Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.1. Project Ventilus - advies aan Departement Omgeving (Vlaamse Overheid) inzake ontwerp-MER
Aanleiding en context
Het GRUP Ventilus werd definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 22 maart 2024 en gepubliceerd op 25 mei 2024 en is van kracht sinds 30 mei 2024.
Naar aanleiding van dit GRUP Ventilus zijn er momenteel nog procedures hangende bij de Raad van State door meerdere gemeenten en burgers.
Er wordt door de gemeente dan ook enig voorbehoud gemaakt omtrent het advies, gelet op de onzekerheid van het definitief voortbestaan van GRUP Ventilus.
Naar aanleiding van het Gewestelijk RUP Ventilus werd alvorens een omgevingsaanvraag in te dienen voor het realiseren van het nieuwe/te verzwaren hoogspanningstracé, een milieueffectenrapport in ontwerp opgemaakt. Het project Ventilus is MER-plichtig omwille van de volgende rubrieken: Bijlage I, rubriek 24, aanleg van bovengrondse hoogspanningslijnen van 150 kV of meer en langer dan 15 km; Bijlage II, rubriek 3b, aanleg van ondergrondse hoogspanningslijnen van 150 kV of meer die over een ononderbroken lengte van 1 km of meer in bijzonder beschermd gebied gelegen zijn; Bijlage II, rubriek 10, werken voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater, omwille van de noodzakelijke bemalingen van de sleuf van de kabelwerken, bemaling ter hoogte van mastlocaties en ter hoogte van hoogspanningsstations en opstijgpunten. De initiatiefnemer heeft een aanmelding en ontwerp-MER voorgelegd, voorafgaand aan de vergunningsaanvraag, met de vraag aan team Omgevingseffecten milieueffectenrapportage om een scopingadvies na overleg met het team omgevingseffecten en adviesinstanties, met oog op het finaliseren van het ontwerp-MER.
Op 21 februari 2025 werd aan de betrokken gemeenten langsheen het Ventilustraject advies gevraagd. Dit advies diende voor de gemeenten ten laatste op 22 maart 2025 digitaal te zijn bezorgd aan mer@vlaanderen.be.
Op 19 maart 2025 heeft het college van burgemeester en schepenen van gemeente Deerlijk een negatief advies verleend.
Op 3 juni 2025 heeft het Departement Omgeving, Team Omgevingseffecten Milieurapportage haar scopingsadvies Project-MER Ventilus verleend.
Vervolgens zou het project-MER in de omgevingsvergunningsprocedure geïntegreerd worden en de beoordeling en goedkeuring van het project-MER zal deel uitmaken van de behandeling van de omgevingsvergunningsaanvraag en het openbaar onderzoek over de omgevingsvergunningsaanvraag waarbij bezwaarschriften kunnen worden ingediend.
In juni 2025 werd de omgevingsvergunningsaanvraag met het project-MER ingediend bij het Departement Omgeving.
Op 29 oktober 2025 werd door het Departement Omgeving het dossier volledig en ontvankelijk verklaard en gevraagd aan de betrokken gemeenten om het openbaar onderzoek te organiseren.
Gemeente Deerlijk is betrokken in het dossier OMV 2025025784 Izegem – Avelgem (Waregem, Avelgem, Zwevegem, Harelbeke, Deerlijk, Izegem, Lendelede, Anzegem) - TR43034-L-380-IZGEM-AVLGM.
Er werd op 3 november 2025 advies gevraagd aan gemeente Deerlijk door het Departement Omgeving Team Omgevingseffecten Milieueffectenrapportage tegen uiterlijk 3 december 2025.
Er werd op 3 november 2025 advies gevraagd aan gemeente Deerlijk door de Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissie over de omgevingsvergunningsaanvraag tegen uiterlijk 23 december 2025. Dit advies moet worden opgeladen op het omgevingsloket en zou worden behandeld op de GOVC-zitting van 20 januari 2026.
Onderhavig advies betreft het advies inzake het project-MER Ventilus. Dit advies wordt ten laatste op 3 december 2025 digitaal bezorgd aan mer@vlaanderen.be.
Historiek
● Op 29 maart 2019 keurde Vlaamse Regering de start- en procesnota voor het GRUP Ventilus goed.
● Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 17 mei 2023 betreffende ongunstig advies bij voorontwerp GRUP Ventilus.
● Voorlopige vaststelling GRUP Ventilus door de Vlaamse Regering op 7 juli 2023.
● Openbaar onderzoek over het ontwerp GRUP Ventilus van 29 augustus tot 27 oktober 2023.
● Beslissing gemeenteraad van 26 oktober 2023 houdende het ongunstige advies op de voorlopige vaststelling GRUP Ventilus.
● Het GRUP Ventilus werd definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 22 maart 2024 en gepubliceerd op 25 mei 2024 en is van kracht sinds 30 mei 2024.
● Op 12 juli 2024 werd het verzoekschrift tot vernietiging van het GRUP Ventilus ingediend door de gemeente. De procedure is nog hangende.
● Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 19 maart 2023 inzake de aanmelding project-MER met vraag om scopingadvies.
Argumentatie en advies
Het project-MER voorziet dat op grondgebied van gemeente Deerlijk het GRUP Ventilus als volgt zal worden gerealiseerd:
● Alternatievenonderzoek
De gemeente stelt vast dat het project-MER het alternatievenonderzoek herleidt tot de keuzes en analyses uit het historische plan-MER bij het GRUP Ventilus. Een zelfstandig, actueel alternatievenonderzoek op projectniveau door de initiatiefnemer ontbreekt. Dat is problematisch, aangezien de MER-regelgeving een eigen onderzoeksplicht oplegt aan de initiatiefnemer.
De initiatiefnemer dient een beschrijving op te nemen van de onderzochte redelijke alternatieven, de relevante kenmerken en de belangrijkste motieven voor de gemaakte keuzes, in het licht van hun milieueffecten. Die effecten mogen niet louter formeel worden afgedaan. Zij moeten open en onbevooroordeeld worden geïdentificeerd, onderzocht en vergeleken. Alternatieven mogen in dat kader niet vooraf uitgesloten worden op grond van randvoorwaarden die het oplossingenveld artificieel beperken. Bovendien speelt publieke raadpleging een rol in de identificatie van redelijke alternatieven, aangezien lokale kennis en bezorgdheden relevante input vormen voor het bepalen van de redelijkheid van alternatieve tracés of inrichtings- of uitvoeringswijzen.
Binnen het project-MER werd echter geen onderzoek meer gedaan naar de locatiealternatieven, gezien deze reeds werden vastgelegd via het GRUP Ventilus. Het tracé voor de 380 kV verbinding werd vastgelegd middels een ‘indicatieve overdruk’ bovenop de geldende bestemming, zodat de zones werden vastgelegd waar ondergrondse of waar bovengrondse aanleg gebeurt. Nochtans betekenen een indicatieve overdruk dat er een indicatie is van waar het tracé zal lopen, maar blijft er een ontwerpmarge zodat het uiteindelijke tracé nog meters kan opschuiven ten opzichte van het referentieontwerp, wat maakt dat alternatieven hier nog steeds dienden te worden bekeken binnen de indicatieve overdruk.
Men dient vast te stellen dat die ontwerpvrijheid in de praktijk zeer beperkt wordt geïnterpreteerd. In essentie wordt die vrijheid louter benut wanneer technische of veiligheidsbeperkingen zich opdringen voor de initiatiefnemer, zoals bij de verschuivingen van mastlocaties P55N en P26N. Zij wordt echter amper aangewend om lokale optimalisaties te onderzoeken of om de ruimtelijke inpassing te verbeteren. Dat vormt een gemiste mogelijkheid voor maatwerk en impactreductie.
Er werd een zeer beperkt overzicht gegeven van de verschillende hoofdalternatieven die er werden beschreven in het plan-MER bij GRUP Ventilus. Hierbij wordt louter verwezen naar de vijf verschillende hoofdalternatieven en samengevat waarom deze niet zijn weerhouden. De projectbeschrijving stelt dat de zones en contouren door het GRUP Ventilus werden vastgelegd en concludeert vervolgens dat er op projectniveau geen redelijke alternatieven meer bestaan. Door zijn opdracht tot een historische reproductie te reduceren voldoet de initiatiefnemer niet aan zijn verplichting om de redelijke alternatieven te onderzoeken.
Verder wordt wel gesteld dat binnen het plan-MER bij het GRUP Ventilus een groot aantal locatiealternatieven werd onderzocht, maar het project-MER neemt die opties slechts summier, zonder geactualiseerde, bijkomende motivering over. De vijf hoofdalternatieven uit de GRUP-procedure worden kort overgenomen.
Meerdere opties vielen op basis van een zogenaamde kwetsbaarheidsanalyse al in een vroeg stadium af. De motieven om alternatieven uit te sluiten blijken echter summier en weinig transparant. Zo stelt men dat het hoofdalternatief via de E40 als te kwetsbaar wordt beschouwd, zelfs indien gedeeltelijke ondergrondse aanleg zou geïntegreerd worden, zonder dat enig inzicht wordt geboden in de gehanteerde methodologie en afwegingscriteria.
Voorts wordt er geen actuele motivering gegeven over waarom (deels) ondergrondse aanleg technisch of juridisch onmogelijk of disproportioneel is. De motivering waarom voor bepaalde tracédelen niet gekozen werd voor een (deels) heraanleg, afgezien van de zones die het GRUP stipuleert, ontbreekt. De project-MER herhaalt vooral dat buiten die zones “op projectniveau geen redelijke alternatieven” bestaan, zonder bijkomende motivering of technische detailanalyse. Bovengrondse tracés worden als “standaard” genomen, zonder de alternatieven voor die “standaard” grondig te vergelijken.
Ook waar het project-MER technische beperkingen bespreekt laat de motivering te wensen over. Verwijzingen naar “complexe aanleg”, “beperkte ruimtelijke mogelijkheden” en “logistieke uitdagingen” worden niet gestaafd met cijfers of andere concrete gegevens. Er wordt zelden concreet getoond dat elke optie systematisch onderzocht en als onmogelijk/disproportioneel uitgesloten is.
Opmerkingen omtrent alternatieven werden ook in het GRUP reeds aangehaald en ook daar werd reeds verwezen naar gebrekkig onderzoek en motivering. In kader van het project-MER beperkt men zich tot de stelling dat de alternatieven die tijdens het openbaar onderzoek werden ingediend "niet geleid hebben tot een bijstelling van het GRUP". Slechts “enkele beperkte wijzigingen" werden doorgevoerd op basis van voorstellen uit de plenaire vergadering. Voorgaande werpt vragen op over de mate waarin ingebrachte tracé- of locatiealternatieven en suggesties daadwerkelijk werden onderzocht of geïntegreerd binnen het alternatievenonderzoek. Daardoor lijkt het alsof er onvoldoende rekening werd gehouden met lokaal beleid en leefbaarheidsaspecten. Naar de letter zou er sprake zijn van participatie, maar de feitelijke impact van de lokale inbreng is uiterst minimaal, zo niet onbestaande.
Er wordt samenvattend beschreven dat uit de weerhouden hoofdalternatieven (of locatiealternatieven) lijntracés zijn ontwikkeld die elk werden onderworpen aan een milieubeoordeling waarna uiteindelijk een keuze werd gemaakt, waarna nog wat verfijningen werden doorgevoerd aan het gekozen alternatief en werden de milieueffecten nog eens onderzocht van dit geoptimaliseerde alternatief.
Volgens welke motivering die verband houden met milieueffecten het hoofdalternatief en het lijntracé uiteindelijk gekozen zijn wordt geen enkele motivering aangehaald en laat dat nu net datgene zijn wat in een project-MER dient te worden gemotiveerd en onderzocht. Er wordt daarvoor louter verwezen naar het plan-MER. De milieueffectenbeoordeling en motieven werden zelfs niet eens samengevat. Terwijl dat net de essentie is van een project-MER, namelijk dat de milieueffectenbeoordeling en motieven van de verschillende lijntracés duidelijk zijn zodat ook duidelijk is waarom specifiek werd gekozen voor één bepaald lijntracé. Het DABM vereist immers dat in het project-MER een beknopte beschrijving van de alternatieven voor het project of onderdelen ervan wordt gegeven of dat de noodzakelijke alternatieven worden benoemd met opgave van de belangrijkste motieven voor de gekozen optie. Ook dat diende in het kader van het project-MER te worden onderzocht in functie van het concrete plan ter realisatie van het GRUP en hoe het GRUP zal worden uitgevoerd volgens voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag of dat minstens dit diende te worden samengevat in het project-MER.
Inrichtings- of uitvoeringsalternatieven die betrekking hebben op de manier waarop de werken worden uitgevoerd zouden nog worden meegenomen in het MER en aanpassingen daaraan kunnen nog voorgesteld worden. Keuze uit het type masten kan een verschil maken in de grootte van de elektromagnetische velden, de grondinname, de grootte van de ondiepe funderingslaag en flexibiliteit in hoeken. Er wordt gekozen voor compacte vakwerkmasten en op specifieke plaatsen stopmasten. In sommige gevallen wordt de masthoogte aangepast (verhoogd) afhankelijk van het voorkomen van hogere constructies of obstakels.
Voor het bovengrondse traject wordt gekozen voor compacte vakwerkmasten, waarbij de masten voor het merendeel bestaan uit isolerende mastarmen, waardoor de totale silhouet van de mast zou beperkt zijn en magnetische velden zouden zijn gereduceerd.
De impact van de hoogtes van de masten en de kabels wordt evenwel wederom nergens uitgewerkt in het project-MER wat betreft het bepalen van de contouren van de elektromagnetische straling. Er kan dan ook onmogelijk worden nagegaan in hoeverre de afgebeelde contouren op de kaarten klopt, daar waar bepaalde woningen/gebouwen net niet zouden gelegen zijn binnen de contouren. Verder dient te worden opgemerkt dat er eindelijk wordt erkend dat op het moment dat het GRUP werd opgemaakt er nog geen enkel idee was waar de contouren van de magnetische velden zouden gelegen zijn, nu de hoogtes van de masten en de preciezen locaties van de masten nog niet gekend waren: “Ook in het GRUP werden er kaarten opgemaakt door Departement Omgeving. Daar waar een nieuwe lijn zal gebouwd worden kon toen nog geen concrete contour bepaald worden, gezien de mastlocaties en masthoogtes toen nog niet gekend waren. Er wordt opgemerkt dat in het GRUP de contour na de modelmatige berekening op de grenspunten werd doorgetekend, waar dit op de huidige kaarten niet het geval is. Dit betekent echter niet dat er woningen ten onrechte niet worden aangeduid als gelegen binnen de 0,4 µT contour.” Hoe dan vervolgens op basis daarvan in het GRUP Ventilus met zekerheid kon worden gesteld dat het geen gezondheidseffecten zou hebben op de inwoners, kinderdagverblijven en dergelijk van de gemeente, is dan ook een raadsel. Des te meer nu blijk dat door uitvoering van het projectvoornemen blijkens het project-MER er “7 nieuwe woningen en 2 bouwpercelen binnen de 0,4 µT contour gelegen zijn”, daar waar in de huidige toestand dat er uiteraard geen zouden zijn aangezien het gaat om de aanleg van een nieuwe hoogspanningslijn doorheen open ruimte gebied. Ten opzichte van deze woningen waar mogelijks gezinnen met kinderen leven, deze kinderen dan zomaar worden blootgesteld aan deze elektromagnetische straling, strook niet met het voorzorgsbeginsel. Noch wordt er onderzocht of gemotiveerd dat er geen alternatieven mogelijk zijn in inplanting van de masten of dat de hoogtes van de kabels/masten anders kunnen worden gerealiseerd waardoor deze woningen niet zouden gelegen zijn binnen deze contouren.
● Transportcapaciteit
Tussen het hoogspanningsstation van Izegem dat wordt uitgebreid op het grondgebied van de gemeente Lendelede en Avelgem wordt de bestaande 380 kV-verbinding tussen Izegem en Avelgem ingrijpend versterkt: de transportcapaciteit stijgt van 3 GW naar 6 GW over circa 22,8 km. Dit wordt gerealiseerd door bovengronds een verbinding te realiseren met 2 circuits die elk 3GW kunnen transporteren. De transportcapaciteit wordt met andere woorden verdubbeld. De gevolgen van de aanwezigheid van een hoogspanningslijn worden daarmee eveneens verdubbeld over dit laatste tracégedeelte (Izegem – Avelgem).
Voor de gemeenten Lendelede, Harelbeke, Waregem, Deerlijk, Anzegem, Zwevegem en Avelgem betekent dit dat boven het gemeentelijk grondgebied een infrastructuur wordt uitgebouwd die fundamenteel verschilt van de bestaande situatie, zowel in vermogen, spanning als in verwachte belasting.
Om die transportcapaciteit te verhogen van 3GW naar 6GW worden bestaande AMS-geleiders vervangen door HTLS-geleiders, zodat de huidige mastenrij kan behouden blijven. Het verschil is visueel klein. Het project-MER beschrijft zelf dat AMS-geleiders eigenlijk de voorkeur genieten op milieuvlak, omdat “deze technologie het voordeel heeft dat de transportverliezen minimaal zijn en dat de geleiders minder geluid genereren”. Toch wordt gekozen voor HTLS-geleiders, omdat ze de bestaande mastenrij willen gebruiken. Daarenboven werden de ruimtelijke principes voor de start van het project reeds zodanig beschreven in het GRUP-proces (maximaal gebruik van bestaande infrastructuur) dat het niet anders kan dan dit op deze manier te realiseren, vermits dan ineens de ruimtelijke principes wel worden gevolgd. Dat er cross-country wordt gegaan in andere gemeenten waar de ruimtelijke principes spreken van bundeling met bestaande infrastructuren, dat kan dan weer niet gevolgd worden. Er wordt eveneens verwezen naar de op planniveau gevoerde effectbeoordeling om de keuze voor HTLS-geleiders in plaats van AMS-geleiders te verantwoorden, hoewel AMS-geleiders de voorkeur genieten op milieuvlak, waarbij opnieuw geen verantwoording over de milieueffecten in dit project-MER of de motivering ervan wordt meegegeven of zelfs maar gewoon samengevat. Voorts wordt gedaan alsof de effectbeoordeling op planniveau vaststaat en totaal niet gebrekkig is en hierop wel moet voortgebouwd worden, terwijl die niet eens vaststaat, aangezien de procedures voor de Raad van State tegen het GRUP Ventilus nog hangende zijn.
Wetende dat er momenteel maximaal 1 GW aan hoogspanningsniveau wordt geproduceerd, waarbij de hoogspanningslijn die er nu reeds bestaat in dit tracégedeelte (Izegem – Avelgem) tot 3GW kan transporteren, betekent dit dat de vervoerde capaciteit meer dan verdubbeld (van 3GW naar 6GW aan mogelijke productiecapaciteit). Nu de capaciteit meer dan verdubbeld is het onduidelijk hoeveel het toekomstige station precies zal produceren en wat de effecten van de verhoogde productie op de omgeving zijn.
De capaciteitsverhoging en de uitbreiding van het station in Izegem beïnvloeden het hele traject van de hoogspanningslijn. Toch blijft het project-MER stil over de daadwerkelijke stromen die in de toekomst door die lijn zullen lopen. In het MER wordt gerekend met een jaargemiddelde belasting van 30 % van de maximaal mogelijke transportcapaciteit (dus circa 1,8 GW), waarbij men zelf beweert dat dit een overschatting is. Dat betekent dat de milieueffecten, inclusief magnetische velden, enkel beoordeeld worden op een scenario dat lager ligt dan de technisch maximaal mogelijke belasting. Hoewel het logisch is dat de ontwerpcapaciteit in een betrouwbaar transmissienet niet continu benut wordt, betekent de keuze om enkel een 30 %-scenario te evalueren dat de echte impact bij hogere benutting volledig buiten beeld blijft. Bovendien dient te worden opgemerkt dat de ontwerpcapaciteit van 6 GW expliciet wordt gerechtvaardigd door noodscenario’s, maar het MER niet beschrijft hoe vaak dergelijke incidenten zich statistisch kunnen voordoen.
Opvallend is ook dat de ontwerpcapaciteit aanzienlijk hoger ligt dan de gemiddelde belasting die Elia inschat in zogenaamde “realistische scenario’s” (25,8–28,5 %) voor de Ventilus-as. Vanuit technisch oogpunt kan die reserve worden verklaard door noodscenario’s, veiligheid en importpieken via interconnecties, maar vanuit milieueffectenperspectief impliceert dat wel dat de maximale impact van de infrastructuur niet geanalyseerd is. De lijn is immers ontworpen om 6 GW te transporteren, hoewel het huidige hoogspanningsstation 1 GW activiteit heeft en er maximaal 3 GW kan worden getransporteerd. Door geen vergelijking te maken tussen historische, huidige en toekomstige benutting wordt de aard van de verandering onvoldoende gekwantificeerd, wat objectieve milieubeoordeling bemoeilijkt. Men kan zich immers de vraag stellen waarom er een versterking en/of nieuwe hoogspanningslijn dient te worden aangelegd die een hogere capaciteit aankan als de zogenaamde verwachte belasting van deze nieuwe lijn van zogenaamd 30 % (dus 1,8 GW) perfect mogelijk blijft binnen de huidige transportcapaciteit van 3GW.
Daarnaast is er geen enkel kwantitatief inzicht beschikbaar over hoeveel extra stroom daadwerkelijk via de verbinding Izegem-Avelgem zal vloeien na de uitbreiding van het station in Izegem. De projectdocumenten geven immers aan dat het nieuwe station en bijkomende transformator expliciet worden gerealiseerd om stroomverdeling en betrouwbaarheid te verbeteren, maar nergens wordt verduidelijkt welke reële volumetoenames op de lijn die onder meer door Deerlijk loopt mogen worden verwacht.
Die lacune creëert onzekerheid voor de gemeenten langs waar het tracé loopt: zonder inzicht in de feitelijke toekomstige belasting kan niet worden beoordeeld welke gevolgen de verdubbeling van de transportcapaciteit en de uitbreiding van het station zullen hebben voor mens en milieu, zoals magnetische velden, geluid, ruimtelijke hinder of cumulatieve impact. Het MER vertrekt van hypothetische aannames, maar niet van concrete cijfers van potentiële toekomstige stromen — een cruciaal element voor een correcte beoordeling van de omgevingsimpact in dichtbevolkt gebied.
● Gezondheidseffecten op mensen
Magnetische velden
Het project voorziet in hoogspanningslijnen die elektrische en magnetische velden met een extreem lage frequentie (50 Hz) veroorzaken. Elektrische velden worden in normale omstandigheden afgeschermd en vormen, zolang de wettelijke norm van 5 kV/m wordt gerespecteerd, in principe geen gezondheidsrisico.
Magnetische velden daarentegen dringen wel door materialen heen en kunnen het menselijk lichaam bereiken. Voor acute blootstelling geldt in Vlaanderen een strikte norm van 100 µT, die nooit mag worden overschreden. Voor chronische blootstelling bestaat een statistisch verband tussen jaargemiddelde waarden boven 0,4 µT en een verhoogde kans op kinderleukemie.
In de geplande toestand zullen er in totaal 687 woningen en 81 onbebouwde bouwpercelen binnen de 0,4 µT contour liggen over het gehele tracé Izegem-Avelgem (IW227). Het project voldoet volgens de initiatiefnemer aan het “Convenant tussen het Vlaamse Gewest en de netbeheerder van hoogspanningsnetwerken in Vlaanderen, Elia Transmission Belgium”. Daardoor zouden geen bijkomende maatregelen of aanbevelingen nodig zijn. Nochtans bestaat er een statistisch verband tussen langdurige blootstelling aan magnetische velden boven 0,4 µT en een verhoogde kans op kinderleukemie. Dat verband vormt de basis voor het bestaande voorzorgsbeleid zoals vastgelegd in het afsprakenkader.
Hoewel monitoring van zowel real-time waarden als jaargemiddelden wordt voorzien en de resultaten op de website van het Departement Omgeving zullen worden gepubliceerd, blijft het onduidelijk hoe dit concreet bijdraagt tot het respecteren van het voorzorgsprincipe. De afspraken worden bovendien slechts globaal benoemd en niet gemotiveerd in functie van het convenant.
Het project-MER herhaalt grotendeels de eerdere algemene opmerkingen uit het GRUP Ventilus: de blootstelling wordt beperkt, het convenant wordt nageleefd en monitoring zal plaatsvinden. Een inhoudelijke motivering of berekening ontbreekt en het blijft onduidelijk hoe de naleving van het convenant precies wordt aangetoond.
Het blijft essentieel dat zowel bestaande als nieuwe kinderopvangen, scholen en woningen beschermd worden tegen langdurige blootstelling boven 0,4 µT. Niet alleen kinderen die verblijven in een kinderopvang, maar ook de kinderen binnen gezinnen die momenteel reeds onder de bestaande hoogspanningslijn wonen, dienen beschermd te worden. De gezondheidsrisico’s zijn logischerwijze hetzelfde.
De berekening van de 0,4 µT-contour die de chronische blootstellingsrisico's definieert is gebaseerd op een jaargemiddelde belasting van 30 % van de maximale ontwerpcapaciteit (6 GW). Hoewel de 30 %-belasting in het MER wordt gebruikt als een zogenaamde 'overschatting' of 'worst-case' van de huidige modelberekeningen (die op 28,5 % uitkomen voor het 8 GW-scenario), is de snelheid waarmee de elektrificatie in de toekomst zal toenemen "nog ongekend". Aangezien de lijn nu technisch is uitgerust om 6 GW te transporteren (een verdubbeling!), bestaat het risico dat de werkelijke toekomstige jaargemiddelde belasting hoger kan liggen dan de vastgestelde 30 % van de ontwerpcapaciteit. Dat betekent dat de effecten van de verhoogde capaciteit op de omgeving – en met name de omvang van de 0,4 µT-contour – op lange termijn onvoldoende in kaart zijn gebracht en de risicobeoordeling op een onzekere aanname rust.
Bovendien kan ook de wijze waarop de 0,4 µT-stralingscontouren zijn berekend ernstig in vraag worden gesteld. Het project-MER geeft niet aan op welke hoogte de geleiders zich bevinden op de verschillende punten van het tracé. Het bleek nochtans duidelijk uit het GRUP Ventilus dat de contouren afhankelijk zijn van de hoogte van de masten én de hoogte van waar de hoogspanningslijnen gehangen worden ten opzichte van de grond. In het GRUP Ventilus lag nog niet vast welke masten er zouden worden gebruikt en welke hoogtes die masten zouden hebben of op welke hoogte de geleiders zouden hangen, terwijl dit net cruciaal is om te kunnen inschatten waar de 0,4 µT contouren gelegen zijn en wat de precies impact ervan is van die blootstelling. In voorliggend project-MER wordt geopteerd voor bepaalde types masten (zie hoger), en wordt eindelijk de hoogte ervan vermeld, maar die informatie is onvolledig om de magnetische veldsterkte betrouwbaar te berekenen. Bij een bovengrondse hoogspanningslijn is het net de variabele doorhang van de kabels die bepaalt hoe hoog de geleiders boven de grond hangen. Dicht bij een mast hangen de geleiders hoger waardoor er een smallere 0,4 µT-contour is. Tussen twee masten, waar de doorhang het grootst is, hangen de geleiders lager, waardoor de 0,4 µT-contour breder is. Het MER legt echter niet uit hoe men heeft berekend waar de contouren gelegen zijn en van welk vertrekpunt aan hoogte men is uitgegaan. Dat is nochtans belangrijk, want als de geleiders lager hangen, ziet het magnetisch veld er anders uit (groter/kleiner) en kan deze meer impact hebben op de menselijke gezondheid.
Omdat de hoogte van de geleiders constant verandert, kan men niet volstaan met één enkele afstand waarbinnen de 0,4 µT-contour reikt. Die afstand is immers verschillend van plek tot plek.
Het MER verwijst naar bijlage 13.1, waarin per zone de 0,4 µT-contour wordt weergegeven, maar zonder transparantie over de gebruikte parameters, zoals bijvoorbeeld de exacte hoogte van de geleiders op elk punt, is niet controleerbaar hoe de contour werd berekend en of de weergegeven zones wel overeenstemmen met de werkelijke elektromagnetische blootstelling. Doordat het MER geen duidelijkheid verschaft over de hoogte en positie van de geleiders, is de methode voor de berekening van de 0,4 µT-contour onvoldoende transparant en onvoldoende onderbouwd.
Het voorzorgsprincipe omtrent de 0,4 µT wordt door de Belgische Hoge Gezondheidsraad nochtans expliciet geformuleerd als “Ondanks het onzekere effect raadt de Hoge Gezondheidsraad (advies nr. 9432-2020) uit voorzorg aan om kinderen onder 15 jaar niet bloot te stellen aan waarden boven de 0,4µT (gemiddeld over een lange periode).” Voorzichtigheid is dus niet louter een beleidskeuze maar een wetenschappelijk onderbouwde aanbeveling. Het volstaat niet om blootstelling “zoveel mogelijk te vermijden”: de norm van 0,4 µT dient effectief te worden gerespecteerd en toch blijft de initiatiefnemer zich louter beperken tot het “zoveel mogelijk vermijden”. Er kan dan ook niet worden verantwoord dat een hoogspanningsmast wordt versterkt, dat de transportcapaciteit wordt verdubbeld en dat er geen bijkomend onderzoek werd gedaan naar de contouren van de 0,4 µT of mogelijke verdubbeling van de blootstelling nu de transportcapaciteit werd verdubbeld en de exacte inrichting van het project gekend zou moeten zijn in het project-MER.
Het is teleurstellend dat er bij de aanvang van de uitvoeringswerken van het GRUP Ventilus nog steeds dergelijke grote kennislacunes bestaan omtrent de effecten van elektromagnetische velden en het bereik ervan en vooral de berekening van het bereik ervan rekening houdend met de effectieve hoogte van de masten en de effectieve hoogte waarop de geleiders zullen hangen zodat onduidelijk kan worden ingeschat tot waar de contouren daadwerkelijk zullen reiken en welke impact dit kan hebben op de woningen gelegen langs het tracé. Dit geldt zowel voor de gevolgen voor de gezondheid van de mens als de gezondheid van (landbouw)dieren, terwijl deze zouden moeten worden beschreven en beoordeeld en er op basis van die kennis milderende maatregelen moeten worden bedacht.
Tot slot wordt opgemerkt dat ondanks de voorziene metingen nergens wordt gewaarborgd dat er, indien verhoogde blootstelling wordt vastgesteld, daadwerkelijke maatregelen zullen worden opgelegd of dat de initiatiefnemer kan worden gesanctioneerd. Er is dus geen effectieve bescherming van burgers die onder of nabij de bestaande of nieuwe hoogspanningslijnen wonen.
Psychosomatische effecten
De psychosomatische effecten van het project worden onvoldoende beoordeeld. De zichtbaarheid van bovengrondse hoogspanningslijnen veroorzaakt aantoonbaar ongerustheid bij omwonenden, wat kan leiden tot psychosomatische klachten. Tijdens de aanlegfase kan bijkomende hinder (geluid, licht, verkeer en visuele verstoring) deze effecten versterken. Bovendien bestaat een duidelijke kennislacune: er is geen inzicht in hoeveel mensen ongerustheid, stress of slaapverstoring ervaren. Door dit gebrek aan onderzoek en het ontbreken van milderende maatregelen kan het project niet verantwoord worden.
Gezondheidseffecten op dieren
Het MER geeft geen duidelijk beeld van wat de lijnversterking echt betekent voor dieren en bevat veel hiaten. Het risico op vogel-aanvaringen wordt erkend, maar het MER gaat er te snel van uit dat vogelbebakening (reflecterende, fluorescerende en fotoluminescente markeringen) dit volledig oplost, zonder dat de effectiviteit daarvan of de invloed van een hogere transportcapaciteit is onderzocht. Ook de verstoring door de werf, extra verkeer en hinder wordt te licht ingeschat, terwijl er biologisch waardevolle gebieden in de buurt zijn, zoals rond mast P26. Het geluid van de nieuwe HTLS-geleiders, dat geknetter en gebrom kan veroorzaken, is onbekend maar wordt zonder bewijs als onbelangrijk beschouwd.
De impact van de knipperende signalisatieverlichting is onvoldoende onderzocht. Het MER zegt dat sommige vogels hierdoor kunnen worden aangetrokken, maar zonder veldonderzoek wordt aangenomen dat vleermuizen en andere dieren er geen last van hebben. De effecten van elektromagnetische velden op dieren zijn grotendeels onbekend. Ondanks internationale onzekerheid wordt daar geen extra onderzoek naar gedaan en worden geen voorzorgsmaatregelen voorgesteld, terwijl de veldsterkte door de lijnverzwaring kan toenemen.
● Impact werfzone / werfverkeer op mobiliteit
Wat betreft de voorziene werken aan de bovengrondse hoogspanningslijn stelt het MER dat de impact “nagenoeg verwaarloosbaar” is. Hoewel de werfzones op zich inderdaad verder van de rijbaan liggen en daardoor geen directe onderbreking van het verkeer veroorzaken, is deze conclusie onvoldoende onderbouwd.
De aangeleverde raming van maximaal 50 verkeersbewegingen per dag lijkt op zich beperkt, maar deze inschatting houdt geen rekening met de lokale context: smalle wegen, beperkte uitwijkmogelijkheden en de nabijheid van drukke verkeersassen zoals de N36 (Vichtsesteenweg) en de op- en afritten van de E17. Daarnaast is een carpoolparking gepland in dit gebied waarvoor reeds een omgevingsvergunning is aangevraagd. Er wordt gevraagd om hiermee rekening te houden zodat de uitvoering van de carpoolparking niet in het gedrang komt. Een goede afstemming tussen beide projecten is aangewezen.
● Leesbaarheid van het dossier
Tot slot wil het college van burgemeester en schepenen nog opmerken dat de hoegrootheid van het dossier de leesbaarheid bijna onmogelijk maakt voor lokale besturen en hun inwoners. Op zich zou daar op vrij eenvoudige wijze kunnen aan tegemoet gekomen zijn door het project-MER op te delen per vergunningsaanvraag en te duiden per gemeente. Doch in voorliggende MER is daar niets van aan. Het project-MER beslaat niet enkel de bijhorende omgevingsvergunningaanvraag, maar meteen ook de vier overige omgevingsvergunningsaanvragen die samen het gehele Ventilustraject uitmaken. Waar het voor een lokaal bestuur al niet evident is om uit de talloze documenten de concrete informatie te puren die van toepassing is op haar grondgebied, is dat voor een burger die niet dagelijks thuis is in deze materie quasi onbegonnen werk. Enkel het project-MER bij voorliggend dossier beslaat 57 documenten, waarvan elk document tientallen tot honderden bladzijden telt. Om binnen een tijdspanne van dertig dagen alle documenten door te nemen en te doorgronden welke delen van die teksten op een burger van toepassing is, getuigt van een laconiek gebrek aan begrip en respect voor de moeite die burgers zich troosten om hier wijs uit te geraken.
Juridische gronden
● Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 40 §1;
● Decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, meer bepaald artikelen 4.3.7 - 4.3.8;
● Decreet betreffende de omgevingsvergunning
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Er wordt een ongunstig advies verleend betreffende het ontwerp-MER voor het project Ventilus gelet op bovenstaande uiteenzetting hieronder samengevat:
● Er is geen alternatievenonderzoek meer gebeurd omtrent locatie of het al dan niet ondergronds brengen van de hoogspanningslijn, de resultaten van het alternatievenonderzoek uit het GRUP Ventilus werden slechts kort samengevat zonder evenwel dieper in te gaan op de milieueffecten, terwijl dit in het project-MER moet worden besproken.
● De effectief gebruikte transportcapaciteit kan hoger liggen dan de initiatiefnemer vooropstelt omdat deze wordt verdubbeld ten opzichte van de huidige situatie (van 3GW naar 6GW).
● Er werd geen verder concreet onderzoek gedaan naar gezondheidseffecten. Nochtans zou in deze fase van het project gekend moeten zijn waar de 0,4μT contouren precies gelegen zijn gebaseerd op de hoogtes van de masten, en van de geleiders nu verwacht kan worden dat het type masten en de hoogte van de kabels bekend zou moeten zijn. Dit wordt niet verduidelijkt ondanks de eerdere opmerkingen van de gemeente.
● Er is nog te veel kennisimpasse omtrent de gezondheidsrisico’s.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit dit negatief advies over te maken aan Team Omgevingseffecten – Milieueffectrapportage, Departement Omgeving, Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -Projecten, Havenlaan 88 te 1000 Brussel op het e-mailadres mer@vlaanderen.be ten laatste 3 december 2025.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.2. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 26 november 2025 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 26 november 2025.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 26 november 2025 goed te keuren.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.3. Cameratoezicht inzake sluikstorten - verlenging overeenkomst IMOG - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend punt te agenderen op de gemeenteraad van 18 december 2025: 'overeenkomst inzake camerabewaking voor het vaststellen van sluikstorten'.
Motivering
Cameratoezicht - historiek
1.
In zitting van 30 november 2017 bracht de gemeenteraad in essentie positief advies uit over de plaatsen waarop op het grondgebied van de gemeente Deerlijk verplaatsbare vaste bewakingscamera's konden worden geplaatst. Dit gebeurde bij toepassing van de camerawet van 21 maart 2007. De camera's dienden voor het vaststellen van sluikstorten.
De gemeenteraad keurde in deze zitting ook de 'overeenkomst inzake camerabewaking voor het vaststellen van sluikstorten' goed tussen de gemeente Deerlijk, de afvalintercommunale (IMOG) en de politiezone.
In dezelfde zitting wees de gemeenteraad de ambtenaren-vaststellers aan en wees ze de artikelen aan waarop deze ambtenaren inbreuken kunnen vaststellen.
2.
In zitting van 29 oktober 2020 werd de bovenvermelde overeenkomst gewijzigd. Deze actuele overeenkomst is in bijlage bij huidig besluit gevoegd. De gemeenteraad diende namelijk de locaties voor camerabewaking te herdefiniëren aangezien de glas- en textielcontainers werden herverdeeld over het grondgebied.
Het cameratoezicht had toen reeds zijn nut bewezen binnen de gemeente en de politiezone. Op voorstel van de toenmalige milieudienst werd, net zoals in alle andere gemeenten van het IMOG-gebied, camerabewaking voor het bestrijden van sluikstorten gebiedsdekkend op het hele grondgebied uitgerold. Deze techniek werd ook gebruikt voor het handhaven van de verplichting tot het opkuisen van hondenpoep.
Als motivering werd aangegeven dat de verruimde inzet van camerabewaking op probleemlocaties op het volledige grondgebied van de gemeente de effectieve handhaving zou kunnen verhogen en bovendien zowel preventief als ontradend kon werken. Op deze manier kon ook ad hoc ingespeeld worden op actuele probleemlocaties (de zogenaamde hotspots) bij eventuele verschuivingen van de zwerfvuilproblematiek.
Bijgevolg werd gebiedsdekkende camerabewaking op het ganse grondgebied van de gemeente, dus los van de eerdere zogenaamde hotspots, voldoende gemotiveerd en proportioneel bevonden ten opzichte van de zich stellende sluikstortproblematiek en het in die context nagestreefde doel, namelijk een propere gemeente.
3.
Verder werd ook de algemene politieverordening (APV) overeenstemmend aangepast (aanduiding van de vaststellers van de inbreuken alsook de inbreuken op de APV waarvoor het cameratoezicht kan worden aangewend).
4.
De camera's die IMOG gebruikt zijn tijdelijke vaste bewakingscamera's in een niet-besloten plaats (zie art. 2, 4° en 4°/2 van de wet van 21.03.2007 (‘Camerawet’), zoals gewijzigd door de wet van 21.03.2018).
In toepassing van artikel 5, §2/1 van de Camerawet diende IMOG, als medeverwerkingsverantwoordelijke, aan de gemeenteraad het volgende te verduidelijken:
● de bijzondere doeleinden van deze tijdelijke bewakingscamera's (dit is het vaststellen van overtredingen op de artikelen van de APV waar de gemeenteraad camerabewaking voor toelaat);
● de perimeter waarbinnen hun verplaatsingen gebeuren (dit zijn alle locaties waar camerabewaking sluikstort wordt toegelaten, hetzij het gehele grondgebied van de gemeente).
5.
In toepassing van artikel 5, §2/1 van de Camerawet heeft de gemeenteraad advies uitgebracht omtrent de geldigheidsduur van het cameratoezicht. In zitting van 29 oktober 2020 werd geadviseerd om het cameratoezicht voor een termijn tot en met 31 december 2025 te voorzien.
Bijgevolg werd de bovenvermelde samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente, de politiezone Gavers en IMOG afgesloten voor een termijn tot en met 31 december 2025.
Cameratoezicht - hernieuwing
6.
De samenwerking met IMOG en politiezone wordt positief beoordeeld. Zowel IMOG als de politiezone staan gunstig ten opzichte van een verlenging van de samenwerkingsovereenkomst.
Het handhaven op sluikstort, zwerfvuil en de opruimplicht bij hondenpoep vormt nog steeds een actuele noodzaak.
Bijgevolg wordt voorgesteld om de samenwerkingsovereenkomst te verlengen tot en met 31 december 2031.
7.
In zitting van 17 november 2025 werd de algemene politieverordening aangepast aan de nieuwe afvalinzamelingsmethodiek die ingaat op 1 januari 2026.
In navolging van de goedkeuring van de voormelde wijzigingen dient de samenwerkingsovereenkomst eveneens te worden geactualiseerd op basis van de nieuwe artikelnummering.
GAS-vaststellers - hernieuwing aanwijzing
8.
De gemeenteraad heeft in eerdere zittingen personeelsleden van zowel opdrachthoudende vereniging IMOG als van OVAM aangewezen als GAS-vaststeller.
Deze aanwijzing gebeurde voor specifieke artikelen van de APV die betrekking hadden op sluikstort, zwerfvuil en opruimplicht voor hondenpoep.
Gelet op de hoger vermelde wijziging van de APV met ingang op 01 januari 2026, dient de machtiging voor de GAS-vaststellers, zowel in de APV zelf als in de aanstellingsbesluiten van deze vaststellers, te worden geactualiseerd.
9.
Tot 7 januari 2024 dienden de vaststellers persoonlijk te worden aangesteld door de gemeenteraad. Hierdoor diende, telkenmale er een personeelsverschuiving of nieuwe aanwerving plaatsvond onder de IMOG- of OVAM-vaststellers, een nieuwe gemeenteraadsbeslissing te worden genomen.
Sinds 8 januari 2024 is echter de gewijzigde GAS-wetgeving van kracht. Één van de wijzigingen houdt in dat GAS-vaststellers niet meer op naam aangesteld moeten worden. Het volstaat om de betrokken overheden of entiteiten aan te wijzen waarvan het personeel bevoegd is om GAS-vaststellingen te doen. Deze aanstelling is dan blijvend geldig, ook indien er interne personeelsverschuivingen zouden plaatsvinden binnen deze organisatie.
De desbetreffende overheid of entiteit houdt een lijst bij met de namen van de personeelsleden belast met de vaststellingsopdracht, waarbij deze personeelsleden voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 1 tot en met 3 van het K.B. van 21.12.2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie.
10.
Voor wat betreft de OVAM-vaststellers is er reeds dergelijke algemene aanwijzing gebeurd in gemeenteraadszitting van 28 maart 2024.
Voor de IMOG-vaststellers is er nog geen algemene aanwijzing van toepassing. Het is aangewezen om ook voor hen in een gelijkaardige algemene aanwijzingsregeling te voorzien.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid:
○ Art. 41, §2, 2) Decreet Lokaal Bestuur
○ Art. 5, §2/1 Camerawet
● Andere:
○ de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 2 en 5;
○ de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties zoals van kracht, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 4 §5 en art. 21, §1, 2°;
○ het K.B. van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking is;
○ het K.B. van 2 juli 2008 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s;
○ Het KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie.
○ het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40, §1 en art. 41, 2de lid, 2);
○ de Algemene Politieverordening (APV) van de gemeente Deerlijk.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen
● verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad dit punt te agenderen in de gemeenteraadszitting van 18 december 2025 en
● stelt voor dat artikel 1 van de algemene politieverordening (APV) wordt hervastgesteld als volgt:
“In geval van overtreding van deze verordening kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken.
De politieambtenaren aangeduid in de wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties zijn bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in deze politieverordening. Van de vaststelling wordt proces-verbaal opgemaakt.
De inbreuken op de artikelen art. 60, 60bis, 106, 110, 111, 111bis, 121, 122, 123, 125-129.36, 129.42, 129.48, 129.49, 129.51, 130, 131, 132, 133, 144, 147 en 164 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in artikel 28- van deze algemene politieverordening kunnen, met toepassing van art. 21, §1, 2° van de wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, ook, voor zover zij hiertoe binnen het raam van hun bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen, worden vastgesteld door:
● personeelsleden van het intergemeentelijk samenwerkingsverband IMOG (Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen).
● gewestelijke vaststellers die personeelslid zijn van OVAM. Indien OVAM bepaalt dat hun personeelsleden op bepaalde artikelen geen vaststellingen zullen (mogen) doen, dan heeft dit een beperkende invloed.
De inbreuken vermeld in het voorgaande lid worden in een bestuurlijk verslag of vaststelling opgenomen. Voor deze inbreuken dient het woord “proces-verbaal” in deze verordening te worden gelezen als “bestuurlijk verslag” of “vaststelling”.”
Artikel 2
Het politiecollege stelt de gemeenteraad voor positief advies te geven voor het plaatsen van tijdelijke vaste bewakingscamera’s voor het vaststellen van sluikstorten op het gehele grondgebied van de gemeente onder de vorm van inbreuken op de artikelen art. 60, 60bis, 106, 110,111,111bis,121,122,123,125-129.36, 129.42, 129.48, 129.49, 129.51, 130, 131, 132, 133, 144, 147 en 164 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in artikel 28 van de algemene politieverordening (APV) -, alsook het vaststellen in het kader van sluikstorten, zowel in het kader van de bestuurlijke handhaving als in het kader van de strafrechtelijke handhaving, van inbreuken op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Dit positief advies geldt vanaf de inwerkingtreding van deze beslissing en tot en met 31 december 2031.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen stelt de gemeenteraad voor de nieuwe overeenkomst, af te sluiten tussen de gemeente Deerlijk, de afvalintercommunale IMOG en de politiezone, goed te keuren als volgt:
Overeenkomst inzake camerabewaking voor het vaststellen van sluikstorten
Tussen volgende partijen:
De gemeente Deerlijk, met zetel te 8540 Deerlijk, Harelbekestraat 27, alhier vertegenwoordigd door de heer Louis Haerinck, voorzitter van de gemeenteraad en de heer Karel Bauters, algemeen directeur, handelend in uitvoering van een beslissing van de gemeenteraad van …(datum)…,
hierna genoemd “de gemeente”,
en,
De afvalintercommunaleIMOG, met zetel Kortrijksesteenweg 264 te 8530 Harelbeke, vertegenwoordigd door de algemeen directeur Johan Bonnier en voorzitter Isabelle Degezelle
Hierna genoemd “de afvalintercommunale”
en,
De politiezone Deerlijk – Harelbeke, met zetel te 8530 Harelbeke, Deerlijksesteenweg 43, alhier vertegenwoordigd door de heer Michaël Vannieuwenhuyze, voorzitter van het politiecollege en de heer Jean-Louis Dalle, korpschef, handelend in naam en voor rekening van de politiezone, in uitvoering van een beslissing van de politieraad van …(datum)…,
hierna genoemd “de politiezone”,
is overeengekomen hetgeen volgt.
Artikel 1
Deze overeenkomst beoogt de afspraken vast te leggen tussen de afvalintercommunale enerzijds en de stad/gemeente en de politiezone anderzijds, gezien de politiezone inzake camerabewaking optreedt als feitelijke gebruiker-verwerker a posteriori van de beelden afkomstig van tijdelijke vaste bewakingscamera’s geplaatst op niet-besloten plaatsen op het openbaar domein door de afvalintercommunale, conform de adviezen van de gemeenteraad ter zake.
Artikel 2
De camerabewaking en de verwerking van de beelden heeft als doel het voorkomen, vaststellen en verzamelen van bewijzen van overlast, meer bepaald inzake sluikstorten, op het gehele grondgebied van de gemeente, zowel wat betreft de overtredingen van de artikelen art. 60, 60bis, 106, 110,111,111bis,121,122,123,125-129.36, 129.42, 129.48, 129.49, 129.51, 130, 131, 132, 133, 144, 147 en 164 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in artikelen 28 - van de APV alsook het vaststellen in het kader van sluikstorten, zowel in het kader van de bestuurlijke handhaving als van de strafrechtelijke handhaving, van inbreuken op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
De afvalintercommunale is de verantwoordelijke voor de verwerking en de verwerker van de beelden.
De camera’s mogen enkel worden geplaatst op plaatsen waaromtrent overeenkomstig de camerawet een gunstig advies werd bekomen van de gemeenteraad.
De concrete plaatsing gebeurt naar noodzaak en maakt het voorwerp uit van een specifiek akkoord tussen de afvalintercommunale en de gemeente na voorafgaand overleg met de lokale politie. Zonder specifiek akkoord van de milieudienst van de gemeente zal de afvalintercommunale geen camera’s kunnen plaatsen.
De definitieve lijst met data, uren en locaties wordt voorafgaand aan de lokale politie overgemaakt en dit ten laatste 3 werkdagen voor de eerstvolgende plaatsing.
Het cameratoezicht zal worden aangekondigd met de door de wetgeving vereiste pictogrammen. Ze worden aan de gemeentegrenzen aangebracht, onverminderd de mogelijkheid om elders en in de meer onmiddellijke omgeving van de locaties waar camerabewaking is ingesteld overeenkomstig deze overeenkomst, nog andere kennisgevingen aan te brengen.
Artikel 3
De afvalintercommunale verklaart de toepasselijke wetgeving en instructies inzake camerabewaking en privacy op ieder ogenblik na te zullen leven en de gemeente en de politiezone nemen daar akte van.
Deze verklaring slaat op volgende teksten zoals van kracht of gecoördineerd, onverminderd hun eventuele aanpassing of het van kracht worden van nieuwe bijkomende wetten, reglementen of instructies:
● de verordening 2016/679 van het Europees parlement en de Raad van 27.04.2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming - AVG);
● de wet van 30.07.2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;
● de toepasselijke uitvoeringsbesluiten bij deze wet;
● de wet van 21.03.2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s (afgekort als “de camerawet”);
● de toepasselijke uitvoeringsbesluiten bij deze wet waaronder het K.B. van 10.02.2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking is en het K.B. van 02.07.2008 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's;
● de gecoördineerde ministeriële omzendbrief van 10.12.2009 betreffende de wet van 21.03.2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s zoals gewijzigd bij wet van 12.11.2009.
Iedere aanhaling van verplichtingen hierna geldt met behoud van huidig artikel.
In het bijzonder en met behoud van het voorgaande verklaart de afvalintercommunale de vereiste mededeling zoals bedoeld in art. 5 par. 3 van de Camerawet en het toepasselijke uitvoeringsbesluit aan de politiediensten te hebben gedaan en de wijzigingen aan de ingezette camerabewakingsvoorziening op identieke wijze te zullen doen.
Artikel 4
De verwerking van de beelden mag enkel gegevens bevatten van de bezoekers van de onmiddellijke omgeving van de camera’s.
De verwerking van de beelden dient van zodanige kwaliteit te zijn dat personen en voertuigen te identificeren zijn.
Er dient erop te worden toegezien dat de bewakingscamera’s niet specifiek gericht zijn op een plaats waarvoor de verantwoordelijke van de verwerking niet zelf de gegevens verwerkt, tenzij hij daarvoor expliciet de toestemming heeft van de verantwoordelijke voor de verwerking van de betrokken plaats.
In geen geval mogen beelden worden gemaakt/verwerkt die de intimiteit van een persoon schenden of gericht zijn op het inwinnen van informatie over de filosofische, religieuze, politieke of syndicale gezindheid, etnische of sociale origine, het seksuele leven of de gezondheidstoestand.
De beelden mogen niet worden bewerkt, behoudens om te voldoen aan het derde en vierde lid hiervoor.
Artikel 5
De beelden mogen door de verwerker en de vaststellers GAS uitsluitend in real time worden bekeken indien dit onder toezicht van de politiediensten gebeurt opdat de bevoegde diensten onmiddellijk kunnen ingrijpen bij misdrijf, schade, overlast of verstoring van de openbare orde en deze diensten in hun optreden optimaal kunnen worden gestuurd en met inachtneming van het toepasselijke uitvoeringsbesluit ter zake.
De camerabeelden worden binnen de afvalintercommunale enkel door de vaststellers GAS aangeduid door de gemeenteraad later bekeken met het oog op het vaststellen van sluikstorten bestaande in een inbreuk op de bepalingen van de algemene politieverordening (APV) van de gemeente opgenomen in de aanstellingsbeslissing van de vaststellers GAS of een inbreuk op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
De vaststellers GAS zijn onderworpen aan de discretieplicht. Zij mogen de camerabeelden enkel bekijken en gebruiken in functie van de door hen te verrichten vaststellingen zoals aangehaald in art. 2 eerste lid hiervoor. De beelden of eruit afgeleide gegevens mogen zij enkel overmaken aan de gerechtelijke overheden, de politiediensten en de sanctionerend ambtenaar.
Wanneer uit de beelden misdrijven van gemeen recht blijken die buiten het doel van de camerabewaking vallen, dan nemen de vaststellers GAS onmiddellijk contact op met de lokale politie en worden de beelden aan de lokale politie overgedragen op een door deze te bepalen wijze.
Het bekijken van de beelden door de vaststellers GAS gebeurt in de gebouwen van IMOG.
De afvalintercommunale zal de nodige maatregelen nemen om te voorkomen dat andere personen dan de vaststellers GAS toegang hebben tot de beelden.
De afvalintercommunale houdt een register bij met de beeldverwerkingsactiviteiten van de gebruikte bewakingscamera’s overeenkomstig de regels bepaald door de Koning. Dit register wordt ter beschikking gehouden van de gegevensbeschermingsautoriteit en van de politiediensten.
Artikel 6
Wanneer op basis van de beelden een sluikstort bestaande uit een inbreuk op de bepalingen van de algemene politieverordening (APV) van de gemeente blijkt lastens een herkenbaar of potentieel identificeerbaar persoon of wanneer daarbij een nummerplaat van een voertuig op de beelden leesbaar is, maakt de vaststeller GAS een bestuurlijk verslag op.
Dit bestuurlijk verslag of vaststelling bevat ten titel van inlichting minstens volgende gegevens:
● de voornaam, naam en hoedanigheid van de opsteller
● dag, datum, plaats en uur van de feiten en van de vaststelling van de feiten
● de plaats waar de camera zich bevond en de plaats waar de pictogrammen werden aangebracht
● een precieze beschrijving van hetgeen werd vastgesteld
● een of meerdere screenshots uit de camerabeelden waarop de herkenbare of potentieel identificeerbare persoon tijdens de sanctioneerbare handeling voorkomt of waarop de nummerplaat van een voertuig voortkomt
● de aanduiding van de overtreden bepaling(en) van de APV
● het administratief adres van de sanctionerend ambtenaar
● de datum van overmaking aan de sanctionerend ambtenaar
Het bestuurlijk verslag wordt binnen een termijn van orde van zeven werkdagen aan de sanctionerend ambtenaar bezorgd.
Het bestuurlijk verslag wordt digitaal aan de sanctionerend ambtenaar bezorgd.
Zo de sanctionerend ambtenaar of de lokale politie dit wenselijk acht, dan kunnen zij de beelden opvragen bij de afvalintercommunale. De afvalintercommunale zal daaraan uiterlijk binnen maximaal 10 werkdaqen gevolg geven.
Artikel 7
De afvalintercommunale garandeert dat de beelden niet langer worden bijgehouden dan noodzakelijk en maximaal maar één maand worden bewaard.
Voorgaande bewaringstermijn geldt niet:
● hetzij indien het beelden betreft die slaan op feiten waarvoor een bestuurlijk verslag werd opgemaakt en die bijgevolg kunnen aangewend worden om via sluikstorten inbreuken te kunnen vaststellen en te bewijzen op de in art. 2 eerste lid hiervoor aangehaalde normen;
● hetzij uit de beelden andere misdrijven zouden blijken.
In beide gevallen worden de beelden bewaard zolang de gerechtelijke of bestuurlijke procedure niet is afgesloten.
Voor wat betreft de procedures in het kader van de GAS-wetgeving zal de sanctionerend ambtenaar na het afsluiten van de procedure aangeven wanneer de beelden mogen worden vernietigd.
Artikel 8
Ieder gefilmde persoon heeft een recht van toegang tot de beelden.
Hij richt daartoe een verzoek aan de verantwoordelijke voor de verwerking conform art. 15 van dealgemene verordening gegevensbescherming – AVG.
Artikel 9
Alle kosten in verband met de aanschaf, de werking, het onderhoud en de vervanging van de camera en alle (rand)apparatuur en noodzakelijke goederen (zoals pictogrammen) zijn ten laste van de afvalintercommunale.
Het plaatsen en verplaatsen van de camera, de pictogrammen, de opmaak en het overmaken van het bestuurlijk verslag, de kosten van de opslag van de data en de overdracht van data en het bijhouden van het register met de beeldverwerkingsactiviteiten gebeurt door de afvalintercommunale op haar kosten.
Artikel 10
Deze overeenkomst geldt vanaf de inwerkingtreding van gemeenteraadsbeslissing die deze overeenkomst goedkeurt en tot en met 31.12.2031.
De samenwerking zal om de twee jaar in een gezamenlijke vergadering worden geëvalueerd.
De afvalintercommunale kan, na overleg met de stad/de gemeente, een met redenen omkleed verzoek indienen met het oog op de hernieuwing van het positief advies van de gemeenteraad alsook van deze overeenkomst tegen het verstrijken van de aangehaalde termijn.
Aldus opgemaakt te Deerlijk op …(datum)… in drie exemplaren.
De drie partijen erkennen elk één exemplaar te hebben ontvangen.
Namens de gemeente Deerlijk
Karel Bauters Louis Haerinck
Algemeen directeur voorzitter van de gemeenteraad
Namens de afvalintercommunale
Johan Bonnier Isabelle Degezelle
algemeen directeur voorzitter
Namens de politiezone
Jean-Louis Dalle Michaël Vannieuwenhuyze
korpschef voorzitter van het politiecollege
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen stelt de gemeenteraad voor dat de opdrachthoudende vereniging IMOG (Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen) , in toepassing van artikel 21, §1, 1ste lid, 2° van de GAS-wet, wordt aangewezen als entiteit waarvan de personeelsleden bevoegd zijn voor de vaststelling van de inbreuken die uitsluitend het voorwerp kunnen uitmaken van een administratieve sanctie.
De bedoelde personeelseden krijgen vaststellingsbevoegdheid voor overtredingen op de artikelen 60, 60bis, 106, 110, 111, 111bis, 121, 122, 123, 125-129.36, 129.42, 129.48, 129.49, 129.51, 130, 131, 132, 133, 144, 147 en 164 van de Algemene Politieverordening van de gemeente Deerlijk, inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in artikel 28.
Artikel 5
Het college van burgemeester en schepenen stelt de gemeenteraad voor dat OVAM, in toepassing van artikel 21, §1, 1ste lid, 2° van de GAS-wet, aangesteld wordt als gewestelijk vaststeller, waarbij de personeelsleden aangeduid door de leidende ambtenaar van deze entiteit, een vaststellingsbevoegdheid krijgen voor overtredingen op de artikelen 60, 60bis, 106, 110, 111, 111bis, 121, 122, 123, 125-129.36, 129.42, 129.48, 129.49, 129.51, 130, 131, 132, 133, 144, 147 en 164 van de Algemene Politieverordening van de gemeente Deerlijk, inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in artikel 28.
Indien de OVAM bepaalt dat hun personeelsleden op bepaalde artikelen geen vaststellingen zullen (mogen) doen, dan heeft dit een beperkende invloed.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.4. Studiebureaus - omgevingsaanleg, perceel 7: omgevingsaanleg - regio West - afname via raamovereenkomst Creat - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de afname van de raamovereenkomst 'Studiebureaus - omgevingsaanleg, perceel 7: omgevingsaanleg - regio West' via de aankoopcentrale Creat voor de studie en begeleiding met betrekking tot de aanleg van een kunstgrasveld op het B-veld van KVC Deerlijk Sport goed te keuren.
Motivering
De gemeente wenst het B-veld van KVC Deerlijk Sport, gelegen in de Guido Gezellelaan, te vervangen door een kunstgrasveld. De keuze voor een kunstgrasveld wordt ingegeven door de nood aan een duurzaam, intensief bruikbaar en kwalitatief sportoppervlak. Een kunstgrasveld kan aanzienlijk vaker worden bespeeld dan een natuurgrasveld, ongeacht de weersomstandigheden, en biedt een constante speelkwaliteit doorheen het jaar.
Bovendien vergt het minder onderhoud en blijft de bespeelbaarheid verzekerd, wat de continuïteit van trainingen en wedstrijden ten goede komt.
Met het oog op de realisatie van een niet-watergedragen kunstgrasveld wordt voorgesteld beroep te doen op de deskundige ondersteuning van een studiebureau.
Voor dergelijke deskundige ondersteuning kan beroep gedaan worden op de raamovereenkomst 'Studiebureaus - omgevingsaanleg, perceel 7: omgevingsaanleg - regio West' van de aankoopcentrale Creat. Deze raamovereenkomst biedt de mogelijkheid om eenvoudig gebruik te maken van gespecialiseerde expertise, binnen een reeds vastgelegde en transparante procedure.
De gemeenteraad keurde in zitting van 27 november 2025 de toetreding tot deze raamovereenkomst goed.
Voor de studie en begeleiding van de aanleg van het kunstgrasveld op de site van KVC Deerlijk Sport werd een voorstel op maat opgevraagd bij Creat.
Studiebureau Buresco BV, Oscar Delghuststraat 60 te 9600 Ronse diende een offerte in. Het ereloonpercentage voor het volledige traject bedraagt 5,62 %. Rekening houdend met een raming van 600.000 euro excl. btw komt dit op 33.720,00 euro excl. btw of 40.801,20 euro incl. btw.
Het plan van aanpak omvat volgende fasen en uitvoeringstermijnen:
● Fase 1:
○ Opmaak van het voorontwerp en definitief ontwerp (incl. ramingen)
○ Uitvoeringstermijn: 20 werkdagen
● Fase 2a:
○ Detailontwerp - opmaak/indienen omgevingsvergunning en andere aanvragen
○ Uitvoeringstermijn: 20 werkdagen
● Fase 2b:
○ Detailontwerp - aanbestedingsdossier en gedetailleerde raming
○ Uitvoeringstermijn: 20 werkdagen
● Fase 2c:
○ Ondersteuning bij de plaatsingsprocedure (incl. gunningsverslag/prijsvergelijking)
○ Uitvoeringstermijn: 5 werkdagen
● Fase 3:
○ Leiding van de werken tijdens de uitvoering, inbegrepen de voorlopige en definitieve oplevering en eindafrekening
Voor deze uitgave is krediet voorzien op het investeringsbudget van 2025 op jaarbudgetrekening 0742-00/22800000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (actie GBB).
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming | 33.720,00 euro excl. btw of 40.801,20 euro incl. btw |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling (GBB) |
Jaarbudgetrekening | 0742-00/22800000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN |
Visum | G-2025-55 dd. 02/12/2025 |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de afname van de raamovereenkomst 'Studiebureaus - omgevingsaanleg, perceel 7: omgevingsaanleg - regio West' via de aankoopcentrale Creat voor de studie en begeleiding met betrekking tot de aanleg van een kunstgrasveld op het B-veld van KVC Deerlijk Sport, goed te keuren.
Artikel 2
De opdracht wordt gegund aan Studiebureau Buresco BV, Osar Delghustraat 60 te 9600 Ronse tegen het ereloonpercentage van 5,62 % excl. btw.
Artikel 3
De uitvoeringstermijn voor de fasen 1, 2a, en 2b bedraagt telkens 20 werkdagen.
Voor fase 2c wordt de uitvoeringstermijn vastgesteld op 5 werkdagen.
Artikel 4
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2025 op jaarbudgetrekening 0742-00/22800000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (actie GBB).
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.5. Omgevingsaanleg buurthuis Sint-Lodewijk - gunning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Omgevingsaanleg buurthuis Sint-Lodewijk” goed te keuren.
Motivering
De buitenruimte van het nieuwe buurthuis in Sint-Lodewijk dient nog volledig in kaart gebracht en uitgewerkt te worden. Om tot een kwalitatieve, duurzame en functionele inrichting te komen, wenst de gemeente een studiebureau aan te stellen.
De omgevingsaanleg omvat onder meer de ontwikkeling van een voorplein/parking, een nieuwe speelplaats, een terras en een groenzone. De buitenruimte dient op een samenhangende en toekomstgerichte manier te worden ingericht.
De opdracht omvat het volledige traject van schetsontwerp tot en met de uitvoering en uiteindelijke oplevering.
In het kader van de opdracht “Omgevingsaanleg buurthuis Sint-Lodewijk” werd een prijsvraag uitgestuurd.
De totale omgevingswerken worden geraamd dop 220.850,00 euro excl. btw. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 25.000,00 euro excl. btw of 30.250,00 euro incl. btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).
Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan deze opdracht:
● Studio Basta BV, Stasegemsesteeenweg 72-1 te 8500 Kortrijk;
● Burobossaert BV, Lolliestraat 19 te 8890 Moorslede;
● Kollektif Landscape BV, Molenaarsstraat 111 bus 3 te 9000 Gent.
Er werden 3 offertes ontvangen :
● Burobossaert BV, Lolliestraat 19 te 8890 Moorslede (22.062,92 euro excl. btw of 26.696,13 euro incl. btw);
● Kollektif Landscape BV, Molenaarsstraat 111 bus 3 te 9000 Gent (22.085,00 euro excl btw of 26.722,85 euro incl. btw);
● Studio Basta BV, Stasegemsesteeenweg 72-1 te 8500 Kortrijk (27.900,00 euro excl. btw of 33.759,00 euro incl. btw).
De ontwerper stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van het ereloon), zijnde Burobossaert BV, Lolliestraat 19 te 8890 Moorslede tegen het nagerekende offertebedrag van 22.062,92 euro excl. btw of 26.696,13 euro incl. 21 % btw.
Voor deze uitgave is krediet voorzien in het investeringsbudget van 2025, op jaarbudgetrekening 0705-00/22100000/BESTUUR/CBS/0/IP-39 (actie A-3.03.10).
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur
● Andere:
○ De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
○ Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
○ Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
○ De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
○ De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet).
○ Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
○ Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
○ Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
Adviezen
De projectmanager ruimte verleent positief advies.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Bestelbedrag | 22.062,92 euro excl. btw of 26.696,13 euro incl. btw |
Actie | Bouwen van een polyvalent buurthuis in Sint-Lodewijk (A-3.03.10) |
Jaarbudgetrekening | 0705-00/22100000/BESTUUR/CBS/0/IP-39 |
Visum | G-2025-54 dd. 02/12/2025 |
BESLUIT
Artikel 1
De raming voor de opdracht “Omgevingsaanleg buurthuis Sint-Lodewijk” wordt goedgekeurd. De raming bedraagt 25.000,00 euro excl. btw of 30.250,00 euro incl. 21 % btw.
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht komt tot stand bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).
Artikel 3
De opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van het ereloon), zijnde Burobossaert BV, Lolliestraat 19 te 8890 Moorslede tegen het nagerekende offertebedrag van 22.062,92 euro excl. btw of 26.696,13 euro incl. 21 % btw.
Artikel 4
De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2025, op jaarbudgetrekening 0705-00/22100000/BESTUUR/CBS/0/IP-39 (actie A-3.03.10).
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.6. Toetreding tot de raamovereenkomst voor levering van koffiezetapparaten en producten voor het maken van warme dranken van DOKO vzw - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de toetreding tot perceel 2 van de raamovereenkomst voor levering van koffiezetapparaten en producten voor het maken van warme dranken van de aankoopcentrale DOKO vzw goed te keuren.
Motivering
DOKO vzw treedt op als aankoopcentrale in de zin van artikel 2, 6° van de wet inzake overheidsopdrachten voor de volgende entiteiten, hierna genoemd 'klanten':
● de leden, schoolbesturen van Katholiek Onderwijs Vlaanderen en aanverwante entiteiten en verenigingen zoals beschreven in haar statuten, met zetel binnen het Vlaams Gewest of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Door de omvang van overheidsopdrachten te vergroten via de techniek van een aankoopcentrale wordt het mogelijk de mededinging te verbreden en overheidsbestellingen efficiënter te plaatsen.
In toepassing van artikel 48 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016 kunnen
overheidsopdrachten voor rekening van verschillende aanbesteders ook worden samengevoegd.
DOKO vzw staat als aankoopcentrale in voor de beslissing in verband met de keuze van de wijze van gunning, de redactie van het bestek, voor de publicatie van de opdracht, voor het onderzoek van de offertes en voor de gunning van de opdracht.
Conform artikel 47, § 2 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016 is een aanbesteder die een beroep doet op een aankoopcentrale vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren. De betrokken aanbesteder is evenwel verantwoordelijk voor de nakoming van de verplichtingen met betrekking tot de delen die hij zelf verricht.
In het kader van de raamovereenkomst voor levering van koffiezetapparaten en producten voor het maken van warme dranken, werd een bestek met referentie DOKO-GB-2024-004 opgesteld door DOKO vzw.
De opdracht kwam tot stand via de openbare procedure en omvat volgende percelen:
● Perceel 1: 'Automaten en koffiezetapparaten en verbruiksgoederen voor warme dranken waarbij de prijs doorslaggevend is';
● Perceel 2: 'Automaten en koffiezetapparaten en verbruiksgoederen voor warme dranken waarbij de prijs én smaak doorslaggevend is'.
De percelen werden door DOKO vzw als volgt gegund:
● Perceel 1: Oké Koffie NV, Dagmoedstraat 86 te 9500 Geraardsbergen;
● Perceel 2: Miko Coffee Services NV, Steenweg op Mol 177 te 2300 Turnhout.
De raamovereenkomst loopt van 6 februari 2025 tot en met 6 februari 2029 (looptijd 4 jaar).
Er is geen afnameverplichting en er worden geen instapkosten aangerekend.
De Kim & De Sam hebben in het verleden een overeenkomst afgesloten met Miko Coffee Services NV voor het verbruik van koffie en de huur van een koffiemachine op beide locaties. Uit een vergelijking van de prijzen blijkt echter dat de aankoop van koffie via de raamovereenkomst van DOKO vzw met Miko Coffee Services NV aanzienlijk voordeliger is.
Rekening houdend met het voorgaande stelt de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer voor om in te tekenen op perceel 2 van de raamovereenkomst voor de levering van koffiezetapparaten en producten voor het maken van warme dranken van de aankoopcentrale DOKO vzw, die DOKO vzw afsloot met Miko Coffee Services NV.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 § 3, 5° Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
○ Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
○ Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
○ De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
○ Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
○ Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
○ Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming | 5.000,00 euro excl. btw of 5.300,00 euro incl. btw |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling (GBB) |
Jaarbudgetrekening | 0801-00/61500000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN |
Visum | niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de toetreding tot perceel 2 van de raamovereenkomst voor levering van koffiezetapparaten en producten voor het maken van warme dranken van die aankoopcentrale DOKO vzw afsloot met MIko Coffee Service NV, goed te keuren.
Artikel 2
De toetreding tot de raamovereenkomst verplicht de gemeente niet tot een effectieve plaatsing van een opdracht.
Artikel 3
Als aangeslotene bij de aankoopcentrale kan de gemeente rechtstreeks opdrachten plaatsen bij de opdrachtnemer, aan wie de aankoopcentrale de opdracht heeft gegund.
Artikel 4
De gemeente staat zelf in voor de uitvoering van de geplaatste opdracht (levering, opvolging, betaling van facturen, …).
Artikel 5
De afname voor de levering van koffiezetapparaten en producten voor het maken van warme dranken voor De Kim en De Sam wordt goedgekeurd. De uitgave voor alle jaren samen wordt geraamd op 5.000,00 euro excl. btw of 5.300,00 euro incl. btw.
Artikel 5
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2025 op jaarbudgetrekening 0801-00/61500000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN en in het budget van volgende jaren.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.7. Hoogstraat 70-72 - aankoop - ontwerpakte - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.8. Evenementencoach (B1-B3) - datum indiensttreding - kennisname
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.9. Clusterhoofd ruimte (A4a-A4b) - vacantverklaring en jurysamenstelling - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de functie van clusterhoofd ruimte (A4a-A4b) vacant te verklaren en kiest daarbij:
● de wijze van invulling (via aanwerving, bevordering, interne of externe personeelsmobiliteit of een combinatie van de voormelde procedures);
● voor een aanstelling in statutair of contractueel verband;
● al dan niet voor de aanleg van een wervingsreserve;
● al dan niet om aanvullende aanwervings- of bevorderingsvoorwaarden vast te leggen;
● de wijze van externe bekendmaking van de vacature (indien van toepassing);
● de selectieprocedure;
● de samenstelling van de selectiecommissie.
Motivering
Het geïntegreerde organogram van gemeente en OCMW Deerlijk voorziet in een voltijdse betrekking van clusterhoofd ruimte (A4a-A4b).
De invulling van deze functie gebeurt bij voorkeur op contractuele basis (onbepaalde duur) via een bevorderingsprocedure.
Een statutair personeelslid dat bevordert naar een contractuele functie, behoudt diens statuut ten persoonlijke titel.
Er kan een wervingsreserve aangelegd worden voor de duur van 3 jaar.
De selectieprocedure zou bestaan uit 3 onderdelen:
Als selectiecommissie worden volgende deskundigen voorgesteld:
● Karel Bauters, algemeen directeur, gemeente Deerlijk;
● Eva Vandenheede, algemeen directeur, stad Menen;
● Ann Messelier, directeur ruimte, stad Harelbeke;
● een expert consultant, HR Solutions, Vandelanotte.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 2° Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 5, 15, 123-129 rechtspositieregeling gemeente Deerlijk
○ het geïntegreerde organogram van gemeente en OCMW Deerlijk
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming | 3.500 euro excl. btw voor de selectieprocedure via Poolstok/Vandelanotte |
Actie | GBB |
Jaarbudgetrekening | 61440000 |
visum | n.v.t. |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voltijdse betrekking van clusterhoofd ruimte (A4a-A4b) vacant te verklaren.
Artikel 2
De invulling van deze betrekking gebeurt in contractueel verband, via een bevorderingsprocedure en er wordt een wervingsreserve voor 3 jaar aangelegd.
Een statutair personeelslid dat bevordert naar een contractuele functie, behoudt diens statuut ten persoonlijke titel.
Artikel 3
De selectieprocedure zal bestaan uit volgende onderdelen:
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen besluit de selectiecommissie voor de functie van clusterhoofd ruimte als volgt samen te stellen:
● Karel Bauters, algemeen directeur, gemeente Deerlijk;
● Eva Vandenheede, algemeen directeur, stad Menen;
● Ann Messelier, directeur ruimte, stad Harelbeke;
● een expert consultant, HR Solutions, Vandelanotte.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.10. Hoofd administratief medewerker ruimte (C4-C5) - vacantverklaring en jurysamenstelling - goedkeuring
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.11. Hoofd administratief medewerker secretariaat (C4-C5) - vacantverklaring en jurysamenstelling - goedkeuring
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.12. Aanpassing rechtspositieregeling - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de aanpassingen aan de rechtspositieregeling te agenderen op de gemeenteraad van 18 december 2025.
Motivering
In het ontwerp van de meerjarenplanning 2026-2031, dat wordt behandeld op de raad van 18 december 2025, zitten een aantal zaken vervat die impact hebben op het personeel van het lokaal bestuur, waardoor ook de rechtspositieregeling navenant dient gewijzigd te worden.
Volgende artikelen dienen te worden aangepast:
● Artikel 233 § 1: De werkgeversbijdrage op de maaltijdcheques wordt met 0,5 euro verhoogd vanaf 1 januari 2026, 2028 en 2030 om respectievelijk uit te komen op 6,90 euro, 7,40 euro en 7,90 euro.
● Artikel 241: de waarde van de nieuwjaarsgeschenkcheque wordt aangepast naar het nieuwe door de RSZ vastgestelde plafond van 40 euro voor voltijdse medewerkers en 20 euro voor halftijdse medewerkers (volgens de bijkomende voorwaarden zoals voorzien in de rechtspositieregeling).
● Artikel 242: de geschenkcheque bij pensionering die in de vorm van Deerlijkbonnen wordt uitgereikt, wordt verhoogd van 10 euro per dienstjaar met een minimum van 100 euro, naar 20 euro per dienstjaar met een minimum van 120 euro en een maximum van 1.000 euro.
● Artikel 243: de anciënniteitspremie voor medewerkers met 25 jaar dienst wordt verhoogd van 600 euro naar 1.000 euro (voor medewerkers die gedurende minstens 3/4 van de loopbaan 50 % of meer van de voltijdse arbeidsduur hebben gewerkt) en van 300 naar 500 euro (voor medewerkers die gedurende minstens 3/4 van de loopbaan 50 % of minder van de voltijdse arbeidsduur hebben gewerkt).
● Artikel 244: De tweede pensioenpijler wordt gradueel opgetrokken van 2,5% van het pensioengevend jaarloon naar 2,75% vanaf 1 januari 2027 en 3,00% vanaf 1 januari 2029.
● Artikel 252 § 1: het aantal vakantiedagen voor een voltijds werkend personeelslid wordt verhoogd van 30 werkdagen naar 31 werkdagen (20 wettelijke en 11 bijkomende dagen). De extra werkdag betaalde vakantie bij 30 jaar dienst wordt geschrapt gezien dit het maximum aantal verlofdagen zou doen overschrijden.
● Artikel 252 § 1: Schrappen van de 5 extra werkdagen betaalde vakantie bij 30 jaar dienstanciënniteit gezien dit het wettelijk plafond van 35 dagen zou overschrijden.
● Artikel 252 § 3: Het maximaal aantal dagen die mogen overgezet worden naar het volgende vakantiejaar wordt verhoogd van 3 naar 5.
● Artikel 334: De vorige goedgekeurde versie van de rechtspositieregeling wordt opgeheven om de rechtszekerheid te dienen.
● Artikel 335: De rechtspositieregeling met opname van de nieuwe bepalingen zoals hierboven beschreven gaat in per 1 januari 2026.
Deze zaken werden behandeld op het syndicaal overleg van 12 november 2025 en gaven aanleiding tot een positief protocol. In dat protocol wordt ook expliciet opgenomen dat de zaken die door het bestuur worden voorzien, gelden als voorafname op een eventueel toekomstig sectoraal akkoord.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen en zijn ingecalculeerd in het voorliggend ontwerp van meerjarenplanning.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aanpassingen aan de rechtspositieregeling en verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om dit te agenderen op de gemeenteraad van 18 december 2025.
Paulien Santens Claude Croes Marleen Prat Louis Vanderbeken Lies De Witte Regine Rooryck Jo Tijtgat Claude Croes Marleen Prat Louis Vanderbeken Lies De Witte Regine Rooryck Jo Tijtgat aantal voorstanders: 6 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.13. Poetsmedewerker BBO - beslissing genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen
Paulien Santens Claude Croes Marleen Prat Louis Vanderbeken Lies De Witte Regine Rooryck Jo Tijtgat Claude Croes Marleen Prat Louis Vanderbeken Lies De Witte Regine Rooryck Jo Tijtgat aantal voorstanders: 6 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.14. Technieker - beslissing genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.15. Beslissingen algemeen directeur - november 2025 - kennisname
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.16. Diverse verslagen - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.
Motivering
Volgend verslag werd overgemaakt aan de gemeente:
● Leiedal - verslag van de raad van bestuur van 14 november 2025
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.17. Fluvius West - buitengewone algemene vergadering van 16 december 2025 - nazending - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het schrijven van Fluvius West met betrekking tot haar buitengewone algemene vergadering van 16 december 2025, namelijk dat de statutenwijzigingen met betrekking tot de activiteiten warmte niet ter goedkeuring zullen worden voorgelegd.
Motivering
De gemeente werd per aangetekend schrijven van 18 september 2025 opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van Fluvius West die op donderdag 16 december 2025 om 18.00 uur plaatsvindt in Salons De Vrede, Moerdijkstraat 94 te 8480 Ichtegem.
Op deze buitengewone algemene vergadering ligt o.a. een statutenwijziging ter goedkeuring voor.
De raad van bestuur van Fluvius West heeft in zijn vergadering van donderdag 20 november 2025 beslist om in te gaan op de vraag van verschillende gemeenten om de voorgestelde wijzigingen aan de statuten met betrekking tot de activiteit warmte, niet te behandelen op de eerstkomende buitengewone algemene vergadering. Deze gemeenten wensen eerst bijkomende verduidelijking en toelichting bij het dossier te ontvangen.
Gezien de gemeente Deerlijk in de gemeenteraadszitting van 23 oktober 2025 al een besluit genomen heeft met betrekking tot de agenda van voormelde buitengewone algemene vergadering en statutenwijzigingen, blijft het mandaat van onze aangeduide vertegenwoordiger onverminderd van toepassing. Aangezien er artikelsgewijs wordt gestemd over een wijziging van de statuten blijft het eerder genomen gemeenteraadsbesluit geldig voor de wijzigingen die wel aan de buitengewone algemene vergadering ter goedkeuring zullen worden voorgelegd. De wijzigingen met betrekking tot de activiteiten warmte zullen niet ter goedkeuring worden voorgelegd.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de nazending van Fluvius West van 24 november 2025 met betrekking tot haar buitengewone algemene vergadering van 16 december 2025, namelijk dat de statutenwijzigingen met betrekking tot de activiteiten warmte niet ter goedkeuring zullen worden voorgelegd.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.18. Receptionele aangelegenheden - goedkeuring
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.19. Secretariaat - vrijwilligersvergoeding hostessen - november 2025 - deel 1 - goedkeuring
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.20. Secretariaat - vrijwilligersvergoeding hostessen - november 2025 - deel 2 - goedkeuring
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.21. Kinderboerderij Bokkeslot - verslag raad van bestuur van 1 oktober 2025 - kennisname
Aanleiding en context
De raad van bestuur van Kinderboerderij Bokkeslot hield een vergadering op 1 oktober 2025.
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.
Motivering
De gemeenteraad keurde in zitting van 28 mei 2020 het vernieuwde premiereglement exploitatiepremie Kinderboerderij Bokkeslot goed. Volgens artikel 3 van dit premiereglement is één van de voorwaarden voor het ontvangen van de jaarlijkse premie dat de verslagen van de raad van bestuur en de algemene vergadering na goedkeuring in haar raad van bestuur bezorgd worden aan de jeugdconsulent en ter kennisname voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.
Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd in een volgende zitting van de raad van bestuur van Kinderboerderij Bokkeslot van 17 november 2025.
De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag als bijlage.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.22. Sport - beleidssubsidies 2025 - verdeling - goedkeuring
Aanleiding en context
Er worden beleidssubsidies uitgekeerd aan de erkende Deerlijkse sportverenigingen voor het werkjaar 2025 (seizoen 2024-2025). Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de verdeling van de beleidssubsidies goed te keuren.
Motivering
Het subsidiereglement, goedgekeurd in de gemeenteraad van 17 december 2020, laat toe beleidssubsidies uit te keren aan de erkende Deerlijkse sportverenigingen.
De kernraad sport gaf op 25 november 2025, na controle, een positief advies bij de verdeling van de beleidssubsidies op basis van het goedgekeurde reglement.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Premiereglement subsidiëring sportverenigingen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 17 december 2020
○ Erkenningsreglement Deerlijkse verenigingen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 mei 2023
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 18.500,00 euro |
Actie | Overig Beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB / 0740-00/64910022 |
Visum | niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de verdeling van de beleidssubsidies voor het werkjaar 2025 (seizoen 2024-2025) goed te keuren ten bedrage van 18.500,00 euro.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de goedgekeurde bedragen te storten voor het einde van het jaar op rekening van de desbetreffende sportverenigingen als volgt:
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.23. Sport - jeugdsportsubsidies 2025 - verdeling - goedkeuring
Aanleiding en context
Er worden jeugdsportsubsidies uitgekeerd aan de erkende Deerlijkse sportverenigingen voor het werkjaar 2025 (seizoen 2024-2025). Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de jeugdsportsubsidies ten bedrage van 12.500,00 euro goed te keuren.
Motivering
Het reglement professionalisering jeugdsportbegeleiding sportverenigingen, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 17 december 2020, heeft tot doel het verhogen van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiding.
Deze subsidie betreft een extra jeugdsportsubsidie die kan aangevraagd worden door de erkende Deerlijkse sportverenigingen en is geen werkings- of basissubsidie.
De kernraad sport gaf op 25 november 2025 een positief advies bij de verdeling van de jeugdsportsubsidies op basis van het goedgekeurde reglement.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere: Reglement jeugdsportbegeleiding, goedgekeurd in de gemeenteraad van 17 december 2020
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 12.500,00 euro |
Actie | Overig beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB 0740-00/64910025 |
Visum | niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de verdeling van de subsidies jeugdsport voor het werkjaar 2025 (seizoen 2024-2025) goed te keuren ten bedrage van 12.500,00 euro.
Artikel 2
Deze toelagen zullen uitbetaald worden door de financieel directeur tegen het einde van het jaar 2025 op rekeningnummer van de desbetreffende sportvereniging, als volgt:
● Aanvaardbare kosten van erkende bijscholingen of vormingen gevolgd door de jeugdsportbegeleiders of de jeugdsportcoördinator.
IR | Naam vereniging | Deelnemer(s) | Bedrag | Rekeningnummer |
3551 | Basket Heren Dee/Zwe | 8 deelnemers | 1.076,50 euro | BE22 3630 4707 4847 |
4145 | Karateclub | Dries Vanwynsberghe | 55,00 euro | BE59 4620 1114 8126 |
| Totaal |
| 1.131,50 euro |
|
● Gekwalificeerde jeugdsportcoördinator in de sportvereniging met jeugdwerking. De jeugdsportcoördinator moet minstens het VTS-initiator brevet in zijn bezit hebben. Dit bedrag wordt het bedrag van de jeugdsportcoördinatoren genoemd (= BJ). Het bedrag voor de jeugdsportcoördinatoren, eventueel aangevuld met de rest van het bedrag bijscholingen (BB) wordt verdeeld op basis van het aantal erkende sportverenigingen met een jeugdwerking die beschikken over een sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator die voldoet.
De jeugdsportcoördinator legt een jeugdsportbeleidsnota voor.
De jeugdsportcoördinator is coördinator van de volledige structuur van de jeugdwerking van 6 tot 18 jaar.
De jeugdsportcoördinator ontwikkelt jaarlijks nieuwe impulsen om de kwaliteit van de jeugdwerking te verbeteren.
De jeugdsportcoördinator neemt initiatieven rond ethiek in sport die bijdragen tot een beter sportklimaat.
De jeugdsportcoördinator is coördinator bij een club met minstens 25 actieve jeugdleden.
De verdeling van dit bedrag gebeurt a rato van het aantal ingediende dossiers.
● Behalen van een diploma a rato van het aantal ingediende dossiers en van de effectief ingediende kosten. De verdeling van dit bedrag gebeurt a rato van het aantal ingediende dossiers en van de effectief ingediende kosten.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.24. Cultuurraad - statutenwijziging en huishoudelijk reglement - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de aangepaste statuten van de cultuurraad en het huishoudelijk reglement te agenderen op de gemeenteraad van 29 januari 2026.
Motivering
Er wordt voorgesteld volgende wijziging door te voeren in de statuten:
Er zou vrijer kunnen gesproken worden zonder politieke vertegenwoordiging, dus werd er voorgesteld om artikel 12
● 'Gemeenteraadsleden – 1 effectief en 1 plaatsvervanger per politieke partij, vertegenwoordigd in de gemeenteraad – kunnen als niet-stemgerechtigd lid de algemene vergadering bijwonen met deelname aan het debat.'
te vervangen door:
● 'Er wordt voor gekozen om naast de aangeduide leden geen andere politieke vertegenwoordigers te laten aansluiten of waarnemen.'
Echter, na stemming in de algemene vergadering van de cultuurraad op 24 november 2025 wordt artikel 12 behouden, mits een kleine aanpassing:
● 'Gemeenteraadsleden kunnen als niet-stemgerechtigd lid de algemene vergadering bijwonen met deelname aan het debat.'
Onderliggende statuten en het huishoudelijk reglement werden in de algemene vergadering van de cultuurraad van 24 november 2025 goedgekeurd, met 19 stemmen voor en 1 stem tegen.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal bestuur
● Andere:
○ Cultuurraad - samenstelling, statuten en huishoudelijk reglement, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 november 2019
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de goedkeuring van de statutenwijziging en het huishoudelijk reglement van de cultuurraad, te agenderen op de gemeenteraad van 29 januari 2026.
STATUTEN GEMEENTELIJKE CULTUURRAAD
HOOFDSTUK 1: Doelstellingen en opdracht
Artikel 1
De cultuurraad biedt een co-creatief en realistisch kader om op een constructieve manier, zowel pro-actief als op vraag van het beleid, advies te verlenen in cultuurgerelateerde aangelegenheden en daarmee op een duurzame manier bij te dragen aan het cultuurbeleid in Deerlijk, in het belang van alle inwoners van de gemeente.
Cultuurgerelateerde aangelegenheden omvatten onder andere:
● Ondersteuningsbeleid van socio-culturele verenigingen
● Kunstenbeleid
● Amateurkunsten
● Cultuureducatie
● Programmatie
● Toerisme
● Erfgoed
● Bibliotheek
● Buurtwerking
Deze lijst van thema’s is louter indicatief.
Artikel 2
Deze opdracht wordt uitgevoerd met inachtneming van volgende principes:
● Samenwerking en overleg tot stand brengen tussen culturele actoren binnen de gemeente.
● Samenwerkingen en overleg tot stand brengen met andere sectoren, adviesraden en burgerinitiatieven.
● Informatie verzamelen over culturele behoeften en noden.
● Nauwe contacten houden met de werkgroep infrastructuur die adviseert inzake het gemeenschapscentrum.
● Belangen behartigen van de socio-culturele verenigingen.
● Organiseren van bijeenkomsten.
● Organiseren van burgerparticipatie in samenwerking met de vrijetijdsdienst.
● Thematisch en tijdelijk engagement mogelijk maken in de werkgroepen beeldende kunsten en infrastructuur (en in eventuele toekomstige werkgroepen).
HOOFDSTUK 2: Samenstelling en structuur
Artikel 3
Iedereen (experten, geïnteresseerden, verenigingen) die lid wenst te worden van de algemene vergadering van de cultuurraad of van een (ad hoc) themagroep, kan dit doen door contact op te nemen met het bestuur van de cultuurraad of de vrijetijdsdienst. Verenigingen die lid willen worden dienen een zekere affiniteit aan te tonen met culturele aangelegenheden.
Artikel 4
Het lidmaatschap van een vereniging, deskundige of geïnteresseerde wordt pas definitief na goedkeuring door de algemene vergadering van de cultuurraad.
Artikel 5
Er wordt gestreefd naar een representatieve samenstelling, op vlak van achtergrond (kunstensector, socio-culturele verenigingen, individuen), geslacht en leeftijd. Maximum 2/3 van de leden zijn van hetzelfde geslacht.
Artikel 6
Elke vereniging van de algemene vergadering van de cultuurraad en elke geïnteresseerde burger heeft één stem. Ook elk lid van het bestuur van de cultuurraad heeft één stem. De schepen van cultuur en de deskundige cultuur en erfgoed zijn waarnemend lid van de cultuurraad. Zij hebben geen stemrecht. De plaatsvervangers hebben geen stemrecht bovenop de effectieve leden.
Artikel 7
De deskundige cultuur en erfgoed volgt de vergaderingen van de cultuurraad als waarnemer. De deskundige cultuur en erfgoed heeft een actieve rol, volgt actiepunten mee op, zoekt mee naar oplossingen en staat in voor de informatiedoorstroming van het gemeentebestuur naar de cultuurraad en omgekeerd.
Artikel 8
De bibliothecaris volgt de algemene vergaderingen van de cultuurraad als waarnemer, zonder stemrecht. De bibliothecaris kan deelnemen aan het debat.
Artikel 9
De cultuurraad bestaat uit een algemene vergadering, een bestuur en de themagroepen (infrastructuur, beeldende kunsten en eventuele toekomstige werkgroepen).
ALGEMENE VERGADERING
Artikel 10
De algemene vergadering bestaat uit alle geïnteresseerden, experts en vertegenwoordigers uit het socio-culturele verenigingsleven. Via de algemene vergadering worden zij betrokken bij het gemeentelijke cultuurbeleid.
Artikel 11
De vertegenwoordigers en plaatsvervangers uit de verenigingen dienen lid te zijn van de vereniging die zij vertegenwoordigen. Elk lid kan slechts één vereniging vertegenwoordigen. Indien een vertegenwoordiger verhinderd is, kan een plaatsvervanger aangeduid worden.
Artikel 12
Gemeenteraadsleden kunnen als niet-stemgerechtigd lid de algemene vergadering bijwonen met deelname aan het debat.
Artikel 13
De bevoegdheden en taken van de algemene vergadering:
● Wijzigen van de statuten van de cultuurraad.
● Aanstellen van de leden van het bestuur.
● Goedkeuren en wijzigen van het huishoudelijk reglement.
● Vaststellen van noden in het socio-culturele veld.
● Advies formuleren aan het gemeentebestuur inzake socio-culturele aangelegenheden.
● Aanvaarden en uitsluiten van potentiële leden van de algemene vergadering van de cultuurraad.
BESTUUR
Artikel 14
De leden van de algemene vergadering kunnen kandidaten voordragen. De algemene vergadering aanvaardt hun engagement. Daartoe worden de nodige bepalingen opgenomen in het huishoudelijk reglement. Er is pas sprake van een bestuur van de cultuurraad als er minimum 3 bestuursleden zijn, exclusief de schepen van cultuur en de deskundige cultuur en erfgoed.
Artikel 15
Onder de leden van het bestuur wordt een voorzitter en een plaatsvervanger gekozen. De schepen van cultuur en de deskundige cultuur en erfgoed zijn waarnemend lid zonder stemrecht.
Artikel 16
De bevoegdheden en taken van het bestuur:
● Afbakenen en scherpstellen van adviesvragen (zowel op eigen initiatief als op vraag van het gemeentebestuur).
● Oprichten en samenstellen van themagroepen.
● Formuleren en formaliseren van adviezen op basis van inhoudelijke insteek uit de themagroepen en uit de algemene vergadering.
● Opvolgen van adviezen en toegewezen adviesvragen.
● Uitvoeren van de taken die voortvloeien uit de beslissingen van het bestuur of de algemene vergadering.
● Voorbereiden van de samenkomsten van het bestuur en de algemene vergadering.
Artikel 17
Bij afwezigheid van een bestuur en/of voorzitter, neemt de deskundige cultuur en erfgoed de leiding bij de algemene vergaderingen van de cultuurraad.
THEMAGROEPEN
Artikel 18
De themagroepen kunnen een tijdelijk of permanent karakter hebben. Ze bestaan uit geïnteresseerden of personen met expertise in een specifieke culturele aangelegenheid, door ervaring of achtergrond. Leden van een themagroep moeten niet noodzakelijk lid zijn van de algemene vergadering of het bestuur.
Artikel 19
De oprichting en omschrijving van een themagroep gebeurt door het bestuur. Bij een eerste overleg van een themagroep is ook telkens een bestuurslid aanwezig, met het oog op opvolging en efficiëntie van de werkzaamheden. Dit bestuurslid zorgt voor de opvolging van de activiteiten van de themagroep en communiceert hierover naar het bestuur.
Artikel 20
De taak van een themagroep bestaat uit het geven van een inhoudelijke insteek in adviezen inzake cultuurbeleid en subthema’s.
Artikel 21
De oprichting van een themagroep wordt ter kennis gebracht aan het college van burgemeester en schepenen. Dit omvat een beschrijving van de doelstelling en de opdracht van de themagroep en indien toepasselijk de periode waarin de themagroep actief zal zijn.
HOOFDSTUK 3: Erkenning door de gemeente
Artikel 22
De cultuurraad vraagt bij het begin van de legislatuur haar erkenning aan het gemeentebestuur en legt daartoe haar statuten en de latere wijzigingen ervan ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad.
Artikel 23
De gemeenteraad bepaalt, na advies van de cultuurraad, de voorwaarden en modaliteiten van de oprichting en erkenning van de cultuurraad en de werking ervan. De gemeenteraad stelt volgende zaken vast:
● De maatregelen waarmee het recht op informatie van de cultuurraad ten aanzien van het gemeentebestuur wordt gewaarborgd.
● De wijze van aanvragen en uitbrengen van de adviezen met inbegrip van de termijn binnen dewelke advies dient te worden uitgebracht.
● De termijn binnen dewelke de gemeenteraad een gemotiveerd standpunt nopens de uitgebracht adviezen inneemt.
● De maatregelen met betrekking tot de openbaarheid van de werkzaamheden van de cultuurraad.
● De wijze van betrokkenheid van de cultuurraad bij de opmaak, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk meerjarenplan.
● Een werkingsbudget voor de gemeentelijke cultuurraad en de modaliteiten die hieraan worden gekoppeld.
Deze maatregelen kunnen worden vastgelegd in een afsprakennota tussen de cultuurraad en het gemeentebestuur.
HOOFDSTUK 4: Wijziging van de statuten
Artikel 24
Voor de wijziging van de statuten en het huishoudelijk reglement moeten 2/3 van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Indien bij een tweede bijeenroeping niet aan deze voorwaarde is voldaan, beslist de algemene vergadering, ongeacht het aantal aanwezigen.
Artikel 25
De gemeenteraad kan te allen tijde de statuten van de cultuurraad wijzigen na advies vanuit de algemene vergadering van de cultuurraad
HUISHOUDELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE CULTUURRAAD
HOOFDSTUK 1: Procedure om de raad samen te roepen
Artikel 1
De raad wordt tijdig samengeroepen door de voorzitter van het bestuur van de cultuurraad. De uitnodiging wordt ten minste acht dagen voor de bijeenkomst verstuurd en bevat de dagorde voor de vergadering. Elk lid en elke vereniging heeft nog tot drie dagen voor de bijeenkomst de mogelijkheid om agendapunten toe te voegen door deze te bezorgen aan het bestuur of aan de vrijetijdsdienst. Het verslag van de vorige bijeenkomst wordt telkens voor de volgende vergadering aan de leden bezorgd.
Bij afwezigheid van een bestuur en/of voorzitter, wordt de cultuurraad samengeroepen door de deskundige cultuur en erfgoed.
Artikel 2
De uitnodigingen en verslagen worden via e-mail verstuurd naar de leden. Er kan telkens een uitnodiging en een verslag opgevraagd worden in het secretariaat van de vrijetijdsdienst.
HOOFDSTUK 2: Vormvereisten voor de vergaderingen
Artikel 3
De algemene vergadering komt minstens één keer per jaar samen. De agenda wordt per e-mail verstuurd naar alle leden van de algemene vergadering en kan opgevraagd worden in het secretariaat van de vrijetijdsdienst.
Artikel 4
De vergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter van de cultuurraad. Bij diens afwezigheid wordt de vergadering voorgezeten door de deskundige cultuur en erfgoed.
HOOFDSTUK 3: Procedure voor ontslag en opname van leden
Artikel 5
Iedereen die lid wil worden van de cultuurraad kan dit doen door zich kandidaat te stellen bij het bestuur van de cultuurraad of bij de vrijetijdsdienst. Jaarlijks wordt een update gevraagd van de contactgegevens van de leden om de databank actueel te houden.
Artikel 6
Er komt een einde aan het mandaat van een stemgerechtigd lid wanneer:
● Een lid op eigen initiatief ontslag neemt. Dit gebeurt schriftelijk of per e-mail.
● Een lid niet langer de vereniging vertegenwoordigt door stopzetting van het lidmaatschap van die vereniging. Dit lid kan dan op zijn/haar vraag zetelen als geïnteresseerde burger met stemrecht.
HOOFDSTUK 4: Procedure voor de aanstelling van de leden van het bestuur
Artikel 7
Elk lid van de algemene vergadering kan zich ten allen tijde kandidaat stellen om lid te worden van het bestuur, na voordracht aan de algemene vergadering.
Artikel 8
Er komt een einde aan het mandaat van een bestuurslid wanneer:
● Een lid op eigen initiatief, schriftelijk of per e-mail, ontslag neemt.
● Een lid niet meer voldoet aan de in artikel 9 gestelde criteria.
● Een lid niet langer de vereniging vertegenwoordigt door stopzetting van het lidmaatschap van die vereniging. Dit lid kan dan op zijn/haar vraag zetelen als geïnteresseerde burger met stemrecht.
Artikel 9
De taken van een bestuurslid:
● Hij/zij vertegenwoordigt een vereniging met culturele affiniteit of heeft expertise op cultureel vlak door ervaring, achtergrond of interesse.
● Hij/zij denkt op een constructieve, opbouwende en positieve manier mee over het gemeentelijke cultuurbeleid in al zijn facetten.
● Hij/zij is bereid om op regelmatige basis bijeenkomsten bij te wonen, frequenter dan de algemene vergadering.
● Hij/zij is bereid om indien de situatie zich voordoet, een tijdelijke themagroep op te starten en hen te begeleiden in het traject naar adviesverlening.
● Hij/zij houdt de vinger aan de pols en detecteert de noden en behoeften die spelen in het culturele veld.
● Hij/zij schrijft mee aan adviezen die worden uitgebracht bij het college van burgemeester en schepenen.
● Hij/zij detecteert en signaleert mogelijke thema’s waarrond adviezen nuttig en wenselijk zijn.
● Hij/zij geeft nooit individueel advies, enkel bij monde van het volledige bestuur.
● Hij/zij toont respect voor de diverse politieke, ideologische, religieuze of filosofische strekkingen.
Deze lijst is niet limitatief.
Artikel 10
De taken van de voorzitter :
● Hij/zij zit de algemene vergaderingen en de bestuursvergaderingen voor.
● Hij/zij bereidt de vergaderingen voor, samen met het bestuur.
● Hij/zij zorgt er voor dat de groep gemotiveerd is en blijft.
● Hij/zij zorgt er voor dat de cultuurraad efficiënt en doelgericht werkt.
● Hij/zij waakt over processen en timing met betrekking tot adviesverlening.
● Hij/zij vertegenwoordigt de cultuurraad.
● Hij/zij waakt over de uitvoering van de taken van de cultuurraad.
● Hij/zij waakt over de efficiëntie van de vergaderingen.
● Hij/zij detecteert en signaleert noden op cultureel vlak.
● Hij/zij neemt de taken van een bestuurslid waar (art. 9).
Deze lijst is niet limitatief.
Artikel 11
De taken van de deskundige cultuur en erfgoed:
● Hij/zij waakt over en organiseert de interne communicatie.
● Hij/zij waakt over en organiseert de externe communicatie:
○ Infomagazine Team8540
○ College van burgemeester en schepenen
○ Cultuurdienst
○ Andere gemeentelijke diensten (indien van toepassing)
○ Andere kanalen
● Hij/zij neemt de taken van een bestuurslid waar.
● De agenda van de vergaderingen wordt opgemaakt door het bestuur van de cultuurraad in samenwerking met de deskundige cultuur en erfgoed.
Deze lijst is niet limitatief.
HOOFDSTUK 5: Procedure voor stemmingen
Artikel 12
De raad besluit of adviseert bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen wordt extra informatie verzameld en besproken. Daarna wordt er opnieuw gestemd. De besluiten en gemotiveerde adviezen van het bestuur en van de algemene vergadering worden door het bestuur van de cultuurraad schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen meegedeeld. Enkel aangesloten leden hebben stemrecht.
Artikel 13
De raad kan geldige besluiten treffen of gemotiveerde adviezen geven als meer dan de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Voor de wijziging van de statuten moet 2/3 van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Bij een gelijke stemming is de stem van de voorzitter beslissend.
Artikel 14
Indien de situatie dit vereist, kan de stemming online plaatsvinden. Het bestuur beslist hierover en ziet erop toe dat de online stemming op een veilige en vertrouwelijke wijze verloopt.
HOOFDSTUK 6: Procedure voor adviezen
Artikel 15
Het bestuur van de cultuurraad schrijft een leidraad uit om tot een gemotiveerd advies te komen.
Bij afwezigheid van een bestuur en/of voorzitter, wordt de leidraad tot een gemotiveerd advies uitgeschreven door de deskundige cultuur en erfgoed.
Artikel 16
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026 en loopt af op 31 december 2031.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.25. Vrije Tijd - aanvraag ticketverkoop voor derden - Neos en Vief - 20 april 2026 - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de aanvraag tot ticketverkoop voor derden via het vrijetijdspunt, voor de voorstelling Moshin Abbas en vrienden, georganiseerd door Neos en Vief.
Motivering
Artikel 4 van het retributiereglement Vrijetijdsaanbod, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 25 mei 2023, laat toe dat Deerlijkse verenigingen de ticketverkoop voor hun activiteiten en evenementen laten verlopen via het vrijetijdspunt.
De ticketprijs wordt door de vereniging zelf bepaald. Het lokaal bestuur ontvangt voor haar administratieve opvolging en voor de dekking van de softwarekosten een bedrag van 0,43 euro per verkocht ticket.
Op 14 juli 2025 diende Neos en Vief als volgt een aanvraag in voor de ticketverkoop van volgende voorstellingen via het vrijetijdspunt:
● Voorstelling Moshin Abbas en vrienden
● Comedy
● 20 april 2026
● OC d'Iefte
● ticketprijs: 25 euro
● contactpersoon: Berton René
● rekeningnummer: BE64 4635 1370 0152
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Retributiereglement vrijetijdsaanbod, goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 mei 2023
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aanvraag tot ticketverkoop voor derden via het vrijetijdspunt, voor de voorstelling Moshin Abbas en vrienden, georganiseerd door Neos en Vief.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.26. Feestelijkheden - retributiereglement uitleendienst - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het retributiereglement "uitleendienst" ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Motivering
Voorliggend reglement betreft de verlenging en aanpassing van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 6 juli 2023.
De reden voor agendering wordt als volgt toegelicht:
● Aanpassing van de prijzen binnen volgende categorieën:
○ de tarieven van categorie C worden overal met 15 % verhoogd en afgerond naar de hogere halve euro;
○ de tarieven van categorie D worden overal met 15 % verhoogd en afgerond naar de hogere halve euro.
De verhoging van deze categorieën blijft beperkt en evenredig met de stijgende kosten, zodat het gebruik van de uitleendienst betaalbaar en toegankelijk blijft voor alle doelgroepen.
● Aanpassing van de benaming van bepaalde artikelen binnen de categorie Audiovisueel materiaal, met name:
○ Projectiescherm klein: aangezien er twee projectieschermen zijn met verschillende afmetingen, wordt voortaan een onderscheid gemaakt op het aanvraagformulier om verwarring te vermijden.
● Toevoeging van artikel 8 inzake indexering en prijsaanpassing:
een nieuw artikel wordt toegevoegd dat bepaalt dat de vermelde tarieven en vergoedingen jaarlijks kunnen worden geïndexeerd, overeenkomstig de bepalingen die ook van toepassing zijn in andere gemeentelijke reglementen.
● Aanpassing van artikel 12: de betaling dient pas te gebeuren na de ontlening en na controle van het materiaal.
● Aanpassing van artikel 14: zodat het duidelijk is dat hier maar 1x per jaar gratis gebruikt kan van gemaakt worden.
● Toevoeging van artikel 22: dit artikel bepaalt dat na ontlening een tevredenheidsenquête kan worden verstuurd aan de gebruikers. Deze enquête heeft tot doel om de werking van de uitleendienst intern te evalueren en verder te optimaliseren op basis van de feedback van de ontleners.
● Volgende artikelen worden uit de materialenlijst van de uitleendienst gehaald, aangezien deze niet langer beschikbaar zijn (defect of buiten gebruik) of nauwelijks nog ontleend worden door gebruikers:
○ Loopski’s
○ Opklapbaar minidoel
○ Spin ladder
○ Reuze frisbee
○ Reuze doel frisbee
○ Kompas
○ Double derby
○ Nooduitgangsignalisatie 60x60
Deze aanpassing draagt bij tot een duidelijker en actueler overzicht van het beschikbare materiaal, afgestemd op de reële vraag en het effectieve gebruik door verenigingen en inwoners.
● Aanpassing van het aanvraagformulier van de uitleendienst op volgende punten:
○ Informatie evenement:
■ “Datum evenement/activiteit” toegevoegd om duidelijk te weten wanneer het evenement plaatsvindt.
■ “Locatie en leveringsadres materiaal feestelijkheden” toegevoegd om een beter beeld te krijgen van de plaats van levering.
○ Categorie B: aangepast conform de verduidelijking vermeld bij artikel 5.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Retributiereglement uitleendiensten, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 6 juli 2023
○ Art. 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële impact.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om volgend reglement ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad:
RETRIBUTIEREGLEMENT UITLEENDIENST
Toepassingsgebied
Art. 1 – Er wordt een retributie gevestigd op de materialen van de uitleendienst. Deze omvat enerzijds de materialen die door de gemeentediensten ter plaatse worden geleverd en opgehaald (dienst feestelijkheden) en anderzijds de materialen die door de aanvrager zelf dienen opgehaald en teruggebracht te worden.
Art. 2 - Wijzigingen in de beschikbare materialen van de uitleendiensten worden ter kennis gegeven aan het college van burgemeester en schepenen.
Doelstelling
Art. 3 - De heffing van deze retributie heeft tot doel zowel (Deerlijkse) verenigingen als privépersonen die activiteiten wensen te organiseren op Deerlijks grondgebied, actief te ondersteunen door materialen uit de uitleendienst tegen een democratische prijs aan te bieden.
Heffingsplichtige
Art. 4 – De retributie wordt bepaald voor volgende categorieën:
Categorie A:
lokaal bestuur Deerlijk;
alle Deerlijkse gemeentelijke adviesraden, gemeentelijke commissies en hun werkgroepen, de beheersorganen en hun werkgroepen;
alle onderwijsinstellingen gelegen op het grondgebied Deerlijk en hun oudercomités;
Deerlijkse benefietorganisaties;
hulpverleningszone Fluvia, politiezone Gavers en hun vriendenkringen, voor gebruik op het grondgebied Deerlijk.
Categorie B:
● alle Deerlijkse verenigingen + straat – en buurtfeestcomités.
Categorie C:
● privépersonen wonende in Deerlijk.
Categorie D:
privépersonen, niet-Deerlijkse verenigingen en/of rechtspersonen met maatschappelijke zetel in Deerlijk, die een open publieksactiviteit organiseren die plaatsvindt op grondgebied Deerlijk en niet behoren tot categorie A, B of C.
een aanvraag kan maximaal 60 dagen voor het evenement ingediend worden en categorieën A, B en C hebben voorrang op de materialen, volgens beschikbaarheid.
Bedrag
Art. 5 - De retributie is vastgesteld op onderstaande materialen van de gemeentelijke uitleen- dienst, zolang de voorraad strekt en volgens beschikbaarheid, in een centraal beheersysteem.
De vermelde retributie voor onderstaande materialen is het tarief voor een ontleningsperiode van maximaal één week. De retributie is verschuldigd voor elke nieuwe begonnen ontleningsperiode van één week.
DIENST FEESTELIJKHEDEN: materialen ter plaatse geleverd en opgehaald door gemeente- diensten:
Nadar- en werfhekkens | Categorie A (€) | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |||||
nadarhekken 2,5m 100 stuks per kar | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 3,00 | |||||
toogplaat 2,5m + 2 nadars | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 9,00 min. 3 stuks | |||||
werfhekken + blokken | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 3,00 min. 5 stuks | |||||
klemmen voor werfhekkens | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 0,10 | |||||
werfhekkenwiel | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 0,20 | |||||
Podia en toebehoren | Categorie A (€) | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |||||
podiumelement 1 x 2m houten bovenkant | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 9,00 min. 4 stuks | |||||
podiumklemmen | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 0,10 | |||||
podiumtrap | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 5,00 | |||||
podiumrok 1 x 10m | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | 9,00 | |||||
podiumwagen | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
Signalisatiemateriaal | Categorie A (€) | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |||||
afbakeningspaal + ketting | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
parkeerverbodsborden* | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
rood / wit kegel | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
Tafels en stoelen | Categorie A (€) | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |||||
plooitafel 1,83m x 0,76m | 0,00 | 1,70 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
receptietafel | 0,00 | 3,50 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
stoel wit - gebruik binnen | 0,00 | 0,30 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
stoel antraciet - gebruik buiten
| 0,00 | 0,30 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
*De parkeersverbodsborden dienen enkel voor gebruik op niet-openbaar domein/weg. In alle andere gevallen moeten de borden aangevraagd worden via EagleBe: https://app.eaglebe.com/auth/start | |||||||||
Tenten en toebehoren | Categorie A | Categorie B | Categorie C | Categorie D | |||||
tent groen 3 x 3m | 0,00 | 11,00 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
tent groen 3 x 6m | 0,00 | 20,00 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
tentgewicht | 0,00 | 1,20 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
zijpaneel voor tent 3 x3m | 0,00 | 1,20 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
zijpaneel voor tent 3 x6m | 0,00 | 1,20 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
Vlaggen en toebehoren | Categorie A | Categorie B | Categorie C | Categorie D | |||||
vlag België | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
vlag Deerlijk | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
vlag Europa | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
vlag Provincie | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
vlag Vlaams | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
vlaggenmast - aluminium | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
Varia feestelijkheden | Categorie A | Categorie B | Categorie C | Categorie D | |||||
automatische handalcoholdispenser | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
standpijp (inclusief levering en plaatsen)* | 0,00 | 50,00* | n.v.t. | n.v.t. | |||||
strokengordijn | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
*Het verbruik wordt gemonitord, enkel waterverbruik op en voor het evenement is toegelaten. Indien er sprake is van een verbruik > 10m³, zal het verbruik verrekend worden aan de reële marktprijs.
| |||||||||
VRIJETIJDSPUNT: materialen af te halen en terug te brengen door aanvrager
Audiovisueel materiaal | Categorie A (€) | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
muziekinstallatie +2 actieve boxen op statief + mengpaneel | 0,00 | 28,90 | 47,00 | n.v.t. | |
microfoon met draad | 0,00 | 5,80 | 10,00 | n.v.t. | |
soundbox + 2 draadloze microfoons | 0,00 | 11,60 | 19,00 | n.v.t. | |
LCD-projector (beamer) | 0,00 | 14,40 | 24,00 | n.v.t. | |
projectiescherm klein | 0,00 | 11,60 | 19,00 | n.v.t. | |
projectiescherm groot | 0,00 | 14,00 | 21,00 | n.v.t. | |
Licht- en elektromateriaal | Categorie A (€) | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
black-light | 0,00 | 2,90 | 5,00 | n.v.t. | |
bubbelmachine | 0,00 | 8,10 | 13,00 | n.v.t. | |
klemspot | 0,00 | 0,90 | 1,00 | n.v.t. | |
LED-lichtinstallatie | 0,00 | 13,00 | 29,00 | n.v.t. | |
LED-rainbow | 0,00 | 2,90 | 5,00 | n.v.t. | |
LED lichteffect ‘Beam’ | 0,0 | 2,90 | 5,00 | n.v.t. | |
LED lichteffect ‘Flower’ | 0,0 | 2,90 | 5,00 | n.v.t. | |
lichtkrans 20m | 0,00 | 8,10 | 13,00 | n.v.t. | |
phare | 0,00 | 1,40 | 2,00 | n.v.t. | |
rookmachine | 0,00 | 8,10 | 13,00 | n.v.t. | |
stekkerdoos | 0,00 | 0,50 | 1,00 | n.v.t. | |
stroboscoop | 0,00 | 2,90 | 5,00 | n.v.t. | |
verlengdraad | 0,00 | 0,50 | 1,00 | n.v.t. | |
Fuifmateriaal | Categorie A (€) | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
fuifbord (banner) | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
banner drankkaarten | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
banner eetstand | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
banner fuifbandjes | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
banner binnen = binnen | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
banner geen alcohol -16j | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
fuifkoffer
| 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
Veiligheidsmateriaal | Categorie A (€) | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
CO2 – blusser | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
poederblusser | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
schuimblusser | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
fluohesjes volwassenen | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
fluohesjes kinderen | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
geluidsmeter | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
kabelgoot 900x600x58 mm | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
nooduitgang signalisatie lamp 345x110x65 mm
| 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
nooduitgang signalisatie 38x17 38cm x 17 cm - lamp | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
rookverbodsteken 230x330 mm | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
megafoon | 0,00 | 5,80 | n.v.t. | n.v.t. | |
walkie talkie (per paar) | 0,00 | 11,60 | n.v.t. | n.v.t. | |
oordopjes (doos)** | 0,00 | 43,00** | n.v.t. | n.v.t. | |
Speelmateriaal | Categorie A (€) | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
sport- en spelkoffer | 0,00 | 5,80 | 10,00 | n.v.t. | |
hoepel | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
jute zak | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
loopklossen (per paar) | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
stelten (per paar) | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
smash ball set | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
touwtrekken | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
kids dierenkubb 12 | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
viking kubb | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
voetbal | 0,00 | 0,60 | 1,00 | n.v.t. | |
(Reuze-) spelen | Categorie A (€) | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
balans krokodil 12 | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
blikgooien | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
box it | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
dartsbord + 2x3 pijltjes | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
de dief 12 | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
ganzenbord (speeltapijt) | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
kattenstaart gooien | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
kikker hop 12 | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
krabben vissen 12 | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
mens-erger-je-niet | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
mini bowling | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
pietjesbak | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
pittenzakwerpen | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
sjoelbak groot | 0,00 | 3,00 | 5,00 | n.v.t. | |
sjoelbak klein | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
toren van balans | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
reuzenspeelkaarten | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
reuzen-vier-op-één-rij | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
reuzenmikado | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
reuzen damspel | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
reuzendomino | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
reuzenjenga | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
reuzenmemory | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
ringbord | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
vuurtoren estafette | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
werpspel ringen | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
Verkleedkledij | Categorie A (€) | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
kerstmanpak | 0,00 | 6,90 | 20,00 | n.v.t. | |
pietpak | 0,00 | 4,60 | 20,00 | n.v.t. | |
sintpak | 0,00 | 9,20 | 20,00 | n.v.t. | |
schminkkoffer | 0,00 | 11,60 | 19,00 | n.v.t. | |
UiTPAS | Categorie A (€) | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
NFC-lezer | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
smartphone UiTPAS – met dataverbinding | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
beachflag UiTPAS | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | n.v.t. | |
Varia vrijetijdspunt | Categorie A (€) | Categorie B (€) | Categorie C (€) | Categorie D (€) | |
badgemachine | 0,00 | 0,00 | 0,00 | n.v.t. | |
badges | 0,00 | 0,50 | 0,50 | n.v.t. | |
vuurkorf | 0,00 | 2,30 | 4,00 | n.v.t. | |
buurtfeestpakket*** | 0,00 | 0,00 | n.v.t | n.v.t | |
**Via de uitleendienst kan er een doos oordopjes aangekocht worden voor evenementen. Eenmaal aangekocht, blijft de doos van de organisatie. De rest hoeft niet teruggebracht te worden. | |||||
*** Bij het organiseren van een buurt- of straatfeest kan de organisator 1x per jaar gratis een vast pakket tafels (4 stuks) en stoelen (30 stuks) ontlenen bij de uitleendienst, volgens beschikbaarheid. | |||||
Art. 6 – Er wordt een eenmalige leveringskost van 50,00 euro gerekend voor categorie D, onafhankelijk van de hoeveelheid en soort(en) van ontleende materialen, voor het leveren en ophalen van de ontlening op het grondgebied van de gemeente Deerlijk.
Art. 7 – Het uitgeleende materiaal wordt door de uitleendienst nagekeken. Eventuele herstellingskosten van beschadigd materiaal worden integraal aan de ontlener doorgerekend.
Bij onherstelbare beschadiging alsook bij diefstal en bij verlies van materiaal, wordt de kostprijs voor het aanschaffen van nieuw materiaal integraal aan de ontlener doorgerekend.
Bij de herstellingskost en/of de kostprijs voor aanschaffen van nieuw materiaal wordt een administratieve vergoeding aangerekend ten bedrage van 10 % van het verschuldigde bedrag met een maximum van 50,00 euro. Indien het uitgeleende materiaal in een bevuilde staat terugkeert naar de uitleendienst en deze gepoetst dient te worden door het personeel van de gemeente, indien bijkomend dient opgeruimd te worden, indien bij ophaling van uitgeleend materiaal deze niet gecentraliseerd staat of niet correct gestapeld staat op de karren of opgeborgen in de voorziene transportmiddelen zoals bij levering, wordt er een vergoeding aangerekend overeenkomstig de gepresteerde uren van het personeel aan 50,00 euro per begonnen uur/per persoon.
Bij vaststelling van niet correct behandelen van materiaal of het niet naleven van het retributiereglement wordt het college van burgemeester en schepenen hiervan in kennis gebracht en bij herhaling kan het college van burgemeester en schepenen beslissen tot uitsluiting van het reglement voor een bepaalde duur. De ontlener wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.
Art. 8 – Het college van burgemeester en schepenen houdt zich het recht voor om de in dit reglement vermelde retributiebedragen, behoudens indien expliciet andersluidend geformuleerd, jaarlijks te indexeren op 1 januari op basis van de gezondheidsindex volgens navolgende formule:
Basisbedrag retributie x index december voorafgaand aan de indexatie
index januari 2026
Indien het geïndexeerde retributiebedrag decimalen bevat, dan wordt het bedrag afgerond naar de bovenliggende euro.
Wijze van ontlening
Art. 9 – Aanvragen tot ontlening worden chronologisch behandeld volgens tijdstip van aanvraag. Aanvragen dienen minimaal 7 kalenderdagen en maximaal 1 kalenderjaar voor aanvang van de activiteit bezorgd te worden bij de uitleendienst.
Ter bevestiging van de reservatie ontvangt de aanvrager een ontleningsbon (e-mail) met vermelding van de gereserveerde goederen, de overeenkomstige huurprijs, de wijze van levering en/of de locatie voor afhaling van de materialen.
Art. 10 - Door het in ontvangst nemen van de materialen verbindt de ontlener er zich toe:
● op de hoogte te zijn van het correcte gebruik en behandelen van de materialen en ze te beheren als een goede huisvader en de opgegeven richtlijnen strikt na te leven;
● de materialen in dezelfde staat terug te brengen/te zetten als bij de afhaling/levering. De materialen bevinden zich in een degelijke staat, zoals een goede huisvader ze zou beheren. Indien de materialen zich niet in een degelijke en werkende staat bevinden, dient dit door de ontlener vóór de ingebruikname ervan gemeld te worden bij de uitleendienst. Wanneer er geen melding gebeurt vóór de ingebruikname, wordt verondersteld dat de materialen zich in degelijke staat bevonden vóór het uitlenen ervan;
● bij diefstal onmiddellijk aangifte te doen bij de politie en een kopie van het proces-verbaal te bezorgen aan de uitleendienst;
● de materialen in geen enkel geval noch uit te lenen, noch onder te verhuren;
● de uitleendienst onmiddellijk in kennis te stellen in geval van schade.
Art. 11 – Het uitleensysteem staat of valt met het correct ophalen en terugbrengen van het uitleenmateriaal. Indien de ontlener het uitleenmateriaal niet tijdig of niet volledig kan terugbrengen op de afgesproken datum zoals vermeld op de ontleningsbon, neemt de ontlener telefonisch of per mail contact op met de uitleendienst. Indien het materiaal dat de ontlener langer wenst te ontlenen niet gereserveerd is voor een andere ontlener in de gewenste verlengperiode, kan de reservatie worden aangepast. De verlenging van de ontleenperiode kan tot gevolg hebben dat de ontleenvergoeding verhoogt conform artikel 6, tweede lid van dit reglement.
Wijze van vestiging van de retributie
Art. 12 - De retributie dient betaald te worden na ontlening en controle van het materiaal via overschrijving, na ontvangst van de onkostennota.
Vrijstelling van retributie
Art. 13 – Bij het organiseren van een speelstraat kan de organisator gratis reuzenspelen en speelmateriaal ontlenen bij de uitleendienst. Bij gelijktijdige aanvraag tot ontlening van deze spelen genieten de organisatoren van speelstraten prioriteit.
Art. 14 – Bij het organiseren van een buurt- of straatfeest kan de organisator 1x per jaar gratis een vast pakket tafels (4 stuks) en stoelen (30 stuks) ontlenen bij de uitleendienst, volgens beschikbaarheid.
Art. 15 - Verenigingen of privépersonen wonende in Deerlijk die geen erkende benefietorganisatie zijn en een benefiet wensen te organiseren op grondgebied Deerlijk, kunnen 1x per jaar gratis gebruik maken van de materialen uit de uitleendienst. De organisator dient, in functie van goedkeuring, een expliciete aanvraag in bij het college van burgemeester en schepenen en vermeldt aan welk goed doel een financiële gift zal worden gegeven en welk bedrag daarvoor geraamd wordt. De financiële gift dient minimaal 50 % van de financiële netto-opbrengst te bedragen. Na het benefiet dient de organisatie het bewijs van overschrijving van de financiële gift in bij de uitleendienst. Bij nalatigheid worden de ontleende materialen van de uitleendienst aangerekend conform het reglement.
Art. 16 - In het kader van intergemeentelijke samenwerking kunnen omliggende gemeente- en stadsbesturen van Deerlijk gratis beroep doen op de materialen van de dienst feestelijkheden volgens beschikbaarheid. De aanvrager dient zelf de materialen af te halen en terug te brengen in onderlinge overeenstemming met de betrokken diensten.
Art. 17 - Onderstaande materialen worden beheerd door het gemeenschapscentrum en staan in functie van gebruik buiten het gemeenschapscentrum, zolang de voorraad strekt en volgens beschikbaarheid, gratis ter beschikking van categorie A en feestcomités die behoren tot het centraal feestcomité. Aanvragen voor het gebruik van onderstaande materialen dienen afzonderlijk te gebeuren bij het gemeenschapscentrum, via het vrijetijdspunt.
Materialen eetfestijnen | dessertbord, dessertvork, plat bord, diep bord, soepkom, tafellepel, tafelmes, tafelvork, fluteglas, fruitsapglas, wijnglas rood, wijnglas wit, glazen schenkkan, dienblad, koffiekan, koffiekop en schotel, koffielepel, koffiezetmachine bravilor, melkkan, schragentafels, stoelen, … |
Audiovisueel materiaal | DVD-speler, film- of diascherm, flapover, LCD projector, mobiele lichtinstallatie, rack geluidsinstallatie, soundbox, statief met spots, statieven voor spots, verlengkabels, … |
Tentoonstellingsmateriaal | sokkels, zwarte tentoonstellingspanelen, paneel op voet |
Andere | podiumelement (20st) |
Art. 18 – Bij gebruik van het gemeenschapscentrum overeenkomstig het betreffende retributiereglement wordt de infrastructuur ter beschikking gesteld inclusief de aanwezige en voorziene materialen van het gemeenschapscentrum. Eventuele materialen van de uitleendienst dienen apart en overeenkomstig onderhavig retributiereglement aangevraagd te worden. Uitzondering hierop voor categorie A en B, vormen tafels en stoelen gekoppeld aan het gebruik van het gemeenschapscentrum (bijvoorbeeld ook buiten op parking/terras) en aanvullend op de in het gemeenschapscentrum beschikbare tafels en stoelen. Ontleningen kunnen enkel volgens beschikbaarheid binnen de uitleendienst. Bij gelijktijdige aanvraag tot ontlening genieten de organisatoren van activiteiten die niet gekoppeld zijn aan het gebruik van het gemeenschapscentrum, prioriteit.
Overige
Art. 19 - Door het ontlenen van het materiaal verklaart de ontlener zich akkoord met de bepalingen van dit reglement en waarborgt de stipte naleving ervan.
Art. 20 - Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen en/of andere schadelijke gevolgen die zouden voortvloeien uit het gebruik van het ontleende materiaal.
Art. 21 - Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 22 – Gebruikers van de uitleendienst kunnen na afloop van hun ontlening een tevredenheidsenquête ontvangen. Deze enquête heeft tot doel de werking en dienstverlening van de uitleendienst te evalueren en te verbeteren.
Het invullen van de enquête is niet verplicht en heeft geen invloed op de toepassing van de retributie of de mogelijkheid tot toekomstige ontleningen. De verzamelde gegevens worden uitsluitend gebruikt voor interne evaluatie en beleidsdoeleinden, met inachtneming van de geldende regelgeving inzake gegevensbescherming.
Inwerkingtreding
Art. 23 - Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.
Art. 24 - Het gemeenteraadsbesluit van 6 juli 2023 houdende de vaststelling van het retributiereglement op uitleendiensten wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.27. Feestelijkheden - Sellewie Wintert - kerstmarkt en lichtjesstoet - 13 december 2025 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van Sellewie Wintert (kerstmarkt en lichtjesstoet), die plaatsvindt op zaterdag 13 december 2025, goed te keuren.
Motivering
Op zaterdag 13 december vindt de kerstmarkt en lichtjesstoet van organisator Sellewie Wintert plaats in Deerlijk.
Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht.
In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.
PZ Gavers maakte op 21 oktober 2025 een tijdelijk politiereglement op het verkeer op.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
● Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)
● wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen
● koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen
● ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit op zaterdag 13 december 2025 van 15.00 uur tot en met 24.00 uur het verkeer in beide richtingen voor iedere bestuurder te verbieden in volgende straten en straatgedeelten:
● de Pladijsstraat (tussen de Camiel Vereeckelaan en de Kerkstraat);
● de Ommegangstraat (ter hoogte van de kerk).
Op het parcours van de stoet wordt verkeer enkel in de rijrichting van de stoet toegelaten van 18.30 uur tot en met 21.30 uur in volgende straten en straatgedeelten: Pladijsstraat (tussen Kerkstraat en Oliebergstraat), Oliebergstraat (tussen Pladijsstraat en Vredelaan), Vredeplein (tussen Vredelaan en Oudstrijderslaan), Oudstrijderslaan, Camiel Vereeckelaan (tussen Oudstrijderslaan en Oliebergstraat), Oliebergstraat (tussen Camiel Vereeckelaan en Kapelstraat), Kapelstraat (tussen Oliebergstraat en Otegemse steenweg), Otegemse steenweg (tussen Kapelstraat en Heestertstraat), Heestertstraat (tussen Otegemse steenweg en Kapelstraat) en Kerkstraat (tussen Heestertstraat en Pladijsstraat).
Uitgezonderd voor deelnemers aan de stoet en standhouders van de kerstmarkt.
Artikel 2
Het stilstaan en parkeren wordt op zaterdag 13 december tussen 15.00 uur en 24.00 uur verboden op volgende parkings: de parking van het buurthuis (Pladijsstraat 278), de Ommegangstraat ter hoogte van de kerk en op de parking ter hoogte van de kerk en de Spar (Kapelstraat).
Het stilstaan en parkeren wordt op zaterdag 13 december tussen 18.00 uur en 22.00 uur verboden op volgende straten of straatgedeelten, telkens rechts in de rijrichting:
● Pladijsstraat (tussen Kerkstraat en Camiel Vereeckelaan);
● Oliebergstraat (tussen de Pladijsstraat en Vredelaan);
● Vredelaan (tussen Oliebergstraat en Vredeplein);
● Vredeplein (tussen Vredelaan en Oudstrijderslaan);
● Oudstrijderslaan;
● Camiel Vereeckelaan (tussen Oudstrijderslaan en Oliebergstraat);
● Oliebergstraat (tussen Camiel Vereeckelaan en Kapelstraat);
● Kapelstraat (tussen Oliebergstraat en Otegemse steenweg).
Artikel 3
Op zaterdag 13 december 2025 wordt tussen 18:30 uur en 21:30 uur (gedurende de duur van de stoet) het eenrichtingsverkeer in de Verrieststraat opgeheven en wordt er tijdelijk tweerichtingsverkeer ingesteld. Hierbij geldt ook parkeerverbod in de volledige straat (beide kanten van de rijbaan).
Artikel 4
Het verkeer wordt omgelegd via de Camiel Vereeckelaan, Oliebergstraat, Kerkstraat en Olekenbosstraat richting de N36.
Artikel 5
De nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.
Artikel 6
De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.
Artikel 7
Overtredingen op onderhavig besluit worden gestraft met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.
Artikel 8
Afschrift van dit besluit wordt aan de bevoegde overheden overgemaakt.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.28. Feestelijkheden - Sellewie Wintert - kerstmarkt en lichtjesstoet - 13 december 2025 - goedkeuring
Aanleiding en context
Op 25 juni 2025 werd een aanvraag ingediend door Sellewie Wintert voor volgend evenement:
Naam evenement | Kerstmarkt en lichtjesstoet |
Organisator | Sellewie Wintert |
Datum | zaterdag 13 december 2025 |
Plaats | Pladijsstraat (tussen de Camiel Vereeckelaan en de Kerkstraat) |
Motivering
1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:
● aanvraag machtiging voor het verstrekken van sterke drank
Het is verboden sterke dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse in occasionele drankgelegenheden waar openbare manifestaties plaatsvinden, tenzij het college van burgemeester en schepenen hiervoor een speciale machtiging verleent.
● aanvraag geluidsactiviteit als volgt:
Contactpersoon | Naam | Sabrina Vanhoutte |
| Adres | Driesveldstraat 6 |
| Postcode en gemeente | 8540 Deerlijk |
Activiteit | Benaming activiteit | Sellewie Wintert (Kerstmarkt en lichtjesstoet) |
Locatie | Gebouw | / |
| Tent | / |
| Open lucht | X |
Adres | Naam gebouw | / |
| Adres | Pladijsstraat (tussen de Camiel Vereeckelaan en de Kerkstraat) |
| Postcode en gemeente | 8540 Deerlijk |
95 – 100 dB
Maximaal geluidsniveau | >95 dB(A) LAeq,15min en ≤ 100 dB(A) LAeq,60min |
Duur |
|
Begin | zaterdag 13 december om 16.00 uur |
Einde | zaterdag 13 december tot 24.00 uur |
De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving. Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.
Indien een organisator voor diens evenement een einduur vooropstelt dat vroeger valt dan het maximale einduur én buiten het afbouwscenario valt, is het afbouwscenario niet van toepassing, met dien verstande dat op het door de organisator vooropgestelde einduur alle geluidsactiviteit wordt stopgezet: 24.00 uur (afbouwscenario vanaf 23.30 uur).
Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.
● aanvraag politionele medewerking
De organisator wijst hiervoor naar het tijdelijke politiereglement op het verkeer naar aanleiding van het evenement, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 03 december 2025, voor het instellen van de overeenkomstige verkeersmaatregelen.
PZ Gavers verleende op 21 oktober positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2757167.
● aanvraag tijdelijke inname openbaar domein
Sellewie Wintert wenst een kerstmarkt en lichtjesstoet te organiseren op zaterdag 13 december 2025 en vraag toelating voor de inname van:
○ de volledige route van de lichtjesstoet (cfr parcours in bijlage);
○ de Pladijsstraat (tussen de Camiel Vereeckelaan en de Kerkstraat);
○ de Ommegangstraat (ter hoogte van de kerk);
○ de parking van het buurthuis (Pladijsstraat 278);
○ de parking in de Ommegangstraat ter hoogte van de kerk;
○ de parking ter hoogte van de kerk en de Spar (Kapelstraat).
● aanvraag plaatsing sneeuwkanon
Sellewie Wintert wenst een sneeuwkanon te plaatsen op de openbare weg ter hoogte van de kerstmarkt voor hun evenement.
● aanvraag gemeentelijke medewerking
Sellewie Wintert vraagt het gemeentebestuur om gemeentelijke medewerking te verlenen voor:
○ het leveren van nadarhekkens op de evenementenzone;
○ het aansluiten van de foorkast ter hoogte van de kerk Sint-Lodewijk.
● aanvraag lichtjesstoet
De burgemeester wordt gevraagd goedkeuring te verlenen aan Sellewie Wintert voor het inrichten van een lichtjesstoet op 13 december 2025.
2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:
Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.
Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.
Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).
De route van de lichtjesstoet en bijhorende afspraken werd besproken tijdens een overleg met de organisator en PZ Gavers op 14 oktober 2025.
Alle adviezen die volgen uit dit overleg moeten opgevolgd worden door de organisator.
Het dossier werd daarnaast ook besproken tijdens de evenementencel van 29 oktober 2025, waarbij volgende adviezen werden geformuleerd:
● De organisator dient nog een inplantingsplan aan te leveren.
● De organisator dient de presentatie (brand)veiligheid aan te leveren aan elke standhouder.
● Gebruik van het sneeuwkanon kan mits de nodige maatregelen getroffen worden:
○ bij vriesweer: strooien;
○ correct gebruik van het toestel, alsook juiste product gebruiken (cfr ontvangen MSDS-fiche).
● Het gebruik van glas op het evenement wordt toegestaan in de perimeter (kerstmarktzone); na het evenement wordt dit geëvalueerd voor volgende edities.
Het inplantingsplan en alle andere documenten werden nogmaals voor advies voorgelegd aan hulpverleningszone Fluvia op 19 november 2025. De brandweer adviseerde op 24 november 2025 ongunstig omwille van volgende redenering: "Het is voor ons onvoldoende duidelijkheid of er een vrije doorgang van 4 m blijft bestaan voor hulpdiensten. De afstand tussen cateringkramen op gas/friteuses moet 4 m bedragen tov publiekstenten en gebouwen, ook dit is niet duidelijk. In de evenementenfiche wordt aangegeven dat er geen constructies staan? Blusmiddelen? Attesten en keuringen: gas, tijdelijke elektrische installatie? Zullen er vuurkorven of terrasverwarmers aanwezig zijn?"
De organisator werd op 24 november verzocht door de noodplanningscoördinator om het inplantingsplan te voorzien van de vereiste afmetingen en daarbij rekening te houden met de voorschriften zoals vermeld op de website van Fluvia (zie bovenstaande verwijzing). De aanvullende informatie werd eveneens bezorgd aan de brandweer ter herziening van het dossier.
Alle aanbevelingen die voortvloeien uit dit definitieve advies dienen door de organisator strikt te worden opgevolgd.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Machtiging voor het verstrekken van sterke drank
■ Art. 9, Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank
○ Toelating geluidsactiviteit
■ Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
■ Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, verder aangeduid als Vlarem II, waaronder, en zonder zich hiertoe te willen beperken, art. 6.7.3.
■ De algemene gemeentelijke politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, meer specifiek en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 37, 38 en 47.
■ Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 maart 2024
○ Plaatsing verkeerssignalisatie
■ Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.
De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen verleent een speciale machtiging voor de verkoop van sterke drank tijdens dit evenement.
Artikel 3
De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:
Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.
Maximaal geluidsniveau: > 95 dB(A) LAeq,15min en ≤ 100 dB(A) LAeq,60min |
● Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,60min 100 dB(A) niet overschrijden. Als het maximaal geluidsniveau, gemeten als LAeq,15min 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. Bij het meten van het geluidsniveau worden zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht. ● Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats. ● Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,60min continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten en kan LAeq,15min gemeten worden. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon. ● De geregistreerde gegevens worden ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid gedurende een periode van ten minste een maand. ● De verplichting tot het meten en registreren van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten. ● De exploitant/organisator neemt de volgende maatregelen om de bezoekers te beschermen tegen gehoorschade: het kosteloos ter beschikking stellen aan alle bezoekers van gehoorbescherming voor eenmalig gebruik. |
Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:
Duur |
|
Begin | zaterdag 13 december van 16.00 uur |
Einde | zaterdag 13 december tot 24.00 uur |
Voorwaarden met betrekking tot de buurt:
● Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.
● De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.
● De inrichters houden zich aan het vooropgestelde einduur waarop alle geluidsactiviteit wordt stopgezet: 24.00 uur met afbouwscenario vanaf 23.30 uur.
● De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.
Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op zaterdag 13 december 2025 van 15.00 uur tot en met 24.00 uur:
● de Pladijsstraat (tussen de Camiel Vereeckelaan en de Kerkstraat);
● de Ommegangstraat (ter hoogte van de kerk);
● parking van het buurthuis (Pladijsstraat 278), in de Ommegangstraat ter hoogte van de kerk en de parking ter hoogte van de kerk en de Spar (Kapelstraat).
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op zaterdag 13 december 2025 van 18.30 uur tot 21.30 uur:
● de volledige route van de lichtjesstoet.
Artikel 5
Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.
De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.
De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.
Artikel 6
Het college van burgemeester en schepenen besluit goedkeuring te verlenen voor het plaatsen van een sneeuwkanon op de evenementenzone met volgende voorwaarden:
● bij vriesweer de nodige maatregelen nemen (strooizout);
● correct gebruik van het toestel (met de juiste producten cfr MSDS-fiche).
Artikel 7
Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde gemeentelijke medewerking te verlenen.
Artikel 8
Inrichten lichtjesstoet: zie burgemeesterbesluit (goedkeuring dd. 03 december 2025).
Artikel 9
Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.29. Lijst ten lasteneming UNISONO voor feest- en gemeentelijke activiteiten - december 2025 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lijst van feest- en gemeentelijke activiteiten waarvoor de gemeente de UNISONO-vergoeding op zich neemt, goed te keuren.
Motivering
Aangiftes van manifestaties, voorstellingen en/of evenementen met muziekgebruik en/of toneeluitvoeringen en evenementen dienen te gebeuren via de online applicatie van UNISONO.
De gemeentediensten voorzien in deze aangiftes van alle betreffende gemeentelijke activiteiten. Jaarlijks engageert de gemeente zich om naast de eigen activiteiten ook de aangifte van een aantal andere activiteiten met een zekere uitstraling voor de gemeente, op zich te nemen.
Volgende feest- en gemeentelijke activiteiten zullen voor december 2025 via de respectievelijke online applicatie doorgegeven worden:
● Andere activiteiten
○ Kerstcorrida sportmanifestatie en randanimatie, 20 en 21 december 2025
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming | 763 euro |
Actie | Auteursrechten, vergoedingen voor optredens, enz ... voor overige evenementen |
Jaarbudgetrekening | GBB-CBS/0719-00/61320000 |
Visum | neen |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de lijst van feest- en gemeentelijke activiteiten waarvoor de gemeente de UNISONO-vergoeding op zich neemt, goed te keuren.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.30. Vrije Tijd - aanvraag ticketverkoop voor derden - vzw Deureduwers - 20 februari 2026 - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de aanvraag tot ticketverkoop voor derden via het vrijetijdspunt, voor de voorstelling 'benefietconcert Bart Herman & Band - van reizen, roezen en rozen', georganiseerd door vzw Deureduwers.
Motivering
Artikel 4 van het retributiereglement Vrijetijdsaanbod, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 25 mei 2023, laat toe dat Deerlijkse verenigingen de ticketverkoop voor hun activiteiten en evenementen laten verlopen via het vrijetijdspunt.
De ticketprijs wordt door de vereniging zelf bepaald. Het lokaal bestuur ontvangt voor haar administratieve opvolging en voor de dekking van de softwarekosten een bedrag van 0,43 euro per verkocht ticket.
Op 27 november 2025 diende vzw Deureduwers als volgt een aanvraag in voor de ticketverkoop van volgende voorstellingen via het vrijetijdspunt:
● Benefietconcert Bart Herman & Band - van reizen, roezen en rozen
● Muziek
● 20 februari 2026
● OC d'Iefte
● ticketprijs: 30 euro voorverkoop, 35 euro aan de deur
● contactpersoon: Dirk Demeurie
● rekeningnummer: BE78 9735 2332 0286
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Retributiereglement vrijetijdsaanbod, goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 mei 2023
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aanvraag tot ticketverkoop voor derden via het vrijetijdspunt, voor de voorstelling benefietconcert Bart Herman & Band - van reizen, roezen en rozen; georganiseerd door vzw Deureduwers.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.31. Retributies voor vrijetijdsaanbod - voorjaar 2026 - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de retributies voor het vrijetijdsaanbod voorjaar 2026 goed te keuren.
Motivering
In de gemeenteraad van 13 oktober 2022 werd het retributiereglement voor het vrijetijdsaanbod goedgekeurd. Dit reglement trad in werking op 1 november 2022 en loopt af op 31 december 2025.
In de gemeenteraad van 27 november 2025 werd een nieuw retributiereglement voor het vrijetijdsaanbod goedgekeurd. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026 en blijft gelden tot en met 31 december 2031. Met de inwerkingtreding van dit nieuwe reglement wordt het vorige reglement expliciet opgeheven.
Het reglement bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen gemachtigd is om jaarlijks de prijzen vast te stellen en te wijzigen.
Ondertussen werd de nieuwe planning voor het vrijetijdsaanbod van 2026 opgemaakt en werden de prijzen in overleg bepaald. Het college van burgemeester en schepenen zal alle prijzen overlopen.
Op de prijzen wordt overeenkomstig met het reglement, vrijstelling van retributie voorzien, zoals UiTPAS met verminderd tarief.
Het college van burgemeester en schepenen overloopt alle prijzen als volgt:
Activiteiten speelpleinwerking KEREKEWERE! | ||||
Krokusvakantie: maandag 16 februari tot en met vrijdag 20 februari | ||||
Activiteit | Datum | Leeftijd | Prijs | |
Kinderboerderij Bokkeslot | 19/02/2026 | Kinderen van het 3de kleuter + lager | 2,90 euro | |
Zwemmen | 20/02/2026 | Kinderen van het 3de kleuter + lager | 4,30 euro | |
Paasvakantie: Dinsdag 07 april tot en met vrijdag 17 april | ||||
Activiteit | Datum | Leeftijd | Prijs | |
Brielmeersen | 09/04/2026 | Kinderen van het 3de kleuter + lager | 10,00 euro | |
Zwemmen | 10/04/2026 | Kinderen van het 3de kleuter + lager | 4,30 euro | |
Kinderboerderij | 16/04/2026 | Kinderen van het 3de kleuter + lager | 2,90 euro | |
Zomervakantie periode juli: woensdag 01 juli tot en met vrijdag 17 juli | ||||
Activiteit | Datum | Leeftijd | Prijs | |
Zwemmen | 03/07/2025 | Kinderen van het 3de kleuter + lager | 4,30 euro | |
Bellewaerde | 08/07/2026 | Kinderen van het lager | 32,80 euro | |
Harry Malter | 09/07/2026 | Kinderen van het kleuter | 25 euro | |
Zomervakantie periode augustus: 17 augustus tot en met donderdag 27 augustus | ||||
Activiteit | Datum | Leeftijd | Prijs | |
Puyenbroek | 18/08/2026 | Kinderen van het 3de kleuter + lager | 13,40 euro | |
Zwemmen | 21/08/2026 | Kinderen van het 3de kleuter + lager | 4,30 euro | |
Herfstvakantie: maandag 02 november tot en met vrijdag 06 november | ||||
Activiteit | Datum | Leeftijd | Prijs | |
Kinderboerderij | 04/11/2026 | Kinderen van het 3de kleuter + lager | 2,90 euro | |
Zwemmen | 06/11/2026 | Kinderen van het 3de kleuter + lager | 4,30 euro | |
● De kostprijzen worden naar boven, op 1 decimaal afgerond.
● Dagprijs voor een volledige dag speelpleinwerking bedraagt 8,00 euro.
● Prijs voor een halve dag speelpleinwerking (voormiddag of namiddag) bedraagt 4,00 euro.
● Kostprijzen van tickets kunnen steeds wijzigen aangezien uitgegaan wordt van de kostprijs van vorig jaar.
● Voor alle uitstappen moeten minstens 35 kinderen ingeschreven zijn anders wordt de uitstap geannuleerd aangezien de uitstap te verlieslatend zou zijn.
Berekening van prijzen:
● Voor daguitstappen waarvoor geen ticket moet aangekocht worden, wordt de kostprijs van het vervoer + de dagprijs aangerekend (Kinderboerderij, Brielmeersen).
● Zwemmen is een uitzondering. Dagprijs wordt aangerekend
Annulatievoorwaarden:
● Annuleren voor een dag speelpleinwerking kan tot de vrijdag voor de vakantie om 12.00 uur. Annuleer je later, dan worden alle gereserveerde dagen aangerekend aan het dubbele van de prijs.
● Annuleren van een daguitstap moet minstens de dag voordien gebeuren en dat ten laatste om 9.00 uur. Als er niet of te laat verwittigd wordt, worden de kosten voor de daguitstap aangerekend, tenzij er achteraf een doktersbriefje bezorgd wordt.
● Een warme maaltijd annuleren, kan tot 9.00 uur op de dag zelf.
Activiteiten jeugdaanbod | |||
Jeugdaanbod (BOA) – Vakantiekampen | |||
Activiteit | Datum | Locatie + Leeftijd | Prijs |
Peuterkampen | Van 01 tot 17 juli en van 17 tot 28 augustus | Juli: VBS Sint-Lodewijk 17 – 21 aug: De Beuk 24 – 28 aug: DE KIM | 90,00 euro |
Theaterkamp | 06 tot 10 juli | OC d’Iefte 2014 – 2016 | 130,00 euro |
Wijs Creatief kamp | 13 tot 17 juli | OC d’Iefte 2015-2018 | 130,00 euro |
Kastaarkampjes | 20 tot 31 juli | DE KIM | 100,00 euro |
LEGO – kamp | 17 – 21 augustus | OC d’Iefte 1ste tot 3de leerjaar | 130,00 euro |
Jeugdaanbod (BOA) – activiteiten op woensdagnamiddag | ||||
Activiteit | Datum | Locatie + Leeftijd | Prijs | |
Kinderfilmnamiddag: Liloh en Stitch | 07 januari | Theaterzaal OC d’Iefte 6 -12 jaar | 3,00 euro – 0,60 euro kansentarief Omruilvoordeel: 06 punten voor een gratis ticket | |
Sensorische namiddag met GAME OF TODDLERS | 14 januari | OC d’Iefte Kleuters van 3 – 6 jaar | 8,00 euro – 1.60 euro kansentarief Omruilvoordeel: 16 punten voor een gratis ticket | |
Patch it! Workshop | 04 februari | OC d’Iefte 3de en 4de leerjaar | 8,00 euro – 1.60 euro kansentarief Omruilvoordeel: 16 punten voor een gratis ticket | |
Kinderfilmnamiddag: Paddington in Peru | 25 februari | Theaterzaal OC d’Iefte 6 -12 jaar | 3,00 euro – 0,60 euro kansentarief Omruilvoordeel: 06 punten voor een gratis ticket | |
Maak je eigen fantastiefiguur in 3D - sKurken | 25 maart | OC d’Iefte 1ste tot 3de leerjaar | 8,00 euro – 1.60 euro kansentarief Omruilvoordeel: 16 punten voor een gratis ticket | |
Koken op vuur met BE WILD | 13 mei | Gaverdomein (vuurschaal aan Scouts) 4de tot 6de leerjaar | 8,00 euro – 1.60 euro kansentarief Omruilvoordeel: 16 punten voor een gratis ticket | |
Voorstellingen in het cultuurprogramma | ||||
Voorjaar | ||||
Voorstelling | Datum | Locatie | Prijzen (vroegboek – standaard -26 jaar) | |
Audrey – Not your Fair Lady | 07/02/2026 | OC d’Iefte | 14,00 - 16,00 - 7,00 euro | |
Hans Cools – Zolang De Voorraad Strekt | 14/02/2026 | OC d’Iefte | / - 22,00 - 10,00 euro | |
Gabriel Rios – Playa Negra | 20/03/2026 | CC Het Spoor | / - 29,00 - 22,00 euro | |
Momoyo – home is just a state of mind | 18/04/2026 | UZIEN | / - 10,00 - 7,00 euro | |
Secret Showcase | Alle data online | East Garden Studio | / - 14,00 - / euro | |
Aanbod drank bij vrijetijdsactiviteiten | |||
Waarde jeton = 1 euro | |||
Drank | Aantal jetons | Waarde in euro | |
Kraanwater | Gratis | Gratis | |
Koffie / thee | 2 jetons | 2,00 euro | |
Plat water of spuitwater | 2 jetons | 2,00 euro | |
Cola of Cola zero | 2 jetons | 2,00 euro | |
Limonade | 2 jetons | 2,00 euro | |
Fruitsap | 2 jetons | 2,00 euro | |
Ice Tea | 2 jetons | 2,00 euro | |
Carlsberg 0,0 | 2 jetons | 2,00 euro | |
Pils | 2 jetons | 2,00 euro | |
Carlsberg | 3 jetons | 3,00 euro | |
Kriek St-Louis | 3 jetons | 3,00 euro | |
Rodenbach | 3 jetons | 3,00 euro | |
Petrus bruin of blond | 4 jetons | 4,00 euro | |
Kwaremont | 4 jetons | 4,00 euro | |
Duvel | 4 jetons | 4,00 euro | |
Omer | 4 jetons | 4,00 euro | |
Wijn wit of rood | 4 jetons | 4,00 euro | |
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om de prijs van de dranken aan te passen aan de prijsaanpassingen van de respectievelijke leverancier(s). In functie daarvan kan het college van burgemeester en schepenen de waarde van de jeton aanpassen.
Sportactiviteiten | ||
Sport – en zwemactiviteiten (dag of cyclus) | ||
Activiteit | Duur | Prijzen |
Seniorensport YOGA | Per 14 lessen | 50,00 euro |
Seniorensport omnisport | Per 14 lessen | 50,00 euro |
Seniorensport Petanque | Namiddag per week | Gratis |
Seniorensportdag | 1 namiddag | 18,00 euro |
After work sport jong volwassenen | Per 14 lessen | 50,00 euro |
Kijk! Ik fiets! Kleuters | Voor- en namiddag | 8,00 euro |
Schoolsportactiviteiten | Op woensdagnamiddag | Gratis |
Start to run | Per beurt | Gratis |
Lessenreeks weerbaarheid voor dames | Sessie 3 lessen | 30,00 euro |
Schoolsportdagen ism Deerlijke scholen | Dagdeel efffectief | In samenspraak met scholen |
Zwemlessen (watergewenning, zwemles, vervolmaking | Per les/uur | 11,00 euro |
Aquafitness | Per les (45 minuten) | 8,00 euro |
Zwemles volwassenen | Per les (45 minuten) | 8,00 euro |
Sportactiviteit ism BSD | 1 dag | 15,00 euro |
Sportinitaties | Per activiteit | 5,00 euro |
De prijzen van initiaties volwassenen en senioren werden met 10 % verhoogd omdat de loonkost lesgevers gestegen is.
De zwemles + zweminitiatie-prijzen zoals aquafitness, schoolslag, crawl voor volwassenen werden met 25 % verhoogd, ook hier verhoging van de lesgeverkost/materiaalkost en rekening houdende met de gemeente Anzegem.
Vakantiekampen – samenwerking externe partners | ||
Activiteit | Datum | Prijzen |
Kleuterpiratenkamp | 4 of 5 dagen | 120,00 euro – 145,00 euro |
Avonturenkamp | 4 of 5 dagen | 135,00 euro – 160,00 euro |
Avonturenkriebels | 4 of 5 dagen | 130,00 euro – 155,00 euro |
Indianenkamp | 4 of 5 dagen | 120,00 euro – 145,00euro |
Avonturenkicks | 4 of 5 dagen | 150,00 euro – 175,00 euro |
Shooting-adventurekamp | 4 of 5 dagen | 150,00 euro – 175,00 euro |
Buitensportopleiding | 4 dagen | 250,00 euro |
Duik en avonturenkamp | 5 dagen | 550,00 euro |
Boerderijkamp | 4 of 5 dagen | 125,00 euro - 156,00 euro |
Boerderijkamp met overnachting | 4 of 5 dagen | 154,50 euro - 185,50 euro |
Boerderijkamp tieners | 7 dagen | 248,50 euro |
Paardrijkamp | 4 of 5 dagen | 230,00 euro – 275,00 euro |
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Retributiereglement vrijetijdsaanbod goedgekeurd in gemeenteraad van 27 november 2025
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen keurt de retributies voor het vrijetijdsaanbod voorjaar 2026 goed.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.32. Regionaal handhavingskader Leiedal 2026-2031 - verzoek agendering GR - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van het Regionaal Handhavingskader Leiedal 2026-2031 te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Motivering
De afgelopen jaren werd in regio Zuid-West-Vlaanderen reeds ingezet op omgevingshandhaving. Een aantal van de lokale besturen in regio Zuid-West-Vlaanderen doet voor handhaving beroep op Leiedal. Ook in Deerlijk wordt er reeds vandaag hiervoor beroep gedaan op Leiedal.
Via een regionaal handhavingskader wenst Leiedal nu de ondersteuning binnen handhaving door Leiedal samen met de betrokken lokale besturen verder te optimaliseren.
Met dit handhavingskader wordt vastgelegd hoe we de komende jaren te werk gaan, welke prioriteiten we stellen, hoe we overtredingen opvolgen en hoe we samenwerken met verschillende partners. Dit biedt heel wat voordelen. Overtredingen binnen ruimtelijke ordening, erfgoed of milieu hebben vaak gevolgen die verder reiken dan één gemeente. Door samen te werken op regionaal niveau versterken we ook de slagkracht en zorgen we voor meer duidelijkheid naar eigenaars, inwoners en bedrijven. De afspraken binnen het kader zorgen er ook voor dat de ondersteuning voor handhaving vanuit Leiedal heel transparant, consequent en eerlijk gebeurt en niet afhankelijk is van de gemeente of politiezone waarin de overtreding gebeurt. Daarnaast kan er op basis van het kader door Leiedal efficiënter worden gewerkt doordat er een snelle screening van dossiers kan gebeuren op basis van de vooropgestelde prioriteiten waardoor de tijdsbesteding binnen handhaving naar de juiste dossiers gaat.
Het handhavingskader werd opgemaakt vanuit de praktijkervaring die is opgebouwd binnen Leiedal. Het kader geldt voor een periode van zes jaar voor de lokale besturen die voor handhaving beroep doen op Leiedal maar blijft flexibel. In zes jaar kan er heel wat veranderen en dit zowel op vlak van uitdagingen als op vlak van wetgeving. Indien noodzakelijk wordt het kader aangepast. Deze aanpassing gebeurt telkens in overleg met de betrokken lokale besturen.
Het handhavingskader bevat een lijst van prioriteiten, opgedeeld in drie grote onderdelen: ruimtelijke ordening, onroerend erfgoed en milieu. De prioriteiten zijn thematisch gerangschikt per onderdeel. Ze bundelen zowel de aandachtspunten van het Vlaams Gewest en het parket als bijkomende regionale thema’s. Deze lijst kwam tot stand in samenspraak met de betrokken ambtenaren en bevoegde schepen/burgemeester. De prioriteitenlijst moet door de gemeenteraad worden goedgekeurd. De gemeenten kunnen binnen de prioriteitenlijst kiezen om niet in te zetten op bepaalde thema's en deze bijgevolg bij de goedkeuring uit te sluiten.
Verder bevat het kader ook de workflow die een handhavingsdossier doorloopt binnen de ondersteuning handhaving door Leiedal. Het uitgangspunt is om eerst zachte handhaving toe te passen, met aandacht voor duidelijke communicatie en het zoeken naar herstel. Pas wanneer dit niet lukt, worden zwaardere handhavingsinstrumenten ingezet.
Tot slot wordt ook verduidelijkt hoe de samenwerking verloopt met andere (handhavings)actoren.
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het kader en besluit de gemeenteraad voor te stellen het Regionaal Handhavingskader goed te keuren.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009
○ Decreet van 5 april 1995 betreffende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) en VLAREM II
○ Erfgoeddecreet van 12 juli 2013
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad de goedkeuring van het Regionaal Handhavingskader Leiedal 2025-2031 te agenderen op de gemeenteraad van 18 december 2025.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.33. OMV 2025_131 - Weverijstraat 38 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van een woning, op een perceel gelegen Weverijstraat 38 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 297 F3, aangevraagd door Olivier Hellyn namens UNIVEL NV gevestigd Nijverheidslaan 72 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 26 november 2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig.
Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● Beide vrijgekomen gevels worden afgewerkt in roodbruin of beige metselwerk of steenstrips.
● De vrijgekomen ruimte wordt ingezaaid met een bloemenmengsel, bij voorkeur in combinatie met laagstammig groen.
● Er wordt 1 hoogstammige boom aangeplant.
● Alle groenvoorzieningen worden aangeplant tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgende op het voltooien van de werken.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming milieubelastend industriegebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het gewestelijk RUP Ventilus, definitief vastgesteld op 22 maart 2024.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Volgende historisch gekoppelde dossiers zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning (2080-44-B) voor bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 14/11/1973.
● Stedenbouwkundige vergunning (2080-40/42-I) voor uitbreiden weverij - goedgekeurd op 09/02/1983.
● Stedenbouwkundige vergunning (2080-40/42-K) voor uitbreiden van een bedrijfsgebouw - goedgekeurd op 08/10/2003.
● Omgevingsvergunning /OMV_2021166474 voor exploitatie voor de productie van rolluiken en zonnewering geakteerd op 17/11/2021.
● Omgevingsvergunning /OMV_2024054571 voor stopzetten van een ingedeelde inrichting of activiteit geakteerd op 08/05/2024.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van +/- 6500 m² en is gelegen langs de Weverijstraat op ongeveer 1 km ten noordoosten van de kern van Deerlijk. De Weverijstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een magazijn (weverij) met kantoorruimte en een bedrijfswoning. De bestaande woning bestaat uit anderhalve bouwlaag met trapgevel, op een beperkte afstand van de rooilijn.
De omgeving heeft een sterk residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen. De bestaande site betreft een paarse sproet in de omgeving die 3 bedrijven, waaronder het gemeentelijk depot, huisvest.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst een halfopen eengezinswoning te slopen. Na sloop wordt de gevel van de woning nr. 36 afgewerkt met zwarte leien en wordt het terrein voorzien van grindverharding.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden op 16 oktober 2025 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben een bezwaar ingediend.
De provinciale Dienst integraal Waterbeheer werd om advies verzocht op 15 oktober 2025. De adviesinstantie liet weten dat, omwille van de sloop en de afname aan verharding op het perceel, er geen nadelige effecten te verwachten zijn op het bestaande watersysteem.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meerbepaald aan de voorschriften voor milieubelastende bedrijvigheid.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 7.2.0. + 8.2.1.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:
Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.
Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.
Gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.
De aanvraag heeft betrekking op het slopen van de bedrijfswoning bij een milieubelastende bedrijfssite zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Decretale beoordelingsgronden
Voldoende uitgeruste weg (artikel 4.3.5.,VCRO)
De aanvraag is gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, zijnde een weg die met duurzame materialen is verhard en voorzien is van een elektriciteitsnet. Tevens voldoet de weg aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, waaronder de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
Bedrijfswoningen (artikel 4.3.6.,VCRO)
De aanvraag voorziet niet in de oprichting van een bedrijfswoning waardoor de bepalingen van artikel 4.3.6 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening niet van toepassing zijn.
Toegankelijkheid (artikel 4.3.7.,VCRO)
Artikel 4.3.7. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de stedenbouwkundige vergunning voor de handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, niet wordt verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regelen betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen.
Uit nazicht van het onderwerp blijkt het gevraagde buiten het toepassingsgebied te vallen zoals omschreven in hoofdstuk 2 van de gewestelijk stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
Rooilijnen, achteruitbouwstroken en reservatiestroken (artikel 4.3.8.,VCRO)
De aanvraag wordt niet getroffen door een rooilijn, reservatiestrook of achteruitbouwstrook.
Rioleringstoets (artikel 4.3.9.,VCRO)
De aanvraag betreft geen bouw of herbouw van een gebouw waarin de lozing van huishoudelijk afvalwater voorzien wordt. Bijgevolg is de rioleringstoets niet van toepassing.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het betrokken goed is volgens de fluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Het betrokken goed is volgens de pluviale overstromingskaart gelegen in een zone met middelgrote overstromingskans.
De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Niet van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het slopen van een bedrijfswoning. Deze bedrijfsfunctie op het perceel blijft ongewijzigd en is passend binnen deze sterk geresidentialiseerde omgeving.
Ruimtegebruik en verschijningsvorm:
Door het slopen van de woning ontstaat een wachtgevel. Deze gevel wordt afgewerkt met 5 cm isolatie en zwarte leien. Na de sloop wordt het terrein genivelleerd en afgewerkt met grind.
De sloop betekent een sanering van de bebouwing op het perceel, doch kent geen specifieke of bedrijfsgerelateerde nabestemming. Daarnaast wordt de bedrijfssite te koop aangeboden en is er een sterk vermoeden dat er niet snel overgegaan zal worden tot heropbouw, waardoor zowel de wachtgevel als de grindverharding voor langere tijd zichtbaar zullen zijn. Wachtgevels vormen, indien ze niet kwalitatief afgewerkt worden, een onaantrekkelijk straatbeeld. Het is daarnaast belangrijk dat door het slopen van de wachtgevel, er geen vocht- of isolatieproblemen ontstaan bij de buren. Leien kunnen moeilijk als een kwalitatief en duurzame afwerking van de gevel gezien worden. Daarnaast zijn er in de directe omgeving geen in leien afgewerkte gevels en is roodbruin en beige kleurig metselwerk de dominante gevelbekleding. Teneinde de integratie in de omgeving te verhogen, worden beide wachtgevels afgewerkt in roodbruin of beige metselwerk of steenstrips.
De volledige achteruitbouwstrook van het bedrijf bestaat uit asfalt, zonder enige vorm van groenaanplant. Grindverharding doet niet meteen een bijdrage aan het straatbeeld en zal daarnaast, gezien deze rechtstreeks ontsluit op de voorliggende Weverijstraat, zorgen voor hinder. Om de impact op het straatbeeld te verhogen, dient de vrijgekomen ruimte ingezaaid te worden met een bloemenmengsel, bij voorkeur in combinatie met laagstammig groen en wordt 1 hoogstammige boom aangeplant, dit tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgende op het voltooien van de werken.
Voor eventuele schade als gevolg van de werken wordt verwezen naar de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek die moeten worden nageleefd. Daarnaast moeten, tijdens de werken alle noodzakelijke maatregelen genomen worden om de stabiliteit van de omgeving en de bebouwing te vrijwaren en geen schade aan de aanpalende eigendommen te veroorzaken.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
Het slopen van de bedrijfswoning heeft geen invloed op het parkeren en de verkeersaantrek.
Conclusie
Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werd één bezwaar geformuleerd.
De indiener van het bezwaarschrift vreest voor de wijziging van de EPC waarden van de woning en kan niet akkoord gaan met het voorzien van 5 cm isolatie. Hij wenst, omwille van warmte, geluid en isolatie, een isolatiedikte van 10 cm.
Het bezwaarschrift is ontvankelijk, doch gezien deze opmerking niet van stedenbouwkundige aard is, ongegrond. Het is de taak van de vergunningverlenende overheid om zich uit te spreken over de stedenbouwkundige verenigbaarheid van het project. De isolatiedikte is geen van de in artikel 4.3.1, §2 van de VCRO opgesomde aandachtspunten en criteria om de overeenstemming van een project met de goede ruimtelijke ordening te beoordelen.
Dit belet echter niet dat beide eigenaars onderling verdere afspraken kunnen maken hierover.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheden: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen volgt het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar voor wat betreft de gunstige beoordeling voor het verlenen van de omgevingsvergunning voor sloop, maar neemt de voorgestelde aanvullende voorwaarden niet over. Deze zijn niet noodzakelijk voor het waarborgen van de goede ruimtelijke ordening voor deze zuivere sloopaanvraag. De aanvraag voldoet aan alle toepasselijke bepalingen van de VCRO en aan de relevante stedenbouwkundige voorschriften. De vergunning wordt bijgevolg onvoorwaardelijk afgeleverd.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.34. OMV 2025_121 - Boshoek 11 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het vellen van 8 dennenbomen, op een perceel gelegen Boshoek 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 436 F, aangevraagd door Sam Lambrecht wonende Sint-Rochusstraat 36 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 27 november 2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● De 14 te rooien bomen met stamomtrek > 1 m op 1 m hoogte gemeten (9 via omgevingsvergunning, 5 via kapmachtiging) dienen 1 op 1 gecompenseerd te worden volgens onderstaande voorwaarden:
○ De bomen worden gecompenseerd door:
■ minstens 10 bomen van 1ste grootte (> 12 m);
■ minstens 4 bomen van 2de (6 tot 12 m) of 3de grootte (< 6 m).
○ De boomsoorten zijn vrij te kiezen. In de motivatie ‘Toetsing goede ruimtelijke ordening’ werden enkele inheemse soorten opgelijst ter inspiratie.
○ De te compenseren bomen zijn aan te planten in het eerstvolgend plantseizoen volgend op de rooi.
○ De locatie van de nieuw aan te planten bomen is vrij te kiezen.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 oktober 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een bestaande woning.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 augustus 1977 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een tuinhuis (3 x 5 m).
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 juli 1997 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanbouwen van een carport.
3.1 Beschrijving van de omgeving
Het perceel heeft een oppervlakte van ca. 2510 m² en ligt op de westelijke rand van een wooncluster ten noordoosten van het centrum van Deerlijk. Deze wooncluster is omringd door landbouwpercelen en heeft bijgevolg een landelijk karakter. In de ruimere omgeving bevindt zich een mix van wonen, agrarische bedrijven en bedrijvigheid.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het rooien van 9 hoogstammige bomendie geen deel uitmaken van een bos, met stamomtrek > 1 m (op 1 m hoogte) en op meer dan 15 m van de woning gelegen. De te rooien bomen betreffen 8 grove dennen (Pinus sylvestris) en 1 berk (Betula sp.). De motivatie tot het rooien wordt verwerkt in het hoofdstuk toetsing goede ruimtelijke ordening. Samen met voorliggende aanvraag is eveneens een kapmachtiging gevraagd voor het rooien van bomen binnen een straal van 15 m van de woning.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Er worden geen ingedeelde inrichtingen en/of activiteiten aangevraagd.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften voor agrarisch gebied:
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para- agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Gelet op de voorziene werkzaamheden kan geoordeeld worden dat het gevraagde geen impact heeft op de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Decretale beoordelingsgronden
Niet van toepassing.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het betrokken goed is volgens de pluviale en fluviale overstromingskaarten niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
In de voorliggende aanvraag worden geen bijkomende constructies of verhardingen aangevraagd. De aanvraag leidt dus niet tot uitbreiding van verharding of bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt. De aanvraag geeft aanleiding tot wijziging van de natuurwaarden. De beoordeling hiervan wordt gemaakt bij de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Niet van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De rooi van 8 grove dennen (Pinus sylvestris) en 1 berk (Betula sp.) wordt aangevraagd. Door aanvrager wordt volgende motivatie opgegeven:
● De bomen werden niet zorgvuldig beheerd, waardoor er wildgroei optreedt (meerdere boomtoppen, vertakkingen,…). Dit is moeilijk in onderhoud en kan niet meer aangepast worden om de gezondheid van de boom te garanderen.
● Een aantal bomen staan zeer dicht bij elkaar, waardoor ze licht en voedingsstoffen afnemen van elkaar en van andere planten.
● Tussen 2 bomen werd vroeger een touw gespannen, dat nu volledig ingegroeid is (geen gezonde situatie volgens advies tuinaannemer).
● Afval van de bomen (naalden en dennenappels) en (deels) bovengrondse wortels zijn slecht voor het tuinmateriaal.
● Sommige bomen staan dicht bij de woning en zijn al zeer groot, wat voor gevaarlijke situaties kan zorgen bij storm.
● Dennen zijn niet inheems.
Er werd een plaatsbezoek uitgevoerd op 1 oktober 2025 om een goede inschatting te kunnen maken van de bestaande situatie. Bovengenoemde argumentatie om te rooien gaat niet altijd op. Zo staan de te rooien bomen op ruime afstand van de woning. De dichtste den staat op 16,39 m van de woning, de verste op 23,52 m van de woning. Ook het afval en de deels bovengrondse wortels zijn geen geldige reden om tot rooi over te gaan. Dennen zijn wel degelijk inheems in het grootste deel van Europa.
De 2 dennen in noordwestelijke hoek zijn verbonden met een touw dat ingegroeid is, waarbij de meeste westelijke den volledig ingesnoerd is. Dit is inderdaad nefast voor de gezondheid van de bomen, aangezien de sapstroom op die manier belemmerd wordt. De andere 6 dennen vormen samen met 4 berken een groepering van bomen in de noordoostelijke hoek van het perceel. Drie van de 4 berken zijn nog in goede gezondheid en te behouden. Eén berk is in slechte gezondheid en is reeds zichtbaar aangetast door zwammen, waardoor aanvrager deze berk ook wenst te rooien. Vijf van de 6 dennen in deze bomencluster staan heel dicht bij de oostelijke perceelsgrens. De zesde den zou eventueel behouden kunnen worden om een mix van boomsoorten te verkrijgen.
Op het perceel bevinden zich naast de berken nog 3 andere loofbomen: een plataan, een eik en een amberboom. De plataan en de eik hebben reeds een aanzienlijke stamomtrek en zijn naar schatting 40 à 50 jaar oud. Uit plaatsbezoek blijkt dat aanvrager deze bomen zeer naar waarde schat. Deze 3 loofbomen worden eveneens behouden.
Mondeling gaf aanvrager tijdens plaatsbezoek aan dat hij de dennen wenst te vervangen door loofbomen die geen vruchten dragen, met voorkeur voor wilg en treurwilg. Op plan wordt de nieuwe aanplant indicatief aangeduid. Wilg is snelgroeiend, maar is geen duurzame boomsoort. Er wordt geadviseerd om eerder een mix van boomsoorten te voorzien. Ter inspiratie worden enkele inheemse hoogstammige loofboomsoorten meegegeven: zomereik (Quercus robur), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), plataan (Platanus orientalis), winterlinde (Tilia cordata), beuk (Fagus sylvatica), okkernoot (Juglans regia), tamme kastanje (Castanea sativa), gladde iep (Ulmus minor), gewone es (Fraxinus excelsior), zwarte els (Alnus glutinosa).
Aanvrager wenst ook struiken te voorzien. Voorbeelden van inheemse struiken zijn: éénstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), sleedoorn (Prunus spinosa), wilde liguster (Ligustrum vulgare), rode kornoelje (Cornus sanguinea), veldesdoorn (Acer campestre), haagbeuk (Carpinus betulus), hondsroos (Rosa canina), gewone hulst (Ilex aquifolium), gelderse roos (Viburnum opulus), gewone vogelkers (Prunus padus), wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus), vuilboom of sporkehout (Rhamnus frangula), gewone hazelaar (Corylus avellana), krenteboompje (Amelanchier lamarckii) en gewone vlier (Sambucus nigra).Veel van deze soorten kunnen ook als boom van 2de (6 tot 12 m) of 3de grootte (< 6 m) gehouden worden.
Aanvrager wenst eveneens 5 hoogstammige dennen te rooien op minder dan 15 m van de woning. Omwille van een politieverordening inzake vellen van hoogstammige bomen (vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974) werd dit eveneens aangevraagd bij de gemeente via een kapmachtiging (ingediend op 26 augustus 2025). Deze 5 bomen worden mee opgenomen in het compensatievoorstel.
Aanvrager gaf mondeling aan dat hij overweegt om de inrit van een bomenrij te voorzien. Op deze manier is er ruimte genoeg om te kunnen voldoen aan onderstaand compensatievoorstel.
De aanvraag wordt gunstig geadviseerd voor de rooi van 8 dennen (waarvan 2 ingesnoerd) en 1 zieke berk op meer dan 15 m van de woning. Het rooien van 5 dennen op minder dan 15 m van de woning werd aangevraagd via een kapmachtiging. Deze 14 bomen dienen 1 op 1 gecompenseerd te worden volgens onderstaande voorwaarden:
● De bomen worden gecompenseerd door:
○ Minstens 10 bomen van 1ste grootte (> 12 m)
○ Minstens 4 bomen van 2de (6 tot 12 m) of 3de grootte (< 6 m)
● De boomsoorten zijn vrij te kiezen. Bovenstaand werden enkele inheemse soorten opgelijst ter inspiratie.
● De te compenseren bomen zijn aan te planten in het eerstvolgend plantseizoen volgend op de rooi.
● De locatie van de nieuw aan te planten bomen is vrij te kiezen.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheden: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Sam Lambrecht wonende Sint-Rochusstraat 36 te 8540 Deerlijk, voor het vellen van 8 dennenbomen, op een perceel gelegen Boshoek 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 436 F, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● De 14 te rooien bomen met stamomtrek > 1 m op 1 m hoogte gemeten (9 via omgevingsvergunning, 5 via kapmachtiging) dienen 1 op 1 gecompenseerd te worden volgens onderstaande voorwaarden:
○ De bomen worden gecompenseerd door:
■ minstens 10 bomen van 1ste grootte (> 12 m);
■ minstens 4 bomen van 2de (6 tot 12 m) of 3de grootte (< 6 m)
○ De boomsoorten zijn vrij te kiezen. In de motivatie ‘Toetsing goede ruimtelijke ordening’ werden enkele inheemse soorten opgelijst ter inspiratie.
○ De te compenseren bomen zijn aan te planten in het eerstvolgend plantseizoen volgend op de rooi.
○ De locatie van de nieuw aan te planten bomen is vrij te kiezen.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.35. OMV VK2025_3 - Desselgemstraat en Merellaan - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verkavelen van een perceel tot 3 loten voor woningbouw, op een perceel gelegen Desselgemstraat en Merellaan en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 355 D, aangevraagd door de heer Jean Van Wanseele namens WINGMAN BV met als contactadres Leeuwkestraat 1 bus 01 te 8790 Waregem.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 28 november 2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt:Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● Voorschriften als volgt aan te passen
○ 1.1.B: handelsactiviteiten en ambachtelijke functies worden uitgesloten.
○ 1.1.A. Toevoegen dat minstens 2 autostandplaatsen op private eigendom voorzien worden
○ 1.3 aanpassen conform voorschrift 3.2 en enkel de strikt noodzakelijk toegangen tot woning en garage/carport toe te laten.
○ 2.1. A max terreinbezetting bedraagt 30 % ipv 40 %
○ 2.1. B De 2e bouwlaag moet voorzien worden op 4 m van de zijperceelsgrenzen. Het gedeelte van 1 bouwlaag kan op 3 m voorzien worden
○ 2.1.C. De dakhelling van het hoofdgebouw kan maximaal 45° bedragen.
○ 2.1.C. Toevoegen dat de bouwdiepte op de verdieping beperkt blijft tot 12 m
○ 2.1.D Leien als verantwoord gevelmateriaal te schrappen
○ 2.2.A De oppervlakte van de bijgebouwen per lot te beperken tot maximaal 60 m²
○ 2.3.A toevoegen dat carport 3 zijden open is en dat de carport bij lot 1 niet voorzien kan worden in de linker vrije zijtuinstrook.
○ 2.3.B.De maximale hoogte van de carport in de vrije zijstrook beperken tot 3,50 m in plaats van 4,50 m.
○ 3.1. reliëfwijzigingen in tuinzone zijn niet toegelaten
○ 3.2. verharding in voortuin moet waterdoorlatend zijn
○ 3.3. toevoegen dat in de tuinzone per lot de aanplant van min 1 hoogstammige boom verplicht is
○ 3.4 afsluitingen (levende hagen) op de overige perceelsgrenzen kunnen enkel mits wederzijdse toestemming op de perceelsgrens geplaatst worden, zoniet moeten de wettelijke afstanden tot de perceelsgrens gevrijwaard blijven.
● Uit het advies PTD en de watertoets zijn volgende specifieke voorwaarden na te leven:
○ De toekomstige woningen dienen klimaatrobuust gebouwd te worden cf. de vermelde bepalingen.
○ Bij de toekomstige aanvraag voor het bouwen van woningen dient er rekening gehouden te worden dat iedere inname van ruimte voor water dient gecompenseerd te worden, en dit op eigen terrein (ophoging van de tuinzones wordt niet toegestaan).
○ Het is aan de ontwerper van de verkaveling om te voorzien in duidelijke verkavelingsvoorschriften die voldoen aan bovenstaande voorwaarden.
○ De vrijgekomen aarde dient cf. de bepalingen (afvoeren en/of via vergunning) hier bovenvermeld te worden verwerkt.
○ De compensatiemaatregelen m.b.t. in te nemen overstromingszones dienen volledig gerealiseerd te worden vooraleer handelingen worden gestart in de overstromingszones.
● De bestaande straatbomen dienen behouden te blijven. Hiermee dient rekening gehouden te worden bij de inplanting van garages/carports/opritten.
● De gronden die afgestaan zullen worden dienen ingezaaid te worden.
● De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/33469 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die nota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.
● Alle voorwaarden, gesteld door de adviesinstanties dienen integraal nageleefd te worden.
● Het verkoopbaarheidsattest zal pas afgeleverd worden nadat de verkavelaar voldaan heeft aan alle financiële en contractuele verplichtingen opgelegd door Riopact en na voorlegging van een attest door De Watergroep.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20 januari 2006) in een stedelijk woongebied.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.a. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van ongeveer 5207 m² en is gelegen langs de Merellaan/ Desselgemstraat op ongeveer 1 km ten noordoosten van de kern van Deerlijk. De Desselgemstraat en de Merellaan zijn voldoende uitgeruste gemeentewegen. De Desselgemstraat is een vrij landelijke weg geflankeerd met lintbebouwing. Aan de overzijde van de weg is ter hoogte van de site deels agrarisch gebied aanwezig en een voormalige hoeve. De Merellaan wordt gekenmerkt door eengezinswoningen met 1 bouwlaag en hellend dak langs de ene zijde, langs de andere zijde van de straat bevindt zich een gesloten bebouwingsrij met palend aan de straat, garages.
De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen. Het terrein is relatief hellend. Van noord naar zuid (Alfortbeek) is een hoogteverschil van max. 1 m. Tussen de Merellaan en de Desselgemstraat is een hoogteverschil van max. 0,80 m. In het zuiden van de eigendom loopt er een niet geklasseerde beek tussen de Desselgemstraat en de Merellaan (de Alfortbeek).
Het perceel zelf is braakliggend perceel begroeid met een landbouwgewas. Op het terrein zelf zijn geen hoogstammige bomen aanwezig.
3.b. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de eigendom te verkavelen in 3 loten voor woningbouw, met beperkte complementaire functie. Het project realiseert een dichtheid van 5,76 woningen/ha.
Twee woonkavels ontsluiten op de Merellaan, 1 kavel ontsluit op de Desselgemstraat. De woonkavels zijn geschikt voor open bebouwing. De voorschriften voorzien woningen bestaande uit hoofdvolumes van maximaal 2 bouwlagen met of zonder dakvolume. De bouwdieptes worden vastgelegd op maximaal 15 m. De bouwkaders zijn vastgelegd op het verkavelingsplan, waarbij de inplanting voorzien wordt op 6 m van de nieuwe rooilijnen en de vrije zijstroken op zijn smalst 3 m bedragen.
In de vrije zijstrook is een carport mogelijk met een maximale oppervlakte van 18 m², in te planten op 3 m achter de voorgevelbouwlijn en op 0,50 m van de zijkavelgrenzen tenzij mits akkoord van de buur, tot op de zijperceelsgrens kan worden gebouwd. Bijgebouwen worden toegelaten in de tuinzone met een maximale oppervlakte van 80 m², minimaal 2 m achter de woning en op 1 m van de zijkavelgrenzen, tenzij koppeling mogelijk is.
In de voortuin is een aaneengesloten dubbele oprit mogelijk. De rest van de voortuinzone wordt ingericht als groenzone. Een terras kan voorzien worden tot een oppervlakte van maximaal 50 m².
De afsluitingen van de private perceelsgrenzen worden ter hoogte van de rooilijn voorzien als levendige hagen met een maximale hoogte van 1 m en/of muurtjes met een hoogte van max. 0,80 m. Op de andere perceelsgrenzen kunnen enkel levende hagen, al dan niet versterkt met draad met een hoogte van max. 2 m.
In de aanvraag wordt een grondafstand voorzien zowel aan de zijde van de Merellaan met een breedte van 1 m als aan de zijde van de Desselgemstraat met een breedte van respectievelijk 0,74 m à 1,50 m (6 m uit de as van de weg). Deze grondafstand wordt gerealiseerd in functie van de aanwezigheid van bestaande nutsvoorzieningen en de aanleg van nieuwe nutsvoorzieningen in combinatie met het behoud van de bestaand straatbomen.
Langs de zuidoostelijke perceelsgrens wordt een grondafstand voorzien met een breedte van 2,50 m naar analogie met de afstand die gerealiseerd werd in de zuidelijk gelegen verkaveling teneinde voldoende ruimte te geven aan de Alfortbeek en de mogelijkheid te behouden tot onderhoud van de Alfortbeek.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 4 juli 2025 tot 2 augustus 2025. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er één bezwaarschrift ontvangen.
Het bezwaarschrift kan als volgt samengevat worden:
De indiener van het bezwaarschrift vraagt enkele aanpassingen aan de voorschriften teneinde de hinder te beperken:
○ De geplande woning op LOT 1 zal het zonlicht in tuin, terras en woonkamer negatief beïnvloeden.
○ De voorgestelde bouwhoogte van maximaal 12,3 meter is buiten proportie in het agrarisch landschap.
○ De toegestane oppervlakte van 80 m² is te groot en moet beperkt worden, zeker als het bijgebouw dicht bij hun perceelgrens komt.
○ De zone aan de kant van Merellaan moet carportvrij blijven om voldoende afstand tussen de zijgevels van beide woningen te garanderen.
○ Levende hagen mogen enkel op de perceelgrens geplaatst worden bij wederzijdse toestemming. Anders moet de haag op eigen perceel staan met voldoende afstand tot de grens
Het dossier werd op 24 juni 2025 voor advies overgemaakt aan de Deputatie, dienst integraal Waterbeheer. De adviesinstantie bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit. Dit advies wordt als volgt gemotiveerd:
Beschrijving van de vergunningsaanvraag:
De aanvraag omvat een nieuwe verkaveling, nl. het verdelen van 1 kadastraal perceel in 3 percelen voor alleenstaande ééngezinswoningen.
Het project omvat een reliëfwijziging (ophogingen t.h.v. de woning en afgraving voor compensatievolume).
Er wordt niet beschreven wat er met de vrijgekomen aarde zal gebeuren.
Gegevens en bemerkingen:
Met betrekking tot de watertoets
1) Het project is gelegen in het afwateringsgebied van de volgende waterloop van 2de categorie: WL.8.12. Alfortbeek
2) Het perceel of percelen m.b.t. het project zijn niet aangrenzend gelegen aan de bovenvermelde waterloop.
3) Is het project of de stedenbouwkundige handelingen gelegen:
- in het overstromingsgebied vanuit zee-overstromingen (KUST): ja/nee/deels.
- in het overstromingsgebied vanuit fluviale overstromingen (FLU): ja/nee/deels.
- in het overstromingsgebied vanuit pluviale overstromingen (PLU): ja/nee/deels.
- in een watergevoelig openruimtegebied (WORG): ja/nee/deels.
4) De pluviale overstromingen bij buien van middelgrote kans (T100) toekomstig klimaat (2050) geeft een overstromingspeil van +16,42 mTAW (oftewel een waterdiepte van 35 cm) voor lot 3 en +16,44 mTAW (oftewel een waterdiepte van 25 cm) voor lot 2.
Voor meer gedetailleerde info (overstromingspeil in functie van locatie) wordt verwezen naar “Waterdiepte” zie kaartencatalogus (waterinfo.be) (zie www.waterinfo.be/Overstromingsrichtlijn OF www.waterinfo.be/watertoets)
5) Er dient klimaatrobuust gebouwd te worden. Het vloerpeil moet ongeveer 30 cm hoger liggen dan +16,42 mTAW voor lot 3 en +16,44 mTAW voor lot 2 (T100 toekomstig klimaat (2050)).
➢ De vloerpas van de woning lot 1 zal op circa +17,25 mTAW worden voorzien.
➢ De vloerpas van de woning lot 2 zal op circa + 17,05 mTAW worden voorzien.
➢ De vloerpas van de woning lot 3 zal op minimum +16,68 mTAW worden voorzien.
➢ Voor mogelijke ingrepen die in overstromingsgebied toepasbaar zijn, verwijzen we naar de brochures:
o Overstromingsveilig bouwen en wonen — nl (integraalwaterbeleid.be).
o Praktische tips om waterschade aan woningen te voorkomen — Vlaamse Milieumaatschappij (vmm.be)
6) Het verlies aan ruimte voor water dient gecompenseerd te worden tot peil +16,42 mTAW voor lot 3 en +16,44 mTAW voor lot 2 (peil middelgrote kans (T100) toekomstig klimaat (2050)). Door het oprichten van constructies en door ophogingen wordt immers overstroombare ruimte ingenomen waardoor op die plaats geen overstromingswater geborgen kan worden.
➢ Er worden afgravingen voorzien ter compensatie van de inname door de ophogingen en de constructies in overstromingsgebied. Voor lot 2 wordt de maximale inname geschat op 40 m³ en wordt er een afgraving van 45 m³ berekend (30 cm diepte). Voor lot 3 wordt de maximale inname geschat op 150 m³ en wordt een afgraving van 150 m³ berekend (30 cm diepte).
➢ In overstromingsgebied dient de ophoging beperkt te worden tot het strikt noodzakelijke.Ophoging van de tuinzone wordt dus niet toegestaan.
➢ Voor mogelijke ingrepen die in overstromingsgebied toepasbaar zijn, verwijzen we naar de brochures:
o Overstromingsveilig bouwen en wonen — nl (integraalwaterbeleid.be).
o Praktische tips om waterschade aan woningen te voorkomen — Vlaamse Milieumaatschappij (vmm.be)
7) Gezien na verkaveling een geringe bebouwbare oppervlakte ontstaat en geen nieuwe wegenis wordt voorzien, volstaat het volgen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
We vestigen uw aandacht op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 (B.S. 21.06.2023) houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
8) De aanvrager dient de nodige aandacht te besteden dat de handelingen met een mogelijke impact op de plaatselijke waterhuishouding, zoals het wijzigen van het reliëf, met de nodige zorg worden uitgevoerd zodat er geen (bijkomende) schadelijke effecten ontstaan voor de directe omgeving/aanpalende percelen. De uitgevoerde handelingen mogen met andere woorden geen verslechtering betekenen voor de plaatselijke waterhuishouding.
9) De (resterende) vrijgekomen aarde moet op een correcte manier afgevoerd worden naar een vergunde stortplaats, of als deze gespreid wordt over andere (landbouw)percelen kan dit enkel als hiervoor een vergunning verkregen is.
10) De compensatiemaatregelen m.b.t. in te nemen overstromingszones dienen volledig gerealiseerd te worden vooraleer handelingen worden gestart in de overstromingszones.
Advies Dienst Integraal Waterbeleid met betrekking tot de watertoets:
Het advies van onze dienst is VOORWAARDELIJK GUNSTIG.
Met het volgen van de onderstaande voorwaarden zijn er geen schadelijke effecten te verwachten op het watersysteem:
● De toekomstige woningen dienen klimaatrobuust gebouwd te worden cf. de hierboven vermelde bepalingen.
● Bij de toekomstige aanvraag voor het bouwen van woningen dient er rekening gehouden te worden dat iedere inname van ruimte voor water dient gecompenseerd te worden, en dit op eigen terrein (ophoging van de tuinzones wordt niet toegestaan).
● Het is aan de ontwerper van de verkaveling om te voorzien in duidelijke verkavelingsvoorschriften die voldoen aan bovenstaande voorwaarden.
● De vrijgekomen aarde dient cf. de bepalingen (afvoeren en/of via vergunning) hier bovenvermeld te worden verwerkt.
● De compensatiemaatregelen m.b.t. in te nemen overstromingszones dienen volledig gerealiseerd te worden vooraleer handelingen worden gestart in de overstromingszones.
Het dossier werd op 24 juni 2025 voor advies overgemaakt aan Proximus. De adviesinstantie bracht een gunstig advies uit. Proximus voorziet geen uitbreiding voor de aansluiting van dit project.
Het dossier werd op 24 juni 2025 voor advies overgemaakt aan De Watergroep De adviesinstantie bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Advies ACCA
Volledig gunstig advies met voorwaarden
Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaand betaald worden:
● een forfaitaire kost per bebouwbare kavel
● een studiekost per project
Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan zal De Watergroep de gemeente hiervan op de hoogte brengen. Vervolgens zal de gemeente, cfr. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, een verkoopbaarheidsattest afleveren.
Bovendien kunnen we je ook melden dat De Watergroep installaties in exploitatie heeft in de zone van de infrastructuurwerken en dat deze installaties te allen tijde bereikbaar moeten zijn.
De werken dienen zodanig uitgevoerd te worden dat er een continue drinkwaterbevoorrading kan gegarandeerd worden.
In het ontwerp dien je er rekening mee te houden dat in de bermen voldoende ruimte voorzien wordt om de leidingen aan te leggen en de eventuele aanpassingen uit te voeren.
Deze forfaitaire kost en de kost voor eventuele aanpassingen aan de bestaande drinkwaterleiding zijn ten laste van de initiatiefnemer.
Voor grotere projecten met aanleg van nieuwe wegenis moet er na het verkrijgen van de vergunning een coördinatievergadering worden opgestart met de zonemanager van De Watergroep om eventuele knelpunten vooraf te bespreken.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken. De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.
Bijkomende informatie kan je vinden op: www.dewatergroep.be
Advies Riopact
Volledig gunstig advies met voorwaarden
Opmerkingen:
● De diameter van de afvalwateraansluiting moet 160 mm bedragen.
● De overloop van de hemelwaterafvoer kan voor lot 2 & 3 worden aangesloten aan de bestaande beek ter hoogte van het perceel. Er dient toelating gevraagd te worden aan de waterloopbeheerder. Indien geen toelating van de waterloopbeheerder verkregen wordt dient de overloop van lot 1 & 2 te worden aangesloten op de gemengde leiding in de Merellaan en de overloop van lot 3 op de gemengde leiding in de Desselgemstraat.
Er dient eveneens rekening te worden gehouden met de volgende voorwaarden:
● Afvalwater en hemelwater moeten volledig gescheiden worden. Wanneer wordt aangesloten op een gemengde leiding, gebeurt het samenbrengen van afvalwater- en hemelwaterafvoer op max. 50 cm van elkaar ter hoogte van het openbaar domein. Er dient op beide aansluitingen een externe toezichtmogelijkheid (huisaansluitputje) voorzien te worden.
● De aansluiting dient te worden aangeboden met een diepte van 80 cm onder het straatniveau.
● De zone is gelegen in overstromingsgevoelig gebied. Bij het bouwen in een zone die gelegen is in overstromingsgevoelig gebied, is het van belang dat er voldoende aandacht wordt besteed aan waterveilig bouwen en aan het bewaren en herstellen van de ruimte voor water (bv overstroombare kelders, bouwen op palen,...). Verder dient er ook een advies verkregen te worden via de waterloopbeheerder en dient er rekening gehouden te worden met de voorwaarden volgend uit de watertoets.
● Indien afvoerpunten van het gebouw lager gelegen zijn dan het straatniveau dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient in het private leidingenstelsel geplaatst te worden en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder.
● Ter hoogte van het perceel bevindt zich een leiding met erfdienstbaarheid. Deze mag niet worden afgesloten of aangepast zonder toestemming van de rioolbeheerder. Eventuele inspectieputten en/of hydraulische structuren dienen bereikbaar te blijven.
● Alvorens een verkoopbaarheidsattest kan worden afgeleverd dient aan alle voorwaarden te worden voldaan.
● De aansluiting op de openbare riolering dient steeds te gebeuren door Riopact, voor de aanvraag van uw rioolaansluiting verwijzen wij graag naar onze website www.riopact.be, 'Rioolaansluiting aanvragen'. Let op, er dient per perceel een aparte aanvraag ingediend te worden, met als bijlage het rioleringsplan met aanduiding van de aangevraagde rioolaansluitingen.
● Bij het ontwerp en de uitvoering van de werken dient rekening te worden gehouden met het 'Reglement Ontwikkelingen met impact op de rioleringsinfrastructuur' van Riopact. In voorkomend geval kan De Watergroep nog een advies indienen dat betrekking heeft op de distributieleidingen voor drinkwater en op de bescherming van de drinkwaterbronnen.
Daarnaast zijn ook de algemene voorwaarden van Riopact van toepassing.
Het dossier werd op 24 juni 2025 voor advies overgemaakt aan Wyre De adviesinstantie bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken.
Er werd een offerte (zie bijlage) opgesteld. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.
Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.
Het dossier werd op 24 juni 2025 voor advies overgemaakt aan Fluvius. De adviesinstantie bracht geen advies uit.
Het dossier werd op respectievelijk 24 juni 2025 en 1 juli 2025 voor intern advies voorgelegd aan de gemeentelijke expert mobiliteit, aan de coördinator wegen en water en aan de coördinator groen en proper. De deskundigen formuleerden volgend advies:
De expert mobiliteit geeft een positief advies vanuit volgende overwegingen
● bij het huidig snelheidsregime in de Merellaan is er een voetpad beschikbaar aan de overzijde om voetgangers van gemotoriseerd verkeer te scheiden;
● in de Desselgemstraat is er geen bestaand voetpad om op aan te sluiten;
● de gemeente wenst de aanwezige bomen te behouden;
● de gemeente wil inzetten op ontharding;
● het is wenselijk dat een integrale onthardings- en mobiliteitsvisie voor de wijk uitgewerkt wordt met daarin zowel het snelheidsregime als de aan te leggen, te behouden of te supprimeren voetpaden, op basis van de principes uit het gemeentelijk mobiliteitsplan.
De coördinator wegen en water formuleert volgende opmerkingen:
Kant Merellaan
● De voorgestelde strook voor grondafstand van 1,00 m is voldoende voor de aanleg van nutsleidingen.
● Aangezien er volgens de dienst mobiliteit geen voetpad nodig is wordt die zone best ingezaaid met gras.
Kant Desselgemstraat
● Bij de bestaande verkaveling aan de zuidzijde werd een voetpadstrook in gras voorzien en een haag. Dit doortrekken over de breedte van lot 3.
● Door de aanwezigheid van nutsleidingen die zich te dicht bij de rooilijn bevinden werd gevraagd voldoende grond af te staan zodat er niets op privaat terrein zou komen. De rooilijn loopt evenwijdig met het midden van de Desselgemstraat.
● Aangezien het nog niet duidelijk is waar de oprit naar de woning zich zal bevinden wordt de afgestane grond best ingezaaid met gras. De oprit kan dan door de bewoner uitgevoerd worden via een machtiging voor het uitvoeren van werken op het openbaar domein.
De coördinator groen en proper formuleert volgende opmerkingen:
● De huidige straatbomen (Acer campestre) moeten behouden blijven. Hiermee dient men rekening te houden bij de inplanting van garages/carports/opritten.
● De grond die wordt afgestaan, dient men in te zaaien met gazon.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.a. Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, meer bepaald aan de voorschriften van het stedelijk woongebied.
In deze zone gelden de voorschriften van Art. 7.1. stedelijk woongebied, waarbij §1 als volgt luidt:
Het gebied is bestemd voor wonen, openbare groene en verharde ruimten en aan het wonen verwante voorzieningen. Onder aan het wonen verwante voorzieningen worden verstaan: handel, horeca, bedrijven, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, kantoren en diensten, parkeer- en openbaar vervoervoorzieningen, openbare groene en verharde ruimten, socio-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen.
Het gevraagde is in overeenstemming met het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gezien de aanvraag voorziet in het realiseren van bijkomende eengezinswoningen evenals wegenis en openbare groene ruimten.
7.b. Decretale beoordelingsgronden
Voldoende uitgeruste weg (artikel 4.3.5.,VCRO)
De aanvraag is gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, zijnde een weg die met duurzame materialen is verhard en voorzien is van een elektriciteitsnet. Tevens voldoet de weg aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, waaronder de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
Bedrijfswoningen (artikel 4.3.6.,VCRO)
De aanvraag voorziet niet in de oprichting van een bedrijfswoning waardoor de bepalingen van artikel 4.3.6 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening niet van toepassing zijn.
Toegankelijkheid (artikel 4.3.7.,VCRO)
Artikel 4.3.7. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de stedenbouwkundige vergunning voor de handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, niet wordt verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regelen betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen.
Uit nazicht van het onderwerp blijkt het gevraagde buiten het toepassingsgebied te vallen zoals omschreven in hoofdstuk 2 van de gewestelijk stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
Rooilijnen, achteruitbouwstroken en reservatiestroken (artikel 4.3.8.,VCRO)
De aanvraag wordt niet getroffen door een rooilijn, reservatiestrook of achteruitbouwstrook.
Rioleringstoets (artikel 4.3.9.,VCRO)
Voor het uitvoeren van de rioleringstoets werd advies gevraagd aan Riopact. Het projectgebied is volgens het zoneringsplan gelegen in het centraal gebied. Het afvalwater (DWA) en hemelwater (RWA) moeten op perceelsniveau volledig gescheiden ingezameld worden en apart tot aan de rooilijn worden gebracht. Dit betekent dat enkel de afvoeren van toiletten, lavabo's en dergelijke worden aangesloten op vuilwaterleiding en dakafvoer en andere verharde oppervlaktes worden aangesloten op een aparte regenwaterleiding. Indien afvoerpunten van het gebouw lager gelegen zijn dan het straatniveau dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient in het private leidingenstelsel geplaatst te worden en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder.
Er wordt een voorwaardelijke gunstig advies gegeven. De voorwaarden geformuleerd in het advies van Riopact, zoals in hoofdstuk 5 ‘Adviezen’ opgenomen dienen strikt gevolgd te worden.
Stikstoftoets
Voor een eengezinswoning, kunnen we uitgaan van ongeveer 2920 vervoersbewegingen per jaar (4 personen*2 vervoersbewegingen/persoon*365 dagen/jaar= 2920 jaarlijkse vervoersbewegingen). Het verkavelingsontwerp voorziet 3 loten, wat betekent dat er jaarlijks gemiddeld 8760 vervoersbewegingen verwacht worden. Dit is minder dan 70.000 jaarlijkse vervoersbewegingen (VITO tabel 3, licht verkeer, KDW =6 en afstand = 0). Dit betekent dat zelfs indien een huis op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact van het verkeer nog niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1 % de minimis. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van de bouw van deze eengezinswoningen, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1 %" .
7.c. Wegeniswerken
De verkavelingsaanvraag omvat geen aanleg van nieuwe gemeentelijke verkeerswegen noch tracéwijziging, verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijk verkeerswegen. In de verkaveling is wel voorzien in een beperkte grondafstand zowel langs de waterloop als langs de beide bestaande gemeentewegen. Bij het dossier is bijgevolg een rooilijnplan gevoegd.
De gemeenteraad diende een besluit te nemen over het gewijzigde rooilijnplan. In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen kan de verplaatsing van de rooilijn als volgt gemotiveerd worden:
1) Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:
○ Het algemeen belang wordt niet geschonden gezien de aanvraag tot doel heeft de nutsvoorzieningen in het gedeelte openbaar domein te kunnen voorzien en de bestaande straatbomen te kunnen behouden.
2) Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:
○ De motivatie in het kader van de gedeeltelijke verplaatsing werd hierboven reeds uiteengezet en heeft een beperkte impact.
3) De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen:
○ De wijziging aan de rooilijn heeft geen impact op de verkeersveiligheid en de ontsluiting van de aanpalende percelen, gezien de wijziging zich beperkt tot de percelen binnen de verkavelingsaanvraag.
4) Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:
○ De wijziging aan de rooilijn heeft geen impact op het wegennet van naburige gemeenten gezien de ruime afstand tot de gemeentegrenzen.
5) Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:
○ De aanvraag heeft geen impact op de actuele functie van de gemeenteweg.
○ Door de verplaatsing van de rooilijn zal meer ruimte ontstaan voor de nutsvoorzieningen in het openbaar domein. Ook de straatbomen kunnen behouden blijven wat een positieve impact heeft op het bestaande straatbeeld en op klimaat en biodiversiteit.
De gemeenteraad heeft in zitting van 27 november 2025 het volgende beslist:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit het gewijzigde gemeentelijk rooilijnplan voor de Merellaan en de Desselgemstraat ter hoogte van de verkaveling (OMV_2025066250), percelen gekadastreerd afdeling 1; sectie A, nummer 355D zoals aangeduid op het rooilijnplan (VA_VP_N_rooilijnplan-grondafstand.pdf) goed te keuren.
Voor de uitrusting van de verkaveling is advies gevraagd aan de nutsmaatschappijen. Er is een uitbreiding nodig van de netten van De Watergroep (drinkwater en riolering) en Wyre.
In de diverse adviezen zijn offertes opgenomen en is opgenomen dat het verkoopbaarheidsattest pas afgeleverd kan worden nadat voldaan is aan alle voorwaarden en verplichtingen opgelegd in de adviezen.
Het naleven van deze adviezen dient bijgevolg opgenomen te worden in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning.
7.d. Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) doch ligt deels in een pluviale risicozone voor overstromingen. Er dringen zich aanpassingen op om hinder te vermijden.
Voor het uitvoeren van de watertoets werd advies gevraagd aan de provinciale dienst Integraal Waterbeleid. Er werden verschillende voorwaarden geformuleerd die als volgt samengevat kunnen worden:
● De toekomstige woningen dienen klimaatrobuust gebouwd te worden cf. de vermelde bepalingen.
● Bij de toekomstige aanvraag voor het bouwen van woningen dient er rekening gehouden te worden dat iedere inname van ruimte voor water dient gecompenseerd te worden, en dit op eigen terrein (ophoging van de tuinzones wordt niet toegestaan).
● Het is aan de ontwerper van de verkaveling om te voorzien in duidelijke verkavelingsvoorschriften die voldoen aan bovenstaande voorwaarden.
● De vrijgekomen aarde dient cf. de bepalingen (afvoeren en/of via vergunning) hier bovenvermeld te worden verwerkt.
● De compensatiemaatregelen m.b.t. in te nemen overstromingszones dienen volledig gerealiseerd te worden vooraleer handelingen worden gestart in de overstromingszones.
Deze voorwaarden worden gelet op de expertise van de adviesinstantie overgenomen.
7.e. Mer-screening
De bouwaanvraag valt onder het toepassingsgebied van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december, meerbepaald rubrieknummer 10b stedelijke ontwikkeling.
In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). De mer-screening wordt toegevoegd in de voorbehouden velden in het omgevingsloket. Hierbij werden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist
7.f. Natuurtoets
Niet van toepassing.
7.g. Erfgoed-/archeologietoets
Archeologietoets
De aanvraag is vergezeld van een archeologienota die kadert in het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, gezien een bodemingreep beoogd wordt die groter is dan 1.000 m². De archeologienota werd opgemaakt onder de supervisie van een erkend archeoloog.
De archeologienota werd gemeld aan het agentschap Onroerend Erfgoed op 1 juni 2025 en is gepubliceerd op de website op 17 juni 2025 waardoor akte van genomen werd. In de voorwaarden bij afgifte van de vergunning moet het volgende opgenomen worden.
De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/33469 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die nota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.
7.h. Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.i. Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.j. Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.k. Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het verkavelen van een perceel die paalt aan zowel de Merellaan en de Desselgemstraat. Het terrein wordt opgesplitst in 3 loten voor open eengezinswoningen. Bij het wonen worden functies, complementair aan het wonen zoals kantoren, vrij beroep, handel, dienstverlening en ambacht toegelaten met een maximale oppervlakte van 30 %.
Gezien de ontsluiting voornamelijk via een woonwijk verloopt, worden handelsactiviteiten en ambachtelijke functies uitgesloten. Handelsfuncties worden bij voorkeur voorzien in de kern en ambachtelijke activiteiten zijn moeilijk verenigbaar met de directe omgeving waar het residentieel karakter primeert.
Inplanting en ruimtegebruik:
De inplanting van de woning wordt voorzien op 6 m achter de rooilijn. Een dergelijke inplanting is standaard en laat toe om een wagen te plaatsen in de voortuinstrook.
De voorschriften 1.3 en 3.2 zijn niet op elkaar afgestemd. Daar waar 1.3. voorschrijft dat enkel een aaneengesloten dubbele oprit mogelijk is, vermeld voorschrift 3.2. dat enkel noodzakelijke toegangen tot woning en garage mogelijk zijn. Afhankelijk van de breedte en inplanting van de garage is niet steeds een dubbele oprit als noodzakelijke toegang te voorzien. De vermelding van een aaneengesloten dubbele oprit in voorschrift 1.3. dient geschrapt te worden.
Voorschrift 2.1.a voorziet een maximale terreinbezetting van 40 %. Gezien het watergevoelige karakter van het perceel en rekening houdend met de maximale bouwkaders is een terreinbezetting van 30 % voldoende. Dit dient te worden aangepast.
Bouwvolume en gabarit:
Het volume van de woningen kan maximaal bestaan uit 2 bouwlagen met een hellend dak. Dit sluit aan bij de bestaande morfologie en garandeert een compacte bouwvorm. Om voldoende lichtinval en privacy te garanderen op de aanpalend percelen dient voorschrift 2.1. b aangevuld te worden als volgt: de 2e bouwlaag wordt op 4 m van de zijperceelsgrenzen voorzien. De maximale dakhelling dient te worden aangepast naar max. 45°. Hierdoor zal een betere esthetische aansluiting worden voorzien en wordt een overmatige nokhoogte voorkomen.
De voorschriften voorzien geen maximale bouwdiepte op het verdiep. Om schaduwwerking te beperken en om te voldoen aan de in de gemeente gehanteerde standaardnormen, dient dit te worden beperkt tot een diepte van 12 m. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.
De voorschriften voorzien de mogelijkheid om een carport te voorzien in de zijtuinstrook en dat op 3 m achter de voorbouwlijn. Een carport in de vrije zijstrook is mogelijk mits de carport opgetrokken wordt minstens 3 m achter de gekozen voorgevelbouwlijn, de hoogte beperkt wordt tot max. 3,5 m en opgetrokken met min. 3 open zijden, de dakvorm is vrij. ). Door de hoogte te beperken tot 3,5 m kan nog steeds een (beperkt) hellende dakconstructie voorzien worden maar blijft de carport een duidelijk ondergeschikte constructie in de zijtuinstrook wat noodzakelijk is om het open karakter van de woning te kunnen motiveren. Dit dient te worden aangepast in de voorschriften.
Verschijningsvorm:
De voorschriften voorzien dat de woning wordt opgetrokken in duurzame, esthetisch verantwoorde materialen zoals gevelbepleistering, leien, metselwerk. Gezien leien in de directe omgeving niet voorkomen en visueel niet bijdragen aan een harmonieuze integratie, worden leien als gevelmateriaal uitgesloten van vergunning. Dit voorschrift voorziet voldoende garanties dat de nieuw te bouwen woningen geïntegreerd kan worden in de directe omgeving.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
Ten gevolge van de geplande werken wordt een toename van de verkeersaantrek verwacht. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen.
De voorschriften voorzien geen bepalingen mbt rond parkeren op eigen terrein. Het is aangewezen dat er 2 autostaanplaatsen op private eigendom voorzien worden. Dit kan onder de vorm van een carport of inpandige garage en een parkeerplaats. Dit dient aangevuld te worden in de voorschriften. Op die manier zal voldoende parkeerruimte op eigen terrein voorzien worden om parkeerdruk in de directe omgeving te vermijden.
Groen- en omgevingsaanleg:
Het ontwerp voorziet 3 loten die ruim genoeg zijn om te voorzien in een kwalitatieve buitenruimte. De voorschriften leggen veel nadruk op het groene karakter van de tuinzone. Echter wordt dit onvoldoende gekwantificeerd. De geplande verharding in de voortuin dient, in functie van de waterhuishouding te worden voorzien in waterdoorlatende verharding . Dit wordt toegevoegd aan de voorschriften.
De waterhuishouding is een beperkende factor voor het perceel. Elke reliëfwijziging dient daarom een rechtstreeks verband te houden met klimaatrobuust bouwen. Elke reliëfwijzigingen in de tuinzone wordt uitgesloten. De voorschriften dienen hierop aangepast te worden. Hiervoor wordt gerefereerd naar de voorwaarden uit het advies van de provinciale dienst Integraal Waterbeleid.
Het terrein kan een bijdrage leveren aan het verhogen van de boomkruindekking en de 3x30x300 regel. Om meer zichtbaar groen in het straatbeeld te brengen, wordt aanvullend als voorwaarde opgelegd dat er in de tuinzone per lot een hoogstammige boom moet worden aangeplant.
De voorschriften voorzien bijgebouwen tot 80 m². Niettegenstaande de percelen ruim zijn, dient zowel rekening te worden gehouden met de waterhuishouding als met de gangbare norm aan bijgebouwen. Daarom dient in voorschrift 2.2.a de oppervlakte van bijgebouwen beperkt te worden tot 60 m².
Conclusie
Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.l. Resultaten openbaar onderzoek
Het ontvangen bezwaarschrift werd tijdig ingediend en is ontvankelijk.
Het college van burgemeester en schepenen behandelde in zitting van 5 november 2025 het bezwaar als volgt:
Het maximale bouwvolume is buitenproportioneel ten opzichte van de woningen in de directe omgeving en kan leiden tot een onevenwichtige verhouding met de woningen in de directe omgeving. Een hellend dak met een hellingsgraad tot 50° en een max. nokhoogte van 12,30 m zal te veel hinder veroorzaken bij de buren. De voorschriften dienen aangepast te worden.
Dit onderdeel van het bezwaarschrift is gegrond.
Dit onderdeel van het bezwaarschrift is gegrond.
Dit onderdeel van het bezwaarschrift is gegrond.
Dit onderdeel van het bezwaarschrift is gegrond.
7.m. Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.n. Bespreking adviezen
Nutsmaatschappijen Wyre, Proximus en De Watergroep formuleren een aantal voorwaarden. Deze dienen, gezien de specifieke problematiek stipt nageleefd te worden.
Het advies van de PTD is verwerkt in de watertoets en behoeft geen verdere beoordeling meer.
In navolging van de uitgebrachte interne adviezen is het wenselijk nog volgende bijkomende voorwaarden op te leggen:
● De bestaande straatbomen dienen behouden te blijven. Hiermee dient rekening gehouden te worden bij de inplanting van garages/carports/opritten.
● De gronden die afgestaan zullen worden dienen ingezaaid te worden.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Jean Van Wanseele namens WINGMAN BV met als contactadres Leeuwkestraat 1 bus 01 te 8790 Waregem, voor het verkavelen van een perceel tot 3 loten voor woningbouw, op een perceel gelegen Desselgemstraat en Merellaan en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 355 D , mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● Voorschriften als volgt aan te passen
○ 1.1.B handelsactiviteiten en ambachtelijke functies worden uitgesloten
○ 1.1.A. toevoegen dat minstens 2 autostandplaatsen op private eigendom voorzien worden
○ 1.3 aanpassen conform voorschrift 3.2 en enkel de strikt noodzakelijk toegangen tot woning en garage/carport toe te laten.
○ 2.1. A max terreinbezetting bedraagt 30 % ipv 40 %
○ 2.1. B de 2e bouwlaag moet voorzien worden op 4 m van de zijperceelsgrenzen - het gedeelte van 1 bouwlaag kan op 3 m voorzien worden
○ 2.1.C. de dakhelling van het hoofdgebouw kan maximaal 45° bedragen
○ 2.1.C. toevoegen dat de bouwdiepte op de verdieping beperkt blijft tot 12 m
○ 2.1.D leien als verantwoord gevelmateriaal te schrappen
○ 2.2.A de oppervlakte van de bijgebouwen per lot te beperken tot maximaal 60 m²
○ 2.3.A toevoegen dat carport 3 zijden open is en dat de carport bij lot 1 niet voorzien kan worden in de linker vrije zijtuinstrook
○ 2.3.B.de maximale hoogte van de carport in de vrije zijstrook beperken tot 3,50 m in plaats van 4,50 m
○ 3.1. reliëfwijzigingen in tuinzone zijn niet toegelaten
○ 3.2. verharding in voortuin moet waterdoorlatend zijn
○ 3.3. toevoegen dat in de tuinzone per lot de aanplant van min 1 hoogstammige boom verplicht is
○ 3.4 afsluitingen (levende hagen) op de overige perceelsgrenzen kunnen enkel mits wederzijdse toestemming op de perceelsgrens geplaatst worden, zoniet moeten de wettelijke afstanden tot de perceelsgrens gevrijwaard blijven.
● Uit het advies PTD en de watertoets zijn volgende specifieke voorwaarden na te leven:
○ De toekomstige woningen dienen klimaatrobuust gebouwd te worden cf. de vermelde bepalingen.
○ Bij de toekomstige aanvraag voor het bouwen van woningen dient er rekening gehouden te worden dat iedere inname van ruimte voor water dient gecompenseerd te worden, en dit op eigen terrein (ophoging van de tuinzones wordt niet toegestaan).
○ Het is aan de ontwerper van de verkaveling om te voorzien in duidelijke verkavelingsvoorschriften die voldoen aan bovenstaande voorwaarden.
○ De vrijgekomen aarde dient conform de bepalingen (afvoeren en/of via vergunning) hier bovenvermeld te worden verwerkt.
○ De compensatiemaatregelen m.b.t. in te nemen overstromingszones dienen volledig gerealiseerd te worden vooraleer handelingen worden gestart in de overstromingszones.
● De bestaande straatbomen dienen behouden te blijven. Hiermee dient rekening gehouden te worden bij de inplanting van garages/carports/opritten.
● De gronden die afgestaan zullen worden dienen ingezaaid te worden.
● De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/33469 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die nota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.
● Alle voorwaarden, gesteld door de adviesinstanties dienen integraal nageleefd te worden.
● Het verkoopbaarheidsattest zal pas afgeleverd worden nadat de verkavelaar voldaan heeft aan alle financiële en contractuele verplichtingen opgelegd door Riopact en na voorlegging van een attest door De Watergroep.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.36. Reglement - directe belasting op werken voor het verbreden en aanleggen van voetpaden - verlenging - verzoek agendering GR
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om het reglement "directe belasting op werken voor het verbreden en aanleggen van voetpaden" voor goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Motivering
Voorliggend reglement betreft de verlenging van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van17 december 2020 en dat eindigt op 31 december 2025.
De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:
De aanleg, verbetering en uitrusting van openbare wegen met onder meer voetpaden gaat
om uitgaven van algemeen belang die ook een meerwaarde kunnen betekenen voor de
eigendommen gelegen langsheen de aangelegde, verbeterde of uitgeruste wegen.
Het feit dat er enerzijds nog afbetalingen van belastingplichtigen in het kader van eerder
uitgevoerde werken lopende zijn en er anderzijds regelmatig nog nieuwe stukken voetpad
aangelegd worden waarop dit reglement van toepassing is, zorgt ervoor dat een aanpassing
of afschaffing van dit reglement niet evident is. Bijgevolg zal er externe expertise nodig zijn
om te onderzoeken welke juridische mogelijkheden er zijn om dit reglement aan te passen
en tot zolang wordt het huidig reglement best aangehouden.
Conform artikel 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van gemeentebelastingen tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
Geen financiële impact.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend reglement voor goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad:
REGLEMENT DIRECTE BELASTING OP WERKEN VOOR HET VERBREDEN EN AANLEGGEN VAN VOETPADEN
Art. 1. - Met ingang van 1 januari 2026 en voor een periode eindigend op 31 december 2031,
wordt ten behoeve van de gemeente onder de navolgende voorwaarden een gemeentelijke
belasting geheven op het aanleggen van voetpaden, waarvan de voltooiing geschied is
tijdens de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.
Art. 2. -
§ 1. Worden onderworpen aan een jaarlijkse directe belasting, waarbij de door de gemeente
gedane kosten worden teruggevorderd, de al dan niet aangelande eigendommen gelegen
langsheen openbare wegen of gedeelten van openbare wegen, waarlangs voetpaden
worden aangelegd of verbreed.
De onderhoudskosten en de normale vernieuwingskosten vallen niet ten laste van de
boordeigenaars.
§ 2. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 100 % van de som van de
verhaalbare uitgaven, benevens de intresten.
De duur van de terugbetaling wordt vastgesteld op 20 jaar.
Art. 3. - De terugvorderbare uitgaven zijn:
• de kosten van de grondwerken;
• de kosten van het wegnemen van de bestaande bedekking;
• de kosten van de funderingen en van de nieuwe bedekking, evenals van het plaatsen
ervan.
De maximum breedte van het voetpad die in aanmerking genomen wordt voor de vaststelling
van het bedrag van de belasting kan slechts berekend worden op een voetpadbreedte van
1,5 m.
De werken worden uitgevoerd, hetzij door de eigen gemeentediensten, hetzij door een
openbare of private onderneming, op last van het gemeentebestuur.
Art. 4. - De terugvorderbare uitgave die iedere eigendom treft is gelijk aan de eenheidsprijs
per strekkende meter vermenigvuldigd met de lengte van de eigendom aan de straatzijde,
zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 5.
De eenheidsprijs per strekkende meter wordt bekomen door het geheel van de verhaalbare
uitgaven te delen door de totale lengte van de eigendommen aan de straatzijde.
Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek gevormd door twee openbare
wegen, wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde.
Art. 5. - Wanneer er twee of meer eigendommen of gedeelten van eigendommen gelegen
zijn binnen één der zones die zich langs beide zijden van de weg uitstrekken, over een
diepte van 12 meter, dan wordt de belasting, die berekend wordt overeenkomstig artikel 4,
verdeeld onder de betrokken eigenaars in verhouding tot de oppervlakte die zij binnen de
betrokken strook bezitten.
Wanneer er een strook non aedificandi bestaat, wordt er voor de berekening van de diepte
van 12 meter, zoals bedoeld in alinea 1, met de diepte van deze strook geen rekening
gehouden.
Art. 6. - In de mate waarin de stroken, bepaald in het voorgaande artikel, elkaar dekken, kan
een eigendom of een gedeelte van een eigendom niet tweemaal worden belast wegens
werken uitgevoerd in twee verschillende wegen.
Wanneer werken gelijktijdig aan twee verschillende wegen uitgevoerd worden, geldt de
vrijstelling voor de belasting die verschuldigd is voor de werken aan de weg waar de
belasting het laagst is.
Dit artikel is niet van toepassing op de hoekterreinen.
Art. 7. - Voor de eigendommen, gelegen op de hoek van twee straten, zal de
belastingplichtige slechts de belasting verschuldigd zijn voor de frontgevel met de grootste
lengte.
Indien de langste frontgevel paalt aan de openbare weg, waarvoor de onderhavige belasting
niet verschuldigd is, zal hij worden aangeslagen voor de frontgevel met de kleinste lengte. Bij
de uitvoering van de werken langs de frontgevel met de grootste lengte en indien de huidige
belasting reeds toegepast werd langs de frontgevel met de kleinste lengte, zal hij worden
aangeslagen voor het verschil in de frontlengte.
In toepassing van de voorgaande alinea's, kan de vrijstelling voor die welbepaalde
eigendommen echter nooit meer dan twintig meter bedragen.
Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek wordt de lengte ervan voor de helft
aangerekend langs elke straatzijde of gedeelte van een straatzijde.
De verkaveling of de wijziging van de oppervlakte van een eigendom brengt geen
verandering in de bij onderhavig artikel bepaalde vrijstelling.
Art. 8. - De jaarlijkse belasting omvat de jaarlijkse schijf van het terug te betalen kapitaal dat
aangewend werd ter betaling van de terugvorderbare uitgaven, vermeerderd met het bedrag
van de intrest die op het niet-teruggestorte gedeelte moet worden betaald. De jaarlijkse
belastingen kunnen worden berekend onder de vorm van vaste jaarlijkse bedragen.
De toe te passen rentevoet is de rentevoet waaraan de gemeente zelf leent voor de werken
waaruit de belasting voortvloeit. In het geval de gemeente geen lening aangaat voor de
werken is de gemiddelde rentevoet van toepassing die op het ogenblik dat de werken ten
einde zijn door de banken aan de gemeente wordt aangeboden voor een lening voor een
duur van 20 jaar.
Art. 9. - Na de voltooiing van de werken zal aan de belastingplichtige een kostenstaat
gezonden worden behelzende zijn aandeel in de uitgaven van de uitgevoerde werken,
berekend aan de hand van hetgeen onder artikel 3 en 4 bepaald werd. Deze afrekening van
de verhaalbare uitgaven, vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen,
houdt geen rekening met de toelagen die worden toegekend of die zouden kunnen
toegekend worden voor werken van die aard door de openbare besturen.
Vanaf de verzendingsdatum van de kostenstaat, vastgesteld bij aangetekend schrijven,
beschikt de betrokken boordeigenaar over drie maanden om het volledige bedrag te
vereffenen, zonder intrest, na die termijn is artikel 8 van toepassing.
Art. 10. - De belastingplichtige kan, te allen tijde, de eigendom ontlasten van het bedrag van
de terugvorderbare uitgave, die erop betrekking heeft, door aan de gemeente het bedrag van
de nog niet eisbare schijven van het kapitaal te storten.
De intrest is steeds verschuldigd voor het jaar tijdens hetwelk de betaling plaats heeft,
behalve bij toepassing van artikel 9.
Art. 11. - Het gemeentebestuur verbindt zich ertoe aan de belastingplichtigen die de
belasting in kapitaal mochten hebben gekweten, de bedragen terug te betalen die ooit
zouden moeten beschouwd worden als ten onrechte betaald, ingevolge de opheffing of de
niet-hernieuwing van de verordening of ten gevolge van de verlaging van de belastingvoeten.
In dat laatste geval zal de terugbetaling enkel gebeuren in verhouding tot de vermindering
van de belastingvoeten, waarvan de belastingplichtigen, die jaarlijks ingekohierd worden,
zullen genieten.
Art. 12. - De belasting slaat op de eigendom en is verschuldigd door de eigenaar.
Ingeval er een recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik bestaat is de belasting
verschuldigd door de opstalhouder, de erfpachter, of de vruchtgebruiker, terwijl de eigenaar
hoofdelijk mede de belasting verschuldigd is.
Wanneer de eigendom bestaat uit een gebouw met meerdere appartementen waarop de
verschillende eigenaars een uitsluitend recht hebben, dan wordt de belasting die betrekking
heeft op het gebouw, verdeeld onder hen in verhouding van het respectief aandeel in de
gemeenschappelijke gedeelten.
Ingeval van overgang van onroerende zakelijke rechten, wordt de nieuwe eigenaar
belastingplichtig vanaf 1 januari volgend op de datum van de akte die hem het recht toekent.
Art. 13. - Worden op de rol gebracht, de schuldenaren, aangeduid zoals bepaald in artikel 12
ingevolge hun hoedanigheid van belastingplichtige op 1 januari volgende op de voltooiing
van de werken en op 1 januari van ieder volgend belastingdienstjaar.
Art. 14. - De eerste jaarlijkse belasting is verschuldigd op de 1ste januari volgend op de
voltooiing van de werken, vastgesteld door een besluit van het college van burgemeester en
schepenen.
Art. 15. - De belasting wordt uitgesteld in de volgende gevallen:
1° Wanneer de huidige belastingplichtige vrijgesteld is ingevolge de wetten en besluiten.
2° Voor de niet-bebouwde terreinen die gelegen zijn in de landelijke gedeelten van de
gemeenten, zoals die afgebakend zijn in het gewestplan.
3° Voor de terreinen waarop het ingevolge een beslissing van de overheid niet toegelaten of
niet mogelijk is te bouwen.
Wanneer de toestand om reden waarvan de belasting uitgesteld werd, geheel of gedeeltelijk
een einde neemt vóór het verstrijken van een periode van 10 jaar te rekenen vanaf het
eerste belastingdienstjaar, is de jaarlijkse belasting verschuldigd vanaf 1 januari
hierop volgend.
Indien, bij het verstrijken van de 10 jaar, deze toestand nog geen einde genomen heeft,
wordt het goed definitief vrijgesteld.
Art. 16. - De bepalingen van de vroeger van kracht zijnde reglementen op de
verhaalbelastingen blijven van kracht op de toestanden die tijdens hun heffingstermijn
ontstonden.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.37. Premiereglement - aanleg en onderhoud kleine landschapselementen (KLE's) - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het premiereglement "Aanleg en onderhoud kleine landschapselementen (KLE’s)" voor goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Motivering
Voorliggend reglement betreft de aanpassing van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van10 september 2020.
De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:
Het huidige premiereglement "Aanleg en onderhoud kleine landschapselementen (KLE’s)" eindigt op 31 december 2025.
Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 11 juni 2025 de principiële goedkeuring om in te stappen in het gemeenschappelijk KLE-reglement van het Regionaal Landschap Leie en Schelde voor Zuid-West-Vlaanderen en zou nadien de toekomstige definitieve versie ter goedkeuring voorleggen aan de gemeenteraad. Hierin werden de voordelen van een gemeenschappelijk premiereglement opgesomd.
Conform artikel 41, tweede lid, 23° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van subsidiereglementen tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 41, tweede lid, 23° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële impact.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend reglement voor goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad:
PREMIEREGLEMENT ‘AANLEG EN ONDERHOUD KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE’S)’
Begrippen
Art. 1.
● Afzetten: bomen en struiken afzagen op een hoogte die ongeveer gelijk is aan de dikte van de stam of takken. Afgezette bomen en struiken maken nieuwe takken aan vanuit de overgebleven stomp of wortels.
● Autochtoon plantgoed (Label ‘Plant van Hier’): een individuele plant is autochtoon of oorspronkelijk inheems in een bepaalde streek als deze een nakomeling is van planten die zich sinds hun spontane vestiging na de laatste ijstijd altijd natuurlijk hebben verjongd, of die kunstmatig vermeerderd werden met strikt lokaal materiaal.
● Bomenrij: lijnvormige aanplant van bomen.
● Bosgoed: plantgoed dat 2 à 3 jaar oud en ongeveer 80 tot 120 cm lang is en standaard gebruikt wordt bij aanplantingen.
● Bos(je): vlakvormige aanplant waarvan de bomen en de houtachtige struikvegetaties het belangrijkste bestanddeel uitmaken.
● Bosrand: overgang tussen een open terrein en een bosgebied. Een ecologisch goede bosrand bestaat uit een mantel en een zoom. De mantel is een struikzone. De zoom is een zone met ruigtekruiden. De breedte van een goede bosrand varieert tussen de 1 tot 1,5 maal de boomhoogte.
● Gemeenteweg: openbare weg die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond.
● Haag: dichte en doorlopende rij houtige struiken die door regelmatige en frequente snoei in vorm gehouden wordt.
● Heg: dichte en doorlopende rij houtige struiken met een minimaal beheer.
● Hakhoutbosje: bos(je) dat beheerd wordt door periodiek afzetten tot op een hoogte die ongeveer gelijk is aan de dikte van de stam of takken.
● Herstelaanplant: aanplanten van plantgoed om gaten te dichten in lijn- of vlakvormige aanplantingen om het oorspronkelijke streefbeeld te herstellen.
● Hoogstammig plantgoed: plantgoed met een takvrije stam en op 180 à 200 cm het begin van de kruin.
● Hoogstamboomgaard: aanplant van hoogstamfruitbomen in grasland in een regelmatig plantverband.
● Hoogstamfruitboom: fruitboom met een takvrije stam van minstens 180 cm.
● Hooiland: grasland met potentiële ecologische waarde, waarbij het gras periodiek wordt gemaaid en afgevoerd.
● Houtig erfgoed: beplantingsvormen die representatief zijn voor het werk van de mens of van de natuur of van beiden samen. Ze vertellen iets over de geschiedenis van een bepaalde plaats. Ze illustreren oude gebruiken (bijvoorbeeld gerechtsbomen, kapelbomen, hoekbomen, welkomstbomen), historisch landgebruik (geriefhoutbosjes, knotbomen, boomgaarden…) of bepaalde technieken (leifruit, gevlochten hagen, schermbomen),...
● Houtkant: doorlopende rij boomvormende en struikvormende soorten die beheerd worden door periodiek afzetten tot op een hoogte die ongeveer gelijk is aan de dikte van de stam.
● Inheemse (planten)soorten: plantensoorten die van nature voorkomen in een streek sinds de laatste ijstijd. Ze leveren een positieve bijdrage aan het voor de streek typische landschap en de biodiversiteit. Inheems plantgoed is niet persé autochtoon: veel inheems plantgoed is gegroeid uit zaden die niet afkomstig zijn uit onze streek. Een lijst met inheemse soorten is te vinden op www.plantvanhier.be.
● Kleine landschapselementen: lijn- of puntvormige elementen met inbegrip van de bijhorende vegetaties waarvan het uitzicht, de structuur of de aard al dan niet het resultaat zijn van menselijk handelen en die deel uitmaken van de natuur zoals bermen, bomen, houtkanten, hagen, holle wegen, hoogstamboomgaarden, sloten, struwelen, poelen, …
● Knotboom: boom die door periodiek knotten beheerd wordt. Het gaat zowel om de snelgroeiende soorten wilg en populier als trager groeiende soorten zoals els, es, haagbeuk, eik en linde.
● Leiden van hagen en heggen: vlechten van jonge twijgen of inkappen en vervolgens neerleggen van oudere stammen met als doel het bekomen van een dichte vlechtheg.
● Oude fruitrassen: oude lokale en regionale fruitrassen, horend tot het Vlaams erfgoed.
● Plantaardige beheerresten: Plantaardig materiaal zoals maaisel, bladeren en takken dat vrijkomt bij beheerwerken.
● Plantsnoei: snoei die wordt uitgevoerd vlak voor of direct na het aanplanten van fruitbomen waarbij 1 centrale harttak en 3 à 4 gesteltakken goed verdeeld over de stam worden behouden.
● Poel: meestal door de mens uitgegraven waterpartij zonder kunstmatige waterdoorlatende laag die voornamelijk door grondwater gevoed wordt.
● Rijpe compost: compost die ouder is dan 12 maanden.
● Ruigte: vegetatie die spontaan ontstaat uit graslanden als die een paar jaar niet gemaaid worden of op verstoorde gronden voordat er struweel of bos op groeit en die bestaat uit voornamelijk snelgroeiende kruidachtige plantensoorten.
● Scheren: jaarlijks of tweejaarlijks snoeien van een haag.
● Slibruimen: verwijderen van sediment dat zich ophoopt op de bodem van poelen en sloten en dat bestaat uit afgebroken resten van bladeren, stengels, takken en afvalstoffen.
● Sloot (of gracht): ten behoeve van waterafvoer of ontwatering gegraven langwerpige waterelementen met natuurlijke oevers die niet geklasseerd zijn als waterloop die gevoed worden door regen- en/of grondwater en die het grootste deel van het jaar van nature waterhoudend zijn zonder dat er een kunstmatige water ondoorlatende laag werd aangebracht.
● Solitaire boom: alleenstaande boom.
● Spil (of veer): niet opgesnoeid hoogstammig plantgoed dat zeer geschikt is voor landschappelijke aanplantingen.
● Streekeigen (planten)soorten: plantensoorten die eigen zijn aan een bepaalde streek omdat ze inheems zijn of een cultuurhistorische link met de streek hebben en daardoor al lange tijd in de streek voorkomen.
● Struweel: vlakvormige aanplant die wordt gedomineerd door struiken die kunnen uitgroeien en eventueel sporadisch worden gesnoeid.
● Trage weg: gemeentewegen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor niet-gemotoriseerd verkeer.
● Terugsnoeien: snoeien van (vlecht)heggen of houtkanten tot op de gesteltakken. Dat voorkomt dat de landschapselementen te hoog en breed uitgroeien. Uit de gesteltakken lopen de planten opnieuw uit.
● Vlechtheg: heg of haag die ondoordringbaar wordt gemaakt door te leiden.
● Waardevolle boom: een boom die nationaal- of regionaal een belangrijke plek inneemt in de geschiedenis en/of bijzonder is op basis van leeftijd, omvang of bereikte hoogte of zich onderscheid qua functie in het landschap en/of zeldzaam is in België qua soort of variëteit en/of bijzondere planten of dieren herbergt.
Toepassingsgebied
Art. 2.
Men kan een premie verkrijgen voor het beheer(advies) van houtige kleine landschapselementen:
● voor het leiden van vlechtheggen: min. 50 m, 3 euro per meter, subsidie jaarlijks toegekend;
● voor het scheren van streekeigen landschapshagen en/of vlechtheggen langs weides en akkers: min. 50 m, 1,50 euro per meter, subsidie jaarlijks toegekend;
● voor het terugsnoeien van heggen, houtkanten of vlechtheggen met een hoogte van minimum 4 meter: min. 50 m, 3,00 euro per meter; subsidie om de drie jaar toegekend;
● voor het afzetten van heggen of houtkanten met een hoogte van minimum 4 meter: min. 50 m, 3,00 euro per meter; subsidie om de vijf jaar toegekend;
● voor het beheer van hoogstamboomgaarden: boomgaard bestaande uit min. 6 hoogstam fruitbomen
○ snoei van nieuw aangeplante fruitbomen: 5 euro per boom, jaarlijks toegekend tot 10 jaar na aanplant;
○ snoei van (jong)volwassen fruitbomen: min. 10 j oud, 10 euro per boom, om de drie jaar toegekend;
● voor het beheeradvies en/of beheer van waardevolle bomen: max 500 euro per boom, subsidie om de vijf jaar toegekend;
● voor het knotten van knotbomen: min. 5 bomen, 20 euro per boom, subsidie om de vijf jaar toegekend, indien in de knotbomenrij knotbomen ontbreken moeten die aangevuld worden. Hiervoor kan een aanvraag ingediend worden bij Regionaal Landschap Leie en Schelde.
● voor het afzetten van een hakhoutbosje met een hoogte van minimum 4 meter: 24 euro per are, subsidie om de zeven jaar toegekend, de oppervlakte bedraagt maximum 50 are per jaar per aanvrager;
● voor het beheer van houtig erfgoed gelden de subsidies voor het specifiek beheer zoals vermeld onder artikel 2.
Men kan een premie verkrijgen voor de aanleg en het beheer van poelen:
● Voor de aanleg van nieuwe poelen kan de eigenaar contact opnemen met het Regionaal Landschap Leie en Schelde. Na een terreinbezoek zal een medewerker van het regionaal landschap kunnen inschatten of de locatie voldoet aan de vereisten om een poel aan te leggen. De uitvoering kan gebeuren in samenwerking met het Regionaal Landschap Leie en Schelde
● Voor slibruimen van bestaande poelen kan de eigenaar terecht bij het regionaal landschap. Het regionaal landschap ondersteunt deze werken via hun landschapswerking. Meer info kan verkregen worden via info@rlleieschelde.be.
Men kan een premie verkrijgen voor het beheer van ecologisch waardevolle hooilanden:
● 150 euro per hectare per jaar, subsidie jaarlijks toegekend.
● Deze werken kunnen op vraag van de aanvrager verwerkt worden in een overeenkomst opgemaakt tussen de gemeente enerzijds en de beheerder anderzijds, die geldig is voor een periode van 6 jaar.
Doelstelling
Art. 3.
Deze premie heeft tot doel om bestaande waardevolle kleine landschapselementen (KLE’s) te behouden en de aanleg van nieuwe KLE’s te stimuleren. Ze zijn cruciaal voor de biodiversiteit door leefgebieden en verbindingen te bieden voor planten en dieren, ze dragen bij aan een duurzamer landschap door bodemerosie tegen te gaan, water vast te houden en CO² op te slaan, en ze verrijken het landschap zowel esthetisch als cultuurhistorisch. Bovendien leveren ze nuttige ecosysteemdiensten voor de mens, zoals beschutting voor vee, verkoeling en een aantrekkelijker landschap. Bijgevolg is het wenselijk om de aanleg en het onderhoud van KLE’s te blijven ondersteunen.
Premiegerechtigde
Art. 4.
De betoelaagde kleine landschapselementen zijn gelegen op percelen binnen of grenzend aan percelen met bestemming landbouw, bos, overig groen, reservaat en natuurgebied van de gemeente Deerlijk. De onderhoudssubsidie wordt niet toegekend voor beplantingen randbeplanting rond siertuinen. Voor het beheer van waardevolle bomen en houtig erfgoed en het beheer van hoogstamboomgaarden geldt deze beperking niet.
De aanleg of het beheer van kleine landschapselementen heeft geen commerciële doeleinden (boomkwekerij, …).
De aanleg of het beheer van kleine landschapselementen kan geen verplichting zijn die voortkomt uit voorwaarden die werden opgelegd bij een (omgevings)vergunning of machtiging.
Indien de aanvrager geen eigenaar of pachter is van de percelen waarop de kleine landschapselementen aanwezig zijn, moet hij over een schriftelijke toestemming van de eigenaar of pachter beschikken voor het uit te voeren beheer en het ontvangen van de subsidie.
Bedrag
Art. 5.
Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten verleent het college van burgemeester en schepenen een subsidie voor de aanleg en het beheer van kleine landschapselementen.
De aangevraagde betoelaging bedraagt minimum 50 en maximum 500 euro per aanvrager per jaar. De bedragen per type KLE zijn terug te vinden onder Art. 2.
Voorwaarden
Art. 6.
De betoelaagde werken moeten deskundig gebeuren, met respect voor de betrokken kleine landschapselementen en de bijhorende planten en dieren. Meer info is te vinden op tal van websites zoals https://www.ecopedia.be.
Voorwaarden voor subsidiëring bij beheer(advies) van houtige kleine landschapselementen:
● De dienst ruimte bepaalt aan de hand van een terreinbezoek of een boom al dan niet voldoet aan de omschrijving van een waardevolle boom en dus al dan niet in aanmerking komt voor de subsidie voor het beheer of beheeradvies van waardevolle bomen.
● Het beheeradvies of beheer van waardevolle bomen moet geleverd en resp. uitgevoerd worden door een gecertificeerde specialist in veteraanbomenbeheer (VETCERT-certificaat).
● De hoogte van een haag of vlechtheg na scheren bedraagt tussen 1 m en 1,5 m.
● Houtkanten van ten minste 50 meter lang, zet men per kapbeurt voor ten hoogste 1/4 van de lengte af of men spreidt de kapbeurt over 4 opeenvolgende jaren. De omlooptijd voor het afzetten van de staken bedraagt 8 tot 10 jaar (voor elzen en wilgen) of tot 30 jaar (voor hardhoutsoorten);
● Knotbomenrijen worden in een cyclus van 5 tot 6 jaar geknot.
● Onderhoudswerken voor houtkanten, knotbomen en het terugsnoeien van heggen worden uitgevoerd in de periode van 1 november tot 1 maart.
Met het indienen of laten indienen van de aanvraag verbindt de eigenaar of pachter zich tot de nodige instandhoudingszorg. Dit houdt in dat de betoelaagde aanplantingen gevrijwaard worden tegen schade vanwege vee of wild, indien vee of wild aanwezig is.
Voorwaarden voor subsidiëring bij de aanleg en beheer van poelen:
● Deze werken worden enkel betoelaagd na gunstig advies van Regionaal Landschap Leie en Schelde.
● Deze werken mogen niet als voorwaarde opgenomen zijn bij de toekenning van een omgevingsvergunning.
● De oppervlakte van een nieuwe poel bedraagt na uitvoering van de werken minimum 100 m² en maximum 250 m².
● De oppervlakte van een te ruimen poel bedraagt minimum 50 m². Het diepste punt van de poel is 1,5 à 2 meter diep.
● De oevers van een poel worden dermate aangelegd dat de bodem van de poel vanaf de rand zacht (maximaal 45°) afhelt waardoor een ondiepe oeverzone ontstaat. Dat is zeker zo voor de noordelijke kant van een poel.
● Indien er vee aanwezig is wordt minstens 2/3de van de poel ontoegankelijk gemaakt voor het vee.
● Indien de poel gelegen is in een akker wordt een bufferstrook van minstens 1 m breed voorzien.
● Er worden geen (water)dieren in of om de poel uitgezet.
● Opgaande begroeiing langs de zuidkant wordt vermeden om de beschaduwing te beperken. Omwille van cultuurhistorische redenen (bvb. vlasrootputten) kan hiervan afgeweken worden.
● In de poel worden geen instrumenten uitgespoeld die in contact zijn geweest met chemische middelen, biociden en mest.
● Er wordt geen water aan de poel onttrokken, met uitzondering van drinkwater voor het in de aangrenzende percelen ingeschaarde vee.
● De werken worden uitgevoerd in de periode augustus – januari.
● Een wadi die gegraven wordt in functie van de tijdelijke opslag en infiltratie van regenwater is geen poel en wordt bijgevolg niet betoelaagd.
Met het indienen of laten indienen van de aanvraag verbindt de eigenaar of pachter zich tot de nodige instandhoudingszorg. Hieronder wordt verstaan:
● Regelmatig maaien en afvoeren van de niet-houtachtige oevervegetatie.
● Regelmatig snoeien en/of afzetten van de houtige beplanting rondom de poel zodat voldoende zon op de poel valt en het verlandingsproces beperkt wordt. Voor uitvoering van deze werken kan een subsidie aangevraagd worden (zie Art. 2).
Voorwaarden voor subsidiëring bij beheer van ecologisch waardevolle hooilanden:
● Deze werken kunnen enkel uitgevoerd worden na gunstig advies van Regionaal Landschap Leie en Schelde. Dit advies omvat een beschrijving van het uit te voeren beheer.
● De hooilanden hebben een hoge potentiële of actuele biologische waarde die door Regionaal Landschap Leie en Schelde wordt vastgesteld op basis van de biologische waarderingskaart en/of waarnemingen op het terrein.
● Er wordt maximum twee maal per jaar gemaaid (eerste keer na half juni een tweede keer eind september/begin oktober) met eventueel als startbeheer een extra maaibeurt in mei.
● Er worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen aangebracht op de hooilanden, met uitzondering van bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij eventuele nabegrazing.
● Het maaisel wordt na maximum 1 week afgevoerd.
● De hooilanden hebben een aangesloten oppervlakte van minimaal 0.4 ha.
Aanvraag- en toekenningsprocedure
Art. 7.
De aanvraag tot uitbetaling kan tot drie maanden na uitvoering worden aangevraagd bij het college van burgemeester en schepenen.
De aanvraag tot uitbetaling of sluiten van een overeenkomst bevat minstens het correct ingevuld aanvraagformulier met:
● persoonlijke gegevens van de aanvrager;
● de kadastrale gegevens van het perceel/de percelen waar de werken zijn uitgevoerd;
● grondplan met aanduiding van de locatie van de werken;
● een beschrijving van de aard van de werken;
● periode van uitvoering;
● een verklaring van eigendoms- of pachtrecht of schriftelijke toelating van de eigenaar of pachter.
De aanvraag wordt aangevuld met:
● voor het sluiten van een overeenkomst voor beheer van ecologische waardevolle hooilanden: het advies met een bondige beschrijving van het toegepaste beheer, gebruikte machines, periode waarbinnen gemaaid zal worden en de wijze waarop het maaisel zal worden afgevoerd en verwerkt. Dit kan opgemaakt worden in samenspraak met Regionaal Landschap Leie en Schelde. Voor het beheer van ecologische waardevolle hooilandenwordt ten laatste 1 maand voor de uitvoering van de werken een aanvraag tot het sluiten van een overeenkomst ingediend bij het college van burgemeester en schepenen. Deze overeenkomst is geldig voor een periode van 6 jaar. Vanaf het tweede jaar volstaat het indienen van een korte beschrijving van de resultaten van het uitgevoerde beheer tijdens het afgelopen jaar;
● voor het beheer van waardevolle bomen: een kopie van het VETcert-certificaat van de uitvoerder van de beheerwerken alsook de factuur van de uitgevoerde werken;
● foto’s van voor en na de werken waarvoor een subsidie aangevraagd wordt;
● Indien de aanvrager een landbouwonderneming betreft: een verklaring op eer dat door de toekenning van de beoogde de-minimissteun het plafond van de onderneming niet wordt overschreden. Meer info op https://lv.vlaanderen.be/beleid/landbouwbeleid-eu/steunmelding/staatssteun/de-minimissteun.
Het college van burgemeester en schepenen beslist over de toekenning van de subsidie en het bedrag ervan. Deze beslissing wordt genomen na controle door de dienst ruimte op de correcte uitvoering van de aangevraagde werken en in functie van landschappelijke, ecologische, landbouwkundige, juridische en planmatige aspecten.
Indien niet aan deze voorwaarden voldaan wordt, meldt de dienst ruimte dit aan de aanvrager. Deze beschikt steeds over de mogelijkheid een aangepaste aanvraag opnieuw voor te leggen.
Wanneer de uitvoering onvolledig of gebrekkig is, kan de subsidie bij beslissing van het college van burgemeester en schepenen verminderd, uitgesteld of geweigerd worden. Vermindering, uitstelling of weigering van de subsidie wordt in alle geval gemotiveerd.
Als het totaal budget van de subsidieaanvragen groter is dan het beschikbare budget in de begroting worden de subsidies toegekend op basis van de aanvraagdatum en gaan de niet betoelaagde subsidieaanvragen automatisch over naar het volgende jaar.
Bij discussie over wie de subsidie toekomt wordt geen uitbetaling uitgevoerd.
De subsidie kan door het college van burgemeester en schepenen geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd wanneer belangrijke delen van de werken niet zijn gerealiseerd, door kennelijk gebrek aan zorg niet in stand zijn gehouden of indien sprake is van fraude (dubbele subsidiëring, valse verklaringen …).
In geval van vermoeden van fraude door de aanvrager worden de werken waarvoor subsidie wordt aangevraagd uitgesloten van verdere subsidieaanvraag.
Betwistingen
Art. 8.
Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Inwerkingtreding
Art. 9.
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.38. Inname openbaar domein - kennisname
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.39. Premie kleine landschapselementen - toekennen subsidie - goedkeuring
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.40. OMV 2025_142 - Keizelbergstraat 2 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanleggen van een bijkomende oprit, op een perceel gelegen Keizelbergstraat 2 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 M2, aangevraagd door Youri Fourneau met als contactadres Keizelbergstraat 2 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 26 november 2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● De grasdallen moeten opgevuld worden met aarde en ingezaaid worden met gras.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Oude Pastorijstraat zoals goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012, met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 5 november 2014 (dossiernummer VK 2014_15).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 24 februari 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een vrijstaande woning met carport.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen ten zuiden van de kern van Sint-Lodewijk, het perceel heeft een oppervlakte van 460 m² in de verkaveling (lot 28) en is gelegen langs de Keizelbergstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het betreffende perceel grenst achteraan aan een landbouwgebied.
De directe omgeving bestaat uit residentiële bebouwing. De woningen hebben een gelijkaardige verschijningsvorm met identiek materiaalgebruik. Op het perceel bevindt zich een vrijstaande ééngezinswoning bestaande uit anderhalve bouwlaag afgewerkt met een hellend dak en een vrijstaande carport achter de woning.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst bij zijn vrijstaande eengezinswoning een bijkomende oprit aan te leggen in de voortuin, meer bepaald op 0,25 cm afstand van de linker perceelsgrens.
Op heden is er aan de rechterzijde van het perceel reeds een strikt noodzakelijke oprit naar de achterliggende carport aanwezig met hieraan een pad gekoppeld naar de voordeur. De extra parkeerplaats heeft een lengte van 5 m en een breedte van 2,5 m en wordt waterdoorlatend uitgevoerd in grasdallen met honinggraatstructuur. De totale breedte van de verharding ter hoogte van de rooilijn bedraagt 7 m, zijnde 4,5 m bestaande + 2,5 m nieuwe verharding.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling.
Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien een extra parkeerplaats toegelaten wordt, de uitvoering in waterdoorlatend materiaal is zijnde in grasdallen met honinggraatstructuur en de breedte van de totale verharding ter hoogte van de rooilijn max. 7 m bedraagt.
7.2 Decretale beoordelingsgronden
De aanvraag is gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, zijnde een weg die met duurzame materialen is verhard en voorzien is van een elektriciteitsnet. Tevens voldoet de weg aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, waaronder de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
De aanvraag voorziet niet in de oprichting van een bedrijfswoning waardoor de bepalingen van artikel 4.3.6 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening niet van toepassing zijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (< 40 m²).
De aangevraagde stedenbouwkundige handeling is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen/wel maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte (< 40 m²).
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater gezien het materiaalgebruik waterdoorlatend is en er voldoende omliggende onverharde zone aanwezig is zodat het overige water op een natuurlijke wijze rechtstreeks kan infiltreren.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het aanleggen van een extra parkeerplaats bij een vrijstaande eengezinswoning. Deze hoofdfunctie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.
Inplanting en ruimtegebruik:
De parkeerplaats wordt uiterst links in de voortuin gesitueerd zodat er geen versnippering is van de groene voortuin voor het gedeelte gelegen vóór de voorgevel.
Bouwvolume, gabarit en verschijningsvorm:
De parkeerplaats wordt aangelegd vlak met het maaiveld en heeft geen bovengronds volume. De uitvoering in grasdallen met honingraatstructuur zorgt voor uniformiteit in de recente verkaveling. Teneinde uniformiteit na te streven in de recente verkaveling moet de extra parkeerplaats, palend aan de gemeenteweg, uitgevoerd worden in grasdallen, weliswaar moet deze opgevuld worden met aarde en ingezaaid worden met gras, gezien dit niet duidelijk blijkt uit de plannen wordt dit als voorwaarde opgelegd. De invloed op het straatbeeld wordt hierdoor beperkt en de private parkeerplaats wordt geïntegreerd in de voortuinstrook. Bij een maximaal groene inrichting gaat het residentiële en landelijke karakter van de woning niet verloren.
Het vademecum duurzaam parkeerbeleid geeft aan dat de breedte minstens 2,5 m moet bedragen en de lengte minstens 5 m, op deze manier kan het gemiddelde voertuig steeds op privaat domein geparkeerd worden zonder het openbaar domein te belemmeren en zo de zone voor de voetgangers vrij te houden. De aanvraag voldoet hieraan.
Enkel over de breedte van de extra parkeerplaats wordt een bijkomende opening in de haag voorzien. Op deze manier blijft de aangeplante haag op de rooilijn maximaal behouden.
Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen gezien de werken zich volledig op privaat domein situeren en passend zijn binnen de verkavelingsvoorschriften.
Er kan gesteld worden dat het gevraagde qua vorm en volume inpasbaar is in de betreffende omgeving.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.
Groen- en omgevingsaanleg:
De aanwezige voortuinhaag wordt enkel onderbroken ter hoogte van de nieuwe parkeerplaats over een breedte van 2,50 m zodat gesteld kan worden dat de haag op de rooilijn één doorlopend geheel blijft bij de betreffende huiskavel. Op heden is achter de woning een terras aangelegd. De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. De geplande parkeerplaats moet afgewerkt worden met de inzaaiing van gras en wordt voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt.
Conclusie
Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarde verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Youri Fourneau met als contactadres Keizelbergstraat te 8540 Deerlijk, voor het aanleggen van een bijkomende oprit, op een perceel gelegen Keizelbergstraat 2 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 M2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● De grasdallen moeten opgevuld worden met aarde en ingezaaid worden met gras..
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.41. Kapvergunning - Boshoek 11 - rooien van 5 dennenbomen - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een kapvergunning te verlenen, aangevraagd door Sam Lambrecht, Sint-Rochusstraat 35 te 8540 Deerlijk, voor het rooien van 5 dennenbomen.
Motivering
Beschrijving van de aanvraag, bouwplaats en de omgeving.
De dennen bevinden zich in de Boshoek 11, op het kadastraal perceel afdeling 1 – sectie A – nr. 436F. Het betreft een groep van 5 dennen, met een stamomtrek variërend van 1,08 tot 2,47 m op 1 m hoogte gemeten. De dichtste den bevindt zich op 5,7 m van de woning, de verste op 12,95 m van de woning. Volgende motivatie wordt opgegeven voor het rooien:
● De bomen groeien schuin in de richting van de woning.
● De bomen staan zeer dicht bij elkaar, waardoor ze licht en voedingsstoffen afnemen van elkaar en van andere planten.
● De bomen werden niet goed beheerd/verzorgd, waardoor deze wild groeien en moeilijk zijn in onderhoud. Hierdoor bestaat de kans op ziekte/afsterven.
● Afval van de bomen (dennenappels) is slecht voor het tuinmateriaal.
● Dennen zijn niet inheems.
● Wortels groeien deels bovengronds.
Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften
Voor het rooien van deze bomen is geen omgevingsvergunning nodig omdat de bomen:
● geen deel uitmaken van een bos;
● gelegen zijn in agrarisch gebied in de ruime zin, en niet in een woonparkgebied;
● zich bevinden binnen een straal van maximaal 15 m rondom een vergund gebouw.
Het rooien van de bomen is onderworpen aan een gemeentelijke politieverordening die stelt dat er dient gestreefd te worden naar maximaal behoud van bomen.
Advies gemeentelijke omgevingsambtenaar
De dennen zijn van de soort grove den (Pinus sylvestris). Er werd een plaatsbezoek uitgevoerd op 1 oktober 2025. Op luchtbeelden is te zien dat de kruin van de dichtste den net overlapt met de noordwestelijke hoek van de woning. Deze den heeft een merkwaardige vorm. Het groepje dennen staat niet dermate dicht bij de woning dat er acuut gevaar voor schade aan de woning is. Eén den groeit schuin richting de woning. Deze den staat ook op ruime afstand van de woning, zijnde 11,28 m. De argumentatie van aanvrager is onvoldoende reden om het rooien van deze bomen te rechtvaardigen. Zo is bijvoorbeeld de grove den wel inheems in het grootste deel van Europa, en is mogelijke schade aan tuinmateriaal of het voorkomen van bovengrondse wortels niet relevant.
Mondeling gaf aanvrager tijdens plaatsbezoek aan dat hij de dennen wenst te vervangen door loofbomen die geen vruchten dragen. Parallel aan deze aanvraag loopt een omgevingsvergunningsaanvraag (OMV2025103146) voor het rooien van 8 dennen en 1 berk op meer dan 15 m van de woning. Deze aanvraag bevat een voorstel voor nieuwe aanplant. Daarom wordt voorgesteld het rooien van de 5 dennen toe te staan, zonder compensatie. In de beslissing van bovengenoemde omgevingsvergunningsaanvraag wordt dan compensatie opgelegd.
De aanvraag wordt gunstig geadviseerd zonder voorwaarden.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet lokaal bestuur
● Andere:
○ Gemeentelijke politieverordening inzake het vellen van hoogstammige bomen van 22 maart 1974.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit tot het afleveren van de kapvergunning voor het rooien van 5 dennen.
Artikel 2
Een compensatie zal opgelegd worden in de beslissing van omgevingsvergunningsaanvraag met referentie OMV2025103146.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.42. Meerjarenplan 2026-2031 - finaal ontwerp - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om het finaal ontwerp van het meerjarenplan 2026-2031 voor te leggen aan de gemeenteraad van 18 december 2025.
Motivering
Het finaal ontwerp van het meerjarenplan 2026-2031 bevindt zich in bijlage. Het college van burgemeester en schepenen overloopt en bespreekt dit finaal ontwerp, zodat dit kan voorgelegd worden aan de gemeenteraad van 18 december 2025, ter vastlegging
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere: ○ Art. 171, § 4, 3° Decreet Lokaal Bestuur
○ Art. 176, 1° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om het finaal ontwerp van het meerjarenplan 2026- 2031 voor te leggen aan de gemeenteraad van 18 december 2025.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.43. Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.44. Grafconcessie - hernieuwing - goedkeuring
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
C.45. Subsidiereglement - BOA - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het subsidiereglement “Buitenschoolse opvang (BOA)” voor goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Motivering
Voorliggend reglement betreft een nieuw reglement en werd reeds goedgekeurd voor agendering in zitting van het college van burgemeester en schepenen van 12 november 2025, maar er werd een wijziging aangebracht in art. 4 punt 1 met betrekking tot de berekening van het aantal kinderen en verhoogde ondersteuningsnood van kinderen uit het buitengewoon onderwijs.
Via artikel 4 van het decreet van 3 mei 2019 met betrekking tot buitenschoolse opvang en activiteiten (BOA-decreet) legt Vlaanderen de regierol bij lokale besturen. Om deze erkenning te behalen, moeten organisatoren aan voorwaarden voldoen.
Via dit subsidiereglement treden we tegemoet aan deze opdracht maar ook aan vele andere redenen om kinderopvanginitiatieven en hun medewerkers extra te ondersteunen:
● Door kinderopvang te ondersteunen helpt de gemeente om ouders toegang te verzekeren tot kwalitatieve kinderopvangdiensten. Zo draagt de gemeente bij in de combinatie zorg – werk en het (psychisch) welzijn van ouders.
● Kinderopvang draagt bijgevolg bij aan de stimulering van de werkgelegenheid maar zorgt ook voor ruimte bij ouders om zich bij te scholen. Door het ondersteunen van kinderopvanginitiatieven kan de gemeente bijdragen aan activering van burgers.
● Kinderopvang heeft een belangrijke maatschappelijke waarde. Door kinderen op jonge leeftijd goede opvang en zorg te bieden, kunnen ze zich op een gezonde manier ontwikkelen. Dit kan op latere leeftijd leiden tot betere schoolprestaties, minder uitval en hogere participatie in de maatschappij.
Door kinderopvang te ondersteunen, draagt de gemeente indirect bij aan de ontwikkeling van al haar inwoners (kinderen en ouders) en aan de samenleving als geheel.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 41, tweede lid, 23° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft een financiële impact.
Er is budget voorzien via de BOA-subsidie: 120.000 euro verspreid over de verschillende opvanginitiatieven.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluitt de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om het subsidiereglement “Buitenschoolse opvang (BOA)” ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van 18 december 2025 als volgt:
SUBSIDIEREGLEMENT Buitenschoolse opvang (BOA)
Toepassingsgebied
Art. 1. – Het college van burgemeester en schepenen verleent jaarlijks aan de lokaal erkende opvanginitiatieven een subsidie. Deze subsidie wordt slechts toegekend onder de bij dit reglement gestelde voorwaarden.
Doelstelling
Art. 2. – De subsidie heeft tot doel om lokaal erkende opvanginitiatieven in Deerlijk te ondersteunen en draagt bij aan de uitvoering van de doelstellingen uit het decreet 2019 houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten (BOA-decreet).
Subsidiegerechtigde
Art. 3. – De subsidie kan aangevraagd worden door een opvanginitiatief dat aan de voorwaarden onder artikel 5 voldoet.
Art. 4. - De subsidie voor organisatoren die buitenschoolse opvang aanbieden, bestaat uit 3 onderdelen:
● Een basisbedrag op basis van het aantal kinderen:
○ 2.000 euro voor organisatoren waarbij dagelijks 5 tot en met 12 kinderen aanwezig zijn;
○ 7.500 euro voor organisatoren waarbij dagelijks 13 tot en met 50 kinderen aanwezig zijn;
○ 20.000 euro voor organisatoren waarbij dagelijks 51 of meer kinderen aanwezig zijn.
Voor de berekening van het aantal kinderen wordt gekeken naar de optelsom van het aantal unieke kinderen in de ochtendopvang en het aantal unieke kinderen in de avondopvang die effectief aanwezig waren.
Om de verhoogde ondersteuningsnood van kinderen uit het buitengewoon onderwijs te kunnen opvangen, wordt een wegingsfactor toegepast. Een kind uit het gewoon onderwijs telt voor 1,0. Een kind uit het buitengewoon onderwijs telt voor 1,5, gelet op de bijkomende zorg-, begeleidings- en structuurbehoeften die impact hebben op de groepswerking en de personeelsinzet.
● Een bedrag om toegankelijkheid te stimuleren: organisatoren kunnen een bijkomende subsidie ontvangen wanneer zij het sociaal tarief toepassen voor kinderen die in aanmerking komen voor ondersteuning via het Sociaal Huis. Het subsidiebedrag bedraagt 25 % van de basisprijs van de opvang voor die kinderen. Het subsidiebedrag wordt per organisator beperkt tot 3.000 euro.
● Een restbedrag: het resterende subsidiebedrag dat niet is opgebruikt, wordt a rato verdeeld over de organisatoren en dit met een maximum bijkomend bedrag van 10.000 euro per organisator bovenop de basissubsidie.
De totaal uit te keren subsidie aan lokaal erkende opvanginitiatieven kan het totaalbedrag van dit subsidiereglement niet overschrijden. Indien dit zich aandient, wordt het subsidiebedrag procentueel aangepast aan het aantal organisatoren.
Voorwaarden
Art. 5. – Om op de subsidie aanspraak te maken moet het opvanginitiatief erkend zijn door het college van burgemeester en schepenen volgens de voorwaarden van het lokaal erkenningskader.
Aanvraag
Art. 6. – Om de administratieve last voor het kinderopvanginitiatief zo minimaal mogelijk te houden, gebeurt de aanvraag door het invullen van een formulier van de gemeente Deerlijk. Door te werken met een invulformulier worden zeker alle noodzakelijke gegevens in één keer doorgegeven. Het formulier wordt door de aanvrager ingevuld voor 30 juni van het betreffende jaar van de erkenningsperiode en zal het volgende te bevatten:
● aanvraag subsidie kinderopvang;
● naam initiatief;
● gemiddeld aantal kinderen per dag;
● rekeningnummer.
Vanuit de gemeente zal voor deze vooropgestelde einddatum een herinnering gestuurd worden om de aanvraag in orde te brengen.
Uitbetaling
Art. 7. – Voor uitbetaling wordt het door het initiatief doorgegeven gemiddeld aantal kinderen én de goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen over de erkenning van het lokale opvanginitiatief, gecontroleerd. De uitbetaling gebeurt na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen op het door het initiatief doorgegeven rekeningnummer en dit, voor eind september.
Verantwoording
Art. 8. – De opvanginitiatieven dienen jaarlijks een verslag te bezorgen in functie van het gebruik van de verkregen middelen. Er wordt hen gevraagd om de verkregen subsidie te investeren in kwalitatieve kinderopvang. De gemeente voorziet een verslagsjabloon waarin de initiatieven hun verantwoording kunnen indienen.
Art. 9. - Organisatoren kunnen het dagelijkse aantal kinderen in de opvang aantonen via facturen. Jaarlijks wordt 1 organisator hierop diepgaand gecontroleerd.
Art. 10. - Voor de verantwoording van de toegankelijkheidssubsidie dienen de organisatoren een totaalfactuur in voor de toepassing van de sociale tarieven. Zij kunnen dit staven met afzonderlijke facturen per ouder waarop de sociale tarieven werden toegepast.
Betwistingen
Art. 11 - Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Inwerkingstreding en geldigheidstermijn
Art. 12 - Dit reglement gaat in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
D.1. Cultuur - Plaatsing kunstwerk op openbaar domein - De Trompe - goedkeuring
Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
D.2. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - Waregemstraat 158 - behandeling bezwaarschrift
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
D.3. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - Otegemse steenweg 6 - behandeling bezwaarschrift
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
D.4. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - Mezenlaan 13 D - behandeling bezwaarschrift
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
D.5. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - Pikkelstraat 35 - behandeling bezwaarschrift
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
D.6. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - Schragenstraat 32 - behandeling bezwaarschrift
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
D.7. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - Vichtesteenweg 44 - behandeling bezwaarschrift
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
D.8. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - Waregemstraat 308 - behandeling bezwaarschrift
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
D.9. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - Sint-Amandusstraat 31 en 33 - behandeling bezwaarschrift
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
D.10. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - Ververijstraat 9 - behandeling bezwaarschrift
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
D.11. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - Leon Defraeyeplein 30, 34 en 35 - behandeling bezwaarschrift
Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
D.12. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - Vichtestraat 134 - behandeling bezwaarschrift
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
D.13. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - Waregemstraat 392 - behandeling bezwaarschrift
Zitting van CBS van 03 DECEMBER 2025
D.14. Gemeenteraad van 18 december 2025 - agendapunten - verzoek agendering - goedkeuring
Aanleiding en context
De agenda van de gemeenteraad bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.
Het college en burgemeester en schepenen wordt gevraagd de agenda voor de komende gemeenteraad te overlopen.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt de voorziene punten voor de gemeenteraadszitting van 18 december 2025.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om volgende punten te agenderen op de gemeenteraad van 18 december 2025:
OPENBARE ZITTING
● Gemeenteraad - 27 november 2025 - notulen en audio-opname - goedkeuring
● Meerjarenplan 2026-2031 - vaststelling
● OCMW - meerjarenplan 2026-2031 - goedkeuring
● Politiezone Gavers - gemeentelijke dotatie 2026 - goedkeuring
● Aanpassing rechtspositieregeling - goedkeuring
● Cameratoezicht inzake sluikstorten - verlenging overeenkomst IMOG - goedkeuring
● Aankoop Hoogstraat 70-72 - ontwerpakte - goedkeuring
● Klimaatfonds Zuid-West-Vlaanderen – verlenging – goedkeuring
● Regionaal handhavingskader Leiedal 2026-2031 - goedkeuring
● Huishoudelijk reglement gemeenteraadscommissie financiën - goedkeuring
● Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en de lijkbezorging - goedkeuring
● Gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing - aanslagjaar 2026 - goedkeuring
● Aanvullende belasting op personenbelasting - aanslagjaar 2026 - goedkeuring
● Belastingreglement – leegstand – goedkeuring
● Belastingreglement – verwaarlozing – goedkeuring
● Belastingreglement – tweede verblijven – goedkeuring
● Belastingreglement – opcentiemen leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten – goedkeuring
● Belastingreglement ter bestrijding van ongeschikte en/of onbewoonbaar verklaarde woningen – opcentiemen – aanpassing – goedkeuring
● Belastingreglement – directe belasting op werken voor het verbreden en aanleggen van voetpaden – verlenging - goedkeuring
● Retributiereglement - refter De Beuk - goedkeuring
● Retributiereglement - UiTPAS Zuidwest - goedkeuring
● Retributiereglement - uitleendienst - goedkeuring
● Retributiereglement - sportaccommodatie - verlenging - goedkeuring
● Nominatieve toelagen 2026 - goedkeuring
● Premiereglement – aanleg en onderhoud kleine landschapselementen (KLE’s) - goedkeuring
● Subsidiereglement - BOA - goedkeuring
● Vragen gesteld door raadsleden
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.