Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 3 juli 2024 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 3 juli 2024.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 3 juli 2024 goed te keuren.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.2. Vrachtwagensluis Pladijsstraat – ANPR-camera’s - afname via raamovereenkomst stad Kortrijk – gunning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het plaatsen van 4 ANPR- camera’s in de Pladijsstraat, via de raamovereenkomst voor levering, installatie en uitbreiding van het stedelijk camerabewakingssysteem en bijhorende datagerelateerde diensten (Smart City) van stad Kortrijk, goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 27 maart 2024 het plaatsen van een vrachtwagensluis in de Pladijsstraat principieel goed.

Bij het plaatsen van een vrachtwagensluis wordt een traject met ANPR-camera’s uitgerust en worden vrachtwagens zonder vergunning beboet via een GAS-boete.

In de Pladijsstraat wordt een knip voorzien voor alle auto’s waarbij elke auto die doorrijdt een boete ontvangt.  Dit gebeurt aan de hand van ANPR-camera’s en GAS-boetes.

Het plaatsen van deze ANPR-camera’s kan gebeuren via de raamovereenkomst voor levering, installatie en uitbreiding van het stedelijk camerabewakingssysteem en bijhorende datagerelateerde diensten (Smart City) die stad Kortrijk afsloot met R.T.S. bv, Paddevijverstraat 56A te 8900 Ieper.  Polis-Service bv, Kempenlaan 59 te 2300 Turnhout en Jacops nv, Nijverheidslaan 31 te 8540 Deerlijk werden geselecteerd als onderaannemers.

De gemeenteraad keurde in zitting van 4 juli 2024 de toetreding tot bovenvermelde raamovereenkomst goed.

Stad Kortrijk treedt op als aankoopcentrale voor gemeente Deerlijk bij de gunning en uitvoering van de opdracht.

De gemeente kan van de mogelijkheid tot afname van de raamovereenkomst via de aankoopcentrale gebruikmaken waardoor zij krachtens artikel 47, § 2 van de wet van 17 juni 2017 vrijgesteld is van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 58.511,73 euro excl. btw of 70.799,21 euro incl. 21 % btw.

Voor het plaatsen van 4 ANPR-camera’s in de Pladijsstraat werd offerte opgevraagd bij R.T.S. bv.

Er werd 1 offerte ontvangen voor een bedrag van 58.411,73 euro excl. btw of 70.799,21 euro incl. btw.

De deskundige aankoop, contracten & verzekeringen stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, de opdracht “Vrachtwagensluis Pladijsstraat (afname via raamovereenkomst stad Kortrijk)” te gunnen aan R.T.S. bv, Meenseweg 71 te 8900 Ieper tegen het nagerekende offertebedrag van 58.511,73 euro excl. btw of 70.799,21 euro incl. 21 % btw.

Juridische gronden

●   Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

●   Andere:

○        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

○        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

○        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

○        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

○        De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 143.000,00 euro niet), en meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale.

○        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

○        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

○        Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

Adviezen

De expert mobiliteit verleent positief advies.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het plaatsen van 4 ANPR-camera’s in de Pladijsstraat via de raamovereenkomst voor levering, installatie en uitbreiding van het stedelijk camerabewakingssysteem en bijhorende datagerelateerde diensten (Smart City) van stad Kortrijk, wordt goedgekeurd.

Artikel 2

De opdracht wordt gegund aan  R.T.S. bv, Meenseweg 71 te 8900 Ieper, tegen het nagerekende offertebedrag van 58.511,73 euro excl. btw of 70.799,21 euro incl. 21 % btw.

Artikel 3

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2024, op jaarbudgetrekening 0200-00/23000000/BESTUUR/CBS/0/IP-12 (actie A-1.07.1).

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.3. Vrachtwagensluis Pladijsstraat - InTouch - afname via raamovereenkomst Cipal dv - gunning - goedkeuring

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.4. Technisch expert groen en proper (D4-D5) - afsluiting kandidaturen en uitslag selectieprocedure - kennisname

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.5. Verslag politieraad 16 april 2024 - kennisname

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.6. Diverse verslagen - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

Motivering

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

●        IMOG - notulen van de AV van 21 mei 2024

●        Prolocus - verslag van de AV van 21 juni 2024 met het jaarverslag van 2023

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.7. Internationale dag van de vrede - deelname - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd deel te nemen aan de oproep tot een internationaal verbod op kernwapens en het kracht bijzetten van de vredesgedachte.

Motivering

De Verenigde Naties hebben 21 september uitgeroepen tot de jaarlijkse Internationale Dag voor de Vrede.

De vredesbeweging roept al vele jaren de Belgische steden en gemeenten op om die dag zichtbaar te maken door de vredesvlag uit te hangen.

Door de vredesvlag uit te hangen op 21 september vraagt de gemeente een kernwapenvrij België in een kernwapenvrije wereld: België moet afzien van nieuwe kernbommen op het grondgebied en het VN-kernwapenverdrag ondertekenen.

Om haar steun te betuigen aan de campagne kan de gemeente:

1. voor 15 september laten weten of zij deelneemt aan de campagne Vredesvlag 2024;
2. aan het gemeentehuis en/of andere officiële gebouwen en scholen, de vredesvlag uithangen in de week van 21 september 2024;
3. de campagne kenbaar maken in haar communicatie met de bevolking;
4. verwijzen naar de online infobrochure over kernwapens;
5. ervoor zorgen dat er geen gemeentelijke fondsen geïnvesteerd worden in de productie van kernwapens;
6. verwijzen naar de online infobrochure over kernwapens, beschikbaar via www.dagvandevrede.be.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit:

●        via mail aan info@dagvandevrede.be te laten weten dat de gemeente Deerlijk zal deelnemen aan de campagne Vredesvlag 2024;

●        de vredesvlag uit te hangen aan het gemeentehuis in de week van 21 september 2024;

●        een artikel over deze campagne op de gemeentelijke website te plaatsen met vermelding van de link naar de online infobrochure over kernwapens;

●        geen gemeentelijke fondsen te investeren in de productie van kernwapens.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.8. SHIFT - eBox-campagne - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de deelname van Deerlijk aan de regionale eBox-campagne, in samenwerking met SHIFT.

Motivering

Vanuit SHIFT (atelier 1) werd een communicatiecampagne opgezet om de activatie en het gebruik van de eBox bij burgers te stimuleren. Deze campagne omvat communicatietools zoals affiches, folders, sociale media posts... en zal gelanceerd worden van 19 augustus tot en met half september 2024.

Als regionale partner van het SHIFT-verhaal én mede-maker van deze communicatiecampagne, zal de communicatiedienst deze campagne mee helpen communiceren en verspreiden in onze gemeente.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de deelname van Deerlijk aan de regionale eBox-campagne, in samenwerking met SHIFT.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.9. Jeugdraad - verslag van 5 mei 2024 - kennisname

Aanleiding en context

De jeugdraad hield een vergadering op 5 mei 2024.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

Motivering

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd in een volgende zitting van 30 juni 2024.

De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.10. Cultuur - inrichting kunstonderwijs HAP! - schooljaar 2024-2025 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om onderstaand voorstel, met betrekking tot het inrichten van lesuren kunstonderwijs door de Harelbeekse Academie voor Podiumkunsten (H.A.P.) voor schooljaar 2024-2025, goed te keuren.

Motivering

Op 30 mei 2024 ontving het college van burgemeester en schepenen een brief van de directie van de Harelbeekse Academie voor Podiumkunsten (H.A.P.) met de vraag naar het inrichten van een aantal niet-gesubsidieerde uren in Deerlijk.

De academie vraagt voor het schooljaar 2024-2025 naar de hernieuwing van 1 lesuur voor het project samenspel (lesgever: Wouter Deprez). Ook de deelnemende vereniging (Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia) is hierbij vragende partij.

Daarnaast vraagt de academie voor het schooljaar 2024-2025 nog 4 aanvullende pedagogische uren:

●        1 uur voor pedagogische ondersteuning bij de instrumentenlessen die doorgaan in Deerlijk (slagwerk, wegens vorig jaar bescheiden opgestart maar met grote instroom van Deerlijkse leerlingen);

●        1 uur voor WAT?! Kindertheater, project voor leerlingen woordatelier 2de graad;

●        1 uur voor MCV 2de graad, in functie van uitsplitsen van groepsmusiceren notenleer 3de en 4de jaar Deerlijk omwille van overschrijden capaciteitsnorm;

●        1 uur zorgklas MCV, in functie van Individueel Aangepast Curriculum en de mogelijkheid om een zorgtraject te kunnen aanbieden voor leerlingen met specifieke noden.

In vergelijking met schooljaar 2023-2024 is dit een stijging van één pedagogisch niet-gesubsidieerd uur. Deze stijging is te wijten aan het extra uur zorgklas MCV en de noden in het domein 'muziek 2de graad' op vlak van zorg en pedagogisch comfort. In geval van een leerkracht met 10 jaar anciënniteit betekent dit een geraamde extra (personeels)kost van 3.216,43 euro.

Voor schooljaar 2024-2025 vraagt de academie opnieuw 27/32 uren toezicht. Deze zullen worden waargenomen door:

●        Dries Dewaele voor 7 uren (vestiging Belgiek)

●        Griet Gousseau voor 8,5 uren (vestiging Sint-Lodewijk)

●        Olivier Vlieghe voor 9,5 uren (vestiging Deerlijk-Centrum)

●        Kim Catry voor 2 uren (vestiging Deerlijk-Centrum)

Voor de financiële impact van de niet-gesubsidieerde uren dient ook rekening te worden gehouden met de indexering van de lonen.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met de gemeentelijke financiering van 4 pedagogische uren voor schooljaar 2024-2025, met name:

●        1 lesuur voor het project samenspel met de deelnemende vereniging Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia;

●        1 uur voor pedagogische ondersteuning bij de instrumentenlessen die doorgaan in Deerlijk (slagwerk);

●        1 uur voor WAT?! Kindertheater, project voor leerlingen woordatelier 2de graad;

●        1 uur voor MCV 2de graad, in functie van uitsplitsen van groepsmusiceren notenleer 3de en 4de jaar Deerlijk;

Het college van burgemeester en schepenen besluit het lesuur zorgklas MCV, in functie van Individueel Aangepast Curriculum en de mogelijkheid om een zorgtraject te kunnen aanbieden voor leerlingen met specifieke noden, niet goed te keuren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met de financiering van 27 uren omkadering/toezicht voor het schooljaar 2024-2025.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.11. Feestelijkheden - Straatfeest - Pontstraat (2e deel) - 16 augustus 2024 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor de verschillende onderdelen van de aanvraag voor het houden van een straatfeest in de Kardinaal Cardijnlaan, ter hoogte van het chiroheem, te Deerlijk.

Motivering

1. Andreas Hanssens wenst een straatfeest te organiseren voor de bewoners van de Pontstraat (2e deel) op vrijdag 16 augustus 2024.

Zij vragen daarbij:

●        aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

Andreas Hanssens vraagt toelating voor de inname van het polyvalente plein en de verharding naast het chiroheem in de Kardinaal Cardijnlaan 8.

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Tijdelijke constructies, vb. springkasteel of tent, mogen enkel op de openbare weg geplaatst worden indien er minimaal een vrije doorgang blijft bestaan van 4 m breed en 4 m hoog. De vrije doorgang is specifiek bestemd voor hulpdiensten en moet vrij zijn van obstakels.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit straatfeest.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op vrijdag 16 augustus 2024 van 12.00 uur tot en met zaterdag 17 augustus om 12.00 uur, chiroheem en polyvalent plein - Kardinaal Cardijnlaan 8.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de diensten te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen te volgen inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.12. Feestelijkheden - sneukeldag - Okra Sint- Lodewijk - 16 juli 2024 - inname openbaar domein/parkeerverbod - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor een tijdelijke inname van het openbaar domein en voor parkeerverbod, naar aanleiding van een evenement.

Motivering

Okra Sint-Lodewijk wenst een sneukeldag te organiseren op dinsdag 16 juli 2024 en vraagt toelating voor:

●        tijdelijke inname openbaar domein: parking buurthuis Sint-Lodewijk, op dinsdag 16 juli 2024 van 06.00 uur tot 22.00 uur;

●        het invoeren van parkeerverbod op de parking van buurthuis Sint-Lodewijk op dinsdag 16 juli 2024 van 06.00 uur tot 22.00 uur.

PZ Gavers verleende op 1 juli 2024 positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek

nummer 2195165.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Algemene politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen

○        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008 in verband met plaatsing verkeerssignalisatie

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor:

●        tijdelijke inname openbaar domein: parking buurthuis Sint-Lodewijk, op dinsdag 16 juli 2024 van 06.00 uur tot 22.00 uu;

●        het invoeren van parkeerverbod op de parking van buurthuis Sint-Lodewijk op dinsdag 16 juli 2024 van 06.00 uur tot 22.00 uur.

Artikel 2

Naar aanleiding van de beslissing van het politiecollege van 27 november 2008 dient de organisatie/vereniging zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

Het plaatsen van het parkeerverbod wordt als volgt geregeld: het aanbrengen en wegnemen van parkeerverbodsborden gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 3

De organisatoren moeten rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via volgende link: https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.13. Feestelijkheden - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer ter gelegenheid van een straatfeest in de Veldstraat op 14 juli 2024 - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van het straatfeest in de Veldstraat, dat plaatsvindt op het grondgebied van de gemeente Deerlijk op zondag 14 juli 2024, goed te keuren.

Motivering

Op zondag 14 juli 2024 vindt een straatfeest plaats in de Veldstraat te Deerlijk

Ter plaatse zijn, naar aanleiding van de bedoelde manifestatie, bijzondere verkeersmaatregelen vereist met het oog op de veiligheid van de deelnemers, de weggebruikers en met het oog op een vlot verloop van het normale verkeer.

PZ Gavers verleende op 1 juli 2024 positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met unieke 2196179.

PZ Gavers maakte op 1 juli 2024 het eovereenkomstig tijdelijk politiereglement op het verkeer op.

Juridische gronden

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

Andere:

●        Art. 119, 130 bis en art. 135, § 2 van de nieuwe gemeentewet;

●        Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen

●        Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen

●        Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om op zondag 14 juli 2024, tussen 10.00 uur en 20.00 uur, in de Veldstraat tussen huisnummers 14 en 23, het verkeer in beide richtingen voor iedere bestuurder te verbieden.

Artikel 2

Er werd geen parkeerverbod gevraagd.

Artikel 3

Er wordt geen plaatselijke omleiding voorzien.

Artikel 4

De hiertoe nodige signalisatie wordt overeenkomstig de wettelijke voorschriften aangebracht.

Artikel 5

De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.

Overtredingen op onderhavig besluit worden beteugeld met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.

Artikel 6

Afschrift van deze verordening wordt overgemaakt aan de griffie van de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk en aan de griffie van de Politierechtbank te Kortrijk.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.14. Feestelijkheden - Straatfeest - Veldstraat - 14 juli 2024 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor de verschillende onderdelen van de aanvraag voor het houden van een straatfeest in de Veldstraat te Deerlijk.

Motivering

Straatcomité Veldstraat wenst een straatfeest, de Veldfeesten, te organiseren op zondag 14 juli 2024.

Zij vragen daarbij:

●        politionele medewerking

Het verkeersvrij houden van de Veldstraat op zondag 14 juli 2024 van 10.00 uur tot en met 20.00 uur, conform het tijdelijk politiereglement op het verkeer naar aanleiding van het straatfeest, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 10 juli 2024.

PZ Gavers verleende op 1 juli 2024 positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2196179.

●        tijdelijke inname openbaar domein

De bewoners van de Veldstraat wensen hun straatfeest Veldfeesten te organiseren op zondag 14 juli 2024 en vragen hiervoor toelating voor de inname van de Veldstraat, vanaf de kruising met de Schragenstraat tot ter hoogte van huisnummer 7-14.

Advies evenementencel

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Tijdelijke constructies, vb. springkasteel of tent, mogen enkel op de openbare weg geplaatst worden indien er minimaal een vrije doorgang blijft bestaan van 4 m breed en 4 m hoog. De vrije doorgang is specifiek bestemd voor hulpdiensten en moet vrij zijn van obstakels.

De evenementencel wijst de aanvrager nogmaals op de te respecteren aanvraagtermijn van 30 dagen die ook voor editie 2023 niet werd gerespecteerd. Omwille van de laattijdige aanvraag waren de betrokken gemeente- en veiligheidsdiensten verhinderd om de aanvraag ten gronde te behandelen en te adviseren.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Plaatsing verkeerssignalisatie

■        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit straatfeest.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op zondag 14 juli 2024, van 10.00 uur tot en met 20.00 uur, Veldstraat (vanaf kruispunt met de Schragenstraat tot en met huisnummer 14-7).

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de diensten te volgen en verzoekt de organisatoren de richtlijnen te volgen inzake veiligheid en het respecteren van de aanvraagtermijn.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.15. Feestelijkheden - Secret Showcase - Uzien - 17 juli 2024 - toelating geluidsactiviteit - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor volgende geluidsactiviteit:

Motivering

Gevraagde geluidsactiviteit:

95 dB(A)

Het betreft een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid, waarbij de aangevraagde activiteit beperkt is in duur en al dan niet plaatsvindt in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen conform de toepassing van het sluitingsuur, gekoppeld aan een afbouwscenario.

Indien een organisator voor diens evenement een einduur vooropstelt dat vroeger valt dan het maximale einduur én buiten het afbouwscenario valt, is het afbouwscenario niet van toepassing, met dien verstande dat op het door de organisator vooropgestelde einduur alle geluidsactiviteit wordt stopgezet: woensdag 17 juli 2024 om 23.30 uur.

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Toelating geluidsactiviteit

■        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

■        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, verder aangeduid als Vlarem II, waaronder, en zonder zich hiertoe te willen beperken, art. 6.7.3.

■        De algemene gemeentelijke politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, meer specifiek en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 37, 38 en 47

■        Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 maart 2024

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit toelating te verlenen voor volgende geluidsactiviteit:

Artikel 2

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

1. Het toegelaten (maximale) geluidsniveau bedraagt:

2. Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

3. Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

●        Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

●        De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

●        De inrichters houden zich aan het vooropgestelde einduur waarop alle geluidsactiviteit wordt stopgezet: woensdag 17 juli 2024 om 23.30 uur.

●        De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.16. OMV 2024_8 - Ter Donkt 2, 2A, 3 en 20 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van laadkaaien, bouwen nieuwe laadkaaien, functiewijziging, schilderen gevel, aanbrengen gevelverlichting en - reclame, slopen vrijstaande woning, herzien parkeerplaatsen, regulariseren brandplannen en wijzigen van de milieuvergunning, op een perceel gelegen Ter Donkt 2, 2A, 3 en 20 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 220 D, (afd. 2) sectie C 226 V, (afd. 2) sectie C 228 G, (afd. 2) sectie C 230 E en (afd. 2) sectie C 242 E, aangevraagd door Bruno Descamps namens Lamett Immo BV gevestigd Ter Donkt 2 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  3 juli 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

●        Voor de stookinstallatie van 408 kW (>300 kW) zijn emissiegrenswaarden van toepassing, conform artikel 5.43.2.2. van Vlarem II. Uiterlijk 3 maanden na het verlenen van de vergunning dienen emissiemetingen voor deze installatie overgemaakt te worden via omgeving@deerlijk.be.

●        Geactualiseerde voorwaarde uit basisvergunning van 15 september 2010:

uiterlijk 6 maanden na het verlenen van de vergunning dient bewijs aangeleverd te worden van de buitendienststelling van de grondwaterwinning via omgeving@deerlijk.be. Dit gebeurt overeenkomstig de code van goede praktijk voor boren, exploiteren en afsluiten van boorputten voor grondwaterwinning, vastgesteld in bijlage 5.53.1 van Vlarem II.

●        De septische putten ter hoogte van de kantoren (zowel oud als nieuw) moeten voorzien zijn van een automatisch detectiesysteem, zodat de exploitant verwittigd wordt wanneer ruiming noodzakelijk is.

●        De vergunning kan verleend worden voor een termijn die samenvalt met de einddatum van de basisvergunning exploitatie, zijnde tot 15 september 2030.

●        De vrijstaande publiciteitsinrichting wordt uitgesloten van vergunning.

●        De publiciteit voorzien aan het gebouw mag de weggebruiker niet verblinden en de helderheid ervan dient instelbaar en automatisch aanpasbaar te zijn aan het omgevingslicht.

●        De naamsaanduiding op de linker gevel wordt uitgesloten van vergunning.

●        De voorziene grootste fietsenstalling dient overdekt te worden en uitgerust te worden met voldoende oplaadpunten.

●        In de directe omgeving van de ingang tot het experience center wordt ruimte voorzien voor minstens 10 fietststalplaatsen op een verharde ondergrond.

●        De parkeerplaatsen P10 en P11 hebben een minimale lengte van 6 m.

●        Alle parkeerplaatsen voor personenauto’s hebben minimale afmetingen van 2,25 m x 4,50 m.

●        Er worden minstens 4 hoogstammige bomen aangeplant in de achteruitbouwstrook kant Ter Donkt/Ringlaan/Pontstraat. Dit gebeurt tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

●        Het infiltratievolume van de wadi bedraagt minstens 51.679,35 liter.

●        De eerste 10 m bouwvrije strook van de E17 wordt vrijgemaakt van alle constructies en wordt aangelegd als tuinzone/ingezaaid met bloemrijk grasland.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming milieubelastende industrie.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

●     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023.

●     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

●     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 januari 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een nijverheidsgebouw.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 mei 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van nijverheidsgebouw.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 september 1995 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage en showroom.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 september 1997 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van nieuw en vervangen van de huidige dealer- en merken-identificatie rond de garage.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 november 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een gevelpaneel.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 januari 2009 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen en uitbreiden van de bestaande garage en toonzaal.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        milieuvergunning afgeleverd op 14 april 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor een textielbedrijf voor het nabehandelen van tapijten.

●        milieuvergunning afgeleverd op 7 november 2007 door het college van burgemeester en schepenen voor garage- en carrosserieactiviteiten.

●        milieuvergunning afgeleverd op 15 september 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor opslag en productie van parket.

●        milieuvergunning afgeleverd op 3 oktober 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor opslag propaan.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Omgevingsvergunning afgeleverd op 6 oktober 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaand bedrijf met showroom en kantoren.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van ruim 19.600 m² en is gelegen langs de Ter Donkt op ongeveer 1 km ten zuid-oosten van de kern van Deerlijk. Ter Donkt is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een ventweg die verschillende bedrijven verbindt met de N36 en vervolgens naar de E17.

Het perceel is bebouwd met een industriegebouw met verschillende laaddokken en waar langs de E17 een nieuw gedeelte wordt aangebouwd met ruimte voor een showroom en kantoren. Het nieuwe gedeelte bestaat uit drie bouwlagen. Het oudere gedeelte bestaat uit twee bouwlagen. Het oude gedeelte heeft een diepte van ongeveer 130 m. Het gebouw heeft een breedte van 85,86 m en een hoogte van 12.80 m. Bij de bouw van het nieuwe gedeelte met showroom en kantoren wordt een loopbrug voorzien voor naar het oude gedeelte van het bedrijf. Daarnaast bevindt zich op het terrein richting N36 een voormalige garage met herstelplaats en showroom, de bedrijfsparking en de bedrijfswoning horend bij de voormalige garage.

De omgeving is een industriële omgeving. De aanvraag bevindt zich binnen de industriezone Ter Donkt, die gekenmerkt wordt door grootschalige milieubelastende bedrijvigheid.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag omvat de sloop van bestaande laadkaaien en het dichtmaken van de bestaande openingen langs de kant van de E17, het bouwen van 2 nieuwe laadkaaien en een poortopening voor bestelwagens thv de achtergevel van Lamett, een functiewijziging van autogarage met showroom naar industrie en bedrijvigheid, het schilderen van de buitengevel van de voormalige autogarage in het zwart, het voorzien van gevelverlichting en 3 publiciteitsinrichtingen waaronder één op het dak thv de linker zijgevel, één op de voorgevel en één totem als wegwijzering, de sloop van de bestaande vrijstaande eengezinswoning, het herzien van het aantal parkeerplaatsen en de regularisatie brandplannen van de reeds uitgevoerde uitbreiding.

Voor wat het parkeren betreft worden er in totaal 71 parkeerplaatsen voorzien, waarvan 12 voor elektrische wagens.

Er wordt vastgesteld dat de werken zichtbaar vanaf het openbaar domein zijnde het aanbrengen van de publiciteit, de schilderwerken, functiewijziging reeds uitgevoerd zijn.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

In de gebouwen in Ter Donkt zijn de burelen en magazijnen van Lamett Europe gevestigd. In het magazijn worden paletten met parket, laminaat en vinyl gestockeerd.

Naast de bestaande gebouwen werd de voormalige garage Veys aangekocht. De werkplaats voor houtbewerking zal verhuizen naar deze locatie. In deze werkplaats zullen de stalen worden gemaakt en opgeslagen. De houtopslag breidt hierdoor uit met 120 m³. De showroom zal ook fungeren als trainingsruimte met testruimtes en ruimte voor productontwikkeling.

Volgende rubrieken blijven ongewijzigd:

●        opslag van gasolie en diesel (rubriek 17.3.2.1.1.1°b))

Volgende rubrieken zijn niet langer van toepassing:

●        transformatoren (rubriek 12.2.1°)

●        kunststofbewerkingstoestellen (rubriek 23.2.1°a))

Volgende rubrieken wijzigen of breiden uit:

●        stallen van voertuigen andere dan personenwagens (rubriek 15.1.1°): uitbreiding met 3 voertuigen

●        compressoren en koelinstallaties (rubriek 16.3.2°a)): uitbreiding met 4 kW

●        opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (rubriek 17.4.): uitbreiding met 200 liter

●        houtbewerkingstoestellen (rubriek 19.3.1°a)): uitbreiding met 20,5 kW en verplaatsing van alle toestellen

●        opslag van hout (rubriek 19.6.1°c)): uitbreiding met 120 m³

●        stookinstallaties (rubriek 43.1.1°a)): uitbreiding met 740,2 kW

Volgende rubriek wordt nieuw aangevraagd:

●        opslag van brandbare vloeistoffen (rubriek 6.4.1°): opslag van 200 liter oliën voor onderhoud

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 19 april 2024 tot 18 mei 2024. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 9 april 2024. De adviesinstantie gaf op 23 april 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit.

Agentschap Wegen en Verkeer werd om advies verzocht op 9 april 2024. De adviesinstantie bracht op 16 april 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit. De volgende voorwaarden worden opgelegd:

●        Alle constructies (grasdalen en sokkel) binnen de eerste 10 m bouwvrije strook van de E17 dienen verwijderd te worden.

●        Aansluiten met de afwatering op de langsgracht van de E17 is NIET toegelaten.

●        Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de in het advies omschreven aandachtspunten.

De VMM werd om advies verzocht op 9 april 2024. De adviesinstantie bracht op 6 mei 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit. De volgende voorwaarde wordt opgelegd:

●        Het volume van de wadi is te klein. Dit moet aangepast worden en moet minstens 51.679,35 liter bedragen.

De gemeentelijke mobiliteitsdienst werd om advies verzocht op 9 april 2024. De adviesinstantie gaf een voorwaardelijk gunstig advies uit. De volgende voorwaarden worden opgelegd:

●        Fietsparkeerplaatsen:

○        Er lijken geen fietsparkeerplaatsen die toegang geven tot het ‘experience center’ (en rechtstreeks naar kantoren). Fietsparkeerplaatsen voor bezoekers zijn noodzakelijk. De huidige fietsstallingen zijn vooral op de centrale parking en meer bedoeld voor werknemers. Een fietsenparking voor bezoekers kan naast parkeerplaats P11.

●        Autoparkeerplaatsen:

○        De parkeerplaatsen voor personen met een handicap moeten conform het gemeentelijke reglement 6 m lang zijn. Vooral voor P10 en P11 lijkt de beperkte lengte een conflict met het voetpadje of de rijbaan te veroorzaken. Hiervoor dient een klein stuk groen verhard te worden.

○        Parkeerplaatsen P12 tot P18 lijken klein gedimensioneerd, zowel in de lengte als in de breedte. Ik vermoed dat men hier ook ingetekend heeft binnen de bestaande verharding en dat dit nog volgens de minimumafmetingen is in het gemeentelijk reglement (2,25 x 4,5 m). Misschien is aanpassing hier toch nog wenselijk.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meerbepaald aan de voorschriften voor milieubelastende bedrijvigheid.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 7.2.0. + 8.2.1.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.

Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

Gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op de uitbreiding van een bestaand milieubelastend bedrijf zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

Bij de toetsing aan de verordeningen is bijzonder aandacht noodzakelijk voor de gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen. De aanvraag is immers in strijd met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor wat betreft het plaatsen van een vrijstaande publiciteitsinrichting. Conform de verordening kan deze in de eerste 4m tov het openbaar domein een maximale oppervlakte hebben van 4m². Het ontwerp voorziet een vrijstaande totem van 8m² wat strijdig is met de verordening. De vrijstaande publiciteitsinrichting wordt uitgesloten van vergunning. Daarnaast wordt als voorwaarde opgelegd dat de publiciteit voorzien aan het gebouw de weggebruiker niet mag verblinden en dat de helderheid instelbaar en automatisch aanpasbaar is aan het omgevingslicht.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Ter Donkt een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het betrokken goed is volgens de fluviale en pluviale overstromingskaart deels  gelegen in een zone met middelgrote overstromingskans. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De oppervlakte van de her aan te leggen verharding bedraagt 1186,54 m² en deze van de nieuwe verharding (uitbreiding) bedraagt 136,5 m². Het hemelwater wordt opgevangen in een wadi met een infiltratievolume van 52.530 liter (waardoor voldaan is aan de voorwaarde opgelegd door de VMM) en een infiltratieoppervlakte van 175,10 m². De wadi heeft een noodoverloop naar de openbare riolering.

Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4 Mer-screening

De bouwaanvraag valt onder het toepassingsgebied van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december, meerbepaald rubrieknummer 10a, industrieterreinontwikkeling.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit).

De mer-screening wordt toegevoegd in de voorbehouden velden in het omgevingsloket.

Hierbij werden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

7.6 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

Voor omgevingsvergunningsaanvragen waarover beslist moet worden in overeenstemming met de bepalingen van het Stikstofdecreet, moet de impactscore berekend zijn op de wijze bepaald in het Stikstofdecreet. De berekening van de impactscore moet daarvoor gebeuren met deze nieuwe versie van de impactscoretool.

Conform de aanvraag blijkt dat er kan uitgegaan worden van ongeveer 2920 vervoersbewegingen per jaar (60 vervoersbewegingen per dag x 250 werkdagen/jaar = 15.000 jaarlijkse vervoersbewegingen). Dit is minder dan 70.000 jaarlijkse vervoersbewegingen (VITO tabel 3, licht verkeer, KDW =6 en afstand = 0). Dit betekent dat de impact van het verkeer nog niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1 % die minimum is. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van de uitbreiding van dit bedrijfsgebouw, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1 %.

7.7 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.8 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

7.9 Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

7.10 Milieuaspecten

Afval- en hemelwaterbeheer

Volgens de zonering- en uitvoeringsplannen van VMM ligt de inrichting deels in centraal gebied (voormalige garage en te slopen woning) en deels in individueel te optimaliseren buitengebied (magazijn). Het huishoudelijk afvalwater afkomstig van de voormalige garage wordt geloosd in de openbare riolering. Er is een hemelwaterput van 10.000 liter voorzien bij dit gebouw. Het huishoudelijk afvalwater ((toiletten, lavabo en keuken van bestaande kantoren/loods) van het magazijn (zijde autostrade) gaat volgens rioleringsplan naar 2 IBA’s. In werkelijkheid gaat het om septische putten zonder overloop. Voor het oud kantoorgedeelte zijn er 2 septische putten aanwezig van 3 m³ en 4 m³. Deze putten worden jaarlijks geruimd. Voor het nieuw kantoorgedeelte werd er een septische put van 7 m³ geplaatst. Op 29 mei 2024 werd een terreincontrole uitgevoerd. Bij de septische put van 7 m³ werd geen overloop vastgesteld. De put werd recent geruimd, en uit foto’s blijkt dat de put tot de rand gevuld is, wat erop wijst dat er inderdaad geen overloop aanwezig is. Er werd een visuele inspectie uitgevoerd van de grachten, zowel parallel als dwars op E17. Er werd geen afvoerbuis aangetroffen. In een bijzondere voorwaarde wordt opgelegd dat de septische putten voorzien moet worden van een automatisch detectiesysteem, zodat de exploitant verwittigd wordt wanneer ruiming noodzakelijk is.

Bij het magazijn zijn er twee hemelwaterputten van 10.000 liter voorzien. In totaal wordt er 390 m³ hemelwater hergebruikt voor huishoudelijke toepassingen. Er komt ± 135 m² nieuwe verharding bij en er verdwijnt ± 300 m² verharding, waardoor er netto onthard wordt. Van de bestaande gebouwen/verhardingen blijft de afwatering behouden, incl. de bestaande hemelwaterputten. In de groenzone wordt een wadi voorzien met inhoud 51.000 liter en oppervlakte van 170 m². De nieuwe laadkades zullen voorzien zijn van een afwatering met pompput, die aansluiten op de wadi. Enkel de afvoer van hemelwater afkomstig van de bovengrondse parkeervoorzieningen kan afvloeien naar oppervlaktewater. Dit hemelwater is verondersteld niet verontreinigd. Het hemelwater dat op de 4 laadkades terecht komt (ter hoogte van gevel langs autostrade) wordt volgens rioleringsplan gezuiverd door een KWS-afscheider. Er ontstaat geen bedrijfsafvalwater ten gevolge van de activiteiten. Het gaat vooral om opslag van parket, laminaat en vinyl.

Mobiliteit

In de inrichting zijn 39 werknemers tewerkgesteld, die zich hoofdzakelijk met de wagen verplaatsen. Gemiddeld gebeuren er 40 voertuigbewegingen per dag ten gevolge van personenverkeer. De aanvoer van grond- en hulpstoffen en de afvoer van afgewerkte producten gebeurt door middel van vrachtwagens, met gemiddeld 15 à 20 voertuigbewegingen per dag voor zowel aanvoer als afvoer. Het transport gebeurt enkel op weekdagen, van 7u tot 17u. De productie vindt plaats op weekdagen tussen 8u en 17u. De showroom zal tijdens de week geopend zijn van 8u30 tot 17u op afspraak, en 2 zaterdagen per maand op afspraak van 8u30 tot 12u.

De inrichting is gelegen langs de straat Ter Donkt, die aantakt op de N36, en van daaruit naar de E17 gaat. De meeste transporten gebeuren langs deze route. In de buurt van het projectgebied zijn geen verkeersproblemen gekend. Het bestaand volume van de voormalige autogarage met showroom wordt ingenomen als nieuwe loods/opslagplaats. Er is voldoende ruimte op het terrein voorzien zodat de voertuigen niet moeten aanschuiven op de openbare weg. De medewerkers en bezoekers beschikken over voldoende parkeermogelijkheden op eigen terrein. Op basis van bovenstaande kan besloten worden dat de effecten met betrekking tot bijkomende vervoersbewegingen beperkt zijn.

Bodem

De opslag van gevaarlijke producten kan een potentiële emissiebron naar de bodem zijn. De gevaarlijke producten zullen opgeslagen worden op voldoende gedimensioneerde lekbakken. De bovengrondse mazouttanks (2 x 5.000 liter) zijn voorzien van een inkuiping. De tanks worden periodiek aan een onderzoek onderworpen. Er zal absorptiemateriaal aanwezig zijn in geval van calamiteiten.

Doordat er in het verleden chemische behandeling van hout plaats vond (rubriek 19.4.) is de inrichting een risico-inrichting volgens Vlarebo. Voor het magazijn (Ter Donkt 2) werd een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd in 2009. Voor de showroom (Ter Donkt 20) werd een beschrijvend bodemonderzoek uitgevoerd in 2000, en een oriënterend bodemonderzoek in 2023. Er werd geen verontreiniging vastgesteld in de recentste bodemonderzoeken voor beide locaties.

Lucht

De stookinstallaties en houtbewerking kunnen aanleiding geven tot luchtemissies. Er zijn 5 stookinstallaties (3 x 86,5 kW, 407 kW en 325 kW) aanwezig en er worden nog 3 stookinstallaties van elk 75 kW geplaatst in de showroom. De aanvraag bevat recente onderhoudsattesten van de bestaande stookinstallaties, waaruit blijkt dat alle installaties voldoen. De stookinstallaties worden jaarlijks aan een onderhoud onderworpen. Voor de stookinstallatie van 408 kW (>300 kW) zijn emissiegrenswaarden van toepassing, conform artikel 5.43.2.2. van Vlarem II. Emissiemetingen voor deze installatie dienen 5-jaarlijks uitgevoerd te worden. Volgens de aanvraag werden deze metingen nog niet uitgevoerd. Dit wordt opgenomen in een bijzondere voorwaarde.

De houtbewerkingsactiviteiten kunnen aanleiding geven tot niet-geleide stofemissies. Alle stofemissies worden echter aan de bron afgezogen door stofafzuiging. Er wordt regelmatig geveegd. De aanvraag bevat een onderhoudsattest van de stofafzuiging dd. 27/04/22.

Geluid en trillingen

Potentiële bronnen van geluid zijn de transportbewegingen en de productieruimtes. Er gebeurt hoofdzakelijk opslag van parket en laminaat. De productie is heel beperkt. Alle bedrijfsactiviteiten gebeuren binnen in de bedrijfsgebouwen, die afgesloten zijn door poorten. Er wordt ervoor gezorgd dat de poorten zoveel als mogelijk gesloten zijn. Op zon- en feestdagen wordt er niet gewerkt. De productieuren zijn tussen 8u en 17u, enkel op weekdagen. Voor de transporturen wordt verwezen naar de discipline mobiliteit.

Gelet op de ligging in industriegebied en de beperkte productie, kan gesteld worden dat de effecten op geluid en trillingen beperkt zijn.

Licht en straling

De buitenverlichting zal naar beneden gericht worden zodat er geen strooilicht de buren zou hinderen. De buitenverlichting verhoogt de veiligheid op het terrein.

Afvalstoffen

Volgende afvalstoffen worden geproduceerd in de inrichting:

Actualisatie

Conform artikel 48 § 2 van het Omgevingsvergunningsbesluit dient bij een verandering van een omgevingsvergunning ook een actualisatie te gebeuren van de bijzondere milieuvoorwaarden. Onderstaande voorwaarde uit de basisvergunning van 15 september 2010 wordt geëvalueerd:

●        De grondwaterwinning dient buiten gebruik te worden gesteld volgens de voorwaarden opgenomen in Vlarem II van zodra de aansluiting op leidingwater voltooid is.
→ De voorwaarde kon op basis van huidig aanvraagdossier niet geëvalueerd worden. De voorwaarde wordt behouden met een andere formulering:

Uiterlijk 6 maanden na het verlenen van de vergunning dient bewijs aangeleverd te worden van de buitendienststelling van de grondwaterwinning via omgeving@deerlijk.be. Dit gebeurt overeenkomstig de code van goede praktijk voor boren, exploiteren en afsluiten van boorputten voor grondwaterwinning, vastgesteld in bijlage 5.53.1 van Vlarem II.

In de omgevingsvergunning van 6 oktober 2021 (OMV2021116176) werden geen bijzondere milieuvoorwaarden gesteld.

Conclusie GOA milieu

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

De vergunning kan verleend worden voor een termijn die samenvalt met de einddatum van de basisvergunning, zijnde 15 september 2030.

7.11 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

De aanvraag heeft onder meer betrekking op het integreren van de voormalige garage met autoherstelplaats bij het aanpalende bedrijf Lamett. De bestaande gebouwen van Lamett worden gebruikt als burelen en magazijnen. Bedoeling is dat de houtbewerking van bedrijf Lamett verhuist naar deze locatie. Ook productontwikkeling en een trainingsruimte worden op de site voorzien. De aanvullende activiteiten hebben betrekking op het uitbreiden van de ambachtelijke activiteiten waardoor deze passend zijn en blijven binnen de industriesite.
Het samenvoegen van de magazijnen, burelen met de houtbewerkingsactiviteiten zorgt voor efficiëntiewinst en zal het aantal vervoersbewegingen tussen beide sites verminderen.

Inplanting en ruimtegebruik:

De bestaande gebouwen blijven behouden, de herinrichting van de buitenruimte en het groeperen van de parkeerplaatsen zorgt voor een efficiënter en veiliger gebruik ervan.

Het verwijderen van de 2 laadkaaien langs de kant E17 beperkt het aantal conflictpunten en zorgt voor een leesbare inrichting van de achteruitbouwstrook.

Bouwvolume en gabarit:

Het volume en gabarit van wijzigen niet.

Verschijningsvorm:

De voorgevels van het bestaande gebouw worden zwart geschilderd waardoor het uitzicht van het gebouw aansluiting vindt bij de verschijningsvorm van de bestaande bebouwing. Dit geeft een positieve impact op het geheel.

Zoals reeds opgenomen in de stedenbouwkundige basisgegevens blijkt dat het plaatsen van een vrijstaande publiciteitsinrichting (totem) strijdig is met de gewestelijke verordening inzake publiciteitsinrichtingen, waardoor de totem uitgesloten wordt van vergunning.

Aansluitend wordt opgemerkt dat er op het gebouw, kant E17 reeds 3 publiciteitsinrichtingen aangebracht zijn op het gebouw en een grote publiciteitsinrichting op de hoek kant Ter Donkt/Pontstraat. Het voorzien van nogmaals 2 naamaanduidingen kant Ter Donkt/Ringlaan, zou betekenen dat er in totaal 6 naamaanduidingen voorzien worden op het gebouw. Niettegenstaande het begrijpelijk is dat er naamaanduiding voorzien wordt langs alle wanden palend aan het openbaar domein, lijkt de naamaanduiding op de linker gevel van het voormalige garagegebouw op het dak van het gebouw, een overaanbod aan naamaanduidingen.

De combinatie van een overaanduiding en het feit dat de naamaanduiding op het gebouw zelf geplaatst wordt (boven de dakrand uitkomt), wat niet architectuur-ondersteunend is, leidt tot het uitsluiten van de naamsaanduiding op de linker gevel van vergunning.

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

Ten gevolge van de geplande werken kan een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen.

Het ontwerp voorziet 71 parkeerplaatsen, waarvan 4 voor mindervalide personen en 12 voor elektrische auto’s. Conform het gemeentelijk reglement  zijn er minstens 60 parkeerplaatsen noodzakelijk. 8 ifv het kantoor, 2 in functie van magazijn en 4 in functie van de congresruimte. Het voorziene aantal parkeerplaatsen is voldoende om de autoparkeerbehoefte op te vangen op eigen terrein.

Op eigen terrein worden 15 fietsstelplaatsen in open lucht voorzien, alsook een aantal in de gebouwen. Om de bereikbaarheid en leefbaarheid te blijven garanderen in de gemeenten, is het stimuleren van het fietsgebruik een must. Het fietsgebruik stimuleren start met het hebben van een volwaardige ruimte waar de fiets kan gestald worden. Deze dient vlot, diefstalveilig en kwaliteitsvol gestald te kunnen worden.

De opmars van de elektrische fiets is merkbaar, ook bakfietsen kennen een stijging in aantal. Teneinde de bereikbaarheid van het bedrijf op een duurzame manier uit te bouwen, dient van bij het ontwerp van een fietsenstalling rekening te worden gehouden met deze trends. Het is aangewezen om de fietsenstalling zo in te richten dat fietsen op een diefstalveilige, vlotte en kwaliteitsvolle manier gestald kunnen worden. Het huidige ontwerp voldoet hier niet aan. De grootstefietsenstalling dient overdekt te worden en uitgerust te worden met voldoende oplaadpunten.  Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

Groen- en omgevingsaanleg:

Het merendeel van de bestaande beplanting blijft behouden. Waar de te slopen woning stond, wordt een groenzone, incl. wadi aangelegd. Deze groenzone wordt zo ingericht dat die aangewend kan worden als een kwalitatieve buitenruimte.

De achteruitbouwstrook leent zich ertoe bijkomende hoogstammige bomen aan te planten. Deze hoogstammige bomen zorgen voor een betere integratie van het gebouw en vergroenen het algemene uitzicht van de parkeerruimte in de achteruitbouwstrook kant Ter Donkt/Ringlaan/Pontstraat. De aanplant van minstens 4 hoogstammige bomenin de achteruitbouwstrook kant Ter Donkt/Ringlaan/Pontstraat wordt opgelegd als voorwaarde.

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.12 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.13 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.14 Bespreking adviezen

Hulpverleningszone Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.

Agentschap Wegen en Verkeer

Nav het advies werd bijkomende motivatie gegeven en/of de plannen aangepast aan de opmerkingen. Hieruit blijkt dat AWV in een vorige vergunning reeds zijn goedkeuring gaf om de afwatering te voorzien op de langsgracht. Gezien deze historiek wordt deze voorwaarde niet overgenomen.
De 10 m-zone tov de E17 werd grotendeels aangepast en ingericht met gras. Het ontwerp voorziet een groenzone van 9,50 m. Op basis van de ingetekende draaicirkels op het inplantingsplan kan geconcludeerd worden dat een groenzone van 10 m mogelijk is zodat mits het opleggen van een voorwaarde voldaan kan worden aan het advies van AWV. De specifieke inrichting van deze zone als bloemrijk grasland wordt opgelegd als voorwaarde.

De VMM

In het advies van de VMM zijn een aantal bijkomende aandachtspunten opgenomen in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. Gelet op de specifieke problematiek en de kennis ter zake dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies stipt nageleefd moeten worden.

Daarnaast werd opgemerkt dat het volume van de wadi te klein is. Nav het advies werden het rioleringsplan en inplantingsplan aangepast en bedraagt de inhoud van de infiltratievoorziening 52.530 l. Het hemelwaterformulier werd echter niet aangepast. Het voorzien van een infiltratievolume van minstens 51.679,35 l wordt opgelegd als voorwaarde.

De gemeentelijke mobiliteitsdienst

In het advies wordt aangegeven dat er fietsparkeerplaatsen ontbreken voor de bezoekers van het Experience center. Teneinde het fietsgebruik te stimuleren wordt als voorwaarde opgelegd dat er, in de directe omgeving van de ingang tot het experience center, fietsparkeerruimte dient te worden voorzien voor minstens 10 fietsenstalplaatsen op een verharde ondergrond.
In het advies worden opmerkingen geformuleerd over de breedte en lengte van verschillende parkeerplaatsen die niet conform het gemeentelijk reglement zijn. Als voorwaarde wordt opgelegd dat de parkeerplaatsen P10 en P 11 een minimale lengte van 6 m dienen te hebben en dat alle parkeerplaatsen voor personenauto’s een minimale afmeting van 2,25 m x 4,50 m dienen te hebben.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

○     Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Bruno Descamps namens Lamett Immo BV gevestigd Ter Donkt 2 te 8540 Deerlijk, voor het slopen van laadkaaien, het bouwen van nieuwe laadkaaien, functiewijziging, schilderen gevel, aanbrengen gevelverlichting en - reclame, slopen vrijstaande woning, herzien parkeerplaatsen, regulariseren brandplannen, wijzigen van de milieuvergunning, op een perceel gelegen Ter Donkt 2, 2A, 3 en 20 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 220 D, (afd. 2) sectie C 226 V, (afd. 2) sectie C 228 G, (afd. 2) sectie C 230 E en (afd. 2) sectie C 242 E.

Artikel 2

De ingedeelde inrichting omvat voortaan volgende rubrieken:

Artikel 3

De vergunning kan verleend worden voor een termijn die samenvalt met de einddatum van de basisvergunning exploitatie, zijnde tot 15 september 2030.

Artikel 4

De vergunning wordt afgeleverd mits te voldoen aan volgende voorwaarden:

Bijzondere milieuvoorwaarden

●        Voor de stookinstallatie van 408 kW (>300 kW) zijn emissiegrenswaarden van toepassing, conform artikel 5.43.2.2. van Vlarem II. Uiterlijk 3 maanden na het verlenen van de vergunning dienen emissiemetingen voor deze installatie overgemaakt te worden via omgeving@deerlijk.be.

●        Geactualiseerde voorwaarde uit basisvergunning van 15 september 2010:

uiterlijk 6 maanden na het verlenen van de vergunning dient bewijs aangeleverd te worden van de buitendienststelling van de grondwaterwinning via omgeving@deerlijk.be. Dit gebeurt overeenkomstig de code van goede praktijk voor boren, exploiteren en afsluiten van boorputten voor grondwaterwinning, vastgesteld in bijlage 5.53.1 van Vlarem II.

●        De septische putten ter hoogte van de kantoren (zowel oud als nieuw) moeten voorzien zijn van een automatisch detectiesysteem, zodat de exploitant verwittigd wordt wanneer ruiming noodzakelijk is.

Stedenbouwkundige voorwaarden

●        De vrijstaande publiciteitsinrichting wordt uitgesloten van vergunning.

●        De publiciteit voorzien aan het gebouw mag de weggebruiker niet verblinden en de helderheid ervan dient instelbaar en automatisch aanpasbaar te zijn aan het omgevingslicht.

●        De naamsaanduiding op de linker gevel wordt uitgesloten van vergunning.

●        De voorziene grootste fietsenstalling dient overdekt te worden en uitgerust te worden met voldoende oplaadpunten.

●        In de directe omgeving van de ingang tot het experience center wordt ruimte voorzien voor minstens 10 fietsstalplaatsen op een verharde ondergrond.

●        De parkeerplaatsen P10 en P11 hebben een minimale lengte van 6 m.

●        Alle parkeerplaatsen voor personenauto’s hebben minimale afmetingen van 2,25 m x 4,50 m.

●        Er worden minstens 4 hoogstammige bomen aangeplant in de achteruitbouwstrook kant Ter Donkt/Ringlaan/Pontstraat . Dit gebeurt tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

●        Het infiltratievolume van de wadi bedraagt minstens 51.679,35 l.

●        De eerste 10 m bouwvrije strook van de E17 wordt vrijgemaakt van alle constructies en wordt aangelegd als tuinzone/ingezaaid met bloemrijk grasland.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.17. OMV 2023_190 - Kapel ter Rustestraat 3 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het nieuw bouwen van de basisschool De Driesprong met omgevingsaanleg en bijhorende infrastructuur en het slopen van bestaande bebouwing, en melding exploitatie, op een perceel gelegen Kapel ter Rustestraat 3 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 116 E en (afd. 2) sectie C 118 G, aangevraagd door Sara Loonbeek namens Autonome Raad van het Gemeenschapsonderwijs - Administratieve Diensten OI gevestigd Willebroekkaai 36 te 1000 Brussel en de heer Dirk Vandevelde wonende Polderdreef 42 te 9840 De Pinte.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  3 juli 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

●        De opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen dient op lekbakken te gebeuren.

●        De afvalwaterstroom afkomstig van de keuken van de nieuwbouw dient een voorbehandeling te ondergaan door middel van een vetafscheider van voldoende capaciteit. De vetafscheider wordt regelmatig geïnspecteerd en zoveel als nodig geledigd, met een minimumfrequentie van één maal per jaar.

●        De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/28286 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die nota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

●        Het beplantingsplan moet uitgevoerd worden binnen het jaar na ingebruikname van het nieuwe schoolgebouw.

●        De sloop van de bestaande te slopen bebouwing dient uitgevoerd te zijn binnen 6 maand na ingebruikname van het nieuwe schoolgebouw.

●        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

●        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

●        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

●        Het sloopopvolgplan dient nageleefd te worden (de gegevens van het SOP mogen verder aangevuld worden tot voor de start van de werken).

●        Er moet voldaan worden aan de verordening toegankelijkheid.

●        In het nieuwe schoolgebouw dient ASTRID indoordekking aanwezig te zijn

●        De voorwaarden geformuleerd in het advies van Fluvius, Fluvia en de Watergroep dienen nageleefd te worden.

Volgende lasten worden gekoppeld aan het dossier:

●        Een eeuwigdurende publieke erfdienstbaarheid van doorgang te vestigen binnen de grenzen van het rooilijnplan zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 30 mei 2024.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

●     De aanvraag situeert zich deels in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

●     De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn deels niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is deels gelegen binnen de grenzen van het goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, De Gavers, vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2016, met als bestemming zone voor gemeenschapsvoorzieningen.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is deels gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Gavers, wijziging C, goedgekeurd op 24 maart 1999 met als bestemming zone voor gemeenschapsvoorziening.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het BPA en RUP zijn van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

●     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

●     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

●     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 mei 1963 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van schoolpaviljoenen.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 december 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het oprichten van APRR paviljoen De Coene met bergplaats.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 juni 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een schoolgebouw RLS.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 december 1973 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een schoolpaviljoen RLS.

●        Stedenbouwkundige kapvergunning afgeleverd op 25 september 1991 door het college van burgemeester en schepenen voor het vellen van twee hoge populieren aan de achterkant van het schooldomein

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 maart 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van 4 bijgebouwen.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 maart 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het vellen van 22 hoogstammige populieren.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 17 615 m² en is gelegen langs de Kapel ter Rustestraat op ongeveer 317 m ten zuiden van de kern van Deerlijk. De Kapel ter Rustestraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd met vier vrijstaande schoolgebouwen, een tuinhuis en een vrijstaande oude woning.

Gebouw 1 is een vrijstaand gebouw, bestaande uit 1 bouwlaag, afgewerkt met een plat dak en een houten afdak. Het gebouw heeft een totale oppervlakte van 461 m², heeft een breedte van 24,52 m en een diepte van ongeveer 22 m. Het gebouw staat ingeplant op 23 m van de rooilijn, op 5 m van de linker perceelsgrens en op 14 m van de rechter perceelsgrens.  Gebouw 2 is opnieuw een vrijstaand gebouw, bestaande uit 1 bouwlaag afgewerkt met een plat dak. Het gebouw heeft een oppervlakte van 815 m², een breedte van 16,5 m en een diepte van 48 m. Het gebouw staat ingeplant op 14 m van de achterste perceelsgrens, op 15,5 m van de linker perceelsgrens en op ongeveer 80 m van de rechter perceelsgrens. Gebouw 3 is een vrijstaand gebouw met 1 bouwlaag en een plat dak. Het gebouw heeft een oppervlakte van 300 m² een breedte van ongeveer 10 m en een diepte van 40 m. Het gebouw is ingeplant op 51 m van de rooilijn, op 5 m van de rechter perceelsgrens en op 104 m van de linker perceelsgrens.

Gebouw 4 is opnieuw een vrijstaand gebouw, bestaande uit 1 bouwlaag en een plat dak. Het heeft een oppervlakte van 188 m², een breedte van 6,2 m en een diepte van 30,3 m. Het gebouw is ingeplant op 26 m van de linker perceelsgrens, op 58 m van de rooilijn en op 90 m van de rechter perceelsgrens. De oude woning bevindt zich langs de Pontstraat en bestaat uit één bouwlaag met een hellend dak. De totale oppervlakte van het perceel waar de woning zich op bevindt is 995 m² en maakt geen deel uit van de scholensite.

De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. Het wonen bestaat er bijna uitsluitend uit eengezinswoningen.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst op het terrein verschillende vrijstaande klasgebouwen en tuinbergingen te slopen en een nieuw schoolgebouw, een nieuwe berging en een nieuwe middenspanningscabine op te trekken. Eén bestaand gebouw dat voorheen dienst deed als refter blijft behouden. Eveneens wordt voorzien in een nieuwe omgevingsaanleg en de realisatie van een doorsteek voor trage weggebruikers. De bestaande bebouwing zal gesloopt worden nadat de nieuwbouw opgetrokken is, er zal bijgevolg gefaseerd gewerkt worden.

Het nieuwe schoolgebouw betreft een vrijstaand gebouw en wordt ingeplant centraal op de site op 34,91 m van de noordelijke perceelsgrens (grens met de tuinzones voorliggende woonkavels), op 37,91 m van de westelijke perceelsgrens, op 25,3 m van de oostelijke perceelsgrens en op 44,43 m van de meest nabije zuidelijke perceelsgrens.

Het schoolgebouw heeft een maximale breedte van 41 m op een maximale diepte van 35,25 m. Het gebouw bestaat uit 2 bouwlagen en wordt afgewerkt met een plat dak. De 2de bouwlaag heeft een maximale breedte zoals het gelijkvloers maar de diepte beperkt zich tot ongeveer 24 m.

Het gebouw is 2-ledig opgebouwd, het gelijkvloers gedeelte is voorzien voor kleuters en het verdiepinggedeelte voor lagere schoolkinderen.

Het gelijkvloers is opgebouwd uit een centrale bewegingsruimte waarop zuidelijk een aantal klaslokalen aansluiten en noordelijk de ondersteunde functies (secretariaat, technische lokalen, leerkrachtenlokaal, eetzaal, centraal sanitair) voorzien zijn. De bewegingsruimte verbindt eveneens het toegangsgedeelte dat ingericht wordt als een stedelijk voorplein in het westen met de speelplaats in het oosten. Op het gelijkvloers is eveneens een overdekte luifel voorzien ter hoogte van de speelplaats. Op de verdieping bevinden zich klaslokalen met buitenruimte en een vide op de bewegingsruimte.

De hoogte van het gedeelte van 1 bouwlaag bedraagt 4,14 m en van het gedeelte van 2 bouwlagen 8,17 m,  telkens gemeten tov het vloerpas.

Tussen de school en de noordelijke perceelsgrens wordt een fiets- en tuinberging opgetrokken bestaande uit 1 bouwlaag en afgewerkt met een plat dak.

Het gelijkvloerse gedeelte van het schoolgebouw wordt afgewerkt in baksteen, de verdieping in metalen beplating en de luifel is uitgewerkt in gegalvaniseerd staal. De nieuwe tuin- en fietsenberging wordt afgewerkt in hout.

De hoofdtoegang tot de school blijft behouden via de Kapel ter Rustestraat. Deze wordt ingericht met een breedte van 3 m in betonklinkers en een aanpalende strook van 1 m (tot plaatselijk 5 m ifv de brandweer en toelevering) in steenslaggazon.  De secundaire toegang bevindt zich in het zuiden via de Engelstraat/Generaal Deprezstraat/Veldstraat en behoudt deels zijn bestaande verharding en wordt deels aangelegd in porfierverharding. De beide toegangswegen worden met elkaar verbonden in porfierverharding voor trage weggebruikers zodat het terrein doorwaadbaar en publiek toegankelijk wordt voor voetgangers en fietsers.

De omgeving rond het schoolgebouw wordt grotendeels heringericht. Ter hoogte van de Kapel ter Rustrestraat wordt een rechtstreekse toegang tot een parkeerhaven aangelegd met een breedte van 5 m ter hoogte van de rooilijn. De parkeerhaven zal ruimte bieden voor 24 wagens en wordt omzoomd door groenaanleg.

De bestaande parking in het schooldomein wordt verwijderd en wordt maximaal onthard. Alle bestaande waardevolle hoogstammige bomen op het terrein blijven behouden. De kleinere te rooien bomen worden op het terrein gecompenseerd. De overgebleven ruimte wordt ingericht met speelplaatsen en groene speelruimte met diverse sferen waarbij ook beperkte reliëfwijzigingen voorzien worden. Een deel van de site wordt afgesloten ifv de veiligheid voor de kinderen. Het niet afgesloten gedeelte dat niet ingericht is met verharding wordt aangelegd deels met gras (zowel intensief als extensief te maaien) en deels als bloemenweide, alsook worden een aantal bijkomende bomen voorzien.

In het noordelijk deel van de site, tussen de toegangsweg naar de school en de linker aanpalende eigendom en op 25 m achter de rooilijn wordt een prefab middenspanningscabine geplaatst. De cabine wordt omzoomd door beplanting (dezelfde haag als rond de parking) en het toegangspad naar de cabine wordt beperkt in breedte.

In de aanvraag is eveneens voorzien in de aanleg van een tijdelijke werftoegang via een buurperceel waarop een bestaande oude woning gesloopt dient te worden.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

GO! Basisschool De Driesprong in Deerlijk focust zich op kleuteronderwijs en lager onderwijs.

De aanvrager wenst op deze site een compacte nieuwbouw te realiseren ter vervanging van de bestaande houten paviljoenen. De nieuwbouw wordt gerealiseerd naast de bestaande gebouwen, zodat de school in werking kan blijven. Na de verhuis worden de oude klassen (behalve de refter) gesloopt. Aan de straatzijde (Kapel ter Rustestraat) komt een parking. Na realisatie van het nieuwbouwproject zullen volgende ingedeelde activiteiten van toepassing zijn:

●        Het lozen van huishoudelijk afvalwater.

●        Het gebruik van warmtepompen/koelinstallaties.

●        Opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen.

Daarnaast zijn er ook niet-ingedeelde activiteiten zoals een stookinstallatie van 57 kW, een transformator van 250 kVA horende bij een hoogspanningscabine, een opwarmkeuken bestaande uit een warme en koude kant, een afwaszone en een uitgiftezone.

Uit de verantwoordingsnota van de architect valt te lezen dat de voorziene fundering geen bemaling behoeft. Ook voor de rioleringswerken is geen bemaling nodig. Mogelijk zou een kortstondige bemaling nodig kunnen zijn (bij hoge grondwaterstand) voor de aanleg van de hemelwaterput en septische put. In dat geval zal nog een melding (klasse 3) ingediend worden.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 16 februari 2024 tot 16 maart 2024. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

FOD Binnenlandse zaken, Astrid Veiligheidscommissie werd om advies verzocht op 8 februari 2024. De adviesinstantie bracht op 27 februari 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Gezien het hoge aantal leerlingen in het nieuwe schoolgebouw, heeft de commissie beslist dat er in het nieuwe schoolgebouw ASTRID-indoordekking dient aanwezig te zijn.

Fluvius System Operator werd om advies verzocht op 8 februari 2024. De adviesinstantie bracht op 19 februari een gunstig advies uit aangezien de cabine reeds voorzien is in de ontwerpplannen, mits het naleven van een aantal formaliteiten opgenomen in het advies.

De brandweerzone Fluvia, dienst brandpreventie, werd om advies verzocht op 8 februari 2024. De adviesinstantie bracht op 1 maart 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag.

De Watergroep werd om advies verzocht op 8 februari 2024. De adviesinstantie bracht op 26 maart 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Advies Aftakkingen en Aansluitingen

Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden

De erfdienstbaarheid ten voordele van De Watergroep dient vastgelegd te worden in een akte. Wij werken niet met een onderhandse overeenkomst. U dient hiervoor een notaris aan te stellen, die ons een ontwerpakte bezorgt. De notaris dient vervolgens contact met ons op te nemen, zodat wij hem de nodige documenten kunnen bezorgen en onze goedkeuring kunnen geven over het ontwerp. Wij dienen ook te beschikken over een opmetingsplan, waarop de erfdienstbaarheid met coördinatenlijst wordt aangegeven.

Na het verkrijgen van de ontwerpnota en het landmetersplan, dienen wij intern een nota op te stellen. Na goedkeuring van deze nota, bezorgen wij de beslissingsnota aan de notaris, waarna de akte kan ondertekend worden. De aanleg van de leiding kan slechts worden uitgevoerd na het verlijden van de akte.

Er is geen uitbreiding/verzwaring van het drinkwaternet noodzakelijk.

Voor de afbraak van het bestaande gebouw dient de eigenaar schriftelijk De Watergroep te verwittigen voor uitbraak van de bestaande aftakking.

De plaats van de watermeter(s) dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep. Het meterlokaal moet aangepast zijn aan de diameter van de aftakking.

In het meterlokaal moet een werkput voorzien worden van 1 x 1 x 1,2 m. Vanuit deze put tot buiten het gebouw moet een wachtbuis van minstens 150 mm geplaatst worden. Als deze tijdelijke put niet aanwezig is, behoudt De Watergroep zich het recht voor om de aftakking niet uit te voeren.

Bij het ontwerp moet rekening gehouden worden met het volgende:

• Het is niet toegelaten om een automatische brandblusinstallatie zoals bv een sprinklerinstallatie rechtstreeks aan te sluiten op het drinkwaternet. De sprinkler moet aangesloten worden via een drukloos voorraadvat.

• De Watergroep zet alle passende middelen in om de continuïteit van de waterlevering op elk moment te verzekeren. De Watergroep levert water onder normale druk op straatniveau. De klant moet zelf de nodige maatregelen treffen om de door hem gewenste druk en het door hem gewenste debiet te garanderen op de aftappunten (ook deze voor brandbestrijding).

• De diameter van de aftakking wordt door De Watergroep bepaald op basis van het effectieve verbruik (hierbij wordt geen rekening gehouden met bluswater).

• De Watergroep plaats geen hydranten op privaat terrein.

De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.

Advies Riopact

Volledig gunstig advies met voorwaarden

Het advies is als bijlage toegevoegd in het omgevingsloket. Gelieve de voorwaarden in het advies mee op te nemen in de voorwaarden verbonden aan de vergunning van deze aanvraag omgevingsvergunning.

Advies Waterbronnen

Geen advies

De Vlaamse Milieumaatschappij werd voor advisering over het afvalwater om advies verzocht op 14 februari 2024. De adviesinstantie bracht op 3 april 2024 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert de gevraagde lozing van maximum 1,44 m³/uur - 11,5 m³/dag - 2 300 m³/jaar aan huishoudelijk afvalwater (HA) in centraal gebied - rubriek 3.2.2°a) - via septische put, op de DWA van het gescheiden openbaar rioleringsstelsel in de Kapel ter Rustestraat, gunstig, mits voldaan wordt aan de milieuvoorwaarden voor de lozing van huishoudelijk afvalwater in het centrale gebied, conform VLAREM II artikel 4.2.8.2.1.

Er werd op 8 februari 2024 intern advies gevraagd aan de coördinator groen en proper en aan de deskundige mobiliteit. Er werd door beiden een gunstig advies uitgebracht gezien in de aanvraag rekening gehouden werd met de opmerkingen geformuleerd tijdens de voorbesprekingen.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Beslissing gemeenteraad inzake gemeentewegen

De aanvraag omvat de vestiging van een eeuwigdurende publieke erfdienstbaarheid van doorgang op de nieuw aan te leggen private verharding in functie van de realisatie van een trage voetgangers- en fietsersverbinding tussen de Kapel ter Rustestraat en de Generaal Deprezstraat.

De doorsteek noord-zuid wordt deels geïntegreerd in de private bedieningsweg vanaf de Kapel ter Rustestraat tot aan de achtergevel van de school en wordt deels aangelegd als trage verbinding vanaf de achtergevel van de school tot aan de Generaal Deprezstraat. Het eerste deel heeft een breedte van 4 m en bestaat deels uit een strook in betonklinkers (3 m) en een strook grindgazon (1 m). Het tweede deel heeft een verharde breedte van 2 m in porfier met aan weerszijden een grasstrook van 0,50 m. De verharding van het meest zuidelijke deel van de verbinding blijft behouden.

Gezien het publieke karakter van de trage verbinding is bij het dossier bijgevolg een ontwerp gemeentelijk rooilijnplan toegevoegd dat voldoet aan de decretale eisen van artikel 16 § 2 en 3 van het decreet houdende de gemeentewegen. Overeenkomstig § 3, punt 1 van dit artikel is geen minwaarderegeling opgenomen, omdat de toekomstige openbaar georganiseerde wegenis binnen het project valt onder de gebruikelijke lastenregeling, waarbij het openbaar karakter van de wegenis integraal ten laste is van de ontwikkelaar.

In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen kan de verplaatsing van de rooilijn als volgt gemotiveerd worden:

1) Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:

○        De aanvraag heeft tot doel een publieke erfdienstbaarheid van doorgang te realiseren tussen de Kapel ter Rustestraat en de Generaal Deprezstraat over het domein van het gemeenschapsonderwijs.

○        Door de realisatie van de doorgang wordt een alternatieve noord-zuidverbinding gerealiseerd voor fietsers en voetgangers en wordt het eerder gesloten bouwblok doorwaadbaar gemaakt.

○        Een aanzet tot fiets- en voetgangerstoegang langs de zijde Generaal Deprezstraat is reeds voorzien in het geldende RUP Gavers.

2) Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:

○        De aanvraag heeft geen betrekking op wijziging van een bestaande gemeenteweg.

3) De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen:

○        De vestiging van de rooilijn heeft geen impact op de verkeersveiligheid en de ontsluiting van de aanpalende percelen.

4) Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:

○        De vestiging van de rooilijn heeft geen impact op het wegennet van naburige gemeenten gezien de ruime afstand tot de gemeentegrenzen.

5) Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:

○        De aanvraag heeft geen impact op de actuele functie van de gemeentewegen in de nabijheid.

○        Door de ontworpen breedte en materialisatie van de doorsteek wordt de verblijfskwaliteit voor de trage weggebruiker voldoende gegarandeerd.

○        Door het vestigen van de publieke erfdienstbaarheid ontstaat een fijnmaziger fiets- en voetgangersnetwerk dat bijdraagt tot het stimuleren van meer duurzame verplaatsingen met een vermindering van de negatieve impact op het klimaat tot gevolg.

De gemeenteraad nam in zitting van 30 mei 2024 volgend besluit:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit het gemeentelijk rooilijnplan voor het creëren van een nieuwe publieke erfdienstbaarheid van doorgang via de nieuw aan te leggen private verharding, in functie van de realisatie van een trage voetgangers- en fietsersverbinding tussen de Kapel ter Rustestraat en de Generaal Deprezstraat, zoals aangeduid op plan Deerlijk_PlanErfdienstbaarheidszone), opgemaakt door Landmeters-experten Filip Vlaeminck en Sander Veyt, handelend voor landmeetbureau FS Topo, gelegen in het plangebied van de omgevingsvergunning voor het nieuw bouwen van de basisschool De Driesprong met omgevingsaanleg en bijhorende infrastructuur (OMV_2023141932), goed te keuren.

8. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

8.1 Planologische toets

De aanvraag is grotendeels gelegen binnen de grenzen van het BPA Gavers, wijziging C zoals goedgekeurd op 24 maart 1999 en dient bijgevolg getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van dit BPA voor wat betreft de zone 6 gezien de functie gemeenschapsvoorzieningen betreft, het perceel minder dan 50 % bebouwd is, het gebouw een hoogte heeft van minder dan 10 m, het aantal bouwlagen beperkt is tot 2, een plat dak voorzien is, de afstand van het gebouw tot de perceelsgrenzen minstens gelijk is aan de hoogte van het gebouw, minder dan 80 % van de niet-bebouwde oppervlakte verhard is, er voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn en de materialen constructief en esthetisch verantwoord zijn.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA voor wat betreft de zone 15 (eerste 8 m van het perceel langs de Kapel ter Rustestraat) gezien de achteruitbouwzone aangelegd wordt als voortuinstrook, de beplanting in deze zone maximaal 0,80 m hoog mag zijn, hoogstammige bomen toegelaten zijn en de verharding beperkt is tot 50 % van de zone.

Het zuidelijk deel van de site is gelegen binnen de grenzen van het RUP De Gavers zoals goedgekeurd op 26 mei 2016.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van dit RUP gezien de bestaande toegangsweg en groenzone behouden blijven.

8.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kapel ter Rustestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.  De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.  De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

8.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha).

De plaats waar de werken uitgevoerd worden is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.

Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

Er is deels voldaan aan en er kan deels gemotiveerd afgeweken worden van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De dakoppervlakte van het schoolgebouw watert af naar een hemelwaterput van 40.000 liter wat een afwijking inhoudt van de hemelwaterverordening die oplegt dat de hemelwaterput minimaal 170.000 liter moet bedragen. De afwijking wordt gevraagd omwille van het kleiner hergebruik. In het kader van de watertoets werd eveneens advies gevraagd aan de Watergroep, dienst Riopact die in hun advies aangeeft dat de gevraagde afwijking te aanvaarden is vanuit volgende motivatie: Op basis van een SIRIO-analyse blijkt dat een capaciteit van 40.000 liter en een dagelijks hergebruik van 2.300 liter/dag een leegstandspercentage van 11 dagen per jaar of ± 3 % geeft. Hiermee is 96,5 % van het potentiële hergebruik gedekt. Deze motivatie wordt overgenomen tot de mijne waardoor de gevraagde afwijking aanvaard wordt.

De hemelwaterput heeft een overloop naar een  infiltratievoorziening. Er werden grondwaterpeilmetingen en infiltratieproeven toegevoegd teneinde de bodemoppervlakte die dieper ligt dan 50 cm onder het maaiveld mee te rekening als infiltrerende oppervlakte. Het volume van de infiltratievoorziening bedraagt 47 m³ en de referentieoppervlakte is 188 m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor sanitair spoelwater.

Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens.

De tuinberging en de verhardingen wateren af in de groenzones waardoor deze niet onder de verplichtingen vallen van de hemelwaterverordening.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

8.4 Mer-screening

De bouwaanvraag valt onder het toepassingsgebied van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december, meer bepaald rubrieknummer 10b stadsontwikkelingsprojecten.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit).

De mer-screening wordt toegevoegd in de voorbehouden velden in het omgevingsloket.

Hierbij werden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

8.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.

Het Stikstofdecreet bepaalt dat bij een verkeersgenererend project, de stikstofdepositie ten gevolge van de vervoersbewegingen van het project beoordeeld moeten worden. Voor dossiers met verkeer als enige stikstofbron te toetsen aan het Stikstofdecreet, kan beroep gedaan worden op de recente VITO studie ‘Voertuigemissies en de minimis-normen: een analytische benadering voor wegverkeer’ (VITO-rapport 2024/EI/R/3195).

Het dichtstbijzijnde habitatrichtlijngebied ‘Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen’ (gebiedscode BE2300007) ligt op ca. 5,9 km van het project. Dit gebied heeft een minimale kritische depositiewaarde van 20 kg N/ha/jaar. Volgens tabel 3 uit de VITO-studie is het maximaal aantal lichte voertuigen bij deze depositiewaarde en op 2 km van habitatrichtlijngebied gelijk aan 14.103.000 voertuigen/jaar (ca. 38.000/dag). De gegenereerde mobiliteit van dit project ligt daar ruimschoots onder. De 1%-de minimisdrempel is met absolute zekerheid niet overschreden. Er wordt bijgevolg voldaan aan de bepalingen van het Stikstofdecreet.

8.6 Erfgoed-/archeologietoets

Acheologietoets

De aanvraag is vergezeld van een archeologienota die kadert in het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, gezien een bodemingreep beoogd wordt die groter is dan 1.000 m². De archeologienota werd opgemaakt onder de supervisie van een erkend archeoloog.

De archeologienota werd gemeld aan het agentschap Onroerend Erfgoed die er akte van genomen heeft op 30 december 2023. In de voorwaarden bij afgifte van de vergunning moet het volgende opgenomen worden.

De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/28286 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die nota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

8.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

8.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

8.9 Milieuaspecten

Afvalwater- en hemelwaterbeheer

Volgens de zonering- en uitvoeringsplannen van de VMM ligt de inrichting voor het grootste deel in centraal gebied. Enkel de meest zuidelijke hoek ligt in individueel te optimaliseren buitengebied. Er wordt huishoudelijk afvalwater aangevraagd met een debiet van 1,44 m³/u, 11,5 m³/d en 2.300 m³/jaar. Dit afvalwater gaat via 2 septische putten van elk 10.000 liter naar de openbare riolering in de Kapel ter Rustestraat. Volgens de rioleringsdatabank is dit een gescheiden stelsel. Het huishoudelijk afvalwater en het hemelwater worden dan ook volgens het rioleringsplan gescheiden aangeboden voor de nieuwbouw. Voor het bestaand gebouw G03 “refter” zal het hemelwater afgekoppeld worden en rechtstreeks in het infiltratiebekken lozen.

In de keuken van de nieuwbouw zullen ook maaltijden opgewarmd worden. In de afwaszone zal bijgevolg huishoudelijk afvalwater ontstaan dat vetten of oliën bevat. In een bijzondere voorwaarde wordt opgelegd dat de afvalwaterstroom afkomstig van de keuken van de nieuwbouw voorzien moet zijn van een vetafscheider.

Het hemelwater voor de nieuwbouw wordt opgevangen in 2 hemelwaterputten van telkens 20.000 liter. Dit kan aangewend worden voor laagwaardige toepassingen zoals sanitair spoelwater. De overloop gaat naar een infiltratiebekken met een infiltratievolume van 35 m³.

Mobiliteit

De aanwezigheid van de school zal bij het begin en einde van de schooltijd extra mobiliteit met zich meebrengen (o.a. ouders die hun kinderen ophalen, kinderen die met de bus van en naar school gaan,…). De nieuwbouw zal de bestaande school vervangen, waardoor geen extra mobiliteit verwacht wordt. Voor de stikstofuitstoot afkomstig van de mobiliteit wordt verwezen naar ‘8.5 natuurtoets’.

Geluid

De lucht-water warmtepomp en ventilatiegroep kunnen aanleiding geven tot geluidsemissies. De installaties zijn echter geluidsarm en staan opgesteld op het dak van de nieuwbouw. Het effect op geluid wordt beperkt geacht.

Lucht

De verwarming voor de vervangingsnieuwbouw gebeurt door middel van een warmtepomp, waardoor geen luchtemissies ontstaan. Voor het bestaand en te behouden gebouw “refter” is een stookinstallatie van 57 kW aanwezig, die periodiek onderhouden wordt. Incidentele emissies ten gevolge van lekkende koelinstallaties worden eveneens beperkt door periodiek onderhoud. De luchtemissies afkomstig van de installaties worden als beperkt beschouwd.

Het te behouden gebouw “refter” (G03) bevat asbest in diverse toepassingen. Er werd reeds overgegaan tot verwijdering van asbesthoudende plafondtegels, asbesthoudende leidingisolatie en asbesthoudende verloren bekisting. De asbesthoudende gevelbekleding en de wandbekleding in een technische ruimte werden voor zover gekend niet verwijderd. Gelet op de aanwezigheid van een kwetsbare bevolkingsgroep (nl. kinderen) is het aangewezen om dit te behouden gebouw volledig asbestvrij te maken.

Bodem

De opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen zal op lekbakken gebeuren.

Werffase

Tijdens de werffase is tijdelijk hinder te verwachten op vlak van mobiliteit (werfverkeer), geluid/trillingen, luchtemissies en licht. De aanvraag bevat voor het werfverkeer een nota werfinrichtingsplan met het oog op efficiënte circulatie en inrichting van de werf. Hierbij wordt o.a. geopteerd voor gescheiden verkeersstromen tussen werfverkeer en schoolgerelateerd verkeer, zowel in tijd als in plaats. Potentiële bodemverontreiniging door werfmachines wordt geminimaliseerd door degelijk onderhoud van de machines. Ook luchtemissies worden via goed onderhoud beperkt door zuivere verbranding na te streven. Gevaarlijke producten worden conform voorschriften Vlarem opgeslagen en spillkits zullen aanwezig zijn mocht er zich alsnog een incident voordoen. Bij droog weer dienen er maatregelen genomen te worden om stofemissies tot een minimum te beperken, conform hoofdstuk 6.12 van Vlarem II. Volgens aanvrager zal het terrein bij droog weer besproeid worden. Om geluidshinder te beperken zal enkel overdag gewerkt worden, waarbij zoveel als mogelijk trillingsarme technieken toegepast worden. De werfverlichting zal neerwaarts gericht zijn en zich beperken tot het noodzakelijke om een veilige werf te garanderen.

Volgens het sloopopvolgingsplan bevatten de te slopen gebouwen asbest. De aanbevelingen uit dit plan dienen gevolgd te worden, rekening houdend met de voorschriften uit hoofdstuk 6.4. van Vlarem II betreffende de beheersing van asbest.

Conclusie

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

8.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het herbouwen van een bestaande school voor kleuters en lagere schoolkinderen in het centrum van de gemeente. De bestaande functie blijft behouden en is passend in de centrumomgeving.

Inplanting en ruimtegebruik:

Het nieuwe gebouw wordt ingeplant centraal op de eigendom. Door de bundeling van het nieuwe gebouw komt er een meer compacte bebouwing op het perceel. Door de gekozen inplanting kan het bestaande groen maximaal behouden blijven en ontstaat ruimte om bijkomend groen in te richten. Ook krijgt het gebouw op die manier geen achterkant en wordt het gebouw rondom benut.

De gekozen inplanting zorgt er eveneens voor dat de bestaande klaslokalen in gebruik kunnen blijven tot zolang het nieuwe gebouw afgewerkt is en er geen tijdelijke tussentijdse oplossing gezocht moet worden.

Het nieuwe gebouw wordt ingeplant conform de voorschriften van het BPA.

Bouwvolume, gabarit en verschijningsvorm:

Het nieuwe gebouw bestaat uit maximaal 2 bouwlagen en wordt afgewerkt met een plat dak. Het volume heeft een compacte vormgeving waardoor het bouwvolume beperkt wordt. Door de werking met luifels en delen als dakterras en door de schikking en stapeling van verschillende volumes rond de centrale bewegingsruimte oogt het gebouw speels en dynamisch en past het zich maximaal in in de groene omgeving.

De gevels worden afgewerkt in verschillend materiaalgebruik en kleurgebruik, zijnde lichtbeige baksteen voor het gelijkvloers en groene gevelbeplating voor de verdieping. Het nieuwe gebouw integreert zich door zijn materiaalgebruik (metselwerk) binnen de bestaande bebouwde omgeving.

De sloop van de bestaande oude schoolgebouwen betekenen een sanering van de bebouwing op het perceel. De bestaande gebouwen zullen in gebruik blijven tot zolang de nieuwe gerealiseerd worden. Teneinde voldoende garanties te hebben dat effectief tot sloop overgegaan wordt dient in de vergunning opgelegd te worden dat de sloop dient uitgevoerd te zijn binnen 6 maanden na ingebruikname van het nieuwe schoolgebouw.

Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving. 

Het ontworpen volume is in overeenstemming met de voorschriften van het BPA.

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van schoolgebouw blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. De bestaande parkeerplaatsen midden in het terrein worden verwijderd en onthard teneinde deze zone te kunnen gebruiken als speelruimte. Er wordt een nieuwe parkeerhaven ingericht vooraan het perceel. Er worden 24 parkeerplaatsen voorzien waarvan 2 voor personen met beperking. De parking wordt rechtstreeks ontsloten op de Kapel ter Rustestraat, afgescheiden van de effectieve toegangsweg tot de school, waardoor het autoverkeer maximaal afgescheiden wordt van de trage doorgang.

Tijdens de werffase zijn wel extra bewegingen te verwachten. In het dossier wordt een tijdelijke toegang tot de werf voorzien via een aanpalend perceel op de Pontstraat.

Groen- en omgevingsaanleg:

De bestande waardevolle hoogstammige bomen op het terrein blijven maximaal behouden en de te rooien minder waardevolle bomen worden vervangen. Voorts wordt het terrein bijkomend onthard en vergroend wat een positieve impact zal hebben op de omgeving. Door het voorzien van een publieke erfdienstbaarheid van doorgang zal de eigendom ook een meerwaarde hebben voor de ruimere omgeving. Bij het dossier is een beplantingsplan toegevoegd dat vooraf afgestemd werd met de gemeentelijke diensten. Teneinde voldoende garanties te hebben dat het voorziene groen effectief aangeplant wordt ,dient opgelegd te worden dat het beplantingsplan uitgevoerd moet zijn binnen het jaar na ingebruikname van het nieuwe schoolgebouw.

De nieuw aan te leggen verharding wordt voorzien in waterdoorlatende materialen of watert af naar de naastliggende onverharde ruimte, wat de waterhuishouding ten goede komt.

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

8.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

8.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

8.13 Bespreking adviezen

FOD Binnenlandse zaken, Astrid Veiligheidscommissie

Gezien de expertise van de adviesinstantie wordt het advies overgenomen en dient bij afgifte van de vergunning opgelegd te worden dat ASTRID-indoordekking voorzien moet worden.

Fluvius System Operator

Gezien de expertise van de adviesinstantie wordt het advies overgenomen en moet opgelegd worden dat de formaliteiten opgenomen in het advies strikt nageleefd moeten worden.

Brandweerzone Fluvia

In het advies werden een aantal bemerkingen en voorwaarden opgenomen.Gelet op de specifieke problematiek en de kennis ter zake, dient opgelegd te worden dat de bemerkingen geformuleerd in het advies stipt nageleefd moeten worden.

Watergroep

Het advies van de Watergroep bevat enerzijds elementen inzake aftakking en aansluitingen en anderzijds opmerkingen inzake riolering. De opmerkingen inzake aftakking en aansluiting betreffen burgerrechtelijke aangelegenheden die na te leven zijn. De opmerkingen geformuleerd door Riopact zijn de algemene voorwaarden van de adviesinstantie die eveneens na te leven zijn. Het naleven van het advies van de Watergroep wordt opgelegd als voorwaarde.

Vlaamse Milieumaatschappij

Het advies is gunstig en werd behandeld in de milieuvoorwaarden zodat geen verdere beoordeling noodzakelijk is.

Coördinator groen en proper en deskundige mobiliteit

Beide adviezen zijn gunstig zodat geen verdere beoordeling noodzakelijk is.

8.14 Sloopopvolgplan (SOP)

Aangezien een niet-residentieel gebouw met een totaal bouwvolume van meer dan 1.000 m³ gesloopt wordt, is een sloopopvolgingsplan noodzakelijk. In het dossier is een sloopopvolgplan toegevoegd, opgemaakt door ABO Consultancy.

8.15 Toegankelijkheid

De aanvraag heeft betrekking op een publiek toegankelijk gebouw. Dit dient te voldoen aan de Vlaamse stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

Aangezien de publiek toegankelijke oppervlakte groter is dan 400 m², dienen alle publiek toegankelijke delen van het gebouw te voldoen.

8.16 Belastingreglement parkeerplaatsen

Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 26 november 2020 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen moet er 1 parkeerplaats per klaslokaal voor kleuter- en lager onderwijs voorzien worden. In voorliggende aanvraag worden 4 kleuterunits en 3 lagere schoolunits voorzien wat neerkomt op 7 parkeerplaatsen. Op eigen terrein worden 24 parkeerplaatsen voorzien zodat voldaan is aan de genoemde gemeenteraadsbeslissing.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

○     Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Sara Loonbeek namens Autonome Raad van het Gemeenschapsonderwijs - Administratieve Diensten OI gevestigd Willebroekkaai 36 te 1000 Brussel en de heer Dirk Vandevelde wonende Polderdreef 42 te 9840 De Pinte, voor het nieuw bouwen van de basisschool De Driesprong met omgevingsaanleg en bijhorende infrastructuur en het slopen van de bestaande bebouwing en melding exploitatie, op een perceel gelegen Kapel ter Rustestraat 3 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 116 E en (afd. 2) sectie C 118 G.

Artikel 2

De exploitatie bevat voortaan volgende rubrieken:

Artikel 3

De vergunning wordt afgeleverd mits naleving van volgende voorwaarden:

Bijzondere milieuvoorwaarden

●        De opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen dient op lekbakken te gebeuren.

●        De afvalwaterstroom afkomstig van de keuken van de nieuwbouw dient een voorbehandeling te ondergaan door middel van een vetafscheider van voldoende capaciteit. De vetafscheider wordt regelmatig geïnspecteerd en zoveel als nodig geledigd, met een minimumfrequentie van één maal per jaar.

Stedenbouwkundige voorwaarden

●        De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/28286 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die nota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

●        Het beplantingsplan moet uitgevoerd worden binnen het jaar na ingebruikname van het nieuwe schoolgebouw.

●        De sloop van de bestaande te slopen bebouwing dient uitgevoerd te zijn binnen 6 maanden na ingebruikname van het nieuwe schoolgebouw.

●        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

●        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

●        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

●        Het sloopopvolgplan dient nageleefd te worden (de gegevens van het SOP mogen verder aangevuld worden tot voor de start van de werken).

●        Er moet voldaan worden aan de verordening toegankelijkheid.

●        In het nieuwe schoolgebouw dient ASTRID-indoordekking aanwezig te zijn.

●        De voorwaarden geformuleerd in het advies van Fluvius, Fluvia en de Watergroep dienen nageleefd te worden.

Artikel 4

Volgende lasten worden gekoppeld aan de vergunning:

●        Een eeuwigdurende publieke erfdienstbaarheid van doorgang, te vestigen binnen de grenzen van het rooilijnplan, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 30 mei 2024.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.18. OMV 2024_70 - Kortrijkse heerweg 199 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het afbreken en herbouwen van een bijgebouw, op een perceel gelegen Kortrijkse heerweg 199 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 484 L aangevraagd door Veronique Vanhoutte - Yves Benoit met als contactadres Marktplein 9 te 8520 Kuurne.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  4 juli 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Volgende stedenbouwkundige last wordt opgelegd:

●        Het voorgestelde deel van 68 m² dient onthard te worden.

●        De financiële waarborg voor de stedenbouwkundige lasten luidt als volgt:

Conform het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning artikel 77 §1 dient de houder van de vergunning een financiële waarborg aan het lokaal bestuur van Deerlijk te verlenen alvorens met de uitvoering van de vergunning gestart wordt. De waarborg ten bedrage van 1.880 euro wordt geleverd via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas met het lokaal bestuur Deerlijk als begunstigde of door de financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.

Zodra de ontharding uitgevoerd is, dient dit aan de hand van 5 foto’s gemeld te worden aan het lokaal bestuur via omgeving@deerlijk.be met vermelding van het dossiernummer van de vergunning en de gestructureerde mededeling van de overschrijving naar de Deposito- en Consignatiekas, opdat de waarborg vrijgegeven kan worden.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Open Ruimtekamers Gavers en Esser (Deerlijk, Harelbeke) zoals vastgesteld door de deputatie op 23 maart 2017 met als bestemming zone voor bouwvrij agrarisch gebied.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

●     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

●     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

●     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante gebouwendossiers

Volgende gebouwendossiers zijn relevant:

●        Gebouwendossier afgeleverd met een machtigingsbesluit op 7 december 1950 voor het bouwen van een werkplaats (landbouwmachines) bij zijn hofstede-woonplaats.

●        Gebouwendossier afgeleverd met een machtigingsbesluit op 13 april 1961 voor het bouwen van een oogsthangar op de hofstede.

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 oktober 1956 door het college van burgemeester en schepenen voor herstellingen van het huisdak zijner woning, vervangen van huidige slechte eternietplaten door nieuwe rode, te leggen in koekvorm.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 maart 1957 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van afwasplaats, op te richten in baksteen en afgedekt met plat dak.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 januari 1961 door het college van burgemeester en schepenen voor het optrekken van oogsthangar bij hofstede.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 januari 1969 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een rundveestal en berging.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 oktober 1973 door het college van burgemeester en schepenen voor het vernieuwen van dak en herbouwen van bestaande hok langs de Kortrijkse Heerweg 199 te Deerlijk.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 juni 1982 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 2 sleufsilo’s (11m x 16m) in zijn bedrijf.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 september 1983 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 2 bijkomende silo’s (11m x 5,25m) bij zijn bedrijfsgebouw.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 mei 1985 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van bestaande gebouwen.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 december 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden zeugenstal.

●        Stedenbouwkundige aanvraag geweigerd op 3 maart 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen en bouwen van eengezinswoning.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 juli 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een loods en het bouwen van een eengezinswoning.

Relevante Pré-Vlarem dossiers

Volgende Pré-Vlarem dossiers zijn relevant:

●        Pré-Vlarem dossier afgeleverd op 14 oktober 1977 door het college van burgemeester en schepenen voor de aangifte landbouwbedrijf.

●        Pré-Vlarem dossier afgeleverd op 2 mei 1990 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden varkensstal tot 430 varkens.

●        Pré-Vlarem dossier afgeleverd op 10 oktober 1990 door het college van burgemeester en schepenen voor aktename ingedeelde inrichting klasse 2.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Milieuvergunning afgeleverd op 2 mei 1990 door het college van burgemeester en schepenen voor de aanvraag tot het uitbaten-uitbreiden van een varkensstal (max. 130 zeugen en ca. 300 biggen).

●        Milieuvergunning afgeleverd op 9 september 2015 door het college van burgemeester en schepenen voor een rundveehouderij.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Aktename op 12 mei 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor de gehele overdracht van een bestaand landbouwbedrijf.

●        Omgevingsvergunning afgeleverd op 21 juni 2023 door het college van burgemeester en schepenen voor het wijzigen van de functie, slopen bijgebouw, verwijderen verharding, veranderen van de lopende milieuvergunning.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 10 309 m² en is gelegen langs de Kortrijkse heerweg op ongeveer 1500 m ten zuidwesten van de kern van Deerlijk. De Kortrijkse heerweg is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het perceel is bebouwd met een ééngezinswoning en 4 bijgebouwen. De bestaande, te behouden ééngezinswoning bevindt zich op 25 m van de rooilijn en op ongeveer 3,5 m van de linker perceelsgrens. De woning bestaat uit 1 bouwlaag en een hellend dak. Het bestaande, te herbouwen woningbijgebouw ten noorden van het perceel heeft een oppervlakte van 188 m², bevindt zich op 12 m van de rooilijn en op ongeveer 70 cm van de linker perceelsgrens. Het bijgebouw bestaat uit 1 bouwlaag en een hellend dak. De bestaande, te behouden bergingen, ten noordoosten van het perceel, bevinden zich op 25 m van de rechter perceelsgrens, hebben een totale oppervlakte van 620 m². De gebouwen bestaan uit 1 bouwlaag en een hellend dak. Het bestaande, te behouden woningbijgebouw, ten zuiden van het perceel, heeft een oppervlakte van 494 m² en is ingeplant op ca 21 m van de linker perceelsgrens. Het gebouw bestaat uit 1 bouwlaag en een hellend dak. Het terrein rondom de gebouwen is voor een groot deel verhard. In de vorige aanvraag (OMV_2022171696) werden reeds verschillende onthardingen aangeduid die nog dienen te gebeuren. De omgeving is een landelijke, agrarische omgeving.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het slopen en herbouwen van een bestaand woningbijgebouw. De bestaande af te breken bebouwing heeft een oppervlakte van 188 m², bevindt zich op ongeveer 70 cm van de linker perceelsgrens en op 12 m van de rooilijn.

Op de plaats van de te slopen constructies wordt een nieuwbouw voorzien. Het nieuwe gebouw bevindt zich op een afstand van min. 3,60 m tov de linker kavelgrens, min. 68 m tov de rechter kavelgrens. Het gebouw heeft een breedte van 26,80 m, een diepte van 7 m, bestaat uit één bouwlaag en wordt afgewerkt met een hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,65 m en de nokhoogte 7,25 m. Het materiaalgebruik voor het gebouw betreft een oranje-rood-roze metselwerk (Beerse Klinker) met grijs genuanceerde dakpannen. De ramen worden voorzien in een zwart aluminium buitenschrijnwerk. De voordeur en poorten worden voorzien van een houten buitenschrijnwerk.

Het bijgebouw wordt ingericht met een garage, bergruimte, een inkom, een bergruimte voor klein materiaal, een werkbank en een ruimte voor technieken en onder het dak wordt nog een bergruimte voorzien.

Voor het gebouw wordt een pad aangelegd met een breedte van 1,10 m. Aan de voorzijde naar de deur van het gebouw wordt een pad voorzien met een breedte van 1,50 m en een diepte van 9,17 m. Naar de twee garages wordt een oprit voorzien met een breedte van 6,20 m en een diepte van 11,10 m. Ter hoogte van de rechter zijgevel wordt verharding voorzien met een oppervlakte van 26,81 m². Alle verharding wordt voorzien in waterdoorlatende materialen die afwateren op eigen terrein. Tussen de verharding worden groenzones aangelegd.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

6. Project-MER of OVR

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het PRUP Openruimtekamers Gavers en Esser. De eigendom is er bestemd als een zone voor bouwvrij agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van artikel 1.6 ‘zonevreemde woningen’. Dit voorschrift luidt als volgt:

In deze zone gelden in functie van voorliggende aanvraag onder meer volgende stedenbouwkundige voorschriften:

Artikel 1.1 bestemming

Het gebied is bestemd voor de grondgebonden beroepslandbouw. CSA-boerderijen, pluktuinen & thuisverkoop gekoppeld aan een actief landbouwbedrijf zijn hier eveneens toegelaten. Ook individueel bewerkbare moestuinen zijn toegelaten, in die mate dat ze ofwel gekoppeld voorkomen bij een actief landbouwbedrijf, ofwel in groep voorkomen in een overkoepelend beheer en kaderen onder gemeenschapsvoorzieningen.

Volgende functiewijzigingen zijn niet toegestaan binnen een gebouw of gebouwencomplex met de hoofdfunctie landbouw in ruime zin: paardenhouderij, paardenpension, manege, kinderboerderij, dierenasiel, dierenpension.

In de toelichting bij deze passage is het volgende opgenomen:

Deze functiewijzigingen worden uitgesloten omwille van hun ruimtelijke impact op het landbouwgebied. De overige functiewijzigingen uit het uitvoeringsbesluit blijven van toepassing.

Artikel 1.4. Bestaande bebouwing (niet zijnde woningbouw of landbouwgebouwen)

…Voor de overige vergunde functies zijn de bepalingen uit artikel 0.4 en de VCRO (basisrechten) van kracht
 

Artikel 1.6. Zonevreemde woningen

De wettelijke bepalingen zijn van kracht. (basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening). Om vertuining van het landbouwgebied tegen te gaan dienen de particuliere tuinen zich te beperken tot de huiskavel. Het bijkomend omvormen van landbouwpercelen naar tuinpercelen is niet toegelaten.

De wettelijke bepalingen zijn van kracht. (basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening).

De aanvraag valt onder de basisrechten voor zonevreemde constructies van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor wat betreft de herbouw van een zonevreemde constructie niet zijnde woningbouw waarbij artikel 4.4.10 stelt dat de aanvraag betrekking moet hebben op hoofdzakelijk vergunde en niet verkrotte zonevreemde constructies, waarbij artikel 4.4.11 stelt dat de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening onverkort geldt bij de afgifte van een vergunning, waarbij artikel 4.4.17 stelt dat in alle bestemmingsgebieden de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het herbouwen van een bestaande zonevreemde constructie niet zijnde woningbouw op dezelfde plaats, op voorwaarde dat de nieuwe constructie ten minste drie kwart van de bestaande oppervlakte overlapt.

In het voorliggend ontwerp is de bestaande constructie niet verkrot en vergund (geacht). Het bestaande gebouw heeft een bruto bouwvolume van 1.046 m³, het nieuwe ontwerp voorziet een bruto bouwvolume van 1.045 m³. Het nieuw te bouwen bijgebouw staat volledig op de voetafdruk van het bestaande af te breken bijgebouw (meer dan 75 %). De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening (zie onder). De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de codex en is bijgevolg in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kortrijkse heerweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De dakoppervlakte watert af naar twee bestaande hemelwaterputten met een totaal volume van 19 000 liter. De hemelwaterput heeft een overloop naar een  infiltratievoorziening met een volume van 5.600 liter en een  referentieoppervlakte van 34 m². Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens. De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

Hoewel de aanvraag zich in agrarisch gebied bevindt, is het slopen en herbouwen van het gebouw aanvaardbaar gezien er reeds een functiewijziging heeft plaatsgevonden.

Inplanting, ruimtegebruik, bouwvolume en gabarit:

De inplanting van het gebouw ten opzichte van de rooilijn blijft ongewijzigd. Het volume van het bijgebouw is ongeveer gelijk aan het bestaande bijgebouw. Het nieuwe gebouw wordt ook op minimum ¾ van de bestaande voetafdruk geplaatst waardoor aan de zonevreemde basisrechten wordt voldaan. De oppervlakte van het gebouw daalt ook ten opzicht van de huidige situatie waardoor het gebouw na de werken een compact geheel vormt. De hoogte van het gebouw zal 35 cm hoger zijn dan het bestaande gebouw. Deze bouwhoogte is aanvaardbaar.

Verschijningsvorm:

De materialisatie van het bijgebouw is hetzelfde als dit van de woning die zich achter het gebouw van de aanvraag bevindt. De twee gebouwen zullen hierdoor voor een samenhangend geheel zorgen. 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De aanvraag voorziet geen bijkomende verkeersaantrek. Ten gevolge van de geplande werken kan een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen.

Groen- en omgevingsaanleg:

Rondom het gebouw wordt een extra groenzone voorzien. Ook voor het realiseren van de wadi wordt een deel onthard. De geplande verharding wordt voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt.

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

7.14 Stedenbouwkundige lasten

Overeenkomstig artikel 75 §1, lid 2, 4° van het omgevingsvergunningsdecreet moet de bevoegde overheid bij de afgifte van een omgevingsvergunning een last opleggen wanneer het gaat om omgevingsvergunningsaanvragen waarbij toepassing gemaakt wordt van de volgende afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:

1. De afwerkingsregel conform artikel 4.4.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
2. De basisrechten van zonevreemde constructies conform artikelen 4.4.10 tem 4.4.20 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
3. De zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

Deze last vindt zijn oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de omgevingsvergunning uit de vergunning haalt en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich neemt.

De voorliggende vergunningsaanvraag maakt toepassing van de basisrechten van zonevreemde constructies conform artikelen 4.4.10 tem 4.4.20 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waardoor een stedenbouwkundige last opgelegd dient te worden.

Aangezien het bestuur niet beschikt over een stedenbouwkundige verordening voor het heffen van een financiële last, dient een last in natura opgelegd te worden.

In het dossier werd een voorstel van last in natura overgemaakt door de aanvrager. Er werd voorgesteld om een deel van 68 m² betonverharding te ontharden zoals aangeduid op het plan bij het voorstel. Met dit voorstel kan akkoord worden gegaan.

De opgelegde last moet uitgevoerd worden binnen het jaar na afgifte van de vergunning.

Voor de uitvoering van de last in natura wordt bij de afgifte van de vergunning eveneens een waarborg opgenomen. De waarborg dekt de volledige geraamde kostprijs van de lasten.  Als de uitvoering van diverse lasten financieel wordt gewaarborgd, dient één waarborg voor de totaliteit van de lasten in kwestie gehanteerd te worden, waarbij aangegeven wordt welk waarborggedeelte betrekking heeft op elke last afzonderlijk.

De financiële waarborg wordt geraamd op 1.880 euro.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

○     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Veronique Vanhoutte - Yves Benoit met als contactadres Marktplein 9 te 8520 Kuurne, voor het afbreken en herbouwen van een bijgebouw, op een perceel gelegen Kortrijkse heerweg 199 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 484 L.

Artikel 2

Volgende stedenbouwkundige last wordt opgelegd:

●        Het voorgestelde deel van 68  m² dient onthard te worden.

●        De financiële waarborg voor de stedenbouwkundige lasten luidt als volgt:

conform het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning artikel 77 §1 dient de houder van de vergunning een financiële waarborg aan het lokaal bestuur van Deerlijk te verlenen alvorens met de uitvoering van de vergunning gestart wordt. De waarborg ten bedrage van 1.880 euro wordt geleverd via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas met het lokaal bestuur Deerlijk als begunstigde of door de financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.

Zodra de ontharding uitgevoerd is, dient dit aan de hand van 5 foto’s gemeld te worden aan het lokaal bestuur via omgeving@deerlijk.be met vermelding van het dossiernummer van de vergunning en de gestructureerde mededeling van de overschrijving naar de Deposito- en Consignatiekas, opdat de waarborg vrijgegeven kan worden.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.19. OMV 2024_62 - Hoogstraat 62 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een woning, op een perceel gelegen Hoogstraat 62 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 246 M3, aangevraagd door Jeffrey Veys - Celine Vanleeuwen met als contactadres Hoogstraat 62 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  4 juli 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

●        De wadi wordt ingeplant op minstens 1 m van de perceelsgrenzen.

●        De inrit naar de parking van het kerkhof blijft beperkt tot een breedte van 3,5 m.

●        Rondom het zwembad wordt de verharding beperkt tot 1 m langs de noordelijke, zuidelijke en westelijke zijde. De verharding tussen het zwembad en de poolhouse mag worden uitgevoerd volgens de aanvraag. De overige verharding wordt uitgesloten van de vergunning.

●        De verharding onderaan de trap van de uitbreiding wordt beperkt tot een breedte van 1,5 m.

●        Het pad van de straat tot aan de voordeur dient beperkt te worden tot de breedte van de toegangspoort.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

●     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

●     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

●     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevant gebouwdossier

Volgende gebouwendossiers zijn relevant:

●        Gebouwdossier afgeleverd met een machtigingsbesluit op 17 november 1955 voor het bouwen van een woning.

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 november 1978 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een muur.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 maart 1988 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage en het bouwen van een verbindingsboog.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van ongeveer 1550 m² en is gelegen langs de Hoogstraat op ongeveer 160 m ten noordoosten van de kern van Deerlijk. De Hoogstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het perceel bevindt zich naast het gemeentelijk kerkhof. Het perceel is bebouwd met een vrijstaande ééngezinswoning. De woning bestaat uit één bouwlaag en een hellend dak. In het hellend dak zijn verschillende dakkapellen terug te vinden. De woning heeft een breedte van 13,70 m en een diepte van  11,95 m. De kroonlijsthoogte bedraagt 2,70 m ten opzichte van het referentiepunt en de nokhoogte aan de linkerzijde bedraagt 10,81 m en 8,30 m aan de rechterzijde. De woning heeft een oppervlakte van 119 m² en een volume van 963 m³.  Achter de woning op de rechter perceelsgrens is een garage terug te vinden. Deze heeft een breedte van 3,45 m, een diepte van 12,61 m en een hoogte van 2,68 m.

De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. De woonfunctie bestaat zowel uit eengezinswoningen als uit meergezinswoningen.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een vrijstaande eengezinswoning uit te breiden, een zwembad met bijgebouw te plaatsen en wijzigingen aan de dakkapellen te regulariseren. In de voorgevel zijn twee dakkapellen gewijzigd zonder vergunning. Hiervoor wordt een regularisatie voorzien. Volgens de vergunde toestand hebben de dakkapellen een hoogte van ongeveer 1 m en zijn deze uitgerust met een hellend dak. In de bestaande, te regulariseren toestand, hebben de dakkapellen een hoogte van 1,75 m en zijn ze uitgerust met een plat dak. Alle gevels werden uitgevoerd in witte crepi, maar werden vergund in een beige crepi.  In de achtergevel werd de dakkapel ook gewijzigd zonder vergunning. Volgens de vergunde toestand had de dakkapel een hoogte van 1 m en voorzien van een hellend dak. In de bestaande, te regulariseren toestand, heeft de dakkapel een hoogte van 1,75 m en voorzien van een plat dak.

Achteraan de woning wordt een uitbreiding voorzien, op een afstand van 7,20 m van de linker zijperceelsgrens en tegen de bestaande garage. De uitbreiding heeft een breedte van 7,55 m en een diepte van 4,50 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,30 m. De gelijkvloerse diepte wordt hierdoor tot een diepte van 16,65 m gebracht. Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft natuurlijk vergrijzende houten gevelbekleding met zwart aluminium buitenschrijnwerk. Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na de verbouwing en uitbreiding uit een inkom, twee zithoeken, een toilet, een vestiaire, een leeshoek, keuken, eetkamer en een sas. Op het verdiep worden twee badkamers, drie slaapkamers, een dressing en een nachthal ingericht.

In de tuinzone zal een zwembad met een breedte van 4 m en een lengte van 10,50 m aangelegd worden. Het zwembad wordt ingeplant op 5,25 m van de linker perceelsgrens en op 6,10 m van de achterste perceelsgrens. Naast het zwembad, op 1,2 m van de linker perceelsgrens, wordt een jacuzzi geplaatst. Op 1,2 m van de rechter perceelsgrens en op 2 m van de achterste perceelsgrens wordt een poolhouse geplaatst. Het poolhouse heeft een breedte van 5,80 m op een diepte van 11,80 m . Rondom het zwembad, achter en voor het poolhouse en in de tuinzone wordt nieuwe verharding aangebracht. Het gaat over een oppervlakte van 276,76 m² gebakken klinkerverharding. In de zijtuinstrook wordt nieuwe grindverharding aangebracht met een oppervlakte van 65 m². Vanaf het poortje aan de rooilijn tot aan de toegang tot het kerkhof in de rechter perceelsgrens wordt een pad in klinkerverharding voorzien. Dit pad leidt ook naar de trappen van de voordeur en heeft een totale oppervlakte van 47,56 m². In de rechter perceelsgrens is een toegang tot de parking van het kerkhof. Deze toegang wordt voorzien van een nieuwe schuifpoort met een breedte van 4,40 m. Achter de woning en naast de uitbreiding wordt een houten terras met tredes aangelegd met een oppervlakte van 43,90 m².

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het uitbreiden van een woning en bouwen van een zwembad bij een ééngezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Hoogstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha). Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. De dakoppervlakte watert af naar twee hemelwaterputten met een totaal volume van 30 000 liter. De hemelwaterput heeft een overloop naar een bovengrondse infiltratievoorziening met een volume van 4 400 liter en een referentieoppervlakte van 26 m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor toiletten, wasmachine en het dienstkraantje buiten.

Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens.

De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen  of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

Volgens het inplantingsplan wordt de wadi voorzien in de voortuinstrook tot tegen de linker perceelsgrens. Dit wil zeggen dat de wadi tot tegen de zijgevel van de naastliggende woning zal worden ingeplant. Om problemen te voorkomen wordt opgelegd als voorwaarde dat de wadi op minstens 1 m van de perceelsgrenzen ingeplant moet worden.

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het uitbreiden en regulariseren van de woning en het plaatsen van een zwembad met bijgebouw. De functie van het perceel blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van de woning blijft ongewijzigd.

De nieuwe uitbreiding sluit aan op het hoofdgebouw en de bestaande garage. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel. Het bijgebouw wordt ingeplant op minstens 1 m van de perceelsgrenzen. Een vrijstaand bijgebouw wordt toegestaan tot een maximum van 60 m² per perceel. Gezien de uitbreiding van de woning tegen de garage wordt geplaatst, wordt deze geïntegreerd in het hoofdvolume op het perceel en zal deze niet meer vrijstaand zijn. Hierdoor wordt de oppervlakte van 60 m² aan vrijstaande bijgebouwen niet overschreden en kan het poolhouse worden toegestaan. Er dient wel opgemerkt dat hiermee wel de maximale bebouwing op het perceel bereikt is.

Bouwvolume en gabarit:

Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit ongewijzigd. Er wordt een kleine uitbreiding tegen het hoofdgebouw geplaatst. De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op die manier tot op 16 m gebracht, hetgeen zeker aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. Het perceel is immers diep en een dergelijke gelijkvloerse bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes toe. Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren.

Verschijningsvorm:

De voorgevel is gewijzigd ten opzichte van de vergunde toestand. De wijziging heeft echter geen grote impact ten opzichte van het straatbeeld. Achteraan het perceel worden enkele bijgebouwen gesloopt om het zwembad, de verharding en de poolhouse te kunnen realiseren.

De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik binnen de bestaande bebouwing.

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden. De woning heeft twee mogelijkheden tot ontsluiting naar de Hoogstraat. De ene toegang bevindt zich recht op de straat. De tweede toegang bevindt zich via de openbare parking van de begraafplaats. Een erfdienstbaarheid van doorgang is niet onmiddellijk terug te vinden; echter is deze toegang reeds ingetekend op de plannen voor de heraanleg van de parking in 1987. In die plannen werd de toegang ingetekend met een breedte van 3,5 m. De huidige aanvraag voorziet een breedte van de toegang van 4,5 m. Gezien het hier gaat om een veelgebruikte parking en de bestaande historisch toegestane breedte 3,50 m is, kan een breedte van 4,5 m niet toegestaan worden. De inrit en bijgevolg de poortopening dienen beperkt te blijven tot een breedte van 3,5 m. Dit wordt dan ook als voorwaarde opgenomen.

Groen- en omgevingsaanleg:

De aanvraag voorziet een aantal wijzigingen aan de verharding van het perceel. Er wordt heel wat nieuwe verharding aangebracht. In de voortuinstrook wordt een pad voorzien naar de voordeur dat breder wordt naar de trappen. De verbreding naar de voordeur heeft echter geen specifieke functie waardoor opgelegd dient te worden dat deze verharding beperkt moet blijven tot de breedte van de toegangspoort aan de straatkant. Onderaan de trappen van de uitbreiding wordt opnieuw een brede strook verharding voorzien die versmalt naar het pad toe. Net zoals bij het pad naar de voordeur heeft deze brede strook verharding weinig nut waardoor dit beperkt dient te worden tot een breedte van 1,5 m. Dit wordt ook opgenomen als voorwaarde. Achteraan de woning wordt rondom het zwembad en de poolhouse een oppervlakte van 207 m² verhard. Ook deze verharding is heel ruim gedimensioneerd en zorgt voor een negatieve impact. Om deze verharding te beperken kan enkel een pad van 1 m breedte voorzien worden rondom de noordelijke, zuidelijke en westelijke zijde. De verharding tussen de poolhouse en het zwembad kan wel toegelaten worden. Het terras voor de poolhouse en de verharding achter het zwembad worden uitgesloten van de vergunning.  

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jeffrey Veys - Celine Vanleeuwen met als contactadres Hoogstraat 62 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een woning, op een perceel gelegen Hoogstraat 62 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 246 M3, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

●        De wadi wordt ingeplant op minstens 1 m van de perceelsgrenzen.

●        De inrit naar de parking van het kerkhof blijft beperkt tot een breedte van 3,5 m.

●        Rondom het zwembad wordt de verharding beperkt tot 1 m langs de noordelijke, zuidelijke en westelijke zijde. De verharding tussen het zwembad en de poolhouse mag worden uitgevoerd volgens de aanvraag. De overige verharding wordt uitgesloten van de vergunning.

●        De verharding onderaan de trap van de uitbreiding wordt beperkt tot een breedte van 1,5 m.

●        Het pad van de straat tot aan de voordeur dient beperkt te worden tot de breedte van de toegangspoort.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.20. Inname openbaar domein - kennisname

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.21. GRUP Ventilus - verzoek tot vernietiging - aktename

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van het verzoek tot vernietiging van de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Ventilus.

Motivering

Op 22 maart 2024 stelde de Vlaamse Regering het gewestelijk ruimtelijk uitvoerinsplan ‘Ventilus’ definitief vast. Het definitief RUP Ventilus werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 15 mei 2024. Dit doet de termijn voor beroep bij de Raad van State lopen, waarmee ten laatste op 15 juli het beroepsschrift finaal moet worden ingediend.

Raadsman Wim Rasschaert maakte op vraag van de gemeente Deerlijk een ‘verzoekschrift tot vernietiging’ op.

Het is wenselijk dat het college van burgemeester en schepenen kennis neemt van dit verzoekschrift, vooraleer dit definitief wordt ingediend.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verzoekschrift tot vernietiging.

Het college van burgemeester en schepenen kan akkoord gaan met de middelen en de grote lijnen uitgewerkt in elk middel. Deze worden verder verfijnd door het aangestelde advocatenkantoor.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.22. IMOG afvalkalender 2025 - wijziging ophaaldata - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de IMOG-ophaalkalender 2025.

Motivering

Naar jaarlijkse gewoonte treft IMOG tijdens de zomermaanden de nodige voorbereidingen rond de ophaalkalender. Er dient immers een strikte planning te worden nagestreefd om de kalenders bedeeld te krijgen eind december. 

Het omgevingsloket ontving een ingevuld voorstel van de ophaalkalender 2025.

Hierbij zijn er volgende wijzigingen in vergelijking met 2024:

1. Er is vanaf 1 januari 2025 een nieuwe ophaler actief. Dat zorgt ervoor dat de ophaling van restaval, pmd en papier & karton beter op elkaar kan afgesteld worden.     
2. Het systeem van inhaaldagen is voor alle gemeenten binnen de IMOG-regio gelijkgesteld: is er een feestdag op een maandag of dinsdag, dan wordt het afval op de zaterdag voordien opgehaald. Valt de feestdag op een woensdag, donderdag of vrijdag, dan wordt het afval op de daaropvolgende zaterdag opgehaald.
3. Bij de overgang van oud naar nieuw kan het voorvallen dat het ritme van de ophalingen een week verschuift.

Binnen de gemeente Deerlijk wijzigt de ophaaldag van het restafval binnen zone 2, van dinsdag naar donderdag, gelijkgesteld met de ophaling van PMD en papier en karton. De ophaaldag binnen zone 1 blijft op woensdag.

De ophaling van restafval blijft tweewekelijks. In de periode van mei tot en met oktober wordt het restafval wekelijks opgehaald.

Gezien de impact van de gewijzigde ophaaldata stelt de dienst omgeving voor om in december een communicatiecampagne te voeren via de website en de sociale media van de gemeente.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de wijziging van ophaaldata.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist om in december een communicatie te voeren via de sociale media om deze wijziging bekend te maken bij de inwoners.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.23. BMC 6 juni 2024 - kennisname verslag en beslissingen - goedkeuring

Aanleiding en context

De beperkte mobiliteitscommissie hield een vergadering op 6 juni 2024. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de adviezen van de commissie goed te keuren.

Motivering

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besproken onderwerpen en neemt een beslissing aan de hand van het advies van de beperkte mobiliteitscommissie.

Volgende punten werden geadviseerd:

●        Snelheid Kortrijkse heerweg

●        Vraag parkeerverbod vrachtwagen De Cassinastraat

●        Vraag bijkomend verkeerskussen Otegemstraat

●        Signalisatie fietsers Geeststraat-Waregemstraat

●        Parking begraafplaats Sint-Lodewijk

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van 6 juni 2024 en beslist de adviezen van de beperkte mobiliteitscommissie te volgen.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.24. Levensloop ZuidWest - sponsoring Deerlijkbonnen - weigering

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt om goedkeuring gevraagd om de Levensloop van ZuidWest te sponsoren in de vorm van Deerlijkbonnen.

Motivering

Levensloop ZuidWest is een actie die georganiseerd wordt door de Stichting tegen Kanker. Centraal in deze actie staan 'Vechters', dat zijn mensen die kanker hebben of hebben gehad. Deze Levensloop (een loop van 24 uur) gaat door op 28 en 29 september 2024 in provinciedomein de Gavers.

Bij het verwelkomen krijgt iedere 'Vechter' een goodiebag. De organisatie Levensloop ZuidWest wenst de lokale handelaars te ondersteunen door het voorzien van een Deerlijkbon in deze goodiebags. Vorig jaar deden 50 'Vechters' mee, dit jaar verwachten zij er 60.

Gezien het lokaal karakter en het thema van het goede doel (waar ieder van ons helaas wel eens in contact mee komt, van dichtbij of wat verderaf), wenst de dienst lokale economie deze aanvraag tot sponsoring positief te beantwoorden door 60 Deerlijkbonnen ter waarde van 10 euro per stuk te voorzien.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur Art. 56, § 1

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Er is onvoldoende budget voorzien. Er wordt bijkomend budget voorzien bij de eerstvolgende AMJP.

BESLUIT

Artikel 1

Teneinde geen precedent te scheppen, besluit het college van burgemeester en schepenen om de sponsoring van de Levensloop van ZuidWest, door middel van Deerlijkbonnen, te weigeren.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.25. Reizende ambulante handel - Kris'ijs bv - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen aan Kris'ijs bv om de reizende ambulante handel op Deerlijks grondgebied uit te oefenen.

Motivering

Kris'ijs bv is een ijskar met maatschappelijke zetel gelegen in de Merelstraat 6 bus B te 9870 Zulte. Gezien de reizende aard van de onderneming, beoefenen zij op meerdere grondgebieden hun activiteit. Aan de gemeente Deerlijk vragen zij toestemming om ook op Deerlijks grondgebied hun reizende ambulante handel uit te oefenen.

De eigenaar werd - in het kader van deze aanvraag - om de volgende documenten gevraagd om na te gaan of zij wettelijk in orde zijn om ambulante handel uit te oefenen:

●        Identiteitskaart: in orde

●        Leurkaart: in orde

●        FAVV: in orde

●        Verzekeringen: in orde

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit goedkeuring te verlenen aan Kris'ijs bv om de reizende ambulante handel op Deerlijks grondgebied uit te oefenen.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.26. Overleg gemeente-Centraal Kerkbestuur - verslag van 6 juni 2024 - vacature koster - kennisname

Aanleiding en context

De gemeente en het Centraal Kerkbestuur hielden een vergadering op 6 juni 2024.  Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van deze vergadering, en ook van de vacature van koster die op dat overleg werd besproken.

Motivering

Het verslag en de vacature bevinden zich in bijlage.  Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen zijn binnengekomen, om een besluit te schorsen indien het gemeentelijk (financieel) belang geschaad wordt.

Er is geen advies nodig.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere: Art. 57 en 58, § 1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag en van de vacature van koster.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.27. Grafconcessie - hernieuwing - goedkeuring

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.28. Grafconcessie - nominatieve uitbreiding, bijzetting en hernieuwing - goedkeuring

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.29. Verkiezingen 13 oktober 2024 - weigering inschrijving niet EU-burger als kiezer voor de gemeenteraadsverkiezingen - goedkeuring

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.30. Verkiezingen 13 oktober 2024 - inschrijving EU-burger op de kiezerslijst - goedkeuring

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.31. Hernummering Waregemstraat 160 - principebeslissing - goedkeuring

Aanleiding en context

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen een principebeslissing te nemen betreffende een hernummering van Waregemstraat 160.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 17 maart 2021 een omgevingsvergunning af voor het verbouwen en uitbreiden van de bestaande eengezinswoning en het wijzigen van het aantal woongelegenheden tot twee eengezinswoningen, op een perceel gelegen Waregemstraat 158.

Er dienen huisnummers toegekend te worden aan de 2 eengezinswoningen.

Omdat er niet voldoende voldoende huisnummers vrij en beschikbaar zijn, en om verwarring en moeilijkheden te vermijden, dringt een hernummering zich op.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 7 juli 2023

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit principieel akkoord te gaan met volgende hernummering:

Artikel 2

De eigenaar zal door middel van een eerste gemotiveerd schrijven op de hoogte gebracht worden van deze principebeslissing.  Na de definitieve beslissing zullen zij een tweede schrijven met de nodige instructies ontvangen.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.32. Harelbekestraat 97/Kortrijkse heerweg - toekenning huisnummers - goedkeuring

Aanleiding en context

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen de goedkeuring om huisnummers toe te kennen aan 4 nieuwe woningen, gelegen op een perceel Harelbekestraat 97/Kortrijkse heerweg.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 15 mei 2024 een omgevingsvergunning af voor het bouwen van 4 woningen, op een perceel gelegen Harelbekestraat 97/Kortrijkse heerweg.

Er dienen huisnummers toegekend te worden aan de 4 nieuwe woningen.

Er zijn voldoende huisnummers vrij en beschikbaar.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 7 juli 2023

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende huisnummers toe te kennen aan de 4 nieuwe woningen, gelegen Harelbekestraat 97/Kortrijkse heerweg.

Artikel 2

De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing. De gebruikelijke diensten en nutsmaatschappijen zullen van huidige beslissing in kennis gesteld worden.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.33. Stationsstraat 78/A000 - toekenning huisnummer - goedkeuring

Aanleiding en context

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen een huisnummer toe te kennen aan een lot grond met magazijn, gelegen tussen Stationsstraat 76 en Stationsstraat 78.

Motivering

De heer Dhont William, Harelbekestraat 15, 8540 Deerlijk, nieuwe eigenaar van het lot grond met magazijn, gelegen tussen Stationsstraat 76 en Stationsstraat 78, vraagt om aan dit lot grond met magazijn een huisnummer toe te kennen.

De eigenaar wenst er een elektriciteitsaansluiting aan te vragen, waardoor het wenselijk is om aan dit lot grond met magazijn, een huisnummer toe te kennen.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 7 juli 2023

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit aan het lot grond met magazijn, gelegen tussen Stationsstraat 76 en Stationsstraat 78, het huisnummer 78/A000 toe te kennen.

Artikel 2

 De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.34. Verstrekking statistische gegevens - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd statistische gegevens uit de registers te verstrekken aan de heer Dhaene Chris, directeur van basisschool de berk.

Motivering

In zijn mail van 8 juli 2024 vraagt de heer Dhaene Chris, Kapel ter Rustestraat 13 te Deerlijk, om statistische gegevens uit de registers te verkrijgen, nl. de geboortecijfers voor het grondgebied centrum Deerlijk, voor het jaar 2023. Dit om het aantal inschrijvingen in de berk, voor de komende jaren, te kunnen inschatten.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Art. 12 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister.

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de statistische gegevens te verstrekken aan de heer Dhaene Chris, directeur basisschool de berk

Artikel 2

De gegevens zullen worden opgemaakt zodat identificatie van de in de registers ingeschreven personen niet mogelijk is.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

C.35. Zorgtoelage - 2e kwartaal 2024 - goedkeuring

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

D.1. Buurthuis St-Lodewijk - aanstellen ontwerper - intrekking gunning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning voor de opdracht "Aanstellen ontwerper nieuwbouw polyvalent buurthuis Sint-Lodewijk" in te trekken om een nieuwe beslissing te kunnen voorbereiden.

Motivering

In het kader van de overheidsopdracht voor diensten “Aanstellen ontwerper nieuwbouw polyvalent buurthuis Sint-Lodewijk” werd een bestek met nr. 2024-11 opgesteld.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 183.305,32 euro incl. btw.

De gemeenteraad verleende in zitting van 28 maart 2024 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 29 april 2024 om 09.00 uur te bereiken. De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 28 juli 2024.

Er werden tijdig 8 offertes ontvangen:
- Maf Architecten bv;
- Multiprofessionele architectenvennootschap Nero bv;
- Corbey Ringoir Architects bv;
- Atelier Toekomst bv;
- Hier Architecten bv;
- Maatschap AE-architecten – H110 Architecten en Ingenieurs bvba – Declerck en Partners;

- Sileghem & Partners Architecten en Ingenieurs bv;

- TARRA architecten bv.

Het opdrachtgevend bestuur stelde voor om, op basis van haar verslag van 19 juni 2024, rekening houdend met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan Maf Architecten bv, Wagenmakersstraat 37 bus C te 8500 Kortrijk tegen de prijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver, zijnde:

●        volumestudie: 0,82 euro excl. btw of 1,00 euro incl. btw;

●        ereloonpercentage: 8,75 % excl. btw of 10,59 % incl. btw.

Het college van burgemeester en schepenen hechtte goedkeuring aan het gunningsvoorstel voor de opdracht “Aanstellen ontwerper nieuwbouw polyvalent buurthuis Sint-Lodewijk” in zitting van 26 juni 2024.

Naar aanleiding van de briefwisseling inzake de gunning en niet-gunning van de opdracht, werd op 2 juli 2024 een schrijven ontvangen van inschrijver Multiprofessionele architectenvennootschap Nero bv, Sint Markoenstraat 28 te 9032 Wondelgem – Gent waarin de onwettigheid van de gunningsbeslissing (en het onderliggende verslag) wordt opgeworpen.

De aanbestedende overheid komt, op basis van voortschrijdend inzicht, tot de vaststelling dat in het gunningsverslag de motieven op grond waarvan de aanbestedende overheid van oordeel is dat de aangeboden prijzen niet abnormaal zijn, ontbreken, hetgeen ten zeerste aan te bevelen is op basis van rechtspraak van de Raad van State (RvS 24 juni 2022, 254.108).

Bovendien dringt een aangepaste weergave van de scoreberekening zich op voor het gunningscriterium 1.1: Prijs-Volumestudie.

Daarnaast blijkt dat de beoordeling van gunningscriterium 2, 3 en 4 veel te beknopt/summier werd gemotiveerd hetgeen niet voldoet aan de materiële motiveringsplicht.

De motivering in een gunningsbeslissing moet op zich volstaan om de beoordeling van een offerte van een inschrijver te begrijpen, hetgeen op dit moment niet het geval is. 

Onregelmatigheden – zoals hogervermeld - in een plaatsingsprocedure verantwoorden de intrekking van een gunningbeslissing (zie ook RvS 26 maart 2020, nr. 247.335, Jacobs Douwe Egberts Pro BE).

Deze beslissing tot intrekking heeft tot doel een nieuwe beslissing voor te bereiden.

Juridische gronden

●        Op basis van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 56 §3, 4° en 5° is het college van burgemeester en schepenen bevoegd voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten

●        Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

●        Wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 85

●        Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

●        Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

●        Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

●        Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

●        Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende de vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit dat de gunningsbeslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 juni 2024 wordt ingetrokken op basis van voormelde motieven.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit dat de inschrijvers van deze beslissing op de hoogte worden gebracht overeenkomstig de Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit dat opdracht wordt gegeven om een nieuwe gunningsbeslissing voor te bereiden.

Artikel 4

Conform artikel 284 § 1 van het Decreet Lokaal Bestuur vermeldt de algemeen directeur de intrekking van een besluit in de rand van de notulen van het college van burgemeester en schepenen en brengt hij de schepenen hiervan op de hoogte op de eerstvolgende vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

Zitting van CBS van 10 JULI 2024

D.2. Studieopdracht masterplan Neunkirchenplein/kerkplein, nieuw cultuurhuis en omgevingsaanleg - aanstellen ontwerpteam - gunning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht 'volledige studieopdracht voor het opmaken van een masterplan voor de site  Neunkirchenplein - Kerkplein en de voorwaardelijke volledige studieopdracht voor een nieuw cultuurhuis en de omgevingsaanleg' goed te keuren.

Motivering

In het kader van de opdracht 'volledige studieopdracht voor het opmaken van een masterplan voor de site Neunkirchenplein - Kerkplein en de voorwaardelijke volledige studieopdracht voor een nieuw cultuurhuis en de omgevingsaanleg' werd een bestek met nr.0046.08 opgesteld in het kader van de Open Oproep van de Vlaamse Bouwmeester.

Er wordt een vast bedrag van 80.000 euro excl. btw voorzien voor opmaak van het masterplan. Verder wordt een honorariumvork van 9 % - 11 % voor de  architectuuropdracht (incl. stabiliteit, technieken, akoestiek, binneninrichting (vast meubilair) en EPB) en een honorariumvork van 5 % - 7 % voor de omgevingsaanleg voorzien.

De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 567.140 euro excl. btw of 686.239,40 euro incl. btw.

De gemeenteraad verleende in zitting van 25 mei 2023 goedkeuring aan de projectomschrijving en het samenwerkingsprotocol voor de studieopdracht voor het opmaken van een masterplan voor de site Neunkirchenplein - Kerkplein en de voorwaardelijke volledige studieopdracht voor een nieuw cultuurhuis en de omgevingsaanleg. Eveneens in zitting van 25 mei 2023 keurde de gemeenteraad het mandaat voor deelname aan de Open Oproep van de Vlaamse bouwmeester voor de studieopdracht voor het opmaken van een masterplan voor de site Neunkirchenplein - Kerkplein en de voorwaardelijke volledige studieopdracht voor een nieuw cultuurhuis en de omgevingsaanleg goed.

De gemeenteraad keurde in zitting van 30 november 2023 het bestek in het kader van de Open Oproep voor de opdracht 'volledige studieopdracht voor het opmaken van een masterplan voor de site Neunkirchenplein - Kerkplein en de voorwaardelijke volledige studieopdracht voor een nieuw cultuurhuis en de omgevingsaanleg' goed, alsook de vergoeding voor het ontwerpend onderzoek door de geselecteerde ontwerpbureaus.

Volgende ontwerpteams kregen het bestek toegestuurd en werden uitgenodigd om een offerte in te dienen:

●        Tijdelijke vereniging architecten adj, Blauwdruk Stedenbouw

●        Tijdelijke vereniging Lokus landscape, New South SAS

●        Tijdelijke vereniging studio lauka, Veldhuis Architectuur BV

●        Bureau DIERENDONCKBLANCKE ARCHITECTEN

De offerten dienden het bestuur ten laatste op 25 maart 2024 om 11.00 uur te bereiken.

De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 23 juli 2024.

Er werden 4 offertes ontvangen:

●        Tijdelijke vereniging architecten adj, Blauwdruk Stedenbouw

●        Tijdelijke vereniging Lokus landscape, New South SAS

●        Tijdelijke vereniging studio lauka, Veldhuis Architectuur BV

●        Bureau DIERENDONCKBLANCKE ARCHITECTEN

De gunningscommissie, samengesteld in het kader van de Open Oproep van de Vlaamse Bouwmeester, stelde op 25 juni 2024 het gunningsverslag op.

De gunningscommissie, samengesteld in het kader van de Open Oproep van de Vlaamse Bouwmeester, stelt voor om, op grond van haar evaluatie in het licht van de gunningscriteria en op basis van de afwegingen en elementen die aan bod gekomen zijn tijdens de onderhandelingen, deze opdracht te gunnen aan de inschrijver die de beste score behaalt op grond van de gunningscriteria, zijnde de tijdelijke vereniging architecten adj, Blauwdruk Stedenbouw, vertegenwoordigd door Els Nulens voor Blauwdruk Stedenbouw, Karel De Preterlei 204 te 2140 Antwerpen en door Jef Driesen voor architecten adj, Stijfselrui 22/101 te 2000 Antwerpen, tegen het nagerekende offertebedrag van:

●        Forfait masterplan: 80.000 euro excl. btw.

●        Ereloon voor de volledige studieopdracht architectuur - stabiliteit en technieken (excl. btw, excl. opmaak sloopopvolgingsplan en technisch verslag grondverzet): 11 % voor aandeel nieuwbouw, verhoogd met coëfficient 0,00 voor het aandeel renovatie.

●        Ereloon voor de volledige studieopdracht omgevingsaanleg (excl. btw): 7 %.

De financieel directeur kende op 9 juli 2024 voorwaardelijk visum toe met nummer G-2024-41. Het voorwaardelijk visum wordt toegekend onder de voorwaarde dat bijkomend krediet wordt voorzien in de eerstvolgende aanpassing meerjarenplan, en onder de voorwaarde dat de begunstigde als maatschap is ingeschreven in de kruispuntdatabank van ondernemingen, voordat aan de uitvoering van de opdracht gestart wordt.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

●        Andere:

○        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

○        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

○        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

○        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

○        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet).

○        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

○        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Er is onvoldoende budget voorzien. In de eerstvolgende aanpassing meerjarenplan dient bijkomend krediet voorzien te worden.

BESLUIT

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsverslag met bijlage van 25 juni 2024, opgesteld door de gunningscommissie, samengesteld in het kader van de Open Oproep procedure van de Vlaamse Bouwmeester.

Artikel 2

Het gunningsverslag met bijlage in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3

De opdracht 'Volledige studieopdracht voor het opmaken van een masterplan voor de site Neunkirchenplein - Kerkplein en de voorwaardelijke volledige studieopdracht voor een nieuw cultuurhuis en de omgevingsaanleg' wordt gegund aan de inschrijver die de beste score behaalde op grond van de gunningscriteria, zijnde de tijdelijke vereniging architecten adj, Blauwdruk Stedenbouw, vertegenwoordigd door Els Nulens voor Blauwdruk Stedenbouw, Karel De Preterlei 204 te 2140 Antwerpen en door Jef Driesen voor architecten adj, Stijfselrui 22/101 te 2000 Antwerpen, tegen het nagerekende offertebedrag van:

●        Forfait masterplan: 80.000 euro excl. btw.

●        Ereloon voor de volledige studieopdracht architectuur - stabiliteit en technieken (excl. btw, excl. opmaak sloopopvolgingsplan en technisch verslag grondverzet): 11 % voor aandeel nieuwbouw, verhoogd met coëfficient 0,00 voor het aandeel renovatie.

●        Ereloon voor de volledige studieopdracht omgevingsaanleg (excl. btw): 7 %.

Artikel 4

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastenvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 0046.08, opgesteld in het kader van de Open Oproep van de Vlaamse Bouwmeester.

Artikel 5

De betaling moet gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2024, op jaarbudgetrekening A-3.03.11/0705-00/22100000/GEMEENTE/CBS/IP-40. Er is onvoldoende budget voorzien. Er wordt voorgesteld bijkomend krediet te voorzien bij de eerstvolgende aanpassing meerjarenplan.