DEERLIJK

17 APRIL 2019

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

VERONTSCHULDIGD

 

Schepen: Sandra De Leeuw-Goussey

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 10 april 2019 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 10 april 2019.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 10 april 2019 goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Raamcontract postdiensten stad Brugge - intentieverklaring - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd al dan niet interesse te uiten in het raamcontract van de stad Brugge voor postdiensten.

 

Motivering

 

Op vandaag wordt de post binnen de organisatie gefrankeerd met een frankeermachine. De post wordt daarna naar het postkantoor in Deerlijk gebracht.

 

De stad Brugge plant een overheidsopdracht voor postdiensten. Tegen 30 april 2019 dienen eventueel geïnteresseerde besturen hun interesse te uiten als potentiële toetreder tot de raamovereenkomst.

 

De intentieverklaring houdt nog geen verplichting in om effectief in te stappen op de  raamovereenkomst, maar zonder intentieverklaring kan de keuze om in te stappen niet genomen worden.

 

Er wordt voorgesteld om de interesse vanuit de gemeente Deerlijk te betuigen en bijgevolg potentiële afnemer te worden van de vermelde raamovereenkomst. Deze kan een kostenbesparing realiseren, zowel in de eigenlijke kosten voor postdiensten als in operationele personeelskosten.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de interesse vanuit de gemeente Deerlijk te betuigen voor het raamcontract van de stad Brugge voor postdiensten.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Verkiezingen 2019 - toevoegen persoon aan kiezerslijst - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Grafconcessie - bijzetting en hernieuwing - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Stakingsaanzegging ACOD/Lokale en Regionale Besturen en ACV/openbare diensten/zorg - 7 mei 2019 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het schrijven van ACOD/Lokale Regionale Besturen van 8 april 2019 en van ACV/openbare diensten van 10 april 2019 waarbij ze meedelen een stakingsaanzegging te hebben ingediend.

 

Motivering

 

ACOD/Lokale en Regionale Besturen en ACV/openbare diensten willen aan de politieke wereld een duidelijk signaal geven dat er meer middelen moeten vrijgemaakt worden voor zorg en welzijn en roept het personeel van de zorgsector op om het werk neer te leggen en deel te nemen aan een nationale betoging op 7 mei 2019 te Brussel.

Personeelsleden die omwille van deelname aan de actie afwezig zijn op het werk, dienen als 'in staking' beschouwd te worden en worden met deze stakingsaanzegging ingedekt.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van ACOD/Lokale Regionale Besturen van 8 april 2019 en het schrijven van ACV/openbare diensten van 10 april 2019 met de aankondiging van een nationale betoging op 7 mei 2019 te Brussel.

Personeelsleden die omwille van deelname aan de actie afwezig zijn op het werk, dienen als 'in staking' beschouwd te worden en worden met deze stakingsaanzegging ingedekt.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Ontvangst nieuwe inwoners - nieuwe datum - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het eerstvolgende onthaal van de nieuwe inwoners te laten doorgaan eind mei 2020.

 

Motivering

 

In zitting van 3 april 2019 heeft het college van burgemeester en schepenen beslist om de ontvangst van de nieuwe inwoners in 2019 te organiseren in de trouwzaal van het gemeentehuis op zaterdag 6 juli 2019.

 

Ondertussen is een werkgroep samengekomen op 12 april 2019 om zich te buigen over een nieuw concept voor bovenvermelde ontvangst.

Tijdens dit overleg is gebleken dat het heel interessant zou zijn om de ontvangst te koppelen aan Kubus, een gemeentelijk project dat in 2018 in het leven werd geroepen om de vrijetijdsdiensten en de Deerlijkse verenigingen, te promoten.

Kubus vindt jaarlijks plaats, eind mei, en telkens op een andere locatie.

 

In 2019 is Kubus op 25 mei 2019, wat wel erg kortbij is om het onthaal van de nieuwe inwoners hieraan te koppelen. Bovendien is het raadzaam niet overhaast te werk te gaan en duidelijk na te denken over de nieuwe werkwijze.

 

Bijgevolg stelt de werkgroep voor om het eerstvolgende onthaal van de nieuwe inwoners te laten doorgaan eind mei 2020, voorafgaand aan Kubus.Het exacte tijdstip en de specifieke locatie zullen later bepaald worden.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het eerstvolgende onthaal van de nieuwe inwoners te organiseren eind mei 2020, voorafgaand aan Kubus.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de beslissing van 3 april 2019 te schrappen.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Femma Sellewie - bloemenverkoop - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd Femma Sellewie toelating te verlenen voor het houden van een bloemenverkoop aan de kerk te Sint-Lodewijk op 10 en 11 mei 2019.

 

Motivering

 

Per mail van 10 april 2019 vraagt Femma Sellewie toelating voor het houden van een bloemenverkoop aan de kerk te Sint-Lodewijk op vrijdag 10 mei 2019 (van 08.30 tot 18.30 uur) en op zaterdag 11 mei 2019 (van 08.30 tot 13.30 uur).

 

De politie verleende op 11 april 2019 positief advies.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit Femma Sellewie toelating te verlenen voor het houden van hun bloemenverkoop aan de kerk te Sint-Lodewijk op vrijdag 10 mei 2019 (van 08.30 tot 18.30 uur) en op zaterdag 11 mei 2019 (van 08.30 tot 13.30 uur).

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Kermis Deerlijk Centrum - overdracht abonnement kindermolen - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

GO Driesprong - tegemoetkoming schoolzwemmen - eerste semester schooljaar 2018-2019 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepen wordt gevraagd de aanvraag van GO! Basisschool De Driesprong, tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen voor het eerste semester van het schooljaar 2018-2019, goed te keuren. 

 

Motivering

 

De directie van de GO! Basisschool De Driesprong heeft op 15 januari 2019 een aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het eerste semester van het schooljaar 2018-2019.

 

De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 12 juli 2018. Het premiereglement voorziet in een tegemoetkoming in de toegangsprijs voor het schoolzwemmen ten bedrage van 0,90 euro per leerling (per capita) per zwembeurt, met een maximum van 10 zwembeurten per leerling per schooljaar.

 

Volgende zwembeurten worden ingediend voor het eerste semester:

 

Leerjaar

Aantal leerlingen (koppen)

Aantal zwembeurten eerste semester per leerling

Aantal zwembeurten eerste semester per leerjaar

Tegemoetkoming

2de leerjaar

20

3

60

54,00 euro

3de leerjaar

19

10

190

171,00 euro

4de leerjaar

20

7

140

126,00 euro

 

 

 

 

351,00 euro

 

Bij de behandeling van de eventuele aanvraag voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het tweede semester van het schooljaar 2018-2019, zal rekening gehouden worden met het de reeds ingediende zwembeurten voor het eerste semester.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Premiereglement schoolzwemmen

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

351,00 euro

Actie

Toelage schoolzwemmen

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0873-00/64910000

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepen besluit de aanvraag van de GO! Basisschool De Driesprong, tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen voor het eerste semester van het schooljaar 2018-2019, goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 351,00 euro, zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE42 0910 1917 9454 van de GO! Basisschool De Driesprong.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Berk en beuk - tegemoetkoming schoolzwemmen - eerste semester schooljaar 2018-2019 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepen wordt gevraagd de aanvraag van de centrumscholen de berk en de beuk tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen voor het eerste semester van het schooljaar 2018-2019 goed te keuren. 

 

Motivering

 

De directie van de Vrije Basisschool Deerlijk heeft op 17 januari 2019, namens de centrumscholen de berk en de beuk, een gebundelde aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het eerste semester van het schooljaar 2018-2019.

 

De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 12 juli 2018. Het premiereglement voorziet in een tegemoetkoming in de toegangsprijs voor het schoolzwemmen ten bedrage van 0,90 euro per leerling (per capita) per zwembeurt, met een maximum van 10 zwembeurten per leerling per schooljaar.

 

Volgende zwembeurten worden ingediend voor het eerste semester:

 

Leerjaar

Aantal leerlingen (koppen)

Aantal zwembeurten eerste semester per leerling

Aantal zwembeurten eerste semester per leerjaar

Tegemoetkoming

1ste leerjaar

67

7

469

422,10 euro

2de leerjaar

62

7

434

390,60 euro

3de leerjaar

69

6

414

372,60 euro

4de leerjaar

69

8

552

496,80 euro

5de leerjaar

59

7

413

371,70 euro

6de leerjaar

31

6

186

167,40 euro

 

 

 

 

2.221,20 euro

 

Voor het zesde leerjaar werd het aantal leerlingen uit de gemeentelijke klas in vermindering gebracht bij het opgegeven aantal leerlingen, aangezien de kosten voor het schoolzwemmen voor deze gemeentelijke klas reeds volledig ten laste is van de gemeente.

 

Bij de behandeling van de eventuele aanvraag voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het tweede semester van het schooljaar 2018-2019, zal rekening gehouden worden met het aantal zwembeurten dat reeds werd ingediend voor het eerste semester.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Premiereglement schoolzwemmen

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

2.221,20 euro

Actie

Toelage schoolzwemmen

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0873-00/64910000

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepen besluit de gebundelde aanvraag van de centrumscholen de berk en de beuk, tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen voor het eerste semester van het schooljaar 2018-2019, goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 2.221,20 euro, zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE24 0682 1747 5138 van de Vrije Basisschool Deerlijk.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

VBS Belgiek - tegemoetkoming schoolzwemmen - eerste semester schooljaar 2018-2019 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepen wordt gevraagd de aanvraag van de Vrije Basisschool Belgiek tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen voor het eerste semester van het schooljaar 2018-2019, goed te keuren. 

 

Motivering

 

De directie van de Vrije Basisschool Belgiek heeft op 18 februari 2019 een aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het eerste semester van het schooljaar 2018-2019.

 

De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 12 juli 2018. Het premiereglement voorziet in een tegemoetkoming in de toegangsprijs voor het schoolzwemmen ten bedrage van 0,90 euro per leerling (per capita) per zwembeurt, met een maximum van 10 zwembeurten per leerling per schooljaar.

 

Volgende zwembeurten worden ingediend voor het eerste semester:

 

Leerjaar

Aantal leerlingen (koppen)

Aantal zwembeurten eerste semester per leerling

Aantal zwembeurten eerste semester per leerjaar

Tegemoetkoming

1ste leerjaar

29

8

232

208,80 euro

2de leerjaar

20

6

120

108,00 euro

3de leerjaar

22

8

176

158,40 euro

4de leerjaar

29

6

174

156,60 euro

5de leerjaar

17

7

119

107,90 euro

6de leerjaar

20

6

120

108,00 euro

 

 

 

 

847,70 euro

 

Bij de behandeling van de eventuele aanvraag voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het tweede semester van het schooljaar 2018-2019, zal rekening gehouden worden met de reeds ingediende zwembeurten reeds voor het eerste semester.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Premiereglement schoolzwemmen

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

847,70 euro

Actie

Toelage schoolzwemmen

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0873-00/64910000

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepen besluit de aanvraag van de Vrije Basisschool Belgiek tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen, voor het eerste semester van het schooljaar 2018-2019, goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 847,70 euro, zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE55 0013 9106 2044 van de Vrije Basisschool Belgiek.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

VBS Sint-Lodewijk - tegemoetkoming schoolzwemmen - eerste semester schooljaar 2018-2019 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepen wordt gevraagd de aanvraag van de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen voor het eerste semester van het schooljaar 2018-2019, goed te keuren. 

 

Motivering

 

De directie van de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk heeft op 17 januari 2019 een aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het eerste semester van het schooljaar 2018-2019.

 

De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 12 juli 2018. Het premiereglement voorziet in een tegemoetkoming in de toegangsprijs voor het schoolzwemmen ten bedrage van 0,90 euro per leerling (per capita) per zwembeurt, met een maximum van 10 zwembeurten per leerling per schooljaar.

 

Volgende zwembeurten worden ingediend voor het eerste semester:

 

Leerjaar

Aantal leerlingen (koppen)

Aantal zwembeurten eerste semester per leerling

Aantal zwembeurten eerste semester per leerjaar

Tegemoetkoming

1ste leerjaar A+B

30

7

210

189,00 euro

2de leerjaar A

14

7

98

88,20 euro

3de leerjaar A

17

7

119

107,10 euro

4de leerjaar A

20

7

140

126,00 euro

5de leerjaar A

23

7

161

144,90 euro

6de leerjaar A

22

7

154

138,60 euro

 

 

 

 

793,80 euro

 

Bij de behandeling van de eventuele aanvraag voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het tweede semester van het schooljaar 2018-2019, zal rekening gehouden worden met het aantal zwembeurten dat reeds werd ingediend voor het eerste semester.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Premiereglement schoolzwemmen

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

793,80 euro

Actie

Toelage schoolzwemmen

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0873-00/64910000

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepen besluit de aanvraag van de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen, voor het eerste semester van het schooljaar 2018-2019, goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 793,80 euro, zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE82 7360 1778 0568 van de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Jeugdraad - verslag van 3 maart 2019 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De jeugdraad hield een vergadering op zondag 3 maart 2019.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd in een volgende zitting van zondag 7 april 2019.

 

De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Animatorenvergoedingen gemeentelijk speelplein - paasvakantie 2019 - week 1 - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Pand Lokale Helden - huurovereenkomst - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de huurovereenkomst voor de locatie van Lokale Helden goed te keuren.

 

Motivering

 

Op vrijdag 26 april 2019 organiseren de jeugd- en cultuurdienst Lokale Helden. Hierbij wordt lokaal muzikaal talent in de kijker gezet. Na succesvolle editites in 2017 en 2015 wordt opnieuw voor een uitzonderlijke locatie gekozen, namelijk een oude industriële site in de Waregemstraat. De toegang zal via de Paanderstraat opengesteld worden, ter hoogte van nummer 35.

 

De evenementenfiche hiervoor werd reeds besproken op het college van burgemeester en schepenen van 20 maart 2019.

 

De overeenkomst werd afgestemd met de beleidsmedewerker.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

200 euro

Actie

Gelijkblijvend beleid

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0705-00/61499000

Visum

geen visum

 

Er dient een waarborg gestort te worden van 500 euro, op rekeningnummer BE74 7380 2712 9407. Deze waarborg wordt achteraf verrekend met de te betalen huurprijs.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de huurovereenkomst goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de waarborg van 500 euro te betalen op rekening van de verhuurder.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Inname openbaar domein - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Premie kleine landschapselementen - toekennen subsidie - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Paanderstraat - aanpassen plantvakken - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aanpassing van de huidige plantvakken in de Paanderstraat goed te keuren.

 

Motivering

 

Op 20 juni 2018 besliste het college van burgemeester en schepenen om verkeersremmende maatregelen te nemen in de Paanderstraat in de vorm van vier plantvakken en dit over de breedte van een rijvak.

Die plantvakken werden beplant met een piramidaalvormige eik en een groenmassief in Liguster. De plantvakken werden zo ingeplant dat ze een voldoende verkeersremmend effect genereerden en geen hinder veroorzaakten voor toegangen tot woningen, opritten en garages.

Het plantvak dat ingeplant werd ter hoogte van de Roelskouter werd om veiligheidsredenen verplaatst ter hoogte van de woning Paanderstraat 39. De bewoner van die woning tekende daarvoor protest aan. Naast de hinder voor de toegang naar zijn eigendom stelt hij ook de grootte van de verkeersremmers en de veiligheid van de fietsers in vraag.

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste op 16 januari 2019 om de plantvakken in te korten tot de breedte van een parkeerstrook om de veiligheid van de fietsers te vrijwaren en het plantvak ter hoogte van de Paanderstraat 39 te behouden.

 

Om technische en financiële redenen stelt de dienst infrastrucuur en openbare werken voor om de plantvakken met +/- 70 cm in te korten.

          De plantvakken werden zo ontworpen dat ze konden ingericht worden met een boom en een groenmassief. Zo werd de visuele aanwezigheid van de verkeersremmers vergroot, bekomt men een poorteffect en vergroent het de straat.

          Om de beste groeikansen aan de boom te bieden en de overlast van wortels naar het voetpad en de woningen toe te minimaliseren werd een boomput gemaakt op een breedte van 1,00 m en een diepte van 1,00 m met wortelwering rondom rond.

          Wanneer het plantvak zou worden ingekort tot de breedte van een parkeerstrook, zijnde 1,80 m breed, komen de borduren in de zone van de boomput en kan een degelijke uitvoering voor de fundering niet gegarandeerd worden. Ook de boomput moet dan aangepast worden en de boom opnieuw ingeplant. De boom komt dan ook dichter bij de woning te staan.

          Door het inkorten van het plantvak met 70 cm wordt ook voldaan aan een veilige doorgang voor fietsers en moeten ze zich niet meer op het ander rijvak begeven.

          Door de beperkte aanpassing wordt ook het verkeersremmend effect behouden.

 

Het plantvak ter hoogte van de Paanderstraat is reeds smaller uitgevoerd en hoeft niet aangepast te worden.

 

Om tegemoet te komen aan de vraag van de bewoner van de Paanderstraat 39 werd een nieuwe inplanting ter hoogte van de Roelskouter onderzocht. Dit is niet mogelijk gezien de aanwezigheid van toegangen tot garages en woningen. De enige mogelijkheid bestaat er in om het plantvak te verwijderen en opnieuw te verharden in zijn oorspronkelijke staat.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

3.000 euro excl 21 % btw

Actie

Voorzien in verkeersveilige wegen door het uitvoeren van de nodige aanpassingswerken en het voorzien van aangepaste signalisatie

Jaarbudgetrekening

2-1-2-2/0200-00/22400007

Visum

Niet Vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit twee plantvakken in te korten met +/- 70 cm. Het plantvak ter hoogte van de Guido Gezellelaan wordt behouden in zijn huidige staat.

 

Artikel 2

 

Het plantvak ter hoogte van de Paanderstraat nr. 39 wordt verwijderd en terug verhard in zijn oorspronkelijke staat.

 

Artikel 3

 

Er wordt geen nieuw plantvak voorzien ter hoogte van de Roelskouter.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

OMV 2019.40 - Poekelaan 13 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

OMV 2019.36 - Otegemse steenweg 29 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Nette Regio - verslag van 27 maart 2019 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Op 27 maart 2019 werd een overleg gehouden tussen de gemeente Deerlijk en Imog met betrekking tot "Nette Regio" en "Team Rudy".

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag en de opmerkingen vanuit de dienst omgeving.

 

Motivering

 

Jaarlijks wordt een opvolgingvergadering gehouden met betrekking tot de projecten "Nette Regio" en "Team Rudy". Voor het werkjaar 2018 werd dit overleg georganiseerd op woensdag 27 maart 2019 met de volgende personen:

          Els Verhaest van Imog;

          Pieter Boucquet van gemeente Deerlijk.

 

Het verslag van dit overleg wordt toegevoegd als bijlage. Hieronder de belangrijkste punten:

 

          Evaluatie 2018 "Team Rudy" uitgevoerd door vzw Effect

In totaal werd 815 kg zwerfvuil en sluikstort opgehaald met een equivalent van 285,51 uren. Voor 2019 worden terug 288,6 uren voorzien. Hiervoor werd 5.937 euro begroot.

          Veegacties uitgevoerd door Imog in opdracht van de gemeente

Jaarlijks wordt zowel na de Midzomermarkt en de Kerstcorrida gevraagd aan Imog om te vegen.

          De netheidsbarometer toont een lagere score in Deerlijk ten opzichte van 2017

Dit is een trend die ook in andere gemeenten binnen het werkingsgebied wordt waargenomen. Voor Deerlijk is deze trend hoofdzakelijk te wijten aan de resultaten in de centrumstraten. Extra inspanningen in het centrum zouden deze trend kunnen keren.

          Controle van het glasbollennetwerk

De gemeente Deerlijk in samenwerking met de intercommunale Imog levert heel wat inspanningen om de netheid van de glasbollen en de omgeving van de glasbollen, hoog te houden. Deze inspanningen zien we terug in de uitgevoerde controles.

          Handhavingsweek

Deerlijk heeft geen GAS-vaststeller binnen de gemeentelijke diensten. Binnen de politiezone werd er gekozen om GAS-vaststellingen bij de politiediensten te houden.

          Operatie Proper

Dit is nog onvoldoende gekend bij de lokale verenigingen en scholen in Deerlijk. Imog is bereid om dit nog eens toe te lichten op een bijeenkomst van de verschillende adviesraden.

Ook rond afvalarme evenementen is de steun vanuit Imog nog onvoldoende gekend.

          Vrijwilligers

Momenteel heeft Deerlijk 11 'mooimakers', enkele onder hen zijn ook glasbolmeter of -peter. Bijkomende vrijwilligers zijn zeker welkom en een oproep via de gangbare communicatiekanalen zou mogelijke vrijwilligers kunnen overtuigen mee te doen.

          Straatvuilbakjes

Het vuilbakjesbeheerplan is nog steeds in opmaak en krijgt best in 2019 een definitieve vorm zodat effectief werk kan gemaakt worden van een doordacht vuilbakjesbeheersysteem.

          Mobiele camera

In 2018 werden bij vaststelling in Deerlijk 4 bestuurlijke verslagen opgemaakt, waarvan  2 met herkenning van een nummerplaat en 2 met herkenning van een persoon. Twee bestuurlijke verslagen werden geseponeerd. Eén werd gevolgd door een strafrechtelijke procedure (PV) en één moet tot op heden nog behandeld worden.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet lokaal bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag en de opmerkingen vanuit de dienst omgeving aangaande het overleg, gehouden tussen de gemeente Deerlijk en Imog, met betrekking tot "Nette Regio" en "Team Rudy".

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

OMV 2019_18 - Windhalmlaan 28 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een gekoppelde eengezinswoning met carport (heraanvraag met beperkte wijziging aan de voorgevel), op een perceel gelegen Windhalmlaan 28 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 182 N aangevraagd door mevrouw Christiane Mobouck wonende Gentsestraat 20 te 8530 Harelbeke.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  11 april 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

-          De voorziene hagen in de voortuin dienen te bestaan uit groene beuk, conform de verkavelingsvoorschriften.

-          De voorziene boom in de voortuin dient een boom van minstens 3e of 4e categorie te zijn, conform de verkavelingsvoorschriften.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd door de deputatie op 1 september 2011, met als bestemming zone voor wonen en beperkte nevenfuncties.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 28 september 2016 (dossiernummer gemeente: 1122-3/20164).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gemeentelijk RUP Sint-Lodewijk centrum is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante omgevingsvergunningen

Omgevingsvergunning afgeleverd op 26 september 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 2 gekoppelde eengezinswoningen met telkens een aangebouwde carport

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen op het lot 8 van de recente verkaveling Windhalmlaan. De verkaveling bevindt zich in het centrum van Sint-Lodewijk in het binnengebied van de Oliebergstraat – Kapelstraat – Windhalmlaan. De woningen in de omgeving hebben zowel een open, halfopen als gesloten typologie.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft een wijziging van de reeds goedgekeurde omgevingsvergunning (OMV_2018072388). De wijziging heeft betrekking op de voorgevel van de woning op lot 8. De voorgevel ter hoogte van de eerste verdieping zal in crepi voorzien worden in tegenstelling tot de vergunde gevelbekleding. Om een architecturaal geheel te behouden wordt tevens het raam in de voorgevel ter hoogte van de eerste verdieping aangepast zodat deze in lijn komt met het raam van het bureau op de gelijkvloers. De overige werken worden uitgevoerd conform de oorspronkelijke vergunning en kunnen als volgt omschreven worden.

Het ontwerp voorziet een koppelwoning opgebouwd uit twee bouwlagen en een plat dak met een maximale hoogte van 6,05 m. De woning bevindt zich binnen het bouwkader opgelegd door de verkaveling; op minimum 5 m van de rooilijn, op 3,4 m van de niet-aangebouwde kavelgrens en op 11,5 m van de achterkavelgrens. De woning heeft een breedte van 8 m en een diepte van 11,5 m. De woning heeft op het gelijkvloers een inkom, een apart toilet, een zithoek, een eethoek, een PC hoek, een keuken en een wasplaats. Op het verdiep worden 4 slaapkamers, een badkamer, een nachthal en een berging voorzien. De woning wordt opgebouwd als een strakke, moderne woning. Aangebouwd aan de rechterzijgevel van de woning wordt een carport voorzien op 3,05 m achter de voorbouwlijn van de woning, met een breedte van 3,4 m op een diepte van 6 m en afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,95 m. Het betreft een stalen constructie die langs 3 zijden volledig open is.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden op 11 maart 2019 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. Er werden naar aanleiding van deze adviesvraag geen opmerkingen geformuleerd.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk RUP Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd door de deputatie op 1 september 2011.

Gezien de voorschriften van het RUP overgenomen werden in de voorschriften van de verkaveling wordt er voor de toetsing van de aanvraag aan het RUP verwezen naar de toetsing aan de verkaveling.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 28 september 2016 (dossiernummer gemeente: 1122-3/20164).

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de bestemming gekoppelde ééngezinswoningen gerespecteerd worden, de minimale afstand van de voorbouwlijn tot de rooilijn gerespecteerd wordt, de minimale afstand tot de zijkavelgrenzen en tot de achterkavelgrens gerespecteerd wordt, de maximale bouwdiepte op het gelijkvloers en het verdiep gerespecteerd wordt, de maximaal te bebouwen oppervlakte van 50 % per perceel gerespecteerd wordt, het maximum aantal bouwlagen gerespecteerd wordt, de maximale hoogte van 6,5 m nageleefd wordt, de dakvorm vrij is, de carport op de zijperceelgrens voorzien wordt, de maximale hoogte en de dakvorm van de carport gerespecteerd worden, de voorbouwlijn van de carport op 3 m achter de voorbouwlijn van de woning start, de carport langs 3 zijden open is, de maximale oppervlakte van de carport gerespecteerd wordt, het verhardingspercentage van de voortuin gerespecteerd wordt, een haag van 0,75 m hoog in de voortuin voorzien wordt en de overige kavelgrenzen met een haag van 2 m beplant worden.

In de voorschriften van de verkaveling wordt opgenomen dat de hagen in de voortuin dienen te bestaan uit groene beuk en dat er in de voortuin een boom dient voorzien te worden van 3e of 4e categorie.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Windhalmlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet in de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 1500 liter en een referentieoppervlakte van 5,2 m², de oprit wordt aangelegd in waterdoorlatende verharding en het terras watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een eengezinswoning in een recent goedgekeurde verkaveling. De aanvraag voldoet zowel naar bouwvolume, als afstand tot de perceelsgrenzen, als materiaalgebruik aan de voorschriften van de verkaveling. Op deze manier past de eengezinswoning zich in, in de recent goedgekeurde verkaveling. De carport wordt voorzien op 3,05 m achter de voorbouwlijn van de woning en het betreft een volledig open constructie waardoor het open karakter van de woning niet verloren gaat. De tuinzone is na de bouw van het terras nog voldoende ruim teneinde deze kwalitatief in te richten. Er is op eigen terrein ook genoeg parkeergelegenheid voorzien.

De aanpassingen aan de reeds goedgekeurde bouwplannen gebeuren bij een bestaande eengezinswoning met behoud van de functie. De werken zijn slechts gering van omvang zodat de impact beperkt zal zijn. Het kleur van het gevelmateriaal op de bovenverdieping is hetzelfde als de gevelkleur van het gelijkvloers. Het wijzigen van de raamopening in de gevel op de bovenverdieping verhoogt de architecturale aanblik van de woning en zorgt bijgevolg voor een verfraaiing van het straatbeeld. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Aangezien geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd worden, is geen verdere beoordeling aan de orde.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Christiane Mobouck, wonende Gentsestraat 20 te 8530 Harelbeke, voor het bouwen van een gekoppelde eengezinswoning met carport (heraanvraag met beperkte wijziging aan de voorgevel), op een perceel gelegen Windhalmlaan 28 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 182 N, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

-          De voorziene hagen in de voortuin dienen te bestaan uit groene beuk, conform de verkavelingsvoorschriften.

-          De voorziene boom in de voortuin dient een boom van minstens 3e of 4e categorie te zijn, conform de verkavelingsvoorschriften.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

OMV 2019_25 - Tapuitstraat 69 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het beperkt veranderen door de herlocatie van een nieuwe transformator met eenzelfde vermogen, op een perceel gelegen in de Tapuitstraat en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 369 L2 aangevraagd door Frans Maria Gheysen met als contactadres Kasteelstraat 46 te 8531 Harelbeke.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft, betreffende de aanvraag, het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 11 april 2019.

Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt als volgt: gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 december 1964 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaand veevoeder-fabricagebedrijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 augustus 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden en renoveren van een bestaand fabrieksgebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 januari 1995 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen en uitbreiden van de fabrieksruimte.

 

Relevante milieuvergunningen

 

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 28 september 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een kernvoederfabriek.

        milieuvergunning afgeleverd op 11 juni 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervaardigen van diervoeders.

 

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Tapuitstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg ten zuiden van de E17. De omgeving wordt gekenmerkt door vrijstaande eengezinswoningen, open landbouwgebied en historisch gegroeide bedrijfsgebouwen. Het perceel van de aanvrager is grotendeels bebouwd met bedrijfsgebouwen en vooraan verhard met betonverharding.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft geen betrekking op een stedenbouwkundige handeling.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Deze aanvraag voor een omgevingsvergunning betreft een kleine verandering door het plaatsen van de nieuwe elektriciteitscabine op een andere locatie dan de huidige cabine. Het geïnstalleerd vermogen blijft gelijk nl. 200 kVA. De nieuwe cabine wordt inpandig geplaatst in het gebouw aan de straatzijde. Hiervoor zijn geen constructieve werken aan het gebouw noodzakelijk.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

6.5.1°

1 verdeelslang (Ongewijzigd)

1 verdeelslang

3

12.2.1°

gewijzigde locatie van nieuwe transformator (Verandering)

200 kVA

3

17.3.2.1.1.1°b)

opslag diesel (Ongewijzigd)

1,68 ton

3

17.3.3.2°b)

oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

10 ton

2

17.3.5.2°b)

opslag voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

1 ton

2

17.3.8.1°

opslag milieugevaarlijke stoffen (Ongewijzigd)

1 ton

3

45.10.1°b)

bereiden van voedingsextracten (Ongewijzigd)

34 kW

3

50.

opslag strooizout (Ongewijzigd)

45 ton

2

53.8.1°a)

grondwaterwinning (Ongewijzigd)

90 m³/jaar

3

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de zonevoorschriften voor woonuitbreidingsgebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt: Woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vaststelling van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

In de voorliggende aanvraag worden geen stedenbouwkundige handelingen voorgesteld en de beperkte verandering is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening (zie onder). De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de codex en is bijgevolg in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Tapuitstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

De geplande kleine verandering is niet van die aard dat zij een bijkomend risico voor de mens of een aantasting van het leefmilieu inhoudt of bestaande hinder vergroot.

De impact van deze kleine verandering heeft bijgevolg geen invloed op de milieutechnische aspecten van de exploitatie en zodoende is een verdere beoordeling van de milieutechnische aspecten niet van toepassing.

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De werken gebeuren binnen de bestaande gebouwen met behoud van de functie. Er vinden geen constructieve werken plaats. De werken hebben tot doel de verouderde elektriciteitscabine te vervangen en te verhuizen naar een meer geschikte plaats op de site. Deze aanvraag heeft geen impact op het straatbeeld aangezien er geen werken aan de gevel uitgevoerd worden, enkel de poort die toegang geeft tot de nieuwe cabine zal vervangen worden door een nieuwe poort. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen.

      Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Frans Maria Gheysen met als contactadres Kasteelstraat 46 te 8531 Harelbeke, voor het beperkt veranderen door de herlocatie van een nieuwe transformator met eenzelfde vermogen, op een perceel gelegen  en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 369 L2.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

6.5.1°

1 verdeelslang (Ongewijzigd)

1 verdeelslang

3

12.2.1°

gewijzigde locatie van nieuwe transformator (Verandering)

200 kVA

3

17.3.2.1.1.1°b)

opslag diesel (Ongewijzigd)

1,68 ton

3

17.3.3.2°b)

oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

10 ton

2

17.3.5.2°b)

opslag voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

1 ton

2

17.3.8.1°

opslag milieugevaarlijke stoffen (Ongewijzigd)

1 ton

3

45.10.1°b)

bereiden van voedingsextracten (Ongewijzigd)

34 kW

3

50.

opslag strooizout (Ongewijzigd)

45 ton

2

53.8.1°a)

grondwaterwinning (Ongewijzigd)

90 m³/jaar

3

 

Artikel 2

 

De plannen en de omgevingsvergunningsaanvraag waarop deze beslissing gebaseerd is, maken integraal deel uit van de omgevingsvergunning.

 

Artikel 3

 

De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn gelijk aan die van de lopende vergunning (tot 11 juni 2034).

 

Artikel 4

 

De omgevingsvergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden: 

 

§.1 Algemene en sectorale voorwaarden

Volgende algemene voorwaarden zijn van toepassing:

hoofdstuk 4.1: Algemene voorschriften

hoofdstuk 4.2: Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging

hoofdstuk 4.3: Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging

hoofdstuk 4.4: Beheersing van luchtverontreiniging

hoofdstuk 4.5: Beheersing van geluidshinder

hoofdstuk 4.6: Beheersing van hinder door licht

 

Volgende sectorale voorwaarden zijn van toepassing:

hoofdstuk 5.6: Brandstoffen en brandbare vloeistoffen

hoofdstuk 5.12: Elektriciteit

hoofdstuk 5.17: Opslag van gevaarlijke producten

hoofdstuk 5.45: Voedingsnijverheid en -handel

hoofdstuk 5.50: Zout

hoofdstuk 5.53: Winning van grondwater

 

De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

 

§.2 Bijzondere voorwaarden

Er worden geen bijzondere voorwaarden opgelegd.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen - BW 2019-1 - agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de budgetwijziging 2019-1 van de kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen ter aktename voor te leggen aan de gemeenteraad van 25 april 2019.

 

Motivering

 

De kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen wenst enerzijds de verwarmingsinstallatie te vernieuwen en om te schakelen van mazout naar gas, en anderzijds de tapijten te verwijderen.

 

Ze maakte daarvoor een budgetwijziging op die de kerkraad goedkeurde op 16 januari 2019. Hierbij worden de investeringsuitgaven verhoogd met 56.000 euro, te financieren met een investeringstoelage van 56.000 euro. Deze budgetwijziging werd ingediend via Religiopoint, en bevindt zich in bijlage. Ze kreeg gunstig advies van het bisdom Brugge op 21 januari 2019.

 

In het overleg van 11 april 2019 werd hierover een akkoord bereikt tussen het gemeentebestuur en het CKB.

 

De gemeenteraad heeft in zitting van 28 maart 2019 de budgetwijziging 2019-1 van de gemeente goedgekeurd, waarin ze een toename van de investeringstoelage aan de kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen van 56.000 euro heeft voorzien.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Art. 45 tot 50/1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

          Art. 22 tot 24 Besluit Vlaamse regering van 13 oktober 2006

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de budgetwijziging 2019-1 van de kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen ter aktename voor te leggen aan de gemeenteraad van 25 april 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan.  De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage.  Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren.  De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage.  De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2019/15 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2019/21 goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Afsprakennota MAT/beleid - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het ontwerp van de afsprakennota tussen het beleid en het MAT goed te keuren.

 

Motivering

 

Tenminste na iedere volledige vernieuwing van de gemeenteraad sluit de algemeen directeur, mede namens het gezamenlijk managementteam (MAT), een afsprakennota met de beleidsorganen, over de wijze waarop de algemeen directeur en de overige leden van het MAT met het beleid samenwerken om de beleidsdoelstellingen te realiseren en over de omgangsvormen tussen bestuur en administratie.

 

Het MAT adviseerde deze nota positief op 3 april 2019.

 

De nota ligt voor aan het college van burgemeester en schepenen.

De nota ligt ook voor aan de burgemeester, de voorzitter van het vast bureau, het vast bureau en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, die voor dit punt aansluiten bij deze zitting.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid:

          Art. 56, § 3, 13° en 171, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de afsprakennota tussen het managementteam en het beleid goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

De Wieke - plaatsing bijkomende vlag - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om een bijkomende standaardvlag te plaatsen aan buurthuis de Wieke.

 

Motivering

 

Het feestbestuur van de Molenhoek heeft op 15 april 2019 een mail gestuurd met de vraag om de Wieke te bevlaggen met de vlag van de Molenhoek.

 

De vlag werd ontworpen door de wijkburgemeester van de Molenhoek, de heer Bernard Vercruysse en verwijst duidelijk naar Deerlijk en de molen (lees Wieke).

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend en hangt ervan af of er al dan niet een nieuwe vlaggenmast moet aangekocht worden.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit toelating te verlenen voor permanente bevlagging aan de Wieke met de vlag van de Molenhoek.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Riopact - takenpakket 2019 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht het takenpakket in het kader van de Riopact-overeenkomst tussen de gemeente en De Watergroep voor 2019 goed te keuren.

 

Motivering

 

De gemeenteraad keurde in zitting van 29 januari 2009 de overeenkomst tussen De Watergroep en de gemeente betreffende de uitbouw, het onderhoud en het beheer van het gemeentelijk rioleringsstelsel goed.

 

Deze overeenkomst bepaalt dat De Watergroep kan instaan voor het uitvoeren van bepaalde taken inzake de uitbouw, het onderhoud en het beheer van het gemeentelijke rioleringsstelsel. Jaarlijks wordt in onderling overleg het dienstenpakket samengesteld. De Watergroep stelt hiervoor een plan van aanpak met daarin de methodiek en het financieel plan op.

 

Voor 2019 werd volgend takenpakket samengesteld:

 

Studies en adviezen

•Beheren van de riooldatabank (up-to-date houden)

•Camera-inspecties

•Opmaken en beheer assetmanagement

•Hydraulische en technische adviezen

•Afkoppelingsadviezen

•KLIP-aanvragen

44.523 euro

Beheer infrastructuur

•Beheer rioolstelsel, pompstations, ...

•Vervanging en herstellingen aan pompstations

•Beheer IBA's

•Audit hydraulische structuur of KWZI of IBA

25.542 euro

Projecten en aansluitingen

•Huisaansluitingen

 

•Projectmanagement investeringsprojecten Evangelieboom en Zwevegemstraat

8.000 euro

kosten huisaansluiting zijn ten laste van  eigenaar

Flankerende services

•Coördinatie / beleidsondersteuning

2.183 euro

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid:  Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

50.208 euro excl.btw  (Hydraulisch advies - Afkoppeladviezen - Technisch advies - Beheer riooldatabank - Camerainspecties - Assetmanagement - Audits hydraulische structuur/KWZI/IBA - Beleidsondersteuning)

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0310-01/61320100

Visum

2019.012

 

Raming of bedrag

350 euro excl.btw (KLIP-aanvragen)

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0190-00/61609000

Visum

Niet vereist

 

Raming of bedrag

9.700 euro excl.btw (Beheer pompstations  - Vervangingen en herstellingen)

Actie

Onderhoud en herstelling pompstations

Jaarbudgetrekening

3-1-1-2/0310-01/61499000

Visum

2019.012

 

Raming of bedrag

11.989 euro excl.btw (Beheer IBA's)

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0310-02/61340500

Visum

2019.012

 

Raming of bedrag

8.000 euro excl.btw (projectgerelateerde kosten Evangelieboom - Zwevegemstraat)

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0310-01/22400007

Visum

Niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen keurt het takenpakket voor 2019 in het kader van de Riopact-overeenkomst tussen De Watergroep en de gemeente goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Herinrichting begraafplaats Sint-Lodewijk en inrichting overdekte afscheidsplaats centrum Deerlijk - naamplaten urnenkelders en -monumenten - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de afspraken voor wat betreft de lay-out van naamplaten voor urnenkelders en urnenmonumenten op de begraafplaatsen van Deerlijk goed te keuren.

 

Motivering

 

Bij de huidige herinrichting van de begraafplaats Sint-Lodewijk wordt het huidige columbarium afgebroken. De aanwezige urnen in het huidige columbarium zullen worden ondergebracht in nieuw te plaatsen urnenmonumenten en urnenkelders. De huidige naamplaten zijn niet compatibel met de nieuwe monumenten en kelders. Er is dan ook voorzien om nieuwe naamplaten te laten graveren.

 

Het huidige reglement bepaalt dat de naamplaten uniform dienen te zijn. De huidige naamplaten vertonen echter nogal wat variaties. Zo zijn er naamplaten met en zonder kruisje, met en zonder foto, met de vermelding “echtg. van”, met de vermelding “zoon van wijlen”, met een gegraveerde kinderhand en -voet, …. .

 

Om wat meer uniformiteit in de nieuwe naamplaten te krijgen stelt de dienst voor om voor de nieuwe platen, die moeten aangemaakt worden in het kader van de verhuis van het columbarium in Sint-Lodewijk, onderstaande gegevens over te nemen op de nieuwe naamplaat:

          de naam van de overledene;

          het geboortejaar en het jaar van overlijden;

          "echtg. van" te vervangen door het symbool van twee in elkaar gehaakte ringen;

          kruis en/of oudstrijdersvlag;

          een persoonlijke afbeelding - hiervoor wordt voorgesteld om beperkte ruimte (max. 8 op 10 cm) te voorzien in de rechter bovenhoek.

De foto's kunnen niet verplaatst worden.

 

Bedoeling is om dit in het vervolg ook toe te passen voor nieuwe naamplaten op zowel de begraafplaats Sint-Lodewijk als de begraafplaats in het centrum. Er werd hiervoor een ontwerp uitgewerkt dat toegevoegd werd als bijlage.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om op de nieuwe te graveren naamplaten, voor de verhuis van het columbarium op de begraafplaats Sint-Lodewijk, volgende gegevens over te nemen:

          de naam van de overledene;

          het geboortejaar en het jaar van overlijden;

          het symbool van twee in elkaar gehaakte ringen (ter vervanging van "echtg. van");

          kruis en/of oudstrijdersvlag;

          een persoonlijke afbeelding (behalve de bestaande foto) en dit in de rechterbovenhoek met een max. afmeting van 8 op 10 cm.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om vanaf heden op naamplaten voor urnenkelders of columbariummonumenten enkel nog volgende vermeldingen toe te laten:

          de naam van de overledene;

          het geboortejaar en het jaar van overlijden;

          het symbool van twee in elkaar gehaakte ringen (optioneel);

          een kruis (optioneel);

          beperkte ruimte (8 op 10 cm in rechterbovenhoek) voor een persoonlijke foto of afbeelding.

Dit voor alle begraafplaatsen in Deerlijk en volgens de ontwerpen in bijlage bij deze beslissing.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

OMV 2018_190 - Geeststraat 32 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het regulariseren van een carport, een zwembad en een tuinhuis bij een bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Geeststraat 32 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 141 P2 aangevraagd door Deleersnyder - Vandekerckhove wonende Geeststraat 32 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  11 april 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De vergunning wordt afgeleverd onder voorbehoud van burger(rechter)lijke rechten in het bijzonder voor wat betreft de ligging van de eigendomsgrens tussen het perceel Geeststraat 32 en perceel gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 141 R3.

        De regularisatie van de carport  is mogelijk rekening houdend met de afstanden zoals voorzien op het toegevoegd plan van de architect (BA_regularisatie carport_P_B_1_grondplan).

        Het tuinhuis is niet vatbaar voor regularisatie en dient bijgevolg verwijderd te worden binnen een termijn van 6 maanden na het van kracht worden van de vergunning.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Molenhoek, wijziging A zoals goedgekeurd op 7 oktober 1987, met als bestemming zone voor wonen en zone voor achteruitbouw.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 5 april 1978 (dossiernummer 1978.1/2019-1 / dossiernummer RO VK510.1008).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 maart 1984 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Geestraat, op de hoek met de Windmolenstraat. Beide straten zijn voldoende uitgeruste gemeentewegen. De omgeving wordt gekenmerkt door een residentiële bebouwing van het vrijstaande bebouwingstype. Aan de overzijde van de weg is een landbouwbedrijf aanwezig met bijhorende landbouwgronden. In het noorden is een onbebouwd perceel gelegen. Op het perceel van de aanvrager is een vrijstaande eengezinswoning aanwezig bestaand uit 1 bouwlaag met schilddak en een aantal bijgebouwen.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een aantal opgetrokken constructies te regulariseren. Deze constructies betreffen een carport aan de woning, een zwembad en een tuinhuis. De werken werden allen reeds uitgevoerd; de carport in 1998 en het zwembad en tuinhuis in 2002.

De carport bevindt zich in de rechterhoek van de tuinzone, deels naast en deels achter de woning. Volgens de aanvraag bevinden de betonkolommen van de carport zich op een afstand van 0,90 m van zowel de achterperceelsgrens als de rechterzijperceelsgrens. De dakrand bevindt zich op 0,60 m van beide perceelsgrenzen. De carport wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,60 m boven het maaiveld voor het gedeelte rechts van de woning en 2,45 m voor het gedeelte achter de woning. Het zwembad is ingeplant links van de woning, op een afstand van 4 m van de rooilijn met de Windmolenstraat. Het zwembad heeft een oppervlakte van 34,13 m². De diepte bedraagt 1,60 m op zijn diepst. Het tuinhuis is ingeplant op 0,65 m van de rooilijn van de Windmolenstraat en op 1,20 m van de achterkavelgrens. Het heeft een breedte van 2,76 m op een diepte van 4,56 m. Het tuinhuis wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,30 m.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 18 januari 2019 tot 16 februari 2019. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 5 bezwaarschriften ontvangen.

Alle bezwaren zijn tijdig ingediend en aldus ontvankelijk.

 

Inhoud van de bezwaren

Bezwaren 1 en 2 zijn identiek en kunnen als volgt samengevat worden:

-          De grens tussen beide percelen (Geeststraat 32 en perceel gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 141 R3) is niet correct gevolgd, met alle gevolgen van dien: de haag staat verkeerd, de carport staat niet correct…

-          Bezwaarindieners vragen nazicht van het door hen ingediende plan voor regularisatie.

 

Bezwaren 3, 4 en 5 zijn identiek en kunnen als volgt samengevat worden:

-          De voorliggende onroerende goederen werden gebouwd zonder enig overleg met de buren en zonder rekening te houden met reglementering.

-          Pas na een klacht werd initiatief tot regularisatie genomen.

-          Het gaat hier over een reeks overtredingen, nl. zwembad, tuinhuis-poolhouse, carport,…

-          De carport is aan 1 zijde quasi volledig afgesloten wat ons doet twijfelen of dit dan nog een carport is of een bijkomend gebouw. 

-          Zelf hebben we een landmeter gecontacteerd omdat er nog onduidelijkheid is over de perceelsgrens, evenals de zelf opgegeven maten. 

-          De carport is aan de zuidkant van ons perceel gelegen, waardoor de schaduw volledig op ons onroerend goed valt. 

-          Voor onderhoud van het plat dak en rand van de carport hebben ze volledig inkijk in ons onroerend goed wat onze privacy aantast. 

-          Bij het bouwen van hun woning werd al een uitzondering van de verkavelingsvoorschriften aangevraagd en werd er al teveel ruimte overbouwd terwijl nu nog eens 3 extra gebouwen voorzien worden.  Ze vragen ook geen uitzondering aan 1 kant van hun perceel, maar aan 2 zijden.

-          De bezwaarindieners hebben een probleem met de werkmethode van de aanvragers, die in de loop der jaren drie bouwovertredingen doen en dan gewoon jaren later alles zomaar laat regulariseren.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag is gelegen in een woonuitbreidingsgebied volgens het gewestplan waarbij volgende voorschriften gelden.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s)zijnde artikel 5.1.1 luiden als volgt :

 

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

 

De bepalingen van het gewestplan werden verder verfijnd door een later goedgekeurd BPA Molenhoek. De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Bijgebouw op 1 m van de perceelsgrens tenzij de muren opgetrokken worden in baksteen dan kan tot op de perceelsgrens

Open carport op minder dan 1 m van de perceelsgrens

Vrije zijstrook bedraagt 4 m

Carport deels in de vrije zijstrook

Maximale oppervlakte bijgebouw in zone 1 = 30 m²

Carport in zone 1 is 40,31 m²

Tussen zone 1 en zone 4 is de uiterste grenslijn van de bebouwing opgenomen

het tuinhuis wordt ingeplant voor de uiterste grenslijn van de bebouwing

In zone 4 is bebouwingspercentage 0 % en 0 m²

Tuinhuis met oppervlakte van 12,58 m² in zone 4

 

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de bestemming behouden blijft, de hoogte van de carport en het bijgebouw conform de voorschriften is, de zone 1 minder dan 33% en minder dan 250 m² bebouwd is en de zone 4 minder dan 40 % verhard is.

Een zwembad wordt (onder meer in het vrijstellingsbesluit) aanzien als een niet overdekte constructie en niet als een gebouw. Aangezien voor de zone 1 geen bepalingen opgenomen zijn inzake maximale verharding en voor de zone 4 voldaan is aan de bepaling inzake de maximale verharding van 40% kan geoordeeld worden dat de inplanting van het zwembad conform de voorschriften van het BPA is

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijkingen voor de carport hebben betrekking op afmetingen en inplanting zodat een afwijking overwogen kan worden.

Bij de beoordeling van het aangevraagde wordt de actuele regelgeving, met inbegrip van stedenbouwkundige voorschriften, eventuele verkavelingsvoorschriften en algemene en sectorale milieuvoorwaarden, als uitgangspunt genomen. Een afwijking voor de plaatsing van een carport wordt binnen de gangbare normen van de dienst steeds toegestaan voor zover deze carport ingeplant wordt minstens 3 m achter de voorgevelbouwlijn van de woning, aan 3 zijden open is en ingeplant wordt op een afstand van 0,50 m van de zijperceelsgrens of op de zijperceelsgrens mits akkoord van de aanpalende eigenaar. De afwijking van de oppervlakte is beperkt en het maximale bebouwingspercentage zoals voorzien in het BPA wordt niet overschreden. De carport voldoet aan deze bepalingen zodat een afwijking positief beoordeeld kan worden, onder voorbehoud van de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening.

 

De afwijking van het tuinhuis heeft betrekking op de bestemming (bouwen in een bouwvrije zone) zodat een afwijking niet overwogen kan worden en een regularisatie van het tuinhuis bijgevolg niet mogelijk is. Het tuinhuis moet opgetrokken worden op een afstand van 5 m van de rooilijn.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Geeststraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en het water van de carport infiltreert volledig op eigen terrein. De eigendom ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen. Bijgevolg dient in alle redelijkheid geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Bij de beoordeling van het aangevraagde wordt de actuele regelgeving, met inbegrip van stedenbouwkundige voorschriften, eventuele verkavelingsvoorschriften en algemene en sectorale milieuvoorwaarden, als uitgangspunt genomen. De regularisatievergunning wordt afgeleverd met inachtneming van de gebruikelijke beoordelingscriteria.

 

De carport, het tuinhuis en het zwembad werden voorzien in de tuinzone bij een bestaande eengezinswoning met behoud van deze hoofdfunctie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De carport betreft een open constructie deels in de vrije zijtuinstrook en deels in de achtertuin zodat het open karakter van de woning behouden blijft. Volgens de plannen van de architect bevindt de carport zich voor wat de dakrand betreft op een afstand van 0,60 m van de zijperceelsgrens zodat het regenwater op eigen terrein opgevangen kan worden en de afstand beantwoordt aan de door de dienst algemeen geldende normen. Voor de plaatsing ten opzichte van de achterkavelgrens is het akkoord van de aanpalende eigenaar toegevoegd bij het dossier. De carport wordt afgewerkt in dezelfde kleur als de woning en is beperkt qua hoogte zodat deze zich maximaal zal integreren in de omgeving. Het zwembad bevindt zich in de voortuinstrook richting Windmolenstraat. Dit betreft echter geen driedimensionale constructie en de afstand tot de perceelsgrenzen is voldoende ruim zodat de impact van deze constructie op de omgeving beperkt is. Het tuinhuis echter is ingeplant op de rooilijn met de Windmolenstraat, palend aan de voortuinstrook van de aanpalende woning Windmolenstraat 13 wat vanuit ruimtelijk oogpunt niet wenselijk is en een precedent vormt. Bijgevolg dient in de voorwaarden opgenomen te worden dat het tuinhuis verwijderd moet worden.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Alle ingediende bezwaarschriften zijn tijdig ingediend en worden bijgevolg ontvankelijk verklaard.

 

De elementen uit de bezwaren kunnen als volgt samengevat worden:

-          De grens tussen het perceel Geeststraat 32 en perceel gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 141 R3 is niet correct en onduidelijk.

-          De constructies werden gebouwd zonder overleg en zonder rekening te houden met reglementering. Bezwaarindieners hebben probleem met de werkmethode van de regularisatie.

-          De carport is aan 1 zijde quasi volledig afgesloten waardoor dit geen carport betreft maar een gebouw.

-          Door de carport is er schaduw op het aanpalend perceel en zal de privacy aangetast zijn bij onderhoud.

-          Het perceel is reeds te veel bebouwd.

 

Omtrent de ingediende bezwaarschriften wordt voorgesteld deze in hoofdzaak ongegrond te verklaren vanuit volgende motivering:

-          Wat betreft de opmerking inzake de grenslijn tussen de 2 percelen kan in voorliggende aanvraag bij de beoordeling enkel voortgegaan worden op het plan zoals opgemaakt door de architect. De ligging van de grens tussen 2 private eigendommen betreft een burgerrechtelijke aangelegenheid. Een omgevingsvergunning wordt dan ook steeds afgeleverd onder voorbehoud van burger(rechter)lijke rechten. Deze voorwaarde dient opgenomen te worden bij afgifte van de vergunning.

-          Een regularisatievergunning is een instrument dat geïntegreerd werd in de wetgeving, meer bepaald in  artikel 81 van het omgevingsvergunningdecreet. Dit betreft een omgevingsvergunning die tijdens of na de uitvoering van de vergunningsplichtige projecten wordt afgeleverd. Deze werkmethode is aldus juridisch verankerd en een mogelijkheid voor ieder die reeds werken uitvoerde. Bij de beoordeling dient wel steeds rekening gehouden te worden met de actuele regelgeving op het moment van aanvraag. Deze opmerking is bijgevolg ongegrond.

-          Het gedeelte naast de woning betreft een volledig open constructie waardoor dit beantwoordt aan de algemene bepalingen om een carport toe te laten in de vrije zijtuinstrook. In de carport is, blijkens de foto’s wel een scherm geplaatst, echter niet in de zijtuinstrook maar in het verlengde van de zijgevel van de woning. Dit scherm onder de carport heeft niet dezelfde hoogte als de carport waardoor dit niet leidt tot een gesloten gebouw.

-          De carport is qua hoogte slechts beperkt hoger dan de bestaande haag en de hoogte is lager dan de bepalingen toegelaten in het BPA inzake hoogte van bijgebouwen. In het BPA is opgenomen dat op de perceelsgrens een hoogte van 2,70 m mogelijk is om vervolgens met een helling van 30° te kunnen stijgen tot 5 m. De carport is opgetrokken in duurzame materialen zodat onderhoud slechts zeer sporadisch nodig zal zijn. Bijgevolg is de impact naar schaduw en privacy op het aanpalend perceel beperkt.

-          Aangezien de verkavelingsvergunning ouder is dan 15 jaar vormt zij niet langer een weigeringsgrond bij afgifte van een vergunning. De aanvraag dient evenwel nog steeds getoetst te worden aan de voorschriften van het BPA. Qua bebouwingspercentage voorziet het BPA dat het gedeelte in de zone 1 voor 33 % en voor 250 m² bebouwd mag worden. De oppervlakte van het gedeelte in zone 1 is 600,25 m² (conform de nota van de architect), 33% bedraagt 198,08 m². Aangezien de 198,08 m² kleiner is dan de 250 m² geldt deze eerste norm. Voor de bebouwde oppervlakte van de zone 1 dient de woning en de carport in rekening gebracht te worden (het zwembad betreft een niet overdekte constructie en het tuinhuis staat in de zone 4) en dit komt neer op 161,67 m². Het maximale toegelaten bebouwingspercentage in de betreffende zone is bijgevolg nog niet overschreden.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het voorstel van behandeling van bewaren en het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Deleersnyder - Vandekerckhove wonende Geeststraat 32 te 8540 Deerlijk, voor het regulariseren van een carport, een zwembad en een tuinhuis bij een bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Geeststraat 32 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 141 P2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De vergunning wordt afgeleverd onder voorbehoud van burger(rechter)lijke rechten in het bijzonder voor wat betreft de ligging van de eigendomsgrens tussen het perceel Geeststraat 32 en perceel gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 141 R3.

        De regularisatie van de carport is mogelijk rekening houdend met de afstanden zoals voorzien op het toegevoegd plan van de architect (BA_regularisatie carport_P_B_1_grondplan).

        Het tuinhuis is niet vatbaar voor regularisatie en dient bijgevolg verwijderd te worden binnen een termijn van 6 maanden na het van kracht worden van de vergunning.

.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

OMV 2019_16 - Vichtestraat 83, 85, 87, 87A en 89 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het het overwelven van een baangracht op 5 plaatsen in functie van de realisatie van de verkaveling 2011.20/2075-4 met 4 loten en een oprit naar de bestaande woning, op een perceel gelegen Vichtestraat 83, 85, 87, 87A en 89 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 266 P, (afd. 1) sectie B 266 M en (afd. 1) sectie B 266 N aangevraagd door de heer Romain Bekaert wonende Vichtestraat 89 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  11 april 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De voorziene overwelving in de 5 m-zone langs de Wijmelbeek wordt uit de vergunning gesloten in navolging van het ongunstig advies van de provinciale dienst Waterlopen.  De toegangsweg in functie van de achterliggende woning dient gerealiseerd te worden langsheen de perceelsgrens van lot 4 met een breedte van maximaal 5 m en volgens de algemene bepalingen opgenomen in de provinciale verordening.

        De bestaande overwelving die binnen deze aanvraag wordt behouden op lot 2 dient gewijzigd te worden naar een maximale overwelving van 5 m aansluitend aan de constructie op lot 3.

        De Provinciale verordeningen voor het overwelven van baangrachten dient strikt nageleefd te worden, in het bijzonder volgende bepalingen aanvullend op de plannen:

  • Aan de uiteinden van iedere overwelving dient telkens een kopmuurconstructie voorzien te worden.
  • De buizen moeten geplaatst worden in een volledig ontruimde grachtbodem. Bij de plaatsing van de overwelving mag geen schade toegebracht worden aan de grachtkanten en de nutsleidingen. De overgang van het open grachtprofiel naar de overwelving of inbuizing moet zo afgewerkt worden dat uitspoeling niet mogelijk is.
  • De vergunninghouder (of zijn rechtsopvolger) is verantwoordelijk voor de goede staat en voor de werking van de overwelving. Bijgevolg is hij verplicht de inbuizing te ruimen en vrij te houden van alle obstakels zodat een goede afwatering is verzekerd.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming deels woongebied met landelijk karakter en deels landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is deels gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 21 maart 2012 (dossiernummer 2011-20 / 2075-4).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan en de verkaveling zijn van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag kan in overeenstemming gebracht worden met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 maart 1993 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een vrijstaande landelijke woning na afbraak van een onbewoonbaar verklaarde woning.

 

Relevante verkavelingsvergunningen

Volgende verkavelingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Verkavelingsvergunning afgeleverd op 21 maart 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van een grond in 4 loten.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag situeert zich langs de Vichtestraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen van het open en gekoppelde type met een bouwlaag en een hellend dak omringd door landbouwgronden en verspreide agrarische bebouwing.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de baangracht in de Vichtestraat op 4 plaatsen te overwelven in functie van de realisatie van de verkaveling 2011.20/2075-4 waarin 4 loten voorzien werden en een oprit naar de bestaande, achterliggende woning.

Bij lot 1, 3 en 4 wordt een nieuwe overwelving geplaatst bestaande uit twee kopmuren en verhard met betonklinkers met een respectievelijke breedte van 4,39 m aan de linkerzijde van het lot 1, 4,39 m aan de linkerzijde van het lot 3 en 4,45 m aan de rechterzijde van het lot 4.

Bij het lot 2 wordt voorgesteld de bestaande overwelving en verharding te behouden.

Voor de toegang tot de achterliggende woning wordt een nieuwe toegangsweg gecreëerd aan de rechterzijde van het perceel van de aanvrager langsheen de Wijmelbeek. Hierbij wordt een nieuwe overwelving gemaakt van 4,53 m breed, afgewerkt met 2 kopmuren, en een verharding in betonklinkers.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden op 8 maart 2019 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. Er werd naar aanleiding van deze adviesvraag één schriftelijk advies geformuleerd waarin volgende opmerking opgenomen werd:

Er werd een voorstel tot wijziging ingediend.  Er wordt voorgesteld de kopmuur ter hoogte van lot 2 te verplaatsen.

De volgende motivatie wordt gegeven tot verplaatsing van de kopmuur:

-          De verplaatste kopmuur zal verhinderen dat er nog stenen of steenslag in de gracht terecht komen.

-          Ook zal de zijkant behoed worden voor invallen.

-          Het verkavelde lot 2 kan later, wanneer de bestaande oprit in grind wordt verdoofd en wordt veranderd van eigenaar, een eigen uitweg krijgen.

-          De koper van lot 2 kan later ook aansluiten op de bestaande bestrating met éénzelfde klinkers, zodat alles een harmonisch geheel vormt.

 

5.   Adviezen

 

De Provinciale dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 7 maart 2019. De adviesinstantie bracht op 5 april 2019 een deels gunstig en deels ongunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Beschrijving van de vergunningsaanvraag :

De aanvraag wordt ingediend voor het overwelven van een baangracht, bij een reeds goedgekeurde verkaveling 52011.20/2075-4), om toegang te verlenen tot de op te richten woningen (4 loten). Per perceel, behalve lot 2, wordt er 4,40 m nuttige breedte voorzien voor doorgang met de auto. Voor lot 2 wordt de huidige (langere) overwelving behouden.

Er wordt bijkomend nog een overwelving aangevraagd (4,92 m) om een private uitweg naar de Vichtestraat te voorzien ten gunste van huisnr. 89. Deze uitweg bevindt zich langsheen de Wijmelbeek, een ingeschreven waterloop van 2de categorie met nr. WL.8.13.

 

Gegevens en Bemerkingen :

Met betrekking tot de watertoets

1) Het project paalt rechtstreeks aan de Wijmelbeek, een ingeschreven waterloop van 2de categorie met nr. WL.8.13.

2) Het project ligt deels in een overstromingsgevoelig gebied (zie kaart watertoets in bijlage).

3) Het project ligt volgens bijgevoegd uittreksel deels in een gebied met een infiltreerbare bodem.

4) Er dient enkel rekening gehouden te worden met het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 (B.S. 08.10.2013) houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

5) Om het verlies in waterbergingsruimte effectief te verhelpen, dienen alle ophogingen in mogelijks overstroombaar respectievelijk effectief overstroombaar gebied te worden gecompenseerd.

 

Met betrekking tot de waterloop

Volgens art. 17 van de wet op de ‘Onbevaarbare Waterlopen’, daterend van 28 december 1967, zijn de aangelanden, gebruikers en eigenaars van kunstwerken, verplicht doorgang te verlenen, de nodige materialen, gereedschap en werktuigen voor de uitvoering van werken te laten plaatsen, en ook producten die voortkomen van de ruimingswerken binnen een 5-meterstrook vanaf de oever te aanvaarden.

Ook in art. 6 van het decreet van Het Vlaams Parlement van 19 juli 2013 tot wijziging van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het “integraal waterbeleid” worden de onderhoudsstrook en de rechten en plichten van de aangelanden naast de waterloop uitgebreid beschreven.

1)   Vrije strook 5 m

Langs de waterloop dient in alle omstandigheden vanaf de oeverrand (open profiel) of vanaf de rand van de overwelving (gesloten profiel) steeds een vijf meter brede strook volledig vrij te blijven van elke bebouwing en aanplantingen (rekening houdend met de te verwachten volume van de aanplantingen) zodat de toegang tot de waterloop onder meer voor personen en materieel bij uitvoering van werken aan deze waterloop altijd is verzekerd.

Ook opslag of tijdelijke opslag mag niet in de 5m-strook (indien van toepassing).

2)   Afrasteringen

De afrasteringen in de langsrichting van de beek dienen geplaatst op

- ofwel 1 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop maximaal 1,50 m. hoog

- ofwel 5 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop

Bij afrasteringen in de dwarsrichting ten opzichte van de waterloop dienen de nodige voorzieningen getroffen om een vrije doorgang binnen de 5 m strook mogelijk te maken door middel van een opening of een poort met een minimum breedte van 4 m.

3)   Onderhoudslast

De bestaande erfdienstbaarheid met betrekking tot de onderhoudslast van de waterloop blijft behouden.

De provincie kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade aan de verharding aangelegd binnen de 5m-strook t.g.v. onderhoudswerken aan de waterloop.

De provincie kan niet instaan voor de kosten voor het verwijderen van maai- en ruimingsspecie die normaal binnen de 5m-strook mag worden gedeponeerd.

4)   Grondbewerkingen

Het bewerken van de grond gelegen langs een ingeschreven waterloop mag slechts vanop een afstand van 1 m vanaf de taludinsteek van de waterloop.

5)   (Her)aanplanting

Bij (her)aanplantingen langs de betrokken waterloop dienen de bomen, omwille van het mechanisch onderhoud van de waterloop, min. 10 meter van elkaar te staan, geplant op 1 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop. De bestaande bomen mogen niet ontworteld worden om schade aan het talud te voorkomen.

6)   Ophogingen

Ophogingen binnen de 5 m-onderhoudsstrook worden niet toegelaten. Teneinde onderhoudswerken aan de waterloop uit te voeren dient de onderhoudsstrook vanaf de huidige taludinsteek een vlak verloop (horizontaal) te hebben en dit over de volledige breedte van deze 5 m-onderhoudsstrook.

(huidige taludinsteek = plaats van de kop van de talud zoals nu vastgesteld).

7)   Toekomstige ontwikkelingen

Onze dienst wenst hierbij tevens op te merken dat ook bij verdere ontwikkelingen op het terrein deze regelgeving ten allen tijde dient nageleefd te worden.

 

Met betrekking tot de baangrachten

 Het perceel wordt langsheen de Vichtestraat afgezoomd door een baangracht. De ontwikkelaar dient zich bewust te zijn van het feit dat hierop de Provinciale Verordering inzake baangrachten van toepassing is (zie bijlage 3).

 Er worden 4 overwelvingen voorzien op de baangracht om toegang te verlenen tot de te bouwen woningen en uitweg ten behoeve van huisnr. 89. Deze beantwoordt aan de Provinciale Verordening (maximaal 5 m per perceel, buisdiameter 400 mm), met uitzondering van lot 2.

 Artikel 5d stelt dat de buizen moeten geplaatst worden in een volledig ontruimde grachtbodem. Bij de plaatsing van de overwelving mag geen schade toegebracht worden aan de grachtkanten en de nutsleidingen. De overgang van het open grachtprofiel naar de overwelving of inbuizing moet zo afgewerkt worden dat uitspoeling niet mogelijk is.

 In navolging van artikel 6 van de verordening wenst de Provinciale Dienst Waterlopen er op te wijzen dat de vergunninghouder (of zijn rechtsopvolger) verantwoordelijk is voor de goede staat en voor de werking van de overwelving. Bijgevolg is hij verplicht de inbuizing te ruimen en vrij te houden van alle obstakels zodat een goede afwatering is verzekerd.

 

Advies Dienst Waterlopen met betrekking tot de watertoets en waterlopen:

Het advies van onze dienst is ONGUNSTIG. Er werd geen rekening gehouden met volgende voorwaarde:

      Volgens art. 17 van de wet op de ‘Onbevaarbare Waterlopen’, daterend van 28 december 1967, zijn de aangelanden, gebruikers en eigenaars van kunstwerken, verplicht doorgang te verlenen, de nodige materialen, gereedschap en werktuigen voor de uitvoering van werken te laten plaatsen, en ook producten die voortkomen van de ruimingswerken binnen een 5-meterstrook vanaf de oever te aanvaarden.

      Dit betekent:

 De bestaande erfdienstbaarheid met betrekking tot de onderhoudslast van de waterloop blijft behouden.

 De provincie kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade aan de verharding aangelegd binnen de 5m-strook t.g.v. onderhoudswerken aan de waterloop.

 De provincie kan niet instaan voor de kosten voor het verwijderen van maai- en ruimingsspecie die normaal binnen de 5m-strook mag worden gedeponeerd.

 

Advies Dienst Waterlopen met betrekking tot de baangrachten :

Het advies van onze dienst is VOORWAARDELIJK GUNSTIG. Er dient rekening gehouden te worden met volgende voorwaarden:

      De provinciale verordening voor baangrachten is van toepassing (zie bijlage 3).

      Er dienen aan de overwelving de nodige kopmuren te worden voorzien om de stabiliteit te verzekeren.

      Artikel 5d stelt dat de buizen moeten geplaatst worden in een volledig ontruimde grachtbodem. Bij de plaatsing van de overwelving mag geen schade toegebracht worden aan de grachtkanten en de nutsleidingen. De overgang van het open grachtprofiel naar de overwelving of inbuizing moet zo afgewerkt worden dat uitspoeling niet mogelijk is.

      In navolging van artikel 6 van de verordening wenst de Provinciale Dienst Waterlopen er op te wijzen dat de vergunninghouder (of zijn rechtsopvolger) verantwoordelijk is voor de goede staat en voor de werking van de overwelving. Bijgevolg is hij verplicht de inbuizing te ruimen en vrij te houden van alle obstakels zodat een goede afwatering is verzekerd.

      De bestaande overwelving (ten behoeve van de huidige ontsluiting van huisnummer 89) moet ter hoogte van lot 2 ingeperkt worden tot maximaal 5 m.

Enkel als aan bovenstaande voorwaarden is voldaan, zijn er geen schadelijke effecten te verwachten op het bestaande watersysteem.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan. De werken situeren zich deels in de zone met als bestemming woongebied met landelijk karakter (de overwelvingen in functie van de nieuw te bouwen woningen) en deels in Landschappelijk waardevol agrarisch gebied (de overwelving in functie van de toegang tot de bestaande, achterliggende woning).

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden

De aanvraag heeft betrekking op de strikt noodzakelijke toegangen tot nieuw op te richten en bestaande woongebouwen zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

De aanvraag dient getoetst aan de voorschriften van de verkaveling.

Het gevraagde is deels in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien bij kavels 1, 3 en 4 een overwelving van de baangracht voorzien wordt van maximaal 5 m in functie van de toegang tot de woning en de garages en deze overwelvingen deze overwelvingen gesitueerd zijn zoals ze op het verkavelingsplan werden aangeduid. Voor lot 2 wordt echter de bestaande oprit in grint behouden. Deze is een stuk breder dan de voorop gestelde 5 m.

 

Teneinde te voldoen aan de verkavelingsvoorschriften is de volgende voorwaarde noodzakelijk:

De toegang tot lot 2 moet, net zoals bij de overige loten, voorzien worden door een nieuwe overwelving van maximaal 5 m breed met kopmuren en een beton- of PP buis van diameter 400 mm. Deze overwelving moet zich rechts van de kavel bevinden, gekoppeld aan de overwelving van lot 3.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vichtestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen. De lengte van de overwelvingen zijn beperkt. Mits het opleggen van de voorwaarde inzake de overwelving palend aan de Wijmelbeek (zie onder) zal er ook geen ophoging nodig zijn en zal er geen waterbergingsruimte verdwijnen. Bijgevolg dient in alle redelijkheid geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De overwelvingen kaderen in het uitvoerbaar maken van de afgeleverde verkavelingsvergunning en heeft tot doel de diverse loten uit de vergunde verkaveling toegankelijk te maken. Er wordt slecht één toegang tot iedere kavel voorzien en de bijkomende ingebuisde oppervlakte zal tot een minimum beperkt worden. De aanvraag zal bijgevolg slechts een beperkte impact hebben. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de perceelsgrenzen werd één bezwaar geformuleerd waarbij gevraagd werd de kopmuur ter hoogte van lot 2 te verplaatsen.

Dit voorstel kan gevolgd worden aangezien in het oorspronkelijk verkavelingsplan de aanwezige overwelving in functie van de achterliggende woning beperkt wordt tot een breedte van minder dan 5 m en bijgevolg verharding verwijderd moet worden waardoor conform de provinciale verordening baangrachten een nieuwe kopmuurconstructie noodzakelijk is op de aangegeven plaats.

 

7.13     Bespreking adviezen

Advies Provinciale Dienst Waterlopen

Het advies van de Provincie West-Vlaanderen, dienst Waterlopen is tweeledig. Er wordt een ongunstig advies gegeven met betrekking tot de watertoets en de waterlopen omdat een nieuwe toegangsweg gecreëerd wordt langsheen de Wijmelbeek en bijgevolg werken zullen gebeuren in de 5 m-erfdienstbaarheidszone. In gevolge de aanwezige hoogteverschillen tussen het wegdek van de Vichtestraat en de weide langs de beek zal er inderdaad een aanzienlijke ophoging noodzakelijk zijn om die toegangsweg te realiseren. Daarnaast is het duidelijk dat in de huidige plannen de verharding tot tegen het talud van de beek zal gelegd worden. Omwille van deze vaststellingen en in navolging van het ongunstig deel van het advies wordt voorgesteld om als voorwaarde op te leggen de nieuw aan te leggen toegangsweg tot de achterliggende woning niet in de 5 m-zone toe te staan. Vanuit ruimtelijk oogpunt en optimaal gebruik van het perceel land wordt voorgesteld de toegangsweg en eveneens de overwelving te voorzien langs en tegen de perceelsgrens van lot 4. Op die manier kan een aansluitende overwelving van de baangracht van maximaal 5 m voorzien worden tegen de constructie van lot 4.

Door het opnemen van deze voorwaarde vervalt het ongunstig deel van het advies van de dienst Waterlopen van de Provincie West-Vlaanderen.

Er wordt een voorwaardelijk gunstig advies gegeven met betrekking tot de baangrachten omdat aan de bestaande regelgeving moet voldaan worden waardoor de voorwaarden overgenomen worden.

 

7.14     Verordening baangrachten

Om in aanmerking te komen voor een stedenbouwkundige vergunning moeten de werken onder meer voldoen aan de volgende voorwaarden opgenomen in de verordening baangrachten:

  • Er mag slechts één overwelving of inbuizing per kadastraal perceel zijn, of, indien meerdere kadastrale percelen door gebruik één geheel vormen, slechts één overwelving of inbuizing voor het geheel van die percelen.
  • De lengte van de overwelving of inbuizing mag maximaal vijf meter bedragen. De vergunningverlenende overheid kan een afwijking op de maximale lengte toestaan om welomschreven redenen.
  • De overwelving moet een minimale diameter van 400mm hebben.
  • De buizen moeten geplaatst worden in een volledig ontruimde grachten. Bij de plaatsing van de overwelving mag geen schade toegebracht worden aan de grachtkanten en de nutsleidingen. De overgang van het open grachtprofiel naar de overwelving of inbuizing moet zo afgewerkt worden dat uitspoeling niet mogelijk is

Aangezien er slechts 1 overwelving per kavel voorzien wordt, de breedte beperkt wordt tot 5 m (na oplegging van een voorwaarde) en de diameter minimaal 400 mm bedraagt voldoet de aanvraag aan de provinciale verordening baangrachten mits de voorwaarde inzake de ontruimde grachten en de schade aan de grachtwanden bij afgifte van de vergunning op te nemen.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Romain Bekaert wonende Vichtestraat 89 te 8540 Deerlijk, voor het het overwelven van een baangracht op 5 plaatsen in functie van de realisatie van de verkaveling 2011.20/2075-4 met 4 loten en een oprit naar de bestaande woning, op een perceel gelegen Vichtestraat 83, 85, 87, 87A en 89 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 266 P, (afd. 1) sectie B 266 M en (afd. 1) sectie B 266 N, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De voorziene overwelving in de 5 m-zone langs de Wijmelbeek wordt uit de vergunning gesloten in navolging van het ongunstig advies van de provinciale dienst Waterlopen.  De toegangsweg in functie van de achterliggende woning dient gerealiseerd te worden langsheen de perceelsgrens van lot 4 met een breedte van maximaal 5 m en volgens de algemene bepalingen opgenomen in de provinciale verordening.

        De bestaande overwelving die binnen deze aanvraag wordt behouden op lot 2 dient gewijzigd te worden naar een maximale overwelving van 5 m aansluitend aan de constructie op lot 3.

        De Provinciale verordeningen voor het overwelven van baangrachten dient strikt nageleefd te worden, in het bijzonder volgende bepalingen aanvullend op de plannen:

  • Aan de uiteinden van iedere overwelving dient telkens een kopmuurconstructie voorzien te worden.
  • De buizen moeten geplaatst worden in een volledig ontruimde grachtbodem. Bij de plaatsing van de overwelving mag geen schade toegebracht worden aan de grachtkanten en de nutsleidingen. De overgang van het open grachtprofiel naar de overwelving of inbuizing moet zo afgewerkt worden dat uitspoeling niet mogelijk is.
  • De vergunninghouder (of zijn rechtsopvolger) is verantwoordelijk voor de goede staat en voor de werking van de overwelving. Bijgevolg is hij verplicht de inbuizing te ruimen en vrij te houden van alle obstakels zodat een goede afwatering is verzekerd.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

OMV 2018_197 - Tapuitstraat - weigering

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 APRIL 2019

Lidmaatschap netwerk Mayors for Peace - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om een bijdrage voor het  lidmaatschap van het internationale netwerk Mayors for Peace te betalen en zich te engageren voor meer visibiliteit van het netwerk door gezamenlijke acties.

 

Motivering

 

Mayors for Peace is een internationaal netwerk van steden wereldwijd dat ijvert voor nucleaire ontwapening. Het netwerk telt 7709 leden in 163 landen. België telt 375 leden.

Het voorzitterschap wordt opgenomen door de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki. Het  hoofdsecretariaat zetelt in Hiroshima. Door de snelle groei van het netwerk wordt sinds 2017 gewerkt met het systeem van "Lead cities" met een brugfunctie tussen het hoofdsecretariaat en de lid-staten. De stad Ieper treedt hierbij op als Lead City en regioverantwoordelijke voor ons land.

Naar aanleiding van een schrijven van de stad Ieper van 29 maart 2019 wordt aan het college van burgemeester en schepenen gevraagd om:

          een financiële bijdrage te betalen aan Mayors for Peace voor de algemene werking van het hoofdsecretariaat in Hiroshima, ten bedrage van 50 euro;

          zich te engageren om mee te werken aan de visibiliteit van het netwerk door deelname aan het initiatief om van 6 tot 9 augustus 2019 de vlag van Mayors for Peace op te hangen op een zichtbare plaats in de gemeente;

          zich bereid te verklaren om in het najaar een Ginkgo of Japanse notenboom aan te planten.

 

Op grond van volgende redenen wordt voorgesteld om in te gaan op bovenvermelde vraag van de stad Ieper:

          de gemeente Deerlijk was reeds in het verleden lid van het internationale netwerk Mayors for Peace:

          de gemeente Deerlijk ziet aldus het belang in van een kernwapenvrije wereld en wenst hiermee haar bezorgdheid over de nog immer bestaande nucleaire bewapening onder de aandacht te brengen;

          de gemeente wil door haar engagement een stem laten horen gericht op een steeds krachtiger moreel appel op de wereld-opinie en de wereldleiders;

          de burgemeester draagt de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de burgers van de gemeente.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

50,00 euro

Actie

 

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0909-00/61320100.

Visum

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een financiële bijdrage te betalen aan Mayors for Peace voor de algemene werking van het hoofdsecretariaat in Hiroshima, ten bedrage van 50 euro.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om zich te engageren om mee te werken aan de visibiliteit van het netwerk door deelname aan het initiatief om van 6 tot 9 augustus 2019 de vlag van Mayors for Peace op te hangen op een zichtbare plaats in de gemeente.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om zich bereid te verklaren om in het najaar een Ginkgo of Japanse notenboom aan te planten.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2019
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.