Zitting van CBS van 04 MAART 2020
College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 19 februari 2020 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 19 februari 2020.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 19 februari 2020 goed te keuren.
Louis Vanderbeken Bert Schelfhout Claude Croes Matthias Vanneste Hans Piepers Regine Rooryck Sandra De Leeuw-Goussey Louis Vanderbeken Bert Schelfhout Claude Croes Matthias Vanneste Regine Rooryck Sandra De Leeuw-Goussey aantal voorstanders: 6 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
LO - vervanging afwezige leerkracht - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Regeneratie voetbalvelden 2020 met mogelijkheid tot 2 keer een stilzwijgende verlenging van 1 jaar - lastvoorwaarden, wijze van gunnen, raming en uit te nodigen firma's - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lastvoorwaarden, wijze van gunnen, raming en uit te nodigen firma’s voor de opdracht “Regeneratie voetbalvelden 2020 met mogelijkheid tot 2 keer een stilzwijgende verlenging van 1 jaar” goed te keuren.
Motivering
In het kader van de opdracht “Regeneratie voetbalvelden 2020 met mogelijkheid tot 2 keer een stilzwijgende verlenging van 1 jaar” werd een bestek met nr. 2020-07 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 75.000,00 euro excl. btw of 90.750,00 euro incl. 21 % btw (15.750,00 euro btw medecontractant).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Volgende ondernemers komen in aanmerking om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 30 maart 2020 om 10.00 uur voorgesteld.
Juridische gronden
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming | 75.000,00 euro excl. btw of 90.750,00 euro incl. btw |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstellingen |
Jaarbudgetrekening | 0200-00/61510000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN |
Visum | Vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het bestek met nr. 2020-07 en de raming voor de opdracht “Regeneratie voetbalvelden 2020 met mogelijkheid tot 2 keer een stilzwijgende verlenging van 1 jaar”, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer worden goedgekeurd.
De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.
De raming bedraagt 75.000,00 euro excl. btw of 90.750,00 euro incl. 21 % btw (15.750,00 euro btw medecontractant).
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3
Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
Artikel 4
De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 30 maart 2020 om 10.00 uur.
Artikel 5
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2020, op jaarbudgetrekening 0200-00/61510000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB) en in het budget van de volgende jaren.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Groenonderhoud via sociale tewerkstelling (2020-2021-2022-2023) - gunning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning voor de opdracht "Groenonderhoud via sociale tewerkstelling (2020-2021-2022-2023)" goed te keuren.
Motivering
In het kader van de opdracht “Groenonderhoud via sociale tewerkstelling (2020-2021-2022-2023)” werd een bestek met nr. 2020-01 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 456.198,35 euro excl. btw of 552.000,00 euro incl. 21 % btw (95.801,65 euro btw medecontractant).
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 15 januari 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 15 januari 2020 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:
De offertes dienden het bestuur ten laatste op 11 februari 2020 om 11.00 uur te bereiken.
De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 11 mei 2020.
Er werd 1 offerte ontvangen van Waak vzw, Heirweg 125 te 8520 Kuurne (424.920,00 euro excl. btw of 514.153,20 euro incl. 21 % btw).
De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelde op 17 februari 2020 het verslag van nazicht van de offertes op.
De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, de opdracht “Groenonderhoud via sociale tewerkstelling (2020-2021-2022-2023)” te gunnen aan de firma met de enige offerte (op basis van de prijs), zijnde Waak vzw, Heirweg 125 te 8520 Kuurne, tegen het nagerekende offertebedrag van 424.920,00 euro excl. btw of 514.153,20 euro incl. 21 % btw (89.233,20 euro btw medecontractant).
Juridische gronden
Adviezen
De coördinator technische diensten verleent positief advies.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Bestelbedrag | 424.920,00 euro excl. btw of 514.153,20 euro incl. btw |
Actie | Gelijkblijvend beleid |
Jaarbudgetrekening | 0200-00/61510001/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN |
Visum | G-2020-4 dd 25/02/2020 |
BESLUIT
Artikel 1
Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 17 februari 2020, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.
Artikel 2
Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
Artikel 3
De opdracht “Groenonderhoud via sociale tewerkstelling (2020-2021-2022-2023)” wordt gegund aan de firma met de enige offerte (op basis van de prijs), zijnde Waak vzw, Heirweg 125 te 8520 Kuurne, tegen het nagerekende offertebedrag van 424.920,00 euro excl. btw of 514.153,20 euro incl. 21 % btw (89.233,20 euro btw medecontractant).
Artikel 4
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2020-01.
Artikel 5
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2020, 2021, 2022 en 2023 op jaarbudgetrekening 0200-00/61510001/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Sporttoestellen LO de beuk - jaarlijks inspectie- en onderhoudsabonnement - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het jaarlijks inspectie- en onderhoudsabonnement voor de sporttoestellen in LO de beuk goed te keuren.
Motivering
De huidige controle van de sporttoestellen in LO de beuk wordt reeds enkele jaren uitgevoerd door Janssen-Fritsen nv/sa, Frank Van Dyckelaan 4 te 9140 Temse.
Sedert 1 januari 2020 is Janssen-Fritsen nv/sa overgeschakeld naar een nieuw servicesysteem. Dit systeem biedt naast veiligheid ook nog extra voordelen.
Het inspectie- en onderhoudsabonnement bevat volgende zaken:
• alle kosten van werkuren;
• verplaatsingskosten van en naar de zaal;
• verbruik smeermiddelen;
• gebruik gereedschappen;
• extra herstellingstijd na inspectie, excl. verbruikte materialen.
Alle losse en vaste sporttoestellen worden geïnspecteerd, alsook de grondvoorzieningen.
Te vervangen onderdelen worden afzonderlijk aangerekend.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 375,00 euro excl. btw of 453.75 euro incl. btw per jaar |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Jaarbudgetrekening | 0800-00/61500000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN |
Visum | niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het inspectie- en onderhoudsabonnement van de firma Janssen-Fritsen nv/sa, Frank Van Dyckelaan 4 te 9140 Temse ,voor de inspectie en onderhoud van de sporttoestellen in LO de beuk tegen een totaal bedrag van 375,00 euro excl. btw of 453,75 euro incl. btw per jaar, goed te keuren.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Kortrijkse heerweg - aanleggen van een nieuwe toplaag vanaf de N36 tot aan de Spinetstraat - proces-verbaal definitieve oplevering - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het proces-verbaal van definitieve oplevering van de opdracht “Kortrijkse heerweg - aanleggen van een nieuwe toplaag vanaf de N36 tot aan de Spinetstraat” goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 17 mei 2017 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Kortrijkse heerweg - aanleggen van een nieuwe toplaag vanaf de N36 tot aan de Spinetstraat” aan Algemene Ondernemingen Tibergyn nv, Nijverheidslaan 54 te 8560 Gullegem tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van 112.961,50 euro excl. btw of 134.538,79 euro incl. btw.
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2017-12.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 6 februari 2019 goedkeuring aan het proces-verbaal van voorlopige oplevering opgesteld door de deskundige werken in uitvoering.
De waarborgtermijn werd in het bestek vastgesteld op 12 maanden.
De aannemer Algemene Ondernemingen Tibergyn nv, Nijverheidslaan 54 te 8560 Gullegem heeft aan zijn verplichtingen voldaan.
De deskundige werken in uitvoering stelde een proces-verbaal op van definitieve oplevering, die plaatsvond op 17 februari 2020.
Uit het bijgevoegde proces-verbaal van definitieve oplevering blijkt dat er geen opmerkingen zijn.
De eerste helft (2.830,00 euro) van de borgtocht nr. 10/308996 (Borgstellingskas: Deposito- en Consignatiekas - Borgtochten in geld (werkstation 2)) van 5.650,00 euro werd vrijgegeven op 9 februari 2018.
De tweede helft van borgtocht nr. 10/308996 (Borgstellingskas: Deposito- en Consignatiekas - Borgtochten in geld (werkstation 2)) van 5.650,00 euro mag worden vrijgegeven.
Juridische gronden
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
De opdracht “Kortrijkse heerweg - aanleggen van een nieuwe toplaag vanaf de N36 tot aan de Spinetstraat” wordt definitief opgeleverd.
Artikel 2
De tweede helft van borgtocht nr. 10/308996 (Borgstellingskas: Deposito- en Consignatiekas - Borgtochten in geld (werkstation 2)) van 5.650,00 euro mag worden vrijgegeven.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Driesknoklaan 46/A000 - toekenning huisnummer - goedkeuring
Aanleiding en context
De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen de goedkeuring om een extra huisnummer toe te kennen aan het pand gelegen Driesknoklaan 46 te Deerlijk.
Motivering
De heer Darlin Valcke, Boterbloemstraat 1, 8570 Anzegem, bouwheer en zaakvoerder van de BVBA Vastco, vraagt een extra huisnummer toe te kennen aan het pand gelegen Driesknoklaan 46 te Deerlijk.
Het betreft een eengezinswoning met aparte dokterspraktijk. Gezien het pand voorzien zal zijn van 2 ingangen, is het wenselijk om aan de 2 units een apart huisnummer toe te kennen.
Er zijn voldoende huisnummers vrij en beschikbaar.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 31 maart 2019.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit aan het pand gelegen Driesknoklaan 46 een extra huisnummer nl. 46/A000 toe te kennen. De woning dient het huisnummer 46 te behouden en de dokterspraktijk krijgt het huisnummer 46/A000 toegekend.
Artikel 2
De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Verzoek om statistische gegevens - goedkeuring
Aanleiding en context
Vzw De Wijngaard Deerlijk vraagt statistische gegevens uit de registers nl. het aantal referentiepersonen per straat.
Motivering
De heer Marc Vergote, Klijtstraat 148, 8540 Deerlijk, vrijwilliger/administratief medewerker bij vzw De Wijngaard, vraagt om statistische gegevens uit de registers te verkrijgen nl. het aantal referentiepersonen per straat.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Art. 12 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister.
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de statistische gegevens uit de registers te verstrekken aan vzw De Wijngaard.
Artikel 2
De gegevens zullen worden opgemaakt zodat identificatie van de in de registers ingeschreven personen niet mogelijk is.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Afvoering van ambtswege - goedkeuring
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Grafconcessie - aktename voortijdige beëindiging - goedkeuring
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Grafconcessie - aktename voortijdige beëindiging - goedkeuring
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Grafconcessie - toekenning - goedkeuring
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Grafconcessie - bijzetting en hernieuwing - goedkeuring
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Vrijwilligersovereenkomst - goedkeuring
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Aankondiging vakbondsacties - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van ACOD lokale en regionale besturen en van ACV openbare diensten van 17 februari 2020 waarbij ze stakingsacties aankondigen.
Motivering
ACOD lokale en regionale besturen en ACV openbare diensten laten weten dat zij zich op donderdag 5 maart 2020 aansluiten bij de actiedag uitgeroepen door het ABVV/BBTK.
De actiedag zal voor ACOD Openbare Diensten de vorm aannemen van een stakingsdag.
ACV Openbare Diensten plant een manifestatie in Brussel.
Personeelsleden die omwille van deze reden afwezig zouden zijn, worden gedekt door deze stakingsaanzegging.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van ACOD Lokale en Regionale Besturen en van ACV Openbare Diensten van 17 februari 2020 waarbij ze op donderdag 5 maart 2020 een stakingsdag en/of manifestatie plannen.
Personeelsleden die omwille van deelname aan de actie afwezig zijn op het werk dienen als 'in staking' beschouwd te worden en worden met de stakingsaanzegging van 17 februari 2020 hiervoor ingedekt.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Jubileum - bezoek woonzorgcentrum - goedkeuring
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Jubileum - bezoek feestzaal - goedkeuring
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Federale ziekennamiddag - politiebegeleiding - goedkeuring
Aanleiding en context
De pastorale eenheid De Wijngaard vraagt politiebegeleiding bij hun jaarlijkse ziekennamiddag op woensdag 25 maart 2020.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd hiervoor toelating te verlenen.
Motivering
Jaarlijks richt de pastorale eenheid De Wijngaard in samenwerking met Samana en het woonzorgcentrum Heilige Familie een ziekennamiddag in.
De deelnemers verzamelen om 14.30 uur aan het woonzorgcentrum H. Familie en gaan via de René De Clercqstraat en het Kerkplein naar de Sint-Columbakerk.
Om 15.00 uur is er in de kerk een eucharistieviering en om 16.00 uur worden alle zieken en hoogbejaarden verwacht in het woonzorgcentrum H. Familie voor een koffietafel.
De pastorale eenheid De Wijngaard vraagt om politiebegeleiding te voorzien om de rolstoelgebruikers en minder mobiele mensen te begeleiden naar de kerk en ook na de plechtigheid de veiligheid te waarborgen.
De politie verleende hiervoor op 23 februari 2020 positief advies.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de pastorale eenheid De Wijngaard politionele begeleiding te verlenen bij hun verplaatsing met rolstoelgebruikers en minder mobiele mensen in het kader van de ziekennamiddag op woensdag 25 maart 2020 vanaf 14.30 uur.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Quizvrienden - vraag sponsoring - weigering
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
E3 Binckbank Classic - 27 maart 2020 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van E3 BinckBank Classic, die plaatsvindt op vrijdag 27 maart 2020, goed te keuren.
Motivering
Op vrijdag 27 maart 2020 vindt de wielerwedstrijd E3 Binckbank Classic plaats.
Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht.
In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.
PZ Gavers maakte op 17 februari 2020 een tijdelijk politiereglement op het verkeer op.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
• Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)
• wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen
• koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen
• ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit op vrijdag 27 maart 2020, tussen 16.00 uur en 17.00 uur, in de Wafelstraat, Klijtstraat en Pontstraat, het verkeer enkel toe te laten in de rijrichting van de renners, zijnde de richting van de opsomming van voornoemde straten.
In de andere richting zijn enkel voetgangers en personen die een fiets of bromfiets aan de hand leiden toegelaten, voor zover zij het trottoir gebruiken.
Artikel 2
Het stilstaan en parkeren wordt op vrijdag 27 maart 2020 tussen 14.00 uur uur en 17.00 uur verboden in de in artikel 1 opgesomde straten of straatgedeelten.
Artikel 3
Het verkeer naar de in artikel 1 opgesomde straten of straatgedeelten, wordt omgelegd.
Artikel 4
De nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.
Artikel 5
De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.
Artikel 6
Overtredingen op onderhavig besluit worden gestraft met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.
Artikel 7
Afschrift van dit besluit wordt aan de bevoegde overheden overgemaakt.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
E3 Binckbank Classic voor junioren - 25 april 2020 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de wielerwedstrijd E3 Binckbank Classic voor junioren, die plaatsvindt op zaterdag 25 april 2020, goed te keuren.
Motivering
Op zaterdag 25 april 2020 vindt de doortocht van de wielerwedstrijd E3 Binckbank Classic voor junioren plaats in Deerlijk.
Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht.
In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.
PZ Gavers maakte op 18 februari 2020 een tijdelijk politiereglement op het verkeer op.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)
◦ wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen
◦ koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen
◦ ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit op zaterdag 25 april 2020, tussen 15.00 uur en 17.00 uur, in de Wafelstraat, Klijtstraat en Pontstraat, enkel verkeer toe te laten in de rijrichting van de renners, zijnde de richting van de opsomming van voornoemde straten.
In de andere richting zijn enkel voetgangers en personen die een fiets of bromfiets aan de hand leiden toegelaten, voor zover zij het trottoir gebruiken.
Artikel 2
Het stilstaan en parkeren wordt op zaterdag 25 april 2020 tussen 14.00 uur en 17.00 uur verboden in de in artikel 1 opgesomde straten of straatgedeelten.
Artikel 3
Het verkeer naar de in artikel 1 opgesomde straten, wordt omgelegd.
Artikel 4
De nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.
Artikel 5
De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.
Artikel 6
Overtredingen op onderhavig besluit worden gestraft met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.
Artikel 7
Afschrift van dit besluit wordt aan de bevoegde overheden overgemaakt.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Grote Prijs Marcel Kint - 24 mei 2020 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de wielerwedstrijd Grote Prijs Marcel Kint (voor elite met contract UCI1.1), die plaatsvindt op zondag 24 mei 2020, goed te keuren.
Motivering
Op 24 mei 2020 vindt de doortocht van de wielerwedstrijd voor Elite met contract UCI1.1 (georganiseerd door Wielervereniging Boldershof te Zwevegem) plaats in Deerlijk.
Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht.
In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.
PZ Gavers maakte op 17 februari 2020 een tijdelijk politiereglement op het verkeer op.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
• Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)
• wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen
• koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen
• ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit op zondag 24 mei 2020, tussen 13.00 uur en 15.00 uur, in de Otegemse steenweg, enkel verkeer toe te laten in de rijrichting van de renners. In de andere richting zijn enkel voetgangers en personen die een fiets of bromfiets aan de hand leiden toegelaten, voor zover zij het trottoir gebruiken.
Artikel 2
Het stilstaan en parkeren langs weerszijden van de openbare weg wordt op zondag 24 mei 2020 tussen 11.00 uur en 15.00 uur verboden op de omloop van de wielerwedstrijd, zijnde de in artikel 1 opgesomde straat.
Artikel 3
Het verkeer naar de in artikel 1 opgesomde straat wordt omgelegd.
Artikel 4
De nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.
Artikel 5
De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.
Artikel 6
Overtredingen op onderhavig besluit worden gestraft met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.
Artikel 7
Afschrift van dit besluit wordt aan de bevoegde overheden overgemaakt.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Beslissingen algemeen directeur - februari 2020 - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de besluiten van de algemeen directeur van de maand februari 2020.
Motivering
De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 170 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besluiten van de algemeen directeur van de maand februari 2020.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Seniorenfeest 2020 - datum - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van de datum van het seniorenfeest 2020.
Motivering
De organisatie van het seniorenfeest is een jaarlijkse terugkerende samenwerking tussen het Centraal feestcomité en de gemeentelijke seniorenraad.
In de jaarlijkse activiteitenlijst van het Centraal Feestcomité staat het seniorenfeest ingepland op donderdag 19 november 2020 in de Gaverhal.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen beslist akkoord te gaan met het voorstel van het Centraal feestcomité en de gemeentelijke seniorenraad om het jaarlijkse seniorenfeest plaats te laten vinden op donderdag 19 november 2020 in de Gaverhal.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Diverse verslagen - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.
Motivering
Volgend verslag werd overgemaakt aan de gemeente:
• IMOG - Raad van Bestuur van 21 januari 2020
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Verslag politieraad - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van de politieraad.
Motivering
Het verslag van de politieraad van 28 januari 2020 werd overgemaakt aan de gemeente.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Zwembad - offertes en raamcontracten - 2020 - week 10 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de offertes met betrekking tot bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk goed te keuren.
Motivering
FARYS/TMVW legt offertes voor bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk steeds ter goedkeuring voor aan beide gemeenten.
Het college van burgemeester en schepenen heeft hiertoe het budgethouderschap.
Volgende offertes voor bestellingen worden ter goedkeuring voorgelegd:
◦ Lyreco, afname raamcontract:
▪ sleutelkluis: 80,83 euro, excl. btw
◦ Arseus, afname raamcontract:
▪ inhalatiemasker (2 x volw. en 2 x kind): 246,62 euro, excl. btw
Volgende nieuwe raamcontracten worden ter goedkeuring voorgelegd:
◦ niet van toepassing
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | Eénmalige kosten: 327,45 euro, excl. btw (waarvan aandeel Deerlijk: 163,725 euro, excl.btw) |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de offertes voor de bestellingen en nieuwe raamcontracten, zoals hierboven aangegeven, goed te keuren in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem - Deerlijk.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Deerlijks Vormingswerk - huishoudelijk reglement - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van het huishoudelijk reglement van het Deerlijks Vormingswerk en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om het huishoudelijk reglement van het Deerlijks Vormingswerk ter goedkeuring voor te leggen op de gemeenteraad van 26 maart 2020.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 13 maart 2019 de krijtlijnen voor de organisatie en samenstelling van de adviesraden en uitvoerende comités goed. Daarin vraagt het college van burgemeester en schepenen aan de gemeentelijke adviesraden en uitvoerende comités om hun samenstelling, statuten en huishoudelijk reglement ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
In datzelfde besluit van het college van burgemeester en schepenen werd het Deerlijks Vormingswerk opgelijst als een uitvoerend comité dat op vraag van het gemeentebestuur zorgt voor de realisatie van bepaalde acties of projecten en waarvoor dat uitvoerend comité kan rekenen op een tussenkomst in de kosten in functie van de organisatie van die acties of projecten.
Het huishoudelijk reglement van het Deerlijks Vormingswerk, dat eerder functioneerde als een werkgroep onder de cultuurraad, dient daarom aangepast te worden in lijn met haar werking als uitvoerend comité.
Het aangepast huishoudelijk reglement werd in de vergadering van 28 januari 2020 van het Deerlijks Vormingswerk gunstig geadviseerd, mits de opmerking dat de voorzitter en secretaris nu dient gekozen te worden uit de leden van het Deerlijks Vormingswerk zelf en niet langer uit de leden van de algemene vergadering van de cultuurraad.
Het huishoudelijk reglement van het Deerlijks Vormingswerk wordt als volgt voorgelegd:
HUISHOUDELIJK REGLEMENT VOOR HET UITVOEREND COMITE ‘DEERLIJKS VORMINGSWERK’
• Algemene werking
Het Deerlijk Vormingswerk werd opgericht onder de cultuurraad van Deerlijk. Het is een werkgroep die zorgt voor de realisatie en organisatie van concrete acties en projecten en is aldus een uitvoerend orgaan. De werkgroep verhoudt zich nu binnen het Deerlijks cultuurlandschap als uitvoerend comité naast de cultuurraad. De werkgroep zal over haar werking en programma regelmatig verslag uitbrengen op de vergaderingen (bestuur en algemene vergadering) van de cultuurraad.
• Doelstelling
Deze werkgroep heeft volgende doelstellingen:
◦ de Deerlijkse verenigingen en inwoners samenbrengen rond het gemeenschappelijke doel “sociaal-cultureel vormingswerk”;
◦ de werklast van de verschillende organisaties verminderen door samen de krachten te bundelen om kwalitatief hoogstaand vormingswerk te brengen;
◦ in onderling overleg vormingsactiviteiten organiseren voor het brede publiek.
• Wie kan toetreden?
Alle Deerlijkse verenigingen die aangesloten zijn bij de cultuurraad of andere gemeentelijke adviesraden, de Deerlijkse scholen en personen die actief willen meewerken in de werkgroep van het Deerlijks Vormingswerk. Iedereen kan op eenvoudig verzoek toetreden of uittreden.
• Wat wordt van de organisaties en personen verwacht?
◦ Een actieve deelname aan de vergaderingen van deze werkgroep.
◦ De activiteiten kenbaar maken bij de achterban en promotie voeren.
◦ Actief helpen zoeken naar onderwerpen die het ruime publiek kunnen interesseren.
◦ Meehelpen bij de praktische organisatie van de activiteiten.
• Financiële lasten
Het gemeentebestuur voorziet jaarlijks een tussenkomst in de werkingskosten om deze activiteiten in optimale omstandigheden te kunnen organiseren. Het Deerlijks Vormingswerk bezorgt daarbij een jaarlijks financieel verslag met bewijsstukken, aan het college van burgemeester en schepenen. Het financieel verslag wordt eveneens ter kennis gegeven aan het bestuur van de cultuurraad.
Indien het Deerlijks Vormingswerk niet over voldoende middelen beschikt, kan bij het begin van het werkingsjaar een voorschot op de tussenkomt in de werkingskosten opgevraagd worden en dienen de gemaakte kosten nadien bewezen te worden in functie van een afrekening met terugvordering of nastorting.
De toetredende verenigingen en personen betalen geen bijdrage en staan niet in voor de rechtstreekse kosten die activiteiten met zich meebrengen. De kosten voor de publiciteit bij de eigen leden zijn ten laste van de eigen vereniging.
• Vergaderingen
Het Deerlijks Vormingswerk kiest onder haar leden een voorzitter en een secretaris. Op het bestuur van de cultuurraad wordt de werking en het programma van het Deerlijks Vormingswerk teruggekoppeld.
Het Deerlijks Vormingswerk kent geen politieke vertegenwoordiging, met uitzondering van de bevoegde schepen als niet-stemgerechtigd lid. De voorzitter is een neutrale persoon en is in die functie geen vertegenwoordiger meer van zijn eigen vereniging.
De vergaderingen worden samengeroepen door de voorzitter en de secretaris van het Deerlijks Vormingswerk. Van elke vergadering wordt een verslag opgemaakt. De uitnodigingen en de verslagen worden gestuurd naar het opgegeven (e-mail)adres van de leden van de werkgroep.
De werkgroep komt in principe drie keer per jaar samen en telkens als de werkgroep het nodig acht.
Dit huishoudelijk reglement wordt door de leden van de werkgroep Deerlijks Vormingswerk ondertekend.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het huishoudelijk reglement van het Deerlijks Vormingswerk.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om het huishoudelijk reglement van het Deerlijks Vormingswerk als volgt te agenderen op de gemeenteraad van 26 maart 2020:
HUISHOUDELIJK REGLEMENT
VOOR HET UITVOEREND COMITE ‘DEERLIJKS VORMINGSWERK’
• Algemene werking
Het Deerlijk Vormingswerk werd opgericht onder de cultuurraad van Deerlijk. Het is een werkgroep die zorgt voor de realisatie en organisatie van concrete acties en projecten en is aldus een uitvoerend orgaan. De werkgroep verhoudt zich nu binnen het Deerlijks cultuurlandschap als uitvoerend comité naast de cultuurraad. De werkgroep zal over haar werking en programma regelmatig verslag uitbrengen op de vergaderingen (bestuur en algemene vergadering) van de cultuurraad.
• Doelstelling
Deze werkgroep heeft volgende doelstellingen:
◦ de Deerlijkse verenigingen en inwoners samenbrengen rond het gemeenschappelijke doel “sociaal-cultureel vormingswerk”;
◦ de werklast van de verschillende organisaties verminderen door samen de krachten te bundelen om kwalitatief hoogstaand vormingswerk te brengen;
◦ in onderling overleg vormingsactiviteiten organiseren voor het brede publiek.
• Wie kan toetreden?
Alle Deerlijkse verenigingen die aangesloten zijn bij de cultuurraad of andere gemeentelijke adviesraden, de Deerlijkse scholen en personen die actief willen meewerken in de werkgroep van het Deerlijks Vormingswerk.
Iedereen kan op eenvoudig verzoek toetreden of uittreden.
• Wat wordt van de organisaties en personen verwacht?
◦ Een actieve deelname aan de vergaderingen van deze werkgroep.
◦ De activiteiten kenbaar maken bij de achterban en promotie voeren.
◦ Actief helpen zoeken naar onderwerpen die het ruime publiek kunnen interesseren.
◦ Meehelpen bij de praktische organisatie van de activiteiten.
• Financiële lasten
Het gemeentebestuur voorziet jaarlijks een tussenkomst in de werkingskosten om deze activiteiten in optimale omstandigheden te kunnen organiseren. Het Deerlijks Vormingswerk bezorgt daarbij een jaarlijks financieel verslag, met bewijsstukken, aan het college van burgemeester en schepenen. Het financieel verslag wordt eveneens ter kennis gegeven aan het bestuur van de cultuurraad.
Indien het Deerlijks Vormingswerk niet over voldoende middelen beschikt, kan bij het begin van het werkingsjaar een voorschot op de tussenkomst in de werkingskosten opgevraagd worden en dienen de gemaakte kosten nadien bewezen te worden in functie van een afrekening met terugvordering of nastorting.
De toetredende verenigingen en personen betalen geen bijdrage en staan niet in voor de rechtstreekse kosten die activiteiten met zich meebrengen. De kosten voor de publiciteit bij de eigen leden zijn ten laste van de eigen vereniging.
• Vergaderingen
Het Deerlijks Vormingswerk kiest onder haar leden een voorzitter en een secretaris. Op het bestuur van de cultuurraad wordt de werking en het programma van het Deerlijks Vormingswerk teruggekoppeld.
Het Deerlijks Vormingswerk kent geen politieke vertegenwoordiging, met uitzondering van de bevoegde schepen als niet-stemgerechtigd lid. De voorzitter is een neutrale persoon en is in die functie geen vertegenwoordiger meer van zijn eigen vereniging.
De vergaderingen worden samengeroepen door de voorzitter en de secretaris van het Deerlijks Vormingswerk. Van elke vergadering wordt een verslag opgemaakt. De uitnodigingen en de verslagen worden gestuurd naar het opgegeven (e-mail)adres van de leden van de werkgroep.
De werkgroep komt in principe drie keer per jaar samen en telkens als de werkgroep het nodig acht.
Dit huishoudelijk reglement wordt door de leden van de werkgroep Deerlijks Vormingswerk
ondertekend.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Animatorenvergoedingen gemeentelijk speelplein - krokusvakantie 2020 - goedkeuring
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Speelplein - extra daguitstap - berekening prijs - weigering
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen voor de berekening van de kostprijs van de extra daguitstap naar zwembad Kortrijk Weide.
De andere uitstappen gepland in 2020 werden reeds goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 4 december 2019.
Motivering
Het retributiereglement voor de gemeentelijke speelpleinwerking stelt in artikel 7 dat de prijzen voor occasionele daguitstappen en busvervoer samen met de vraagprijs bij het begin van het werkingsjaar ter goedkeuring dienen voorgelegd te worden aan het college van burgemeester en schepenen.
Daarbij rekening houdende met:
• De kostprijzen worden naar boven afgerond op 1 decimaal.
• De dagprijs voor een volledige dag speelpleinwerking bedraagt 6 euro.
• De prijs voor een halve dag speelpleinwerking (voormiddag of namiddag) bedraagt 3 euro.
• Kostprijzen van tickets kunnen steeds wijzigen omdat uitgegaan wordt van de kostprijs van vorig jaar.
• Voor alle uitstappen moeten minstens 35 kinderen ingeschreven zijn. Zo niet wordt de uitstap geannuleerd omdat deze dan te verliesgevend zou zijn.
Daguitstappen met ticket
Voor daguitstappen waarvoor wel een ticket moet aangekocht worden, wordt de kostprijs van het vervoer + de kostprijs van het ticket aangerekend.
Werkelijke kostprijs = kostprijs bus + kostprijs ticket
Uitstap | Groep | Kostprijs bus | Kostprijs ticket |
| Werkelijke kostprijs |
Zwemmen Kortrijk Weide | Lager | 200 euro incl. btw (45 kinderen) 4,444 euro/kind | 7,9 euro |
| 12,344 euro 12,40 euro |
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Retributiereglement voor de gemeentelijke speelpleinwerking, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 november 2019
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 496,00 euro |
Actie | Overig beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB-CBS / 0750-01 / 70030000 |
Visum | Niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit niet akkoord te gaan met de berekening van de kostprijzen voor de extra daguitstap naar zwembad Kortrijk Weide. Het college van burgemeester en schepenen vraagt om een voorstel uit te werken waarbij daguitstappen van het speelplein naar het eigen zwembad Aquandé wordt meegenomen.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia - stand up comedy - 4 juli 2020 - goedkeuring
Aanleiding en context
Op 28 oktober 2019 werd een aanvraag ingediend door de Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia voor volgend evenement:
Naam evenement | Stand-up Comedy |
Organisator | Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia |
Datum | 4 juli 2020 |
Plaats | Wiekeplein |
Motivering
1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:
• aanvraag gebruik van de gemeentelijke roosters voor het ophangen van publiciteitsborden
Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters. De aanvraag dient gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen.
• aanvraag politionele medewerking
Er wordt geen verkeerstechnische medewerking gevraagd.
Politiezone Gavers verleende hiervoor op 19 november 2019 positief advies.
2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:
Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.
Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.
Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).
Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Gebruik van de gemeentelijke roosters voor het ophangen van publiciteitsborden
▪ Art. 221-224 Algemene politieverordening
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits er twee verantwoordelijken aangesteld worden. De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein. De andere verantwoordelijke houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen staat toe dat de gemeentelijke roosters worden gebruikt voor het ophangen van publiciteitsborden in het kader van dit evenement.
Voor de praktische afhandeling (ophalen en terugbrengen borden) dient contact opgenomen te worden met het gemeenschapscentrum d'Iefte op het telefoonnummer 056 71 89 81 of via mail aan cultuur@deerlijk.be.
Artikel 3
De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Ondersteuning State of the Region - goedkeuring
Aanleiding en context
De Federatie en Vormingplus MZW organiseren op donderdag 5 maart 2020 State of the Region en vragen daarvoor gemeentelijke ondersteuning.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd deze aanvraag goed te keuren.
Motivering
Op 5 maart 2020 vindt State of the Region plaats in UZIEN Deerlijk. Op dit sprankelend inspiratie- en netwerkevent voor culturele en sociale organisaties met ambitie verwachten de organisatoren ruim 120 deelnemers. Initiatieven die meerwaarde creëren voor de maatschappij over grenzen van sectoren of gemeenten heen zijn welkom. State of the Region wordt georganiseerd door De Federatie, Vormingplus MZW, Stichting Lodewijk De Raet, De Wakkere Burger en Zuidwest.
Deerlijk werd niet toevallig gekozen als uitvalsbasis voor dit regiobreed evenement. Onze gemeente bruist van de verenigingsactiviteit en vrijwillige engagementen. Daarom werd Deerlijk gericht uitgekozen als gastgemeente om na Aarschot de tweede gastgemeente te zijn voor dit evenement.
De organisatoren vragen volgende ondersteuning voor het evenement:
• Levering materiaal
◦ groot scherm (uitleendienst);
◦ twee beamers (cultuurdienst);
◦ projectiescherm (cultuurdienst);
◦ 70 soepkommen;
◦ 70 lepels;
◦ 70 messen;
◦ 70 dessertborden.
• Financieel: de organisatoren vragen of het mogelijk is voor de gemeente Deerlijk om het eerste drankje aan te bieden aan de aanwezigen, ten bedrage van 150 euro.
De organisator vraagt of de burgemeester en/of de schepen van cultuur een woordje kunnen doen bij aanvang van de avond, om zo het bruisend verenigingsleven in onze gemeente extra te kunnen belichten.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 150 euro |
Actie | Overig beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB / 0705-00 / 64300000 |
Visum | niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het gevraagde materiaal kosteloos ter beschikking te stellen.
Artikel 2
Het college en burgemeester en schepenen besluit het eerste drankje aan te bieden aan de aanwezigen en voorziet daarvoor een tussenkomst van 150 euro in de drankkosten die door de organisatoren gemaakt worden op 5 maart 2020.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Jeugd Rode Kruis - gebruik gemeentelijke roosters - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.
Motivering
Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters.
Om hun feestweekend in functie van het 35-jarig bestaan van het Jeugd Rode Kruis bekend te maken, vraagt het Jeugd Rode Kruis om de gemeentelijke roosters te mogen gebruiken voor het ophangen van hun publiciteitsborden.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Hfdst. 3, art. 221-224 Algemene Politieverordening
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit aan het Jeugd Rode Kruis toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters
Artikel 2
Voor de praktische afhandeling dient contact opgenomen worden met gemeenschapscentrum d'Iefte op het telefoonnummer 056 71 89 81 of via mail aan cultuur@deerlijk.be.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Stagiair cultuurdienst - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aanvraag tot het lopen van een stage op de cultuurdienst tussen 9 en 27 maart 2020 goed te keuren.
Motivering
Op 6 november 2019 diende Anna Pieters (geboren op 2 april 2002 en wonende te Oudenaardse Heerweg 93, Deerlijk) een aanvraag in om stage te lopen op de cultuurdienst van de gemeente Deerlijk.
Deze stage kadert in de studierichting Communicatie en Media binnen de onderwijsinstelling Guldensporencollege Kaai te Kortrijk. De stage vangt aan op maandag 9 maart 2020 en eindigt op vrijdag 27 maart 2020. De stageactiviteiten vangen in principe elke dag aan om 8.15 uur en eindigen om 17.00 uur.
Het takenpakket bestaat uit algemene communicatie, telefonisch en persoonlijk onthaal van gebruikers, administratieve taken (ticketing, zaalreservaties, enz.), opmaken en mee uitwerken van communicatie voor lopende projecten (Kubus, programmatie cultuurseizoen, tijdelijke invulling kazerne) en het uitwerken van een educatief pakket (rondleiding voor scholen achter de schermen in OC d'Iefte).
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 2° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de stageaanvraag goed te keuren. De nodige praktische afspraken worden verder gemaakt met de cultuurdienst.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Herinrichting kruispunt Belgiek - verbindingsweg Oude Vichtestraat / Olekenbosstraat
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een standpunt in te nemen over de wenselijkheid van realisatie van de verbindingsweg tussen de Oude Vichtestraat en de Olekenbosstraat bij de herinrichting van het kruispunt Belgiek en de verdere aanpak hieromtrent.
Motivering
Bij het ontwerp van de herinrichting van het kruispunt Belgiek werd een verbindingsweg tussen de Oude Vichtestraat en de Olekenbosstraat voorzien. Bij de herinrichting van het kruispunt Belgiek zal de Oude Vichtestraat afgesloten worden voor autoverkeer ter hoogte van het kruispunt. De verbindingsweg werd meegenomen in het ontwerp om de woningen in de Oude Vichtestraat via een korte weg te kunnen ontsluiten richting kruispunt Belgiek.
Concreet betreft het een 15-tal woongelegenheden gelegen tussen het kruispunt Belgiek en de plaats van de verbindingsweg. Daarnaast zijn er ook een 10-tal garages van woningen gelegen in de Olekenbosstraat of de Vichtesteenweg die via dit gedeelte van de Oude Vichtestraat ontsluiten.
De verbindingsweg moet gerealiseerd worden in de zone bestemd als woongebied waardoor een marktconforme prijs voor deze bestemming zal moeten geboden worden om de nodige gronden hiervoor te kunnen aankopen. Bijgevolg zal dit een dure aankoop zijn voor het ontsluiten van een beperkt aantal woningen. Bovendien kunnen deze woningen ook via de Jagershoek richting N36 rijden.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De financiële impact van de beslissing is niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit af te zien van de realisatie van de verbindingsweg tussen de Oude Vichtestraat en de Olekenbosstraat en een schrijven hieromtrent te richten aan de betrokken bewoners.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Renovatiepremie eigenaars-bewoners - goedkeuring
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Premie kleine landschapselementen - toekennen subsidies - goedkeuring
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
OMV 2020.9 - Waregemstraat 236 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
OMV 2020.15 - Fabrieksstraat 22 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Inname openbaar domein - jaarvergunning 2020 - kennisname
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Inname openbaar domein - kennisname
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Kapmachtiging - Breestraat 75 - rooien van een boom - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een kapmachtiging te verlenen aan de heer Johan Vandendriessche.
Motivering
Beschrijving van de aanvraag, de bouwplaats en de omgeving
De aanvrager wenst een boom te rooien in de tuinzone van de woning gelegen Breestraat 75, 8540 Deerlijk. De boom heeft een stamomtrek groter dan 1 m, gemeten op 1 m boven het maaiveld. Deze boom is een eik die in de tuinzone staat, achter de woning op minder dan 15 m van de woning (op 6,5 m). De boom staat langs de oprit van de woning. Ten gevolge van de stormen die we de laatste weken kregen zijn er heel wat grotere takken uit de kruin gewaaid. De onderliggende reden van deze schade aan de boom is de algemene gezondheidstoestand. Deze toestand werd reeds vastgesteld door een tuinaannemer/boomsnoeier en het voorstel is om de boom te rooien. Op diezelfde plaats kan dan een nieuwe boom van 2de of 3de grootte aangeplant worden.
Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften
Voor het rooien van deze boom is geen stedenbouwkundige vergunning nodig omdat de boom:
◦ geen deel uitmaakt van een bos;
◦ gelegen is in woongebied in de ruime zin, in agrarisch gebied in de ruime zin of in industriegebied in de ruime zin, en niet in een woonparkgebied;
◦ zich bevindt binnen een straal van maximaal 15 m rondom een vergund gebouw.
Het rooien van de bomen is onderworpen aan de gemeentelijke politieverordening die stelt dat er dient gestreefd te worden naar een optimaal behoud van bomen.
Advies gemeentelijke dienst omgeving
De eik in kwestie heeft een behoorlijk grote omvang en staat vrij dicht bij de woning. Omwille van de gezondheidstoestand van deze boom en het mogelijks uitwaaien van grote takken, alsook een reëel gevaar tot windworp bij stormweer, is het opportuun om deze boom te rooien. De boom staat achter de woning in de tuinzone van de eigendom zodat een kap van die boom weinig impact zal hebben op het zicht vanaf de straat. Om de ecologische impact van deze kap te compenseren wordt vanuit de dienst omgeving voorgesteld om in de buurt van deze te kappen boom, een nieuwe boom aan te planten.
Bijgevolg heeft de omgevingsambtenaar een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht op 24 februari 2020, mits voldaan wordt aan volgende voorwaarde:
◦ In het eerstvolgende plantseizoen na het rooien van de boom wordt een nieuwe boom van 2de of 3de grootte geplant op een geschikte plaats in de tuinzone van de woning.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
Gemeentelijke politieverordening inzake het vellen van hoogstammige bomen van 2 maart 1974
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit bijgevolg tot het afleveren van een kapmachtiging aan Johan Vandendriessche, Breestraat 75 te 8540 Deerlijk voor het rooien van een hoogstammige eik in de tuinzone van de aanvrager, mits er ter compensatie in het komend plantseizoen voor de gerooide boom 1 hoogstammige boom van 2de of 3de grootte aangeplant wordt op een geschikte locatie in de vrije tuinzone van de woning.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Attest van verdeling - Harelbekestraat +91 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om akkoord te gaan met het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Harelbekestraat +91.
Motivering
Op 17 februari 2020 verstuurde men vanuit het notariaat Saey - Taelman - Degandt een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Harelbekestraat +91, gekadastreerd afdeling 1, sectie A, nummer 32X3, met een oppervlakte van 689 m².
Een deel van de eigendom wordt afgesplitst teneinde te schenken.
De bestemming van het goed is volgens de akte garage-werkplaats en volgens de verwerver loods-toonzaal-stelzone-parking.
De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling.
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
OMV 2019_166 - René De Clercqstraat 15, 17 en 19 - toekenning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van 4 eengezinswoningen na afbraak van de bestaande bebouwing, op een perceel gelegen René De Clercqstraat 15, 17 en 19 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 513 F en (afd. 1) sectie B 1279 A aangevraagd door de heer Nicolas Dekeyser wonende Kortrijkse heerweg 36 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 27 februari 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
De zichtbare topgevel ten opzichte van de aanpalende woning nr. 21 moet afgewerkt worden in volwaardige materialen die qua kleur aansluit bij de tinten van de gevel en/of de dakbedekking.
De bouwheer moet de nodige flankerende maatregelen voorzien om het in- en uitrijden van de parkeerplaatsen verkeersveilig af te wikkelen.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
- De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
- De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
- De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosthoek, goedgekeurd 7 april 2016.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
- Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
- Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
- Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 11 mei 1962 door het college van burgemeester en schepenen voor het vernieuwen van de huispannen van de woning nr. 19.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langs de René De Clercqstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De René De Clercqstraat maakt deel uit van het bouwblok Dammeke in het centrum van de gemeente. De omgeving Dammeke wordt gekenmerkt door historische bebouwing bestaand uit in hoofdzaak rijwoningen. Op de eigendom van de aanvrager staan 3 eengezinswoningen in een bouwfysisch slechte staat, deels ingeplant op een zeker afstand van de rooilijn en zonder kwalitatieve private buitenruimte.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de bestaande woningen te slopen en deze te vervangen door 4 energiezuinige nieuwbouwwoningen. De woningen worden in tegenstelling tot de huidige toestand volledig ingeplant langs de rooilijn, tegen de wachtgevel van de woning nr. 21. Ter hoogte van die rooilijn springen de inkomzone van de woningen 1, 2 en 3 respectievelijk 40 cm en 50 cm terug ten opzichte van de rooilijn. De hoekwoning, zijnde de woning 4, start vanaf de eerste verdieping. Op de hoek van het perceel wordt op het gelijkvloers voorzien in parkeergelegenheid in de vorm van 4 parkeerplaatsen en de inkomzone naar de woning 4. Aansluitend op de parkeerzone is voorzien in afzonderlijke vuilnis- en fietsenbergingen. De diepte van de woningen 1 en 2 bedraagt 9 m en deze van de woning 3 maximaal 8,50 m. De hoekwoning bevindt zich op de verdieping op respectievelijk 1,90 m tot 4,75 m van de achterkavelgrens. De woningen hebben een typologie van 2 bouwlagen met een hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,90 m aan de voorzijde. Aan de achterzijde bedraagt de kroonlijsthoogte 6,75 m. Ter hoogte van de hoekoplossing is er een terugwijkende gevel waardoor de kroonlijst plaatselijk op 8,95 m ligt. De nokhoogte bedraagt 11,20 m. Het gelijkvloerse gedeelte voor de fietsenberging wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,50 m. Op het straatniveau bevinden zich bij de woningen 1 tot 3 de inkomhal met toilet, de leefruimtes en keuken, die uitkijken op de kleine tuin en op de verdiepingen is ruimte voor één slaapkamer, een badkamer en een wasruimte. In de nok van het dak is er nog een beloopbare zolderruimte die ingericht kan worden met nog twee extra slaapkamers. De hoekwoning bevat op de 1ste verdieping de inkomhal met toilet, een keuken, de woonkamer en een terras dat uitgeeft op de straatzijde. Onder het dak worden 2 slaapkamers en een badkamer ingericht. Bij de woningen 1, 2 en 3 worden telkens een private tuinzone ingericht. Bij de woning 4 bestaat de private buitenruimte in de vorm van een terras.
De gevels worden afgewerkt in een combinatie van spuitkurk bepleistering in donkergrijze kleur, spuitkurk bepleistering in lichtgrijze kleur en gevelbekleding in hardhout. De dakbedekking bestaat uit antracietgrijze tegelpannen en het buitenschrijnwerk zal bestaan uit aluminium in antracietgrijze kleur.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 27 december 2019 tot 25 januari 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden getoetst aan de voorschriften van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:
Plan schrijft voor: | ontwerp voorziet: |
Bouwen op de rooilijn verplicht | Delen van de voorgevel springen beperkt in |
Kroonlijsthoogte maximaal 7 m | Ter hoogte van de hoek ligt kroonlijsthoogte deels op 8,95 m |
Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de eigendom bestemd is voor aaneengesloten bebouwing, zowel eengezins- als meergezinswoningen toegelaten zijn, de terreinbezetting onder de maximaal toegelaten 70 % gelegen is, de bouwdiepte niet bepaald is, 2 bouwlagen en een bouwlaag in het dakvolume toegelaten is, de dakhelling maximaal 45 ° bedraagt, de kroonlijsthoogte voor het gedeelte dat niet afwijkt onder de 7 m gelegen is, de nokhoogte maximaal 13 m bedraagt en per woning een fietsenstalling voor 2 fietsen voorzien is.
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De afwijking heeft betrekking op afmeting en inplanting zodat een afwijking overwogen kan worden. De woningen zijn grotendeels ingeplant op de rooilijn. De verspringing in de voorgevel is beperkt van diepte en beperkt van breedte zodat dit zeer plaatselijk is en bijgevolg weinig hinderlijk zal zijn. Dit creëert ook een variatie in de vormgeving van de woning.
De hogere kroonlijsthoogte op de hoek is ten opzichte van de totale kroonlijstlengte beperkt tot ongeveer 25 %, situeert zich op de hoek en zorgt ervoor, in combinatie met de terrassen, dat het gebouw op de hoek minder massief oogt. Het volume valt nog binnen het maximaal toegelaten gabariet zoals omschreven in het RUP.
Beide afwijkingen kunnen bijgevolg als beperkt beoordeeld worden zodat de beide afwijkingen gevolgd kunnen worden.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de René De Clercqstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van telkens 10.000 liter met hergebruik voorzien, ondanks het feit dat die niet verplicht is voorziet de aanvrager een collectieve infiltratievoorziening van 800 liter dit om een overloop naar de riolering te vermijden en alle terrassen zijn waterdoorlatend of wateren af in de naastliggende volle grond waardoor ze niet onder het toepassingsgebied van de verordening vallen. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.
In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Een project-m.e.r.-screeningsnota werd toegevoegd in het aanvraagdossier. In deze nota zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Er wordt vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
De 4 parkeerplaatsen bij het project worden voorzien op de hoek van het perceel, in de bocht. De René De Clercqstraat is ingericht als woonerf. De voetpadstrook langsheen het gebouw wordt vaak gebruikt door schoolgaande kinderen. De aanvrager geeft in de Mer-screeningsnota zelf aan de nodige flankerende maatregelen te voorzien om het in- en uitrijden van de parkeerplaatsen verkeersveilig af te wikkelen. Er moet geanticipeerd worden op mogelijk conflictsituaties met de zwakke weggebruiker.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
In het centrum van de gemeente worden eengezinswoningen vaak vervangen door meergezinswoningen. Het bouwblok Dammeke maakt deel uit van de historische kern van Deerlijk en wordt gekenmerkt door een kleinschalige korrel van eengezinswoningen. De keuze voor de bouw van een aantal eengezinswoning met private tuinen sluit bijgevolg aan bij de typologie en de korrel van de omgeving zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Er wordt per woning één standplaats voor de wagen voorzien wat beantwoordt aan de normen en bij iedere woning een individuele fietsenberging zodat duurzame mobiliteit gestimuleerd wordt en de mobiliteitsimpact bijgevolg beperkt zal zijn. Het materiaalgebruik harmonieert met de omgeving aangezien deze op heden zeer divers is. De woningen hebben een grotere kroonlijsthoogte en nokhoogte ten opzichte van de aanpalende woning nr. 21 waar tegenaan gebouwd wordt. De zichtbare topgevel moet afgewerkt worden in volwaardige materialen die qua kleur aansluit bij de tinten van de gevel en/of dakbedekking teneinde deze maximaal te integreren. In het straatbeeld wordt vastgesteld dat deze verspringende hoogte in de omgeving nog aanwezig is. De woningen zijn ontworpen als energiezuinige woningen met een zo laag mogelijke ecologische voetafdruk. Bij iedere woning wordt een beperkte private buitenruimte gerealiseerd wat een positieve impact heeft op de woonkwaliteit. Ook blijft eventuele inkijk en hinder voor de privacy van de naburige loten beperkt door het voorzien van voldoende afstand en de slaapvertrekken aan de achterzijde in te richten. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Nicolas Dekeyser wonende Kortrijkse heerweg 36 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van 4 eengezinswoningen na afbraak van de bestaande bebouwing, op een perceel gelegen René De Clercqstraat 15, 17 en 19 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 513 F en (afd. 1) sectie B 1279 A, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
De zichtbare topgevel ten opzichte van de aanpalende woning nr. 21 moet afgewerkt worden in volwaardige materialen die qua kleur aansluit bij de tinten van de gevel en/of de dakbedekking.
De bouwheer moet de nodige flankerende maatregelen voorzien om het in- en uitrijden van de parkeerplaatsen verkeersveilig af te wikkelen.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
OMV 2019_168 - Braamakkerstraat 28 - toekenning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een bestaande eengezinswoning, slopen en herbouwen van een bijgebouw bij de woning en de regularisatie van een reeds afgebroken fabriekshal, op een perceel gelegen Braamakkerstraat 28 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 144 L3 en (afd. 2) sectie C 144 K3 aangevraagd door Bastijns - Baudoncq wonende Braamakkerstraat 28 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 27 februari 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Gavers, wijziging B, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 1 september 1987.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het BPA is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 oktober 1950 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een fabrieksgebouw.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 maart 1954 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis voor zijn bestaande werkhuis.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 september 1954 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 januari 1961 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een bureel met garage bij zijn woonhuis.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 augustus 1960 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een veranda aan het woonhuis.
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Pré-Vlarem dossier waarvan aktegenomen op 7 mei 19981 voor de uitbating van een mechanische weverij.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langsheen de Braamakkerstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Braamakkerstraat wordt gekenmerkt door in hoofdzaak eengezinswoningen, van het gesloten of halfopen bebouwingstype. In de onmiddellijke omgeving van de aanvraag zijn een aantal vrijstaande eengezinswoningen aanwezig. Achterliggend situeren zich bedrijfsgebouwen die het volledig binnengebied achterliggend innemen. Op het perceel van de aanvrager is een vrijstaande eengezinswoning aanwezig met in de tuinzone een deel van een voormalig bedrijfsgebouw.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst het bestaande overdekte buitenterras aangebouwd aan de woning te verbouwen tot een uitbreiding van de woning en in te richten als keuken. De bestaande bebouwde oppervlakte wijzigt niet. De bestaande hoogte, zijnde 3,03 m met plat dak blijft behouden. Achter de woning is een voormalige fabriekshal aanwezig. Van deze hal werd reeds een deel, zijnde met een breedte van 8,32 m op 11,02 m gesloopt. Voor deze sloop wordt met voorliggende aanvraag een regularisatie gevraagd. Men wenst ook de rest van de fabriekshal te slopen en een nieuwe garage op te trekken, grotendeels op dezelfde plaats als de gesloopte constructie. De garage zal een lengte hebben van 9,50 m op een breedte van 5,40 m en bevindt zich op de rechterzijperceelsgrens en op een afstand van 1 m van de achtergevel van de woning. Dit volume wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3,03 m, zijnde dezelfde hoogte als het keukenvolume. Aan de garage wordt een luifel gebouwd teneinde in te richten als een overdekt terras. De garage/berging wordt afgewerkt met een gevelbekleding in houten planchetten en het keukenvolume bestaat volledig uit een glazen gevelafwerking. De vrijgekomen tuinzone wordt hoofdzakelijk als private groenzone ingericht. De grindverharding bij de woning blijft grotendeels behouden. In de voortuin worden 2 bijkomende bomen aangeplant.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 27 december 2019 tot 25 januari 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Gavers wijziging B.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. en 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:
Plan schrijft voor: | ontwerp voorziet: |
Bebouwingspercentage binnen zone 3 is maximaal 40 % | Bebouwingspercentage in zone 3 is (woning + bijgebouw + luifel) 54 % |
Oppervlakte bijgebouw binnen zone 3 maximaal 30 m² | Oppervlakte bijgebouw 35,05 m² en oppervlakte luifel 14,13 m² |
Hoogte bijgebouw op de perceelsgrens of de zonegrens is maximaal 2,70 m | Hoogte op de perceelsgrens en zonegrens is 3,06 m |
Zone 7 is bestemd als zone voor nijverheid met als nevenstemming stapelplaatsen | Inrichting van het deel binnen de zone 7 als tuinzone met bijgebouw |
Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de diepte op het gelijkvloers minder dan 25 m bedraagt, binnen de zone 3 maximaal 250 m² bebouwd kan worden, in de zone 7 minder dan 70 % van het perceelsdeel gelegen in de zone bebouwd is en het bijgebouw op de perceelsgrens afgewerkt wordt in metselwerk.
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De eerste 3 afwijkingen hebben betrekking op de afmetingen van het bijgebouw zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking inzake de hoogte is beperkt aangezien de bestaande hoogte van het bijgebouw respectievelijk 3,11 m tot 5,93 m bedraagt en voorliggende hoogte grotendeels lager is zodat de impact op de aanpalende eigendommen positief zal zijn. De gevraagde hoogte is slechts 0,36 m hoger dan de toegelaten hoogte op de perceelsgrens, valt ruim onder de maximaal toegelaten nokhoogte voor een bijgebouw, sluit door zijn hoogte aan op de hoogte van het nevenvolume van de woning zodat een esthetische vormgeving mogelijk is en de aanpalende eigenaars formuleerden geen bezwaar. De afwijking inzake de grondoppervlakte van het bijgebouw zijn op perceelsniveau eveneens beperkt. Volgens de normen uit het BPA kan zone 3 voor max. 40 % en zone 7 voor max. 70 % bebouwd zijn. Dit betekent een totale bebouwde oppervlakte van maximaal 305 m² op perceelsniveau. In de aanvraag bedraagt de bebouwde oppervlakte van de woning met bijgebouw en luifel/overdekt terras samen 220 m² wat ruim onder het maximale valt en de afwijking bijgevolg positief beoordeeld kan worden.
Artikel 4.4.9/1 van de VCRO voorziet dat bij het verlenen van een omgevingsvergunning het vergunningverlenende bestuursorgaan mag afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg dat op het ogenblik van de indiening van de aanvraag ouder is dan vijftien jaar, na een openbaar onderzoek. Op voorwaarde dat de stedenbouwkundige voorschriften van het bijzonder plan van aanleg een aanvulling vormen op ondermeer de woongebieden.
Het inrichten van het deel binnen de zone voor nijverheid als tuinzone valt onder dit toepassingsgebied. Het bestemmingsplan strookt niet meer met de huidige perceelsstructuur, het deel in de zone voor nijverheid is te beperkt om daar een bedrijfsactiviteit op uit te oefenen, de functie van tuin zorgt voor voldoende kwaliteit voor de bestaande woonfunctie en sluit ook aan bij de inrichting van de zuidelijk gelegen percelen zodat de vraag tot afwijking van de bestemming gevolgd kan worden.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Brammakkerstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: de plaatsing van een regenwaterput is niet verplicht, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 6.118,75 liter en een referentieoppervlakte van 9,79 m², de verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een bijkomend keukenvolume en een tuinberging/garage bij een bestaande eengezinswoning zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Het keukenvolume wordt opgetrokken binnen de contour van het oorspronkelijk volume van het overdekt terras zodat de bebouwde oppervlakte voor de woning niet wijzigt en de impact op de omgeving voor dit onderdeel beperkt is. De nieuwe volumes bezitten nagenoeg dezelfde hoogte als de oorspronkelijke kroonlijsthoogtes zodat er geen bijkomende hinderaspecten ontstaan voor de aanpalende eigendommen. Door het slopen van de bestaande garage en de voormalige fabriekshal wordt de bebouwden oppervlakte op het perceel gereduceerd zodat deze ingericht kan worden als private buitenruimte bij de woning. Dit komt, in de bestaande stedelijke en dicht bebouwde context, de woonkwaliteit ten goede. De werken situeren zich allen aan de achterzijde van de woning zodat de impact op het openbaar domein en het straatbeeld beperkt zal zijn. Het herbouwen van een garagevolume heeft een positieve impact op de mobiliteit. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Bastijns - Baudoncq wonende Braamakkerstraat 28 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een bestaande eengezinswoning, slopen en herbouwen van een bijgebouw bij de woning en de regularisatie van een reeds afgebroken fabriekshal, op een perceel gelegen Braamakkerstraat 28 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 144 L3 en (afd. 2) sectie C 144 K3.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
OMV 2019_170 - Burg. Hector Isebaertstraat 13 - toekenning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Burg. Hector Isebaertstraat 13 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 473 C4 en (afd. 2) sectie C 473 B4 aangevraagd door Vancraeynest - Vermeulen wonende Burg. Hector Isebaertstraat 13 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 27 februari 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Marquettestraat, goedgekeurd op 11 oktober 1988.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het BPA is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 november 1963 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis.
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Pré-Vlarem vergunning waarvan akte genomen werd op 4 november 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een ondergrondse mazouttank van 5.000 liter.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langsheen de Burg. Hector Isebaertstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving wordt gekenmerkt door een residentiële bebouwing van gekoppelde en rijbebouwing. De woning van de aanvraag betreft een halfopen bebouwing, ingeplant op de linkerzijperceelsgrens. Het gebouw bestaat uit een hoofdvolume van 2 bouwlagen met een zadeldak en een aangebouwde veranda aan de achterzijde van de woning. Op het perceel zijn nog een aantal vrijstaande bijgebouwtjes aanwezig.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De bestaande veranda aan de achterzijde van de woning, met een diepte van 7,96 m op een breedte van 5,91 m wordt gesloopt. Op de plaats van deze veranda voorziet de aanvrager een nieuwe uitbouw voor de woning te bouwen. De uitbouw heeft een diepte van 7,82 m op een breedte van 7,27 m (luifel inbegrepen). Het nieuwe volume wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3 m. De uitbouw wordt ingericht als enerzijds berging/wasplaats in aansluiting bij de garage en anderzijds als leefkeuken. De geveldelen van de uitbreiding worden bekleed met witte eternit gevelbekleding. Het nieuwe buitenschrijnwerk zal uit witte PVC bestaan. Het bestaande hoofdvolume blijft behouden zowel qua gabariet als gevelbekleding. Enkel het buitenschrijnwerk wordt vervangen.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 24 december 2019 tot 22 januari 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Marquettestraat.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:
Plan schrijft voor: | ontwerp voorziet: |
Diepte gelijkvloers maximaal 15 m | Diepte gelijkvloers na herbouw uitbouw bedraagt 15,80 m |
Hoofdgebouw (eerste 12 m) verplicht af te werken met een hellend dak | Uitbouw in de eerste 12 m diepte wordt afgewerkt met plat dak |
Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de eigendom bestemd is als wonen, de bebouwde oppervlakte minder dan 40 % van het perceel bedraagt en minder dan 250 m² inneemt, ten opzichte van de achterkavelgrens een afstand van meer dan 8 m gevrijwaard blijft, de bouwdiepte op de verdieping niet wijzigt, het gabariet van het hoofdvolume behouden blijft, de hoogte van het nevenvolume beperkt blijft tot 3 m, voor het nevenvolume (= gedeelte tussen 12 m en 15 m) geen dakvorm bepaald is en het materiaalgebruik esthetisch verantwoord is.
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De afwijking heeft betrekking op de afmetingen van de constructie en de dakvorm zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking op de bouwdiepte van het gelijkvloerse volume is beperkt qua omvang aangezien het slechts om een deel van de uitbouw gaat en voor het overige betrekking heeft op een luifel. Ook de huidige veranda heeft een soortgelijke diepte waardoor er geen bijkomende negatieve impact ontstaat voor de aanpalende eigenaar. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt nog meer dan de minimaal opgelegde 8 m. Bijgevolg kan deze afwijking positief beoordeeld worden.
De afwijking op de dakvorm voor het gedeelte in het zone van het hoofdgebouw kan eveneens positief beoordeeld worden aangezien het realiseren van een plat dak in plaats van een hellend dak een veel beperktere impact heeft op het aanpalend perceel voor wat betreft bezonning en het hoofdvolume van de woning afgewerkt blijft met een hellende dakconstructie.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Burg. Hector Isebaertstraat 13 een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 15.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2.250 liter en een referentieoppervlakte van 3,61 m². Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing en uitbreiding van een bestaande eengezinswoning met behoud van deze functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Aan de straatzijde gebeuren geen noemenswaardige wijzigingen, enkel het buitenschrijnwerk wordt vervangen. Het zicht vanop straat krijgt bijgevolg geen negatieve impact. De voornaamste ingreep van deze verbouwingswerken bevindt zich langs de achtergevel. De nieuwe uitbouw krijgt eenzelfde bouwdiepte en bouwhoogte als de af te breken veranda, waardoor de buur geen extra schaduwval in zijn tuin zal ervaren en de hinderaspecten voor de aanpalende eigenaar bijgevolg niet toenemen. De bebouwde oppervlakte op het perceel wijzigt nagenoeg niet waardoor de tuinzone voldoende ruim blijft teneinde deze kwalitatief te kunnen inrichten als private buitenruimte. De inpandige garage blijft behouden waardoor de aanvraag geen mobiliteitsimpact heeft.
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Vancraeynest - Vermeulen wonende Burg. Hector Isebaertstraat 13 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Burg. Hector Isebaertstraat 13 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 473 C4 en (afd. 2) sectie C 473 B4.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
OMV 2019_181 - Camiel Vereeckelaan 15 - toekenning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaande woning, op een perceel gelegen Camiel Vereeckelaan 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 166 E aangevraagd door Gunter Vandenbogaerde wonende Camiel Vereeckelaan 15 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 27 februari 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd op 1 september 2011 en met als bestemming zone voor wonen en beperkte nevenfuncties.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 mei 1964 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 november 1964 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een afsluiting op de perceelscheiding.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 februari 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage (regularisatie).
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 1 april 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het optrekken van een voorhofmuurtje.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 maart 1981 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitlengen van de garage met 3 m achter de woning.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 september 1991 door het college van burgemeester en schepenen voor het maken van een carport naast de woning.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langsheen de Camiel Vereeckelaan, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving wordt gekenmerkt door een residentiële bebouwing van zowel koppelwoningen als rijwoningen bestaande hoofdzakelijk uit hoofdgebouwen van 2 bouwlagen met zadeldak met de noklijn evenwijdig aan de straat. Achter de hoofdvolumes bevinden zich telkens achterbouwen in allerlei vormgeving en afmetingen. De woning van de aanvrager betreft een halfopen eengezinswoning als sluitstuk van een rijtje van 3 woningen. De woning bestaat uit een hoofdvolume van 2 bouwlagen met noordboomdak. Aan de achterzijde is een veranda aanwezig. Op het perceel zijn nog 2 bijgebouwen aanwezig. Achteraan paalt het perceel aan een open speelzone en het perceel ontsluit via de achterzijde op een garageweg naar de Windhalmlaan.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de bestaande veranda met een breedte van 7,60 m op een diepte van 3,96 m af te breken en te vervangen door een nieuwe uitbreiding. Deze nieuwe uitbreiding wordt ingeplant eveneens op de rechterzijperceelsgrens en heeft een diepte van 8 m op een breedte van 4,98 m. Het nieuwe volume wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3 m boven het vloerpas. De bestaande scheidingsmuur wordt gewijzigd. Deze uitbreiding zal een deel van de nieuwe keuken en de eetkamer omvatten. De gevelsteen van de bestaande woning zal afgebroken worden en vervangen worden door een nieuwe gevelsteen, na het plaatsen van de nodige gevelisolatie. Het hoofdgebouw en de achterbouw krijgen dezelfde gevelsteen, zijnde een handvormgevelsteen in een roodbruine kleur. De dakrand van de uitbouw wordt afgewerkt met volkern gevelafwerking. Alle buitenschrijnwerk op het gelijkvloers zal vernieuwd worden. Achteraan het perceel zal één van de beide bijgebouwen afgebroken worden. Naast de nieuwe uitbouw wordt een nieuw terras aangelegd.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanpalende eigenaars werden op 21 januari 2020 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP Sint-Lodewijk centrum.
Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de hoofdbestemming wonen is, voor de halfopen woning een vrije zijstrook van 3 m gerespecteerd wordt, het gabariet van het hoofdvolume niet wijzigt, de hoogte van het nevenvolume op de perceelsgrens beperkt blijft tot 3 m, de diepte op het gelijkvloers niet bepaald is, de diepte op de verdieping niet wijzigt, de afstand tot de achterkavelgrens meer is dan 8 m, de dakvorm vrij is, het bebouwingspercentage onder de 40 % blijft, 2 autostelplaatsen voorzien zijn op eigen terrein en de bepalingen inzake bijgebouwen niet van toepassing zijn op de aanvraag.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Camiel Vereeckelaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er zijn 2 bestaande regenwaterputten van telkens 5.000 liter aanwezig, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2.500 liter en een referentieoppervlakte van 9 m², het nieuw aan te leggen terras watert deels af in de naastliggende onverharde ruimte en wordt deels meegerekend bij de infiltratievoorziening en de oprit wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een bestaande eengezinswoning met behoud van deze functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Het hoofdvolume van de woning blijft behouden en de bestaande veranda wordt vervangen door een nieuwe gelijkvloerse uitbreiding die voldoet aan alle huidige kwaliteitseisen. De uitbreiding bevindt zich aan de achterzijde van de woning zodat het bestaande straatbeeld niet geschaad wordt. De gevels van zowel het nieuwe volume als het te behouden hoofdvolume worden voorzien van een nieuwe bekleding die zullen zorgen voor een harmonisch geheel. De keuze van een roodbruine gevelsteen zal zorgen voor een betere integratie in het bestaande straatbeeld waardoor de aanvraag een positieve visuele impact zal hebben. De uitbreiding is slechts beperkt groter dan de te slopen veranda en een bestaand bijgebouw op het perceel wordt eveneens gesloopt zodat het perceel nog voldoende ruim blijft teneinde als kwalitatieve private buitenruimte in te richten. De oprit en garage blijven behouden zodat de aanvraag geen impact zal hebben op het aspect mobiliteit. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.12 Scheidingsmuren
Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Gunter Vandenbogaerde wonende Camiel Vereeckelaan 15 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaande woning, op een perceel gelegen Camiel Vereeckelaan 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 166 E.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
OMV 2019_155 - Azalealaan 12 - toekenning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het optrekken van een afsluiting in hout met twee poortjes, op een perceel gelegen Azalealaan 12 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 187 E aangevraagd door Geert Vandenhende wonende Azalealaan 12 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 27 februari 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
de voorziene klimop moet aangeplant worden met een plantafstand van 5 klimopplanten per lopende meter of er moet geopteerd worden tot de aanplant van een levende haag aan de straatzijde die uiteindelijk dezelfde hoogte moet bereiken als de afsluiting en dit in een plantstrook van 0,5 m tussen het openbaar domein en de houten afsluiting.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
1. De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
2. De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
3. De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 10 maart 1971 (dossiernummer VK 1971.4/0117-1).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
4. Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
5. Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 november 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 juni 1974 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een tuinhuis (2m x 3m).
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De omgeving wordt gekenmerkt door vrijstaande en gekoppelde eengezinswoningen. De woning van de aanvrager ligt op de hoek tussen de Pikkelstraat en de doodlopende Azalealaan. In de ruime omgeving zijn verschillende typologieën van woningen aanwezig. De woning van de aanvrager bestaat uit 1 bouwlaag met een hellend dak. De voortuinen in de Azalealaan worden op diverse manieren ingevuld, de meeste met een lage afsluiting door middel van levende beplanting of hard materiaal of een combinatie van beide. De tuin van de aanvrager is afgeboord met een constructie van lage betonpalen en betonplaten waarlangs een taxushaag groeit. In het voetpad langs de eigendom van de aanvrager zijn plantvakken voorzien met zuileiken.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst een bestaande afsluiting te vervangen door een houten afsluiting van maximaal 2 m hoog. Aan de zuidkant van het perceel komt de afsluiting op de perceelsgrens met de achterbuur (stuk C op het bijgevoegde plan) met een lengte van 12 m. Aan de oostkant van het perceel grenst de afsluiting aan het openbaar domein (stuk A op het bijgevoegde plan) en heeft de afsluiting een lengte van 20 m. Daarnaast wordt ook nog een stuk afsluiting voorzien tussen het voetpad en de woning (stuk B op het bijgevoegde plan) met een lengte van 5 m. Zowel in het stuk B als het stuk A wordt nog een houten poort voorzien van 1 à 1,2 m breed. Onderaan zal de afsluiting over de volledige lengte voorzien zijn van een betonplaat en worden de houten panelen vast gehouden met aluminium palen die met beton in de grond verankerd zitten. Het ontwerp voorziet 10 cm vrije ruimte tussen de betonplaten en de perceelsgrens voor de aanplant van klimop die de houten afsluiting op termijn moeten bedekken.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 19 december 2019 tot 17 januari 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De eigendom is gelegen binnen de grenzen van de goedgekeurde niet-vervallen verkavelingzoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 10 maart 1971 (dossiernummer VK 1971.4/0117-1).
Aangezien de verkaveling meer dan 15 jaar oud is, vormt deze in toepassing van artikel 4.3.1 §1 van de VCRO geen weigeringsgrond meer voor de vergunningverlenende overheid en kan ze bijgevolg als het ware buiten beschouwing gelaten worden.
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op de plaatsing van een afsluiting bij een bestaande eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Azalealaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag voorziet in een afsluiting van de tuinzone in een residentiële woonomgeving zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De afsluiting laat toe om de aanvragers te laten genieten van private buitenruimte (hetgeen momenteel niet het geval is) aangezien het gevraagde materiaal geen doorkijk toelaat. De directe buren zijn akkoord met de aanvraag. De houten afsluiting is eerder vreemd in het bestaande straatbeeld. De omgeving wordt in hoofdzaak gekenmerkt door groene afsluitingen bestaand uit hagen. Een afsluiting in levend groen biedt in het bestaande straatbeeld een meer residentieel karakter. De in de aanvraag voorziene bekleding met een klimopbeplanting aan de straatzijde tegen de houten afsluiting is te beperkt gelet op de beschrijving in de nota om hedera klimop aan te planten op een voorziene plantafstand van 0,60 m. Teneinde een volwaardige groene inkleding van de houten afsluiting te krijgen en in functie van de beeldkwaliteit in de omgeving moet de voorziene klimop aangeplant worden met een plantafstand van 5 klimopplanten per lopende meter of dient geopteerd te worden voor de aanplant van een levende haag langs de straatzijde die uiteindelijk dezelfde hoogte moet bereiken als de afsluiting. In deze laatste situatie moet een plantstrook voorzien worden van 0,5 m tussen het openbaar domein en de houten afsluiting. Het ontwerp kan bijgevolg mits het naleven van deze voorwaarden, verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Geert Vandenhende wonende Azalealaan 12 te 8540 Deerlijk, voor het optrekken van een afsluiting in hout met twee poortjes, op een perceel gelegen Azalealaan 12 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 187 E, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
de voorziene klimop moet aangeplant worden met een plantafstand van 5 klimopplanten per lopende meter of er moet geopteerd worden tot de aanplant van een levende haag aan de straatzijde die uiteindelijk dezelfde hoogte moet bereiken als de afsluiting en dit in een plantstrook van 0,5 m tussen het openbaar domein en de houten afsluiting.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
OMV 2020_23 - Vanneste-Verweestraat 31 - melding IIOA klasse 3- aktename
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor het exploiteren van een confectieatelier op een perceel gelegen in de Vanneste-Verweestraat 31 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 262 B en (afd. 2) sectie D 592 E2 ingediend door mevrouw Caroline Filieux, Vanneste-Verweestraat 31 te 8540 Deerlijk.
Motivering
De melding ingediend door mevrouw Caroline Filieux, Vanneste-Verweestraat 31 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 14 februari 2020.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
VOORWERP VAN DE MELDING
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Vanneste-Verweestraat 31, kadastraal bekend afdeling 2 sectie C nrs. 262B en sectie D nrs. 592E2.
De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: exploiteren van een confectieatelier.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
16.3.2°a) | 1x compressor in atelier 0 (magazijn) + airco's 1 in showroom (gelijkvloers ) en 2 in bureau (verdieping) (Nieuw) | 15 Kw | 3 |
41.2.1°a) | NAAIMACHINES + STRIJKPERS (Nieuw) | 24 Kw | 3 |
41.5. | meterwaren in magazijn (Nieuw) | 10 ton | 3 |
BEVOEGDHEID
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER
Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.
De melding omvat de volgende meldingsplichtige ingedeelde inrichtingen of activiteiten:
1 compressor in het atelier en enkele airco’s met een totaal vermogen van 15 Kw;
exploitatie van een naaiatelier met naaimachines en een strijkpers met een totaal vermogen van 24 Kw;
opslag van textiel van maximaal 10 ton.
De exploitatie is van die aard dat er geen hinderlijke effecten te verwachten zijn op de omgeving.
Op de ingediende melding zijn volgende bestemmingsplannen en planologische voorschriften van toepassing:
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de voorschriften van het GRUP Brandemolen, zijnde voorschriften voor zone voor kleine en middelgrote bedrijven.
De aanvraag heeft betrekking op het exploiteren van een confectieatelier in overeenstemming met de voorzieningen van het GRUP Brandemolen.
De ingedeelde inrichtring of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandregels.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Juridische gronden
Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.
Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM).
Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Er wordt akte genomen van de melding ingediend door mevrouw Caroline Filieux, Vanneste-Verweestraat 31 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde het exploiteren van een confectieatelier gelegen Vanneste-Verweestraat 31 te Deerlijk.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
16.3.2°a) | 1x compressor in atelier 0 (magazijn) + airco's 1 in showroom (gelijkvloers ) en 2 in bureau (verdieping) (Nieuw) | 15 Kw | 3 |
41.2.1°a) | NAAIMACHINES + STRIJKPERS (Nieuw) | 24 Kw | 3 |
41.5. | meterwaren in magazijn (Nieuw) | 10 ton | 3 |
Artikel 2
De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
Artikel 3
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Overdracht van niet aangerekende kredieten uit 2019 naar 2020 - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de overdracht van niet aangerekende investeringskredieten uit 2019 naar 2020 goed te keuren.
Motivering
In budget 2019 zijn een aantal investeringskredieten niet aangerekend. Deze ongebruikte kredieten kunnen geheel of gedeeltelijk overgedragen worden naar 2020.
In bijlage bevindt zich een overzicht van de voorgestelde over te dragen kredieten. Het betreft in totaal 13.100.281,69 euro ongebruikte uitgavekredieten, en 7.131.686,00 euro ongebruikte ontvangstkredieten.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Art. 258 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de overdracht van niet aangerekende kredieten van 2019 naar 2020, zoals opgelijst in bijlage, goed te keuren.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring
Aanleiding en context
Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Organisatiebeheersysteem
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2020/9 goed te keuren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2020/15 goed te keuren.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Aanvragen Sociale Maribel - principebeslissing - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een principiële beslissing te nemen omtrent de aanvragen voor een financiële tussenkomst van het Fonds Sociale Maribel voor bijkomende arbeidsplaatsen.
Motivering
Sociale Maribel is een tewerkstellingsmaatregel ter bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector via creatie van bijkomende arbeidsplaatsen met als doel de werkdruk te verlagen en de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren.
Via de Sociale Maribel kunnen de lokale besturen van een financiële tussenkomst genieten waarmee ze bijkomende personeelsleden kunnen aanwerven in de sectoren van gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening en/of cultuur.
Deze financiële tussenkomst wordt toegekend door het "Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector" dat bevoegd is voor alle werkgevers van de overheidssector en dat ingesteld is bij de RSZ.
Een aanvraag voor financiële tussenkomst kan slechts worden ingediend als er bijkomende middelen beschikbaar zijn. Het Fonds Sociale Maribel maakt dit kenbaar via een 'Tussentijdse instructie aan de werkgevers'.
De werkgever die aanspraak wil maken op de financiële tussenkomst in het kader van de Sociale Maribel moet een aanvraag indienen met het advies van de representatieve vakorganisaties en het verslag van het bevoegde syndicale overlegcomité.
Bij toekenning van de financiële tegemoetkoming verbindt de werkgever er zich toe om de aangegane tewerkstellingsverbintenis na te komen binnen een termijn van 6 maanden te rekenen vanaf de maand nadat de positieve beslissing van het Beheerscomité berekend werd.
De aanwervingen ten gevolge van de beslissing van het Beheerscomité mogen niet plaatsvinden voor de datum van goedkeuring van de aanvraag.
Om de bijkomende tewerkstelling te meten wordt het arbeidsvolume jaarlijks door de RSZ gecontroleerd.
De middelen waarover het Fonds Sociale Maribel van de overheidssector kan beschikken voor het jaar 2020 werden verhoogd.
Het Beheerscomité heeft beslist om een deel van de bijkomende middelen aan te wenden voor een financiering van de bestaande arbeidsplaatsen die beter aansluit bij de reële loonkost en een deel voor de creatie van nieuwe arbeidsplaatsen (163 voltijdse equivalenten voor de provinciale en plaatselijke besturen).
De arbeidsplaatsen zullen bij voorrang toegekend worden aan de volgende diensten:
• de sociale dienst;
• de coördinatie van de maatschappelijke dienstverlening;
• thuiszorg, lokale dienstencentra;
• woonzorgcentra.
Er wordt voorgesteld om een aanvraag in te dienen voor 1 VTE innovator maatschappelijke dienstverlening (B4-B5) en 1 VTE administratief medewerker maatschappelijke dienstverlening (C1-C3) ter ondersteuning van de innovator.
Bovenstaand voorstel wordt na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen meegenomen naar het syndicaal overleg van 11 maart 2020.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: koninklijk besluit van 19 september 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen. Per toegekende arbeidsplaats ontvangt het bestuur een financiële tussenkomst van het Fonds Sociale Maribel van maximum 42.000 euro.
innovator maatschappelijke dienstverlening | raming totale jaarkost |
B4 met 5 jaar geldelijke anciënniteit | 57.437,23 euro |
|
|
administratief medewerker maatschappelijke dienstverlening |
|
C1 met 5 jaar geldelijke anciënniteit | 41.866,58 euro |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit principieel om zijn goedkeuring te hechten aan de aanvragen voor een financiële tussenkomst van het Fonds Sociale Maribel voor bijkomende arbeidsplaatsen. In het syndicaal overleg van 11 maart 2020 zal een aanvraag voor de functie van 1 VTE innovator maatschappelijke dienstverlening (B4-B5) en 1 VTE administratief medewerker maatschappelijke dienstverlening (C1-C3) ter ondersteuning van de innovator voorgelegd worden.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Gezamenlijke ontvangst - vaststelling datum - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een datum vast te stellen waarop de gezamenlijke ontvangst dit jaar zal plaatsvinden.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 6 november 2013 om éénmaal per jaar een gezamenlijke ontvangst te organiseren van volgende personen:
• personen die een uitzonderlijke prestatie hebben verricht of vanwege hun staat van dienst (met partner);
• Krak van Deerlijk (met partner);
• Laureaten van de Arbeid (met partner);
• verkozenen uit jaarlijkse wedstrijd van Lokale Economie (Met belgerinkel naar de winkel, Campagne Zo Dichtbij);
• gemachtigde opzichters (zonder partner).
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | Nog niet gekend |
Actie | Overig beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB-CBS/0719-00/64301000 |
Visum | Niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de gezamenlijke ontvangst in 2020 te organiseren in de trouwzaal van het gemeentehuis op vrijdag 9 oktober 2020 om 19.00 uur.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Gemeenschapscentrum - vraag seniorenraad - weigering
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het schrijven van de seniorenraad en naar aanleiding daarvan te beslissen omtrent de aankoop van een vaatwasser en de vraag om een overleg te plannen tussen de seniorenraad en het college van burgemeester en schepenen.
Motivering
In haar schrijven van 25 februari 2020 geeft de seniorenraad aan een punt omtrent een vaatwasmachine te hebben behandeld in haar vergadering van 7 februari 2020.
Daarbij wordt verwezen naar de uitgestelde vernieuwing van de keuken in OC d'Iefte, waarbij ook een vaatwasmachine zou worden voorzien.
Het klopt inderdaad dat de vernieuwing van de keuken in OC d'Iefte niet kon gerealiseerd worden binnen het meerjarenplan 2014-2019. Tijdens het laatste jaar van deze vorige legislatuur werd een overheidsopdracht gelanceerd voor het vernieuwen van de keuken. Daarbij kon niet gegund worden omwille van onvoldoende budget. Gezien de timing van de budgetwijziging 2019 en het in wording zijnde meerjarenplan 2020-2025, werd het vernieuwen van de keuken inderdaad doorgeschoven naar het meerjarenplan 2020-2025, als onderdeel van de acties 'Instandhoudings- en verbeteringswerken OC d'Iefte' en 'Opmaak van een masterplan voor de vrijetijdsinfrastructuur'. In die optiek is de vraag van de seniorenraad om op korte termijn een vaatwasmachine te voorzien in OC d'Iefte aannemelijk. Het zou daarbij technisch mogelijk zijn om bij keuken 2 (grenzend aan zaal 4) een dergelijke vaatwasmachine te installeren (met aan- en afvoer van water en stroomvoorziening), waarbij deze vaatwasmachine later kan geïntegreerd worden in een vernieuwde keuken of kan verplaatst worden naar een andere locatie/infrastructuur.
In haar schrijven haalt de voorzitter van de seniorenraad ook aan dat er geen gemeentelijke raad van bestuur van de culturele infrastructuur meer bestaat, die als adviesorgaan inspraak zou kunnen hebben. Het klopt inderdaad dat dergelijk beheersorgaan op vandaag niet is samengesteld. Dit hoeft strikt genomen ook niet aangezien de gemeenteraad finaal optreedt als beheerder van de gemeentelijke infrastructuur. Het is wel zo dat bij het beheer van de gemeentelijke infrastructuur inspraak en participatie moet georganiseerd worden. Deze inspraak en participatie kan ook via de verschillende adviesraden georganiseerd worden en hoeft niet noodzakelijk via een aparte raad van beheer te verlopen. Zo heeft de sportraad alvast te kennen gegeven dat zij advies met betrekking tot (sport)infrastructuur zullen organiseren in de schoot van de sportraad en geen aparte raad van beheer van de sportinfrastructuur zullen organiseren. In de cultuurraad is momenteel wel een proces lopende om een raad van beheer van het gemeenschapscentrum te organiseren, hetgeen evenwel niet verhindert dat elke adviesraad blijvend advies kan geven of gevraagd kan worden met betrekking tot infrastructuur. Het is dan ook het volste recht van de seniorenraad om, zoals hier het geval is, te adviseren inzake de gemeenschapsinfrastructuur en de faciliteiten in OC d'Iefte.
In haar schrijven haalt de voorzitter van de seniorenraad een gerucht aan als zouden de buurthuizen in de toekomst afgeschaft worden. Dit kan niet meer dan een gerucht zijn aangezien de staat en invulling van de volledige vrijetijdsinfrastructuur zal getoetst worden aan de noden op korte en lange termijn in het nog op te maken masterplan voor de vrijetijdsinfrastructuur. Bij de opmaak van dat masterplan zal uiteraard ook inbreng en advies van de verschillende gebruikers en gemeentelijke adviesraden gevraagd en meegenomen worden.
In haar schrijven vraagt de voorzitter van de seniorenraad om met een beperkte delegatie van de seniorenraad een gesprek te hebben met het college van burgemeester en schepenen of een delegatie daarvan.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming | 4.000 euro |
Actie | Instandhoudings- en verbeteringswerken OC d'Iefte |
Jaarbudgetrekening | A-3.03.3/0705-00/22100000 |
Visum | nvt |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de mogelijkheden te bekijken om vaatwasmachines in één of meerdere centra al of niet te voorzien.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen vraagt aan de vertegenwoordiger vanuit de gemeentelijke administratie in de seniorenraad, om een overleg met een delegatie van de seniorenraad te organiseren.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Samenwerkingsovereenkomst Refu Interim - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de samenwerkings- overeenkomst met Refu Interim goed te keuren.
Motivering
Refu Interim is een organisatie die samen met partnerorganisaties inspanningen levert om de integratie van nieuwkomers te bevorderen via vrijwilligerswerk. Refu Interim wil een 'keurmerk' zijn voor organisaties die concrete inspanningen leveren rond diversiteit en integratie van asielzoekers en vluchtelingen. Refu Interim selecteert, informeert en traint de vrijwilligers volgens drie pijlers: oriëntatie, community en werk.
De vrijetijdsdiensten zouden graag een samenwerking aangaan met Refu Interim om vrijwilligers in te schakelen voor KuBuS op zaterdag 9 mei 2020. Daarvoor dient een samenwerkingovereenkomst aangegaan te worden. Het afsluiten van deze samenwerkingsovereenkomst impliceert een jaarlijkse bijdrage aan Refu Interim van 30 euro. Hiermee kan evenwel iedere dienst van de gemeente Deerlijk samenwerken met Refu Interim mochten zij vrijwilligers willen inschakelen voor een bepaalde aangelegenheid.
Bij het effectief inschakelen van de vrijwilligers dient een vrijwilligersvergoeding voorzien te worden. Voor alle medewerkers van KuBuS, zowel voor Refu Interim als voor andere vrijwilligers, wordt een vrijwilligersvergoeding voorzien.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 30 euro |
Actie | GBB |
Jaarbudgetrekening | 0719-00 / 61300000 |
Visum | Geen visum nodig |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de samenwerkingsovereenkomst met Refu Interim goed te keuren.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
KuBuS - publiciteitscampagne - plaatsen kubussen in straatbeeld - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de publiciteitscampagne voor KuBuS goed te keuren.
Motivering
De vrijetijdsdiensten vragen of er kubussen in het straatbeeld geplaatst mogen worden op volgende locaties:
• Kerk Sint-Lodewijk (kant Kerkstraat)
• T-splitsing Kleine Brandstraat-Pladijsstraat
• Koevoet Sint-Lodewijk
• Kruispunt Belgiek
• Voortuintjes 'de beuk'
• Fietsersbrug naar de Gavers (kant Gavers)
• Parking Guido Gezelle
• Pleintje Den Dries (Pontstraat/Kapel ter Rustestraat)
• Voortuintje school Molenhoek
• Kerk centrum (kant Hoogstraat)
• Gemeentelijk Depot (kant N36)
De kubussen zijn 1,5 x 1,5 x 1,5 meter. Deze worden op 30 maart 2020 geplaatst door de vrijetijdsdiensten als trigger. Op 7 april 2020 worden er banners in de kubussen gehangen met meer informatie over het evenement. Na afloop van het evenement worden deze meteen verwijderd, op maandag 11 mei 2020.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de publiciteitscampagne voor KuBuS goed te keuren. De kubussen blijven staan van 30 maart 2020 tot en met 11 mei 2020.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Wijziging openingsuren OC d'Iefte - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het voorstel van nieuwe openingsuren van het secretariaat van de cultuurdienst goed te keuren.
Motivering
Momenteel wordt de werking van het secretariaat van de cultuurdienst verzekerd door drie personen, samen goed voor 1,99 VTE:
• Marie-Claire Berton, 0,74 VTE
• Nancy Deleersnyder, 0,75 VTE
• Stefanie Viaene, 0,50 VTE
Tijdens de openingsuren van het secretariaat wordt het onthaal verzekerd doordat volgens de werkroosters steeds minstens één van de drie personen fysiek aanwezig is op het secretariaat. Hierbij wordt ook rekening gehouden met verlof, eventuele afwezigheid wegens ziekte, vormingen en bijscholingen en vergaderingen op verplaatsing van de medewerkers.
Eind juni 2020 gaat Marie-Claire Berton met pensioen en wordt niet vervangen op het secretariaat van de cultuurdienst. De taken van Marie-Claire zullen in afwachting van een meer overkoepelende vrijetijdswerking (zoals deze moet resulteren uit de lopende doorlichting van de vrijetijdsdiensten) verdeeld worden onder de resterende twee medewerkers op het secretariaat van de cultuurdienst. Stefanie Viaene zal voor die bijkomende taken ook meer ruimte krijgen eenmaal haar administratieve taken inzake evenementen voor rekening van de evenementencoach komen.
De invulling van het onthaal op het secretariaat met 2 personen (1,25 VTE) in plaats van 3 personen (1,99 VTE) vereist dat ook de openingsuren opnieuw bekeken worden. Daarbij nog steeds rekening houdend met verlof, eventuele afwezigheid wegens ziekte, vormingen en bijscholingen, vergaderingen op verplaatsing en met de vaststelling dat klanten van de cultuurdienst meer en meer digitaal communiceren, kan overwogen worden om de openingsuren van het secretariaat van de cultuurdienst te verminderen waarbij de onthaaluren kunnen ingevuld worden door de twee resterende personeelsleden op het secretariaat van de cultuurdienst. Bij het voorstel van de nieuwe openingsuren werd maximaal rekening gehouden met de klanten en de momenten waarop de meeste klanten langskomen.
De huidige openingsuren:
Maandag | 8.30 u - 12.00 u 13.00 u - 17.00 u |
Dinsdag | 8.30 u - 12.00 u 13.00 u - 18.00 u |
Woensdag | 8.30 u - 12.00 u 13.00 u - 17.00 u |
Donderdag | 8.30 u - 12.00 u 13.00 u - 18.00 u |
Vrijdag | 8.30 u - 12.00 u 13.00 u - 17.00 u |
Zaterdag | Gesloten |
Zondag | Gesloten |
Voorstel toekomstige openingsuren (vanaf 16 maart 2020):
Maandag | 8.30 u - 12.00 u |
Dinsdag | 8.30 u - 12.00 u 13.00u - 17.00 u |
Woensdag | 13.00 u - 17.00 u |
Donderdag | 8.30 u - 12.00 u 15.00 u - 19.00 u |
Vrijdag | 8.30 u - 12.00 u |
Zaterdag | Gesloten |
Zondag | Gesloten |
De aanwezigheid en de uurroosters van de personeelsleden van het secretariaat van de cultuurdienst zullen in overleg met het clusterhoofd interne zaken en de personeelsdienst worden afgestemd op deze gewijzigde openingsuren.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het voorstel voor nieuwe openingsuren van de cultuurdienst goed te keuren:
Maandag | 8.30 u - 12.00 u |
Dinsdag | 8.30 u - 12.00 u 13.00 u - 17.00 u |
Woensdag | 13.00 u - 17.00 u |
Donderdag | 8.30 u - 12.00 u 15.00 u - 19.00 u |
Vrijdag | 8.30 u - 12.00 u |
Zaterdag | Gesloten |
Zondag | Gesloten |
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Bouw zwembad - vraag Anzegem voor tussenkomst bij vervanging Ploeterput - weigering
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een standpunt in te nemen voor wat betreft de vraag van de gemeente Anzegem om financieel bij te dragen bij de aanleg van een nieuwe speelzone op het Ommersheimplein ter vervanging van de vroegere "Ploeterput".
Motivering
Via het clusterhoofd Gemeentelijke Infrastructuur van de gemeente Anzegem werd de vraag gesteld of de gemeente Deerlijk bereid is voor 50 % tussen te komen in de kosten voor de aanleg van een nieuw speelpleintje ter hoogte van het nieuwe zwembad. Er wordt hiervoor verwezen naar de samenwerkingsovereenkomst voor de bouw van het zwembad, in het bijzonder naar de bepaling "Anzegem en Deerlijk dragen, elk voor de helft, alle kosten die voortvloeien uit huidige overeenkomst" in artikel 5.
Het nieuwe speelpleintje komt ter vervanging van het speelpleintje dat aanwezig was op de plaats van het huidige nieuwe zwembad, de zogenaamde Ploeterput.
Er werd een offerte bezorgd voor het leveren en plaatsen van drie speeltoestellen voor een totaal bedrag van 24.000 euro inclusief btw. Aan de gemeente Deerlijk wordt dus gevraagd om voor 12.000 euro bij te dragen.
De dienst ruimte is van mening dat het voorzien van een nieuw speelpleintje geen deel uitmaakt van de samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot de bouw van het nieuwe zwembad en verleent hiervoor een negatief advies op basis van volgende motivatie:
• De staat van de Ploeterput die aanwezig was vóór de bouw van het zwembad staat niet in verhouding met de nieuwe speeltoestellen die nu worden voorzien.
• De aanleg van een nieuw speelpleintje maakte geen deel uit van de opdracht voor de bouw van het zwembad (inclusief gedeelte omgevingsaanleg).
• De gemeente Deerlijk betaalde reeds een vergoeding voor de projectgrond waarop het zwembad werd gerealiseerd.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om niet in te gaan op de vraag van de gemeente Anzegem voor het verlenen van een tussenkomst van 50 % in de kosten voor de aanleg van een nieuw speelpleintje aan het Ommersheimsplein, ter vervanging van de vroegere Ploeterput.
Zitting van CBS van 04 MAART 2020
Belasting op woningen, kamers, gebouwen of andere woongelegenheden opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - behandeling bezwaarschrift
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.