DEERLIJK

30 SEPTEMBER 2020

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

Louis Vanderbeken, schepen verlaat de zitting vanaf punt C.2.

Louis Vanderbeken, schepen vervoegt de zitting vanaf punt C.3.

Sandra De Leeuw-Goussey, schepen verlaat de zitting vanaf punt C.33.

Sandra De Leeuw-Goussey, schepen vervoegt de zitting vanaf punt C.34.

Bert Schelfhout, schepen vervoegt de zitting vanaf punt C.35.

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 23 september 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 23 september 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 23 september 2020 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

BBO De KIM & De SAM - aanstelling personeel schooljaar 2020-2021 - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 4 ja-stemmen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Heraanleg wegenis op diverse plaatsen - voorlopige oplevering en vrijgave gedeeltelijke borgtocht - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorlopige oplevering en de vrijgave van de gedeeltelijke borgtocht van de opdracht “Heraanleg wegenis op diverse plaatsen” goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 14 augustus 2019 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Heraanleg wegenis op diverse plaatsen -” aan nv Wegeniswerken Adiel Maes, Brugsebaan 2 te 8810 Lichtervelde tegen het nagerekende offertebedrag van 173.119,71 euro excl. btw of 209.474,84 euro incl. 21 % btw (36.355,13 euro btw medecontractant).

 

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019/15.

 

De aannemer nv Wegeniswerken Adiel Maes, Brugsebaan 2 te 8810 Lichtervelde heeft aan zijn verplichtingen voldaan.

 

Op 5 maart 2020 werd het getuigschrift van goede uitvoering der werken opgesteld.

 

De eerste helft (4.330,00 euro) van borgtocht nr. 726935478992 van 8.660,00 euro mag worden vrijgegeven.

 

De waarborgtermijn werd in het bestek vastgesteld op 12 maanden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Andere:
  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van 750.000,00 euro niet).
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Adviezen

 

De deskundige werken in uitbesteding verleent positief advies voor de voorlopige oplevering.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

De opdracht “Heraanleg wegenis op diverse plaatsen” wordt voorlopig opgeleverd.

Artikel 2

 

De eerste helft (4.330,00 euro) van borgtocht nr. 726935478992 van 8.660,00 euro mag worden vrijgegeven.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Voorlopige inschrijving op een bepaald adres - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Voorlopige inschrijving op een bepaald adres - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Grafconcessie - bijzetting en hernieuwing - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Hernummering en toekenning huisnummers Heestertse steenweg 11 tem 19 - wijziging adres Otegemse steenweg 116 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen de goedkeuring om:

 

          een perceel, nu met adres Otegemse steenweg 116, voortaan het adres Heestertse steenweg 13, toe te kennen;

          een hernummering door te voeren in de Heestertse steenweg 11 tem 15;

          de huisnummers Heestertse steenweg 11 tem 19 (opnieuw) toe te kennen.

 

Motivering

 

Het college  van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 8 juli 2020 een omgevingsvergunning af, voor het slopen van de bestaande bebouwing en het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met bijgebouw, op een perceel gelegen Otegemse steenweg 116.

 

Deze eigendom (die gelegen is achterliggend de woningen langs de Otegemse steenweg en de Heestertse steenweg) ontsluit via een oprit in erfdienstbaarheid op de Heestertse steenweg.  Aansluitend op deze toegangsweg, zal een oprit en toegangspad naar carport en voordeur worden aangelegd.  De brievenbus - die nu nog langs de Otegemse steenweg staat - zal verplaatst worden naar de toegangsweg langs de Heestertse steenweg.

 

Bijgevolg is de dienst burgerzaken van mening dat een volledige wijziging van adres hier aangewezen is. 

 

De eigenaars van de eigendom, de heer en mevrouw Nolf-Verkaemer, zijn vragende partij, en gaan akkoord met de voorgestelde wijziging van adres.  De bewijzen omtrent de erfdienstbaarheid werden door betrokkenen voorgelegd.

 

Omdat er momenteel niet voldoende huisnummers vrij en beschikbaar zijn, en om verwarring en moeilijkheden te vermijden, dringt een hernummering zich op.

 

Vervolgens moeten de huisnummers Heestertse steenweg 11 tem 19 volledig herzien en opnieuw toegekend worden.

 

Ondertussen zullen 2 loten bouwgrond, waar tot op heden geen huisnummer aan toegekend werd, ook van een huisnummer worden voorzien.

 

De eigenaars en bewoners van de woningen gelegen Heestertse steenweg 11 en Heestertse steenweg 15 werden door middel van een gemotiveerd schrijven op de hoogte gebracht op 7 september 2020.

 

Volgende opmerkingen werden geformuleerd:

 

          extra kosten: aanpassing identiteitskaart en rijbewijs, nieuwe nummering op de brievenbus en woning;

          algemene stappen te ondernemen bij een adreswijziging: verwittigen instanties...

 

De dienst burgerzaken begrijpt het ongenoegen van de bewoners doch stelt voor de hernummering te laten doorgaan omwille van volgende redenen:

 

          Bij een officiële administratieve adresverandering levert Bpost een tijdelijke gratis doorzendservice van 3 maanden.  Er wordt aangeraden om gedurende 1 jaar naast het nieuwe huisnummer het oude huisnummer - doorhaald weliswaar - te vermelden.

          Na bijwerking in het Rijksregister is het nieuwe adres via de Kruispuntbank zichtbaar voor alle openbare instanties zoals mutualiteit, pensioendienst, belastingdiensten,...  Verschillende andere instanties zoals Eandis, Brandweer Fluvia, De Watergroep, Lokale Politie, Rode Kruis, Proximus, Telenet en Bpost worden door onze diensten verwittigd.

          De lokale overheid heeft de plicht om een vlotte verkeersdoorstroming te voorzien en de veiligheid van haar inwoners te bevorderen   Een hernummering wordt dan ook steeds uitgevoerd in het belang van de bewoners.  Als de noodzaak tot hernummering zich opdringt, zijn de kosten voor de bewoners meestal heel beperkt.  De chip van een identiteitskaart kan gratis worden aangepast.  Op een rijbewijs en internationaal paspoort staat geen adres vermeld.

          Tenslotte dient de dienst burgerzaken erop toe te zien dat de huisnummering correct opgevolgd en uitgevoerd wordt en is zij van mening dat alle dossiers op een gelijke manier dienen behandeld te worden.  Cfr. hernummering Heulselaan van 21 november 2018 en hernummering Oude Heerweg van 27 februari 2019.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 31 maart 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende wijziging van adres, hernummering en toekenning van huisnummers, goed te keuren en door te voeren.

 

OUD ADRES

NIEUW ADRES

LOT BOUWGROND

Heestertse steenweg 11

Otegemse steenweg 116

Heestertse steenweg 13

 

Heestertse steenweg 11

Heestertse steenweg 15

LOT BOUWGROND

Heestertse steenweg 17

Heestertse steenweg 15

Heestertse steenweg 19

 

Artikel 2

 

De huisnummers dienen aangebracht te worden op de hoofdtoegang die uitgeeft op de openbare weg.  De huisnummers dienen duidelijk zichtbaar te zijn vanaf de openbare weg.

 

Artikel 3

 

De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing.  De gebruikelijke diensten en nutsmaatschappijen zullen van huidige beslissing in kennis gesteld worden.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Afvoering van ambtswege - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Selectieprocedure innovator burger en welzijn (B4-B5) - afsluiting kandidatuurstellingen - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Deskundige vrijetijdspromotie - aanstelling in contractueel verband voor onbepaalde duur - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 5 ja-stemmen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

          Leiedal - verslag van de Raad van Bestuur van 11 september 2020

          Gaselwest - verslag van Regionaal Bestuurscomité Centrum van 6 februari 2020

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Think Pink - lintjescampagne tegen borstkanker - medewerking - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de lintjescampagne ten voordele van Think Pink te steunen door één of meerdere lintjesboxen te adopteren.

 

Motivering

 

In hun mail van 14 september 2020 vraagt Think Pink aan de gemeente om tijdens de periode van 1 oktober tot 31 december 2020 lintjes te verkopen aan 1 euro/lintje of een persoonlijke actie te organiseren ten voordele van Think Pink en zo de strijd tegen borstkanker te steunen.

 

De lintjesboxen kunnen gratis besteld worden.

 

In zitting van 5 juni 2013 heeft het college van burgemeester en schepenen beslist om zich te engageren als Think Pink-gemeente. Dit betekent dat de gemeente jaarlijks een sensibiliseringsactie organiseert en de inwoners van de gemeente overtuigt om in te gaan op de uitnodiging van het bevolkingsonderzoek. Bovendien organiseert een Think Pink-gemeente jaarlijks 1 actie om de strijd tegen borstkanker in de kijker te zetten.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Art. 183, 221, § 1 en 223 van de Algemene Politieverordening

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit via haar eigen communicatiekanalen de burgers op de hoogte te brengen van het Bevolkingsonderzoek borstkanker van de Vlaamse Overheid.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit 4 gratis lintjesboxen aan te vragen en de lintjes in de maand oktober via de dienst burgerzaken, het gemeenschapscentrum en de bibliotheek ter beschikking te stellen van de bezoekers.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Opname nieuwe straatbeelden van ontbrekende wegsegmenten - voetgangerszones en vrijliggende fietspaden - toelating CycloMedia - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om toelating te verlenen aan de firma CycloMedia om ook over vrijliggende fietspaden en voetgangerszones te mogen rijden voor de opname van nieuwe 360° camerabeelden.

 

Motivering

 

Het bedrijf CycloMedia Technologie B.V. stond in maart 2020 in voor de opname van nieuwe 360° beelden van Deerlijk. Op enkele locaties waren bepaalde wegsegmenten toen niet toegankelijk voor de camerawagen omwille van bijvoorbeeld wegenwerken of andere obstakels op de weg.

 

Rond eind augustus en/of in september 2020 zou deze firma in onze regio alle ontbrekende wegsegmenten komen inventariseren om de beelden te vervolledigen. Hun planning liet deze voorziene timing niet toe waardoor ze ten vroegste op 1 oktober 2020 kunnen starten met de inventarisatie, afhankelijk van de weersomstandigheden. Daarom moet de toelating vernieuwd worden voor de periode van oktober.

 

Dit kadert in de regionale aankoop van nieuwe straatbeelden (en orthofoto) die vanuit Leiedal georganiseerd wordt.

 

Voor de volledigheid van de beelden is het aangewezen dat het voertuig met de camera’s in voetgangerszones en op vrijliggende fietspaden mag rijden om de ontbrekende wegsegmenten te kunnen inventariseren. Het voorstel is om het bedrijf de toelating te geven om uitzonderlijk de verkeersborden te negeren.

 

          Geldigheid:van 1 oktober 2020 tot en met 31 oktober 2020;

          Weggedeelten:wegen, fietspaden en voetwegen in de gemeente Deerlijk;

          Werkzaamheden:het maken van 360° foto’s in de gemeente Deerlijk.

 

In de tijdelijke vergunning die aan CycloMedia gegeven wordt, worden volgende bepalingen en voorwaarden opgenomen:

 

"Hierbij verlenen we u, voor de uitvoering van de werkzaamheden, toelating om de bepalingen van het reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg te negeren voor het berijden van voetgangerszones en fietspaden in de gemeente Deerlijk, onder de volgende voorwaarden:

1)      De toelating wordt verleend voor de herkenbare auto die de werkzaamheden voor CycloMedia Technologie B.V. uitvoert.

2)      De veiligheid van het verkeer dient onder alle omstandigheden te zijn gewaarborgd.

3)      De houder van de toelating rijdt op de fietspaden stapvoets en defensief.

4)      De houder van de toelating berijdt alleen voetpaden en voetgangerszones als er geen alternatief is. Hij verleent voorrang in deze gebieden aan voetgangers.

5)      De houder van de toelating is verplicht om de schriftelijke toelating op vraag te tonen aan medewerkers van de politie en/of de wegbeheerder.

6)      Bij het niet of niet volledig nakomen van de voorwaarden van deze toelating vervalt de geldigheid ervan zonder dat voorafgaand opzeggen of intrekken heeft plaatsgehad.

7)      De houder van de toelating is verplicht alle aanwijzingen van de politie en daartoe bevoegde ambtenaren op te volgen.

8)      De gemeente Deerlijk zal geen enkele financiële aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele claims van derden, als gevolg van het gebruik van deze toelating.

9)      De ontheffing is geldig van 1 oktober tot en met 31 oktober 2020."

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om aan het bedrijf CycloMedia Technologie B.V. de toelating te geven om tijdelijk in voetgangerszones en op vrijliggende fietspaden te rijden voor de opname van nieuwe 360° beelden.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Zwembad - offertes en raamcontracten - week 40 - 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de offertes met betrekking tot bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk goed te keuren.

 

Motivering

 

FARYS/TMVW legt offertes voor bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk steeds ter goedkeuring voor aan beide gemeenten.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft hiertoe het budgethouderschap.

 

Volgende offertes voor bestellingen worden ter goedkeuring voorgelegd:

 

          Lotec, offerte 20170029.5.014:

          meerwerken 2 trainingslijnen instructiebad, op aangeven van beide sportdiensten: 1.973,85 euro, excl. btw

 

Volgende nieuwe raamcontracten worden ter goedkeuring voorgelegd: niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

Eénmalige kosten: 1.973,85 euro, excl. btw,

(waarvan aandeel Deerlijk: 986,925 euro, excl. btw)

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de offertes voor de bestellingen en nieuwe raamcontracten, zoals hierboven aangegeven, goed te keuren in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Premie jeugdverenigingen - werkjaar 2019-2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de basispremie voor de Deerlijkse jeugdverenigingen goed te keuren en de eenmalige verhoging van 30 % die voorzien worden vanuit de ontvangen middelen uit het Vlaams noodfonds corona, ter ondersteuning van de verenigingen.

 

Motivering

 

De gemeenteraad besliste in zitting van 9 juli 2020 om het behoud van de basissubsidie voor verenigingen voor werkjaar 2020 goed te keuren als maatregel van het Corona-relanceplan.

 

De toe te kennen werkings- en basissubsidie voor werkjaar 2020 wordt berekend als een gemiddelde van de ontvangen werkings- en basissubsidies die de respectievelijke vereniging mocht ontvangen voor de voorbije drie werkjaren.

 

 

De gemeenteraad besliste in zitting van 9 juli 2020 ook om een éénmalige verhoging van de werkingssubsidies 2020 voor verenigingen goed te keuren.

 

De toe te kennen verhoging van de werkings- en basissubsidies voor werkjaar 2020 wordt berekend als 30 % van het gemiddelde van de ontvangen werkings- en basissubsidies die de respectievelijke vereniging mocht ontvangen voor de voorbije drie werkjaren.

 

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Beslissing gemeenteraad, zitting 9 juli 2020, Corona-relanceplan - behoud basissubsidies verenigingen

          Beslissing gemeenteraad, zitting 9 juli 2020, Corona-relanceplan - éénmalige verhoging werkingssubsidies en nominatieve toelagen

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

          Basissubsidie 2020

 

Raming of bedrag

15.500 euro

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB / 0750-00 / 64910019

Visum

Geen visum

 

          Eenmalige verhoging basissubsidie 2020

 

Raming of bedrag

4.650 euro

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

Ontvangen middelen Vlaams Noodfonds corona

Visum

Geen visum

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met de uitbetaling van de premies aan de diverse jeugdverenigingen als volgt:

 

Naam vereniging

Financieel verantwoordelijke

Adres

Rekening-

nummer

Premie

KSA Tijlsbond

Robbe Degroote

Waregemstraat 85

8540 Deerlijk

BE63 7512

0359 0108

2.223,47 euro

Chiro Joeki

Niene Ryckoort

Desselgemstraat 81

8540 Deerlijk

BE50 7785

0357 1818

3.390,59 euro

Scouts & Gidsen Deerlijk

Pauline Calcoen

Achterstraat 31

8540 Deerlijk

BE43 7384

0809 6301

5.407,89 euro

13+ werking

Rune Mahieu

 

Kerkstraat 227

8540 Deerlijk

BE27 7380

2240 2473

853,19 euro

Chiro Iris

Matthias Demeyere

Otegemstraat 126

8540 Deerlijk

BE56 8601

1399 5388

3.278,08 euro

Chiro De Nieuwe Generatie

Matthias Demeyere

Otegemstraat 126

8540 Deerlijk

BE56 8601

1399 5388

2.956,54 euro

Jeugd Rode Kruis Deerlijk

Femke De Beuf

Hazewindstraat 21

8540 Deerlijk

BE26 7384

2231 9329

2.040,24 euro

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Plaatsen werfhekkens op openbaar domein - theatervoorstelling Beweging.net - 25 november 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor het tijdelijk plaatsen van werfhekkens ter promotie van de theatervoorstelling 'Fractie van een seconde', georganiseerd door Beweging.net in samenwerking met het Deerlijks Vormingswerk.

 

Motivering

 

In hun mail van 8 september 2020 vraagt Beweging.net of de gemeente werfhekkens kan voorzien in functie van het ophangen van banners ter promotie van hun theatervoorstelling 'Fractie van een seconde' op 25 november 2020 in OC d'Iefte.

 

Beweging.net lijst daarvoor volgende locaties in Deerlijk op:

          kruispunt Molenhoek

          parking kerk Sint- Lodewijk

          kerk Sint- Columba

          Statie Deerlijk

          nieuwe brandweerkazerne Belgiek

 

Bij eerdere aanvragen van organisatoren om herasopstellingen met spandoeken te voorzien, ter promotie van hun evenement met, werden volgende locaties door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd:

          kruispunt Molenhoek

          recht tegenover kerk Sint-Lodewijk

          kerk centrum (kant Hoogstraat)

          kruispunt Belgiek

          Statie (dicht bij de overweg)

 

Om een wildgroei van dergelijke herasopstellingen, in aanvulling van de gemeentelijke roosters, te vermijden, adviseren de gemeentediensten om enkel opstellingen door de gemeente te voorzien op bovenstaande vijf reeds eerder goedgekeurde, strategisch in het oog springende locaties.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit Beweging.net medewerking te verlenen ter promotie van hun evenement door herasopstellingen te voorzien op volgende locaties, en dit vanaf 11 november tot en met 25 november 2020:

          kruispunt Molenhoek

          recht tegenover kerk Sint-Lodewijk

          kerk centrum (kant Hoogstraat)

          kruispunt Belgiek

          Statie (dicht bij de overweg)

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Kinderboerderij Bokkeslot - Boerderijterras - 10 tot 11 oktober 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Op 16 september 2020 werd een aanvraag ingediend door Kinderboerderij Bokkeslot vzw voor volgend evenement:

 

Naam evenement

Boerderijterras

Organisator

Kinderboerderij Bokkeslot vzw

Datum

10 - 11 oktober 2020

Plaats

Kinderboerderij - Tapuitstraat Deerlijk

 

Motivering

 

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

 

          Maatregelen genomen om het evenement Covid-veilig te maken

 

De Covid-event scan werd uitgevoerd. Covid-veiligheidslabel: groen.

De organisator biedt de bezoekers van de kinderboerderij de kans om buiten, in een afgebakende zone, te genieten van een hapje en een drankje.

De algemene corona-maatregelen worden als volgt toegepast: registratieplicht bij aankomst; begeleiding van de bezoeker middels eenrichtingsverkeer en aangeduide looppaden; maximale afstand tussen tafels en bezoekers wordt gerespecteerd; mondmaskerplicht; maximale handhygiëne en ontsmettingsmogelijkheden worden voorzien. Toepassing van het horeca-protocol: bezoekers worden enkel aan tafel bediend, zelfbediening is niet mogelijk.

 

2. De evenementen-/veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:

 

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

 

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

 

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

 

Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits er twee verantwoordelijken aangesteld worden. De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein. De andere verantwoordelijke houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

 

Artikel 2

 

De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Procedure Evenementen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Op donderdag 24 september 2020 vond een vergadering plaats met de noodplanningsambtenaar, evenementencoach, clusterhoofd vrije tijd, afvaardiging van PZ Gavers, clusterhoofd burger en welzijn, de burgemeester en algemeen directeur.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de genomen maatregelen inzake de aanpassing van de aanvraagprocedure voor evenementen.

 

Motivering

 

Vele verenigingen gingen de voorbije weken op zoek naar alternatieven om een kleinschaliger, corona-vrij evenement op poten te zetten.

Hierdoor worden de evenementencoach, de noodplanningsambtenaar en bij uitbreiding de vrijetijdsdiensten, dagelijks gecontacteerd en om advies gevraagd betreffende de verschillende mogelijkheden en de specifieke toepassing van de huidige corona-maatregelen inzake het organiseren van een evenement.

 

Het correct toepassen van deze maatregelen veroorzaakt immers onzekerheden en twijfels bij de Deerlijkse verenigingen, wat herhaaldelijk leidt tot een verkorte aanvraagtermijn waarbinnen beslist moet worden of de activiteit al dan niet de goedkeuring krijgt.

De standaard-aanvraagtermijn van 60 kalenderdagen wordt niet langer gerespecteerd en bijgevolg de vooropgestelde adviestermijn bij de lokale veiligheidsdiensten ook niet.

 

Bovendien wordt er momenteel in het kader van risicobeheersing ook aan organisatoren van privé-initiatieven of evenementen die op privé-domein doorgaan, gevraagd om melding te maken van hun activiteit wanneer de maximale capaciteit van 200 bezoekers wordt bereikt mits toevoeging van de covid event scan als toelichting van de toepassing van de maatregelen.

 

Tijdens het overleg van afgelopen donderdag 24 september 2020, werd besloten dat het bestaande concept niet langer toereikend is en dient afgestemd te worden op de huidige maatschappelijke situatie.

 

De evenementencoach zal bijkomende informatie uitwerken en ter beschikking stellen van de verenigingen, inzake de correcte toepassing en interpretatie van de corona-maatregelen.

D.i., een stroomdiagram dat bepaalt welke regels en protocollen van toepassing zijn volgens type evenement; een aangepast invulformulier met expliciete verwijzing naar de CERM en concrete toepassing van de maatregelen; aangepast formulier voor het melden van een privé-initiatief (≥ 200 pax). Bovendien wordt met de vrijetijdsdiensten verder bekeken welke initiatieven er kunnen genomen worden om de Deerlijkse verenigingen te ondersteunen.

Daarnaast zullen de bestaande, gemeentelijke communicatiekanalen intensief aangewend worden om de geldende procedure en termijnen opnieuw bekend te maken. Tevens zullen ook de adviesraden ingeschakeld worden om hun leden opnieuw te informeren.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Engagementsverklaring voor projectvoorstel Kasselrijbeek binnen Water-Land-Schap - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een engagementsverklaring voor het project Kasselrijbeek binnen het project Water-Land-Schap, goed te keuren.

 

Motivering

 

Via Leiedal kreeg de gemeente op 1 september 2020 de melding dat in het kader van de "Blue Deal" van minister Demir extra budgetten waren vrijgemaakt specifiek om waterlandschapsprojecten in verband met infiltratie en waterconservatie te ondersteunen.

 

Omdat het voorstel voor dergelijke projecten al op 4 september 2020 moest worden ingediend, heeft Leiedal de vrijheid genomen om zelf een voorstel rond de Kasselrijbeek uit te schrijven en in te dienen.

 

Dit voorstel heeft drie hoofdpunten :

          Herprofilering van de Kasselrijbeek binnen ecologisch parkgebied in Vichte.

          Water opvangen in functie van Boomkwekerij Van Colen in Deerlijk.

          Inrichting van oeverstroken (Anzegem / Deerlijk).

 

De inrichting van oeverstroken omvat het inrichten van reststukken grond langsheen de Kasselrijbeek in eigendom van gemeente of provincie die ontstaan zijn na het rechttrekken van de Kasselrijbeek in de jaren '80. Deze percelen zijn gelegen tussen de Vichtesteenweg en de E17. Voor Deerlijk werden deze stukjes grond overgedragen aan de provincie.

 

Op 16 september 2020 werd het ingediende projectvoorstel van de Kasselrijbeek goedgekeurd door de jury.

 

Het definitieve projectvoorstel dient ingediend te worden ten laatste op 4 oktober 2020. Een akkoord of engagementsverklaring vanuit de betrokken gemeenten dient deel uit te maken van dit definitieve projectvoorstel.

 

Concreet worden de drie projecten rond de Kasselrijbeek begroot op 200.000 euro waarvan 140.000 euro of 70 % gesubsidieerd zal worden.

 

Voor het deelproject rond Boomkwekerij Van Colen engageert Boomkwekerij Van Colen zich om het restbedrag na subsidie op zich te nemen.

 

De gemeente Deerlijk zal in deze eerder een flankerende rol spelen. De financiële gevolgen voor de gemeente zijn nog niet gekend, maar zullen dus beperkt zijn.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zich te engageren en zijn volledige medewerking te verlenen aan het door Leiedal ingediende projectvoorstel rond de Kasselrijbeek in het kader van het overkoepelende project Water+Land+Schap.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Renovatiepremie eigenaar-bewoner - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Vergunning FANC - ioniserende straling - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de oprichtings- en exploitatievergunning voor een inrichting van klasse III met betrekking tot ioniserende straling van de firma Bekaert NV (Bekaert Technology Center), Oude Heerweg 5 te 8540 Deerlijk, verleend door het federaal agentschap voor nucleaire controle (FANC).

 

Motivering

 

Aan de firma Bekaert NV (Bekaert Technology Center), Oude Heerweg 5 te 8540 Deerlijk, werd door het FANC op 22 september 2020 een vergunning verleend voor het in bezit houden en het uitbaten van de volgende toestellen:

Type toestel

aantal

Toepassing

Max. topspanning

Industrieel X-stralen toestel

1

Inspectie

160 kV

Industrieel X-stralen toestel

1

X-stralenfluorescentie

60 kV

Industrieel X-stralen toestel

1

X-stralen fotoelektron spectroscopie (XPS)

20 kV

Rasterelektronenmicroscoop (SEM)

2

Analyse

30 kV

 

De vergunning werd verleend voor 15 jaar, tot 21 september 2035.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de oprichtings- en exploitatievergunning voor een inrichting van klasse III met betrekking tot ioniserende straling van de firma Bekaert NV (Bekaert Technology Center), Oude Heerweg 5 te 8540 Deerlijk, verleend door het federaal agentschap voor nucleaire controle (FANC).

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Omgevingsvergunning - 2020.83 - Vichtesteenweg 135 - beslissing deputatie - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing over de aanvraag tot omgevingsvergunning, ingediend door Tom Kiekens namens BRUYNEEL BVBA gevestigd Vichtesteenweg 135 te 8540 Deerlijk.  Het betreft een aanvraag tot het afkoppelen van hemelwater en de heraanleg van verhardingen (Dupl.2020005757), op een perceel gelegen Vichtesteenweg 135, 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Op 10 september 2020 heeft de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen de volgende beslissing genomen: Voorwaardelijk vergund

 

De omgevingsvergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:

          De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II en titel III van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

          Bijzondere voorwaarden:

          Voor de lozing van bedrijfsafvalwater met gevaarlijke stoffen (rubriek 3.4.1°b)) via KWSafscheider in de openbare riolering (DWA) van de Vichtesteenweg, gelden volgende bijzondere lozingsnormen:

          P t : 10 mg/l

          Cr t : 500 μg/l

          Cu t : 500 μg/l

          Pb t : 500 μg/l

          Ni t : 500 μg/l

          Zn t : 2000 μg/l

          De lozing van potentieel verontreinigd hemelwater van de vloeistofdichte pistes (=bedrijfsafvalwater) in RWA (rubriek 3.4.2°) moet gebeuren via een KWS-afscheider met coalescentiefilter.

          In afwijking van art 4.2.5.1.1., § 1 van Vlarem II dient het bedrijf geen meetgoot te plaatsen. Een controleinrichting bestaande uit een controleput wordt voldoende geacht.

Verifieer dit rechtsgeldig elektronisch ondertekend document van 26 blz op code.esignflow.be met verificatiecode 9871-5701-7600-5327.

          Een gedetailleerd rioleringsplan met aanduiding van de KWS-afscheider met coalescentiefilter en met aanduiding van de controleput dient te worden bezorgd aan de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen en aan VMM, Afdeling Ecologisch Toezicht, Zandvoordestraat 375. 8400 Oostende uiterlijk binnen de 3 maand na het verlenen van de vergunning.

          In afwijking van art. 5.15.0.6. § 1 van Vlarem worden volgende exploitatie-uren toegestaan:

De openingsuren van de shop zijn van maandag tot zaterdag van 6 u tot 19 u, op zondag is de shop gesloten.

Het tanken van brandstof kan 24u op 24u en 7d op 7d. LPG kan enkel getankt worden wanneer de exploitant van het tankstation of zijn aangestelde aanwezig is bij het tankstation, nl. tijdens de openingsuren van de shop.

De self-carwash is toegankelijk van 7u tot 22u.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
  • Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
  • Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en zijn bijlagen
  • Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de beslissing (Voorwaardelijk vergund) van de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Omgevingsvergunning - 2020.136 - Sint-Elooistraat 2 - beslissing deputatie - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing over de aanvraag tot omgevingsvergunning, ingediend door Karel Casier namens CASIER RECYCLING NV gevestigd Sint-Elooistraat 2 te 8540 Deerlijk.  Het betreft een vereenvoudigde aanvraag bij een schroothandelaar, op een perceel gelegen Sint-Elooistraat 2, 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Op 10 september 2020 heeft de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen de volgende beslissing genomen: Voorwaardelijk vergund

 

De omgevingsvergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarde:

          De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
  • Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en zijn bijlagen
  • Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de beslissing (Voorwaardelijk vergund) van de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

OMV 2020_135 - Oliebergstraat 113 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van de bestaande halfopen eengezinswoning, op een perceel gelegen Oliebergstraat 113 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 173 K2 aangevraagd door Simon Struyve namens Montis BV met als contactadres Oliebergstraat 120 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  25 september 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De tijdelijke afwerking van de zijgevel van de woning Oliebergstraat 111 moet, na een jaar na de sloop, vervangen worden door aan afwerking in kwalitatieve en duurzame materialen indien geen nieuwbouwproject vergund is.

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldaan worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddelliijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Asbesthoudend afval moet met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Sint Lodewijk centrum, goedgekeurd op 1 september 2011, met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Oliebergstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving wordt gekenmerkt door in hoofdzaak eengezinswoning en verspreid kleinschalige handelszaken en diensten. De woningen in de omgeving bestaan in hoofdzaak uit woning opgebouwd uit één of twee bouwlagen met hellende dakconstructies.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Op het perceel van de aanvrager bevindt zich een halfopen eengezinswoning, aangebouwd aan de linkerzijde tegen de woning Oliebergstraat 111 die eveneens eigendom is van de aanvrager. De woning bestaat uit één bouwlaag met zolderverdieping met 2 aangebouwde nevenvolumes (aan de zijkant en aan de achterzijde).

De aanvrager opteert ervoor om de bestaande woning te slopen en het perceel bouwrijp te maken voor een nieuw op te richten woning waarvoor een aparte procedure doorlopen zal worden. De onbebouwde situatie van het perceel zal slechts van tijdelijke aard zijn waardoor de bouwheer opteert om de vrijgekomen zijgevel tijdelijk te beschermen tegen weersinvloeden (bouwfolie).

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.  Aangezien de aanpalende eigendom van dezelfde eigenaar is als de aanvrager diende in het kader van de adviesvraag niemand aangeschreven te worden

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP Sint-Lodewijk centrum, meer bepaald aan de voorschriften van de zone 5, zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het RUP gezien geen bepalingen opgenomen zijn aangaande de sloop, de bestemming van het perceel behouden blijft, het bebouwingspercentage minder dan 40 % zal bedragen en het terrein bouwrijp gemaakt zal worden voor een nieuwbouw woonproject.

 

In de algemene voorschriften is opgenomen dat steeds gestreefd moet worden naar ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid en aandacht voor ondermeer de beeldkwaliteit. De aanvrager voorziet de afwerking van de vrijgekomen zijgevel te beperken tot een tijdelijke bescherming tegen weersinvloeden vanuit de motivatie dat een nieuwe realisatie zal volgen. Aangezien deze nieuwbouw geen deel uitmaakt van voorliggende aanvraag en bijgevolg geen garanties zijn dat dit effectief ingediend wordt op korte termijn dient, in functie van de kwaliteit van het straatbeeld opgenomen te worden dat de tijdelijke afwerking, indien geen nieuwbouwproject vergund is, na een jaar na sloop vervangen moet worden door een afwerking van de wachtgevel in kwalitatieve en duurzame materialen.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oliebergstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking tot het slopen van een verouderde woning met de bedoeling plaats te maken voor een nieuw op te richten woning zodat de aanvraag zich functioneel zal inpassen. Aangezien de aanvraag geen deel uitmaakt van een gesloten straatwand zal de sloop op zich geen negatieve impact hebben op het bestaande straatbeeld, mits een voldoende afwerking van de te creëren wachtgevel. Het beperken van de impact wordt ook gecreëerd door het behouden van de aanwezige beplanting op het perceel.

In functie van de afwerking van het terrein en het beperken van mogelijke hinder dienen echter wel volgende voorwaarden nageleefd te worden:

-          Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

-          Er moet voldaan worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

-          Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

-          Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

-          Asbesthoudend afval moet met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Simon Struyve namens Montis BV met als contactadres Oliebergstraat 120 te 8540 Deerlijk, voor het slopen van de bestaande halfopen eengezinswoning, op een perceel gelegen Oliebergstraat 113 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 173 K2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De tijdelijke afwerking van de zijgevel van de woning Oliebergstraat 111 moet, na een jaar na de sloop, vervangen worden door aan afwerking in kwalitatieve en duurzame materialen indien geen nieuwbouwproject vergund is.

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldaan worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Asbesthoudend afval moet met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

OMV 2020_137 - Heuvelstraat 2 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Heuvelstraat 2 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 129 S aangevraagd door Decock - Bossuyt wonende Heuvelstraat 2 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  25 september 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 september 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 december 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning (wijziging).

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 september 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een bergplaats aan de woning. De vergunning werd geschorst op15 oktober 1976 en ingetrokken door het college op 22 oktober 1976.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 juli 1978 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de bestaande garage.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 6 februari 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een tuinhuis achter de bestaande garage.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Heuvelstraat, een voldoende uitgeruste doodlopende gemeenteweg in het zuiden van de gemeente. De omgeving wordt gekenmerkt door halfopen en gekoppelde ééngezinswoningen met één of twee bouwlagen en een hellend dak. Het perceel van de aanvrager (490 m²) is bebouwd met een halfopen woning met een hoofdvolume van één bouwlaag en daarachter een nevenvolume met een plat dak en een vrijstaande garage met een hellend dak.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een bestaande woning. Het bestaande achterbouwvolume (keuken en berging/wasruimte) wordt gesloopt en wordt vervangen door een nieuw volume. Het bestaande te slopen volume is ingeplant op de linkerzijperceelsgrens, heeft een breedte van 4,75 m op een diepte van 8 m. Het nieuwe volume wordt eveneens ingeplant op de linkerzijperceelsgrens maar beslaat nu nagenoeg de volledige breedte van de woning, zijnde een breedte van 9 m op een diepte van 3,37 m. Het nieuwe volume wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van maximaal 3,45 m. Hiervoor dient de scheidingsmuur opgetrokken te worden. Het nieuwe gedeelte wordt ingericht als deel van de keuken en als eethoek. De gevels van deze uitbouw worden afgewerkt in een rood gevelmetselwerk identiek aan het bestaande metselwerk en het schrijnwerk bestaat uit antraciet aluminium. Aan de bestaande woning worden geen structurele wijzigingen uitgevoerd behoudens het optimaliseren van de verbinding tussen het bestaande gelijkvloers en de nieuwe uitbouw. De zone waar de gesloopte constructie niet heropgetrokken wordt blijft behouden als verharde ruimte en wordt ingericht als terras.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden op 17 augustus 2020 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan zijnde de voorschriften voor woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van de bestaande eengezinswoning met behoud van deze functies zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Heuvelstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: de plaatsing van een hemelwaterput is niet verplicht evenwel voorziet de aanvrager een extra regenwaterput te plaatsen van 5.000 liter met hergebruik, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 1.600 liter en een referentieoppervlakte van 4,32 m², er wordt geen bijkomende verharding voorzien. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een bestaande eengezinswoning met behoud van deze functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De werken bevinden zich aan de achterzijde van de woning zodat het bestaande straatbeeld niet geschaad wordt. Het nieuwe volume sluit veel compacter aan bij de bestaande woning waardoor de relatie met de tuin geoptimaliseerd wordt en de tuinzone op een kwalitatievere manier ingericht kan worden. Het volume beantwoordt qua gabarit aan de algemeen geldende normen. Het materiaalgebruik is traditioneel en sluit harmonisch aan bij het bestaande te behouden hoofdvolume. Het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein blijft behouden zodat de aanvraag geen impact zal hebben op de mobiliteit.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Decock - Bossuyt wonende Heuvelstraat 2 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Heuvelstraat 2 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 129 S.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

OMV 2020_3 - Wijmelbeekstraat 15 en Windmolenstraat 7 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verkavelen van grond in 1 lot voor woningbouw, op een perceel gelegen Wijmelbeekstraat 15 en Windmolenstraat 7 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 142 B5 aangevraagd door de heer David Martens wonende Kerkstraat 25/A te 9220 Hamme.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 25 september 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt:Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

-          De achteruitbouwstrook mag maximaal voor 40 % verhard worden.

-          De dakvorm van het hoofdvolume van de woning dient verplicht hellend te zijn, enkel een gelijkvloerse uitbouw aan de achterzijde kan voorzien worden met een plat dak.

-          Dakuitbouwen mogen maximaal 1,50 m breed (per gevelbreedte) zijn.

-          De afstand tot de zijperceelsgrens bedraagt 3 m voor de gedeelten van 1 bouwlaag en 4 m voor de gedeelten van twee bouwlagen.

-          De minimale kroonlijsthoogte voor de woning wordt uit de voorschriften gesloten.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Molenhoek, wijziging A, goedgekeurd 7 oktober 1987 met als bestemming zone voor wonen, halfopen of open bebouwing.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op29 februari 1968 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 oktober 1973 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een tuinhuis op 12 m achter de woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langs zowel de Wijmelbeekstraat als de Windmolenstraat, beide voldoende uitgeruste gemeentewegen. Op het perceel is reeds een vrijstaande eengezinswoning aanwezig met vrijstaand bijgebouw. De woning is geënt op de Wijmelbeekstraat. De omgeving wordt gekenmerkt door een residentiële bebouwing van het vrijstaande bebouwingstype. De woningen in de omgeving bestaan hoofdzakelijk uit volumes van één bouwlaag met een hellend dak.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de eigendom te verkavelen teneinde aan de achterzijde van het perceel, zijnde de kant die paalt aan de Windmolenstraat nog een bijkomend lot te gaan realiseren. Het nieuwe lot zal vanaf de rooilijn met de Windmolenstraat een diepte hebben van 33,50 m en heeft een breedte van 16,80 m. Het lot zal een oppervlakte hebben van 562,67 m². Het overgebleven deel van het perceel met de bestaande woning heeft nog een oppervlakte van 962,39 m² en wordt uit de aanvraag gesloten.

Het nieuwe lot is bestemd voor de bouw van een vrijstaande eengezinswoning met beperkte nevenfunctie. De bouwzone wordt ingeplant op 6 m achter de rooilijn, op 3 m van beide zijperceelsgrenzen en met een maximale bouwdiepte van 15 m op gelijkvloers en 12 m op de verdieping. In de voorschriften is opgenomen dat het gabarit van de woning kan bestaan uit maximum 2 bouwlagen met een vrije dakvorm waarbij de kroonlijsthoogte minimaal 5,50 m en maximaal 6 m bedraagt, de dakhelling maximaal 45° is en de nokhoogte maximaal 12 m kan bedragen. Bijgebouwen zijn toegelaten tot maximaal 40 m², verhardingen moeten beperkt worden tot de terrassen, toegangspaden en opritten, zwembad en/of vijvers kunnen een oppervlakte hebben van maximaal 40 m² en afsluitingen bestaan uit levende hagen of palen met draad.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 7 mei 2020 tot 5 juni 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Molenhoek, wijziging A.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Minimale kavelbreedte voor vrijstaande woningen bedraagt 20 m

De kavelbreedte van het lot bedraagt 16,78 m

Vrije zijstrook bedraagt minimaal 4 m

Vrije zijstrook bedraagt 3 m

Bijgebouw max. 30 m²

Bijgebouw max. 40 m²

 

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de maximaal te bebouwen oppervlakte minder dan 250 m² of 33 % bedraagt, de bouwzone ingeplant is op minder dan 10 m van de rooilijn, de afstand tot de achterkavelgrens meer dan 8 m bedraagt, de bouwdiepte op het gelijkvloers minder dan 25 m bedraagt en deze op de verdieping maximaal 12 m is, de kroonlijsthoogte lager is dan 6,50 m, twee bouwlagen toegelaten zijn, de hoogte van het bijgebouw beantwoordt aan het maximale gabarit voorzien in het BPA.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op afmetingen en inplanting van constructies zodat een afwijking overwogen kan worden.

De aanvraag heeft betrekking op een bestaande perceelsstructuur qua breedte. Op diezelfde breedte is langs de andere zijde van het perceel eveneens een vrijstaande eengezinswoning opgetrokken die voldoende kwaliteiten heeft. Een perceelsbreedte van 16,78 m is binnen de huidige normen zeker voldoende breed om een kwalitatieve woning op te richten met voldoende tuinzone. De afwijking inzake de kavelbreedte kan bijgevolg als beperkt beoordeeld worden.

Het BPA voorziet een vrije zijstrook van 4 m. In de voorschriften is opgenomen dat de vrije zijstrook 3 m kan bedragen. Teneinde de impact op de aanpalende percelen te beperken en te voldoen aan de in de gemeente gangbare normen kan akkoord gegaan worden met een vrije zijstrook van 3 m voor de gedeelten van één bouwlaag met dak maar moeten de gedeelten van twee bouwlagen met dak zich wel tot op 4 m van de zijperceelsgrenzen bevinden. Onder deze voorwaarde kan akkoord gegaan worden met de gevraagde afwijking.

Een bijgebouw met een oppervlakte van 40 m² behoort op heden tot de gangbare normen, is ook de norm voor de vrijstelling van de vergunning en het maximale bouwkader samen met een bijgebouw van 40 m² creëert een nog kleiner bebouwingspercentage dan het maximaal toegelaten in het BPA. 

De afwijkingen kunnen bijgevolg, mits het opleggen van een bijkomende voorwaarde, positief beoordeeld worden.

 

Teneinde voor het overige conform te zijn met de voorschriften van het BPA dienen nog volgende voorwaarden opgelegd te worden:

-          De achteruitbouwstrook mag maximaal voor 40 % verhard worden

-          De dakvorm van het hoofdvolume van de woning dient verplicht hellend te zijn, enkel een gelijkvloerse uitbouw aan de achterzijde kan voorzien worden met een plat dak.

-          Dakuitbouwen mogen maximaal 1,50 m breed (per gevelbreedte) zijn

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Windmolenstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De verkavelingsaanvraag omvat geen aanleg van nieuwe verkeerwegen noch tracéwijziging, verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijk verkeerswegen. Een beslissing van de gemeenteraad is bijgevolg niet nodig.

Voor de uitrusting van de verkaveling is geen uitbreiding van de nutsvoorzieningen noodzakelijk zodat de opmaak van een verkavelingsovereenkomst niet nodig is.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Aangezien er geen nieuwe wegenis aangelegd wordt moeten er in de verkaveling geen collectieve voorzieningen geïnstalleerd worden. Het betreft een beperkte verkaveling zijnde het creëren van één bijkomend lot en bij de bouw van een woning op dat lot zal voldaan moeten worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Niet van toepassing

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het creëren van een bouwlot voor een eengezinswoning in een omgeving die gekenmerkt wordt door eengezinswoningen zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De typologie van een vrijstaande woning sluit perfect aan de typologie van de aanpalende woningen en de woningen in de ruimere omgeving. Het voorzien van een beperkte nevenfunctie is eveneens niet storend. De verkaveling voorziet een inplanting op een soortgelijk voorbouwlijn als de aanpalende woningen. De bouwdiepte is standaard evenals de afstanden tot de zijkavelgrenzen. Het gabarit wordt in de voorschriften vastgelegd op 2 bouwlagen met een hellende dakvorm zoals voorzien in het geldende BPA. In de verkavelingsvoorschriften is naast een maximale kroonlijsthoogte ook een minimale kroonlijsthoogte van 5,50 m opgenomen. Dit laat echter niet toe dat de woning volledig of zelfs deels uit 1 bouwlaag en een dak bestaat terwijl dit gabarit overheerst in de omgeving. De minimale kroonlijsthoogte dient bijgevolg uit de voorschriften verwijderd te worden zodat een woning kan ontworpen worden met een gabarit dat maximaal aansluit bij de verschijningsvormen uit de omgeving. De verharding in de voortuinstrook wordt beperkt en de afsluitingen dienen uitgevoerd te worden in levend groen aansluitend bij de voortuinstroken bij de aanpalende eigendommen. De verkaveling zal zich bijgevolg voldoende integreren in zijn omgeving.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen ingediend zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:
    1.          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
    2.          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.
    3.          Het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid.
    4.          Het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020 betreffende de maatregelen getroffen voor de omgevingsvergunningsprocedures en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer David Martens wonende Kerkstraat 25/A te 9220 Hamme, voor het verkavelen van grond in 1 lot voor woningbouw, op een perceel gelegen Wijmelbeekstraat 15 en Windmolenstraat 7 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 142 B5 , mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

-          De achteruitbouwstrook mag maximaal voor 40 % verhard worden.

-          De dakvorm van het hoofdvolume van de woning dient verplicht hellend te zijn, enkel een gelijkvloerse uitbouw aan de achterzijde kan voorzien worden met een plat dak.

-          Dakuitbouwen mogen maximaal 1,50 m breed (per gevelbreedte) zijn.

-          De afstand tot de zijperceelsgrens bedraagt 3 m voor de gedeelten van 1 bouwlaag en 4 m voor de gedeelten van twee bouwlagen.

-          De minimale kroonlijsthoogte voor de woning wordt uit de voorschriften gesloten.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

OMV 2020_125 - Marie de Plothostraat 17 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met vrijstaand bijgebouw en het rooien van een hoogstamboom, op een perceel gelegen Marie de Plothostraat 17 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 310 V4 en (afd. 1) sectie B 311 N aangevraagd door de heer Rudy Eggermont met als contactadres Hoogstraat 147 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  25 september 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: . Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        de niet-waterdoorlatende verharding dient te bestaan uit een kleinschalig materiaal in plaats van de voorziene polybeton.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van twee goedgekeurde niet-vervallen verkaveling:

-          Verkaveling 2079-15/2012.14 zoals oorspronkelijk goedgekeurd op 30 januari 2013 en waarvoor een wijziging goedgekeurd werd op 6 juni 2018.

-          Verkaveling 2079-16/2017.20 zoals goedgekeurd op 6 juni 2018.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 juli 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van de bestaande bebouwing.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 november 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 2 eengezinswoningen.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen in een tweede bouwlijn ten opzichte van de woningen van de Vichtestraat 3-7 en de woningen van de Marie de Plothostraat 16-18 en de woning Waregemstraat 116. De eigendom ontsluit rechtstreeks op de Marie de Plothostraat via een voormalige bouwkavel. Op de rechterzijperceelsgrens is een blinde gevel aanwezig van de aanpalende halfopen bebouwing. De omgeving wordt gekenmerkt door een diversiteit aan bebouwing met woningen van zowel het vrijstaande, halfopen als gesloten bebouwingstype.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst op het perceel een vrijstaande eengezinswoning en een bijgebouw op te trekken. De woning wordt ingeplant in het bouwkader zoals voorzien op het verkavelingsplan en bevindt zich op zijn smalst op 8 m van de oostelijke perceelsgrens, op 9 m van de zuidelijke perceelsgrens en op zijn smalst op 8 m van de westelijke perceelsgrens. De woning bestaat uit een hoofdvolume en aan de rechterzijde een aangebouwde garage en heeft een totale bouwbreedte van 21,40 m (hoofdvolume en garage samen). De bouwdiepte bedraagt 7,50 m voor het hoofdvolume en respectievelijk 7 tot 6 m voor de garage. Het hoofdvolume bestaat uit één bouwlaag met zadeldak met een helling van 45° en de aangebouwde garage bestaat uit één bouwlaag met plat dak. De kroonlijsthoogte van de woning en de hoogte van de garage bedraagt 3 m. De nokhoogte voor het hoofdvolume bedraagt 6,75 m. De woning bestaat op het gelijkvloers uit een inkomhal met toilet, een keuken met eetruimte, de zithoek, een polyvalente ruimte, een wasplaats/berging, een badkamer en slaapkamer. Op de verdieping worden 2 slaapkamers, een badkamer en een polyvalente ruimte ingericht. De woning wordt afgewerkt deels met een donkerrood genuanceerde façadesteen en deels met een zwarte rockpanelbeplating. De dakbedekking wordt voorzien in een roodgenuanceerde dakpan en het buitenschrijnwerk bestaat uit antracietgrijze aluminium.

In de tuinzone, tegen de gevel van het aanpalend gebouw op het perceel nummer 312D, wordt het tuinhuis ingeplant. Het heeft een breedte van 5,70 m op een diepte van 7 m. Het tuinhuis wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,80 m. De gevels van de tuinberging worden afgewerkt met een houten beplanking en het schrijnwerk bestaat uit antracietgrijze aluminium.

De toegang tot de woning vanaf de Marie de Plothostraat zal verhard worden met waterdoorlatende materialen met een breedte van 3 m. Links en rechts van deze verharding zal een groenzone aangelegd worden met een breedte van telkens ongeveer 3,50 m. De zijgevel (wachtgevel) van de naastliggende woning zal afgewerkt worden met een beige façadesteen. Er zal één hoogstamboom geveld worden gezien deze te dicht bij de woning staat. De overige bomen op het perceel blijven behouden. Aan de achterzijde en de linkerzijde van de woning wordt een verharding aangelegd in niet-waterdoorlatende materialen (polybeton) met een oppervlakte van ongeveer 54 m². De volledige zone voor de woning en de garage (tot aan de oostelijke perceelsgrens) en bijkomend nog 2 parkeerplaatsen worden verhard in dolomietverharding. In totaal wordt ongeveer 270 m² dolomietverharding voorzien.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden  op 7 augustus 2020 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient afgetoetst aan de voorschriften van de geldende verkavelingsvoorschriften.

De aanvraag is voor het perceel afdeling 1, sectie B, nummer 310V in overeenstemming met de voorzieningen van de verkavelingswijziging zoals goedgekeurd op 6 juni 2018 (VK 2079-15) gezien de private toegangsweg voorzien is op minimum 3 m van de aanpalende percelen, aan beide zijden van de weg groene zone ingericht is, de toegangsweg maximaal 4 m breed is, de verharding van de toegangsweg bestaat uit granulaten of klinkers/kasseien en langs de zijperceelsgrenzen streekeigen hagen of afsluitingen bestaand uit palen en draad met een maximale hoogte van 2 m voorzien kunnen worden.

 

De aanvraag is voor het perceel afdeling 1, sectie B, nummer 311N in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling zoals goedgekeurd op 6 juni 2018 (VK 2079-16) gezien de eigendom bestemd is voor het optrekken van 1 eengezinswoning met eventueel beperkte nevenfuncties, de afstand tot alle kavelgrenzen minstens 8 m bedraagt, de kroonlijsthoogte van de woning beperkt blijft tot 3 m, het gabarit bestaat uit een gelijkvloers volume met kamers onder dak, de dakhelling maximaal 45° is, zonnepanelen en dakvlakramen toegelaten zijn, het materiaalgebruik vrij is, een bijgebouw ingeplant moet worden op 1 m van de perceelsgrens of mits akkoord van de buren op de perceelsgrens, het bijgebouw een hoogte heeft van minder dan 3 m, de oppervlakte kleiner is dan 40 m², de materialen voor het tuinhuis vrij zijn, de afsluitingen bestaan uit streekeigen hagen of afsluitingen uit palen en groene draad met een hoogte van maximaal 2 m.

In de voorschriften is met betrekking tot de verhardingen opgenomen dat deze dienen te bestaan uit waterdoorlatende kleinschalige materialen of uit niet-waterdoorlatende kleinschalige materialen indien de afwatering op eigen terrein gebeurt. In het ontwerp is de niet-waterdoorlatende verharding voorzien in polybeton die afwatert in de naastliggende onverharde grond. Een polybeton kan echter niet aanzien worden als een kleinschalig materiaal waardoor in de voorwaarden opgenomen dient te worden dat de niet-waterdoorlatende verharding dient te bestaan uit een kleinschalig materiaal in plaats van de voorziene polybeton.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Marie de Plothostraat een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 5000 liter en een referentieoppervlakte van 7,21 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een vrijstaande eengezinswoning in een goedgekeurde verkaveling waardoor de aanvraag zich functioneel inpast. De inplanting van de woning voldoet aan de bepalingen van de verkaveling. De woning is beperkt qua volume en bevindt zich op voldoende afstand van de diverse aanpalende eigendommen zodat de impact tot het minimum beperkt wordt. Er wordt op eigen terrein voorzien in voldoende parkeergelegenheid zodat de impact op het aspect mobiliteit beperkt zal zijn. De aanvrager voorziet het maximale behoud van de bestaande bomen in functie van de inrichting van de private tuinzone. Het rooien van deze ene boom zal slechts een beperkte impact hebben. De verharding in de achteruitbouwstrook zoals voorzien in de verkaveling beperkt zich tot 50 % van de zone. Door de afwerking van de blinde gevel ter hoogte van de toegang zal de visuele impact op de Marie de Plothostraat beperkt worden. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Rudy Eggermont met als contactadres Hoogstraat 147 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met vrijstaand bijgebouw en het rooien van een hoogstamboom, op een perceel gelegen Marie de Plothostraat 17 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 310 V4 en (afd. 1) sectie B 311 N, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        de niet-waterdoorlatende verharding dient te bestaan uit een kleinschalig materiaal in plaats van de voorziene polybeton.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

OMV 2019.178 - Pontstraat 31 - beroep - hoorzitting en advies

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van het beroep dat ingesteld werd tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 17 juni 2020 betreffende een gedeeltelijke omgevingsvergunning voor het verbouwen van de bestaande woning en uitbreiden op de verdieping, op een perceel gelegen Pontstraat 31 en met als kadastrale omschrijving afd. 1, sectie B, nummer 532r, en te beslissen of het college gehoord wil worden.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft op 17 juni 2020 de omgevingsvergunning op naam van Robbe Van Espen, voor het verbouwen van de bestaande woning en uitbreiden op de verdieping, op een perceel gelegen Pontstraat 31 gedeeltelijk goedgekeurd.

 

De aanvrager heeft op16 juli 2020 tegen deze gedeeltelijke vergunning beroep aangetekend bij de deputatie.

 

De deputatie heeft op 14 augustus 2020 het beroep van de aanvrager ontvankelijk en volledig verklaard.

 

De beroepindieners hebben gevraagd om gehoord te worden. De hoorzitting zal doorgaan vermoedelijk op op 20 oktober 2020. Ook het college van burgemeester en schepenen zal uitgenodigd worden op de hoorzitting.

 

Overeenkomstig artikel 60 lid 2 van het omgevingsvergunningsdecreet en artikel 75 van het omgevingsbesluit beschikt het college van burgemeester en schepenen over een termijn van 50 dagen om advies uit te brengen over dit beroep.

 

De omgevingsambtenaar adviseert de motivering uit de weigeringsbeslissing te behouden.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van het ingestelde beroep.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist niet gehoord te willen worden in deze zaak.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit bij de motivatie van de weigeringsbeslissing te blijven.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Sint-Rochusstraat 28-30 - klacht bouwovertreding - aanpak - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Afsprakennota 2020-42 - Ruimtelijk onderzoek GO-Onderwijs - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de afsprakennota 2020-42, Ruimtelijk onderzoek GO-Onderwijs, goed te keuren.

 

Motivering

 

Vanuit het gemeenschapsonderwijs wordt momenteel onderzoek gevoerd naar de nieuwbouwmogelijkheden voor de school De Driesprong, eventueel gekoppeld aan een inbreidingsproject, en vraagt men de gemeente naar haar visie.

Gelet op de strategische ligging van de site is het wenselijk een kwalitatieve ontwikkeling te realiseren en hierbij de ondersteuning van Leiedal te vragen. Leiedal staat hierbij in voor het definiëren van de ruimtelijke voorwaarden voor de site van het GO-Onderwijs.

Het ruimtelijk onderzoek moet aandacht hebben voor ondermeer volgende elementen:

          Het creëren van kwalitatieve (bouw)inrichting van het terrein.

          Behoud van een betekenisvolle open en groene speelruimte op het terrein.

          Doorsteken voor de fietser en wandelaar inbedden in het ontwerp.

          Ruimtelijke integratie met omliggende wijken.

 

Hiervoor maakte Leiedal een afsprakennota op. Deze afsprakennota kadert in de zelfstandige groepering Leiedal.

 

De kosten (optimale procedure) worden geraamd op 3.142,68 euro

 

Aard werk

Aantal uren

Ereloon

Totaal

Projectleider

5

524,85 euro

 

Ontwerper

32

2.449,28 euro

3.142,68 euro

Tekenaar

2

111,34 euro

 

Secretariaat

1

57,21 euro

 

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

3.142,68 euro

Actie

overige beleid

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0600-00/21400000

Visum

nvt

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen keurt de afsprakennota 2020-42, Ruimtelijk onderzoek GO-Onderwijs goed.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Verrieststraat 1 - schrapping risicogrond - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te geven voor de schrapping van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen Verrieststraat 1, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving 2de afdeling, sectie E perceelsnummer 641 M.

 

Motivering

 

Op 22 september 2020 werd een elektronisch schrijven ontvangen van 't Boerenhuys (expertise in landelijk vastgoed). Het betreft een gemotiveerde verklaring tot schrapping van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen Verrieststraat 1, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving 2de afdeling, sectie E perceelsnummer 641 M.

 

Na een onderling overleg tussen de aanvrager en de dienst omgeving van de gemeente Deerlijk blijkt dat er in het verleden een foutieve interpretatie gegeven werd aan de totale hoeveelheid mazoutopslag. De totale hoeveelheid opslagen mazout werd bij de vergunning, voorwaardelijk goedgekeurd op 22 oktober 1998, vergroot met 5.000 liter tot een totaal van 15.000 liter. Die totale opgeslagen hoeveelheid van 15.000 liter past zowel in de oude Vlarem rubriek (17.3.6.1 b) als in de nieuwe Vlarem rubriek (17.3.2.1.1.1°b) binnen de klasse 3 zonder Vlarebo verplichtingen.

 

Op 23 september 2020 werd door de dienst omgeving - milieu een administratief onderzoek gevoerd waaruit blijkt dat er voldoende aangetoond wordt dat er in werkelijkheid geen Vlarebo-activiteiten hebben plaatsgevonden op het perceel in kwestie, waardoor het perceel kan geschrapt worden uit de gemeentelijke inventaris van risicogronden.

 

Er zijn geen externe adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 en § 3, 7° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 7, § 1 Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

          het advies van de dienst omgeving - milieu te volgen en het perceel  Verrieststraat 1, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving 2de afdeling, sectie E perceelsnummer 641 M, te schrappen als risicoperceel;

          deze beslissing over te maken aan OVAM.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2020/37 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2020/65 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Trage weg Oliebergstraat-Kappaert - af te schaffen trage wegen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een landmeter aan te stellen in het kader van het afschaffen van verschillende (delen van) trage wegen.

 

Motivering

 

In zitting van 3 juni 2020 besloot het college van burgemeester en schepenen de stad Harelbeke te laten weten geïnteresseerd te zijn in de aankoop van een strook grond van 5 meter breed voor het aanleggen van de trage weg Oliebergstraat - Kappaert.

Hiertoe dient het opmetingsplan van 5 september 2018 van de heer Degezelle te worden aangepast van 3 meter naar 5 meter. Door deze aanpassing is er nog een restperceel (het rode perceel met nummer 1 op het opmetingsplan) dat ook zou opgenomen worden als aan te kopen grond op het opmetingsplan.

In het kader van de verdere procedure tot aanleg van een nieuwe gemeenteweg (trage weg) zal aan de landmeter ook gevraagd worden een rooilijnplan op te maken. Eens deze bijhorende procedure zal doorlopen zijn, zal hij tenslotte ook een PV van afpaling moeten opmaken.

 

In dezelfde omgeving van de nieuw aan te leggen trage weg liggen andere trage wegen die in onbruik zijn geraakt. Gelet op de aanleg van de nieuwe trage weg en het feit dat de bestaande trage wegen in onbruik zijn geraakt, wordt voorgesteld de bestaande trage wegen (volgens de oude wetgeving 'buurtwegen' genoemd) af te schaffen. Bijgevolg moet aan de landmeter worden gevraagd om ook hiervoor een opmetingsplan op te maken alsook een waardebepaling op te maken van de betreffende percelen. Hij moet namelijk bepalen wat de meerwaarde van de percelen is ten gevolge van het afschaffen van deze buurtwegen.

 

In bijlage bevindt zich een plan van de af te schaffen wegen. Het betreft

          een deel van buurtweg 66

          een deel van buurtweg 64

          een deel van buurtweg 70

          buurtweg 86

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Art. 16, § 1 en 20, § 1 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

          kosten ivm nieuwe trage weg: 450,00 euro excl. BTW (reeds goedgekeurd)

          kosten ivm afschaffen trage wegen: 1.850,00 euro excl. BTW

Actie

Gelijkblijvend beleid - CBS

Jaarbudgetrekening

0190-00/61320100/GEMEENTE/CBS/IE-GEEN

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit landmeter bvba Bart Degezelle, Molendreef 33, 8570 Anzegem - Vichte, aan te stellen voor het opmaken van een opmetingsplan in het kader van het afschaffen van volgende trage wegen:

          een deel van buurtweg 66

          een deel van buurtweg 64

          een deel van buurtweg 70

          buurtweg 86

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Mobiliteitsdeskundige - samenwerking Anzegem - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de inhoudelijke verwachtingen van Deerlijk en Anzegem af te toetsen en gezamenlijk op zoek te gaan naar een mobiliteitsdeskundige.

 

Motivering

 

In de zoektocht naar een mobiliteitsdeskundige werd de mogelijkheid afgetoetst met het bestuur van Anzegem om gezamenlijk een aanwerving te organiseren. Hierdoor kan een voltijdse functie worden aangeboden, waarvan een halftijds contract in Deerlijk, en een halftijds contract in Anzegem.

 

A. Inhoud

 

Alvorens de modaliteiten van een effectieve gezamenlijke selectieprocedure te bekijken, werden eerst de inhoudelijke verwachtingen tegen elkaar afgewogen.

 

De verwachtingen zijn als volgt:

 

1)      1e fase - operationeel inwerken gericht op kennis- en ervaringsopbouw.

 

          opvolgen van de (beperkte) mobiliteitscommissie - praktisch organiseren/zetelen/opvolging beslissingen

          opvolgen meldingen en klachten

          volgen van een opleiding mobiliteit (traject van 3 jaar - 1 dag/week)

 

Door de halftijdse betrekking in elk bestuur, betekent het dat er ook keuzes dienen gemaakt te worden inzake de dingen die deze persoon in 1e fase niet zal kunnen opnemen. Dit betreft o.a.:

 

          opmaak signalisatievergunningen (op vandaag door politie, vanwaar echter ook het signaal komt dat de ruimte hiervoor beperkt is)

          uitvoeren en verwerken van verkeerstellingen (idem opmerking politie)

          controles op innames openbaar domein (zowel naar effectieve uitvoering van de inname als naar veiligheid zwakke weggebruikers)

 

2)      geleidelijke opbouw algemeen beleid (tijdens 3-jarige opleiding) en nichedossiers

 

          opmaak en opvolging mobiliteitsplan

          advisering verkavelingen / eigen infrastructuurprojecten inzake mobiliteitsaspecten

          uitwerken projecten rond duurzame mobiliteit en verkeersveiligheid

          opvolging vervoerregio

          fietspadendossiers

          ...

 

Concreet blijft er op middellange termijn een spanningsveld aanwezig om binnen een halftijdse functie de combinatie te realiseren inzake:

          dagelijkse operationele opvolging (klachten en meldingen, mobiliteitscommissie, verkeerstellingen, controle inname openbaar domein, verkeerstellingen, enz.)

          globale beleidsmatige dossiers en specifieke projecten

 

B. Praktisch

 

Het houden van een gezamenlijke aanwerving biedt een bijkomend voordeel voor de instroom, in die zin dat er een voltijdse functie kan aangeboden worden (zij het halftijds bij elk bestuur). Dit zou de procedure aantrekkelijker kunnen maken voor kandidaten die zich niet inschrijven omwille van een halftijdse betrekking.

 

Art. 196, § 1 Decreet Lokaal Bestuur biedt een juridische basis om samen met andere overheden een gezamenlijke werving en selectie te voorzien, en in voorkomend geval een gemeenschappelijke wervingsreserve aan te leggen.

 

Doordat Deerlijk vennoot is van Poolstok, kan van de expertise van Poolstok gebruik gemaakt worden om de procedure te voeren. Gezien Anzegem echter geen lid is, dient Deerlijk hier de kost op zich te nemen, en de helft door te factureren aan Anzegem.

 

C. Operationeel

 

Eens in dienst, zullen er voor de kandidaten onvermijdelijk ook een aantal moeilijkheden zijn doordat zij te maken zullen krijgen met twee verschillende werkgevers. Dit impliceert ook onvermijdelijk verschillen inzake personeelsbeleid, werkregime en voordelen (maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, tweede pensioenpijler e.d.).

 

Ook in de dagelijkse werking zullen er afspraken moeten gemaakt worden, onder meer over het dragen van de kosten van opleidingen, afstemmen van werkroosters e.d.

 

Tot slot is een verbreding van het takenpakket door een opwaardering naar een voltijds contract in dit verhaal geen optie.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de modaliteiten van een samenwerking met Anzegem en gaat akkoord met deze manier van aanwerven van een mobiliteitsdeskundige.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

Renovatie en nieuwbouw De Kim - de beuk - verdere aanpak subsidiedossier - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

OMV 2020_108 - Desselgemknokstraat 100 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor de hernieuwing en actualisatie van de vergunningstoestand van een bestaand bouwbedrijf, op een perceel gelegen Desselgemknokstraat 100 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 568 B2 aangevraagd door Johan Dheedene namens BOUWBEDRIJVEN DEWAELE NV gevestigd Desselgemknokstraat 100 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  24 september 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

 

        Het advies van de hulpverleningszone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

        De gevraagde afwijking op de artikelen 5.2.1.2 § 2 (weegbrug), 5.2.1.5 § 2 (plaatsen van een afsluiting) en 5.2.1.5 § 5 (aanleggen van een groenscherm)  van titel II van het Vlarem worden in het kader van voorliggende aanvraag gunstig geadviseerd.

        De overige algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

        Voor de rubriek 2.3.4.1.a)1°1°) wordt een vergunningstermijn van 2 jaar verleend, de overige rubrieken binnen de aanvraag worden vergund voor onbepaalde duur.

        Binnen die termijn van 2 jaar dient de exploitant aan te tonen aan de hand van emissiemetingen op de uitstoot van de verbrandingsinstallatie door een erkend labo dat deze installatie aan alle gestelde Vlarem-normen voldoet.

        De in het bedrijf aanwezige LVL platen (soort multiplex platen) dienen afzonderlijk te worden ingezameld en afgevoerd naar een vergund verwerker. Op die manier wordt er enkel onbehandeld houtafval verbrand in de installatie.

        Er mag enkel eigen onbehandeld houtafval verbrand worden. Er mag geen onbehandeld houtafval van derden aangevoerd worden.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming gebied voor milieubelastende industrie

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Prefadim - Dewaele, 4 september 2009 met als bestemming zone voor bedrijvigheid.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 juni 1985 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een montageloods.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 31 januari 1990 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een montageloods.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 11 maart 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een opslagloods.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 juni 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een loods.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 december 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een bedrijfsgebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 juni 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een nieuwe stockageplaats.

 

Relevante milieuvergunningen

 

Volgende milieu vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 24 juni 1971 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor een bedrijf voor prefabrikatiegebouwen met opslagplaatsen voor kunstharsen fenollijm, verf en vernis, stookolie en hout.

        milieuvergunning afgeleverd op 2 juni 1993 door het college van burgemeester en schepenen voor het hernieuwen van een bouwbedrijf.

        milieuvergunning gedeeltelijk gunstig afgeleverd op 21 juni 2001 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbaten van een bouwbedrijf.

        milieuvergunning afgeleverd op 13 oktober 2005 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het veranderen van een bouwbedrijf.

 

 

Relevante omgevingsvergunningen

 

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        omgevingsvergunning afgeleverd op 27 december 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een hoogspanningscabine bij een bestaand bedrijf.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is gelegen langsheen de Desselgemknokstraat in het noorden van de gemeente op een plaats waar de gemeenteweg de grens vormt tussen Deerlijk en Waregem. Het bedrijf van de aanvrager grenst aan de oostelijke kant aan enkele vrijstaande en gekoppelde ééngezinswoningen en aan de westelijke kant voornamelijk aan landbouwgronden. De overkant van de gemeenteweg, gelegen in Waregem, wordt gekenmerkt door enkele ééngezinswoningen en tussenliggend landbouwland.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft geen betrekking op een vergunningsplichtige stedenbouwkundige handeling

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De exploitant, Dewaele Bouwbedrijven, vraagt de hernieuwing en actualisatie van de milieuvergunning. Daarbij wordt een update gemaakt van de aanwezige toestellen en opslagplaatsen. De inrichting is een bedrijf gespecialiseerd in houtskeletbouw. In de ateliers en loodsen van Dewaele in Deerlijk vindt de volledige productie plaats van houtskeletwoningen.

 

De hernieuwing wordt gevraagd voor:

  • transformator (rubriek 12.2.1.)
  • garagewerkplaats (rubriek 15.2.)
  • brandstofverdeelinstallatie (rubriek 6.5.1.)

 

De wijziging en/of uitbreiding wordt gevraagd voor:

  • lozen van bedrijfsafvalwater (rubriek 3.1.1. – niet langer van toepassing)
  • lozen van huishoudelijk afvalwater (rubriek 3.3. – niet langer van toepassing - < 600 m³/jaar)
  • parkeren van bedrijfsvoertuigen (rubriek 15.1.1.)
  • compressoren en koelinstallaties (rubriek 16.3.2.a.)
  • opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten (rubriek 17.1.2.1.1.)
  • opslag van gevaarlijke stoffen Xn, Xi, C, O (rubriek 17.3.3.2. – niet langer van toepassing)
  • opslag van licht ontvlambare vloeistoffen (rubriek 17.3.4.2. – niet langer van toepassing)
  • opslag van ontvlambare vloeistoffen (rubriek 17.3.5.1. – niet langer van toepassing)
  • opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (rubriek 17.3.2.1.1.1.b.)
  • opslag van brandbare vloeistoffen (rubriek 17.3.7.1. – niet langer van toepassing)
  • houtbewerkingstoestellen (rubriek 19.3.2.a.)
  • chemisch behandelen van hout (rubriek 19.4.1.)
  • opslag van hout in een lokaal (rubriek 19.6.1.a.)
  • metaalbewerkingstoestellen (rubriek 29.5.2.1.a.)
  • stookinstallaties (rubriek 43.1.2.b.)

 

De aanvraag betreft de volgende nieuwe rubrieken:

  • opslag en verbranding van onbehandeld houtafval (rubriek 2.3.4.1.a.1.1.)
  • opslag van bijtende vloeistoffen (rubriek 17.3.4.1.a.)
  • opslag van schadelijke vloeistoffen (rubriek 17.3.6.1.a.)
  • opslag van vloeistoffen die op lange termijn gevaarlijk zijn voor de gezondheid (rubriek

17.3.7.1.a.)

  • opslag van vloeistoffen die gevaarlijk zijn voor het aquatisch milieu (rubriek 17.3.8.1.)
  • opslag van gevaarlijke vloeistoffen in verpakkingen van max. 30 liter of 30 kg (rubriek 17.4.)
  • opslag van hout in open lucht (rubriek 19.6.1.b.)

 

De exploitant vraagt eveneens een  afwijking van de volgende sectorale voorwaarden:

        artikel 5.2.1.2 § 2 : verplichting tot het plaatsen van een weegbrug

        artikel 5.2.1.5 § 2 : het ontoegankelijk maken van het bedrijfsterrein

        artikel 5.2.1.5 § 5 : het plaatsen van een groenscherm

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

2.3.4.1.a)1°1°

opslag en verbranding van onbehandeld houtafval:

(82)houtverbrandingsinstallatie van 700 kW

(80)houtafvalbreker van 58,6 kW (Nieuw)

0,758 mW

2

6.5.1°

(102)1 brandstofverdeelinstallatie (Hernieuwing)

1 verdeelslang

3

12.2.1°

(179)transformator van 400 kVA (Hernieuwing)

400 kVA

3

15.1.1°

- 21 voertuigen tot een totaal van 9 voertuigen (Verandering)

9 voertuigen

3

15.2.

(12)smeerput (Hernieuwing)

1 smeerput

3

16.3.2°a)

- 2,2 kW tot een totaal van 38,3 kW (Verandering)

38,3 kW

3

17.1.2.1.1°

- 460 liter tot een totaal van 880 liter (Verandering)

880 liter

3

17.3.2.1.1.1°b)

- 2.000 liter tot een totaal van 15.000 liter [= 12.750 kg] (Verandering)

12,75 ton

3

17.3.4.1°a)

(1)bovengrondse opslag van 2 x 1.000 liter drenkproduct (Nieuw)

2 ton

3

17.3.6.1°a)

(1)bovengrondse opslag van 2 x 1.000 liter drenkproduct (Nieuw)

2 ton

3

17.3.7.1°a)

(1)bovengrondse opslag van 2 x 1.000 liter drenkproduct (Nieuw)

2 ton

3

17.3.8.1°

(1)bovengrondse opslag van 2 x 1.000 liter drenkproduct (Nieuw)

2 ton

3

17.4.

opslag van 1.650 liter gevaarlijke producten in verpakkingen van max. 30 liter of 30 kg

(3)bovengrondse opslag van roestwerende verf: max. 100 liter

(4)bovengrondse opslag van verf-verdunner: max. 100 liter

(5)bovengrondse opslag van wasbenzine: max. 50 liter

(34)bovengrondse opslag van PU-houtlijm, PU-schuim, hout- en steenlijm, EPDM-lijm: max. 1.000 liter

(120)opslag van silicone-tubes en parketlijm: max. 100 liter

(147)opslag van houtlijm: max. 300 liter (Nieuw)

1650 liter

3

19.3.2°a)

+ 127,33 kW tot een totaal vermogen van 539,02 kW (Verandering)

539,02 kW

2

19.4.1°

- 1.500 liter tot een totaal van 13.000 liter (Verandering)

13 ton/jaar

3

19.6.1°a)

-4.600 m³ tot een totaal van 400 m³ (Verandering)

400 m³

3

19.6.1°b)

opslag van max. 500 m³ hout verspreid over de ganse site, in totaal varieert dit naargelang de stockpositie van 100 tot 500 m³:

(9)opslag van hout en voorwerpen uit hout, gestockeerd onder afdaken of in loodsen en werkplaatsen

(26)opslag van bouwmaterialen – LVL, vezelplaten, gipsplaten, isolatieplaten en dakhout

(90)opslag van bouwmaterialen: glas, isolatie, folies, gips en houtplaten

(93)opslag van bouwmaterialen: gips-platen, houtvezelplaten, dakvensters, zoldertrappen

(110)opslag bouwmaterialen voor binnenafwerking: deuren, kassementen

(112)opslag van hout voor binnenafwerking (Nieuw)

500 m³

3

29.5.2.1°a)

metaalbewerkingstoestellen: + 27,13 kW tot een totaal van 37,55 kW (Verandering)

37,55 kW

3

43.1.2°b)

- 346,5 kW tot een totaal vermogen van 700 kW (Verandering)

700 kW

2

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 26 juni 2020 tot 25 juli 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 18 juni 2020. De adviesinstantie bracht op 26 juni 2020 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

‘Gunstig voor zover voldaan wordt aan de algemene reglementeringen (bv. ARAB,                             CODEX, AREI, VLAREM, …) en normeringen’

 

Openbare Vlaamse Afalstoffenmaatschappij werd om advies verzocht op 18 juni 2020. De adviesinstantie bracht op 10 juli 20 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

De OVAM adviseert GUNSTIG voor de omgevingsvergunningsaanvraag van Dewaele Bouwbedrijf voor:

Activiteit

Max. opslagcapaciteit

(meest aangewezen) Rubriek

Opslag en verbranding van

onbehandeld houtafval

380 m³

2.3.4.1.a.1.1

De OVAM verleent een GUNSTIG advies voor de gevraagde afwijking van:

  • Weegbrug;
  • Omheining.

Wat betreft de afwijking van het groenscherm geeft de OVAM geen advies, maar                                           verwijst naar de lokale overheid als deskundige.

Vergunningstermijn en voorwaarden

De omgevingsvergunning kan worden toegekend voor een periode van 2 jaar, mits                             voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

Algemene milieuvoorwaarden van VLAREM II:

Hoofdstuk 4.1: algemene voorschriften.

Sectorale milieuvoorwaarden van VLAREM II:

o        Inrichtingen voor de verwerking van afvalstoffen – algemeen:

afdeling 5.2.1, artikel 5.2.1.1 tot en met 5.2.1.9;

o        Voorwaarden voor verbrandings- en meeverbrandingsinstallaties van biomassa-afval: subafdeling 5.2.3bis4

Bijzondere exploitatievoorwaarden:

o        Er mag enkel eigen onbehandeld houtafval verbrand worden; houtafval van derden of niet verontreinigd behandeld houtafval mag niet verbrand worden: dit laatste moet afgevoerd worden naar een vergund verwerker.

o        Er mag enkel verbrand worden wanneer de warmte wordt hergebruikt.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Prefadim-Dewaele zoals goedgekeurd bij MB van 4 september 2009

 

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het BPA gezien in deze aanvraag geen stedenbouwkundige handelingen aangevraagd worden. De aanvraag betreft enkel de hernieuwing en actualisatie van de milieuvergunningstoestand. Het bestaande bedrijf ligt volgens het BPA in een zone voor bedrijvigheid zodat deze aanvraag voldoet aan de voorschriften.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Desselgemknokstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Effecten op het watersysteem

Het betreft de hernieuwing en de uitbreiding/aanpassing van een vergunde inrichting. Er

worden geen verharde oppervlaktes (verhardingen en/of overdekte constructies) bijgeplaatst.

  • Bedrijfsafvalwater: de exploitatie heeft geen watervragend productieproces. Er zijn geen bedrijfsactiviteiten die water nodig. Zodoende wordt er geen bedrijfsafvalwater geloosd.
  • Huishoudelijk afvalwater: Het huishoudelijk afvalwater is afkomstig van de sanitaire installaties. Voor de toiletten en de lavabo’s wordt er leidingwater gebruikt.

De inrichting is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied, wat betekent dat de riolering gepland is of dat de riolering aanwezig is maar nog niet aangesloten is op een

waterzuiveringsinstallatie. Gezien er minder dan 600 m³/jaar wordt geloosd, is de lozing van huishoudelijk afvalwater niet vergunningsplichtig.

 

Effecten op de mobiliteit

Organisatie van het personenverkeer van en naar het bedrijf.

In de inrichting zijn 66 werknemers tewerkgesteld, waaronder 51 arbeiders, waarvan ongeveer de helft op de site werkt en de andere helft op de werven en 15 bedienden.

Het personenverkeer (hoofdzakelijk personeelsleden) van en naar de onderneming gebeurt

voornamelijk met personenwagens, de bromfiets, de fiets of het openbaar vervoer.

Gebruikte mobiliteitsmiddelen voor goederentransport (aan- en afvoerfrequenties)

  • aanvoer grond- en hulpstoffen:

        aanvoer: per vrachtwagen en bestelwagens

        gemiddeld 3 à 4 voertuigbewegingen per dag

  • afvoer afgewerkte producten:
  • afvoer: met bestelwagens en vrachtwagens
  • gemiddeld 5 à 6 voertuigbewegingen per dag

Tijdstippen van aan- en afvoer grondstoffen en/of afgewerkte producten:

  • tijdens de weekdagen: 7h00u – 19h00
  • tijdens het weekend: geen aan- en afvoer

Openingsuren showroom:

o        tijdens de weekdagen: enkel op afspraak

o        tijdens het weekend: zaterdagnamiddag, anders op afspraak

 

Effecten op geluid en trillingen

Als potentiële bron voor geluid zijn er het af- en aanrijden van de beleverende vrachtwagens, alsook productiemachines. Gezien de aard van de activiteit zijn geen bronnen van trillingen aanwezig. De machines staan opgesteld binnen in de bedrijfsgebouwen, waardoor het geluid naar de omgeving toe tot een minimum wordt beperkt. Bovendien wordt steeds gewerkt met

gesloten poorten waardoor de effecten op de omgeving van geluid tot een minimum beperkt worden.

 

Effecten op de bodem

Het bedrijf is geen risicobedrijf voor het veroorzaken van bodemverontreiniging.

De gevaarlijke producten die worden opgeslagen zijn voorzien van voldoende

gedimensioneerde lekbakken om bodem- en grondwaterverontreiniging tegen te gaan.

Het overgrote deel van de opslag van gevaarlijke producten betreft opslag in kleine

verpakkingen van minder dan 30 liter of 30 kg.

De mazouttank die aanwezig is, is dubbelwandig. Het betreft 1 bovengrondse

dubbelwandige tank. Tenminste om de 3 jaar zal er een beperkt onderzoek uitgevoerd worden op de tank. Het tanken gebeurt ter hoogte van een overdekte betonverharding.

Om calamiteiten zo snel mogelijk aan te pakken is absorptiemateriaal in de inrichting

aanwezig.

 

Effecten met betrekking tot afval(verwerking).

Volgende afvalstoffen worden geproduceerd in de inrichting:

8        houtafval (houtkrullen, houtstof): 300 m³ per jaar dat verwerkt wordt in eigen verbrandingsinstallatie

9        gemengd afval: 1 container om de 3 weken opgehaald via erkende ophaler

10    ijzerschroot: 6 ton per jaar afgevoerd naar erkende verwerker

11    met huishoudelijk afval vergelijkbaar bedrijfsafval: wekelijkse huis-aan-huis ophaling

12    steenafval: 1 container per jaar afgevoerd naar erkende verwerker

13    glasafval: 1 container per jaar afgevoerd naar erkende verwerker

 

Deze afvalstoffen worden op regelmatige tijdstippen naar een vergunde, erkende verwerker

afgevoerd. Het productieafval (houtafval: houtkrullen, houtstof) wordt verbrand in de eigen

houtverbrandingsinstallatie. Het betreft hier een mengsel van onbehandeld houtafval en niet verontreinigd behandeld houtafval.

De warmte die ontstaat wordt gerecupereerd voor de verwarming van de gebouwen.

Er worden jaarlijks emissiemetingen uitgevoerd op de houtverbrandingsinstallatie.

Er is een silo van 360 m³ aanwezig voor de opslag van het houtafval. De beoordeling van de uitstoot van de houtverbrandingsinstallatie wordt verder besproken bij het onderdeel “luchtemissies”.

 

Effecten op de lucht (luchtemissies)

Het productieafval (houtafval: houtkrullen, houtstof) wordt verbrand in de eigen

houtverbrandingsinstallatie. De warmte die ontstaat wordt gerecupereerd voor de verwarming van de gebouwen. Er wordt hoofdzakelijk in de winterperiode verwarmt.

Er werd een houtverbrandingsinstallatie van 785 kW geplaatst. De installatie alsook de

bijhorende installaties en voorzieningen werden geplaatst in een afzonderlijk lokaal, naast de

silo. Het houtmateriaal (de houtsnippers) van de silo worden met een schroef naar de

houtverbrandingsinstallatie geleid. Er is een silo van 360 m³ aanwezig voor de opslag van houtafval. Daarnaast zijn er ± 10 metalen bakken van 2 m³ aanwezig voor extra houtafval voor verbranding. Dit is stukhout dat ontstaat bij de productie en niet meer kan ingezet worden. Dat wordt in een breker gebroken tot houtkrullen en daarna verbrand in de houtafvalverbrandingsinstallatie. De breker wordt enkel ingezet om eigen houtafval te breken/te vermalen. Er zal naar schatting 300 m³/jaar (200 ton/jaar) houtafval verbrand worden.

 

In het verleden was deze houtverbrandingsinstallatie vergund als stookinstallatie, onder de rubriek 43. Er wordt echter houtafval in verbrand zodat de installatie vergund moet worden onder een rubriek voor het verbranden van biomassa-afval.

In het dossier wordt vermeld dat er onbehandeld niet verontreinigd houtafval verbrand wordt in de installatie. Deze term bestaat niet. Het is een samentrekking van de term onbehandeld houtafval en niet verontreinigd behandeld houtafval.

Welk soort houtafval er verbrand wordt, bepaald onder welke rubriek de installatie vergund moet worden en daarmee samenhangend aan welke emissienormen en meetverplichtingen de installatie moet voldoen.

Het houtafval dat verbrand wordt, kan zodoende in 2 grote groepen ingedeeld worden:

  • De houtbewerkingsmachines zijn voorzien van een stofafzuiging. Op deze manier worden stof, krullen en schavelingen afgezogen en verzameld in een silo (360 m³) van waaruit de verbrandingsinstallatie gevoed wordt. Het houtafval dat afgezogen wordt aan de houtbewerkingsmachines is onbehandeld houtafval.
  • Er zijn ook 10 metalen bakken (2m³) aanwezig waarin stukhout afkomstig uit de productie verzameld wordt. Dit houtafval wordt gebroken en het gebroken hout wordt automatisch afgevoerd naar de silo.

Naast onbehandeld houtafval, gaf de exploitant op vraag van de OVAM telefonisch aan dat er ook LVL platen (soort multiplex platen) gebroken worden. Deze LVL platen bevatten naast hout ook een beperkte hoeveelheid lijm. Dergelijk houtafval valt onder de noemer niet verontreinigd behandeld houtafval.

Jaarlijks worden op de installatie emissiemetingen uitgevoerd voor de parameters uit rubriek 43. In het dossier is er een emissiemeting aanwezig van februari 2020. Er werden door de OVAM meerdere emissieverslagen opgevraagd waaruit we de volgende conclusies kunnen trekken:

  • de voorbije jaren was er steeds een overschrijding van de stof norm;
  • er waren ook een aantal overschrijdingen van de CO norm: dit kan wijzen op een onvolledige verbranding en kan te wijten zijn aan het niet correct afgesteld zijn van de installatie.

 

Wanneer er in een houtverbrandingsinstallatie van 0,785 MW niet verontreinigd behandeld houtafval verbrand wordt, moeten ook de parameters HCl en dioxines gemeten en geanalyseerd worden.

De installateur van de verbrandingsinstallatie geeft aan dat de installatie uitgerust is met een cycloonfilter. Zij geven ook de garantie dat wanneer er onbehandeld houtafval verbrand wordt, de stofemissie voldoet aan de norm van 200 mg/Nm³.

Om deze garantie te bieden bij het verbranden van niet verontreinigd behandeld houtafval dient er een elektrofilter geïnstalleerd te worden.

De exploitant geeft aan dat deze investering te hoog is.

Volgens de exploitant is het mogelijk om de LVL platen afzonderlijk in te zamelen en af te voeren naar een vergund verwerker. Op deze manier zou er enkel onbehandeld houtafval verbrand worden in de installatie.

De OVAM wenst te benadrukken dat er enkel eigen onbehandeld houtafval mag verbrand worden. Er mag geen onbehandeld houtafval van derden aangevoerd worden. Deze opmerkingen zullen ook als bijzondere voorwaarden meegenomen worden in het besluit over de aanvraag.

Onbehandeld houtafval moet volgens het actieplan Duurzaam beheer van Biomassa(rest)stromen 2015-2020 en de geldende verbrandingsverboden gerecycleerd worden als materiaal. Op deze regel wordt een uitzondering gemaakt voor eigen onbehandeld houtafval uit de primaire sector dat verbrand wordt voor de verwarming van woon- of werkplaatsen of als energiebron in het productieproces. De hier aangevraagde activiteiten passen dus in het huidige afvalstoffen- en materialenbeleid.

 

De OVAM stelt voor de termijn van de vergunning te beperken tot 2 jaar. Op deze manier kan na een beperkte termijn de werking van de aanwezige rookgasreiniging geëvalueerd worden. De dienst omgeving van de gemeente Deerlijk volgt dit advies en stelt dan ook voor om in plaats van de gevraagde vergunning van onbepaalde duur, een tijdelijk vergunning van 2 jaar af te leveren

 

Afwijkingen op de sectorale voorwaarden

Er wordt een afwijking gevraagd op de volgende sectorale voorwaarden:

  • Weegbrug (artikel 5.2.1.2 § 2)

De exploitant geeft aan dat het gebruik van een weegbrug met automatische                             registratie nodig is voor inrichtingen waar afvalstoffen van derden verwerkt worden.                             Bij Dewaele Bouwbedrijven wordt er enkel eigen houtafval verbrand.

Overeenkomstig artikel 5.2.1.2§2 van VLAREM II wordt een vrijstelling verleend van                             de verplichting tot het plaatsen van een geijkte weegbrug met automatische                                           registratie.

  • Ontoegankelijkheid (artikel 5.2.1.5 § 2)

Het verbranden van het houtafval vindt plaats in een afgesloten gebouw. De                             exploitant is van mening dat het plaatsen van een stevige en voldoende hoge                                           afsluiting geen meerwaarde heeft.

De OVAM en zo ook de dienst omgeving van de gemeente Deerlijk kan akkoord gaan               met deze gevraagde               afwijking.

  • Groenscherm (artikel 5.2.1.5 § 5)

Een groenscherm heeft in dit kader als enig doel een inrichting waar verwerking van afval plaatsvindt af te schermen en te zorgen voor voldoende buffering. Dit is van belang voor zover de               activiteit (of een deel van de activiteit) in open lucht plaatsvindt. Het verbranden van houtafval bevindt zich in een afgesloten gebouw. De meerwaarde van een groenscherm is dan ook onbestaand. Voor de OVAM is het groenscherm een hinderbeperkende maatregel die geen impact heeft op het afvalstoffen- en materialenbeleid. De OVAM geeft hierover bijgevolg geen advies maar verwijst naar de lokale overheid als deskundige. Bij de toetsing aan de voorschriften en de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening zijn de voorschriften van het BPA Prefadim-Dewaele bepalend voor het al dan niet aanleggen van een groenbuffer. Voor de bestaande inrichting zoals deze nu gelokaliseerd is, legt het BPA geen bijkomende groenbuffer op. In de voorschriften van het BPA Prefadim-Dewaele wordt een groenbuffer opgelegd aan de oostzijde van de bedrijfssite als buffer ten aanzien van de naast liggende woningen. Deze buffer werd reeds aangelegd en bestaat hoofdzakelijk uit hoogstammig groen. Deze groenvoorziening werd ook doorgetrokken aan de zuidelijke kant van de bedrijfssite. Dit gegeven, samen met de opmerking van OVAM doet de dienst omgeving besluiten om de gevraagde afwijking met betrekking tot de groenbuffer goed te keuren. Het goedkeuren van de gevraagde afwijking doet verder geen afbreuk van de verplichtingen tot aanleg van buffergroen in het kader van de mogelijke uitbreiding van het bedrijf binnen het BPA Prefadim-Dewaele en het nabijgelegen RUP Evangelieboom. Zowel binnen het BPA als het RUP worden zones ingekleurd met een groene bestemming. Deze zones met hun bijhorende stedenbouwkundige voorwaarden blijven uiteraard geldig.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden, buiten diegene waarvoor in dit dossier een afwijking wordt toegestaan, met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten steeds nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

13.1     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De hernieuwing en actualisatie van de milieuvergunning bij het bestaand bouwbedrijf situeert zich in een zone voor bedrijvigheid zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Er worden bij deze aanvraag geen stedenbouwkundige handelingen aangevraagd zodat een verdere beoordeling van de goede ruimtelijke ordening niet van toepassing is.

 

13.2     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

13.3     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

13.4     Bespreking adviezen

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies van Brandweerzone Fluvia en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij stipt nageleefd moeten worden. De gevraagde afwijkingen op de sectorale voorwaarden kunnen goedgekeurd worden. Voor wat betreft de aangevraagde rubriek met betrekking tot het verbranden van houtafval als warmtebron (rubriek 2.3.4.1.a)1°1°) wordt een vergunningstermijn van 2 jaar voorgesteld, de overige rubrieken binnen de aanvraag kunnen vergund worden voor onbepaalde duur.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de voorwaardelijke omgevingsvergunning aan Johan Dheedene namens BOUWBEDRIJVEN DEWAELE NV, gevestigd Desselgemknokstraat 100 te 8540 Deerlijk, voor het hernieuwen en actualiseren van de vergunningstoestand van een bestaand bouwbedrijf, op een perceel gelegen Desselgemknokstraat 100 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 568 B2.

 

Artikel 2

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat voortaan:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

2.3.4.1.a)1°1°

opslag en verbranding van onbehandeld houtafval:

(82)houtverbrandingsinstallatie van 700 kW

(80)houtafvalbreker van 58,6 kW (Nieuw)

0,758 mW

2

6.5.1°

(102)1 brandstofverdeelinstallatie (Hernieuwing)

1 verdeelslang

3

12.2.1°

(179)transformator van 400 kVA (Hernieuwing)

400 kVA

3

15.1.1°

- 21 voertuigen tot een totaal van 9 voertuigen (Verandering)

9 voertuigen

3

15.2.

(12)smeerput (Hernieuwing)

1 smeerput

3

16.3.2°a)

- 2,2 kW tot een totaal van 38,3 kW (Verandering)

38,3 kW

3

17.1.2.1.1°

- 460 liter tot een totaal van 880 liter (Verandering)

880 liter

3

17.3.2.1.1.1°b)

- 2.000 liter tot een totaal van 15.000 liter [= 12.750 kg] (Verandering)

12,75 ton

3

17.3.4.1°a)

(1)bovengrondse opslag van 2 x 1.000 liter drenkproduct (Nieuw)

2 ton

3

17.3.6.1°a)

(1)bovengrondse opslag van 2 x 1.000 liter drenkproduct (Nieuw)

2 ton

3

17.3.7.1°a)

(1)bovengrondse opslag van 2 x 1.000 liter drenkproduct (Nieuw)

2 ton

3

17.3.8.1°

(1)bovengrondse opslag van 2 x 1.000 liter drenkproduct (Nieuw)

2 ton

3

17.4.

opslag van 1.650 liter gevaarlijke producten in verpakkingen van max. 30 liter of 30 kg

(3)bovengrondse opslag van roestwerende verf: max. 100 liter

(4)bovengrondse opslag van verf-verdunner: max. 100 liter

(5)bovengrondse opslag van wasbenzine: max. 50 liter

(34)bovengrondse opslag van PU-houtlijm, PU-schuim, hout- en steenlijm, EPDM-lijm: max. 1.000 liter

(120)opslag van silicone-tubes en parketlijm: max. 100 liter

(147)opslag van houtlijm: max. 300 liter (Nieuw)

1650 liter

3

19.3.2°a)

+ 127,33 kW tot een totaal vermogen van 539,02 kW (Verandering)

539,02 kW

2

19.4.1°

- 1.500 liter tot een totaal van 13.000 liter (Verandering)

13 ton/jaar

3

19.6.1°a)

-4.600 m³ tot een totaal van 400 m³ (Verandering)

400 m³

3

19.6.1°b)

opslag van max. 500 m³ hout verspreid over de ganse site, in totaal varieert dit naargelang de stockpositie van 100 tot 500 m³:

(9)opslag van hout en voorwerpen uit hout, gestockeerd onder afdaken of in loodsen en werkplaatsen

(26)opslag van bouwmaterialen – LVL, vezelplaten, gipsplaten, isolatieplaten en dakhout

(90)opslag van bouwmaterialen: glas, isolatie, folies, gips en houtplaten

(93)opslag van bouwmaterialen: gips-platen, houtvezelplaten, dakvensters, zoldertrappen

(110)opslag bouwmaterialen voor binnenafwerking: deuren, kassementen

(112)opslag van hout voor binnenafwerking (Nieuw)

500 m³

3

29.5.2.1°a)

metaalbewerkingstoestellen: + 27,13 kW tot een totaal van 37,55 kW (Verandering)

37,55 kW

3

43.1.2°b)

- 346,5 kW tot een totaal vermogen van 700 kW (Verandering)

700 kW

2

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist de vergunning af te leveren onder volgende strikte voorwaarden:

        Het advies van de hulpverleningszone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

        De gevraagde afwijking op de artikelen 5.2.1.2 § 2 (weegbrug), 5.2.1.5 § 2 (plaatsen van een afsluiting) en 5.2.1.5 § 5 (aanleggen van een groenscherm)  van titel II van het Vlarem worden in het kader van voorliggende aanvraag gunstig geadviseerd.

        De overige algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

        Voor de rubriek 2.3.4.1.a)1°1°) wordt een vergunningstermijn van 2 jaar verleend, de overige rubrieken binnen de aanvraag worden vergund voor onbepaalde duur.

        Binnen die termijn van 2 jaar dient de exploitant aan te tonen aan de hand van emissiemetingen op de uitstoot van de verbrandingsinstallatie door een erkend labo dat deze installatie aan alle gestelde Vlarem-normen voldoet.

        De in het bedrijf aanwezige LVL platen (soort multiplex platen) dienen afzonderlijk te worden ingezameld en afgevoerd naar een vergund verwerker. Op die manier wordt er enkel onbehandeld houtafval verbrand in de installatie.

        Er mag enkel eigen onbehandeld houtafval verbrand worden. Er mag geen onbehandeld houtafval van derden aangevoerd worden.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 30 SEPTEMBER 2020

De Grote Grondvraag van OVAM - deelname vanaf oktober 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de e-mail van OVAM van 17 september 2020 met betrekking tot het project 'De Grote Grondvraag' en te beslissen over de deelname aan dit project.

 

Motivering

 

Op 5 november 2019 werd door OVAM de aftrap gegeven van een nieuw project nl. De Grote Grondvraag.

In de aanloop van deze aftrap werden de lokale besturen gevraagd hun akkoord te geven tot deelname aan dit project (brief van 11 september 2019).

Op 2 oktober 2019 besloot het college van burgemeester en schepenen, op advies van de dienst omgeving, om de deelname nog uit te stellen tot er meer zicht is op de praktische uitwerking van dit project en de mogelijke bijkomende werklast die dit tot gevolg kan hebben.

 

Met dit project krijgt iedere grondeigenaar de mogelijkheid om via de website www.degrotegrondvraag.be informatie op te zoeken met betrekking tot de kwaliteit van de bodem.

 

Na het ingeven van een adres op deze website zal de grondeigenaar een kleurcode krijgen voor het aangevraagde perceel:

          groen: er zijn geen aanwijzingen dat de grond een risicogrond is;

          geel: er is informatie gekend over de bodemkwaliteit maar geen risicogrond;

          oranje: de grond is gekend als risicogrond maar OVAM zal dit onderzoeken;

          rood: de grond is een risicogrond en er moeten acties ondernomen worden.

 

Als basis voor deze info zal OVAM de gemeentelijke inventaris van risicogronden gebruiken. Vandaar dat de OVAM toestemming nodig heeft om deze gegevens te mogen publiceren.

 

Op 17 september 2020 ontving de dienst omgeving een elektronisch schrijven met herinnering tot deelname aan het project (zie ook mail in bijlage).

 

Ondertussen is de website al een jaar online en kan men uit de ervaringen die andere lokale besturen hebben opgedaan, besluiten dat de bijkomende informatievragen en werkdruk eerder beperkt zijn.

 

Omwille van de nieuwe oproep tot deelname en de haalbaarheid voor de dienst omgeving met betrekking tot informatievragen, kan een deelname aan het project vanaf oktober 2020 goedgekeurd worden.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van het schrijven van OVAM met betrekking tot het project De Grote Grondvraag.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om goedkeuring te verlenen tot deelname aan het project De Grote Grondvraag.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/10/2020
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.