Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 30 juni 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 30 juni 2021.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 30 juni 2021 goed te keuren.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.2. Beslissingen algemeen directeur - juni 2021 - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de besluiten van de algemeen directeur van de maand juni 2021.

Motivering

De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 170 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besluiten van de algemeen directeur van de maand juni 2021.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.3. Diverse verslagen - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

Motivering

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

•          Psilon - algemene vergadering van 16 juni 2021

•          Imog - PV van de algemene vergadering van 18 mei 2021, samen met het goedgekeurde jaarverslag 2020

•          VVOG - verslag van de statutaire ledenvergadering van 15 juni 2021

•          Gaselwest - RBC Centrum - notulen van de digitale zitting van 31 mei 2021

•          Gaselwest - verslag van de raad van bestuur van 5 mei 2021

•          Gaselwest - Algemene vergadering van 28 juni 2021

•          Vervoerregioraad - verslag van de vergadering van 18 juni 2021 en de bijbehorende presentatie

•          W13 - Raad van Bestuur van 25 juni 2021

•          Leiedal - Raad van Bestuur van 25 juni 2021

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.4. Eerbetoon Arnold Vantieghem - voorstelling herdenkingsboek - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toestemming te verlenen voor de voorstelling van het herdenkingsboek voor Arnold Vantieghem en om de voorstelling en receptie te helpen organiseren.

Motivering

in hun brief van 27 juni 2021 vragen "de vrienden van Arnold" toestemming en medewerking van het bestuur om de voorstelling van een herdenkingsboek en bijkomende receptie te organiseren.

De "vrienden van Arnold" besloten, na zijn overlijden op 20 december 2020, een waardig eerbetoon te organiseren omdat Arnold zowel politiek, als voor verschillende verenigingen en vrienden veel heeft betekend voor en in Deerlijk.

Verschillende verenigingen, de politieke wereld, familie en vrienden werden gevraagd om een typerende tekst te schrijven over wat Arnold voor hen heeft betekend. Deze teksten werden aangevuld met sprekende foto's. Dit werd samengebracht in een stijlvol herdenkingsboek.

Het is de bedoeling om dit boek op zaterdag 4 december 2021 in de vooravond te presenteren aan de familie en vele vrienden. Indien mogelijk dachten "de vrienden" om deze voorstelling te laten doorgaan in OC d'Iefte omdat d'Iefte één van Arnolds grote realisaties was. Er wordt verwacht dat er ongeveer 150 aanwezigen zouden zijn.

Om de boekvoorstelling te organiseren vragen "de vrienden" of zij beroep kunnen doen op de medewerkers van de bibliotheek, die veel ervaring hebben met het organiseren van boekvoorstellingen,

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. § 1. Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit toestemming te verlenen voor de voorstelling van het herdenkingsboek voor Arnold Vantieghem in OC d'Iefte op zaterdag 4 december 2021 in de vooravond en om de voorstelling en receptie te helpen organiseren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de medewerkers van de bibliotheek te laten helpen bij de organisatie van de boekvoorstelling en receptie.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.5. Nieuwbouw en renovatie De Kim & De Beuk - gunning -  goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Nieuwbouw en renovatie De Kim & De Beuk” goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 24 oktober 2018 de ontwerpopdracht voor de opdracht “Nieuwbouw en renovatie De Kim & De Beuk” toe te wijzen aan Sweco Belgium bv - Arteum Architects, Engelse Wandeling 70 te 8510 Kortrijk-Marke.

In het kader van deze opdracht werd een bestek met nr. 5772 opgesteld door de ontwerper, Sweco Belgium bv - Arteum Architects, Engelse Wandeling 70 te 8510 Kortrijk-Marke.

Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:

• perceel 1 (ruwbouw, afwerking en omgevingsaanleg), raming: 4.683.551,14 euro excl. btw of 4.964.564,21 euro incl. 6% btw
• perceel 2 (elektriciteit), raming: 604.747,81 euro excl. btw of 641.032,68 euro incl. 6% btw
• perceel 3 (HVAC-sanitair), raming: 551.313,83 euro excl. btw of 584.392,66 euro incl. 6% btw
• perceel 4 (keuken), raming: 34.775,00 euro excl. btw of 36.861,50 euro incl. 6% btw
• perceel 5 (lift), raming: 25.000,00 euro excl. btw of 26.500,00 euro incl. 6% btw

De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 5.899.387,78 euro excl. btw of 6.253.351,05 euro incl. 6% btw (281.013,07 euro btw medecontractant).

Deze raming overschrijdt de limieten van de Europese bekendmaking.

De gemeenteraad verleende in zitting van 25 februari 2021 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de openbare procedure.

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 30 april 2021 om 12.00 uur te bereiken.

De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 29 juli 2021.

Volgende offertes werden ontvangen:

• perceel 1 (ruwbouw, afwerking en omgevingsaanleg): 3 offertes van:
  • Algemene Ondernemingen Himpe nv, Autobaan 16 te 8210 Loppem (4.732.862,82 euro excl. btw of 5.016.834,59 euro incl. 6% btw)
  • TM PIC-Everaert-Cooreman, Leenweg 24 te 9270 Laarne (4.759.112,56 euro excl. btw of 5.044.659,31 euro incl. 6% btw)
  • B&R nv, Lauwestraat 71 te 8930 Rekkem (4.895.712,53 euro excl. btw of 5.189.455,28 euro incl. 6% btw)
• perceel 2 (elektriciteit): 2 offertes van:
  • E.D.F. NV, Flanders Fieldweg 36 te 8790 Waregem (499.740,12 euro excl. btw of 529.724,53 euro incl. 6% btw)
  • EEG nv, Oostlaan 5 te 8560 Gullegem (625.682,49 euro excl. btw of 663.223,44 euro incl. 6% btw)
• perceel 3 (HVAC-sanitair): 5 offertes van:
  • M Deweer & Zn BV, Schragenstraat 41 te 8540 Deerlijk (519.308,76 euro excl. btw of 550.467,29 euro incl. 6% btw)
  • Deweer Sanitair BV, Dragonderdreef 6 te 8570 Vichte (545.759,14 euro excl. btw of 578.504,69 euro incl. 6% btw)
  • Naessens HVAC bvba, Desselgemsesteenweg 39 te 8540 Deerlijk (563.677,95 euro excl. btw of 597.498,63 euro incl. 6% btw)
  • SPIE Belgium, Tweestationsstraat 150 - 152 te 1070 Brussel (599.583,63 euro excl. btw of 635.558,65 euro incl. 6% btw)
  • Van Maele nv, Schoolstraat 12 te 8490 Varsenare (755.905,69 euro excl. btw of 801.260,03 euro incl. 6% btw)
• perceel 4 (keuken): 3 offertes van:
  • Metos nv, Gentsesteenweg 518/A te 9300 Aalst (28.216,69 euro excl. btw of 29.909,69 euro incl. 6% btw)
  • Multifan Belgium nv, Krommewege 84 te 9990 Maldegem (30.918,00 euro excl. btw of 32.773,08 euro incl. 6% btw)
  • JTK bvba, Wagenmakerijstraat 9 te 8600 Diksmuide (44.827,46 euro excl. btw of 47.517,11 euro incl. 6% btw)
• perceel 5 (lift): 2 offertes van:
  • Kone Belgium nv, Bretagnestraat 24 te 1200 Brussel (24.900,00 euro excl. btw of 26.394,00 euro incl. 6% btw)
  • Coopman Orona nv, Mannebeekstraat 3 te 8790 Waregem (26.790,00 euro excl. btw of 28.397,40 euro incl. 6% btw)

Sweco Belgium bv - Arteum Architects stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige regelmatige (op basis van de prijs) bieders, zijnde:

• perceel 1 (ruwbouw, afwerking en omgevingsaanleg): Algemene Ondernemingen Himpe nv, Autobaan 16 te 8210 Loppem, tegen het nagerekende offertebedrag van 4.732.862,82 euro excl. btw of 5.016.834,59 euro incl. 6% btw (283.971,77 euro btw medecontractant);
• perceel 2 (elektriciteit): E.D.F. NV, Flanders Fieldweg 36 te 8790 Waregem, tegen het nagerekende offertebedrag van 499.740,12 euro excl. btw of 529.724,53 euro incl. 6% btw;
• perceel 3 (HVAC-sanitair): M Deweer & Zn BV, Schragenstraat 41 te 8540 Deerlijk, tegen het nagerekende offertebedrag van 519.308,76 euro excl. btw of 550.467,29 euro incl. 6% btw;
• perceel 4 (keuken): Metos nv, Gentsesteenweg 518/A te 9300 Aalst, tegen het nagerekende offertebedrag van 28.216,69 euro excl. btw of 29.909,69 euro incl. 6% btw;
• perceel 5 (lift): Kone Belgium nv, Bretagnestraat 24 te 1200 Brussel, tegen het nagerekende offertebedrag van 24.900,00 euro excl. btw of 26.394,00 euro incl. 6% btw.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald Art. 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
• Andere:

• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

• Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur;

Adviezen

De projectmanager ruimte verleent positief advies.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel, opgesteld door de ontwerper, Sweco Belgium bv - Arteum Architects, Engelse Wandeling 70 te 8510 Kortrijk-Marke.

Artikel 2

Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3

De opdracht “Nieuwbouw en renovatie De Kim & De Beuk” wordt gegund aan de economisch meest voordelige regelmatige (op basis van de prijs) bieders, zijnde:

• perceel 1 (ruwbouw, afwerking en omgevingsaanleg): Algemene Ondernemingen Himpe nv, Autobaan 16 te 8210 Loppem, tegen het nagerekende offertebedrag van 4.732.862,82 euro excl. btw of 5.016.834,59 euro incl. 6% btw (283.971,77 euro btw medecontractant);
• perceel 2 (electriciteit): E.D.F. NV, Flanders Fieldweg 36 te 8790 Waregem, tegen het nagerekende offertebedrag van 499.740,12 euro excl. btw of 529.724,53 euro incl. 6% btw;
• perceel 3 (HVAC-sanitair): M Deweer & Zn BV, Schragenstraat 41 te 8540 Deerlijk, tegen het nagerekende offertebedrag van 519.308,76 euro excl. btw of 550.467,29 euro incl. 6% btw;
• perceel 4 (keuken): Metos nv, Gentsesteenweg 518/A te 9300 Aalst, tegen het nagerekende offertebedrag van 28.216,69 euro excl. btw of 29.909,69 euro incl. 6% btw;
• perceel 5 (lift): Kone Belgium nv, Bretagnestraat 24 te 1200 Brussel, tegen het nagerekende offertebedrag van 24.900,00 euro excl. btw of 26.394,00 euro incl. 6% btw.

Artikel 4

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 5772.

Artikel 5

De betaling zal gebeuren met de kredieten ingeschreven in het investeringsbudget van 2021, op jaarbudgetrekening 0800-00/22100000/BESTUUR/CBS/0/IP-34 (actie A-4.06.1) en 0801-00/22100000/BESTUUR/CBS/0/IP-34 (actie A-4.06.1).

Artikel 6

De gunningsbeslissing wordt pas definitief nadat het gunningsdossier bij Agion werd ingediend en Agion de ontvangst ervan per mail heeft bevestigd.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.6. Cultuur - Erfgoed - Hugo Verriest - herdenking van de 100ste verjaardag overlijden

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd welk engagement de gemeente wenst te nemen in de herdenking ter gelegenheid van de 100ste verjaardag van het overlijden van Hugo Verriest.

Motivering

Op 8 juni 2021 ontving de schepen van cultuur een schrijven van de heer Bernard Verschuere, voorzitter van de cultuurraad, en de heer Luk Schelfhout inzake de herdenking van Hugo Verriest, ter gelegenheid van de 100ste verjaardag van diens overlijden op 27 oktober 2022.

In samenwerking met de cultuurraad van Deerlijk en met steun van de heemkring Dorp en Toren en het ADVN (Archief voor nationale bewegingen) uit Antwerpen is men op zoek naar geïnteresseerde organisaties en mensen om in oktober 2022 Hugo Verriest te herdenken.

Het hoe en wat bij deze herdenking moet nog verder uitgewerkt worden. Maar er wordt alvast gepolst bij de gemeente, cultuurraad en andere organisaties naar geïnteresseerde burgers om mee de schouders te zetten onder dit project.

Op basis van de respons zullen de heer Bernard Verschuere en de heer Luk Schelfhout in september 2021 een vergadering organiseren om een eerste keer van gedachten te wisselen en eventuele taken te verdelen.

Na intern overleg tussen de schepen van cultuur en de vrijetijdsdiensten blijkt dat op vandaag moeilijk een concreet engagement namens de gemeente kan uitgesproken worden. Er ligt momenteel immers nog geen programma voor. Bij het verder vorm krijgen van deze herdenking, wordt vooral een ondersteunende inbreng door de gemeente beoogd. Zonder daarbij naar voor te treden als initiatiefnemer of trekker. De mate en vorm van faciliteren zal daarbij sterk afhankelijk zijn en bepaald worden door het programma dat vorm wordt gegeven. In die optiek kan de gemeente zich wel engageren om in september mee rond de tafel te zitten, waarna de ondersteuning door de gemeente concreet kan worden bekeken.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. § 1. Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit niet op te treden als initiatiefnemer of trekker in de organisatie van de herdenking van de 100ste verjaardag van het overlijden van Hugo Verriest. De gemeente zal het initiatief ondersteunen maar de vorm en mate van ondersteuning zal bepaald worden afhankelijk van de initiatieven die hierrond uitgewerkt worden.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.7. Gemeenschapscentrum - parking buurthuis Sint-Lodewijk - Okra Sint-Lodewijk - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een beslissing te nemen inzake de parkeervraagstukken aangebracht door OKRA Sint-Lodewijk.

Motivering

Naar aanleiding van het overleg op 10 juni 2021 tussen de gemeentediensten, VBS Sint-Lodewijk en OKRA Sint-Lodewijk inzake de praktische afspraken bij gedeeld gebruik van het buurthuis Sint-Lodewijk, richtte OKRA Sint-Lodewijk op 23 juni 2021 een schrijven aan het college van burgemeester en schepenen.

In haar schrijven schuift de vereniging twee suggesties naar voor met betrekking tot parkeermogelijkheid bij het buurthuis in functie van haar activiteiten, rekening houdende met de randvoorwaarden door het gedeeld gebruik van het buurthuis door de school:

1)      Op dagen waarop OKRA Sint-Lodewijk activiteiten organiseert in het buurthuis, met name de maandelijkse activiteiten op donderdagnamiddag, de parkeerplaatsen (6-tal) aan de linkerzijde van de parking voor te behouden voor minder mobielen. Op die manier zijn deze leden zekerder van een parkeerplaats dicht bij het buurthuis en hoeven deze leden niet lang op voorhand af te zakken naar het buurthuis. Op die manier wordt overlap en conflict met het reftergebruik door de school vermeden.

2)      Er wordt gesteld dat in de ruimere omgeving van het buurthuis te weinig parkeerruimte beschikbaar is. OKRA Sint-Lodewijk stelt daarbij voor om op de (weide)grond, gelegen tegenover het buurthuis, een parkeerstrook te voorzien dewelke kan gebruikt worden bij activiteiten in het buurthuis.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. § 1. Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de 6 parkeerplaatsen aan de linkerzijde van de parking aan buurthuis Sint-Lodewijk op de betreffende data voor te behouden voor minder mobielen in functie van de maandelijkse activiteiten op donderdagnamiddag van OKRA Sint-Lodewijk. Daartoe worden de nodige parkeerverbodsborden voorzien.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de suggestie om een parkeerstrook te voorzien op het weiland tegenover het buurthuis. Omdat dit een private eigendom betreft, kan het college van burgemeester en schepenen hier evenwel geen concreet gevolg aan geven.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.8. Viering Nationale Feestdag 21 juli 2021 - programma en signalisatieplan - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het programma van de viering van de nationale feestdag op 21 juli 2021 vast te stellen.

Motivering

1)      COVID-maatregelen

Het ministerieel besluit van 23 juni 2021 stelt dat een CERM niet meer verplicht is voor indoor evenementen indien het publiek minder bedraagt dan 100 personen en op outdoor evenementen met minder dan 200 personen.

Voor de bloemenhulde aan de monumenten, waarbij minder dan 100 personen worden verwacht, dient bijgevolg geen CERM opgemaakt te worden. Niettegenstaande zullen volgende basisregels worden toegepast tijdens de herdenking:

◦          Mondmaskerplicht

◦          Afstand houden (1,5 m)

◦          Monitoring van het aantal aanwezigen

◦          Communicatie van de basisregels

De eucharistieviering verloopt volgens het protocol en de richtlijnen voor erediensten.

Het aangeboden glas verloopt volgens het horecaprotocol in de desbetreffende horecazaken.

2)      Programma

Het programma van de viering van de nationale feestdag op 21 juli 2021 wordt als volgt voorgesteld:

•          Deerlijk Centrum

◦          10.00 uur: eucharistieviering in de Sint-Columbakerk

◦          10.45 uur: bloemenhulde aan het monument, met klaroen

◦          11.00 uur: glas aangeboden in café 't Brouwershof, Hoogstraat 100, 8540 Deerlijk

•          Sint-Lodewijk

◦          11.45 uur: bloemenhulde aan het monument, met klaroen

◦          12.00 uur: glas aangeboden in Mokka & Meer, Kapelstraat 20, 8540 Deerlijk

3)      Signalisatieplan

Rond de Sint-Columbakerk (Deerlijk centrum) en ter hoogte van de parking Kapelstraat - kant monument (Sint-Lodewijk) dient de verkeerssignalisatie aangebracht te worden door de technische diensten van de gemeente aan de hand van de signalisatieplannen, opgemaakt door politiezone Gavers. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de signalisatie alsook voor de controle op de naleving van het parkeerverbod.

Politiezone Gavers verleende hiervoor op1 juli 2021 positief advies en voorziet de nodige verkeersmaatregelen conform de signalisatieplannen ingetekend in Eagle.be met identieke nummers 1351637 en 1351645.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. § 1. Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

en

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het programma van de nationale feestdag op 21 juli 2021 vast te stellen overeenkomstig bovenstaand voorstel en de toepassing van de COVID-maatregelen.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen vraagt aan de technische diensten van de gemeente om de verkeerssignalisatie rond de Sint-Columbakerk en ter hoogte van de parking Kapelstraat aan te brengen overeenkomstig de door de politie opgemaakt signalisatieplannen.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.9. Jeugdraad - verslag van 9 mei 2021 - kennisname

Aanleiding en context

De jeugdraad hield een vergadering op zondag 9 mei 2021.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

Motivering

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd in een volgende zitting van donderdag 24 juni 2021.

De bijbehorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.10. Jeugd - definitieve aanvraag premie aankoop duurzaam materiaal voor jeugdbewegingen - 2021 - KSA Deerlijk - goedkeuring

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.11. Cultuur - Basispremie cultuurverenigingen werkjaar 2020 en verhoging werkjaar 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de basispremie voor de cultuurverenigingen voor werkjaar 2020 en de eenmalige verhoging van 20% voor werkjaar 2021 goed te keuren en uit te betalen aan de Deerlijkse socio-culturele verenigingen.

Motivering

De gemeenteraad besliste in zitting van 9 juli 2020 om de basispremie voor de Deerlijkse verenigingen te behouden voor werkjaar 2020, op basis van de gemiddelde ontvangen premie van de laatste jaren (2017 tot en met 2019).

De gemeenteraad besliste in zitting van 27 mei 2021 om de basispremie voor de Deerlijkse verenigingen eenmalig te verhogen voor werkjaar 2021, met 20%. Deze verhoging wordt berekend op basis van de gemiddelde basispremie.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          beslissing gemeenteraad; zitting van 9 juli 2020, corona-relanceplan - basissubsidies verenigingen

◦          beslissing gemeenteraad: zitting van 27 mei 2021, corona-relanceplan - verhoging 2021

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de basispremie voor werkjaar 2020 en de eenmalige verhoging voor 2021 voor de socio-culturele verenigingen goed te keuren en deze als volgt te betalen op de bijbehorende rekeningnummers:

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.12. Straatfeest - Roelskouter - aanvraag - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor het houden van een straatfeest in de Roelskouter te Deerlijk.

Motivering

De bewoners van de Roelskouter wensen een straatfeest te organiseren op zaterdag 10 juli 2021.

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag

•          Maatregelen genomen om het evenement Covid- veilig te maken

De Covid-event scan 2021 werd uitgevoerd met als resultaat Covid- veiligheidslabel: groen.

Dhr. Bruno Kerckhof en Philip Pattyn treden op als verantwoordelijken tijdens het evenement.

De evenementencel wijst op het belang van het navolgen van de belangrijkste maatregelen in de strijd tegen het Covid- 19 virus, dit is: het naleven van de Social Distancing- regels; mondmaskerplicht indien afstand niet kan gevrijwaard worden en het voorzien van voldoende reinigings- en ontsmettingsmiddelen in kader van een maximale handhygiëne.

Indien horeca-activiteiten worden uitgeoefend, moeten de regels van het horecaprotocol nageleefd worden en wordt er bijgevolg zittend geconsumeerd.

De evenementencel verleent op basis van de beschikbare info op 28 juni 2021, een gunstig advies mits het strikt en correct toepassen van de corona maatregelen conform de geldende wetgeving, richtlijnen en vastgelegd in sectorspecifieke protocollen die van toepassing zijn op het moment waarop de activiteit plaatsvindt.

•          politionele medewerking

Het verkeersvrij houden van de Roelskouter op zaterdag 10 juli 2021 van 16:00 uur tot en met 24:00 uur en het plaatsen van de overeenkomstige verkeerssignalisatie.

De organisator garandeert dat de doorgang voor bewoners van de straat mogelijk blijft.

Politiezone Gavers verleende hiervoor op 24 juni 2021 positief advies en voorziet de nodige verkeersmaatregelen conform signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met identiek nummer 1344635.

Pz Gavers wijst op het belang van een vrije doorgang (3 m) voor de hulpdiensten en vraagt de organisator om de bewoners van de straat te informeren over de tijdelijke aangepaste verkeerssituatie.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Plaatsing verkeerssignalisatie

▪          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit straatfeest.

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits het strikt en correct toepassen van de coronamaatregelen conform de geldende wetgeving, richtlijnen en vastgelegd in sectorspecifieke protocollen die van toepassing zijn op het moment waarop de activiteit plaatsvindt.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.13. LO/BBO - begeleider voor- en naschoolse opvang - aanstelling - goedkeuring

STEMMINGEN

Eenparig goedgekeurd

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.14. OMV 2021_130 - Sint-Rochusstraat 48 - melding tijdelijke breekinstallatie- aktename

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor het exploiteren van een tijdelijke breekinstallatie op de site Francar in Deerlijk met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 322 K2, (afd. 1) sectie B 322 P2, (afd. 1) sectie B 322 X2, (afd. 1) sectie B 322 M2, (afd. 1) sectie B 322 Y2, (afd. 1) sectie B 322 T2, (afd. 1) sectie B 322 V2, (afd. 1) sectie B 322 Z2, (afd. 1) sectie B 322 L2, (afd. 1) sectie B 322 H2, (afd. 1) sectie B 322 R2, (afd. 1) sectie B 322 H3, (afd. 1) sectie B 322 N2, (afd. 1) sectie B 322 W2, (afd. 1) sectie B 322 L3, (afd. 1) sectie B 322 S2 en (afd. 1) sectie B 322 G3 ingediend door Johan Verhelst namens VERHELST AANNEMINGEN NV gevestigd Oudenburgsesteenweg 106 te 8400 Oostende.

Motivering

De melding ingediend door Johan Verhelst namens VERHELST AANNEMINGEN NV gevestigd Oudenburgsesteenweg 106 te 8400 Oostende, werd per beveiligde zending verzonden op 30 juni 2021.

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

VOORWERP VAN DE MELDING

De melding heeft betrekking op een terrein gekend als de site Francar te Deerlijk met als kadastrale omschrijving afdeling 1 sectie B nrs. 322K2, 322P2, 322X2, 322M2, 322Y2, 322T2, 322V2, 322Z2, 322L2, 322H2, 322R2, 322H3, 322N2, 322W2, 322L3, 322S2 en 322G3.

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: exploiteren van een tijdelijke breekinstallatie.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

BEVOEGDHEID

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

De melding omvat de volgende meldingsplichtige ingedeelde inrichtingen of activiteiten:

De aanvrager wenst op de site Francar, Sint-Rochusstraat 48, een tijdelijke breekinstallatie te exploiteren in functie van de verwerking en hergebruik ter plaatse van het aanwezige bouwpuin. Het gebroken puin zal voor minimum 50 % worden gebruikt om een werkpiste aan te leggen en als onderfundering voor een nieuwe betonplaat. De start van de werken is voorzien op 9 augustus 2021 en zal waarschijnlijk een 2-tal dagen duren.

In functie van de hinderbeperking stelt de omgevingsambtenaar de volgende bijzondere voorwaarden strikt noodzakelijk:

•          Het gebruik van de mobiele breekinstallatie wordt toegestaan voor een maximale duurtijd van 1 week, te rekenen vanaf de start van de werken.

•          De mobiele breekinstallatie mag enkel werkzaam zijn op weekdagen, tussen 7.00 uur en 19.00 uur.

•          Minstens 50% van het slooppuin wordt na het breken nuttig aangewend op de plaats van het ontstaan ervan.

•          Om mogelijke stofhinder te voorkomen, wordt gebruikt gemaakt van een sproei-installatie.

Deze voorwaarden worden opgenomen in de aktename van de melding.

De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

      Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

      Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Johan Verhelst namens VERHELST AANNEMINGEN NV gevestigd Oudenburgsesteenweg 106 te 8400 Oostende voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde het exploiteren van een tijdelijke breekinstallatie gelegen op de site Francar te Deerlijk.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Artikel 2

De volgende bijzondere voorwaarden dienen strikt gevolgd te worden:

•          Het gebruik van de mobiele breekinstallatie wordt toegestaan voor een maximale duurtijd van 1 week, te rekenen vanaf de start van de werken.

•          De mobiele breekinstallatie mag enkel werkzaam zijn op weekdagen, tussen 7.00 uur en 19.00 uur.

•          Minstens 50% van het slooppuin wordt na het breken nuttig aangewend op de plaats van het ontstaan ervan.

•          Om mogelijke stofhinder te voorkomen, wordt gebruikt gemaakt van een sproei-installatie.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopieën of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

• 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
• 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

• het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges
• het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
• het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.15. OMV 2021_120 - Kerkstraat 163 en 169 - melding overname IIOA - aktename

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor de gehele overdracht van een ingedeelde inrichting of activiteit op een perceel gelegen Kerkstraat 163 en 169 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 342 C en (afd. 2) sectie E 346 G ingediend door Michiel Demeyere namens Tuinen MD gevestigd Kerkstraat 163 te 8540 Deerlijk.

Motivering

De melding ingediend door Michiel Demeyere namens Tuinen MD gevestigd Kerkstraat 163 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 18 juni 2021.

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

VOORWERP VAN DE MELDING

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Kerkstraat 163 en 169, kadastraal bekend afdeling 2 sectie E nrs. 342C en 346G.

De aanvrager, Tuinen MD, Kerkstraat 163, 8540 Deerlijk meldt de overname van de ingedeelde inrichting of activiteit van de vorige exploitant, Verplaetse Kris, Kerkstraat 163, 8540 Deerlijk.

BEVOEGDHEID

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

De melding heeft betrekking op artikel 97 van het uitvoeringsbesluit Omgevingsvergunning waarin gesteld wordt dat de bevoegde overheid het vergunningsbesluit actualiseert als gevolg van de melding van overdracht.

Deze procedure van overdracht is een louter administratieve handeling die aanduidt aan welke inrichting de omgevingsvergunning gebonden is.

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.

De inrichting blijft onderworpen aan de vroeger opgelegde en thans toepasselijke vergunningsvoorwaarden.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

      Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

      Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Michiel Demeyere namens Tuinen MD gevestigd Kerkstraat 163 te 8540 Deerlijk voor de gehele overdracht van een vergunning van de ingedeelde inrichting of activiteit, gelegen Kerkstraat 163 en 169 te Deerlijk, door Tuinen MD, Kerkstraat 163, 8540 Deerlijk van de vorige exploitant, Verplaetse Kris, Kerkstraat 163, 8540 Deerlijk.

Artikel 2

De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de algemene en sectorale voorwaarden zoals deze vermeld staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopieën of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

• 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
• 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

• het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges
• het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
• het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.16. Omgeving - Nijverheidslaan 70 - beslissing deputatie - aktename

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing van de deputatie van 17 juni 2021. Het betreft een aanvraag ingediend door BVBA Sputini, gelegen Nijverheidslaan 70 te 8540 Deerlijk (en deels te Waregem), tot omgevingsvergunning voor het aspect bouw met een vereenvoudigde aanvraag bij een groothandel gespecialiseerd in food- en non-food producten bij hun bedrijf.

Motivering

De deputatie van de provincie West-Vlaanderen heeft in zitting van 17 juni 2021 een voorwaardelijke vergunning verleend vanuit de volgende motivering:

'Beoordeling goede ruimtelijke ordening:

De aanpassingen ten aanzien van de reeds toegekende omgevingsvergunning zijn beperkt.  Het voor de bedrijfsvoering kwalitatiever uitvoeren van de benodigde laadkaaien aan de achtergevel, geeft geen aanleiding tot enige opmerkingen mits een gunstig advies wordt bekomen van het agentschap Wegen en Verkeer. Omdat ook bij bedrijfsgebouwen een goede isolatie belangrijk is, en de visuele impact geen aanleiding geeft tot enige opmerkingen, kan de vraag tot plaatsen van een gevelschil met sandwichpanelen ook gunstig worden geadviseerd. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Besluit:

Er wordt een vergunning verleend onder strikte naleving van de volgende voorwaarden:

- Voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor wat betreft de plaatsing van een infiltratievoorziening.

Aandachtspunten autosnelweg:

1)      BvR van 25 januari 2019 betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen.

2)      Wet van 12 juli 1956 tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen.

3)      KB van 14 december 1959 waarbij regelen gesteld worden op het aanplakken en reclame maken.

4)      Het is verboden om de sloot van de autosnelweg op om het even welke wijze te dempen.

5)      Het lozen in de sloot van de autosnelweg is verboden.

6)      het Agentschap Wegen en Verkeer wenst de aanvragers er uitdrukkelijk attent op te maken dat wonen op zo'n korte afstand van de autosnelweg bepaalde hinder met zich mee kan brengen (ev. visuele hinder, geluidshinder, fijn stof,...).  De beslissing om op die plaats te bouwen/verbouwen/herbouwen, moet dus weloverwogen gebeuren.  Bij de keuze van de locatie aanvaardt men aldus de hinder die door de autosnelweg kan veroorzaakt worden.  Het Agentschap wenst in ieder geval te benadrukken dat het geen plannen heeft om in de omgeving hinderbeperkende maatregelen te nemen.'

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

◦          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de beslissing van de deputatie van 17 juni 2021.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.17. OMV 2021_47 - Oude Heerweg 116 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een nieuwe carport naast de woning, op een perceel gelegen Oude Heerweg 116 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 145 T2 aangevraagd door Jonathan Theys wonende Oude Heerweg 116 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 24 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 7 november 1968 (VK 1048-3/1967.6 – dossiernummer RO 035.481) Op het perceel is de verkavelingswijziging van toepassing, goedgekeurd op 17 augustus 1999.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkavelingsvoorschriften zijn van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 april 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Melding klasse 3 waarvan akte genomen werd op 30 juni 1993 voor het plaatsen van een ondergrondse mazouttank van 5.000 liter.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag situeert zich bij een alleenstaande eengezinswoning in de Oude Heerweg. De woning staat in een kleine cluster van vrijstaande woningen in een landelijke omgeving. De meeste woningen hebben één of twee bouwlagen met een hellend dak. Aan de overzijde van de straat staat een landbouwbedrijf met bijbehorende akker- en weilanden. Achter de woningen liggen ook landbouwgronden.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een bestaand afdak links van de woning te slopen en te vervangen door een carport die op 3 m achter de voorbouwlijn zal geplaatst worden. De carport zal een lengte hebben van 9,9 m en een breedte van 3,1 m. De houten constructie zal langs 3 zijden open zijn, aangebouwd aan de linkerzijgevel van de woning, maximaal 2,75 m hoog zijn en afgewerkt worden met een plat dak.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 9 april 2021 tot 8 mei 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De eigendom is gelegen binnen de grenzen van de goedgekeurde niet-vervallen verkaveling zoals oorspronkelijk goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 7 november 1968 (VK 1048-3/1967.6 – dossiernummer RO 035.481) en later gewijzigd via een verkavelingswijziging goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 17 augustus 1999.

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de carport opgetrokken is op 3 m achter de voorbouwlijn van de woning en de verkavelingswijziging stelt dat een carport toegestaan is in de onbebouwde zijstrook over de tweede helft van de diepte van het hoofdgebouw indien gekoppeld aan het hoofdgebouw.

Aangezien de verkaveling meer dan 15 jaar oud is, vormt deze in toepassing van artikel 4.3.1 §1 van de VCRO geen weigeringsgrond meer voor de vergunningverlenende overheid en kan ze bijgevolg als het ware buiten beschouwing gelaten worden.

Bijgevolg dient de aanvraag getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de bepalingen van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de plaatsing van een carport bij een bestaande eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van een gewestplan.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oude Heerweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Gezien de aanvraag het herbouwen van een bijgebouw horend bij een bestaande woning betreft, is de aanvraag functioneel inpasbaar in de directe omgeving.

Het ontwerp voorziet een plaatsing van de carport op 3 m achter de voorbouwlijn van de woning en alhoewel dit niet conform is volgens de verkavelingswijziging is dit een gangbare en gebruikelijke plaatsing van een carport. Door de inplanting op 3 m achter de voorbouwlijn blijft het open karakter van de woning behouden. Het ontwerp heeft een vrij eenvoudige vormgeving en wordt uitgevoerd in kleinschalige materialen zodat de carport zich maximaal zal inpassen in de omgeving. Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend zodat bijgevolg kan geoordeeld worden dat het ontwerp verenigbaar is met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg. 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jonathan Theys wonende Oude Heerweg 116 te 8540 Deerlijk, voor het plaatsen van een nieuwe carport naast de woning, op een perceel gelegen Oude Heerweg 116 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 145 T2.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.18. OMV 2021_55 - De Spijker perceel 8 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een magazijn met burelen, op een perceel gelegen De Spijker 6 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 575 B, (afd. 1) sectie B 577 A, (afd. 1) sectie B 578 L, (afd. 1) sectie B 578 K en (afd. 1) sectie B 1281 B aangevraagd door de heer Jan VANDEWOESTIJNE namens MV Machinery Parts NV gevestigd Waregemstraat 64 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 29 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies dienen strikt gevolgd te worden.

        De onderstaande voorwaarden geformuleerd in het advies van de intercommunale Leiedal moeten stipt nageleefd worden:

o        De afwatering van de buitenverharding moet binnen het eigen perceel opgevangen worden.

o        De uitvoering van de oprit moet voldoen aan de voorwaarden De Spijker, punt 3.1.2.

o        De draagkracht van het dak moet voldoende sterk zijn om zonnepanelen te kunnen installeren en onderhouden.

o        De parkeerplaats voor personen met een beperking moet omwille van gebruiksgemak verhard worden in aangepaste waterdoorlatende materialen.

o        Binnen het gebouw moet voldoende ruimte voorzien worden voor het stallen van fietsen van de medewerkers (ook voor potentiële groei van personeel).

o        De riolering moet gescheiden aangesloten worden op de reeds, op het private perceel, aanwezige wachtaansluitingen voor vuil water (DWA) en op de wadi achteraan het perceel voor RWA.

o        De uitvoering van de afsluitingen en de buitenverlichting moeten beantwoorden aan de betreffende titels van de voorwaarden De Spijker.

        De opslagruimtes 1 en 2 kunnen niet afzonderlijk verkocht worden of afgesplitst worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Vichtesteenweg, goedgekeurd bij ministerieel besluit op 5 februari 2009.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 maart 2018 door de Vlaamse Overheid  voor het uitvoeren van infrastructuurwerken voor het bedrijventerrein De Spijker, meerbepaald de aanleg van een nieuwe riolering, nieuwe wegenis, een HS-cabine, een bufferbekken, een infiltratiebekken en een langsgracht met een buffercapaciteit en het rooien van bomen

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 12 september 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor bronbemaling ten behoeve van wegenbouw.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 27 december 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor bronbemaling in functie van de aanleg van een bufferbekken.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom situeert zich langs De Spijker, een voldoende uitgeruste weg. Deze weg is ingericht als een doodlopende straat, aansluitend op de Vichtesteenweg. De Vichtesteenweg is de verbindingsweg tussen het centrum van de gemeente Deerlijk met de N36 en het afrittencomplex van de E17. De Spijker betreft een recent ontwikkelde KMO-zone waarvoor op heden diverse omgevingsvergunningen aangevraagd worden en reeds ontwikkelingen gestart zijn.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het bouwen van een magazijn met bijbehorende burelen in de recente bedrijvenzone De Spijker. De nieuw te bouwen loods heeft een oppervlakte van 576 m² en wordt gebouwd op een terrein met een oppervlakte van 1.288 m². Het gebouw wordt opgericht op 15 m van de rooilijn. De achteruitbouwstrook bestaat uit een grasberm van 2,35 m, dwarsparkeerplaatsen van 5 m en een circulatiestrook. Er worden 5 parkeerplaatsen voorzien, incl. 1 mindervaliden-parkeerplaats en een fietsenstalling voor bezoekers. De parkeerplaatsen worden voorzien in grasdallen. De rest van de circulatiezone wordt voorzien in polybeton.

Het gebouw heeft een kroonlijsthoogte van 8 m en wordt afgewerkt met een plat dak. Het gebouw wordt op de linkerzijperceelsgrens gebouwd en op 5,62 m van de rechterperceelsgrens. De breedte van het gebouw bedraagt 24 m. De totale bouwdiepte van het gebouw bedraagt eveneens 24 m. Het gelijkvloers bestaat uit burelen, berging en sociale lokalen, keuken en ontspanningsruimte, een magazijn en 2 opslagruimtes van 420 m². Tussen de beide opslagruimtes en het magazijn is er geen verbinding aanwezig. Bovenop de burelen en sociale lokalen worden bijkomende burelen/meetingroom en toiletten voorzien met een oppervlakte van 166,64 m². Bovenop de gelijkvloerse bergruimte wordt opslagruimte voorzien met een oppervlakte van 90 m².

De loods wordt langs de straatzijde opgetrokken in gladde natuurkleurige betonsandwichpanelen gecombineerd met zwarte sandwich-beplating. De achterzijde wordt opgetrokken in zwarte sandwich-beplating, het schrijnwerk is eveneens zwart.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Deze aanvraag omvat de bouw van een nieuw magazijn met bijbehorende burelen alsook de exploitatie van een toeleveringsbedrijf voor reserveonderdelen binnen de kartonverwerkende industrie. De activiteiten bestaan hoofdzakelijk uit het stockeren van reserveonderdelen en een kleine werkplaats voor eventuele correcties aan de te verhandelen onderdelen.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 30 april 2021 tot 29 mei 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Brandweerzone Fluvia, dienst brandpreventie werd om advies verzocht op 20 april 2021. De adviesinstantie bracht op 7 mei 2021, ontvangen 12 mei 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsadvies.

In functie van de maatgevende brandbelasting werd het industriegebouw door de bouwheer ingedeeld in klasse B. Het gebouw mag hierdoor enkel gebruikt worden voor activiteiten met dezelfde of een lagere maatgevende brandbelasting of activiteiten die leiden tot dezelfde klasse of lagere klasse, zo niet is het gebouw niet meer conform en zullen mogelijk aanpassingswerken nodig zijn. Bij wijziging van brand-klasse vervalt sowieso bijgevoegd verslag en dient een nieuw dossier ingediend bij de brandweer.’

De Intercommunale Leiedal werd om advies verzocht 20 april 2021. De adviesinstantie bracht op 19 mei 2021, ontvangen 20 mei 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘1.Toetsingskader

Verkoopsvoorwaarden en inplantingsvoorschriften De Spijker, kortweg “Voorwaarden De Spijker”.

2. Bemerkingen en vaststellingen

2.1 Rioleringen

De plannen geven geen duidelijkheid over hoe de waterafvoer van de buitenverharding is voorzien. Wij verwijzen naar de Voorwaarden De Spijker en de verplichting van ieder bedrijf om te zorgen voor een afwateringsoplossing van de buitenverharding binnen het eigen perceel.

3. Algemene opmerkingen

3.1 uitvoering ontsluiting

De uitvoering van de oprit werd niet volledig vermeld op de plannen. Conform de voorwaarden De Spijker, punt 3.1.2, moet de oprit uitgevoerd worden in grijze beton straatstenen 220/110/100 mm in halfsteenverband. De opsluiting van de zijkanten dient te gebeuren met hetzelfde type boordsteen (type IA) als de boordstenen van de rijweg. Er dienen gebogen boordstenen gebruikt te worden. De opstand van de boordstenen dient geleidelijk over te gaan van de bestaande opstand ter hoogte van de straat naar nul ter hoogte van de inplantingslijn. De bovenkant van de boordstenen dient het niveau van de naastliggende zijbermen te volgen.

3.2 Bedrijfsgebouw

De plannen geven geen indicatie van de sterkte van de dakstructuur. Conform de voorwaarden De Spijker, punt 2.3, moet de draagkracht van het dak voldoende sterk zijn om zonnepanelen te kunnen installeren en onderhouden.

3.3 Buitenverharding

Op de plannen is voor de parkeerplaats voor personen met een beperking een uitvoering aangegeven in betonnen grasdallen. Omwille van het beoogde gebruiksgemak voor het doelpubliek, wordt geadviseerd om de parkeerplaats voor personen met een beperking te verharden in aangepaste waterdoorlatende materialen.

3.4 Fietsenstalling voor werknemers

Op de plannen is een fietsenberging voor 2 fietsen voorzien in het gebouw. Op basis van de voorziene ruimte stellen we vast dat er geen rekening gehouden wordt met toekomstige evoluties (extra personeel). Er wordt dan ook geadviseerd om extra ruimte voor deze fietsenberging te reserveren zodat een uitbreiding in de toekomst mogelijk blijft.

3.5 Rioleringen

Er dient gescheiden te worden aangesloten op de reeds, op het private perceel, aanwezige wachtaansluitingen voor vuil water (DWA) en voor regenwater (RWA). Voor de specifieke locatie van deze aansluitingen, kan het officiële opmetingsplan van Bart Degezelle van 22 oktober 2020 geconsulteerd worden. Op dit plan staan de aansluitingsbuizen van dit perceel correct aangegeven.

3.6 Afsluitingen

Er is geen afsluiting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch afsluiting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 3.2. van de Voorwaarden de Spijker.

3.6 Buitenverlichting

Er is geen buitenverlichting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch buitenverlichting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 4.3 van de voorwaarden De Spijker.’

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Vichtesteenweg, aan de voorschriften van de zone 7 – zone voor lokaal bedrijventerrein, kleine en middelgrote ondernemingen.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien het perceel voor minder dan 75 % bebouwd is, de perceelsgrootte beperkt is tot 5.000 m², de activiteiten niet louter gericht zijn op detailhandel, de bedrijfsactiviteit niet storend is voor de omgeving, aan de rechterzijperceelsgrens en aan de achterkavelgrens een 4 m vrije strook aangelegd wordt, aan de linkerzijperceelsgrens op de grens gebouwd wordt, de maximale bouwhoogte 8 m bedraagt, vanaf de rooilijn minstens 3 m onbebouwd is, de 3 m strook vanaf de rooilijn aangelegd wordt als groenzone met enkel verharding voor de toegang tot de kavel en het perceel voor het overige volledig verhard wordt op voorwaarde dat voldoende maatregelen genomen worden om het waterbergend vermogen van het terrein te garanderen, gezien voldoende parkeerplaatsen voorzien worden om te voldoen aan de eigen behoefte en voldoende circulatieruimte op eigen terrein aangelegd wordt.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op inplanting zodat een afwijking overwogen kan worden.

De breedte ter hoogte van de bouwvrije strook bedraagt 6 m, de breedte van de oprit ter hoogte van de rooilijn bedraagt 9,25 m. Een dergelijke breedte ter hoogte van de rooilijn is noodzakelijk teneinde voldoende manoeuvreerruimte te voorzien voor het vrachtverkeer zonder dat er schade toegebracht wordt aan het voorliggende openbaar domein. Deze afwijking werd ook al toegestaan bij de andere kavels zodat deze geen negatieve impact zal hebben op de omgeving. Tijdens het openbaar onderzoek werden ook geen bezwaren ingediend zodat de afwijking bijgevolg toegestaan kan worden.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de De Spijker een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien. De overloop van de hemelwaterputten wordt volgens plan aangesloten op de gemeenschappelijke buffervoorziening waar bij het ontwerp van de buffering in het kader van de verkaveling rekening gehouden werd met de private percelen (100 % als verhard aanzien) en waarbij gerekend werd aan 330 m³ buffering per ha aangesloten verharde oppervlakte. In afwijking van de verordening wordt geen infiltratievoorziening geplaatst gezien uit infiltratieproeven uitgevoerd in het kader van de verkaveling bleek dat de infiltratie niet mogelijk is en bijgevolg ingezet werd op buffering.

Op het plan is niet duidelijk hoe de afwatering van de buitenverharding opgevangen wordt. In navolging van het advies van Leiedal dient opgelegd te worden dat de afwatering van de buitenverharding binnen het eigen perceel opgevangen moet worden.

Bijgevolg dient in alle redelijkheid geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Het personenverkeer van en naar de onderneming gebeurt voornamelijk met personenwagens. Er is voldoende parkeergelegenheid. Er zijn ook fietsenstallingen voorzien.

Voor de aan- en afvoer van materialen worden voornamelijk bestelwagens gebruikt. Het bedrijf is gelegen binnen het industriegebied De Spijker en er is een vlotte verbinding met de autosnelweg. Een bijkomende impact op de mobiliteit door deze exploitatie is minimaal. Bijgevolg zijn de effecten op de mobiliteit in de omgeving niet aanzienlijk.

Relevante potentiële effecten op de bodem

Gezien de aard van de exploitatie zijn geen risico’s op bodemverontreiniging te verwachten.

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Er zijn geen watervragende productieprocessen in deze inrichting. Gezien het voorwerp van de aanvraag vallen er geen relevante effecten te verwachten op het watersysteem.

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Er worden geen geleide emissies gecreëerd zowel in de opslagruimtes als in de burelen waardoor geen aanzienlijke effecten op de luchtkwaliteit verwacht worden.

Relevante potentiële effecten van geluid en trillingen ten gevolge van de aanvraag

De voornaamste bronnen van geluid betreffen:

• laden en lossen van materialen
• intern en extern transport

Het laden en lossen gebeurt hoofdzakelijk tijdens de normale daguren (van 7 uur tot 19 uur).

De inrichting is gelegen in industriegebied waardoor en geen geluid- of trillingshinder verwacht vanwege deze activiteit.

Relevante potentiële effecten op biodiversiteit

Deze exploitatie heeft geen invloed op de biodiversiteit.

Relevant risico op zware ongevallen of rampen

Het bedrijf is afgesloten buiten de werkuren, zodat deze ontoegankelijk zijn voor onbevoegden. De toegang tot het bedrijf blijft eveneens afgesloten voor derden.

De exploitatie is van die aard dat zware ongevallen of rampen uitgesloten zijn.

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

De exploitant produceert zelf maar een heel beperkte hoeveelheid bedrijfseigen afvalstoffen ten gevolge van de normale werking van het bedrijf. De verschillende afvalstromen worden gesorteerd volgens de bepalingen van het artikel 4.3.2 van het VLAREMA. Indien noodzakelijk worden erkende ophalers ingeschakeld voor de verwijdering van de bedrijfsafvalstoffen. Het met huishoudelijk afval vergelijkbaar bedrijfsafval (bijvoorbeeld PMD) wordt opgehaald via de gemeentelijke inzameling.

Relevante effecten door licht en straling

Op de site zal buitenverlichting aanwezig zijn. Deze verlichting zal enkel ’s nachts werken wanneer dit belangrijk wordt geacht inzake een veiligheid en interne werking. De lichtbronnen zullen enkel de eigen bedrijfssite verlichten waardoor geen lichthinder veroorzaakt wordt bij de buren.

Mogelijke andere relevante potentiële effecten.

Geen andere relevante effecten te melden

Te verwachten relevante cumulatieve effecten door de relatie met andere projecten.

Geen relevante effecten te melden

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

-       Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een bedrijfsgebouw. Deze is passend in deze ambachtelijke zone. Er wordt opgemerkt dat er geen verbinding is tussen de opslagruimtes 1 en 2 onderling. Ook van het magazijn worden deze gescheiden. Het kan niet de bedoeling zijn dat deze opslagruimtes afzonderlijk verkocht worden of afgesplitst worden. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

-       Mobiliteitsimpact

De impact op de mobiliteit zal gezien de lokale verankering van het bedrijf, beperkt zijn. De parkeerplaats voor personen met een beperking wordt voorzien in grasdallen. Omwille van het beoogde gebruiksgemak voor het doelpubliek dient deze parkeerplaats te worden verhard in aangepaste waterdoorlatende materialen.

Om de bereikbaarheid en de leefbaarheid te blijven garanderen, is het stimuleren van het fietsgebruik een must. Het fietsgebruik stimuleren start met het aanbieden van een af te sluiten ruimte waar de fiets kan gestald worden. Deze dient vlot, diefstalveilig en kwaliteitsvol worden gestald op eigen terrein. In het ontwerp wordt slecht een beperkte fietsenstalling voor de medewerkers voorzien. Om hieraan te voldoen wordt als voorwaarde opgelegd dat er binnen het bestaande gebouw voldoende ruimte moet worden voorzien voor het stallen van fietsen van de medewerkers, dit is volgens de grondplannen wel mogelijk.

-       Schaal/bouwvolume

De schaal van de nieuwbouw is in overeenstemming met de andere industriële gebouwen in de directe omgeving. Het gevraagde is inpasbaar in de directe omgeving.

-       Visueel-vormelijke elementen

De nieuwbouw integreert zich door zijn materiaalgebruik.

-       Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Het gebouw wordt ingeplant op de linkerperceelsgrens. Hiertoe tekende de aanpaler voor akkoord. Er wordt geen hinder verwacht naar de aanpalers toe.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Advies Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandpreventieverslag stipt nageleefd moet worden.

Advies Leiedal

Gelet op de specifieke inhoud van het advies en de toetsing aan de vooraf besproken ‘Voorwaarden De Spijker’ dient opgenomen te worden dat de voorwaarden als volgt stipt nageleefd moeten worden:

        De afwatering van de buitenverharding moet binnen het eigen perceel opgevangen worden.

        De uitvoering van de oprit moet voldoen aan de voorwaarden De Spijker, punt 3.1.2.

        De draagkracht van het dak moet voldoende sterk zijn om zonnepanelen te kunnen installeren en onderhouden.

        De parkeerplaats voor personen met een beperking moet omwille van gebruiksgemak verhard worden in aangepaste waterdoorlatende materialen.

        Binnen het gebouw moet voldoende ruimte voorzien worden voor het stallen van fietsen van de medewerkers (ook voor potentiële groei van personeel).

        De riolering moet gescheiden aangesloten worden op de reeds, op het private perceel, aanwezige wachtaansluitingen voor vuil water (DWA) en op de wadi achteraan het perceel voor RWA.

        De uitvoering van de afsluitingen en de buitenverlichting moeten beantwoorden aan de betreffende titels van de voorwaarden De Spijker.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Jan VANDEWOESTIJNE namens MV Machinery Parts NV gevestigd Waregemstraat 64 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een magazijn met burelen, op een perceel gelegen De Spijker 6 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 575 B, (afd. 1) sectie B 577 A, (afd. 1) sectie B 578 L, (afd. 1) sectie B 578 K en (afd. 1) sectie B 1281 B.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de gemelde activiteiten. De ingedeelde inrichting of activiteit omvat voortaan:

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen beslist de vergunning af te leveren mits naleving van volgende voorwaarden

        De voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies dienen strikt gevolgd te worden.

        De onderstaande voorwaarden geformuleerd in het advies van de intercommunale Leiedal moeten stipt nageleefd worden:

o        De afwatering van de buitenverharding moet binnen het eigen perceel opgevangen worden.

o        De uitvoering van de oprit moet voldoen aan de voorwaarden De Spijker, punt 3.1.2.

o        De draagkracht van het dak moet voldoende sterk zijn om zonnepanelen te kunnen installeren en onderhouden.

o        De parkeerplaats voor personen met een beperking moet omwille van gebruiksgemak verhard worden in aangepaste waterdoorlatende materialen.

o        Binnen het gebouw moet voldoende ruimte voorzien worden voor het stallen van fietsen van de medewerkers (ook voor potentiële groei van personeel).

o        De riolering moet gescheiden aangesloten worden op de reeds, op het private perceel, aanwezige wachtaansluitingen voor vuil water (DWA) en op de wadi achteraan het perceel voor RWA.

o        De uitvoering van de afsluitingen en de buitenverlichting moeten beantwoorden aan de betreffende titels van de voorwaarden De Spijker.

        De opslagruimtes 1 en 2 kunnen niet afzonderlijk verkocht worden of afgesplitst worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/ .

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.19. OMV 2021_76 - Kardinaal Cardijnlaan 8 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanbrengen van reliëfwijzigingen in functie van speelnatuur, op een perceel gelegen Kardinaal Cardijnlaan 8 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 548 E aangevraagd door Claude Croes en Hans Piepers namens de gemeente Deerlijk gevestigd Harelbekestraat 27 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 29 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Oosthoek, goedgekeurd op 7 april 2016 met als bestemming zone voor dagrecreatie (zone 6).

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het RUP Oosthoek is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunning zijn gekend voor het betrokken goed:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 augustus 1972 door College van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een berg- en vergaderlokaal op einde speelterrein.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 september 1988 door College van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een prefab garage.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 januari 1990 door College van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van het Chiroheem.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De locatie van de aanvraag bestaat uit een relatief vlak grasveld met enkele uitgegroeide bomen en een verouderd speeltoestel. Dit terrein is gelegen langs de Kardinaal Cardijnlaan met in het zuiden een bestaande en te behouden parking. Op het westelijk deel van het perceel staat een bestaand en ook te behouden gebouw bestaande uit één bouwlaag met een plat dak. De werken vinden vooral plaats in het centrum en het oostelijk deel van het perceel dat omringt wordt door een te behouden wandelpad. De ruimere omgeving wordt vooral gekenmerkt door losstaande en gekoppelde eengezinswoningen in de Kardinaal Cardijnlaan, De Taeyelaan en de Vichtesteenweg alsook het natuurgebied de Wijmelbroek.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag omvat het aanpassen van een vlak openbaar grasveld tot een groene avontuurlijke speelzone waar sport, beleving en biodiversiteit centraal staan. Door het aanleggen van speelheuvels en wadi’s wordt het reliëf gewijzigd.

Op het terrein worden vier wadi’s aangelegd. Deze dienen om het oppervlakte- en regenwater bij hevige regenbuien op te vangen. Het water kan op deze manier stelselmatig in de bodem dringen en wordt op deze manier niet versneld afgevoerd. Bijkomend voordeel is dat de wadi’s enkele nattere stukken van het terrein gaan helpen afwateren. De uitgegraven grond van de wadi’s wordt ter plaatse op het perceel gebruikt om de speelheuvels aan te leggen. Op deze manier moet er geen grond worden afgevoerd. Enkele wadi’s kunnen ook als avontuurlijk speelelement dienst doen.

In de heuvelzone worden vier speelheuvels aangelegd. De heuvels zijn verschillend in hoogte en grootte. Het bestaande wandelpad in waterdoorlatende verharding (dolomiet) blijft behouden. Vanop dit pad vertrekken verschillende gemaaide graswandelpaden en in het bossig gedeelte een schorspad. Er wordt geen bijkomende (waterdoorlatende) verharding aangelegd en er worden geen bestaande, hoogstammige bomen gekapt. De verdere ruimtelijke inkleding van het terrein wordt gerealiseerd met verschillende groenzones en een groenbuffer rondom het terrein.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP Oosthoek.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de geplande werken in functie staan van dagrecreatie (zone 6 volgens het RUP), er door deze werken geen conflict ontstaat met de instandhouding, ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden van de Wijmelbeek en het Wijmelbroek. Het gebied behoudt een openbaar karakter en wordt voldoende ontsloten door het verlenen van toegang en doorgang aan wandelaars. De werken hebben ook betrekking op het beheersen van overstromingen en het voorkomen van wateroverlast. De maximale bouw- en verhardingspercentages worden met dit ontwerp niet overschreden.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kardinaal Cardijnlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied, wel in een risicozone voor overstromingen. De geplande werken zijn in functie van een meer natuurlijke waterhuishouding op het perceel zodat in alle redelijkheid kan geoordeeld worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Het ontwerp voorziet een sterke verhoging van de biodiversiteit op het terrein met een positieve invloed op de natuurwaarden zodat kan geoordeeld worden dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De geplande werken in functie van een groene, avontuurlijke speelzone waar sport, beleving en biodiversiteit centraal staan passen binnen de voorschriften van de RUP Oosthoek. Door de natuurwaarden op het perceel te verhogen sluit het geheel beter aan bij het natuurgebied ‘Wijmelbroek’. Nieuwe groenbuffers bestaande uit inheems plantgoed worden zo samengesteld dat deze een nest-, voedsel- en schuilgelegenheid bieden voor vogels en andere kleinere faunasoorten. Door het aanleggen van grote oppervlaktes bloemenrijk grasland zal de biodiversiteit van dit perceel sterk verhogen. De aanleg van de 4 wadi’s zorgt voor een betere waterhuishouding. De aanleg van de wadi’s en de speelheuvels zorgen voor een ruimere mogelijkheid aan avontuurlijk spelen wat zowel voor de kinderen uit de buurt als voor de jeugdbeweging een positieve ingreep is. Het geheel van de werken zorgt voor een hogere beeldkwaliteit en belevingswaarde in de omgeving en voorziet voldoende openbare toegankelijkheid zodat het ontwerp bijgevolg verenigbaar is met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Claude Croes en Hans Piepers namens de gemeente Deerlijk gevestigd Harelbekestraat 27 te 8540 Deerlijk, voor het aanbrengen van reliëfwijzigingen in functie van speelnatuur, op een perceel gelegen Kardinaal Cardijnlaan 8 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 548 E.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.20. OMV 2021_77 - Vichtesteenweg 179 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een woning met carport, op een perceel gelegen Vichtesteenweg 179 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1042 P aangevraagd door Steyaert - Van Oost wonende Klinkkouterstraat 50E te 9040 Gent.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 1 juli 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het plat dak aan de achterzijde van de woning, aansluitend op de slaapkamer kan niet ingericht of aangewend worden als een dakterras.

        De carport moet geplaatst worden minstens 3 m achter de voorgevelbouwlijn en de steunpalen van de carport moeten voorzien worden op 0,50 m van de perceelsgrens.

        De verharding in de voortuin moet beperkt worden tot op 1 m afstand van de rechterperceelsgrens.

        Het advies van AWV stipt na te leven.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Vichtesteenweg, een voldoende uitgeruste gewestweg. De eigendom bevindt zich ten zuiden van de E17, in de omgeving van het kruispunt Belgiek. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen van het diverse type, maar eveneens door handelsruimten, bedrijfsloodsen en vrije beroepen.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een vrijstaande eengezinswoning met carport te bouwen.

De woning wordt ingeplant op 8 m van de rooilijn, op 4 m van de rechterzijperceelsgrens en op 3 m van de linkerzijperceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 15 m. De woning heeft een breedte van maximaal 13 m op een diepte van maximaal 17 m.

De woning bestaat deels uit twee bouwlaag en deels uit één bouwlaag telkens afgewerkt met plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 6 m.

Op het gelijkvloers bevindt zich een overdekte inkom, garage, bureau, zithoek, keuken en bijkeuken. Aansluitend aan de garage bevindt zich een carport in de vrije zijtuinstrook. Deze carport heeft een breedte van 4 m en wordt ingeplant op de gevelbouwlijn van de woning.

Op de verdieping worden 3 slaapkamers, een badkamer, dressing en technische ruimte ondergebracht.

De gevels worden afgewerkt in grijze baksteen en het schrijnwerk is voorzien in zwart aluminium.

In de voortuin wordt 80 m² verhard. In de tuinzone wordt een terras met 38,40 m² aangelegd.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op 21 mei 2021 aangeschreven omdat de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

5. Adviezen

Het agentschap Wegen en Verkeer – District Kortrijk werd om advies verzocht op 9 juni 2021. De adviesinstantie bracht op 28 juni 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN

1. Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0360002 van 35.2 -31 tot 35.2 -12):

        De grens van het openbaar domein is geschat op 13 meter.

        De ontworpen rooilijn ligt op 13 meter gemeten uit de bestaande wegas en dit overeenkomstig de vigerende wegnormen.

        De rooilijn valt samen met grens openbaar domein / bestaande voorgevellijn.

        De zone van achteruitbouw bedraagt 8 meter.

        De minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 21 meter.

2. Publiciteit:

geen

BESLUIT

Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert GUNSTIG betreffende de voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met hoger vermelde inlichtingen en beperkingen.

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de in het advies omschreven aandachtspunten.’

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied. 

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van een gewestplan.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vichtesteenweg een voldoende uitgeruste openbare gewestweg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 20.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 3.750 liter en een referentie-oppervlakte van 13,50 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een eengezinswoningen langs een goed uitgeruste gewestweg. De aanvraag is zowel naar bouwvolume, afstand tot de perceelsgrenzen en materiaalgebruik van de woning in overeenstemming met de bebouwde omgeving.

In de achtergevel van de slaapkamer op de verdieping zijn schuiframen voorzien die aansluiten op een plat dak. Teneinde mogelijke hinder inzake inkijk en privacy voor de buren, kan het plat dak niet ingericht of aangewend worden in functie van een terras. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

De carport wordt voorzien in dezelfde lijn als de voorbouwlijn van de woning. Het perceel is bestemd voor een open bebouwing gelet op de aanwezige vrije zijtuinstroken op de aanpalende percelen. De inplanting van een open carport in de vrije zijtuinstrook wordt onder bepaalde voorwaarden toegestaan, zijnde een inplanting op minstens 3 m achter de voorgevelbouwlijn en een aan 3-zijden open constructie met de bedoeling het vrijstaande karakter van de woning te behouden. Door de inplanting in dezelfde voorbouwlijn van de woning en dit tot op de zijperceelsgrens verdwijnt het open karakter van de woning en is de aanvraag voor de carport niet conform de goede ruimtelijke ordening. De carport moet minstens 3 m achter de voorgevelbouwlijn geplaatst worden teneinde het vrijstaande karakter van de woning te vrijwaren. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

De tuinzones zijn na de bouw van de terrassen nog voldoende ruim teneinde deze kwalitatief in te richten. Er is op eigen terrein ruim voldoende parkeergelegenheid voorzien zodat het woonproject nagenoeg geen parkeerhinder voorziet op de openbare weg. De verharding in de voortuinstrook wordt voorzien tot tegen de rechterperceelsgrens. Teneinde het groene karakter van de omgeving te behouden en op eigen terrein ook de mogelijkheid te hebben om groen te voorzien op de perceelsgrens, wordt de breedte van de verharding in de voortuin beperkt tot op 1 m van de rechterperceelsgrens.

De carport in de rechter vrije zijstrook heeft een breedte van 4 m en wordt voorzien tot op de perceelsgrens. Teneinde de bestaande haag op de perceelsgrens voldoende ruimte te geven, dienen de steunpalen van de carport te worden voorzien tot op 0,50 m van de perceelsgrens. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert, mits naleving van de voorwaarden, de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.13     Bespreking adviezen

Advies AWV

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies dient opgelegd te worden dat de voorwaarden en de aandachtspunten geformuleerd in het advies stipt nageleefd moeten worden.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Steyaert - Van Oost wonende Klinkkouterstraat 50E te 9040 Gent, voor het bouwen van een woning met carport, op een perceel gelegen Vichtesteenweg 179 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1042 P, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het plat dak aan de achterzijde van de woning, aansluitend op de slaapkamer kan niet ingericht of aangewend worden als een dakterras.

        De carport moet geplaatst worden minstens 3 m achter de voorgevelbouwlijn en de steunpalen van de carport moeten voorzien worden op 0,50 m van de perceelsgrens.

        De verharding in de voortuin moet beperkt worden tot op 1 m afstand van de rechterperceelsgrens.

        Het advies van AWV stipt na te leven.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.21. OMV 2021_78 - Waregemstraat 515 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een bestaande garage, op een perceel gelegen Waregemstraat 515 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 493 S aangevraagd door Marta Valiková wonende Waregemstraat 515 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 1 juli 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied met landelijk karakter.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 januari 2006 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een woning.

        Aktename melding op 23 januari 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor het wijzigen van raamopeningen in de zijgevel van de woning.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Waregemstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Waregemstraat betreft de verbindingsweg tussen Deerlijk en Waregem en wordt op de locatie van de aanvraag gekenmerkt door een diversiteit aan functies en dito gebouwenvolumes. De directe omgeving bestaat uit lintbebouwing met hier en daar doorzichten naar het achterliggende landschap. De eigendom van de aanvrager betreft een vrijstaande eengezinswoning met 2 bouwlagen en een zadeldak, een achteruitbouw met 1 bouwlaag en een plat dak en achterliggend een vrijstaand bijgebouw ingeplant op de linker perceelsgrens.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een bestaande garage te verbouwen door het verwijderen van de bestaande dakbedekking en deze te vervangen door een betonplaat in functie van de latere aanleg van een groendak zonder de footprint van de bestaande garage te wijzigen. De garage blijft 3,7 m breed en 9,5 m lang maar de gevels worden opgetrokken zodat een plat dak in beton kan geconstrueerd worden. De huidige maximale hoogte van het licht hellend dak bedraagt 2,75 m. Het ontwerp voorziet een plat dak met opstaande rand op een maximale hoogte van 2,98 m. Hiervoor dient ook de scheidingsmuur met de linker buur plaatselijk opgetrokken te worden. De huidige garagepoort, deur en raamopeningen blijven behouden. Het geheel wordt afgewerkt met gelijkaardige materialen als het bestaande deel.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanpalende eigenaars werden op 21 mei 2021 aangeschreven omdat de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben  geen bezwaar ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de bestemming woongebied met landelijk karakter.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

Het gevraagde is in overeenstemming met het gewestplan omdat de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een bijgebouw bij bestaande eengezinswoning met behoud van de woonfunctie.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Waregemstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een bestaande garage bij een bestaande eengezinswoning zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De garage blijft ingeplant op dezelfde plaats, wordt beperkt opgetrokken in hoogte en krijgt een nieuw dak. De garage situeert zich achteraan het perceel op de linker perceelsgrens en bestaat uit volwaardige materialen zodat de impact op het straatbeeld beperkt zal zijn. De aanpalende eigenaars hebben tijdens de procedure van de adviesvraag geen bezwaren of opmerkingen geuit zodat kan geoordeeld worden dat het ontwerp bijgevolg verenigbaar is met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Marta Valiková wonende Waregemstraat 515 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een bestaande garage, op een perceel gelegen Waregemstraat 515 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 493 S.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.22. OMV 2021_84 - Desselgemse steenweg 86 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het schilderen van de gevels, op een perceel gelegen Desselgemse steenweg 86 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 667 B aangevraagd door Olivier Janssen met als contactadres Kerkdreef 1 te 8791 Waregem.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 1 juli 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde:

        Het bakstenen muurtje ter hoogte van de rooilijn moet meegenomen worden in de renovatie en dient identiek geschilderd worden als de gevels.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied met landelijk karakter.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Vergunning afgeleverd op 21 november 1941 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning en een vlasschuur.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 september 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor het verfraaien van de bestaande loods gelegen op de hoek van de Desselgemse steenweg en de Desselgemknokstraat.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Pre-Vlarem dossier voor het plaatsen van 4 bovengrondse mazouttanks (klasse 3) waarvan akte genomen door het college van burgemeester en schepenen op 16 februari 1977.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning voor het verkavelen van de grond in 4 loten geweigerd door het college van burgemeester en schepenen op 17 juli 2019.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen op de hoek van de van de Desselgemse steenweg en de Desselgemknokstraat. Op het perceel van de aanvrager is een vrijstaande eengezinswoning aanwezig bestaand uit 2 bouwlagen met noordboomdak. Naastliggend aan de zijde van de Desselgemknokstraat is een magazijn aanwezig. De overige bebouwing in de onmiddellijke omgeving bestaat uit vrijstaande eengezinswoningen op kavels van zo’n 1.000 m². De woningen zijn veelal opgebouwd uit één bouwlaag met hellend dak. Aan de overzijde van de Desselgemse steenweg is een landbouwzone aanwezig. Aan de overzijde van de Desselgemknokstraat, op grondgebied Waregem, zijn eveneens vrijstaande eengezinswoningen op ruimere percelen aanwezig. Het perceel van de aanvrager heeft een oppervlakte van 1.194 m².

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de gevels van de bestaande woning te schilderen. Enkel het bestaande metselwerk wordt geschilderd, de natuursteen elementen (arduin) blijven hun kleur behouden. Er wordt gekozen voor een witte kleur. De huidige (witte) ramen worden vervangen door houtkleurige ramen en ook de bakgoten worden vervangen door natuurlijk houtkleurige bakgoten. Er worden geen structurele wijzigingen aangebracht aan het gebouw.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

5. Adviezen

De Intercommunale Leiedal werd om advies verzocht op 19 mei 2021. De adviesinstantie bracht op 2 juni 2021 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Overwegende dat:

-          het erfgoedpand een middelhoge locuswaarde heeft;

-          het erfgoedkarakter in de omgeving zo goed als volledig verdwenen is door de nieuwbouwwoningen/appartementen;

-          het vooropgestelde ontwerp een meerwaarde heeft;

wordt het schilderen van de gevels van deze woning gunstig geadviseerd. Als aandachtspunt wordt meegegeven dat het aan te raden is dat ook het bakstenen muurtje ter hoogte van de rooilijn mee gerenoveerd en geschilderd wordt.’

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de bestemming woongebied met landelijk karakter.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

Het gevraagde is in overeenstemming met het gewestplan aangezien de aanvraag betrekking heeft op het schilderen van de gevel van een bestaande eengezinswoning met behoud van de woonfunctie.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Desselgemse steenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Deze erfgoedtoets heeft betrekking op het geïnventariseerd erfgoedpand met relictnummer 86272, ‘Villa ter Knok’ gelegen in de Desselgemse steenweg 86 te Deerlijk.

Villa "ter Knok" gebouwd in 1942. Aan de straat afgezet door bakstenen muurtje met bolornamenten. Gele baksteenbouw onder pannen schilddak. Rijkelijk gebruik van arduin voor de begane grond, portaal en tussenstijlen van de bovenvensters. Links, bow window bekroond door bolornamenten. Langgestrekte bovenvensters met afgeronde zijkanten. Geaccentueerd portaal met afgeronde luifel rustend op pilasters.

Deze woning kreeg een middelhoge locuswaarde. Deze locuswaarde vertegenwoordigt de gebouwen waarvan de erfgoedwaarde minder hoog is en andere factoren meer doorslaggevend zijn. Deze gebouwen kunnen grondig verbouwd worden mits behoud van de erfgoedelementen en met respect voor de architectuur. Bij dergelijke locuswaarde wordt gestreefd naar behoud van het beeld met de mogelijke inzet van een vrije materiaalkeuze. Het ontwerp voorziet het schilderen van de gevels in een witte kleur zonder de natuursteen elementen (arduin) mee te schilderen. Het is niet helemaal duidelijk of ook het bakstenen muurtje ter hoogte van rooilijn gerenoveerd en geschilderd wordt. Dit zou een meerwaarde kunnen betekenen in het project waardoor dit als voorwaarde opgenomen wordt in het besluit. Gezien het behoud van de baksteenstructuur en het behoud van de natuurlijke kleur van de aanwezige arduin en de art deco elementen kan het ontwerp positief beoordeeld worden.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op de renovatie van een bestaande eengezinswoning met behoud van de functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Het gabarit, bouwvolume en de bebouwde oppervlakte van dit geïnventariseerd erfgoedpand wijzigt niet zodat de aanvraag geen impact heeft op ruimtegebruik en bouwdichtheid. De schilderwerken zullen ervoor zorgen dat de kenmerkende contouren van de woning meer tot hun recht komen zodat de authentieke uitstraling terug een meerwaarde kan betekenen voor de omgeving. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Het ontwerp wordt door Intercommunale Leiedal gunstig geadviseerd met als aandachtspunt dat een renovatie en het wit schilderen van het bakstenen muurtje ter hoogte van de rooilijn, een meerwaarde kan betekenen in het project. Dit wordt meegenomen in de voorwaarden.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Olivier Janssen met als contactadres Kerkdreef 1 te 8791 Waregem, voor het schilderen van de gevels, op een perceel gelegen Desselgemse steenweg 86 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 667 B, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het bakstenen muurtje ter hoogte van de rooilijn moet meegenomen worden in de renovatie en dient identiek geschilderd worden als de gevels.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.23. OMV 2021_87 - Patrijsstraat 1 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een veranda, op een perceel gelegen Patrijsstraat 1 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 366 N6 aangevraagd door Gregory Vanhoucke wonende Patrijsstraat 1 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 2 juli 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20 januari 2006) in een stedelijk woongebied.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 14 oktober 2009 (dossiernummer VK 2008.27/2015-4).

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkavelingsvoorschriften zijn van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 juni 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is gelegen op de hoek tussen de Patrijsstraat en de Driesknoklaan, binnen een recente verkaveling. De directe omgeving bestaat uit halfopen residentiële bebouwing. De woningen hebben een gelijkaardige verschijningsvorm met identiek materiaalgebruik.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst aan de achterzijde van zijn woning over de breedte van de achtergevel en tegen de gemene terrasmuur met de rechter buur een veranda op te trekken. De veranda heeft een breedte van 8 m op een diepte van 3,6 m. De veranda wordt opgebouwd uit een aluminium constructie afgewerkt met lessenaarsdak bestaande uit polycarbonaatplaten. Het dak zal een maximale hoogte hebben tegen de achtergevel van de woning van 2,49 m en 2,14 m aan de achterzijde van de veranda. De veranda zal aan twee zijden afgesloten zijn, enerzijds tegen de bestaande woning en anderzijds tegen de gemene terrasmuur. De overige zijden blijven open. De gemene terrasmuur wordt volgens het ontwerp opgetrokken en uitgebreid met gelijkaardige bakstenen als de bestaande scheidingsmuur en tot aan de steunpaal en de schuine kant van het dak.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanpalende eigenaars werden op 26 mei 2021 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de voorschriften van de verkaveling (VK 2008.27/2015-4) zoals oorspronkelijk goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 14 oktober 2009. De aanvraag is in overeenstemming met de voorziening van de verkaveling gezien de hoofdbestemming ‘wonen’ blijft, er verantwoord materiaal gebruikt wordt qua uitzicht en duurzaamheid, de gemene muur deels wordt opgetrokken en uitgebreid in baksteen gelijkaardig aan de bestaande scheidingsmuur, de dakvorm licht hellend is, de veranda geplaatst wordt op de perceelsgrens en de bouwdieptes conform blijven aan de verkavelingsvoorschriften.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Patrijsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De veranda wordt aangebouwd aan een bestaande eengezinswoning met behoud van de functie. De uitbreiding bevindt zich aan de achterzijde van de woning en is beperkt in hoogte zodat het straatbeeld niet geschaad zal worden. Het materiaalgebruik is eigen aan de functie van het gebouw. De tuinzone blijft nog voldoende ruim teneinde deze kwalitatief in te richten. De tuinmuur wordt uitgebreid in dezelfde materialen zoals de bestaande tuinmuur zodat deze zich maximaal zal integreren. De aanpalende eigenaars hebben binnen de procedure geen opmerkingen of bezwaren geuit zodat kan geoordeeld worden dat het ontwerp verenigbaar is met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Gregory Vanhoucke wonende Patrijsstraat 1 te 8540 Deerlijk, voor het plaatsen van een veranda, op een perceel gelegen Patrijsstraat 1 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 366 N6.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.24. OMV 2021_33 - Vichtesteenweg 55 en 74 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het optrekken van een loods als uitbreiding van een werkplaats bij een bestaande autogarage, op een perceel gelegen Vichtesteenweg 55 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 570 V, (afd. 1) sectie B 570 W, (afd. 1) sectie B 573 G, (afd. 1) sectie B 603 H, (afd. 1) sectie B 603 L en (afd. 1) sectie B 603 K aangevraagd door Pedro Vienne namens GARAGE VIENNE BVBA gevestigd Vichtesteenweg 55 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 2 juli 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies dienen strikt gevolgd te worden.

        De onderstaande voorwaarden geformuleerd in het advies van de intercommunale Leiedal moeten stipt nageleefd worden:

o        De draagkracht van het dak moet voldoende sterk zijn om zonnepanelen te kunnen installeren en onderhouden.

o        Er dient voor de werknemers een afgesloten fietsenberging te worden gerealiseerd binnenin het bedrijfsgebouw. Als dit om een bepaalde reden niet mogelijk of wenselijk is binnen het gebouw, kan het bedrijf voorzien in een fietskluis, waarvan:

- deze minstens 5 fietsparkeerplaatsen herbergt;

- de kleur wordt beperkt tot grijswaarden

o        De parkeerplaatsen voor personenwagens moeten in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden in plaats van de voorziene betonverharding.

o        De riolering moet gescheiden aangesloten worden op de reeds, op het private perceel, aanwezige wachtaansluitingen voor vuil water (DWA) en de gracht vooraan het perceel voor RWA.

o        De opening in de haag mag niet breder genomen worden dan de huidige opening (de opening beperkt zich conform de voorwaarden BPA tot 6 m).

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de in de vergunning opgenomen VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Vichtesteenweg, goedgekeurd bij ministerieel besluit op 5 februari 2009.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 februari 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een autogarage.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 juni 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een pompeiland met 2 verdeelpompen en 1 verlichte luifel.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 april 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een toonzaal met woonst.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 juli 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een luifel op 2 steunpunten en verplaatsen van de 2 elektrische verdeelpompen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 april 1978 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van 2 lichtreclames.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 juli 1988 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de toonzaal in het garagebedrijf.

Relevante milieuvergunningen

Volgende pré-Vlarem of ARAB vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        ARAB vergunning afgeleverd op 15 juli 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbaten van een autoherstelplaats.

        ARAB vergunning afgeleverd op 8 september 1977 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een garage- en autoherstelwerkplaats.

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning afgeleverd op 17 februari 1999 door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een autowerkplaats.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 14 november 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor de overname van de exploitatie op de Vichtesteenweg 55 van Pedro Vienne door Garage Vienne.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 25 september 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor de actualisatie van de vergunningstoestand en aangifte van een kleinhandelsactiviteit.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

Het perceel is gelegen langs de Vichtesteenweg, in het centrum van de gemeente. De bebouwing in de Vichtesteenweg bestaat uit heel diverse soorten bebouwing, gaande van rijbebouwing en vrijstaande bebouwing telkens met twee bouwlagen en een hellend dak tot loodsen waar verschillende beroepsactiviteiten worden uitgevoerd. Het onderwerp van de aanvraag betreft een merkgarage met autoherstelwerkplaats en verkoopsruimten bestaande uit een voorste deel met twee bouwlagen en een plat dak met aansluitend een achterliggende loods van één bouwlaag met deels plat dak en deels zadeldak. Het perceel paalt aan de achterzijde aan het bedrijventerrein De Spijker. De Spijker betreft een recent ontwikkelde KMO-zone waarvoor op heden diverse omgevingsvergunningen tot het bouwen van bedrijfsloodsen aangevraagd worden en reeds ontwikkelingen gestart zijn.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst op het perceelsdeel palend aan De Spijker een nieuwe loods met bijbehorende betonverharding te bouwen. De nieuwbouw wordt aangebouwd tegen de noord oostelijke kant van de bestaande loods en zal een diepte hebben van 14,5 m en een breedte van 20,56 m. Het gebouw zal een maximale hoogte hebben van 6,50 m ten opzichte van het nieuwe vloerpas binnen en afgewerkt worden met een plat dak waarin 4 lichtkoepels voorzien worden. De gevel langs de kant van De Spijker wordt voorzien van 7 langwerpige raampartijen op een hoogte in de gevel tussen 3,3 m en 5,7 m. De nieuwbouw wordt opgetrokken uit grijskleurige, geïsoleerde betonpanelen. Ook de resterende, zichtbare bestaande loodsgevel wordt afgewerkt met een voorzetwand van grijze betonpanelen. Op die gevel komt een bedrijfsnaamaanduiding met metalen letters. De naamaanduiding is bedrijfseigen. Aan de noordwestelijke zijde van de bestaande gevel en de westelijke zijde van de nieuwbouw komt een geïsoleerde sectionaalpoort volgens handelsafmetingen. Aan de oostelijke kant van de nieuwbouw wordt een vluchtdeur in de gevel geplaatst. Rondom de nieuwbouw wordt betonverharding aangebracht. Een strook van 3 m breed rond de nieuwbouw zelf en een parkeerplaats van 230,6 m² aan de nieuwe oprit. Naast één van de sectionaalpoorten komt een fietsrek.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een uitbreiding van de reeds vergunde ingedeelde inrichting of activiteit.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat de volgende ongewijzigde rubrieken:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 8 april 2021 tot 7 mei 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 29 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 2 april 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit, ontvangen op 8 april 2021. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag.

In functie van de maatgevende brandbelasting werd het industriegebouw door de bouwheer ingedeeld in klasse B. Het gebouw mag hierdoor enkel gebruikt worden voor activiteiten met dezelfde of een lagere maatgevende brandbelasting of activiteiten die leiden tot dezelfde klasse of lagere klasse, zo niet is het gebouw niet meer conform en zullen mogelijk aanpassingswerken nodig zijn. Bij wijziging van brandklasse vervalt sowieso bijgevoegd verslag en dient een nieuw dossier ingediend bij de brandweer.’

Intercommunale Leiedal werd om advies verzocht op 29 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 26 april 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘1 Toetsingskader

Verkoopsvoorwaarden en inplantingsvoorschriften De Spijker, kortweg “Voorwaarden De Spijker”.

2 Bemerkingen en vaststellingen

2.1 Fietsenstalling voor werknemers

Er dient voor de werknemers een afgesloten fietsenberging te worden gerealiseerd binnenin het bedrijfsgebouw. Als dit om een bepaalde reden niet mogelijk of wenselijk is binnen het gebouw, kan het bedrijf voorzien in een fietskluis, waarvan:

- deze minstens 5 fietsparkeerplaatsen herbergt;

- de kleur wordt beperkt tot grijswaarden.

2.2 Buitenverharding

Op de plannen is voor de parkeerplaatsen een uitvoering aangegeven in beton. Conform de voorwaarden De Spijker, punt 3.1.3, moeten de parkeerplaatsen voor personenwagens in waterdoorlatende materialen worden uitgevoerd.

2.3 Ontsluiting van het perceel

De opening in de haag mag niet breder genomen worden dan de huidige opening (de opening beperkt zich conform de voorwaarden BPA tot 6m).

3 Aandachtspunten

3.1 Bedrijfsgebouw

De plannen geven geen indicatie van de sterkte van de dakstructuur. Conform de voorwaarden De Spijker, punt 2.3, moet de draagkracht van het dak voldoende sterk zijn om zonnepanelen te kunnen installeren en onderhouden.

3.2 Rioleringen

Onder artikel 4.1. van de Voorwaarden de Spijker is onder andere opgenomen dat de kopers verplicht rekening dienen te houden met het gescheiden afwateringsstelsel en met de eisen van de milieureglementering terzake en dat ze daarop hun privaat rioolstelsel dienen af te stemmen.

Er wordt gewerkt met een intern gescheiden stelsel. Als aandachtspunt geven we mee dat er gescheiden aangesloten moet worden op de reeds, op het private perceel, aanwezige wachtaansluiting voor vuil water (DWA) en de gracht vooraan het perceel voor RWA. Het is dus een aandachtspunt dat de aansluitingen effectief correct worden uitgevoerd. Voor de specifieke locatie van de DWA-aansluiting kan het officiële opmetingsplan van Bart Degezelle van 9 december 2019 geconsulteerd worden. Op dit plan staat de aansluitingsbuis vuilwater van dit perceel correct aangegeven.’

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden getoetst aan de voorschriften van het BPA Vichtesteenweg, zone 6, zone voor gemengde activiteit.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien het perceel voor minder dan 75 % bebouwd is, de perceelsgrootte beperkt is tot 2500 m², de maximale bouwhoogte 6,5 m bedraagt, aan één zijperceelsgrens en aan de achterperceelsgrens een bouw- en stapelvrije zone van 3 m in betonverharding gerespecteerd wordt en het perceel voor het overige volledig verhard wordt op voorwaarde dat voldoende maatregelen genomen worden om het waterbergend vermogen van het terrein te garanderen, gezien voldoende parkeerplaatsen voorzien worden om te voldoen aan de eigen behoefte en voldoende circulatieruimte op eigen terrein aangelegd wordt.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op afmetingen van de toegang zodat een afwijking overwogen kan worden. Het college van burgemeester en schepenen besliste reeds in zitting van 13 februari 2019 principieel akkoord te kunnen gaan met afwijkingsmogelijkheden voor de breedte van de toerit voor de zones A-B-C (de zones ten noorden van de wegenis). Voorliggend perceel ligt niet ten noorden van deze wegenis en manoeuvreerruimte is hier voorzien door middel van de breedte van de reeds aanwezige oprit op het gedeelte openbaar domein. Op de rooilijn is reeds een haagaanplant voorzien met een opening van 6 m conform het BPA. Op het grondplan gevoegd bij het dossier is ook duidelijk dat een parkeerzone voorzien is tot langs de haag/rooilijn met een afstand van 6,43 m tussen de parkeerzones. Het wegnemen van de haag tot op een breedte van 12,70 m heeft in functie van het verbreden van de opritzone voor deze aanvraag bijgevolg geen meerwaarde. Dit wordt ook zo opgenomen in het advies van Leiedal. De afwijking wordt niet toegestaan en als voorwaarde wordt opgelegd dat de bestaande haag op de rooilijn met een opening van 6 m behouden moet blijven.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de De Spijker een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Het gebied ligt wel in een effectief overstromingsgevoelig gebied.

De aanvraag voldoet niet volledig aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er worden regenwaterputten met een inhoud van 3 maal 20.000 liter met hergebruik voorzien terwijl de verordening stelt dat voor niet-woongebouwen maximaal 10.000 liter geplaatst mag worden. Hiervan kan gemotiveerd afgeweken worden. Er werd een motivatie tot afwijking toegevoegd in het dossier die gevolgd kan worden. De motivatie luidt als volgt:

-          Niet alleen het hemelwater van de nieuwbouw wordt afgeleid naar de nieuw aan te leggen hemelwateropvang maar ook de overige bestaande dakoppervlakte zal afgeleid worden naar de nieuwe hemelwaterputten. In dat geval wordt een totale dakoppervlakte van ongeveer 1.588 m² afgevoerd naar de putten.

-          De garagewerkplaats beschikt ook over een carwash waarbij gemiddeld 2 voertuigen per dag gewassen worden. In functie van dit waterverbruik is een buffer van 10.000 liter hemelwater ruim onvoldoende.

-          Daarnaast zal het hemelwater ook dienen voor buiten(gevel)kranen, uitgietbakken en sanitair.

De aanvrager voorziet op eigen terrein de overloop van de hemelwaterputten aan te sluiten op een infiltratievoorziening waarna de infiltratievoorziening aansluit op de voorliggende gracht. Aangezien infiltratie in dit gebied niet haalbaar is, wordt op het niveau van de ontwikkeling maximaal ingezet op buffering. In het bedrijventerrein werd een gemeenschappelijke buffervoorziening aangelegd waar bij het ontwerp van de buffering rekening gehouden werd met de private percelen (100 % als verhard aanzien) en waarbij gerekend werd aan 330 m³ buffering per ha aangesloten verharde oppervlakte.

Aangezien infiltratietesten in het kader van de aanleg van het bedrijventerrein aangewezen hebben dat infiltratie van hemelwater nagenoeg onmogelijk is, wordt maximaal ingezet op buffering en is een infiltratievoorziening niet aangewezen. De infiltratievoorziening wordt dan ook uitgesloten uit de vergunning. De overloop van de hemelwaterputten dient bijgevolg rechtstreeks aangesloten te worden op de voorliggende gracht (zie ook advies van Leiedal).

De nieuw aan te leggen betonverharding watert af in een afvoergeul op eigen terrein ofwel in de groenzones naast de site. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Deze aanvraag heeft geen betrekking op de uitbreiding van de reeds vergunde ingedeelde inrichting of activiteit maar op de bouw van een nieuwe loods aansluitend op de reeds bestaande bebouwing van de exploitatie. Er wordt een extra toegang tot de exploitatie gecreëerd vanuit het bedrijventerrein De Spijker via een nieuw aan te leggen parking en een nieuw te bouwen loods. De aanvraag heeft nagenoeg geen potentiële effecten op milieuaspecten, uitgezonderd de effecten op de mobiliteit. Omdat de bijkomende parkeerplaatsen op eigen terrein in functie zijn van de gangbare werking van de garagewerkplaats (parkeren van personenwagens) wordt er geen bijkomende parkeerdruk verwacht op het openbaar domein. De frequentie van het aan- en afrijden van deze nieuwe toegang is beperkt en zal de vlotte doorgang op het bedrijventerrein niet belemmeren. Bijgevolg zijn de effecten op de mobiliteit in de omgeving niet aanzienlijk.

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de reeds vergunde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op een KMO-gebouw in een recent aangelegde bedrijvenzone voor kleine- en middelgrote bedrijven zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De inplanting en het voorkomen van het gebouw beantwoordt aan de bepalingen uit het BPA. Ook de Intercommunale Leiedal, die uniformiteit en harmonie in de bedrijvenzone nastreeft, gaf een gunstig advies aangaande het voorkomen van het gebouw. Het gebouw past zich bijgevolg visueel-vormelijk in het bestaande (en toekomstige) straatbeeld.

Er wordt op eigen terrein voorzien in voldoende parkeergelegenheid zodat de impact op mobiliteit beperkt zal zijn.

Om de bereikbaarheid en de leefbaarheid te blijven garanderen, is het stimuleren van het fietsgebruik een must. Het fietsgebruik stimuleren start met het aanbieden van een af te sluiten ruimte waar de fiets kan gestald worden. Deze dient vlot, diefstalveilig en kwaliteitsvol worden gestald op eigen terrein. In het ontwerp wordt een fietsenrek voorzien buiten. Gelet op de bemerking van Leiedal is het wenselijk ofwel een afgesloten fietsenberging te realiseren binnenin het bedrijfsgebouw ofwel een fietskluis in grijswaarden tegen het gebouw.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Hulpverleningszone Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.

Intercommunale Leiedal

Gelet op de specifieke inhoud van het advies en de toetsing aan de vooraf besproken ‘Voorwaarden De Spijker’ dient opgenomen te worden dat de voorwaarden als volgt stipt nageleefd moeten worden:

-          De draagkracht van het dak moet voldoende sterk zijn om zonnepanelen te kunnen installeren en onderhouden.

-          Er dient voor de werknemers een afgesloten fietsenberging te worden gerealiseerd binnenin het bedrijfsgebouw. Als dit om een bepaalde reden niet mogelijk of wenselijk is binnen het gebouw, kan het bedrijf voorzien in een fietskluis, waarvan:

- deze minstens 5 fietsparkeerplaatsen herbergt;

- de kleur wordt beperkt tot grijswaarden.

-          De parkeerplaatsen voor personenwagens moeten in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden in plaats van de voorziene betonverharding.

-          De riolering moet gescheiden aangesloten worden op de reeds, op het private perceel, aanwezige wachtaansluitingen voor vuil water (DWA) en de gracht vooraan het perceel voor RWA.

-          De opening in de haag mag niet breder genomen worden dan de huidige opening (de opening beperkt zich conform de voorwaarden BPA tot 6 m).

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Pedro Vienne namens GARAGE VIENNE BVBA gevestigd Vichtesteenweg 55 te 8540 Deerlijk, voor het optrekken van een loods als uitbreiding van een werkplaats bij een bestaande autogarage, op een perceel gelegen Vichtesteenweg 55 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 570 V, (afd. 1) sectie B 570 W, (afd. 1) sectie B 573 G, (afd. 1) sectie B 603 H, (afd. 1) sectie B 603 L en (afd. 1) sectie B 603 K, mits te voldoen aan volgende voorwaarden:

        De voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies dienen strikt gevolgd te worden.

        De onderstaande voorwaarden geformuleerd in het advies van de intercommunale Leiedal moeten stipt nageleefd worden:

o        De draagkracht van het dak moet voldoende sterk zijn om zonnepanelen te kunnen installeren en onderhouden.

o        Er dient voor de werknemers een afgesloten fietsenberging te worden gerealiseerd binnenin het bedrijfsgebouw. Als dit om een bepaalde reden niet mogelijk of wenselijk is binnen het gebouw, kan het bedrijf voorzien in een fietskluis, waarvan:

- deze minstens 5 fietsparkeerplaatsen herbergt;

- de kleur wordt beperkt tot grijswaarden.

o        De parkeerplaatsen voor personenwagens moeten in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden in plaats van de voorziene betonverharding.

o        De riolering moet gescheiden aangesloten worden op de reeds, op het private perceel, aanwezige wachtaansluitingen voor vuil water (DWA) en de gracht vooraan het perceel voor RWA.

o        De opening in de haag mag niet breder genomen worden dan de huidige opening (de opening beperkt zich conform de voorwaarden BPA tot 6 m).

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de in de vergunning opgenomen VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.25. OMV 2020_173 - Guido Gezellelaan 110 - beroep - hoorzitting en advies - goedkeuring

Aanleiding en context

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 17 maart 2021 betreffende een voorwaardelijke omgevingsvergunning voor het bouwen van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Guido Gezellelaan 110 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 259 M2, werd beroep ingesteld.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen heeft op 17 maart 2021 de omgevingsvergunning op naam van de heer Nicolas Vanwynsberghe wonende Olmstraat 98/B12 te 8790 Waregem, voor het bouwen van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Guido Gezelleaan 110 vergund mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

•          De betonverharding moet gewijzigd worden naar een verharding in waterdoorlatende materialen.

•          De diepte van de verharding in de vrije zijtuinstrook moet beperkt worden tot een maximale diepte van 13,50 m vanaf de rooilijn.

Een belanghebbende derde heeft op 27 april 2021 tegen deze vergunningsbeslissing beroep aangetekend bij de deputatie.

De deputatie heeft op 27 mei 2021 het beroep van de aanvrager ontvankelijk en volledig verklaard.

De beroepindieners hebben gevraagd om gehoord te worden. De hoorzitting zal doorgaan vermoedelijk op 10 augustus. Ook het college van burgemeester en schepenen zal uitgenodigd worden op de hoorzitting.

Overeenkomstig artikel 60 lid 2 van het omgevingsvergunningsdecreet en artikel 75 van het omgevingsbesluit beschikt het college van burgemeester en schepenen over een termijn van 50 dagen om advies uit te brengen over dit beroep.

Het college is van mening dat de motivering uit de vergunningsbeslissing behouden kan blijven.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 § 2 Decreet Lokaal Bestuur.

•          Andere:

◦          Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

◦          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van het ingestelde beroep.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist gehoord  te willen worden in deze zaak. Schepen Matthias Vanneste zal aanwezig zijn op de hoorzitting die vermoedelijk zal plaatsvinden op 10 augustus.

Artikel 3

het college van burgemeester en schepenen besluit bij de motivering van de voorwaardelijke vergunningsbeslissing te blijven.

Zitting van CBS van 07 JULI 2021

C.26. OMV 2021_48 - Roterijstraat 20 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van het bestaand bedrijfsgebouw (bijkomende gekoelde ruimte achteraan en uitbreiding van de bureelruimte op de verdieping vooraan), op een perceel gelegen Roterijstraat 20 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 61 T, (afd. 2) sectie C 61 S en (afd. 2) sectie C 63 G aangevraagd door Christof Malysse namens LOBSTER FISH NV gevestigd Roterijstraat 20 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 28 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het bestaande groenscherm dient verder aangevuld te worden met bijkomend streekeigen groen, in het bijzonder een aantal hoogstammige bomen in de zuidoostelijke hoek. Deze aanvulling op het groenscherm dient gerealiseerd te worden ten laatste in het plantseizoen dat volgt op de afgifte van deze omgevingsvergunning.

        De hemelwaterput moet uitgerust worden met een of meerdere aftappunten die het gebruik van het opgevangen hemelwater mogelijk maken en met een operationele pompinstallatie, tenzij de aftappunten gravitair gevoed kunnen worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

        Het brandvoorkomingsverslag (en in het bijzonder de bemerkingen vermeld onder de rubrieken 4.6 - 5.9.4 - 9 - 13.2 - 18.1) zoals gevoegd bij het advies van de brandweerzone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gavers, vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2016 met als bestemming zone voor bedrijvigheid.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 juli 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een loods.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 mei 1986 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een papierbedrijf met stapelplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 januari 1990 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een watervoorraadput (10 x 20m – 5m diepte) bij het bedrijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 september 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanbrengen van betonverharding bij het bestaand bedrijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 oktober 2002 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen en verhogen van het dak van een bestaande loods + verfraaien van de voorgevel.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 december 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van bestaande bebouwing en bouwen van een bedrijfsruimte met burelen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 januari 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van bestaande bebouwing en bouwen bedrijfsruimte met burelen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 maart 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het rooien van 7 populieren.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 november 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de bestaande burelen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 september 2015 door het college van burgemeester en schepenen voor het bekleden en aanpassen van de bestaande voorgevel van de loods.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 januari 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bedrijfsgebouw.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 25 november 2009 door het college van burgemeester en schepenen voor de invoer en distributie van schaaldieren en delicatessen – productie van kreeftensoep.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft is gelegen op een bedrijfssite in het verlengde van de Roterijstraat, een voldoende uitgerust gemeenteweg in het centrum van de gemeente. De omgeving wordt gekenmerkt door bedrijfsgebouwen en nabijgelegen nieuw aan te leggen en bestaande woonwijken met hoofdzakelijk vrijstaande en gesloten eengezinswoningen. De site bestaat uit een aantal bedrijfsgebouwen waarvan één met een kantoorgedeelte. Het bedrijf van de aanvrager ligt in het oosten van de bedrijfssite.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de bestaande bedrijfsgebouwen uit te breiden. Hierbij wordt enerzijds een gekoelde ruimte voorzien (diepvries) en anderzijds een uitbreiding van de burelen.

De diepvriesruimte wordt achteraan het bestaande bedrijfsgebouw voorzien met een oppervlakte van 346 m² en een kroonlijsthoogte van 9,30 m. De uitbreiding wordt voorzien in de oksel van het bestaande gebouw en de recent bijgebouwde diepvriesruimte. De afstand tot de achterste perceelsgrens bedraagt 15,38 m. De uitbreiding achteraan het gebouw wordt opgetrokken in donkergrijze prefab gevelpanelen.

Vooraan het gebouw wordt het bestaande volume van de burelen uitgebreid door een bijkomende bouwlaag te integreren. De bruto oppervlakte van de uitbreiding bedraagt 80 m². De kroonlijsthoogte van de uitbreiding bedraagt 7 m, wat overeenkomt met de kroonlijsthoogte van de reeds bestaande bouwhoogte van de rest van het gebouw. De uitbreiding van de burelen wordt opgetrokken in gevelmetselwerk met zwart aluminium buitenschrijnwerk.

De verharding, parkeerruimte en circulatieruimte op het bedrijfsterrein blijven onveranderd.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Lobster Fish NV is een bedrijf gespecialiseerd in de verkoop van levende, verse en diepgevroren schaal- en schelpdieren en fijne delicatessen. De producten zijn bestemd voor horeca, traiteurs, vis- en groothandelaars. Op de exploitatie gebeurt hoofdzakelijk opslag van deze producten. Daarnaast is er beperkte productie van soep en worden schaal- en schelpdieren gekookt. Er worden maximaal 30 personen tewerkgesteld op de exploitatie. Het afvalwater afkomstig van de huishoudelijke activiteiten bedraagt minder dan 600 m³/jaar en is niet ingedeeld volgens Vlarem II. De productieruimte wordt dagelijks gereinigd. Hierbij ontstaat bedrijfsafvalwater met een debiet van max. 0,5 m³/u.

De verwarming van de gebouwen gebeurt met warmtepompen.

De nieuwste koelinstallaties worden voorzien van CO2 als koelmiddel. De koelvloeistoffen in de bestaande koelinstallaties hebben een gezamenlijke hoeveelheid van minder dan 2000 ton CO2–equivalent. Met deze aanvraag wenst het bedrijf een omgevingsvergunning (klasse 2) voor onbepaalde termijn te verkrijgen.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 24 april 2021 tot 23 mei 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Brandweerzone Fluvia, dienst brandpreventie werd om advies verzocht op 14 april 2021. De adviesinstantie bracht op 25 mei 2021, ontvangen op 9 juni 2021, een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

…‘De aanvraag wordt enkel gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag en in het bijzonder wordt verwezen naar de bemerkingen vermeld onder de rubrieken 4.6 - 5.9.4 - 9 - 13.2 - 18.1.

In functie van de maatgevende brandbelasting werd het industriegebouw door de bouwheer ingedeeld in klasse C.’

Het Vlaams Agentschap zorg en gezondheid heeft geen advies uitgebracht binnen de termijn van 30 dagen volgend op de ontvangst van de adviesvraag. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

De Provincie West-Vlaanderen, Dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 14 april 2021. De adviesinstantie liet op 23 april 2021 weten geen advies te zullen uitbrengen gezien de verharde oppervlakte van de aanvraag <= 1.000 m², de aanvraag niet gelegen is op een perceel/percelen langs waterloop 2de categorie en de aanvraag niet gelegen is in overstromingsgevoelig gebied (=zie pluviale overstromingskaart).

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de voorschriften van het RUP De Gavers zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2016, meer bepaald aan de voorschriften voor de zone voor bedrijvigheid.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien het een middelgrote onderneming betreft, het een bestaand bedrijf betreft dat kan blijven groeien, de kantoren ondergeschikt zijn aan de hoofdactiviteit, de minimale en maximale bouwhoogte gerespecteerd wordt, er gebouwd wordt volgens een orthogonaal patroon, er voldoende parkeervoorzieningen voor auto en fiets zijn op eigen terrein en de opslag binnen voorzien wordt en er deels reeds een bestaand groenscherm aangeplant werd bestaande uit streekeigen bomen en struiken.

Voor wat betreft het groenscherm dient vastgesteld dat dit op bepaalde plaatsen te beperkt aanwezig is en op vandaag onvoldoende als groenscherm fungeert, zeker in de zuidoostelijke hoek zichtbaar vanaf het zuidelijk gelegen fietspad. Teneinde aan de voorschriften van het RUP te voldoen, wordt een bijkomende aanplant van streekeigen groen, in het bijzonder een aantal bijkomende hoogstammige bomen als voorwaarde opgelegd. Deze aanvulling op het groenscherm dient, conform het RUP, gerealiseerd te worden ten laatste in het plantseizoen dat volgt op de afgifte van deze omgevingsvergunning.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Roterijstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen.

De aanvraag dient getoetst te worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Er wordt conform de verordening een regenwaterput van 10.000 liter voorzien, echter wordt deze voorzien zonder hergebruik. Teneinde te voldoen aan de verordening moet de hemelwaterput uitgerust worden met een of meerdere aftappunten die het gebruik van het opgevangen hemelwater mogelijk maken en met een operationele pompinstallatie, tenzij de aftappunten gravitair gevoed kunnen worden. Deze voorwaarde wordt aan de vergunning gekoppeld.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen voor de plaatsing van een infiltratievoorziening. Op basis van de aangeleverde informatie in het dossier kan geoordeeld worden dat de bodemgesteldheid op deze plaats geen infiltratie toelaat. Daarom moet overgegaan worden op buffering. Er wordt een bufferput voorzien van 15.000 liter conform de verordening.

Mits het naleven van bovenvermelde voorwaarde, kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10a – industrie-ontwikkeling.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Een project-m.e.r.-screening werd toegevoegd via het omgevingsloket. In het loket zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

De mobiliteit op deze locaties betreft hoofdzakelijk het aan en af rijden van personeel en de levering van goederen. Op tijdstippen wanneer het personeel start of eindigt met werken is er een verhoogde frequentie van voertuigbewegingen. Daarnaast zijn er dagelijks vrachtwagens die leveren of komen ophalen. Deze voertuigbewegingen zijn verspreid over de ganse dagperiode alsook beperkt in de nachtperiode. De burelen van de firma zijn geopend van maandag tot vrijdag van 8 uur tot 17 uur. Er vindt doorlopend productieactiviteit plaats van maandag tot en met zaterdag. Om het personeel te stimuleren de fiets te gebruiken voor woon-werk verkeer worden ruim voldoende fietsenstallingen en douches voorzien. Er wordt ook een fietsvergoeding uitgekeerd. Daarnaast zijn tevens voldoende parkeerplaatsen voorzien op eigen terrein. Op basis van de ligging en het mobiliteitsprofiel kunnen we stellen dat er geen aanzienlijk negatieve effecten veroorzaakt worden op vlak van mobiliteit.

Relevante potentiële effecten op de bodem

De potentiële bronnen van emissie naar de bodem en het grondwater betreffen de transformator en de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen. De exploitatie en de naaste omgeving worden in een goede hygiënisch verantwoordde toestand gehouden. Alle activiteiten gebeuren binnen, op een verharde ondergrond. Er is geen insijpeling van gevaarlijke of schadelijke producten naar de bodem of het grondwater mogelijk. Bij de opslag van gevaarlijke vloeistoffen worden lekbakken voorzien. En ook de oliegekoelde transformator is voorzien van een lekbak. De nodige voorzorgen zijn voorzien om potentiële risico’s op bodemverontreiniging tot een minimum te reduceren.

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Het voorliggende project ligt niet in een recent overstroomd gebied. Enkel de achterzijde van het perceel ligt in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het deel dat bijgebouwd wordt, ligt niet in deze zone. Het hemelwater wordt gebufferd en vertraagd geloosd. De nodige preventieve maatregelen worden getroffen om het risico op vervuiling van het hemelwater tot een minimum te beperken. Gezien het voorwerp van de aanvraag en gezien de genomen maatregelen vallen er geen relevante wijzigingen te verwachten in de effecten op het watersysteem.

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Bij deze inrichting zijn er enkel effecten op de luchtkwaliteit met betrekking tot geur. Geur zou afkomstig kunnen zijn van de dampkap van de soepproductie. Dit emissiepunt zit centraal op de site om de geurhinder zoveel als mogelijk te beperken. Deze activiteit is beperkt in tijd (enkel de namiddag) en heeft tot op heden niet geleid tot klachten of meldingen. Niet geleide emissies zijn enkel afkomstig van de voertuigen die af en aan rijden. Gezien de aard van de exploitatie en de adequate maatregelen die kunnen genomen worden zijn er weinig effecten te verwachten op de luchtkwaliteit.

Relevante potentiële effecten van geluid en trillingen ten gevolge van de aanvraag

Alle geluid producerende activiteiten gebeuren binnen in voldoende geïsoleerde gebouwen, met gesloten poorten. De transportbewegingen op het terrein zijn kortstondig van aard. De motors van de voertuigen staan niet onnodig te draaien. Het laden en lossen wordt zoveel als mogelijk ingepland tijdens de kantooruren en gebeurt zo efficiënt mogelijk. Dit is slechts kortstondig van aard. De chauffeurs krijgen de opdracht om de koelinstallatie van de vrachtwagen uit te schakelen bij het oprijden van de exploitatie. De koelinstallaties zijn geluidsarm en zoveel mogelijk centraal op de gebouwen geplaatst. De nieuwe installaties werden verzonken geplaatst op het gebouw om geluidshinder tot een minimum te beperken. De geluid- en trillingsbronnen op de exploitatie zijn beperkt. De nodige maatregelen worden getroffen om de geluidsemissie tot een minimum te reduceren.

Relevante potentiële effecten op biodiversiteit

Geen relevante effecten op de biodiversiteit te melden.

Relevant risico op zware ongevallen of rampen

De site is afgesloten buiten de werkuren, zodat deze ontoegankelijk zijn voor onbevoegden. De toegang tot het bedrijf blijft eveneens afgesloten voor derden.

De exploitatie is van die aard dat zware ongevallen of rampen uitgesloten zijn.

Relevante potentiële effecten op onroerend erfgoed

De kapel bij het bedrijf is vastgesteld bouwkundig erfgoed. De aard en het voorwerp van deze aanvraag heeft echter geen invloed op dit erfgoed. De kapel is nog steeds aanwezig op het bedrijf en dit zal in de toekomst niet wijziging.

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

De exploitant produceert zelf maar een beperkte hoeveelheid bedrijfseigen afvalstoffen ten gevolge van de normale werking van het bedrijf. Het dierlijk afval wordt binnen opgeslagen in de diepvries zodat geen geuremissies kunnen ontstaan. De verschillende afvalstromen worden gesorteerd volgens de bepalingen van het artikel 4.3.2 van het VLAREMA. Indien noodzakelijk worden erkende ophalers ingeschakeld voor de verwijdering van de bedrijfsafvalstoffen. Het met huishoudelijk afval vergelijkbaar bedrijfsafval (bijvoorbeeld PMD) kan opgehaald worden via de gemeentelijke inzameling.

Relevante effecten door licht en straling

Er is buitenverlichting aanwezig op de exploitatie om de veiligheid van de activiteiten op het terrein te garanderen. De armaturen zijn zo geplaatst dat deze enkel op het eigen terrein schijnen en niet storend zijn voor de omgeving.

Mogelijke andere relevante potentiële effecten.

Geen andere relevante effecten te melden

Te verwachten relevante cumulatieve effecten door de relatie met andere projecten.

Geen relevante effecten te melden