DEERLIJK

9 JUNI 2021

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

AFWEZIG

 

Schepen: Bert Schelfhout

 

 

Bij aanvang van deze zitting vindt een toelichting plaats door Chris De Bock van CC Consult in verband met de organisatie update scan.

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 2 juni 2021 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 2 juni 2021.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 2 juni 2021 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.2. Afsluiten bemiddelingsjaar GAS 2020 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het jaarlijks activiteitenrapport en het financieel dossier van de bemiddeling inzake gemeentelijke administratieve sancties (GAS) voor het jaar 2020.

 

Motivering

 

De gemeente ontving op 20 mei 2021 de afsluit van het bemiddelingsjaar gemeentelijke administratieve sancties 2020.

 

In het kader van de GAS-bemiddeling voor het gerechtelijk arrondissement Kortrijk sloot de stad Kortrijk met 18 steden en gemeenten van de politiezones RIHO, VLAS, Gavers, MIDOW, Grensleie en Mira een samenwerkingsovereenkomst af. De stad Kortrijk wenst inzage te verlenen in het jaarlijks activiteitenrapport en het financieel dossier van de bemiddeling inzake de gemeentelijke administratieve sancties voor het jaar 2020. Tevens wordt er ook een overzicht geboden van de bijbehorende kostenverdeling voor de verschillende gemeenten.

 

Het activiteitenrapport en de kostenverdeling werden op 3 mei 2021 voorgelegd aan het schepencollege van Kortrijk en vervolgens doorgestuurd naar de federale dienst Grootstedenbeleid, die de subsidie voorziet.

 

Het financieel dossier toont aan dat de subsidie van 53.600 euro onvoldoende is om het volledige kostenplaatje te dekken. De totale kost van het project bedroeg voor 2020 immers 71.310 euro, wat een meerkost betekent van 17.710 euro bovenop de subsidie. Deze som ligt beduidend hoger dan de 11.309 euro meerkost van vorig werkingsjaar. Deze stijging van de kost valt te verklaren door de sprong in de loonschaal die de bemiddelaar maakte op basis van anciënniteit.

 

In de samenwerkingsovereenkomst werd bepaald dat er een procentuele bijdrage gevraagd wordt van de participerende gemeenten in verhouding tot het aantal behandelde dossiers. Met behandelde dossiers wordt bedoeld de dossiers waarvoor een bemiddelingsprocedure wordt opgestart nadat de overtreder te kennen heeft gegeven dat hij/zij bemiddeling wenst. De dossiers waarop geen reactie komt van de overtreder, of waarbij de overtreder te kennen geeft niet te willen ingaan op het bemiddelingsaanbod, worden niet in rekening gebracht. Uit de cijfergegevens van de bemiddeling kunnen we vaststellen dat er in het totaal 117 dossiers aan de bemiddelaar werden overgemaakt. Er werden 47 bemiddelingsdossiers afgerond in 2020.

 

Aan de lokale besturen die een kost moeten betalen wordt een afzonderlijke brief met betalingsverzoek toegezonden.

De kostprijs voor Deerlijk komt neer op 377 euro. Er werd 1 dossier in het kader van bemiddeling voor Deerlijk behandeld, wat neer komt op 2,13 % van het totaal aantal dossiers (47).

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

377 euro

Actie

Gelijkblijvend beleid

Jaarbudgetrekening

2021/GBB/0190-00/61310000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

Visum

Niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het jaarlijks activiteitenrapport en het financieel dossier van de bemiddeling inzake gemeentelijke administratieve sancties voor het jaar 2020.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.3. Verkoop tractor technische dienst - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de verkoop van de oude tractor Deutz, chassisnummer 7567/2244, goed te keuren.

 

Motivering

 

De oude tractor Deutz, chassisnummer 7567/2244 - bouwjaar 1977, is niet meer dienstig voor de technische dienst. Daarom wordt voorgesteld om de tractor te koop aan te bieden.

 

In 2020 werd reeds een nieuwe tractor met fronthefsysteem aangekocht.

 

Er werd navraag gedaan bij Kinderboerderij Bokkeslot, maar zij lieten weten geen interesse te hebben in de tractor.

 

Na het bekijken van gelijkaardige zoekertjes op www.2dehands.be wordt de minimum verkoopprijs vastgelegd op 3.500,00 euro, rekening houdend met ongeveer 5.500 draaiuren.

 

Om de nodige kenbaarheid te geven aan deze verkoop wordt een zoekertje gepubliceerd op www.2dehands.be en volgt een aankondiging op de gemeentelijke website en de facebookpagina van de gemeente.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 8°Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de oude tractor Deutz, chassisnummer 7567/2244, te koop aan te bieden.

 

Artikel 2

 

De minimumprijs wordt vastgelegd op 3.500,00 euro.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.4. Kleine Brandstraat – ’s Gravenstraat – Deerlijkstraat – heraanleg asfaltverharding en plaatselijke vernieuwing fundering - gunning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Kleine Brandstraat – ’s Gravenstraat – Deerlijkstraat – heraanleg asfaltverharding en plaatselijke vernieuwing fundering” goed te keuren.

 

Motivering

 

In het kader van de opdracht “Kleine Brandstraat – ’s Gravenstraat – Deerlijkstraat – heraanleg asfaltverharding en plaatselijke vernieuwing fundering” werd een bestek met nr. 2021-04 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 224.895,10 euro excl. btw of 272.123,07 euro incl. 21% btw (47.227,97 euro btw medecontractant).

 

Voor deze opdracht werd tussen de gemeente Deerlijk, stad Harelbeke en gemeente Zwevegem een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. De gemeenteraad keurde in zitting van 25 februari 2021 de samenwerkingsovereenkomst goed. De totaalkost voor de heraanleg van de verbindingsweg wordt als volgt verdeeld: voor Deerlijk 64%, Harelbeke 28% en Zwevegem 8%.

 

De gemeenteraad verleende in zitting van 25 maart 2021 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de openbare procedure.

 

De aankondiging van opdracht 2021-511612 werd gepubliceerd op 26 maart 2021 op nationaal niveau.

 

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 3 mei 2021 om 10.00 uur te bereiken.

 

De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 31 augustus 2021.

 

Er werden 9 offertes ontvangen:

  • Stadsbader nv, Kanaalstraat 1 te 8530 Harelbeke (137.201,68 euro excl. btw of 166.014,03 euro incl. 21% btw);
  • NV De Vriese, Oude Heirweg 17 te 8851 Koolskamp (144.857,50 euro excl. btw of 175.277,58 euro incl. 21% btw);
  • nv Wegeniswerken Adiel Maes, Brugsebaan 2 te 8810 Lichtervelde (148.727,75 euro excl. btw of 179.960,58 euro incl. 21% btw);
  • bvba Norré-Behaegel, Koninklijke Baan 196 te 8434 Westende (155.550,00 euro excl. btw of 188.215,50 euro incl. 21% btw);
  • Van Robays nv, Rijksweg 131 te 9870 Zulte (162.208,00 euro excl. btw of 196.271,68 euro incl. 21% btw);
  • Verhelst Aannemingen N.V., Oudenburgsesteenweg 106 te 8400 Oostende (171.483,22 euro excl. btw of 207.494,70 euro incl. 21% btw);
  • Algemene Ondernemingen Tibergyn nv, Nijverheidslaan 54 te 8560 Gullegem (177.522,50 euro excl. btw of 214.802,23 euro incl. 21% btw);
  • COLAS CENTRUM N.V., Antoon van Osslaan, 1 te 1120 Brussel (179.176,49 euro excl. btw of 216.803,55 euro incl. 21% btw);
  • Emeric D'Hollander BVBA, Napelsstraat 108 te 2000 Antwerpen (203.259,20 euro excl. btw of 245.943,63 euro incl. 21% btw);

 

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelde op 31 mei 2021 het verslag van nazicht van de offertes op.

 

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder (op basis van de prijs), zijnde Stadsbader nv, Kanaalstraat 1 te 8530 Harelbeke, tegen het nagerekende offertebedrag van 137.201,68 euro excl. btw of 166.014,03 euro incl. 21% btw (28.812,35 euro btw medecontractant).

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Andere:
  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
  • Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur;

 

Adviezen

 

De deskundige werken in uitbesteding verleent positief advies.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Bestelbedrag

137.201,68 euro excl. btw of 166.014,03 euro incl. btw

Actie

Verrichtingen zonder beleidsdoelstellingen

Jaarbudgetrekening

0200-00/22400000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

Visum

G-2021-20 dd 02/06/2021

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 31 mei 2021, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

 

Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3

 

De opdracht “Kleine Brandstraat – ’s Gravenstraat – Deerlijkstraat – heraanleg asfaltverharding en plaatselijke vernieuwing fundering” wordt gegund aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder (op basis van de prijs), zijnde Stadsbader nv, Kanaalstraat 1 te 8530 Harelbeke, tegen het nagerekende offertebedrag van 137.201,68 euro excl. btw of 166.014,03 euro incl. 21% btw (28.812,35 euro btw medecontractant).

Artikel 4

 

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2021-04.

Artikel 5

 

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2021, op jaarbudgetrekening 0200-00/22400000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.5. Leveren en plaatsen van 3 fietsoverkappingen – lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen voor de opdracht "leveren en plaatsen van 3 fietsoverkappingen" te agenderen op de gemeenteraad van 8 juli 2021.

 

Motivering

 

In het kader van de opdracht “Leveren en plaatsen van 3 fietsoverkappingen” werd een bestek met nr. 2021-13 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 48.000,00 euro excl. btw of 58.080,00 euro incl. 21 % btw.

 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

De plaatsing van de 3 fietsoverkappingen wordt gespreid over 3 jaar en deze worden op 3 verschillende locaties in de gemeente geplaatst.

 

Oplaadpunten voor elektrische fietsen zijn niet voorzien. Deze zijn vandalisme gevoelig en eigenaars van een elektrische fiets laten de oplader niet zomaar liggen bij hun fiets. Voor het opladen van elektrische fietsen bestaan er lockers met een stopcontact waarin zowel de batterij als de lader kan geplaatst worden. Dit wordt los gezien van de fietsoverkapping op zich.

 

Voor deze uitgave werd budget voorzien onder de actie “voorzien van voldoende en kwaliteitsvolle fietsparkeerplaatsen” (A-1.02.3).

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen voor de opdracht "leveren en plaatsen van 3 fietsoverkappingen" te agenderen op de gemeenteraad van 8 juli 2021.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.6. Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

          Leiedal - Algemene vergadering van 25 mei 2021

          Gaselwest - Raad van Bestuur van 15 maart 2021

          Centraal feestcomité - verslag van de vergadering van 3 juni 2021

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.7. Verslag politiecollege - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van het politiecollege.

 

Motivering

 

Het verslag van de het politiecollege van 12 mei 2021 werd overgemaakt aan de gemeente.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.8. Corona - contacttracing W13 - stopzetting terbeschikkingstelling personeel - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.9. Jeugd - pop-up skateparkje Gaverdomein - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het pop-up skateparkje dat tijdens de komende zomerperiode van 1 juli tot en met 26 september 2021 zal geplaatst worden op het Gaverdomein, op de centrale parking aan de sporthal.

 

Motivering

 

Al jaren krijgt de jeugddienst vragen of er in Deerlijk een skatepark kan worden ingericht. Deze vragen komen zowel van ouders als van jongeren. Naast directe vragen aan de jeugddienst werd enige tijd terug ook een Facebook-pagina aangemaakt. Op vandaag vinden 294 personen deze pagina leuk, waarmee aangegeven wordt dat heel wat mensen achter een skatepark in Deerlijk staan. Het afgelopen jaar is het aantal vragen naar een Deerlijkse skatespot opnieuw toegenomen bij de jeugddienst.

 

Door de huidige COVID-19 pandemie worden kinderen en jongeren opnieuw naar buiten getrokken om hun vrije tijd te beleven in de openbare ruimte. Skateboarden zit daarbij opnieuw erg in de lift. Dat skateboarden een nieuwe discipline is op komende Olympische Spelen en dat Deerlijk een wereldtalent skateboarden (Lore Bruggeman) heeft groot gebracht, zit daar wellicht voor iets tussen.

 

Het skateparkje op het Gaverdomein richt zich in eerste instantie op kinderen tot 12 jaar die zelfstandig de verplaatsing naar buurgemeenten met skateparken niet mogen of kunnen maken. Deze leeftijdsgroep willen we de kans bieden om te skateboarden op een daarvoor voorziene plaats. Door het openbaar karakter van het parkje is het heel laagdrempelig voor kinderen en ouders .Ook oudere kinderen en jongeren zijn welkom, maar het skateparkje biedt voor deze leeftijden beperkte uitdagingen.

 

Het aanbieden van een kleinschalig pop-up skatepark werd aangehaald op het laatste overleg van de Gaverdomeingebruikers op 17 maart 2021. Geen enkele gebruiker uitte daarbij bezwaren.

 

De skate-infrastructuur zou geplaatst worden op de centrale parking aan de sporthal. Voor deze inname van het openbaar domein zal een aanvraag ingediend worden. Het parkje wordt afgebakend met betonnen blokken zodat kinderen er veilig kunnen skateboarden en afgescheiden worden van geparkeerde of voorbij rijdende auto's.

 

De regelgeving aangaande skatetoestellen zal opgevolgd worden door de jeugddienst. Deze is gelijklopend met de regelgeving omtrent speeltoestellen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

2.000,00 euro

Actie

Sport- en spelelementen in de open ruimte

Jaarbudgetrekening

A-3.03.7 / 0750-00 / 23000000

Visum

nee

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het pop-up skateparkje dat komende zomerperiode van 1 juli tot en met 26 september 2021 zal geplaatst worden op de centrale parking aan de sporthal.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.10. Cultuur - samenwerking ticketverkoop met Wild van Klassiek - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de samenwerkingen met Wild van Klassiek bij twee voorstellingen uit het podiumaanbod goed te keuren.

 

Motivering

 

In het najaarsaanbod met podiumactiviteiten zijn twee voorstellingen met klassieke muziek opgenomen:

          Stijn Kolacny met Klassiek Revisited op 3 september 2021 (uitgesteld uit seizoen 2020-2021)

          Norbert Detaeye met een kerstconcert op 17 december 2021

 

Voor Stijn Kolacny werd reeds vorig seizoen een samenwerking aangegaan met Wild van Klassiek, maar ook voor de nieuwe voorstelling van Norbert Detaeye worden de krachten gebundeld. Op die manier willen we het publieksbereik vergroten.

 

Het samenwerkingsreglement podiumactiviteiten wordt dit jaar nog geëvalueerd. Met het oog op die evaluatie wordt voorgesteld om een alternatieve samenwerkingsvorm uit te testen. Met Wild van Klassiek, waarmee de gemeente een samenwerkingsovereenkomst sloot in de gemeenteraad van 20 februari 2020, vinden we een vaste partner waarmee deze test en bijbehorende evaluatie ten gronde zal kunnen gebeuren.

 

De bedoeling van de nieuwe samenwerkingsvorm is vooral om het gebruiksgemak voor de klant en voor de vereniging te verhogen. Waar er anders twee verkoopkanalen (OC d'Iefte / vrijetijdspunt en de meewerkende vereniging) naast elkaar bestonden, wordt nu voorgesteld om dit te herleiden naar één enkel verkoopkanaal (vrijetijdspunt).

 

De samenwerkingsvorm wordt als volgt voorgesteld:

 

          Wild van Klassiek engageert zich om:

          Reclame te maken voor deze voorstelling bij de eigen achterban via minstens 3 van volgende kanalen:

          Website

          Nieuwsbrief

          Affiches of flyers verdelen

          Sociale media (Facebook of Instagram)

          De bar te bemannen op de avond van de voorstelling en te assisteren bij het in- en/of uitladen van de techniek en het opstellen van de zaal indien nodig.

          Indien nodig assistentie te verlenen bij het loket op de voorstellingsavond.

          Indien gewenst, kunnen papieren tickets verkregen worden om meteen verkocht te worden aan de eigen achterban.

          Als return ontvangt de vereniging:

          10% van de opbrengst van alle verkochte tickets

          50% van de baropbrengst

 

Als deze samenwerkingsvorm positief geëvalueerd wordt, zal deze worden meegenomen in het voorstel voor het nieuwe reglement samenwerking podiumactiviteiten dat nog verder vorm zal krijgen in samenwerking met de cultuurraad en de werkgroep programmatie.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

400 euro

Actie

Overig beleid - cultuurverenigingen

Jaarbudgetrekening

0739-00/64910028

Visum

geen visum

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de samenwerkingen met Wild van Klassiek bij twee voorstellingen uit het eigen podiumaanbod in het najaar goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.11. Kunstonderwijs - schooljaar 2021-2022 - inrichting en retributie - agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van onderstaand voorstel met betrekking tot het inrichten van lesuren kunstonderwijs en het vaststellen van de retributie.

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om dit voorstel ter goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Motivering

 

1)      Inrichten gemeentelijk tekenonderwijs schooljaar 2021-2022 en vaststellen retributie

 

De gemeenteraad wordt gevraagd om volgend jaar opnieuw gemeentelijk tekenonderwijs in te richten onder dezelfde voorwaarden als bepaald in de gemeenteraad van 8 juli 2015,

namelijk:

          het inschrijvingsgeld voor het schooljaar 2021-2022 bedraagt 30 euro;

          enkel kinderen van het derde tot zesde leerjaar en eerste tot en met derde middelbaar worden toegelaten;

          ondeelbaar inschrijvingsgeld van 30 euro, met andere woorden, indien het kind stopt met het onderricht kan geen teruggave van het inschrijvingsgeld gevorderd worden;

          het onderricht (twee lesuren per week) per leeftijdsgraad vindt plaats:

          in Sint-Lodewijk – tekenklas in het buurthuis op dinsdag van 16.15 uur tot 17.55 uur

          in Deerlijk centrum – tekenklas ‘de Beuk’, op woensdag van 13.15 tot 20.20 uur en op zaterdag van 8.45 uur tot 12.15 uur.

 

De organisatie van het gemeentelijk tekenonderwijs vraagt per budgetjaar gemiddeld 800 euro uitgaven (exclusief 11.000 euro personeelsgerelateerde kosten voor de lesgever),

tegenover gemiddeld 1.800 euro inkomsten uit inschrijvingsgeld.

 

Het staat de gemeente vrij dergelijk tekenonderwijs in te richten maar:

          er kunnen geen officiële en erkende attesten voor het gevolgde tekenonderwijs worden afgeleverd;

          er kunnen geen subsidies worden bekomen.

 

2)      Inrichten lessenreeks keramiekatelier Terra schooljaar 2021-2022 en vaststellen retributie

 

Het inrichten en vaststellen van de retributie werd vastgelegd in de gemeenteraad van 8 juli 2015. Het keramiekatelier Terra kent heel veel belangstelling. Momenteel moeten de deelnemers zich inschrijven voor een volledig schooljaar lopende van september tot en met juni.

 

De gemeenteraad wordt gevraagd om volgend schooljaar opnieuw lessenreeksen voor keramiekatelier Terra in te richten onder deze voorwaarden:

          het inschrijvingsgeld voor het schooljaar 2021-2022 (26 atelier-momenten) bedraagt 120 euro;

          ondeelbaar inschrijvingsgeld van 120 euro met andere woorden, als een cursist stopt met het onderricht kan geen teruggave van het inschrijvingsgeld gevorderd worden;

          er worden lessenreeksen van 26 atelier-momenten georganiseerd op voorwaarde dat er per lessenreeks minstens 9 inschrijvingen zijn;

          de lessenreeksen zullen doorgaan op:

          dinsdagnamiddag van 13.15 uur tot 16.15 uur

          dinsdagavond van 19 uur tot 22 uur

          zaterdagvoormiddag van 9 uur tot 12 uur

          de lessenreeks vindt plaats in de lokalen van buurthuis de Wieke.

 

Er wordt uitzonderlijk een korting gegeven op het inschrijvingsgeld voor de cursisten die in schooljaar 2020-2021 ook waren ingeschreven en zich opnieuw inschreven. Deze korting bedraagt 75% op het inschrijvingsgeld, naar analogie van het aantal lessen dat niet is kunnen doorgaan in schooljaar 2020-2021 wegens de coronamaatregelen.

 

De organisatie van keramiekatelier Terra vraagt per budgetjaar gemiddeld 1.700 euro uitgaven (exclusief 6.500 euro personeelsgerelateerde kosten voor de lesgever), tegenover gemiddeld 2.700 euro inkomsten uit inschrijvingsgeld en de verkoop van klei. De inkomstenraming is gebaseerd op het inschrijvingsgeld met de korting voor cursisten uit het huidige schooljaar.

 

Het staat de gemeente vrij een keramiekatelier in te richten maar:

          er kunnen geen officiële en erkende attesten voor de gevolgde lessenreeksen worden afgeleverd;

          er kunnen geen subsidies worden bekomen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van gemeenteraad te verzoeken om de inrichting van de uren kunstonderwijs (tekenonderwijs en keramiekatelier) en bijbehorende retributies ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van donderdag 8 juli 2021.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.12. OMV 2021_107 - bronbemaling Tapuitstraat  - melding - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor de bronbemaling ten behoeve van de aanleg van een nieuwe DWA-leiding in een projectzone die gelegen is op het openbaar domein in de Tapuitstraat, tussen het kruispunt met de Stationsstraat en de woning met huisnummer 111 ingediend door Dirk Vanden Buverie namens JOZEF VANDEN BUVERIE EN CO NV gevestigd Spildoornstraat 16 te 8792 Waregem.

 

Motivering

 

De melding ingediend door Dirk Vanden Buverie namens JOZEF VANDEN BUVERIE EN CO NV gevestigd Spildoornstraat 16 te 8792 Waregem, werd per beveiligde zending verzonden op 27 mei 2021.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen op het openbaar domein in de Tapuitstraat, tussen het kruispunt met de Stationsstraat en de woning met huisnummer 111 .

 

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: bronbemaling ten behoeve van de aanleg van een nieuwe DWA-leiding in de Tapuitstraat.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

Uit de bemalingsstudie blijkt verder dat er gemiddeld 228 m³/dag en maximaal 431 m³/dag zal bemaald worden per 100 meter.

Er zal maximaal 65 kalenderdagen bemaald worden. In totaal zal er 14.837 m³ opgepompt worden. (Nieuw)

14.837 m³/jaar

3

 

BEVOEGDHEID

 

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

 

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

 

Deze melding heeft een invloed op het watersysteem in de omgeving. De bemaling is niet in (mogelijk) overstromingsgevoelig gebied gelegen, maar grenst er wel aan. Om de invloed van deze tijdelijke bronbemaling te beperken wordt het bemalingswater lokaal afgevoerd naar het naastgelegen grachtenstelsel, ten behoeve van de infiltratie. Op het terrein zal  nagekeken worden indien er mogelijk een overloop of rechtstreekse verbinding kan gemaakt worden naar de nabijgelegen waterloop ‘de Veemeersbeek’ (2de categorie, beheerder West-Vlaanderen) ten zuiden van de werfzone. In laatste instantie en indien bovenstaande opties niet mogelijk zijn, kan het water afgevoerd worden naar de gemengde riolering in de Stationsstraat. Bij voorkeur wordt dit vermeden.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

      Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

      Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Dirk Vanden Buverie namens JOZEF VANDEN BUVERIE EN CO NV gevestigd Spildoornstraat 16 te 8792 Waregem voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde de bronbemaling  ten behoeve van de aanleg van een nieuwe DWA-leiding in een projectzone die gelegen is op het openbaar domein in de Tapuitstraat, tussen het kruispunt met de Stationsstraat en de woning met huisnummer 111 in Deerlijk

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

Uit de bemalingsstudie blijkt verder dat er gemiddeld 228 m³/dag en maximaal 431 m³/dag zal bemaald worden per 100 meter.

Er zal maximaal 65 kalenderdagen bemaald worden.  In totaal zal er 14.837 m³ opgepompt worden. (Nieuw)

14.837 m³/jaar

3

 

Artikel 2

 

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden die betrekking hebben op de aanvraagde ingedeelde inrichting of activiteit staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopieën of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

  • 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
  • 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

  • het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges,
  • het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.13. OMV 2021_59 - Oude Heerweg 122 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanleggen van een zwembad, op een perceel gelegen Oude Heerweg 122 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 249 C aangevraagd door Julie Levrau wonende Oude Heerweg 122 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 3 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied voor de eerste 50 m van het perceel en agrarisch gebied voor de rest.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, oorspronkelijk goedgekeurd op 7 november 1968 (dossiernummer 1048-3/1967.6, dossiernummer RO: VK 035.481). Op het perceel is de verkavelingswijziging/-bijstelling van toepassing, goedgekeurd op 17 augustus 1999.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is wel in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 september 1999 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning met carport en tuinberging.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 maart 2011 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een woning met een bureel.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De bouwplaats is een perceel gelegen langs de Oude Heerweg te Deerlijk, wat een uitgeruste gemeenteweg is. Het perceel is bebouwd met een open bebouwing met aanpalende carport en achteraan een ruime bergplaats.

De omgeving is een eerder landelijke omgeving die gekenmerkt wordt door akker- en weiland, landbouwbedrijven en alleenstaande woningen.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een zwembad te bouwen.

In de tuinzone achteraan de woning, wordt een buitenzwembad met een breedte van 4 m op een lengte van 9 m met rondom een boordsteen van telkens 0,80 m x 0,80 m, waardoor de volledige constructie zwembad en boordsteen samen een breedte zal hebben van 5,60 m op een lengte van 10,60 m, voorzien. De diepte zal maximaal 1,50 m bedragen. Het zwembad (excl. boordsteen) wordt ingeplant op 7,88 m van de achtergevel van de woning en op 4,25 m van de rechterzijperceelsgrens.

In de tuinzone bevindt zich reeds een bijgebouw en een terras.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkavelingswijziging.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de bestemming geconcentreerde woningen behouden blijft en er geen specifieke voorschriften opgenomen werden die verhardingen en/of het plaatsen van een zwembad verbieden.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oude Heerweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De inplanting van het zwembad is voorzien in de tuinzone, achteraan de woning. De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om zowel een kwalitatieve tuin als een zwembad aan te leggen. Het zwembad wordt op voldoende afstand van de perceelsgrenzen voorzien waardoor er geen hinder te verwachten valt bij de buren.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Julie Levrau wonende Oude Heerweg 122 te 8540 Deerlijk, voor het aanleggen van een zwembad, op een perceel gelegen Oude Heerweg 122 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 249 C.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.14. OMV 2021_20 - Driesknoklaan 25 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de woning/apotheek met een keuken, op een perceel gelegen Driesknoklaan 25 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 380 H aangevraagd door Michelle Viaene namens APOTHEEK VIAENE BVBA gevestigd Driesknoklaan 25 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 3 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 9 oktober 1985 (dossiernummer VK 1985.6/2015-3).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 augustus 1986 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning met apotheek.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 augustus 1988 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een tuinhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 januari 1991 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een duivenhok.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 mei 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen en uitbreiden van een woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunning en/of -weigering zijn relevant:

-          Omgevingsvergunning afgeleverd op 21 oktober 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het renoveren van de voorgevel van de apotheek.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Driesknoklaan, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving wordt gekenmerkt door diverse types aan bebouwing. Zowel de linkerzijde, de rechterzijde als de achterzijde sluiten aan bij vrijstaande eengezinswoningen.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het uitbreiden van de keuken bij een bestaande woning met apotheek. De bestaande keuken zou omgevormd worden tot personeelsruimte bij de apotheek, de nieuwe keuken wordt ingericht in functie van de woning.

De uitbreiding wordt voorzien ter hoogte van het terras gelegen tussen de huidige keukenruimte en de leefruimte en heeft een oppervlakte van 31,05 m². Na de werken wordt de totale bouwdiepte van de woning ter hoogte van de keuken op 18 m gebracht.

De uitbreiding wordt opgetrokken met 1 bouwlaag en een plat dak waarbij de hoogte 3 m bedraagt. De materialen bestaan uit gevels in houten beplanking en antracietkleurig buitenschrijnwerk.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 19 maart 2021 tot 17 april 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Dakvorm zadeldak – min. 45°

Plat dak

 

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van het verkavelingsplan gezien de maximale bouwdiepte van 20 m en de maximale terreinbezetting van 33% niet overschreden wordt, de woning opgetrokken werd met 1 bouwlaag, het een landelijke bouwtrant betreft en de afstand tussen hoofdgebouw en achterkavelgrens minstens 8 m bedraagt.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de dakvorm zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking kan gemotiveerd worden omdat deze afwijking beperkt is tot een uitbreiding van de woning achteraan, dit niet zichtbaar is vanaf de straat, het ontwerp geen invloed heeft op algemene straatbeeld en het hoofdvolume van de woning behouden blijft. Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren geformuleerd waardoor de afwijking bijgevolg toegestaan kan worden.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Driesknoklaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een bestaande eengezinswoning met apotheek. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze omgeving. Het ontwerp zorgt voor een rationalisering en herindeling van de woning en beantwoordt aan de huidige normen van wooncomfort.

De inplanting van het hoofdvolume blijft ongewijzigd. De nieuwe achterbouw wordt voorzien tussen 2 volumes en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel. De totale bouwdiepte van de woning na de werken bedraagt plaatselijk 18 m, wat zeker te verantwoorden is binnen deze woonomgeving. Er wordt door de specifieke inplanting op ruime afstand van de perceelsgrenzen geen hinder verwacht naar de buren toe. Het gevraagde is inpasbaar in de directe omgeving.

De voorgevel blijft ongewijzigd, waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld. De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik binnen de bestaande omgeving.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Michelle Viaene namens APOTHEEK VIAENE BVBA gevestigd Driesknoklaan 25 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van de woning/apotheek met een keuken, op een perceel gelegen Driesknoklaan 25 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 380 H.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.15. OMV 2021_17 - Driesknoklaan 51 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiding van een bestaande plantenkwekerij door de bouw van een nieuw serrecomplex, aanleggen van een waterreservoir en actualisatie van de ingedeelde rubrieken, op een perceel gelegen Driesknoklaan 49 en 51 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 368 C, (afd. 1) sectie A 369 A, (afd. 1) sectie A 370 B, (afd. 1) sectie A 372, (afd. 1) sectie A 373 A, (afd. 1) sectie A 401 B, (afd. 1) sectie A 402, (afd. 1) sectie A 408 A, (afd. 1) sectie A 408 B, (afd. 1) sectie A 409 A, (afd. 1) sectie A 413 E, (afd. 1) sectie A 415 A, (afd. 1) sectie A 416, (afd. 1) sectie A 417, (afd. 1) sectie A 418, (afd. 1) sectie A 419 en (afd. 1) sectie A 422 A aangevraagd door Piero Vandeputte namens VANDEPUTTE BOOMKWEKERIJ BVBA gevestigd Driesknoklaan 49 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 3 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het advies van de brandweerzone Fluvia dient strikt nageleefd te worden

        Het advies van de Provincie West-Vlaanderen, dienst Waterlopen dient strikt gevolgd te worden

        Het advies van Elia Asset nv dient stipt nageleefd te worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 juni 1982 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een koestal.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 oktober 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een mestveestal na sloping van een bestaand landbouwgebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 juni 1997 door het college van burgemeester en schepenen voor het herinrichten van een landbouwbedrijf naar een tuinbouwbedrijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 januari 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van 2 schuren en het wijzigen van het bedrijfsgedeelte van het vergunde tuinbouwbedrijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 december 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een overwinteringsserre.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 februari 2006 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een schuur en bouwen van een serre.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 11 mei 2011 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een volwaardig tuinbouwbedrijf met een serre.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieu vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Pré-Vlarem dossier klasse 2 voor de uitbating van een landbouwbedrijf vergund op 10 oktober 1990.

        Melding klasse 3 waarvan aktename op 9 juli 1997 door het college van burgemeester en schepenen voor de uitbating van een boomkwekerij gespecialiseerd in het kweken van heesters en coniferen.

        Melding klasse 3 waarvan aktename op 13 oktober 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor de overname van een boomkwekerij.

        Milieuvergunning klasse 2 afgeleverd op 9 februari 2005 door het college van burgemeester voor het uitbaten van een boomkwekerij.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 14 augustus 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een nieuwe overkapping bij een bestaand tuinbouwbedrijf.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen een zijweg van de Driesknoklaan. De Driesknoklaan betreft een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De site bevindt zich in het noordoosten van het centrum van de gemeente. Het betreft een tuinbouwbedrijf waarop zich een aantal serres bevinden en een bedrijfswoning. Ten zuiden van de site is een recente verkaveling met tussenliggende groenzone een buffergracht ingericht.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag omvat de bouw van een folieserre, het aanleggen van verharding, het aanleggen van 2 hemelwaterbekkens (foliebassins) en het afgraven van een compensatiezone nabij een bestaande beek in functie van het bouwen in overstromingsgevoelig gebied.

De nieuwe folieserre komt ten noorden van de bedrijfswoning grenzend aan de achterliggende Krekelbeek. De serre zal een lengte hebben van ongeveer 217 m en een breedte van 90 m. De kroonlijsthoogte bedraagt 4 m en de hoogste delen van het dak zitten op 6,40 m. Aan de zuid-, west- en noordzijde van de serre wordt een betonverharding aangelegd van 5 m breed.

Aan de zuidkant tussen de nieuwe serre en de bedrijfswoning worden 2 waterbekkens aangelegd. Het kleinste wordt 4,8 m diep uitgegraven, het grootste 3,9 m diep. De uitgegraven bodem wordt verspreid op de achterliggende grond waar de nieuwe serre komt, zodat het bodemniveau op die plaats met gemiddeld 25 cm stijgt. Ook de grond afkomstig uit het aanleggen van de compensatiezone tussen de Krekelbeek en de nieuwe serre zal aangewend worden om het niveau van de serre te verhogen ten opzichte van het huidige niveau.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

In functie van de bouw van de nieuwe folieserre worden de opslag van mazout en het totale vermogen aan verwarmingsinstallaties uitgebreid. Daarnaast worden de reeds vergunde rubrieken geactualiseerd.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat de volgende ingedeelde rubrieken:

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

5.3.1°a)

Opslag van maximaal 1.000 kg biociden (Hernieuwing)

1 ton

3

6.5.1°

Verdeelslang rode mazout en diesel (Verandering)

2 verdeelslangen

3

12.1.1.2°b)

Twee stroomgroepen van elk 125 kVA (Verandering)

250 kVA

2

15.1.1°

Bijkomende stalplaats voor 3 minibusjes (Verandering)

9 voertuigen

3

16.3.2°a)

2 compressoren en 1 koelgroep (Verandering)

20 kW

3

17.1.2.1.1°

Opslag van maximaal 7 flessen propaangas van 112 liter elk. (Nieuw)

784 liter

3

17.3.2.1.1.2°

Ondergrondse tanks stookolie en stookolie extra (2 x 10.000 liter). Bovengrondse tank rode mazout (2.000 liter).

Ondergrondse tank van 20.000 liter voor nieuwe serre. (Verandering)

35 ton

2

17.4.

Het gaat in belangrijke mate om de opslag van biociden met een gevarensymbool. (Hernieuwing)

1.000 kg

3

43.1.2°b)

Correctie vergunde branders + uitbreiding brander nieuwe serre (Verandering)

4.074 kW

2

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 8 maart 2021 tot 6 april 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

De brandweerzone Fluvia werd om advies verzocht op 1 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 8 maart 2021, ontvangen op 9 maart 2021 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Naar aanleiding van het ongunstig advies van de hulpverleningszone van 23 december 2020 met ref. 1900252.20.002 op basis van het niet voldoen aan de basisnormen werd door de bouwheer een afwijking aangevraagd. De afwijking, gericht aan de algemene directie civiele veiligheid, werd ontvankelijk verklaard op 20 januari 2021 (dossier N3124). Er wordt bijgevolg een gunstig advies verleend op voorwaarde dat bovengenoemde afwijking bekomen wordt en er voldaan wordt aan eventueel eraan verbonden specifieke maatregelen.’

 

De Provincie West-Vlaanderen, dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 1 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 13 april 2021 een ongunstig advies uit. Naar aanleiding van dit ongunstig advies werden door de aanvrager 2 extra detailplannen toegevoegd in verband met de zone voor compensatie langs de beek. Op basis van deze bijkomende informatie bracht de adviesinstantie op 30 april 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Met betrekking tot de watertoets

1) Het project paalt rechtstreeks aan de Krekelbeek, een ingeschreven waterloop van 2de categorie met nr. WL.14.3.

2) Uit de meest recente pluviale overstromingskaart (bron VMM) blijkt dat een klein gedeelte van de nieuwe serre in effectief overstromingsgebied ligt (zie bijlage). De pluviale overstromingen bij buien T100 (huidig klimaat en 2050) geven respectievelijk overstromingspeilen van +16,28 m TAW en +16,38 m TAW (oftewel waterdieptes van respectievelijk 18 cm en 28 cm).

3) Er dient overstromingsvrij gebouwd te worden -> het vloerpeil wordt voorzien op +16,78 m TAW.

4) Elke inname van het overstromingsvolume dient gecompenseerd te worden, en dit op eigen terrein -> ter compensatie wordt er, cf. het overleg met dhr. Jeroen Bouvyn, langsheen de Krekelbeek over een oppervlakte van 1.200 m² grond afgegraven tot op peil 16,02 m TAW (= 240 m³).

5) Verwijzend naar de doelstellingen en de principes van het decreet integraal waterbeleid dient men om nadelige effecten m.b.t. het grondwater uit te sluiten, in eerste instantie te kijken om voor de exploitatie van de foliebassin geen grondwaterverlaging (bemaling) door te voeren. Indien een foliebassin met grondwaterverlaging (bemaling) wordt voorzien, dan dienen de volgende maatregelen genomen worden om nadelige effecten op het watersysteem te vermijden, te beperken, te herstellen of te compenseren:

-       Het continu oppompen van grondwater is niet toegestaan. De sturing van het pompsysteem van het drainage-netwerk onder het foliebassin dient zo geregeld te zijn dat het continu werken van de pompen niet mogelijk is. Het aan- en afslaan van de pompen dient automatisch geregeld te worden zonder tussenkomst van een persoon.

-       Het oppompen van grondwater wordt wel toegestaan tegen het opdrijven van de folie of voor hergebruik wanneer onvoldoende watervoorraad in de foliebassin aanwezig is. Het mag geenszins de bedoeling zijn dat de overloop van het foliebassin in werking treedt door het oppompen van grondwater.

-       Het oppompen van grondwater voor de exploitatie van de foliebassin dient beperkt te worden. Men dient, met andere woorden, in eerste instantie in te zetten op het beperken van het opgepompt debiet. Zoals gesteld https://www.vmm.be/water/grondwater/bemaling dient het opgepompt grondwater in de directe omgeving terug in de bodem gebracht te worden hetzij door retourbemaling, hetzij door infiltratie. Hergebruik van het water wordt eveneens aanvaard. Het lozen van het opgepompte grondwater wordt niet toegelaten, tenzij aangetoond wordt waarom bepaalde oplossingen niet haalbaar zijn.

Met de gegevens in de aanvraag is het moeilijk om in te schatten of er voldaan wordt aan de geldende regelgeving inzake bemaling.

6) Er moet een gecombineerde infiltratie-/buffervoorziening met een capaciteit van minstens 330 m³/ha verharde oppervlakte worden voorzien en een vertraagde afvoer, boven de gemiddelde grondwaterstand, van 10 l/s/ha naar het oppervlaktewaternet afvoer van grondwater wordt niet toegelaten.

Voor dit project wil dit zeggen een totale nuttige berging van minstens 721 m³ (20.699 m² dakoppervlak + 1.157,50 m² foliebassins) en een vertraagde afvoer van 20,7 l/s naar het oppervlaktewaternet. De minimaal vereiste infiltratie-oppervlakte volgens de gewestelijke verordening hemelwater bedraagt 874 m².

 

Er worden momenteel foliebassins (= buffervoorziening) met een nuttige berging van 4.739 m³ voorzien (put 1 = 3.539 m³ - put 2 = 1.200 m³) waarvan de overloop wordt aangesloten op een bestaande gracht met een vertraagde afvoer van 20,7 l/s (Ø 200 mm met B.O.K. 15,70 mTAW) De gracht wordt aanzien als infiltratievoorziening (afmetingen niet gekend) en sluit aan op de Krekelbeek.

Een bestaande private gracht wordt ingezet als infiltratie-/buffervoorziening; uit overleg met de architect dhr. Jan Boussauw blijkt enkel eigen afwatering op deze private gracht te zijn aangesloten.

Deze bestaande private gracht moet dus een totale nuttige berging van minstens 721 m³ en een infiltratie-oppervlakte van 874 m² omvatten. Het bergingsvolume wordt gerekend tussen B.O.K. vertraagde afvoer van 15,70 mTAW en naastliggend maaiveldpeil (gemiddeld 16,15 mTAW). De vertraagde afvoer moet een d 150 mm, helling i = 5 mm zijn – die de 5m-erfdienstbaarheidszone langs de Krekelbeek overrijdbaar maakt.

Bij het aanleggen van een infiltratie-/buffervoorziening moet voldoende rekening gehouden worden met de gemiddelde grondwaterstand -> afvoer grondwater wordt niet toegelaten (= afvoer max. 50 cm-maaiveld), enkel wanneer een meetreeks van de grondwaterstanden (periode december tot en met maart) wordt aangeleverd kan de afvoer lager geplaatst worden  het volume ingenomen door grondwater is immers niet meer beschikbaar voor de berging van hemelwater.

7) De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar aanpalende zones voor infiltratie mag enkel op de eigen terreinen plaats vinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.

 

Met betrekking tot de waterloop

Volgens art. 17 van de wet op de ‘Onbevaarbare Waterlopen’, daterend van 28 december 1967, zijn de aangelanden, gebruikers en eigenaars van kunstwerken, verplicht doorgang te verlenen, de nodige materialen, gereedschap en werktuigen voor de uitvoering van werken te laten plaatsen, en ook producten die voortkomen van de ruimingswerken binnen een 5-meterstrook vanaf de oever te aanvaarden.

Ook in art. 6 van het decreet van Het Vlaams Parlement van 19 juli 2013 tot wijziging van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het “integraal waterbeleid” worden de onderhoudsstrook en de rechten en plichten van de aangelanden naast de waterloop uitgebreid beschreven.

1) Vrije strook 5 m

Langs de waterloop dient in alle omstandigheden vanaf de oeverrand (open profiel) of vanaf de rand van de overwelving (gesloten profiel) steeds een vijf meter brede strook volledig vrij te blijven van elke bebouwing, aanplantingen (rekening houdend met de te verwachten volume van de aanplantingen) en reliëfwijzigingen zodat de toegang tot de waterloop onder meer voor personen en materieel bij uitvoering van werken aan deze waterloop altijd is verzekerd. Ook opslag of tijdelijke opslag mag niet in de 5 m-strook (indien van toepassing).

Om het ingenomen overstromingsvolume te compenseren wordt er, cf. het overleg met dhr. Jeroen Bouvyn, langsheen de Krekelbeek grond afgegraven tot op peil 16,02 mTAW.

2) Afrasteringen

De afrasteringen in de langsrichting van de beek dienen geplaatst op:

- ofwel 1 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop

maximaal 1,50 m. hoog

- ofwel 5 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop

Bij afrasteringen in de dwarsrichting ten opzichte van de waterloop dienen de nodige voorzieningen getroffen om een vrije doorgang binnen de 5 m strook mogelijk te maken door middel van een opening of een poort met een minimum breedte van 4 m.

3) Onderhoudslast

De bestaande erfdienstbaarheid met betrekking tot de onderhoudslast van de waterloop blijft behouden. De provincie kan  verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade aan de verharding aangelegd binnen de 5m-strook ten gevolge van onderhoudswerken aan de waterloop. De provincie kan niet instaan voor de kosten voor het verwijderen van maai- en ruimingsspecie die normaal binnen de 5 m-strook mag worden gedeponeerd.

4) Grondbewerkingen

Het bewerken van de grond gelegen langs een ingeschreven waterloop mag slechts van op een afstand van 1 m vanaf de taludinsteek van de waterloop.

5) (Her)aanplanting

Bij (her)aanplantingen langs de betrokken waterloop dienen de bomen, omwille van het mechanisch onderhoud van de waterloop, min. 10 meter van elkaar te staan, geplant op 1 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop. De bestaande bomen mogen niet ontworteld worden om schade aan het talud te voorkomen.

6) Ophogingen

Ophogingen binnen de 5 m-onderhoudsstrook worden niet toegelaten. Teneinde onderhoudswerken aan de waterloop uit te voeren dient de onderhoudsstrook vanaf de huidige taludinsteek een vlak verloop (horizontaal) te hebben en dit over de volledige breedte van deze 5 m-onderhoudsstrook.

(huidige taludinsteek = plaats van de kop van de talud zoals nu vastgesteld).

7) Toekomstige ontwikkelingen

Onze dienst wenst hierbij tevens op te merken dat ook bij verdere ontwikkelingen op het terrein deze regelgeving ten allen tijde dient nageleefd te worden.

 

De 5 m erfdienstbaarheidsstrook van de waterloop wordt gerekend vanaf HUIDIGE taludinsteek/buitenkant overwelving. Er moet vertrokken worden vanuit de bestaande situatie.

 

Advies Dienst Waterlopen met betrekking tot de watertoets en de waterlopen:

Het advies van onze dienst is VOORWAARDELIJK GUNSTIG.

Rekening houdend met bovenstaande gegevens en bemerkingen zijn er schadelijke effecten te verwachten op het bestaande watersysteem.’

 

De VMM – afdeling Operationeel Waterbeheer werd om advies verzocht op 1 maart 2021. De adviesinstantie liet op 19 maart 2021 via het omgevingsloket weten geen advies uit te brengen.

 

Het departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse Overheid werd om advies verzocht op 1 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 31 maart 2021 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag is gelegen in agrarisch gebied met verspreide bebouwing. De aanvrager baat ter plekke een professionele boom– en plantenkwekerij uit. De aanvraag betreft het oprichten van een folieserre en twee waterreservoirs en bijbehorende verhardingen.

Een aanvraag voor de folieserre en een waterbassin werd eerder al ingediend, maar werd toen ingetrokken. In voorliggende aanvraag wenst de aanvrager om in de plaats van een waterbassin, twee waterbuffers aan te leggen. De twee waterreservoirs met een totaal volume van ongeveer 4700 m³ komen ten zuiden tegen de nieuwe serre te liggen en dienen om het hemelwater van deze serre en residuwater op te vangen. Het regenwater zal hergebruikt worden voor de beregening van de planten. Met de uitgegraven grond wordt het terrein waar de serre is voorzien effen getrokken, de ophoging bedraagt ongeveer 25 cm.

Het gevraagde wordt gebouwd aansluitend aan de bestaande bebouwing en vormt er zodoende één geheel mee. Het gevraagde past in het kader van de bedrijfsvoering en de gevraagde uitbreiding van de bedrijfsinfrastructuur zal de aanvrager toelaten het tuinbouwbedrijf op een duurzame manier verder uit te bouwen. Het Departement Landbouw en Visserij brengt bijgevolg een gunstig advies uit voor deze aanvraag.’

 

Elia Asset nv werd om advies verzocht op 1 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 22 maart 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Naar aanleiding van uw schrijven van 08 maart 2021, verklaren wij in principe geen bezwaar te hebben tegen de bovenvermelde werken voor zover rekening gehouden wordt met de bepalingen en veiligheidsvoorschriften die u in bijgevoegd advies van 12 januari 2021 met ref. GS/N/1014757-1/BA/JHA kunt vinden.’

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

Deze aanvraag is volgens het Origineel gewestplan Kortrijk, goedgekeurd op 4 november 1977 gelegen in een agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen bevatten, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 m en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan, gezien de aanvraag betrekking heeft op een volwaardig uitgebaat professioneel tuinbouwbedrijf in een agrarisch gebied, het een bestaand glastuinbouwbedrijf betreft waardoor de afstandsregels niet gelden voor de uitbreiding van een bestaand bedrijf gelegen binnen de strook van 300 of 100 m.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Driesknoklaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft een omvangrijke oppervlakte (> 2 ha) en ligt gedeeltelijk in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er moet worden voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: Er wordt in afwijking van deze verordening een hemelwateropvang van ongeveer 4.700 m³ met hergebruik voorzien. De aanvrager kan aantonen dat de afwijking met betrekking tot het totale volume hemelwateropvang, te rechtvaardigen is. De aanvrager moet tevens een gecombineerde infiltratie-/buffervoorziening met een capaciteit van minstens 330 m³/ha voorzien. De overloop van de hemelwateropvang wordt via een private gracht naar de nabij gelegen Krekelbeek geleid. Voor de watertoets wordt verwezen naar het advies van de dienst Waterlopen. Indien de voorwaarden van het advies van de dienst Waterlopen van de Provincie West-Vlaanderen (ref. 1012/2021/004/WAT01/154_2) strikt gevolgd worden kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn. Dit zal ook zo opgenomen worden in het besluit van omgevingsvergunningsaanvraag.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

De mobiliteit op dit tuinbouwbedrijf betreft voornamelijk het transport van planten en goederen. De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een kweekserre voor jonge scheuten, een activiteit die momenteel hoofdzakelijk gebeurt op de vestiging van het bedrijf te Wielsbeke. Door middel van de bouw van de kweekserre kunnen de activiteiten meer geconcentreerd worden en is er minder transport nodig tussen beide vestigingen. Concreet betekent dit een ingrijpende reductie in het aantal ritten van de voertuigen. 4 vaste personeelsleden zullen verhuizen van Wielsbeke naar Deerlijk. Voor hen wordt voldoende parkeergelegenheid voorzien op eigen terrein en wordt ook een fietsberging aangeboden.

Gezien de inhoud van deze aanvraag zal een aanzienlijke afname gerealiseerd worden ten aanzien van de belasting op de mobiliteit op en rond het bedrijf.

 

Relevante potentiële effecten op de bodem

Mogelijke bronnen van emissies naar de bodem zijn de opslag van mazout met de brandstofverdeelinstallatie en de opslag van gevaarlijke stoffen in kleine recipiënten.

De ondergrondse tanks zijn dubbelwandige tanks met lekdetectie. De bovengrondse tank is een ingekuipte enkelwandige tank. Alle tanks beschikken over een overvulbeveiliging en worden periodiek gekeurd. De verdeelslangen bevinden zich binnen in de loods. Deze loods is uitgerust met een vloeistofdichte betonnen vloer.

De opslag van de gevaarlijke stoffen in kleine recipiënten gebeurt in een apart lokaal dat is voorzien van een betonnen vloer. Een belangrijk deel van deze stoffen zijn poeders, korrels, e.d. die verpakt zijn in zakken. Een inkuiping is hiervoor niet nodig. De vloeistoffen worden opgeslagen op lekbakken.

 

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Het hemelwater van de nieuwe serre wordt opgevangen in 2 foliereservoirs van 1.200 m3 en 3.500 m³. Samen met het reeds bestaande waterreservoir vormen deze watervoorraden een essentiële functie bij de waterbehoefte van dit tuinbouwbedrijf. Met deze watervoorraden tracht het bedrijf over voldoende water te beschikken voor de beregening en watergift aan de kwekerij. De watervraag is van die grootteorde dat er geen hemelwater zal geloosd worden. Toch wordt er aan de waterreservoirs een overloop voorzien die langsheen een private gracht in de Krekelbeek terecht komt. Die private gracht wordt ook aangeduid als infiltratievoorziening. In de aanvraag wordt onvoldoende info verschaft over de grootte en de omvang van die infiltratievoorziening zodat de voorwaarden geformuleerd in het advies van de provincie West-Vlaanderen, dienst Waterlopen strikt gevolgd moeten worden. Dit zal ook opgenomen worden als voorwaarde bij deze vergunning.

 

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Bij deze inrichting zijn er enkel effecten op de luchtkwaliteit met betrekking tot de stookinstallaties. Het totale vermogen van alles stookinstallaties bedraagt iets meer dan 4000 kW. Voor die installaties met meer dan 300 kW op één geleide emissie (=schouw) gelden de emissiegrenswaarden vanuit het Vlarem. Die emissies zullen beperkt worden tot de vriesnachten en -dagen aangezien de exploitant enkel een vorstvrije kweekruimte wil maken. Hierdoor is de totale emissieduur per jaar eerder beperkt en zullen bijgevolg ook de effecten beperkt zijn.

 

Relevante potentiële effecten van geluid en trillingen ten gevolge van de aanvraag

Behoudens de normale tuinbouwactiviteiten valt hier geen abnormale geluidshinder of trillingen voor de omgeving te verwachten. De aan- en afvoertransporten worden zoveel als mogelijk gecentraliseerd op het bedrijf in Deerlijk.

 

Relevant risico op zware ongevallen of rampen

De bedrijfssite is afgesloten buiten de werkuren, zodat deze ontoegankelijk zijn voor onbevoegden. De toegang tot het bedrijf blijft eveneens afgesloten voor derden.

De exploitatie is van die aard dat zware ongevallen of rampen uitgesloten zijn.

 

Relevante potentiële effecten op onroerend erfgoed

Er zijn geen effecten op onroerend erfgoed te verwachten met betrekking tot deze aanvraag.

 

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

Het bedrijf zal maximaal de sorteerverplichtingen voor bedrijven zoals neergeschreven in artikel 4.3.2 van het Vlarema, volgen. Het huishoudelijk afval (restafval, PMD, papier en karton) wordt opgehaald via de gemeentelijke inzameling.

 

Relevante effecten door licht en straling

De op het bedrijf eventuele aanwezige buitenverlichting werkt enkel ’s nachts wanneer dit belangrijk wordt geacht inzake een veilige bedrijfsvoering. Er zijn geen bronnen van straling aanwezig op het bedrijf.

 

Mogelijke andere relevante potentiële effecten.

Geen andere relevante effecten te melden.

 

Te verwachten relevante cumulatieve effecten door de relatie met andere projecten.

Er zijn geen cumulatieve effecten te verwachten.

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur, op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvrager baat een volwaardig tuinbouwbedrijf uit en de gevraagde folieserre is in functie van de uitbreiding van dit tuinbouwbedrijf. Op de bedrijfssite is reeds een serre aanwezig evenals bestaande kweekvelden in open lucht, een loods en bedrijfsgebouwen. Een serre wordt niet aanzien als een gebouw maar als een teelttechnische constructie in functie van tuinbouwdoeleinden. Als vergund tuinbouwbedrijf dient deze vestiging de noodzakelijk ontwikkelingskansen te krijgen zodat de aanvraag zich functioneel inpast.

De bouw van de serre heeft tot doel de bestaande activiteiten die zich op heden op een andere locatie bevinden, te concentreren op voorliggende site waardoor alle huidige transporten tussen de beide vestigingen zullen verdwijnen. Dit zal een positieve impact hebben op de mobiliteit gezien deze transporten tussen de vestigingen op vandaag ongeveer 90 % van de verkeersgeneratie van het bedrijf uitmaken.

De nieuwe serre heeft een zekere omvang en zal een zekere impact hebben op de omgeving, doch ze wordt opgetrokken nabij de bestaande loodsen en de bedrijfswoning zodat toch sprake is van een zekere compactheid. De keuze van de locatie voor deze nieuwe serre berust op een goede interne werking van het bedrijf en het behoud de huidige erfopstelling. Het volledig herinrichten van de site om de nieuwe serre dichter bij de bestaande serre te kunnen plaatsen is vanuit economisch oogpunt niet realistisch. De voorziene betonverhardingen zijn noodzakelijk voor de bedrijfsvoering en beperken zich tot het strikt noodzakelijke. De folieserre wordt afgewerkt met materialen eigen aan de functie en in overeenstemming met de reeds bestaande loodsen en serre zodat een harmonisch geheel ontstaat. De omgeving wordt gekenmerkt door een versnipperd landschap met verspreide bebouwing, bedrijfsbebouwing, hoogspanningsmasten. In het noorden paalt de serre aan de Krekelbeek die in het landschap een beperkte groene inbedding kent. De bestaande beplanting langs de beek blijft behouden zodat in noordelijke richting de landschappelijke inkleding behouden blijft. Het betreft een transparante constructie waardoor doorzicht mogelijk is en ook het zicht vanaf de Paanderstraat slechts beperkt verstoord zal worden. Ook de gronden ten westen van de nieuwe serre (richting Paanderstraat), in eigendom van de aanvrager, worden gebruikt voor het opplanten van moederplanten die op termijn een zeker volume zullen hebben en mede zullen zorgen voor de inkleding van de serre vanaf de Paanderstraat.

De serre wordt ingeplant op een voldoende afstand van de perceelsgrenzen van derden waardoor de hinderaspecten voor derden beperkt zullen worden. Tijdens het openbaar onderzoek werden ook geen bezwaren geformuleerd.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Hulpverleningszone Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.

 

De Provincie West-Vlaanderen, dienst Waterlopen

Dit advies heeft vooral betrekking op de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwateropvang en infiltratievoorzieningen alsook de noodzakelijke compensatie voor het bouwen in overstromingsgevoelig gebied. Gezien de specifieke materie en de expertise van de Provincie West-Vlaanderen dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies van de Dienst Waterlopen stipt opgevolgd moeten worden.

 

De VMM afdeling Operationeel Waterbeheer heeft geen advies uitgebracht.

 

Het departement Landbouw en Visserij gaf een onvoorwaardelijk gunstig advies zodat een verdere bespreking niet aan de orde is.

 

Elia Asset nv

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies van Elia Asset nv stipt nageleefd moeten worden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Piero Vandeputte namens VANDEPUTTE BOOMKWEKERIJ BVBA gevestigd Driesknoklaan 49 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiding van een bestaande plantenkwekerij door de bouw van een nieuw serrecomplex, aanleggen van een waterreservoir en actualisatie van de ingedeelde rubrieken, op een perceel gelegen Driesknoklaan 49 en 51 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 368 C, (afd. 1) sectie A 369 A, (afd. 1) sectie A 370 B, (afd. 1) sectie A 372, (afd. 1) sectie A 373 A, (afd. 1) sectie A 401 B, (afd. 1) sectie A 402, (afd. 1) sectie A 408 A, (afd. 1) sectie A 408 B, (afd. 1) sectie A 409 A, (afd. 1) sectie A 413 E, (afd. 1) sectie A 415 A, (afd. 1) sectie A 416, (afd. 1) sectie A 417, (afd. 1) sectie A 418, (afd. 1) sectie A 419 en (afd. 1) sectie A 422 A.

 

Artikel 2

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat voortaan de volgende ingedeelde rubrieken:

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

5.3.1°a)

Opslag van maximaal 1.000 kg biociden (Hernieuwing)

1 ton

3

6.5.1°

Verdeelslang rode mazout en diesel (Verandering)

2 verdeelslangen

3

12.1.1.2°b)

Twee stroomgroepen van elk 125 kVA (Verandering)

250 kVA

2

15.1.1°

Bijkomende stalplaats voor 3 minibusjes (Verandering)

9 voertuigen

3

16.3.2°a)

2 compressoren en 1 koelgroep (Verandering)

20 kW

3

17.1.2.1.1°

Opslag van maximaal 7 flessen propaangas van 112 liter elk. (Nieuw)

784 liter

3

17.3.2.1.1.2°

Ondergrondse tanks stookolie en stookolie extra (2 x 10.000 liter). Bovengrondse tank rode mazout (2.000 liter).

Ondergrondse tank van 20.000 liter voor nieuwe serre. (Verandering)

35 ton

2

17.4.

Het gaat in belangrijke mate om de opslag van biociden met een gevarensymbool. (Hernieuwing)

1.000 kg

3

43.1.2°b)

Correctie vergunde branders + uitbreiding brander nieuwe serre (Verandering)

4.074 kW

2

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende bijkomende voorwaarden op te leggen:

        Het advies van de brandweerzone Fluvia dient strikt nageleefd te worden

        Het advies van de Provincie West-Vlaanderen, dienst Waterlopen dient strikt gevolgd te worden

        Het advies van Elia Asset nv dient stipt nageleefd te worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:https://navigator.emis.vito.be/.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.16. OMV 2021_50 - Keizelbergstraat 15 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van twee voorzetrolluiken, op een perceel gelegen Keizelbergstraat 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 C3 aangevraagd door Marijke Van der Taelen wonende Keizelbergstraat 15 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 2 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oude Pastorijstraat zoals goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 5 november 2014 (dossiernummer VK 2014.15).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 september 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 4 woningen met 4 gesloten carports.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is gelegen langs de Keizelbergstraat, een voldoende uitgeruste weg binnen een recente verkaveling. De directe omgeving bestaat uit residentiële bebouwing. De woningen hebben een gelijkaardige verschijningsvorm met identiek materiaalgebruik.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst bij een recente nieuwbouw 2 elektrisch bedienbare voorzetrolluiken te plaatsen bij 2 ramen op de eerste verdieping. Beide ramen bevinden zich langs de straatzijde van de woning. De rolluiken worden geplaatst onder de dakoversteek en bestaan uit een zwart gekleurde omkasting, geleiders en onderlat. De lamellen hebben een witte kleur.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk RUP Oude Pastorijstraat, goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012.

Gezien de voorschriften van het RUP overgenomen werden in de voorschriften van de verkaveling wordt er voor de toetsing van de aanvraag aan het RUP verwezen naar de toetsing aan de niet-vervallen verkaveling.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de verkaveling zoals oorspronkelijk goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 5 november 2014. De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de bestemming als gesloten eengezinswoning ongewijzigd blijft, de gebruikte materialen kleinschalig zijn en qua aard en kleur aansluiten bij de woning en de aangebouwde woningen.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Keizelbergstraat een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het plaatsen van voorzetrolluiken bij een bestaande recente woning. De woonfunctie blijft behouden en is zodoende blijvend geïntegreerd in de directe omgeving. De keuze van de materialen zijn kleinschalig, eigen aan de functie en hebben een kleur die past bij de rest van de woning en de woningen in de omgeving. Bijgevolg kan geoordeeld worden dat het ontwerp verenigbaar is met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Marijke Van der Taelen wonende Keizelbergstraat 15 te 8540 Deerlijk, voor het plaatsen van twee voorzetrolluiken, op een perceel gelegen Keizelbergstraat 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 C3.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.17. Inname openbaar domein - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de lijst in bijlage voor de ingediende aanvragen betreffende de inname van het openbaar domein en/of wegenis.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de lijst in bijlage voor de gevraagde inname(s) van het openbaar domein.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.18. Kohier van belasting op de exploitatie van diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder - uitvoerbaarverklaring - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college wordt gevraagd het kohier van de gemeentelijke belasting op de exploitatie van diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder voor aanslagjaar 2021 uitvoerbaar te verklaren.

 

Motivering

 

Het decreet van 8 mei 2009 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 6 juli 2009) en het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 13 juli 2009) verplichten de gemeenten een jaarlijkse belasting te heffen op de uitreiking van vergunningen voor de exploitatie van diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder, namelijk 250 euro per jaar en per akte van de vergunning vermeld voertuig. In uitvoering daarvan wordt jaarlijks een kohier opgemaakt. Het kohier bevindt zich in bijlage.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

       Decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de taxi-diensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder, gewijzigd door respectievelijke het decreet van 8 mei 2009 en het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009

       Art. 4, § 3 decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invoering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen ervan.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

1.436,48 euro

Actie

GBB-CBS : gelijkblijvend beleid CBS

Jaarbudgetrekening

0020-00/73415000

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het belastingkohier terzake voor aanslagjaar 2021 uitvoerbaar te verklaren. Het kohier bevat 3 artikels voor een totaal bedrag van 1.436,48 euro.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.19. Kohier van belasting op het aanleggen van voetpaden - uitvoerbaarverklaring - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het kohier van de gemeentelijke belasting op het aanleggen van voetpaden voor aanslagjaar 2021 uitvoerbaar te verklaren.

 

Motivering

 

De gemeenteraad keurde op 9 november 1995, op 31 januari 2002, op 26 september 2013, op 19 december 2019 en 17 december 2020 het gemeentelijk belastingreglement op het aanleggen van voetpaden goed. In uitvoering daarvan wordt jaarlijks een kohier opgemaakt. Het kohier bevindt zich in bijlage.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere :

  Art. 4, § 3 decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen ervan

  Gemeentelijke belastingreglementen op het aanleggen van voetpaden van 9 november 1995, van 31 januari 2002, van 26 september 2013, van 19 december 2019 en van 17 december 2020

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

176,13 euro

Actie

GBB-CBS : gelijkblijvend beleid CBS

Jaarbudgetrekening

0020-00/73230000

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het belastingkohier terzake voor aanslagjaar 2021 uitvoerbaar te verklaren. Het kohier bevat 2 artikels voor een totaal bedrag van 176,13 euro.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.20. Kohier van belasting op de indienststelling van een IBA geplaatst in het kader van de collectieve aanpak - uitvoerbaarverklaring- goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het kohier van de gemeentelijke belasting op de indienststelling van een IBA, geplaatst in het kader van het door de gemeente georganiseerde collectieve aanbod voor aanslagjaar 2021, uitvoerbaar te verklaren.

 

Motivering

 

De gemeenteraad keurde op 26 maart 2009, op 24 oktober 2013 en op 19 december 2019 het gemeentelijk belastingreglement IBA's - collectieve aanpak - indienststelling IBA goed. In uitvoering daarvan wordt jaarlijks een kohier opgemaakt. Het kohier bevindt zich in bijlage.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid : Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere :

        Art. 4, § 3 decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen ervan

       Gemeentelijk belastingreglement IBA's - collectieve aanpak - indienststelling IBA

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

475,67 euro

Actie

GBB-CBS : gelijkblijvend beleid CBS

Jaarbudgetrekening

0020-00/73190000

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het belastingkohier terzake voor aanslagjaar 2021 uitvoerbaar te verklaren. Het kohier bevat 5 artikels voor een totaal bedrag van 475,67 euro.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.21. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

C.22. Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/22 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/29 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 09 JUNI 2021

D.1. Attest van verdeling - Kapelstraat - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of ze akkoord kunnen gaan met het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Kapelstraat 81+.

 

Motivering

 

Op 20 mei 2021 verstuurde men vanuit het notariaat Saey - Taelman - Degandt een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Kapelstraat 81+, gekadastreerd afdeling 2, sectie E, nummers 625F, 627F, 627G, 628 en 629, met een totale oppervlakte van 1ha 11a 32ca.

 

De eigendom wordt verdeeld in diverse verschillende loten waarin in voorliggend attest volgende deel uitmaken:

          Kavel 2A en 2B met een totale oppervlakte van 1ha 0a 6ca

          Kavel 4 met een totale oppervlakte van 1a 41ca

          Kavel 5 met een totale oppervlakte van 1a 54ca

          Kavel 6 met een totale oppervlakte van 1a 54ca

          Kavel 7 met een totale oppervlakte van 1a 52ca

 

De bestemming van het goed is volgens de akte percelen grond / weiland, volgens het gewestplan woongebied / agrarisch gebied en volgens de verwerver van de kavels 2A en 2B weiland en de verschillende verwervers van de kavels 4, 5, 6 en 7 tuin / grond.

 

De omgevingsambtenaar stelt voor volgende opmerkingen te formuleren:

De eigendom is voor wat betreft de kavels 4, 5, 6 en 7 volledig bestemd als landbouwgrond en maakt op heden deel uit van een groter landbouwgeheel. De kavels 2A en 2B zijn grotendeels bestemd als agrarisch gebied, behoudens het gedeelte gelegen in de eerste 50 m ten opzichte van de rooilijn van de Kapelstraat.

 

Door de opdeling van het perceel voor de kavels 4, 5, 6 en 7 en door deze bij de aanpalende eigendommen te voegen als tuin, is de agrarische bestemming niet langer uit te oefenen op deze afgesplitste deel. De voorgestelde splitsing in functie van vertuining is bijgevolg niet in overeenstemming met de gewestplanbestemming.

 

Bij de kavel 2B dient opgemerkt dat de bestemming voor agrarische activiteiten behouden moet blijven en deze niet onttrokken mag worden aan de landbouw teneinde in overeenstemming te zijn met de gewestplanbestemming.

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen wenst op te merken dat

          door de afsplitsing van de kavels 4, 5, 6 en 7, de agrarische bestemming niet langer uit te voeren is en de voorgestelde splitsing in functie van vertuining bijgevolg niet in overeenstemming is met de gewestplanbestemming;

          de afgesplitste kavel 2B een landbouwbestemming dient te behouden teneinde in overeenstemming te blijven met de gewestplanbestemming.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/06/2021