Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 26 mei 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 26 mei 2021.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 26 mei 2021 goed te keuren.

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.2. Zitting raadkamer 11 juni 2021 - vertegenwoordiging gemeente - goedkeuring

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.3. Administratief medewerker lokaal erfgoed - ontslagname - kennisname

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.4. Refterhulp - beslissing genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid - goedkeuring

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.5. Beslissingen algemeen directeur - mei 2021 - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de besluiten van de algemeen directeur van de maand mei 2021.

Motivering

De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 170 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besluiten van de algemeen directeur van de maand mei 2021.

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.6. Diverse verslagen - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

Motivering

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

•          Leiedal - verslag van de Raad van Bestuur van 12 mei 2021

•          W13 - Raad van Bestuur van 28 mei 2021

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.7. Mijn huis - algemene vergadering van 15 juni 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Mijn huis nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van haar algemene vergadering die plaatsvindt op 15 juni 2021 om 19.30 uur in feestzaal Vaernewijck, Hulstsestraat 217 te 8520 Kuurne.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda met volgende agendapunten:

1)      Goedkeuring verslag van de vergadering van 30 juni 2020

2)      Verslag van de Raad Van Bestuur aan de Algemene Vergadering

3)      Bijzonder verslag omtrent het toezicht op het sociaal oogmerk

4)      Verslag bedrijfsrevisor

5)      Jaarrekening 2020

6)      Kwijting aan de bestuurders en commissaris

In de gemeenteraadszitting van 28 februari 2019 werd de heer Louis Vanderbeken aangesteld als vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van 'Mijn Huis'.

De financieel directeur heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de agenda goed te keuren en verzoekt de aangeduide vertegenwoordiger zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in onderhavig besluit en als dusdanig de op de agenda geplaatste punten, waarvoor een beslissing moet genomen worden, goed te keuren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit om 'Mijn Huis' op de hoogte te brengen van onderhavige beslissing.

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.8. Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.9. OVSG - algemene vergadering van 15 juni 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

OVSG nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van haar algemene vergadering die plaatsvindt via Microsoft Teams op dinsdag 15 juni 2021 van 9.30 uur tot 10.30 uur.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agendapunten:

1)      Goedkeuring verslag algemene vergadering 2020

2)      Jaarverslag 2019-2020

3)      Financieel verslag 2020

4)      Goedkeuring jaarrekening 2020

5)      Goedkeuring begroting 2021

6)      Verslag van de revisor

7)      Kwijting bestuurders en bedrijfsrevisor

8)      Verlenging van het mandaat van de revisor

9)      Toekomstplan

In de gemeenteraadszitting van 28 februari 2019 werd de heer Claude Croes aangesteld als vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van OVSG voor de legislatuur 2019-2024.

De financieel directeur verleent positief advies gezien er geen financiële impact is voor de gemeente.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de agenda goed te keuren en verzoekt de aangeduide vertegenwoordiger zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in onderhavig besluit en als dusdanig de op de agenda geplaatste punten, waarvoor een beslissing moet genomen worden, goed te keuren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit om OVSG op de hoogte te brengen van onderhavige beslissing.

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.10. Jeugdhuis De Caravanne - tussenkomst werkingsuitgaven - deel 1/2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de tussenkomst in de werkingsuitgaven van Jeugdhuis De Caravanne goed te keuren.

Motivering

Op 25 mei 2021 richt Jeugdhuis De Caravanne zich in een schrijven tot het college van burgemeester en schepenen. Daarin vragen zij de tussenkomst in de werkingsuitgaven van het jeugdhuis voor 2021 al voor een deeltje op, namelijk voor een bedrag van 764,25 euro, zijnde 5 x de helft van de maandelijkse huur (5 x 152,85 euro).

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de tussenkomst voor de werkingsuitgaven van Jeugdhuis De Caravanne, voor een bedrag van 764,25 euro, over te maken op het rekeningnummer BE28 7512 0929 4920 van Jeugdhuis De Caravanne.

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.11. vzw Uzien - Bolstersessie 2 - 10 juni 2021 - goedkeuring

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.12. Herdenking René De Clercq - 12 juni 2021 - inname openbaar domein - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor een tijdelijke inname van het openbaar domein naar aanleiding van de herdenking van René De Clercq.

Motivering

Ic Dien en het René Declercqgenootschap wensen een herdenking van René De Clercq te organiseren aan de Sint-Columbakerk op 12 juni 2021 om 19.00 uur. Bij de samenkomst worden de geldende coronamaatregelen in acht genomen.

Voor de herdenking vragen ze toelating tot het verkeersvrij maken van de kerkomtrek vanaf 18.30 uur.

Conform de signalisatievergunning geldt het parkeerverbod van 17.00 uur tot 22.00 uur.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Plaatsing verkeerssignalisatie

◦          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein, namelijk de kerkomtrek, op zaterdag 12 juni 2021 van 17.00 uur tot 22.00 uur.

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.13. LO - opvang tijdens lokale vrije dag - aanstellingen - goedkeuring

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.14. BBO De KIM & De SAM - tijdelijke aanstellingen refterpersoneel -

goedkeuring

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.15. OMV 2021.104 - Beverenstraat 68 - melding - aktename

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor het deels inrichten van de woning  als zorgwoning op een perceel gelegen Beverenstraat 68 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 120 R ingediend door de heer Kird Owen wonende Beverenstraat 68 te 8540 Deerlijk, met OMV-referentie OMV_2021090159.

Motivering

De melding ingediend door de heer Kird Owen wonende Beverenstraat 68 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 20 mei 2021.

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:

“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, en artikel 4.2.4 van de VCRO.

De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, neemt een beslissing over de melding binnen een termijn van:

1° twintig dagen als de melding louter betrekking heeft op de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van de derde klasse;

2° dertig dagen in alle andere gevallen.

Deze overheid stelt de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde termijn daarvan in kennis. De termijnen, vermeld in het tweede lid, gaan in op de dag na de datum van de melding.

Als geen beslissing is genomen en ter kennis gebracht aan de persoon die de melding heeft verricht binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, wordt de melding geacht te zijn geakteerd.”

VOORWERP VAN DE MELDING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE HANDELINGEN

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Beverenstraat 68, kadastraal bekend afdeling 1 sectie A nr. 120R.

De melding omvat de volgende stedenbouwkundige handelingen: deels inrichten van de woning  als zorgwoning.

De werken kunnen als volgt beschreven worden:

De aanvrager wenst een deel van zijn woning te gebruiken als zorgwoning voor een persoon met een handicap. De gedeeltes die als zorgwoning zullen dienen zijn een bestaande slaapkamer die zijn functie behoudt en een bestaande slaapkamer die gebruikt zal worden als living, beiden gelegen onder het dakvolume. De badkamer, de keuken en de inkomhal zullen als gemeenschappelijke ruimtes gebruikt worden. Het volume dat ingenomen wordt als zorgwoning bedraagt ongeveer 66 m³ ten opzichte van een volume van de woning van 499 m³. Er worden geen constructieve werken uitgevoerd.

Bevoegdheid

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project. Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER VAN DE GEMELDE STEDENBOUWKUNDIGE HANDELINGEN

Er zijn geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan de melding.

Op de ingediende melding zijn volgende bestemmingsplannen en planologische voorschriften van toepassing:

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Er wordt voldaan aan artikel 4.1.1, 18° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:

“18° zorgwonen : een vorm van wonen waarbij voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden :

a)      in een bestaande woning wordt één ondergeschikte wooneenheid gecreëerd,

b)      de ondergeschikte wooneenheid vormt één fysiek geheel met de hoofdwooneenheid,

c)      de ondergeschikte wooneenheid, daaronder niet begrepen de met de hoofdwooneenheid gedeelde ruimten, maakt ten hoogste één derde uit van het bouwvolume van de volledige woning,

d)      de creatie van de ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van :
1) hetzij ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon 65 jaar of ouder is;
2) hetzij ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon die hulpbehoevend is. Een hulpbehoevende persoon is een persoon met een handicap, een persoon die in aanmerking komt voor een zorgverzekeringstegemoetkoming, een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden of een basisondersteuningsbudget als vermeld in artikel 4, eerste lid, van het decreet van 24 juni 2016 houdende de Vlaamse sociale bescherming, of een persoon die een behoefte heeft aan ondersteuning om zich in zijn thuismilieu te kunnen handhaven. De kinderen ten laste van de hulpbehoevende persoon worden niet meegerekend bij het bepalen van het maximum van twee personen;

3) hetzij de zorgverlener indien de personen, vermeld in punt 1 of 2, gehuisvest blijven in de hoofdwooneenheid.

e) de eigendom, of ten minste de blote eigendom, op de hoofd- en de ondergeschikte wooneenheid berust bij dezelfde titularis of titularissen”.

Bovendien voldoen de handelingen aan artikel 6 van hetzelfde besluit, aangezien ze:

-          niet strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg of vergunningen voor het verkavelen van gronden, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van omgevingsvergunningen;

-          niet worden verricht op percelen waarop voorlopig of definitief beschermde monumenten aanwezig zijn, in voorlopig of definitief beschermde cultuurhistorische landschappen, in voorlopig of definitief beschermde stads- en dorpsgezichten, of in voorlopig of definitief beschermde archeologische sites;

-          niet worden uitgevoerd in een afgebakende oeverzone als vermeld in artikel 3, § 2, 43°, van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen;

-          niet worden uitgevoerd voor de rooilijn of in een achteruitbouwstrook.

De gemelde stedenbouwkundige handelingen zijn meldingsplichtig en niet verboden.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Kird Owen wonende Beverenstraat 68 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen stedenbouwkundige handelingen, zijnde het deels inrichten van de woning  als zorgwoning gelegen Beverenstraat 68 te Deerlijk.

Artikel 2

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.  De aanplakking moet gebeuren vooraleer u start met de uitvoering van de melding. De gemeente kan u hierbij helpen.

Beroepsmogelijkheid

Men kan tegen deze uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

Men doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de dag van aanplakking van de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing.

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie).

Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

• 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
• 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Het verzoekschrift moet minstens de volgende gegevens bevatten:

-       de naam, de hoedanigheid, de woonplaats of de zetel van de verzoekende partij, de gekozen woonplaats in België, een telefoonnummer en een e-mailadres;

-       de naam en het adres van de verweerder;

-       het voorwerp van het beroep of bezwaar;

-       een uiteenzetting van de feiten en de ingeroepen middelen;

-       een inventaris van de overtuigingsstukken.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.16. Inname openbaar domein - kennisname

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.17. Gemeenteraadscommissie financiën - verslagen 2020 - kennisname

Aanleiding en context

De gemeenteraadscommissie financiën hield een digitale vergadering via Teams op 28 april 2020 en 10 november 2020.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de verslagen.

Motivering

De verslagen van deze vergaderingen werden goedgekeurd in de respectievelijke zittingen van 10 november 2020 en 23 maart 2021.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de goedgekeurde verslagen van de gemeenteraadscommissie financiën van 28 april 2020 en 10 november 2020.

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.18. Regionale samenwerking en kandidaatstelling projectoproep 'versterken van het mentaal welzijn bij kinderen en jongeren' - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de kandidaatstelling voor de projectoproep "versterking van het mentaal welzijn van kinderen en jongeren" goed te keuren.

Motivering

De coronapandemie heeft een serieuze stempel gedrukt op het leven van onze kinderen en jongeren. Heel wat jongeren waarvan het jeugdhuis of het reguliere jeugdwerk hun vaste stek was en hun safe space om met hun vrienden samen te zitten, liepen het voorbije jaar verloren. Ook kinderen en jongeren die het al moeilijk hadden, krijgen het vaak nog zwaarder te verduren in de huidige situatie. Het is daarom belangrijk om alle jongeren te ondersteunen waar mogelijk. 

De problemen die ontstaan zijn of verergerd zijn tijdens de nog lopende coronacrisis zullen niet zomaar verdwijnen zodra de maatregelen opgeheven worden. Ze zullen ook zichtbaar en voelbaar zijn na de crisisfase van de pandemie. Bijgevolg moet niet alleen tijdens de volle coronacrisis maar ook daarna ingezet worden op het verhogen van het mentaal welzijn van kinderen en jongeren.

Onder impuls van W13 zal er binnen het project ‘overkophuis’ een antennepunt in Deerlijk opgericht worden. De opstart van het antennepunt staat gepland voor eind 2022 of eind 2023. Toch hebben onze jongeren reeds vandaag nood aan extra begeleiding op het vlak van mentaal welzijn. De projectoproep die Vlaams minister Bart Somers lanceert, biedt een kans om dit versneld te realiseren.

De jeugddienst ging reeds in overleg met het jeugdhuis. Uit dit gesprek blijkt dat er heel wat nood is aan een concreet en laagdrempelig aanbod voor de Deerlijkse jeugd. De leden van het jeugdhuis zitten vol goede ideeën en enthousiasme om hier verder mee aan de slag te gaan. Via deze subsidie kan Deerlijk dit ter harte nemen.

De projectoproep

Doel: Lokale besturen ondersteunen om bij te dragen aan het mentaal welzijn van kinderen en jongeren.

Budget: Per ingediend project kan maximaal 40.000 euro subsidie ontvangen worden. 

Er zijn 3 belangrijke voorwaarden:

•          Cofinanciering van 50 % vereist (loonkost mag ingebracht worden).

•          Duiding welke nieuwe of versterkte initiatieven genomen worden, inschatting van beoogde effecten en toelichting over partners waarmee samengewerkt zal worden.

•          Duidelijke kostenraming van subsidiabele kosten.

Er zijn 4 toekenningsrondes (23 april – 14 mei – 4 juni – 25 juni 2021).

Subsidiabele periode: tot 30 juni 2022.

Concrete invulling

Onder impuls van W13 wordt ervoor gekozen om een regionale samenwerking aan te gaan. Dit vergroot de kans op goedkeuring. Samen met de lokale besturen van Wevelgem, Kuurne en Harelbeke willen we een project indienen met als doel het hulpverleningsaanbod op maat van én met de jongeren in deze vier Zuid-West-Vlaamse lokale besturen te ontwikkelen in functie van mentaal welzijn. Het penhouderschap bij deze projectaanvraag ligt bij W13. Slechts 1 lokaal bestuur kan de officiële aanvrager zijn. Wevelgem neemt deze taak op zich.

Als belangrijke partner binnen deze oproep wordt het CAW naar voor geschoven. Met het bedrag van de subsidie wordt een samenwerking met het CAW aangegaan zodat men een medewerker kan afvaardigen om dit project in goede banen te leiden. De financiële en administratieve consequentie voor het lokaal bestuur blijft eerder beperkt.

De focus van het project ligt op 3 aspecten:

1)      Participatietraject met de jongeren.

Voor Deerlijk wil dit zeggen dat we actief aan de slag gaan met het jeugdhuis en mits de ondersteuning van het CAW kan de niet-georganiseerde jeugd op een outreachende manier bereikt worden.

2)      Uitrol van een concreet en laagdrempelig aanbod op basis van bovenstaand participatietraject.

De inhoud en de vorm kiezen de jongeren zelf en is dus volledig op de lokale noden afgestemd. De uitrol en verankering gebeurt door ondersteuning van de aangestelde medewerker van het CAW.

3)      Het uitwisselen van expertise door een 3-maandelijkse projectstuurgroep waar de 4 lokale besturen aanwezig zijn. Dit om de eigen werking te versterken.

In het kader van de cofinancieringsvoorwaarde wordt 5 % van de tijdsbesteding en loonkost van de experte jeugd en de innovator burger en welzijn aangewend voor de opvolging van het project. Dit omdat het project zich zowel op het domein van jeugd als welzijn situeert.

Juridische gronden

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen in die zin dat loonkost wordt ingebracht.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de regionale samenwerking en bijgevolg de kandidaatstelling voor de projectoproep “Versterking van het mentaal welzijn van kinderen en jongeren” goed te keuren.

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

C.19. Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

Aanleiding en context

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere: Organisatiebeheersysteem

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/21 goed te keuren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/27 goed te keuren.

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

D.1. Gemeentelijke Holding NV in vereffening - algemene vergadering van 30 juni 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Gemeentelijke Holding NV - in vereffening, nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van haar algemene vergadering die elektronisch zal plaatsvinden op woensdag 30 juni 2021 om 14.00 uur.

Motivering

Overeenkomstig de wettelijke regels terzake worden alle punten van de agenda louter ter kennisname meegedeeld aan de algemene vergadering. Zij worden niet ter stemming voorgelegd.

Gelet op de uitzonderlijke crisis waarin het land verkeert en gezien de vereffenaars van de Gemeentelijke Holding niet kunnen garanderen dat de geldende maatregelen ter bestrijding van de Covid-19 pandemie zouden kunnen worden nageleefd tijdens een fysieke vergadering, zien de vereffenaars zich genoodzaakt de algemene vergadering op elektronische wijze te laten plaatsvinden, overeenkomstig artikel 7:137 Wetboek Vennootschappen en Verenigingen. De algemene vergadering zal dus niet fysiek plaatsvinden maar uitsluitend via videoconferentie.

Ondanks deze bijzondere maatregel blijft het vraagrecht van de aandeelhouders volstrekt gewaarborgd en worden de aandeelhouders aangemoedigd om hun vragen zoveel als mogelijk op voorhand te bezorgen, maar er zal ook een mogelijkheid zijn om tijdens de vergadering vragen te stellen.

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda (met bijlagen) als volgt:

1)      Bespreking van de werkzaamheden van de vereffenaars over het boekjaar 2020

2)      Bespreking door de vereffenaars van de jaarrekening over het boekjaar 2020

3)      Bespreking van het jaarverslag van de vereffenaars over het boekjaar 2020 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten

4)      Bespreking van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over het boekjaar 2020

5)      Vraagstelling

In de gemeenteraadszitting van 6 juni 2019 werd de heer Bert Schelfhout aangesteld als effectief vertegenwoordiger en mevrouw Sandra De Leeuw-Goussey als plaatsvervangend vertegenwoordiger, voor de algemene vergaderingen van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening.

De financieel directeur heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt de agenda met bijlagen goed en laat de aangestelde vertegenwoordiger verontschuldigen voor deelname aan de algemene vergadering van 30 juni 2021.

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

D.2. Corona - gemeentelijk afhaalpunt Kazerne - stopzetting - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de tijdelijke inrichting van de kazerne als gemeentelijk afhaalpunt in tijden van corona te beëindigen vanaf woensdag 9 juni 2021.

Motivering

Op het overlegcomité van 11 mei 2021 is in het kader van het zomerplan een eerste pakket met versoepelingen aangekondigd door de federale overheid, waarvan de maatregelen in werking treden op woensdag 9 juni 2021.

De voorgestelde versoepelingen en overeenkomstige maatregelen worden verduidelijkt via de notificaties volgend op het overlegcomité van 11 mei 2021 alsook via het persbericht van het ministerie van Binnenlandse Zaken gepubliceerd op dinsdag 25 mei 2021.

Vanaf woensdag 9 juni 2021 zullen georganiseerde activiteiten voor groepen van 50 personen opnieuw mogelijk zijn; worden huis-aan-huis- en leurdersactiviteiten terug toegelaten; zullen handelsbeurzen opnieuw mogen plaatsvinden volgens de regels van de winkels, ...

Op basis van deze beschikbare informatie concludeert de evenementencoach, na overleg met de noodplanningsambtenaar,  dat de aangekondigde versoepelingen opnieuw de ruimte bieden aan verenigingen om coronaveilig, volgens de regels van de winkels, verkoopacties te organiseren ter hoogte van hun eigen lokalen. Hierdoor hoeft de oude brandweerkazerne niet langer als gemeentelijk afhaalpunt ingericht en aangeboden te worden.

Bovendien zullen vanaf woensdag 9 juni 2021 ook opnieuw georganiseerde binnen- activiteiten en evenementen mogen georganiseerd worden door verenigingen, waardoor de vraag naar gebruik van de kazerne als evenementenlocatie enkel zal toenemen.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de stopzetting van de tijdelijke inrichting van de kazerne als gemeentelijk afhaalpunt, vanaf woensdag 9 juni 2021, goed te keuren.

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

D.3. OMV 2020_241 - Oude Pastoriestraat 1 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een meergezinswoning, op een perceel gelegen Oude Pastoriestraat 1 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 E aangevraagd door Gudrun Roelstraete namens Bistierland BVBA gevestigd Harpstraat 5/1 te 8530 Harelbeke.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  28 mei 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De materialisatie van de gevelvlakken dient verder uitgewerkt te worden adh van visualisaties teneinde de verticale geleding te versterken.

        De voortuinstrook moet voor de zone waar nu de dwarse parkeerplaatsen voorzien worden, heringericht worden rekening houdend met volgende richtlijnen:

o        Er dienen in de voortuinstrook minstens 4 parkeerplaatsen gerealiseerd te worden die gekoppeld worden en ontsluiten via ofwel de brandweg langs de rechterzijde van het perceel ofwel de toegangszone naar de ondergrondse garages ofwel gespreid over beide bestaande aansluitingen op het openbaar domein.

o        De voortuinstrook moet groener ingericht worden tot aan de rooilijn en op de rooilijn dient eenzelfde haag aangeplant te worden zoals ook voorzien is bij de voortuinen van de woningen.

o        Aangezien de dwarse parkeerplaatsen verdwijnen dient de bomenrij langs de straat (in de zone tussen rijweg en voetpadstrook) vervolledigd te worden teneinde het ‘laan-effect’ in de Oude Pastoriestraat te maximaliseren en te versterken.

        De terrassen bij de gelijkvloerse appartementen moeten aangelegd worden in waterdoorlatende materialen.

        Er dient voldoende aandacht besteed te worden aan de afwatering van het terrein zodat het water voldoende tijd krijgt om op eigen terrein te infiltreren en geen wateroverlast ontstaat ter hoogte van de openbare weg, het wandelpad of de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater.

        De voorwaarden geformuleerd in het brandpreventieverslag en het advies van Riopact (Watergroep) dienen stipt nageleefd te worden.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oude Pastorijstraat zoals goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 5 november 2014 (dossiernummer VK 2014.15).

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langs de Oude Pastoriestraat, een voldoende uitgeruste weg in een recent aangelegde verkaveling. De verkaveling voorziet hoofdzakelijk loten voor vrijstaande, gekoppelde en aangebouwde ééngezinswoningen met maximaal twee bouwlagen en een hellend of plat dak en één perceel voor meergezinswoningen aan het binnenkomen van de verkaveling.

De bouwplaats is een braakliggend terrein dat ten noorden en ten oosten omrand wordt door een fiets- en wandelpad. Ten zuidoosten zijn tuinzones van in opbouw zijnde eengezinswoningen aanwezig en ten zuidwesten bevindt zich de toegangsdreef tot de verkaveling met aansluitend een aantal eengezinswoningen en een garageweg.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een vrijstaand appartementsgebouw te bouwen.

Het appartementsgebouw wordt ingeplant op 7 m van de rooilijn, op minstens 15 m van de rechterzijperceelsgrens en op 6 m van de linkerzijperceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt minstens 11 m.

Het appartementsgebouw heeft een breedte van maximaal 15,90 m op een diepte van 55,60 m. Het volume bestaat uit drie bovengrondse bouwlagen en een ondergrondse parkeergarage en wordt afgewerkt met plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 10 m ten opzichte van het vloerpas. De kroonlijsthoogte thv de liftkokers is 0,60 m hoger. Aan de straatzijde ligt het vloerpas ongeveer 0,20 m boven het voetpadpeil. Omwille van de helling van het terrein zal een ophoging van meer dan 1 m nodig zijn aan de achterzijde van het perceel. De niveauverschillen worden opgevangen in de omgevingsaanleg door een trappensysteem, hellende vlakken en natuurlijke helling in het gazon.

In de parkeergarage worden 24 afgesloten parkeerboxen voorzien. De afzonderlijk af te sluiten garages hebben een breedte van 3,55 m en een diepte van 6,15 m zodat er naast het parkeren van een auto ook ruimte is om 2 fietsen te plaatsen. Naast de garageboxen zijn er tevens 3 traphallen incl. liftschacht aanwezig.

Op het gelijkvloers en het 1e verdiep bevinden zich telkens 7 woongelegenheden. Op de bovenste verdieping zijn er 6 woongelegenheden. In totaal worden 4 1-slaapkamerappartementen, 13 2- slaapkamerappartementen en 1 3-slaapkamerappartement voorzien.

De gevels worden afgewerkt in witte gekaleide gevelsteen (identiek aan de reeds bestaande woningen) met een bruin-zwarte plint en rood-bruin genuanceerd metselwerk thv de trap/liftkokers.  Het schrijnwerk is voorzien in antracietkleuring aluminium. De balustrades aan de terrassen worden voorzien in glas.

De zone tussen de rooilijn en de voorgevel wordt ingevuld als parkeerruimte en toerit naar de ondergrondse parkeergarage. In totaal worden daar 8 parkeerplaatsen voorzien thv de voortuin, waarvan 3 voorbehouden voor mindervaliden. De voortuin wordt aangeplant met wat restgroen en er worden 4 bomen voorzien.

Er worden ter hoogte van de linkerzijgevel drie toegangen voorzien tot de meergezinswoning. Deze zijn ofwel bereikbaar via een hellend vlak ofwel via een trapconstructie. Ter hoogte van de toegangen wordt steeds een fietsenstalplaats voorzien. (max. 6 fietsen in een hoger-lagersysteem).

Elke woongelegenheid beschikt over minstens één terras. De woongelegenheden op het gelijkvloers beschikken zowel langs de linker- als langs de rechtergevel over een terras. Ook ter hoogte van de voor- en achtergevel bevinden zich op het gelijkvloers terrassen. De terrassen worden onderling van elkaar gescheiden door een haag met een breedte van 0,25 m. De rest van de gelijkvloerse buitenruimte wordt ingericht als een gemeenschappelijke groenzone waarin leibomen voorzien zijn ten opzichte van de eengezinswoningen van de Proosdijstraat met een aanliggend kruiwagenpad. Het merendeel van de woongelegenheden op de verdiepen beschikt eveneens over 2 terrassen. De terrassen sluiten soms aan op de leefruimte, soms op een slaapkamer, bureau of badkamer. Verschillende terrassen hebben een eerder beperkte oppervlakte (3 x 1,4 m).

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 26 februari 2021 tot 27 maart 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

De brandweerzone Fluvia werd om advies verzocht op 18 februari 2021. De adviesinstantie bracht op 24 februari 2021 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverlag’.

De Watergroep, Riopact werd om advies verzocht op 18 februari 2021. De adviesinstantie bracht op 29 maart 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘…3. Conclusie van het advies

Het dossier kan aanvaard worden mits aan volgende voorwaarden wordt voldaan:

      Een septische put is verplicht, maar wordt niet voorzien. Deze dient aan het ontwerp toegevoegd te worden. Wanneer enkel toiletten worden aangesloten dient het volume minimaal 2000 l te zijn of 300 l/inwoner (bij 10 of minder inwoners) en vanaf 11 inwoners dient bijkomend 225 l/inwoner te worden voorzien. Wordt ook ander afvalwater aangesloten, dan moet het volume van de septische put minstens 3000 l bedragen of 600 l/inwoner (bij 10 of minder inwoners) en vanaf 11 inwoners bijkomend 450 l/extra inwoner.

      De diameter van de afval- en hemelwateraansluiting moet minimaal 125 mm en maximaal 200 mm bedragen.

Er dient eveneens voldaan te worden aan de algemene voorwaarden zoals opgenomen in het advies zoals gevoegd bij het dossier.’

De Provincie West-Vlaanderen, dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 18 februari 2021. De adviesinstantie liet op 5 maart weten geen advies uit te brengen gezien de verharde oppervlakte van de aanvraag kleiner is dan 1.000 m², de aanvraag niet gelegen is op een perceel langs een waterloop van 2de categorie en de aanvraag niet gelegen is in een overstromingsgevoelig gebied (= zie pluviale overstromingskaart).

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk RUP Oude Pastorijstraat, goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012.

De aanvraag is tevens gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 5 november 2014 (dossiernummer gemeente: 1049/201415). Gezien de verkaveling een later goedgekeurd plan betreft die een verdere verfijning betekent van het RUP dient de aanvraag getoetst te worden aan de voorschriften van de verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften van de verkaveling. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het verkavelingsplan gezien de bestemming meergezinswoningen gerespecteerd wordt, het maximaal aantal entiteiten van 21 gerespecteerd wordt, de hoofdfunctie wonen is, de terreinbezetting minder dan 50 % bedraagt, de afstand tot de rooilijn minstens 6 m bedraagt en de afstand tot de achterkavelgrens minstens 8 m bedraagt, het gebouw ingeplant is binnen het voorziene bouwkader, het maximaal aantal bouwlagen gerespecteerd wordt, de maximale bouwhoogte van 10,50 m voor het woonvolume gerespecteerd wordt, het gebouw maximaal 50 cm boven het hoogste peil van de wegenis voorzien is, de verplicht platte dakvorm gerespecteerd wordt, inpandige terrassen aanwezig zijn evenals terrassen op de onderliggende bouwlaag en de afsluiting voorzien wordt onder de vorm van levendige hagen.

Het gevraagde is ook in overeenstemming met de niet overgenomen of verder verfijnde bepalingen van het RUP gezien aan de toegangen fietsenstallingen voorzien worden, in het project minstens 2 fietsenstallingen per woongelegenheid gerealiseerd worden en de zone langs de oostelijke zijde ingericht wordt met hoogstammig groen teneinde te functioneren als groenbuffer naar het landschap.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de afmetingen en het materiaalgebruik zodat een afwijking overwogen kan worden.

De afwijking op de bouwdiepte van 15 m naar 15,90 m is te motiveren aangezien het een beperkte afwijking betreft ter hoogte van de liftkokers en enkel op het gelijkvloers, de bouwdiepte globaal gezien een stuk minder is dan de maximale 15 m en de maximale terreinbezetting gerespecteerd blijft. Er werden ook geen bezwaren geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek zodat ook de aanpalenden hiervan geen hinder zullen ondervinden.

De afwijking op de hoogte van de liftschachten is eveneens beperkt gezien deze slechts 10 cm boven de maximaal toegelaten bouwhoogte komt, beperkt is tot de 3 locaties van de liftschachten en bijgevolg geen bijkomende impact zal hebben op de omgeving inzake afname van het zonlicht.

De afwijking in materiaalgebruik valt niet te motiveren. Er zijn voldoende mogelijkheden om waterdoorlatende materialen te voorzien. Daarenboven draagt het voorzien van waterdoorlatende materialen bij tot de algemene waterhuishouding van het terrein. Het voorzien van waterdoorlatende terrassen wordt opgelegd als voorwaarde.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oude Pastoriestraat een voldoende uitgeruste weg is.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien en een groot deel van de verharding watert af op eigen terrein of wordt (na opleggen van de voorwaarde) aangelegd in waterdoorlatende materialen zodat het water van de verhardingen maximaal kan infiltreren in de bodem.

Er wordt geen infiltratievoorziening aangelegd aangezien de overlopen aangesloten worden op het collectief bufferbekken dat in het kader van de verkaveling gerealiseerd werd en waarbij bij de dimensionering ook de individuele kavels mee in rekening gebracht werden.  Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). De screening werd toegevoegd in het omgevingsloket waarbij de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht werden en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

De voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag voorziet in de bouw van een meergezinswoning waarbij het perceel aansluit op door dezelfde bouwheer te ontwikkelen/ontwikkelde gronden en die samen meer dan een halve hectare beslaan. Overeenkomstig 4° van artikel 4.2.1 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid zijn de normen bescheiden woonaanbod van toepassing op de voorliggende bouwaanvraag. Er dient een norm verwezenlijkt te worden van ten minste 20 % van het aantal te verwezenlijken woningen.

Het voorliggende project maakt deel uit van een globale verkaveling. Het bescheiden woonaanbod werd beoordeeld op het niveau van de verkaveling waarbij minstens 9 woningen als bescheiden woonaanbod gerealiseerd moeten worden. Op het niveau van de verkaveling zijn de loten 37, 38, 41, 42 en 5 appartementen te realiseren als zijnde het bescheiden woonaanbod.

Van de 20 woongelegenheden voorzien in voorliggende aanvraag komen er 5 in aanmerking als bescheiden woonaanbod, zijnde met een volume van minder dan 240 m³. Het betreffen volgende appartementen:

      App B.00.02 heeft een oppervlakte van 81,79 m² en een hoogte (incl. structuur) van 2,90 m waardoor het volume 237,19 m³ zal bedragen.

      App C.00.02 heeft een oppervlakte van 81,79 m² en een hoogte (incl. structuur) van 2,90 m waardoor het volume 237,19 m³ zal bedragen.

      App B.01.01 heeft een oppervlakte van 74,11 m² en een hoogte (incl. structuur) van 3,20 m waardoor het volume 237,15 m³ zal bedragen.

      App A.02.03 heeft een oppervlakte van 69,10 m² en een hoogte (incl. structuur) van 3,45 m waardoor het volume 238,39 m³ zal bedragen.

      App B.02.02 heeft een oppervlakte van 69,20 m² en een hoogte (incl. structuur) van 3,45 m waardoor het volume 238,74 m³ zal bedragen.

Bijgevolg voldoet de aanvraag aan de bepalingen van het grond- en pandendecreet voor wat betreft het realiseren van het bescheiden woonaanbod.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

-          Functionele inpasbaarheid

Het realiseren van een beperkte meergezinswoning was voorzien zowel in het RUP als in de verkaveling. Deze functie past in het geheel van de verkaveling waarin onder meer voorzien is een aantal trage doorsteken evenals kwalitatieve groenzones. De verkaveling wordt voor het overige uitsluitend bestemd voor wonen zodat de woonfunctie zich maximaal integreert in deze omgeving.

-          Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het voorzien van de meergezinswoning was op verkavelingsniveau ingegeven vanuit het feit dat voor de globale verkaveling een bouwdichtheid van 19 woningen/ha gehanteerd werd. Vanuit de mix aan type woningen in de verkaveling, zijnde gesloten bebouwing (aansluiting bij de bebouwing van de Kapelstraat), halfopen bebouwing maar eveneens open bebouwing richting het achterliggend landbouwgebied werd geopteerd om plaatselijk een verdichtingsproject te realiseren.

Bij de inplanting van het gebouw werd rekening gehouden met een voldoende afstand tot de tuinzones van de woningen langs de Proosdijstraat teneinde de impact te beperken. Deze zone wordt eveneens ingericht als deels gemeenschappelijke tuinzone zodat deze met volwaardig groen ingericht kan worden.

De voorziene inplanting zorgt er ook voor dat de gevelbreedte aan de zijde van de Oude Pastoriestraat beperkt is. In combinatie met de naastliggende tuinzone zal dit ook een positieve impact hebben op de beleving langs de Oude Pastoriestraat. Een betere/groenere inrichting van de voortuinstrook kan hierin nog een bijkomende meerwaarde bieden.

-          Mobiliteitsimpact

In het ontwerp worden 20 appartementen voorzien. Voor deze appartementen worden 24 ondergrondse garages gerealiseerd. Aanvullend voorziet de aanvrager in de voortuinstrook nog eens 8 extra parkeerplaatsen aan te leggen. In het belastingsreglement voor ontbrekende parkeerplaatsen wordt voor deze zone een norm gehanteerd van 1 parkeerplaats per woongelegenheid. Het voorzien van een aantal extra parkeerplaatsen voor bezoekers is echter wel wenselijk teneinde de druk op het openbaar domein te beperken.

In het ontwerp worden deze extra parkeerplaatsen allemaal in de voortuinstrook voorzien, dwars op de weg te manoeuvreren. De dwarse parkeerplaatsen kunnen voor een verkeersonveilige situatie zorgen zodat het wenselijk is dit te herbekijken. Hierbij aansluitend wordt in de verkaveling een algemeen principe gehanteerd voor de inrichting van de voortuinstroken waarbij de verharding beperkt wordt evenals het aantal toeritten op de voorliggende wegenis en waarbij langs de rooilijn telkens dezelfde type haag voorzien wordt. Bij het herinrichten van het parkeren is ook de link met de andere woningen noodzakelijk. Aangezien de aanvraag meer parkeerplaatsen voorziet dan nodig in het belastingsreglement en de inrichting van de voortuinstrook essentieel is in functie van de integratie van de meergezinswoning in de globale verkaveling wordt voorgesteld het aantal parkeerplaatsen in deze voortuinstrook te beperken tot minimaal 4 in plaats van de voorziene 8 en de inrichting van de voortuin te herbekijken (zie verder).

Aan de inkomzone van de appartementen, ter hoogte van iedere trappenhal, worden open fietsenstallingen voorzien die via een hellend vlak allemaal vlot toegankelijk zijn. Daarnaast worden de ondergrondse parkeerplaatsen/garages voldoende ruim gedimensioneerd teneinde ook in de garages nog telkens 2 fietsen per garage te kunnen plaatsen. Het voorzien van voldoende fietsvoorzieningen is, gelet op de ligging in de nabijheid van het centrum van Sint-Lodewijk, wenselijk en noodzakelijk. In het project worden gemiddeld meer dan 2 fietsenstalplaatsen/woongelegenheid voorzien wat volgens het type appartementen voldoende is.

-          Schaal en visueel-vormelijke elementen

De bebouwing in de onmiddellijke omgeving van de eigendom, zijnde aanpalend rechts van het perceel betreft een gesloten bebouwing van eengezinswoningen die samen een lengte vormen van ongeveer 70 m op een diepte van 12 m. Voorliggende meergezinswoning zal een soortgelijk grondvlak beslaan, zijnde iets minder lang (55,60 m) en iets dieper (tussen 12 m en 15 m).

De aanvrager voorziet het materiaalgebruik, kleurgebruik en (metselwerk) detailleringen af te stemmen op de reeds gebouwde en de nog te bouwen woningen teneinde het gebouw maximaal te laten integreren in de gehele verkaveling.  De gevelsteen is dezelfde als de woningen, de verticaliteit van de ramen komt terug in de gevels, ook wordt gewerkt met verdoken raampartijen en detaillering in het metselwerk is voorzien door onder meer streklagen, koplagen, etc..

Qua schaal en visueel-vormelijke elementen zijn toch 2 elementen die er voor zorgen dat het gebouw een ‘dominanter’ geheel wordt in vergelijking met de woningen en met het dorpse karakter van de omgeving.

Eén aspect betreft de afwijkende dakvorm. De woningen in de verkaveling worden gekenmerkt door een vormgeving bestaand uit in hoofdzaak 2 bouwlagen met een hellend dak. Door het voorzien van een plat dak komt de kroonlijst een stuk hoger te liggen dan bij de woningen en wordt het gebouw prominenter aanwezig in zijn omgeving. Echter deze platte dakvorm is als verplicht opgelegd in zowel de verkaveling als het RUP waardoor het ontwerp bijgevolg voldoet aan de op het perceel geldende voorschriften. Ten opzichte van de Oude Pastoriestraat voorziet het ontwerp in een deels terugspringende 3de bouwlaag teneinde dit contrast in kroonlijsthoogte langs de Oude Pastoriestraat te beperken.

Een tweede element betreft de typologie van appartementen die in de gevels toch wel een andere vertaling krijgen dan bij eengezinswoningen door ondermeer de voorziene terrassen en leefruimtes op de verdieping die grotere raampartijen vragen. Een verticale gevelritmering werd deel ingebracht door het terugspringen van volumes en het inbrengen van inpandige terrassen. Echter kan nog meer verticale geleding ingebracht wordt door meer speling in de materialisatie en op die manier kunnen de gevelvlakken een meer dorpse vormgeving krijgen. Aan de hand van bijkomende visualisaties dient de materialisatie in overleg tussen het bestuur en de bouwheer verder uitgewerkt worden teneinde de inpassing in het dorpse weefsel van Sint-Lodewijk verder te optimaliseren. Dit zal als voorwaarde opgelegd worden bij afgifte van de vergunning.

Zoals reeds aangegeven is de herinrichting van de voortuinstrook (zone waar nu de dwarse parkeerplaatsen voorzien worden) noodzakelijk. Hierbij dient rekening gehouden te worden met volgende richtlijnen:

• Er dienen in de voortuinstrook minstens 4 parkeerplaatsen gerealiseerd te worden die gekoppeld worden en ontsluiten via ofwel de brandweg langs de rechterzijde van het perceel ofwel de toegangszone naar de ondergrondse garages ofwel gespreid over beide bestaande aansluitingen op het openbaar domein.
• De voortuinstrook moet groener ingericht worden tot aan de rooilijn en op de rooilijn dient eenzelfde haag aangeplant te worden zoals ook voorzien is bij de voortuinen van de woningen.
• Aangezien de dwarse parkeerplaatsen verdwijnen dient de bomenrij langs de straat (in de zone tussen rijweg en voetpadstrook) vervolledigd te worden teneinde het ‘laan-effect’ in de Oude Pastoriestraat te maximaliseren en te versterken.

-          cultuurhistorische aspecten

Het nieuwe gebouw wordt opgetrokken op een greenfield waardoor geen impact ontstaat op cultuurhistorische aspecten. Vanuit het naastliggend landschap zal de meergezinswoning wel aanwezig zijn. Door het aanplanten van een aantal zichten aanwezig vanaf het naastliggende landschap op de site en door het aanplanten van een aantal hoogstammige bomen langs de oostelijke perceelsgrens, zal de nieuwbouw zich voldoende integreren in het naastliggende landschap en hierop geen hinder creëren.

-          bodemreliëf

Door de bestaande helling op het terrein en de aanpassing van het vloerpas aan het bestaande straatniveau wordt voorzien in een ophoging van het perceel. De ophoging wordt deels opgevangen in een trappensysteem met keerwanden en beplanting (langs de linkerzijde van het terrein) en deels in de helling van de tuinzone. Er dient voldoende aandacht besteed te worden aan de afwatering van dit terrein zodat het water voldoende tijd krijgt om op eigen terrein te infiltreren en er geen wateroverlast ontstaat ter hoogte van de openbare weg, het wandelpad of de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater.

-          hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Het gebouw wordt ingeplant op voldoende afstand van de verschillende perceelsgrenzen zodat de hinder op de aanpalende percelen beperkt wordt.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1 § 2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert, mits naleving van de gesuggereerde voorwaarden de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Advies Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandpreventieverslag stipt nageleefd moeten worden.

Advies Riopact

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies dient opgelegd te worden dat zowel de algemene als de bijzondere voorwaarden, zoals geformuleerd in het advies, stipt nageleefd moeten worden.

7.14     Belastingsreglement op ontbrekende parkeerplaatsen

Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 26 november 2020 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen moet voor het bouwen van een meergezinswoning op deze locatie 1 parkeerplaats per woongelegenheid voorzien worden. De aanvraag voorziet in de bouw van 20 appartementen en 32 parkeerplaatsen die na naleving van de voorwaarden herleid worden tot 28 parkeerplaatsen zodat voldaan is aan het belastingsreglement op ontbrekende parkeerplaatsen.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Gudrun Roelstraete namens Bistierland BVBA gevestigd Harpstraat 5/1 te 8530 Harelbeke, voor het bouwen van een meergezinswoning, op een perceel gelegen Oude Pastoriestraat 1 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 E, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De materialisatie van de gevelvlakken dient verder uitgewerkt te worden adhv van visualisaties teneinde de verticale geleding te versterken.

        De voortuinstrook moet voor de zone waar nu de dwarse parkeerplaatsen voorzien worden, heringericht worden rekening houdend met volgende richtlijnen:

o        Er dienen in de voortuinstrook minstens 4 parkeerplaatsen gerealiseerd te worden die gekoppeld worden en ontsluiten via ofwel de brandweg langs de rechterzijde van het perceel ofwel de toegangszone naar de ondergrondse garages ofwel gespreid worden over beide bestaande aansluitingen op het openbaar domein.

o        De voortuinstrook moet groener ingericht worden tot aan de rooilijn en op de rooilijn dient eenzelfde haag aangeplant te worden zoals ook voorzien is bij de voortuinen van de woningen.

o        Aangezien de dwarse parkeerplaatsen verdwijnen dient de bomenrij langs de straat (in de zone tussen rijweg en voetpadstrook) vervolledigd te worden teneinde het ‘laan-effect’ in de Oude Pastoriestraat te maximaliseren en te versterken.

        De terrassen bij de gelijkvloerse appartementen moeten aangelegd worden in waterdoorlatende materialen.

        Er dient voldoende aandacht besteed te worden aan de afwatering van het terrein zodat het water voldoende tijd krijgt om op eigen terrein te infiltreren en geen wateroverlast ontstaat ter hoogte van de openbare weg, het wandelpad of de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater.

        De voorwaarden geformuleerd in het brandpreventieverslag en het advies van Riopact (Watergroep) dienen stipt nageleefd te worden.

Zitting van CBS van 02 JUNI 2021

D.4. OMV 2021_2 - afbraak bijgebouw Hoogstraat 109 - kosten - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om zijn goedkeuring te geven aan het ten laste nemen van de geraamde stortkosten bij de afbraak van de achterbouw van de conciërgewoning van de oude brandweerkazerne.

Motivering

Op 28 april 2021 keurde het college van burgemeester en schepenen de omgevingsvergunning OMV 2021_2 Hoogstraat 107 en 109, goed. Het betreft hier een omgevingsvergunning voor de omvorming van de Hoogstraat 107 naar een kinderdagverblijf.

Als onderdeel van de werken en om zijn geplande werken te kunnen uitvoeren vroeg de eigenaar toelating om de bijgebouwen (latere achterbouw) van de conciërgewoning van de oude brandweerkazerne mee te mogen afbreken.

Het college van burgemeester en schepenen verleende de vergunning onder voorwaarden, met ondermeer de voorwaarde dat de sloop van de aanbouw Hoogstraat 109 en de afwerking van de scheidingsmuur ten laste zijn van de bouwheer/aanvrager.

De bouwheer stelt nu de vraag of de gemeente de stortkostsen voor het sloopafval van de aanbouw ten laste wil nemen gezien de aanbouw gemeentelijke eigendom is. De bouwheer is bereid de sloopkosten op zich te nemen.

In het kader van de herinrichting van het centrumpark was het toch sowieso de bedoeling om deze aanbouw te slopen.

De stortkosten worden door de dienst infrastructuur en openbare werken geraamd op 3.500 euro inclusief btw. Er wordt voorgesteld in te gaan op de vraag van de bouwheer en de werkelijke stortkosten, met een maximum van 3.500 euro incl. btw, ten laste te nemen.

De praktische organisatie van de sloopwerken gebeurt door de bouwheer en na de werken wordt een factuur, inclusief de nodige stukken ter verantwoording van deze factuur, overgemaakt aan de gemeente voor de werkelijke stortkosten of het maximumbedrag van 3.500 euro incl. btw.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de stortkosten van de sloop van de achteraanbouw thv Hoogstraat 109 ten laste te nemen met een maximum van 3.500 euro inclusief btw.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit dat de bouwheer en eigenaar van Hoogstraat 107, de sloop en het afvoeren van het puin dient te organiseren. Na de sloop kunnen de werkelijke stortkosten, tot een maximum van 3.500 euro incl. btw, gefactureerd worden aan de gemeente.