Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 16 maart 2022 - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 16 maart 2022.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 16 maart 2022 goed te keuren.

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.2. Herstelling dak kantine Oliebergstraat na stormschade - gunning - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Herstelling dak kantine Oliebergstraat na stormschade” goed te keuren.

Motivering

Tijdens de storm van 18 februari 2022 werd het dak van de kantine in de Oliebergstraat deels vernield. Enkele platen werden van het dak weggeblazen, waardoor een herstelling zich opdringt. Gelet op de schade stelt de facility manager voor om het volledige dak te herstellen/vernieuwen.

Voor de geleden schade werd reeds een schadedossier geopend bij onze verzekeraar P&V.

Volgende ondernemingen werden uitgenodigd door de facility manager om een offerte in te dienen:

●        Geldhof-Vermeersch bv, Venetiëlaan 51A te 8530 Harelbeke;

●        TDK Construct bv, Nieuwenhovestraat 12 te 8540 Deerlijk.

Er werden 2 offertes ontvangen:

●        TDK Construct bv, Nieuwenhovestraat 12 te 8540 Deerlijk (14.400,31 euro excl. btw of 17.424,38 euro incl. 21% btw);

●        Geldhof-Vermeersch bv, Venetiëlaan 51A te 8530 Harelbeke (15.007,92 euro excl. btw of 18.159,58 euro incl. 21% btw);

Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige weerhouden bieder (op basis van de prijs), zijnde TDK Construct bv, Nieuwenhovestraat 12 te 8540 Deerlijktegen het nagerekende offertebedrag van 14.400,31 euro excl. btw of 17.424,38 euro incl. 21% btw (3.024,07 euro btw medecontractant).

Juridische gronden

●   Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur

●   Andere:

○        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

○        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018

○        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

○        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

○        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet)

○        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

○        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

○        Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur

Adviezen

De facility manager verleent positief advies.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Bovengenoemde opdracht komt tot stand bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

Artikel 2

Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 3

Deze opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige weerhouden bieder (op basis van de prijs), zijnde TDK Construct bv, Nieuwenhovestraat 12 te 8540 Deerlijktegen het nagerekende offertebedrag van 14.400,31 euro excl. btw of 17.424,38 euro incl. 21% btw (3.024,07 euro btw medecontractant).

Artikel 4

De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2022, op jaarbudgetrekening 0742-00/61030000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.3. Verkoop oude wegbedding nabij de Gravenstraat/Kleine Brandstraat - desaffectatie en onderhandse verkoop - ontwerpakte - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring -

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.4. Aankoop kleine machines groenonderhoud 2022 - gunning - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Aankoop kleine machines groenonderhoud 2022” goed te keuren.

Motivering

De gemeente wenst over te gaan tot de aankoop van kleine machines en toebehoren voor het groenbeheer van de gemeente. Het merendeel van de machines zijn ter vervanging van bestaande. De huidige haagscharen zullen stelselmatig vervangen worden door haagscharen op batterij. Hierdoor zijn er geen schadelijke uitlaatgassen meer en er is er weinig lawaaihinder. Er wordt eveneens een lichte bosmaaier aangekocht voor op de begraafplaatsen. Als toebehoren wordt een veegborstel aangekocht voor op onze huidige zelftrekkende onkruidborstelmachine. Zo is deze machine multifunctioneel inzetbaar en kan zij bijvoorbeeld ook gebruikt worden door de dienst openbare werken om te vegen na werkzaamheden.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 15.000,00 euro excl. btw of 18.150,00 euro incl. 21 % btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen via aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan deze opdracht:

●        Masschelein bvba, Pluim 21 te 8550 Zwevegem;

●        bvba Christiaens-Volcke, Nijverheidslaan 6 te 8580  Avelgem;

●        Tuinmachines Deblauwe bvba, Kortrijkseweg 204 te 8791 Beveren- Leie.

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 28 februari 2022 om 10.00 uur te bereiken.

Er werden 2 offertes ontvangen:

●        Masschelein bvba, Pluim 21 te 8550 Zwevegem (12.114,15 euro excl. btw of 14.658,12 euro incl. 21 % btw);

●        Tuinmachines Deblauwe bvba, Kortrijkseweg 204 te 8791 Beveren-Leie (11.872,80 euro excl. btw of 14.366,09 euro incl. 21 % btw).

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Tuinmachines Deblauwe bvba, Kortrijkseweg 204 te 8791 Beveren-Leie tegen het nagerekende offertebedrag van 11.872,80 euro excl. btw of 14.366,09 euro incl. 21 % btw.

Juridische gronden

●   Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur

●   Andere:

○        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

○        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

●        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

●        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

●        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet).

●        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

●        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

●        Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur;

Adviezen

De coördinator van de technische dienst verleent positief advies.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

De opdracht “Aankoop kleine machines groenonderhoud 2022” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Tuinmachines Deblauwe bvba, Kortrijkseweg 204 te 8791 Beveren-Leie tegen het nagerekende offertebedrag van 11.872,80 euro excl. btw of 14.366,09 euro incl. 21 % btw.

Artikel 3

De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2022, op jaarbudgetrekening 0200-00/61500000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.5. Digicoach & onthaalmedewerker (B1-B3) - afsluiting kandidatuurstellingen, uitslag selectieprocedure en vacantverklaring  - kennisname en goedkeuring -

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.6. Gewezen mandataris - toekenning rustpensioen - vaststelling -

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.7. Tweede pensioenpijler - toetreding Prolocus - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de toetreding tot OFP Prolocus, voor het verzorgen van de tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers, goed te keuren en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit te agenderen op de gemeenteraad van 28 april 2022.

Motivering

Het bestuur was voor de tweede pensioenpijler voor contractanten tot op heden aangesloten bij de groepsverzekering die na bemiddeling van de VVSG, aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance. Het bestuur wil hiermee de pensioenkloof tussen haar statutair personeel en contractueel personeel verkleinen.

Deze verzekeraars hebben  in juni 2021 de groepsverzekeringsovereenkomst per 1 januari 2022 opgezegd.

Het bestuur kan voorzien in een tweede pensioenpijler door ofwel een overheidsopdracht te voeren voor een groepsverzekering bij een verzekeraar, of door aan te sluiten bij een bedrijfspensioenvoorziening (pensioenfonds). Na onderhandelingen met de VVSG werd OFP Provant omgevormd tot OFP Prolocus (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden.

In tegenstelling tot de toetreding bij een groepsverzekering, is men door toetreding bij een IBP meer betrokken bij het beheer van de pensioenfinanciering. Het bestuur heeft een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus en heeft naast controlebevoegdheid ook de mogelijkheid om - indien nodig - punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten. In tegenstelling tot een groepsverzekering streeft een IBP bovendien geen winsten na ten voordele van de organisatie zelf. Een IBP heeft tot slot ruime beleggingsmogelijkheden zodat een ruimer rendement mogelijk is dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt.

Het bestuur kan toetreden tot OFP Prolocus zonder overheidsopdracht mits aan de voorwaarden van een in house opdracht voldaan zijn.

●        Het bestuur oefent via de algemene vergadering waar ze lid van wordt toezicht uit zoals op haar eigen diensten.

●        80 % van de activiteiten behelst de uitvoering van taken die toegewezen zijn door de controlerende overheden, nl. het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen.

●        Er is geen directe participatie van privékapitaal.

●        OFP Prolocus is zelf onderworpen aan de wetgeving overheidsopdrachten.

OFP Prolocus zal in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen zwaar inzetten op het duurzaam karakter van zijn beleggingen.

Net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance geen werknemersbijdragen vereist, voorziet het aanbod van OFP Prolocus in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering.

De mogelijkheid bestaat om een zogeheten "steprate" bijdrage te voorzien: het is dus mogelijk om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijk pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen.

Er bestaan drie soorten pensioenplannen (defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen). De voorgestelde formule is een vaste bijdragen plan waarin de werkgever belooft een bepaalde bijdrage (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement. De behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement.

Het bestuur moet minimum de vastgestelde bijdrage betalen. Wanneer het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, zal het bestuur bijkomende bijdragen moeten betalen. Voor de aangesloten moet in elk geval het wettelijk minimum rendement behaald worden.

Als bijkomende veiligheid voorziet het bestuur de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, in een extra prefinanciering van 5 % om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen; deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen.

Het bestuur kan met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB's, OCMW's) een MIPS-groep vormen; binnen een MIPS-groep kan interne personeelsmobiliteit plaatsvinden zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid en speelt er onderlinge solidariteit.

De kosten voor de werking van OFP Prolocus worden voor 2022 forfaitair vastgelegd op 1.000 euro per jaar per werkgever en 10 euro per jaar per aangeslotene. Deze bijdragen worden jaarlijks geïndexeerd tot en met 2024. Nadien zal een meer stabiel systeem van kostenvergoeding worden uitgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijke aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds.

Er wordt bijgevolg aan het college van burgemeester en schepenen voorgesteld om volgende zaken voor te leggen aan de gemeenteraad van 28 april 2022:

●        kennis te nemen en in te stemmen met de beheersovereenkomst en het financieringsplan via de toetredingsakte van OFP Prolocus., alsook met het kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement;

●        kennis te nemen van de verklaring inzake beleggingsbeginselen (SIP) (algemeen luik en luik VVSG) en de statuten;

●        met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP Prolocus (afzonderlijk vermogen VVSG), en hiertoe een verzoek tot aanvaarding als lid van de algemene vergadering te richten tot OFP Prolocus;

●        in te stemmen met het feit dat de door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP Prolocus zullen worden geïnd door de RSZ in naam en voor rekening van OFP Prolocus;

●        de pensioentoezegging van het pensioengevend loon vast te leggen op 2,5 % tot het plafond voor de berekening van het wettelijk pensioen;

●        een MIPS-groep te vormen met het OCMW Deerlijk;

●        een vertegenwoordiger aan te duiden in de algemene vergadering van OFP Prolocus;

●        de intentieverklaring van het college van burgemeester en schepenen alsook de voormelde documenten te bespreken in het syndicaal overleg van 20 april 2022 wat moet resulteren in een niet bindend advies;

●        aan OFP Prolocus de beslissing tot toetreding mee te delen waarna de algemene vergadering van OFP Prolocus de kandidatuur moet goedkeuren.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere: Rechtspositieregeling van de gemeente Deerlijk

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te nemen beslissingen inzake toetreding tot OFP Prolocus voor te leggen aan het syndicaal overleg van 20 april 2022 en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het dossier te agenderen op de gemeenteraad van 28 april 2022.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit inzake de basisbijdrage voor te stellen  2,5 % op het pensioengevend loon te hanteren.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit voor te stellen om een MIPS-groep op te richten met het OCMW Deerlijk.

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.8. Verslag politiecollege - kennisname -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van het politiecollege van 4 maart 2022.

Motivering

Het verslag van het politiecollege van 4 maart 2022 werd overgemaakt aan de gemeente.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.9. Jubileum - bezoek ten huize - goedkeuring -

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.10. Private weg innewaarts Harelbekestraat - naambepaling - sluiting openbaar onderzoek - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het openbaar onderzoek aangaande de naambepaling van de nieuw aan te leggen private weg innewaarts de Harelbekestraat ter hoogte van huisnummer 81, af te sluiten, kennis te nemen van de eventueel ingediende bezwaren en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt te agenderen op de gemeenteraadszitting van 31 maart 2022.

Motivering

In de gemeenteraadszitting van 27 januari 2022 werd principieel beslist om volgende straatnaam toe te kennen aan de nieuw aan te leggen private weg innewaarts de Harelbekestraat ter hoogte van huisnummer 81:

Dosseweg.

In diezelfde zitting werd beslist om de procedure, voorzien bij decreet tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, in te zetten.

De procedure voorziet in een periode van 30 dagen na openbare aanplakking, waarin personen hun eventuele opmerkingen en bezwaren schriftelijk kunnen indienen en de cultuurraad zijn advies kan meedelen.

De bekendmaking is gebeurd via aanplakking in de affichekast en publicatie op de website op 3 februari 2022. De periode waarin opmerkingen en bezwaren schriftelijk konden ingediend worden, liep tot en met 4 maart 2022.

De cultuurraad werd, via brief van 2 februari 2022, gevraagd om uiterlijk tegen 4 maart 2022 haar schriftelijk advies mee te delen.

Tijdens voormelde periode van het openbaar onderzoek werd één bezwaarschrift ingediend door Pieter Vandewiele, gedelegeerd bestuurder van Eribo.

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de bezwaren en motiveert haar beslissing als volgt :

●  de eigenaars van de gronden werden blijkbaar niet aangeschreven

Bij ontstentenis van gegevens over eventuele eigenaars uit de kadastrale gegevens werd de projectontwikkelaar aangeschreven.

●  aangezien het privéterrein is, wensen we liever dat er geen straatnaam aan onze eigendom wordt toegekend

De straatnaamgeving is in eerste instantie ingegeven vanuit het standpunt de openbare veiligheid te dienen. Een heldere en logische straatnaamgeving en huisnummering bevordert de verkeersdoorstroming en de veiligheid van inwoners, en kan in een noodsituatie van levensbelang zijn, zodat veiligheidsdiensten kunnen beschikken over duidelijke coördinaten wanneer zij een interventie moeten doen. In dergelijke situaties wil het bestuur vermijden dat hulpdiensten nodeloze tijd moeten verliezen omdat niet duidelijk zou zijn naar waar deze zich moeten begeven. Anderzijds bevordert een duidelijke straatnaamgeving en huisnummering ook de aansluiting op nutsvoorzieningen.

●  we staan wel open voor een verder overleg om een naamgeving van het fiets-/voetpad te overwegen, een pad trekt geen auto's aan maar wel fietsers en voetgangers zodat ze vlot hun weg vinden en deze doorgang ook levendig wordt

De eigenlijke naam Dosseweg is een voorstel van de heemkundige kring, dat werd aanvaard door het college van burgemeester en schepenen en principieel werd goedgekeurd door de gemeenteraad. Het voorstel voldoet aan de principes waarbij bij voorkeur wordt geput uit gegevens van de plaatselijke geschiedenis, het kunst- en cultuurleven, de toponymie en de volkskunde.

Het voorstel werd in kader van het openbaar onderzoek verder ook positief geadviseerd door de gemeentelijke cultuurraad. Verder werden overigens geen bezwaren ontvangen. Bijgevolg zal het college van burgemeester en schepenen voorstellen aan de gemeenteraad om een definitieve beslissing te nemen over de benaming als zijnde Dosseweg.

Gezien Eribo stelt geen kopie te hebben ontvangen van het voorstel van heemkring 'Dorp en Toren', zal deze hen nog worden overgemaakt.

De overige bezwaren zijn niet gerelateerd aan de straatnaambepaling en worden verder bekeken vanuit de dienst ruimte.

Volgend advies werd gegeven door de cultuurraad op 10 februari 2022:

●        "Wij volgen het voorstel van de heemkring Dorp en Toren en de principebeslissing van de gemeenteraad om deze privéweg innewaarts de Harelbekestraat 81 de naam Dosseweg toe te kennen."

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Decreet tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen van 28 januari 1977

○        Art. 41, § 2, 9° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het openbaar onderzoek aangaande de naambepaling van de straat, gelegen innewaarts de Harelbekestraat ter hoogte van huisnummer 81, te sluiten.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ingediende bezwaren.

Gezien voorgaande motivering en het feit dat het voorstel positief werd geadviseerd door de gemeentelijke cultuurraad stelt het college van burgemeester en schepenen voor de straatnaam "Dosseweg" te behouden.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de definitieve beslissing rond de straatnaambepaling van de nieuw aan te leggen privéweg innewaarts de Harelbekestraat, te agenderen op de gemeenteraadszitting van 31 maart 2022.

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.11. Uniforme algemene politieverordening - elfde wijziging in functie van de opname van gewestelijke ambtenaren-vaststellers die overtredingen van de vermelde milieu-gerelateerde artikelen kunnen vaststellen in een bestuurlijk verslag - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken, volgend punt te agenderen op de gemeenteraad van 31 maart 2022:

●        de goedkeuring van de elfde wijziging van de algemene politieverordening, naar aanleiding van de opname van gewestelijke ambtenaren-vaststellers in de APV (personeel OVAM) die overtredingen van de vermelde milieu-gerelateerde artikelen kunnen vaststellen in een bestuurlijk verslag, met als doel zwerfvuilacties te kunnen opzetten.

Motivering

1.

De vigerende algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk (APV) werd vastgesteld op 29 april 2010.

Ze werd aangepast bij beslissingen van 1 december 2011, 5 december 2013, 28 januari 2016, 14 juli 2016, 27 oktober 2016, 30 november 2017, 20 september 2018, 29 oktober 2020, 27 mei 2021 en 16 december 2021.

Er ligt, op grond van de navolgende overwegingen, een nieuw voorstel tot elfde wijziging voor.

2.

De gemeenteraad is bevoegd op grond van art. 41, tweede lid, 2° van het Decreet Lokaal Bestuur (DLB) en art. 119 van de nieuwe gemeentewet (NGW).

De voorgestelde wijzigingen hebben de handhaving van de openbare orde in de ruimste zin van het woord als voorwerp.

3.

Wijziging art. 1 APV - Opname van gewestelijke vaststellers in art. 1 APV

De gemeenteraad heeft op 24 februari 2022 een aantal personeelsleden van OVAM (de Vlaamse afvalstoffenmaatschappij) aangeduid als gewestelijk vaststeller GAS (ambtenaar-vaststeller) van de gemeente Deerlijk voor het vaststellen van overtredingen op de artikelen 106, 110, 121 t.e.m. 123, 125 t.e.m. 129, 130, 131, 144 en 294 t.e.m. 328 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in de artikelen 28 en 29 - van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk en bijkomend art. 147 par. 2 APV (bijhebben hondenpoepzakje).

De personeelsleden van OVAM zijn gewestelijke ambtenaren in de zin van art. 21, par. 1, 2° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

Door deze beslissing van de gemeenteraad van 24 februari 2022 dient ook een bijkomend vierde lid in art. 1 van de APV te worden opgenomen.  Op die wijze worden deze personeelsleden van OVAM ook in de APV aangeduid als ambtenaar-vaststeller voor de overtreding van de aangegeven artikelen.

Er wordt op deze gronden voorgesteld artikel 1 van de algemene politieverordening (APV) her vast te stellen als volgt, zie het nieuwe vierde lid:

“In geval van overtreding van deze verordening kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken.

De politieambtenaren aangeduid in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties zijn bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in deze politieverordening. Van de vaststelling wordt proces-verbaal opgemaakt.

De inbreuken op de artikelen 106, 110, 121 t.e.m. 123, 125 t.e.m. 129, 130, 131, 144 en 294 t.e.m. 328 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in de artikelen 28 en 29 - van deze algemene politieverordening kunnen, met toepassing van art. 21 par. 1, 2° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, ook worden vastgesteld door personeelsleden van het intergemeentelijk samenwerkingsverband IMOG (Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen) die hiertoe binnen het raam van hun bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen.

De inbreuken op de artikelen 106, 110, 121 t.e.m. 123, 125 t.e.m. 129, 130, 131, 144 en 294 t.e.m. 328 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in de artikelen 28 en 29 - en bijkomend art. 147 par. 2 APV (bijhebben hondenpoepzakje) van deze algemene politieverordening kunnen, met toepassing van art. 21 par. 1, 2° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, ook worden vastgesteld door  gewestelijke vaststellers die personeelslid zijn van OVAM en die hiertoe binnen het raam van hun bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen. 

Indien OVAM bepaalt dat hun personeelsleden op bepaalde artikelen geen vaststellingen zullen (mogen) doen, dan heeft dit een beperkende invloed.

De inbreuken vermeld in de twee voorgaande leden worden in een bestuurlijk verslag of vaststelling opgenomen. Voor deze inbreuken dient het woord “proces-verbaal” in deze verordening te worden gelezen als “bestuurlijk verslag” of “vaststelling”.”

4.

Er werd, overeenkomstig art. 4, par. 5 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, advies gevraagd aan de jeugdraad.

De jeugdraad heeft bij mail van 9 maart 2022 positief geadviseerd.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        de nieuwe gemeentewet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 119, 119bis, 133 en 135, par. 2 zoals thans van kracht

○        de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 20 en 21, § 1, 2°

○        de uitvoeringsbesluiten bij de aangehaalde wet van 24 juni 2013

○        het Decreet Lokaal Bestuur (DLB), inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken, art. 41 tweede lid, 2°, 286 tot en met 288 en 330

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om volgend punt te agenderen op de gemeenteraad van 31 maart 2022:

●        de goedkeuring van de elfde wijziging van de algemene politieverordening, naar aanleiding van de opname van gewestelijke ambtenaren-vaststellers in de APV (personeel OVAM) die overtredingen van de vermelde milieu-gerelateerde artikelen kunnen vaststellen in een bestuurlijk verslag, met als doel zwerfvuilacties te kunnen opzetten.

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.12. Feestelijkheden - Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia - tijdelijke publiciteit - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.

Motivering

Voor het bekendmaken van hun evenement Balkan Express op 22 en 23 april 2022 vraagt de Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia het gebruik van de gemeentelijke roosters .

Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein kan enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters. De aanvraag dient gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal bestuur

●        Andere:

○        Hfdst. 3, Art. 221-224 Algemene politieverordening

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit toelating te verlenen voor het voeren van tijdelijke publiciteit in Deerlijk. Wel dienen daartoe de speciaal voorziene gemeentelijke roosters aangewend te worden.

Voor de praktische afhandeling (ophalen en terugbrengen borden) dient contact opgenomen te worden met het vrijetijdspunt op het telefoonnummer 056 71 89 81 of via mail aan vrijetijd@deerlijk.be.

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.13. Feestelijkheden - BeneFiets - 27 juni 2022 - goedkeuring -

Aanleiding en context

Op 1 december 2022 werd een aanvraag ingediend door het Dieters Fonds voor volgend evenement:

Motivering

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

●        aanvraag gebruik van de gemeentelijke roosters voor het ophangen van publiciteitsborden

Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters. De aanvraag dient gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen.

●        aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

85 – 95 dB

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

●        aanvraag politionele medewerking

Parkeerverbod op volgende plaats(en): Leon Defraeyeplein op zaterdag 25 juni 2022 van 8.00 uur tot en met zondag 26 juni 2022 om 20.00 uur.

PZ Gavers verleende op 15 december 2022 positief advies en voorziet de nodige verkeersmaatregelen conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met identiek nummer 1442357.

2. De evenementen-veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Gebruik van de gemeentelijke roosters voor het ophangen van publiciteitsborden

■        Art. 221-224 Algemene politieverordening

○        Toelating geluidsactiviteit

■        Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement

■        Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

■        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

■        Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen

○        Plaatsing verkeerssignalisatie

■        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement. De veiligheidsverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen staat toe dat de gemeentelijke roosters worden gebruikt voor het ophangen van publiciteitsborden in het kader van dit evenement.

Voor de praktische afhandeling (ophalen en terugbrengen borden) dient contact opgenomen te worden met het vrijetijdspunt op het telefoonnummer 056 71 89 81 of via mail aan vrijetijd@deerlijk.be.

Artikel 3

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

●        Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

●        De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 5

De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.14. Omgevingshandhaving binnen prioriteitenlijst - Gaaistraat 12 - kennisname -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de inbreuk of het misdrijf dewelke kadert binnen de prioriteitenlijst van het gemeentelijk handhavingsbeleid.

Motivering

Op het college van burgemeester en schepenen van 16 december 2020 werd de afsprakennota 2020-87 met de intercommunale Leiedal ter ondersteuning van de omgevingshandhaving, goedgekeurd.

Op de gemeenteraad van 24 februari 2022 werd het gemeentelijk handhavingsbeleid met bijhorende prioriteitenlijst goedgekeurd.

Op het college van burgemeester en schepenen van 9 maart 2022 werd de interne afsprakennota omgevingshandhaving goedgekeurd.

Naar aanleiding van de inbreuk of het misdrijf op een locatie gelegen, Gaaistraat 12, 8540 Deerlijk, werd door de dienst omgeving een handhavingsdossier samengesteld dat volgens de bepalingen van de interne afsprakennota, na kennisname door het college van burgemeester en schepenen, voor verdere opvolging wordt doorgestuurd naar de intercommunale Leiedal of de politiezone Gavers.

Dit handhavingsdossier ressorteert onder de volgende prioriteit(en) conform de prioriteitenlijst:

●        Het opsplitsen van woningen in verschillende wooneenheden zonder vergunning

Omdat reeds 6 domicilie-aanvragen op dit adres werden ingediend, wordt geoordeeld dat teveel mensen op dit adres wonen.

Het Agentschap Wonen van de Vlaamse Overheid heeft op dit adres een strafrechtelijk onderzoek opgestart in het kader van de vaststelling van een kamerwoning op dit adres.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Handhavingsbesluit Ruimtelijke Ordening van 9 februari 2018

○        Milieuhandhavingsbesluit van 12 december 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de inbreuk of het misdrijf dewelke kadert binnen de prioriteitenlijst van het gemeentelijke handhavingsbeleid.

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.15. Omgevingshandhaving binnen prioriteitenlijst - Waregemstraat 228 - kennisname -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de inbreuk of het misdrijf dewelke kadert binnen de prioriteitenlijst van het gemeentelijk handhavingsbeleid.

Motivering

Op het college van burgemeester en schepenen van 16 december 2020 werd de afsprakennota 2020-87 met de intercommunale Leiedal ter ondersteuning van de omgevingshandhaving, goedgekeurd.

Op de gemeenteraad van 24 februari 2022 werd het gemeentelijk handhavingsbeleid met bijhorende prioriteitenlijst goedgekeurd.

Op het college van burgemeester en schepenen van 9 maart 2022 werd de interne afsprakennota omgevingshandhaving goedgekeurd.

Naar aanleiding van de inbreuk of het misdrijf op een locatie gelegen, Waregemstraat 228, 8540 Deerlijk, werd door de dienst omgeving een handhavingsdossier samengesteld dat volgens de bepalingen van de interne afsprakennota, na kennisname door het college van burgemeester en schepenen, voor verdere opvolging wordt doorgestuurd naar de intercommunale Leiedal of de politiezone Gavers.

Dit handhavingsdossier ressorteert onder de volgende prioriteit(en) conform de prioriteitenlijst:

●        Niet vergunbare functiewijziging

Voor het adres, Waregemstraat 228, is stedenbouwkundig geen woonfunctie vergund.

Juridische gronden

●  Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●  Andere:

○  Handhavingsbesluit Ruimtelijke Ordening van 9 februari 2018

○  Milieuhandhavingsbesluit van 12 december 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de inbreuk of het misdrijf dewelke kadert binnen de prioriteitenlijst van het gemeentelijke handhavingsbeleid.

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.16. Attest van verdeling - Pladijsstraat 197 - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Pladijsstraat.

Motivering

Op 10 maart 2022 verstuurde men vanuit het notariaat Saey - Taelman - Degandt een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Pladijsstraat, gekadastreerd afdeling 2, sectie E, nummer 247B, met een oppervlakte van 20.083 m².

Een deel van de eigendom wordt afgesplitst in  2 kavels, zijnde een kavel 1 met een oppervlakte van 3a68ca en een kavel 2 met een oppervlakte van 22a64ca. De aard van de akte betreft een verkoop aan de respectievelijke voorliggende eigenaars langs de Pladijsstraat. De rest van de eigendom blijft in eigendom van de huidige eigenaars.

De bestemming van het goed is volgens de akte perceel grond, volgens het gewestplan deels woongebied en deels agrarisch gebied en volgens de verwervers achtergrond/tuingrond.

De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling.

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.17. OMV 2021_245 - Kleine Tapuitstraat 8, 10, 12, 14 en 16 - beslissing -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een loods en kantoor, op een perceel gelegen Kleine Tapuitstraat 8, 10, 12, 14 en 16 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 343 N en (afd. 2) sectie C 348 C aangevraagd door Robert Vanden Eynde namens GAVER INVEST NV met als contactadres Stationsstraat 286 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  18 maart 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

●        Er moet worden voldaan aan de voorwaarden gesteld in het advies van de hulpverleningszone Fluvia.

●        Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden gesteld in het advies van De Watergroep.

●        Er dient te worden voldaan aan de aandachtspunten geformuleerd in het advies van de VMM.

●        Er kunnen geen nieuwe erfdienstbaarheden/overlopen gecreëerd worden op de gracht rond het containerpark. De afwatering dient te gebeuren conform de beschrijving op het plan BA_LOODS_P_N1_GRONDPLAN-1, zijnde aansluiten op de bestaande overloop richting Gaverbeek.

●        Er kan zich maximum 1 bedrijf vestigen (zowel in de loods als de kantoren samen) wiens activiteiten kaderen binnen de toegelaten bestemmingsvoorschriften inzake bedrijvigheid.

●        De fietsenstalling dient ingeplant te worden aansluitend op het perceel waarop de HS Cabine voorzien is en de parkeerplaatsen dienen bijgevolg beperkt opgeschoven en herschikt te worden (met behoud van het voorziene aantal).

●        De voorziene groeninrichting dient te bestaan uit een combinatie van hoog- en laagstammig groen, waarbij minstens 5 hoogstammige bomen worden aangeplant op eigen terrein. De aanplant dient te gebeuren ten laatste in het eerstvolgend plantseizoen na voltooiing van de werkzaamheden.

●        Inzake integrale toegankelijkheid dienen de parkeerplaatsen voorbehouden voor mensen met een beperking te worden voorzien in niet-waterdoorlatende materialen zoals klinkers, asfalt of beton.

●        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming milieubelastend industriegebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

●     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 oktober 1984 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een bestaand gebouw, indeling van vernieuwd gebouw.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 augustus 1985 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een stalling tot woonhuis.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 oktober 1985 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een stalling tot woonhuis (wijziging).

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 11 april 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitvoeren van technische werken: cabine voor gas + cabine voor elektriciteit.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Omgevingsvergunning afgeleverd op 20 januari 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van de bestaande woning en bijgebouwen en rooien van de hoogstammige bomen.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 3.678 m² en is gelegen langs de Kleine Tapuitstraat op ongeveer 1.250 m ten zuidwesten van de kern van Deerlijk. De Kleine Tapuitstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg die eindigt ter hoogt van de gas- en hoogspanningscabine en die daar dan overgaat in een private weg richting de bedrijfsgebouwen van het perceel met huisnummers 12 en 14.

Het perceel is braakliggend.

De omgeving is een industriële omgeving.  De aanvraag bevindt zich binnen de industriezone Ter Donkt I, die gekenmerkt wordt door grootschalige milieubelastende bedrijven. In de directe omgeving zijn voor- en achterliggend bedrijfsgebouwen aanwezig, met in de nabijheid de autosnelweg (E17) en het recyclagepark van de gemeente Deerlijk. Ten oosten en westen van de bedrijfssite zijn gronden in landbouwgebruik.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een loods met kantoorruimte te bouwen. Daarnaast wordt verharding voorzien, een bestaande poel gedempt, een hoogspanningscabine en een fietsenberging geplaatst.

De loods wordt ingeplant op +/- 15 m van de rooilijn, op de rechterzijperceelsgrens en op 3,11 m van de linkerzijperceelsgrens. De loods wordt gebouwd tot over de achterkavelgrens en op 21 m tov de achterliggende loods. De loods heeft een maximale breedte van 52,22 m. De diepte op het gelijkvloers bedraagt 48,60 m, wat de totale oppervlakte van 2.622 m² brengt.

De loods heeft een kroonlijsthoogte van 9,78 m met plat dak. Bovenop de loods wordt aan de zuidzijde een kantoorruimte geplaatst waardoor een bijkomende bouwlaag gecreëerd wordt met een kroonlijsthoogte van 13,40 m.

Op het gelijkvloers bevindt zich een loods met een oppervlakte van 2.479 m², incl. inrijpoort, kleedruimte, berging, liftkoker en traphal. Op de eerste verdieping worden een sanitaire ruimte, liftkoker, traphal, tellerlokaal en warehouse office ondergebracht. Op het tweede verdiep worden een refter, technische en koele berging voorzien. Het derde verdiep bevindt zich enkel langs de zuidzijde van het gebouw. Hier worden een vergaderzaal, wachtzaal, ontvangstbalie, traphal, sanitaire ruimte en kitchenette en 5 bureelruimtes voorzien.

De verticale circulatie-as in de voorgevel van de loods wordt geaccentueerd door wit architectonisch beton, ook de kantoren bovenop de loods zijn opgetrokken in wit architectonisch beton. Ter hoogte van de inkom en de sassen op de verdieping +1 en +2 wordt zwart buitenschrijnwerk geplaatst. Boven de inkom zit een luifel in zwart aluminium. Het schrijnwerk is voorzien in zwart aluminium en de borstwering rondom de 3e verdieping bestaat uit een balustrade in transparant glas.

De toekomstige loods met kantoren zullen te huur aangeboden worden aan één bedrijf.

Rondom het gebouw (muv de oostelijke zijde) wordt verharding in asfalt met een oppervlakte van 436 m² voorzien. Ten zuiden en westen van het gebouw is een parking voorzien voor 22 wagens, waarvan 2 voor mindervalide personen en incl. 2 laadpalen. De parkeerstroken worden uitgevoerd in grasdallen. In de zuidoostelijke hoek wordt een fietsenberging/afdak voorzien met een oppervlakte van 10 m². De fietsenberging/afdak wordt opgetrokken met 1 bouwlaag en gebogen dak. De max. hoogte bedraagt 2,55m. Teneinde de nieuwe loods met kantoren te kunnen bouwen, worden de bestaande parkeerplaatsen in noordelijke richting opgeschoven.

In de zuidwestelijke hoek van het perceel, naast de bestaande gas en HS cabine wordt een nieuwe HS-cabine voorzien met een oppervlakte van 8,68m² in gewapend beton.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag betreft het bouwen van een nieuwe loods waarbij, op het moment van de vergunningsaanvraag, nog geen huurder gekend is. Daardoor wordt de ingedeelde inrichting en/of activiteiten beperkt tot de rubrieken waarover wel al duidelijkheid bestaat nl.:

●        Een transformator met een vermogen van 250 kVA

●        Warmtepompen ten behoeve van de kantoorverwarming

●        4 gasgestookte verwarmingstoestellen voor de verwarming van de loods

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

5. Adviezen

Fluvius heeft geen advies uitgebracht binnen de termijn van 30 dagen volgend op de ontvangst van de adviesvraag. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 27 januari 2022. De adviesinstantie bracht op 18 februari 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag. In functie van de maatgevende brandbelasting werd het industriegebouw door de bouwheer ingedeeld in klasse C.’

De Watergroep werd om advies verzocht op 27 januari 2022. De adviesinstantie bracht op 24 februari 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies is in bijlage te vinden.

Advies Aftakkingen en Aansluitingen
Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden

Er is een uitbreiding/verzwaring van het drinkwaternet noodzakelijk. De kosten van de uitbreiding zijn ten laste van de opdrachtgever.

De plaats van de watermeter(s) dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep. Het meterlokaal moet aangepast zijn aan de diameter van de aftakking.

In het meterlokaal moet een werkput voorzien worden van 1 x 1 x 1,2m. Vanuit deze put tot buiten het gebouw moet een wachtbuis van minstens 150mm geplaatst worden. Bij het ontwerp moet rekening gehouden worden met het volgende:

●     Het is niet toegelaten om een automatische brandblusinstallatie zoals bv een sprinklerinstallatie rechtstreeks aan te sluiten op het drinkwaternet. De sprinkler moet aangesloten worden via een drukloos voorraadvat.

●     De Watergroep zet alle passende middelen in om de continuïteit van de waterlevering op elk moment te verzekeren. De Watergroep levert water onder normale druk op straatniveau. De klant moet zelf de nodige maatregelen treffen om de door hem gewenste druk en het door hem gewenste debiet te garanderen op de aftappunten (ook deze voor brandbestrijding).

●     De diameter van de aftakking wordt door De Watergroep bepaald op basis van het effectieve verbruik (hierbij wordt geen rekening gehouden met bluswater).

●     De Watergroep plaats geen hydranten op privaat terrein.

De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.

Advies Waterbronnen en Milieu

Geen advies

Advies Riopact

Volledig gunstig advies met voorwaarden

Het integrale advies is opgenomen op het omgevingsloket.

Gelieve de voorwaarden in het advies mee op te nemen in de voorwaarden verbonden aan de vergunning van deze aanvraag omgevingsvergunning.

ASTRID veiligheidscommissie werd om advies verzocht op 27 januari 2022. De adviesinstantie bracht op 8 februari 2022 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Gezien de beperkte bezetting en de beperkte oppervlakte van het gebouw valt dit buiten de criteria en dient er geen indoordekking voorzien te worden.’

De Provinciale Technische Dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 27 januari 2022. De adviesinstantie bracht op 18 februari 2022 geen advies uit en liet weten dat ze geen advies moeten verlenen.

De VMM werd om advies verzocht op 21 februari 2022. De adviesinstantie bracht op 16 maart 2022 een gunstig advies uit. Het advies is integraal terug te vinden op het omgevingsloket. Volgende aandachtspunten worden in het advies nog geformuleerd:

‘Bijkomende aandachtspunten in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid:

• voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van bijlage 1 van Vlarem II (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II);

• de lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II;

• de ondergrondse constructie dient te worden uitgevoerd als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.

• de 5m-erfdienstbaarheidszone langsheen de Gaverbeek, uit te zetten op het terrein voor de aanvang van de werken en te meten vanaf de bovenrand van het talud van de waterloop, moet gerespecteerd worden en mag niet bebouwd of verhard worden;

• er geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op minder dan 6 meter van het talud van het oppervlaktewater voor alle openbare diensten en voor alle commerciële activiteiten met uitzondering van de land- en tuinbouwactiviteiten.

• de aanvrager dient de buitendienst van de VMM minstens 10 dagen voor de aanvang van de werken op de hoogte te stellen. ‘

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meerbepaald aan de voorschriften voor milieubelastende bedrijvigheid.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 7.2.0. + 8.2.1.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.

Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

Gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op een milieubelastend bedrijf gezien het de bouw betreft van een industrieel gebouw zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kleine Tapuitstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en is deels gelegen in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 20.000 liter met hergebruik voorzien alsook 5 bufferputten van 20.000 liter voor het opslaan van bluswater voor de brandweer. De aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 140.000 liter en een referentieoppervlakte van 155 m².

Uit advies van Riopact en VMM blijkt dat zowel de voorziene infiltratievoorziening alsook de hemelwaterputten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

Op basis van grondplan -1 wordt vastgesteld dat de overloop van de infiltratieputten aangesloten wordt op de bestaande overloop richting Gaverbeek met een diameter 160 mm. Het is hierbij niet wenselijk dat er nog nieuwe erfdienstbaarheden/overlopen gecreëerd mogen worden op de gracht rond het containerpark. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing

7.9 Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Tijdens de werffase zal er werfverkeer gegenereerd worden. Dit zal eerder beperkt zijn en tijdelijk van aard, waardoor deze effecten te verwaarlozen zijn. Op het moment van de vergunningsaanvraag kan niet exact ingeschat worden welke mobiliteit zal ontstaan tijdens de exploitatiefase (nog geen huurder). Er wordt rekening gehouden met een 10-tal werknemers waarbij er voldoende parkeerplaatsen worden voorzien. Ook wordt voorzien in de mogelijkheid om fietsen te stallen. Het vrachtverkeer zal enerzijds bestaan uit de toevoer van grondstoffen en anderzijds uit afvoer van afgewerkte producten, hoofdzakelijk met vrachtwagens. Gezien de ligging in een industriezone kunnen we aannemen dat hierdoor geen bijkomende hinder zal ontstaan.

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

De inrichting is gelegen in overstromingsgevoelig en mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Er wordt voldoende hemelwateropvang en infiltratie voorzien. Parkeerplaatsen zullen aangelegd worden in waterdoorlatende materialen. Indien noodzakelijk zal bij een toekomstige exploitatie ook een KWS afscheider voorzien worden. Hierdoor zijn de effecten op het watersysteem ten gevolge van de bouw van de loods aanvaardbaar.

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Tijdens de bouw van de loods zullen enkel niet geleide emissies gegenereerd worden. Deze zijn tijdelijk van aard waardoor ze geen significant effect zullen hebben op de omgeving. Geleide emissies tijdens de exploitatie zullen afkomstig zijn van de gasgestookte verwarmingselementen. Deze zullen periodiek gekeurd en onderhouden worden waardoor de goede werking kan gewaarborgd worden en de effecten op de omgeving nihil zijn.

Relevante potentiële effecten van geluid of trillingen ten gevolge van de aanvraag

Tijdens de werffase zullen geluid en trillingen afkomstig zijn van de tijdelijke werkzaamheden. Deze zijn eigen aan de aard van de werken en zullen enkel gegenereerd worden tijdens de dagperiode waardoor de effecten beperkt blijven. Tijdens de exploitatie zullen enkel geluid en trillingen afkomstig zijn van het aan- en afvoeren van producten en materialen. Ook deze zijn beperkt en eigen aan de bestemming van de zone waardoor de effecten niet aanzienlijk zullen zijn.

Relevante potentiële effecten op de biodiversiteit

Er liggen geen VEN gebieden in de nabije omgeving van het project en er worden geen schadelijke emissies verwacht waardoor de effecten op de biodiversiteit niet aanzienlijk zijn.

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

Op het moment van de vergunningsaanvraag is er nog geen zicht op de mogelijke afvalstromen tijdens de exploitatie. Voor specifieke afvalstromen zal steeds gezocht worden naar de meest geschikte oplossing. Indien nodig zal een erkende ophaler en/of verwerker ingeschakeld worden. Het bedrijfsafval dat qua aard en hoeveelheid overeenkomt met huishoudelijk afval zal op een correcte wijze aangeboden worden tijdens de reguliere huisvuil ophaling.

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie: 

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een loods met kantoorruimte. Deze functie is passend binnen deze omgeving die bestaat uit bedrijvigheid. Echter is de specifieke invulling van de loods met kantoorruimte nog niet duidelijk.
Gezien er aangegeven wordt dat het gebouw voor verhuur zal worden aangeboden, is het noodzakelijk om, teneinde te voldoen aan de bestemmingsvoorschriften, als voorwaarde op te leggen dat er zich maximum 1 bedrijf kan vestigen wiens activiteiten kaderen binnen de toegelaten bestemmingsvoorschriften inzake bedrijvigheid.

Inplanting en ruimtegebruik:

Het gebouw wordt zo ingeplant dat het terrein maximaal gebruikt kan worden en toch voldoende ruimte is om te circuleren op het terrein. Op die manier vormt de bestaande en nieuwe bebouwing een compact geheel.

De voorziene HS -cabine wordt in dezelfde lijn voorzien als de bestaande HS cabine. Waardoor deze er compact bij aansluit.

Bouwvolume, gabarit en verschijningsvorm:

Het bouwvolume stemt overeen met de bouwvolumes van de gebouwen in de directe omgeving en is zeker aanvaardbaar binnen de industriële omgeving.

Het bouwvolume wordt opgetrokken in hoogwaardige materialen waardoor het zich integreert binnen de bestaande bebouwing.

Het gevraagde is qua volume, gabarit en verschijningsvorm inpasbaar in de betreffende omgeving.

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

Ten gevolge van de geplande werken wordt een toename van de verkeersaantrek verwacht. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen.

Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 26 november 2020 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen moet voor de nieuwbouw van bedrijfsruimten 1 parkeerplaats meer voorzien worden per schijf van 100 m² bijkomende bedrijfsoppervlakte of 1 parkeerplaats per schijf van 10 tewerkgestelde personen. Aangezien de som van de bedrijfsoppervlakte ingenomen voor bedrijfsdoeleinden, gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren en verminderd met de oppervlakte van de verticale verbindingswegen, ongeveer 2690 m², bedraagt, dienen er 27 parkeerplaatsen te worden voorzien.

Voor de kantoorruimte dient 1 parkeerplaats te worden voorzien per schijf van 50 m² vloeroppervlakte. De oppervlakte aan kantoorruimte bedraagt +/- 252 m². In functie van de kantoren dienen aldus 5 parkeerplaatsen te worden voorzien, wat een totaal van 32 parkeerplaatsen betekent.

Op eigen terrein worden 22 parkeerplaatsen voorzien. Op het terrein ten noorden van het betreffende perceel werden er reeds 52 parkeerplaatsen opgelegd in een vorige vergunning. Dit aantal wordt met huidige vergunning uitgebreid tot 62 parkeerplaatsen, wat een overschot van 10 parkeerplaatsen betekent. Deze 10 bijkomende opgeteld bij de 22 nieuwe betekent dat 32 parkeerplaatsen gerealiseerd worden en bijgevolg voldaan is aan het belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen.

Er wordt opgemerkt dat de fietsenstalling op een te ruime afstand wordt voorzien t.o.v. de ingang van het bedrijf. Om de bereikbaarheid en leefbaarheid te blijven garanderen is het stimuleren van het fietsgebruik een must. Dat start bij het voorzien van een voldoende ruimte, diefstalveilige en vlot toegankelijke fietsenstalling. Het huidige ontwerp voorziet een fietsenstalling op zo’n 40 m van de toegang. Er is voldoende ruimte om het stallen van de fietsen te combineren met de nieuw te bouwen HS cabine en het auto parkeren te herschikken . Als voorwaarde wordt dan ook opgelegd dat de fietsenstalling dient ingeplant te worden aansluitend op het perceel waarop de HS Cabine voorzien is en dat de parkeerplaatsen bijgevolg beperkt opgeschoven en herschikt moeten worden (met behoud van het voorziene aantal).

Groen- en omgevingsaanleg:

De beperkte buitenruimte wordt enerzijds ingericht i.f.v. circuleren en parkeren en anderzijds als groenzone. De inrichting van de groenzone is niet nader omschreven. Bij voorkeur bestaat het groen uit een combinatie van laag- en hoogstammig groen. De aanplant van enkele bomen is hierbij een must. Als voorwaarde wordt opgelegd dat het voorziene groen dient te bestaan uit een combinatie van hoog- en laagstammig groen, alsook dat er minstens 5 hoogstammige bomen moeten worden aangeplant op eigen terrein. De aanplant dient te gebeuren ten laatste in het eerstvolgend plantseizoen na voltooiing van de werkzaamheden.

De geplande verharding wordt voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt. Ook de parkeerplaatsen worden voorzien in waterdoorlatende verharding. Inzake integrale toegankelijkheid worden de parkeerplaatsen voorbehouden voor mensen met een beperking bij voorkeur voorzien in niet-waterdoorlatende materialen zoals klinkers, asfalt of beton. Dat wordt als voorwaarde opgelegd.

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§ 2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13 Bespreking adviezen

Advies Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies wordt dit integraal overgenomen en dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandpreventieverslag stipt nageleefd moet worden.

De Watergroep/Riopact

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies wordt dit integraal overgenomen en dient opgelegd te worden dat dit advies nageleefd moet worden.

VMM

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies wordt dit integraal overgenomen en dient opgelegd te worden dat de geformuleerde bijkomende aandachtspunten nageleefd moeten worden.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

○        Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Robert Vanden Eynde namens GAVER INVEST NV met als contactadres Stationsstraat 286 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een loods en kantoor, op een perceel gelegen Kleine Tapuitstraat 8, 10, 12, 14 en 16 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 343 N en (afd. 2) sectie C 348 C,

Artikel 2

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat voortaan:

Artikel 3

Aan de afgifte van de omgevingsvergunning beslist het college van burgemeester en schepenen volgende specifieke voorwaarden te koppelen:

●        Er moet worden voldaan aan de voorwaarden gesteld in het advies van de hulpverleningszone Fluvia.

●        Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden gesteld in het advies van De Watergroep.

●        Er dient te worden voldaan aan de aandachtspunten geformuleerd in het advies van de VMM.

●        Er kunnen geen nieuwe erfdienstbaarheden/overlopen gecreëerd worden op de gracht rond het containerpark. De afwatering dient te gebeuren conform de beschrijving op het plan BA_LOODS_P_N1_GRONDPLAN-1, zijnde aansluiten op de bestaande overloop richting Gaverbeek.

●        Er kan zich maximum 1 bedrijf vestigen (zowel in de loods als de kantoren samen) wiens activiteiten kaderen binnen de toegelaten bestemmingsvoorschriften inzake bedrijvigheid.

●        De fietsenstalling dient ingeplant te worden aansluitend op het perceel waarop de HS Cabine voorzien is en de parkeerplaatsen dienen bijgevolg beperkt opgeschoven en herschikt te worden (met behoud van het voorziene aantal).

●        Het voorziene groeninrichting dient te bestaan uit een combinatie van hoog- en laagstammig groen, waarbij minstens 5 hoogstammige bomen worden aangeplant op eigen terrein. De aanplant dient te gebeuren ten laatste in het eerstvolgend plantseizoen na voltooiing van de werkzaamheden.

●        Inzake integrale toegankelijkheid dienen de parkeerplaatsen voorbehouden voor mensen met een beperking te worden voorzien in niet-waterdoorlatende materialen zoals klinkers, asfalt of beton.

●        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/ .

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.18. OMV 2022_7 - Stationsstraat 112 - beslissing -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanbouwen van een bergruimte, op een perceel gelegen Stationsstraat 112 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 80 F2 aangevraagd door Aaron Molisse wonende Stationsstraat 112 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  18 maart 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●        De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

●        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, De Gavers, goedgekeurd door de deputatie op 26 mei 2016 met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties – aaneengesloten bebouwing.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Omgevingsvergunning afgeleverd op 10 november 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het vellen van bomen.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langs de Stationsstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. In de omgeving is zowel vrijstaande, halfopen als gesloten bebouwing aanwezig. Het perceel van de aanvrager (447 m²) is bebouwd met een gekoppelde ééngezinswoning van twee bouwlagen met een hellend dak. Achterliggend is een nieuwe verkaveling in ontwikkeling en werd een garageweg, aanpalend aan de eigendom, aangelegd.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een berging te bouwen in het verlengde van een bestaande achteruitbouw. Het bijgebouw zal op de linker perceelsgrens staan met een lengte van 5 m en een breedte van 3,45 m. De tuinberging wordt opgebouwd uit metselwerk met een plat dak op een hoogte van 2,5 m. De gevels worden afgewerkt met een witte crepie zoals de rest van de woning. In de achtergevel van de tuinberging komt een raam van 0,8 m op 0,8 m en in de rechter zijgevel komt een deuropening van 0,9 m.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanpalende eigenaars werden op 17 februari 2022 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk RUP Gavers, definitief vastgesteld op 26 mei 2016, in de zone (2) voor wonen met beperkte nevenfuncties – aaneengesloten bebouwing.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de zone 2 uit het RUP aangezien de bestemming wonen behouden blijft, de zone bestemd is voor aaneengesloten bebouwing, het maximaal bebouwingspercentage van 70 % niet overschreden wordt, het bijgebouw wordt aangebouwd aan het hoofdvolume als nevenvolume en de maximale hoogte van 5 m alsook de maximale hoogte op de perceelsgrens van 3,5 m, niet overschreden wordt.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Stationsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook en het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De nieuwe tuinberging functioneert als bergruimte bij een bestaande eengezinswoning met behoud van de functie zodat de aanvraag zich functioneel zal inpassen. De werken situeren zich aan de achterzijde van de woning zodat het straatbeeld niet geschaad wordt. De afwerking met een plat dak zorgt voor een beperking van de hinder voor de naastliggende eigendom. Na uitbreiding blijft de tuinzone nog voldoende ruim teneinde deze kwalitatief in te richten. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Aaron Molisse wonende Stationsstraat 112 te 8540 Deerlijk, voor het aanbouwen van een bergruimte, op een perceel gelegen Stationsstraat 112 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 80 F2.

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.19. Inname openbaar domein - kennisname -

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.20. BMC - verslag van 7 maart 2022 - goedkeuring -

Aanleiding en context

De beperkte mobiliteitscommissie hield een vergadering op 7 maart 2022. Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht  kennis te nemen van het verslag en een beslissing te nemen aan de hand van de adviezen van de beperkte mobiliteitscommissie.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besproken onderwerpen en neemt een beslissing aan de hand van het advies van de beperkte mobiliteitscommissie.

Volgende punten werden geadviseerd:

●        Biesbeke: gevaarlijke verkeerssituatie

●        Carpool Deerlijk: geparkeerde bestelwagens

●        Schoolstraat: gemeentelijke parking – geparkeerde auto’s op voetgangersstrook

●        De Spijker: geparkeerde vrachtwagens

●        Paanderstraat: verkeerssituatie

●        Varia: analyse verkeerstellingen

●        Ommegangstraat – inrichting ‘schoolstraat’

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van 7 maart 2022 en beslist de adviezen van de beperkte mobiliteitscommissie te volgen.

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.21. Aanvullend verkeersreglement m.b.t. de inrichting van een ‘schoolstraat’ ter hoogte van de schoolingang in de Ommegangstraat - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de vaststelling van het aanvullend reglement met betrekking tot het inrichten van een 'schoolstraat' in de Ommegangstraat in Sint-Lodewijk Deerlijk te agenderen op de gemeenteraad van 31 maart 2022.

Motivering

Op vandaag staat de omgeving van de schoolpoort in de Ommegangstraat onder druk tijdens de start van de school. Dit is te wijten aan ouders die hun kind zo dicht mogelijk tot aan de schoolpoort willen brengen met de wagen. Dit zorgt voor een onveilige situatie.

Er wordt voorgesteld om bij aanvang van de school, de omgeving van de Ommegangstraat af te sluiten, het principe van de schoolstraat volgend, dit vanuit volgende overwegingen:

●        in functie van de verkeersleefbaarheid en de verkeersveiligheid;

●        om de veiligheid van de schoolgaande kinderen te garanderen;

●        door het weren van gemotoriseerd verkeer uit de schoolomgeving tijdens de piekmomenten aan het begin van de schooldag;

●        daarnaast zijn er voldoende parkeergelegenheden op wandelafstand van de schoolpoort, die een alternatief bieden;

●        het is aangewezen de straat af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer van 8.15 uur tot 8.45 uur.

De beperkte mobiliteitscommissie steunt dit initiatief alsook de school en de eigenaar van de buurtwinkel Spar Bulcaen.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        De wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968

○        Het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg

○        De wet van 10 oktober 2018 tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg wat de invoering van de schoolstraat betreft

○        Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

○        Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

○        Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

○        De omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad onderstaande aanvullend verkeersreglement met betrekking tot het inrichten van een 'schoolstraat' in de Ommegangstraat vast te stellen.

Aanvullend verkeersreglement m.b.t. de inrichting van een 'schoolstraat' ter hoogte van de schooluitgang in de Ommegangstraat

Artikel 1

In de Ommegangstraat wordt een 'schoolstraat' ingericht op schooldagen:

●        van 8.15 uur tot 8.45 uur

Deze schoolstraat wordt afgebakend op volgende locaties:

●        Ommegangstraat thv huisnummer 14

●        Kapelstraat na ingang Spar

●        Kruispunt Ommegangstraat en Kapelstraat.

en gesignaleerd met een nadarhekken voorzien van een verkeersbord C3 met onderbord type IV ‘schoolstraat’.

Dit wordt bij wijze van test ingevoerd vanaf 18 april 2022 tot 30 juni 2022.

Artikel 2

De aanvullende verkeersreglementen of gedeelten ervan die in strijd zijn met het huidig reglement worden opgeheven bij het in voege treden van dit reglement.

Artikel 3

Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid. Tevens wordt van dit besluit een afschrift gestuurd aan de Rechtbank van Eerste Aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk en aan de Politierechtbank West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk.

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.22. De Cassinastraat - herinrichting straatprofiel - goedkeuring -

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.23. Grafconcessie - nominatieve uitbreiding en bijzetting - aktename -

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.24. Voorlopige inschrijving op een bepaald adres - kennisname -

Zitting van CBS van 23 MAART 2022

C.25. Subsidieoproep gemeente zonder gemeentehuis - project 'Naar een open, nabij en loketvrij huis van de gemeente' - dossier en bijhorende samenwerkingsovereenkomsten - principieel akkoord -

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het aanvraagdossier voor de projectsubsidie van 'Gemeente zonder gemeentehuis' en bijhorend samenwerkingsverband principieel goed te keuren en daarbij de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de samenwerkingsovereenkomsten te agenderen op de gemeenteraad die volgt op de goedkeuring van het project door Vlaanderen.

Motivering

Met 'Gemeente zonder gemeentehuis' ondersteunt Vlaanderen lokale besturen die maximaal samen innovatieve, digitale oplossingen uitwerken om hun dienstverlening efficiënter en klantgerichter te maken. Via 7 oproepen tussen september 2021 en september 2022 kunnen gemeenten subsidiedossiers voor digitaliseringsprojecten indienen. Er is een totaalbudget van 35 miljoen euro beschikbaar. Afhankelijk van de gekozen focus en omvang van het project kunnen er subsidiegelden toegekend worden. Er is wel telkens 20 % eigen inbreng nodig. Lokale besturen kunnen samenwerken rond deze digitaliseringsprojecten. Dit is iets wat vanuit GZG sterk wordt aangemoedigd. In dat geval is er een formele samenwerkingsovereenkomst nodig.

De lokale besturen Deerlijk, Wevelgem, Wervik en Roeselare wensen een samenwerkingsverband aan te gaan om het project met de titel 'Naar een open, nabij en loketvrij huis van de gemeente' waar te maken. Het project bestaat uit verschillende fases en heeft als doel het bekomen van een blauwdruk van de ideale dienstverlening en de optimale werkplekken, doorheen, met en dankzij de digitale transformatie gesteund op de wensen en visie van de burger en medewerker. Deze blauwdruk moet voor alle steden en gemeentes toepasbaar zijn. Daarom worden verschillende elementen uit de blauwdruk getest via prototypes en testopstellingen binnen diverse contexten.

Het samenwerkingsverband is van groot belang om deze diverse contexten te voorzien en om de inbreng van verschillende visies mogelijk te maken. Ook de burgerbevraging kan via het samenwerkingsverband ruim ingezet worden.

Het volledige aanvraagdossier met daarbij het aanvraagformulier, de begroting, de impactmap, de pitch en de samenwerkingsovereenkomsten zijn te vinden in bijlage.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

Indien het project wordt goedgekeurd heeft de beslissing financiële gevolgen onder de vorm van personeelsinzet. Een duidelijk financieel overzicht voor het gehele project, de personeelsinzet voor Deerlijk en het samenwerkingsverband zijn te vinden in bijlage.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het aanvraagdossier voor het project 'Naar een open, nabij en loketvrij huis van de gemeente' goed te keuren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de samenwerkingsovereenkomsten met lokale besturen Wervik, Wevelgem en Roeselare principieel goed te keuren.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de samenwerkingsovereenkomsten aangaande het project voor te leggen aan de gemeenteraad na goedkeuring van het project door Vlaanderen.