Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 18 december 2019 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 18 december 2019.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 18 december 2019 goed te keuren.
Claude Croes Matthias Vanneste Bert Schelfhout Sandra De Leeuw-Goussey Hans Piepers Regine Rooryck Louis Vanderbeken Claude Croes Matthias Vanneste Bert Schelfhout Sandra De Leeuw-Goussey Regine Rooryck Louis Vanderbeken aantal voorstanders: 6 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
BBO De KIM - aanstelling Ahmeti Qefsere - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen
Claude Croes Matthias Vanneste Bert Schelfhout Sandra De Leeuw-Goussey Hans Piepers Regine Rooryck Louis Vanderbeken Claude Croes Matthias Vanneste Bert Schelfhout Sandra De Leeuw-Goussey Regine Rooryck Louis Vanderbeken aantal voorstanders: 6 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
BBO De KIM - aanstelling Quinten Eggermont
goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen
Claude Croes Matthias Vanneste Bert Schelfhout Sandra De Leeuw-Goussey Hans Piepers Regine Rooryck Louis Vanderbeken Claude Croes Matthias Vanneste Bert Schelfhout Sandra De Leeuw-Goussey Regine Rooryck Louis Vanderbeken aantal voorstanders: 6 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
BBO De KIM - aanstelling Marieke Vermeulen - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
Groenonderhoud via sociale tewerkstelling (2020-2021-2022-2023) - lastvoorwaarden, wijze van gunnen en uit te nodigen firma's - goedkeuring
Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
Grafconcessie - toekenning - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
Grafconcessie - nominatieve uitbreiding en bijzetting - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
KWB Sellewie - ontvangst nav overhandiging cheque tvv vzw Saying Goodbye - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om een ontvangst te organiseren van KWB Sellewie naar aanleiding van de officiële overhandiging van hun opbrengstcheque van de kerstmarkt aan vzw Saying Goodbye.
Motivering
KWB Sellewie organiseerde op 20 december 2019 een kerstmarkt waarvan de opbrengst naar vzw Saying Goodbye gaat, een vereniging die zich inzet voor kinderen, jongeren en volwassenen die geconfronteerd werden met het verlies van een dierbare.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de ontvangst te organiseren van KWB Sellewie naar aanleiding van de officiële overhandiging van hun opbrengstcheque van de kerstmarkt aan vzw Saying Goodbye, en dit op vrijdag 10 januari 2020 om 19.30 uur in het gemeentehuis.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
Berichtgeving sectoraal akkoord - kennisname
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de brief van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw (VVSG) enerzijds, en van het gemeenschappelijk vakbondsfront anderzijds, betreffende het opschorten van de gesprekken om te komen tot een nieuw sectoraal akkoord voor het lokale overheidspersoneel.
Motivering
Op 17 december 2019 ontving het bestuur een brief van de VVSG betreffende de opschorting van de onderhandelingen rond een nieuw sectoraal akkoord voor het lokale overheidspersoneel.
Het uitgangspunt van deze onderhandelingen was een concrete invulling te geven aan het engagement uit het vijfde Vlaamse Intersectoraal Akkoord (VIA5) voor de social/non profitsectoren van 8 juni 2018 om de koopkracht van het VIA-personeel van de lokale besturen met 1,1% te verhogen en hierover onder de sociale partners een akkoord af te sluiten tegen het einde van het jaar 2019. Op vraag van de vakorganisaties werden deze onderhandelingen uitgebreid naar het niet-VIA-personeel van de lokale besturen.
Tot op heden is het onmogelijk gebleken een akkoord af te sluiten tussen de VVSG en de vakorganisaties.
De VVSG schort de onderhandelingen op. De Vlaamse regering en de vakorganisaties werden hiervan op de hoogte gebracht. Aan de Vlaamse regering wordt gevraagd een oplossing te zoeken voor de recurrente VIA-middelen. Het gaat voor het jaar 2020 over een bedrag van 24,64 miljoen euro.
Daags na dit schrijven, op 18 december 2019 werd een schrijven ontvangen van het gemeenschappelijk vakbondsfront dat de houding van de VVSG betreurt. Tegelijk wordt openlijk de vraag gesteld in hoeverre de VVSG nog de lokale besturen kan vertegenwoordigen op het Comité C1. Het vakbondsfront geeft aan te willen blijven ijveren voor een minimale koopkrachtverhoging van 1,1 %. Hiervoor wordt gewezen naar het feit dat de loonbarema's sinds 1993 ongewijzigd zijn gebleven en dat personeelsleden van lokale besturen hierdoor sterk benadeeld worden door personeelsleden op Vlaams en federaal niveau.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de brieven van enerzijds de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw (VVSG), en anderzijds het gemeenschappelijk vakbondsfront betreffende het opschorten van de onderhandeling voor een sectoraal akkoord voor de lokale besturen.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
Beslissingen algemeen directeur - december 2019 - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de besluiten van de algemeen directeur van de maand december 2019.
Motivering
De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 170 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besluiten van de algemeen directeur van de maand december 2019.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
Verslagen politiecollege/politieraad - 6 en 20 december 2019 - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen van het politiecollege.
Motivering
Het verslag van het politiecollege van 6 december 2019 en van 20 december 2019 werd overgemaakt aan de gemeente.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
Diverse verslagen - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.
Motivering
Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:
• Imog - Raad van Bestuur van 19 november 2019
• Mijn huis - Raad van Bestuur van 17 december 2019
• Psilon - PV buitengewone algemene vergadering van 17 december 2019
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
Zwembad Anzegem-Deerlijk - bekendmaking naam - inrichting evenement - goedkeuring
Aanleiding en context
In overleg met de sport- en communicatiedienst van Anzegem en de schepenen van sport van beide gemeenten wil men de naam van het nieuwe zwembad Anzegem-Vichte bekendmaken op 25 januari 2020 om 9.30 uur, met een evenement waarop de pers en iedereen die een voorstel voor een naam indiende, uitgenodigd wordt. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om dit goed te keuren.
Motivering
De datum werd gekozen omdat er op een zaterdagvoormiddag meer mensen de kans zullen hebben om aanwezig te zijn. Het is bovendien de eerste zaterdag na de voorlopige oplevering. Zo wordt vermeden dat de naam aan het nieuwe zwembad lang zal moeten afgeplakt worden.
Het evenement zal er in grote lijnen zo uitzien:
Voorbereidingen evenement
• Voorstel genodigden:
◦ Pers
◦ Indieners voorstel naam zwembad
◦ Gemeente- en OCMW-raad
◦ Bijzonder Comité Sociale Dienst
◦ Stuurgroep zwembad
◦ Sportraad
◦ Farys
• Versturen uitnodigingen (via mail): 9 januari 2020
• Voorzien van koffiekoeken en koffie
• Afronden inschrijvingen genodigden: 20 januari 2020
• Voorzien van hostessen
• Prijsofferte opvragen puzzelstukken voor onthulling naam door college + cheque met groot jaarabonnement voor indiener winnende naam
◦ Anzegem vraagt prijs bij lokale drukkers, Deerlijk vraagt prijs bij Deerlijkse drukkers
▪ Drukkerij Astoria, Publie Designs, Squair Media
Programma evenement
• Beginuur: 9.30 uur
• Locatie: buiten aan het nieuwe zwembad
• Verwelkoming door burgemeesters
• Onthulling van naam door alle leden van het college van burgemeester en schepenen. Zij puzzelen de naam in elkaar.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het tijdstip en het voorstel voor het evenement waarop de naam van het nieuwe zwembad Anzegem-Deerlijk bekendgemaakt wordt, goed te keuren.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
Zuidwest - aanpassing statuten projectvereniging - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de aangepaste statuten voor de projectvereniging Zuidwest te agenderen op de gemeenteraad van 30 januari 2020.
Motivering
De gemeente is aangesloten bij de projectvereniging Zuidwest.
De raad van bestuur van Zuidwest keurde op haar vergadering van 22 november 2019 de vernieuwde statuten voor de projectvereniging goed. Overeenkomstig de regelgeving rond intergemeentelijke samenwerking in het Decreet Lokaal Bestuur wordt verzocht onderstaande gecoördineerde statuten ter goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad:
Statuten Zuidwest
Hoofdstuk 1 - Naam, zetel, doelstellingen en duur
Art. 1 - Naam van de projectvereniging
De projectvereniging wordt genoemd 'zuidwest'.
Art.2 - Zetel van de projectvereniging
De zetel van de vereniging is gevestigd in de intercommunale Leiedal, President Kennedypark 10, 8500 Kortrijk.
Art. 3 - Doel van de projectvereniging
De basisdoelstelling van zuidwest is om te werken aan een regio waar door samenwerking over de grenzen van gemeenten en sectoren heen, de positie als culturele en creatieve regio versterkt en de toekomst verzekerd wordt voor bestaand en nieuw creatief talent.
Dit betekent ondermeer:
• Het inwerken op de beschikbare ruimte of het creëren van nieuwe ruimte voor cultuur door het stimuleren van creativiteit en het genereren van goesting voor cultuur.
• Investeren in het aanwezig en nog te ontwikkelen potentieel talent en de voedingsbodem voor talent die onze regio uniek maakt verder te verdiepen en verbreden.
• Het verlagen van drempels voor participatie en het voluit gaan voor het recht op cultuur, cultuurparticipatie, cultuurbeleving en bij uitbreiding kwalitatieve vrijetijdsbeleving voor iedereen, ongeacht leeftijd, herkomst of sociale situatie.
• Het zoeken naar hernieuwde en eigentijdse vormen van participatie aan beleid en werking van stad, gemeente, buurt en bestuur van cultuurorganisatie.
• Het uitdagen van lokale en regionale actoren tot een levendige werking, rond het dynamische cultureel erfgoed van onze ondernemende regio.
Art. 4 - Duur van de projectvereniging
De projectvereniging wordt opgericht voor de periode 1 januari 2020 tot 31 december 2025. Tijdens die periode is geen uittreding mogelijk.
Hoofdstuk 2 - Bestuur van de vereniging
Art. 5 - Bestuur van de vereniging
§1. De projectvereniging wordt geleid door een raad van bestuur waarvan de leden benoemd worden door de deelnemende gemeenten.
§2. Deze raad van bestuur heeft uitsluitend de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die kaderen binnen het doel van de vereniging.
Art. 6 - Samenstelling raad van bestuur
§1. De raad van bestuur bestaat uit stemgerechtigde leden en uit leden met raadgevende stem.
§2. De stemgerechtigde leden zijn de schepenen van de deelnemende gemeenten met de bevoegdheid cultuurbeleid en/of erfgoed. De voorzitter wordt gekozen uit de stemgerechtigde leden.
§3. Er bestaat een onverenigbaarheid tussen het mandaat van bestuurder van de projectvereniging en verschillende ambten, functies en mandaten zoals bepaald in artikel 405 en 436 van het Decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur. Indien dat het geval is in de deelnemende gemeente dan duidt de gemeente een andere verkozen schepen aan.
§4. Daarnaast duidt elke deelnemende gemeente één afgevaardigde aan, als lid met raadgevende stem. Deze afgevaardigden zijn steeds raadsleden in de deelnemende gemeenten, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen.
§5. Leden van de raad van bestuur kunnen zich niet laten vervangen op de vergadering. Stemgerechtigde leden kunnen wel een volmacht geven aan een ander stemgerechtigd lid. Elk lid kan maar over één volmacht beschikken.
§6. De bestuurders worden benoemd voor de duur van de projectvereniging, maar zijn van rechtswege ontslagnemend bij verlies van hun openbaar mandaat.
Art. 7 - Werkingsmodaliteiten
De werkingsmodaliteiten van de raad van bestuur worden vastgelegd in een huishoudelijk reglement dat gewijzigd kan worden bij eenvoudige beslissing van stemgerechtigde leden van de raad van bestuur.
Art. 8 - Vergaderingen raad van bestuur
De raad van bestuur vergadert ten minste twee keer per jaar. De uitnodigingen worden minstens een week vooraf digitaal verstuurd, vergezeld van een agenda.
Art. 9 - Presentiegeld
De leden van de raad van bestuur zullen geen presentiegeld ontvangen.
Art. 10 - Ondersteuning raad van bestuur
De raad van bestuur kan werkgroepen of adviesgroepen oprichten om de vergaderingen van de raad van bestuur voor te bereiden en kan specifieke opdrachten uitbesteden aan derden.
Art. 11 - Verslaggeving aan de gemeenteraden
§1. De vergaderingen van de raad van bestuur zijn niet openbaar. De notulen van de vergaderingen en de bijhorende documenten worden, maximaal één maand na de vergadering digitaal overgemaakt aan de deelnemende gemeenten die dit beschikbaar houden van de gemeenteraadsleden op het secretariaat van alle aangesloten gemeenten.
§2. De raad van bestuur legt de jaarrekeningen, samen met het activiteitenverslag en het verslag van de revisor jaarlijks, voor eind juni, ter goedkeuring voor aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Hoofdstuk 3 - Financieel beheer
Art. 12 - Begroting en rekeningen
§1. De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig de wetgeving op de boekhouding van de ondernemingen en met naleving van de richtlijnen die de overheid uitvaardigt m.b.t. de boekhoudkundige verrichtingen.
§2. De raad van bestuur stelt de rekening van het afgelopen jaar en de begroting van het komende jaar samen, keurt die goed uiterlijk tegen 31 maart.
Art. 13 - Financiering
De gemeentebesturen financieren de projectvereniging jaarlijks met een bedrag van 0,65 euro per inwoner, per jaar. Deze bijdrage wordt vanaf 2021 aangepast aan de index van de consumptieprijzen. Als referentiecijfer wordt de index van de consumptieprijzen van mei 2020 gehanteerd.
Art. 14 - Financiële controle
De raad van bestuur benoemt een revisor die de controle op de financiële toestand van de projectvereniging en haar deelwerking uitvoert en hierover jaarlijks rapporteert.
Hoofdstuk 4 - Wijziging statuten, toetreding, ontbinding
Art. 15 - Wijziging van de statuten, toetreding
De wijzigingen van de statuten, de aanvaarding van de toetreding van nieuwe leden en de wijziging van de financiële bijdrage behoeven de instemming van twee derden van de deelnemende gemeenten, op basis van een gemeenteraadsbeslissing.
Art. 16 - Ontbinding van de vereniging
De vereniging kan voortijdig ontbonden worden mits akkoord van 2/3 van de bestuurders. De vereniging stelt hiertoe een vereffenaar aan.
Art. 17 - Bestemming van de activa
In geval van ontbinding van de vereniging worden de activa, na aanzuivering van de eventuele passiva, overgedragen aan de deelnemende gemeenten in verhouding tot de betaalde financiële bijdragen.
Voor alles wat niet in deze statuten is voorzien gelden de bepalingen van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de aangepaste statuten voor de projectvereniging Zuidwest te agenderen op de gemeenteraad van 30 januari 2020.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
LO/BBO - goedkeuring aanvraag tot vormen van scholengemeentschap Kadanz door Katholiek Onderwijs Vlaanderen - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de goedkeuring door Katholiek Onderwijs Vlaanderen van de aanvraag tot het vormen van de scholengemeenschap Kadanz.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen engageerde zich in zitting van 16 oktober 2019 om toe te treden tot de netoverstijgende scholengemeentschap interlokale vereniging Kadanz, waarbij volgende schoolbesturen lid worden na goedkeuring:
• gemeentebestuur Anzegem
• gemeentebestuur Deerlijk
• stadsbestuur Kortrijk (onder voorbehoud)
• vzw Vrije basisscholen Sint-Vincentius Deerlijk
• vzw Sint-Vincentiusschool Kachtem
• vzw Katholieke basisscholen V.I.K.T.
• vzw Katholiek onderwijs Sint-Jan
• vzw Vrije basisschool Sint-Theresia Anzegem
In een schrijven van 16 december 2019 laat Katholiek Onderwijs Vlaanderen weten dat haar raad van bestuur op haar vergadering van 5 december 2019 de aanvraag tot het vormen van de scholengemeenschap Kadanz versneld heeft goedgekeurd en wenst de schoolbesturen alle succes toe met de verdere uitbouw van de scholengemeenschap.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de goedkeuring van de aanvraag tot het vormen van de scholengemeenschap Kadanz door Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
Cultuurraad - verslag van 19 november 2019 - kennisname
Aanleiding en context
Het bestuur van de cultuurraad hield een vergadering op 19 november 2019.
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.
Motivering
Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd in een volgende zitting van 16 december 2019.
De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
Herlokalisatie depot - principiële beslissing tot aankoop - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd principieel te beslissen over de aankoop van een gebouw op de site Weverijstraat 40-42 voor de herlokalisatie van het technisch depot.
Motivering
Op 6 februari 2019 besliste het college van burgemeester en schepenen om de afdeling Vastgoedtransacties van de Vlaamse Overheid aan te stellen voor het opmaken van een schattingsverslag voor de sites die eventueel in aanmerking zouden komen voor de herlokalisatie van het gemeentelijk technisch depot. Hieraan was wel als voorwaarde gekoppeld dat de akte ook via de afdeling Vastgoedtransacties moet verleden worden.
De afdeling Vastgoedtransacties maakte op 3 april 2019 een schatting voor de aankoop van een gedeelte van het gebouw in de Weverijstraat 40-42 over.
Op 16 oktober 2019 nam het college van burgemeester en schepenen akte van de haalbaarheidsstudie omtrent de herlokalisatie van het depot.
Hieruit bleek dat herlokalisatie naar de site op de Weverijstraat 40-42 haalbaar is en dat deze site toch een aantal belangrijke voordelen biedt ten opzichte van de site in de Fabrieksstraat.
Op 19 december 2019 vond nog een overleg plaats met de eigenaar van de site Weverijstraat.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56., § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 2.250.000 euro |
Actie | Herlokaliseren van het technisch depot |
Jaarbudgetrekening | A-2.1.02/0200-00/22100000 |
Visum | ja |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad om tot de aankoop van een deel van de site Weverijstraat 40-42 over te gaan.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de Afdeling Vastgoedtransacties van de Vlaamse Overheid aan te stellen voor het opmaken van een aankoopakte en de verder afhandeling van deze aankoop.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
OMV 2019.167 - Rietstraat 1 t.e.m. 18 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
OMV 2019.164 - Kerkstraat 208 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
OMV 2019.166 - René De Clercqstraat 15, 17 en 19 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
OMV 2019.162 - Spinetstraat 32 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
OMV 2019.161 - Vercruysse de Solartstraat 13 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
Inname openbaar domein - jaarvergunningen 2020 - kennisname
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
BV 2017.176 - Oliebergstraat 134/136 - Raad voor Vergunningsbetwistingen - arrest - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 3 november 2019 inzake de vordering tot vernietiging van de beslissing van 19 juli 2018 van de Deputatie inzake de vergunning afgeleverd aan Desmet - Vercruysse betreffende het herbouwen van 2 woningen op gewijzigde plaats gelegen Oliebergstraat 134-136 te Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 13 maart 2018 een stedenbouwkundige vergunning af aan Desmet - Vercruysse betreffende het herbouwen van 2 woningen op gewijzigde plaats gelegen Oliebergstraat 134-136 te Deerlijk.
Er werd beroep aangetekend tegen de vergunning. De deputatie heeft in zitting van 19 juli 2018 beslist de vergunning te verlenen volgens beperkt aangepast plan en onder toevoeging van de volgende voorwaarden:
• de groenaanplantingen voorzien in zone 9 'bufferzone' van het GRUP hebben een maximale hoogte van 2 m;
• de groenaanplantingen moeten worden gerealiseerd uiterlijk in het eerstvolgend plantseizoen volgend op de voltooiing van de werken;
• de stipte naleving van het advies van de provinciale dienst Waterlopen.
Raadsman meester Ivan Lietaer, namens de heer Peter Caems, wonende Oliebergstraat 138, 8540 Deerlijk en mevrouw Caroline Filieux, wonende Oliebergstraat 138, 8540 Deerlijk, heeft bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen een verzoekschrift ingediend strekkende tot vernietiging van de beslissing van 19 juli 2018 van de Deputatie.
De Raad voor Vergunningsbetwistingen heeft in zitting van 3 november 2019 beslist de beslissing van de verwerende partij (Deputatie) van 19 juli 2018 te vernietigen en de verwerende partij bevolen een nieuwe beslissing te nemen over het administratieve beroep van de verzoekende partij binnen een termijn van vier maanden vanaf de dag na de betekening dit arrest.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
RUP 19-1 Deknudt-Decora - sluiting openbaar onderzoek - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het openbaar onderzoek voor het gemeentelijk RUP 19-1 Deknudt-Decora te sluiten.
Motivering
De gemeenteraad heeft in zitting van 12 september 2019 het ontwerp van RUP 19-1 Deknudt-Decora voorlopig vastgesteld. Het openbaar onderzoek betreffende het RUP werd georganiseerd van 14 oktober 2019 tot en met 12 december 2019.
Gedurende het openbaar onderzoek werden 11 bezwaarschriften, waarvan 9 identieke, ingediend en 2 externe adviezen.
De externe adviezen werden toegezonden door:
• de provincie West-Vlaanderen, Ruimtelijke Planning;
• de Vlaamse Overheid, Afdeling Gebiedsontwikkeling, omgevingsplanning en -projecten, Jacob van Maerlantgebouw.
Overeenkomstig artikel 2.2.14. § 5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening moet de GECORO alle adviezen, bezwaren en opmerkingen bundelen en coördineren en binnen 90 dagen na het einde van het openbaar onderzoek een gemotiveerd advies uitbrengen bij de gemeenteraad. Op hetzelfde ogenblik moet de GECORO aan het college van burgemeester en schepenen de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren bezorgen.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het openbaar onderzoek te sluiten en de uitgebrachte adviezen en bezwaren aan de GECORO voor te leggen.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
OMV 2019_140 - Hoogstraat 117/0006 - toekenning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van de functie van het gelijkvloers appartement naar een kantoorruimte, op een perceel gelegen Hoogstraat 117/0006 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 8 T11 aangevraagd door mevrouw Cindy Bultynck wonende Vinkestraat 15 te 8554 Zwevegem.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 31 december 2019.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 oktober 2011 door het college van burgemeester en schepenen voor het snoeien en kappen van bomen en een haag.
Stedenbouwkundige vergunning geweigerd op 8 februari 2012 door het college van burgemeester en schepenen en geweigerd op 14 juni 2012 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor het slopen van een bestaand gebouw en het bouwen van een appartementsgebouw.
Stedenbouwkundige vergunning geweigerd op 23 januari 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor de bouw van een appartementsgebouw na afbraak van de bestaande bebouwing.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 april 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een alleenstaande woning.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 september 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een appartementsgebouw met 10 appartementen en 15 garages en het slopen van een bestaand bijgebouw.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 juli 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een meergezinswoning (16 appartementen) met ondergrondse parkeergarage, na sloping van een tuinmuurtje en bijgebouw.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 februari 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het rooien van bomen.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 juni 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het wijzigen voortuinstrook bij een appartementsgebouw.
Relevante milieuvergunningen
Milieuvergunning afgeleverd op 13 januari 1993 door het college van burgemeester en schepenen voor plaatsen van een mazouttank van 4.600 liter.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langs de Hoogstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving wordt gekenmerkt door een diversiteit aan centrumfuncties, meer bepaald eengezinswoningen en meergezinswoningen, handelsactiviteiten, diensten en kantoren. Op deze locatie werd op 13 juli 2016 een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van een appartementsgebouw met 16 appartementen met een ondergrondse parkeergarage.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de functie van één appartement op het gelijkvloers te wijzigen van woongelegenheid naar kantoor. De bestaande ruimtes, zijnde slaapkamers, badkamer en leefruimte krijgen een nieuwe functie als vergaderruimte, bergruimte retours, berging en kantoorruimte. Er worden geen constructieve werken uitgevoerd en er vinden geen uitbreidingen plaats.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde voorschriften voor woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op de functiewijziging van wonen naar een kantoorfunctie in een omgeving waar zich reeds tal van functies bevinden zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Hoogstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De eigendom bevindt zich in de nabijheid van het centrum met in de omgeving zowel bewoning als bedrijvigheid, recreatie, kantoren en vrije beroepen zodat de wijziging naar een kantoorruimte zich functioneel inpast in de omgeving. Voor het gebouw zijn een tweetal openbare parkeerplaatsen aanwezig. De aanvrager beschikt over 2 ondergrondse garageplaatsen en 1 parkeerplaats op eigen terrein. Aan het gebouw worden geen constructieve ingrepen uitgevoerd en de bebouwde oppervlakte en het volume van het appartementsgebouw blijven behouden. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
7.14 Belastingsreglement op ontbrekende parkeerplaatsen
Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 3 juli 2014 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen moet voor een kantoorruimte met een oppervlakte van meer dan 50 m² 1 parkeerplaats voorzien worden en voor een appartement anderhalve parkeerplaats. Bij een functiewijziging is het aantal bijkomende parkeerplaatsen het verschil tussen het aantal parkeerplaatsen van de nieuwe bestemming en van de vroegere bestemming. De kantoorfunctie beslaat een netto oppervlakte van 57 m². De aanvrager beschikt over 2 ondergrondse garageplaatsen en 1 parkeerplaats op eigen terrein zodat voldaan is aan de genoemde gemeenteraadsbeslissing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Cindy Bultynck wonende Vinkestraat 15 te 8554 Zwevegem, voor het wijziging van de functie van het gelijkvloers appartement naar een kantoorruimte, op een perceel gelegen Hoogstraat 117/0006 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 8 T11.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
OMV 2019_152 - Windhalmlaan 24 - toekenning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een eengezinswoning met aangebouwde carport, op een perceel gelegen Windhalmlaan 24 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 182 L aangevraagd door Vandenabeele - Tremerie wonende Paanderstraat 30 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 20 december 2019.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
de hoogte van de carport moet beperkt worden tot maximaal 3 m.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd door de deputatie op 1 september 2011, met als bestemming zone voor wonen en beperkte nevenfuncties.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 28 september 2016 (dossiernummer gemeente: 1122-3/20164).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen op lot 6 van de recente verkaveling Windhalmlaan. De verkaveling bevindt zich in het centrum van Sint-Lodewijk in het binnengebied van de Oliebergstraat – Kapelstraat – Windhalmlaan. De woningen in de omgeving hebben zowel een open, halfopen als gesloten typologie. Van de verkaveling is reeds een deel vergund, ook voor het naastliggend lot 5 werd reeds een omgevingsvergunning afgeleverd.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
Het ontwerp voorziet de bouw van een vrijstaande eengezinswoning met in de rechterzijtuinstrook een carport. De woning bevindt zich binnen het bouwkader opgelegd door de verkaveling op minimum 5 m van de rooilijn, op minstens 3 m van de beide zijkavelgrenzen en op minstens 8 m van de achterkavelgrens. De woning bestaat uit 2 bouwlagen met plat dak met een totale hoogte van 6,25 m. De woning heeft een breedte van 10,25 m en een diepte van 9,45 m. Op het gelijkvloers bevindt zich een overdekte inkom, vervolgens een inkomhal met toilet, een zithoek, een eethoek, een keuken, een wasplaats/berging en een open terras. Op het verdiep worden 3 slaapkamers, een nachthal, een dressing, een badkamer, een toilet en een berging voorzien. De woning wordt afgewerkt in een witte gevelbepleistering met delen in zwarte rockpanelen, het schrijnwerk bestaat uit zwarte PVC. Aangebouwd aan de rechterzijgevel wordt een carport voorzien op 3 m achter de voorbouwlijn van de woning, met een breedte van 3 m op een diepte van 6,45 m en afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3,05 m. De carport is langs 3 zijden volledig open. De carport wordt opgetrokken in dezelfde materialen als de woning. Naar de carport wordt een oprit aangelegd in dolomiet. In de achtertuin wordt een terras voorzien centraal achter de woning en met een diepte van 3 m en een breedte van 8,35 m, uitgevoerd in tegels. Het perceel wordt tot aan de carport naast de woning omzoomd met een levende haag met een hoogte van 2 m en in de voortuinen wordt een haag van 0,75 m en een boom voorzien.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk RUP Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd door de deputatie op 1 september 2011.
Gezien de voorschriften van het RUP overgenomen werden in de voorschriften van de verkaveling wordt er voor de toetsing van de aanvraag aan het RUP verwezen naar de toetsing aan de verkaveling.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 28 september 2016 (dossiernummer gemeente: 1122-3/20164).
Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de bestemming vrijstaande ééngezinswoning gerespecteerd wordt, de minimale afstand van de voorbouwlijn tot de rooilijn gerespecteerd wordt, de minimale afstand tot de zijkavelgrenzen en tot de achterkavelgrens gerespecteerd wordt, de maximale bouwdiepte op het gelijkvloers en het verdiep gerespecteerd wordt, de maximaal te bebouwen oppervlakte van 50 % per perceel gerespecteerd wordt, het maximum aantal bouwlagen gerespecteerd wordt, de maximale hoogte van 6,5 m nageleefd wordt, de dakvorm vrij is, de carport op 0,5 m van de perceelgrens voorzien wordt, de dakvorm van de carport gerespecteerd wordt, de voorbouwlijn van de carport op 3 m achter de voorbouwlijn van de woning start, de carport langs 3 zijden open is, de maximale oppervlakte van de carport gerespecteerd wordt, de kavelgrenzen die geen betrekking hebben op de voortuinzone voorzien worden met een haag van 2 m hoogte, de hagen in de voortuin voorzien worden van groene beuk met een hoogte beperkt tot 0,75 m, in de voortuin een boom van 3de of 4de categorie aangeplant wordt en de strikt noodzakelijke verharding in de voortuin maximaal 1/3 de van de totale oppervlakte van de voortuin bedraagt.
De carport heeft in het plan een hoogte van 3,05 m terwijl de verkavelingsvoorschriften een hoogte voorschrijven van 3,00 m. Teneinde conform te zijn met de verkavelingsvoorschriften moet de hoogte van de carport beperkt worden tot maximaal 3 m. Deze voorwaarde zal aan het besluit van de omgevingsvergunning toegevoegd worden.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Windhalmlaan een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2.000 liter en een referentieoppervlakte van 5,29 m², de oprit wordt aangelegd in waterdoorlatende verharding en het terras watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een eengezinswoningen in een recent goedgekeurde verkaveling. De aanvraag voldoet zowel naar bouwvolume van de woning als afstand tot de perceelsgrenzen en materiaalgebruik aan de voorschriften van de verkaveling. Op deze manier past de eengezinswoning zich in, in de recent goedgekeurde verkaveling. De carport wordt voorzien op 3 m achter de voorbouwlijn van de woning en het betreft een volledig open constructie waardoor het open karakter van de woning niet verloren gaat. De tuinzone is nog voldoende ruim teneinde deze kwalitatief in te richten. Er is op eigen terrein ook genoeg parkeergelegenheid voorzien zodat de nieuwe woning geen parkeerhinder zou mogen veroorzaken op de openbare weg. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Vandenabeele - Tremerie wonende Paanderstraat 30 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een eengezinswoning met aangebouwde carport, op een perceel gelegen Windhalmlaan 24 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 182 L, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
de hoogte van de carport moet beperkt worden tot maximaal 3 m.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
OMV 2019.172 - Desselgemknokstraat 17 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
OMV 2019.171 - Veldstraat 9 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
OMV 2019.170 - Burg. Hector Isebaertstraat 13 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
OMV 2019.169 - Klijtstraat 64 en 64A - opening openbaar onderzoek - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
OMV 2019.168 - Braamakkerstraat 28 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
Premie herbruikbare luiers - rechtzetting - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring
Aanleiding en context
Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Organisatiebeheersysteem
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2020/1 goed te keuren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2020/1 goed te keuren.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
BBO - grond Sint-Amandusstraat - gebruiksovereenkomst - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
Samenwerkingsoveeenkomst met vzw Wild van Klassiek - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
OMV 2019_120 - Tapuitstraat 25, 53 en 53A - bijkomend advies aan POVC - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen voor het wijzigingsverzoek van DEWAELE AGRO BVBA gevestigd Tapuitstraat 53 te 8540 Deerlijk, voor het wijzigen van het beplantingsplan ten opzichte van de eerder ingediende plannen, op een perceel gelegen Tapuitstraat 25, 53 en 53A en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 377 P, (afd. 2) sectie D 377 T, (afd. 2) sectie D 377 R, (afd. 2) sectie D 377 Y, (afd. 2) sectie D 381 F, (afd. 2) sectie D 383 D, (afd. 2) sectie D 383 E, (afd. 2) sectie D 383 F, (afd. 2) sectie D 388 B, (afd. 2) sectie D 417 B, (afd. 2) sectie D 419 A, (afd. 2) sectie D 420 B en (afd. 2) sectie D 421 A.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar beslissing als volgt:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 augustus 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het vernieuwen van een afdak tussen gebouwen.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 juni 1968 door het college van burgemeester en schepenen voor het dicht maken van een bestaande hangaar en afdak om er een stal in te maken.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 oktober 1973 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een kweekvarkensstal.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 april 1977 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaande kweekvarkensstal.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 augustus 1979 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een mestvarkensstal.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 november 1995 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een open waterput.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 april 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een landbouwloods en mestkelder.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 november 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een bestaande stal, het bouwen van een machineloods en mestloods en het aanleggen van betonverharding.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 maart 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een bedrijfswoning.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 april 2009 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van bestaande stallen en loodsen en het bouwen van een kalkoenenstal, aanleggen van een betonverharding.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 februari 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een stal, het bouwen van een loods en 2 opfokstallen voor kalkoenen.
Relevante milieuvergunningen
Volgende Pré Vlarem vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Vergunning afgeleverd op 9 januari 1974 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbaten van een varkensstal, het plaatsen van een propaangastank van 3000 l en het plaatsen van een ondergrondse stookoliehouder van 9000 l.
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Milieuvergunning afgeleverd op 7 november 1991 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor een exploitatie met 10.000 stuks pluimvee en de opslag van 820 m³ mest.
Milieuvergunning afgeleverd op 4 april 1996 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor de hernieuwing en verandering van een vergunde inrichting.
Milieuvergunning afgeleverd op 3 juli 1997 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor de melding van overname van een vergunde inrichting..
Milieuvergunning afgeleverd op 5 juni 2003 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor het verder exploiteren, uitbreiden en wijzigen van een varkens – en kalkoenenbedrijf.
Milieuvergunning afgeleverd op 25 februari 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden en wijzigen van een inrichting.
Milieuvergunning afgeleverd op 1 juni 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanleggen van een sleufsilo van 800 m³ met onderliggende mestkelder van 950 m³.
Milieuvergunning afgeleverd op 31 oktober 2008 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor het verder exploiteren, uitbreiden en wijzigen van en toevoegen aan een varkens – en kalkoenenfokkerij.
Milieuvergunning afgeleverd op 9 juli 2009 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor een melding van overname.
Milieuvergunning afgeleverd op 31 maart 2016 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor het verder exploiteren van een kalkoenenbedrijf.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langsheen de Tapuitstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg, ten zuiden van de E17. De omgeving wordt gekenmerkt door vrijstaande en gekoppelde eengezinswoningen met achterliggend open landbouwgebied. Het bedrijf en de loodsen van de aanvrager zijn gesitueerd achterliggend de woningen langs de Tapuitstraat. De verschillende stallen en loodsen zijn centraal en geconcentreerd ingepland met een tussenliggende betonverharding. Er is geen groenbuffer aanwezig rond de bedrijfsgebouwen.
3.2. Beschrijving van het aangevraagde wijzigingsverzoek
De exploitant kan omwille van hygiënische redenen geen bomen zetten direct rond de stallen waar kalkoenen gekweekt worden. Dit is zowel in de QS-norm (keuringsnorm om kalkoenen te mogen slachten in Duitsland) als de door Duitsland opgemaakte "checklijst ter voorkoming van hoogpathogene vogelgriep" opgenomen. Deze documenten worden als bijlage bij het wijzigingsverzoek toegevoegd. Deze documenten vermelden onder meer:
o Alle gebouwen en voorzieningen moeten schoon en in goede staat zijn.
o Verstelbare roosterpoorten voor voldoende luchtinlaat moeten toegankelijk zijn.
o Groei van struiken, bodembedekkers of bomen zijn verboden naast de stallen.
o Vermijden van direct en indirect contact met wilde vogels.
o Het terrein onaantrekkelijk maken voor wilde vogels.
o Het nestelen van wilde vogels voorkomen.
Het nieuwe beplantingsplan werd opgemaakt door Inagro vzw (extern verzelfstandigd agentschap van de Provincie West-Vlaanderen) in samenspraak met de exploitant. Met dit nieuwe beplantingsplan wordt getracht het bedrijf voldoende landschappelijk in te kleden, rekening houdende met de bovenstaande bepalingen. De volgende motivatie wordt in het landschappelijk integratiedossier aangestipt:
o De voorzijde van de van het bedrijf staat op de grens met woongebied. ER is een haag aanwezig die het bedrijf van de private tuinen scheidt.
o Het bedrijf is aan de noordzijde omrand door een provinciale beek. Er wordt gekozen om een hoge beplanting te voorzien. Deze zullen ook in de hoogte breking geven op de bestaande hoge gebouwen. De dienst Waterlopen van de Provincie geeft aan dat de beplanting op 0,75 à 1 m van de taludinsteek mag geplant worden en dat de bomen op 10 m tussenafstand moeten staan. Er wordt voorgesteld om hiervoor hoogstam zomereiken aan te planten.
o Om de zuidzijde van het bedrijf te integreren, wordt de bomenrij in de akker doorgetrokken tot aan de bestaande heg/bomenrij ten zuidwesten. Door deze bomenrij op afstand van de stal te voorzien, kunnen deze voldoende uitgroeien en kan een goede overgang naar het achterliggende landschap bekomen worden.
o Aan de achterzijde van de stal is een kleine stapelruimte die omzoomd wordt door een heg.
o Voor de hoogstambomen wordt gekozen voor zomereik.
o De gemengde heg zal een hakhoutbeheer krijgen met een omloop van 7 à 8 jaar en samengesteld worden uit de volgende soorten: wilde liguster, hazelaar, haagbeuk, kornoelje en gelderse roos.
o De haag wordt 2 maal per jaar geschoren en bestaat uit haagbeuk.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 20 september 2019 tot 19 oktober 2019. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen. Dit wijzigingsverzoek maakt geen deel uit van het reeds uitgevoerde openbaar onderzoek.
5. Adviezen
Voor de omgevingsvergunningsaanvraag werd vanuit de POVC West-Vlaanderen aan de volgende instanties advies gevraagd:
- Provincie West-Vlaanderen (dienst waterlopen)
- Departement Omgeving (stedenbouwkundig advies)
- Departement Omgeving (milieu advies)
- Departement Landbouw en Visserij
- Provinciale omgevingsvergunningscommissie West-Vlaanderen
- De gemeente Deerlijk
Voor het wijzigingsverzoek werd door de POVC West-Vlaanderen op 17 december 2019 een advies op het aangepaste beplantingsplan gevraagd aan de gemeente Deerlijk.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
Deze aanvraag is volgens het Origineel gewestplan Kortrijk, goedgekeurd op 4 november 1977 gelegen in een agrarisch gebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan, gezien de aanvraag betrekking heeft op een volwaardig uitgebaat professioneel landbouwbedrijf in een agrarisch gebied.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Tapuitstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (< 40 m²). Het gebied ligt deels in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
Het hemelwater dat op de verharde oppervlaktes terechtkomt kan infiltreren in de bodem naast het verhard oppervlak. Het hemelwater van de bedrijfsgebouwen wordt opgevangen in drie citernes van 20 m³ en een regenwateropvang van 60 m³. Het hemelwater van de woning, berging en garage wordt opgevangen in de vijver. De citernes en de regenwateropvang hebben een overloop naar de vijver. Aangezien voldaan wordt aan de hemelwaterverordening, zijn de effecten afkomstig van de verharding en overdekte constructies niet aanzienlijk. Gelet op de beperkte constructies die worden bijgebouwd en het feit dat het hemelwater kan infiltreren in de bodem naast de constructies, worden geen aanzienlijke effecten op het watersysteem verwacht.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Relevante potentiële effecten op de bodem ten gevolge van de omgevingsvergunningsaanvraag.
Mogelijke bronnen van verontreinigingen kunnen zijn:
- Mazouttanks
- Hemelwater op verharding
- Mestkelder
- Olieopslag
De volgende maatregelen worden ingezet om de effecten op de bodem te voorkomen of te beperken:
De mazouttanks zijn ingekuipt/dubbelwandig en de olieopslag gebeurt boven een lekbak.
• Verharde oppervlakten worden niet bevuild waardoor het regenwater niet wordt vervuild.
• Bodemverontreiniging wordt eveneens voorkomen door het bouwen van waterdichte mestkelders conform de code van goede praktijk, zoals beschreven in Vlarem II bijlage 5.9. ‘Opslagplaatsen voor mest. Hoofdstuk I. Regels van goed vakmanschap voor het bouwen van opslagplaatsen voor mengmest (mestkelder).
Relevante potentiële effecten op het watersysteem ten gevolge van de omgevingsvergunningsaanvraag.
Aangezien voldaan wordt aan de hemelwaterverordening, zijn de effecten afkomstig van de verharding en overdekte constructies niet aanzienlijk.
Gelet de beperkte constructies die worden bijgebouwd en het feit dat het hemelwater kan infiltreren in de bodem naast de constructies, worden geen aanzienlijke effecten op het watersysteem verwacht.
De impact van de nieuwe diepte drainage ten aanzien van grondwaterwinning in de omgeving van de exploitatie werd niet toegelicht. Tijdens het openbaar onderzoek werd toch enige bezorgdheid hieromtrent geuit. Uit deze aanvraag kunnen we niet afleiden of de invloedssfeer van de diepte drainage tot de buren reikt.
De nagestuurde wijzigingsaanvraag heeft geen rechtstreekse relevante potentiële effecten op het milieu.
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvrager baat een volwaardig landbouwbedrijf uit en de gevraagde gebouwen zijn in functie van de uitbating van dit landbouwbedrijf zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De nieuwe berging wordt opgetrokken in het verlengde van reeds bestaande gebouwen zodat de huidige erfopstelling behouden blijft. De gebouwen worden afgewerkt in eenzelfde vormgeving en met dezelfde materialen als de reeds bestaande stallen zodat een harmonisch geheel ontstaat. De nieuwe cabines zijn standaard en noodzakelijk voor de exploitatie en hebben slechts een minimale invloed op het straatbeeld. Inzake landschappelijke inkleding werd initieel in de omgevingsvergunningsaanvraag een groenbuffer voorzien langsheen de bedrijfsgebouwen die uitgeven op het achterliggend open landbouwgebied. Teneinde voldoende garanties te hebben naar de landschappelijke inkleding werden met betrekking tot de groenaanplant volgende bijkomende voorwaarden opgenomen in het advies van het college van burgemeester en schepenen van 16 oktober 2019 met betrekking tot de omgevingsvergunningsaanvraag (OMV_2019092187):
- Ten opzichte van het open landbouwgebied moeten groenschermen aangelegd worden met een breedte van minstens 5 m en bestaan uit een combinatie van struikgewas en hoogstammige bomen met volgende specificaties:
Gemengde aanplant met inheemse struiken bestaande uit minimaal 3 verschillende soorten waarvan 20 % groenblijvende beplanting.
Minimum plantdichtheid 1m x 1 m in driehoeksverband.
Minimum plantmaat 60-90 BW.
Inheemse soort.
Maximale plantafstand 8 m.
Minimale plantmaat 10/12.
- De aanplant van de groenschermen dient te gebeuren binnen het eerstvolgend plantseizoen na voltooiing en/of ingebruikname van de bouwwerken.
In gevolge de bepalingen waarnaar de exploitant zich dient te schikken om te kunnen voldoen aan de exportvoorwaarden naar Duitsland werd het beplantingsplan van bovenstaande groenbuffer aangepast in samenwerking met Inagro vzw. De nieuwe groenbuffer wordt in hoofdzaak een stuk verder van de stallen voorzien. De combinatie van hagen, heggen en hoogstambomen zal met dit nieuwe beplantingsplan voldoende garanties bieden naar de landschappelijke integratie van het bedrijf. De strikte opvolging van dit nieuwe beplantingsplan wordt opgenomen in de voorwaarde van dit advies.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek is intussen afgelopen. Er werden geen bezwaarschriften ingediend. Deze wijzigingsaanvraag maakt geen deel uit van het openbaar onderzoek.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid : Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
o Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
o Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
o Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit een voorwaardelijk gunstig advies uit te brengen betreffende het wijzigingsverzoek (OMV_2019092187) met betrekking tot het beplantingsplan van de groenbuffer.
Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:
Het landschappelijk integratiedossier met de bijhorende plannen van Inagro vzw dient strikt gevolgd te worden.
De aanplant dient te gebeuren binnen het eerstvolgend plantseizoen na het besluit van de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen met betrekking tot de omgevingsvergunningsaanvraag.
Zitting van CBS van 08 JANUARI 2020
OMV 2019_112 - Stationsstraat 207 - toekenning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van een bestaand woonhuis, ontbossen van het perceel en aanleggen van parking, op een perceel gelegen Stationsstraat 207 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 1 N2 en (afd. 2) sectie D 26 G aangevraagd door Jean-Charles Carrette namens BLUE OAK REAL ESTATE CVBA gevestigd Kleine Tapuitstraat 18 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 6 januari 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig voor de sloop van het bestaande woonhuis en ongunstig voor het ontbossen van het perceel en de aanleg van parking.
Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.
Er moet voldaan worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).
Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming deels woongebied met een landelijk karakter en deels gebied voor milieubelastende industrie.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
1. De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
2. De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
3. De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
4. Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
5. Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 april 1953 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een afsluiting (plaat in grond met ursusdraad) bezijds de woning.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 augustus 1960 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van 2 grote vensters in plaats van drie bestaande in de voorgevel.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 juli 1969 door het college van burgemeester en schepenen voor het verplaatsen van de deur, dichtmetsen van venster en plaatsen van façadesteen voor de voorgevel van het woonhuis.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen op de hoek van de Kleine Tapuitstraat en de Stationsstraat. De omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen langs de Stationsstraat bestaand uit een menging van halfopen en gesloten bebouwing. De Kleine Tapuitstraat wordt gekenmerkt door industriële bebouwing en activiteiten. Ten zuiden situeert zich de autosnelweg E 17. De Kleine Tapuitstraat is de ontsluitingsweg voor dit gedeelte van de bedrijvenzone.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst op de eigendom diverse werken uit te voeren.
De bestaande woning op de hoek van de Stationsstraat en de Kleine Tapuitstraat wordt gesloopt aangezien de woning niet meer aangepast is aan de huidige eisen voor wat betreft bouwkwaliteit, energiebeheer en uitstraling. De te slopen woning bestaat uit een hoofdvolume van 1 bouwlaag met zadeldak, georiënteerd op de Stationsstraat en achterliggend een aantal aanbouwen. Op het bouwperceel van de woning staan ook nog een 5-tal bomen die de aanvrager wenst te rooien. Naast het slopen van woning en het rooien van een aantal solitaire bomen wenst de aanvrager ook het aanwezige bos langs de Kleine Tapuitstraat te rooien dat een oppervlakte van 1.100 m² inneemt. In het dossier is een boscompensatievoorstel toegevoegd waarbij geopteerd wordt tot het betalen van een bosbehoudsbijdrage en niet tot een heraanplant.
Na het slopen van de gebouwen en het rooien van de bomen en het bos wordt een parking aangelegd in grind en ingericht met 73 parkeerplaatsen voor personenwagens. Deze parking wordt voorzien van een aparte in- en uitrit op de Kleine Tapuitstraat en met 73 parkeerplaatsen voor personenwagens. Rondom de parking wordt een groenaanleg voorzien bestaand uit gazon en de aanplant van 11 nieuwe bomen.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag (het stallen van personenauto’s) heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 4 oktober 2019 tot 2 november 2019. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 11 schriftelijke bezwaarschriften ontvangen.
Alle bezwaren zijn tijdig ingediend en aldus ontvankelijk.
De bezwaren handelen samengevat omtrent volgende elementen:
1) Onduidelijkheden in het dossier ivm enerzijds de invulling van de ‘tijdelijkheid’ en anderzijds de langere termijnvisie.
2) Bij een nieuwe invulling op termijn moet de hoogte afgestemd worden op de omgeving (geen mastodont).
3) Dit bedrijf wordt te groot voor deze kleine industriezone.
4) Er wordt voorgesteld de uitbreiding noordelijk te gaan voorzien.
5) Bezwaar tegen het rooien van het bos vanuit motivatie lawaaihinder vanaf E17, impact op zicht en impact op uitlaatgassen.
6) Indien het rooien toch goedgekeurd wordt, wordt gevraagd meer nieuwe bomen aan te planten dan nu voorzien (bijvoorbeeld tussen de parking en de Kleine Tapuitstraat).
7) Er wordt gevreesd dat de parking voor extra hinder zal zorgen zoals door laden en lossen, door op- en afrijden, door oneigenlijk gebruik.
8) De Kleine Tapuitstraat is in slechte staat met geluidshinder en trillingen tot gevolg. Er zal nog extra verkeer ontstaan waardoor gevraagd wordt deze her aan te leggen (wegwerken bobbel).
9) De Kleine Tapuitstraat is zeer onveilig en wordt kapot gereden door het drukke verkeer, de beperkte breedte, zwaar verkeer ook van de bedrijven verderop, etc.. Vraag naar ingrepen om de Kleine Tapuitstraat veiliger te maken en verkeer te verminderen. Er wordt voorgesteld dit op te lossen door een nieuwe weg te maken evenwijdig met de E17 op de Stationsstraat en deze nieuwe weg in te richten als enkel inrit (éénrichting) en dan uitrit via Kleine Tapuitstraat die ook éénrichting wordt. De overige bedrijven dienen hierop dan ook aan te sluiten (rondgaand verkeer rond die nieuwe parking).
5. Adviezen
Agentschap Natuur en Bos - afdeling West-Vlaanderen
Het dossier werd op 25 september 2019 voor advies overgemaakt aan de Vlaamse Overheid, agentschap Natuur en Bos, afdeling West-Vlaanderen. De adviesinstantie bracht op 25 oktober 2019, volgend advies uit:
...'Ruimtelijke bestemming
Woongebied met landelijk karakter en milieubelastende industrieën
Biologische waarderingskaart
Biologisch minder waardevol en biologisch waardevol (het aanwezige bos)
Rechtsgrond
Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:
5.1. Artikel 90 bis Bosdecreet van 13 juni 1990 (in het kader van ontbossing)
5.2. Artikel 35 § 4 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Bespreking aanvraag
De aanvraag betreft het slopen van een woonhuis, het rooien van een bos en de aanleg van een tijdelijke bufferparking. De bestemming van het bos is industriegebied. Het lijkt ANB echter niet wenselijk om het bos op deze locatie te kappen, aangezien er achteraf een tijdelijke invulling wordt gegeven aan de grond en er in de aanvraag nergens is aangetoond hoeveel parkeerplaatsen effectief nodig zijn. De locatie waar het woonhuis zich momenteel bevindt is ongeveer de helft van de aangevraagde oppervlakte en mits een goede inrichting kunnen hier reeds heel wat wagens gestald worden. Er dient nagegaan te worden hoe de reeds beschikbare ruimte voor parking optimaal kan ingevuld worden.
De regio waar het bos gelegen is, is al heel bosarm. Het aangevraagde bos heeft dan ook een hoge ecologische waarde en een meerwaarde voor de omgeving. Het beleid moet er zich op richten om nodeloze verharding en ontbossing zoveel mogelijk te vermijden en dus te trachten de inname te beperken. Elke ontbossing is negatief voor de biodiversiteit en de klimaatdoelstellingen. Planologisch gaat het hier om industriegebied en is verharding hier strikt gezien wel mogelijk. Anderzijds is er een toenemende bewustwording rond de klimaatopwarming en de rol van bossen hierin (verkoeling, CO2-vastlegging) en de leefbaarheid van woonkernen. Het behoud van dergelijke kleine bosbestanden is één van de weinige maatregelen die een lokaal bestuur echt zelf kan nemen in de strijd tegen de klimaatopwarming. Een boom neemt jaarlijks gemiddeld 24 kg CO2 op. Dat betekent dat - gerekend aan 300 bomen per ha - 1.000 m² bos jaarlijks 720 kg CO2 uit de lucht haalt. De jaarlijkse uitstoot van een gemiddelde gezinswoning bedraagt 6 ton CO2. ANB raadt daarom aan om de ontbossing niet toe te staan.
Bespreking boscompensatievoorstel
Uit het dossier kan afgeleid worden dat de aanvrager een oppervlakte van 1.100 m² wenst te ontbossen. Volgens onze gegevens is het perceel bezet met inheems bos.
Volgens het Agentschap Natuur en Bos is er voor het uitvoeren van de geplande werken een ontbossing nodig van 1.100 m².
Het compensatievoorstel wordt goedgekeurd. Dit compensatievoorstel moet integraal deel uitmaken van de omgevingsvergunning.
Wanneer u als vergunningverlenende instantie het advies van Agentschap voor Natuur en Bos niet wenst te volgen en de ontbossing voor een andere oppervlakte wenst toe te staan dan vermeld in het goedgekeurde of aangepaste compensatievoorstel, dan moet u voorafgaand aan het verlenen van de vergunning het compensatievoorstel opnieuw aan het agentschap voorleggen, met de vraag om het aan te passen naar de gewenste bosoppervlakte. Het is belangrijk dat de te compenseren bosoppervlakte overeenstemt met de vergunde te ontbossen oppervlakte. De vergunningverlenende instantie heeft zelf niet de bevoegdheid om het compensatievoorstel aan te passen.
Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door het Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.
Conclusie
Gelet op bovenstaande analyse keurt het Agentschap voor Natuur en Bos het boscompensatievoorstel goed maar verleent het een ONGUNSTIG advies. Gelet op artikel 4.3.4. VCRO raden wij de vergunningverlenende overheid af om de vergunning toe te kennen.
Indien de vergunningverlenende overheid aan het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos gemotiveerd wenst voorbij te gaan en de vergunningsaanvraag alsnog wenst te verlenen, dan moet het goedgekeurde boscompensatievoorstel integraal deel uitmaken van de omgevingsvergunning en moeten de volgende voorwaarden in het kader van art. 90bis van het Bosdecreet letterlijk in de omgevingsvergunning worden opgenomen:
5.3. De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90 bis, § 5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 19-218129.
5.4. De te ontbossen oppervlakte bedraagt 1.100 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.
5.5. De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage.
5.6. De bosbehoudsbijdrage van 7.964,00 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door het Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.''
Agentschap Wegen en Verkeer - AWV - District Kortrijk
Het dossier werd op 25 september 2019 voor advies overgemaakt aan de Vlaamse Overheid, agentschap Wegen en Verkeer, District Kortrijk. De adviesinstantie bracht op 6 november 2019, volgend advies uit:
...'Bijzondere voorwaarden
1. Vastlegging ten opzichte van de grens van het autosnelwegdomein (A0140002 van 15.4 + 0 tot 15.5+10):
a. De bouwlijn ligt op 30 m van de grens van het autosnelwegdomein volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2019 (betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen, eerste artikel). Deze is gemeten loodrecht op de as van de autosnelweg.
b. Bepaling van de grens van het domein van de autosnelweg: Buitenkant gracht + 1 meter.
2. Een afwijking op de vrije zijstrook langs de autosnelweg wordt, ingevolge een beslissing van de Administrateur-Generaal met ref. AV/312/2019/00821 verleend.
Het betreft de aanleg van een parking in waterdoorlatende materialen. De bouwvrije strook wordt slechts zeer beperkt bezwaard.
Besluit
Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer GUNSTIG betreffende voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en bijzondere voorwaarden.'
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde de voorschriften voor het woongebied met landelijk karakter en de milieubelastende bedrijvenzone.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.
Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. Gebieden voor milieubelastende industrieën
zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.
Het gevraagde voldoet aan de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan, mits de aanvraag in overeenstemming is met de beoordelingscriteria vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de VCRO en bijgevolg verenigbaar is met de onmiddellijke omgeving (zie verder).
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kleine Tapuitstraat en de Stationsstraat beide voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen. De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen en de niet verharde ruimte wordt ingericht met groenaanplant zodat het water voldoende infiltreert in de bodem en bijgevolg in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Voor de natuurtoets wordt verwezen naar het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Bespreking adviezen
Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is gunstig zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos is ongunstig.
Gelet op hun expertise wordt dit advies in het kader van de aanvraag overgenomen tot het mijne. Indien de vergunningverlenende overheid aan het advies voorbij wenst te gaan dan dient dit gemotiveerd te worden. In het dossier ontbreekt de nodige informatie omtrent de noodzaak aan de bijkomende parkeerplaatsen en de lange termijnvisie voor de inrichting van het perceel zodat op basis van voorliggend dossier geen voldoende motivatie opgebouwd kan worden om het advies van het Agentschap te weerleggen.
Bijgevolg dient voor het ontbossen van het terrein en de herinrichting van het terrein een nieuwe aanvraag ingediend te worden met bijkomende informatie en zal bij de verdere beoordeling bijgevolg enkel de sloop van de bestaande bebouwing in overweging genomen worden.
7.11 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft enerzijds betrekking op de sloop van de bestaande woning op de hoek van de Stationsstraat en de Kleine Tapuitstraat en anderzijds op de ontbossing van het perceel en de herinrichting van de volledige eigendom als tijdelijke bufferparking.
Gelet op het ongunstig advies van het Agentschap Natuur en Bos wordt enkel de sloop van de bestaande bebouwing verder in overweging genomen en dient een ongunstig advies geformuleerd te worden voor het ontbossen van het terrein en de herinrichting tot bufferparking.
De te slopen eengezinswoning voldoet niet meer aan de huidige eisen wat betreft bouwkwaliteit, energiebeheer en uitstraling voor hedendaagse woongebouwen. De woning is ingeplant tot op de rooilijn van de Stationsstraat waardoor het zicht op het verkeer van de Stationsstraat bij de ontsluiting van het bedrijventerrein sterk gehinderd wordt. Gelet op de staat van de woning, het feit dat de woning leeg staat en de impact die de sloop zal hebben op de zichtbaarheid op het verkeer in de Stationsstraat, is het ruimtelijk verantwoord om reeds een vergunning te verlenen voor de sloop van de bebouwing. In het kader van de afwerking van het terrein en het beperken van de mogelijke hinder moeten volgende voorwaarden nageleefd worden:
6. Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.
7. Er moet voldaan worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).
8. Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.
Het ontwerp kan bijgevolg, voor het gedeelte van de sloop, verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.12 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden 11 bezwaren of opmerkingen geformuleerd. De bezwaren zijn allen tijdig ingediend en aldus ontvankelijk.
Het college van burgemeester en schepenen, als vergunningverlenend bestuur, dient omtrent de bezwaarschriften een standpunt in te nemen. Gelet op het ongunstig advies van het Agentschap Natuur en Bos is een herwerking van het dossier of een bijkomende motivering noodzakelijk zodat de voorliggende aanvraag voor wat betreft het rooien van het bos en de inrichting als tijdelijke parking in zijn huidige vorm niet voor vergunning vatbaar is en enkel de sloop in overweging genomen wordt. Bijgevolg is een beoordeling van de bezwaren in deze fase niet aan de orde aangezien er geen bezwaren geformuleerd werden tegen het verdwijnen van de woning op zich en voor het rooien en herinrichten van het perceel een nieuwe aanvraag ingediend dient te worden met een nieuw openbaar onderzoek.
7.13 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jean-Charles Carrette namens BLUE OAK REAL ESTATE CVBA gevestigd Kleine Tapuitstraat 18 te 8540 Deerlijk, voor het slopen van een bestaand woonhuis op een perceel gelegen Stationsstraat 207 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 1 N2 en (afd. 2) sectie D 26 G, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.
Er moet voldaan worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).
Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het weigeren van de omgevingsvergunning aan Jean-Charles Carrette namens BLUE OAK REAL ESTATE CVBA gevestigd Kleine Tapuitstraat 18 te 8540 Deerlijk, voor het ontbossen van het perceel en aanleggen van parking, op een perceel gelegen Stationsstraat 207 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 1 N2 en (afd. 2) sectie D 26 G.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.