Zitting van CBS van 15 JULI 2020
College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 8 juli 2020 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 8 juli 2020.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 8 juli 2020 goed te keuren.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Verzekering omnium dienstverplaatsingen - uitbreiding - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de uitbreiding van de verzekering dienstverplaatsingen goed te keuren.
Motivering
Onze huidige verzekering dienstverplaatsingen, polis 19.787.849, voorziet dekking voor voertuigen van de personeelsleden, aangestelden en voor de voertuigen van de personen die op hetzelfde adres gedomicilieerd zijn. Hieronder vallen ook deel-, lease- en vervangvoertuigen.
Schade opgelopen tijdens een dienstverplaatsing aan fietsen, moto's en andere vervoermiddelen worden bijgevolg niet vergoed.
Nu werknemers meer en meer aangezet worden om, indien mogelijk, hun dienstverplaatsing niet langer te doen met een wagen lijkt het aangewezen om de huidige verzekering dienstverplaatsingen uit te breiden.
Na uitbreiding van de polis zijn volgende voertuigen verzekerd:
• personenwagens (toerisme en zaken, auto's dubbel gebruik en minibussen)
• lichte vrachtwagens
• moto's
• bromfietsen en speed pedelecs
• fietsen en elektrische fietsen
De verzekerde waarborgen bedragen:
• diefstal
• brand
• glasbraak
• stoffelijke schade (incl. vandalisme, natuurkrachten en het aanrijden van dieren)
Momenteel betalen we op jaarbasis 1.250,00 euro excl. wettelijke bijdragen voor onze verzekering dienstverplaatsingen.
Onze huidige verzekeraar Ethias nv, Prins Bisschopssingel 73 te 3500 Hasselt deed een voorstel tot uitbreiding van onze huidige polis tegen een vaste jaarpremie van 1.300,00 euro excl. 17,50% wettelijke bijdragen.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 50,00 euro excl. 17,50% wettelijke bijdragen |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Jaarbudgetrekening | 0200-00/61200003/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN |
Visum | niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de uitbreiding van de verzekering dienstverplaatsingen, polis 19.787.849, goed te keuren.
Artikel 2
Het voorstel van Ethias nv, Prins Bisschopssingel 73 te 3500 Hasselt wordt aanvaard.
Artikel 3
De verzekering wordt afgesloten tegen een vaste jaarpremie van 1.300,00 euro excl. wettelijke bijdragen van 17,50%.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Centrumscholen de berk - de beuk - leerlingenvervoer - gunning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Centrumscholen de berk - de beuk - leerlingenvervoer” goed te keuren.
Motivering
In het kader van de opdracht “Centrumscholen de berk - de beuk - leerlingenvervoer” werd een bestek met nr. 2020-19 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.
De opdracht betreft het leerlingenvervoer gedurende de 4 komende schooljaren, zijnde:
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 113.207,55 euro excl. btw of 120.000,00 euro incl. 6% btw.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 17 juni 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 17 juni 2020 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:
De offertes dienden het bestuur ten laatste op 3 juli 2020 om 10.00 uur te bereiken.
De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 1 oktober 2020.
Er werden 2 offertes ontvangen:
De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelde op 3 juli 2020 het verslag van nazicht van de offertes op.
De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Cortina Cars, Zwevegemstraat 106 te 8553 Otegem, tegen het nagerekende offertebedrag van 111.000,00 euro excl. btw of 117.660,00 euro incl. 6% btw voor 4 jaar zijnde 27.750,00 euro excl. btw of 29.415,00 euro incl. 6% btw op jaarbasis.
Juridische gronden
Adviezen
Diensthoofd vrije tijd & onderwijs verleent positief advies.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Bestelbedrag | 111.000,00 euro excl. btw of 117.660,00 euro incl. btw |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Jaarbudgetrekening | 0870-04/61330000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN |
Visum | G-2020-26 dd 07/07/2020 |
BESLUIT
Artikel 1
Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 3 juli 2020, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.
Artikel 2
Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
Artikel 3
De opdracht “Centrumscholen de berk - de beuk - leerlingenvervoer” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Cortina Cars, Zwevegemstraat 106 te 8553 Otegem, tegen het nagerekende offertebedrag van 111.000,00 euro excl. btw of 117.660,00 euro incl. 6% btw voor 4 jaar zijnde 27.750,00 euro excl. btw of 29.415,00 euro incl. 6% btw op jaarbasis.
Artikel 4
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2020-19.
Artikel 5
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2020 en de volgende jaren, op jaarbudgetrekening 0870-04/61330000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Voorlopige inschrijving op een bepaald adres - kennisname
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Afvoering van ambtswege - goedkeuring
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Afvoering van ambtswege - goedkeuring
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Afvoering van ambtswege - goedkeuring
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Toekenning huisnummers Windhalmlaan, Kaderstraat en Klokkestraat - goedkeuring
Aanleiding en context
De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen huisnummers toe te kennen aan de overige loten grond, gelegen Windhalmlaan, Kaderstraat en Klokkestraat.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 28 september 2016 een verkavelingsvergunning af, strekkende tot het verkavelen van grond in 17 loten met wegenisaanleg, gelegen in het verlengde van de Windhalmlaan te Deerlijk.
Vervolgens leverde het college van burgemeester en schepenen in zitting van 8 maart 2017 een verkavelingsvergunning af, strekkende tot het verkavelen van grond in 7 loten met aanleg wegenis en riolering, gelegen Oliebergstraat 129 en 131 te Deerlijk.
In zitting van 30 januari 2019 kende het college van burgemeester en schepenen huisnummers toe aan 14 loten grond, zoals goedgekeurd in de verkavelingsvergunning van 28 september 2016 alsook aan 5 loten grond, zoals goedgekeurd in de verkavelingsvergunning van 8 maart 2017.
In zitting van 13 november 2019 leverde het college van burgemeester en schepenen een omgevingsvergunning af, voor het verkavelen van grond in 26 loten voor woningbouw en 21 loten voor garage met aanleg van wegenis, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, op een perceel gelegen Kapelstraat-Oliebergstraat-Windhalmlaan, mits voldoen aan bepaalde voorwaarden.
Er dienen nog huisnummers toegekend te worden aan de overige loten grond die gelegen zullen zijn langs de Windhalmlaan, Kaderstraat en Klokkestraat.
Er zijn voldoende huisnummers vrij en beschikbaar.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 31 maart 2019
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de huisnummers van de overige loten grond langs de Windhalmlaan, Kaderstraat en Klokkestraat als volgt toe te kennen.
Verkavelingsvergunning van 28 september 2016
LOTNUMMER | HUISNUMMER + STRAAT |
Lot 14 | Klokkestraat 2 (indien voordeur langs Klokkestraat) |
Lot 15 | Klokkestraat 4 |
Lot 16 | Klokkestraat 6 |
Lot 17 | Klokkestraat 8 |
Verkavelingsvergunning van 8 maart 2017
LOTNUMMER | HUISNUMMER + STRAAT |
Lot 2 | Kaderstraat 3 (indien voordeur langs Kaderstraat) |
Lot 3 | Kaderstraat 5 (indien voordeur langs Kaderstraat) |
Lot 6 | Kaderstraat 1 |
Lot 7 | Kaderstraat 7 |
Omgevingsvergunning van 13 november 2019
LOTNUMMER | HUISNUMMER + STRAAT |
Lot 1 | Windhalmlaan 23 |
Lot 2 | Windhalmlaan 25 |
Lot 3 | Windhalmlaan 27 |
Lot 4 | Klokkestraat 1 |
Lot 5 | Klokkestraat 3 |
Lot 6 | Klokkestraat 5 |
Lot 7 | Klokkestraat 7 |
Lot 8 | Klokkestraat 9 |
Lot 9 | Klokkestraat 11 |
Lot 10 | Klokkestraat 13 |
Lot 11-12-13 | Klokkestraat 15 |
Lot 14 | Klokkestraat 14 |
Lot 15 | Klokkestraat 12 |
Lot 16 | Klokkestraat 10 (indien voordeur langs Klokkestraat) |
Lot 16 | Kaderstraat 22 (indien voordeur langs Kaderstraat) |
Lot 17 | Kaderstraat 20 |
Lot 18 | Kaderstraat 18 |
Lot 19 | Kaderstraat 16 |
Lot 20 | Kaderstraat 14 |
Lot 21 | Kaderstraat 12 |
Lot 22 | Kaderstraat 10 |
Lot 23 | Kaderstraat 8 |
Lot 24 | Kaderstraat 6 |
Lot 25 | Kaderstraat 4 |
Lot 26 | Kaderstraat 2 |
Artikel 2
De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Mobiliteitsdeskundige (B1-B3) - uitslag selectieprocedure - kennisname
Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Diverse verslagen - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.
Motivering
Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:
• Leiedal - verslag van de algemene vergadering van 9 juni 2020
• Leiedal - verslag van de raad van bestuur van 26 juni 2020
• W13 - verslag van de algemene vergadering van 26 juni 2020
• Centraal feestcomité - verslag van de vergadering van 2 juli 2020
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Internationale dag van de vrede - deelname - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd deel te nemen aan de oproep tot een internationaal verbod op kernwapens en het kracht bijzetten van de vredesgedachte.
Motivering
De Verenigde Naties hebben 21 september uitgeroepen tot de jaarlijkse Internationale Dag voor de Vrede om 'de idealen van vrede te promoten'.
Dit jaar wordt de focus, net als vorig jaar, opnieuw gelegd op het thema kernwapens.
De reden hiervoor wordt uitvoerig beschreven in de aanvraag in bijlage.
Om haar steun te betuigen aan de campagne kan de gemeente:
1) aan het gemeentehuis en/of andere officiële gebouwen en scholen, de vredesvlag uithangen in de week van 21 september 2020;
2) dat kenbaar te maken in de communicatie met de bevolking en zo mogelijk educatieve activiteiten aanbieden;
3) een korte quote van de burgemeester of bevoegde schepen bezorgen over waarom de gemeente meedoet;
4) de ICAN Cities Appeal onderschrijven waardoor de gemeente steun geeft aan het VN-kernwapenverbod en de regering oproept om het Verdrag te ondertekenen;
5) aan de premier en de parlementsvoorzitter om een open democratisch parlementair debat vragen over de aanwezigheid van kernwapens op Belgisch grondgebied;
6) ervoor zorgen dat er geen gemeentelijke fondsen naar investeringen in kernwapenproductie gaan;
7) de atoomval op Hiroshima en Nagasaki blijvend in herinnering brengen door een memoriaal of de naamgeving van een straat of plein.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit:
• de vredesvlag uit te hangen aan het gemeentehuis in de week van 21 september 2020;
• een artikel over deze campagne op de gemeentelijke website te plaatsen;
• de open brief van de burgemeesters van België: Voor een open en transparant debat over de aanwezigheid van kernwapens in België, te laten ondertekenen door de burgemeester en deze vervolgens door te mailen naar info@dag van de vrede.be;
• de ICAN Cities Appeal: Een wereldwijde oproep van steden en gemeenten ter ondersteuning van het VN-Kernwapenverbod, te laten ondertekenen door de burgemeester en deze vervolgens door te mailen naar info@dag van de vrede.be.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Onderwijs - overeenkomst VBS Sint-Lodewijk - opvang paasvakantie - prefinanciering - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de pre-financiering zoals voorzien in de overeenkomst tussen de gemeente Deerlijk en de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk Deerlijk inzake opvang van schoolkinderen tijdens de schooluren vanaf 15 mei 2020 goed te keuren.
Motivering
Op 15 mei 2020 konden de scholen gedeeltelijk heropstarten in coronatijd. Naast het inrichten van lessen voor bepaalde leerjaren bleef er nood aan opvang van schoolkinderen tijdens de schooluren. Om de organisatie van deze opvang waar nodig te ondersteunen besliste de Vlaamse Regering een projectsubsidie voor compensatie van kosten voor het creëren van bijkomend opvangaanbod tijdens de schooluren toe te kennen.
In dit kader keurde het college van burgemeester en schepenen in zitting van 10 juni 2020 een overeenkomst tussen de gemeente Deerlijk en de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk inzake opvang van schoolkinderen tijdens de schooluren vanaf 15 mei 2020 goed.
Deze overeenkomst voorziet in artikel 3 § 2 dat de gemeente Deerlijk de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk vergoedt voor de kosten die gemaakt werden voor het creëren van bijkomend opvangaanbod, en dit binnen de maand volgend op de maand waarin de opvang werd uitgevoerd.
De Vrije Basisschool Sint-Lodewijk bezorgde overeenkomstig artikel 2 § 6 het overzicht van het totaal aantal effectief opgevangen kinderen in het kader van het bijkomend georganiseerde opvangaanbod:
In totaal werden 82 kinderen opgevangen. Hiertegenover staat voor de inzet van personeel 20 euro per opgevangen kind per volledige dag. Dit maakt een totale projectsubsidie van 82 x 20 euro = 1.640 euro, dewelke op basis van de overeenkomst dient geprefinancierd te worden door de gemeente Deerlijk aan de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2020 tot toekenning van een projectsubsidie ter compensatie van de kosten voor opvang van schoolkinderen tijdens de schooluren
◦ Overeenkomst tussen de gemeente Deerlijk en de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk inzake opvang van schoolkinderen tijdens de schooluren vanaf 15 mei 2020
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 1.640 euro |
Er is geen specifiek budget beschikbaar.
Het budget ter pre-financiering zal worden afgenomen van jaarbudgetrekening GBB/0870- 03/64910000 (toelage schoolzwemmen), en na ontvangst van de projectsubsidie vanuit de Vlaamse Overheid terug bijgepast worden door middel van budgetverschuiving of aanpassing meerjarenplan.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de pre-financiering zoals voorzien in de overeenkomst tussen de gemeente Deerlijk en de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk Deerlijk inzake opvang van schoolkinderen tijdens de schooluren vanaf 15 mei 2020 goed te keuren.
De pre-financiering bedraagt 1.640 euro en dient overgeschreven te worden op rekeningnummer BE82 7360 1778 0568 van de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Tegemoetkoming schoolzwemmen - VBS Belgiek - eerste semester schooljaar 2019-2020 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepen wordt gevraagd de aanvraag van de Vrije Basisschool Belgiek tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen voor het eerste semester van het schooljaar 2019-2020, goed te keuren.
Motivering
De directie van de Vrije Basisschool Belgiek heeft op 28 januari 2020 een aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het eerste semester van het schooljaar 2019-2020.
De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 12 juli 2018. Het premiereglement voorziet in een tegemoetkoming in de toegangsprijs voor het schoolzwemmen ten bedrage van 0,90 euro per leerling (per capita) per zwembeurt, met een maximum van 10 zwembeurten per leerling per schooljaar.
Volgende zwembeurten worden ingediend voor het eerste semester:
Leerjaar | Aantal leerlingen (koppen) | Aantal zwembeurten eerste semester per leerling | Aantal zwembeurten eerste semester per leerjaar | Tegemoetkoming |
1ste leerjaar | 21 | 7 | 147 | 132,30 euro |
2de leerjaar | 26 | 7 | 182 | 163,80 euro |
3de leerjaar | 19 | 6 | 114 | 102,60 euro |
4de leerjaar | 23 | 7 | 161 | 144,90 euro |
5de leerjaar | 27 | 7 | 189 | 170,10 euro |
6de leerjaar | 17 | 7 | 119 | 107,10 euro |
|
|
|
| 820,80 euro |
Bij de behandeling van de eventuele aanvraag voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het tweede semester van het schooljaar 2019-2020, zal rekening gehouden worden met de reeds ingediende zwembeurten voor het eerste semester.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Premiereglement schoolzwemmen
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 820,80 euro |
Actie | GBB - Toelage schoolzwemmen |
Jaarbudgetrekening | GBB/0870-03/64910000 |
Visum | niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepen besluit de aanvraag van de Vrije Basisschool Belgiek tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen, voor het eerste semester van het schooljaar 2019-2020, goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 847,70 euro, zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE55 0013 9106 2044 van de Vrije Basisschool Belgiek.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Tegemoetkoming schoolzwemmen - VBS Sint-Lodewijk - eerste semester schooljaar 2019-2020 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepen wordt gevraagd de aanvraag van de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen voor het eerste semester van het schooljaar 2019-2020, goed te keuren.
Motivering
De directie van de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk heeft op 20 januari 2020 een aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het eerste semester van het schooljaar 2019-2020.
De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 12 juli 2018. Het premiereglement voorziet in een tegemoetkoming in de toegangsprijs voor het schoolzwemmen ten bedrage van 0,90 euro per leerling (per capita) per zwembeurt, met een maximum van 10 zwembeurten per leerling per schooljaar.
Volgende zwembeurten worden ingediend voor het eerste semester:
Leerjaar | Aantal leerlingen (koppen) | Aantal zwembeurten eerste semester per leerling | Aantal zwembeurten eerste semester per leerjaar | Tegemoetkoming |
1ste leerjaar A | 14 | 7 | 98 | 88,20 euro |
1ste leerjaar B | 15 | 7 | 105 | 94,50 euro |
2de leerjaar A | 14 | 7 | 98 | 88,20 euro |
2de leerjaar B | 13 | 7 | 91 | 81,90 euro |
3de leerjaar A | 17 | 7 | 119 | 107,10 euro |
4de leerjaar A | 18 | 8 | 144 | 129,60 euro |
4de leerjaar B | 18 | 8 | 144 | 129,60 euro |
5de leerjaar A | 22 | 8 | 176 | 158,40 euro |
6de leerjaar A | 24 | 8 | 192 | 172,80 euro |
|
|
|
| 1.050,30 euro |
Bij de behandeling van deze aanvraag voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het tweede semester van het schooljaar 2019-2020, zal rekening gehouden worden met het aantal zwembeurten dat reeds werd ingediend voor het eerste semester.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Premiereglement schoolzwemmen
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 1.050,30 euro |
Actie | GBB - Toelage schoolzwemmen |
Jaarbudgetrekening | GBB/0870-03/64910000 |
Visum | niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepen besluit de aanvraag van de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen, voor het eerste semester van het schooljaar 2019-2020, goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 1.050,30 euro, zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE82 7360 1778 0568 van de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Verkoop wandelgids natuurpunt op gemeentelijke locaties - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de verkoop van de wandelgids 'Op Stap' van Natuurpunt op drie gemeentelijke locaties goed te keuren.
Motivering
Via kleine wegeltjes door Wijmelbroek naar de Bonte Os,…
In Zuid-West-Vlaanderen liggen nog heel wat trage wegen verscholen. De vrijwilligers van de Werkgroep Trage Wegen Zuid-West-Vlaanderen vonden 18 verrassende natuur- en landschapswandelingen vol waardevolle natuurgebiedjes, lokale ontdekkingen en boeiend erfgoed. Een uitgebreide beschrijving en een duidelijke kaart helpen de wandelaar onderweg.
Natuurpunt Gaverstreke vraagt of de wandelgids ook te koop aangeboden kan worden op volgende gemeentelijke locaties, tot en met 31 augustus 2020:
• ontmoetingscentrum d'Iefte
• gemeentehuis
• bibliotheek
De gids is te koop voor 6 euro op vertoon van een geldige lidkaart van Natuurpunt en voor 12 euro voor niet-leden.
Er kan enkel cash betaald worden. De ontvangsten worden na 31 augustus 2020 integraal en cash doorgegeven aan Natuurpunt Gaverstreke.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de verkoop van de wandelgids 'Op Stap' van Natuurpunt op de gemeentelijke vrijetijdslocaties OC d'Iefte en de bibliotheek goed te keuren.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
AED - advies ivm lokale economie en covid-19 - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de eerste aanbevelingen en adviezen in verband met de lokale economie en het Covid-19 virus.
Motivering
Naar aanleiding van de vergadering van de AED van 4 juni werd op 29 juni een advies ontvangen omtrent maatregelen in verband met lokale economie in het kader van een relanceplan naar aanleiding van de corona crisis.
De AED adviseert ondermeer om :
• te investeren in een voltijdse bemiddelaar/raadgever voor de economische werkzaamheden die ten dienste staat van de zelfstandigen en het bestuur;
• publiciteit van lokale ondernemers toe te laten in het gemeentenieuws onder bepaalde voorwaarden;
• lokale ondernemers te ondersteunen om zich naar de bevolking kenbaar te maken en hun diensten/producten aan te bieden via een digitaal platform;
• de dienstverlening te verbeteren door zelfstandigen/ondernemers met concrete vragen door te verwijzen naar de juiste gemeentediensten / bovenlokale diensten;
• lokaal kopen te stimuleren door een bonnensysteem uit te werken met als doel een koopkracht verhogend effect te bekomen. Hierbij wordt gesuggereerd om de bonnen enkel te laten gelden bij bedrijven, handelszaken, vrije beroepen, horeca die effectief een hinder- en/of compensatiepremie toegewezen kregen (en dus duidelijk getroffen werden door de corona crisis);
• bij aankopen door de gemeente ook aandacht te hebben voor Deerlijkse ondernemers;
• negatief advies te verlenen bij aanvragen voor tijdelijke pop-up bars om de lokale horeca die al zwaar getroffen werd door de corona crisis te beschermen.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 van het decreet lokaal bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de AED.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
De Watergroep - werken netvernieuwing Pladijsstraat, Stationsstraat, Kapelstraat, Molenstraat - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd principieel goedkeuring te verlenen voor de door De Watergroep geplande werken voor het vernieuwen van het waterleidingnet in de Pladijsstraat, Stationsstraat, Kapelstraat en Molenstraat.
Motivering
Doordat er op regelmatige basis lekken voorkomen op het waterleidingnet, besliste De Watergroep om het net te vernieuwen in de Pladijsstraat, Stationsstraat, Kapelstraat en Molenstraat.
De werken worden geraamd op 1.726.524,32 euro en vallen volledig ten laste van De Watergroep. Een tijdstip van uitvoering is nog niet bepaald. De planning zal opgemaakt na goedkeuring van de werken.
Die werken zullen de nodige impact hebben op het openbaar domein, de aanpalende bewoners en het verkeer.
In overleg met De Watergroep werd bekeken of de werken konden gecombineerd worden met geplande projecten die nog lopende of in onderzoek zijn. Daarom werden de werken voorlopig "on hold" gezet.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1, Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de werken voor het vernieuwen van het waterleidingnet door De Watergroep in de Pladijsstraat, Stationsstraat, Kapelstraat en Molenstraat principieel goed te keuren.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Inname openbaar domein - kennisname
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
OMV 2020_124 - Breestraat 49 - melding IIOA klasse 3 - aktename
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding van een bronbemaling voor het realiseren van een kelder bij een particuliere woning op een perceel gelegen Breestraat 49 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 853 L ingediend door de heer Joerie Claerhout wonende Boezingestraat 17 te 8500 Kortrijk.
Motivering
De melding ingediend door de heer Joerie Claerhout wonende Boezingestraat 17 te 8500 Kortrijk, werd per beveiligde zending verzonden op 6 juli 2020.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
VOORWERP VAN DE MELDING
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Breestraat 49, kadastraal bekend afdeling 1 sectie B nr. 853L.
De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: bronbemaling voor het realiseren van een kelder bij een particuliere woning.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | Tijdelijke bronbemaling voor het plaatsen van de kelder . (Nieuw) | 5.850 m³/jaar | 3 |
BEVOEGDHEID
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER
Er zijn geen stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.
De gemelde exploitatie van een ingedeelde inrichting en/of activiteit is meldingsplichtig en niet verboden.
De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit alles met omzichtigheid benaderd worden.
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
De eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
De ingedeelde inrichting en/of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.
Juridische gronden
Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)
Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Joerie Claerhout wonende Boezingestraat 17 te 8500 Kortrijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een bronbemaling voor het realiseren van een kelder bij een particuliere woning gelegen Breestraat 49 te Deerlijk.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | Tijdelijke bronbemaling voor het plaatsen van de kelder . (Nieuw) | 5.850 m³/jaar | 3 |
Artikel 2
De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Omgevingsvergunning - 2020.122 - Schepen Paul Vanaverbekestraat 1 - melding IIOA klasse 3 - aktename
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor de bronbemaling voor het realiseren van een kelder bij een particuliere woning op een perceel gelegen Schepen Paul Vanaverbekestraat 1 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 835 A ingediend door de heer Pascal Decraene wonende Otegemstraat 235 te 8550 Zwevegem.
Motivering
De melding ingediend door de heer Pascal Decraene wonende Otegemstraat 235 te 8550 Zwevegem, werd per beveiligde zending verzonden op 3 juli 2020.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
VOORWERP VAN DE MELDING
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Schepen Paul Vanaverbekestraat 1, kadastraal bekend afdeling 2 sectie E nr. 835A.
De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: bronbemaling voor het realiseren van een kelder bij een particuliere woning.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | Bronbemaling voor aanleg van een kelder (Nieuw) | 4.860 m³/jaar | 3 |
BEVOEGDHEID
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER
Er zijn geen stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.
De gemelde exploitatie van een ingedeelde inrichting en/of activiteit is meldingsplichtig en niet verboden.
De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit alles met omzichtigheid benaderd worden.
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
De eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
De ingedeelde inrichting en/of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.
Juridische gronden
Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)
Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Pascal Decraene wonende Otegemstraat 235 te 8550 Zwevegem voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde de bronbemaling voor het realiseren van een kelder bij een particuliere woning gelegen Schepen Paul Vanaverbekestraat 1 te Deerlijk.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | Bronbemaling voor aanleg van een kelder (Nieuw) | 4860 m³/jaar | 3 |
Artikel 2
De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
OMV 2020_102 - Camiel Vereeckelaan 40 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Camiel Vereeckelaan 40 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 157/2 B aangevraagd door mevrouw Margo Desmedt wonende Molenstraat 10/202 te 8531 Harelbeke.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 9 juli 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd op 1 september 2011.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langsheen de Camiel Vereeckelaan, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Op heden betreft dit een onbebouwde kavel met aan de rechterzijde nog een onbebouwde kavel. De omgeving wordt gekenmerkt door een residentiële bebouwing, zowel koppelwoningen, vrijstaande als rijwoningen bestaande hoofdzakelijk uit hoofdgebouwen van 2 bouwlagen met zadeldak met noklijn evenwijdig aan de straat.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst op het perceel een vrijstaande eengezinswoning op te trekken. De woning wordt ingeplant op 3 m van de rechter zijperceelsgrens en op zijn smalst op 4,6 m van de linker zijperceelsgrens. De voorgevelbouwlijn staat op een afstand van 5 m van de rooilijn en verspringt ter hoogte van de inkom 2,35 m achteruit. De woning bestaat deels uit 2 bouwlagen en deels één bouwlaag afgewerkt met een plat dak waarbij de diepte op het gelijkvloers 15,10 m bedraagt en deze op de verdieping 10,50 m. Ter hoogte van de voorgevel wordt op de verdieping 1 m teruggetrokken boven de garage. De kroonlijsthoogte van de gedeeltes van één bouwlaag bedraagt 3,35 m en van het gedeelte van 2 bouwlagen 6,40 m. Op het gelijkvloers bevinden zich naast de dubbele garage een inkomhal met toilet, een open keuken en eetruimte met zithoek, een bureau en een berging. Op de verdieping worden 3 slaapkamers, een apart toilet, een dressing en doucheruimte en een bureau voorzien. De woning wordt afgewerkt met een lichtgrijze gevelsteen. De ramen worden afgewerkt in zwart genuanceerd aluminium. Vooraan de woning wordt een sectionale poort voorzien in een zwart genuanceerde kleur. In de tuinzone wordt een niet waterdoorlatend terras voorzien over de volledige breedte van de woning met aansluitend aan de rechterzijgevel een pad naar de straatzijde. De voortuinstrook wordt grotendeels ingericht als groenzone behoudens de strikt noodzakelijke toegang tot de garage en de voordeur.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP Sint-Lodewijk centrum.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het RUP gezien de eigendom bestemd is als zone voor residentieel wonen en aan het wonen verwante functies, eengezinswoningen van het vrijstaande type toegestaan worden, de dakvorm vrij is, maximaal 2 bouwlagen toegelaten worden, de kroonlijsthoogte maximaal 6,50 m hoog is, de bouwdiepte van het hoofdvolume minder dan 12 m bedraagt, de diepte van het nevenvolume niet bepaald is, minstens 8 m afstand van de achterkavelgrens gevrijwaard wordt, het perceel maximaal 40 % bebouwd mag worden (13%) en per woning 2 parkeerplaatsen voor de wagen voorzien moet zijn.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Camiel Vereeckelaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 5.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 3.000 liter en een referentieoppervlakte van 4,5 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een vrijstaande eengezinswoning in een omgeving die gekenmerkt wordt door eengezinswoningen zodat de aanvraag zich functioneel zal inpassen. In de woning is een inpandige dubbele garage voorzien met voorliggende oprit zodat de impact op de mobiliteit beperkt zal zijn. De rest van de voortuin wordt met levend groen ingericht wat een positieve beeldkwaliteit geeft naar de straat. De platte dakvorm is eerder ondergeschikt aanwezig in de omgeving maar door de afwerking van de woning met gevelmetselwerk is een integratie in het bestaande straatbeeld toch aanwezig. De woning behoudt voldoende afstand van de zijperceelsgrenzen. De bouwdiepte op zowel het gelijkvloers als de verdieping zijn standaard en het perceel is voldoende ruim zodat na bebouwing een kwalitatieve private buitenruimte gerealiseerd kan worden. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Margo Desmedt wonende Molenstraat 10/202 te 8531 Harelbeke, voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Camiel Vereeckelaan 40 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 157/2 B.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
OMV 2020_80 - Vanneste-Verweestraat hoek Oudenaardse heerweg - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van de bedrijfsunit 5 op de bedrijvensite BST, op een perceel gelegen op de hoek van de Vanneste-Verweestraat met de Oudenaardse heerweg en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 592 E2 aangevraagd door Luc Beke namens GLOBALINDUS NV gevestigd Kapellestraat 117 te 8020 Oostkamp.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 9 juli 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
de hoogstammige bomen langsheen de centrale as moeten aangeplant worden in het eerstvolgend plantseizoen na ingebruikname van het bedrijfsgebouw.
de opmerkingen geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies, in het bijzonder onder de rubrieken 2.2 – 6.10.4 – 11.1 en 13 moeten stipt nageleefd worden.
de onderstaande voorwaarden geformuleerd in het advies van de Provinciale dienst waterlopen moeten strikt nageleefd worden:
o Regenwaterputten hebben geen bufferende functie meer eens deze volledig zijn gevuld. Enkel het deel boven de overloop mag gerekend worden als bufferend. De regenwaterputten kunnen het bedrijf voorzien van een hoeveelheid beschikbaar water.
o Er moet een effectief bufferend volume (buffervoorziening) van minstens 70 m³ worden voorzien. Het effectief bufferend volume moet gerekend worden boven de leegloopleiding, niet eronder.
Voorliggend project voorziet het effectief buffervolume op eigen terrein in een ondergronds systeem; met oog op controleerbaarheid van de efficiënte werking en de onderhoudsmogelijkheden geniet dit niet de voorkeur. De Provinciale Dienst Waterlopen kan de afwijking op een open volume wel toestaan, maar wenst er op te wijzen dat het ondergrondse buffersysteem een private aangelegenheid betreft en alle verantwoordelijkheid (ook in geval van calamiteiten) bij de ontwikkelaar zelf ligt.
o Op deze buffervoorziening moet een leegloop naar het oppervlaktewaternet worden voorzien die voldoet aan de voorwaarden van vertraagde afvoer van 5,6 l/sec. Een leegloopleiding met een diameter van 110 mm wordt aanvaard.
o De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar de aanpalende onverharde zones voor infiltratie mag enkel op de eigen terreinen plaatsvinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Brandemolen, goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is wel in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 augustus 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van leegstaande industriegebouwen in het kader van de herontwikkeling van een bedrijvensite.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 oktober 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van bedrijfsgebouwen.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 november 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van bedrijfsmodules.
Relevante milieuvergunningen
Voor het betrokken goed zijn diverse milieuvergunningen afgeleverd die niet meer relevant zijn of betrekking hebben op een ander onderdeel van het perceel.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Omgevingsvergunning afgeleverd op 28 november 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van de bedrijfsgebouwen 1 en 2 op de site BST.
Omgevingsvergunning waarvan akte genomen op 29 mei 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbaten van standaardgarage zonder carrosserie werkzaamheden in één van de bedrijfsunits.
Omgevingsvergunning waarvan akte genomen op 4 maart 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een confectieatelier in één van de bedrijfsunits.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen in de hoek tussen de Vanneste Verweestraat en de Oudenaardse heerweg, beiden voldoende uitgeruste wegen in het zuidelijk buitengebied van de gemeente Deerlijk. Het perceel van de aanvrager maakt deel uit van de voormalige BST-site waar op 29 augustus 2012 reeds een vergunning verkregen werd voor de sloop van de bestaande bedrijfsgebouwen en op 9 oktober 2013 een vergunning verkregen werd voor het bouwen van 5 bedrijfsgebouwen en het aanleggen van infrastructuur en groenaanleg. Enkel bedrijfsgebouw 3 en de centrale wegenis tussen de Oude Heerweg en de Oudenaardse heerweg werden toen gerealiseerd. Voor de bedrijfsgebouwen 1, 2 en 4 werden ondertussen de nodige vergunning opnieuw afgeleverd. Voorliggende aanvraag heeft betrekking op de unit 5 in het noordelijk deel van de site en betreft de laatste te vergunnen unit. Dit gedeelte grenst aan de oostelijke en zuidelijke zijde aan het bedrijf Finipur, aan de noordelijke zijde aan de Oudenaardse heerweg en langs de westelijke zijde aan de centrale as voor wegenis.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag heeft betrekking op de bouw van het bedrijfsgebouw 5 en de terreinaanleg en groenaanleg rond het te realiseren gebouw. Het bedrijfsgebouw situeert zich in de hoek tussen de centrale ontsluitingsweg en de Oudenaardse heerweg.
Het bedrijfsgebouw 5 heeft een oppervlakte van 2.821 m² en wordt ontsloten via een nieuw aan te leggen secundaire wegenis op de Vanneste Verweestraat. Het terrein voor bedrijfsgebouw 5 heeft een sterk afhellend profiel, afhellend naar de hoek van de Vanneste-Verweestraat met de Oudenaardse heerweg (niveauverschil van 2,95 m in de Oudenaardse heerweg). De bovenste dakrand van de gebouwen bedraagt 8 m en is horizontaal. Het niveauverschil tussen de interne wegenis en de Oudenaardse heerweg wordt opgevangen door een eenmalig dalen van de kroonlijst op de gevel langs de centrale dreef. Het niveauverschil van de Oudenaardse heerweg wordt opgevangen door een eenmalig dalen van de kroonlijst op de gevel langs de Oudenaardse heerweg. Er is een samenhang en eenvoud van materialen en kleur van de verschillende bedrijfsgebouwen. Er wordt gewerkt met een uniforme en sobere vormgeving, zonder uitpandige of inpandige constructies. De materialen van bedrijfsgebouw 5 zijn dezelfde als die van bedrijfsgebouw 3 en 4. Op het terrein wordt een kwalitatieve stallingsruimte voorzien voor 5 fietsen langs de centrale dreef.
Langs de Vanneste-Verweestraat wordt een groenstrook voorzien met bodembedekkers en 5 winterlindes. In aansluiting met de Oudenaardse heerweg wordt een parkeerstrook van 5,5 m voorzien in waterdoorlatende klinkers. Ook ter hoogte van de secundaire weg worden 11 parkeerplaatsen voorzien in waterdoorlatende klinkers, drie hiervan zijn voorbehouden plaatsen voor mindervaliden.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Momenteel wordt enkel het gebouw aangevraagd zodat de aanvraag geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit. Na verkoop en verdere invulling van het gebouw zal alsnog bekeken moeten worden of ingedeelde inrichtingen of activiteiten plaatsvinden.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden op 4 juni 2020 aangeschreven omdat de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.
5. Adviezen
De Brandweerzone Fluvia werd om advies verzocht op 4 juni 2020. De adviesinstantie bracht op 11 juni 2020, ontvangen 16 juni 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
‘De aanvraag wordt enkel gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsadvies en in het bijzonder wordt verwezen naar de bemerkingen onder de rubrieken 2.2 – 6.10.4 – 11.1 en 13.
In functie van de maatgevende brandbelasting werd het industriegebouw door de bouwheer ingedeeld in klasse C.
De Provincie West-Vlaanderen, Dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 4 juni 2020. De adviesinstantie bracht op 8 juli 2020, ontvangen 8 juli 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
‘‘Beschrijving van de vergunningsaanvraag:
De aanvraag betreft het bouwen van bedrijfsgebouwen 5 samen met de terreinaanleg en groenaanleg op de gronden van het voormalige bedrijf BST.
Het bedrijfsgebouw is ontworpen binnen de voorschriften van het RUP 11-1 Brandemolen, en voldoet volledig aan de voorschriften van het RUP.
Het nieuwe bedrijfsgebouw heeft een dakoppervlakte van 2.821 m². Het hemelwater, welke hier op terecht komt, wordt opgevangen in een hemelwaterput met een inhoud van 10 m³ waarvan de overloop wordt aangesloten op 6 ondergrondse bufferputten met elk een inhoud van 15 m³. De overloop/leegloop wordt aangesloten op de openbare riolering van de Vanneste Verweestraat.
De nieuw aan te leggen verharding (= noodzakelijke toegangen en verhardingen, parkeerplaatsen) heeft een oppervlakte van 555 m². Het hemelwater, welke hier op terechtkomt, infiltreert op natuurlijke wijze in de naastliggende bodem.
Gegevens en Bemerkingen:
Met betrekking tot de watertoets
1) Het project ligt in het afstroomgebied van een ingeschreven waterloop van 2de categorie met nr. WL.8.16.
2) Het project ligt niet in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied (zie kaart watertoets in bijlage).
3) Het project ligt volgens het bijgevoegde uittreksel in een gebied met moeilijk infiltreerbare gronden.
4) Om schadelijke effecten te vermijden en te compenseren zijn, uit het oogpunt van onze terreinkennis met betrekking tot het afwaartse gebied, volgende voorwaarden van toepassing:
Omdat het project gelegen is in een gebied met een moeilijk infiltreerbare bodem, wordt op basis van art. 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 (B.S. 08.10.2013) houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater een buffervoorziening opgelegd met vertraagde afvoer.
Er moet een infiltratie-/buffervoorziening met een capaciteit van minstens 250 m³/ha verharde oppervlakte worden voorzien en een vertraagde afvoer, boven de gemiddelde grondwaterstand, van 20l/sec/ha naar het oppervlaktewaternet. De vertraagde afvoer mag gebeuren met een buis diam. 110 mm.
Voor dit project wil dit zeggen een totale nuttige berging van minstens 70 m³ (2.821 m² dakoppervlakte) en een vertraagde afvoer van 5,6 l/sec naar het oppervlaktenet.
Er worden 6 ondergrondse bufferputten voorzien met elk een inhoud van 15 m³ waarvan de leegloop (knijpleiding 3l/sec) wordt aangesloten op de openbare riolering in de Vanneste Verweestraat.
Voorliggend project voorziet het effectief buffervolume op eigen terrein in een ondergronds systeem; met oog op controleerbaarheid van de efficiënte werking en de onderhoudsmogelijkheden geniet dit niet de voorkeur. De Provinciale Dienst Waterlopen kan de afwijking op een open volume wel toestaan, maar wenst er op te wijzen dat het ondergrondse buffersysteem een private aangelegenheid betreft en alle verantwoordelijkheid (ook in geval van calamiteiten) bij de ontwikkelaar zelf ligt.
5) De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar de aanpalende onverharde zones voor infiltratie mag enkel op de eigen terreinen plaatsvinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.
Advies Dienst Waterlopen met betrekking tot de watertoets:
Het advies van onze dienst is VOORWAARDELIJK GUNSTIG. Er dient rekening gehouden te worden met volgende voorwaarden:
o Regenwaterputten hebben geen bufferende functie meer eens deze volledig zijn gevuld. Enkel het deel boven de overloop mag gerekend worden als bufferend. De regenwaterputten kunnen het bedrijf voorzien van een hoeveelheid beschikbaar water.
o Er moet een effectief bufferend volume (buffervoorziening) van minstens 70 m³ worden voorzien. Het effectief bufferend volume moet gerekend worden boven de leegloopleiding, niet eronder.
Voorliggend project voorziet het effectief buffervolume op eigen terrein in een ondergronds systeem; met oog op controleerbaarheid van de efficiënte werking en de onderhoudsmogelijkheden geniet dit niet de voorkeur. De Provinciale Dienst Waterlopen kan de afwijking op een open volume wel toestaan, maar wenst er op te wijzen dat het ondergrondse buffersysteem een private aangelegenheid betreft en alle verantwoordelijkheid (ook in geval van calamiteiten) bij de ontwikkelaar zelf ligt.
o Op deze buffervoorziening moet een leegloop naar het oppervlaktewaternet worden voorzien die voldoet aan de voorwaarden van vertraagde afvoer van 5,6 l/sec. Een leegloopleiding met een diameter van 110 mm wordt aanvaard.
o De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar de aanpalende onverharde zones voor infiltratie mag enkel op de eigen terreinen plaatsvinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.
Enkel als aan bovenstaande voorwaarden is voldaan, zijn er geen schadelijke effecten te verwachten op het bestaande watersysteem.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de voorschriften van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Brandemolen, goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012. Het bedrijfsgebouw 5 bevindt zich in zone 2 van het RUP.
Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de zone 2 van het RUP gezien het bedrijfsgebouw voor kleine en middelgrote bedrijven opgericht wordt, de minimale vloeroppervlakte van 2.000 m² voor het gebouw gerespecteerd wordt, het gebouw slechts kan dienen voor één bedrijf gezien dit gebouw samen met de reeds vergunde gebouwen het maximum van 20 bedrijven op de globale site bevat, de minimale grootte van één economische entiteit van 300 m² gerespecteerd wordt, de maximale bezettingsgraad van 60 % gerespecteerd wordt, de maximale hoogte van 9 m (ten opzichte van het bestaande maaiveld gemeten op het hoogste punt van het terrein) voor de gebouwen gerespecteerd wordt, het materiaalgebruik en de verschijningsvorm in overeenstemming is met de bestaande bedrijfsgebouwen, de continue bouwlijn gerespecteerd wordt en hoogstammige bomen voorzien worden in de centrale dreef zodat een groene lineaire figuur gecreëerd wordt in het bedrijventerrein.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oudenaardse heerweg een voldoende uitgeruste openbare weg is en de Vanneste Verweestraat een voldoende uitgeruste private weg betreft. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (horizontaal dakoppervlak nieuwbouw: 2.821 m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een buffervoorziening met een volume van 90.000 liter, de parkeerplaatsen worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Voor de infiltratie en buffering wordt verwezen naar de oorspronkelijke vergunning (2013) en naar de voorwaarden geformuleerd door de provinciale dienst der waterlopen. Deze worden overgenomen als de mijne teneinde te kunnen oordelen dat de schadelijke effecten op de waterhuishouding beperkt zullen zijn.
Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.4 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.5 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.6 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.7 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.8 Milieuaspecten
Niet van toepassing
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.
7.9 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag voor het bouwen van het bedrijfsgebouw kadert binnen een totaal project dat reeds in 2013 vergund werd. Het bedrijfsgebouw maakt deel uit van een bedrijvensite in ontwikkeling zodat deze aanvraag zich functioneel inpast. Er worden voldoende parkeerplaatsen voorzien teneinde de impact op mobiliteit te beperken. De inplanting van het gebouw is voorzien op de plaats zoals aangeduid op het globale masterplan en de gevelopbouw, het materiaalgebruik en de hoogte sluit aan bij de reeds bestaande of vergunde constructies zodat één harmonieus geheel ontstaat. Langs de centrale ontsluitingsweg wordt voorzien in een groenaanplant zodat hiermee ingespeeld wordt op een eerder opgelegde voorwaarde en het straatbeeld van de Vanneste Verweestraat kwalitatief wordt. Teneinde voldoende garanties te hebben voor de realisatie van dit groen wordt voorgesteld in de voorwaarden op te nemen dat de bomen aangeplant moeten worden in het eerstvolgend plantseizoen na voltooiing van de bedrijfsgebouwen. Door het voorzien van waterdoorlatende klinkers als verharding voor de parkeerplaatsen kan het regenwater natuurlijk infiltreren in de bodem, hetgeen een gunstig invloed heeft op de waterhuishouding van het perceel.
Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.10 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.11 Scheidingsmuren
Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Bespreking adviezen
Hulpverleningszone Fluvia
Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.
Provincie West-Vlaanderen, dienst Waterlopen
In het advies van de Provinciale dienst waterlopen zijn een aantal voorwaarden opgenomen teneinde te kunnen oordelen dat geen schadelijke effecten te verwachten zijn op het bestaande watersysteem. Gelet de specifieke problematiek en de kennis ter zake dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies stipt nageleefd moeten worden.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Luc Beke namens GLOBALINDUS NV gevestigd Kapellestraat 117 te 8020 Oostkamp, voor het bouwen van de bedrijfsunit 5 op de bedrijvensite BST, op een perceel gelegen op de hoek van de Vanneste-Verweestraat met de Oudenaardse heerweg en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 592 E2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
de hoogstammige bomen langsheen de centrale as moeten aangeplant worden in het eerstvolgend plantseizoen na ingebruikname van het bedrijfsgebouw.
de opmerkingen geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies, in het bijzonder onder de rubrieken 2.2 – 6.10.4 – 11.1 en 13 moeten stipt nageleefd worden.
de onderstaande voorwaarden geformuleerd in het advies van de Provinciale dienst waterlopen moeten strikt nageleefd worden:
o Regenwaterputten hebben geen bufferende functie meer eens deze volledig zijn gevuld. Enkel het deel boven de overloop mag gerekend worden als bufferend. De regenwaterputten kunnen het bedrijf voorzien van een hoeveelheid beschikbaar water.
o Er moet een effectief bufferend volume (buffervoorziening) van minstens 70 m³ worden voorzien. Het effectief bufferend volume moet gerekend worden boven de leegloopleiding, niet eronder.
Voorliggend project voorziet het effectief buffervolume op eigen terrein in een ondergronds systeem; met oog op controleerbaarheid van de efficiënte werking en de onderhoudsmogelijkheden geniet dit niet de voorkeur. De Provinciale Dienst Waterlopen kan de afwijking op een open volume wel toestaan, maar wenst er op te wijzen dat het ondergrondse buffersysteem een private aangelegenheid betreft en alle verantwoordelijkheid (ook in geval van calamiteiten) bij de ontwikkelaar zelf ligt.
o Op deze buffervoorziening moet een leegloop naar het oppervlaktewaternet worden voorzien die voldoet aan de voorwaarden van vertraagde afvoer van 5,6 l/sec. Een leegloopleiding met een diameter van 110 mm wordt aanvaard.
o De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar de aanpalende onverharde zones voor infiltratie mag enkel op de eigen terreinen plaatsvinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
OMV 2020_74 - Diesveldstraat 6 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen en herbouwen van een berging op een gewijzigde plaats, op een perceel gelegen Diesveldstraat 6 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 375 E2 en (afd. 2) sectie E 375 F2 aangevraagd door Verstichele - Vanhoutte wonende Diesveldstraat 6 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 8 juli 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
Het bijgebouw moet afgewerkt worden met een gevelsteen die qua kleur afgestemd is op de bebouwing uit de onmiddellijke omgeving, in plaats van de voorziene silexpanelen.
In de 4 m strook ten opzichte van de achterkavelgrens moet levend groen aangeplant worden, minstens bestaand uit een haag of een struikenrij, met een minimale hoogte van 2 m en aan te planten binnen het eerstvolgend plantseizoen na ingebruikname van de berging.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied met landelijk karakter.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 1 juni 1950 voor het bouwen van een werkhuis (weverij).
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 oktober 1953 door het college van burgemeester en schepenen voor het vergroten van een bergplaats.
Stedenbouwkundige vergunning geweigerd op 26 april 1978 door het college van burgemeester en schepenen voor het optrekken van het achtergedeelte van de woning.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 september 1979 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de woning.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 juli 2015 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een bijgebouw en het verbouwen van een woning.
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 8 december 1950 voor het uitbaten van een weverij.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langs de Diesveldstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg in Sint-Lodewijk. De woning van de aanvrager maakt deel uit van een koppelbebouwing en paalt aan de rechterzijde aan achtertuinen van de woningen langs de Kerkstraat. Aan de overzijde van de weg zijn bedrijfsgebouwen aanwezig. Het hoofdgebouw vooraan het perceel heeft één bouwlaag met een zadeldak aan de straatzijde en een aanbouw met 2 bouwlagen en plat dak aansluitend. Midden in de tuinzone is een bijgebouw aanwezig bestaand deels uit 2 bouwlagen met plat dak en deels één bouwlaag met plat dak, met een totale oppervlakte 72,56 m². Op het einde van de tuin is nog een vrijstaand bijgebouw aanwezig met een oppervlakte van 13,26 m². Aan de rechterzijde van de woning is een vrije zijstrook aanwezig met daarop een erfdienstbaarheid gevestigd over een breedte van 2,40 m ten gunste van de buur.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst een nieuw bijgebouw op te trekken achteraan het perceel. Het nieuwe bijgebouw zal zich bevinden op 4 m van de achterste perceelsgrens, op de perceelsgrens met de rechter buur en op 1 m van de perceelsgrens met de linker buur. Het nieuwe bijgebouw zal een diepte hebben van 10 m op een breedte van 9,70 m. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 4,25 m. Het materiaalgebruik bestaat uit grijze silexpanelen (industriële architectuur). In de voorgevel wordt een sectionaalpoort voorzien, aansluitend op de bestaande verharde oprit. Er dient geen bijkomende verharding aangelegd te worden. Het bijgebouw zal gebruikt worden voor de opslag van materiaal.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden op 18 mei 2020 aangeschreven omdat de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
Deze aanvraag is volgens het origineel gewestplan Kortrijk, goedgekeurd op 4 november 1977 gelegen in een woongebied met landelijk karakter.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
De aanvraag heeft betrekking op een kleine opslagruimte voor een zelfstandige activiteit zodat deze in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Diesveldstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een niet-woongebouw met een oppervlakte van minder dan 100 m² zodat de plaatsing van een hemelwaterput niet vereist is. Evenwel wordt een regenwaterput voorzien met een inhoud van 15.000 liter teneinde te gebruiken als reinigingswater. Aan de achterzijde van het perceel, daar waar de bodem voldoende infiltratiegevoelig is, wordt een infiltratieput voorzien van 2.000 liter en een referentieoppervlakte van 4,68 m². De verharding wordt niet uitgebreid. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een bijgebouw voor opslag van materiaal bij een eengezinswoning zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Standaard wordt een bijgebouw bij een woning toegestaan tot maximaal 60 m² afhankelijk van de oppervlakte van het perceel. Een bijgebouw met een grotere oppervlakte dan standaard is hier wel te motiveren aangezien op het perceel reeds bijgebouwen aanwezig zijn die gesloopt worden met een totale oppervlakte van 86 m², het perceel voldoende ruim is en in de omgeving (overkant van de straat) grote bedrijfsgebouwen aanwezig zijn. Voor de hoogte van het bijgebouw werd het akkoord toegevoegd van de aanpalende eigenaar zowel rechts als links (waarbij slechts 1 m of 0 m afstand gevrijwaard werd). Ten opzichte van de achterperceelsgrens wordt een afstand van 4 m gevrijwaard zodat de hoogte van 4,25 m geen negatieve impact zal hebben op het achterliggend perceel qua afname van zonlicht. De aanvrager voorziet evenwel het bijgebouw af te werken met silexpanelen. Gelet op het residentiële karakter en de nabijheid van de naastliggende woningen (vooral aan de achterzijde en rechterzijde) is het wenselijk het gevelmateriaal te wijzigingen naar een afwerking met gevelmetselwerk die qua kleur afgestemd is op de bebouwing uit de onmiddellijke omgeving . Teneinde bijkomend de visuele impact naar de achterliggende eigenaar (Kerkstraat 224) te beperken dient in de 4 m strook ten opzichte van de achterkavelgrens levend groen aangeplant te worden, minstens bestaand uit een haag of een struikenrij met een minimale hoogte van 2 m en dit binnen het eerstvolgend plantseizoen na ingebruikname van de berging.
Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.12 Scheidingsmuren
Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Verstichele - Vanhoutte wonende Diesveldstraat 6 te 8540 Deerlijk, voor het slopen en herbouwen van een berging op een gewijzigde plaats, op een perceel gelegen Diesveldstraat 6 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 375 E2 en (afd. 2) sectie E 375 F2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
Het bijgebouw moet afgewerkt worden met een gevelsteen die qua kleur afgestemd is op de bebouwing uit de onmiddellijke omgeving, in plaats van de voorziene silexpanelen.
In de 4 m strook ten opzichte van de achterkavelgrens moet levend groen aangeplant worden, minstens bestaand uit een haag of een struikenrij, met een minimale hoogte van 2 m en aan te planten binnen het eerstvolgend plantseizoen na ingebruikname van de berging.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
OMV 2020_67 - Beekstraat 4 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een tuinhuis, op een perceel gelegen Beekstraat 4 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 283 Z aangevraagd door Jessica Samyn met als contactadres Beekstraat 4 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 7 juli 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 22 juli 2009 (dossiernummer gemeente: 2087-2/200826, dossiernummer RO: 5.00/34009/1170.2). De voorschriften van deze verkaveling werden gewijzigd en een gewijzigde verkaveling werd goedgekeurd op 12 mei 2010 (dossiernummer gemeente: 2087-2/200923.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 augustus 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een alleenstaande eengezinswoning met carport
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Omgevingsvergunning stedenbouwkundige handelingen afgeleverd op20 mei 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een carport naast de woning.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langs de Beekstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg in het centrum van de gemeente. De omgeving wordt gekenmerkt door vrijstaande, gekoppelde en aaneengebouwde eengezinswoningen van één tot twee bouwlagen en een hellend dak. Op het perceel van de aanvrager is een vrijstaande eengezinswoning aanwezig bestaand uit één bouwlaag met zadeldak.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst in de tuinzone van de woning op 1 m van de achterperceelsgrens en op 1 m van de rechter zijperceelsgrens een tuinhuis op te trekken. Het tuinhuis heeft een lengte van 6 m op een diepte van 3 m en zal bestaan deels uit een gesloten gedeelte en deels uit een overdekt gedeelte. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,23 m. De gevelbekleding zal uit hout bestaan.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 22 mei 2020 tot 20 juni 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20/01/2006) in een stedelijk woongebied.
In deze zone gelden de voorschriften van Art. 7.1. stedelijk woongebied, waarbij §1 als volgt luidt:
Het gebied is bestemd voor wonen, openbare groene en verharde ruimten en aan het wonen verwante voorzieningen. Onder aan het wonen verwante voorzieningen worden verstaan: handel, horeca, bedrijven, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, kantoren en diensten, parkeer- en openbaar vervoer voorzieningen, openbare groene en verharde ruimten, socio-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen.
Het gevraagde is in overeenstemming met het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 22 juli 2009 (dossiernummer gemeente: 2087-2/200826, dossiernummer RO: 5.00/34009/1170.2). De voorschriften van deze verkaveling werden gewijzigd en een gewijzigde verkaveling werd goedgekeurd op 12 mei 2010 (dossiernummer gemeente: 2087-2/200923, dossiernummer RO: 5.00/34009/1170.3).
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:
Plan schrijft voor: | ontwerp voorziet: |
Oppervlakte tuinberging is maximaal 10 m² | Oppervlakte tuinhuis is 18 m² |
Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van verkaveling gezien de kroonlijsthoogte van het tuinhuis minder dan 2,50 m bedraagt, de nokhoogte minder dan 3 m is en de inplanting van de tuinberging voorzien is op minstens 1 m van de perceelsgrenzen.
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De afwijking heeft betrekking op de afmetingen van de tuinberging zodat een afwijking overwogen kan worden. In de voorschriften van de verkaveling is enerzijds opgenomen dat een bijgebouw tot maximaal 10 m² toegestaan wordt en anderzijds tot maximaal 20 m². Het gevraagde is kleiner dan deze 20 m². Het perceel zelf heeft een oppervlakte van 597 m² zodat na de bouw van het tuinhuis slechts 22 % bebouwd is en de tuinzone nog voldoende ruim blijft. De impact van de bijkomende 8 m² zal heel beperkt zijn en de afwijking kan bijgevolg toegestaan worden.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Beekstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De tuinberging wordt opgetrokken bij een bestaande eengezinswoning met behoud van deze functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De oppervlakte van het bijgebouw is beperkt, het perceel voldoende ruim en de inplanting gebeurt in de hoek van het perceel zodat de overgebleven tuinzone voldoende mogelijkheden biedt om ingericht te worden als een kwalitatieve private buitenruimte. De hoogte van de tuinberging is beperkt zodat er geen negatieve impact zal ontstaan op de aanpalende percelen. Het materiaalgebruik is traditioneel en eigen aan de functie. De tuinberging bevindt zich in achteraan het perceel zodat het straatbeeld niet geschaad wordt. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jessica Samyn met als contactadres Beekstraat 4 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een tuinhuis, op een perceel gelegen Beekstraat 4 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 283 Z.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Oproep strategische projecten - strategisch project 'open (de) ruimte - ondersteuning aanvraag -goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de aanvraag tot strategisch project 'Open (de) ruimte' op initiatief van de intercommunale Leiedal en de provincie te ondersteunen.
Motivering
In het voorjaar van 2020 heeft de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw een nieuwe oproep voor strategische projecten gelanceerd ter uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.
De intercommunale Leiedal dient samen met de provincie West-Vlaanderen een aanvraag in voor een nieuw strategisch project 'Open (de) Ruimte'. In het project wordt volgende output beoogd:
• De realisatie van 7 pilootprojecten in de open ruimte, als voorbeeld en test-case voor vele andere projecten:
▪ herwaardering van de Reutelbeek - Geluwbeek in Wervik en Menen
▪ Realisatiegerichte projecten binnen het Gaverbeekbekken
▪ Realisatiegerichte projecten binnen het Heulebeekbekken
▪ De herwaardering van de Hazebeek - Plaatsbeek in Lendelede, Harelbeke
▪ Uitbreiding van (kleine) Bergelen in Wevelgem
▪ Natuur- en bosuitbreiding in het interfluvium (Kortrijk, Zwevegem, Anzegem)
▪ Herwaardering van de Markebeek
• Een open ruimte monitor, die verder bouwt op de reeds ontwikkelde groenmonitor met data rond water, trage wegen, ...
• Een open ruimte fonds en/of een regionale grondenbank om in de open ruimte doelstellingen te kunnen realiseren, indien mogelijk met betrokkenheid van particulieren en bedrijven in de regio
• Een realisatiegerichte regionale strategie vanuit de lessen in de pilootprojecten, onder meer de opmaak van een regionale bebossingsstrategie
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen ondersteunt de aanvraag tot het strategisch project 'Open (de) Ruimte', op initiatief van de intercommunale Leiedal en in samenwerking met de provincie West-Vlaanderen. Hierbij beslist het college om dit strategisch project maximaal te ondersteunen.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring
Aanleiding en context
Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Organisatiebeheersysteem
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2020/28 goed te keuren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2020/44 goed te keuren.
Zitting van CBS van 15 JULI 2020
Onderwijs - verlenging busvervoer schoolzwemmen - weigering
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd te oordelen over het al dan niet bestendigen van het gemeentelijk georganiseerd en gefinancierd busvervoer voor de Deerlijkse scholen in functie van schoolzwemmen.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 4 mei 2011 tot het sluiten van het gemeentelijke zwembad om reden van de onveilige bouwfysische toestand van de infrastructuur.
Daartoe dienden de leerlingen van de scholen die gevestigd zijn op het grondgebied van Deerlijk uit te wijken naar andere zwembaden buiten de gemeente. De gemeenteraad besliste daarbij in zitting van 25 augustus 2011 om met ingang van 1 september 2011 in te staan voor de volledige betaling van het leerlingenvervoer van en naar het zwembad van iedere school die gevestigd is op het grondgebied van Deerlijk en die gebruik maakt van het door de gemeente georganiseerd vervoer van en naar het zwembad.
Vanaf 1 september 2020 kunnen de leerlingen van de scholen die gevestigd zijn op het grondgebied van Deerlijk voor het schoolzwemmen opnieuw terecht in het nieuwe intergemeentelijke zwembad Aquandé te Vichte.
Omdat het steeds de beleidsintentie is geweest om het leerlingenvervoer in functie van schoolzwemmen te organiseren en te financieren vanuit de gemeente zolang er geen eigen zwembad was, dient met de opening van het nieuwe intergemeentelijke zwembad Aquandé geoordeeld te worden of het gemeentelijk georganiseerd en gefinancierd busvervoer voor alle Deerlijkse scholen in functie van schoolzwemmen al dan niet wordt bestendigd.
Bij informele prospectie in functie van het leerlingenvervoer voor schooljaar 2020-2021 is ook gebleken dat een gebundelde offerteaanvraag/groepsaankoop door de gemeente geen prijsvoordeel zou opleveren ten opzichte van aparte offerteaanvragen vanuit de afzonderlijke Deerlijkse scholen. Om die reden wordt voorgesteld om door de gemeente dan ook geen complexere procedure op te zetten van groepsaankoop met bijvoorbeeld uitgesplitste facturatie voor alle Deerlijkse scholen.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. § 1. Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen indien het busvervoer in functie van het schoolzwemmen voor alle Deerlijkse scholen wordt bestendigd.
Raming of bedrag | 25.000 à 30.000 euro |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het gemeentelijk georganiseerd en gefinancierd busvervoer voor de Deerlijkse scholen in functie van schoolzwemmen niet te bestendigen vanaf schooljaar 2020-2021. Na het eerste semester van schooljaar 2020-2021 kan deze beslissing worden geëvalueerd.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit geen overheidsopdracht op te zetten met groepsaankoop (en uitgesplitste facturatie) voor alle Deerlijkse scholen.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.