen de genomen beslissing.”
De Watergroep heeft werd op 21 augustus 2024 om advies verzocht. De adviesinstantie bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit.
In het advies worden volgende specifieke voorwaarden opgelegd:
● Er dient aangesloten te worden op de private riolering die aangelegd werd voor de woningen 2A, 2B en 2C. Er zijn geen dieptes gekend van deze riolering. Deze dient ter plaatse nagegaan te worden. Er dient voor de aansluiting toestemming gevraagd te worden aan de eigenaar van de private riolering (het betreft geen openbare riolering in eigendom van de gemeente).
● De diameter van de regenwateraansluiting moet 160 mm bedragen.
● De diameter van de afvalwateraansluiting moet 160 mm bedragen.
● Er dient eveneens rekening te worden gehouden met de volgende voorwaarden:
● Afvalwater en hemelwater moeten volledig gescheiden worden. Wanneer wordt aangesloten op een gemengde leiding, gebeurt het samenbrengen van afvalwater- en hemelwaterafvoer op max. 50 cm van elkaar ter hoogte van het openbaar domein. Er dient op beide aansluitingen een externe toezichtmogelijkheid (huisaansluitputje) voorzien te worden.
● De aansluiting dient te worden aangeboden met een diepte van 80 cm onder het straatniveau.
● De zone is gelegen in overstromingsgevoelig gebied. Bij het bouwen in een zone die gelegen is in overstromingsgevoelig gebied, is het van belang dat er voldoende aandacht wordt besteed aan waterveilig bouwen en aan het bewaren en herstellen van de ruimte voor water (bv overstroombare kelders, bouwen op palen,...). Verder dient er ook een advies verkregen te worden via de waterloopbeheerder en dient er rekening gehouden te worden met de voorwaarden volgend uit de watertoets.
● Gravitaire kelderaansluitingen zijn niet toegelaten bij nieuwbouw.
● Indien afvoerpunten van het gebouw lager gelegen zijn dan het straatniveau dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient in het private leidingenstelsel geplaatst te worden en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder.
● Alvorens een verkoopbaarheidsattest kan worden afgeleverd dient aan alle voorwaarden te worden voldaan.
● De aansluiting op de openbare riolering dient steeds te gebeuren door Riopact, voor de aanvraag van uw rioolaansluiting verwijzen wij graag naar onze website www.riopact.be, 'Rioolaansluiting aanvragen'. Let op, er dient per perceel een aparte aanvraag ingediend te worden, met als bijlage het rioleringsplan met aanduiding van de aangevraagde rioolaansluitingen.
● Bij het ontwerp en de uitvoering van de werken dient rekening te worden gehouden met het 'Reglement Ontwikkelingen met impact op de rioleringsinfrastructuur' van Riopact. In voorkomend geval kan De Watergroep nog een advies indienen dat betrekking heeft op de distributieleidingen voor drinkwater en op de bescherming van de drinkwaterbronnen.
Er dient voldaan te worden aan volgende algemene voorwaarden:
● Binnen het verkavelingsdossier wordt geen nieuwe wegenis met riolering aangelegd.
● Het aangeleverde advies heeft enkel betrekking op de verkavelingsvergunning zelf. Op perceelsniveau dient er nog steeds te worden voldaan aan de stedenbouwkundige verordening hemelwater. Wanneer de rioleringsplannen van de geplande bebouwing(en) zijn opgemaakt, dienen deze te worden overgemaakt ter controle en advies voor aansluiting op de riolering. Het is aangewezen diameters, dieptes en hellingen mee op de plannen te zetten, alsook de aan te sluiten verharde oppervlaktes. Daarnaast is het ook aangewezen een aanstiplijst hemelwater toe te voegen aan deze nieuwe adviesaanvraag.
● Het is aangewezen om op de hemelwateraansluiting een terugslagklep te voorzien. Op die manier wordt het risico op terugstroming van water uit het systeem waarop wordt aangesloten en eventuele vervuiling van het hemelwatersysteem beperkt.
● Indien er een bemaling wordt opgezet moet het bemalingswater bij voorkeur ter plaatse infiltreren. Wanneer dit niet mogelijk is kan er worden aangesloten op oppervlaktewater of een RWA leiding. Pas als de bovenstaande opties technisch niet haalbaar zijn mag er geloosd worden op een afvalwaterleiding. Hiervoor moet een vergunning aangevraagd worden op de site van Aquafin bij technische partners indien het debiet >10 m³/u.
● Bij de uitvoering van de werken en de aanleg van de infiltratievoorziening(en) dient rekening te worden gehouden met de VLARIO richtlijnen infiltratievoorzieningen. De infiltratievoorzieningen mogen in geen geval drainerend werken. Voorbeelden van infiltratievoorzieningen kunnen gevonden worden op www.blauwgroenvlaanderen.be
De Watergroep heeft een belangrijke leiding in erfdienstbaarheid op het terrein waarvoor een adviesaanvraag is gedaan.
De toegang en doorgang op het terrein moet permanent en zonder de minste hinder mogelijk blijven: 24 uur op 24, 7 dagen op 7, onmiddellijk, veilig en zonder tussenkomst van derden. Deze geldt voor de personeelsleden, aannemers en/of onderaannemers die werken voor De Watergroep en voor al het benodigd materiaal en vervoersmiddelen.
De toegang tot het perceel moet ook bij stroomonderbreking mogelijk zijn. Toegang via elektrische poorten, toegangscodes, badges, enz. is dan ook niet toegestaan.
Binnen deze zone van erfdienstbaarheden mag niet overgegaan worden tot:
● het oprichten van gebouwen,(overhangende) constructies of funderingen;
● het wijzigen van het maaiveldniveau;
● het opstapelen van goederen of materiaal;
● het heien van palen of piketten in de grond die de aanwezige infrastructuur kunnen beschadigen;
● het rijden over de aanwezige infrastructuur met rollend materieel met een aslast zwaarder dan 12 ton, incluis mechanische graaftuigen;
● het planten van bomen of diepwortelende struiken (worteldiepte van meer dan 60 cm);
● het aanleggen van leidingen, met uitzondering van leidingen welke deze strook zouden kruisen en mits voorafgaand akkoord van De Watergroep;
● uitgravingen dewelke de stabiliteit van de grond of de ondergrond waarin de infrastructuur van de nutsbedrijven zich bevindt in het gedrang zouden kunnen brengen.
De Watergroep heeft in het kader van deze erfdienstbaarheid het recht na voorafgaande ingebrekestelling bij aangetekend schrijven om de plaats in haar vroegere toestand te herstellen op kosten van de overtreders onverminderd de schadevergoedingen waartoe deze overtredingen aanleiding zouden kunnen geven.
De bedekking boven bedoelde erfdienstbaarheidszone moet met normale mechanische handwerktuigen kunnen worden verwijderd en nadien teruggeplaatst zodat deze in haar oorspronkelijke staat kan hersteld worden op kosten van de Eigenaar. Monoliete verharding (bitumen, beton) is niet toegestaan en de kosten ten gevolge van een eventuele herstelling hiervan zullen evenmin worden gedragen door De Watergroep.
De bouwheer moet ervoor instaan dat alle toestellen, brandkranen en/of merktekens, zichtbaar, bereikbaar en in stand gehouden worden.
Proximus heeft advies uitgebracht binnen de termijn van 30 dagen volgend op de ontvangst van de adviesvraag. De eindconclusie van het advies luidt als volgt: Proximus voorziet geen uitbreidingen voor de aansluiting van dit project.
Wyre heeft advies uitgebracht binnen de termijn van 30 dagen volgend op de ontvangst van de adviesvraag. Het advies luidt als volgt:
Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Wyre nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten. Wij vragen om onderstaande voorwaarden op te nemen in de vergunning:
● Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken.
● Er werd een offerte opgesteld en ter goedkeuring doorgestuurd naar de aanvrager. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.
Het intern advies van de groendienst is gunstig mits bij het bouwen voldoende aandacht besteden aan het optimaal behoud van de bestaande bomen door geen materialen te stockeren in de kroonprojectie, geen schade te doen aan de stam/takken, de wortelzone beschermen via rijplaten, …
De interne mobiliteitsdienst formuleert geen opmerkingen.
Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.a. Planologische toets
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het gemeentelijk RUP Gavers voor het gedeelte gelegen binnen het plangebied van het RUP gezien slechts een heel beperkte oppervlakte van het perceel, nl. een zone van +/- 10 m op 10 m in de zuidoostelijke hoek van het perceel, gelegen is binnen het RUP, er geen gebouwen voorzien worden binnen deze zone en de toegangsweg naar de loten met een minimale breedte van 5 m reeds gerealiseerd is.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften van het BPA Gavers, wijziging C. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
De aanvrager vraagt in zijn motivatienota volgende afwijkingen aan:
Plan schrijft voor: | ontwerp voorziet: |
Kavelbreedte voor vrijstaande woningen is minimaal 18 m | Kavelbreedte 16,30 m en 16,50 m |
Inplanting van de woning op maximaal 25 m van de rooilijn | Inplanting woning op maximaal 29 m |
Bijgebouwen toegelaten op een afstand van min. 5 m achter de voorbouwlijn van het hoofdgebouw | Bijgebouw ingeplant in de voortuinstrook |
De aanvrager vraagt in zijn motivatienota geen afwijking aan voor het volgende:
Nevenbestemmingen max. 30 % van de vloeroppervlakte | Nevenbestemming tot 50 % van de vloeroppervlakte |
Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de hoofdbestemming wonen betreft en het maximaal volume van de woning en het bijgebouw overgenomen wordt in de verkavelingsvoorschriften.
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De afwijking heeft betrekking op de afmetingen van de kavels en de inplanting van hoofd- en bijgebouw zodat een afwijking overwogen kan worden.
De loten bevinden zich in een 2e bouwlijn waarbij er eerder gedacht wordt aan een striktere toepassing van de voorschriften dan een minder strikte toepassing. De totale breedte van de 2 loten bedraagt 32,80 m, waardoor een opsplitsing in 2 loten of het behoud van 1 lot hoe dan ook een afwijking betreft. Gezien de watergevoeligheid van het perceel en de aanwezigheid van kwaliteitsvolle hoogstammige bomen, lijkt een afwijking in de richting van een breder perceel meer aangewezen dan een afwijking voor een beperktere kavelbreedte.
Daarnaast is een afwijking voor wat de betreft de inplanting van het hoofdvolume evenmin wenselijk. Hiervoor wordt verwezen naar de inplanting van de 2 woningen ten oosten van de verkaveling en de noodzakelijke verharding wanneer de woning op ruime afstand van de voorste bouwlijn ingeplant wordt. De inplanting van een bijgebouw in de achteruitbouwzone, en voor de voorbouwlijn van de woning lijkt een vreemde keuze. Hiervoor is geen motivatie terug te vinden, en kan dan ook niet bijgetreden worden.
Gezien er voor de oppervlakte aan nevenbestemmingen geen afwijking aangevraagd wordt, wordt deze afwijking niet in overweging genomen.
7.b. Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Gen. Deprezstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De percelen zijn te ontsluiten via een private weg geënt op de Gen. Deprezstraat. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
De verkavelingsaanvraag omvat geen aanleg van nieuwe verkeerswegen noch tracéwijziging, verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijk verkeerswegen. Een beslissing van de gemeenteraad is bijgevolg niet nodig.
Uit de adviezen blijkt dat er aanpassingen nodig zijn aan de infrastructuur ifv een volledige uitrusting van de weg.
Er is een uitbreiding nodig voor de netten van Wyre, de netten van het drinkwaternet. De aansluiting van de riolering dient te gebeuren op de private riolering waarvoor toestemming noodzakelijk is.
In het advies van Riopact is opgenomen dat het verkoopbaarheidsattest pas zal afgeleverd worden nadat de verkavelaar voldaan heeft aan alle financiële en contractuele verplichtingen opgelegd door de watergroep en Riopact. In het advies van de watergroep is opgenomen dat het verkoopbaarheidsattest of de omgevingsvergunning voor het bouwen pas afgeleverd kan worden nadat voldaan is aan alle voorwaarden opgelegd door de watergroep. In het advies van Riopact is opgenomen dat de gemeente/stad een verkoopbaarheidsattest zal afleveren nadat de verkavelaar kan aantonen dat hij/zij heeft voldaan aan alle financiële en contractuele verplichtingen opgelegd door Riopact. Dit wil zeggen dat er voor ieder gerealiseerd perceel een wachtaansluiting en indien van toepassing een grachtinbuizing gerealiseerd en betaald moet zijn.
Dit dient bijgevolg als voorwaarde opgenomen te worden bij afgifte van de vergunning.
7.c. Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in pluviaal overstromingsgevoelig gebied, maar wel in een fluviaal overstromingsgevoelig gebied. Aangezien er geen nieuwe wegenis aangelegd wordt moeten er in de verkaveling geen collectieve voorzieningen geïnstalleerd worden. Het is van belang dat bij het bouwen van de woningen, aandacht wordt besteed aan waterveilig bouwen en het bewaren en herstellen van de ruimte voor water. Per lot zal voldaan moeten worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.
In de voorschriften bij het verkavelingsdossier is opgenomen dat nieuwe verhardingen dienen aangelegd met waterdoorlatende materialen of materialen toegepast met een brede voeg. Waterdichte vlakken zijn enkel toegestaan voor verharding van de terrassen (max. 40 m²) mits ze afwateren in de naastliggende bodem. Er wordt in de watertoets aangehaald dat de vloerpas van de woningen boven 15,10TAW gerealiseerd moet worden zodat er geen water in de woning kan komen. Dit wordt in de voorschriften vertaald naar: ‘de vloerpas van de op te richten woningen mag de hoogte van 15,10 TAW niet overschrijden’. Waar het ene een minimale noodzakelijke ophoging betreft, wordt vertaald naar een maximale ophoging, wat vreemd is en aangepast moet worden.
Daarnaast voorzien de voorschriften eveneens dat elke reliëfwijziging voorwerp moet uitmaken van een afzonderlijke vergunningsaanvraag en dat de relifwijzigingen beperkt moeten zijn. De specifieke inplanting van de bouwzones zorgt ervoor dat ifv bereikbaarheid van de woningen, er heel wat verharding noodzakelijk is. Een gewijzigde inplanting zou ervoor zorgen dat de verharding en de daarbij horende reliefwijziging op het perceel beperkter kan.
Deze bepalingen zijn belangrijk ikv de watertoets zodat ze verordenend opgelegd dienen te worden. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is.
7.d. Mer-screening
De bouwaanvraag valt onder het toepassingsgebied van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december, meerbepaald rubrieknummer 10b stedelijke ontwikkeling
In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit).
De mer-screening wordt toegevoegd in de voorbehouden velden in het omgevingsloket.
Hierbij werden enkel de mogelijke effecten van het project op de mobiliteit onderzocht, zonder rekening te houden met de mogelijke effecten op op het watersysteem, luchtkwaliteit, geluid, trillingen, biodiversiteit, … Door het rooien van het bos en de noodzakelijke reliefwijzigingen bij een bouwproject kan het verkavelen van het perceel een impact hebben op luchtkwaliteit, het watersysteem en de biodiversiteit. Dit werd onvoldoende onderzocht.
7.e. Natuurtoets
Niet van toepassing
7.f. Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing
7.g. Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.h. Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.i. Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.j. Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het verkavelen van een stuk grond in functie van woningbouw met mogelijke nevenbestemming tot 50 % van de oppervlakte. Gezien de ligging van de verkaveling in 2e bouwlijn, de zichtbaarheid en bereikbaarheid van de woningen hierdoor heel beperkt is en nevenbestemming als storend ervaren zouden worden, zijn nevenbestemmingen niet wenselijk. Aansluitend vraagt een nevenbestemming dienst/kantoor een zekere parkeeropgave. Parkeren zal een impact hebben op de nood aan aanpassingen aan het bestaande reliëf en noodzakelijk verharding. Gezien de watergevoeligheid van de grond dient elke reliëfwijziging vermeden te worden en verharding beperkt te worden tot het minimum. De mogelijkheid om een nevenbestemming te voorzien wordt uitgesloten van vergunning.
Inplanting, ruimtegebruik en bouwvolume:
De inplanting van het hoofdvolume wordt bepaald in een bouwkader. Dit bouwkader is voorzien op 8 m tov de achterste kavelgrens en wordt gemotiveerd op basis van de oriëntatie van de tuin.
Met de goedkeuring van RUP Gavers en het voorzien van een private weg ter ontsluiting van de tuinzone van woning Pontstraat 18, werd bouwen in een 2e bouworde en aldus palend aan de weg, mogelijk gemaakt. Dit doet een bijdrage aan het verhogen van de densiteit in de kern van de gemeente. Dit kan slechts aanvaard worden wanneer er in de voorschriften voldoende garanties ingebouwd worden om de impact van de nieuwe woningen op het woongenot van de aanpalende percelen te garanderen. Bij het bouwen in 2e bouworde is de inplanting en het volume van het hoofdgebouw doorslaggevend om al dan niet een positieve bijdrage te leveren aan de integratie in de omgeving.
De bouwkaders worden voorzien op een afstand van 3 m tov de zijdelingse kavelgrenzen. Met een maximaal volume waarbij de maximale kroonlijst 6,50 m en de nokhoogte max. 12 m bedraagt, is een minimale afstand van 4 m tov de zijkavelgrenzen noodzakelijk om hinder te beperken.
De bouwkaders worden voorzien op een afstand van min. 29 m tov de voorste kavelgrens. De woningen 2C en 2D bevinden zich op max. 21 m tov de voorste kavelgrens. Dat betekent dat het hoofdvolume in de nieuwe verkaveling tot 10 m dieper kan worden ingeplant tov de oostelijke woning 2D. Dit veroorzaakt ongewenste hinder naar privacy en schaduw voor de aangelanden.
Aansluitend hierop brengt een inplanting op ruime afstand tov de voorste kavelgrens een grotere nood aan verharding met zich mee wat, gezien de watergevoeligheid van de percelen, helemaal niet wenselijk is. Een bouwkader voor hoofdgebouwen dient zich in te passen in de onmiddellijke omgeving, wat betekent dat die dichter worden voorzien tov de voorste kavelgrens.
In deze achteruitbouwstrook wordt op 11,5 m tov de voorste bouwlijn de inplanting van een bijgebouw mogelijk gemaakt. Bijgebouwen zijn enkel mogelijk in deze achteruitbouwstrook. De voorziene inplantingsoppervlakte op plan bedraagt 59,5 m², de voorschriften voorzien 60 m². Niettegenstaande dit een beperkte afwijking is, kan dat voor discussies vormen later. De aan de private weg palende woningen zijn allen met het hoofdvolume gericht naar de straat toe. Het inplanten van bijgebouwen vindt dan ook geen aansluiting in de directe omgeving. Het zicht op een bijgebouw vanaf de private weg zal evenmin een bijdrage leveren aan de beeldkwaliteit.
Het verkavelingsontwerp wordt zo opgevat dat het volume op lot 1 voorzien wordt in 3e bouworde, lot 2 wordt, gezien het direct paalt aan en uitkijkt op de private weg gezien als een volume in 2e bouworde. Het voorzien van volumes in 2e bouworde kan overwogen worden, het bouwen van een volume in een 3e bouworde is niet wenselijk en was ook niet terug te vinden in de geest van het RUP. De specifiek inplanting van hoofd- en bijgebouwen benadrukt de 3e bouworde nog meer.
Het verkavelingsontwerp en de bijhorende voorschriften bieden onvoldoende garanties dat bij toekomstige ontwikkeling ervan de hinder naar de omgeving toe beperkt zal blijven, meer nog, de hinder bij ontwikkeling is reëel en onwenselijk.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
Ten gevolge van het verkavelen van het perceel, zal een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De verkeersaantrek zal, wanneer enkel een woonfunctie mogelijk is, beperkt blijven. In de motivatienota is te lezen dat er bij iedere woning minimaal één garage of carport en één autostandplaats moet voorzien worden die aansluit bij de voorliggende weg, doch dit werd niet vertaald in de verkavelingsvoorschriften. Daarnaast is het wenselijk dat het parkeren en de aansluiting op de bestaande weg goed onderzocht wordt. Denk hierbij aan het voorzien van collectief parkeren en/of een volwaardige aansluiting op de bedieningsweg.
Groen- en omgevingsaanleg:
Met ten westen de beboste omgeving van de school en het bos op het te verkavelen perceel zelf, kenmerkt het groen de leefomgeving. In functie van het verkavelen van de grond en de specifieke inplanting van de bouwzones, dienen alle hoogstammige bomen gerooid te worden. Echter kan, mits een gewijzigde en beter doordachte inplanting van de bouwvolumes een groot deel van de bomen behouden blijven. Het behoud van enkele hoogstammige bomen zal niet alleen een bijdrage leveren aan het behoud van de biodiversiteit, maar ook aan de leefkwaliteit van alle omwonenden.¨
Teneinde wateroverlast in de woningen te vermijden, dient de woning op een TAW van 15,10 m voorzien te worden. Dat betekent een ophoging van 0,30 tot 0,50 m. Het hoger bouwen van de woning houdt ook in dat de tuinzone rondom zich hierop moet aanpassen. Daarnaast is het aangewezen dat ook het bijgebouw overstromingsvrij gebouwd wordt. In functie van het volwaardig ontsluiten van lot 1 zal niet enkel het reliëf sterk gewijzigd moeten, maar dient ook heel wat extra verharding te worden voorzien. De inplanting van een bijgebouw belet een vlotte ontsluiting van lot 1. Het is, gezien de watergevoeligheid van het perceel aangewezen om specifieke voorschriften op te nemen mbt de inrichting van de voortuinstrook. Het opleggen van maximale verhardingspercentages, de aanplant van hoogstammige bomen en ander groen maken hier deel van uit.
In de verkaveling wordt aangegeven dat reliëfwijzigingen beperkt moeten blijven en wordt hiervoor verwezen naar toekomstige omgevingsvergunningen zonder onderzoek te voeren naar de impact hiervan op het perceel zelf en de omliggende percelen. Het is wenselijk dat bij het verkavelen van de gronden grondig onderzocht wordt waar het hoofdvolume ingeplant kan worden waarbij de reliëfwijziging tot een minimum kan beperkt worden. Hierbij dient ook de impact op de aanpalende percelen onderzocht te worden en kan dit alles correct vertaald wordt in voorschriften.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg niet verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, maar respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving niet. Het aangevraagde past zich onvoldoende in in de betrokken omgeving.
7.k. Resultaten openbaar onderzoek
Omtrent de ingediende bezwaarschriften wordt het volgende standpunt ingenomen:
● De gronden zijn conform de watersysteemkaart gelegen in een zone met middelgrote kans op overstromingen. Bij het verkavelen van de grond dienen maatregelen genomen te worden inzake buffering en infiltratie. Deze zijn echter niet opgenomen in de aanvraag, waardoor de impact op de aanpalende percelen niet ingeschat kan worden. Daarnaast zijn er vragen of het aansnijden van bouwkavels in overstromingsgevoelig gebied voldoet aan de principes van goede ruimtelijke ordening.
Ongegrond.
Het advies van zowel de rioolbeheerder Aquafin als de VMM zijn gunstig en stellen dat, mits het voorzien van enkele na te leven voorwaarden bij het bouwen van een woning, het ontwerp in overeenstemming is met de doelstellingen en beginselen van de gecodificeerde decreten betreffende het integraal waterbeleid. Beide adviezen verwijzen naar de gewestelijke stedenbouwkundige verordening waaraan de nieuw te bouwen woningen zullen moeten voldoen.
Echter lijkt het verkavelingsniveau het primaire niveau om infiltratie en buffering te voorzien voor de volledige verkaveling. Het is aangewezen om de buffering te centraliseren. Dat kan vb. door de bestaande vijver op lot 1 aanwezig groter te maken en de eventuele ophoging te compenseren.
● De effecten op de omgeving werden in de MER screeningsnota onvoldoende onderzocht noch gemotiveerd. Zowel de impact op mobiliteit, waterhuishouding, biodiversiteit, bodem, licht en straling, geluids- en trillingsimpact, luchtkwaliteit, erfgoed worden onvoldoende of niet onderzocht. Evenmin werd het ontwerp onderworpen aan een natuurtoets.
Gegrond.
Uit nazicht blijkt inderdaad dat de mer-screening onvoldoende grondig gebeurde.
● Opmerkingen bij de verkavelingsvoorschriften:
● Niet opgenomen in de datablokken op het omgevingsloket waardoor de aanvraag onvolledig is.
Gegrond.
Niettegenstaande er een pdf in het dossier opgenomen werd waarop een overzicht werd gegeven van de voorschriften, blijkt uit bijkomend onderzoek dat alle voorschriften ook uitgeschreven moeten worden in de datablokken wat in deze niet gebeurde.
● Reliëfwijzigingen zijn conform de voorschriften niet toegelaten. Echter kent het terrein aanzienlijke hoogteverschillen (tot 0,90 m) waardoor er, bij het oprichten van een woning wel degelijk reliëfwijzigingen noodzakelijk zullen zijn. De impact van het noodzakelijke grondverzet wordt niet verder onderzocht, er worden geen milderende maatregelen genomen.
De verkavelingsvoorschriften zijn onvoldoende precies en niet afgestemd op het reliëfrijk terrein met een gevarieerd aanbod van inheemse bomen.
Gegrond.
De voorschriften voorzien een max. vloerpas van de woning van 15,10 m TAW, dat reliëfwijzigingen beperkt moeten worden en dat deze deel uitmaken van afzonderlijke vergunningen. De exacte inplanting en reliëfwijziging zal weliswaar deel uitmaken van een afzonderlijke vergunning en daar dan ook onderzocht worden, het lijkt noodzakelijk dat er enkele aanvullende voorschriften komen om de impact op de omgeving te beperken en dat dit op verkavelingsniveau uitgeklaard wordt.
● De woningen in de omgeving zijn opgetrokken in een 2e bouwlijn, hebben een residentieel karakter binnen een parkachtige omgeving en zijn opgetrokken met 1 bouwlaag en hellend dak. De voorschriften voorzien een inplanting van het hoofdvolume op 8 m van de achterste perceelsgrens, een maximaal volume van 2 bouwlagen, een vrije dakvorm, bouwdiepte tot 20 m op het gelijkvloers en 15 m op het verdiep en een afstand van min. 3 m tov zijdelingse perceelsgrenzen.
De inplanting van de bouwkaders en het maximale volume wijken af van het BPA en van wat gangbaar is in de directe omgeving. Een dergelijke inplanting en volume zal ook heel wat hinder (schaduw, privacy) met zich meebrengen en dient dus vermeden te worden. Een afstand van minstens 4 m tov de zijdelingse grenzen, dichter bij de voorste perceelsgrens zal deze hinder beperken, alsook een beperking op bouwdiepte en bouwhoogte.
Gegrond.
De afwijking van de inplanting wordt gemotiveerd in de aanvraag. De motivatie vertrekt vanuit het eigen perceel (hoogstgelegen zone wordt bebouwd wordt) doch houdt inderdaad geen rekening met de inplanting van de omliggende percelen. Terecht wordt aangehaald dat het maximaal toegelaten bouwvolume buitenmaats is voor woningen in een 2e bouwlijn en tov de woningen in de directe omgeving. (zie verder goede ruimtelijke ordening).
● De bestemming van de loten in de verkaveling betreft wonen met een maximale oppervlakte van 50 % in nevenbestemming (diensten en vrije beroepen), wat een afwijking impliceert op de BPA voorschriften. Deze afwijking wordt niet gemotiveerd. Normaliter wordt in een residentiele omgeving max. 30 % van de vloeroppervlakte met een max. van 100 m² voorzien ifv nevenfuncties. Een dergelijke bestemming zou conform de voorschriften van het BPA zijn.
Gegrond.
Het BPA schrijft voor dat wonen de hoofdbestemming is, en horeca, diensten, detailhandel en kantoren, niet storend voor de woonomgeving mogelijk zijn in als nevenbestemming. B3 geeft aan dat de nevenbestemming beperkt wordt tot max. 30 % van de totale vloeroppervlakte gerealiseerd op het perceelsdeel gelegen binnen de zone. De verkavelingsvoorschriften wijzigen de maximale oppervlakte van de nevenbestemming tot 50 %, wat inderdaad een niet aangevraagde noch gemotiveerde afwijking is. Het feit dat de afwijking te ruim is, wordt bijgetreden (zie goede ruimtelijke ordening).
7.l. Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.m. Bespreking adviezen
De Vlaamse milieumaatschappij formuleerde in het advies en aantal aandachtspunten. Gelet op de expertise van de adviesinstantie worden deze overgenomen.
Het Agentschap Natuur en Bos bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het boscompensatievoorstel maakt integraal deel uit van de aanvraag en de opgenomen voorwaarden dienen gelet op de expertise en de wettelijke basis overgenomen te worden bij afgifte van een vergunning.
Het advies van de interne groendienst gaat uit van het behoud van een aantal bomen. Indien inderdaad bomen behouden blijven dan dienen de gesuggereerde voorwaarden ifv de garantie tot het behoud nageleefd te worden.
De opmerkingen van de nutsmaatschappijen werden behandeld in het onderdeel ‘Wegenis’.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het weigeren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Monique Van Eeckhout wonende Pontstraat 18 te 8540 Deerlijk, voor het aanvragen van een nieuwe verkaveling, op een perceel gelegen Generaal Deprezstraat 2E, 2F en Pontstraat 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 119 S .
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.