Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

Opwaardering Gaverdomein - aanpassing masterplan - keuze scenario + overleg - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om, in functie van de verdere uitwerking van het masterplan voor de opwaardering van het Gaverdomein, een beslissing te nemen over het voorstel om de sporthal op te nemen in het masterplan alsook de toegangsweg via de Schragenstraat.

Motivering

Op 7 juni 2023 keurde het college van burgemeester en schepenen het ontwerp masterplan voor de opwaardering van het Gaverdomein, goed.

Na deze goedkeuring werkte het studiebureau het masterplan verder uit en maakte ook de bijhorende ramingen op.

In het ontwerp masterplan wordt een gestapelde, half ondergrondse sporthal voorzien op twee niveaus. Zodoende kan het gevraagde programma gerealiseerd worden op een beperkte oppervlakte. De raming voor deze sporthal bedraagt 11.100.000 euro exclusief btw, erelonen, eerste uitrusting, buitenaanleg en afbraakkosten oude sporthal.

Farys heeft ondertussen de grootte-orde van het bedrag voor een dergelijke sporthal bevestigd.

Om tot een definitief masterplan te komen en dit masterplan aan het grote publiek voor te stellen dient een scenario gekozen te worden dat haalbaar en realistisch is.

Er dienen zich een aantal mogelijke scenario's aan:

1. De sporthal uit het huidige masterplan wordt behouden en de gemeente voorziet zelf in de nodige financiering.
2. De sporthal uit het huidige masterplan wordt behouden en er wordt gekeken naar een samenwerking met Farys, waarbij zij dan ook het nodige personeel voorzien naar analogie met de bouw en uitbating van het zwembad. Deze optie is financieel iets minder interessant maar brengt een zekere administratieve ontzorging met zich mee.
3. Er wordt een kleinere sporthal met één bouwlaag voorzien. Dit impliceert dat het gevraagde programma niet gerealiseerd kan worden, maar de footprint blijft behouden en de kostprijs zakt substantieel. 
4. Er wordt gezocht naar een andere locatie om een niet-gestapelde sporthal (alles gelijkvloers) te kunnen bouwen. Het studiebureau raamde een dergelijke sporthal op 9.200.000 euro excl. btw maar gaf mee dat dit louter werd meegegeven om de financiële impact te kennen van de stapeling en ingraving, gezien deze optie ruimtelijk niet inpasbaar is op de site van het Gaverdomein.
5. Er wordt in overleg gegaan met naburige gemeenten om ergens een regionale, gemeenschappelijke sporthal te bouwen. Intergemeentelijke samenwerking kan een subsidievoordeel opleveren.

In scenario's 4 en 5 wordt er in het masterplan-scenario voor de lange termijn geen sporthal meer voorzien in het Gaverdomein. Voor deze scenario's moet het masterplan worden herzien en is een bijkomende studieopdracht nodig voor Atelier Romain.

Vanuit de diensten wordt scenario 5 vooruitgeschoven waarbij uitgekeken wordt om met de naburige gemeenten een gemeenschappelijke sporthal te gaan bouwen. Dit lijkt financieel de meest haalbare optie.

Een tweede nog openstaande zaak is de toegang via de Schragenstraat. Er werd in overleg gegaan met de eigenaar van de grond waarop deze toegangsweg gelegen is maar hij heeft tot op heden (in tegenstelling tot wat was afgesproken) zijn standpunt nog niet kenbaar gemaakt. Daarom wordt voorgesteld om nog eens een overleg in te plannen waarbij ook een politiek afgevaardigde aanwezig is.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit scenario 5, waarbij een regionale sporthal in samenwerking met de buurgemeenten wordt gebouwd, te weerhouden.

De huidige sporthal blijft als een uitdoofscenario behouden op het Gaverdomein. Het masterplan moet worden aangepast waarbij de huidige sporthal op termijn verdwijnt uit het Gaverdomein.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit dat naam schepenzal aansluiten op een volgend overleg met betrekking tot de toegangsweg via de Schragenstraat.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 10 januari 2024 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 10 januari 2024.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 10 januari 2024 goed te keuren.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.2. Aanleg trage weg Kappaert - zijstraat Oliebergstraat en opwaardering Watermolenpad - gunning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Aanleg trage weg Kappaert - zijstraat Oliebergstraat en opwaardering Watermolenpad” goed te keuren.

Motivering

In het kader van de opdracht “Aanleg trage weg Kappaert - zijstraat Oliebergstraat en opwaardering Watermolenpad” werd een bestek met nr. 2023-34 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 275.786,00 euro excl. btw of 333.701,06 euro incl. 21 % btw (57.915,06 euro btw medecontractant).

De gemeenteraad verleende in zitting van 26 oktober 2023 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de openbare procedure.

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 30 november 2023 om 11.00 uur te bereiken.

De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 28 februari 2024.

Er werden 9 offertes ontvangen:

●        Steenhaut bv, Nieuwenhovestraat 20 te 8540 Deerlijk (249.405,55 euro excl. btw of 301.780,72 euro incl. 21 % btw);

●        BV Lippens Infra, Waalstraat 170 te 9870 Zulte (193.917,45 euro excl. btw of 234.640,11 euro incl. 21 % btw);

●        Heva-bouw, Kapellestraat 3A te 8680 Koekelare (262.744,85 euro excl. btw of 317.921,27 euro incl. 21 % btw);

●        Norré-Behaegel nv, Koninklijke Baan 196 te 8434 Westende (277.488,50 euro excl. btw of 335.761,09 euro incl. 21 % btw);

●        Tuinen Johan Terras BV, Krommestraat 4 te 8570 Anzegem (271.938,75 euro excl. btw of 329.045,89 euro incl. 21 % btw);

●        APK Wegenbouw nv, Winkelomseheide 217A te 2440 Geel (310.474,60 euro excl. btw of 375.674,27 euro incl. 21% btw);

●        Vanden Buverie Jozef & Co nv, Spildoornstraat 16 te 8792 Desselgem (207.312,49 euro excl. btw of 250.848,11 euro incl. 21 % btw);

●        GLK Grondwerken bv, Meirestraat 13 B te 9770 Kruishoutem (234.634,65 euro excl. btw of 283.907,93 euro incl. 21 % btw);

●        Wegenbouw Ivan Vuylsteke bv, Steenovenstraat 100 te 8760 Meulebeke (232.689,35 euro excl. btw of 281.554,11 euro incl. 21 % btw).

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelde op 9 januari 2024 het verslag van nazicht van de offertes op.

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder (op basis van de prijs), zijnde BV Lippens Infra, Waalstraat 170 te 9870 Zulte tegen het nagerekende offertebedrag van 193.917,45 euro excl. btw of 234.640,11 euro incl. 21 % btw (40.722,66 euro btw medecontractant).

De aanleg van de trage weg Kappaert - zijstraat Oliebergstraat en opwaardering Watermolenpad is 1 van de 3 fietspadprojecten die zullen aangemeld worden voor subsidie in het kader van het Kopenhagenplan.  Het college van burgemeester en schepenen nam hierover beslissing in zitting van 5 oktober 2022.

Voor dit dossier kan aanvullend ook nog een subsidie verkregen worden via het Provinciaal regiofonds.  Deze subsidie wordt geraamd op 100.000,00 euro.

Juridische gronden

●   Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

●   Andere:

○        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

○        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

○        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

○        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

○        De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.

○        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

○        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

○        Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur;

Adviezen

De deskundige werken in uitbesteding verleent positief advies.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Dit project wordt aangemeld voor subsidie in het kader van het Kopenhagenfonds.

Aanvullend kan ook nog een subsidie verkregen worden via het Provinciaal regiofonds.  Deze subsidie wordt geraamd op 100.000,00 euro.

BESLUIT

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 9 januari 2024, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3

De opdracht “Aanleg trage weg Kappaert - zijstraat Oliebergstraat en opwaardering Watermolenpad” wordt gegund aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder (op basis van de prijs), zijnde BV Lippens Infra, Waalstraat 170 te 9870 Zulte tegen het nagerekende offertebedrag van 193.917,45 euro excl. btw of 234.640,11 euro incl. 21 % btw (40.722,66 euro btw medecontractant).

Artikel 4

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2023-34.

Artikel 5

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2024, op jaarbudgetrekening 0200-00/22400000/BESTUUR/CBS/0/IP-1 (actie A-1.02.2).

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.3. Ruitenwas diverse gemeentelijke gebouwen - gunning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Ruitenwas diverse gemeentelijke gebouwen” goed te keuren.

Motivering

In het kader van de opdracht “Ruitenwas diverse gemeentelijke gebouwen” werd een bestek met nr. 2023-15 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 48.000,00 euro excl. btw of 58.080,00 euro incl. 21 % btw.

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 15 november 2023 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 15 november 2023 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

●        Eazer Facility nv, Snoekweyerstraat 1 te 3600 Genk;

●        Comfort Cleaning bv, Oudenaardestraat 69 te 9870 Zulte;

●        ICS Services bv, Dwaallichtenlaan 76+ te 7700 Moeskroen;

●        Aca-Cleaning bv, Deerlijkseweg 144A te 8790 Waregem;

●        Schoonmaakbedrijf Nemegheer bv, Lammersakker 13 te 8700 Tielt;

●        Cleaning Professionals bv, Industrielaan 4 te 9320 Erembodegem.

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 14 december 2023 om 11.00 uur te bereiken.

De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 13 maart 2024.

Er werd 1 offerte ontvangen van ICS Services bv, Dwaallichtenlaan 76+ te 7700 Moeskroen (31.329,76 euro excl. btw of 37.909,01 euro incl. 21 % btw).

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelde op 9 januari 2024 het verslag van nazicht van de offertes op.

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, de opdracht “Ruitenwas diverse gemeentelijke gebouwen” te gunnen aan de firma met de enige offerte (op basis van de prijs), zijnde ICS Services bv, Dwaallichtenlaan 76+ te 7700 Moeskroen tegen het nagerekende offertebedrag van 31.329,76 euro excl. btw of 37.909,01 euro incl. 21 % btw.

Juridische gronden

●   Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

●   Andere:

○        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

○        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

○        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

○        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

○        De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 140.000,00 euro niet).

○        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

○        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

○        Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur;

Adviezen

De facility manager verleent positief advies.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 9 januari 2024, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3

De opdracht “Ruitenwas diverse gemeentelijke gebouwen” wordt gegund aan de firma met de enige offerte (op basis van de prijs), zijnde ICS Services bv, Dwaallichtenlaan 76+ te 7700 Moeskroen tegen het nagerekende offertebedrag van 31.329,76 euro excl. btw of 37.909,01 euro incl. 21 % btw.

Artikel 4

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2023-15.

Artikel 5

De betaling zal gebeuren met de kredieten ingeschreven in het exploitatiebudget van 2024, op jaarbudgetrekening 0190-00/61030000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),
0200-00/61030000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),
0703-00/61030000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),
0705-00/61030000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),
0800-00/61030000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),
0801-00/61030000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB) en
0900-00/61030000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB) en in het budget van de volgende jaren.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.4. Diverse verslagen - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

Motivering

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

●        Imog - verslag van de raad van bestuur van 21 november 2023

●        Woonmaatschappij Vivus - verslag van het bestuursorgaan van 20 december 2023

●        Fluvia - verslag van het zonecollege van 8 december 2023

●        Fluvia - verslag van de zoneraad van 8 december 2023

●        Leiedal - verslag van de raad van bestuur van 22 december 2023

●        Psilon - proces-verbaal van de buitengewone algemene vergadering van 6 december 2023

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.5. WWF - fondsenwerving 2024 - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen aan WWF (World Wide Fund for Nature) om in 2024 haar Face-to-Face fondsenwervingsactiviteit te voeren in Deerlijk en hun mee te delen indien er bepaalde voorwaarden zijn waaraan zij moeten voldoen.

Motivering

WWF is een internationale natuurbehoudsorganisatie die de achteruitgang van onze planeet een halt wil toeroepen en ijvert voor een toekomst waar mens en natuur in harmonie kunnen samenleven.

Zij vragen om aan fondsenwerving in de gemeente te mogen doen in de loop van 2024 om reden dat deze inkomsten cruciaal zijn voor hun werking. Zeker na de twee laatste moeilijke jaren. De fondsenwerving zou gebeuren door het regelmatig uitsturen van een team van 2 tot 4 fondsenwervers. De fondsenwervers zijn steeds duidelijk herkenbaar aan hun officieel uniform en badges.

De aanspreking van voorbijgangers en de gesprekken gebeuren natuurlijk steeds met het grootste respect voor het publiek.

De organisatie benadrukt dat zij lid zijn van de Ethische Fondsenwerving vzw (https://www.re-ef.be/) alsook dat zij het Handvest voor Directe dialoog ondertekenden, wat inhoudt dat zij zich houden aan een aantal ethische principes bij het uitvoeren van hun werk.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit toelating te verlenen voor de fondsenwervingsactie in 2024 van WWF.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.6. Receptionele aangelegenheden - goedkeuring

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.7. Straatbeelden, orthofoto, oblieke beelden en 3D - gedeelde aankoop via Leiedal - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om een nieuwe gedeelde aankoop van recente 360° straatbeelden, true orthofoto, oblieke beelden en 3D mesh goed te keuren.

Motivering

In 2020 heeft Leiedal samen met de lokale besturen van Zuid-West-Vlaanderen een aanbesteding gegund voor de inwinning van 360° straatbeelden met LiDAR puntenwolk en een true orthofoto. Binnen de aanbesteding werden de beelden tweemaal ingewonnen (2020 en 2022). Gezien de contractperiode in 2023 verloopt, is voor een nieuwe inwinning een nieuwe aanbesteding nodig.

De straatbeelden en orthofoto worden tot op vandaag intensief gebruikt door Leiedal en deelnemende besturen. Ze worden organisatiebreed ingezet en bieden een grote meerwaarde en efficiëntiewinst voor de dienstverlening van onze gemeente, onder meer voor terreincontrole, digitaal plaatsbezoek, opmetingen en inventarisatie. Er is dan ook een grote interesse voor een actualisatie van de beelden. Zo is er een engagement om deze tweejaarlijks te vernieuwen.

Daarnaast werden de gemeenten en de leveranciers door Leiedal bevraagd naar mogelijke uitbreidingen van het aanbod. Daaruit bleek de wenselijkheid om oblieke beelden (luchtfoto’s onder hoek van 45°) met aerial LiDAR en 3D mee te nemen in de nieuwe aanbestedingsvraag.

Met oblieke beelden is er ook zicht op binnengebied, wat interessant is voor verkennend onderzoek, vergunningen/handhaving, inventarisatie buiten openbaar domein, woon- en renovatiecoaching (zicht op achtergevel, meten dakhelling, enz.). De 3D mesh biedt mogelijkheden tot zon- en schaduwanalyse, dwarsdoorsnede, integratie CAD- en BIM-modellen, tours voor communicatie/participatiemomenten. Door deze voordelen en de relatief lage meerkost, is het wenselijk om ook in te stappen in de aankoop van deze twee extra producten.

De raad van bestuur van Leiedal besliste om de aanbesteding te gunnen aan het Nederlandse bedrijf Cyclomedia Technology BV. Dit bedrijf stond de afgelopen 4 jaar reeds in voor de inwinning en de terbeschikkingstelling van de 360° straatbeelden via hun StreetSmart viewer.

Op basis van de gunningsprijzen en de recente goedkeuring van het Europees subsidieproject Twin4Resilience, keurde de raad van bestuur volgende kostendelende principes goed:

●        Straatbeelden en true orthofoto:

○        De komende 4 jaar wordt een verdeling van 2/3de voor de gemeenten en 1/3de voor Leiedal gehanteerd voor de verdeling van de inwinnings- en hostingkosten.

○        De gemiddelde jaarlijkse personeelskost wordt geraamd op 10.000 euro/jaar, deze wordt eveneens verdeeld volgens de 2/3de – 1/3de verhouding.

●        Oblieke beelden en 3D:

○        De inwinning van de oblieke beelden en 3D kan éénmalig volgens 50-50% principe verdeeld worden, mede door de goedkeuring van het Europees subsidieproject Interreg NWE Twin4Resilience (Leiedal bijdrage van 33 % naar 50 %).

○        De geraamde personeelskost van 6.000 euro wordt met dezelfde verhouding verdeeld.

Daarbij gelden volgende principes:

●        Leiedal gaat de overeenkomst aan met de leveranciers, de data wordt verworven voor het volledige werkingsgebied van Leiedal.

●        De reële kosten worden verdeeld onder Leiedal en de deelnemende gemeenten volgens bovenstaande kostendelende principes. De verdeling onder de gemeenten gebeurt op basis van de ingewonnen km weg voor de straatbeelden, en oppervlakte voor de true orthofoto, oblieke beelden en 3D.

●        Deelnemende gemeenten krijgen dezelfde gebruiksrechten als Leiedal.

●        Voor de niet-deelnemende gemeenten betaalt Leiedal het volledige bedrag zodat ze gelijke diensten kan aanbieden aan alle besturen. Indien er voor een opdracht echter nood is aan het gebruik van de beelden zal in de afsprakennota een extra kost worden aangerekend.

●        De afname van 3D is niet mogelijk zonder afname van de oblieke beelden.

Het contract dat Leiedal aangaat met Cyclomedia is voor een periode van 4 jaar (dus voor twee inwinningen, eens in 2024 en eens in 2026), maar omdat het subsidieproject wegvalt bij de volgende inwinning in 2026, zullen de geraamde prijzen en kostenverdeling dan ook wijzigen. Om die reden wordt nu enkel goedkeuring gevraagd voor een deelname aan deze eerste inwinning in 2024, waarvan de kosten zullen gespreid worden over twee jaar.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

De totale geraamde kostprijs voor Deerlijk voor afname van alle producten (straatbeelden, orthofoto, oblieke beelden en 3D) bij deze eerste inwinning in 2024, bedraagt 7.636,80 euro incl. btw maar deze kost wordt gespreid over twee jaar (2024 en 2025).

Ter vergelijking: de straatbeelden en orthofoto die we sowieso tweejaarlijks wensen te vernieuwen, kosten samen voor deze inwinning 5.538,58 euro incl. btw (totaalkost voor 2024 en 2025). De oblieke beelden en 3D kopen we dus aan voor een relatief lage meerprijs van 2.098,22 euro incl. btw (totaalkost voor 2024 en 2025).

De finale kostprijs kan nog wat afwijken door het werkelijk aantal gereden km t.o.v. het geschat aantal km.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de nieuwe gedeelde aankoop van recente 360° straatbeelden, true orthofoto, oblieke beelden en 3D mesh goed te keuren.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.8. Deelname buitenspeeldag 2024 - goedkeuring

Aanleiding en context

Op woensdag 17 april 2024 wordt er opnieuw de Buitenspeeldag georganiseerd. De jeugddienst wil hier opnieuw aan deelnemen.

Motivering

De deelnamevoorwaarden voor het organiseren van de Buitenspeeldag zijn de volgende:

●        Doe het buiten.

●        De gemeente organiseert in teken van de Buitenspeeldag (woensdag 17 april 2024) activiteiten die buitenspelen promoten. Dit kunnen actieve speel- en/of sportactiviteiten zijn in de openbare ruimte of in de onmiddellijke woonomgeving van kinderen en jongeren, die gratis toegankelijk zijn. Lokale besturen kunnen ook op andere manieren kinderen en jongeren proberen buiten aan het spelen krijgen, bijvoorbeeld via inspiratieflyers voor ouders of uitgestippelde speelroutes doorheen hun gemeente.

●        De gemeente gebruikt in alle communicatie het centrale logo en de beeldvorming van de Buitenspeeldag.

●        Indien de gemeente activiteiten organiseert op de Buitenspeeldag waar kinderen en jongeren samen aan deelnemen, zijn de deelnemers verzekerd via de hiervoor gebruikelijke gemeentelijke polis burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen. Dit omvat dus niet de initiatieven die kinderen, jongeren en hun ouders zelfstandig kunnen doen.

Sinds 2016 werkt de jeugddienst samen met stad Harelbeke en PSNC De Gavers om de Buitenspeeldag te organiseren. Dit jaar wordt de Buitenspeeldag opnieuw georganiseerd op het domein van PSNC De Gavers.

Juridische gronden

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit dat jeugddienst Deerlijk de Buitenspeeldag mag helpen organiseren die doorgaat op woensdagnamiddag 17 april 2024 tussen 13.30 en 17.30 uur op domein PSNC De Gavers, Eikenstraat 131 te Harelbeke.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.9. Cultuur - Socio-culturele en kunstenverenigingen - werkingspremie 2022 - Gregoriaans Koor Deerlijk - goedkeuring

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.10. Feestelijkheden - Kinderboerderij Bokkeslot - Open Kijk Dagen - 18 en 19 mei 2024 - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 15 december 2023 werd een aanvraag ingediend door Kinderboerderij Bokkeslot voor volgend evenement:

Motivering

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

●        aanvraag politionele medewerking

Parkeerverbod op volgende plaats(en): Tapuitstraat tussen nummer 74 en 86 en tussen nummer 69 en 91, van zaterdag 18 mei 2024 om 12.00 uur tot en met zondag 19 mei 2024 om 20.00 uur.

PZ Gavers verleende op 9 januari 2024 positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2009336.

2. De evenementen-veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Plaatsing verkeerssignalisatie

■        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.11. Feestelijkheden - kinderboerderij Bokkeslot - Oogstfeest - 13 oktober 2024 - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 15 december 2023 werd een aanvraag ingediend door kinderboerderij Bokkeslot voor volgend evenement:

Motivering

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

●        aanvraag politionele medewerking

Parkeerverbod op volgende plaats(en): Tapuitstraat op zondag 13 oktober 2024 van 8.00 uur tot en met 20.00 uur, enerzijds van huisnummer 51 tot en met huisnummer 86 en anderzijds van huisnummer 69 tot en met huisnummer 91.

PZ Gavers verleende 9 januari 2024 positief advies, heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2009347 en vraagt de organisatoren om de buren per brief op de hoogte te brengen van de activiteit.

●        aanvraag vuurvergunning

Het is verboden, zonder voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester, enig vuur aan te leggen waarbij het gebruik of de aanwezigheid van *open vuur of vlammen* een risico doet ontstaan voor het publiek.

Voor het gebruik van vuurkorven, -manden en -schalen verwijst de hulpverleningszone Fluvia naar de richtlijnen die terug te vinden zijn op hun website via volgende link: https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Plaatsing verkeerssignalisatie

■        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 3

Vuurvergunning: zie besluit burgemeester.

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.12. Feestelijkheden - jeugd rode kruis - JRKaffee Valentijn - 17 februari 2024 - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 26 december 2023 werd een aanvraag ingediend door Jeugd Rode Kruis Deerlijk voor volgend evenement:

Motivering

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

●        aanvraag machtiging voor het verstrekken van sterke drank

Het is verboden sterke dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse in occasionele drankgelegenheden waar openbare manifestaties plaatsvinden, tenzij het college van burgemeester en schepenen hiervoor een speciale machtiging verleent.

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Machtiging voor het verstrekken van sterke drank

■        Art. 9, Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen verleent een speciale machtiging voor de verkoop van sterke drank tijdens dit evenement.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.13. Feestelijkheden - Rode Kruis Deerlijk - gebruik gemeentelijke roosters 2024 - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.

Motivering

Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters.

Om hun bloedinzamelactie bekend te maken, vraagt Rode Kruis, afdeling Deerlijk, om de gemeentelijke roosters te mogen gebruiken voor het ophangen van hun publiciteitsborden.

De bloedinzamelacties voor 2024 staan gepland op:

●        dinsdag 5 maart en woensdag 13 maart 2024;

●        dinsdag 4 juni en woensdag 12 juni 2024;

●        dinsdag 3 september en woensdag 11 september 2024;

●        dinsdag 3 december en woensdag 11 december 2024.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Hfdst. 3, art. 221-224 Algemene Politieverordening

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit aan Rode Kruis, afdeling Deerlijk, toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters

Artikel 2

Voor de praktische afhandeling dient contact opgenomen te worden met het vrijetijdspunt op het telefoonnummer 056 71 89 81 of via mail aan vrijetijd@deerlijk.be.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.14. BBO - Vrijwilligersvergoeding fietsherstel - uitbetaling 7 oktober tot 31 december 2023 - goedkeuring

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.15. Attest van verdeling - Otegemse steenweg 10 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Otegemse steenweg 10.

Motivering

Op 29 december 2023 werd vanuit het notariaat Aktum een attest van verdeling ontvangen voor de eigendom gelegen Otegemse steenweg 10, gekadastreerd afdeling 2, sectie E, nummer 742f2 (oppervlakte 04a 75ca) en 742 m² (oppervlakte 02a 70ca).

Een deel van de eigendom wordt afgesplitst teneinde te verkopen.  De verkoper behoudt de aanpalende percelen 2E742g2 en 742p2.

De bestemming van het afgesplitste deel is woongebied volgens het gewestplan Kortrijk.

De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling.

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.16. Attest van verdeling - Otegemstraat 56 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Otegemstraat 56.

Motivering

Op 3 januari 2024 verstuurde men vanuit notarissen Deerlijk een attest van verdeling voor de eigendommen gelegen Otegemstraat 56, gekadastreerd afdeling 2, sectie E,

1. landbouwgronden: 473d (opp. 11.204 m²), 469p (opp. 10.180 m²), 471p (opp. 2.940 m²) en 470a (opp. 2.170 m²);
2. kapel: 473e (opp. 4 m²);
3. woonhuis: 472k (opp. 1.344 m²).

Een deel van de eigendom wordt afgesplitst in functie van verkoop.

De toekomstige bestemming van het af te splitsen gedeelte blijft hoofdzakelijk behouden met uitzondering van delen van 469, 473d en 470a, waarbij het de bedoeling is deze in te lijven als tuingrond bij naburig perceel 472k.

De omgevingsambtenaar stelt voor volgende opmerking te formuleren:

De percelen zijn bestemd als landbouwgrond en maken op heden deel uit van een grotere landbouwpartij. Door de opdeling van de percelen en het bij de aanpalende eigendom te voegen als tuin, is de agrarische bestemming niet langer uit te oefenen op dat afgesplitste deel. De voorgestelde splitsing in functie van vertuining is bijgevolg niet in overeenstemming met de gewestplanbestemming.

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen wenst op te merken dat, door de afsplitsing, de agrarische bestemming niet langer uit te voeren is en de voorgestelde splitsing in functie van vertuining bijgevolg niet in overeenstemming is met de gewestplanbestemming.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.17. OMV 2023_168 - Vichteknokstraat 42 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het vellen van een bomenrij, op een perceel gelegen Vichteknokstraat 42 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1022 K, aangevraagd door Ann Velghe wonende Vichteknokstraat 42 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  10 januari 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig.

Volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden:

●        Het eerstvolgend plantseizoen wordt overgegaan tot heraanplant van de 2 bomenrijen (zowel langs de westelijke als de zuidelijk perceelsgrens, rekening houdend met de bepalingen uit het burgerlijk wetboek).

●        De heraanplant moet gebeuren met een inheemse streekeigen boomsoort van eerste grootte-orde zoals zomereik, beuk, linde, ….

●        De bomen moeten minstens maat 12-14 hebben.

●        De plantafstand voor bomen van 1ste grootte bedraagt ongeveer 10 m. De bomenrijen samen hebben een totale lengte van 162 lopende meter waardoor er minstens 16 hoogstammige bomen ter compensatie moeten aangeplant worden.

●        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen met het oog op het welslagen van de nieuwe aanplant; dit houdt o.a. in:

○        de plantput moet voldoende groot zijn en aangevuld worden met goede grond (zonder afval of stenen);

○        er wordt een steunpaal of wortelverankering voorzien.

●        De werken voor het kappen worden uitgevoerd buiten het broedseizoen (niet in de periode tussen 1 maart en 1 juli).

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

●     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 1 februari 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een bestaand gebouw.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 december 1990 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een mestkuikenstal.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 mei 1997 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van oude facadesteen in de achtergevel van de woning en het vervangen van een veranda door een berging en uitbreken van de keuken.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 11 december 2002 door het college van burgemeester en schepenen voor het herbouwen van een bijgebouw na sloping van diverse bouwvallige bijgebouwen.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Pré Vlarem vergunning afgeleverd op 2 oktober 1991 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbaten van een mestkippenstal met maximaal 14.999 dieren.

●        Milieuvergunning afgeleverd op 26 februari 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor een pluimveehouderij, mazouttank van 4000 liter, het verplaatsen van 2 voedersilo’s van elk 15 m³.

●        Milieuvergunning afgeleverd op 10 juli 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor de overname van een pluimveehouderij.

●        Milieuvergunning afgeleverd op 17 juli 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een pluimveehouderij.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De omgeving wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing langs een smalle, landelijke gemeenteweg in het oosten van de gemeente. In de ruime omgeving staan zowel woningen als landbouwbedrijfsgebouwen. Op het perceel van de aanvrager staat een woning langs de straatzijde met anderhalve bouwlaag en een hellend dak. Zowel links als rechts van de woning staan loodsen of bijgebouwen. Achter deze gebouwen staat nog een pluimveestal van ongeveer 60 m lang en ongeveer 18 m breed. De weide rond deze stal wordt op de perceelgrens langs 2 kanten geflankeerd door een bomenrij.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een bestaande bomenrij te vellen langs de westelijke en zuidelijk perceelsgrens. Alle bomen zijn populieren en in totaal worden 24 bomen op de westelijke perceelsgrens en 8 bomen aan de achterste perceelsgrens, gerooid. De aanvrager is bereid om de kap te compenseren door een aanplant van nieuwe bomen. De voorkeur gaat uit naar zomereiken en fruitbomen. Er wordt bij de aanvraag geen inplantingsplan van de nieuwe tuinaanleg toegevoegd. De aanvrager geeft mee het aantal nieuwe bomen te bepalen op het moment van de nieuwe inrichting van de tuinzone.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

5. Adviezen

Het agentschap Natuur en bos werd om advies verzocht op 13 december 2023. De adviesinstantie liet op 14 december 2023 weten geen advies uit te brengen vanuit volgende motivering:

Bij het beoordelen van de vergunningsaanvraag en het nemen van de beslissing over de omgevingsvergunning zal door de vergunningverlenende overheid steeds rekening moeten worden gehouden met de zorgplicht opgelegd door artikel 14 en de bepalingen van artikel 16 inzake het tegengaan van vermijdbare schade van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

Om aan de zorgplicht te voldoen, moeten de natuurwaarden die mogelijk aangetast worden bij het uitvoeren van de geplande activiteiten op voldoende wijze worden hersteld. Dit kan bvb. door het herstellen of vervangen van kleine landschapselementen, het heraanplanten van bomen of lijnbeplantingen, enz.

Het Agentschap voor Natuur en Bos maakt voor vergunningen in agrarische gebieden zelf geen inschatting meer van de impact op natuurwaarden.

De vergunningverlener moet zelf verifiëren of minimum aan de zorgplicht wordt voldaan en er geen vermijdbare schade optreedt.

Om correct af te wegen of de natuurwaarden door de geplande activiteit in het gedrang komen en om na te gaan of aan de zorgplicht wordt voldaan, kan men beroep doen op de helpdesk die door het Agentschap voor het Natuur en Bos ter beschikking wordt gesteld.

De helpdesk beschrijft mogelijke maatregelen die in een vergunning kunnen worden opgenomen.

Thema’s die in de helpdesk aan bod komen zijn:

- Kappen van bomen, dreven en/of houtkanten

- Acuut gevaar

- Hoogstamboomgaarden

- (her)aanleggen van een poel

- Reliëfwijzigingen

- Oprichten van gebouwen en verhardingen

- Begrippen

U kan de helpdesk terugvinden via deze link: www.natuurenbos.be/helpdesk.

Tot slot willen we nog de aandacht vestigen op een algemene maatregel, die voor elke vergunning van toepassing is:

“Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit).

Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich - vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden.

Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos”.

Het Departement Landbouw en Zeevisserij werd om advies verzocht op 13 december 2023. De adviesinstantie bracht op 3 januari 2024 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

“De aanvraag is gelegen in agrarisch gebied en betreft het kappen van 32 hoogstammige populieren die zich op de westelijke en zuidelijke perceelsgrens van een pluimveebedrijf bevinden. Er wordt een heraanplant met zomereiken en fruitbomen voorzien (aantal bomen is niet vermeld).

Gelet op de lokale situatie en de aard van de aanvraag brengt het Agentschap Landbouw en Zeevisserij (voorheen Departement Landbouw en Visserij) een gunstig advies uit voor deze aanvraag.”

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meebepaald aan de voorschriften van het agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 11.4.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.

Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan gezien deze betrekking heeft op het kappen van hoogstammige bomen.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vichteknokstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5 Natuurtoets

Bomenrijen bestaan uit individuele bomen, maar de waarde van een bomenrij is hoger dan de som van de waarde van de individuele bomen. Ze vormen lijnen in het landschap met een uitgesproken esthetische, cultuurhistorische en ecologische waarde. Het beoordelen van ingrepen op de rijen krijgt hierdoor als het ware een extra dimensie bovenop het zuiver individueel beoordelen van de bomen. De geschonden of afgestorven exemplaren in de rij mogen nog een kleinere dendrologische of natuurwaarde hebben ten opzichte van een andere, het feit dat de volwassen bomen een rij vormen in het landschap biedt voldoende draagkracht om compensatie door heraanplant op te leggen als voorwaarde in de vergunning.

De voorkeur gaat uit naar een compensatie die gelijkwaardig is aan de te vellen bomen en naar compensatie in de directe omgeving. Onder gelijkwaardigheid wordt gedoeld op een gelijke totaalwaarde, gelijkwaardige boomgrootte en gelijkwaardige plaats in de boomstructuur (dus een bomenrij compenseren door de aanleg van een nieuwe bomenrij) en rekening houdend met het principe ‘ruimte voor bomen’. Gezien de mogelijkheden binnen de private ruimte op het perceel kan er ook een combinatie van bomenrij, bomencluster en vrijstaande individuele bomen gekozen worden. Omwille van deze redenen is heraanplant noodzakelijk zodat er geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan.

De eigenaar zelf stelt voor om een compensatie te voorzien met zomereiken en fruitbomen. Een verdere specificatie van inplanting en aantal her aan te planten bomen wordt in het aanvraagdossier niet gegeven. Gelet op de waarde van de bomenrij in het landschap (ook zichtbaar vanaf de Vichtesteenweg) is de heraanplant van een bomenrij noodzakelijk en als voorwaarde op te leggen. Aanvullend kan de eigenaar steeds opteren om nog bijkomende hoogstammige bomen in de weide aan te planten  waarvoor hij eventueel verder contact kan opnemen met het Stadlandschap West-Vlaanderen ifv de opmaak van een landschapsplan.

De kap en de heraanplant dient bijgevolg te gebeuren onder volgende voorwaarden die opgenomen dienen te worden in de beslissing:

●        Het eerst volgend plantseizoen wordt overgegaan tot heraanplant van de 2 bomenrijen (zowel langs de westelijke als de zuidelijk perceelsgrens rekening houdend met de bepalingen uit het burgerlijk wetboek).

●        De heraanplant moet gebeuren met een inheemse streekeigen boomsoort van eerste grootteorde zoals zomereik, beuk, linde, ….

●        De bomen moeten minstens maat 12-14 hebben.

●        De plantafstand voor bomen van 1ste grootte bedraagt ongeveer 10 m. De bomenrijen samen hebben een totale lengte van 162 lopende meter waardoor er minstens 16 hoogstammige bomen ter compensatie moeten aangeplant worden.

●        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen met het oog op het welslagen van de nieuwe aanplant: ; dit houdt o.a. in:

○        de plantput moet voldoende groot zijn en aangevuld worden met goede grond (zonder afval of stenen);

○        er wordt een steunpaal of wortelverankering voorzien.

●        De werken worden uitgevoerd buiten het broedseizoen (niet in de periode tussen 1 maart en 1 juli).

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft geen betrekking op een stedenbouwkundige handeling zodat en verdere toetsing aan de goede ruimtelijke ordening hier niet relevant is. De beoordeling van de aanvraag wordt verder behandeld in het onderdeel ‘Natuurtoets’ (Zorgplicht natuurdecreet).

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13 Bespreking adviezen

Natuur en bos

Natuur en bos liet weten geen advies uit te brengen zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

Landbouw en Zeevisserij

Het advies is gunstig zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

○     Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Ann Velghe, wonende Vichteknokstraat 42 te 8540 Deerlijk, voor het vellen van een bomenrij, op een perceel gelegen Vichteknokstraat 42 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1022 K, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

●        Het eerstvolgend plantseizoen wordt overgegaan tot heraanplant van de 2 bomenrijen (zowel langs de westelijke als de zuidelijke perceelsgrens, rekening houdend met de bepalingen uit het burgerlijk wetboek).

●        De heraanplant moet gebeuren met een inheemse streekeigen boomsoort van eerste grootte-orde zoals zomereik, beuk, linde, ….

●        De bomen moeten minstens maat 12-14 hebben.

●        De plantafstand voor bomen van 1ste grootte bedraagt ongeveer 10 m. De bomenrijen samen hebben een totale lengte van 162 lopende meter waardoor er minstens 16 hoogstammige bomen ter compensatie moeten worden aangeplant.

●        De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen met het oog op het welslagen van de nieuwe aanplant; dit houdt o.a. in:

○        de plantput moet voldoende groot zijn en aangevuld worden met goede grond (zonder afval of stenen);

○        er wordt een steunpaal of wortelverankering voorzien.

●        De werken voor het kappen worden uitgevoerd buiten het broedseizoen (niet in de periode tussen 1 maart en 1 juli).

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.18. OMV 2023_143 - Waregemstraat 301 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanleggen van parkeerplaatsen, op een perceel gelegen Waregemstraat 301 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 323 C6, aangevraagd door Gilles Van Parys wonende Waregemstraat 200 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  11 januari 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

●        De parkeerplaatsen dienen gekoppeld te zijn aan het bedrijf Waregemstraat 200 waarbij medegebruik steeds mogelijk is. Indien de koppeling met het bedrijf wegvalt dienen de parkeerplaatsen opnieuw opgebroken te worden en aangelegd te worden als tuinzone.

●        De breedte van elke parkeerplaats bedraagt 2,50 m.

●        De verharding onder de auto wordt voorzien in waterpasserende betonklinkers en verharding van de ruimte waar men uitstapt, kan in doorlopende verharding voorzien worden. Aanvullend op de waterdoorlatende verharding dient ook de fundering waterdoorlatend te zijn.

●        De 2 voorziene bomen moeten hoogstammige bomen zijn van 1ste of 2de grootte (soort vrij te kiezen). De bomen moeten aangeplant worden op minstens 2 meter van de rooilijn. De onverharde ruimtes waarin de bomen voorzien worden (hagen volgens plan) moeten minstens 1 m breed zijn.

●        Een haag te voorzien op of langs de perceelsgrens met woning Waregemstraat 303.

●        Alle groen wordt aangeplant tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

Volgende lasten zijn op te leggen:

●        Volgende werkzaamheden op openbaar domein dienen uitgevoerd te worden in opdracht en ten laste van de bouwheer:

■        de strook tussen de perceelsgrens en de boordsteen van de straat Vrijeigen dient aangelegd te worden in grijze betonklinkers 220x220x80;

■        de klinkerverharding is eveneens te voorzien op het gedeelte openbaar domein voor de garage, teneinde voldoende uniformiteit in de voetpadstrook te hebben;

■        op de rooilijn dient een boordsteen ID4 geplaatst te worden;

■        de verlichtingspaal te verplaatsen.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20 januari 2006) in een stedelijk woongebied.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 juli 2011 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een dubbele garage.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 402 m² en is gelegen langs Vrijeigen op ongeveer 1,2 km ten oosten van de kern van Deerlijk. Vrijeigen is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is in gebruik als tuinzone bij de voorliggende woning in de Waregemstraat. Het perceel wordt van de straat afgesloten dmv een betonafsluiting en een houten afsluiting. Tussen het voetpad en de perceelsgrens is een grasstrook met een beperkte breedte gelegen. In deze grasstrook staat een verlichtingspaal. Op de oostelijke perceelgrens staat een draadafsluiting.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen. Langs de overkant van de weg zijn 8 private en 2 publieke parkeerplaatsen en een technische cabine gelegen met er omheen grasstroken.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De tuinzone, horend bij de woning Waregemstraat 301, wordt deels ingericht in functie van parkeren. De parkeerplaatsen worden aangelegd in functie van de bedrijfssite HVP Lighting dat zich aan de overzijde van de Waregemstraat bevindt.  De aanvraag betreft het voorzien van 7 parkeervakken, elk met een breedte van 2,60 m en een diepte van 7,1 m thv de kant achtergevel van de woning en 6,5 m thv de kant garage. De parkeerplaatsen worden gescheiden van tuin en garage dmv een haag met een breedte van 0,75 m. In elk haagmassief wordt de aanplant van een boom voorzien.

De parkeerplaatsen worden aangelegd in grijze waterdoorlatende tegels.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

5. Adviezen

Er dienden geen externe adviezen ingewonnen te worden.

Volgende interne adviezen werden geformuleerd:

 De expert groen en proper formuleerde op 23 november volgende bijkomende opmerkingen:

○        Bomen aanplanten op minstens 2 meter van de rooilijn.

○        Hoogstammige bomen van 1ste of 2de grootte (soort vrij te kiezen).

○        De bomen voldoende wortelbare ruimte geven en hierdoor minstens een plantvak voorzien van 1 meter breed.  De voorgestelde 0,75 m is dus te smal.

 De expert wegen en water bracht op 11 december 2023 volgend advies uit:

○        Verharding voor de parkeerplaatsen

■        uit te voeren in waterpasserende betonklinkers;

■        waar men uit de wagen stapt mag dit in doorlopende verharding, onder de wagen in waterpasserende betonklinkers (zie voorbeelden in het advies);

■        de fundering aan te leggen in functie van waterinfiltratie.

○        Heraanleg grasstrook tussen de perceelsgrens en de boordsteen van de straat Vrijeigen (deel openbaar domein): door de omvorming van tuinzone naar parkeerruimte moet deze strook overrijdbaar worden en dus als volgt aangelegd worden:

■        op de rooilijn dient een boordsteen ID4 geplaatst te worden;

■        de grasstrook dient aangelegd te worden in grijze betonklinkers 220x220x80;

■        de klinkerverharding eveneens te voorzien op het gedeelte openbaar domein voor de garage teneinde voldoende uniformiteit in de voetpadstrook te hebben.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, meerbepaald aan de voorschriften van het stedelijk woongebied.

In deze zone gelden de voorschriften van Art. 7.1. stedelijk woongebied, waarbij §1 als volgt luidt:

Het gebied is bestemd voor wonen, openbare groene en verharde ruimten en aan het wonen verwante voorzieningen. Onder aan het wonen verwante voorzieningen worden verstaan: handel, horeca, bedrijven, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, kantoren en diensten, parkeer- en openbaar vervoervoorzieningen, openbare groene en verharde ruimten, socio-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen.

Het gevraagde is in overeenstemming met het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gezien de aanvraag betrekking heeft op het voorzien van parkeerplaatsen.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat Vrijeigen een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha).

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.

Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De parkeerplaatsen worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het omvormen van een tuinzone tot parkeerruimte bij het bedrijf HVP Lighting, gelegen aan de overkant van de Waregemstraat. Met het oog op de elektrificatie wenst de eigenaar 4 laadpalen te plaatsen. De omvorming van tuinzone naar parkeerruimte kan, gezien er eveneens (publieke) parkeerplaatsen zijn aan de overkant van de weg Vrijeigen, aanvaard worden, mits er een duidelijke koppeling is tussen het bedrijf en de parkeerplaatsen. Medegebruik is steeds mogelijk. Indien de koppeling met het bedrijf wegvalt dienen de parkeerplaatsen opnieuw opgebroken te worden en aangelegd te worden als tuinzone. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

Er worden 7 bijkomende parkeerplaatsen voorzien op een locatie die voldoende goed ontsloten is om de beperkte toename aan autoverkeer te kunnen opvangen.

De parkeerplaatsen hebben allen een breedte van 2,6 m en een diepte van 6,50 tot 7,10 m. Een breedte van 2,50 m is voldoende om de auto op een kwalitatieve manier te stallen. In combinatie met de voorwaarde om de groenzones links en rechts van het parkeren te voorzien met een breedte van min. 1 m, wordt als voorwaarde opgelegd dat de breedte van elke parkeerplaats 2,50 m bedraagt.

De ruimte tussen de boordsteen van de straat Vrijeigen en de perceelsgrens is op vandaag ingericht als voetpad met een grasstrookje en een verlichtingspaal. Door de omvorming van tuinzone naar parkeerruimte dient ook het publieke domein aangepast te worden aan de nieuwe toestand. Dat betekent dat de verlichtingspaal verplaatst wordt naar een geschikte locatie en dat de grasstrook bijkomend verhard wordt, aansluitend bij de bestaande verharding. Dit wordt als last opgelegd.

Groen- en omgevingsaanleg:

Het achterste deel van de tuinzone van de voorliggende woning wordt ingericht in functie van parkeren. De woning zelf beschikt na de werken nog over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen.

De parkeerplaatsen worden aangelegd in waterdoorlatende tegels. Gezien het noodzakelijk is om de verharding te beperken wordt, naar aanleiding van het advies van de gemeentelijk expert wegen en water, als voorwaarde opgelegd dat de ruimte onder de auto wordt voorzien in waterpasserende betonklinkers en dat de ruimte waar men uitstapt in doorlopende verharding kan worden voorzien. Aanvullend op de waterdoorlatende verharding dient ook de fundering waterdoorlatend te zijn.

Het ontwerp voorziet een beperkte groenaanplant teneinde de parkeerhaven een kwalitatieve uitstraling te geven in het bestaande straatbeeld. Het ontwerp werd besproken met de gemeentelijke expert groen en proper. Teneinde de integratie naar de omgeving toe en het groene aanzicht bij het inrijden van de wijk nog te verhogen, worden volgende voorwaarden opgelegd:

●     Bomen aanplanten op minstens 2 meter van de rooilijn.

●     Hoogstammige bomen van 1ste of 2de grootte (soort vrij te kiezen).

●     De onverharde ruimtes voor bomen dienen minstens 1 m breed te zijn.

●     Een haag te voorzien op of langs de perceelsgrens met woning Waregemstraat 303.

●     Alle groen wordt aangeplant tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13 Bespreking adviezen

Voor de bespreking van de interne adviezen wordt verwezen naar de titel 7.10, toetsing goede ruimtelijke ordening.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Gilles Van Parys, wonende Waregemstraat 200 te 8540 Deerlijk, voor het aanleggen van parkeerplaatsen, op een perceel gelegen Waregemstraat 301 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 323 C6.

Artikel 2

Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

●        De parkeerplaatsen dienen gekoppeld te zijn aan het bedrijf Waregemstraat 200 waarbij medegebruik steeds mogelijk is. Indien de koppeling met het bedrijf wegvalt, dienen de parkeerplaatsen opnieuw opgebroken te worden en aangelegd te worden als tuinzone.

●        De breedte van elke parkeerplaats bedraagt 2,50 m.

●        De verharding onder de auto wordt voorzien in waterpasserende betonklinkers en verharding van de ruimte waar men uitstapt, kan in doorlopende verharding voorzien worden. Aanvullend op de waterdoorlatende verharding dient ook de fundering waterdoorlatend te zijn.

●        De 2 voorziene bomen moet hoogstammige bomen zijn van 1ste of 2de grootte (soort vrij te kiezen). De bomen moeten aangeplant worden op minstens 2 meter van de rooilijn. De onverharde ruimtes waarin de bomen voorzien worden (hagen volgens plan) moeten minstens 1m breed zijn.

●        Een haag is te voorzien op of langs de perceelsgrens met woning Waregemstraat 303.

●        Alle groen wordt aangeplant tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

Artikel 3

Volgende lasten wordt opgelegd:

●        Volgende werkzaamheden op openbaar domein zijn ten laste van de bouwheer:

■        de strook tussen de perceelsgrens en de boordsteen van de straat Vrijeigen dient aangelegd te worden in grijze betonklinkers 220x220x80;

■        de klinkerverharding is eveneens te voorzien op het gedeelte openbaar domein voor de garage, teneinde voldoende uniformiteit in de voetpadstrook te hebben;

■        op de rooilijn dient een boordsteen ID4 geplaatst te worden;

■        het verplaatsen van de verlichtingspaal.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.19. OMV 2023_107 - Hoogstraat 2 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van bestaande winkels, bouwen van een winkel met opslagplaats, exploiteren van een meldingsplichtige ingedeelde inrichting, uitbaten kleinhandel, op een perceel gelegen Hoogstraat 2 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 253 N7, aangevraagd door Pascal Spileers namens PROFI NV gevestigd Route de Gosselies(FL) 408 te 6220 Fleurus en Jacques Paul Quatannens namens Q-invest BV gevestigd Wortegemsesteenweg 15 te 8570 Anzegem.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  12 januari 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

Stedenbouwkundige voorwaarden:

●        In het kader van de watertoets zijn volgende bijkomende voorwaarden op te leggen:

○        In functie van hergebruik van hemelwater dient, naast de aansluiting van de 2 toiletten nog een 3e afnamepunt voorzien te worden, bij voorkeur een kraantje in functie van het poetsen in de stockageruimte.

○        De voorziene klinkerverharding tussen de parkeerplaatsen moet waterdoorlatend te zijn wat betekent zowel waterdoorlatende klinkers als een waterdoorlatende onderfundering.

○        Gezien er in het dossier niet meegegeven wordt wat er met de uitgegraven grond gebeurt, moet deze afgevoerd worden of via vergunning geregeld worden.

○        De diameter van de afval- en hemelwateraansluiting dient standaard 160 mm te bedragen. Voorts dient voldaan te worden aan de algemene voorwaarden van Riopact.

●        De kroonlijsthoogte van de voorgevel en de rechter zijgevel van het gedeelte opslagruimte (het vooruitspringend deel) moet opgetrokken worden tot een hoogte van 7,50 m en hiermee bijgevolg aansluiten op de compartimenteringmuur die centraal uitsteekt in het dakvlak.

●        Inzake materiaalgebruik zijn volgende bijkomende voorwaarden na te leven:

○        De achtergevel dient, net zoals de voor- en rechterzijgevel, opgetrokken te worden in zwarte silexpanelen.

○        De vluchtdeuren, raam- en poortopening thv de stockageruimte dienen afgewerkt te worden in zwart aluminium.

○        De vluchtdeur op de achtergevel dient voorzien te worden in zwart aluminium.

●        De inrichting van de ruimte in de oksel van de opslagplaats en de winkelruimte dient als volgt aangepast te worden:

○        De fietsnietjes moeten gedraaid worden, haaks op de voorgevel, in functie van gebruiksgemak.

○        De plaats waar het parkeren voor mindervaliden voorzien wordt, wordt ingericht voor winkelkarren onder de luifel.

○        De plaats waar de 2 parkeerplaatsen voorzien zijn in grasdallen wordt ingericht als parkeerplaats voor mindervaliden, in asfalt. Deze parkeerplaatsen zijn te draaien zodat ze toegankelijk zijn vanaf de koer/zone voor laden en lossen en dus dwars op de weg staan.

○        Ter compensatie van het verwijderen van de 2 parkeerplaatsen in grasdallen en teneinde te voldoen aan het belastingreglement, wordt opgelegd dat 1 parkeerplaats mag verdwijnen en dat er 1 bijkomende parkeerplaats ingericht wordt in het verlengde van de meest oostelijke parkeerrij, zodat daar 7 parkeerplaatsen in die rij voorzien worden.

○        De ruimte waar de winkelkarren ontworpen zijn, wordt ingericht als uitloper van de groenzone zodat de toegang tot de winkel kwalitatief geaccentueerd wordt. 

●        Langs de afsluitingen op elke perceelsgrens met de woningen Hoogstraat 8 tem 20, moet een haag aangeplant worden met een minimale hoogte van 1,60 m (met uitzondering van de plaats waar toegangspoortjes voorzien worden.

●        Er moet lage oeverbeplanting voorzien worden op de minst steile helling (kant fietspad) van de wadi, vb. Iris pseudacorus.

●        Lang de oostelijke peceelsgrens (kant woning Waregemstraat 3) moet de afsluiting, over de volledige diepte van het terrein, voorzien worden in een bakstenen muur en niet deels in colstrop).

●        Een ASTRID indoordekking moet voorzien worden.

●        De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/25139  moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die nota en het Onroerenderfgoeddecreet van 31 januari 2023, in het bijzonder:

○        Er dient een archeologisch vooronderzoek te worden uitgevoerd volgens uitgesteld traject omwille van economische/juridische onwenselijkheid van de uitvoering ervan, voordat de vergunning is verleend. Het uitgesteld vooronderzoek omvat een landschappelijk bodemonderzoek, eventueel gevolgd door archeologische boringen en/of proefsleuvenonderzoek.  De maatregelen moeten uitgevoerd worden voor de start van de werken, overeenkomstig het programma geformuleerd in die archeologienota.

●        De bestaande bebouwing moet gesloopt worden ten laatste onmiddellijk na het voltooien van de nieuwbouw.

●        Het sloopopvolgplan dient nageleefd te worden (de gegevens van het SOP mogen verder aangevuld worden tot voor de start van de werken).

●        De voorwaarden opgenomen in de beslissing van de gemeenteraad van 21 december 2023 dienen strikt nageleefd te worden:

○        ter hoogte van het gemengd verkeer zijn volgende ingrepen noodzakelijk teneinde duidelijk te maken dat het om een fiets-/wandelpad gaat:

■        de strook afwerken met een ander materiaal dan het rijweggedeelte;

■        tussen rijbaan en fietsstrook moeten minstens 3 paaltjes voorzien worden, rekening houdend met het behoud van de minimale breedte van 2 m voor het fietspad.

Bijzondere milieuvoorwaarden:

●        Rubriek 3.4.1°a wordt ambtshalve geschrapt.

●        Er wordt een vetafscheider voorzien voor de afvalwaterstroom afkomstig van de slagerij, zoals aangeduid op rioleringsplan. Deze dient voldoende ruim gedimensioneerd te zijn en wordt minstens driemaandelijks geïnspecteerd, tenzij de vetafscheider voorzien is van een automatisch alarmsysteem. De vetafscheider wordt zoveel als nodig geruimd, met een minimumfrequentie van 1 maal per jaar.

●        De reinigingsmiddelen voor eigen gebruik (dus niet bestemd voor verkoop) dienen op lekbakken gestockeerd te worden. Een rek met schappen met opstaande rand kan ook fungeren als lekbak.

●        Dierlijk afval afkomstig van de slagerij dient gekoeld bewaard te worden in afwachting van ophaling, om geurhinder te vermijden.

●        De aan- en afvoer door vrachtwagens is beperkt tot de openingsuren van de winkel (8u tot 19u), en enkel op werkdagen (zoals aangegeven in de aanvraag).

●        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

Volgende lasten worden gekoppeld aan het dossier:

●        Een eeuwigdurende publieke erfdienstbaarheid van doorgang, te vestigen binnen de grenzen van het rooilijnplan, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 21 december 2023.

●        Het driehoekig deel van het perceel gevormd door de linkerzijperceelsgrens, achterkavelgrens en de achtergevel van het gebouw, zoals aangeduid op het inplantingsplan, met een oppervlakte van 69,88 m², wordt na het aanplanten van de voorziene beplanting kosteloos overgedragen aan de gemeente, weliswaar rekening houdend met de toegankelijkheid van de voorziene nooddeur in de achtergevel.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

●     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 juni 1957 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de werkplaats.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 augustus 1986 door het college van burgemeester en schepenen voor afbraak van een woning.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 september 1993 door het college van burgemeester en schepenen voor het opruimen struikgewas, aanleggen opritten, aanpassen parking.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 augustus 2015 door het college van burgemeester en schepenen voor bestemmingswijziging van voormalige weverij tot drankencentrale, aanpassen van de gevels van de bestaande winkel en plaatsen fietsen- en caddiestalling.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 januari 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het rooien van 15 hoogstammige bomen en het heraanplanten van een groenscherm.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        milieuvergunning afgeleverd op 23 oktober 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor verkoop van producten van dierlijke oorsprong.

●        milieuvergunning afgeleverd op 26 oktober 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor exploiteren van een supermarkt SMATCH.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 5.413 m² en is gelegen langs de Hoogstraat op ongeveer 400 m ten oosten van de kern van Deerlijk. De Hoogstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een dranken- en voedingswinkel met een totale bebouwde oppervlakte van 1.250 m². Beide winkels staan los van elkaar. De drankenhandel heeft een oppervlakte van 400 m², de voedingswinkel en oppervlakte van 850 m². De voedingswinkel bevindt zich op de rechter perceelsgrens. De drankwinkel bevindt zich op de linker perceelsgrens. De tussenruimte tussen beide gebouwen is geasfalteerd en in gebruikt als parking. De zone ten noordwesten van het terrein is ingezaaid.

De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. Het wonen bestaat er hoofdzakelijk uit eengezinswoningen. Ten noorden van het perceel zijn de gemeentelijke voetbalterreinen gelegen. Ten oosten van de voetbalvelden, net niet aansluitend op de voorliggende site, bevindt zich een bedrijf gespecialiseerd in beton.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een bestaande drank- en voedingswinkel te slopen en een nieuwe te bouwen. Het nieuwe volume wordt ingeplant op +/- 87m achter de rooilijn, op 3 m van de linker perceelsgrens en op +/- 22m van de rechter perceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 0 tot 3,25 m. Het gebouw heeft een breedte van 40 m, de bouwdiepte bedraagt maximaal 35 m. De constructie wordt opgetrokken met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,50 m. De opslagruimte wordt van de winkelruimte gescheiden door een compartimenteringswand. Deze wand heeft een hoogte van 7,50 m. Ter hoogte van de deuren (zowel hoofdtoegang als vluchtdeuren) wordt een luifel voorzien. Deze luifel wordt aangebracht op een hoogte van 4,60 m, heeft ter hoogte van de voorgevel een breedte van 3 m en ter hoogte van de rechter gevel een breedte van 1,50 m. De luifel wordt voorzien in groen aluminium.

Het volume bestaat uit een opslagplaats met een oppervlakte van 200 m² en een winkelruimte van 900 m².

De opslagplaats wordt aangewend als ruimte voor personeel, vuilnisbakken, secretariaat, stockage, koude ruimte en kooklokaal. De winkelruimte omvat een publiek toegankelijke oppervlakte van 804 m², een slagerij van +/- 60 m² en 2 kassa’s.

De voorgevel en rechter zijgevel van het gebouw  worden afgewerkt in zwarte silexpanelen, de zij- en achtergevels worden voorzien in grijze isobetonpanelen en het schrijnwerk is voorzien in groen aluminium buitenschrijnwerk en groene sectionaalpoorten.

In de oksel van opslagplaats en winkel worden 2 parkeerplaatsen voor mindervaliden, 2 gewone parkeerplaatsen, ruimte voor fietsen en winkelkarren voorzien. Op deze locatie is ook de toegang tot de winkel voorzien.

De achteruitbouwstrook wordt zo goed als volledig ingenomen in functie van circulatie en parkeren. De toegangsweg en laad- en loszone worden verhard in asfalt, de parkeerplaatsen in grasdallen en de ruimte tussen de parkeerplaatsen wordt verhard in klinkers. 

Rechts van het volume wordt een wadi voorzien met een oppervlakte van 288 m². De wadi heeft een oppervlakte van 288 m² en een diepte van 50 cm tov het maaiveld.

In totaal worden er 39 parkeerplaatsen voorzien, waarvan 2 voor mindervaliden, is er ruimte om 20 fietsen en bijkomend enkele bakfietsen, te plaatsen.

Tussen de Hoogstraat en het achterliggende voetbalterrein wordt een fietsdoorsteek voorzien. Dit fietspad heeft een breedte van 2 m en bevindt zich op min. 0.5 m van de rechter perceelsgrens. Het betreft een publieke erfdienstbaarheid van doorgang.

Op de linker perceelsgrens wordt een nieuwe zwarte draadafsluiting voorzien met een hoogte van 2 m. Vanaf de zijkavelgrens tot de parkeerplaatsen en winkelruimte wordt bosgroen aangeplant. Waar de groenzone een breedte heeft van 3 m worden zuileiken aangeplant. De afsluiting op de rechter perceelsgrens wordt deels behouden (baksteenmuur) en deels vernieuwd. De te vernieuwde afsluiting, voorzien vanaf 37 m vanaf de achterste perceelsgrens betreft een houten afsluiting.

Achteraan de winkel wordt de ruimte tussen achterkavelgrens en achtergevel voorzien van bosgroen. Deze zone wordt gratis afgestaan aan de gemeente zodat de achtergevel de grens vormt en het bosgroen kan aansluiten bij de groenvoorziening rond het voetbalveld. In de achtergevel wordt een vluchtdeur voorzien die uitkomt op toekomstig publiek domein. Op de achterkavelgrens wordt geen afsluiting voorzien, de grens wordt gevormd door beplanting/bosgroen.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorliggende aanvraag betreft een melding klasse 3 voor de exploitatie van een Louis Delhaize. De inrichting betreft een nieuwe ingedeelde inrichting, meer bepaald een winkelruimte voor de verkoop van voedingsproducten. Volgende ingedeelde activiteiten zijn van toepassing:

●        diverse koelinstallaties voor het koelen van voedingswaren (53 kW, 4,3 kW en 6,2 kW);

●        2 warmtepompen van elk 33,5 kW om de ruimte te conditioneren;

●        een verkooppunt voor vlees, vis en gevogelte.

Daarnaast zijn ook volgende niet-ingedeelde activiteiten van toepassing:

●        het lozen van huishoudelijk afvalwater (< 600 m³/jaar);

●        opslag van dierlijke producten (< 1 ton);

●        opslag van reinigingsproducten in kleine verpakkingen (< 50 l/kg);

●        ovens voor het afbakken van diverse broodproducten (2 x 10 kW). Er wordt enkel voorgebakken brood afgebakken in elektrische ovens. Er gebeurt geen bereiding van voedingsproducten op basis van plantaardige melen (rubriek 45.8).

Hoewel men in de aanvraag vermeldt dat het afvalwater van de beenhouwerij niet ingedeeld is, wordt rubriek 3.4.1°a) (bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen tot en met 2 m³/h) evenwel aangevraagd voor een debiet van 0,001 m³/uur. Het afvalwater van de slagerij moet beschouwd worden als huishoudelijk afvalwater, gelet op het lage debiet. Rubriek 3.4.1°a) is bijgevolg zonder voorwerp en wordt ambtshalve geschrapt.

Volgende ingedeelde activiteiten worden aangevraagd:

3.4 Beschrijving van de aangevraagde kleinhandelsactiviteiten

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een nieuwe vrijstaande handelsruimte ter vervanging van een bestaande buurtsupermarkt (Smatch met geïntegreerde beenhouwerij van Buurtslagerij) en drankenhandel.

De voorliggende handelsruimte bestemd voor kleinhandelsactiviteiten heeft een bruto vloeroppervlakte van 1.043 m² met een totale netto handelsoppervlakte van 804 m².  Het nieuwe handelspand zal dienst doen als supermarkt van Louis Delhaize en de beenhouwerij wordt opnieuw uitgebaat door Buurtslagers.

Het nieuwe kleinhandelsbedrijf biedt producten aan die vallen binnen volgende categorieën:

●        Categorie 1: Voeding: 555 m²

●        Categorie 2: goederen voor persoonsuitrusting: 94 m²

●        Categorie 3: planten, bloemen en goederen voor land- en tuinbouw: 28 m²

●        Categorie 4: andere producten: 127 m²

4. Gewijzigde PIV (wijzigingsverzoek en administratieve lus)

In navolging van de uitgebrachte adviezen en op verzoek van de omgevingsambtenaar werd op 5 oktober 2023 een wijzigingsverzoek ingediend. De wijzigingen hebben onder meer betrekking op volgende elementen: aanpassing rioleringsplan, aanvulling hemelwatervordering, inrichting groenzone.

Gezien de wijzigingen impact hadden op de aanpalende eigendommen werd een tweede openbaar onderzoek georganiseerd.

Op vraag van de omgevingsambtenaar werd de projectinhoudversie 4 nogmaals gewijzigd, onder meer mbt rioleringsplan, beplantingsplan en rooilijnplan voor de publieke erfdienstbaarheid. De projectinhoudversie V5 werd geaccepteerd op 12 december 2023.

Gezien de wijzigingen betrekking hebben op de opmerkingen geformuleerd in de adviezen en geen schending van de rechten van derden met zich meebrengen is geen nieuw openbaar onderzoek vereist.

5. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De omgevingsvergunning werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 17 augustus 2023 tot en met 15 september 2023 en na een administratieve lus aan een tweede openbaar onderzoek van 10 oktober 2023 tot en met 8 november 2023.

Gedurende de periode van het eerste openbaar onderzoek werd één schriftelijk bezwaar ingediend en gedurende de periode van het tweede openbaar onderzoek eveneens één schriftelijk bezwaar.

De bezwaren handelen samengevat over volgende bezwarende elementen:

●        bezwaar 1

○        Er wordt opgemerkt dat de inplanting van een boompje voor de garage van Hoogstraat 6 voorzien wordt, waardoor de camionette van de eigenaar er niet meer zou kunnen staan.

●        bezwaar 2

○        Er is volgens bezwaarindiener een bevestiging van de architect waarbij meegegeven wordt dat de oostelijke perceelsgrens over de volledige diepte een gemetselde muur wordt voorzien. Bezwaarindiener wil dat in de omgevingsvergunning bevestigd zien.

○        Het voorzien van een fietsdoorsteek tussen Hoogstraat/Waregemstraat en de sportterreinen zal leiden voor een verkeersonveilige situatie ter hoogte van de Hoogstraat/Waregemstraat.

6. Adviezen

Het FOD Binnenlandse Zaken – Astrid veiligheidscommissie werd om advies verzocht op 7 augustus en op 9 oktober 2023. De adviesinstantie verwijst naar het voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht op 22 augustus 2023. Als voorwaarde wordt opgelegd dat er, gezien de hoge onthaalcapaciteit van de winkel, een ASTRID indoordekking aanwezig dient te zijn.

Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 7 augustus 2023 en op 9 oktober 2023. De adviesinstantie bracht op 19 oktober 2023 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Het gebouw is van de klasse ‘type 3’ (zelfredzame wakende bezetters). Het ontwerp moet voldoen aan de gestelde normering.’

Provinciale dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 7 augustus 2023 en op 9 oktober 2023. De adviesinstantie verwijst naar het voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht op 13 september 2023 en geeft aan geen nieuw advies te geven na een voorwaardelijk gunstig advies.

Het advies van 13 september was voorwaardelijk gunstig. Gezien er in het dossier niet meegegeven wordt wat er met de uitgegraven grond gebeurt, moet deze afgevoerd worden of via vergunning geregeld worden.

De Watergroep, Riopact werd om advies verzocht op 7 augustus 2032 en op 9 oktober 2023. De adviesinstantie bracht op 19 oktober 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Hierbij wordt verwezen naar het hydraulisch en technisch advies uitgebracht op 13 september 2023. Als voorwaarde wordt opgenomen dat:

●        de diameter van de afval- en hemelwateraansluiting standaard 160 mm dient te bedragen.

Uitzonderingen worden enkel toegelaten indien hiervoor een hydraulische nota wordt aangeleverd. Hiervoor dient Riopact dan een offerte op maat te maken. Dit kan niet aan het tarief van een standaard rioolaansluiting worden uitgevoerd.

●        Daarnaast dient te worden voldaan aan de algemene voorwaarden.

Fluvius werd om advies verzocht op 7 augustus 2023 en op 9 oktober 2023. De adviesinstantie geeft aan dat er voor afbraak, bouwen of verbouwen van dit type project geen specifiek advies dient verleent te worden.

Proximus werd om advies verzocht op 7 augustus 2023 en op 9 oktober 2023. De adviesinstantie gaf op 23 oktober 2023 aan geen bezwaar te hebben tegen het dossier. Dit gezien er geen uitbreiding noodzakelijk is voor de aansluiting van dit project.

Wyre werd om advies verzocht op 7 augustus 2023 en op 9 oktober 2023. De adviesinstantie bracht op 10 oktober 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd: De dienst stelt vast dat er een netuitbreiding nodig is om het project aansluitbaar te maken. De kosten hiervan zijn ten laste van de aanvrager.

De gemeentelijke groendienst werd om advies verzocht op 9 oktober 2023. De adviesinstantie bracht op 9 oktober 2023 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Gezien sprake is van een diepte van 0,50 m is de term wadi beter dan de vijver. De wadi zal in de zomerperiode droog staan. Als voorwaarde wordt opgelegd dat er lage oeverbeplanting moet worden voorzien op de minst steile helling (kant fietspad), vb. Iris pseudacorus.

De gemeentelijke mobiliteitsdienst werd om advies verzocht op 9 oktober 2023. De adviesinstantie bracht op 14 november 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Fietsen

●      Waar mogelijk wordt 0,5 m van een muur schuwafstand ingerekend.

●      De minimale breedte van het fietspad bedraagt best 3 meter. Waar gemengd verkeer is lijkt dit moeilijker te realiseren en kan er wel van afgeweken worden.

●      Ter hoogte van de elektriciteitscabine is de bocht te scherp. Best wordt de cabine verplaatst en een rechtlijnige fietsverbinding gerealiseerd, anderzijds kan ook de bocht minder hoekig gemaakt worden.

●      Ter hoogte van het gemengd verkeer moet voldoende duidelijk gemaakt worden dat het om een fietspad gaat en bv. geen parkeerstrook. Dit kan op 1 van volgende manieren:

○        fietspad verhoogd aanleggen;

○        rode coating voorzien en eventueel aanbrengen fietslogo;

○        het afscheiden door 3 strategische paaltjes op de rijbaan (dit is wel de minst goede keuze).

●      Fietsenstalling: er wordt in het plan niet voldaan aan de voorgenomen 18 plaatsen (cfr. Mobiliteitsnota), momenteel wordt slechts plaats voorzien voor 4 fietsnietjes (8 fietsen). Er wordt aangeraden minimaal 9 fietsnietjes te voorzien op de locatie waar nu de mindervalide parkings zijn voorzien. De mindervalide parkings worden best verplaatst naar de overkant. De fietsenstalling wordt uitgerust met nietjes en geen wielklemmen en is overdekt.

Circulatie en parkeren

●      De laad- en loszone voorziet een onvoldoende ruime bochtstraal. Het is onduidelijk op welke manier de vrachtwagen zal aanrijden.

●      De parking voorziet geen circulatiemogelijkheid. Dit wil zeggen dat er moet gekeerd worden op het einde van de parking. De vraag is of de voorziene ruimte dit toelaat.

●      Kan er gevraagd worden dat de belevering gebeurt via de Breestraat/Waregemstraat en bijgevolg niet met groot zwaar verkeer wordt aangeleverd doorheen het centrum van Deerlijk.

●      In welke mate wordt het toegelaten dat buurtbewoners gebruik maken van de parking wanneer de winkel gesloten is?

●      Aandacht voor ontharding bij parkeerplaatsen die niet voor mindervaliden bestemd zijn.

●      Wordt er plaats voorzien voor het plaatsen van de winkelkarren op de parking? Op vandaag zijn deze niet ingetekend

Laadpalen

●      Bij voorkeur worden de laadpalen die moeten worden voorzien publiek gesteld zodat de omwonenden hier gebruik van kunnen maken.

7. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

8. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

8.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het slopen en herbouwen van een handelsgebouw zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

8.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Hoogstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

8.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.  Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha). Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De dakoppervlakte watert af naar een hemelwaterput van 10.000 liter. De hemelwaterput heeft een overloop naar een  infiltratievoorziening (wadi) met een volume van 87.000 liter en een referentieoppervlakte van 288 m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor spoelen van de toiletten.  Gezien er slechts 2 toiletten zijn is dit onvoldoende om bufferend te werken. Het is noodzakelijk dat er minstens nog een 3e afnamepunt voorzien wordt. Dit is bij voorkeur een kraantje ifv poetsen in de stockageruimte.

Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens.

De parkeerplaatsen worden aangelegd in grasdallen en de ruimte tussen de parkeerplaatsen in klinkerverharding. Teneinde de impact te beperken dient de voorziene klinkerverharding waterdoorlatend te zijn. Dit betekent zowel waterdoorlatende klinkers en een waterdoorlatende onderfundering.

Met deze voorwaarden kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

8.4 Mer-screening

De bouwaanvraag valt onder het toepassingsgebied van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december, meerbepaald rubrieknummer 10b stedelijke ontwikkeling.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit).

De mer-screening wordt toegevoegd in de voorbehouden velden in het omgevingsloket.

Hierbij werden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

8.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

8.6 Erfgoed-/archeologietoets

De aanvraag is vergezeld van een archeologienota die kadert in het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, gezien een bodemingreep beoogd wordt die groter is dan 1.000 m². De archeologienota werd opgemaakt onder de supervisie van een erkend archeoloog.

De archeologienota werd gemeld aan het agentschap Onroerend Erfgoed die er akte van genomen heeft op 26 februari 2023. In de voorwaarden bij afgifte van de vergunning moet het volgende opgenomen worden.

De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/25139  moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die nota en het Onroerenderfgoeddecreet van 31 januari 2023

Als voorwaarden wordt het volgende opgenomen:

Er dient een archeologisch vooronderzoek te worden uitgevoerd volgens uitgesteld traject omwille van economische/juridische onwenselijkheid van de uitvoering ervan voordat de vergunning is verleend. Het uitgesteld vooronderzoek omvat een landschappelijk bodemonderzoek, eventueel gevolgd door archeologische boringen en/of proefsleuvenonderzoek.  De maatregelen moeten uitgevoerd worden voor de start van de werken overeenkomstig het programma geformuleerd in die archeologienota.

8.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Voor de beoordeling van dit criteria wordt verwezen naar het advies van de gemeentelijke mobiliteitsdienst.

8.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

8.9 Milieuaspecten

Afvalwater- en hemelwaterbeheer

De inrichting bevindt zich volgens de zonering- en uitvoeringsplannen van VMM in centraal gebied. Er wordt volgens de aanvraag geen bedrijfsafvalwater gegenereerd, niettegenstaande wel rubriek 3.4.1°a) aangevraagd werd. Deze rubriek wordt ambtshalve geschrapt (zie ook beschrijving van de IIOA). Het afvalwater van de slagerij kan namelijk als huishoudelijk beschouwd worden aan een debiet van 0,001 m³/u. Volgens het rioleringsplan in het stedenbouwkundig luik van de aanvraag is er voor deze afvalwaterstroom een vetafscheider voorzien. Deze dient voldoende ruim gedimensioneerd te zijn en wordt minstens driemaandelijks geïnspecteerd, tenzij de vetafscheider voorzien is van een automatisch alarmsysteem. De vetafscheider wordt zoveel als nodig geruimd, met een minimumfrequentie van 1 maal per jaar. Dit wordt zo opgenomen in een bijzondere voorwaarde.

Ander huishoudelijk afvalwater is afkomstig van de sanitaire installaties (kitchenette, lavabo’s, toiletten) en van reinigingswater. Het fecaal water wordt voorbehandeld via een septische put van 5.200 liter. Het huishoudelijk afvalwater wordt geloosd in de openbare riolering in de Hoogstraat.

Er wordt een hemelwaterput van 10.000 liter voorzien, waarbij het hemelwater nuttig kan gebruikt worden voor laagwaardige toepassingen. De overloopt mondt uit in een wadi met infiltratievolume van 87.000 liter.

Mobiliteit

De site is gelegen langsheen de Hoogstraat en kan via lokale wegen die goed uitgebouwd zijn op een vlotte manier ontsloten worden naar het hoger wegennet (N36 en E17).

Personenverkeer van en naar de inrichting bestaat uit aan- en afrijden van personeel en klanten. Het goederentransport omvat onder meer levering van goederen en afvalophalingen. De aanvoertransporten zijn beperkt en situeren zich tijdens de openingsuren van de winkel.

Er is ruime parkeer- en manoeuvreerruimte voorzien op eigen terrein. Er zullen 39 parkeerplaatsen voorzien worden. Laad- en losoperaties gebeuren volledig op eigen terrein. Het terrein wordt ingericht op een manier die vlotte verkeersafwikkeling toelaat. Aan de inrit van de parking wordt een fietspad voorzien tot aan de ingang van de winkel. Daar wordt fietsenstalling voorzien voor 18 fietsen (inclusief 6 bakfietsen). Het fietspad loopt achteraan het terrein, via een nieuw aan te leggen groenpartij, door naar de achterliggende sportvelden en zorgt voor een nieuwe trage verbinding.

Volgens de mobiliteitstoets in het kleinhandelsluik van de aanvraag zal het aantal verkeersbewegingen niet wijzigen in de gewenste situatie. Het gaat immers om een vernieuwing van een bestaande supermarkt. Men verwacht zelfs een daling door het verdwijnen van de drankenhandel.

Bodem

De volledige inrichting is voorzien van een effen, ondoordringbaar en onbrandbaar vloeroppervlak. Er zijn geen ondergrondse noch bovengrondse vaste houders voor gevaarlijke stoffen aanwezig. De opslag van reinigingsmiddelen voor eigen gebruik is beperkt tot minder dan 50 l/kg. Deze reinigingsmiddelen worden opgeslagen in een opslagruimte met een vloeroppervlak uit waterdichte gepolierde beton. In een bijzondere voorwaarde wordt opgenomen dat deze reinigingsmiddelen op lekbakken dienen gestockeerd te worden. De reinigingsmiddelen voor verkoop zijn niet ingedeeld, en vallen dus niet onder rubriek 17.4.

Lucht

Er zijn geen emissies te verwachten afkomstig van verbrandingsinstallaties, aangezien er 2 warmtepompen gebruikt worden voor verwarming/koeling. De koelinstallaties en warmtepompen (totaal: 130,5 kW) kunnen evenwel aanleiding geven tot emissies van koelgas. Mits regelmatig onderhoud (met o.a. periodieke lekdichtheidstesten) kunnen deze emissies voorkomen worden. Er worden geen bronnen van geur verwacht bij het exploiteren van de winkel, op de geur van versgebakken brood na. Dierlijk afval afkomstig van de slagerij dient gekoeld bewaard te worden in afwachting van ophaling, om geurhinder te vermijden. Dit wordt opgenomen in een bijzondere voorwaarde.

Geluid en/of trillingen

De openingsuren zijn beperkt tot de dagperiode (tussen 7u en 19u), namelijk tussen 8u en 19u op werkdagen. De poorten en deuren worden gesloten gehouden. Potentiële bronnen van geluid zijn de verkeersbewegingen (leveringen en klanten) en technische installaties op het dak (koelinstallaties en warmtepompen).

Er wordt gekozen voor geluidsarme installaties die beschikken over een eigen omkasting zodat geluidsemissies beperkt worden. De compressoren zullen volledig ingekapseld worden. Er worden dempingsvoetstukken geplaatst om trillingen te vermijden.

De verkeersbewegingen zijn beperkt tot de openingsuren van de winkel. De aan- en afvoer door vrachtwagens is louter tijdens de openingsuren en enkel op werkdagen. Dit wordt nog eens bevestigd in een bijzondere voorwaarde. De parkeerplaatsen worden zo ingericht dat er rond kan gecirculeerd worden. Voor de vrachtwagens wordt een afzonderlijke laad- en loszone voorzien.

Licht of straling

De buitenverlichting blijft beperkt tot het strikt noodzakelijke.

Afvalstoffen

De hoeveelheid afval is volgens de aanvraag zeer beperkt, en zal selectief opgeslagen worden. Er zal een selectieve inzameling zijn voor volgende fracties: papier & karton, PMD, restafval en afval van de beenhouwerij. Het afval wordt opgehaald door een erkende inzamelaar.

Conclusie

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

8.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het herbouwen van een voedingswinkel na de sloop van een dranken- en voedingswinkel. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze gemengde omgeving.

Het ontwerp zorgt voor een verruiming en concentratie van de handelsactiviteiten.

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van de winkelruimte wordt voorzien op +/ 87 m achter de rooilijn. Op die manier kan het parkeren voorzien worden in de achteruitbouwstrook. Het ontwerp voorziet een samensmelting van beide gebouwen, waardoor een compact geheel gevormd wordt.

De voorziene inplanting geeft de uitbater ook de kans om de handelsactiviteiten tijdens het bouwen van de nieuwe winkel verder te zetten. Dit betekent dat de sloop pas voorzien zal worden na de bouw. Teneinde de impact op het parkeren te beperken en de aanleg van de groenzone/wadi/fietsdoorsteek te garanderen dient opgelegd te worden dat de bestaande bebouwing gesloopt moet worden ten laatste onmiddellijk na het voltooien van de nieuwbouw.

Bouwvolume en gabarit:

Het gebouw wordt opgetrokken met een plat dak en een kroonlijsthoogte van 6,50 m. Tussen stockageruimte en winkelruimte zal de compartimenteringsmuur 1 meter hoger voorzien worden. Het is, gezien de ruime achteruitbouwstrook en de ligging van de voetbalterreinen wenselijk dat de compartimenteringsmuur geïntegreerd wordt in het hoofdvolume. Daarom wordt voorgesteld om de kroonlijsthoogte van de voorgevel en de rechter zijgevel van het gedeelte opslagruimte (het vooruitspringend deel) op te trekken naar 7,50 m. De kroonlijsthoogte van de linker zijgevel kan, gezien de mogelijke impact naar buren toe behouden worden op een kroonlijsthoogte van 6,50 m. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

Verschijningsvorm:

De voorgevel en rechter zijgevel worden afgewerkt in zwarte silexpanelen. Gezien ook de achtergevel een voorgevel vormt naar de sportterreinen toe, dient ook deze achtergevel opgetrokken te worden in zwarte silexpanelen.

Alle schrijnwerk, alsook de luifel thv de toegang wordt voorzien in een groene kleur. Gezien dit het enige accent is dat voorzien wordt, is dat thv de toegang tot de winkel aanvaardbaar. Echter lijken de groene accenten van de vluchtdeuren, raam- en poortopening thv de stockageruimte overbodig. Het is wenselijk dat deze voorzien worden in zwart aluminium zodat deze zich beter gaan integreren in het gevelvlak. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

Er is tevens een vluchtdeur voorzien in de achtergevel. Gezien deze deur zichtbaar is vanaf de sportterreinen is het, in functie van integratie naar de omgeving toe, noodzakelijk dat de vluchtdeur op de achtergevel voorzien wordt  in zwart aluminium. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

Volgens de mobiliteitstoets in het kleinhandelsluik van de aanvraag zal het aantal verkeersbewegingen niet wijzigen in de gewenste situatie. Het gaat immers om een vernieuwing van een bestaande supermarkt. Men verwacht zelfs een daling door het verdwijnen van de drankenhandel.

Er is een voldoende parkeer- en manoeuvreerruimte voorzien op eigen terrein. Laad- en losoperaties gebeuren volledig op eigen terrein. Het terrein wordt ingericht op een manier die vlotte verkeersafwikkeling toelaat.

Op eigen terrein wordt een apart fiets- en voetgangspad aangelegd teneinde duurzame mobiliteit te bevorderen. Het fiets- en voetgangerspad loopt achteraan het terrein door naar de achterliggende sportvelden met de bedoeling een toekomstige trage verbinding  te kunnen realiseren en het perceel voor de zwakke weggebruikers vlot en veilig toegankelijk te kunnen maken via het noorden.

De inrichting van de ruimte in de oksel van de stockageruimte en winkelruimte is verschillend op de plannen BA_ID001_PB_N_1_NIV0.pdf, BA_ID001_IB_N_INPLANTING.pdf en BA_ID001_I_N_1_inplanting.pdf.

In het dossier wordt enkel de indeling aangeduid op plan BA_ID001_I_N_1_inplanting.pdf als definitieve inrichting van deze zone besproken en dient dit plan bijgevolg deel uit te maken van de goedgekeurde plannen.

Fietsparkeren

Er worden 10 fietsnietjes voorzien thv de rechterkant van de voorgevel. De nietjes staan evenwijdig met de voorgevel. Aansluitend wordt er ruimte voorzien voor bakfietsen. De fietsenstalling voor gewone fietsen zal deels onder de voorziene luifel staan, deels erbuiten.

Door de nietjes in twee rijen, evenwijdig met de voorgevel te plaatsen, moet men tussen de rijen, via de ruimte voor bakfietsen, manoeuvreren om de tweede rij te bereiken. Teneinde het fietsparkeren kwalitatief en gebruiksvriendelijk te voorzien, wordt opgelegd dat de fietsnietjes gedraaid moeten worden, haaks op de voorgevel, zodat deze vlotter bereikbaar worden.

Autoparkeren

Conform het gemeentelijk belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen dient 1 parkeerplaats te worden voorzien per 20 m² netto handelsoppervlakte. Met een netto handelsoppervlakte volgens de definitie uit het belastingreglement van 745 m² betekent dit dat er 38 parkeerplaatsen nodig zijn. Het ontwerp voorziet 39 parkeerplaatsen, waaronder 2 voor mindervaliden, waardoor het ontwerp voldoet aan de gemeentelijke richtlijnen.

Zoals opgemerkt in het advies van de gemeentelijke dienst mobiliteit voorziet de parking geen circulatiemogelijkheid, waardoor steeds op het einde van de parking gekeerd moet worden. De inrichting van het parkeren lijkt een gemiste kans op een vlot gebruik ervan. Gezien het aantal parkeerplaatsen door deze inrichting van de parkeervoorziening gemaximaliseerd wordt, teneinde te voldoen aan de opgelegde normen, kan de inrichting ervan wel aanvaard worden.

Parkeren voor mindervaliden

Er worden 2 parkeerplaatsen voorzien voor mindervaliden, wat voldoende is.

De inrichting van de ruimte in de oksel van opslagplaats en de winkelruimte is voor de bezoekers niet veilig. Hier bevinden zich 4 parkeerplaatsen dwars op de muur van de opslagplaats, de fietsenstalling en de ruimte waar winkelkarren gestald worden. Gezien het in- en uitrijden van de parking gecombineerd wordt met de toegang tot de winkel en het fietsparkeren, ontstaan er conflicten.

Het is wenselijk de inrichting van deze zone te herzien rekening houdend met veiligheid, met gebruiksgemak van de fietsenstalling, met de mogelijkheid om de winkelkarren onder de luifel te plaatsen. Bijgevolg minstens volgende aanpassingen als voorwaarden te formuleren:

●        De plaats waar het parkeren voor mindervaliden voorzien wordt, wordt ingericht voor winkelkarren onder de luifel.

●        De plaats waar de 2 parkeerplaatsen voorzien zijn in grasdallen worden ingericht voor het parkeren voor mindervaliden, in asfalt. Deze parkeerplaatsen te draaien zodat ze toegankelijk zijn vanaf de koer/zone voor laden en lossen en dus dwars op de weg staan.

●        Ter compensatie van het verwijderen van de 2 parkeerplaatsen in grasdallen en teneinde te voldoen aan het belastingreglement, wordt opgelegd dat 1 parkeerplaats mag verdwijnen en dat er 1 bijkomende parkeerplaats ingericht wordt in het verlengde van de meest oostelijke parkeerrij, zodat daar 7 parkeerplaatsen in die rij voorzien worden.

●        De ruimte waar de winkelkarren ontworpen zijn, wordt ingericht als uitloper van de groenzone, zodat de toegang tot de winkel kwalitatief geaccentueerd wordt. 

Groen- en omgevingsaanleg:

Het bestaande terrein is zo goed als vlak. Ook na de werken wordt er geen ophoging van het terrein voorzien.

De inrichting van de randen van het terrein wordt voorzien in bosgroen met een hoogte 90/120. Gezien de beperkte ruimte op sommige plaatsen van de groenzone zal bosgroen slechts heel beperkt tot zijn recht komen. Daarom dient, langs de afsluitingen op elke perceelsgrens met de woningen Hoogstraat 8 tem 20, een haag te worden aangeplant met een minimale hoogte van 1,60 m. Op die manier ontstaan een uniforme visuele afwerking van de randen op de parkeerruimte. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

8.11 Toets van de aangevraagde kleinhandelsactiviteit

Voor de toets van de kleinhandelsactiviteit moet er rekening mee gehouden worden dat de vergunningsaanvraag moet afgewogen worden aan de hand van de doelstellingen van het Handelsvestigingsdecreet (artikel 4), namelijk:

1° het creëren van duurzame vestigingsmogelijkheden voor kleinhandel, met inbegrip van het vermijden van ongewenste kleinhandelslinten;

2° het waarborgen van een toegankelijk aanbod voor consumenten;

3° het waarborgen en versterken van de leefbaarheid in het stedelijk milieu, met inbegrip van het versterken van kernwinkelgebieden;

4° het bewerkstelligen van een duurzame mobiliteit.

1° Het creëren van duurzame vestigingsmogelijkheden voor kleinhandel, met inbegrip van het vermijden van ongewenste kleinhandelslinten.

De eigendom is bestemd als woongebied volgens het gewestplan waarbij handelsactiviteiten toegelaten zijn. De eigendom is gelegen in een bebouwde centrumomgeving en op het perceel is reeds jarenlang een supermarkt uitgebaat. In de onmiddellijke omgeving bevinden zich nog andere kleinhandelszaken zoals elektronicawinkel, kledingwinkel, bakkerij. Door uitbating van de winkel ontstaat bijgevolg geen ongewenst kleinhandelslint.

De aanvraag heeft betrekking op het herbouwen van een bestaande supermarkt en drankenhal op het perceel van de aanvrager. De bestaande beide gebouwen worden gesloopt en vervangen door één gebouw waardoor een compactere bebouwing zal ontstaan op het perceel. De nieuwbouw wordt voorzien op een deels groenzone op het perceel en na sloop van de bestaande bebouwing wordt opnieuw een deel groenzone ingericht. Er wordt met voorliggende aanvraag bijgevolg op een duurzame manier omgegaan met de beschikbare ruimte en geen bijkomende open ruimte of greenfield aangesneden.

2° Het waarborgen van een toegankelijk aanbod voor consumenten

De voorliggende buurtsupermarkt bevindt zich nog net binnen het centrumgebied van de gemeente, in een zeer dichtbevolkte omgeving langsheen de Hoogstraat/Waregemstraat (een belangrijke invalsweg).

De buurtsupermarkt is goed bereikbaar, zeker ook met de fiets of te voet, onder meer door de extra ontsluitingsmogelijkheden die voorzien worden naar het noorden. Op termijn (na herontwikkeling van de naastliggende voormalige bedrijvensite) is het de bedoeling aansluiting te vinden naar de Paanderstraat en bijgevolg naar de noordoostelijk gelegen woonconcentraties.

Door de heropbouw van deze supermarkt blijft het plaatselijk toegankelijk aanbod stabiel, wat ervoor zorgt dat de inwoners van Deerlijk in hun eigen gemeente blijven winkelen, waardoor ook de koopattractie voor hen stabiel blijft.

De heropbouw is noodzakelijk om het comfort van de klanten en het personeel te garanderen gezien de huidige supermarkt sterk verouderd is. Daarenboven kan een nieuw pand ook duurzamer gebouwd worden.

3° Het waarborgen en versterken van de leefbaarheid in het stedelijk milieu, met inbegrip van het versterken van kernwinkelgebieden

Volgens het rapport detailhandel in cijfers (https://provincies.incijfers.be/databank/report/?id=rapport_detailhandel&input_geo=gemeente_34009)  wordt de locatie niet opgenomen in het centraal winkelgebied, maar vormt door de ligging langs de Hoogstraat een aanloper naar dit centraal winkelgebied. De ligging lijkt bijgevolg opportuun als er gekeken wordt naar de ‘bredere’ winkelzone in het centrum.

Het Decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid maakt onderscheid tussen concentraties binnen het stedelijk gebied en deze buiten het stedelijk milieu. Voorliggende site maakt deel uit van een stedelijke context. Het handelsaanbod moet bijdragen tot het voorzieningenniveau van de kern en moet het gevarieerd winkelaanbod in het kernwinkelgebied versterken.

Gezien de aanvraag betrekking heeft op de heropbouw van een bestaande supermarkt met behoud en beperkte uitbreiding van aan te bieden producten en in de nabijheid enkel nog de supermarkt Okay aanwezig is (Vichtesteenweg), zal voorliggende aanvraag geen bedreiging vormen voor het bestaande handelsaanbod. Ook zijn in het  centraal winkelgebied geen leegstaande panden aanwezig van soortgelijke omvang, waardoor een herlocalisatie in het centraal winkelgebied mogelijk is.

4° Het bewerkstelligen van een duurzame mobiliteit

De site is gelegen langsheen lokale wegen die goed uitgebouwd zijn en waarbij op een vlotte manier naar het hoger wegennet (N36 en E17) kan ontsloten worden.

Aangezien de supermarkt reeds geruime tijd aanwezig is op de eigendom en voorliggende aanvraag geen uitbreiding heeft van bebouwde oppervlakte zullen de bestaande verkeersstromen niet uitgebreid worden. Door het verdwijnen van de aparte drankenhal zullen de bestaande verkeersstromen zelfs licht afnemen.

Op eigen terrein worden voldoende parkeerplaatsen voorzien voor het opvangen van de behoefte voor de winkel waardoor er geen bijkomende parkeerdruk zal ontstaan op de omliggende straten.

Voetgangers en fietsers hebben toegang tot de site via de Hoogstraat d.m.v. een apart pad langs de rechterzijde van het perceel. Bedoeling is om op termijn voor fietsers en voetgangers de site ook te ontsluiten naar de noordzijde (zie rooilijnplan publieke erfdienstbaarheid). Op de site worden fietsenstallingen voorzien ter hoogte van de inkom naar de winkel.

8.11 Resultaten openbaar onderzoek

Alle ingediende bezwaarschriften zijn tijdig ingediend en worden bijgevolg ontvankelijk verklaard.

Omtrent de ingediende bezwaarschriften wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

●        bezwaar 1

○        opmerking inzake de inplanting van een boompje voor de garage van Hoogstraat 6

Ongegrond te verklaren: Op het inplantingsplan is geen boom voorzien ter hoogte van de betreffende garage, waardoor het bezwaarschrift zonder onderwerp is.

●        bezwaar 2

○        Er is volgens bezwaarindiener een bevestiging van de architect waarbij meegegeven wordt dat de oostelijke perceelsgrens over de volledige diepte een gemetselde muur wordt voorzien. Bezwaarindiener wil dat in de omgevingsvergunning bevestigd zien.

Gegrond te verklaren: Het ontwerp voorziet het behoud van de gemetselde muur tot op een diepte van +/- 83 m tov van de Hoogstraat/Waregemstraat. Conform de plannen wordt tot de achterste perceelsgrens een afsluiting voorzien in hout. Ook vanuit beeldkwaliteit is het voorzien van een uniforme en duurzame afsluiting wenselijk. Het voorzien van een bakstenen muur over de volledige diepte van het terrein wordt opgelegd als voorwaarde.

○        Het voorzien van een fietsdoorsteek tussen Hoogstraat/Waregemstraat en de sportterreinen zal leiden voor een verkeersonveilige situatie ter hoogte van de Hoogstraat/Waregemstraat.

Deels gegrond te verklaren: Voor wat betreft de inplanting van het fietspad werd het ontwerp voorgelegd aan de mobiliteitsdeskundige van de gemeente. Mits het voorzien van een aantal technische maatregelen kan het fietspad op een verkeersveilige manier aangelegd worden.

8.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

8.13 Bespreking adviezen

Het FOD Binnenlandse Zaken – Astrid veiligheidscommissie werd om advies verzocht op 9 oktober 2023. De adviesinstantie verwijst naar het voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht op 22 augustus 2023. Als voorwaarde wordt opgelegd dat er, gezien de hoge onthaalcapaciteit van de winkel, een ASTRID indoordekking aanwezig dient te zijn.

Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 9 oktober 2023. De adviesinstantie bracht op 19 oktober 2023 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Het gebouw is van de klasse ‘type 3’ (zelfredzame wakende bezetters). Het ontwerp moet voldoen aan de gestelde normering.

Provinciale dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 9 oktober 2023. De adviesinstantie verwijst naar het voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht op 13 september 2023 en geeft aan geen nieuw advies te geven na een voorwaardelijk gunstig advies.

Het advies van 13 september was voorwaardelijk gunstig.

Gezien er in het dossier niet meegegeven wordt wat er met de uitgegraven grond gebeurt, moet deze afgevoerd worden of via vergunning geregeld worden.

De Watergroep werd om advies verzocht op 9 oktober 2023. De adviesinstantie bracht op 19 oktober 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Hierbij wordt verwezen naar het hydraulisch en technisch advies uitgebracht op 13 september. Als voorwaarde wordt opgenomen dat:

De diameter van de afval- en hemelwateraansluiting dient standaard 160 mm te bedragen.

Uitzonderingen worden enkel toegelaten indien hiervoor een hydraulische nota wordt aangeleverd. Hiervoor dient Riopact dan een offerte op maat te maken, dit kan niet aan het tarief van een standaard rioolaansluiting worden uitgevoerd. Daarnaast dient te worden voldaan aan de algemene voorwaarden.

Fluvius werd om advies verzocht op 9 oktober 2023. De adviesinstantie geeft aan dat er voor afbraak, bouwen of verbouwen van dit type project geen specifiek advies dienst verleent te worden.

Proximus werd om advies verzocht op 9 oktober 2023. De adviesinstantie gaf op 23 oktober 2023 aan geen bezwaar te hebben tegen het dossier. Dit gezien er geen uitbreiding noodzakelijk is voor de aansluiting van dit project.

Wyre werd om advies verzocht op 9 oktober 2023. De adviesinstantie bracht op 10 oktober 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd: De dienst stelt vast dat er een netuitbreiding nodig is om het project aansluitbaar te maken. De kosten hiervan zijn ten laste van de aanvrager.

De gemeentelijke groendienst werd om advies verzocht op 9 oktober 2023. De adviesinstantie bracht op 9 oktober 2023 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Gezien sprake is van een diepte van 0,50 m is de term wadi beter dan de vijver. De wadi zal in de zomerperiode droog staan. Als voorwaarde wordt opgelegd dat er lage oeverbeplanting moet worden voorzien op de minst steile helling (kant fietspad), vb. Iris pseudacorus.

De gemeentelijk mobiliteitsdienst werd om advies verzocht op 9 oktober 2023. De adviesinstantie bracht op 14 november 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

In verband met de opmerkingen inzake de fietsdoorsteek heeft het college van burgemeester en schepenen in zitting van 6 december 2023 beslist volgende voorwaarden te voorzien:

●     Een schuwafstand van 0,50 m te voorzien ten opzichte van de zijperceelsgrens daar waar het fietspad paalt aan de nieuwe afsluiting en nu geen afstand aanwezig is.

●     Het fiets-/wandelpad is op de plannen voorzien op een breedte van 2 m over de volledige diepte van het perceel. Deze breedte is afgestemd op de ruimte die beschikbaar is in het eerste deel, waar gemengd verkeer voorzien is. In functie van continuïteit en helderheid en teneinde niet in conflict te komen met de noodzakelijke wadi wordt voorgesteld de breedte van 2 m te behouden over de volledige lengte van het pad. Door het voorzien van een schuwafstand van 0,50 m ten opzichte van de afsluiting zal het fietspad voldoende comfort hebben.

●     Het verplaatsen van de elektriciteitscabine is in huidige aanvraag niet voorzien waardoor opgelegd zal worden dat de bocht iets minder hoekig gemaakt wordt teneinde een vlottere verbinding te voorzien.

●     Ter hoogte van het gemengd verkeer wordt, in navolging van het advies voorgesteld volgende ingrepen te doen teneinde duidelijk te maken dat het om een fiets-/wandelpad gaat:

○        De strook afwerken met een ander materiaal dan het rijweggedeelte.

○        Tussen rijbaan en fietsstrook moeten minstens 3 paaltjes voorzien worden, rekening houdend met het behoud van de minimale breedte van 2 m.

In verband met de opmerkingen inzake parkeren en circuleren wordt opgemerkt dat de aanvrager in de PIV 5 de bochtstralen aangeduid heeft op het plan en tot de conclusie komt dat de voorziene ruimte voor circuleren voldoende is. Omtrent de inrichting van de parkeerplaatsen voor mindervaliden worden voorwaarden opgelegd.  Het openstellen van de parking voor de buren en het ter beschikking stellen van laadpalen betreft een burgerrechtelijke aangelegenheid.

8.14 Toegankelijkheid

De aanvraag heeft betrekking op een publiek toegankelijk gebouw. Dit dient te voldoen aan de Vlaamse stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

Aangezien de publiek toegankelijke oppervlakte groter is dan 400 m², dienen alle publiek toegankelijke delen van het gebouw te voldoen.

Het ontwerp voorziet dat de volledige stockageruimte (incl. refter, kleedruimtes, toiletten edm) niet toegankelijk is voor het publiek. Gezien het een nieuwbouwproject is, is dat een gemiste kans om ervoor te zorgen dat minstens de toiletten integraal toegankelijk zijn. Het is wenselijk dat er minstens één toilet wordt voorzien die rolstoeltoegankelijk is. Dat betekent onder meer een voldoende brede deur tussen winkelruimte en stockageruimte en een aangepast toilet voor mindervaliden. Het is daarnaast wenselijk om ook de deuren naar de refter en het secretariaat voldoende breed te voorzien.

De ruwbouwmaten van toegangen of deuropeningen voor publiek toegankelijke delen moeten minstens 105 cm breed zijn, zodat na afwerking een vrije en vlakke doorgangsbreedte van minstens 90 cm gegarandeerd wordt. Voor en achter deze toegang of deur moet voor een vrije en vlakke draairuimte met een diameter van 150 cm worden gezorgd. Niveauverschillen mogen maximum twee cm bedragen, zoniet dienen deze overbrugd te worden met een helling met een hellingspercentage van maximum 10 procent.

Er worden 2 parkeerplaatsen voorzien voor mindervaliden. Deze parkeerplaatsen bevinden zich in de directe omgeving van de toegang, wat ervoor zorgt dat er een vlotte bereikbaarheid is.

1.o.  Sloopopvolgplan (SOP)

Aangezien een niet-residentieel gebouw met een totaal bouwvolume van meer dan 1.000 m³ gesloopt wordt, is een sloopopvolgingsplan noodzakelijk. In het dossier is een sloopopvolgplan toegevoegd, opgemaakt door SloVeCO consulting.

8.16 Rooilijnplan en lasten

Binnen de contour van de omgevingsvergunningsaanvraag is voorzien in de vestiging van een eeuwigdurende publieke erfdienstbaarheid van doorgang tussen de Waregemstraat/Hoogstraat en de achterliggende gemeentelijke eigendom (sportterreinen) over de site van de Hoogstraat 2. De doorsteek is bestemd voor voetgangers en fietsers en heeft tot doel om het perceel toegankelijk te maken vanuit het noorden, inspelend op een toekomstige herontwikkeling van de site Detis waarop dan een verbinding met de Paanderstraat gerealiseerd kan worden.

De doorsteek waarop de publieke erfdienstbaarheid gevestigd wordt heeft een breedte van 2 m. De verbinding is aangeduid op het rooilijnplan zoals toegevoegd in de omgevingsvergunningsaanvraag, opgemaakt door landmeter-expert Yves Derycke, DERBATOP bv.

In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen kan de vestiging van de rooilijn als volgt gemotiveerd worden:

1. Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:

●        De aanvraag heeft tot doel om een publieke erfdienstbaarheid van doorgang te realiseren tussen de Waregemstraat/Hoogstraat en de achterliggende sportterreinen met de bedoeling later aan te sluiten via de site Detis naar de Paanderstraat.

●        Deze aanvraag is een eerste deel in een ruimere visie die tot doel heeft het bouwblok meer doorwaadbaar te maken voor fietsers en voetgangers.

2. Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:

●        De aanvraag heeft geen betrekking op wijziging van een bestaande gemeenteweg.

3. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen:

●        De vestiging van de rooilijn heeft geen impact op de verkeersveiligheid en de ontsluiting van de aanpalende percelen.

4. Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:

●        De wijziging heeft geen impact op het wegennet van naburige gemeenten gezien de ruime afstand tot de gemeentegrenzen.

5. Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:

●        De aanvraag heeft geen impact op de actuele functie van de voorliggende gemeenteweg.

●        De verblijfskwaliteit voor de trage weggebruiker wordt binnen de beschikbare ruimte zo maximaal mogelijk gegarandeerd.

●        Door het vestigen van de publieke erfdienstbaarheid ontstaat een fijnmaziger fiets- en voetgangersnetwerk dat bijdraagt in het stimuleren van meer duurzame verplaatsingen met een vermindering van de negatieve impact op het klimaat tot gevolg.

De gemeenteraad nam in zitting van 21 december 2023 volgend besluit:

‘Artikel 1

De gemeenteraad besluit het rooilijnplan voor het creëren van een nieuwe publieke erfdienstbaarheid van doorgang via de eigendom Hoogstraat 2, zoals opgenomen in het plangebied van de omgevingsvergunning voor het slopen van de bestaande winkel, bouwen van een nieuwe winkel met opslagplaats, exploiteren van een meldingsplichtige ingedeelde inrichting en uitbaten van een kleinhandelsactiviteit (OMV_2023087359), aangeduid op het rooilijnplan (BA_ID001_I_N_2_rooilijnplan fietspad), goed te keuren mits volgende voorwaarden stipt na te leven:

●        ter hoogte van het gemengd verkeer zijn volgende ingrepen noodzakelijk teneinde duidelijk te maken dat het om een fiets-/wandelpad gaat:

○        de strook afwerken met een ander materiaal dan het rijweggedeelte;

○        tussen rijbaan en fietsstrook moeten minstens 3 paaltjes voorzien worden, rekening houdend met het behoud van de minimale breedte van 2 m voor het fietspad.’

Als bijkomende last, en zoals opgenomen in het aanvraagdossier, wordt eveneens opgelegd dat het driehoekig deel van het perceel, gevormd door de linkerzijperceelsgrens, achterkavelgrens en de achtergevel van het gebouw, zoals aangeduid op het inplantingsplan, met een oppervlakte van 69,88 m², na het aanplanten van de voorziene beplanting, kosteloos overgedragen wordt aan de gemeente, weliswaar rekening houdend met de toegankelijkheid van de voorziene nooddeur in de achtergevel

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

○     Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

○     Decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Pascal Spileers namens PROFI NV, gevestigd Route de Gosselies(FL) 408 te 6220 Fleurus en Jacques Paul Quatannens namens Q-invest BV, gevestigd Wortegemsesteenweg 15 te 8570 Anzegem, voor het slopen van bestaande winkels, bouwen van een winkel met opslagplaats, exploiteren van een meldingsplichtige ingedeelde inrichting, uitbaten kleinhandel, op een perceel gelegen Hoogstraat 2 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 253 N7.

Artikel 2

De inrichting omvat voortaan:

Artikel 3

De kleinhandelsactiviteiten worden vergund voor volgende categoriën:

●        Categorie 1: Voeding: 555 m²

●        Categorie 2: goederen voor persoonsuitrusting: 94 m²

●        Categorie 3: planten, bloemen en goederen voor land- en tuinbouw: 28 m²

●        Categorie 4: andere producten: 127 m²

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen beslist aan de vergunning volgende voorwaarden te koppelen:

Stedenbouwkundige voorwaarden:

●        In het kader van de watertoets zijn volgende bijkomende voorwaarden op te leggen:

○        In functie van hergebruik van hemelwater dient, naast de aansluiting van de 2 toiletten nog een 3e afnamepunt voorzien te worden, bij voorkeur een kraantje in functie van het poetsen in de stockageruimte.

○        De voorziene klinkerverharding tussen de parkeerplaatsen moet waterdoorlatend zijn, wat betekent zowel waterdoorlatende klinkers als een waterdoorlatende onderfundering.

○        Gezien er in het dossier niet meegegeven wordt wat er met de uitgegraven grond gebeurt, moet deze afgevoerd worden of via vergunning geregeld worden.

○        De diameter van de afval- en hemelwateraansluiting dient standaard 160 mm te bedragen. Voorts dient voldaan te worden aan de algemene voorwaarden van Riopact.

●        De kroonlijsthoogte van de voorgevel en de rechter zijgevel van het gedeelte opslagruimte (het vooruitspringend deel) moet opgetrokken worden tot een hoogte van 7,50 m en hiermee bijgevolg aansluiten op de compartimenteringsmuur die centraal uitsteekt in het dakvlak.

●        Inzake materiaalgebruik zijn volgende bijkomende voorwaarden na te leven:

○        De achtergevel dient, net zoals de voor- en rechterzijgevel, opgetrokken te worden in zwarte silexpanelen.

○        De vluchtdeuren, raam- en poortopening thv de stockageruimte dienen afgewerkt te worden in zwart aluminium.

○        De vluchtdeur op de achtergevel dient voorzien te worden in zwart aluminium.

●        De inrichting van de ruimte in de oksel van de opslagplaats en de winkelruimte dient als volgt aangepast te worden:

○        De fietsnietjes moeten gedraaid worden, haaks op de voorgevel, in functie van gebruiksgemak.

○        De plaats waar het parkeren voor mindervaliden voorzien wordt, wordt ingericht voor winkelkarren onder de luifel.

○        De plaats waar de 2 parkeerplaatsen voorzien zijn in grasdallen, wordt ingericht als parkeerplaats voor mindervaliden, in asfalt. Deze parkeerplaatsen zijn te draaien zodat ze toegankelijk zijn vanaf de koer/zone voor laden en lossen en dus dwars op de weg staan.

○        Ter compensatie van het verwijderen van de 2 parkeerplaatsen in grasdallen en teneinde te voldoen aan het belastingreglement, wordt opgelegd dat 1 parkeerplaats mag verdwijnen en dat er 1 bijkomende parkeerplaats ingericht wordt in het verlengde van de meest oostelijke parkeerrij, zodat daar 7 parkeerplaatsen in die rij voorzien worden.

○        De ruimte waar de winkelkarren ontworpen zijn, wordt ingericht als uitloper van de groenzone zodat de toegang tot de winkel kwalitatief geaccentueerd wordt. 

●        Langs de afsluitingen op elke perceelsgrens met de woningen Hoogstraat 8 tem 20 moet een haag aangeplant worden met een minimale hoogte van 1,60 m (met uitzondering van de plaats waar toegangspoortjes voorzien worden.

●        Er moet lage oeverbeplanting voorzien worden op de minst steile helling (kant fietspad) van de wadi, vb. Iris pseudacorus.

●        Lang de oostelijke peceelsgrens (kant woning Waregemstraat 3) moet de afsluiting over de volledige diepte van het terrein voorzien worden in een bakstenen muur en niet deels in colstrop).

●        Een ASTRID indoordekking moet voorzien worden.

●        De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/25139  moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die nota en het Onroerenderfgoeddecreet van 31 januari 2023, in het bijzonder:

○        Er dient een archeologisch vooronderzoek te worden uitgevoerd volgens uitgesteld traject omwille van economische/juridische onwenselijkheid van de uitvoering ervan voordat de vergunning is verleend. Het uitgesteld vooronderzoek omvat een landschappelijk bodemonderzoek, eventueel gevolgd door archeologische boringen en/of proefsleuvenonderzoek.  De maatregelen moeten uitgevoerd worden voor de start van de werken, overeenkomstig het programma geformuleerd in die archeologienota.

●        De bestaande bebouwing moet gesloopt worden, ten laatste onmiddellijk na het voltooien van de nieuwbouw.

●        Het sloopopvolgplan dient nageleefd te worden (de gegevens van het SOP mogen verder aangevuld worden tot voor de start van de werken).

●        De voorwaarden opgenomen in de beslissing van de gemeenteraad van 21 december 223 dienen strikt nageleefd te worden:

○        ter hoogte van het gemengd verkeer zijn volgende ingrepen noodzakelijk teneinde duidelijk te maken dat het om een fiets-/wandelpad gaat:

■        de strook afwerken met een ander materiaal dan het rijweggedeelte;

■        tussen rijbaan en fietsstrook moeten minstens 3 paaltjes voorzien worden, rekening houdend met het behoud van de minimale breedte van 2 m voor het fietspad.

Bijzondere milieuvoorwaarden:

●        Rubriek 3.4.1°a wordt ambtshalve geschrapt.

●        Er wordt een vetafscheider voorzien voor de afvalwaterstroom afkomstig van de slagerij, zoals aangeduid op rioleringsplan. Deze dient voldoende ruim gedimensioneerd te zijn en wordt minstens driemaandelijks geïnspecteerd, tenzij de vetafscheider voorzien is van een automatisch alarmsysteem. De vetafscheider wordt zoveel als nodig geruimd, met een minimumfrequentie van 1 maal per jaar.

●        De reinigingsmiddelen voor eigen gebruik (dus niet bestemd voor verkoop) dienen op lekbakken gestockeerd te worden. Een rek met schappen met opstaande rand kan ook fungeren als lekbak.

●        Dierlijk afval afkomstig van de slagerij dient gekoeld bewaard te worden in afwachting van ophaling, om geurhinder te vermijden.

●        De aan- en afvoer door vrachtwagens is beperkt tot de openingsuren van de winkel (8u tot 19u), en enkel op werkdagen (zoals aangegeven in de aanvraag).

●        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

Artikel 5

Volgende lasten worden gekoppeld aan het dossier:

●        Een eeuwigdurende publieke erfdienstbaarheid van doorgang, te vestigen binnen de grenzen van het rooilijnplan, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 21 december 2023.

●        Het driehoekig deel van het perceel, gevormd door de linkerzijperceelsgrens, achterkavelgrens en de achtergevel van het gebouw, zoals aangeduid op het inplantingsplan, met een oppervlakte van 69,88 m², wordt na het aanplanten van de voorziene beplanting, kosteloos overgedragen aan de gemeente, weliswaar rekening houdend met de toegankelijkheid van de voorziene nooddeur in de achtergevel.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.20. Inname openbaar domein - kennisname

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.21. Premie kleine landschapselementen - Paanderstraat 167 - toekennen subsidie - goedkeuring

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.22. OMV 2023_161 - Harelbekestraat 138 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van de voorgevel en plaatsen van een reclamebanner, op een perceel gelegen Harelbekestraat 138 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 12 X2, aangevraagd door Anas Roudani met als contactadres Harelbekestraat 138 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  9 januari 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 september 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het inrichten van een garage.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Akte genomen van de melding klasse 3 door het college van burgemeester en schepenen op 12 juli 2017 voor de nieuwe inrichting van garagewerkplaats, aan- en verkoop van tweedehandswagens.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom maakt deel uit van een groter geheel en is gelegen langs de Harelbekestraat op ongeveer 1 km ten westen van de kern van Deerlijk. De Harelbekestraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd en het gedeelte van de loods dat deel uitmaakt van de aanvraag is ingericht als autogarage met aan- en verkoop van tweedehandswagens.  De voortuinzone is ingericht als autostaanplaats en achteraan het gebouw is een groenzone gelegen.

De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren en diensten. Het wonen bestaat er bijna uitsluitend uit eengezinswoningen.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de voorgevel van de bestaande loods te wijzigen door de gevels wit te schilderen, een publiciteitspaneel te bevestigen en een nieuwe sectionale poort te voorzien.

Het betreffende gebouw staat ingeplant op 24,7 m ten opzichte van de rooilijn.  De zone vóór het gebouw is ingericht als parking.  De loods is 15,24 m breed en heeft een lengte van 30,55 m.  Het gebouw heeft een kroonlijsthoogte van 5 m en is afgewerkt met een licht hellend dak.

De linkerkant van de voorgevel is uitgevoerd in baksteen en zal wit geschilderd worden.  De panelen van de rechterzijde, die niet constructief zijn, zullen vervangen worden door een vaste muur opgebouwd in snelbouwstenen met een dikte van 19 cm.  De nieuwe muur (breedte 5,5 m) zal niet vooruitkomen t.o.v. de voormalige wand.  De muur zal tevens wit geschilderd worden en voorzien worden van een deuropening.

De bestaande poort zal, in dezelfde opening (breedte 4,45 m en hoogte 5 m), vervangen worden door een nieuwe sectionale poort uitgevoerd in een antracietkleur.

Daarnaast zal op het linkerdeel van de voorgevel een banner geplaatst worden met zaakgebonden publiciteit.  Het frame bevindt zich 2,5 m boven de grond, op 1 m van de linkerperceelsgrens en op 1 m van de poort.  Het frame hangt 5 cm van de muur en is vierkant waarbij beide zijden 3,2 m bedragen.  De banner zal verlicht worden met 2 LED-spots.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op  30 november 2023 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het wijzigen van een voorgevel zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Harelbekestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.

De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

De aanvraag heeft geen betrekking op een wijziging van de functie van het gebouw dat op heden gebruikt wordt als garagewerkplaats met handel inzake aan- en verkoop van tweedehandswagens.  In het gebouw is geen bewoning aanwezig.

Het ontwerp veroorzaakt geen schade aan de omgeving gezien het louter de opfrissing van de voorgevel van het bestaande gebouw betreft.

Inplanting en ruimtegebruik, bouwvolume en gabarit:

De inplanting van het gebouw blijft ongewijzigd.  De voorgevel bevindt zich op een afstand van 24,7 m vanaf de rooilijn en de zijgevels (die ongewijzigd blijven) zijn ingeplant langs de perceelsgrenzen.  Het bouwvolume en het gabarit wijzigen op zich niet en het gebouw blijft een compact geheel vormen.  Enkel het rechterdeel van de voorgevel zal verbreed worden met 19 cm gezien het een vervanging betreft van plaatmateriaal naar metselwerk.  Doch zal de gevel niet vooruitspringen gezien de muur naar de binnenkant zal opgetrokken worden.

De aanpalende eigenaars werden aangeschreven voor advies gezien de voorgevel tot tegen de perceelsgrenzen komt.  De eigenaars van de betreffende buurpercelen formuleerden geen bezwaar/opmerking.

Verschijningsvorm:

Alle voorgeveldelen zullen afgewerkt worden met een witte kleur.  Aan de linkerzijde zal een zaakgebonden publiciteitsbanner aangebracht worden en de poort in het midden zal vervangen worden door een sectionale poort uitgevoerd in antracietgrijs.  In de nieuwe gemetste gevel aan de rechterzijde zal een deuropening voorzien worden.

De uitvoering zal na de werken soberder zijn en passend in de omgeving gezien de kakafonie van zowel materialen als kleuren zal aangepakt worden.  Het geheel betekent een heropfrissing van het gebouw en meer passend in de omgeving.

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek, groen- en omgevingsaanleg:

De functie van het gebouw blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.  Vóór het gebouw ligt een bestaande verharding die voldoende ruim is om te gebruiken als manoeuvreerruimte en parkeerplaats op eigen terrein, zodat de openbare weg en parkeerplaatsen niet belast worden.  De aanvraag omvat geen wijziging van die betreffende voortuinstrook.  De zone gelegen achter het gebouw is onverhard en ingericht met levende beplanting en blijft zo behouden.

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Anas Roudani met als contactadres Harelbekestraat 138 te 8540 Deerlijk, voor het wijzigen van de voorgevel en plaatsen van een reclamebanner, op een perceel gelegen Harelbekestraat 138 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 12 X2.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.23. Grafconcessie - bijzetting - kennisname

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.24. Asverstrooiing - kennisname

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

C.25. Grafconcessies hernieuwingen - goedkeuring

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

D.1. Breestraat 4 - frituur Molenhoek - verkoop grond - kennisname schattingsverslag + besluit

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het schattingsverslag van de stukken grond palend aan de frituur Molenhoek, Breestraat 4 te Deerlijk en het stuk openbaar domein waar op vandaag reeds een verbruiksruimte is voorzien, alsook voormelde stukken grond, te koop aan te bieden aan de eigenaar van de frituur.

Motivering

De uitbater-eigenaar van de frituur Molenhoek in de Breestraat stelde de vraag of 2 stukken grond, nabij de frituur, die eigendom zijn van de gemeente, kunnen aangekocht worden.

Het betreft een stuk openbaar domein waar op vandaag reeds een verbruiksruimte is voorzien en de stukken grond, kadastraal bekend onder Deerlijk, 1e afdeling, sectie B, perceelnummers 168 F en deel van 168 G.

Het college van burgemeester en schepenen besloot in zitting van 30 november 2022 principieel akkoord te gaan met de verkoop van volgende gronden:

●        stuk openbaar domein waar op vandaag reeds een terras met uitschuifbare luifel is voorzien;

●        ongeveer 6 m² aan de linkerkant van de frituur waar momenteel de foorkast staat.

Beëdigd landmeter-expert Bart Degezelle werd aangesteld voor de opmaak van het schattingsverslag.

Op 6 december 2023 werd het schattingsverslag ontvangen.  De waarde van de gronden werd bepaald op 7.126,00 euro.  De verkoop kan niet gebeuren onder het schattingsbedrag.

Omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten stelt dat bij elke onroerende vervreemding, de openbare verkoop de regel moet zijn. Onderhandse verkopen met voldoende publiciteit, transparantie en mededinging voldoen ook aan de criteria, net als de notariële openbare verkopen, zoals die zijn geregeld in het Gerechtelijk Wetboek.

Dezelfde omzendbrief bepaalt dat alleen om redenen van algemeen belang kan worden afgeweken van een openbare verkoop en een verkoop kan geschieden zonder concurrentie.

Rekening houdend met het voorgaande wordt voorgesteld dit perceel grond onderhands te verkopen om volgende redenen:

●        Bij een (beperkte) openbare verkoop wegen de kosten niet op tegen de verwachte opbrengst.

●        In dit dossier heeft dit perceel grond enkel een meerwaarde voor het aanpalende huis.  De kans is dus miniem dat zich andere geïnteresseerden aanbieden.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schattingsverslag van 6 december 2023, opgesteld door beëdigd landmeter-expert Bart Degezelle, van de stukken grond palend aan de frituur Molenhoek, Breestraat 4 te Deerlijk.

Artikel 2

Het stuk openbaar domein waar op vandaag reeds een verbruiksruimte is voorzien en de stukken grond, kadastraal bekend onder Deerlijk, 1e afdeling, sectie B, perceelnummers 168 F en deel van 168 G, worden te koop aangeboden aan de eigenaar van frituur Molenhoek voor de prijs van 7.126,00 euro.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

D.2. Regionale samenwerking DPO - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd naar een reactie in de vorm van een engagementsverklaring betreffende de mogelijkheid om binnen de regio een Data Protection Officer (DPO) te delen.

Motivering

Lokale besturen staan voor een geheel van taken en verantwoordelijkheden die niet altijd even solide verankerd zitten binnen de organisatiestructuur. In de aanloop naar de beleidsinsteek die door het managementteam werd voorbereid werden bepaalde domeinen reeds aangeduid waarin we soms niet de gepaste expertise in huis hebben, of waar het moeilijk is om de taken in een personeelsinzet te vertalen. Echter worden we als lokaal bestuur ook steeds meer geconfronteerd met een resem aan wettelijke verplichtingen waaraan we dienen te voldoen, die op hun beurt aan continue verandering onderhevig zijn. De vraag evolueert daardoor van een keuze of er wel of niet op dergelijke thema's zal gewerkt worden,  naar op welke manier we invullingen gaan geven aan die wettelijke verplichtingen.

Voorbeelden van beleidsdomeinen waar de wetgever steeds actiever de pijlen op het lokale niveau richt zijn archiefwerking of gegevensbeschermingsbeleid. Op vandaag worden die zaken op ad hoc basis opgevangen door middel van het inschakelen van externe expertise als zich bepaalde casussen voordoen waarop we een antwoord moeten bieden. Deze werkwijze volstaat echter niet om vorm te geven aan een kwalitatief en gestuurd beleid, laat staan om dat effectief te implementeren.  Daarom blijven we als organisatie alert voor de mogelijkheid tot regionale samenwerking om de krachten te bundelen over thema's die we individueel moeilijker kunnen opvolgen en waar we kunnen convergeren.

Inzake gegevensbeschermingsbeleid, werkt Deerlijk al enkele jaren samen met V-ICT-OR (de Vlaamse ICT Organisatie vzw), die ons ondersteunt in het aanbieden van een DPO (Data Protection Officer). Door het inkopen van consultancy-uren kunnen we reageren op zaken die op de organisatie afkomen en die we moeten kunnen behandelen. Echter, blijft dit een zeer reactief verhaal, daar waar gegevensbescherming in sneltempo een zwaar kritiek punt geworden is voor lokale besturen, en daardoor een meer proactieve houding vergt. De manier waarop overheden omgaan met de data waar ze gebruik van maken, wordt steeds kritischer bekeken. Gegevensbescherming is daardoor al lang geen juridisch gegeven meer, maar een concrete indicator van de integriteit en kwaliteit van de overheid. De IT-dienst neemt daar een sterke rol in door regelmatig audits van onze omgeving uit te voeren en te handelen op de bevindingen daarvan, maar ook door in te zetten op concrete verbeterpunten zoals de invoer van MFA (Multi Factor Authentication) of het aanbieden van een laagdrempelig opleidingsplatform rond phishing.

Toch is dit slechts een stukje van een totaal gegevensbeschermingsbeleid, dat ruimer gaat dan IT en waarvoor onze organisatie op vandaag te weinig gewapend is. Binnen de regio Zuid-West-Vlaanderen is  er een groeiend gezamenlijk besef dat het weinig zin heeft om dergelijke uitdaging alleen op te nemen, en zijn er verkennende gesprekken gevoerd tussen een aantal besturen die graag de krachten willen bundelen om een krachtiger en kwalitatief gegevensbeschermingsbeleid uit te werken. De gezamenlijke aanpak is bedoeld om de aanpak van veranderingen in wetgeving of verwerkersovereenkomsten te stroomlijnen. Door te werken met een gedeelde DPO kunnen we niet alleen het kennisniveau verhogen, maar ook snel en effectief reageren op de dynamische eisen van gegevensbescherming. Op vandaag zijn de geïnteresseerde besturen Kortrijk, Harelbeke, Menen, Kuurne, Zwevegem, Lendelede, Avelgem, Anzegem en Deerlijk.

Samen met deze besturen werd een noden- en behoeftenanalyse uitgevoerd, waaruit 3 mogelijke scenario's werden gedistilleerd. De idee is om op payroll van de stad Kortrijk een DPO aan te werven, die voor X aantal uren door de deelnemende besturen kan ingehuurd worden volgens 3 scenario's.

1. Scenario 1 geeft het bestuur de inzet van een gedeelde DPO voor 4u per week.
   1. Bestendige focus:
      1. verzamelen info om verwerkingsactiviteiten te identificeren;
      2. analyseren en controleren van naleving verwerkingsactiviteiten;
      3. informatie en advies verstrekken, en aanbevelingen doen;
      4. adviseren over gegevensbeschermingseffectbeoordeling (DPIA) en toezien op uitvoering ervan;
      5. bijhouden register verwerkingsactiviteiten.
   2. Occasioneel:
      1. samenwerken met en optreden als contactpunt voor de toezichthoudende autoriteit;
      2. contactpunt voor personen die hun rechten wensen uit te oefenen bij de verwerkingsverantwoordelijke.

Kostprijs: 4/38 van een A-profiel (ongeveer 14 jaar anciënniteit) met 5 % overhead

= op jaarbasis in 2024: 10.479,51 euro

= op jaarbasis in 2025: 10.794,65 euro

= op jaarbasis in 2026: 11.002,66 euro

2. Scenario 2 geeft het bestuur de inzet van een gedeelde DPO met uitbreiding van CISO taken (Chief Information Security Officer ofwel informatieveiligheidsconsulent) voor 1,5 dagen per week. Bovenop het pakket van scenario 1 komt daarbij:
   1. definiëring van het informatiebeveiligingsbeleid en -strategie obv risico-gebaseerde benadering, rekening houdend met continu veranderend dreigingsbeeld, trends en organisatiebehoeften;
   2. richt informatiebeveiligingsorganisatie in, definieert daarvoor benodigde middelen en wijst ze toe;
   3. initieert en coördineert implementatie van informatiebeveiliging voor de hele organisatie, houdt toezicht vanuit een tweedelijnsrol en rapporteert aan het management;
   4. zorgt voor geschikt niveau van informatiebeveiliging en -gedrag in organisatie.

Kostprijs: 11,4/38 van een A-profiel (ongeveer 14 jaar anciënniteit) met 5 % overhead

= op jaarbasis in 2024: 29.866,60 euro

= op jaarbasis in 2025: 30.764,76 euro

= op jaarbasis in 2026: 31.357,59 euro

3. Scenario 3 geeft het bestuur de inzet van een gedeelde DPO met uitbreiding van CISO taken (Chief Information Security Officer ofwel informatieveiligheidsconsulent) voor 1 dag per week.
   1. Dit scenario biedt dezelfde ondersteuning van scenario 2, met dien verstande dat er al enige maturiteit van het bestuur verwacht wordt zodat er niet van nul moet begonnen worden.

Kostprijs: 7,6/38 van een A-profiel (ongeveer 14 jaar anciënniteit) met 5 % overhead

= op jaarbasis in 2024: 19.911,07 euro

= op jaarbasis in 2025: 20.509,83 euro

= op jaarbasis in 2026: 20.905,06 euro

Voor Deerlijk werden de verschillende scenario's afgetoetst, en na  verder overleg met SHIFT werd geconcludeerd dat Deerlijk moet kunnen aansluiten op scenario 3, gezien er al enige basis is gelegd. Daarnaast ambiëren we om met de deelnemende besturen in gesprek te gaan om zoveel mogelijk afstemming te kunnen realiseren in het regionale gegevensbeschermingsbeleid. Door hier in te stappen kan ook het V-ICT-OR premium abonnement stopgezet worden voor gemeente en OCMW (voor elke rechtspersoon 7.850 euro excl. BTW). Voor een meerkost van 5.000 euro kunnen we daardoor aanspraak maken op meer ondersteuning, gebruik makend van de schaalvoordelen op regionaal vlak, en de kwaliteit van het gegevensbeschermingsbeleid intrinsiek verhogen.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Er is geen budget voorzien. Dit budget wordt voorzien in de eerstvolgende budgetwijziging.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit in te schrijven op scenario 3 en een DPO te delen met de deelnemende besturen in de regio.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

D.3. Voorlopige aanduiding watergevoelige openruimtegebieden (WORG) - 'Industriegebied E17' - advies - verzoek agendering gemeenteraad

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad het advies over de voorlopige aanduiding van het watergevoelige openruimtegebied 'Industriegebied E17' te agenderen op de gemeenteraad van 25 januari 2023.

Motivering

De Vlaamse Regering duidde op 13 oktober 2023 in de provincie West-Vlaanderen 20 gebieden aan als watergevoelig openruimtegebied (WORG) waaronder het 'Industriegebied E17' in Deerlijk.

Het aangeduide WORG is gelegen ten oosten van het depot Gaverzicht en de Gaverbeek, ten zuiden van de N36, ten westen van de hoeve Wittenberghof en ten noorden van de Gaverbeek. Het WORG bevat de 2 percelen gekadastreerd afdeling 2, sectie C, nummers 196 K en 196 H.

De aanduiding als watergevoelig openruimtegebied brengt bouwbeperkingen met zich mee, zoals omschreven in artikel 5.6.8, § 3, van de VCRO.

§ 3. Binnen de aangeduide watergevoelige openruimtegebieden zijn waterbeheer, natuurbehoud, bosbouw, landschapszorg, landbouw en recreatie nevengeschikte functies.

Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht en de waterbeheersfunctie van het gebied niet worden overschreden, zijn alleen de volgende handelingen die nodig of nuttig zijn voor de functies, vermeld in het eerste lid, toegelaten:

1. het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op de sociale, educatieve of recreatieve functie van het gebied, waaronder sanitaire gebouwen of schuilplaatsen van één bouwlaag met een oppervlakte van ten hoogste 100 mØ, met uitsluiting van elke verblijfsaccommodatie;
2. het aanleggen, herstellen, heraanleggen of verplaatsen van openbare wegen en nutsleidingen. Openbare wegen en nutsleidingen kunnen aangelegd of verplaatst worden voor zover dat noodzakelijk is voor de kwaliteit van het leefmilieu, het beheer van het landschap, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijk milieu, de openbare veiligheid of de volksgezondheid;
3. het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op het gebruik van het gebied voor landbouw of hobbylandbouw;
4. handelingen die nodig of nuttig zijn om overstromingen te beheersen of om wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden te voorkomen;
5. handelingen voor natuurbehoud en landschapszorg.

De mogelijkheden om af te wijken van stedenbouwkundige voorschriften of om rekening te houden met ontwerpen van stedenbouwkundige voorschriften, vermeld in titel IV, hoofdstuk 4, zijn van overeenkomstige toepassing in de aldus aangeduide gebieden.

Ingevolge de bepalingen van artikel 5.6.8, §6 van de VCRO komen eigenaars van gronden die gelegen zijn binnen een definitief aangeduid watergevoelig openruimtegebied in aanmerking voor een eigenaarsvergoeding, zoals deze vooropgesteld wordt met het instrumentendecreet. Ingevolge de daarin opgenomen harmonisering en aanpassing van de compenserende vergoedingen, wordt die eigenaarsvergoeding bepaald op basis van een schaderapport van de landcommissies.

Over de voorlopige aanduiding is een openbaar onderzoek lopende van 5 december 2023 tot en met 2 februari 2024.

HetBesluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2018, houdende nadere regels voor de aanduiding van watergevoelige openruimtegebieden, bepaalt dat de CIW advies vraagt over de voorlopige aanduiding aan de instanties, vermeld in artikel 5.6.8, § 2, eerste lid, van de VCRO. Deze instanties zijn: de bevoegde waterbeheerders, de deputatie, de gemeenteraden en de gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening van de gemeenten waarbinnen de voorlopige aanduidingen liggen.

In de mail met de adviesvraag, ontvangen op 20 november 2023, werd aangegeven dat het advies uitgebracht moet worden ten laatste op 2 februari 2023.

Op 23 augustus 2023 werd een ontwerp-afbakening van het WORG-gebied besproken op het college van burgemeester en schepenen. Gelet op het belang van de nodige ruimte voor water en de omzendbrief OMG/2022/1, de effectieve aanduiding van de beide percelen als signaalgebied en het stilzitten van de eigenaar, werd vanuit de dienst voorgesteld een gunstig advies te formuleren omtrent de voorlopige aanduiding als WORG.

Het college van burgemeester en schepenen besliste een voorwaardelijk gunstig advies te motiveren:

●        Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om voor het kadastraal perceel afdeling 2, sectie C, nummer 196 K een positief advies uit te brengen betreffende het voorstel om het signaalgebied "Industriegebied E17" voorlopig aan te duiden als watergevoelig openruimtegebied (WORG), mits het voorzien van een compensatie (planschade of planologische ruil).

●        Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit om voor het kadastraal perceel afdeling 2, sectie C, nummer 196 H een negatief advies uit te brengen betreffende het voorstel om het signaalgebied "Industriegebied E17" voorlopig aan te duiden als watergevoelig openruimtegebied (WORG). Het college van burgemeester en schepenen is van mening dat voor dit perceel, opgenomen in het gemeentelijk RUP Wittenberghof, de bouwmogelijkheden moeten opengehouden worden, mits compensatie en behoud van ruimte voor water.

In de voorliggende afbakening van WORG zijn beide voorgestelde percelen opnieuw integraal opgenomen en werd geen verder gevolg gegeven aan het eerder uitgebrachte advies van het college van burgemeester en schepenen betreffende het perceel nummer 196H.

Vanuit de dienst wordt het eerder geformuleerde standpunt behouden en wordt voorgesteld om, gelet op het belang van de nodige ruimte voor water, en de omzendbrief OMG/2022/1, de effectieve aanduiding van de beide percelen als signaalgebied, het stilzitten van de eigenaar en de impact op de percelen door de recente regenval van 2 en 3 januari 2024, een gunstig advies te formuleren voor de opname van de beide percelen als WORG.

De adviesvraag werd eveneens voorgelegd aan de GECORO in haar vergadering van 11 januari 2024. De GECORO formuleerde een voorwaardelijk gunstig advies op de aanduiding als WORG van de beide percelen en suggereerde ook het perceel ten zuiden van het aangeduide gebied (tussen Gaverbeek/E17/containerpark) als WORG op te nemen op voorwaarde dat (minstens) dit perceel als planologische compensatie kan dienen voor de gemeente voor toekomstige projecten. Daarnaast gaf de GECORO ook aan dat het perceel waar de niet-vergunde ophoging werd uitgevoerd, in zijn oorspronkelijk staat dient hersteld te worden.

Omtrent de aanduiding als WORG van het perceel 196K gaf het college in zitting van 23 augustus reeds een voorwaardelijk gunstig advies. Het eerder geformuleerde standpunt met betrekking tot het perceel 196H is, gelet op de recente regenval en de noodzakelijk ruimte voor water in onder meer het bekken van de Gaverbeek, niet langer aan te houden.

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich bijgevolg aan bij het standpunt van de dienst en de GECORO inzake het voorgestelde plan en is van mening dat, gelet op het belang van de nodige ruimte voor water, en de omzendbrief OMG/2022/1, de effectieve aanduiding van de beide percelen als signaalgebied en de impact op de percelen door de recente regenval van 2 en 3 januari 2024, een gunstig advies geformuleerd dient te worden voor de opname van de beide percelen als WORG.

Het college van burgemeester en schepenen wenst evenwel nog op te merken dat de ruimtebalans van Deerlijk door de aanduiding van het WORG verstoord is aangezien er 2,6 ha industriegrond wordt geschrapt.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere: Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen stelt voor een gunstig advies uit te brengen betreffende de voorlopige aanduiding van het WORG Industriegebied E17.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad de goedkeuring van het advies over de voorlopige aanduiding van het watergevoelige openruimtegebied 'Industriegebied E17' te agenderen op de gemeenteraad van 25 januari 2024.

Zitting van CBS van 17 JANUARI 2024

D.5. Tussentijdse evaluatie e-inclusie - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de tussentijdse evaluatie van het project e-inclusie, mondeling toegelicht ter zitting door de digicoach, mevrouw Line Vandevelde.

Motivering

We leven in een snel veranderende samenleving waarin digitalisering een grote rol speelt. Het ‘digitale gemak’ voor de ene burger baart grote zorgen voor de andere burger. Dit is ook een maatschappelijke uitdaging voor ons lokaal bestuur.

De gemeente Deerlijk tekende daarom in op drie verschillende projectsubsidies teneinde een lokaal e-inclusiebeleid te verwezenlijken:

●        Digi-proof Waregem – Deerlijk

●        E-inclusion for Belgium

●        Lokaal e-inclusiebeleid

Vanuit de verschillende subsidies werd een actieplan opgesteld voor de gemeente Deerlijk:

Op vandaag kunnen we stellen dat we een zicht hebben op de vragen en noden van onze burgers. Via de bevraging bij de aanvang van het project werd duidelijk dat zowel opleiding als individuele ondersteuning nodig is. Daarnaast, aangevuld door vragen in het digipunt, werd duidelijk dat volgende thema's leven bij onze burgers: werken met een smartphone, phishing, itsme, e-box, mijn burgerprofiel, etc.

Met onze acties bereikten we de doelgroepen, senioren en anderstaligen, die vooropgesteld werden.  

Ten opzichte van het opstartpunt van het project hebben we een enorme vooruitgang geboekt:

●        Toegang

De meeste openbare gebouwen zijn voorzien met WIFI en zowel de bibliotheek als het sociaal huis beschikken over publieke computer(s).

●        Individuele ondersteuning

Bij de opstart waren er weinig individuele ondersteuningsmogelijkheden in de gemeente Deerlijk. Vandaag kan iedereen gratis langskomen in een digipunt om digitale vragen te stellen aan een digihelper. Burgers die zich niet kunnen verplaatsen of thuis een digitaal probleem hebben, worden aan huis geholpen door een digihelper. Via onze communicatiedienst proberen we dit aanbod zo breed mogelijk bekend te maken.

●        Digitale oefenkansen

Een groep gemotiveerde medewerkers volgden een  opleiding om te onderzoeken welke digitale oefenkansen geïntegreerd kunnen worden in de werking. Op die manier willen we de burgers op een laagdrempelige en vrijblijvende manier een kans geven om digitaal sterker te worden.

●        Ondersteuning in groep

We hebben ingezet op digivormingen en een ruim aanbod voorzien van digisessies die voor iedereen toegankelijk zijn.

●        Coördinatie

De verankering van de coördinatie is noodzakelijk om de doelstellingen te blijven nastreven. Deze coördinatie moet het ook mogelijk maken om de toekomstige uitdagingen op het vlak van digitale inclusie te kunnen aangaan.

Bovenstaand is gebaseerd op de vijf pijlers van de digitaal inclusieve wijk.

We bereiken echter nog niet iedereen die nood heeft aan digitale ondersteuning. Het is daarom belangrijk om te blijven inzetten op bovenstaande acties (digipunten, digivormingen, digisessies, etc.) en waakzaam te blijven voor de digitale noden bij onze bevolking.  Vandaar dat er een gedragen transversaal e-inclusiebeleid moet zijn dat verankerd wordt binnen de meerjarenplanning en van waaruit nieuwe gerichte acties kunnen ontstaan. Een overkoepelende visie over e-inclusie is hierbij belangrijk.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de tussentijdse evaluatie van het project e-inclusie, mondeling toegelicht ter zitting door de digicoach, mevrouw Line Vandevelde.