Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 29 september 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 29 september 2021.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 29 september 2021 goed te keuren.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.2. Ophaling en opvang van verloren gelopen dieren en nieuwe gezelschapsdieren, ondersteuning zwerfkattenbeleid - deelname overheidsopdracht - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de deelname betreffende de overheidsopdracht met betrekking tot de ophaling en opvang van verloren gelopen dieren/zwerfdieren, opvang van nieuwe gezelschapsdieren en de ondersteuning van het zwerfkattenbeleid, goed te keuren.

Motivering

In de politiezone Gavers wordt momenteel voor de ophaling en opvang van verloren gelopen dieren/zwerfdieren, de opvang van nieuwe gezelschapsdieren en de ondersteuning van het zwerfkattenbeleid, samengewerkt met Dierenasiel Leiestreek.

Dit contract eindigt op 31 december 2021, waardoor een nieuwe prijsvraag moet georganiseerd worden.

Uit de huidige samenwerking is gebleken dat de diensten zoals deze op vandaag aangeboden worden door Dierenasiel Leiestreek, een noodzaak zijn binnen de gemeentelijke werking en verplichtingen.

Stad Harelbeke stelt voor om een overheidsopdracht uit te schrijven voor voormelde opdrachten waarbij stad Harelbeke optreedt als aankoopcentrale in de zin van art. 2, 6° van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en waarop de gemeente Deerlijk kan inschrijven.

Voor deze uitgave is krediet voorzien op jaarbudgetrekening GBB/0989-00/61310000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de deelname met betrekking tot de overheidsopdracht voor de ophaling en opvang van verloren gelopen dieren/zwerfdieren, opvang van nieuwe gezelschapsdieren en ondersteuning van het zwerfkattenbeleid, goed te keuren.

Artikel 2

De stad Harelbeke wordt voor deze overheidsopdracht aangeduid als aankoopcentrale in de zin van art. 2, 6° van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.  De gemeente treedt voor deze overheidsopdracht toe tot deze aankoopcentrale.

Artikel 3

Stad Harelbeke wordt in kennis gesteld van deze beslissing.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.3. Bibliotheek - leveren en plaatsen van dubbele automatische schuifdeur - gunning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Bibliotheek - leveren en plaatsen van dubbele automatische schuifdeur” goed te keuren.

Motivering

Omwille van de toegankelijkheid van de bibliotheek is het aangewezen om de zware glazen deuren te vervangen door 2 automatische schuifdeuren die in het midden opengaan en dan terug sluiten. Op die manier blijft de bibliotheek optimaal toegankelijk voor personen met een beperking.

Daarnaast wordt de levering van materiaal ook makkelijker en gebruiksvriendelijker indien er automatische schuifdeuren voorzien worden aan de inkom van de bibliotheek. Niet alleen voor de eigen gemeentelijke diensten maar ook voor de vele gebruikers (verenigingen en privé) is dit een meerwaarde en een nuttige vereenvoudiging.

Hiervoor werd actie A.3.03.8 ingeschreven in het gemeentelijke budget voor 2021.

In het kader van de opdracht “Bibliotheek - leveren en plaatsen van dubbele automatische schuifdeur” werd een technische beschrijving met nr. 2020-26 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 8.264,46 euro excl. btw of 10.000,00 euro incl. 21 % btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan deze opdracht:

• Callplast bvba, Dragonderdreef 11 te 8570 Anzegem-Vichte;
• Dorma Foquin nv, Lieven Bauwensstraat 21a te 8200 Brugge;
• C & V Construct bvba, Jagershoek 2 te 8570 Anzegem-Vichte;
• Thimaco, Kortrijkseweg 252 te 8791 Beveren-Leie;
• Tormax Belgium nv, Gontrode Heirweg 186 te 9090 Melle;
• Haki nv, Ambachtenstraat 5 te 8870 Izegem;
• PDS, Meersbloem Melden 30 te 9700 Oudenaarde.

Er werd 1 offerte ontvangen van Callplast bvba, Dragonderdreef 11 te 8570 Anzegem-Vichte (8.937,50 euro excl. btw of 10.814,38 euro incl. 21 % btw).

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, de opdracht “Bibliotheek - leveren en plaatsen van dubbele automatische schuifdeur” te gunnen aan de firma met de enige offerte (op basis van de prijs), zijnde Callplast bvba, Dragonderdreef 11 te 8570 Anzegem-Vichte, tegen het nagerekende offertebedrag van 8.937,50 euro excl. btw of 10.814,38 euro incl. 21 % btw.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56, § 3, 4°, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
• Andere:

• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet).
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

• Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

Adviezen

De bibliothecaris en het diensthoofd ruimte (in de hoedanigheid van preventieadviseur) verlenen positief advies.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

Deze opdracht wordt gegund aan de firma met de enige offerte (op basis van de prijs), zijnde Callplast bvba, Dragonderdreef 11 te 8570 Anzegem-Vichte, tegen het nagerekende offertebedrag van 8.937,50 euro excl. btw of 10.814,38 euro incl. 21 % btw.

Artikel 3

De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2021, op jaarbudgetrekening 0703-00/23000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie A-3.03.8).

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.4. Leveren en plaatsen van 3 fietsoverkappingen - gunning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Leveren en plaatsen van 3 fietsoverkappingen” goed te keuren.

Motivering

In het kader van de opdracht “Leveren en plaatsen van 3 fietsoverkappingen” werd een bestek met nr. 2021-13 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 48.000,00 euro excl. btw of 58.080,00 euro incl. 21 % btw.

De gemeenteraad verleende in zitting van 8 juli 2021 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 11 augustus 2021 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

• Velopa nv, Interleuvenlaan 15 te 3001 Leuven;
• Wolters-Mabeg bvba, Leuerbroek 1074 te 3640 Kinrooi;
• Metec Belgium bvba, Bredabaan 853 te 2990 Wuustwezel;
• Abribo Engineering bv, Steenweg Deinze 191 te 9810 Nazareth.

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 3 september 2021 om 10.00 uur te bereiken.

De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 2 december 2021.

Er werden 3 offertes ontvangen:

• Basisopdracht (Leveren en plaatsen van 3 fietsoverkappingen)

• Velopa nv, Interleuvenlaan 15 te 3001 Leuven (41.250,00 euro excl. btw of 49.912,50 euro incl. 21 % btw);

• Toegestane variante 1 (Leveren en plaatsen van 3 fietsoverkappingen)

• Velopa nv, Interleuvenlaan 15 te 3001 Leuven (40.350,00 euro excl. btw of 48.823,50 euro incl. 21 % btw);

• Toegestane variante 2 (Leveren en plaatsen van 3 fietsoverkappingen)

• Velopa nv, Interleuvenlaan 15 te 3001 Leuven (38.550,00 euro excl. btw of 46.645,50 euro incl. 21 % btw);

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelde op 29 september 2021 het verslag van nazicht van de offertes op.

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de firma met de enige offerte (op basis van de prijs), zijnde Velopa nv, Interleuvenlaan 15 te 3001 Leuven, tegen het nagerekende offertebedrag van 41.250,00 euro excl. btw of 49.912,50 euro incl. 21 % btw.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
• Andere:

• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet).
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

• Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

Advies

De deskundige werken in uitvoering verleent positief advies.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 29 september 2021, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3

De opdracht “Leveren en plaatsen van 3 fietsoverkappingen” wordt gegund aan de firma met de enige offerte (op basis van de prijs), zijnde Velopa nv, Interleuvenlaan 15 te 3001 Leuven, tegen het nagerekende offertebedrag van 41.250,00 euro excl. btw of 49.912,50 euro incl. 21 % btw.

Artikel 4

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2021-13.

Artikel 5

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2021, op jaarbudgetrekening 0220-00/22500000/BESTUUR/CBS/0/IP-2 (actie A-1.02.3) en in het budget van de volgende jaren.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.5. Syndicaal overleg - verslag van 27 september 2021 - kennisname

Aanleiding en context

Het syndicaal overleg kwam samen op maandag 27 september 2021. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag.

Motivering

Het syndicaal overleg kwam samen op maandag 27 september 2021 met volgende agenda:

•          Organogram en bijlage IV Rechtspositieregeling

•          Reglement laptops, GSM's en smartphones

Juridische gronden

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van het syndicaal overleg van maandag 27 september 2021.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.6. Beslissingen algemeen directeur - september 2021 - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de besluiten van de algemeen directeur van de maand september 2021.

Motivering

De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 170 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besluiten van de algemeen directeur van de maand september 2021.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.7. Diverse verslagen - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

Motivering

Volgend verslag werd overgemaakt aan de gemeente:

•          TMVW ov - rapportering exploitatie sportinfrastructuur S-divisie per 30/06/2021

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.8. Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.9. Verkozenverklaring voorzitter gemeenteraad - tweede helft legislatuur - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken "de verkozenverklaring van een nieuwe voorzitter van de gemeenteraad voor de tweede periode van de legislatuur", te agenderen op de gemeenteraad van 28 oktober 2021.

Motivering

In de gemeenteraadszitting van 3 januari 2019 werd de heer Jo Tijtgat verkozen tot voorzitter van de gemeenteraad en werd vastgesteld dat er van rechtswege een einde komt aan dit mandaat na 31 december 2021.

In dezelfde gemeenteraadszitting werd de heer Jurgen Beke aangewezen als opvolger en werd vastgesteld dat de heer Jurgen Beke van rechtswege en met ingang van 1 januari 2022 de voorzitter van de gemeenteraad wordt.

Bij mail van 17 september 2021 deelt de heer Jurgen Beke mee dat hij verzaakt aan het mandaat van voorzitter van de gemeenteraad voor de tweede helft van de legislatuur.

Bijgevolg dient, conform artikel 7, § 1 van het Decreet Lokaal Bestuur, een nieuwe voorzitter voor de gemeenteraad verkozen te worden voor de tweede periode van de legislatuur 2019-2024, met ingang van 1 januari 2022.

De gemeenteraad dient zijn voorzitter te kiezen onder de gemeenteraadsleden van Belgische nationaliteit. De verkiezing gebeurt op basis van een voordracht die, wanneer hij ontvankelijk is, aanleiding geeft tot een verkozenverklaring. De voorzitter van de gemeenteraad is ook van rechtswege voorzitter van de OCMW-raad. Beide mandaten zijn ondeelbaar.

De verkozenverklaring gebeurt – in geval van ontvankelijke voordracht - op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad.

Juridische gronden

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt er kennis van dat de heer Jurgen Beke, aangewezen als opvolgend voorzitter van de gemeenteraad per 1 januari 2022, verzaakt aan dit mandaat.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om de "verkozenverklaring van een nieuwe voorzitter van de gemeenteraad voor de tweede periode van de legislatuur", te agenderen op de gemeenteraad van 28 oktober 2021.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.10. Jeugd - Scouts & Gidsen Deerlijk - premie security - goedkeuring

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.11. Vrije Tijd - drankprijzen cafetaria sporthal en kantine Olieberg - aanpassing - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de aanpassing van de drankprijzen goed te keuren en op te nemen in het retributiereglement 'Cafetaria sporthal' en het retributiereglement 'Kantine Olieberg'.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen wees de gunning van de opdracht met betrekking tot de aankoop en levering van dranken aan de vrijetijdsinfrastructuur van de gemeente Deerlijk en de bijkomende gebouwen, in zitting van 23 juni 2021, toe aan Drankcenter Schotte, Bieststraat 6 te 8790 Waregem, dit voor een periode van 1 oktober 2021 tem 30 september 2023.

De opgegeven inventaris van Drankcenter Schotte impliceert nieuwe aankoopprijzen.

De aankoopprijzen zijn, vanaf het moment dat deze dranken in de loop van oktober 2021 beschikbaar zijn in de betreffende infrastructuur, de volgende:

Dit betekent dat de retributiereglementen 'Cafetaria sporthal' en 'Kantine Olieberg' dienen aangepast te worden aan de nieuwe prijzen.

Het college van burgemeester en schepenen is gemachtigd om de prijs van alle dranken, zoals vermeld in huidige retributiereglementen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 september 2016, aan te passen aan de prijsaanpassingen van de respectievelijke leverancier(s).

Bijgevolg wordt voorgesteld de drankprijzen als volgt te bepalen: alle aankoopprijzen incl. btw van frisdranken en gewone pils worden verdubbeld, de prijzen van de speciale bieren worden niet verdubbeld maar de aankoopprijs incl. btw wordt vermeerderd met 0,50 euro.

•          voor eenmalige of sporadische gebruikers (cafetaria en kantine):

•          voor vaste gebruikers met een reguliere competitie (enkel voor cafetaria sporthal):

Er wordt een korting verrekend aan de vaste clubs met wekelijkse competitie. Deze korting bedraagt  5 % op de frisdranken (cola, cola zero, limonade, plat water, bruisend water, fruitsap, ice tea, alcoholvrij bier) en 20 % op alle bieren, (pils, bruine pils, blond speciaal, Duvel, Carlsberg, blond en bruin hoge gisting, kriekbier).

De prijsaanpassing wordt ter kennis gegeven aan de kernraad sport.

Het vrijetijdspunt verwittigt tijdig alle gebruikers omtrent deze prijsaanpassing.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Gemeenteraad 15 september 2016 - retributiereglement 'Cafetaria sporthal'

◦          Gemeenteraad 15 september 2016 - retributiereglement 'Kantine Olieberg'

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de aanpassing van de drankprijzen goed te keuren en op te nemen in de retributiereglementen 'Cafetaria sporthal' en 'Kantine Olieberg'.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen vraagt om de aanpassing van de drankprijzen ter kennis te geven aan de kernraad sport, en vraagt het vrijetijdspunt om de gebruikers te verwittigen van de aanpassing van de drankprijzen.

Artikel 3

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement

bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

Artikel 4

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 3 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

Artikel 5

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 3 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.12. Sportraad - werkingsuitgaven 2021 - uitbetaling saldo - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de uitbetaling van het saldo van de 'werkingsuitgaven sportraad 2021' ten bedrage van 500,00 euro, goed te keuren.

Motivering

De kernraad sport is tijdens het werkjaar 2021 al geregeld bijeengekomen om rond de sportmaterie in Deerlijk te vergaderen en adviezen te verlenen waar nodig. Om de vergaderingen aangenaam te laten verlopen is een klein budget noodzakelijk.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid:  Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het saldo van de 'werkingsuitgaven sportraad 2021' ten bedrage van 500,00 euro, toe te kennen en te storten op rekeningnummer BE02 7512 0007 2240 van de sportraad. Na afloop van het werkjaar dienen de nodige verantwoordingsstukken bezorgd te worden om de gemaakte kosten te staven.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.13. Cultuurraad - diverse verslagen - kennisname

Aanleiding en context

De cultuurraad hield bestuursvergaderingen op verschillende data doorheen 2019, 2020 en 2021. Gezien de covid-situatie volgden de vergaderingen elkaar slechts onregelmatig op.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de verslagen van voormelde bestuursvergaderingen.

Motivering

Het bestuur van de cultuurraad kwam samen op 16 december 2019, 12 februari 2020, 22 maart 2021 en 17 juni 2021.

De bijhorende toelichting is te vinden in de verslagen in bijlage.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de goedgekeurde verslagen van de cultuurraad van 16 december 2019, 12 februari 2020, 22 maart 2021 en 17 juni 2021.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.14. Projectpremie Deerlijks Verlangen - evaluatie - uitbetaling tweede schijf - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de evaluatie van het project 'Haal meer uit je tuin' en de tweede schijf van de projectpremie, ten bedrage van 100 euro, uit te betalen aan Deerlijks Verlangen.

Motivering

Op 28 oktober 2020 diende Deerlijks Verlangen een aanvraag in voor een projectpremie. Deze werd door een jury besproken en door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd op 25 november 2020. Volgens het reglement gebeurt de betaling van de premie in twee schijven, waarbij de tweede schijf wordt betaald na evaluatie van het project door de organisator. Het project werd door corona uitgesteld naar begin september 2021.

Het ingevulde evaluatieformulier werd op 27 september 2021 bezorgd aan de jeugddienst en de cultuurdienst.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Premiereglement projectpremie (goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 17 december 2020)

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Dit bedrag mag worden gestort op rekeningnummer BE28 7785 9501 3920 op naam van Houpline-Verhaeghe.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het evaluatieformulier van Deerlijks Verlangen.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de tweede schijf van de projectpremie, ten bedrag van 100 euro, te betalen aan Deerlijks Verlangen op rekeningnummer BE28 7785 9501 3920.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.15. Projectpremie Die Ghesellen - evaluatie - uitbetaling tweede schijf - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de evaluatie van het project 'Tour de sketches' van Die Ghesellen en de tweede schijf van de projectpremie, ten bedrage van 225 euro, uit te betalen.

Motivering

Op 12 juli 2021 diende Die Ghesellen een aanvraag in voor een projectpremie.

Deze werd door een jury besproken en door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd op 20 juli 2021. Volgens het reglement gebeurt de betaling van de premie in twee schijven, waarbij de tweede schijf wordt betaald na evaluatie van het project door de organisator.

Het ingevulde evaluatieformulier werd op 18 september 2021 bezorgd aan de jeugddienst en de cultuurdienst.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Premiereglement projectpremie (goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 17 december 2020)

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Dit bedrag mag worden gestort op rekeningnummer BE58 7380 1971 6179 op naam van Die Ghesellen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het evaluatieformulier van 'Tour de sketches'.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de tweede schijf van de projectpremie, ten bedrage van 225 euro, te betalen aan Die Ghesellen op rekeningnummer BE58 7380 1971 6179.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.16. Vrije Tijd - drankprijzen gemeenschapscentrum - aanpassing - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de aanpassing van de drankprijzen goed te keuren en op te nemen in het reglement 'Retributie drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum' en het reglement 'Retributie privéverhuur gemeenschapscentrum'.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen wees de gunning van de opdracht met betrekking tot de aankoop en levering van dranken aan de vrijetijdsinfrastructuur van de gemeente Deerlijk en de bijkomende gebouwen in zitting van 23 juni 2021 toe aan Drankcenter Schotte, Bieststraat 6 in 8790 Waregem, dit voor een periode van 1 oktober 2021 tem 30 september 2023.

De opgegeven inventaris van Drankcenter Schotte impliceert nieuwe aankoopprijzen.

De aankoopprijzen zijn, vanaf het moment dat deze dranken in de loop van oktober 2021 beschikbaar zijn in de betreffende infrastructuur, de volgende:

Dit betekent dat het reglement 'Retributie drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum' en het reglement 'Retributie privéverhuur gemeenschapscentrum' aangepast moet worden aan de nieuwe prijzen.

Het college van burgemeester en schepenen is gemachtigd om de prijs van alle dranken, zoals vermeld in voormelde retributiereglementen, goedgekeurd in de gemeenteraden van resp. 27 mei 2021 en 1 juni 2017, aan te passen aan de aanpassingen van prijzen van de respectievelijke leverancier(s).

Bijgevolg wordt voorgesteld de drankprijzen als volgt te bepalen: alle aankoopprijzen incl.btw van frisdranken en gewone pils worden verdubbeld, de prijzen van de speciale bieren worden niet verdubbeld maar de aankoopprijs incl. btw wordt vermeerderd met 0,50 euro. Bij privéverhuur wordt de aankoopprijs steeds verdubbeld.

De prijsaanpassing wordt ter kennis gegeven aan het bestuur van de cultuurraad, seniorenraad, sportraad en jeugdraad.

De medewerkers van het vrijetijdspunt verwittigen tijdig alle gebruikers omtrent de aanpassing van de drankprijzen.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Gemeenteraad van 27 mei 2021 - reglement 'Retributie drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum'

◦          Gemeenteraad van 1 juni 2017 - reglement 'Retributie privéverhuur gemeenschapscentrum'

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de aanpassing van de drankprijzen goed te keuren en op te nemen in het reglement 'Retributie drank- en huurprijzen en fotokopieën van het gemeenschapscentrum' en het reglement 'Retributie privéverhuur gemeenschapscentrum'.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen vraagt om de aanpassing van de drankprijzen ter kennis te geven aan de besturen van de cultuurraad, seniorenraad, sportraad en jeugdraad, en vraagt het vrijetijdspunt om de aanpassing van de drankprijzen tijdig door te geven aan de gebruikers van het gemeenschapscentrum.

Artikel 3

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement

bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

Artikel 4

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 3 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

Artikel 5

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 3 van dit besluit, ingeschreven in het daartoe bestemde register, dat bijgehouden wordt op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.17. Cultuur - toekenning Deerlijkbon - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de toekenning van een Deerlijkbon goed te keuren.

Motivering

Op 8 september 2021 organiseerde de cultuurdienst samen met het Davidsfonds een filmvoorstelling in open lucht in natuurdomein Wilgenhoek. Er werd elektriciteit gebruikt uit een naburige woning.

De cultuurdienst stelt voor om een Deerlijkbon ten bedrage van 15 euro aan te bieden als attentie aan de eigenaars van de woning in de Stijn Streuvelslaan 7 te Deerlijk, voor de afname van elektriciteit.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de toekenning van een Deerlijkbon ter waarde van 15 euro, ter compensatie van de logistieke steun bij de filmvoorstelling in open lucht van 8 september 2021, goed te keuren.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.18. Feestelijkheden - straatfeest - Marie de Plothostraat - 9 oktober 2021 - aanvraag - goedkeuring

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.19. Feestelijkheden - herdenking Arnold Vantieghem - 4 december 2021 - inname openbaar domein - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor een tijdelijke inname van het openbaar domein naar aanleiding van een evenement.

Motivering

De werkgroep die instaat voor de herdenking van ere-schepen Arnold Vantieghem, onder leiding van schepen van feestelijkheden Louis Vanderbeken, vraagt toelating voor volgende inname van het openbaar domein op 4 december 2021, van 16.00 uur tot 18.30 uur:

•          de volledige René De Clercqstraat;

•          de parkeerplaatsen rondom de Sint-Columbakerk.

De organisator vraagt het college van burgemeester en schepenen toelating voor:

•          politionele begeleiding van de stoet van genodigden vanaf het René De Clercq-huis, langs de Sint- Columbakerk tot aan het ontmoetingscentrum d'Iefte.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Plaatsing verkeerssignalisatie

▪          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op zaterdag 4 december 2021 van 16.00 uur tot 18.30 uur, voor volgende locaties:

•          de René De Clercqstraat;

•          de parkeerplaatsen rondom de Sint- Columbakerk.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de politionele medewerking om de stoet genodigden te begeleiden.

Artikel 3

De organisatoren moeten rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via volgende link: https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.20. Attest van verdeling - Kerkstraat 163 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Kerkstraat 163 te Deerlijk.

Motivering

Op 28 september 2021 verstuurde men vanuit het notariaat Denys, Vanden Daelen & De Ketele een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Kerkstraat 163, gekadastreerd afdeling 2, sectie E, nummer 342C, met een oppervlakte van 6.681 m².

De eigendom wordt opgesplitst in 2 loten, zijnde een lot 1 de woning met een oppervlakte van  248 m² en een lot 2 de grond met een oppervlakte van 6.426 m². Beide loten worden verkocht uit de hand, de opsplitsing gebeurt ifv het vestigen van een recht van opstal.

De bestemming van het goed is volgens de akte wat betreft lot 1: bewoning en wat betreft lot 2: tuinaannemer.

De omgevingsambtenaar stelt voor volgende opmerking te formuleren:

Het perceel is volgens de voorzieningen van het gewestplan voor de eerste 50 m vanaf de rooilijn bestemd als woongebied en voor de rest van het perceel als agrarisch gebied. Indien de tuinaannemer niet gekend is als een professioneel volwaardig landbouwer kan de voorziene bestemming enkel plaatsvinden in het gedeelte woongebied volgens het gewestplan.

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen wenst op te merken dat, indien de tuinaannemer niet gekend is als een professioneel volwaardig landbouwer de voorziene bestemming 'tuinaannemer' enkel kan plaatsvinden in het gedeelte woongebied volgens het gewestplan.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.21. Attest van verdeling - Klijtstraat 120 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Klijtstraat 120 te Deerlijk.

Motivering

Op 24 september 2021 verstuurde men vanuit het notariaat Devos Stan - Turpyn Elien - Mullie Michaël - Voet Lise een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Klijtstraat 120, gekadastreerd afdeling 2, sectie D, nummer 482H, met een oppervlakte van 2.412 m².

Een deel van de eigendom, zijnde kavel 1 volgens metingsplan met een oppervlakte van 1.059 m², wordt afgesplitst.

De bestemming van het goed is volgens de akte en volgens de verwerver, het behoud van de huidige bestemming, met name het behoud als exploitatiewoning.

De omgevingsambtenaar stelt voor volgende opmerking te formuleren:

De exploitatiewoning op de afgesplitste kavel 1 en de landbouwgronden en bedrijfsgebouwen op de aanpalende percelen vormen één technische eenheid en dienen stedenbouwkundig en milieutechnisch bijgevolg samen te blijven. 

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen wenst op te merken dat de exploitatiewoning op de afgesplitste kavel 1 en de landbouwgronden en bedrijfsgebouwen op de aanpalende percelen één technische eenheid vormen en  stedenbouwkundig en milieutechnisch bijgevolg samen dienen te blijven. 

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.22. OMV 2021_152 - Pontstraat 59A - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een woning met kinepraktijkruimte, op een perceel gelegen Pontstraat 59A en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 545 C2 aangevraagd door Hanssens - Vandenborre wonende Engelstraat 4 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  23 september 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        In functie van de kinépraktijk moet een fietsenstalling (fietsbeugel) voorzien worden op de aan te leggen verharding.

        Een nieuwe boom van 1ste grootteorde moet aangeplant worden in de tuinzone en dit ten laatste het eerstvolgend plantseizoen na ingebruikname van de woning.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Rup Oosthoek (goedgekeurd op 7 april 2016) met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenbestemming.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 10 januari 2018 (dossiernummer VK 201714).

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het verkavelingsplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 832 m² en is gelegen langs de Pontstraat op ongeveer 550 m ten zuidoosten van de kern van Deerlijk.

De Pontstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij smalle weg geflankeerd met lintbebouwing.

Het perceel is braakliggend. Op het terrein zijn verschillende hoogstammige bomen aanwezig. Het merendeel zijn naaldbomen.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een vrijstaande eengezinswoning met kinepraktijk te bouwen.

De woning wordt ingeplant op 6 m van de rooilijn, op 4 m van de rechterzijperceelsgrens en op 4 m van de linkerzijperceelsgrens. De woning heeft een breedte van 13,83 m op een diepte van 14 m. De woning bestaat deels uit twee bouwlagen met plat dak en deels uit één bouwlaag met plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,15 m voor het gedeelte van 2 m en 3,25 m voor het gedeelte van één bouwlaag.

Op het gelijkvloers bevindt zich een inkomhal met toilet , een kinepraktijk, wasberging, koelcel en doucheruimte, de leefruimte, keuken en aangebouwd een fietsenberging.

Op de verdieping worden 3 slaapkamers, een badkamer, berging en nachthal met toilet ondergebracht.

De gevels worden afgewerkt in lichtgrijs metselwerk in combinatie met aluminium plooiwerk, de fietsberging in houten latwerk, de dakrand is antracietkleurig en het schrijnwerk is voorzien in antractiekleuring aluminium.

In de voortuin/zijtuin wordt waterdoorlatende verharding voorzien met een oppervlakte van 111,70 m² die dienstig zal zijn als oprit en parkeerplaatsen. In de tuinzone wordt een terras met 62,70 m² in niet-waterdoorlatende verharding aangelegd. In de voortuin zijn 3 hoogstammige bomen aanwezig. De aanvrager wenst één van de bomen (de middelste) te rooien teneinde voldoende bezonning op de zonnepanelen te kunnen voorzien. Ter compensatie geeft de aanvrager aan een nieuwe boom aan te planten in de tuinzone.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de voorschriften van de verkaveling. Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het verkavelingsplan gezien het een residentiële eengezinswoning met een beperkte nevenbestemming betreft, de maximale bouwdiepte, vrije zijstroken en terreinbezetting gerespecteerd worden, de afstand tot de achterkavelgrens meer dan 8 m bedraagt, de woning opgetrokken wordt met 2 bouwlagen en een plat dak, de dakvorm vrij is en het materiaalgebruik geen betonelementen bevat, geen vrijstaande bijgebouwen voorzien worden, de voortuin hoofdzakelijk groen is en er minstens 2 parkeerplaatsen worden voorzien.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Pontstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager vraagt een afwijking aan voor de aanleg van een infiltratievoorziening. Na infiltratieproeven bleek dat infiltratie niet mogelijk is. Na voorafgaandelijk overleg met de VMM werd akkoord gegaan dat er geen infiltratie moest worden voorzien en dat akkoord kon worden gegaan met het plaatsen van een grotere hemelwaterput. Het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan akkoord gegaan worden met de gevraagde afwijking en kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking tot het bouwen van een eengezinswoning met kinepraktijk. Het bouwen van een eengezinswoning met een nevenfunctie als praktijkruimte langs de Pontstraat is inpasbaar in de directe omgeving. 

Het volume wordt opgetrokken met 2 bouwlagen en een plat dak. Platte daken komen niet voor in de directe omgeving. Echter is het voorzien van een plat dak wel conform de voorschriften van het verkavelingsplan.

Het ontwerp voorziet in 2 parkeerplaatsen op eigen terrein. De oprit is voldoende breed om 1 of 2 bijkomende auto’s te stallen. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om de beperkte toename aan verkeer op te kunnen vangen. Het ontwerp voorzien voldoende ruimte om de eigen parkeerbehoefte op te vangen. Er wordt opgemerkt dat er niet voorzien wordt in een fietsenstalling ifv de kinépraktijk. Bij voorkeur wordt een fietsenstalling (fietsbeugel) voorzien op de aan te leggen verharding.

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. De woning beschikt tevens over een ruime voortuin. Deze zone dient steeds te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen.

De aanvrager voorziet het rooien van 1 van de 3 hoogstammige bomen in de voortuin, dit in functie van de eisen inzake energieprestatie (impact op de te plaatsen zonnepanelen). De 2 overgebleven bomen hebben reeds een zeker volume en zullen door het rooien van de 3de boom (middelste van de 3) verder kunnen uitgroeien zodat het rooien van deze ene boom geen onvermijdbare schade zal teweeg brengen op het bestaande straatbeeld temeer ook de verharding in de voortuin beperkt wordt. De aanvrager voorziet, volgens de motivatienota, in de aanplant van een nieuwe boom ter compensatie. Deze is echter niet opgenomen in het inplantingsplan nieuwe toestand. Teneinde voldoende garanties te hebben dat er effectief een nieuwe boom aangeplant wordt dient dit bijkomende opgelegd te worden in de voorwaarden. Gezien de grootte van de te rooien boom, wordt voorgesteld op te leggen dat een nieuwe boom van 1ste grootte orde aangeplant moet worden in de tuinzone en dit ten laatste het eerstvolgend plantseizoen na ingebruikname van de woning.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Hanssens - Vandenborre wonende Engelstraat 4 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een woning met kinepraktijkruimte, op een perceel gelegen Pontstraat 59A en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 545 C2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        In functie van de kinépraktijk moet een fietsenstalling (fietsbeugel) voorzien worden op de aan te leggen verharding.

        Een nieuwe boom van 1ste grootteorde moet aangeplant worden in de tuinzone en dit ten laatste het eerstvolgend plantseizoen na ingebruikname van de woning.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.23. OMV 2021_165 - Desselgemse steenweg 44 - advies aan POVC

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen voor de omgevingsvergunningsaanvraag van Kathleen Verhelst namens I.D.D. NV, gevestigd Stationsstraat 30 te 8460 Oudenburg en VERHELST BOUWMATERIALEN NV, gevestigd Stationsstraat 30 te 8460 Oudenburg, voor het bouwen van luifels, silo's en aanpassing van de verharding alsook een actualisatie van de reeds vergunde Vlarem rubrieken, op een perceel gelegen Desselgemse steenweg 44 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 493 M2, (afd. 1) sectie A 493 Y2, (afd. 1) sectie A 507 Y, (afd. 1) sectie A 525 L en (afd. 1) sectie A 525 H.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar beslissing als volgt:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich voor het overgrote deel in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming milieubelastende industrie, een kleiner aandeel van de gebouwen en opslagzone liggen in agrarisch gebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Prefadim-Dewaele, 4 september 2009 met als bestemming zone voor bedrijvigheid.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 september 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaande werkplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 juli 1975 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een bedrijfsmagazijn.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 juni 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaande betoncentrale.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 november 1990 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een betonverwerkend bedrijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 juni 2002 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de prefabafdeling na gedeeltelijke afbraak van een bestaand gebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 juli 2002 door het college van burgemeester en schepenen voor het regulariseren van een betonweg.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 maart 2002 door het college van burgemeester en schepenen voor een gedeeltelijke afbraak van bestaande bedrijfsgebouwen en uitbreiden van het bedrijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 juni 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de prefabafdeling na afbraak van een deel van de bestaande gebouwen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 augustus 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor de uitbreiding van de prefabafdeling, bouwen van silo’s en granulaatbunkers.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 november 2006 door het college van burgemeester en schepenen voor het verharden van een koer, plaatsen van een portaalkraan en aanleg van een parking.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 november 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de prefabloods met buitenstapelplaats, afbraak sleufsilo’s en aanleg parkeerruimte en afbraak bijgebouw.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 2 september 1965 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor houtbewerking en bergplaats van bouwmaterialen.

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 28 juli 1966 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden van de inrichting met een herstelwerkplaats voor voertuigen.

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 28 september 1978 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden van de inrichting met een betonwerkplaats.

        Milieuvergunning afgeleverd op 17 maart 1999 door het college van burgemeester en schepenen voor een aannemersbedrijf, de uitwerking van alle bouwwerken en een betonwerkplaats.

        Milieuvergunning afgeleverd op 16 augustus 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor de vervanging en deels uitbreiding van de gebouwen voor opslag beton en 2 rolbruggen voor de verhandeling van betonelementen.

        Milieuvergunning afgeleverd op 8 maart 2007 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor de exploitatie van een betonverwerkend bedrijf.

        Melding van overname geakteerd op 8 juli 2016 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning voor een vraag tot afwijking van de afstandsregels ten opzichte van woongebied voor een bouwmaterialenbedrijf voorwaardelijk goedgekeurd op 11 juni 2018 door de Vlaamse Overheid.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 19 juli 2018 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor de hernieuwing en actualisatie van de milieuvergunning.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 8 april 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor een tijdelijke bronbemaling.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

Het bedrijf Verhelst Bouwmaterialen is achterliggend gelegen langs de Desselgemse steenweg en de Waregemstraat. Het geheel bestaat uit een industrieel gebouwencomplex met vrij hoge industriële ateliers gerealiseerd als prefabconstructies, deels in beton, deels in staal. Langs de kant van de Desselgemse steenweg is toegang en parking voorzien voor personenwagens met aansluitend het kantoorgedeelte van het bedrijf. Langs de Waregemstraat is een toegangsweg voor vrachtverkeer dat uitgeeft op een koerzone die dienst doet voor de circulatie van het vrachtverkeer en de opslag van grondstoffen en afgewerkte producten. In de ruimere omgeving is een verscheidenheid aan functies aanwezig, zowel wonen als bedrijven. Achterliggend en aansluitend aan de bedrijfssite liggen landbouwgronden en beboste percelen.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het bedrijf wordt geëxploiteerd door Verhelst Bouwmaterialen en is gehuisvest in een industrieel gebouwencomplex. Met deze omgevingsvergunning wenst de exploitant enkele vergunningsplichtige, stedenbouwkundige handelingen aan te vragen of te regulariseren:

Uitbreiding van de prefabloods

De bestaande buitenstapelplaats, op de kop van de meest recente productiehal, wordt aangevuld met een overdekte zone / luifel. De luifel werd reeds in een eerdere bouwaanvraag (2012) aangevraagd en vergund maar werd tot op heden niet gerealiseerd. Gezien deze vergunning intussen verlopen is, wordt de aanvraag hernieuwd.

De bestaande kopse gevel van de loods wordt aangepast zodat transport van de afgewerkte producten met de bestaande rolbrug naar buiten toe mogelijk wordt. De luifel wordt voorzien van een platte dakconstructie opgebouwd uit stalen liggers, geprofileerde stalen dakplaten en dakdichting. De zijwand van de luifel wordt dichtgezet. De maximale hoogte van het lichthellend dak bedraagt 11,30 m, de breedte is 32 m en de diepte 14,7 m.

Het materiaalgebruik blijft in overeenstemming met de bestaande loodsen, nl. cellenbetonpanelen voor de wanden van de loods en donkergrijze metalen beplating ter afwerking van de zijkanten van de luifel. In het verlengde van de beoogde overdekte zone is reeds een buitenstapelplaats voorzien. Er wordt een bijkomende dakoppervlakte gecreëerd van 470 m².

Bijkomende verharding voor de stockage van gefabriceerde goederen

Huidige buitenstapelplaats wordt gebruikt voor stockage van gefabriceerde goederen. De zone is momenteel voorzien van grindverharding wat niet optimaal is voor het behouden van de netheid van de prefabstukken. Daarom is het wenselijk om deel van de verharding te voorzien in stelcondallen (betonplaten van 2 x 2 m) en dit ter vervanging van de bestaande grindverharding. De desbetreffende verhardingen wateren af naar de omliggende waterdoorlatende zone, die ruim voldoende is om het afgevoerde oppervlaktewater te laten infiltreren. De totale oppervlakte van deze nieuwe verharding bedraagt 593 m².

Uitbreiding met nieuwe opslagsilo’s naast het bestaande mengergebouw

Om aan de toekomstige vraag te voldoende worden een drietal nieuwe silo’s opgesteld naast het bestaande mengergebouw. De silo’s worden apart gefundeerd en realiseren een bijkomende opslag van 2 maal 90 ton en 1 maal 40 ton. Ze worden op een stalen ‘stoel’ opgesteld zodat ze gravitair kunnen aansluiten op de bestaande mengcentrale. Dit resulteert in een hogere kroonlijsthoogte tegenover het bestaande gabarit, nl. 22,65 m. De nieuwe piek in het gabarit blijft geconcentreerd op 1 centraal gelegen plaats op de bedrijfssite.

Regularisatie van een recent geplaatste luifel

De langse gevel van de bestaande prefab-loods werd recentelijk voorzien van een kleine overdekte zone / luifel. De luifel is beperkt in omvang (ongeveer 60 m²) en watert net zoals de onderliggende verharding af via het bestaande rioleringsstelsel. De luifel heeft een lengte van 10 m, een diepte van 6 m en een maximale hoogte van 4,7 m.

Regularisatie van het recyclagegebouw

Het recyclagegebouw werd opgebouwd tegen het bestaand mengergebouw, dichtbij de zones waar de geprefabriceerde betonelementen worden uitgewassen. De installatie heeft tot doel om te voldoen aan de verplichte nullozing van afvalwater bij betoncentrales. Het gebruikte afspuitwater wordt opgevangen in de bezinkput en wordt in de installatie verder gezuiverd van zand, cement, en steenslagresten. Het gezuiverde water wordt opnieuw ingezet in verdere productie in circulair systeem. Deze eerder technische installatie werd voorheen niet aangevraagd als stedenbouwkundige handeling. Met deze omgevingsaanvraag wenst de exploitant de uitbating en de constructie hiervan te regulariseren. De constructie bevindt zich onder de nieuw op te richten luifel en werd opgebouwd uit gladde, grijze betonwanden. Aan de zuidwestelijke kant van dit gebouw zit een kleine uitsprong van 1 m waardoor de maximale breedte 5,72 m bedraagt. De diepte bedraagt ongeveer 11 m en de hoogte van het geheel zit op 3,5 m boven het vloeroppervlak.

Plaatsen van nieuwe grote overdekte zone

De bestaande hallen worden uitgebreid met een overdekte zone / luifel. De bestaande hallen zijn er reeds op voorzien om transport met rolbrug van de prefabelementen naar buiten toe mogelijk te maken. De nieuwe luifel wordt voorzien met platte dakconstructie opgebouwd uit stalen liggers, geprofileerde stalen dakplaten en dakdichting. De zijkanten krijgen net zoals de andere luifel een afwerking van donkergrijze metalen beplating. De constructie zal een totale breedte hebben van 48,8 m en een variabele diepte van 15,15 m tot 20,25 m waardoor de oppervlakte ongeveer 840 m² bedraagt. Het geheel heeft een lichthellend dak met een maximale hoogte van 8,85 m.

Regulariseren van de afsluiting ter hoogte van de toegangsweg kant Waregemstraat

Om het bedrijfsterrein gepast te kunnen afsluiten werd een poort geplaatst langs de toegangsweg vanuit de Waregemstraat. Er werd tevens een signalisatiebord geplaatst als wegwijzer voor het toekomend vrachtverkeer.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Verhelst Bouwmaterialen maakt geprefabriceerde betonnen bouwelementen op maat. Meer specifiek gaat het om architectonische betonelementen, zoals balkons, dorpels, luifels, gevelplaten, dakranden, bloembakken, lintelen, goten, dekstenen, enzoverder.

Met voorliggende aanvraag wordt de vervanging van de bestaande cementsilo's beoogd. Het betreft 2 cementsilo's van elk 90 ton. Er wordt ook nog een derde nieuwe silo voorzien met een inhoudsvermogen van 40 ton voor de opslag van vulstof. De bestaande cementsilo's blijven voorlopig ook nog behouden voor de opslag van vulstoffen die niet indelingsplichtig zijn, zoals bijvoorbeeld kalksteenmeel.

Daarnaast zijn er enkele herschikkingen van toestellen/machines doorgevoerd. Zo werden de luchtcompressoren verplaatst, alsook enkele tafels voor de betonproductie. Voor de houtbewerking werden een aantal installaties vervangen, waardoor er een beperkte vermindering van de geïnstalleerde totale drijfkracht is.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 3 september 2021 tot 2 oktober 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Er dienden door de gemeente Deerlijk geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Prefadim-Dewaele zoals goedgekeurd bij MB van 4 september 2009, zone voor bedrijvigheid.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het BPA gezien de vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen de ruimtelijke draagkracht niet overschrijden, de bouwvrije afstanden en de maximale bouwhoogtes gerespecteerd blijven en enkel de puntelementen (cementsilo’s) een grotere bouwhoogte hebben.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Desselgemse steenweg en de Waregemstraat beide voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft een omvangrijke oppervlakte (>0,1ha) en ligt gedeeltelijk in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Bij de bouw van de nieuw luifels worden hemelwateropvang en infiltratie voorzien  zodat kan voldaan worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er worden regenwaterputten met een totale inhoud van 100.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 14.218 liter en een referentieoppervlakte van 22,75 m², de nieuwe verhardingen zullen afwateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. De omvang van de hemelwateropvang is een afwijking ten opzichte van de bepalingen binnen de gewestelijke stedenbouwkundige verordening waardoor de aanvrager een afwijkingsaanvraag heeft toegevoegd aan het dossier. Hierin motiveert de aanvrager de afwijking met de grote waterbehoefte van de betonproductie.  Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect op de waterhuishouding beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Organisatie woon-werk verkeer personeel:

Er zijn momenteel een 40-tal personen tewerkgesteld op de site, waarvan 80 % arbeiders en 20 % bedienden. De intentie bestaat om in de toekomst te groeien tot een personeelsbestand van 55. Het overgrote deel verplaatst zich voor het woon-werkverkeer met de wagen.

Voor de fietsers zijn op het vlak van mobiliteitsbeheer de volgende maatregelen genomen door het bedrijf:

• Er wordt een fietsvergoeding betaald
• Er zijn overdekte fietsenstallingen voorzien in de garage
• Er zijn kleedruimtes en douches beschikbaar

Voor het verkeer met de personenwagen is de vestiging enkel bereikbaar via de Desselgemse steenweg. Via deze toegang is voor personenwagens voldoende parkeergelegenheid ingericht op de site, bestaande uit ongeveer 58 parkeerplaatsen.

Organisatie bedrijfsvervoer/goederentransport:

De vestiging is goed bereikbaar via de openbare weg en is gelegen op ongeveer 2,5 km van het op- en afrittencomplex E17. Na de overname van het bedrijf door Verhelst Bouwmaterialen zijn het aantal vrachtbewegingen per dag beduidend gedaald. In de toekomst voorziet het bedrijf een gemiddeld aantal vrachten van 6,5 per dag, wat overeenkomt met de capaciteit in 2002. Maar in vergelijking met de situatie in 2002 verloopt op vandaag geen aanvoer meer van granulaten, zand en cement via de toegangsweg langs de Desselgemse steenweg. Er wordt enkel nog klein materiaal (toebehoren voor het instorten) en hout aangeleverd via de Desselgemse steenweg. Leveringen van grondstoffen (granulaten, zand, cement, …) en wapeningsmateriaal verlopen bijgevolg nog uitsluitend via de Waregemstraat, alsook de afvoer van de gefabriceerde

betonelementen.

Met deze aanvraag is er ten opzichte van de reeds vergunde situatie geen toename van het aantal transportbewegingen te verwachten zodat er geen bijkomende effecten op de mobiliteit op de site en de omgeving zullen gecreëerd worden.

Relevante potentiële effecten op de bodem

Mogelijke bronnen van emissies naar de bodem zijn:

-          De opslagtanks voor brandstoffen

-          De tankplaats voor bedrijfsvoertuigen

-          De opslag van gevaarlijke producten

-          Het gebruik van de gevaarlijke producten

-          Het uitwassen van de geprefabriceerde betonelementen

Om mogelijke bodemverontreiniging te verhinderen zijn de productiehallen uitgevoerd in een vloeistofdichte betonvloer, worden de brandstoftanks onderworpen aan de verplichte keuring en voldoen deze aan de vereisten binnen het Vlarem, wordt er getankt op een vloeistofdichte vloer en op een overdekte locatie. Tevens is er voldoende absorberend materiaal beschikbaar voor eventuele incidentele morsverliezen. De opslag van gevaarlijke stoffen gebeurt steeds op voldoende gedimensioneerde lekbakken en het productiewater wordt opgevangen en afgevoerd naar de recyclinginstallatie waarna het terug als productiewater kan gebruikt worden.

Gelet op de genomen maatregelen ter voorkoming van mogelijke bodemverontreiniging kan verwacht worden dat de effecten op de bodem niet aanzienlijk zijn.

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Er wordt maximaal gebruik gemaakt van hemelwater in het productieproces. Hiervoor is opvang van hemelwater voorzien. Een deel van het hemelwater dat op de terreinverharding valt, wordt niet rechtstreeks afgeleid via het interne rioleringsstelsel naar de Alfortbeek. Bovendien is een deel van het bedrijfsterrein onverhard of met waterdoorlatende verharding uitgerust. Voor het afdak ter hoogte van hal 4 wordt een infiltratievoorziening geïnstalleerd. Er worden bijgevolg in het kader van deze aanvraag geen aanzienlijke effecten verwacht.

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Als gevolg van de exploitatie (aanvoer en gebruik van granulaten, zand en cement) kunnen zich stofemissies voordoen. In het verleden werd reeds een stofstudie (in 2002) uitgevoerd en in 2008 werd een evaluatierapport opgesteld door een erkend deskundige. Uit deze studie en evaluatie is gebleken dat, mits het naleven van een aantal voorwaarden, de eventuele stofhinder kan worden voorkomen en/of beperkt. Deze voorwaarden werden vertaald in bijzondere voorwaarden die zijn opgelegd in de eerder afgeleverde milieuvergunningen. De volgende voorwaarden moeten steeds nageleefd worden:

-          Het bedrijfsterrein wordt bij droogte wekelijks geveegd.

-          De terreinoppervlaktes waar transport gebeurt zijn allemaal verhard en eenvoudig te reinigen.

-          Aanvoer van grondstoffen gebeurt met afgedekte vrachtwagens

-          De opslag van granulaten gebeurt in sleufsilo’s die langs 3 zijden gesloten zijn en er wordt niet hoger opgeslagen dan de keermuren.

-          Cementsilo’s zijn uitgerust met stoffilters, overdruk- en overvulbeveiliging. De uitrusting van deze silo’s wordt regelmatig onderhouden en de stoffilters worden vervangen indien nodig. Reserve filters zijn steeds aanwezig in de betoncentrale.

-          De interne bedrijfscirculatie houdt steeds rekening met mogelijke hinder ten aanzien van de buren. Er is ook een snelheidsbegrenzing van maximaal 30 km per uur.

-          Tussen het woongebied van de Waregmstraat en het stockageterrein is een buffer met groenaanplant aangelegd.

De voormelde studie heeft tevens geleid tot het bekomen van een afwijking van de sectorale milieuvoorwaarde van Vlarem II betreffende het verbod op het inplanten van de inrichting op minder dan 100 m afstand van een woongebied. De beoogde productiecapaciteit is vergelijkbaar met de productiecapaciteit op het moment dat de studie werd uitgevoerd.

In kader van de hernieuwing van de vergunning in 2018 werd ook de afwijkingsaanvraag hernieuwd. Gelet op de ingevoerde stofreducerende maatregelen die in de stofstudie werden geformuleerd, wordt geacht dat de effecten op de luchtkwaliteit niet als aanzienlijk moeten worden beschouwd.

Relevante potentiële effecten van geluid of trillingen ten gevolge van de aanvraag

Mogelijke bronnen van geluid en trillingen zijn:

-          Productie-installaties (betonmengcentrale, triltafels voor de productie van betonproducten, metaalbewerkingsmachines, houtbewerkingsmachines).

-          Laad- en losactiviteiten en transportbewegingen voor aan- en afvoer van goederen.

Om de hinder ten gevolge van deze activiteiten te beperken worden volgende maatregelen toegepast:

-          De meest recente productiehallen werden voorzien van een geluidsisolatie waardoor volgens een geluidsstudie van 2006 blijkt dat de richtwaarden gerespecteerd worden.

-          Beperkt gebruik van triltafels zowel in duurtijd dat getrild wordt als in frequentie van aantal trillingen (selchts 1 maal per dag). Indien technisch mogelijk wordt gebruik gemaakt van zelfverdichtend beton.

-          Er wordt steeds gewerkt met gesloten poorten.

-          Interne vrachtcirculatie houdt rekening met mogelijke hinder ten aanzien van de buren.

Door het nemen van deze maatregelen en de vaststelling dat ten aanzien van de productie recentelijk geen klachten bekend zijn, kunnen we aannemen dat de effecten van geluid en trillingen beheersbaar zijn.

Relevante potentiële effecten op de biodiversiteit

Ingevolge deze aanvraag zijn geen potentiële affecten te verwachten op de biodiversiteit.

Relevant potentieel risico op zware ongevallen of rampen

De aard van de exploitatie en de gebruikte materialen en grondstoffen houden geen risico in op zware ongevallen of rampen. De noodzakelijke veiligheidsmaatregelen worden opgevolgd en bijgestuurd indien noodzakelijk.

Relevante potentiële effecten op onroerend erfgoed

Deze aanvraag heeft geen potentiële effecten op nabij gelegen onroerend erfgoed.

Relevante potentiële effecten van licht of straling ten gevolge van de aanvraag

Er is verlichting voorzien buiten rondom het gebouwencomplex, voornamelijk ter hoogte van de ingangen en aan de achterkant van het gebouw voor de stockageplaatsen van afgewerkte producten en de grondstoffenopslag. Aan de voorkant ter hoogte van de Desselgemse steenweg is een verlichte publizuil (straatniveau) en aan de gevel van het gebouw is een gevelpaneel aangebracht voorzien van verlichting. Er zijn geen bronnen van straling aanwezig.

De verlichting wordt enkel aangezet indien noodzakelijk tijdens de productie-uren (donkere dagen in de winterperiode) en wordt automatisch uitgeschakeld vanaf 19u.

Gezien bovenstaande maatregelen worden geen aanzienlijke effecten van licht verwacht.

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

Sinds 2012 is er een verplichte nullozing met betrekking tot afvalwater afkomstig van betoncentrales. Hierdoor wordt geen bedrijfsafvalwater, afkomstig van de betonproductie, meer geloosd. De op het bedrijf geproduceerde afvalstoffen worden volgens de ‘Code van Goede Praktijk Bedrijfsafval’ gescheiden ingezameld en afgevoerd. Het bedrijf heeft hiervoor afspraken en contracten met erkende inzamelaars en verwerkers van afvalstoffen.

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De uitbreidingen met luifels en silo’s en de hernieuwing / actualisatie van de milieuvergunning bij het bestaand bedrijf situeert zich in een zone voor bedrijvigheid zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De impact op de omgeving zowel naar schaal, ruimtegebruik als mobiliteit is beperkt. De uitbouw met luifels wijzigt niets aan de bestaande gebouwen. De regularisatie van de reeds gebouwde recyclinginstallatie is in functie van de verplichte nullozing van afvalwater door betoncentrales zodat de noodzaak van deze installatie voldoende kan aangetoond worden. De bijkomende overdekte buitenruimte en verharding hebben een minimale visuele impact gezien deze opgebouwd worden aansluitend op de bestaande gebouwen, centraal gelegen op de site. De plaatsing van de nieuwe silo’s zal visueel duidelijker herkenbaar zijn in de omgeving maar zijn ook eigen aan de exploitatie van een betonverwerkend bedrijf en zullen geen bijkomende visuele hinder veroorzaken. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Er werden tijdens het openbaaronderzoek geen bezwaren ontvangen.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit een voorwaardelijk gunstig advies uit te brengen betreffende de aanvraag, mits te voldoen aan de volgende voorwaarde:

◦          De voorwaarden met betrekking tot het voorkomen van stof-, trillings- en geluidshinder die opgenomen werden in de basisvergunning, verleend op 19 juli 2018 door de Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen moeten onverminderd geldig blijven.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.24. OMV 2020_173 - Guido Gezellelaan 110 - beslissing deputatie - aktename

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing van de deputatie in beroep over de aanvraag tot omgevingsvergunning, ingediend door de heer Nicolas Vanwynsberghe wonende Olmstraat 98/B12 te 8790 Waregem.  Het betreft een aanvraag tot het bouwen van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Guido Gezellelaan 110, 8540 Deerlijk.

Motivering

Op 27 april 2021 heeft een belanghebbende derde tegen de voorwaardelijke vergunningsbeslissing van het college van burgemeester en schepenen van 17 maart 2021 beroep ingesteld bij de deputatie.

Op 23 september 2021 heeft de deputatie van de provincie West-Vlaanderen beslist het beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren en de omgevingsvergunning te weigeren volgens ingediend plan vanuit volgende conclusie:

'Overwegende dat de aanvraag het bouwen van een eengezinswoning betreft, dat er discussie is over burgerlijke rechten, dat de relevante verkavelingsvergunning ouder is dan 15 jaar, dat het uitspringend volumespel dat zorgt voor een grotere bouwdiepte op de verdieping ter plaatse niet kan worden aanvaard.'

Juridische gronden

•       Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•       Andere:

◦       Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

◦       Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

◦       Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de beslissing (weigering) van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.25. OMV 2021_184 - Oliebergstraat 25 - melding - aktename

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding van het aanbouwen van een overdekt terras op een perceel gelegen Oliebergstraat 25 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 143 E ingediend door Lode Lagae wonende Oliebergstraat 25 te 8540 deerlijk, met OMV-referentie OMV_2021147825.

Motivering

De melding ingediend door Lode Lagae wonende Oliebergstraat 25 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 17 september 2021.

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:

“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, en artikel 4.2.4 van de VCRO.

De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, neemt een beslissing over de melding binnen een termijn van:

1° twintig dagen als de melding louter betrekking heeft op de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van de derde klasse;

2° dertig dagen in alle andere gevallen.

Deze overheid stelt de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde termijn daarvan in kennis. De termijnen, vermeld in het tweede lid, gaan in op de dag na de datum van de melding.

Als geen beslissing is genomen en ter kennis gebracht aan de persoon die de melding heeft verricht binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, wordt de melding geacht te zijn geakteerd.”

VOORWERP VAN DE MELDING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE HANDELINGEN

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Oliebergstraat 25, kadastraal bekend afdeling 2 sectie E nr. 143E.

De melding omvat de volgende stedenbouwkundige handelingen: aanbouwen van een overdekt terras.

De werken kunnen als volgt beschreven worden:

De aanvrager wenst aan de achterzijde van de woning, tegen de rechterzijperceelsgrens een overdekt terras te realiseren. De constructie betreft een open terrasoverkapping met een breedte van 6,7 m op een diepte van 3,05 m. De constructie wordt afgewerkt met een licht hellend dak waarbij de hoogte tegen de achtergevel 2,58 m bedraagt en de hoogte langs de tuinzone 2,41 m is. De bovenzijde wordt afgewerkt met polycarbonaat dakplaten. De constructie wordt aangebouwd aan de bestaande scheidingsmuur en de bestaande woning zonder wijziging aan de bestaande volumes.

Bevoegdheid

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project. Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER VAN DE GEMELDE STEDENBOUWKUNDIGE HANDELINGEN

Er zijn geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan de melding.

Op de ingediende melding zijn volgende bestemmingsplannen en planologische voorschriften van toepassing:

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

          De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

          De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

          De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Er wordt voldaan aan het volgende artikel van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:

Artikel 4. Voor de oprichting van bijgebouwen die aangebouwd zijn aan de hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden voldaan is.

1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd;

2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd;

3° de totale oppervlakte van de bestaande en de op te richten aangebouwde bijgebouwen bedraagt maximaal 40 vierkante meter;

4° de gebouwen worden geplaatst in de zijtuin tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 2 meter van de perceelsgrenzen;

5° de hoogte is beperkt tot 4 meter.

In afwijking van het eerste lid, 4°, mag, als het hoofdgebouw is opgetrokken op of tegen de perceelsgrens, het aangebouwde bijgebouw ook opgetrokken worden op of tegen de perceelsgrens, tegen een bestaand aanpalend gebouw, als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De bouwdiepte van het nieuw op te richten aangebouwde bijgebouw overschrijdt de bouwdiepte van het aanpalende gebouw niet.; Voor de toepassing van dit artikel worden als bijgebouwen beschouwd : de fysiek aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw.

Bovendien voldoen de handelingen aan artikel 6 van hetzelfde besluit, aangezien ze:

-          niet strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg of vergunningen voor het verkavelen van gronden, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van omgevingsvergunningen;

-          niet worden verricht op percelen waarop voorlopig of definitief beschermde monumenten aanwezig zijn, in voorlopig of definitief beschermde cultuurhistorische landschappen, in voorlopig of definitief beschermde stads- en dorpsgezichten, of in voorlopig of definitief beschermde archeologische sites;

-          niet worden uitgevoerd in een afgebakende oeverzone als vermeld in artikel 3, § 2, 43°, van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen;

-          niet worden uitgevoerd voor de rooilijn of in een achteruitbouwstrook.

De gemelde stedenbouwkundige handelingen zijn meldingsplichtig en niet verboden.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Lode Lagae wonende Oliebergstraat 25 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen stedenbouwkundige handelingen, zijnde het aanbouwen van een overdekt terras gelegen Oliebergstraat 25 te Deerlijk.

Artikel 2

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte. .

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.  De aanplakking moet gebeuren vooraleer u start met de uitvoering van de melding. De gemeente kan u hierbij helpen.

Beroepsmogelijkheid

Men kan tegen deze uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

Men doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de dag van aanplakking van de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing.

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie).

Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

• 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
• 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Het verzoekschrift moet minstens de volgende gegevens bevatten:

-       de naam, de hoedanigheid, de woonplaats of de zetel van de verzoekende partij, de gekozen woonplaats in België, een telefoonnummer en een e-mailadres;

-       de naam en het adres van de verweerder;

-       het voorwerp van het beroep of bezwaar;

-       een uiteenzetting van de feiten en de ingeroepen middelen;

-       een inventaris van de overtuigingsstukken.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.26. OMV 2021_148 - Ter Donkt 2 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van het bestaand bedrijf met showroom en kantoren, op een perceel gelegen Ter Donkt 2 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 242 E aangevraagd door Bruno Descamps namens Lamett Europe NV gevestigd Ter Donkt 2 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  30 september 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

        Het dak van de verbindingsbrug moet aangelegd worden als een groendak.

        In de groenzone langs de E17 (= eerste 10 m bouwvrije zone ten opzichte van de E17) dient ten laatste in het eerstvolgend plantseizoen na voltooiing van de werken een groenaanplant voorzien te worden bestaande uit een grasstrook gecombineerd met ofwel 8 bomen van 1ste grootte met een zuilvormige groeiwijze, ofwel 6 bomen van 2de grootte met een natuurlijke groeiwijze.

        De overige voorziene groenzones (rondom de site) dienen aangelegd te worden met haagpartijen of struikgewas ten laatste in het eerstvolgend plantseizoen na voltooiing van de werken.

        De parkeerplaatsen voor mindervaliden dienen voorzien te worden in de directe nabijheid (bij voorkeur op een afstand van minder dan 25 m) van de (nieuwe) inkomruimte.

        Het brandpreventieverslag stipt na te leven.

        Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer stipt na te leven.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming gebied voor milieubelastende industrie.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grensafbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 janauri 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een nijverheidsgebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 mei 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een nijverheidsgebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 november 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een gevelpaneel.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 augustus 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van kantoren en showroom.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 13 juli 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor een veredelbedrijf van tapijten

        Milieuvergunning afgeleverd op 16 juli 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor een tapijtweverij.

        Melding van overname op 8 oktober 1993 door het college van burgemeester en schepenen voor de overname van een tapijtweverij.

        Milieuvergunning afgeleverd op 14 april 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor een textielbedrijf voor de nabehandeling van tapijten.

        Milieuvergunning afgeleverd op 15 september 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor een de opslag en productie van parket.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van ca. 14.000 m² en is gelegen langs Ter Donkt op ongeveer 1 km ten zuiden van de kern van Deerlijk. Ter Donkt is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een industrieel gebouw opgetrokken met een kroonlijsthoogte 8,43 m en plat dak.  Het gebouw is in gebruik als magazijn, burelen en werkplaats. Rondom het gebouw zijn 19 parkeerplaatsen aanwezig, waaronder 1 voor mindervaliden.

De aanvraag bevindt zich binnen de industriezone Ter Donkt, die gekenmerkt wordt door grootschalige milieubelastende bedrijven.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Verbouwing en uitbreiding burelen en magazijn

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaand magazijn/loods. De bestaande loods wordt deels gesloopt. Er wordt een nieuwe loods gebouwd met een showroom en kantoren.

De bestaande af te breken bebouwing heeft een oppervlakte van 887,26 m² en bevindt zich in de oksel van de bestaande bebouwing op minstens 5 m van de linkerperceelsgrens langs de kant van de autosnelweg.

Op de plaats van de te slopen constructies wordt een nieuwbouw voorzien opgetrokken met 3 bouwlagen. De uitbreiding heeft een breedte van 40,70 m op een diepte van 23,70 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 12,80 m.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft zwarte betonpanelen in combinatie met vliesgevelbekleding met een balustrade in heldere beglazing en een antracietkleurig aluminium buitenschrijnwerk.

Het nieuwe gedeelte op het gelijkvloers bestaat uit een loods met een oppervlakte van 655 m² met laaddokken, een inkomruimte, technische ruimte en 7 parkeerplaatsen voor fietsen.

Op het eerste verdiep worden de toiletten, een vergaderruimte, een productdevelopmentruimte en een ruime showroom voorzien. De showroom wordt verbonden met de bestaande kantoren aan de andere kant van de bestaande loods door middel van een verbindingsbrug die zich aan de voorgevel bevindt.

Op het tweede verdiep worden een onthaal, opnieuw toiletten, verschillende vergaderruimtes, keuken, barruimte, ontspanningsruimte, een terras, kantoorruimtes en enkele bergruimtes voorzien.

Onbebouwde zone

De onbebouwde ruimte wordt voornamelijk aangewend als circulatieruimte en parkeerruimte. In totaal worden er 46 parkeerplaatsen voorzien, waaronder 3 parkeerplaatsen voor mindervaliden. De dwarse parkeerplaatsen (36 stuks) hebben een breedte van 2,25 m en een lengte van 4,50 m, de 10 langsparkeerplaatsen hebben telkens een lengte van 6 m. 

Langs de noordwestelijke perceelsgrens en ten noorden van het perceel wordt een deel van de bestaande verharding opgebroken en vervangen door groenaanplant. Ook langs de zuidelijke perceelsgrens, palend aan de E17 wordt verharding opgebroken ten voordele van groen. Ter hoogte van de oostelijke perceelsgrens, evenwijdig met de langsparkeerplaatsen, wordt eveneens voorzien in groenaanplant.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Lamett Europe situeert zich in de industriezone Ter Donkt. De aanvraag betreft het deels slopen, verbouwen en uitbreiden van een bestaand magazijn/loods. Er wordt een nieuwe loods gebouwd met een showroom en kantoren op de bovenliggende niveaus. De showroom wordt verbonden met de bestaande kantoren aan de andere kant van de bestaande loods door middel van een verbindingsbrug die zich aan de voorgevel bevindt.

Voor de verwarming/koeling van de nieuwe burelen zullen er warmtepompen geplaatst

worden. Deze warmtepompen zijn ingedeeld volgens Vlarem. Bovendien wordt er gebruik gemaakt om een volledige update te doen van de aanwezige toestellen en opslagplaatsen. Het gaat om kleine veranderingen die plaats vonden.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

5. Adviezen

Brandweerzone Fluvia, dienst brandpreventie werd om advies verzocht op 16 augustus 2021 De adviesinstantie bracht op 2 september 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Voor zoveel rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag wordt de aanvraag gunstig geadviseerd.

In functie van de maatgevende brandbelasting werd het industriegebouw door de bouwheer ingedeeld in klasse C voor wat de laad- en loszone betreft en klasse A voor deel product development. Het gebouw mag hierdoor enkel gebruikt worden voor activiteiten met dezelfde of een lagere maatgevende brandbelasting of activiteiten die leiden tot dezelfde klasse of lagere klasse, zoniet is het gebouw niet meer conform en zullen mogelijks aanpassingswerken nodig zijn. Bij wijziging van brand-klasse vervalt sowieso bijgevoegd verslag en dient een nieuw dossier ingediend bij de brandweer.’

Vlaamse Overheid, Agentschap Wegen en Verkeer werd om advies verzocht op 16 augustus 2021. De adviesinstantie bracht op 15 september 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN

1. Vastlegging ten opzichte van de grens van het autosnelwegdomein (A0140002 van 16.4 +50 tot 16.5 +50):

1. De bouwlijn ligt op 30 m van de grens van het autosnelwegdomein volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2019 (betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen, eerste artikel). Deze is gemeten loodrecht op de as van de autosnelweg.
2. Bepaling van de grens van het domein van de autosnelweg: Buitenkant gracht +1 meter.
3. Publiciteit: geen

2. Een afwijking op de vrije strook langs de autosnelweg wordt, ingevolge een beslissing van de Administrateur-Generaal met ref. AV/312/2021/01078 verleend.

Het betreft de aanleg van een aantal bijkomende parkeerplaatsen op een reeds verharde strook. Binnen de 10m-zone wordt er een groenzone voorzien, in de plaats van de gravé en de aanwezige totem die worden verwijderd. Een loopbrug valt zeer nipt binnen de bouwvrije strook. Algemeen wordt de bouwvrije strook slechts minimaal bezwaard.

GUNSTIG ADVIES ONDER VOORWAARDEN

Schending direct werkende normen

Conform artikel 4.3.3. VCRO moet de vergunning worden geweigerd of moeten er voorwaarden opgelegd worden in de vergunning indien uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer blijkt dat het aangevraagde strijdig is met direct werkende normen binnen de beleidsvelden waarvoor het Agentschap bevoegd is.

“Indien uit de verplicht in te winnen adviezen blijkt dat het aangevraagde strijdig is met direct werkende normen binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening, of indien dergelijke strijdigheid manifest reeds uit het aanvraagdossier blijkt, wordt de vergunning geweigerd of worden in de aan de vergunning verbonden voorwaarden waarborgen opgenomen met betrekking tot de naleving van de sectorale regelgeving.”

In casu moeten er voorwaarden opgelegd worden, aangezien volgende direct werkende normen geschonden worden:

Schending van het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2019 betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen

Artikel 1 van het BvR (verder: het BvR Bouwvrije Stroken) bepaalt dat de vrije stroken langs het autosnelwegdomein 30 meter bedragen.

Artikel 2, 1° van het BvR Bouwvrije Stroken bepaalt dat het verboden is te bouwen, te herbouwen of bepaalde constructies overeenkomstig artikel 4.1.1, 3°, VCRO te verbouwen. Dat verbod geldt niet voor instandhoudings- en onderhoudswerken.

De vergunningsaanvraag is strijdig met de bepalingen van het BvR Bouwvrije Stroken gelet op volgende redenen:

In de eerste 10m bouwvrije strook moet de aanwezige totem verwijderd worden alsook moet de eerste 10m bouwvrije strook groenstrook worden zoals in de aanvraag is opgenomen.

BESLUIT:

Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer VOORWAARDELIJK GUNSTIG.

De volgende voorwaarden dienen te worden opgelegd:

o        Verwijderen totem in de eerste 10m bouwvrije strook

o        aanleg van groenzone ipv gravé in de eerste 10m bouwvrije zone

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven aandachtspunten.’

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften voor milieubelastende bedrijvigheid.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 7.2.0. + 8.2.1.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.

Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

Gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op de uitbreiding van een bestaand bedrijf met behoud van zijn functie. Het gedeelte kantoren staat in functie van en is ondergeschikt aan de bedrijfsactiviteit zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat Ter Donkt een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 24.780 liter en een referentieoppervlakte van 46,08 m². De verharding op het terrein blijft ongewijzigd. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). In het omgevingsloket zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en is gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Organisatie van het personenverkeer van en naar de inrichting

In de inrichting zijn 28 mensen tewerkgesteld (7 arbeiders en 21 bedienden). Zij komen hoofdzakelijk met een personenwagen of met de fiets naar het werk. Op de site zijn voldoende parkeerplaatsen beschikbaar. Ook na de voltooiing van de aangevraagde werken zullen voldoende parkeerplaatsen en fietsstallingen aanwezig zijn op de site.

Gebruikte mobiliteitsmiddelen voor het goederentransport

De aanvoer van grondstoffen en de afvoer van afgewerkte producten gebeurt via vrachtverkeer. Gemiddeld worden er zowel voor afvoer als aanvoer een 15 à 20 voertuigenbewegingen uitgevoerd. De werkuren van het bedrijf zitten tussen 8 uur ’s morgens en 17 uur ’s avonds. In het weekend is er geen productie en is enkel op zaterdag (2 zaterdagen per maand) de showroom open voor klanten.

Relevante potentiële effecten op de bodem

Mogelijke bronnen voor bodemverontreinigingen zijn de opslag van gevaarlijke producten. Deze opslag wordt voorzien van voldoende gedimensioneerde lekbakken om bodem- en grondwaterverontreiniging tegen te gaan. De bovengrondse mazouttanks zijn voorzien van een inkuiping. De tanks worden periodiek aan een onderzoek onderworpen worden.

Om calamiteiten zo snel mogelijk aan te pakken zal absorptiemateriaal in de inrichting aanwezig zijn. De inrichting is een Vlarebo-A bedrijf, aangezien de rubriek 19.4.2. is opgenomen in de vergunning. Dit betekent dat er om de 20 jaar een oriënterend bodemonderzoek dient uitgevoerd te worden, alsook bij stopzetting of overname. Er werd in 2009 (rapportdatum 27.11.2009) een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd. Er werd geen verontreiniging vastgesteld. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat de potentiële effecten op de bodem nihil zijn.

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

De exploitatie heeft geen watervragend proces. Er wordt geen bedrijfsafvalwater geloosd. Er is wel met huishoudelijk vergelijkbaar afvalwater afkomstig van de sanitaire installaties. Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige handeling wordt rekening gehouden met de gewestelijke verordening inzake hemelwater waardoor in alle redelijkheid kan geoordeeld worden dat de effecten op het watersysteem ten gevolge van deze aanvraag beperkt zijn.

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Geleide emissies zijn afkomstig van bestaande stookinstallatie en gasconvector. Enkel het emissiepunt ter hoogte van stookinstallatie in de bedrijfshal (6) is onderhevig aan verplichte periodieke emissiemetingen (5 jaarlijks). Alle verbrandings- of stookinstallaties worden jaarlijks onderhouden waardoor de aanwezige geleide emissies geen aanzienlijke invloed hebben op de luchtkwaliteit.

Relevante potentiële effecten van geluid of trillingen ten gevolge van de aanvraag

Mogelijke geluidsbronnen kunnen afkomstig zijn van de transportbewegingen of vanuit de productieruimtes. Volgens het gewestplan is de projectlocatie gelegen in een gebied voor milieubelastende industrie. De exploitatie bestaat hoofdzakelijk uit de opslag van parket en laminaat. De productie is heel beperkt. Alle bedrijfsactiviteiten gebeuren binnen in de bedrijfsgebouwen die afgesloten zijn door poorten. Men zorgt er ook voor dat de poorten zoveel mogelijk gesloten zijn. Op zon- en feestdagen wordt er niet gewerkt. De inrichting is goed bereikbaar via de N36. Het op- en afrittencomplex van de E17, afrit Deerlijk, is gelegen in de onmiddellijke omgeving van het bedrijventerrein. De meeste transporten gebeuren dan ook langs deze wegen. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat de potentiële effecten op geluid en trillingen beperkt zijn.

Relevante potentiële effecten op de biodiversiteit

Het resultaat van de online voortoetstool geeft als resultaat aan dat er geen risico is op betekenisvolle aantasting van de actuele en mogelijke toekomstige habitats in Habitatrichtlijngebied en er geen verder onderzoek nodig is in relatie tot de passende beoordeling, zodat kan geconcludeerd worden dat het voorliggende initiatief geen betekenisvolle impact zal veroorzaken op de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone of onvermijdbare en onherstelbare schade zal veroorzaken aan de natuur in het VEN.

Relevant potentieel risico op zware ongevallen of rampen

Binnen het kader van deze aanvraag wordt niet verwacht dat er een verhoogd risico ontstaat op zware ongevallen of rampen. Bij de huidige exploitatie worden tal van brandpreventiemaatregelen genomen. Deze blijven behouden en waar nodig bijgestuurd. Bijgevolg kunnen we aannemen dat de exploitatie van die aard is dat zware ongevallen of rampen uitgesloten zijn.

Relevante potentiële effecten op onroerend erfgoed

Er zijn geen relevante effecten op het onroerend erfgoed te melden.

Relevante potentiële effecten van licht of straling ten gevolge van de aanvraag

De op het bedrijf eventuele aanwezige buitenverlichting werkt enkel ’s nachts wanneer dit belangrijk wordt geacht inzake een veilige bedrijfsvoering en wordt zo geplaatst dat er geen strooilicht de buren kunnen hinderen. Er zijn geen bronnen van straling aanwezig op het bedrijf. Bijgevolg kan verondersteld worden dat het effect van de verlichting niet aanzienlijk zal zijn.

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

De op het bedrijf geproduceerde afvalstoffen worden volgens de ‘Code van Goede Praktijk Bedrijfsafval’ gescheiden ingezameld en afgevoerd. Het bedrijf heeft hiervoor afspraken en contracten met erkende inzamelaars en verwerkers van afvalstoffen. Het huishoudelijk afval (restafval, PMD, papier en karton) wordt opgehaald via de gemeentelijke inzameling.

Andere relevante potentiële effecten op milieu en/of omgeving

Geen andere relevante effecten te melden.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

      Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen en uitbreiden van een bestaand bedrijfsgebouw. Deze functie is ongewijzigd en is passend binnen deze industriële omgeving. De bijkomende kantoorruimte is ondergeschikte aan en staat in functie van de aanwezige bedrijfsactiviteit zodat de aanvraag zich functioneel inpast.

      Inplanting:

De inplanting van het hoofdgebouw  langs Ter Donkt blijft ongewijzigd. De nieuwbouw wordt gerealiseerd langs de E17 op ongeveer dezelfde plaats als de te slopen gebouwen. Enkel de nieuwe loopbrug wordt beperkt binnen een afstand van 30 m tov de E17 voorzien. De uitbreiding sluit aan op de bestaande bebouwing en vormt op die manier een compact geheel.

      Bouwvolume

Er wordt met het nieuwe volume geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte blijft min of meer behouden, de bouwhoogte is aanvaardbaar en sluit aan op bouwhoogtes die reeds in de ruimere omgeving voor bedrijfsgebouwen aanwezig zijn. Het gevraagde is qua volume inpasbaar in de betreffende omgeving.

      Verschijningsvorm:

Het nieuwe gedeelte wordt opgetrokken met zwarte beton panelen en vliesgevels. Door het materiaalgebruik en het feit dat de nieuwbouw niet zichtbaar is van Ter Donkt, integreert de uitbreiding zich binnen de bestaande bebouwing.

Er wordt echter opgemerkt dat het dak van het gebouw wel zichtbaar is vanaf de Pontstraat. In de verantwoordingsnota van de architect wordt aangegeven dat het dak van de verbindingsbrug, dat zichtbaar is vanaf de Pontstraat, voorzien wordt van een groendak. Dit is echter niet opgenomen op de plannen. Teneinde dit te verankeren in de vergunning, de kwaliteit van het zicht vanaf de Pontstraat op te waarderen en biodiversiteit en vergroening na te streven, zal als voorwaarde opgelegd worden dat het dak van de verbindingsbrug aangelegd moet worden als een groendak. Het voorzien van een groendak op de nieuwe kantoorgebouw is, gezien het dak nauwelijks zichtbaar zal zijn vanaf de Pontstraat, niet noodzakelijk.  

      Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

Ten gevolge van de geplande werken kan een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen.

Bij het project worden voldoende parkeerplaatsen (46) voorzien om de parkeerbehoefte op het eigen terrein te kunnen opvangen. Hierdoor hoeft de parkeerdruk niet op het openbaar domein te worden afgewenteld. De voorziene parkeerplaatsen zijn voldoende groot. De voorziene parkeerplaatsen dienen duidelijk afgetekend te worden op het terrein.

Aangezien voor meer dan helft van de parkeerplaatsen voldoende vrije ruimte aanwezig is, kunnen deze eveneens gebruikt worden door bestelwagens.

Er worden 2 bijkomende parkeerplaatsen voorzien voor mindervaliden. Deze hebben, net als de andere parkeerplaatsen een breedte van 2,25 m, de lengte bedraagt 6 m. Dit is onvoldoende. Echter, gezien de specifieke inplanting met voldoende vrije ruimte zowel links als achter de parkeerplaats, is deze voldoende groot. Beide parkeerplaatsen bevinden zich op ruime afstand van de inkomruimte tot het gebouw. Het wordt aanbevolen om de parkeerplaatsen voor mindervaliden te voorzien in de directe nabijheid (bij voorkeur op een afstand van minder dan 25 m) van de (nieuwe) inkomruimte.

      Groen- en omgevingsaanleg:

De niet bebouwde ruimte van het perceel heeft weinig kwaliteit. In de projectinhoud versie 1 is deze volledig verhard in asfalt en wordt deze ingericht ifv parkeren. Er liggen verschillende kansen om het terrein wat te vergroenen en te ontharden. Een aangepast inplantingsplan werd dan ook opgeladen in het omgevingsloket (PIV 2)

De groenaanplant wordt in de legende aangeduid als ‘privetuin’. Het is aangewezen de groenaanplant te voorzien door middel van struikgewas of haagpartijen zodat een aantal massieven gevormd kunnen worden. Voor de strook tussen de E17 en de verharde circulatieruimte (= de eerste 10 m bouwvrije zone ten opzichte van de autosnelweg) werd door AWV gesteld dat deze onthard dient te worden en dat een groenzone aangelegd moet worden in plaats van de huidige gravé-verharding. Hoe deze strook aangelegd moet worden is niet verder gespecifieerd. Er wordt voorgesteld om deze stook te voorzien als grasstrook met een aanplant van hoogstammige bomen (in analogie met de strook langs Ter Donkt II). De bouwheer krijgt de vrije keuze in boomsoort en standplaats ondermeer in functie van eventuele zichtbaarheid vanaf de E17. Er wordt wel een minimum van 8 bomen van 1ste grootte opgelegd indien gekozen wordt voor bomen met een opgaande groeiwijze (bijvoorbeeld Quercus robur ‘Fastigiata’) of een minimum van 6 bomen indien gekozen wordt voor bomen van 2de grootte met een meer natuurlijke verschijningsvorm (soorten met een groeihoogte tussen de 6 en 12 m). Deze aanplant en de verplichte uitvoering ervan ten laatste tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken, zal als voorwaarde opgenomen worden in het besluit.

      Publiciteit:

De bestaande publiciteit op de voorgevel verdwijnt en wordt niet vervangen. Ook de bestaande totem in de strook langs de E17 wordt afgebroken conform het advies van AWV. Er ontstaat bijgevolg geen negatieve impact door storende publiciteit.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Advies Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies wordt dit integraal overgenomen en dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandpreventieverslag stipt nageleefd moet worden.

Advies AWV

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies wordt dit integraal overgenomen en dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies stipt nageleefd moet worden, in het bijzonder volgende voorwaarden:

o        Verwijderen totem in de eerste 10 m bouwvrije strook

o        aanleg van groenzone ipv gravé in de eerste 10m bouwvrije zone

7.14     Verordening toegankelijkheid

De aanvraag heeft betrekking op een publiek toegankelijk gebouw. Dit dient te voldoen aan de Vlaamse stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De publiek toegankelijke oppervlakte bedraagt 745 m², wat dus meer is dan 400 m², waardoor alle publiek toegankelijke delen van het gebouw dienen te voldoen aan de Vlaamse stedelijke verordening inzake toegankelijkheid.

7.15     Belastingsreglement op ontbrekende parkeerplaatsen

Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 26 november 2020 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen zijn voor voorliggende aanvraag 27 extra parkeerplaatsen vereist (1.330 m² extra kantoorruimte). Volgens de ingediende plannen zijn op terrein 46 parkeerplaatsen aanwezig (19 bestaande + 27 nieuwe) zodat voldaan is aan de gemeenteraadsbeslissing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Bruno Descamps namens Lamett Europe NV gevestigd Ter Donkt 2 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van het bestaand bedrijf met showroom en kantoren, op een perceel gelegen Ter Donkt 2 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 242 E, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

        Het dak van de verbindingsbrug moet aangelegd worden als een groendak.

        In de groenzone langs de E17 (= eerste 10 m bouwvrije zone ten opzichte van de E17) dient ten laatste in het eerstvolgend plantseizoen na voltooiing van de werken een groenaanplant voorzien te worden bestaande uit een grasstrook gecombineerd met ofwel 8 bomen van 1ste grootte met een zuilvormige groeiwijze, ofwel 6 bomen van 2de grootte met een natuurlijke groeiwijze.

        De overige voorziene groenzones (rondom de site) dienen aangelegd te worden met haagpartijen of struikgewas ten laatste in het eerstvolgend plantseizoen na voltooiing van de werken.

        De parkeerplaatsen voor mindervaliden dienen voorzien te worden in de directe nabijheid (bij voorkeur op een afstand van minder dan 25 m) van de (nieuwe) inkomruimte.

        Het brandpreventieverslag stipt na te leven.

        Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer stipt na te leven.

Artikel 2

De exploitatie omvat de volgende ingedeelde Vlarem-rubrieken:

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.27. Groenonderhoud Ter Donkt - gunning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de toewijzing van de opdracht voor het groenonderhoud van het regionaal bedrijventerrein Ter Donkt II.

Motivering

Door Leiedal werd een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gevoerd.  Men schreef hierbij 5 aannemers aan.

Op basis van de evaluatie beslist de raad van bestuur van Leiedal om het groenonderhoud van het regionaal bedrijventerrein Ter Donkt II voor de periode van 15 februari 2021 - 14 februari 2024 toe te wijzen aan Tuinen Vanrobaeys uit Geluwe. 

Voor deze onderhoudsperiode van 3 jaar bedraagt het gemeentelijk aandeel 10.514,60 euro, wat dus op jaarbasis neerkomt op een bedrag van 3.504,87 euro excl. btw. 

De coördinatiekost van Leiedal bedraagt 10 % op het deel ten laste van de gemeente, wat dus neerkomt op een jaarlijks te betalen bedrag van 350,49 euro excl. btw. 

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•         Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de toewijzing van de opdracht voor het groenonderhoud van het regionaal bedrijventerrein Ter Donkt II aan Tuinen Vanrobaeys uit Geluwe voor de periode van 15 februari 2021 - 14 februari 2024 en keurt het jaarlijks gemeentelijk aandeel ten bedrage van 3.504,87 euro excl. btw samen met de coördinatiekost van Leiedal ten bedrage van 350,49 euro excl. btw, goed.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.28. Kruisputstraat 13 - werken op openbaar domein - machtiging - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd machtiging te verlenen voor het uitvoeren van werken op openbaar domein ter hoogte van de Kruisputstraat 13 in Deerlijk.

Motivering

In kader van het plaatsen van een carport aan de rechterzijkant van de woning in de Kruisputstraat 13 te Deerlijk, wenst de aanvrager het groenmassief ter hoogte van de oprit naar de carport te verharden.

In de huidige toestand is het openbaar domein ingericht met een voetpad bestaande uit betondallen en een groenmassief van haagbeuk.

De dienst infrastructuur en openbare werken stelt dat de werken uitgevoerd kunnen worden onder de volgende voorwaarden:

•          de werken omvatten:

◦          het verwijderen van het groenmassief;

◦          het verwijderen van de betondallen in het voetpad en het vervangen door betonklinkers;

◦          de bestaande boordstenen aanpassen aan de nieuwe situatie cfr. het openbaar domein ter hoogte van de woning Kruisputstraat 6;

◦          plaatsen van betonklinkers;

•          de werken worden enkel ter hoogte van de toegang tot de vergunde carport uitgevoerd en in lijn met de rechterzijgevel cfr. het goedgekeurde inplantingsplan;

•          de verharding wordt uitgevoerd in standaard betonklinkers 220/110/80 in visgraatverband en opgevoegd met wit zand;

•          de betonklinkers worden geplaatst op een fundering van zandcement of mager beton met een dikte van 15 cm;

•          op de rooilijn (scheiding tussen openbaar en privaat domein) wordt een boordsteen type ID4 geplaatst (100/20/6);

•          de boordstenen worden geplaatst op een magere betonfundering van 20 cm met stut;

•          dit stuk openbaar domein blijft ten allen tijde toegankelijk voor werken van algemeen belang zonder enige vorm van schadevergoeding.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit machtiging te verlenen voor het uitvoeren van werken op het openbaar domein ter hoogte van de Kruisputstraat 13 te Deerlijk.

Artikel 2

Dit stuk openbaar domein blijft ten allen tijde toegankelijk voor werken van algemeen belang zonder enige vorm van schadevergoeding.

Artikel 3

De kosten voor de werken op openbaar domein zijn ten laste van de aanvrager.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.29. Fietspaddossier Kerkstraat - aanpassing projectnota - meerwerk - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een meerwerk voor het aanpassen van de projectnota van het fietspaddossier van de Kerkstraat goed te keuren.

Motivering

In zitting van 19 juni 2019 gunde het college van burgemeester en schepenen de opdracht voor het opstellen van een start- en projectnota voor het fietspaddossier van de Kerkstraat aan studiebureau Sweco nv.

In zitting van 29 april 2020 keurde het college  van burgemeester en schepenen de startnota voor het fietspaddossier van de Kerkstraat goed.

In de goedgekeurde startnota zijn er enkelrichtingsfietspaden voorzien over de volledige lengte van de Kerkstraat.

Tijdens de opmaak van het DNA-masterplan voor het dorp Sint-Lodewijk werd een visie opgemaakt rond het snelheidsregime en het wegprofiel in de kern. Deze visie gaat uit van een snelheidsregime van 30 km/u en gemengd verkeer in de kern.

Bij toepassing van de visie van het masterplan DNA voor Sint-Lodewijk in het fietspaddossier voor de Kerkstraat dient er ter hoogte van de Groenstraat een overgang voorzien te worden van fietspad naar gemengd verkeer, dit in tegenstelling tot het scenario opgenomen in de startnota.

Hierdoor dient het ontwerp dat in functie van de projectnota volledig werd uitgewerkt, herwerkt te worden. Gezien dit een herwerking betreft van eerder goedgekeurde beslissingen wordt dit als meerwerk aanzien.

Het studiebureau raamt de extra kosten voor dit meerwerk op ongeveer 1.416 euro incl. btw.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de meerprijs van studiebureau Sweco nv voor het aanpassen van de plannen van het fietspaddossier van de Kerkstraat ter hoogte van de Groenstraat goed te keuren.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.30. Grafconcessie - bijzetting - kennisname

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.31. Asverstrooiing - kennisname

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.32. Hazewindstraat 5, 7 en 9, Sint-Rochusstraat 48 en 50 en Waregemstraat - toekenning (herziening) huisnummers - goedkeuring

Aanleiding en context

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen om huisnummers toe te kennen aan 17 woningen en 31 appartementen, gelegen Hazewindstraat 5, 7 en 9, Sint-Rochusstraat 48 en 50 en Waregemstraat.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 29 april 2020 een omgevingsvergunning af, voor het bouwen van 17 woningen en 31 appartementen met een gemeenschappelijke ondergrondse garage, het plaatsen van een elektriciteitscabine en het uitvoeren van een tijdelijke bronbemaling in functie van de ondergrondse garage, op een perceel gelegen Hazewindstraat 5, 7 en 9, Sint-Rochusstraat 48 en 50 en Waregemstraat.

Er dienen huis- en busnummers toegekend te worden aan 17 woningen en 31 appartementen.

Gezien de complexiteit van dit dossier, kiest de dienst burgerzaken uitzonderlijk voor de toekenning van enkele extensies. De dienst burgerzaken is van mening dat de hernummering die zou moeten doorgevoerd worden in de Waregemstraat, te omvangrijk is, en daardoor té veel burgers zou treffen.

Er zijn bijgevolg voldoende huisnummers vrij en beschikbaar.

Bepaalde huisnummers worden hergebruikt.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 31 maart 2019

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende huis- en busnummers toe te kennen aan 17 woningen en 31 appartementen, gelegen Hazewindstraat 5, 7 en 9, Sint-Rochusstraat 48 en 50 en Waregemstraat.

Waregemstraat

Sint-Rochusstraat

Hazewindstraat

Artikel 2

De adressen Hazewindstraat 7 en Hazewindstraat 9 worden geschrapt uit het woningenbestand.

Artikel 3

De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing.  De gebruikelijke diensten en nutsmaatschappijen zullen van huidige beslissing in kennis gesteld worden.

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.33. Afvoering van ambtswege - goedkeuring

Zitting van CBS van 06 OKTOBER 2021

C.34. Vaststelling van een dienst van algemeen economisch belang voor 5 opdrachten - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de vaststelling van een dienst van algemeen economisch belang voor onderstaande opdrachten te agenderen op de gemeenteraad:

•          inventarisatie, controle van signalisatie en beproeven van de werking van hydranten;

•          dienstverlening in het kader van gebouwen van openbaar nut;

•          onderhoud van openbare wegen en groen;

•          aanvullende thuishulp;

•          klusjes, verhuis en vervoer materialen.

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om per DAEB, een opdrachtomschrijving, doelgroepbepaling, duurtijd en regelgeving voor compensatie te voorzien en deze te agenderen op de gemeenteraad.

Motivering

De sector van de lokale diensteneconomie (LDE) is reeds een tijdje in volle beweging. Eén van de elementen in die beweging is het feit dat een LDE-onderneming enkel opdrachten mag uitvoeren als zij daar de uitdrukkelijke opdracht van de lokale overheid voor krijgt. De gegeven opdrachten moeten voldoen aan de Europese richtlijnen met betrekking tot 'diensten van algemeen economisch belang' (DAEB).

Een dienst van algemeen economisch belang is een economische activiteit, die het algemeen belang dient en die de markt, zonder het overheidsoptreden, niet onder dezelfde voorwaarden inzake objectieve kwaliteit, veiligheid, betaalbaarheid, gelijke behandeling of algemene toegang, verricht.

Aangezien er per lidstaat grote verschillen zijn inzake traditie, cultuur, reikwijdte,... wordt er binnen de Europese richtlijnen geen lijst met criteria aangewend. Het is aan de overheidsinstanties zelf om te bepalen of een dienst al dan niet van algemeen belang is. Bijgevolg dient een lokaal bestuur de betreffende dienst die wordt gekwalificeerd als DAEB en die met overheidssteun wordt ingericht concreet te omschrijven, aan te tonen waarom dit belang hier speelt en de modaliteiten voor het uitvoeren van de dienst en de manier van compensatie voor de dienst uitdrukkelijk te omschrijven.

In Deerlijk stellen zich meerdere opdrachten die gedefinieerd kunnen worden als zijnde diensten van algemeen economisch belang. Het komt aldus het lokaal bestuur, in casu de gemeenteraad, toe deze diensten als dusdanig vast te stellen. Het betreft volgende opdrachten:

•          inventarisatie, controle van signalisatie en beproeven van de werking van hydranten;

•          dienstverlening in het kader van gebouwen van openbaar nut;

•          onderhoud van openbare wegen en groen;

•          aanvullende thuishulp;

•          klusjes, verhuis en vervoer materialen.

Voor opdrachten die worden toegewezen aan lokale diensteneconomie dient ook een impactanalyse gemaakt te worden voor de Vlaamse overheid volgens een vastgesteld sjabloon.

Met deze beslissing (vaststellen als DAEB) zetten we de eerste stap in deze gehele flow. (vaststellen als DAEB > impactanalyse opmaken bij intentie om toe te wijzen > voorleggen aan sociale partners > toewijzen van de opdracht aan een LDE initiatief)

Opdracht 1: 'inventarisatie, controle van signalisatie en beproeven van de werking van hydranten'

De wetgeving verplicht gemeenten om over voldoende bluswatervoorraden te  beschikken, deze bij te houden en deze te onderhouden. De signalisatie van de hydranten op het waterleidingnet dient jaarlijks gecontroleerd te worden. Het beproeven van de hydranten dient minstens om de twee jaar te gebeuren (ministerieel schrijven van 14 oktober 1975).

Meerdere gemeenten, elk afzonderlijk, zijn verantwoordelijk voor een basisvoorwaarde voor het efficiënt en effectief handelen in nood. Binnen een eengemaakte hulpverleningszone, noopt dit tot een afgestemde aanpak die er toe leidt dat informatie consequent en coherent verzameld wordt, en gestroomlijnd doorgegeven wordt aan de hulpverleningszone. Op die manier beschikt de hulpverleningszone – die binnen het bestaande kader (personeel en werkingsmiddelen) zelf niet kan instaan voor de opvolging – steeds over bruikbare en foutloze digitale informatie.

Bovendien stelt correcte en gestructureerde informatie de gemeenten en De Watergroep – die instaat voor het oplossen van structurele problemen – beter in staat om het hydrantennetwerk effectief en efficiënt paraat te houden.

Samenwerking met de sociale economie biedt hierbij heel wat voordelen:

•          Betere garanties t.a.v. brandveiligheid in de volledige zone:

◦          tweejaarlijkse inspectie (met beproeving) van alle hydranten in de zone;

◦          betere lokalisatie: duidelijke markering en digitale registratie (met GIS locatie), voor het gemakkelijk lokaliseren van de hydranten in de regio.

•          Inschakelingskansen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, i.f.v. doorstroom naar de reguliere economie.

Om bovenstaande redenen is het aangegeven om de opdracht 'inventarisatie, controle van signalisatie en beproeven van de werking van hydranten' te aanzien als een Dienst van Algemeen Economisch Belang of DAEB.

Opdracht 2: 'dienstverlening in het kader van gebouwen van openbaar nut' en opdracht 3: 'onderhoud van openbare wegen en groen'

Gebouwen, wegen en groenzones dienen voor elke inwoner toegankelijk te zijn. Het lokaal bestuur staat daarbij in voor de veiligheid en mate van toegankelijkheid. Om hieraan tegemoet te komen dienen op regelmatige basis onderhoudswerken uitgevoerd te worden. Op die manier wordt de veiligheid, mate van bereikbaarheid en toegankelijkheid voor elke burger gegarandeerd. Het is de taak van het lokaal bestuur om zowel gebouwen als wegen en groenzones netjes te houden en in een goede staat te laten verkeren.

Deze activiteiten worden op de markt aangeboden, maar er is sprake van marktfalen. In het kader van gebouwen, gaat het vaak om kleine alledaagse onderhoudswerkzaamheden. Aanbieders vinden deze opdrachten niet interessant waardoor ze niet of niet snel genoeg uitgevoerd worden. Opdrachten inzake groenonderhoud komen enkel voor tijdens bepaalde periodes van het jaar. Het zijn vaak opdrachten die manueel dienen te gebeuren en dus heel arbeidsintensief zijn. Op deze momenten worden aannemers vaak al overbevraagd en kan men niet (meteen) ingaan op deze nieuwe aanvraag. Een laattijdig ingrijpen oogt niet netjes, zal de burger belemmeren in het alledaagse (buiten)leven en kan de burger zelf in gevaar brengen.

Het lokaal bestuur heeft eigen personeel om dergelijke taken uit te voeren. Echter is er op drukke momenten onvoldoende personeelscapaciteit. Door het uitbesteden van deze opdrachten aan sociale- en lokale diensten economie creëert het lokaal bestuur inschakelingskansen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Op die manier draagt het lokaal bestuur een steentje bij aan het opzetten van een actief en competentieversterkend traject voor mensen die om verschillende redenen moeilijk uit de werkloosheid raken.

Om bovenstaande redenen is het aangegeven de opdrachten 'dienstverlening in het kader van gebouwen van openbaar nut' en 'onderhoud van openbare wegen en groen' te aanzien als een Dienst van Algemeen Economisch Belang of DAEB.

Opdracht 4: 'aanvullende thuishulp' en opdracht 5: 'klusjes, verhuis en vervoer van materialen'

Het sociaal huis heeft als wettelijke opdracht het garanderen van een menswaardig bestaan voor elke burger, in het bijzonder zij die om allerlei redenen als kwetsbaar beschouwd kunnen worden (leeftijd, inkomen, gezondheid,...). Het garanderen van een goed onderhouden woning, die voldoet aan een basis-set aan kwaliteitscriteria, is een wezenlijk onderdeel van een menswaardig bestaan. Ervoor zorgen dat iedereen over een woning beschikt die proper is, veilig ingericht is, kwalitatief is, is dan ook een wezenlijke doelstelling van een sociaal huis.

De dienstverlening komt tegemoet aan de nood van diverse groepen mensen die er thans niet zelf in slagen om klussen in en rond hun huis zelf ter harte te nemen. Dergelijke (kleine) ingrepen kunnen echter een groot verschil maken voor de kwaliteit van leven, welbevinden of veiligheid.

De activiteiten worden op de markt aangeboden. Echter is hier ook sprake van marktfalen. Aanbieders vinden bepaalde soorten opdrachten niet interessant waardoor ze niet of niet snel genoeg uitgevoerd worden. Daarnaast is er voor de aanvrager een hoge financiële drempel waardoor bepaalde taken uitgesteld worden en bijgevolg escaleren. Wat het kostenplaatje voor deze kwetsbare doelgroep alleen nog maar vergroot.

Door ook voor deze opdrachte beroep te doen op sociale- en lokale diensten economie creëert het lokaal bestuur inschakelingskansen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Lokale diensteneconomie besteedt veel aandacht aan doorstroom. Zo slibt het systeem niet dicht en worden plaatsen vrijgemaakt voor mensen die de ondersteuning echt nodig hebben. De stap naar het gewone arbeidscircuit wordt tijdens het traject binnen de lokale diensteneconomie goed voorbereid. Door beroep te doen op de lokale diensteneconomie versterkt het lokaal bestuur aldus de bestaande arbeidsmarkt.

Om bovenstaande redenen is het aangegeven de opdrachten 'aanvullende thuishulp' en 'klusjes, verhuis en vervoer van materialen' te aanzien als een Dienst van Algemeen Economisch Belang of DAEB.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Decreet betreffende de lokale diensteneconomie van 22 november 2013

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen stelt de opdracht 'inventarisatie, controle van signalisatie en beproeven van de werking van hydranten’ op het grondgebied van Deerlijk vast als dienst van algemeen economisch belang. Men gaat daarbij akkoord met de hierboven omschreven motivatie en behoefte.

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken, de DAEB zoals hierboven omschreven en zoals hieronder geconcretiseerd, voor vaststelling te agenderen op de gemeenteraad.

De effectieve opdracht omvat:

•          het in kaart brengen van alle hydranten op het grondgebied en digitaal ter beschikking stellen van deze gegevens aan het lokaal bestuur en de hulpverleningszone;

•          het controleren van de signalisatie en het in orde brengen van gebreken, zoals decretaal verplicht;

•          het beproeven van de werking van de hydrant, zoals decretaal verplicht;

•          het uitvoeren van kleine herstelwerken van de hydrant (in overleg met de watermaatschappij);

•          het rapporteren van alle bevindingen aan het lokale bestuur, de hulpverleningszone en de watermaatschappij.

Artikel 1.1

Om het overheidsoptreden te motiveren wordt de doelgroep omschreven die baat heeft bij de opdracht 'inventarisatie, controle van signalisatie en beproeven van de werking van hydranten' als zijnde alle inwoners van de gemeente Deerlijk . Doordat de brandweer sneller over bluswater kan beschikken en materiële schade bij brand kan beperken, zijn de inwoners van de gemeente de uiteindelijke begunstigden van deze dienstverlening. Het college van burgemeester en schepenen legt deze doelgroepbepaling ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad.

Artikel 1.2

Het college van burgemeester en schepenen beslist om volgende duurtijd ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad: zolang er geen wijzigingen op de markt zijn, blijft deze vaststelling van toepassing. Deze vaststelling alsdusdanig kent dus geen einddatum. De duurtijd van een eventuele toewijzing van een opdracht wordt bepaald in samenspraak met de uitvoerende LDE en de opdrachtgevende overheid (lokaal bestuur, IGS, provincie, ...) of de externe aanvrager (zie artikel 7).

Artikel 1.3

Het college van burgemeester en schepenen besluit in het kader van deze openbare dienstverplichting te voorzien, conform de bepalingen van Besluit 2012/21/EU van de Europese Commissie van 20 december 2011, een vooraf te bepalen compensatievergoeding toe te kennen per gecontroleerde hydrant op het grondgebied per tweejaarlijkse controlecyclus.