Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 20 januari 2021 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 20 januari 2021.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 20 januari 2021 goed te keuren.
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Maaien bermen en grachten 2021 met mogelijkheid tot stilzwijgende verlenging van 2 x 1 jaar - lastvoorwaarden, raming, wijze van gunnen en uit te nodigen firma's - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lastvoorwaarden, raming, wijze van gunnen en de uit te nodigen firma's voor de opdracht “Maaien bermen en grachten 2021 met mogelijkheid tot stilzwijgende verlenging van 2 x 1 jaar” goed te keuren.
Motivering
In het kader van de opdracht “Maaien bermen en grachten 2021 met mogelijkheid tot stilzwijgende verlenging van 2 x 1 jaar” werd een bestek met nr. 2021-02 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.
De totale opdracht bestaat uit een basisopdracht en is tot tweemaal voor een maximumperiode van één jaar verlengbaar.
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 75.000,00 euro excl. btw of 90.750,00 euro incl. 21 % btw (15.750,00 euro btw medecontractant). Deze raming bedraagt de basisopdracht en de twee mogelijke verlengingen.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Volgende ondernemers komen in aanmerking om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 17 februari 2021 om 10.00 uur voorgesteld.
Juridische gronden
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming
|
25.000,00 euro excl. btw of 30.250,00 euro incl. btw 75.000,00 euro excl. btw of 90.750,00 euro incl. btw |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Jaarbudgetrekening | 0200-00/61510000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN |
Visum | vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het bestek met nr. 2021-02 en de raming voor de opdracht “Maaien bermen en grachten 2021 met mogelijkheid tot stilzwijgende verlenging van 2 x 1 jaar”, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer, worden goedgekeurd.
De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.
De raming, zijnde de basisopdracht en de twee mogelijke verlengingen, bedraagt 75.000,00 euro excl. btw of 90.750,00 euro incl. 21 % btw (15.750,00 euro btw medecontractant).
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3
Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
Artikel 4
De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 17 februari 2021 om 10.00 uur.
Artikel 5
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2021 (basisopdracht) en volgende jaren (verlengingen), op jaarbudgetrekening 0200-00/61510000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB) en in het budget van de volgende jaren.
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
MAT - verslag 2 december 2020 - kennisname
Aanleiding en context
Het MAT hield een vergadering op 2 december 2020.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag.
Motivering
Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd door de leden van het managementteam.
De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Mobiliteitsdeskundige - uitslag selectieprocedure - kennisname
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Verslagen politiecollege - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen van het politiecollege van 8 januari 2021 en van 19 januari 2021.
Motivering
De verslagen van het politiecollege van 8 januari 2021 en van 19 januari 2021 werden overgemaakt aan de gemeente.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Mail Zefier - kennisname
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de mail van Zefier cvba met een persbericht in bijlage.
Motivering
Als aandeelhouder van Zefier cvba heeft het gemeentebestuur op 21 januari 2021 een mail ontvangen in verband met de oprichting van Zo-Fier nv, een gemeenschappelijk filiaal van Luminus en Zefier, dat zich gaat toeleggen op de ontwikkeling, de bouw en de uitbating van projecten voor hernieuwbare energie in de 168 Vlaamse gemeentes waar Zefier actief is. Deze gemeentes krijgen voortaan de mogelijkheid om strategische partnerships aan te gaan in windturbineprojecten die door Luminus in hun gemeente worden ontwikkeld. Luminus bezit een participatie van 55% in Zo-Fier. Zefier heeft 45% in handen.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de mail van Zefier cvba en van het persbericht in bijlage.
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 16 december 2020 - mededeling kantmelding - kennisname
Aanleiding en context
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 16 december 2020 betreffende "Naambepaling straten nieuwe verkaveling innewaarts de Tapuitstraat - voorstel Heemkring - gedeeltelijke goedkeuring" werd in zitting van 20 januari 2021 ingetrokken en hernomen.
Motivering
De algemeen directeur vermeldt de intrekking van een besluit, de vernietiging of de niet-goedkeuring van een besluit door een toezichthoudende overheid in de notulen van de gemeenteraad of van het college van burgemeester en schepenen.
De algemeen directeur brengt de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen daarvan op de hoogte op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 284 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aangebrachte kantmelding in de rand van de notulen van het college van burgemeester en schepenen van 16 december 2020 als volgt:
Bij punt D2 'Naambepaling straten nieuwe verkaveling innewaarts de Tapuitstraat - voorstel Heemkring - gedeeltelijke goedkeuring":
Intrekking CBS-beslissing: CBS 20 januari 2021
Mededeling kantmelding: CBS 27 januari 2021
Herneming CBS-beslissing: CBS 20 januari 2021
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Diverse verslagen - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.
Motivering
Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:
• Leiedal - verslag van de raad van bestuur van 8 januari 2021
• Imog - verslagen van de raad van bestuur van 15 december 2020 en 8 januari 2021
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Optimaliseren internetverbinding - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor de afname van een nieuwe internetverbinding bij Telenet.
Motivering
De huidige internetverbinding van de hele organisatie gebeurt via Proximus en deze bevindt zich in het gemeentehuis.
Van hieruit wordt het internet verdeeld over het interne netwerk naar volgende diensten:
• Gemeentehuis
• Cultuurcentrum
• Bibliotheek
• Sportdienst
• Jeugddienst
• Sociaal Huis
• Depot
• Erfgoed
• School de beuk
• School de SAM
• School de KIM
Er doen zich op vandaag verschillende problemen voor die te wijten zijn aan de beperkte bandbreedte.
Door de toename van de digitalisering merkt de dienst ICT dat de huidige internetverbinding ruim onvoldoende is om alle diensten te ondersteunen.
Naar de toekomst toe zal de behoefte van een lijn met een grotere bandbreedte alleen maar toenemen.
Proximus kan op vandaag geen hogere bandbreedte aanbieden.
Fluvius behoort tot de mogelijkheden, maar het aansluitingspunt is niet optimaal en vereist de nodige graafwerken.
Telenet kan zonder bijkomende graafwerken worden aangesloten en beschikt eveneens over voldoende bandbreedte, nl 750 Mbit download en 75 Mbit upload.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 en § 3, 4°Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
◦ Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
◦ Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
◦ De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
◦ De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet).
◦ Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
◦ Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
◦ Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag (4j) Eénmalige installatie kost | 15.275,04 euro incl. BTW 50,00 euro incl. BTW |
Actie | GBB |
Jaarbudgetrekening | 0190-00/61400000 |
Visum | G-2021-7 |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit een nieuwe internetverbinding van het type Corporate Fibernet 750M/75M af te nemen bij Telenet.
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Week van de Belgische Muziek - plaatsen werfhekkens - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om zijn medewerking te verlenen voor het plaatsen van werfhekkens op de verschillende ingangswegen ter promotie van de Week van de Belgische Muziek.
Motivering
Om de Week van de Belgische Muziek sterk te promoten bij de eigen inwoners, wordt voorgesteld om werfhekkens te plaatsen met een banner aan de invalswegen naar Deerlijk.
Het programma voor de Week van de Belgische Muziek in Deerlijk is te vinden op de gemeentelijke website en sociale media, waar naar zal verwezen worden op de banners.
Er wordt gevraagd om op volgende plaatsen werfhekkens in driehoeksvorm te voorzien:
• Kerk Sint-Lodewijk
• Kerk Centrum
• Molenhoek
• Belgiek
• Statie
Momenteel staan de werfhekkens die gebruikt werden voor de Kerstcorrida nog op deze locaties. Deze kunnen dus gebruikt worden. Er wordt gevraagd om de werfhekkens te gebruiken van 28 januari tot en met 14 februari 2021.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit medewerking te verlenen ter promotie van de Week van de Belgische Muziek, door herasopstellingen te voorzien op volgende locaties, en dit vanaf 28 januari tot en met 14 februari 2021:
• kruispunt Molenhoek
• recht tegenover kerk Sint-Lodewijk
• kerk centrum (kant Hoogstraat)
• kruispunt Belgiek
• Statie (dicht bij de overweg)
Sandra De Leeuw-Goussey Hans Piepers Matthias Vanneste Bert Schelfhout Regine Vanwynsberghe-Rooryck Claude Croes Louis Vanderbeken Sandra De Leeuw-Goussey Matthias Vanneste Bert Schelfhout Regine Vanwynsberghe-Rooryck Claude Croes Louis Vanderbeken aantal voorstanders: 6 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
BBO - vaste benoemingen - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Hoogstraat 109A - opzeg huurovereenkomst - goedkeuring
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Attest van verdeling - Vichtestraat 147+- goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of ze akkoord kunnen gaan met het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Vichtestraat 147+.
Motivering
Op 7 januari 2021 ontving het gemeentebestuur vanuit het notariaat de VUYST & BERLENGE een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Vichtestraat 147+, gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 241 N, met een oppervlakte van 1.451 m².
De eigendom wordt gesplitst in 2 loten zijnde een lot 1, een deel van een loods op en met grond met een oppervlakte volgens meting van 866 m² en een lot 2, een deel van een loods op en met grond volgens meting 581 m².
In het attest is opgenomen dat de respectieve bestemmingen van de betreffende goederen ongewijzigd blijft.
Voor dezelfde eigendom werd in het kader van een eerdere splitsing (uit een groter geheel) op 20 mei 2020 reeds een opmerking geformuleerd. De omgevingsambtenaar stelt voor om dezelfde opmerking opnieuw te formuleren. Deze opmerking is de volgende:
Het attest doet geen uitspraken over de vergunningstoestand van de bestaande bebouwing zodat er op basis van de voorgelegde gegevens geen uitspraak gedaan wordt over de (verdere) bebouwingsmogelijkheden en de uitbatingsmogelijkheden op het perceel.
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen wenst op te merken dat het attest geen uitspraken doet over de vergunningstoestand van de bestaande bebouwing zodat er op basis van de voorgelegde gegevens geen uitspraak gedaan wordt over de (verdere) bebouwingsmogelijkheden en de uitbatingsmogelijkheden op het perceel.
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Kapmachtiging - Otegemse steenweg 83 - rooien van een hoogstammige boom - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een kapvergunning te verlenen aangevraagd door de eigenaars van een woning gelegen, Otegemse steenweg 83.
Motivering
Beschrijving van de aanvraag, de bouwplaats en de omgeving
De aanvraag heeft betrekking op het rooien van een kleinbladige winterlinde in de voortuin van de woning. De betrokken eigenaars hebben al meermaals problemen ondervonden met de afvoer van het afvalwater. Bij nader onderzoek blijkt dat de afvoerbuizen verstopt raken met fijn wortelgestel afkomstig van deze linde. Teneinde een duurzame oplossing te vinden voor deze situatie wensen de eigenaars van dit goed, de hoogstammige boom te rooien zodat een verdere doorgroei van de wortels verhinderd wordt. De eigenaars geven in hun aanvraag ook mee dat een vervanging van de te rooien boom op zich geen probleem vormt, zolang deze niet terug dezelfde problemen veroorzaakt.
Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften
Voor het rooien van deze boom/bomen is geen stedenbouwkundige vergunning nodig omdat de bomen:
• geen deel uitmaken van een bos;
• gelegen zijn in woongebied in de ruime zin, in agrarisch gebied in de ruime zin of in industriegebied in de ruime zin, en niet in een woonparkgebied;
• zich bevinden binnen een straal van maximaal 15 m rondom een vergund gebouw.
Het rooien van de bomen is onderworpen aan de gemeentelijke politieverordening die stelt dat er dient gestreefd te worden naar een optimaal behoud van bomen.
Advies gemeentelijk groenambtenaar
De desbetreffende Linde staat in de voortuin van de aanvragers, nabij de oprit en goed zichtbaar vanaf het openbaar domein. De boom is al dermate ontwikkeld dat deze een beelbepalend karakter heeft in de verkeersluwe omgeving. Het probleem met de verstopte afvoerbuizen door wortelgroei van deze boom heeft voor een stuk ook te maken met afvoerbuizen zelf, de manier waarop deze werden aangelegd en/of het materiaal waaruit de afvoerbuizen bestaan. Het vervangen of herstellen van deze afvoerbuizen kan ingrijpende werkzaamheden inhouden (bijvoorbeeld het opbreken van de oprit). Het rooien van de boom kan ervoor zorgen dat bijkomende problemen en schade vermeden wordt. Vanuit dat oogpunt en uitgaande van de bereidwilligheid om de gerooide boom te vervangen door een soort die minder diep wortelt en op een meer geschikte plaats in de voortuin, kan de aanvraag positief beoordeeld worden.
Bijgevolg heeft de omgevingsambtenaar - milieu een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht op 21 januari 2021 met als voorwaarde:
• Het rooien van deze boom is toegestaan mits er ter compensatie een nieuwe boom van 2de of 3de grootte orde aangeplant wordt op een meer geschikte plaats in de voortuin.
• Deze nieuwe aanplant dient uitgevoerd te worden in het eerste plantseizoen na het uitvoeren van de kapping.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
Gemeentelijke politieverordening inzake het vellen van hoogstammige bomen van 2 maart 1974
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit bijgevolg tot het verlenen van een kapvergunning voor het rooien van de kleinbladige winterlinde in de voortuin van de woning, gelegen Otegemse steenweg 83 te Deerlijk, mits er een nieuwe boom van 2de of 3de grootte orde aangeplant wordt op een meer geschikte plaats in de voortuin van de woning. Deze nieuwe aanplant moet uitgevoerd worden in het eerstvolgende plantseizoen na het rooien van de boom.
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
OMV 2020_190 - Europalaan 20 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een carport naast de woning, op een perceel gelegen Europalaan 20 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 474 N3 aangevraagd door Pol Verhaege namens de heer Alessandro De Bouvere wonende Europalaan 20 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 22 januari 2021.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
De zone met boomschors dient vervangen te worden door een zone met groenaanplant en dit moet uitgevoerd worden tijdens het eerstvolgend plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Marquettestraat, wijziging A, goedgekeurd bij MB op 11 oktober 1988.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het BPA is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 1 september 1960 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 1 juni 1961 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaande bergplaats.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 maart 1963 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanbouwen van een veranda.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 oktober 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen en uitbreiden van het gelijkvloers van een bestaande woning, na het slopen van bijgebouwen.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1. Beschrijving van de omgeving
De aanvraag is gelegen in de Europlaan, wat een goed uitgeruste gemeenteweg is. De weg betreft een betonweg langs beide zijden geflankeerd met een voetpad. In het voetpad werden bomen aangeplant. Reeds heel wat woningen in de directe omgeving werden de laatste jaren verbouwd. Verschillende woningen hebben in de vrije zijstrook een carport of garage. Het uitzicht van de voortuinstroken is vrij divers. Toch overweegt het groene karakter ervan.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het bouwen van een carport in de linker vrije zijstrook. De carport wordt opgetrokken 4,65 m achter de voorbouwlijn van de woning. De carport heeft een diepte van 7,15 m en een breedte van 3,87 m, wat de oppervlakte op 27,67 m² brengt. Ter hoogte van de voorbouwlijn van de carport wordt de carport voorzien over de volledige breedte van de vrije zijstrook. De carport wordt opgetrokken met een lessenaarsdak waarbij de hoogte thv de rechter perceelsgrens 2,50 m bedraagt. De hoogte tegen de zijgevel van de woning bedraagt 3,16 m. De carport wordt opgetrokken in hout waarbij de dakbedekking gebeurt in dakplaten met een pannenmotief.
Het opgevangen regenwater wordt aangesloten aan de bestaande regenwaterput. De bestaande haag op de perceelsgrens blijft behouden. De volledige vrije zijstrook werd reeds verhard evenals de oprit naar de carport. Deze bestaat enerzijds uit dolomiet en anderzijds (ter hoogte van de te voorzienen carport) uit baksteen op kant. Hieraan wordt met voorliggende aanvraag niets gewijzigd.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 6 november 2020 tot 5 december 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Marquettestraat, wijziging A.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:
Plan schrijft voor: | ontwerp voorziet: |
Vrije zijstrook bedraagt 3 m | Carport in de vrije zijstrook |
Verharding voortuinstrook max. 40 % | Verharding in de voortuinstrook 60 % |
Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de carport geplaatst wordt bij een bestaande eengezinswoning, het bebouwingspercentage op het perceel minder dan 33% bedraagt en de bebouwde oppervlakte kleiner is dan 250 m².
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De afwijking heeft betrekking op de plaatsing en de afmeting van de constructie zodat een afwijking overwogen kan worden. Een carport is op heden een gangbare constructie bij een eengezinswoning. De carport wordt ingeplant op meer dan 3 m achter de voorgevelbouwlijn van de woning, het betreft een open constructie waardoor het open karakter van de woning behouden blijft en de aanpalende eigenaar formuleerde geen bezwaar waardoor de afwijking bijgevolg toegestaan kan worden.
De verharding in de voortuin bedraagt 60% en bestaat voor +/- 35 % uit boomschors, wat ook moeilijk aanzien kan worden als groen. Het verharden van de voortuin moet met de nodige omzichtigheid benaderd worden gezien de impact op het straatbeeld, op de verkeersveiligheid, waterhuishouding en klimaat. De naastliggende eigendom ontving reeds een afwijking op de verharding tot 65 % zodat voorliggende aanvraag aansluit bij de naastliggende. De aangelegde verharding betreft telkens de strikt noodzakelijke toegangen en opritten, deze naar de garage, deze naar de voordeur en deze naar de hier vergunde carport. Deze afwijking kan positief beoordeeld worden echter is een bijkomende vergroening van het niet-verharde deel van de voortuin wenselijk, zie hiervoor bij de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Europalaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een carport bij een eengezinswoning zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De carport is ingeplant op voldoende afstand van de rooilijn en voldoende ver achter de voorgevelbouwlijn zodat het straatbeeld niet geschaad zal worden. De materialen en de vormgeving zijn eigen aan de functies.
Echter dient opgemerkt dat de voortuin van de woning een ware metamorfose onderging de laatste 10 jaar. Op basis van straatbeelden wordt vastgesteld dat de voortuin 10 jaar geleden nog een overwegend groen karakter had. Ondertussen is het groene karakter volledig verdwenen, enerzijds door het bijkomend verharden van de voortuin (voetpad naar voordeur en dolomietverharding naar de garage en in de vrije zijstrook en door het vervangen van het groen door boomschors). Gelet op de strikt noodzakelijke toegang en opritten naar de garage en carport en in analogie naar de naastliggende eigendom werd een afwijking positief beoordeeld voor de dolomietverharding. Echter bestaat de voortuin naast de verharding ook nog voor +/- 35 % uit boomschors, wat ook moeilijk aanzien kan worden als groen.
De inrichting van een voortuin heeft invloed op het straatbeeld, de verkeersveiligheid en op de goede waterhuishouding. Beplanting, hagen en bomen in de voortuin maken het straatbeeld mooier en zorgen voor het residentiële karakter van een omgeving. Deze groenzones helpen ook bij de infiltratie van het regenwater en halen fijn stof uit de lucht.
Het is dan ook aangewezen om de boomschors te vervangen door een groenaanplant die een duidelijke meerwaarde moet hebben in het bestaande straatbeeld en op het klimaat. Deze werken dienen te gebeuren tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.
Het ontwerp is, mits het voldoen aan de gestelde voorwaarden, verenigbaar met de onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Pol Verhaege namens de heer Alessandro De Bouvere wonende Europalaan 20 te 8540 Deerlijk, voor het plaatsen van een carport naast de woning, op een perceel gelegen Europalaan 20 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 474 N3, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
De zone met boomschors dient vervangen te worden door een zone met groenaanplant en dit moet uitgevoerd worden tijdens het eerstvolgend plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
OMV 2020_230 - Hoogstraat 97 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van de functie van wonen naar bureauruimte met stockage, op een perceel gelegen Hoogstraat 97 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 2 N aangevraagd door Matthias Nys met als contactadres Hoogstraat 97 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 21 januari 2021.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is wel in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 mei 1961 door het college van burgemeester en schepenen voor het verfraaien van de voorgevel.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 juni 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van een raam en deur naar een garagepoort.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1. Beschrijving van de omgeving
De aanvraag is gelegen in de Hoogstraat, wat een goed uitgeruste gemeenteweg is in het directe centrum van Deerlijk. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door aaneengesloten bebouwing op de rooilijn. In de directe omgeving zijn er zowel eengezins- als meergezinswoningen aanwezig, alsook handelsfuncties, diensten en horecagelegenheden. De gebouwen bestaan uit minstens 2 bouwlagen met een hellend of plat dak.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het wijzigen van de bestaande functie. Het gebouw, oorspronkelijk bestemt als woon- handelshuis, werd in 2016 aangekocht door de huidige eigenaar. De huidige eigenaar, die ook de woning Hoogstraat 99 in eigendom heeft en er ook woont, kocht dit pand aan als stockageruimte en bureauruimte in functie van een thuisverplegingspraktijk. De stockageruimte bevindt zich op het gelijkvloers en de bureauruimte met consultatie op de verdieping. Het gelijkvloers werd ook gedeeltelijk ingericht als garage (eveneens ifv de thuisverpleging). Hiervoor werd in 2017 een vergunning afgeleverd. Aangezien in het gebouw niet meer gewoond wordt is voorliggende functiewijziging noodzakelijk.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op de functiewijziging van een eengezinswoning naar een ruimte voor dienstverlening zodat de aanvraag in overeenstemming is met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Hoogstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De directe omgeving bestaat uit een mix van functies bestaande uit handel, horeca, wonen, diensten, ... waardoor de functiewijziging naar bureauruimte en stockageruimte ifv een thuisverplegingspraktijk functioneel inpasbaar is in de directe omgeving. Gezien het gebouw beschikt over een ruime garage (reeds vergund in 2017) heeft de nieuwe functie geen invloed op de mobiliteit. Er worden geen aanpassingen gedaan aan het gebouw, waardoor dit geïntegreerd blijft in de directe omgeving en het bestaande straatbeeld niet geschaad wordt. De aanvraag heeft geen significante impact op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen.
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1 §2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Matthias Nys met als contactadres Hoogstraat 97 te 8540 Deerlijk, voor het wijzigen van de functie van wonen naar bureauruimte met stockage, op een perceel gelegen Hoogstraat 97 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 2 N.
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
OMV 2020_182 - Otegemse steenweg 39 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een woning met carport, op een perceel gelegen Otegemse steenweg 39 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 649 P aangevraagd door de heer Stan Van Praet wonende Joseph Geirnaertstraat 4 te 9900 Eeklo.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 21 januari 2021.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
er moeten minstens 4 nieuwe streekeigen bomen van 2de grootte orde aangeplant worden, waarvan 1 in het zuidelijke deel van het perceel (zichtbaar in het bestaande straatbeeld) en 3 achteraan het perceel;
de aanplant moet gebeuren tijdens het eerstvolgend plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde verkavelingswijziging, goedgekeurd op 7 juni 1995 (dossiernummer VK 1995.6/1034-3).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.
Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 juli 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor het vellen van acht wilgen achter de kasseistrook in de aan te leggen voetpadzone
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 januari 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een handelswoning.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1. Beschrijving van de omgeving
De aanvraag is gelegen langs de Otegemse steenweg, wat een goed uitgeruste gemeenteweg is. De nieuw te bouwen woning bevindt zich op +/- 650 m van het centrum van Sint-Lodewijk.
De Otegemse steenweg wordt voornamelijk gekenmerkt door aaneengesloten bebouwing die zich grotendeels op de rooilijn bevindt. Anderzijds zijn er enkele woningen met een voortuinstrook. De functies in de omgeving zijn vrij divers. In hoofdzaak zijn het grondgebonden eengezinswoningen, tussen de woningen in situeren er zich ook ateliers en andere bedrijfsactiviteiten. Hier en daar heb je een beperkt zicht op het achterliggende landschap. Ten oosten van de woning bevindt zich een doorgang voor landbouwverkeer naar het achterliggende akker/weiland.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het bouwen van een eengezinswoning met aansluitende carport langs de Otegemse steenweg.
De woning wordt opgetrokken in de zuidoostelijke hoek van het terrein, en op 1 meter van de rechter perceelsgrens. Aansluitend op de rechter perceelsgrens bevindt zich een zone voor erfdienstbaarheid met een breedte van 3 m naar het achterliggende landbouwperceel. De woning wordt opgetrokken op 3,52 meter van de rooilijn. Tov de linker perceelsgrens bedraagt de afstand minstens 6,87 meter.
De woning wordt opgetrokken met een hoofdvolume van 2 bouwlagen en een zadeldak, met een nevenvolume aan de rechterzijde met één bouwlaag en lessenaarsdak en een voorliggende aangebouwde carport uit één bouwlaag met plat dak. De kroonlijsthoogte van het hoofdvolume bedraagt 5,84 m en de nokhoogte is 9,87 meter hoog, de hoogte van de carport bedraagt 2,80 m en de kroonlijsthoogte van het zijdelingse nevenvolume bedraagt 2,11 m. De zijgevel van het nevenvolume loopt door in de zijgevel van de carport en zorgt voor de integratie van het geheel.
De woning wordt opgetrokken in rode baksteen met zwarte en gele accenten. Het schrijnwerk is in aluminium en donker gecoat van kleur. Het dak bestaat uit grijze dakpannen.
Het gelijkvloers bestaat uit een carport met aansluitend een kleine inkomhal, een fietsenberging, toilet, open keuken met leefruimte en een bureel. Op het verdiep zijn er 3 slaapkamers, een badkamer en een toilet. Er is een vast trap naar de zolder. Gedeeltelijk onder de woning wordt een kelder voorzien.
Het terreinprofiel wordt met voorliggende aanvraag niet gewijzigd.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 30 oktober 2020 tot 28 november 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De eigendom is gelegen binnen de grenzen van de goedgekeurde verkaveling zoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 7 juni 1995 (dossiernummer VK 1995.6/1034-3).
Aangezien de verkaveling meer dan 15 jaar oud is, vormt deze in toepassing van artikel 4.3.1 §1 van de VCRO geen weigeringsgrond meer voor de vergunningverlenende overheid en kan ze bijgevolg als het ware buiten beschouwing gelaten worden.
Bijgevolg dient de aanvraag te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de onderliggende gewestplanbestemming, zijnde aan de voorschriften van het woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Otegemse steenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 5.000 liter met beperkt hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 3.600 liter en een referentieoppervlakte van 5,52 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De omgeving wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door ééngezinswoningen. Het bouwen van deze vrijstaande ééngezinswoningen past zich bijgevolg functioneel in, in deze omgeving. De woning bestaat uit 2 bouwlagen met hellend waarbij de noklijn loodrecht staat op de straat. De aanvraag sluit hiermee aan bij de reeds aanwezige woningen in de straat.
De nieuw te bouwen woning vormt qua inplanting tov de rooilijn een overgang tussen de rechter woning gebouwd op de rooilijn en de linker woning die op 12 m uit de as van de weg gebouwd werd. De beperktere afstand tot de rechterzijperceelsgrens valt te motiveren aangezien er naast het perceel een doorsteek aanwezig is naar het achterliggend landbouwperceel. Hierdoor wordt voldoende afstand gehouden tov de rechter buren zodat er geen sprake kan zijn van hinder of nadelige inkijk.
De voorziene carport en de woning vormen één fysisch en architecturaal geheel. Ook het materiaalgebruik is in overeenstemming met de courant voorkomende materialen in de omgeving zodat de aanvraag zich ook visueel-vormelijk in zijn omgeving inpast en een harmonisch geheel ontstaan.
De woning is ontworpen met een compacte bouwvorm en door zijn specifieke inplanting op het perceel beschikt de woning over een voldoende ruime private buitenruimte. Door de aanwezigheid van de dubbele carport en voorliggende oprit zijn ook voldoende parkeerplaatsen aanwezig op eigen terrein waardoor de impact op mobiliteit beperkt zal zijn.
In de nota bij het dossier geeft de architect aan dat op het terrein door de vorige eigenaar in de periode 2015-2017 een aantal werken uitgevoerd werden zonder de nodige vergunningen zoals het dempen van de gracht op het perceel, het rooien van een bomenrij langs de gracht en het ophogen van een deel van het terrein aan de achterzijde.
Een deel van de gracht aan de achterzijde is nog aanwezig en sluit aan op de naastliggende verlegde gracht bij de buur zodat de afwatering van de landerijen op heden gegarandeerd blijft. Ook is de eigendom niet gelegen in een mogelijks of effectief overstroombaar gebied waardoor het terug openmaken van een deel van de gracht op heden geen meerwaarde zal hebben.
Wel dient vastgesteld dat het rooien van de bomen wel een impact had op het bestaande straatbeeld evenals een functie hebben bij het halen van fijn stof uit de lucht. De verdwenen bomen dienen gecompenseerd te worden. In de voorwaarden bij afgifte van de vergunning dient bijgevolg opgelegd te worden dat minstens 4 nieuwe bomen aangeplant moeten worden, waarvan 1 in het zuidelijke deel van het perceel (zichtbaar in het bestaande straatbeeld) en 3 achteraan het perceel, de bomen dienen streekeigen soorten te zijn van 1ste of 2de grootte orde. Teneinde voldoende garanties te hebben naar de uitvoering dient eveneens opgenomen te worden dat de aanplant moet gebeuren tijdens het eerstvolgend plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.
Het ontwerp kan, mits naleving van de voorwaarden, bijgevolg verenigbaar zijn met onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Stan Van Praet wonende Joseph Geirnaertstraat 4 te 9900 Eeklo, voor het bouwen van een woning met carport, op een perceel gelegen Otegemse steenweg 39 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 649 P, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
er moeten minstens 4 nieuwe streekeigen bomen van 1ste of 2de grootte orde aangeplant worden, waarvan 1 in het zuidelijke deel van het perceel (zichtbaar in het bestaande straatbeeld) en 3 achteraan het perceel;
de aanplant moet gebeuren tijdens het eerstvolgend plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
OMV 2020_177 - Europalaan 12 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het regulariseren van een reeds gebouwd afdak naast de garage, op een perceel gelegen Europalaan 12 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 474 F3 aangevraagd door Hans Streulens wonende Europalaan 12 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 19 januari 2021.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
het afdak moet aan de achterzijde en de rechter zijwand opengemaakt worden conform de plannen uit de aanvraag.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Marquettestraat wijziging A, met als bestemming gebied voor open bebouwing.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het BPA is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet in overeenstemming met alle vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langsheen de Europalaan, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Europalaan wordt gekenmerkt door een residentiële bebouwing van in hoofdzaak het open of halfopen bebouwingstype. De bebouwing bestaat uit een menging van volumes van zowel één bouwlaag als twee bouwlagen veelal afgewerkt met zadeldak. De eigendom van de aanvrager betreft een vrijstaande ééngezinswoning met één bouwlaag en een zadeldak. Achter de woning bevinden zich nog bijgebouwen met een plat dak en een tuinhuis tegen de achterste perceelsgrens. Het perceel heeft een oppervlakte van 760 m² en paalt aan de achterzijde aan de gewestweg N36.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst een bestaand afdak te regulariseren. Het afdak is aangebouwd tegen de rechtergevel van een bestaande, gemetste garage. De constructie bestaat uit aluminium profielen met hellend dak bedekt met polycarbonaat platen. Tegen de garage (aan de linkerzijde) bedraagt de hoogte 2,3 m, aan de rechterzijde is het afdak 1,8 m hoog. De breedte bedraagt 3 m en de lengte 4,25 m. Op het moment van de aanvraag zijn de achterwand en de rechter zijwand gesloten, enkel de voorzijde is open.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 23 oktober 2020 tot 21 november 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ontvangen.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het BPA Marquettestraat, wijziging A (goedgekeurd bij koninklijk besluit op 11 oktober 1988).
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:
Plan schrijft voor: | ontwerp voorziet: |
Zone 2: maximaal 30 m² te bebouwen met bijgebouwen | Oppervlakte van alle bijgebouwen is meer 30 m² |
Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de maximale terreinbezetting niet wordt overschreden en het bijgebouw op 1,5 m van de perceelsgrens staat.
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De afwijking heeft betrekking op de afmetingen van de bijgebouwen. De gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen (excl. het losstaande tuinhuis) betreft ongeveer 56 m². Samen met de woning bedraagt de bebouwde oppervlakte 156 m² wat ruim onder de maximale terreinbezetting van het BPA valt. Het afdak wordt gekoppeld aan het bestaande bijgebouw zodat deze zo compact mogelijk blijven en de tuinzone blijft nog voldoende ruim teneinde deze kwalitatief in te richten. Er werden tijdens het openbaar onderzoek ook geen bezwaren ingediend waardoor de afwijking toegestaan kan worden.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Europalaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de regularisatie van een afdak bij een bestaande eengezinswoning met behoud van deze functie. Het afdak werd opgetrokken aan de rechterzijde van een bestaande garage die zich achter de woning bevindt en wordt visueel van het straatbeeld onttrokken door een omheining met poort. De constructie van de draagstructuur en het dak werden afgewerkt met eigentijdse, duurzame materialen en is beperkt qua omvang. De constructie wordt aangevraagd als een open constructie zowel aan de voor-, achter- als zijwand. Uit de foto’s blijkt echter dat de achterwand en de rechter zijwand werden afgesloten op een niet duurzame en niet kwalitatieve manier, zijnde met zeilen. Dit voldoet niet aan de aanvraag en heeft een negatieve impact op de omgeving waardoor opgelegd dient te worden dat het afdak aan de achterzijde en de zijwand open gemaakt moeten worden conform de plannen uit de aanvraag.
De aanvraag kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving alsook met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Hans Streulens wonende Europalaan 12 te 8540 Deerlijk, voor het regulariseren van een reeds gebouwd afdak naast de garage, op een perceel gelegen Europalaan 12 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 474 F3, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
het afdak moet aan de achterzijde en de rechter zijwand opengemaakt worden conform de plannen uit de aanvraag.
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Inname openbaar domein - jaarvergunning 2021 - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de aanvragen betreffende het verkrijgen van een jaarvergunning voor het aanbrengen van signalisatie met betrekking tot het uitvoeren van werken van korte duur met een beperkte impact voor het wegverkeer op het grondgebied van de gemeente Deerlijk tot 31 december 2021.
Motivering
We ontvingen volgende aanvragen:
• ELTA BV, Honderdweg 22 - 9230 Wetteren
Vraag toelating voor het plaatsen van tijdelijke signalisatie naar aanleiding van rioolaansluitingen, interventies en wegherstel in opdracht van De Watergroep op het grondgebied van de gemeente Deerlijk.
• Jacops nv, Nijverheidslaan 31 - 8540 Deerlijk
Vraagt toelating voor het aanbrengen van signalisatie voor dringende/beperkte werken in het kader van onderhoudscontracten met Telenet, Proximus, Fluvia en het Vlaamse Gewest op het grondgebied van de gemeente Deerlijk.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aanvragen voor het bekomen van een jaarvergunning met betrekking tot het plaatsen van signalisatie voor het uitvoeren van kleine en dringende werken langs de gemeentewegen voor de duur van 28 januari 2021 tot en met 31 december 2021.
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Inname openbaar domein - kennisname
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Vergunning taxidienst - wijziging tarieven - goedkeuring
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Grafconcessie - bijzetting en hernieuwing - goedkeuring
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Grafconcessie - toekenning - goedkeuring
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Grafconcessies hernieuwingen - goedkeuring
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Grafconcessie - toekenning - goedkeuring
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Grafconcessie - toekenning - goedkeuring
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Verzoek om statistische gegevens - goedkeuring
Aanleiding en context
De heer Jan Depraetere, directeur van de vrije basisschool Sint-Lodewijk, vraagt statistische gegevens uit de registers nl. het aantal kinderen die woonachtig zijn in de parochie Sint-Lodewijk en die geboren zijn in de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020 (enkel met vermelding van de geboortedatum).
Motivering
In een email van 20 januari 2021 vraagt de heer Jan Depraetere, directeur van de vrije basisschool Sint-Lodewijk, Pladijsstraat 296, 8540 Deerlijk om statistische gegevens uit de registers te verkrijgen nl. het aantal kinderen die woonachtig zijn in de parochie Sint-Lodewijk en die geboren zijn in de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020 (enkel met vermelding van de geboortedatum).
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Art. 12 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de statistische gegevens uit de registers te verstrekken aan vrije basisschool Sint-Lodewijk.
Artikel 2
De gegevens zullen worden opgemaakt zodat identificatie van de in de registers ingeschreven personen niet mogelijk is.
Zitting van CBS van 27 JANUARI 2021
Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring
Aanleiding en context
Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Organisatiebeheersysteem
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/4 goed te keuren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/5 goed te keuren.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.