DEERLIJK

10 JUNI 2020

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

Sandra De Leeuw-Goussey, schepen verlaat de zitting vanaf punt D.6.

Sandra De Leeuw-Goussey, schepen vervoegt de zitting vanaf punt D.7.

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 3 juni 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 3 juni 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 3 juni 2020 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Aankoop werkboeken de beuk - 2020-2021 - gunning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Aankoop werkboeken de beuk - 2020-2021” goed te keuren.

 

Motivering

 

In het kader van de aankoop van nieuwe werkboeken voor het lager onderwijs in de beuk werd een prijsvraag gedaan.

 

Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:

  • Perceel 1 (Werkboeken wiskunde, wo, verkeer en schoolagenda's), raming: 12.264,15 euro excl. btw of 13.000,00 euro incl. 6 % btw;
  • Perceel 2 (Werkboeken Frans), raming: 2.169,81 euro excl. btw of 2.300,00 euro incl. 6 % btw;
  • Perceel 3 (Werkboeken Nederlands en spelling), raming: 7.075,47 euro excl. btw of 7.500,00 euro incl. 6 % btw.

 

De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 21.509,43 euro excl. btw of 22.800,00 euro incl. 6 % btw.

 

Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

 

Volgende firma’s worden uitgenodigd om een offerte in te dienen:

  • De Meridiaan bvba, Binnenhof 1 te 8930 Menen;
  • Uitgeverij Van In, Nijverheidsstraat 92/5 te 2160 Wommelgem;
  • Uitgeverij Pelckmans nv, Brasschaatsteenweg 308 te 2920 Kalmthout;
  • die Keure nv, Kleine Pathoekweg 3 te 8000 Brugge;
  • Standaard Boekhandel nv, Industriepark-Noord 28A te 9100 Sint-Niklaas.

 

Volgende offertes werden ontvangen:

  • Perceel 1 (Werkboeken wiskunde, wo, verkeer en schoolagenda's): 2 offertes van:
    • Standaard Boekhandel nv, Industriepark-Noord 28A te 9100 Sint-Niklaas (11.414,69 euro excl. btw of 12.221,46 euro incl. btw);
    • die Keure nv, Kleine Pathoekweg 3 te 8000 Brugge (11.575,10 euro excl. btw of 12.397,88 euro incl. btw);
  • Perceel 2 (Werkboeken Frans): 2 offertes van:
    • Standaard Boekhandel nv, Industriepark-Noord 28A te 9100 Sint-Niklaas (1.979,15 euro excl. btw of 2.097,90 euro incl. btw);
    • Uitgeverij Pelckmans nv, Brasschaatsteenweg 308 te 2920 Kalmthout (2.088,60 euro excl. btw of 2.213,92 euro incl. btw);
  • Perceel 3 (Werkboeken Nederlands en spelling): 2 offertes van:
    • Standaard Boekhandel nv, Industriepark-Noord 28A te 9100 Sint-Niklaas (7.006,80 euro excl. btw of 7.427,21 euro incl. btw);
    • Uitgeverij Van In, Nijverheidsstraat 92/5 te 2160 Wommelgem (7.010,90 euro excl. btw of 7.432,23 euro incl. btw).

 

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieders, zijnde:

  • Perceel 1 (Werkboeken wiskunde, wo, verkeer en schoolagenda's): Standaard Boekhandel nv, Industriepark-Noord 28A te 9100 Sint-Niklaas, tegen het nagerekende offertebedrag van 11.414,69 euro excl. btw of 12.221,46 euro incl. btw;
  • Perceel 2 (Werkboeken Frans): Standaard Boekhandel nv, Industriepark-Noord 28A te 9100 Sint-Niklaas, tegen het nagerekende offertebedrag van 1.979,15 euro excl. btw of 2.097,90 euro incl. btw;
  • Perceel 3 (Werkboeken Nederlands en spelling): Standaard Boekhandel nv, Industriepark-Noord 28A te 9100 Sint-Niklaas, tegen het nagerekende offertebedrag van 7.006,80 euro excl. btw of 7.427,21 euro incl. btw.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Andere:
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet).
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

 

Advies

 

De directeur van de beuk verleent positief advies.

 

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Perceel 1: Werkboeken wiskunde, wo, verkeer en schoolagenda's

Bestelbedrag

11.414,69 euro excl. btw of 12.221,46 euro incl. btw

Actie

Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling

Jaarbudgetrekening

0800-00/61500000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

Visum

G-2020-20 dd 05/06/2020

 

Perceel 2: Werkboeken Frans

Bestelbedrag

1.979,15 euro excl. btw of 2.097,90 euro incl. btw

Actie

Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling

Jaarbudgetrekening

0800-00/61500000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

Visum

G-2020-20 dd 05/06/2020

 

Perceel 3: Werkboeken Nederlands en spelling

Bestelbedrag

7.006,80 euro excl. btw of 7.427,21 euro incl. btw

Actie

Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling

Jaarbudgetrekening

0800-00/61500000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

Visum

G-2020-20 dd 05/06/2020

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

 

De opdracht “Aankoop werkboeken de beuk - 2020-2021” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieders, zijnde:

          Perceel 1 (Werkboeken wiskunde, wo, verkeer en schoolagenda's): Standaard Boekhandel nv, Industriepark-Noord 28A te 9100 Sint-Niklaas, tegen het nagerekende offertebedrag van 11.414,69 euro excl. btw of 12.221,46 euro incl. btw;

          Perceel 2 (Werkboeken Frans): Standaard Boekhandel nv, Industriepark-Noord 28A te 9100 Sint-Niklaas, tegen het nagerekende offertebedrag van 1.979,15 euro excl. btw of 2.097,90 euro incl. btw;

          Perceel 3 (Werkboeken Nederlands en spelling): Standaard Boekhandel nv, Industriepark-Noord 28A te 9100 Sint-Niklaas, tegen het nagerekende offertebedrag van 7.006,80 euro excl. btw of 7.427,21 euro incl. btw.

Artikel 3

 

De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2020, op jaarbudgetrekening 0800-00/61500000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Aankoop fietsnietjes - gunning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning voor de opdracht “Aankoop fietsnietjes” goed te keuren.

 

Motivering

 

Voor het vernieuwen van bestaande verouderde fietsrekken aan o.a. ontmoetingscentra’s, gemeentehuis, sociaal huis, sporthal, bibliotheek,… wil de gemeente fietsnietjes aankopen.  De fietsnietjes zullen door de gemeente zelf worden geplaatst.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 28.925,62 euro excl. btw of 35.000,00 euro incl. 21 % btw.

 

Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

 

Volgende firma’s werden uitgenodigd om een offerte in te dienen:

  • VVS nv, Veldstraat 107 te 3500 Hasselt;
  • Claerbout bvba, Bruggesteenweg 258, 8830 te Hooglede;
  • Groundlevel, Edyweg 31 te NL-6956BA Spankeren;
  • Erdi, Rechte Tocht 3-5 te NL-1507BZ Zaandam.

 

Er werden 3 offertes ontvangen:

  • Claerbout bvba, Bruggesteenweg 258 te 8830 Hooglede (12.841,00 euro excl. btw of 15.537,61 euro incl. 21 % btw);
  • VVS nv, Veldstraat 107 te 3500 Hasselt (13.645,30 euro excl. btw of 16.510,81 euro incl. 21 % btw);
  • Groundlevel, Edyweg 31 te NL-6956BA Spankeren (15.422,00 euro excl. btw of 18.660,62 euro incl. 21 % btw).

 

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde Claerbout bvba, Bruggesteenweg 258, 8830 te Hooglede, tegen het nagerekende offertebedrag van 12.841,00 euro excl. btw of 15.537,61 euro incl. 21 % btw.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Andere:
  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet).
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 28 mei 2020 waarbij delegatie aan het college van burgemeester en schepenen werd verleend om de wijze van gunnen en de voorwaarden van huidige overheidsopdracht te bepalen.

 

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Bestelbedrag

12.841,00 euro excl. btw of 15.537,61 euro incl. btw

Actie

Voorzien van voldoende en kwaliteitsvolle fietsparkeerplaatsen

Jaarbudgetrekening

0220-00/22500000/GEMEENTE/CBS/IP-2

Visum

G-2020-19

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

 

De opdracht “Aankoop fietsnietjes” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde Claerbout bvba, Bruggesteenweg 258, 8830 te Hooglede, tegen het nagerekende offertebedrag van 12.841,00 euro excl. btw of 15.537,61 euro incl. 21 % btw.

Artikel 3

 

De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020, op jaarbudgetrekening 0220-00/22500000/GEMEENTE/CBS/IP-2 (actie A-1.02.3).

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Aankoop piano's - starten procedure en lijst uit te nodigen firma's - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lijst met uit te nodigen firma’s goed te keuren en de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking op te starten.

 

Motivering

 

In het kader van de opdracht “Aankoop piano's” werd een bestek met nr. 2020-13 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 41.300,00 euro excl. btw of 49.973,00 euro incl. 21 % btw.

 

De gemeenteraad verleende in zitting van 28 mei 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Volgende ondernemers komen in aanmerking om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

  • Piano's Maene nv, Industriestraat 42 te 8755 Ruiselede;
  • Rombaux bvba, Kelkstraat13 te 8000 Brugge;
  • Quatre Mains, Kwaadham 52 te 9000 Gent;
  • Piano's Verhulst, Europalaan 1 B-1 te 8970 Poperinge.

 

Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 25 juni 2020 om 10.00 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Andere:
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet).
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
  • Besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2016 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 28 mei 2020 waarbij delegatie aan het college van burgemeester en schepenen werd verleend om de wijze van gunnen en de voorwaarden van huidige overheidsopdracht te bepalen.

 

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

De onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking voor de opdracht “Aankoop piano's” wordt opgestart.

Artikel 2

 

Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

  • Piano's Maene nv, Industriestraat 42 te 8755 Ruiselede;
  • Rombaux bvba, Kelkstraat13 te 8000 Brugge;
  • Quatre Mains, Kwaadham 52 te 9000 Gent;
  • Piano's Verhulst, Europalaan 1 B-1 te 8970 Poperinge.

Artikel 3

 

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 25 juni 2020 om 10.00 uur.

Artikel 4

 

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2020, op jaarbudgetrekening 0820-00/23000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie A-3.06.3).

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Aankoop onkruidborstelmachine - gunning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning voor de opdracht “Aankoop onkruidborstelmachine” goed te keuren.

 

Motivering

 

In het kader van de opdracht “Aankoop onkruidborstelmachine” werd een technische beschrijving opgesteld door de coördinator van de technische diensten.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 10.260,00 euro excl. btw of 12.414,60 euro incl. 21 % btw.

 

De gemeenteraad verleende in zitting van 30 april 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden en de raming van deze opdracht, met name de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

 

Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan deze opdracht:

  • Deblauwe bvba, Kortrijkseweg 204 te 8791 Beveren-Leie;
  • Masschelein bvba, Pluim 21 te 8550 Zwevegem;
  • Pivabo bvba, Kampstraat 20 te 8500 Kortrijk;
  • Agrix nv, Gentsesteenweg 136 te 8530 Harelbeke.

 

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 20 mei 2020 om 10.00 uur te bereiken.

 

Er werden 3 offertes ontvangen:

  • Agrix nv, Gentsesteenweg 136 te 8530 Harelbeke (8.465,00 euro excl. btw of 10.242,65 euro incl. 21 % btw);
  • Deblauwe bvba, Kortrijkseweg 204 te 8791 Beveren-Leie (8.600,00 euro excl. btw of 10.406,00 euro incl. 21 % btw);
  • Pivabo bvba, Kampstraat 20 te 8500 Kortrijk (10.260,00 euro excl. btw of 12.414,60 euro incl. 21 % btw).

 

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde Agrix nv, Gentsesteenweg 136 te 8530 Harelbeke, tegen het nagerekende offertebedrag van 8.465,00 euro excl. btw of 10.242,65 euro incl. 21 % btw.

 

Juridische gronden

  • Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Andere:
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet).
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

 

Adviezen

 

De coördinator van de technische diensten verleent positief advies.

 

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Bestelbedrag

8.465,00 euro excl. btw of 10.242,65 euro incl. btw

Actie

Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling.

Jaarbudgetrekening

0200-00/23000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

Visum

G-2020-18 dd 28/05/2020

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

 

De opdracht “Aankoop onkruidborstelmachine” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde Agrix nv, Gentsesteenweg 136 te 8530 Harelbeke, tegen het nagerekende offertebedrag van 8.465,00 euro excl. btw of 10.242,65 euro incl. 21 % btw.

Artikel 3

 

De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020, op jaarbudgetrekening 0200-00/23000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Niet-geconcedeerd graf - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Administratief medewerker cultuur - kennisname pensioen + ontvangst - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Verslag politiecollege - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van het politiecollege.

 

Motivering

 

Het verslag van het politiecollege van 20 mei 2020 werd overgemaakt aan de gemeente.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Jubileum - ontvangst gemeentehuis - aanpassing - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

100-jarige - bezoek ten huize - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Onderwijs - overeenkomst met VBS Sint-Lodewijk voor opvang schoolkinderen tijdens de schooluren - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de overeenkomst tussen de gemeente Deerlijk en de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk Deerlijk inzake opvang van schoolkinderen tijdens de schooluren vanaf 15 mei 2020 goed te keuren.

 

Motivering

 

Op 15 mei 2020 konden de scholen gedeeltelijk heropstarten in coronatijd. Naast het inrichten van lessen voor bepaalde leerjaren bleef er nood aan opvang van schoolkinderen tijdens de schooluren. Om de organisatie van deze opvang waar nodig te ondersteunen besliste de Vlaamse Regering een projectsubsidie voor compensatie van kosten voor het creëren van bijkomend opvangaanbod tijdens de schooluren toe te kennen.

 

De organisatie van de opvang tijdens de schooluren vanaf 15 mei tot en met 30 juni 2020 dient te gebeuren volgens een getrapte organisatie:

 

1)      In eerste instantie wordt de opvang door de scholen zelf georganiseerd, met maximale inzet van het beschikbare personeel en de beschikbare infrastructuur in het brede onderwijsveld.

2)      In tweede instantie en enkel indien de opvang van schoolkinderen op school zoals vermeld in stap 1 niet volstaat, bekijkt het lokaal bestuur, vanuit zijn regierol, samen met andere lokale actoren of alsnog veilige opvang kan worden gerealiseerd door flexibele inzet van alle bestaande middelen waarover deze lokale actoren beschikken.

3)      In derde instantie en enkel in het geval dat de opvang vermeld in punt 1° en punt 2° niet volstaat, wordt de opvang georganiseerd door middel van het creëren van bijkomend opvangaanbod. Het lokale bestuur neemt hier een regierol op en geeft hierbij gelijke kansen aan elke lokale actor.

 

De Deerlijkse scholen hebben zich maximaal ingezet om de opvang zelf te organiseren, met alle beschikbare personeel en infrastructuur. Daarnaast stelde de gemeente Deerlijk ook haar infrastructuur ter beschikking waar nodig. Inzet van personeel door de gemeente Deerlijk bleek niet mogelijk, mede omwille van de heropstart van de gemeentediensten zelf. Ook andere aanbieders van buitenschoolse opvang met nog beschikbare capaciteit blijken niet voorhanden.

 

Toch zag de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk Deerlijk zich genoodzaakt voor 7 dagen een interim-kracht in te zetten om bijkomend opvangaanbod te organiseren voor in totaal 82 kinderen. Ter invulling van haar regiorol dient de gemeente Deerlijk een overeenkomst aan te gaan tussen de gemeente Deerlijk en de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk Deerlijk inzake opvang van schoolkinderen tijdens de schooluren vanaf 15 mei 2020. Deze overeenkomst is de basis voor het verkrijgen van de projectsubsidie.

 

De projectsubsidie bedraagt:

          voor de inzet van personeel: 20 euro per effectief opgevangen kind per volledige dag en 10 euro per effectief opgevangen kind per halve dag;

          voor de inzet van infrastructuur: 10 euro per effectief opgevangen kind per dag.

 

De projectsubsidie komt ten goede aan de lokale actor die het bijkomend opvangaanbod creëert, in dit geval de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk Deerlijk. In uitvoering van de overeenkomst wordt de projectsubsidie geprefinancierd door de gemeente Deerlijk, waarna de gemeente Deerlijk voor 1 september 2020 een projectsubsidieaanvraag dient te richten tot de Vlaamse Overheid. Het aanvraagformulier en rapporteringssjabloon zijn daartoe nog in opmaak.

De dienst Kinderopvang van VVSG heeft in deze bevestigd dat de school kan optreden als lokale actor voor het creëeren van bijkomend opvangaanbod tijdens de schooluren. Het daarbij inzetten van een interim-kracht komt in aanmerking voor de projectsubsidie voor de inzet van personeel. De school komt evenwel niet in aanmerking voor het deel projectsubsidie voor de inzet van infrastructuur aangezien het eigen schoolinfrastructuur betreft en het buurthuis Sint-Lodewijk kosteloos door de gemeente ter beschikking wordt gesteld.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2020 tot toekenning van een projectsubsidie ter compensatie van de kosten voor opvang van schoolkinderen tijdens de schooluren

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

1.640 euro

 

Er is geen specifiek budget beschikbaar.

 

Het budget ter prefinanciering (na voorleggen uiterlijk op 1 augustus 2020 van een overzicht van het totaal aantal effectief opgevangen kinderen in het kader van de opvang die bijkomend werd georganiseerd) zal worden afgenomen van jaarbudgetrekening GBB/0870-03/64910000 (toelage schoolzwemmen), en na ontvangst van de projectsubsidie vanuit de Vlaamse Overheid terug bijgepast worden door middel van budgetverschuiving of aanpassing meerjarenplan.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen keurt de overeenkomst tussen de gemeente Deerlijk en de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk Deerlijk inzake opvang van schoolkinderen tijdens de schooluren vanaf 15 mei 2020 goed.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

VZW Kinderboerderij Bokkeslot - jaarlijkse exploitatiepremie - jaarrekening 2019 - begroting 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de jaarrekening 2019 en de begroting 2020 van VZW Kinderboerderij Bokkeslot en de jaarlijkse exploitatiepremie uit te betalen.

 

Motivering

 

Kinderboerderij Bokkeslot vzw stelde op de algemene vergadering van 4 juni 2020 het jaarverslag 2019, de jaarrekening 2019 en de begroting 2020 voor.

 

De bijhorende toelichting is te vinden in de verslagen en overzichten in bijlage.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Premiereglement exploitatiepremie Kinderboerderij Bokkeslot, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 mei 2020

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

37.000 euro

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB / 0750-00 / 64940007

Visum

G - 2020 - 22

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt in kader van artikel 4 van het premiereglement exploitatiepremie Kinderboerderij Bokkeslot, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 28 mei 2020, akte van het verslag van de algemene vergadering van 4 juni 2020, de jaarrekening 2019, het financieel verslag 2019 en de begroting van 2020 die goedgekeurd werden door de algemene vergadering op 4 juni 2020.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist de premie van 37.000 euro aan vzw Kinderboerderij Bokkeslot toe te kennen en uit te betalen op rekeningnummer BE55 7380 1919 8544.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Verkaveling Schepen Paul Vanaverbekestraat - verlenging borgstellingstermijn - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een beslissing te nemen in verband met de borgstelling voor het uitvoeren van de omgevingsaanleg in de verkaveling Schepen Paul Vanaverbekestraat.

 

Motivering

 

Op 14 september 2016 werd een vergunning afgeleverd aan de NCV bvba, Lavoordestraat 33a, 8750 Wingene voor het verkavelen van grond in 12 loten met aanleg van nieuwe wegenis, nutsvoorzieningen en groenaanleg. In het kader van deze vergunning werd een verkavelingsovereenkomst ondertekend die de grondafstand, de uitvoering van de wegenis- en rioleringswerken, voetpaden en groenaanleg, de aanleg van nutsleidingen enz. evenals de grootte van de financiële borg die gesteld moet worden door de verkavelaar om de uitvoering van de eerder genoemde werken te waarborgen en de manier van vrijgave van deze borg, regelt.

Deze overeenkomst werd overgedragen van de NCV bvba naar de Infra-Struct bvba.

 

De infrastructuurwerken (fase 1) werden op 30 januari 2018 voorlopige opgeleverd.

 

Op 22 mei 2019 besliste het college om de omgevingsaanleg (fase 2) voorlopig op te leveren na gedeeltelijke uitvoering mits enkele voorwaarden:

          De nog uit te voeren werken worden duidelijk opgelijst en omschreven.

          De volledige omgevingsaanleg moet uitgevoerd zijn 1 jaar na de voorlopige oplevering.

          De onderhoudsperiode van 3 jaar start zoals beschreven in het bestek onder punt 6.9 na de voorlopige oplevering.

          De aanplant van de hagen wordt uitgevoerd door de aannemer en kan niet overgedragen worden naar de kopers.

 

Bij de voorlopige oplevering van de omgevingsaanleg (fase 2) werd 80 % van de borg vrijgegeven. Er werd een borg van 88.850,10 euro vastgelegd. Na voorlopige oplevering bleef nog een borg van 17.770,02 euro behouden, wat net genoeg is voor de resterende aanleg en onderhoud.

 

Niettegenstaande de verkavelaar over voldoende tijd beschikte om de werken uit te voeren, werd op 27 mei 2020, de dag dat de termijn verliep, vastgesteld dat de werken nog steeds niet zijn uitgevoerd, ook niet daar waar enkele woningen reeds zijn gebouwd en afgewerkt. Er wordt enkel onderhoud uitgevoerd aan de parkeerhavens en het speelpleintje, de rest ligt er verwaarloosd bij en er wordt niet gemaaid.

De reden voor het nog niet uitvoeren van de omgevingsaanleg is dat er terug enkele percelen zijn verkocht en de aanleg van het groen hinderlijk is voor het bouwen van de woningen.

Doordat het plantseizoen op zijn einde liep is een aanplant op heden niet meer mogelijk.

De verkavelaar, de ingenieur en de aannemer werden reeds per mail op de hoogte gebracht in verband met het niet uitvoeren van de in de beslissing van 22 mei 2019 opgesomde voorwaarden.

 

De dienst infrastructuur en openbare werken stelde vast dat de verkavelaar gedurende de aanleg van de verkaveling, de verplichting om de hagen en de bomen (die op privaat domein staan) steeds wilde ontlopen en doorschuiven naar de kopers. De verkavelaar werd erop gewezen dat dit onderdeel uitmaakte van de goedgekeurde verkaveling en dit zonder verwijl zo diende uitgevoerd te worden. Er wordt ook vastgesteld dat de intentie om dit in orde te brengen cfr. de beslissing van het college van burgemeester en schepenen, eerder gering is. lndien de stelling van de verkavelaar wordt gevolgd om pas na bebouwing van de percelen de resterende omgevingsaanleg uit te voeren, dan kan dit pas ten vroegste eind 2021 of half 2022 uitgevoerd worden. Hij stelt ook voor om een actieplan op te stellen eind 2020.

 

De dienst infrastructuur en openbare werken stelt voor, gezien het plantseizoen nu toch voorbij is, de verkavelaar nog tot eind februari 2021 de kans te geven alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Indien de werken dan nog niet zijn uitgevoerd, zowel geheel of gedeeltelijk, dan kan de gemeente een aannemer aanstellen om met de openstaande borg de resterende omgevingsaanleg uit te voeren. Hij dient wel in gebreke te worden gesteld voor het niet naleven van de in de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 22 mei 2019 opgenomen voorwaarden.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de verkavelaar alsnog een termijnsverlenging toe te staan tot uiterlijk eind februari 2021 voor het uitvoeren van de volledige omgevingsaanleg.

 

Artikel 2

 

Indien de werken tegen eind februari 2021 niet volledig zijn uitgevoerd, wordt de borg integraal aangewend voor het uitvoeren van de resterende omgevingsaanleg.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Inname openbaar domein voor terras - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Inname openbaar domein voor uitbreiding terras - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Renovatiepremie eigenaars-bewoners - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

OMV 2020.79 - Harelbekestraat 66 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

OMV 2020_83 - Vichtesteenweg 135 - advies aan POVC - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen voor de omgevingsvergunningsaanvraag voor het afkoppelen hemelwater en heraanleg verhardingen (Dupl.2020005757), op een perceel gelegen Vichtesteenweg 135 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1277 A en (afd. 1) sectie B 1277 B aangevraagd door Tom Kiekens namens BRUYNEEL BVBA gevestigd Vichtesteenweg 135 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar beslissing als volgt:

 

1.Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

        De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

        De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

        Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

        Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

        Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 juni 1959 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van twee bezinepompen, een geprefabriceerde loods en een aanduidingspaal “Shell”.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 augustus 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van een bestaande benzinepomp (enkelpomp) door een dubbelpomp.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 januari 1974 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een pompstation.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 juni 1982 door het college van burgemeester en schepenen voor plaatsen van een bovengrondse propaangashouder (9800 liter) en een LPG verdeler.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 augustus 1982 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van publiciteit: verlicht paneel 2000, aankondiging bancontact, 2 lichtbakken Self-service en productbakken boven de pompen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 oktober 1982 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een luifel + bouwen van 3 pompeilanden.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 april 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanpassen van een bestaande en aanleggen van een nieuw pompeiland.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 juni 1991 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van het benzineservicestation met een bergplaats en verblijfsruimte.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 juni 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor het vellen van een veertigtal bomen achteraan de eigendom, in functie van de uitbreiding van het tankstation.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 september 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een bestaand tankstation (bouwen van een werkplaats en jet-wash).

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 december 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanleggen van een talud aan de achterzijde van de eigendom.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 augustus 2006 door het college van burgemeester en schepenen voor de regularisatie en uitbreiding van een bestaand tankstation met shop, werkplaats en jetwash.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 februari 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanpassen van de publiciteit van een bestaand service station.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 maart 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanpassen van een bestaand servicestation.

 

Relevante milieuvergunningen

 

Volgende pré-VLAREM vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Pré-VLAREM vergunning afgeleverd op 30 oktober 1959 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor het plaatsen van 2 ondergrondse benzineopslagplaatsen van 6000 liter met 2 verdelingspompen.

        Pré-VLAREM vergunning afgeleverd op 25 februari 1982 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor het plaatsen van een bovengrondse LPG-depot van 9800 liter en een verdeelpomp.

        Pré-VLAREM vergunning afgeleverd op 27 december 1982 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor het exploiteren van een benzinepomp.

        Pré-VLAREM vergunning afgeleverd op 1 juni 1989 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor het verder exploiteren en uitbreiden van het bezine-, gasolie- en propaangasdepot met een dieseloliedepot van 30.000 liter.

 

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning afgeleverd op 4 september 2003 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor het verder exploiteren van een tankstation, carwash en garage.

        Milieuvergunning afgeleverd op 18 augustus 2011 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden en wijzigen van een tankstation en carwash.

 

Relevante omgevingsvergunningen

 

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Vichtesteenweg, een voldoende uitgeruste gewestweg in de directe omgeving van het op- en afrittencomplex van de E17. De omgeving wordt vooral  gekenmerkt door een verscheidenheid aan bedrijfsgebouwen. Het perceel van de aanvrager is reeds in grote mate bebouwd en verhard.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het stedenbouwkundig luik van de  aanvraag omvat het afkoppelen van het hemelwater en de heraanleg van verhardingen op een vergund servicestation.

De afkoppeling van het hemelwater op privaat terrein is verplicht bij de geplande aanleg van een gescheiden rioleringstelsel in de voorliggende weg. Voorgestelde afkoppeling op privaat terrein werd voorafgaand aan deze aanvraag besproken met en goedgekeurd door de afkoppelingsadviseur van Riopact, aangesteld door de gemeente.

Tegelijk met deze werken plant de bouwheer om (een groot deel van) de bestaande asfaltverhardingen te vernieuwen, zonder deze evenwel uit te breiden. Er wordt een totaal van 1.160 m² verharding uitgebroken en opnieuw aangelegd. Voor deze werken werd ook een sloopopvolgingsplan opgesteld.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Bruyneel B.V.B.A. baat een tankstation uit waar diesel, benzine, LPG, gasolie of petroleum getankt kan worden. Vooraan is er ook een shop aanwezig. Bovendien is er achteraan het bedrijf een selfcarwash-installatie bestaande uit 4 boxen geïnstalleerd.

Volgende onderdelen maken onderwerp uit van deze aanvraag:

o        Ten opzichte van de vorige vergunning werden enkele verdeelslangen voor brandstoffen gewijzigd. Pomp 7 en 8, elk met drie verdeelslangen, verdelen geen benzine meer. Aan deze pompen kan nu AdBlue en diesel getankt worden. AdBlue wordt niet beschouwd als gevaarlijke stof, waardoor het aantal vergunde verdeelslangen aangepast wordt (4 verdeelslangen minder).

o        De asfaltverharding wordt over een oppervlakte van 1.160 m² vernieuwd, enerzijds

om de verplichte afkoppeling van het hemelwater mogelijk te maken (afkoppelen tracé riolering huishoudelijk afvalwater + realiseren nieuw tracé afvalwater tot grens openbaar domein) en anderzijds om noodzakelijke herstellingen aan de verhardingen uit te voeren. De lozingsdebieten zijn herrekend per lozingspunt rekening houdend met de wijzigingen aan de afvoeren.

o        De lozing van het bedrijfsafvalwater is herrekend volgens de nieuwe eenheden voor de berekening van het debiet aan potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van de tankpistes, carwash en vulpunten. In 2018 heeft de VMM hieromtrent de nota “Nieuwe aanpak verontreinigd hemelwater” gepubliceerd.

o        De lozing van huishoudelijk afvalwater (380 m³/jaar) is niet langer meer ingedeeld.

o        De ontvettingstafel en bijhorende opslag van ontvettingsproduct werd nooit geplaatst en wordt bijgevolg uit de vergunning geschrapt (rubriek 29.5.7.a.1).

o        De lastoestellen worden niet langer ingedeeld onder rubriek 29.5.3.2.

o        De CLP-conversie was reeds uitgevoerd maar moest nog in de vergunning opgenomen worden.

o        Er wordt een administratieve aanpassing gevraagd voor de geïnstalleerde totale drijfkracht aan compressoren, airco, koelinstallaties en vriezers van 46,9 kW naar 49,4 kW (rubriek 16.3.2°a)).

o        De rubriekentabel uit Vlarem II is gewijzigd sinds de vorige vergunning. Bijgevolg worden volgende activiteiten onder een andere rubriek vergund:

  • Werkplaats met 2 bruggen (rubriek 15.2)
  • Compressoren, airco, koelinstallaties en vriezers 49,4 kW (rubriek 16.3.2°a))

 

Verder zal de ingedeelde inrichting of activiteit de volgende rubrieken omvatten:

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.4.2°

Uitbreiding met 10,88 m³/u; 20,81 m³/d; 1161 m³/j (Verandering)

13,82 m³/uur

2

6.4.1°

CLP-conversie (Verandering)

10900 liter

3

6.5.2°

CLP-conversie + aanpassing aantal verdeelslangen (Verandering)

27 verdeelslangen

2

15.1.1°

Stallen van 5 voertuigen (Ongewijzigd)

5 voertuigen

3

15.2.

wijziging Vlarem-rubriekenlijst (Verandering)

2 bruggen

3

15.4.2°b)

Wasinrichting voor voertuigen met 4 boxen (max. 300 voertuigen per dag) (Ongewijzigd)

300 voertuigen per dag

2

16.3.2°a)

administratieve aanpassing + wijziging Vlarem-rubriek (Verandering)

49,4 Kw

3

16.4.1°

LPG-verdeler met 2 verdeelslangen (Ongewijzigd)

2 verdeelslangen

1

16.4.2°

Vultoestel voor airconditioningsinstallaties van voertuigen (Ongewijzigd)

1 vultoestel

2

17.1.2.1.1°

CLP-conversie (Verandering)

1000 liter

3

17.1.2.2.3°

CLP-conversie (Verandering)

24500 liter

1

17.3.2.1.1.2°

CLP-conversie (Verandering)

108,058 ton

2

17.3.2.2.3°c)

CLP-conversie + uitbreiding met 0,08 ton tweetakt benzine (Verandering)

33,68 ton

1

17.3.4.1°b)

Opslag van 0,280 ton reinigingsproducten (na uitvoering CLP-conversie) (Nieuw)

0,28 ton

3

17.3.6.1°b)

CLP-conversie (Verandering)

0,52 ton

3

17.4.

Opslag van diverse gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen bestaande uit additieven, antivries, ruitensproeiervloeistof, smeerolie en reinigingsproducten in totaal voor 3.650 liter + 300 kg vetten (Ongewijzigd)

3950 liter

3

29.5.2.1°b)

Metaalbewerkingsmachines (7,55 kW) (Ongewijzigd)

7,55 Kw

3

 

4.Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vind plaats van 23 mei 2020 tot en met 21 juni 20209. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er tot op heden geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.Adviezen

 

Voor deze aanvraag werd vanuit de POVC West-Vlaanderen aan de gemeente Deerlijk op 13 mei 2020  advies gevraagd.

 

6.Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1   Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan zijnde de voorschriften voor woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de exploitatie van een brandstofverdeelstation met garageactiviteiten en een carwash alsook het opbreken en heraanleggen van een deel van de bestaande verharding zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2   Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vichtesteenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3   Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Er wordt een afwijking gevraagd van Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten. Het aanvraagdossier heeft betrekking op de heraanleg van verhardingen waarbij de heraangelegde oppervlakte groter is dan 40 m².

De verhardingen worden vernieuwd, enerzijds om de verplichte afkoppeling van het

hemelwater mogelijk te maken anderzijds om noodzakelijke herstellingen aan de verhardingen uit te voeren. De asfaltverharding wordt over een oppervlakte van 1.160 m² verwijderd en heraangelegd.

Om te voldoen aan de verordening zou een infiltratievoorziening met een buffervolume van

58 m³ en een oppervlakte van 92,80 m² moeten worden geplaatst, waarop de afwatering

van alle verhardingen zou moeten worden aangesloten.

De tracés van de afwatering van de verhardingen leiden echter niet naar een geschikte

locatie op eigen terrein om dergelijke infiltratievoorziening in te voorzien. Daarenboven

wordt slechts de afwerkingslaag van de verharding verwijderd en vernieuwd. Tenslotte worden voornamelijk de verhardingen heraangelegd van het circulatietraject voor vrachtwagens; het plaatsen van buffertanks of infiltratievoorzieningen in het traject voor zwaar verkeer is niet aangewezen.

Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer. Op de bedrijfsite wordt hergebruik van hemelwater maximaal uitgevoerd door middel van de aanwezige hemelwaterputten (60.000 liter). De aard en de locatie van de uit te voeren werkzaamheden maken het niet mogelijk om infiltratie- of buffervoorzieningen te installeren. Omwille van deze specifieke omstandigheden en er in de nieuwe situatie niet meer hemelwater wordt afgevoerd dan in de bestaande kunnen we hiermee akkoord gaan en kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4   Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5   Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6   Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7   Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8   Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9   Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

De aangevraagde veranderingen brengen geen wijziging in het aantal verplaatsingen van en naar de site met zich mee. Het terrein is gelegen langs de Vichtesteenweg in Deerlijk. Deze straat betreft een gewestelijke weg (N36) en is in beheer van AWV. De exploitatie is vlot bereikbaar via de N36 en is gelegen vlakbij de op- en afrit van autosnelweg E-17, waardoor vrachtwagens in principe niet op secundaire wegen en zeker niet door dorpskernen moeten rijden. Het totaal aantal tankbeurten bedroeg ca. 189.500, waarvan ca. 21.500 tankbeurten voor AdBlue, die meestal in combinatie met een tankbeurt voor diesel gebeuren, en ca. 5300 tankbeurten voor LPG waarbij meestal 2 LPG-tanks per tankbeurt moeten gevuld wordt en dus in werkelijkheid ca. 2650 tankbeurten voor LPG plaatsvinden. Het totaal aantal verplaatsingen van en naar het tankstation bedraagt dus ca. 165.000 voertuigen per jaar, waarvan 15.000 vrachtwagens.

Wat betreft de carwash zijn er geen cijfers beschikbaar over het aantal bezoekers per jaar. De maximale capaciteit van de carwash bedraagt 300 voertuigen per dag, verspreid over de vier boxen. In werkelijkheid ligt het bezoekersaantal in elk geval een stuk lager.

Op het bedrijfsterrein worden maximaal 5 werknemers tewerkgesteld. De openingsuren van de shop zijn hoofdzakelijk gesitueerd tussen 6u en 19u op weekdagen en op zaterdag. Er kan 24u op 24u, 7d op 7d getankt worden. LPG kan enkel getankt worden wanneer de exploitant van het tankstation of zijn aangestelde aanwezig is bij het tankstation, tijdens de openingsuren van de shop. De self-carwash is toegankelijk van 7u tot 22u.

De in-en uitrit voor vrachtwagens is dezelfde als voor personenwagens, doch rijden de

vrachtwagens rond de shop om aan het truckgedeelte te komen. Het tankstation voor de

personenwagens bevindt zich voor de shop, langs de straatkant.

 

Relevante potentiële effecten op de bodem

De inrichting maakt gebruik van gevaarlijke stoffen en brandbare vloeistoffen. Voor een volledig overzicht van de opgeslagen gevaarlijke stoffen wordt verwezen naar de concordantietabel, als bijlage toegevoegd aan de aanvraag. De aangevraagde veranderingen zorgen niet voor een verhoogd risico op bodemverontreiniging. De tankpistes en carwash zijn uitgerust met een vloeistofdichte vloer met afwatering via een KWS-afscheider en slibvangput.

Er worden geen nieuwe opslagtanks aangevraagd bij deze aanvraag. De nodige periodieke beperkte en algemene onderzoeken worden uitgevoerd. De conformiteitsattesten en de keuringsattesten van de tanks worden bijgehouden op de exploitatiezetel. De nodige pictogrammen en brandbestrijdingsmiddelen zijn aanwezig. De geldende afstandsregels worden gerespecteerd.

De ondergrondse tanks zijn dubbelwandig en voorzien van lekdetectie en overvulbeveiliging. De bovengrondse tanks zijn dubbelwandig en zijn duidelijk gelabeld. Ze zijn voorzien van overvulbeveiliging en lekdetectie. De plaatsing gebeurde onder toezicht van een erkend deskundige. Alle gevaarlijke producten in verplaatsbare recipiënten zijn opgeslagen in de werkplaats met vloeistofdichte vloer. De recipiënten zijn voorzien van duidelijke labels en worden gestockeerd conform de geldende afstandsregels.

 

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Het regenwater afkomstig van de luifels en de daken van de gebouwen komt niet in aanraking met de brandstoffen. Dit water wordt verzameld en naar de aanwezige hemelwaterputten (2 x 20.000 l bij de carwash en 2 x 10.000 l onder de shop) gevoerd. Dit water wordt hergebruikt voor het spoelen van de toiletten, het onderhoud van het tankstation en voor de carwash installatie. Via een overloop wordt het overtollige water geloosd in de openbare riolering (Vichtsesteenweg).

Het niet verontreinigd hemelwater wordt via verzamelputten geloosd in de openbare riolering (Vichtsesteenweg). Het regenwater dat neerkomt op de vloeistofdichte pistes is potentieel verontreinigd, wordt via een aquadrain opgevangen en via de verzamelputten naar de KWS-afscheiders geleid, vooraleer het geloosd wordt in de openbare riolering (Vichtsesteenweg).

Er zijn 2 lozingspunten voor afvalwater aanwezig op de site: LPT BA+HA (bedrijfsafvalwater en huishoudelijk afvalwater) en LPT BA+RW (bedrijfsafvalwater en regenwater).

LPT BA+HA:

Op dit lozingspunt in de openbare riolering wordt het bedrijfsafvalwater van de carwash

geloosd samen met het huishoudelijk afvalwater van de shop en in beperkte mate van de

garagewerkplaats. Het afvalwater van de carwash wordt geloosd na doorlopen van een KWS afscheider. Het huishoudelijk afvalwater is aangesloten op een septische put. Het totale debiet bedraagt 1,74 m³/u; 22,04 m³/d en 4.160 m³/j, waarvan het aandeel huishoudelijk afvalwater 0,34 m³/u; 1,04 m³/d en 380 m³/jaar bedraagt. Het lozingsdebiet van de self-carwash, die bestaat uit 4 boxen, is gerekend op basis van een maximumcapaciteit van 20 wagens per uur of 300 wagens per dag. Het jaardebiet betreft het gemiddelde verbruik per jaar (= dagcapaciteit x 180 dagen (= half jaar)). Per wasbeurt wordt een verbruik van 70 liter water gerekend: 1,4 m³/u; 21 m³/d en 3.780 m²/j.

LPT BA+RW:

Op dit lozingspunt in de openbare riolering wordt het hemelwater geloosd afkomstig van de

verhardingen, de luifels en de daken van de gebouwen. Een deel hiervan wordt als potentieel verontreinigd hemelwater geloosd in de openbare riolering na doorlopen van een KWS afscheider.

Op basis van een totale verharde oppervlakte van ca. 3.500 m² bedraagt het totale

lozingsdebiet 55,65 m³/u; 142,8 m³/d en 2.975 m³/j. De oppervlakte van de onoverdekte,

vloeistofdichte pistes bedraagt ca. 497 m³. Daarbij wordt de helft van de oppervlakte van de

vloeistofdichte pistes onder luifels gerekend, zijnde ca. 263 m³. Samen betekent dit een

oppervlakte van 760 m² voor de berekening van het debiet aan potentieel verontreinigd

hemelwater: 12,08 m³/u; 31,01 m³/d en 646 m³/j.

 

Er zijn geen sectorale lozingsvoorwaarden van toepassing voor het bedrijfsafvalwater afkomstig van de self-carwash en het potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van de

vloeistofdichte pistes, maar wel voor de lozing van bedrijfsafvalwater via een KWS-afscheider in de openbare riolering. Een self-carwash wordt niet beschouwd als een volautomatische carwashinstallatie, waardoor volgende sectorale lozingsvoorwaarden niet van toepassing zijn:

“59. Volautomatische car- en truckwashinstallaties (inrichtingen, vermeld in rubriek 15.4 van de indelingslijst)”; enkel de algemene lozingsvoorwaarden zijn van toepassing op de self-carwash.

 

Er werden twee stalen genomen van het bedrijfsafvalwater:

1)      Self-carwash (schepstaal in een controleput): pH, temperatuur, zware metalen, BOD,

COD, ZS, Ptot, Ntot en detergenten (anionisch, nonionisch, kationisch).

2)      Potentieel verontreinigd hemelwater van tankpiste (schepstaal in controleput na KWS afscheider): pH, temperatuur, ZS, bezinkbare stoffen, perchloorethyleenextraheerbare apolaire stoffen, olie en vet, BOD.

Voor de analyseresultaten wordt verwezen naar het analyserapport in bijlage van de aanvraag. Wat betreft het staal van de self-carwash wordt voldaan aan de lozingsnormen in openbare riolering van rubriek 59 voor volautomatische car- en truckwashinstallaties (inrichtingen, vermeld in rubriek 15.4 van de indelingslijst), behalve een lichte overschrijding voor koper (0,565 mg/l t.o.v. 0,5 mg/l). Zoals reeds vermeld zijn deze normen echter niet van toepassing voor de self-carwash.

Wat betreft het staal van het potentieel verontreinigd hemelwater van de tankpiste wordt

voldaan aan de lozingsnormen in openbare riolering van rubriek 52 voor KWS-afscheiders.

Er worden geen bijzondere lozingsnormen gevraagd.

 

Er wordt wel een bijstelling van de bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het Vlarem, gevraagd. Meer bepaald een afwijking op volgend artikel:

Artikel 4.2.5.1.1 §1

Bedrijfsafvalwater van inrichtingen die een maximum hoeveelheid bedrijfsafvalwater                             van meer dan 2 m³ per dag of 50 m³ per maand of 500 m³ per jaar lozen, moet                                           worden geloosd via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit                             van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat                                           gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen.

Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de                             ingedeelde inrichting of activiteit dient deze controle-inrichting vanaf de hierna                                           vermelde debieten bovendien te beantwoorden aan de volgende eisen:

voor debieten > 2 m³/uur of > 20 m³/dag: de plaatsing van een meetgoot (bij                             voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1. bij het besluit gevoegde omschrijving en                                           gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid.

De exploitant wenst af te wijken van de verplichting om een meetgoot te plaatsen:

In totaal wordt een lozingsdebiet van 13,82 m³/u, 53,05 m³/dag en 4.806 m³/jaar bedrijfsafvalwater aangevraagd, waarvan 1,4 m³/u, 21 m³/dag en 3.780 m³/jaar afvalwater afkomstig van de self-carwash (niet-geautomatiseerd) en 12,08 m³/u, 31,01 m³/dag en 646 m³/jaar potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van de vloeistofdichte pistes voor de tankpistes, de self-carwash en de vulpunten. Het overige lozingsdebiet voor het sanitair en het onderhoud van het tankstation bedraagt 0,34 m³/u, 1,04 m³/dag en 380 m³/jaar. Los van het potentieel verontreinigde hemelwater bedraagt het lozingsdebiet van bedrijfsafvalwater minder dan 2 m³/u en wordt voldaan aan de uitzondering voor het plaatsen van een meetgoot. De hogere debieten zullen slechts in beperkte mate van toepassing zijn.

Sinds juni 2017 hanteert de VMM een nieuwe aanpak voor de advisering van lozingsdebieten van verontreinigd regenwater. Deze nieuwe aanpak werd in samenwerking met het departement Omgeving ontwikkeld en houdt voortaan ook rekening met de variabiliteit van de neerslaghoeveelheden in Vlaanderen (zie ook:   https://www.vmm.be/nieuws/archief/nieuwe-aanpak-lozing-verontreinigd-regenwater) Met deze nieuwe berekening worden bovenstaande uurdebieten berekend. Volgens de wetgeving dient voor dergelijke debieten een meetgoot te worden geplaatst. De VMM stelt zelf voor een afwijking voor een meetgoot toe te staan tot 80 m³/u – 204 m³/d. De dienst omgeving van de gemeente Deerlijk sluit zich aan bij het voorstel van de VMM om in dergelijke gevallen een afwijking van de verplichting tot het plaatsen van een meetgoot toe te staan.

 

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Er zijn geen geleide emissies vanuit de exploitatie, enkel beperkte, niet geleide emissies van de benzinepompen en vulpunten. Gezien de gunstige ligging van het tankstation t.o.v. nabijgelegen woningen op aanpalende terreinen, wordt geen geurhinder verwacht. Bovendien zijn de benzinepompen en vulpunten voorzien van een fase I- en II-damprecuperatiesysteem. De aangevraagde veranderingen hebben geen invloed op de effecten van de luchtkwaliteit in de omgeving.

 

Relevante potentiële effecten van geluid en trillingen ten gevolge van de aanvraag

De belangrijkste bronnen van geluid of trillingen zijn het verkeer van en naar de exploitatie, het gebruik van de self-carwash en de compressor in de werkplaats. De aangevraagde veranderingen hebben geen invloed op het effect van geluid of trillingen.

Volgende maatregelen worden ingezet om de effecten van geluid of trillingen te voorkomen of te beperken:

o        De geluidshinder van het tankstation is gering en is beperkt tot het op- en afrijden van personenwagens, vrachtwagens en soms de bevoorradende tankwagens. Het

geluidsniveau van de pompen is heel laag. Het aandeel vrachtwagens is het voorbije               jaar sterk gedaald en wordt verwacht nog verder te dalen.

o        De locatie van de wasplaats is gunstig t.o.v. de achterliggende woningen. Een

groenscherm en de tuinen van de woningen zorgen voor voldoende afscherming.

o        De compressor is voldoende afgeschermd door de werkplaats.

Er wordt wel een bijstelling van de bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het Vlarem, gevraagd. Meer bepaald een afwijking op volgend artikel:

Artikel 5.15.0.6. § 1.

Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk 4.5. zijn rustverstorende                             werkzaamheden verboden op werkdagen tussen 19 uur en 7 uur alsmede op zon- en               feestdagen, tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van               de ingedeelde inrichting of activiteit.

De exploitant wenst, net zoals in de basisvergunning van 18 augustus 2011, 7 dagen op 7 te kunnen exploiteren. De openingsuren van de shop zijn hoofdzakelijk gesitueerd tussen 6u en 19u op weekdagen en op zaterdag. Er kan 24u op 24u, 7d op 7d getankt worden. LPG kan enkel getankt worden wanneer de exploitant van het tankstation of zijn aangestelde aanwezig is bij het tankstation, tijdens de openingsuren van de shop. De self-carwash is toegankelijk van 7u tot 22u. Aangezien er met deze aanvraag geen wijziging gevraagd wordt ten opzichte van de reeds bestaande openingsuren en er betreffende deze afwijking van de in het Vlarem gestelde voorwaarden, geen klachten werden ontvangen, kunnen we akkoord gaan met de gevraagde afwijking:

o        Het tanken van brandstof kan 7 dagen op 7, 24 u op 24 u

o        De openingsuren van de shop zijn van maandag tot zaterdag 6 u tot 19 u, zondag is de shop gesloten.

o        De self-carwash is toegankelijk van 7u tot 22 u

De belangrijkste bronnen van geluid of trillingen zijn het verkeer van en naar de exploitatie, het gebruik van de self-carwash en de compressor in de werkplaats.

De geluidshinder van het tankstation is gering en is beperkt tot het op- en afrijden van personenwagens, vrachtwagens en soms de bevoorradende tankwagens. Het geluidsniveau van de pompen is heel laag. Het aandeel vrachtwagens is de voorbije jaren gedaald.

De locatie van de wasplaats is gunstig t.o.v. de achterliggende woningen. Een groenscherm en de tuinen van de woningen zorgen voor voldoende afscherming. De compressor is voldoende afgeschermd door de werkplaats. De effecten van licht kunnen ook als niet aanzienlijk beschouwd worden. De verlichting is neerwaarts gericht. Omwille van de veiligheid is een goede verlichting noodzakelijk. Er wordt met deze aanvraag geen bijkomende verlichting voorzien.

 

Relevante potentiële effecten op biodiversiteit

Deze exploitatie heeft geen invloed op de biodiversiteit.

 

Relevant risico op zware ongevallen of rampen

Gezien de activiteiten van het tankstation bestaat er een verhoogd risico met betrekking tot brandveiligheid. De aangevraagde veranderingen brengen echter geen bijkomend risico op brandveiligheid met zich mee. Het tankstation, de shop, de werkplaats en de carwash zijn aan alle kanten vlot bereikbaar voor de interventiediensten. Op het bedrijfsterrein zijn voldoende blusmiddelen aanwezig. Deze blusmiddelen worden jaarlijks gekeurd. De ontluchting van tanks is voorzien van vlamdovers. Keuring op elektrische installaties wordt periodiek uitgevoerd.

 

Relevante potentiële effecten op onroerend erfgoed

De aangevraagde veranderingen hebben geen invloed op onroerend erfgoed in de omgeving. Er bevindt zich geen bouwkundig erfgoed in de onmiddellijke omgeving van de inrichting.

 

Relevante potentiële effecten van licht en straling ten gevolge van de aanvraag

De inrichting is voorzien van buitenverlichting om de veiligheid van de bezoekers en het personeel te garanderen. De verlichting is zoveel mogelijk neerwaarts gericht. Omwille van de veiligheid is een goede verlichting noodzakelijk. Er wordt met deze aanvraag geen bijkomende verlichting voorzien.

 

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

Alle door het bedrijf geproduceerde afvalstoffen worden periodiek opgehaald een erkende afvalverwerker (de bewijzen daarvan worden ter beschikking gehouden) en het met huishoudelijk vergelijkbaar bedrijfsafval wordt bij de huis aan huis ophaalronde correct aangeboden.

 

Mogelijke andere relevante potentiële effecten.

Geen andere relevante effecten te melden

 

Te verwachten relevante cumulatieve effecten door de relatie met andere projecten.

Geen relevante effecten te melden

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

 

7.10  Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de actualisatie van de exploitatie van een bestaand brandstof verdeelstation, zonder uitbreiding van bebouwd volume en binnen een geëigende zone. Er wordt tevens een deel van de bestaande verharding opgebroken omwille van de aanleg van een gescheiden stelsel van afval- en hemelwater. Deze stedenbouwkundige handeling betreft geen toename van de verharde oppervlakte zodat de impact van deze handeling beperkt is . Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11  Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de opmaak van dit advies is het openbaar onderzoek nog lopende. Tot op heden werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12  Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13  Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

7.14  Sloopopvolgingsplan

Voor sloop-, renovatie- of ontmantelingswerken in het kader van infrastructuurwerken en onderhoudswerken aan infrastructuur, met een volume van meer dan 250 m³, is een sloopopvolgingsplan noodzakelijk. Het sloopopvolgingsplan is toegevoegd aan het aanvraagdossier zodat geen verdere voorwaarden opgelegd moeten worden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een gunstig advies uit te brengen betreffende de aanvraag.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

OMV 2020_22 - Oliebergstraat 110 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de woning met 33 m² voor wachtruimte bij bestaande praktijk, op een perceel gelegen Oliebergstraat 110 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 687 D aangevraagd door mevrouw Marleen Dezillie wonende Oliebergstraat 110 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  3 juni 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd 1 september 2011 met als bestemming zone 5, zone voor wonen met beperkte nevenfunctie.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 januari 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een eengezinswoning met buitenzwembad.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 februari 2007 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een tuinhuisje met afdak van 28,8 m².

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langs de Oliebergstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De bouwplaats is een ruim perceel met een vrijstaande woning. Langs de ene zijde van de straat (waar ook het perceel van de aanvrager zich situeert) zijn er gelijkaardige ruime percelen bebouwd met relatief recente vrijstaande woningen. Langs de overzijde van de straat bevindt zich een combinatie van vrijstaande, halfopen en gesloten bebouwing van wat oudere datum.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst in de woning een bureauruimte in te richten voor een dokterskabinet en wenst aan de voorzijde de woning een beperkte uitbreiding te voorzien voor een wachtzaal, toilet en inkomhal. De uitbreiding situeert zich aan de linkervoorzijde van de woning tot op 3,25 m van de linkerzijperceelsgrens. De afstand tot de rooilijn bedraagt 7,21 m. Het nieuwe volume heeft een breedte van 6,47 m op een diepte 3,19 m. Het wordt afgewerkt met een kroonlijsthoogte van 3,10 m en is voorzien van een plat dak. De gevels van dit nieuwe gedeelte bestaan uit gevelmetselwerk in oranje/beige kleur conform de bestaande woning en het nieuwe schrijnwerk bestaat uit blauw/grijs aluminium. De bestaande verharding in de voortuin blijft behouden. Er zijn 2 parkeerplaatsen voor bezoekers en een inpandige dubbele garage voor de bewoners. De bestaande bomen en de groenaanplant op het perceel blijven behouden. 

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 19 maart 2020 tot 17 april 2020 en werd omwille van het Noodbesluit omgevingsvergunning van 24 maart 2020 opgeschort vanaf 25 maart 2020 en voor de resterende periode verder gezet van 4 mei 2020 tot 28 mei 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP Sint-Lodewijk centrum.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

Ontwerp voorziet:

Diepte hoofdvolume (= het volume tussen de voorbouwlijn en de maximum diepte op de verdieping) is maximaal 12 m

Door het vooruit brengen van de voorbouwlijn ligt de diepte van het hoofdvolume op 12,80 m

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de hoofdfunctie van het goed wonen is en een beperkte nevenfunctie toegelaten wordt, minder dan de maximale 20 % van het totale vloeroppervlakte ingenomen is door de nevenfunctie, de vrije zijstrook minstens 3 m bedraagt, de dakvorm vrij is, de kroonlijsthoogte lager is dan de maximale 6,50 m, de diepte van het gelijkvloers niet bepaald is, maximaal 2 bouwlagen toegelaten zijn en het terrein voor maximaal 40 % bebouwd mag worden.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de diepte van het hoofdvolume zodat een afwijking overwogen kan worden. De bouwdiepte op de verdieping wijzigt enkel omdat de voorgevelbouwlijn beperkt vooruit komt en de bouwdiepte altijd gerekend wordt vanaf de gekozen voorgevelbouwlijn. De effectieve verdiepingsdiepte blijft behouden en het nieuwe volume bestaat slechts uit één bouwlaag waardoor de impact voor de omgeving en voor de aanpalende eigenaars te verwaarlozen valt en de afwijking positief beoordeeld kan worden.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oliebergstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (< 40 m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de uitbreiding en beperkte herinrichting van een eengezinswoning met behoud van de hoofdfunctie. De nevenfunctie wordt beperkt tot ongeveer 34 m² op een totale netto vloeroppervlakte van 349 m² waardoor de aanvraag zich functioneel inpast. De uitbreiding is beperkt in oppervlakte en sluit aan bij de architectuur van de bestaande woning. Het groen in de voortuin blijft maximaal behouden waardoor de uitbouw zich maximaal zal integreren op het perceel en bijgevolg geen negatieve impact zal hebben op het bestaande straatbeeld. Op eigen terrein is voorzien in parkeermogelijkheid voor 2 wagens wat gelet op de aard van de praktijk en de oppervlakte van de ruimte voldoende is. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

      Het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid.

      Het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020 betreffende de maatregelen getroffen voor de omgevingsvergunningsprocedures en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Marleen Dezillie wonende Oliebergstraat 110 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van de woning met 33 m² voor wachtruimte bij bestaande praktijk, op een perceel gelegen Oliebergstraat 110 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 687 D.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

OMV 2020_94 - Waregemstraat 16 - melding - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor het plaatsen van een terrasoverkapping aan de achterzijde van de woning op een perceel gelegen Waregemstraat 16 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 320 G5 ingediend door Dean Vervaeke met als contactadres Waregemstraat 16 te 8540 deerlijk.

 

Motivering

 

De melding ingediend door Dean Vervaeke met als contactadres Waregemstraat 16 te 8540 deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 21 mei 2020.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Waregemstraat 16, kadastraal bekend afdeling 1 sectie B nr. 320G5.

 

De melding omvat de volgende stedenbouwkundige handelingen: plaatsen van een terrasoverkapping aan de achterzijde van de woning.

 

De werken kunnen als volgt beschreven worden:

De eigendom is gelegen langsheen de Waregemstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Waregemstraat wordt op de plaats van de aanvraag gekenmerkt door een gesloten bebouwing van eengezinswoningen bestaand uit hoofdvolumes van 2 bouwlagen met zadeldak en nevenvolumes.

Het nevenvolume bij de woning van de aanvrager neemt niet de volledige breedte van de eigendom in. De aanvrager wenst in de oksel van dit nevenvolume met de achtergevel van het hoofdvolume een terrasoverkapping (‘Renson’) te bouwen met een breedte van 3,50 m op een diepte van 5 m. De hoogte bedraagt maximaal 3 m (tegen de zijgevel van het nevenvolume) en is licht afhellend. Aan de scheidingsmuur worden geen wijzigingen aangebracht.

 

BEVOEGDHEID

 

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

 

Er zijn geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan de melding.

 

Op de ingediende melding zijn volgende bestemmingsplannen en planologische voorschriften van toepassing:

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Er wordt voldaan aan het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Bovendien voldoen de handelingen aan artikel 6 van hetzelfde besluit, aangezien ze:

-          niet strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg of vergunningen voor het verkavelen van gronden, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van omgevingsvergunningen;

-          niet worden verricht op percelen waarop voorlopig of definitief beschermde monumenten aanwezig zijn, in voorlopig of definitief beschermde cultuurhistorische landschappen, in voorlopig of definitief beschermde stads- en dorpsgezichten, of in voorlopig of definitief beschermde archeologische sites;

-          niet worden uitgevoerd in een afgebakende oeverzone als vermeld in artikel 3, § 2, 43°, van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen;

-          niet worden uitgevoerd voor de rooilijn of in een achteruitbouwstrook.

 

De gemelde stedenbouwkundige handelingen zijn meldingsplichtig en niet verboden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Dean Vervaeke met als contactadres Waregemstraat 16 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen stedenbouwkundige handelingen, zijnde het plaatsen van een terrasoverkapping aan de achterzijde van de woning gelegen Waregemstraat 16 te Deerlijk.

 

Artikel 2

 

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Retributiereglement voor de verkoop van afvalzakken - verzoek tot agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de aanpassing van het  retributiereglement voor de verkoop van afvalzakken te agenderen op de gemeenteraad van 9 juli 2020.

 

Motivering

 

Op 28 november 2019 werd door de gemeenteraad het retributiereglement voor de verkoop van afvalzakken goedgekeurd.

 

Op 28 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en schepenen principiëel goedkeuring gegeven aan de tariefwijzigingen voorgesteld door Imog. Het invoeren van deze tariefwijzigingen in alle gemeenten binnen de Imog-regio wordt doorgevoerd op 1 september 2020.

 

De volgende wijzigingen werden toen principieel goedgekeurd:

 

De inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen houden een kost in voor de gemeente en deze kost kan verhaald worden op de aanbieders via een gedifferentieerde retributie, die de gemeente toelaat om het principe ‘de vervuiler betaalt’ toe te passen.

 

Het doel van deze wijzigingen is om de kosten van het ingezamelde afval zoveel mogelijk af te stemmen op de huidige verwerkings- en/of bewerkingsmethoden. Tevens kaderen deze wijzigingen ook in de restafvaldoelstellingen die opgelegd worden vanuit de OVAM.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad onderstaand retributiereglement voor de verkoop van afvalzakken te agenderen op de gemeenteraad van 9 juli 2020.

 

Retributiereglement voor de verkoop van diverse afvalzakken

 

Artikel 1

Er wordt een retributie geheven op de verkoop van afvalzakken verplicht te gebruiken voor de ophaling van restafval, P+MD, folies en groenafval en dit vanaf 1 september 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Artikel 2.

De zakken worden te koop aangeboden door de gemeente vanaf 1 september 2020 tot 31 december 2025 aan:

1)      Grote restafvalzakken: 1,70 euro per zak (17 euro per pak van 10 zakken)

2)      Kleine restafvalzakken: 1 euro per zak (10 euro per pak van 10 zakken)

3)      P+MD-zakken: 0,15 euro per zak (3 euro per pak van 20 zakken)

4)      Foliezak: 0,15 euro per zak (1,50 euro per pak van 10 zakken)

 

Artikel 4.

Imog krijgt machtiging om een verkoopnet te organiseren voor afvalzakken via handelaars of commerciële instellingen.

 

Artikel 5.

De verplichte verkoopprijs voor de handelaars vanaf 1 september 2020 tot 31 december 2025 is deze zoals vermeld in art. 2.  De aankoopprijs voor de handelaars bedraagt de verplichte verkoopprijs verminderd met een commissieloon als volgt bepaald:

Omschrijving

verplichte verkoopprijs per zak

aankoopprijs per zak

commissie per zak

kleine restafvalzak (40 liter)

1,00 euro

0,9700 euro

0,0300 euro

grote restafvalzak (60 liter)

1,70 euro

1,6490 euro

0,0510 euro

P+MD zakken

0,15 euro

0,1455 euro

0,0045 euro

foliezakken (zachte plastics)

0,15 euro

0,1455 euro

0,0045 euro

 

Artikel 6.

Als overgangsmaatregel vanaf 1 september 2020 wordt vastgelegd dat de huidige restafvalzakken kunnen gebruikt worden tot 30 november 2020. Na de overgangsperiode kunnen oude restafvalzakken geruild worden bij Imog mits het betalen van een toeslag voor nieuwe restafvalzakken.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Retributiereglement intergemeentelijk recyclagepark - verzoek tot agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de aanpassing van het retributiereglement DIFTAR-recyclagepark te agenderen op de gemeenteraad van 9 juli 2020.

 

Motivering

 

Op 28 november 2019 werd door de gemeenteraad het retributiereglement DIFTAR-recyclagepark goedgekeurd.

 

Op 28 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en schepenen principiële goedkeuring gegeven aan de tariefwijzigingen voorgesteld door Imog. Het invoeren van deze tariefwijzigingen in alle intergemeentelijke recyclageparken binnen Imog wordt doorgevoerd op 1 september 2020.

 

De belangrijkste wijziging is dat het drievoudig tarief op het intergemeentelijk recyclagepark (0,02 euro, 0,07 euro en 0,20 euro) veranderd naar een tweevoudig tarief van 0,04 euro en 0,20 euro. Concreet betekent dit voor de volgende fracties:

          papier en karton worden gratis in plaats van de huidige 0,02 euro/kg;

          recupereerbaar bouw- & sloopafval wordt 0,04 euro in plaats van 0,02 euro/kg;

          houtafval wordt 0,04 euro in plaats van 0,07 euro/kg;

          er zal een onderscheid gemaakt worden tussen A-hout (=takken) en zacht snoeiafval;

          boomwortels worden ook 0,04 euro/kg in plaats van de huidige 0,20 euro/kg;

          er wordt tevens een quotum ingesteld van 500 kg gratis groenafval/jaar/gezin in plaats van de huidige 50 kg gratis/beurt.

 

De inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen houden een kost in voor de gemeente en deze kosten kunnen verhaald worden op de aanbieders via een gedifferentieerde retributie, die de gemeente toelaat om het principe ‘de vervuiler betaalt’ toe te passen.

 

Het doel van deze wijzigingen is om de kosten van het ingezamelde afval zoveel mogelijk af te stemmen op de huidige verwerkings- en/of bewerkingsmethoden. Tevens kaderen deze wijzigingen ook in de restafvaldoelstellingen die opgelegd worden vanuit de OVAM.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad onderstaand retributiereglement DIFTAR-recyclagepark te agenderen op de gemeenteraad van 9 juli 2020.

 

Retributiereglement DIFTAR-recyclagepark

 

Artikel 1.

Begrippen:

          DIFTAR: gedifferentieerde tarifering afhankelijk van het soort afval.

 

Artikel 2.  

Voor de volgende afvalstoffen wordt er op het DIFTAR-recyclagepark een retributie aangerekend:

1)      A-hout

2)      groenafval: stevig snoeihout en takken

3)      papier en karton

4)      brandbaar niet-recycleerbaar

5)      te storten (deponie)

6)      niet-recupereerbaar bouw- en sloopafval

7)      multistroom

8)      hechtgebonden asbest

9)      zacht groen: grasmaaisel en haagscheersel

10)groenafval: boomwortels

11)houtafval behandeld en samengesteld

12)recycleerbaar bouw- en sloopafval

13)gipsplaten (gyproc)

 

Artikel 3.

Afhankelijk van het soort afval worden volgende retributies vastgesteld via weging:

Tariefgroep

Retributies

Fracties

Tarief 0

0 euro per kg

A-hout

Groenafval: stevig snoeihout en takken

Papier en karton

Tarief 1

0,20 euro per kg

Brandbaar afval

Te storten afval

Niet-recupereerbaar bouw- en sloopafval (te storten)

Multistroom

Asbestcement

Tarief 2

0,04 euro per kg

Zacht groenafval: grasmaaisel en haagscheersel (mulching, gazonarme tuin)

Groenafval: wortels

Houtafval: behandeld en samengesteld

Recycleerbaar bouw- en sloopafval

Gipsplaten (gyproc)

 

Artikel 4.

volgende flankerende maatregelen zijn van toepassing

Fractie

Gratis hoeveelheid per jaar & per gezin

Zacht groenafval: grasmaaisel en haagscheersel

500 kg/gezin/jaar

Asbestcement

200 kg/gezin/jaar

Voor de fracties asbestcement en zacht groenafval wordt de retributie aangerekend zoals vermeld in artikel 3 van zodra het aantal kg/gezin/jaar bereikt is.

 

Artikel 5.

De retributie vermeld in artikel 3 is verschuldigd door iedereen die gebruik maakt van de dienstverlening inzake inzameling van de in artikel 2 vernoemde afvalfracties.

Bij aanvoer van verschillende betalende fracties in één aanvoer, wordt voor het totale gewicht afval de retributie aangerekend van de aangevoerde afvalsoort met de duurste retributie.

Per bezoek aan het betalend gedeelte van het recyclagepark wordt een minimumbedrag aangerekend van 2 euro als deelname in de exploitatiekosten, met uitzondering van de gratis hoeveelheid zoals vermeld in artikel 4.

 

Artikel 6.

De betaling dient ter plaatse verricht te worden. De retributie wordt geïnd bij het verlaten van het betalend gedeelte van het recyclagepark.

 

Artikel 7.

Bij niet-betaling bij het verlaten van het recyclagepark wordt de reële kostprijs van het aangevoerde afval gefactureerd, vermeerderd met een administratiekost van 10 euro.

 

Artikel 8.

Bij verlies van het ticket wordt het op het betalend gedeelte van het recyclagepark gedeponeerde afval aan de duurste fractie aangerekend.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

MAT - verslag 6 mei 2020 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het MAT hield een vergadering op 6 mei 2020.

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd door de leden van het managementteam.

De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2020/23 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2020/38 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Gemeentelijk belastingreglement voor woningen en gebouwen opgenomen in de gemeentelijke inventaris verwaarlozing - aanpassing - verzoek tot agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de aanpassing van het belastingreglement voor woningen en gebouwen opgenomen in de gemeentelijke inventaris verwaarlozing te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Motivering

 

De gemeenteraad van 6 juni 2019 keurde de subsidieaanvraag Woonwijs 2020-2025 goed.

In het subsidiedossier is bij de actie AA 2_6 'Verwaarloosde gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken' opgenomen.

 

Het behoud van een gemeentelijk belastingreglement voor woningen en gebouwen opgenomen in de gemeentelijke inventaris verwaarlozing is bijgevolg noodzakelijk.

Het huidig belastingreglement werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 28 november 2019 en eindigt op 31 december 2020.

 

Het bestaande belastingreglement werd echter geëvalueerd, waarbij het reglement als te streng werd bevonden en bijgevolg een aanpassing in de vrijstellingsgronden en vereenvoudigingen wordt voorgesteld.

 

Het aangepast reglement wordt ter advies voorgelegd op het Lokaal Woonoverleg van 17 juni 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad onderstaand aangepast reglement voor te leggen op de gemeenteraad van 9 juli 2020.

 

 

Gemeentelijk belastingreglement voor woningen en gebouwen opgenomen in de gemeentelijke inventaris verwaarlozing

 

Artikel 1. - Belastingtermijn en belastbare grondslag

 

§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die opgenomen zijn in de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

§3. Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit de inventaris, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.

 

Artikel 2. - Belastingplichtige

 

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op het ogenblik dat de belasting verschuldigd wordt.

 

§2. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.

 

§ 3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het nieuwe zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in de inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

De instrumenterende ambtenaar stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar.

 

Artikel 3. - Tarief van de belasting

 

§1. De belasting bedraagt bij een eerste aanslag 1.200 euro voor zowel een woning als een gebouw.

 

§2. Het bedrag van de volgende belastingen is gelijk aan het resultaat van de volgende formule:

 

De belasting vermenigvuldigd met het aantal periodes van twaalf maanden dat de woning of het gebouw zonder onderbreking opgenomen is op de gemeentelijke inventaris. De belasting kan maximaal 4.800 euro bedragen voor een gebouw of woning.

 

§3. De bedragen van de belasting worden bepaald met inachtname van de voor de berekening van de belasting relevante duur, zonder dat de duur van de al bekomen vrijstelling - wat betreft de bepaling van het bedrag van de belasting - opnieuw in rekening kan worden gebracht. Zodoende dient in geval van eerdere vrijstelling en latere belasting het tarief verbonden aan de gehele verwaarlozingstermijn te worden toegepast.

 

§ 4. Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw, woning of kamer op de inventaris staat, wordt tot nul herleid en begint opnieuw te lopen bij volledige overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.

 

Dit geldt niet voor overdrachten aan:

a) vennootschappen waarin de vroegere zakelijk gerechtigde rechtstreeks of onrechtstreeks participeert;

b) vzw’s waar de zakelijk gerechtigde lid van is.

 

Artikel 4. - Vrijstelling

 

§ 1. Van de heffing inzake verwaarlozing zijn vrijgesteld:

1) De belastingplichtige die voldoet aan alle onderstaande voorwaarden:

a) het zakelijk recht hebben op één enkele woning, bij uitsluiting van enig ander gebouw of enige andere woning;

b) als houder van het recht de woning uitsluitend gebruiken als hoofdverblijfplaats;

c) beschikken over een jaarlijks gezinsinkomen dat beperkt is tot de grens die gehanteerd wordt voor de 20 %-premievoorwaarden van de Vlaamse renovatiepremie. Voor de beoordeling van deze voorwaarde wordt rekening gehouden met het gezamenlijk belastbaar inkomen van twee jaar voorafgaand aan het aanslagjaar waarin de belasting voor de eerste maal zou worden gevestigd.

De vrijstelling geldt voor drie aanslagjaren.

2)De belastingplichtige die beperkt is in zijn of haar handelingsbekwaamheid ingevolge een gerechtelijke beslissing met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende drie aanslagjaren.

 

§ 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

1) gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

2) vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.

 

Artikel 5. - Inkohiering

 

De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 6. - Betalingstermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 7. - Bezwaar

 

§1. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

§ 2. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.

De indiening kan gebeuren door aangetekende verzending of door overhandiging.

 

§ 3. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 8. - Toepasselijke regelgeving

 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Gemeentelijk reglement op de inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen - aanpassing - verzoek tot agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de aanpassing van het inventarisatiereglement van verwaarloosde woningen en gebouwen te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Motivering

 

Het huidig gemeentelijk reglement op de inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 30 november 2017.

 

De gemeenteraad van 6 juni 2019 keurde de subsidieaanvraag Woonwijs 2020-2025 goed.

In het subsidiedossier is bij de actie AA 2_6 'Verwaarloosde gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken' opgenomen.

 

Het behoud van een gemeentelijk reglement op de inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen is bijgevolg noodzakelijk. Het bestaande inventarisatiereglement werd geëvalueerd, waarbij het reglement als te streng werd bevonden en bijgevolg enkele aanpassingen en verduidelijkingen worden voorgesteld.

 

Het aangepast reglement wordt ter advies voorgelegd op het Lokaal Woonoverleg van 17 juni 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad onderstaand, aangepast reglement voor te leggen op de gemeenteraad van 9 juli 2020:

 

Gemeentelijk reglement op de inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Artikel 1. - Begripsomschrijvingen

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:

 

1)Administratie:

De gemeentelijke administratieve eenheid en/of intergemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, verder ook inventaris genoemd.

 

2)Administratieve akte:

Het stuk waarin de verwaarlozing wordt vastgesteld.

 

3)Inventarisatiedatum:

De datum waarop de woning of het gebouw op de inventaris wordt opgenomen of na schrapping wordt heropgenomen.

 

4)Gebouw:

elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten (artikel 24, 2° van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 zoals van kracht).

 

5)Woning:

elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande (artikel 24, 5° van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 zoals van kracht).

 

Een woning kan zowel een eengezinswoning zijn als een meergezinswoning. In dit laatste geval telt de woning meerdere wooneenheden die elk op zich hoofdzakelijk bestemd zijn voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

 

6)Verwaarlozing:

Een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning, wordt beschouwd als verwaarloosd, wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten.

De gebreken worden vastgesteld van op het openbaar domein en zijn algemeen indien ze zich voordoen over meer dan de helft van de oppervlakte, de lengte of de breedte van het betreffende bouwelement van de woning of het gebouw. Gebreken zijn beperkt van omvang indien ze zich voordoen over minder dan de helft van de oppervlakte, de lengte of de breedte van het betreffende bouwelement van de woning of het gebouw.

Om als verwaarloosd te worden gekwalificeerd, moet er minstens sprake zijn van vier beperkte gebreken of twee algemene gebreken ofwel twee beperkte gebreken en één algemeen gebrek. De verwaarlozing wordt vastgesteld in een technisch verslag.

 

7)Beveiligde zending:

Eén van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

c) elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld.

 

8)Zakelijk gerechtigde: De houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom;

b) het recht van opstal of van erfpacht;

c) het vruchtgebruik.

 

Artikel 2. - Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen

 

§1. De gemeente houdt een gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen bij.

 

In deze inventaris worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:

1)het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;

2)de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;

3)de identiteit en het adres van alle zakelijk gerechtigden;

4)het nummer en de datum van de administratieve akte;

5)de toestand van verwaarlozing van de woning of het gebouw, inclusief het technisch verslag;

 

§2. Een woning die of een gebouw dat opgenomen is in de gemeentelijke inventaris van leegstaande gebouwen of woningen, kan eveneens worden opgenomen in de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens worden opgenomen in de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Artikel 3. - Inventarisatie

 

Verwaarloosde woningen en gebouwen worden op navolgende wijze geïnventariseerd:

 

§1. De administratie is bevoegd om verwaarlozing van woningen en gebouwen op te sporen en vast te stellen aan de hand van het technisch verslag. Dit technisch verslag wordt meegestuurd met het schrijven met de melding van de vaststelling.

 

§2. De houder van het zakelijk recht wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van deze vaststelling.

De houder van het zakelijk recht kan binnen het jaar na de kennisgeving aantonen dat het gebouw en/of woning niet (meer) verwaarloosd is of het puin verwijderd is.

 

§3. Wanneer de houder van het zakelijk recht er niet in slaagt de gebreken weg te werken, maakt de administratie een administratieve akte van verwaarlozing op. De akte wordt aangetekend verstuurd aan de houder(s) van het zakelijk recht en vermeldt de inventarisatiedatum waarop het gebouw en/of de woningen wordt opgenomen in de gemeentelijke inventaris verwaarlozing.

 

Artikel 4. - Bezwaar tegen de inventarisatie

 

§1. Tegen de inventarisatie van een woning of een gebouw in de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen, vermeld in artikel 2, kan de zakelijk gerechtigde bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

 

Op straffe van nietigheid moet het bezwaarschrift:

1)ondertekend en gemotiveerd zijn;

2)met een beveiligde zending worden ingediend;

3)minimaal de volgende gegevens bevatten:

a) de identiteit en het adres van de indiener;

b) de vermelding van het nummer van de administratieve akte;

c) de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het bezwaarschrift betrekking heeft;

4)worden betekend binnen een termijn van dertig kalenderdagen, die ingaat de dag na de betekening van de beveiligde zending vermeld in artikel 3.

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het bezwaarschrift.

 

§2. Als het bezwaarschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging toe, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§3. Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke bezwaarschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd.

 

§4. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van orde van negentig kalenderdagen, die ingaat de dag na de betekening van het bezwaarschrift.

 

§5. Wordt het bezwaar ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt van de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Indien de beslissing tot opname in de inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, wordt het gebouw of de woning in de inventaris verwaarlozing opgenomen vanaf de inventarisatiedatum.

 

Artikel 5. - Schrapping uit de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen

 

§1. De administratie schrapt een woning of een gebouw uit de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning of het gebouw niet meer voldoet aan de definitie van verwaarlozing. Bij sloop kan een geïnventariseerde woning of gebouw geschrapt worden na verwijdering van het puin. De zakelijk gerechtigde richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de administratie.

 

Op straffe van nietigheid moet dit verzoek:

1)ondertekend en gemotiveerd zijn;

2)met een beveiligde zending worden ingediend;

3)minimaal de volgende gegevens bevatten:

a) de identiteit en het adres van de indiener;

b) de vermelding van het nummer van de administratieve akte;

c) de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het bezwaarschrift betrekking heeft.

 

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het verzoek tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

§2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

 

§3 Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging toe, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§4. De administratie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd.

 

§5. De administratie doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig kalenderdagen die ingaat de dag na de betekening van verzoek.

 

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.

 

§6. Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen. De datum van betekening van het verzoek tot schrapping geldt als datum van schrapping uit de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

§7. Indien de administratie, zonder dat de belanghebbende zelf initiatief neemt, zelf vaststelt dat een gebouw of woning in aanmerking komt voor een schrapping, dan kan dit gebouw of deze woning ambtshalve en met uitwerking op de datum van beslissing tot schrapping van de inventaris worden geschrapt zonder dat dit voor de belanghebbende tot ruimere rechten kan leiden. De zakelijk gerechtigde wordt hiervan per gewone zending op de hoogte gebracht.

 

Artikel 6. - Beroep tegen weigering tot schrapping

 

§1. Tegen de beslissing tot weigering van de schrapping van een woning of gebouw uit de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen volgens de procedure, vermeld in artikel 4.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Heropstart indoor-activiteiten gemeentelijke sportinfrastructuur en gemeenschapscentrum - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de bepalingen voor de heropstart van indoor-activiteiten in de gemeentelijke sportinfrastructuur en de infrastructuur van het gemeenschapscentrum goed te keuren.

 

Motivering

 

In navolging van de verdere versoepeling van de Corona-maatregelen zoals aangekondigd door de Nationale Veiligheidsraad op 3 juni 2020 wordt volgend scenario in overeenstemming met de richtlijnen en protocollen voorgesteld voor de heropstart van indoor-activiteiten in de gemeentelijke sportinfrastructuur en infrastructuur van het gemeenschapscentrum:

 

Gemeentelijke sportinfrastructuur:

 

          Hoewel indoor-activiteiten reeds mogelijk zijn vanaf 8 juni 2020 worden om organisatorische redenen indoor-activiteiten pas vanaf 15 juni 2020 opnieuw toegelaten in de sportinfrastructuur.

 

          Waarbij tot en met 30 juni 2020:

          Sportlessen en trainingen moeten plaatsvinden:

          in een georganiseerd verband, namelijk door een club of een vereniging;

          steeds in de aanwezigheid van een trainer of een meerderjarige toezichter;

          met een groep van maximum twintig personen, en mits het respecteren van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon.

          Competities mogen georganiseerd worden voor contactloze sporten maar zonder publiek. Er geldt geen limiet op het aantal deelnemende sporters.

          Kleedkamers en douches zijn niet toegankelijk.

 

          Vanaf 1 juli 2020:

          Ook contactsporten zijn toegelaten (met naleving van het protocol).

          De groep wordt uitgebreid naar maximum 50 personen.

          Competities mogen georganiseerd worden voor alle sporten, ook contactsporten.

          Een zittend publiek  van maximaal 200 toeschouwers is toegestaan, als de zaal groot genoeg is om 1,5 m tussen te laten.

 

          De Gaverhal wordt tot het einde van dit schooljaar overdag gebruikt door BBO de SAM. ’s Avonds is er mogelijkheid om nog andere activiteiten te laten doorgaan. In dat geval worden na vertrek van de school contactpunten (klinken, kranen, drukknoppen lichten, tafels, …) en sanitair gereinigd. De opbouw van de opvang wordt zoveel mogelijk geconcentreerd, bvb. in één helft van de zaal. Na afloop van de opvangdag wordt alle materiaal samen gezet op één plek in de sporthal zodat deze in voorkomend geval de andere activiteiten niet hindert.

 

          Voor de praktische implementatie van de richtlijnen wordt het protocol van ISB gevolgd.

 

          Er kunnen meerdere activiteiten per dag doorgaan in zowel sportbeuk als Gaverhal. Tussen 2 gebruikers zit minimum 30 minuten zodat gebruikers elkaar niet kruisen. De sportfunctionaris staat, in overleg met de gebruikers, in voor de opmaak van de zaalplanning.

 

          Gebruikers krijgen de verantwoordelijkheid om voor en na de activiteit de contactpunten zelf te ontsmetten met ter beschikking gestelde producten.

 

          Gebruikers/clubs zijn verantwoordelijk voor het naleven van de richtlijnen door hun leden. De richtlijnen worden ter plekke geafficheerd.

 

          In de inkom van de sporthal staat handgel zodat bezoekers hun handen kunnen ontsmetten.

 

          De zalen worden zoveel mogelijk gelucht (als er deuren/poorten open kunnen => open, bvb. ook tussen twee gebruikers).

 

          Cafetaria sporthal en kantine Olieberg zouden open kunnen, maar het bestaand systeem van huurovereenkomsten met clubs/verenigingen waarbij het gebruik van cafetaria en kantine gekoppeld wordt aan activiteiten maakt dat er geen dergelijke huurovereenkomsten van toepassing zijn tot medio augustus 2020. In geval van recreatiesport wordt de cafetaria niet gehuurd. Indien de cafetaria of kantine zou worden geopend/gehuurd dan dienen daarbij de richtlijnen en protocol voor de horeca te worden gevolgd. Deze richtlijnen worden desgevallend in de cafetaria en kantine geafficheerd:

          de tafels worden zo geplaatst dat een afstand van minstens 1,5 meter tussen de tafels wordt gegarandeerd;

          een maximum van tien personen per tafel is toegestaan;

          enkel zitplaatsen aan tafel zijn toegestaan;

          elke klant moet aan zijn eigen tafel blijven zitten;

          het dragen van een mondmasker door personeel/uitbater is verplicht in de zaal;

          het dragen van een mondmasker door personeel/uitbater is verplicht in de keuken, met uitsluiting van functies waarvoor een afstand van 1,5 meter kan worden gerespecteerd;

          er is geen enkele bediening aan de toog toegestaan, met uitzondering van eenmanszaken met naleving van een afstand van 1,5 meter;

          het terras moet georganiseerd worden met respect voor dezelfde regels als deze die binnen gelden.

 

Gemeenschapscentrum (OC d’Iefte, De Statie, De Wieke, Buurthuis Sint-Lodewijk, De Kazerne):

 

          De activiteiten in het gemeenschapscentrum werden reeds geannuleerd tot eind juni 2020. Er wordt voorgesteld om dit zo te behouden zodat heropstart van indoor-activiteiten in het gemeenschapscentrum goed kan voorbereid en gepland worden.

 

          Bij de heropstart vanaf 1 juli 2020 worden volgende voorafnames en voorstellen geformuleerd:

          OC d’Iefte wordt gereserveerd voor vakantiekampen (theater- en crea-kamp + uitwijkmogelijkheid voor picknick balletschool bij regenweer), als centrale hub voor speelpleinwerking, en social distance werkplekken (m.n. zaal 1).

 

          De Wieke wordt gereserveerd voor de speelpleinwerking.

 

          De Kazerne wordt gereserveerd voor speelpleinwerking en Congé Canapé.

 

          Vergaderingen worden mogelijk gemaakt in buurthuis De Statie, buurthuis Sint-Lodewijk, het conferentielokaal in het schoolhuis en indien dit nodig zou blijken op basis van de vraag ook ’s avonds in zaal 4 van OC d’Iefte.

 

          Activiteiten worden naargelang hun aard ingedeeld in categorieën en getoetst aan de richtlijnen en protocollen voor die categorie => op basis van die toets wordt de beste vrije locatie gezocht. Doorgaans zal dit vooral in buurthuis De Statie en buurthuis Sint-Lodewijk zijn.

          Bvb. Eetfestijnen, kaartingen, koffietafels, recepties zijn onder te brengen in categorie Feestzalen, waarbij vanaf 1 juli 2020 maximum 50 personen aanwezig mogen zijn. Binnen deze categorie dient de organisatie van de activiteit te voldoen aan de richtlijnen en protocol voor de horeca:

          de tafels worden zo geplaatst dat een afstand van minstens 1,5 meter tussen de tafels wordt gegarandeerd;

          een maximum van tien personen per tafel is toegestaan;

          enkel zitplaatsen aan tafel zijn toegestaan;

          elke klant moet aan zijn eigen tafel blijven zitten;

          het dragen van een mondmasker door personeel/uitbater is verplicht in de zaal;

          het dragen van een mondmasker door personeel/uitbater is verplicht in de keuken, met uitsluiting van functies waarvoor een afstand van 1,5 meter kan worden gerespecteerd;

          er is geen enkele bediening aan de toog toegestaan, met uitzondering van eenmanszaken met naleving van een afstand van 1,5 meter.

          Bvb. vergaderingen: aantal toegelaten personen gebaseerd op 3,5 à 4 m²/persoon en mogelijke tafelschikking

          Bvb. repetities van amateurtoneelgezelschappen, dansgroepen, orkest, koor, …, cf. culturele activiteiten zonder publiek

          in een georganiseerd verband, namelijk in een gezelschap of door een vereniging;

          steeds in de aanwezigheid van een meerderjarige toezichter;

          met een groep van maximum twintig personen, en met het respect van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon.

          Bvb. voorstellingen met zittend publiek, vanaf 1 juli 2020 met maximum 200 personen, met het respect van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon. Dit betekent in de betreffende zaal/locatie rondgaan met 1,5 m-stok en aantal bruikbare zetels/stoelen bepalen.

 

          In de periode van jaarlijks collectief verlof van de vrijetijdsdiensten worden zoals steeds geen activiteiten ingepland in het gemeenschapscentrum.

 

          Er wordt voorgesteld om in juli en augustus maar 1 activiteit/gebruiker per zaal (met gekoppeld sanitair) per dag toe te laten. Dit om het onderhoud/poets en stockopname dranken op een veilige en haalbare manier te kunnen doen. De poetsdames van zowel sport- als cultuurdienst worden immers mee ingezet voor de poets/onderhoud van de gebouwen waar de speelpleinwerking en de vakantiekampen doorgaan.

 

          De op vandaag nog niet geannuleerde activiteiten voor juli en augustus kunnen normaal gezien en met enige flexibiliteit van die gebruikers ingepland worden in de beschikbare gebouwen en zalen. Het secretariaat van de cultuurdienst neemt de komende dagen contact op met elke gebruiker waarvoor nog niet geannuleerde activiteiten geboekt staan en zoekt in overleg naar de beste oplossing om de activiteit overeenkomstig de richtlijnen te laten doorgaan, volgens beschikbare locaties en data. Eventuele nieuwe activiteiten kunnen enkel toegelaten worden als de richtlijnen voor de betreffende categorie van de activiteit kunnen toegepast worden in de nog beschikbare zalen/gebouwen.  Ook rekening houdende met 1 activiteit/gebruiker per zaal (met gekoppeld sanitair) per dag.

 

          In de inkom van elk gebouw en bij elke gebruikte zaal staat handgel zodat bezoekers hun handen kunnen ontsmetten.

 

          De zalen worden zoveel mogelijk gelucht.

 

          In het gemeenschapscentrum worden de richtlijnen (naargelang de activiteiten) geafficheerd en waar nodig/nuttig worden markering voorzien.

 

Bovenstaande bepalingen werd afgestemd met de noodplanningsambtenaar en  preventieadviseur.

 

De toepassing van bovenstaande bepalingen en richtlijnen is uiteraard onder voorbehoud van eventuele nieuwe maatregelen/richtlijnen.

 

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen keurt de bepalingen voor de heropstart van indoor-activiteiten in de gemeentelijke sportinfrastructuur en de infrastructuur van het gemeenschapscentrum goed.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Aankoop materialen jeugdverenigingen nav corona - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aankoop van faceshields en polsbandjes voor de jeugdkampen van de Deerlijkse jeugdverenigingen goed te keuren.

 

Motivering

 

De Deerlijkse jeugdverenigingen mogen deze zomer op kamp. Door de coronacrisis moeten ook zij heel wat extra voorzorgsmaatregelen nemen bij de organisatie van hun kampen. Deze werden besproken tijdens een overleg op maandag 1 juni 2020 met de hoofdverantwoordelijken van de jeugdverenigingen, de jeugdconsulent en de schepen van jeugd.

 

Tijdens dat overleg werd ook gepolst naar de noden van de jeugdverenigingen. Daarbij werd aangegeven dat zij een noodprocedure moeten voorzien in geval er een kindje ziek wordt of symptomen van corona vertoont. Daarbij moet het kindje afgezonderd worden in een kindvriendelijke aparte ruimte en is het noodzakelijk dat de begeleid(st)er een mondmasker en indien mogelijk een face shield draagt. De hoofdverantwoordelijken vragen daarom of er vanuit de gemeente een dergelijk face shield kon aangekocht worden voor de EHBO-koffer van elke jeugdvereniging. Mondmaskers en handgel worden momenteel nog niet gevraagd omdat de verschillende koepels van de jeugdverenigingen bezig zijn met het organiseren van groepsaankopen van deze materialen. Er zijn 6 jeugdverenigingen, wat ook 6 face shields zou betekenen.

 

Daarnaast werd er ook gevraagd of de jeugdverenigingen de fuifbandjes van de jeugddienst mogen gebruiken om aan de allerkleinsten duidelijk te maken tot welke bubbel ze behoren en waar ze wel en niet mogen komen. Deze fuifbandjes heeft de jeugddienst echter maar in 2 kleuren, zijn in papier en zijn veel te groot voor een kinderpols. Op 5 juni 2020 lanceerde Bataljong (koepel voor jeugddiensten) een groepsaankoop van siliconen polsbandjes in kindermaten en in 6 kleuren. Er wordt gevraagd of de gemeente kan instaan voor deze groepsaankoop voor de Deerlijkse jeugdverenigingen en deze ook te bekostigen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

+/- 200 euro

 

Een face shield kost ongeveer 10 euro, wat 60 euro maakt voor 6 stuks.

 

In de groepsaankoop kosten de siliconen polsbandjes 0,212 euro (incl. BTW) per bandje, met een leverkost van 8,47 euro (incl. BTW) per levering. Het aantal nodige polsbandjes wordt geschat op minimaal 500 stuks. Dit maakt 114,47 euro (inc. BTW), inclusief leverkost.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de aankoop van face shields en siliconen polsbandjes voor de jeugdkampen van de Deerlijkse jeugdverenigingen goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

OMV 2020_35 - Stationsstraat 345 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een vrijstaande garage, op een perceel gelegen Stationsstraat 345 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 322 C2 aangevraagd door Thomas Vermeulen wonende Stationsstraat 345 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  5 juni 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        ofwel moet het bijgebouw ingeplant worden op 1 m van de perceelsgrens met de eigendom Stationsstraat 367, gekadastreerd afdeling 2, sectie D, nummer 320 D door het gebouw te versmallen tot 4,26 m of door het gebouw 1 m noordelijk op te schuiven (de aanpalende eigendom is eveneens eigendom van de aanvrager) ofwel dient er alsnog een schriftelijk akkoord verkregen te worden om de inplanting van het bijgebouw tot langs of tegen de perceelsgrens te behouden.

        De zone tussen de achterkavelgrens en het bijgebouw kan niet aangelegd worden in betonverharding maar moet aangelegd worden in een waterdoorlatende verharding die rechtstreeks infiltreert in de bodem.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 februari 1975 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van het raam in de voorgevel en plaatsen van een nieuwe gevelbekleding aan de voorgevel van het winkelhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 april 1983 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een tuinhuis (3x2 m) achter de woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 januari 2000 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 maart 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanleggen van een parkeerplaats.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Pré-Vlarem dossier waarvoor vergunning afgeleverd werd op 22 november 1969 voor de uitbaring van een beenhouwerij.

        Pré-Vlarem dossier waarvoor vergunning afgeleverd werd op 22 augustus  voor de uitbaring van een beenhouwerij.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langs de Stationsstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De woning maakt deel uit van een gesloten residentiële bebouwing. De woning bestaat uit een hoofdvolume van 2 bouwlagen en een dak en een nevenvolume van 1 bouwlaag met een plat dak. Achter dit nevenvolume is nog een vrijstaand bijgebouw met plat dak aanwezig dat opgetrokken is tot op de rechterzijperceelsgrens.  In de omgeving is zowel vrijstaande, halfopen als gesloten bebouwing aanwezig. De eigendom paalt aan de achterzijde aan een garageweg met erfdienstbaarheid die ontsluit op de Rootland. Deze toegangsweg betreft een weg met erfdienstbaarheid op de eigendom van de gemeente alsook van de woningen Stationsstraat 335, 337, 339, 341 en 343.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst op het einde van zijn eigendom, aansluitend op de bestaande garageweg, een garage te bouwen. De garage heeft een breedte van 5,26 m op een diepte van 7,65 m en wordt ingeplant op beide zijperceelsgrenzen (de noordelijk aanpalende eigendom is eveneens eigendom van de aanvrager). De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 5,20 m ter hoogte van de rechterzijperceelsgrens. De garage wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3 m. De gevels worden afgewerkt met een gevelsteen. Tussen de garage en de achterkavelgrens wordt een deel verhard in beton voor de aanleg van een bijkomende parkeerplaats en wordt een strook aangelegd in steenslag aansluitend op de steenslagverharding langs de garageweg. De zone tussen de garageweg en de garage wordt eveneens verhard in beton.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden op 24 maart 2020 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

 

Er werd één negatief advies ingediend, ontvangen op 17 april 2020.

Het advies handelt samengevat over volgende bezwarende elementen:

-          Niet akkoord met het bouwen op de perceelsgrens met de eigendom Stationsstraat 367.

-          De huidige afsluiting (betonplaten, betonpalen en ursusdraad) moet behouden blijven gezien deze volledig op onze eigendom staat en door ons mee aangekocht werd.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan zijnde de voorschriften voor woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een garage bij een eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Stationsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op werkzaamheden bij een bestaande eengezinswoning met behoud van de bestaande functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De garage wordt ingeplant achteraan het perceel aansluitend op een bestaande garageweg met erfdienstbaarheid in een zone waar bijgevolg nog garages aanwezig zijn. Bij het herinrichten van een tuinzone dient steeds rekening gehouden te worden met het feit dat nog voldoende kwalitatieve buitenruimte aanwezig is. De oppervlakte van het bijgebouw is standaard en het perceel is voldoende ruim zodat nog voldoende privatieve buitenruimte aanwezig blijft. De aanvrager opteert ervoor om het bijgebouw in te planten op beide zijperceelsgrenzen van het perceel. Tot op vandaag wordt de algemene regel gehanteerd dat een bijgebouw ingeplant kan worden op of langs de perceelsgrenzen mits akkoord van de aanpalende eigenaars. Als geen akkoord verkregen wordt dan moet een afstand van 1 m gevrijwaard blijven. (zie verder behandeling advies scheidingsmuren). Het bijgebouw is afgewerkt in metselwerk zodat het zich zal integreren in zijn omgeving.

De zone tussen de reeds gerealiseerde garageweg en de toegang tot de garage wordt verhard in betonverharding. Echter wordt ook de zone tussen de achterkavelgrens en het bijgebouw voorzien van een betonverharding terwijl deze zone enkel gebruikt zal worden als  een extra parkeerplaats. Gelet op deze functie en op de beginselen van het integraal waterbeleid is het wenselijk deze zone aan te leggen in een waterdoorlatende verharding.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Het ingediende bezwaarschrift is tijdig ingediend en wordt bijgevolg ontvankelijk verklaard.

 

De aanpalende eigenaar van het perceel Stationsstraat 367 stelt in het bezwaar niet akkoord te gaan met het bouwen op de perceelsgrens.

Deze opmerking dient gegrond verklaard te worden aangezien tot op vandaag de algemene regel gehanteerd wordt dat een bijgebouw kan ingeplant worden op of langs een eigendomsgrens mits akkoord van de aanpalende eigenaar.

Bijgevolg dient in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning opgelegd te worden dat

-          ofwel het bijgebouw ingeplant moet worden op 1 m van de perceelsgrens door het gebouw te versmallen tot 4,26 m of het gebouw 1 m noordelijk op te schuiven (de aanpalende eigendom is eveneens eigendom van de aanvrager)

-          ofwel alsnog een schriftelijk akkoord verkregen moet worden om de inplanting van het bijgebouw tot langs of tegen de perceelsgrens te behouden.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Thomas Vermeulen wonende Stationsstraat 345 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een vrijstaande garage, op een perceel gelegen Stationsstraat 345 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 322 C2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        ofwel moet het bijgebouw ingeplant worden op 1 m van de perceelsgrens met de eigendom Stationsstraat 367, gekadastreerd afdeling 2, sectie D, nummer 320 D door het gebouw te versmallen tot 4,26 m of door het gebouw 1 m noordelijk op te schuiven (de aanpalende eigendom is eveneens eigendom van de aanvrager) ofwel dient er alsnog een schriftelijk akkoord verkregen te worden om de inplanting van het bijgebouw tot langs of tegen de perceelsgrens te behouden.

        De zone tussen de achterkavelgrens en het bijgebouw kan niet aangelegd worden in betonverharding maar moet aangelegd worden in een waterdoorlatende verharding die rechtstreeks infiltreert in de bodem.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

OMV 2020_41 - Sint-Rochusstraat 28 en 30 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van 2 eengezinswoningen, op een perceel gelegen Sint-Rochusstraat 28 en 30 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 464 H aangevraagd door Roel Vaneeckhout namens Kookon NV gevestigd De Cassinastraat 20 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  5 juni 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het gevelmetselwerk zoals voorzien op het plan voorgevel dient te bestaan uit een tint aansluitend bij de aanpalende woning Sint-Rochusstraat 32.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunning is relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 januari 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het afbreken van een eengezinswoning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunning is relevant:

-          Omgevingsvergunning afgeleverd op 5 februari 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van twee eengezinswoningen.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Sint-Rochusstraat. De Sint-Rochusstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De locatie ligt net op de rand van het centrum van Deerlijk. De omgeving wordt gekenmerkt door woningen bestaande uit zowel 1 bouwlaag als 2 bouwlagen met een zadeldak, een onderdeel van een lagere school, een tweetal meergezinswoningen, garages en een leegstaande bedrijfssite. Het betreft bijgevolg een heel heterogene omgeving.

Het perceel van de aanvrager is op heden braakliggend. Op aanpalend perceel rechts is een woning met wachtgevel aanwezig, ingeplant op de rooilijn, bestaand uit 2 bouwlagen en zadeldak met een noklijn evenwijdig met de Sint-Rochusstraat.  Op het aanpalende perceel links is een eengezinswoning met wachtgevel aanwezig, ingeplant op 8 m van de rooilijn, bestaand uit 2 bouwlagen en zadeldak met een noklijn loodrecht op de Sint-Rochusstraat.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Voorliggende aanvraag betreft een heraanvraag van de op 5 februari 2020 voorwaardelijk goedgekeurde bouwplannen met aanpassing inzake gevelmaterialisatie en de gelijkvloerse bouwlaag van de woning twee.

De aanvrager wenst op het perceel 2 eengezinswoningen op te trekken als groepswoningbouw. De woning één wordt ingeplant tegen de linkerwachtgevel, met dezelfde kroonlijsthoogte (5,80 m) en op dezelfde bouwlijn als deze woning. De voorbouwlijn verspringt 1,20 m naar voren, aansluitend bij de nieuwbouw rechterwoning. De overgang tussen de versprongen bouwlijn wordt in het ontwerp opgevangen door een geïntegreerde luifelconstructie die bij de rechtse woning overbouwd wordt. Deze woning één heeft op de verdieping een diepte van 12 m (t.o.v. de wachtgevel) en op het gelijkvloers een diepte van respectievelijk 12 m, 13,20 m tot 18,78 m (t.o.v. de aanpalende nieuwbouwwoning). Aan de rechterzijde van het perceel wordt eveneens aangebouwd aan de wachtgevel van de buur waarbij de kroonlijsthoogte overgenomen wordt op een hoogte van 6,44 m. Deze woning twee zal een breedte hebben van deels 5,48 m (ter hoogte van voorgevel), deels 4,33 m en deels 8 m (ter hoogte van de achtergevel). De diepte bedraagt maximaal 20,73 m op het gelijkvloers en 12 m op de verdieping. Het gelijkvloerse volume behoudt aan de achterzijde een afstand van respectievelijk 1,95 m ten opzichte van de voorliggende aanpalende perceelsgrens en 2,16 m ten opzichte van de naastliggende aanpalende perceelsgrens. De beide woningen worden afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogtes van de beide aan te bouwen panden worden gevolgd als één doorlopende lijn. De beide woningen bestaan op het gelijkvloers uit een inkomhal met toilet, een was- en stookplaats, een open leefruimte met zitplaats, eetplaats en keuken en een carport. Op de verdieping worden telkens 3 slaapkamers, een nachthal met toilet en een badkamer ingericht. De woningen worden grotendeels afgewerkt in een handvorm gevelsteen met enkel in de voorgevel en de vrije verdiepingsgevel van de woning twee en de dakrand van de gelijkvloerse uitbouw van woning één een accent met houten gevelbekleding (thermo wood triple). Het schijnwerk bestaat uit grijs genuanceerde PVC. Bij de beide woningen wordt aan de achterzijde een terras aangelegd en de overige ruimte wordt ingericht als twee private tuinen bij de woningen.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden  op 9 april 2020 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars ontvingen eveneens per mail van 9 april 2020 een afschrift van het volledig ingediende dossier (na akkoord door de architect).

Er werd één negatief advies ingediend, ontvangen op 8 mei 2020.

 

Het advies handelt samengevat over volgende bezwarende elementen:

Stedenbouwkundige bezwaren

1.      Inbreuk op de doordachte integratie en de stedenbouwkundige topologie van de Sint-Rochusstraat. De Sint-Rochusstraat was oorspronkelijk opgedeeld in 2 straten. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door verspringende bouwlijn, één à 2 bouwlagen, uitgebreid tot 3, variërende traveebreedte met zadeldak, inpandige garages en/of voortuin/oprit/open staanplaats

2.      De aanvraag voldoet geenszins aan de typologie van de straat zoals hierboven beschreven omwille van volgende elementen: 2 bouwlagen zonder zadeldak, frontale carports en geen duidelijke scheiding tussen de enkelhuizen. Eventueel toekomstige ontwikkelingen kunnen niet aangehaald worden als valabel argument tot afwijking aangezien deze ontwikkeling enerzijds deel uitmaakt van het tweede deel van de Sint-Rochusstraat en anderzijds een ontwikkelingssite betreft.

3.      Het project volgt de horizontaliteit van de gootlijst van de goeden van de linker- en rechterbuur niet. Het plan voorgevel toont ogenschijnlijk een integratie tussen beide goothoogtes. De bezwaarindiener stelt dat dit bedrieglijk en misleidend kan genoemd worden gezien de inplanting op verschillende afstanden tot de rooilijn. De horizontaliteit van de gootlijst is volgens bezwaarindiener aangewezen om de continuïteit van het straatbeeld te vrijwaren en om de hoogte van de naastliggende gootlijst van de naastliggende panden eenduidig te definiëren. Bij het bezwaar voegt de aanvrager een aantal voorstellen die de topologie van de straat wel respecteren

4.      De materiaalkeuze, zowel het nog steeds voorzien van hout en het niet éénduidig definiëren van de kleurkeuze van het metselwerk, beantwoordt niet aan de opgelegde voorwaarde uit de vergunningsaanvraag OMV_2019137520. Bezwaarindiener stelt dat de voorwaarde opgelegd in de vorige vergunning ook misleidend is gezien enkel aangesloten moet worden bij de kleur van de naastliggende woning Sint-Rochusstraat 32. Bezwaarindiener vraagt de voorwaarde opgelegd te volgen voor wat betreft de aansluiting bij de woning Sint-Rochusstraat 32 en deze voorwaarde uit te breiden zodat de woning aansluitend bij de woning 26 hetzelfde kleur gevelmetselwerk krijgt als deze woning. Het verplichten van gevelmetselwerk werd immers vroeger ook opgelegd bij een aantal andere woningen in de Sint-Rochusstraat.

5.      Bezwaarindiener stelt dat er ten onrechte van haar eigendom toegeëigend wordt door de aanvrager en dat de perceelsgrens niet gerespecteerd wordt. In tussentijd werd al schade aangebracht aan de eigendom van de bezwaarindiener. In het bezwaar wordt hieromtrent ter illustratie de historiek geschetst. Bezwaarindiener stelt dat dit niet getuigt van goed nabuurschap.

6.      Bezwaarindiener voegt als addendum tevens het uitgebrachte bezwaar bij het dossier OMV_2019137520 voor alle opmerkingen additioneel op bovenstaande punten.

Procedurele bezwaren:

1.      De hoedanigheid en transparantie omtrent de bouwheer en de opgezette structuur ten aanzien van de eigenaar is op zijn minst misleidend. Er is sprake van partijdigheid, belangenvermenging, gebrek aan neutraliteit met nietigheid van de aanvraag tot gevolg.

2.      Het te koop aanbieden van de woning alvorens een vergunning afgeleverd wordt getuigt van misleiding en misbruik van vertrouwen ten nadele van potentiële kopers.

3.      Het niet aanbrengen van het wettelijk verplicht formulier ‘bekendmaking aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning’ resulteert in de nietigheid van de aanvraag.

Stedenbouwkundige bezwaren

4.      De bouwdiepte ter hoogte van de 2de bouwlaag wordt niet gerespecteerd ten nadele van zowel de linker- als de rechterbuur waardoor een grote slagschaduw ontstaat ten nadele van beide buren. Voor de linkerbuur is dat nadeel voor zowel op de eerste als tweede bouwlaag gezien de dakkoepel in het dak van de eerste bouwlaag waardoor constante lichtafname. Dit wordt nog versterkt door de zuid gerichte oriëntatie van de percelen. Bezwaarindiener vraagt de 2de bouwlaag aan te passen aan de lijn van de huidige bouwdieptes van de buren.

5.      Bezwaarindiener stelt dat gebouwd wordt in 2de bouwlijn door de uitsprong die gemaakt wordt achter en aanpalend haar perceel. Bouwen in 2de bouwlijn wordt niet toegestaan.

6.      De aanvraag respecteert de afstand en de bouwhoogte t.o.v. het perceel van de bezwaarindiener niet en men vraagt een gebruikelijke afstand van 3 meter zowel in lengte als breedte.

7.      Een afbeelding op een website geeft misleidende info over de weergave op het terrein van de bezwaarindiener met name met betrekking tot de aanwezige veranda. Het plan uit de aanvraag neemt deze wel op maar gepaste en functionele maten ontbreken om dit ten volle te kunnen bevestigen.

8.      De aanvrager stelt bewust misleidend 2 afzonderlijke woningen voor terwijl het ontwerp opgebouwd is als één projectgebouw met verschillende gemeenschappelijke  bouwelementen. Bezwaarindiener stelt dat het project een duidelijke minwaarde zal creëren voor de potentiele kopers als voor de gemeente.

9.      Bij het ontwerp wordt geen rekening gehouden met het beeldbepalend uitstekend parement van de aanpalende eigendom die opgenomen is in de inventaris bouwkundig erfgoed. Noch het agentschap onroerend erfgoed, noch de betrokken buur werden geconsulteerd of op de hoogte gebracht van dit nadeel.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan zijnde de voorschriften voor woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van twee eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Sint-Rochusstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van telkens 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van respectievelijk 1.250 liter en 750 liter en een referentieoppervlakte van respectievelijk 2 m² en 1,2 m², het terras en de voortuinverharding worden aangelegd in waterdoorlatende materialen of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 gezien het totale volume van de woningen samen minder dan 1.000 m³ bedraagt.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Het ontwerp voorziet in het bouwen van 2 eengezinswoningen in een gesloten bebouwingstypologie en sluit hiermee aan bij de bebouwingstypologie van zowel de aanpalend rechtse als de aanpalend linkse eigendom zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De woningen worden ingeplant zowel tegen de wachtgevel van de rechter woning als tegen de wachtgevel van de linker woning. Het verschil in inplanting van de aanpalende woningen wordt in het ontwerp opgevangen door een verspringende voorbouwlijn en open luifelconstructie zodat een harmonische overgang gerealiseerd wordt tussen beide bestaande woningen. Door de voorbouwlijn te laten verspringen ontstaat eveneens een verspringende bouwdiepte. Ten opzichte van de aanpalende eigendommen is rekening gehouden met voldoende afstand waar nodig om eventuele hinder te beperken. De bestaande dakvormen waarop aangesloten wordt zijn niet identiek, de ene aanpalende woning heeft een dakvorm met noklijn evenwijdig met de straat en de andere aanpalende woning heeft een dakvorm met een noklijn loodrecht op de straat. Teneinde geen nieuwe wachtgevels te creëren en een architecturaal verantwoorde verbinding te creëren kan de keuze voor het werken met een plat dak gevolgd worden. De integratie en harmonische aansluiting wordt gevonden door de kroonlijst van de nieuwe woningen aan de sluiten op beide (niet identieke) kroonlijsthoogtes en zo in het straatbeeld een continue lijn in de kroonlijst te realiseren. Niet enkel het al dan niet volgen van het gabariet en/of dakvorm zijn belangrijke elementen om de integratie van een project in zijn omgeving te beoordelen, ook de keuze van de materialen zijn belangrijk. In voorliggende aanvraag wordt als afwerking van de gevel geopteerd voor hoofdzakelijk een gevelmetselwerk. In beperkte mate, ter hoogte van de carport bij woning 1 en boven de carport bij woning 2 wordt een houten bekleding voorzien als accent centraal in de voorgevel. Gelet op de beperkte hoeveelheid houten gevelbekleding en de dominantie van het gevelmetselwerk zullen de woningen zich visueel maximaal integreren in het bestaande straatbeeld. Het kleurgebruik van de gevelsteen is echter niet nader gespecifieerd. In functie van de maximale integratie dient opgelegd te worden dat de gevelsteen dient te bestaan uit een tint aansluitend bij de kleur van de aanpalende woning Sint-Rochusstraat 32. De afstand van de woningen tot de achterkavelgrens is zeer ruim zodat bij de beide woningen een kwalitatieve private buitenruimte gerealiseerd kan worden. Er is op eigen terrein de mogelijkheid tot het parkeren van een eigen voertuig waardoor de impact op mobiliteit beperkt zal zijn. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

7.12     Scheidingsmuren

Het ingediende bezwaarschrift is tijdig ingediend en wordt bijgevolg ontvankelijk verklaard. Omtrent het bezwaarschrift kan het volgende standpunt ingenomen:

1.      De in punt 1 aangehaalde elementen betreffen een beschrijving van de bestaande situatie zodat deze geen verdere beoordeling vragen.

2.      Inbreuk op de typologie van de straat

Eventueel toekomstige ontwikkelingen kunnen niet aangehaald worden als argument

Ongegrond

De aanvraag sluit wel aan bij de typologie van de omgeving door onder meer inplanting, inrichting voortuin, een kroonlijsthoogte, aantal bouwlagen. Bij de inplanting van de woningen is voorzien in zowel een aansluitend bij de bouwlijn op de rooilijn aan de ene zijde als een teruggesprongen bouwlijn aan de andere zijde. Deze versprongen bouwlijn wordt binnen het ontwerp opgevangen door de geïntegreerde carports en luifelconstructie. De aanvraag voorziet in 2 eengezinswoningen, opgetrokken als een groepswoningbouwproject, maar duidelijk van elkaar gescheiden en sluit hiermee eveneens aan op de typologie van de eengezinswoningen in de onmiddellijke omgeving. Ook de bouwhoogte van 2 bouwlagen sluit aan bij omgeving. De voortuin wordt deels ingericht als staanplaats (overdekt), deels als toegang tot de woning wat ook terugkeert in de straat.

De dakvorm is eerder een atypische element in het ontwerp. De 2 nieuwe woningen worden afgewerkt met een plat dak om een architecturaal verantwoorde verbinding te krijgen tussen het zadeldak loodrecht ingeplant op de straat bij de ene aanpalende woning en het zadeldak evenwijdig ingeplant ten opzichte van de straat bij de andere aanpalende woning. De bij het bezwaar gevoegde voorstellen om eenheid te creëren in het bestaande straatbeeld zorgen er allen voor dat er opnieuw een blinde gevel gecreëerd wordt op de zijperceelsgrens. Deze opties hebben een veel grotere negatieve visuele impact op het straatbeeld dan in voorliggend ontwerp waarbij een plat dak voorzien wordt met aansluitende kroonlijsthoogtes in de voorgevel en waarbij de blinde gevel grotendeels op een kwalitatieve manier weggewerkt wordt (enkel de topgevel blijft nog zichtbaar).

De platte dakvorm is momenteel ondergeschikt aanwezig in de straat. De direct aanpalende woningen hebben hellende dakvormen, maar er is, en dit zonder te verwijzen naar een toekomstige ontwikkeling, aan de overzijde iets verder in de straat richting Schoolstraat een appartementsgebouw afgewerkt met delen plat dak en met ruime dakuitbouwen met plat dak die door het vooruitspringen een veel dominantere impact hebben op het bestaande straatbeeld dan voorliggend ontwerp en bijgevolg ook de typologie van de straat mee bepalen.

3.      De horizontaliteit van de gootlijst van de goeden van de linker- en rechterbuur moet gevolgd worden en dit wordt gevoed met een aantal voorstellen van inplanting.

Ongegrond

In het ontwerp wordt net aangesloten op enerzijds de hogere kroonlijsthoogte van de aanpalende eigendom Sint-Rochusstraat 26 en de lagere kroonlijsthoogte van de aanpalende woning Sint-Rochusstraat 32 en wordt dit verschil in hoogte opgevangen door een continuering van de kroonlijst, zonder verspringing. De in het bezwaar gevoegde voorstellen accentueren net het verschil in hoogte van de kroonlijst van de beide aanpalende eigendommen.

4.      De materiaalkeuze beantwoordt niet aan de eerder opgelegde voorwaarde en er moet bijkomend opgelegd worden dat moet aansluiten bij zowel rechter als linker aanpalende woning

Ongegrond

Ten opzichte van zowel de rechter- als de linkerwoning wordt aangesloten met een gevelmetselwerk. De kleur is inderdaad in de legende niet nader bepaald zodat opnieuw opgelegd wordt dat de kleur moet aansluiten bij de naastliggende woning Sint-Rochusstraat 32. Deze voorwaarde wordt gemotiveerd omdat een aansluiting qua kleur bij de naastliggende woning 26 voor weinig homogeniteit zal zorgen gezien de woning Sint-Rochusstraat 26 ter hoogte van de aansluiting bestaat uit wit geschilderde penant op het gelijkvloers en een donkerrode/bruine gevelsteen op de verdieping.

De in voorliggende aanvraag behouden houten gevelbekleding wordt beperkt tot een gevelaccent en is duidelijk ondergeschikt aan het gevelmetselwerk zodat dit het straatbeeld niet zal schaden.

5.      De perceelsgrens wordt niet gerespecteerd / ten onrechte toe-eigenen van grond

Ongegrond: Dit betreft een opmerking van burgerrechtelijke aard en niet van stedenbouwkundige. Een omgevingsvergunning wordt bovendien afgegeven onder voorbehoud van burger(rechter)lijke rechten.

6.      Bezwaarindiener voegt als addendum tevens het uitgebrachte bezwaar bij het dossier OMV_2019137520 voor alle opmerkingen additioneel op bovenstaande punten.

Procedurele bezwaren:

1.   Hoedanigheid en transparantie omtrent de bouwheer

Ongegrond. Dit is geen stedenbouwkundig argument maar een burgerrechtelijk. Om bij de besluitvorming belangenvermenging tegen te gaan, dient de eigenaar van het goed, eveneens schepen, conform artikel 50 van het Decreet Lokaal Bestuur, bij de behandeling van dit agendapunt de zitting van het college van burgemeester en schepenen te verlaten.

2.   Te koop aanbieden van de woning alvorens een vergunning afgeleverd wordt.

Ongegrond. Dit is geen stedenbouwkundig argument. Omtrent het publiceren van de verkoop van een eigendom in verhouding tot de aanvraag van een omgevingsvergunning is wettelijk niets geregeld.

3.   Het niet aanbrengen van het wettelijk verplicht formulier ‘bekendmaking aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning’ resulteert in de nietigheid van de aanvraag.

Ongegrond. Conform artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning valt de aanvraag onder het toepassingsgebied van de vereenvoudigde vergunningsprocedure (= procedure zonder openbaar onderzoek) zodat geen verplichtingen zijn inzake aanplakking van een bekendmaking voorafgaand aan de beslissing.

Stedenbouwkundige bezwaren

4.   De bouwdiepte ter hoogte van de 2de bouwlaag wordt niet gerespecteerd ten nadele van zowel de linker- als de rechterbuur waardoor een grote slagschaduw ontstaat ten nadele van beide buren. Voor de linkerbuur is dat nadeel voor zowel op de eerste als tweede bouwlaag gezien de dakkoepel in het dak van de eerste bouwlaag waardoor constante lichtafname. Dit wordt nog versterkt door de zuid gerichte oriëntatie van de percelen. Bezwaarindiener vraagt de 2de bouwlaag aan te passen aan de lijn van de huidige bouwdieptes van de buren.

Ongegrond: Als gangbare norm wordt een bouwdiepte op de verdieping van maximaal 12 m gehanteerd. In voorliggende aanvraag is deze diepte ook zo aangehouden, rekening houdend met de verspringende voorbouwlijn. Ten opzichte van de eigendom van de bezwaarindiener komt de verdieping 1,65 m dieper dan de diepte van de woning op de verdieping van de bezwaarindiener. Op de perceelsgrens is eveneens nog een deel van de bestaande scheidingsmuur van de voormalige woning aanwezig waardoor de impact van dit verdiepingsgedeelte eerder beperkt zal zijn. Het verdiepingsgedeelte van de eengezinswoning 1 komt dieper door de ingespringende voorbouwlijn, doch deze bevindt zich op een afstand van minstens 4 m van de eigendom van de bezwaarindiener en de hoogte is beperkt tot 5,80 m zodat ook de impact van dit verdiepingsgedeelte tot het gangbare behoort. Door de oriëntatie van het perceel zal de impact op slagschaduw van het gedeelte op de 2de bouwlaag beperkt zijn tot de ochtend-/voormiddagzon. De aanpalende eigenaar Sint-Rochusstraat 32 formuleerde geen bezwaar tegen deze bouwdiepte op de verdieping palend aan zijn eigendom.

5.   Bezwaarindiener stelt dat gebouwd wordt in 2de bouwlijn door de uitsprong die gemaakt wordt achter en aanpalend haar perceel. Bouwen in 2de bouwlijn wordt niet toegestaan.

Ongegrond. De beide woningen bevinden zich in eerste bouwlijn door de inplanting aan de straatzijde en een tuinzone achterliggend. Het bouwen in 2de bouwlijn impliceert dat in de tuinzone nog een extra woning voorzien zou worden, die niet rechtstreeks paalt aan de openbare weg, maar die via een private oprit zou ontsluiten. Dit is inderdaad een principe wat voor voorliggende percelen geen mogelijkheid betreft en is ook geen voorwerp binnen voorliggende aanvraag.

6.   De aanvraag respecteert de afstand en de bouwhoogte t.o.v. het perceel van de bezwaarindiener niet en men vraagt een gebruikelijke afstand van 3 meter zowel in lengte als breedte.

Ongegrond. Dit bezwaar werd in voorliggende aanvraag opgelost door aan de achterzijde de nodige afstand te respecteren ten opzichte van het perceel van de bezwaarindiener.

7.   Een afbeelding op een website geeft misleidende info over de weergave op het terrein van de bezwaarindiener met name met betrekking tot de aanwezige veranda. Het plan uit de aanvraag neemt deze wel op maar gepaste en functionele maten ontbreken om dit ten volle te kunnen bevestigen.

Ongegrond. De afbeelding op de website maakt geen deel uit van voorliggende aanvraag. Op de ingediende plannen zijn niet alle maten opgenomen evenwel zijn de plannen opgemaakt op schaal en is meten in de pdf mogelijk.

8.   De aanvrager stelt bewust misleidend 2 afzonderlijke woningen voor terwijl het ontwerp opgebouwd is als één projectgebouw met verschillende gemeenschappelijke  bouwelementen. Bezwaarindiener stelt dat het project een duidelijke minwaarde zal creëren voor de potentiele kopers als voor de gemeente.

Ongegrond: De aanvraag is ingediend als een groepswoningbouwproject waardoor de woningen gebouwd worden met eenzelfde vormgeving en uitgevoerd zullen worden als één werf, doch blijkt uit de grondplannen van de woningen dat beide entiteiten apart functioneren. Het creëren van een eventuele minwaarde is geen stedenbouwkundig argument.

9.   Bij het ontwerp wordt geen rekening gehouden met het beeldbepalend uitstekend parement van de aanpalende eigendom die opgenomen is in de inventaris bouwkundig erfgoed. Noch het agentschap onroerend erfgoed, noch de buur werden geconsulteerd of op de hoogte gebracht van dit nadeel.

Ongegrond. In de inventaris bouwkundig erfgoed is de woning Sint-Rochusstraat 32 als volgt omschreven:

Sint-Rochusstraat nr. 32. Diephuis uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Enkelhuis met bakstenen puntgevel verfraaid door het gebruik van gele sierbaksteen voor o.m. tandfriesje en ontlastingsbogen. Korfbogige muuropeningen met bewaard schrijnwerk.

Het ontwerp doet geen afbreuk aan de in de inventaris omschreven erfgoedkenmerken. De aanpalende eigenaar werd in toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 april 2014 betreffende omgevingsvergunning, bij aangetekende zending van 10 december 2019 aangeschreven teneinde eventuele opmerkingen te formuleren. De aanpalende eigenaar van de woning Sint-Rochusstraat 32 formuleerde geen bezwaar tegen de afbraak van het uitstekende parement. 

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Roel Vaneeckhout namens Kookon NV gevestigd De Cassinastraat 20 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van 2 eengezinswoningen, op een perceel gelegen Sint-Rochusstraat 28 en 30 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 464 H, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het gevelmetselwerk zoals voorzien op het plan voorgevel dient te bestaan uit een tint aansluitend bij de aanpalende woning Sint-Rochusstraat 32.

.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 JUNI 2020

Concessie Gaverkasteel - toewijzing uitbatingsrecht van de horecazaak in de stallingen van het Gaverkasteel te Deerlijk

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/06/2020