Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.1. RUP Braamakker - bijkomende prestaties - toelichting masterplan en verdere aanpak - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd, enerzijds een bijkomende prestatie bij de afsprakennota 2023-42 'Opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Braamakker' goed te keuren en anderzijds het masterplan en de verdere aanpak goed te keuren.
Motivering
Op 22 november 2023 keurde het college van burgemeester en schepenen de afsprakennota 2023-42 'Opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Braamakker' in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal goed.
In het traject van het RUP werd vorig jaar reeds ontwerpend onderzoek uitgevoerd. In de afsprakennota werd enkel een terugkoppelingsmoment naar de eigenaars voorzien. Tijdens het werkoverleg werd door de schepen gevraagd een extra toelichting te voorzien, namelijk een toelichting van de workshopresultaten aan het college van burgemeester en schepenen teneinde het masterplan te kunnen valideren.
In de afsprakennota werden tarieven opgenomen voor bijkomende overlegmomenten. De toelichting aan het college van burgemeester en schepenen is een vergadering met beperkte voorbereiding op basis van de aanwezige info en kennis. Op basis hiervan bedraagt de totale bijkomende prestatie 350 euro.
De resultaten van de workshop werden vertaald in een masterplan dat de basis moet vormen voor de verdere vertaling in het RUP. Een validatie van de principes uit dit masterplan door het college van burgemeester en schepenen is belangrijk omdat dit ook het kader is voor de verdere onderhandelingen tussen de verschillende eigenaars.
Idealiter wordt er op basis van dit masterplan toegewerkt naar een (intentie)overeenkomst tussen de eigenaars, met duidelijke afspraken onderling, waarin engagement wordt geconcretiseerd maar met voldoende flexibiliteit en mogelijkheid tot aparte ontwikkelingssnelheden. Een projectregie is belangrijk om de verschillende betrokken eigenaars op eenzelfde lijn te krijgen en te overtuigen van de meerwaarde tot samenwerken. Er is een oefening nodig waarbij de verdeling van lasten en lusten wordt bekeken, een kostenbatenoefening.
Leiedal kan ingezet worden voor de ondersteuning op vlak van projectregie.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 350 euro |
Actie | overige beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB-CBS/0600-00/621400000 |
Visum | nvt |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen keurt de bijkomende prestatie bij de afsprakennota 2023-42 goed.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen keurt de principes van het masterplan, zoals toegelicht op het college van burgemeester en schepenen, goed.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen besluit Leiedal de opdracht te geven een afsprakennota op te maken voor de ondersteuning op vlak van projectregie.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.2. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 19 februari 2025 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 19 februari 2025.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 19 februari 2025 goed te keuren.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.3. Aankoop brandstoffen met tankkaarten - gunning - goedkeuring
Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.4. Abonnement Belgapress - gunning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aankoop van een abonnement voor de raadpleging van Belgische gedrukte media (kranten en magazines)
goed te keuren.
Motivering
Voor de aankoop van een abonnement voor de raadpleging van Belgische gedrukte media (kranten en magazines) werd een prijsvraag uitgestuurd naar Belga News Agency NV, Arduinkaai 29 te 1000 Bruxelles.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 5.200,00 euro incl. btw (0 % btw) per jaar.
Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).
Er werd 1 offerte ontvangen van Belga News Agency NV, Arduinkaai 29 te 1000 Bruxelles.
Samen met de VVSG heeft Belga News Agency NV enkele abonnementen uitgewerkt.
Onderstaande formule sluit het best aan bij onze noden:
Belgacity | Logins | Excl. BTW | BTW | Incl. BTW |
VVSG Pro Member Vlaamse kranten en magazines + regionaal 1 hoofduser + max 10 logins voor College van Burgemeester en Schepenen | 1 + 10 | 5.024 euro |
0 % | 5.024 euro |
Pro Member:
● De hoofduser is een lid van het communicatieteam (persoonlijk mailadres als login) met curator tools. Zodoende is het mogelijks om nieuwsbrieven op te maken en te verzenden.
● Alle leden van het CBS (+ de algemeen directeur) hebben een login en zodoende toegang tot alle bronnen in het pakket.
● Er moeten geen extra clearing rechten betaald worden voor nieuwsbrieven verzonden naar leden van het CBS.
Deze overeenkomst loopt voor een duurtijd van 12 maanden en wordt telkens automatisch verlengd met 12 maanden, tenzij één partij aangetekend opzegt ten laatste drie maanden voor de hernieuwingsdatum.
De ontwerper stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, de opdracht te gunnen aan Belga News Agency NV, Arduinkaai 29 te 1000 Bruxelles tegen het offertebedrag van 5.024,00 euro incl. btw (0 % btw).
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.
● Andere:
○ De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
○ Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
○ Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
○ De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
○ De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet).
○ Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
○ Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
○ Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Bestelbedrag | 5.024,00 euro excl. btw of 5.024,00 euro incl. btw |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Jaarbudgetrekening | 0100-00/61400000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN |
Visum | G-2025-7 dd. 18/02/2025 |
BESLUIT
Artikel 1
Bovengenoemde opdracht komt tot stand bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).
Artikel 2
Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel, opgesteld door de ontwerper.
Artikel 3
Deze opdracht wordt gegund aan Belga News Agency NV, Arduinkaai 29 te 1000 Bruxelles tegen het offertebedrag van 5.024,00 euro incl. btw (0 % btw).
Artikel 4
De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2025, op jaarbudgetrekening 0100-00/61400000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB) en in het budget van de volgende jaren.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.5. Aankoop snelheidsinformatieborden - gunning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aankoop van 12 snelheidsinformatieborden via de raamovereenkomst van de provincie Antwerpen voor het leveren en plaatsen van fietstelsystemen, verkeersveiligheidssystemen en verkeersonderzoek, goed te keuren.
Motivering
Het aankopen van snelheidsinformatieborden draagt bij aan verkeersveiligheid, bewustwording en data-analyse. Ze hebben een bewezen snelheidsremmend effect, wat leidt tot minder ongevallen, vooral in risicovolle zones zoals schoolomgevingen en woonwijken. Daarnaast verzamelen deze borden waardevolle gegevens over verkeersstromen, waardoor beleidsmaatregelen beter onderbouwd kunnen worden. Door interactieve feedback met smileys of waarschuwingen stimuleren ze gedragsverandering bij bestuurders.
Voor de aankoop van 12 snelheidsinformatieborden wordt voorgesteld om gebruik te maken van perceel 2 van de raamovereenkomst van de provincie Antwerpen voor het leveren en plaatsen van fietstelsystemen, verkeersveiligheidssystemen en verkeersonderzoek.
De gemeenteraad keurde in zitting van 28 november 2024 de toetreding tot bovenvermelde raamovereenkomst goed.
Het perceel werd door de deputatie in volgorde gegund aan:
● Krycer BV, Brusselstraat 120 A te 1740 Ternat;
● Signco BV, Jozef De Blockstraat 74 te 2830 Willebroek;
● Yunex NV, G. Demeurslaan 132 te 1654 Beersel (Huizingen).
De gemeente kan van de mogelijkheid tot afname van de raamovereenkomst via de aankoopcentrale gebruikmaken waardoor zij krachtens artikel 47, § 2 van de wet van 17 juni 2017 vrijgesteld is van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren.
Voor de aankoop van 12 snelheidsinformatieborden werd offerte gevraagd bij Krycer BV.
Er werd 1 offerte ontvangen voor een bedrag van 29.523,75 euro excl. btw of 35.723,74 euro incl. 21 % btw.
De deskundige aankoop, contracten & verzekeringen stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, de aankoop van 12 snelheidsinformatieborden te gunnen aan Krycer BV, Brusselstraat 120A te 1740 Ternat tegen het nagerekende offertebedrag van 29.523,75 euro excl. btw of 35.723,74 euro incl. 21 % btw.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.
● Andere:
○ De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
○ Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
○ Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
○ De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
○ De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet), en meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale.
○ Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
○ Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
○ Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
Adviezen
De expert mobiliteit verleent positief advies.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Bestelbedrag | 29.523,75 euro excl. btw of 35.723,74 euro incl. btw |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Jaarbudgetrekening | 0200-00/22810000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN |
Visum | G-2025-9 dd. 20/02/2025 |
BESLUIT
Artikel 1
De aankoop van 12 snelheidsinformatieborden via perceel 2 van de raamovereenkomst van de provincie Antwerpen voor het leveren en plaatsen van fietstelsystemen, verkeersveiligheidssystemen en verkeersonderzoek wordt goedgekeurd.
Artikel 2
Deze opdracht wordt gegund aan Krycer BV, Brusselstraat 120A te 1740 Ternat,tegen het nagerekende offertebedrag van 29.523,75 euro excl. btw of 35.723,74 euro incl. 21 % btw.
Artikel 3
De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2025, op jaarbudgetrekening 0200-00/22810000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).
Artikel 4
De provincie Antwerpen wordt op de hoogte gebracht van deze beslissing.
Louis Vanderbeken Marleen Prat Karel Bauters Jo Tijtgat Lies De Witte Regine Rooryck Louis Vanderbeken Marleen Prat Jo Tijtgat Lies De Witte Regine Rooryck aantal voorstanders: 5 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.6. Busbegeleider - tijdelijke aanstelling / vervanging wegens ziekte - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 5 ja-stemmen
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.7. Interlokale Onderwijsvereniging Leersteuncentrum BOOST - Raad van Bestuur - vertegenwoordiging legislatuur 2025-2030 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de aanduiding van de afgevaardigde met raadgevende stem in de Raad van Bestuur van de Interlokale Onderwijsvereniging (ILOV) Leersteuncentrum (LSC) BOOST, te agenderen op de gemeenteraad van 27 maart 2025.
Motivering
De gemeenteraad heeft in zitting van 30 maart 2023 de aansluiting van de gemeentelijke lagere school bij de Interlokale Onderwijsvereniging Leersteuncentrum BOOST bekrachtigd.
In diezelfde zitting heeft de gemeenteraad ook de statuten en het huishoudelijk reglement van de ILOV LSC BOOST goedgekeurd.
Artikel 4 §1. van voormelde statuten stelt dat de schepen van onderwijs van Deerlijk aangeduid wordt als bestuurder met 3 stemrechten.
Artikel 9 §1. van de statuten stelt dat elke deelnemend lokaal bestuur ook een afgevaardigde met raadgevende stem in de Raad van Bestuur aanduidt waarbij die afgevaardigden steeds raadsleden zijn in de betrokken lokale besturen, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen of de deputatie of aangesteld is als voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Naar aanleiding van de nieuwe legislatuur dient bijgevolg een nieuwe afgevaardigde met raadgevende stem aangeduid te worden die voldoet aan de voorwaarden uit artikel 9 §1. van de statuten van ILOV Leersteuncentrum BOOST.
Conform artikel 41, § 2, 4° van het Decreet Lokaal Bestuur behoort de deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere: Statuten ILOV Leersteuncentrum BOOST
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de aanduiding van de afgevaardigde met raadgevende stem in de Raad van Bestuur van ILOV Leersteuncentrum BOOST, te agenderen op de gemeenteraad van 27 maart 2025.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.8. OFP Prolocus - vertegenwoordiging algemene vergadering - legislatuur 2025-2030 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de aanstelling van een effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus, voor de legislatuur 2025-2030, te agenderen op de gemeenteraad van 27 maart 2025.
Motivering
De gemeenteraad heeft in zitting van 28 april 2022 de toetreding tot OFP Prolocus, voor het verzorgen van de tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers, goedgekeurd.
In diezelfde zitting heeft de gemeenteraad ook kennis genomen van de statuten van OFP Prolocus.
Artikel 15 van voormelde statuten stelt dat de algemene vergadering is samengesteld uit alle leden Groep Provant en alle leden Groep VVSG. Elk lid heeft één stem.
Naar aanleiding van de nieuwe legislatuur en de vernieuwde samenstelling van de gemeenteraad dient bijgevolg opnieuw een effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger aangeduid te worden voor de algemene vergadering van OPF Prolocus voor de legislatuur 2025-2030.
Conform artikel 41, § 2, 4° van het Decreet Lokaal Bestuur behoort de deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere: Statuten OFP Prolocus
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de aanduiding van een effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus, voor de legislatuur 2025-2030, te agenderen op de gemeenteraad van 27 maart 2025.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.9. Receptionele aangelegenheden - goedkeuring
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.10. SHIFT - gemeente-app - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt goedkeuring gevraagd om de gemeente-app aan te kopen en de meldingsfunctionaliteit te activeren.
Motivering
De gemeente-app biedt een gebruiksvriendelijke en centrale oplossing waarmee burgers eenvoudig meldingen kunnen maken en andere overheidsdiensten kunnen raadplegen. Door deze app in te schakelen, wordt er ingezet op een uniforme en toegankelijke digitale ervaring voor onze burgers zonder lokale kenmerken uit het oog te verliezen.
Via het SHIFT-project is er de mogelijkheid om gebruik te maken van logistieke en financiële ondersteuning bij de aankoop en activatie van deze app. Hiervoor wordt verwezen naar de afsprakennota zoals geagendeerd op woensdag 19 februari 2025.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 3.500 euro per jaar Kostprijs op basis van aantal inwoners |
Er is geen budget voorzien. Voor de aankoop en activatie is er de mogelijkheid om gebruik te maken van de financiële middelen van SHIFT. Vanaf 2026 zal hiervoor een jaarlijks budget aangevraagd worden tijdens de budgetbesprekingen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit goedkeuring te verlenen om de gemeente-app aan te kopen en de meldingsfunctionaliteit te activeren.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.11. Buitenspeeldag 2025 - vrijwilligersovereenkomst - goedkeuring
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.12. Cultuur - cultuurvoorstelling Jan van Looveren - uitbetaling barvrijwilligers - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de uitbetaling van de onkostenvergoedingen voor de prestaties van de barvrijwilligers bij de culturele voorstelling 'Vanwaar we komen' van Jan van Looveren op 15 februari 2025, goed te keuren.
Motivering
Elke vrijwilliger heeft een vrijwilligersovereenkomst ondertekend waarin de onkostenvergoeding werd vastgelegd. Deze vrijwilligersovereenkomst is een overeenkomst tussen de vrijwilliger en het gemeentebestuur van Deerlijk.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 80,00 euro |
Actie | Vrijwilligersvergoeding bar |
Jaarbudgetrekening | GBB/2025/0705-00/61320002 |
Visum | n.v.t. |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de uitbetaling van de barvrijwilligers voor de culturele voorstelling 'Vanwaar we komen' als volgt goed te keuren:
Naam | Adres | Rekeningnummer | Vergoeding |
Felix Roobrouck | Goedendaglaan 100, 8500 Kortrijk | BE25 0635 9058 9282 | 40,00 euro |
Kobe Willaert | Stationsstraat 171 | BE81 7390 1329 1324 | 40,00 euro |
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.13. Feestelijkheden - Centraal feestcomité - Vinkenwijding - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de vinkenwijding 2025, goed te keuren.
Motivering
Op zondag 13 april 2025 wordt door het Centraal Feestcomité de jaarlijkse vinkenwijding georganiseerd, in de Tulpenlaan te Deerlijk.
Ter plaatse is naar aanleiding van de bedoelde manifestatie een grote toeloop van kijklustigen allerhande te verwachten, zodat bijzondere verkeersmaatregelen vereist zijn met het oog op de veiligheid van de weggebruikers en met het oog op een vlot verloop van het normale verkeer.
PZ Gavers verleende op 18 februari 2025 positief advies, heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met ID nummer 2421141 en een tijdelijk politiereglement op het verkeer opgemaakt.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 119, § 1, art. 130 bis en artikel 135, § 2 van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)
○ Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen
○ Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen
○ Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit op zondag 13 april 2025 tussen 6.00 uur en 12.00 uur geen verkeer toe te laten in de Tulpenlaan, tussen huisnummers 2 en 56, langs weerszijden van de weg.
Artikel 2
Het stilstaan en parkeren wordt op zondag 13 april 2025 tussen 6.00 uur en 12.00 uur verboden in de Tulpenlaan, tussen huisnummers 2 en 56, langs weerszijden van de weg.
Artikel 3
Er wordt een omleiding voorzien via de Sint-Amandusstraat en de Pikkelstraat (en omgekeerd).
Artikel 4
De hiertoe nodige signalisatie wordt overeenkomstig de wettelijke voorschriften aangebracht.
Artikel 5
Overtredingen op huidig reglement worden gestraft met politiestraffen, voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.
Artikel 5
Afschrift van deze verordening wordt overgemaakt aan de griffie van de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk en aan de griffie van de Politierechtbank te Kortrijk.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.14. Feestelijkheden - Vinkenzangwedstrijden 2025 - tijdelijk politiereglement op het verkeer - vaststelling
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de vinkenzangwedstrijden 2025, vast te stellen.
Motivering
De Koninklijke Bosvink Deerlijk vraagt toelating aan het college van burgemeester en schepenen om op onderstaande data vinkenzangwedstrijden te organiseren op het grondgebied van de gemeente Deerlijk:
DATUM | PLAATS | STRAAT | TIJDSTIP |
zaterdag 17 mei 2025 | Gavergoed | thv. Oude Heerweg | 17.00 - 18.00 uur |
zondag 18 mei 2025 | Gavergoed | thv. Oude Heerweg | 09.00 - 10.00 uur |
zondag 25 mei 2025 | OC d'iefte | thv. Tulpenlaan | 17.00 - 18.00 uur |
donderdag 29 mei 2025 | Gavergoed | thv. Oude Heerweg | 09.00 - 10.00 uur |
zaterdag 7 juni 2025 | Gavergoed | thv. Oude Heerweg | 09.00 - 10.00 uur |
maandag 9 juni 2025 | Gavergoed | thv. Oude Heerweg | 09.00 - 10.00 uur |
zaterdag 14 juni 2025 | Gavergoed | thv. Oude Heerweg | 17.00 - 18.00 uur |
zaterdag 28 juni 2025 | Gavergoed | thv. Oude Heerweg | 09.00 - 10.00 uur |
zondag 29 juni 2025 | Gavergoed | thv. Oude Heerweg | 09.00 - 10.00 uur |
Op voormelde dagen in 2025 worden in de Oude Heerweg en in de Tulpenlaan te Deerlijk vinkenzangwedstrijden georganiseerd.
Ter plaatse is, naar aanleiding van de bedoelde manifestatie, een grote toeloop van kijklustigen allerhande te verwachten, zodat bijzondere verkeersmaatregelen vereist zijn met het oog op de veiligheid van de weggebruikers en met het oog op een vlot verloop van het normale verkeer.
PZ Gavers verleende op 18 februari 2025 positief advies en heeft een tijdelijk politiereglement op het verkeer opgesteld conform de signalisatieplannen ingetekend in Eagle.be met ID nummers 2431441 en 2431451.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 57, § 3 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 119, art. 135 § 2 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)
○ Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen
○ Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen
○ Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden
○ Art. 41 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
DATUM | STRAAT | TIJDSTIP |
zaterdag 17 mei 2025 | thv. Oude Heerweg | 16.30 - 18.15 uur |
zondag 18 mei 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
donderdag 29 mei 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
zaterdag 7 juni 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
maandag 9 juni 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
zaterdag 14 juni 2025 | thv. Oude Heerweg | 16.30 - 18.15 uur |
zaterdag 28 juni 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
zondag 29 juni 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
Artikel 2
DATUM | STRAAT | TIJDSTIP |
zaterdag 17 mei 2025 | thv. Oude Heerweg | 16.30 - 18.15 uur |
zondag 18 mei 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
donderdag 29 mei 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
zaterdag 7 juni 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
maandag 9 juni 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
zaterdag 14 juni 2025 | thv. Oude Heerweg | 16.30 - 18.15 uur |
zaterdag 28 juni 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
zondag 29 juni 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
Artikel 3
DATUM | STRAAT | TIJDSTIP |
zaterdag 17 mei 2025 | thv. Oude Heerweg | 16.30 - 18.15 uur |
zondag 18 mei 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
donderdag 29 mei 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
zaterdag 7 juni 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
maandag 9 juni 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
zaterdag 14 juni 2025 | thv. Oude Heerweg | 16.30 - 18.15 uur |
zaterdag 28 juni 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
zondag 29 juni 2025 | thv. Oude Heerweg | 08.30 - 10.15 uur |
Artikel 4
De hiertoe nodige signalisatie wordt overeenkomstig de wettelijke voorschriften aangebracht.
Artikel 5
Overtredingen op huidig reglement worden gestraft met politiestraffen, voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.
Artikel 6
Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit reglement zal ingevolge artikel 40 van het Decreet Lokaal Bestuur overgemaakt worden aan:
● de griffie van de rechtbank van Eerste Aanleg, te Kortrijk;
● de griffie van de Politierechtbank, te Kortrijk.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.15. Feestelijkheden - Scouts Deerlijk - Café de Ronde - 6 april 2025 - goedkeuring
Aanleiding en context
Op 1 februari 2025 werd een aanvraag ingediend door Scouts en Gidsen Deerlijk voor volgend evenement:
Naam evenement | Café de Ronde |
Organisator | Scouts Deerlijk |
Datum | zondag 6 april 2025 |
Plaats | groot middenplein thv scoutslokaal |
Motivering
1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:
● aanvraag machtiging voor het verstrekken van sterke drank
Het is verboden sterke dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse in occasionele drankgelegenheden waar openbare manifestaties plaatsvinden, tenzij het college van burgemeester en schepenen hiervoor een speciale machtiging verleent.
● aanvraag geluidsactiviteit als volgt:
Contactpersoon | Naam | Kobe Vannieuwenhuyze |
| Adres | Vrijputstraat 49 |
| Postcode en gemeente | 8540 Deerlijk |
Activiteit | Benaming activiteit | Café De Ronde |
Locatie | Gebouw |
|
| Tent |
|
| Open lucht | X |
Adres | Naam gebouw |
|
| Adres | Vercruysse de Solartstraat 28 |
| Postcode en gemeente | 8540 Deerlijk |
90DB(A) - achtergrondmuziek sportwedstrijden
Maximaal geluidsniveau | >85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min |
Duur |
|
Begin | zondag 6 april 2025 om 11.00 uur |
Einde | zondag 6 april 2025 om 22.00 uur |
Het betreft een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid, waarbij de aangevraagde activiteit beperkt is in duur en al dan niet plaatsvindt in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.
De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen conform de toepassing van het sluitingsuur, gekoppeld aan een afbouwscenario.
Indien een organisator voor diens evenement een einduur vooropstelt dat vroeger valt dan het maximale einduur én buiten het afbouwscenario valt, is het afbouwscenario niet van toepassing, met dien verstande dat op het door de organisator vooropgestelde einduur alle geluidsactiviteit wordt stopgezet: zondag 6 april 2025 om 22.00 uur.
Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.
● aanvraag tijdelijke inname openbaar domein
Scouts en Gidsen Deerlijk wenst Café De Ronde te organiseren op zondag 6 april 2025 en vraagt toelating voor de inname van het Gaverdomein, specifiek het polyvalente plein gelegen naast de scoutslokalen.
● aanvraag politionele medewerking
Parkeerverbod op volgende plaats(en):
● parking inrit Gaverdomein (ter hoogte van de torentjes) op zaterdag 5 april 2025 van 23.00 uur tot en met maandag 7 april 2025 om 10.00 uur (nadar + signalisatie);
● parkeerstrook langs de tennisvelden in de Vercruysse de Solartstraat, op zaterdag 5 april 2025 van 23.00 uur tot en met maandag 7 april 2025 om 10.00 uur.
PZ Gavers verleende op 4 februari 2025 positief advies en vraagt de organisatoren de buren te verwittigen van de activiteit en het opgegeven einduur te respecteren om eventuele overlast tot een minimum te beperken.
PZ Gavers heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2448094.
2. De evenementen-veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:
Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.
Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.
Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Machtiging voor het verstrekken van sterke drank
■ Art. 9, Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank
○ Toelating geluidsactiviteit
■ Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
■ Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, verder aangeduid als Vlarem II, waaronder, en zonder zich hiertoe te willen beperken, art. 6.7.3.
■ De algemene gemeentelijke politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, meer specifiek en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 37, 38 en 47
■ Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 maart 2024
○ Plaatsing verkeerssignalisatie
■ Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.
De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen verleent een speciale machtiging voor de verkoop van sterke drank tijdens dit evenement.
Artikel 3
De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:
Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.
Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min |
● Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden. Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A), niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. Bij het meten van het geluidsniveau worden zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht. ● Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats. ● Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon. ● De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten. |
Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:
Duur |
|
Begin | zondag 6 april 2025 om 11.00 uur |
Einde | zondag 6 april 2025 om 22.00 uur |
Voorwaarden met betrekking tot de buurt:
● Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.
● De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.
● De inrichters houden zich aan het vooropgestelde einduur waarop alle geluidsactiviteit wordt stopgezet: zondag 6 april 2025 om 22.00 uur.
● De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.
Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein gelegen op het Gaverdomein, het polyvalente plein gelegen naast de scoutslokalen, vanaf zaterdag 5 april 2025 tot en met maandag 7 april 2025.
Artikel 5
Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.
De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.
De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.
Artikel 6
Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.16. Feestelijkheden - Paaseierenraap Gezinsbond - 6 april 2025 - inname openbaar domein - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor een tijdelijke inname van het openbaar domein naar aanleiding van een evenement.
Motivering
De Gezinsbond wenst de jaarlijkse Paaseierenraap te organiseren op zondag 6 april 2025 en vraagt toelating voor de inname van het Gaverdomein:
● klein speelplein aan het grasplein tussen de tennisvelden en het Gaverkasteel
Er worden geen verkeerstechnische maatregelen gevraagd.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op zondag 6 april 2025, van 07.00 uur tot 13.00 uur, het klein speelplein op het Gaverdomein.
Artikel 2
De organisatoren moeten rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via volgende link: https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.17. Feestelijkheden - Deerlijk Danst - 22 maart 2025 - toelating geluidsactiviteit - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor volgende geluidsactiviteit:
Naam evenement | Deerlijk Danst |
Organisator | Uzien |
Datum | zaterdag 22 maart 2025 |
Plaats | De Cassinastraat 10, 8540 Deerlijk |
Motivering
Gevraagde geluidsactiviteit:
95 dB(A) - Dj- muziek
Contactpersoon | Naam | Chris Benoit |
| Adres | Kapel ter Rustestraat 29 |
| Postcode en gemeente | 8540 Deerlijk |
Activiteit | Benaming activiteit | DeerlijkDanst |
Locatie | Gebouw | X |
| Tent |
|
| Open lucht |
|
Adres | Naam gebouw | Uzien |
| Adres | De Cassinastraat 10 |
| Postcode en gemeente | 8540 Deerlijk |
Maximaal geluidsniveau | >85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min |
Duur |
|
Begin | zaterdag 22 maart 2025 om 18.00 uur |
Einde | zaterdag 22 maart 2025 om 23.30 uur |
Het betreft een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid, waarbij de aangevraagde activiteit beperkt is in duur en al dan niet plaatsvindt in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.
De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen conform de toepassing van het sluitingsuur, gekoppeld aan een afbouwscenario.
Indien een organisator voor diens evenement een einduur vooropstelt dat vroeger valt dan het maximale einduur én buiten het afbouwscenario valt, is het afbouwscenario niet van toepassing, met dien verstande dat op het door de organisator vooropgestelde einduur alle geluidsactiviteit wordt stopgezet: zaterdag 22 maart 2025 om 23.30 uur.
Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Toelating geluidsactiviteit
■ Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
■ Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, verder aangeduid als Vlarem II, waaronder, en zonder zich hiertoe te willen beperken, art. 6.7.3.
■ De algemene gemeentelijke politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, meer specifiek en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 37, 38 en 47
■ Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 maart 2024
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit toelating te verlenen voor volgende geluidsactiviteit:
Naam evenement | Deerlijk Danst |
Organisator | Uzien |
Datum | zaterdag 22 maart 2025 |
Plaats | De Cassinastraat 10, 8540 Deerlijk |
Artikel 2
De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:
1. Het toegelaten (maximale) geluidsniveau bedraagt:
Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min |
● Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden. Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht. ● Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats. ● Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon. ● De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten. |
2. Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:
Duur |
|
Begin | zaterdag 22 maart 2025 om 18.00 uur |
Einde | zaterdag 22 maart 2025 om 23.30 uur |
3. Voorwaarden met betrekking tot de buurt:
● Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.
● De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.
● De inrichters houden zich aan het vooropgestelde einduur waarop alle geluidsactiviteit wordt stopgezet: zaterdag 22 maart 2025 om 23.30 uur.
● De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.
Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.18. Feestelijkheden - Vrijetijdspunt - gebruik gemeentelijke roosters - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.
Motivering
Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters.
Om de buitenspeeldag op woensdag 23 april 2025 bekend te maken, vraagt het vrijetijdspunt om de gemeentelijke roosters te mogen gebruiken voor het ophangen van hun publiciteitsborden.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Hfdst. 3, art. 221-224 Algemene Politieverordening
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit aan het vrijetijdspunt toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.
Artikel 2
Voor de praktische afhandeling dient contact opgenomen te worden met het vrijetijdspunt op het telefoonnummer 056 71 89 81 of via mail aan vrijetijd@deerlijk.be.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.19. Feestelijkheden - Chiro Joeki - gebruik gemeentelijke roosters - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.
Motivering
Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters.
Om hun Aspibar op zaterdag 26 april 2025 bekend te maken, vraagt Chiro Joeki om de gemeentelijke roosters te mogen gebruiken voor het ophangen van hun publiciteitsborden.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Hfdst. 3, art. 221-224 Algemene Politieverordening
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit aan Chiro Joeki toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters
Artikel 2
Voor de praktische afhandeling dient contact opgenomen te worden met het vrijetijdspunt op het telefoonnummer 056 71 89 81 of via mail aan vrijetijd@deerlijk.be.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.20. OMV 2024_6 - Waregemstraat 202 en 204 / Meynaertkouter - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verkavelen van een perceel voor 1 lot voor woningbouw, op een perceel gelegen Waregemstraat 202 en 204 en Meynaertkouter en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 182 E, (afd. 1) sectie B 183 T, (afd. 1) sectie B 183 S en (afd. 1) sectie B 183 R, aangevraagd door de heer Dirk Demeurie wonende Waregemstraat 202 te 8540 Deerlijk en de heer Jasper Demeurie wonende Waregemstraat 204 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 19 februari 2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● De voorschriften als volgt te wijzigen:
○ De nevenfuncties kunnen maximaal 30 % van de vloeroppervlakte innemen met een maximum van 100 m².
○ Een eventuele carport kan niet opgetrokken worden in de voortuinstrook maar dient gekoppeld te worden aan de woning en ingeplant te worden in het bouwkader.
○ Een bijgebouw dient ingeplant te worden tussen de woning en de zone van ondergrondse inname en op minstens 5 m van de westelijke zijperceelsgrens.
○ De kroonlijsthoogte voor de woning kan maximaal 3,50 m bedragen.
○ De maximale hoogte van een vrijstaand bijgebouw is beperkt tot 3,50 m.
○ Indien een nevenfunctie voorzien wordt dient hiervoor op eigen terrein voldoende parkeerplaats aangeboden te worden.
○ In de voortuinstrook is een verharding van maximaal 30 % toegelaten.
○ De zone ten zuidwesten van de ondergrondse inneming moet als overgang naar het open landschap ecologisch waardevol ingericht worden. Dit kan door de aanplant van bijvoorbeeld kleine landschapselementen zoals gemengde haag of heg, knotwilgen, poel, etc. Om voldoende garanties te hebben van de ecologische inrichting moet een inrichtingsplan van de tuinzone deel uitmaken van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het bouwen van de woning.
● Alle voorwaarden en aanbevelingen uit het advies van Riopact, Aquafin en van de Watergroep dienen nageleefd te worden.
● Het verkoopbaarheidsattest zal pas afgeleverd worden nadat de verkavelaar voldaan heeft aan alle financiële en contractuele verplichtingen opgelegd door Riopact en na voorlegging van een attest door de Watergroep..
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De eigendom situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied, woonuitbreidingsgebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De aanvraag is gelegen in het gedeelte woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.
● Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.
● Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.a. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel gelegen langs de Meynaertkouter op ongeveer 1280 m ten oosten van de kern van Deerlijk. De Meynaertkouter is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het perceel paalt eveneens aan 2 woonkavels die ontsluiten via een gemeenschappelijke private oprit naar de Waregemstraat.
De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen. Ten zuiden en oosten paalt de eigendom aan een open landschap met in de ruimere omgeving een natuurgebied.
3.b. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de bestaande percelen met een totale oppervlakte van 18.803 m² op te delen in 4 loten. De loten 1 en 2 betreffen de loten met de bestaande woningen die uit de verkavelingsaanvraag worden geweerd. Het lot 4 betreft een perceel weiland deels bestemd als woonuitbreidingsgebied en deels bestemd als landbouwzone. Ook dat lot wordt uit de verkaveling geweerd. De verkavelingsaanvraag heeft bijgevolg betrekking op het creëren van één bijkomend lot, zijnde lot 3 voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning. Het lot zal een oppervlakte hebben van 1.935 m².
Lot 3 krijgt zijn ontsluiting via de Meynaertkouter. Voor de verwezenlijking van deze ontsluiting werd een procedure van bijstelling van de verkaveling Meynaertkouter gelijktijdig met deze omgevingsaanvraag ingediend. Voor deze bijstelling werd de omgevingsvergunning reeds afgeleverd op 23 oktober 2024.
Het lot is bestemd voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met als hoofdbestemming (60 %) wonen en met als nevenbestemming kantoor, diensten of vrije beroepen (max. 40 % van de vloeroppervlakte).
De bouwzone is ingetekend op het verkavelingsplan en bestaat uit en L-vormig grondplan. Ten opzichte van de perceelsgrenzen met de naastliggende woonkavels wordt het bouwkader ingepland op een afstand van 8 m, ten opzichte van de oostelijke grens bedraagt de afstand 5 m. De bouwzone heeft vooraan een breedte van 10,37 m verspringend naar 19,95 m aan de achterzijde. De diepte bedraagt aan de oostelijke zijde 25 m en aan de meest westelijke zijde 12 m (vanaf 13 m achter de voorgevelbouwlijn). De voorschriften voorzien een volume van maximaal één bouwlaag en een plat of hellend dak (tussen 35° en 55°). De kroonlijsthoogte bedraagt max. 4,50 m, de nokhoogte maximaal 9 m.
Het materiaalgebruik voor de woning wordt vastgelegd op baksteen als hoofdmateriaal in een kleurtint in harmonie met de omgeving. Er kunnen enkele kleine accenten in andere materialen verwerkt worden in de gevel.
Op eigen terrein dienen volgens de voorschriften minstens 2 autostaanplaatsen te worden aangelegd en een fietsenstalling à rato van 1 stelplaats/woning + 1stelplaats/slaapkamer (1,50 m²/fiets).
De voortuin kan volgens de voorschriften max. voor 40 % verhard worden ifv oprit en toegang tot de woning en volgens plan maximaal 30 % verhard worden. Voor het overige dient de voortuin een groen karakter te hebben. De aanvraag voorziet daarnaast een carport in te planten in de voortuin met een maximale oppervelakte van 50 m². Voorts zijn geen voorschriften opgenomen.
In de achtertuinstrook is opgenomen dat de verhardingen beperkt moeten zijn tot het strikt noodzakelijke met een maximaal van 25 % van de achtertuinstrook. Reliëfwijzigingen zijn niet toegestaan. Daarnaast is opgenomen dat in de achtertuin ruimte is voor tuinpad, terrassen en wadi. In de tuinzone kan max. 1 bijgebouw met een oppervlakte van 40 m². Het bijgebouw moet ingeplant worden op min. 1 m tov de perceelsgrenzen, tenzij een akkoord gegeven wordt van de aangelanden. Afsluitingen in de tuinzone dienen te bestaan uit paal en draad en mits wederzijds akkoord kan ook een gemeenschappelijke haag in streekeigen groen voorzien worden.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 26 september 2024 tot 25 oktober 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
De Watergroep werd om advies verzocht op 23 september 2024. Op 14 oktober 2024 bracht de adviesinstantie volgend advies uit:
“Advies ACCA
Volledig gunstig advies met voorwaarden
Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaand betaald worden:
○ een forfaitaire kost per bebouwbare kavel;
○ een studiekost per project.
Advies Riopact
Volledig gunstig advies met voorwaarden.
Aquafin werd om advies verzocht op 23 september 2024. De adviesinstantie bracht op 10 oktober 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit.
Proximus werd om advies verzocht op 23 september 2024. Op 9 oktober 2024 bracht de adviesinstantie volgend advies uit:
Proximus voorziet geen uitbreidingen voor de aansluiting van dit project.
Wyre werd om advies verzocht op 23 september 2024. Op 24 september 2024 bracht Wyre onderstaand advies uit:
Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Wyre nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten. Wij vragen om onderstaande voorwaarden op te nemen in de vergunning:
○ Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken.
○ Er werd een offerte opgesteld en ter goedkeuring doorgestuurd naar de aanvrager. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.
Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.a. Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :
Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op het creëren van een bouwlot voor een vrijstaande eengezinswoning in het gedeelte woongebied zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
7.b. Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Meynaerkouter een voldoende uitgeruste openbare weg is.
Uitrustingswerkzaamheden
Voor de uitrusting van de verkaveling is advies gevraagd aan de nutsmaatschappijen. Er is een uitbreiding nodig van het drinkwaternet, van Wyre en vermoedelijk moet wachtaansluiting voor riolering voorzien worden.
In het advies van de Watergroep is opgenomen dat het verkoopbaarheidsattest pas afgeleverd kan worden nadat voldaan is aan alle voorwaarden opgelegd door de Watergroep.
In het advies van Riopact is opgenomen dat de gemeente/stad een verkoopbaarheidsattest zal afleveren nadat de verkavelaar kan aantonen dat hij/zij heeft voldaan aan alle financiële en contractuele verplichtingen opgelegd door Riopact. Dit wil zeggen dat er voor ieder gerealiseerd perceel een wachtaansluiting en indien van toepassing een grachtinbuizing gerealiseerd en betaald moet zijn.
Dit dient bijgevolg als voorwaarde opgenomen te worden bij afgifte van de vergunning.
Rooilijnplan
Palend aan en binnen de contour van het verkavelingsplan is een buurtweg aanwezig. Op de Atlas der Buurtwegen van 1841 werd deze weg benoemd als ‘Sentier n° 56’. De buurtweg n° 56 vormt een verbinding tussen de Bontestierstraat en de Breestraat.
Reeds geruime tijd is deze buurtweg (thans gemeenteweg) in onbruik geraakt, zodoende er de facto geen trage verbinding meer aanwezig is. Deze gemeenteweg is ook niet meer zichtbaar op het terrein. Toch is het wenselijk dit gedeelte van de buurtweg te verplaatsen om een mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding tussen de Bontestierstraat en de Breestraat niet te hypothekeren.
De aanvrager van de verkaveling voorziet de buurtweg op het te verkavelen gedeelte als volgt te verleggen:
Ter hoogte van het nieuw te verkavelen lot 3 en van de eigendom Waregemstraat 204 (lot 2) wordt een nieuwe aftakking gemaakt op de bestaande (onzichtbare) sentier. Ter hoogte van de westelijke grens van lot 2 wordt de nieuwe aantakking voorzien langs de grens tussen het woongebied en het landschappelijk waardevol agrarisch gebied, met een breedte van 1,50 m en dit op het gedeelte woongebied. Ter hoogte van de oostelijke grens van het lot 3 wordt dan opnieuw aangesloten op de bestaande sentier richting Breestraat.
Gezien het publieke karakter van de trage verbindingen is bij het dossier bijgevolg een ontwerp gemeentelijk rooilijnplan toegevoegd (6-Rooilijnenplan.pdf), opgemaakt door landmeter-expert Koen Roelandt dat voldoet aan de decretale eisen van artikel 16 § 2 en 3 van het decreet houdende de gemeentewegen. Overeenkomstig § 3, punt 1 van dit artikel is geen minwaarde regeling opgenomen, omdat de beide gemeentewegen (zowel de bestaande als de verlegde) gelegen zijn op percelen van dezelfde eigenaars.
In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen kan de verplaatsing van de rooilijn als volgt gemotiveerd worden:
○ Het algemeen belang wordt niet geschonden gezien de feitelijke toestand van de in onbruik geraakte gemeenteweg.
○ Door het verplaatsen van een gedeelte van de gemeenteweg wordt het later mogelijk terug een trage verbinding te creëren tussen de Bontestierstraat en de Breestraat.
○ Door de verlegging van de buurtweg aan de achterzijde van de nieuw te bouwen woning blijft het zicht op het achterliggend open landschap behouden voor de toekomstige gebruikers van de trage weg.
○ De motivatie in het kader van de gedeeltelijke verplaatsing werd hierboven reeds uiteengezet.
○ Door de verplaatsing wordt voorzien in de mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding.
○ Aangezien de bestaande buurtweg in onbruik is voor het gedeelte in het plangebied van de verkaveling wordt er met de verlegging niet geraakt aan de ontsluiting van aanpalende percelen. Er werd duidelijk onderzocht dat ieder perceel nog kan ontsluiten.
○ In het kader van de verplaatsing wordt niet geraakt aan de verkeersveiligheid.
○ De gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg 'buurtweg nr. 56' heeft geen impact op het wegennet van naburige gemeenten gezien de ruime afstand tot de gemeentegrenzen.
○ Het onbruik van de te verplaatsen gemeenteweg staat vast, wat met zich meebrengt dat de actuele functie van deze weg zo goed als onbestaande is.
○ Door de verplaatsing van de gemeenteweg wordt voorzien in de mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding waardoor een toekomstige functie voor trage weggebruikers een mogelijkheid is.
Bijgevolg is een rooilijnplan, opgemaakt door landmeter-expert Koen Roelandt, gevoegd bij het dossier. De gemeenteraad nam in zitting van 28 november 2024 volgend besluit:
‘Artikel 1
De gemeenteraad besluit het gemeentelijk rooilijnplan betreffende de verlegging van een deel van de gemeenteweg 'buurtweg nr. 56' in en palend aan het plangebied van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van een perceel voor 1 lot voor woningbouw met verlegging van een deel van de bestaande buurtweg nr. 56 op een perceel gelegen Meynaertkouter / Waregemstraat, kadastraal bekend: afdeling 1, sectie B, nummers 183S, 183R en 183T zoals aangeduid op het rooilijnplan (6-Rooilijnenplan.pdf), goed te keuren.’
7.c. Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha).
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
Aangezien er geen nieuwe wegenis aangelegd wordt, moeten er in de verkaveling geen collectieve voorzieningen geïnstalleerd worden. Per lot zal voldaan moeten worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. In de voorschriften is opgenomen dat nieuwe verhardingen maximaal waterdoorlatend moeten zijn en is eveneens op het plan een zone voor infiltratie voorzien. Deze bepalingen zijn belangrijk ikv de watertoets.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is.
7.d. Mer-screening
De bouwaanvraag valt onder het toepassingsgebied van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december, meerbepaald rubrieknummer 10b stedelijke ontwikkeling.
In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit).
De mer-screening wordt toegevoegd in de voorbehouden velden in het omgevingsloket.
Hierbij werden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.
7.e. Natuurtoets
Niet van toepassing.
7.f. Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.g. Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.h. Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.i. Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.j. Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het verkavelen van een perceel. Lot 3 wordt voorzien in functie van een eengezinswoning met mogelijke nevenfunctie van kantoor, dienstverlening, vrij beroep met een maximaal percentage van 40 % nevenfunctie. De ontsluiting van het lot gebeurt via de Meynaertkouter. In de Meynaertkouter zijn nevenfuncties toegelaten tot maximaal 30 % van de vloeroppervlakte. Daarnaast zijn in de verkaveling Meynaertkouter ook alle vrijgestelde functiewijzigingen mogelijk (tot maximaal 100 m² vloeroppervlakte en kleiner dan de hoofdfunctie wonen) gezien de verkaveling ouder is dan 15 jaar.
Gezien de verkaveling zich ent op de Meynaertkouter is het wenselijk ook de bepalingen inzake nevenfuncties af te stemmen op de directe omgeving. Bijgevolg is het wenselijk in de voorwaarden op te nemen dat de nevenfuncties maximaal 30 % van de vloeroppervlakte kunnen innemen met een maximum van 100 m².
Inplanting en ruimtegebruik:
De woning wordt ingeplant in de oksel tussen de beide bestaande woningen. Door een rechtstreekse ontsluiting te voorzien naar de Meynaertkouter wordt de woning in een eerste bouwlijn ten opzichte van de Meynaertkouter ingeplant. Het bouwkader is voorzien op een voldoende afstand van de naastliggende en voorliggende woningen alsook op een voldoende afstand van het aanpalend agrarisch gebied.
De voorschriften voorzien een inplanting van een carport in de voortuinstrook. Echter is het bouwkader waarbinnen de woning opgetrokken kan worden voldoende groot (374,21 m²) om ook een carport of inpandige garage in deze zone te voorzien. In functie van compact bouwen, het maximaal groene karakter van de voortuin en het beperken van inname van onbebouwde ruimte is een inplanting van de carport in de voortuinstrook niet wenselijk. Dit dient uit de voorschriften geschrapt te worden.
De voorschriften voorzien een inplanting van een bijgebouw in de achtertuinstrook op een afstand van 1 m van de perceelsgrenzen. Aangezien het perceel paalt aan het landschappelijk waardevol agrarisch gebied met bij uitbreiding het natuurgebied ‘Bonte Os’ is het wenselijk om ten opzichte van de achterperceelsgrens en de westelijke zijperceelsgrens een grotere onbebouwde zone dan 1 m te voorzien teneinde een onbebouwde, groene overgang mogelijk te maken naar de open ruimte en op die manier bij te dragen aan een kwalitatieve landschappelijke randafwerking. Ook loopt doorheen het perceel van west naar oost een ondergrondse inname van Aquafin waarop niet gebouwd kan worden. Een bijgebouw dient ingeplant te worden tussen de woning en deze zone van ondergrondse inname en op minstens 5 m van de westelijke zijperceelsgrens.
Bouwvolume en gabarit:
Het bouwvolume van de woning kan maximaal bestaan uit 1 bouwlaag met hellend dak. Dit gabarit sluit in grote lijnen aan bij het gabarit uit de omgeving.
De voorschriften voorzien hiertoe een kroonlijsthoogte tot 4,50 m. Een kroonlijsthoogte van 4,50 m is echter te ruim gedimensioneerd voor 1 bouwlaag. Binnen deze kroonlijsthoogte is anderhalve bouwlaag mogelijk wat niet aansluit bij de omgeving. Gangbaar wordt voor 1 bouwlaag een kroonlijsthoogte van 3,50 m gehanteerd. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde.
Daarnaast is in de voorschriften opgenomen dat in de achtertuin een bijgebouw mogelijk is met een oppervlakte van maximaal 40 m². De hoogte van het bijgebouw is niet nader omschreven. Conform het vrijstellingsbesluit is de maximale hoogte van een bijgebouw vastgelegd op 3,50 m. Het is wenselijk deze bepaling toe te voegen aan de voorschriften.
Verschijningsvorm:
De voorschriften voorzien dat de woning wordt opgetrokken in duurzame, esthetisch verantwoorde materialen. Dit voorschrift voorziet voldoende garanties dat de nieuw te bouwen woning geïntegreerd kan worden in de directe omgeving.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
Ten gevolge van de geplande werken kan een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen. De voorschriften voorzien minstens 2 autostaanplaatsen op private grond en eveneens voldoende fietsvoorzieningen voor de eigen behoefte. Met betrekking tot nevenfuncties is niets opgenomen. Het is belangrijk om ook, indien een nevenfunctie voorzien wordt, hiervoor op eigen terrein voldoende parkeerplaats aan te bieden dit om parkeerdruk in de directe omgeving te vermijden. Dit wordt opgelegd in de voorwaarde.
Groen- en omgevingsaanleg:
Het perceel is ruim om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen en paalt grotendeels aan het open landschap van de Bonte Os. Vooral het gedeelte ten zuidwesten van de ondergrondse innamezone van Aquafin, vormt de zone die de overgang maakt naar de Bonte Os en de open ruimte. In de voorschriften is opgenomen dat de achtertuinstrook maximaal voorzien moet worden van beplanting en bezaaiing. Teneinde de bouwkavel maximaal te integreren in dit open landschap is het wenselijk dat deze zone (ten zuidwesten van de ondergrondse inneming) ecologisch waardevol ingericht wordt. Dit kan door de aanplant van bijvoorbeeld kleine landschapselementen zoals gemengde haag of heg, knotwilgen, poel, etc. Om voldoende garanties te hebben van de ecologische inrichting is het wenselijk dat een inrichtingsplan van de tuinzone deel uitmaakt van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het bouwen van de woning zodat dit op dat moment door de bouwheer verder uitgewerkt kan worden en door de vergunningverlener mee beoordeeld kan worden.
Ten opzichte van de Meynaertkouter is ook een ruime voortuin voorzien. Ook in de toelichting bij de voorschriften van de voortuin wordt veel nadruk gelegd op het groene karakter van de tuinzone. Echter is dit moeilijk te realiseren als in de voortuin nog eens een carport van 50 m² voorzien wordt (zie ook bij ruimtegebruik uitsluiting van de carport). Anderzijds wordt ook vastgesteld dat er in de voorschriften een tegenstrijdigheden staat ivm de voortuinverharding. Op het verkavelingsplan is opgenomen dat maximaal 30 % van de voortuinstrook verhard kan worden terwijl in de voorschriften opgenomen is dat dit maximaal 40 % kan bedragen. Gezien het landelijk karakter van de omgeving en de grootte van de voortuinstrook is een verharding van 30 % voldoende om de toegang naar de woning te verzekeren en nog een extra parkeerplaats te kunnen aanleggen.
Conclusie
Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§ 2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.k. Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.l. Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.m. Bespreking adviezen
Alle uitgebrachte adviezen hebben betrekking op de uitrustingswerkzaamheden voor de nutsvoorzieningen en werden behandeld in het punt 7.2
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Dirk Demeurie wonende Waregemstraat 202 te 8540 Deerlijk en de heer Jasper Demeurie wonende Waregemstraat 204 te 8540 Deerlijk, voor het verkavelen van een perceel voor 1 lot voor woningbouw, op een perceel gelegen Waregemstraat 202 en 204 en te ontsluiten via Meynaertkouter en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 182 E, (afd. 1) sectie B 183 T, (afd. 1) sectie B 183 S en (afd. 1) sectie B 183 R , mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● De voorschriften als volgt te wijzigen
○ De nevenfuncties kunnen maximaal 30 % van de vloeroppervlakte innemen met een maximum van 100 m².
○ Een eventuele carport kan niet opgetrokken worden in de voortuinstrook maar dient gekoppeld te worden aan de woning en ingeplant te worden in het bouwkader.
○ Een bijgebouw dient ingeplant te worden tussen de woning en de zone van ondergrondse inname en op minstens 5 m van de westelijke zijperceelsgrens.
○ De kroonlijsthoogte voor de woning kan maximaal 3,50 m bedragen.
○ De maximale hoogte van een vrijstaand bijgebouw is beperkt tot 3,50 m.
○ Indien een nevenfunctie voorzien wordt dient hiervoor op eigen terrein voldoende parkeerplaats aangeboden te worden.
○ In de voortuinstrook is een verharding van maximaal 30 % toegelaten.
○ De zone ten zuidwesten van de ondergrondse inneming moet als overgang naar het open landschap ecologisch waardevol ingericht worden. Dit kan door de aanplant van bijvoorbeeld kleine landschapselementen zoals gemengde haag of heg, knotwilgen, poel, etc. Om voldoende garanties te hebben van de ecologische inrichting moet een inrichtingsplan van de tuinzone deel uitmaken van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het bouwen van de woning.
● Alle voorwaarden en aanbevelingen uit het advies van Riopact, Aquafin en van de Watergroep dienen nageleefd te worden.
● Het verkoopbaarheidsattest zal pas afgeleverd worden nadat de verkavelaar voldaan heeft aan alle financiële en contractuele verplichtingen opgelegd door Riopact en na voorlegging van een attest door de Watergroep.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.21. OMV 2024_114 - Vichtesteenweg 76 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen en exploiteren van snellaadstation, op een perceel gelegen Vichtesteenweg 76 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 603 L en (afd. 1) sectie B 603 K aangevraagd door Tuur De Coninck namens Fastned België BV gevestigd Martelaarslaan 21/0302 te 9000 Gent.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 19 februari 2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● De helderheid van de verlichting dient instelbaar en automatisch inpasbaar te zijn aan het omgevingslicht.
● De hoogte van de omheining met klimplanten kan maximaal 2 m bedragen.
● De onderbeplanting van de voorziene groenzone dient te bestaan uit een mix van lage en middelhoge beplanting.
● De 3 hoogstammige bomen moeten bomen van 2e categorie zijn.
● Alle groen dient aangeplant te worden tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, RUP Oosthoek, goedgekeurd op 7 april 2016 met als bestemming zone voor kleinhandel.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005.
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 februari 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een autogarage.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 juni 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een pompeiland met 2 verdeelpompen en 1 verlichte luifel.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 april 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een toonzaal met woonst.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 juli 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een luifel op 2 steunpunten en verplaatsen van de 2 elektrische verdeelpompen.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 april 1978 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van 2 lichtreclames.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 juli 1988 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de toonzaal in het garagebedrijf.
Relevante milieuvergunningen
Volgende pré-Vlarem of ARAB vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● ARAB vergunning afgeleverd op 15 juli 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbaten van een autoherstelplaats.
● ARAB vergunning afgeleverd op 8 september 1977 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een garage- en autoherstelwerkplaats.
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Milieuvergunning afgeleverd op 17 februari 1999 door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een autowerkplaats.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 14 november 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor de overname van de exploitatie op de Vichtesteenweg 55 van Pedro Vienne door Garage Vienne.
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 25 september 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor de actualisatie van de vergunningstoestand en aangifte van een kleinhandelsactiviteit.
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 7 juli 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het optrekken van een loods als uitbreiding van een werkplaats bij een bestaande autogarage.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van +/- 1127 m² en is gelegen langs de Vichtesteenweg op ongeveer 800 m ten zuidoosten van de kern van Deerlijk. De Vichtesteenweg is een voldoende uitgeruste gemeenteweg die bestaat uit een dubbelrichtingsstraat met deels vrijliggende en deels aanliggende fietspaden.
Het perceel is verhard met asfalt en ingericht als parkeerplaats voor tweedehands wagens. Het merendeel van het perceel is afgeschermd met een zwarte draadafsluiting, een ander deel wordt omheind door een afsluiting bestaande uit keien in staalnet.
De omgeving heeft een vrij stedelijke karakter en wordt gekenmerkt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. Het wonen in de omgeving bestaat uit grondgebonden eengezinswoningen. De aanvraag bevindt zich in de nabijheid van het op- en afrittencomplex van de E17 industriezone De Spijker, die gekenmerkt wordt door bedrijvigheid.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de bestaande verharding en bebouwing op het perceel te slopen, een MS cabine en snellaadpalen te plaatsen, incl. noodzakelijke verharding voor de toegankelijkheid ervan. Het te slopen gebouw bevindt zich op de achterste perceelsgrens en is vrijstaand. De MS cabine betreft een prefabcabine in olijfgroen zichtbeton, ingepland op min. 1,64 m en max. 3,43 m tov de zuidwestelijke perceelsgrens. De cabine wordt opgetrokken met plat dak en een kroonlijsthoogte van 2,80 m. De verharding wordt voorzien in waterdoorlatende klinkers.
Aanvullend wenst de aanvrager een overkapping te voorzien ter hoogte van de snellaadpalen en wenst hij een totem te plaatsen. De overkapping boven de 4 snellaadpalen (8 snellaadpunten) bestaat uit modules met een getrapte V-vorm, steunend op een centrale houten kolom. Het dak bestaat uit stalen frames ingevuld met glaspanelen die geïntegreerde zonnecellen bevatten. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,15 m, de nokhoogte maximaal 7,15 m.
In de achteruitbouwstrook wordt een totem en signalisatie aangelegd met een hoogte van 6m, een overkraging van 1,6m en een vrije hoogte van 3,6m. De totem wordt intern verlicht. De achteruitbouwzone wordt zo ingericht dat er een verharde inrit met een breedte van 6,4m en een uitrit met een breedte van 7,30m. De bestaande uitrit blijft behouden en zal tevens gebruikt worden als ontsluiting van het achterliggende perceel. Tussen de in- en uitrit wordt een groenstrook aangelegd langs de rooilijn. Op de achterste perceelsgrens wordt een draadomheining met klimbeplanting voorzien. De hoogte is niet af te lezen op het plan. De andere beplanting bestaat uit gras in combinatie met lage vegetatie en bomen.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft betrekking op de exploitatie van een nieuwe klasse 2 inrichting, nl. een snellaadstation voor elektrische voertuigen. Als enige ingedeelde inrichting of activiteit wordt een transformator van 1.600 kVA aangevraagd onder rubriek 12.2.2°. De transformator zal conform zijn aan alle geldende normen en wordt aangesloten naar de Synergrid C2/112 voorschriften. In de MS-cabine wordt ook alle schakel-apparatuur voor de verlichting, camera's e.d. gehuisvest.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
12.2.2° | Fastned is een onderneming die instaat voor de bouw en exploitatie van snellaadstations voor elektrische voertuigen. Het nieuwe laadstation voorziet 8 laadplaatsen aangesloten op 4 laders van elk 400kW. De nieuwe ingedeelde inrichting heeft betrekking op de voedingstransformator in de middenspanningscabine. Het laadstation heeft een maximaal operationeel vermogen van 1600 kW. De MS-cabine wordt gedimensioneerd op een transformator van 1600 kVA + load balancing. De transformator is conform aan alle geldende normen en worden aangesloten naar de Synergrid C2/112 voorschriften. In de MS-cabine wordt ook alle schakel-apparatuur voor de verlichting, camera's e.d. gehuisvest. (Nieuw) | 1600 kVA | 2 |
4. Gewijzigde PIV – wijzigingsverzoek en administratieve lus
In navolging van het uitgebrachte ongunstig advies van de Watergoep - Riopact werd een wijzigingsverzoek aanvaard op 27 november 2024. Nieuwe adviesvragen werden uitgestuurd via het omgevingsloket.
Teneinde de adviestermijn te kunnen waarborgen en het dossier verder te kunnen behandelen werd op 27 november 2024 een administratieve lus toegepast waardoor de beslissingstermijn met 60 dagen verlengd werd.
5 Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 4 oktober 2024 tot 2 november 2024. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.
6. Adviezen
Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 13 november 2024. De adviesinstantie bracht op 2 oktober 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Voor zover wordt voldaan aan de algemene reglementering en normeringen is het advies gunstig
De Watergroep werd een eerste keer om advies verzocht op 13 november 2024. De adviesinstantie bracht op 29 oktober 2024 een ongunstig advies uit. Daaropvolgend werden de plannen aangepast (PIV3). De Watergroep werd op 21 december 2024 een tweede keer om advies verzocht. Dat advies is gunstig en wordt als volgt gemotiveerd:
De tekortkomingen zijn in de aangepaste projectvoorstelling opgelost. In de documenten ‘VERORDENING_HEMELWATER’, ‘BA_0_I_N_01_inplanting NT-32.074-20240826’ en ‘BA_0_I_N_02_hemelwaterverordening-32.074-20240723’ wordt vermeld dat er een totale infiltratieoppervlakte van 29,2 m² en een infiltratievolume van 8.660 liter wordt voorzien. De infiltratievoorzieningen zijn onderling verbonden.
Het omliggende maaiveld bevindt zich op een hoogte van 14,84 m-TAW. De overloop naar de openbare ruimte wordt gerealiseerd via een elleboogstuk, waarvan de opening zich bevindt op 14,79 m-TAW. De bodem van de infiltratievoorzieningen ligt op 14,39 m-TAW, wat betekent dat de infiltratievoorzieningen beide een diepte van 40 cm hebben.
7. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
8. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
8.1 Planologische toets
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:
Plan schrijft voor: | ontwerp voorziet: |
Zone 4: max. bouwhoogte gebouwen: 6m
Overdruk 12: verplichte bouwlijn – voorgevel van het gebouw, op alle verdiepingen moet op de voorbouwlijn worden geplaatst | Max. nokhoogte 7,15m
Het overkragende deel van de luifel overschrijdt de bouwlijn |
Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de bestemming kleinhandel, diensten en/of kantoren mogelijk zijn, de maximale terreinbezetting van de gebouwen van 70% niet overschreden wordt, er geen parkeernood is, er niet gestapeld wordt en er slechts 1 reclamepaneel voorzien wordt met een maximale hoogte van 6m.
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De afwijking heeft betrekking op bouwhoogte en inplanting zodat een afwijking overwogen kan worden.
De afwijking heeft betrekking op de hoogte van de constructie. De afwijking is te motiveren aangezien de afwijking beperkt is en de hoogte in overeenstemming is met andere constructies in de directe omgeving. De inplanting van de constructie is op voldoende afstand van de perceelsgrenzen voorzien, waardoor er geen hinder mogelijk is voor de aanpalende percelen. Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren geformuleerd waardoor de afwijking toegestaan kan worden.
De 2de afwijking heeft betrekking op de inplanting van de overkapping. De afwijking is te motiveren aangezien de afwijking beperkt is en de inplanting in overeenstemming is met andere constructies in de directe omgeving. De afwijking heeft betrekking op een overkapping en de inplanting van de constructie is bijgevolg voldoende hoog, waardoor er geen hinder mogelijk is voor het doorgaand verkeer. Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren geformuleerd waardoor de afwijking toegestaan kan worden.
8.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vichtesteenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
8.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha).
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.
De dakoppervlakte watert af naar een infiltratievoorziening met een volume van 29,2 liter en een referentieoppervlakte van 8.660 m² en een diepte van 0,40 m. Het perceel wordt grotendeels verhard, en 240m² wordt overkapt. De verharding is waterdoorlatend. Gezien de aanvraag een snellaadstation voor elektrische wagens betreft, is er geen mogelijkheid tot hergebruik van hemelwater. Hierdoor wordt een afwijking aangevraagd op de verordening. Deze afwijkingsvraag is, gezien de ruime infiltratievoorziening en het gebrek aan herbruik aanvaardbaar.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
8.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
8.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
8.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
8.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
8.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Bodem
De transformator bevat olie, en kan dus een potentiële emissiebron naar de bodem zijn. De transformator wordt conform AREI boek 3 + Synergrid C2/112 voorzien van een olieopvangbak uit onbrandbaar materiaal. Er wordt een opvangbak van 1.200 liter uit gegalvaniseerd staal met poedercoating voorzien met afmetingen 228 x 118 x 50 cm.
Mobiliteit
Bestuurders van elektrische wagens zullen de locatie bezoeken om hun wagen op te laden. Dit zal een beperkte toename van de mobiliteit creëren. Uit de gegevens van Fastned blijkt dat een laadstation gemiddeld 3 bezoekers per uur aantrekt tussen 12u en 18u en 1 bezoeker per uur om 8u ’s ochtends en om 20u ’s avonds. Tijdens de nachtperiode genereert het laadstation bijna geen bezoekers. De toename van de bestaande verkeersstroom is dus zeer beperkt. Ook in een toekomstig scenario van elektrificatie, waarin het laadstation frequenter gebruikt zal worden, wordt geen noemenswaardig effect op de verkeersstroom van de Vichtesteenweg (N36e) verwacht, aangezien het laadstation maximaal 8 plaatsen aanbiedt.
Geluid en trillingen
Tijdens de bouwfase (ca. 2 maanden) kan er geluid en trillingen ontstaan. De bouwwerken zullen zich beperken tot de daguren, waardoor de avond- en nachtrust niet verstoord wordt. Na de werken wordt geen geluidshinder verwacht. Elektrische wagens genereren amper geluid.
Zware ongevallen of rampen
Een technisch defect aan de middenspanningscabine kan doorslag tot gevolg hebben. Dit betreft een standaardrisico dat gelijk is voor elke middenspanningscabine. De cabine wordt ingericht volgens de geldende veiligheidsvoorschriften (Synergrid) en gekeurd alvorens in gebruik te stellen. Het dak van de cabine is bovendien losliggend, waardoor drukontwikkeling en ontploffingen steeds naar boven toe worden afgeleid om de omgeving te vrijwaren van schade.
Een ander risico eigen aan de inrichting is een brandend elektrisch voertuig. Op zowel de middenspanningscabine als de laders én wagens zitten diverse veiligheidsmechanismen ingebouwd die een laadsessie zullen onderbreken in geval van een defect. Bovendien zijn de laadkabels van snelladers watergekoeld en worden deze periodiek onderhouden waardoor de operabiliteit en veiligheid gegarandeerd zijn. De industriële elektriciteitsvoorzieningen zijn correct gedimensioneerd voor de gebruikte apparatuur. In thuisomgevingen is dit vaak niet het geval, met incidenten met wagens, e-steps of e-bikes tot gevolg. In geval van een brandend voertuig kan het blusapparaat uit de wagen aangewend worden voor een eerste bluspoging.
Conclusie milieuaspecten
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
8.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het inrichten van een snellaadstation voor elektrische voertuigen en bijhorende infrastructuur. Deze functie is passend in de onmiddellijke nabijheid van de N36 die een drukke verbinding vormt tussen Anzegem en Harelbeke en in de directe nabijheid van het op- en afrittencomplex van de E17.
Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:
De inplanting en het volume van de overkapping, de MS cabine en de totem zijn in overeenstemming met de bestaande infrastructuur uit de omgeving, waaronder de verschillende tankstations in de directe omgeving.
De inplanting van de volumes worden op voldoende afstand tov perceelsgrenzen voorzien zodat er geen hinder veroorzaakt wordt naar de aanpalende percelen.
De overkapping heeft een specifieke vormgeving, nl. een V-vorm. Deze vormgeving vindt zijn oorsprong in de herkenbaarheid en standaardisering van het snellaadstation. Deze specifieke vormgeving is niet storend en heeft een tijdloze architecturale vormgeving waardoor het integreerbaar is in de directe omgeving.
De totem wordt verlicht. Deze mag de weggebruiker niet verblinden. Hierdoor wordt als voorwaarde opgelegd dat de helderheid van de verlichting instelbaar en automatisch inpasbaar moet zijn aan het omgevingslicht.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
Ten gevolge van de geplande werken kan een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen. Gezien de functie het snelladen van elektrische voertuigen betreft en er geen commerciële functie voorzien wordt, is er geen nood aan parkeerruimte.
Groen- en omgevingsaanleg:
Achteraan en rechts van het perceel wordt groen aangeplant. Deze bestaat uit 3 hoogstammige bomen, een draadomheining met klimplanten en onderbeplanting. De hoogte van de te voorziene omheining wordt niet meegegeven. Als voorwaarde wordt opgelegd dat de omheining met klimbeplanting een maximale hoogte kan hebben van 2m.
De inrichting van de groenzone draagt bij tot de algemene aanblik van het straatbeeld, de goede waterhuishouding en de biodiversiteit. Gezien er geen beplantingsplan opgenomen is, wordt opgelegd dat de onderbeplanting dient te bestaan uit een mix van lage en middelhoge beplanting. De 3 hoogstammige bomen dragen bij tot de algemene groene aanblik. De hoogstammige bomen dienen van 2e categorie te zijn. Alle groen dient aangeplant te worden tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.
Conclusie
Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
8.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
8.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
8.13 Bespreking adviezen
Hulpverleningszone Fluvia
Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.
De Watergroep
Het advies is gunstig en wordt integraal overgenomen.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
○ Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Tuur De Coninck namens Fastned België BV, gevestigd Martelaarslaan 21/0302 te 9000 Gent, voor het bouwen en exploiteren van snellaadstation, op een perceel gelegen Vichtesteenweg 74+ en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 603 L en (afd. 1) sectie B 603 K, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● De helderheid van de verlichting dient instelbaar en automatisch inpasbaar te zijn aan het omgevingslicht.
● De hoogte van de omheining met klimplanten kan maximaal 2 m bedragen.
● De onderbeplanting van de voorziene groenzone dient te bestaan uit een mix van lage en middelhoge beplanting.
● De 3 hoogstammige bomen moeten bomen van 2e categorie zijn.
● Alle groen dient aangeplant te worden tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.
Artikel 2
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
12.2.2° | Fastned is een onderneming die instaat voor de bouw en exploitatie van snellaadstations voor elektrische voertuigen. Het nieuwe laadstation voorziet 8 laadplaatsen aangesloten op 4 laders van elk 400kW. De nieuwe ingedeelde inrichting heeft betrekking op de voedingstransformator in de middenspanningscabine. Het laadstation heeft een maximaal operationeel vermogen van 1600 kW. De MS-cabine wordt gedimensioneerd op een transformator van 1600 kVA + load balancing. De transformator is conform aan alle geldende normen en worden aangesloten naar de Synergrid C2/112 voorschriften. In de MS-cabine wordt ook alle schakel-apparatuur voor de verlichting, camera's e.d. gehuisvest. (Nieuw) | 1600 kVA | 2 |
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.22. OMV 2024_143 - Kerkstraat 208 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de woning en bouwen bijgebouw, op een perceel gelegen Kerkstraat 208 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 378 Y, aangevraagd door Martijn Buyse - Laura Buysse met als contactadres Kerkstraat 208 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 19 februari 2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● De achtergevel van het bijgebouw ligt op maximaal 49 m van de rooilijn (1m van de grens met het agrarisch gebied).
● De verharding langs de linkerzijgevel, de achtergevel en de rechtergevel tot aan de achterste deuropening van het bijgebouw wordt uitgesloten van vergunning.
● De verharding rechts van de woning wordt uitgesloten van vergunning
● De circulatieruimte voor het bijgebouw wordt aangelegd in waterdoorlatende verharding.
● Het toegangspad naar de garage wordt als karrespoor aangelegd waarbij de minimale onverharde afstand tussen 2 sporen 0,80m bedraagt.
● Op de linker perceelsgrens in de achteruitbouwstrook wordt een haag aangeplant.
● De poort op de rooilijn wordt uitgesloten van vergunning.
● In de voortuin wordt een hoogstammige boom aangeplant van 3e categorie.
● Alle groenaanplant wordt voorzien tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.
● Het bijgebouw dient af te wateren in een bovengrondse infiltratievoorziening gedimensioneerd conform de hemelwaterverordening.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied met landelijk karakter. De laatste 4,5m van het perceel bevindt zich in agrarisch gebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 13 juli 1993 (dossiernummer 19938).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Dde verkavelingsvoorschriften zijn van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 oktober 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage achter een later te bouwen woning.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante verkavelingsvergunningen
Volgende verkavelingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Verkavelingsvergunning afgeleverd op 13 juli 1993 door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van een stuk grond in 3 loten.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 18 maart 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning en een vrijstaand bijgebouw. Deze vergunning werd slechts gedeeltelijk uitgevoerd, voor de niet-uitgevoerde elementen uit de aanvraag is de vergunning vervallen.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 980 m² en is gelegen langs de Kerkstraat op ongeveer 1 km ten noordoosten van de kern van Sint-Lodewijk. De Kerkstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het perceel is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning bestaande uit één bouwlaag en een hellend dak. De woning is ingeplant op 11 m van de rooilijn, heeft een breedte van 12 m en een diepte van 11,2 m. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,10 m en de nokhoogte is 8 m. De woning bevindt zich op 3 m van de zijperceelsgrenzen en op +/- 32,5m van de achterste perceelsgrens.
Voor de woning werd een parking incl. toegang tot de voordeur voorzien tot op de rooilijn voor twee wagens met een breedte van 9 m en een diepte van 6.5 m. Links van de woning is een oprit aangelegd tot aan de achtergevel van de woning met een breedte van 2,5 m en een groenstrookje van 0,50m. De omgeving is een landelijke, agrarische omgeving met een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het uitbreiden van een bestaande eengezinswoning en het heraanvragen van een reeds eerder vergund bijgebouw en bijhorende verharding. De uitbreiding bevindt zich achteraan de woning op 3 m van de linkerperceelsgrens, op 10,10 m van de rechterperceelsgrens en op 26,7 m van de achterste perceelsgrens. De uitbreiding heeft een breedte van 4,9 m, een diepte van 5,6 m, een kroonlijsthoogte van 3,4 m en wordt uitgevoerd met een plat dak. De uitbreiding wordt uitgevoerd in dezelfde rode gevelsteen als de woning met grijs groene aluminium ramen. Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkom, berging, toilet, badkamer, twee slaapkamers, bureau, wasruimte, leefruimte, eetruimte en keuken.
Achteraan het perceel wordt opnieuw een vergunning aangevraagd voor een bijgebouw. Dit bijgebouw heeft een breedte van 5,9 m, een diepte van 10,15 m, een kroonlijsthoogte van 3,5 m en wordt uitgevoerd met een plat dak. Het bijgebouw bevindt zich op 2 m van de linkerperceelsgrens, op 10,10 m van de rechterperceelsgrens, op 4,5 m van de achterste perceelsgrens en op 17,65 m van de achtergevel van de woning. Het bijgebouw zal met dezelfde rode gevelsteen worden uitgevoerd als het hoofdgebouw. In de voorgevel van het bijgebouw wordt een poort geplaatst met een breedte van 3,84 m. In de rechter gevel wordt een raam geplaatst met een breedte van 3,20 m en op een hoogte van ongeveer 1,60 m. Naast het raam wordt er een deur geplaatst met een breedte van 1,1 m en een hoogte van 2,5 m. Rondom de garage wordt een pad voorzien met een breedte van 1m. Binnen de aanvraag wordt een verlenging van de bestaande oprit voorzien. De oprit zal uitgebreid worden met een oppervlakte van ongeveer 32 m². Voor de garagepoort wordt een oppervlakte van 42 m² verhard. De verharding van de oprit en voor het bijgebouw worden voorzien in niet-waterdoorlatend materiaal dat afwatert in de naastliggende groenzone.
In de tuinzone bevindt zich reeds een oprit tot aan de achtergevel van de woning. Voor de woning werd een oprit aangelegd met voldoende ruimte om wagens te parkeren. Achteraan de woning werd een terras aangelegd. Rondom de woning is daarbij een pad aangelegd.
Er wordt vastgesteld dat de inrichting van de voortuinstrook afwijkt van de vergunde toestand.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 25 november 2024 tot 24 december 2024. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling.
De eigendom is gelegen binnen de grenzen van de goedgekeurde niet-vervallen verkaveling zoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 13 juli 1993 (dossiernummer 19938).
De aanvraag voldoet aan de voorzieningen van de verkaveling wat de woning betreft. De aanvraag beantwoordt niet aan de voorschriften voor wat het bijgebouw betreft. De kroonlijsthoogte binnen de aanvraag is 3,50 m, terwijl het maximum in de verkavelingsvoorschriften 2,50 m bedraagt. De oppervlakte van het bijgebouw bedraagt in de aanvraag 60 m², terwijl het maximum in de verkavelingsvoorschriften op 20 m² ligt.
Aangezien de verkaveling meer dan 15 jaar oud is, vormt deze in toepassing van artikel 4.3.1 §1 van de VCRO geen weigeringsgrond meer voor de vergunningverlenende overheid en kan ze bijgevolg als het ware buiten beschouwing gelaten worden mits de aanvraag inpasbaar is in de onmiddellijke omgeving en de goede ruimtelijke ordening gerespecteerd wordt.
De aanvraag dient bijgevolg te worden afgetoetst aan de onderliggende gewestplanbestemming, zijnde aan de voorschriften van woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied.
Gezien de ruime oppervlakte van het perceel en het landelijk karakter van de omgeving is een bijgebouw met dergelijke afmetingen aanvaardbaar binnen de bestemming woongebied met landelijk karakter.
Er wordt achter het bijgebouw, in de bestemmingszone agrarisch gebied verharding voorzien. Hiervoor is geen juridische basis en wordt deze verharding uitgesloten van vergunning.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kerkstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha).
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
De dakoppervlakte watert af naar een bestaande hemelwaterput van 20 000 liter. De hemelwaterput heeft een overloop naar een ondergrondse infiltratievoorziening met een volume van 5 000 liter. Door de uitbreiding aan te sluiten op de ondergrondse infiltratieput wijkt de aanvraag af van de gewestelijke verordening inzake hemelwater. Deze schrijft voor om infiltratievoorzieningen bovengronds te plaatsen. Bij de vorige vergunningsaanvraag werd reeds een infiltratieput geplaatst die ruimer gedimensioneerd was dan noodzakelijk. Hierdoor kan men het bijkomende dakoppervlak van de uitbreiding infiltreren in de bestaande infiltratieput.
Gezien het bijgebouw een nieuwe constructie betreft die zich op ruime afstand van de infiltratievoorziening bevindt, is de meest recente hemelwaterverordening van toepassing. Een afwijking op de verordening kan enkel in heel uitzonderlijke gevallen, wat voor het bijgebouw niet het geval is. Als voorwaarde wordt opgelegd dat het bijgebouw dient af te wateren in een bovengrondse infiltratievoorziening.
Het hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens. De verharding wordt niet aangelegd in waterdoorlatende materialen doch watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Echter is het aangewezen dat de nieuwe verharding voorzien wordt in waterdoorlatende verharding. Dat wordt opgelegd als voorwaarde. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning en het bouwen van een bijgebouw in de tuin inclusief de nodige verharding. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze woonomgeving. Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.
Inplanting en ruimtegebruik:
De nieuwe achterbouw wordt gerealiseerd aansluitend op de achtergevel. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.
De achtergevel van het bijgebouw is ingeplant op 50 m van de rooilijn. Dit is de grens van de bestemming agrarisch gebied. Om de mogelijkheden van de agrarische bestemming niet te beknotten, wordt als vuistregel voor de inplanting van alle constructies steeds 1 m afstand gehouden t.o.v. het agrarisch gebied. Daarom wordt dit als voorwaarde opgenomen. Dit werd tevens als voorwaarde opgelegd binnen de eerder afgeleverde vergunning en wordt opnieuw als voorwaarde opgenomen.
Bouwvolume en gabarit:
Het gabarit van het hoofdvolume van de woning blijft grotendeels ongewijzigd. Enkel achteraan de woning wordt een beperkte uitbouw gerealiseerd. De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op die manier tot op 17,8 m gebracht, hetgeen zeker aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. Het perceel is immers voldoende diep, en een dergelijke gelijkvloerse bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe.
Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren, de afstand tot de omliggende bebouwing is ruim, de bouwhoogte is aanvaardbaar en de muren op de perceelsgrens veranderen niet.
Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.
Het bijgebouw heeft een kroonlijsthoogte van 3,50 m en een oppervlakte van 60 m². Gezien de ruime oppervlakte van het perceel is een bijgebouw met dergelijke afmetingen aanvaardbaar.
Verschijningsvorm:
De voorgevel van de woning blijft ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld. De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik (rode gevelsteen) binnen de bestaande bebouwing. Het bijgebouw wordt in hetzelfde materiaal opgetrokken en is bijgevolg ook inpasbaar in de omgeving.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. In de achteruitbouwstrook is meer dan voldoende parkeerruimte aanwezig om in de eigen parkeerbehoefte te voorzien.
Groen- en omgevingsaanleg:
Het ontwerp gaat uit van een bestaande, vergunde en nieuwe toestand. Echter, gezien de vergunning afgeleverd werd op 18 maart 2020 is deze vergunning reeds ruime tijd vervallen en niet meer van toepassing. Sindsdien is de wetgeving en de visie op verharding sterk gewijzigd. Alle niet strikt noodzakelijke verharding wordt op heden in vraag gesteld en zo veel als mogelijk beperkt in functie van ruimte voor water en ruimte voor biodiversiteit. Gezien het ontwerp een nieuwe aanvraag betreft, wordt de aanvraag, vooral wat verharding betreft opnieuw in overweging genomen.
Als algemeen uitgangspunt wordt genomen dat de verharding in de achteruitbouwstrook max. 50% kan bedragen en dat de verharding in de (zij)tuinzone beperkt wordt tot het strikt noodzakelijke.
Niettegenstaande de achteruitbouwstrook niet uitgevoerd werd conform de afgeleverde vergunning, is de verhouding verharding/groen min of meer gelijk gebleven. Gezien de reeds uitgevoerde toestand en de inrichting van de achteruitbouwstrook verhoudingsgewijs gelijk blijft als de vergunde toestand, is deze aanvaardbaar.
In het ontwerp is sprake van een vergunde poort. Gezien deze niet uitgevoerd werd, is geen sprake van een vergunde toestand. Gezien de inrichting van de voortuin een grote invloed heeft op het straatbeeld en het open karakter van een voortuin een bijdrage levert aan de sociale controle en de leefbaarheid in de straat, wordt de poort op de rooilijn uitgesloten van vergunning. Daarenboven wordt, om een bijdrage te leveren aan de beeldkwaliteit van de straat, als voorwaarde opgelegd dat er op de linker perceelsgrens een haag wordt aangeplant en dat er in de voortuin een hoogstammige boom aangeplant wordt van 3e categorie.
Het ontwerp van de buitenruimte voorziet in een terras achteraan de woning met een oppervlakte van 33m², een oprit tot het bijgebouw met een breedte van 2,50m, een manoeuvreerpunt/circulatieruimte van +/- 40m² en verharding met een breedte van 1m rondom de woning en rondom het bijgebouw. Deze verharding wordt volledig in niet-waterdoorlatende materialen voorzien. Een overmaat aan verharding heeft een negatieve impact op de biodiversiteit door het verlies van leefgebied voor planten, dieren en insecten en vermindert de ruimte waar water kan infiltreren, daarnaast beperkt het de kwaliteit van de tuinzone. Daarnaast is het niet wenselijk dat een dergelijke oppervlakte aan verharding wordt voorzien in niet-waterdoorlatende materialen.
De verharding links en achteraan het bijgebouw en de verharding rechts tot aan de achterste deuropening heeft geen toegevoegde waarde en wordt daarom volledig uitgesloten van vergunning. Op de verharding thv de rechter gevel van de woning ontsluiten eveneens geen deuropeningen, is dus ook een niet functionele verharding en wordt uitgesloten van vergunning.
De oprit naar het bijgebouw wordt volledig aangelegd in niet-waterdoorlatende verharding. Teneinde de oppervlakte aan verharding te beperken wordt als voorwaarde opgelegd dat de oprit naar de garage in een karrespoor dient aangelegd te worden. De onverharde zone tussen de 2 sporen heeft een minimale afstand van 0,80m. De circulatieruimte voor de garage dient in waterdoorlatende verharding te worden uitgevoerd.
Conclusie
Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Er werden tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Martijn Buyse - Laura Buysse met als contactadres Kerkstraat 208 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van de woning en bouwen bijgebouw, op een perceel gelegen Kerkstraat 208 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 378 Y, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● De achtergevel van het bijgebouw ligt op maximaal 49 m van de rooilijn (1 m van de grens met het agrarisch gebied).
● De verharding langs de linkerzijgevel, de achtergevel en de rechtergevel tot aan de achterste deuropening van het bijgebouw wordt uitgesloten van vergunning.
● De verharding rechts van de woning wordt uitgesloten van vergunning.
● De circulatieruimte voor het bijgebouw wordt aangelegd in waterdoorlatende verharding.
● Het toegangspad naar de garage wordt als karrespoor aangelegd waarbij de minimale onverharde afstand tussen 2 sporen 0,80 m bedraagt.
● Op de linker perceelsgrens in de achteruitbouwstrook wordt een haag aangeplant.
● De poort op de rooilijn wordt uitgesloten van vergunning.
● In de voortuin wordt een hoogstammige boom aangeplant van 3e categorie.
● Alle groenaanplant wordt voorzien tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.
● Het bijgebouw dient af te wateren in een bovengrondse infiltratievoorziening gedimensioneerd conform de hemelwaterverordening.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.23. OMV 2024_174 - Boshoek 30 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Boshoek 30 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 443 Y3 en (afd. 1) sectie A 443 P4, aangevraagd door Bavo De Maré - Ruth Schouttetens wonende Boshoek 30 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 19 februari 2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● Alle groen dient aangeplant te worden tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.
Volgende stedenbouwkundige last wordt opgelegd
● Aanplant 2 meerstammige bomen in zij- of achtertuin.
● De zone van 26 m² in de zijtuin moet aangeplant worden met streekeigen struiken en heesters.
● Haag van 9 m aan te planten in de achtertuin met een minimale hoogte bij aanplant van 1,25 m.
● De Financiële waarborg voor de stedenbouwkundige lasten luidt als volgt:
○ Conform het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning artikel 77 §1 dient de houder van de vergunning een financiële waarborg aan het lokaal bestuur van Deerlijk te verlenen alvorens met de uitvoering van de vergunning gestart wordt. De waarborg ten bedrage van 2.110 euro wordt geleverd via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas met het lokaal bestuur Deerlijk als begunstigde of door de financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.
○ Zodra de sloop en het ontharden uitgevoerd is, dient dit aan de hand van 5 foto’s gemeld te worden aan het lokaal bestuur via omgeving@deerlijk.be met vermelding van het dossiernummer van de vergunning en de gestructureerde mededeling van de overschrijving naar de Deposito- en Consignatiekas opdat de waarborg vrijgegeven kan worden.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige weigering afgeleverd op 28 juni 1962 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 oktober 1962 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 juni 1963 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 november 1963 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Onderzoek vergunningstoestand ‘vergund geacht’
Op het perceel van de aanvraag is een garage aanwezig. In het vergunningenregister is echter geen vergunning terug te vinden voor het bouwen van de garage.
Artikel 4.2.14, § 2 van de VCRO voorziet dat bestaande constructies waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel wordt aangetoond dat ze gebouwd werden in de periode vanaf 22 april 1962 tot de eerste inwerkingtreding van het gewestplan waarbinnen zij gelegen zijn (voor Deerlijk is dat gewestplan Kortrijk van 4 november 1977), worden voor de toepassing van deze codex geacht te zijn vergund, tenzij het vergund karakter wordt tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie. Het tegenbewijs kan niet meer worden geleverd eens de constructie één jaar als vergund geacht opgenomen is in het vergunningenregister.
De aanvrager heeft in zijn voorliggend aanvraagdossier de nodige bewijzen toegevoegd om te bevestigen dat de garage bestaand is voor de inwerkingtreding van het gewestplan, meerbepaald een video en een bijgevoegde verklaring op eer dat de video dateert uit het jaar 1974.
Op basis van de geleverde verklaringen kan de vrijstaande garage, gelegen op het perceel Boshoek 30 als vergund geacht bijgebouw opgenomen worden in het vergunningenregister.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 421 m² en is gelegen langs de Boshoek op ongeveer 1,7 km ten noordoosten van de kern van Deerlijk. De Boshoek is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij landelijke en smalle weg geflankeerd met afwisselend woningen in open bebouwing en agrarische percelen.
Het perceel is bebouwd met een eengezinswoning in open bebouwing met 2 bouwlagen en een laag zadeldak. De woning is afgewerkt met rode bakstenen en wit schrijnwerk. Er is een bijgebouw met schuin dak aanwezig met een kroonlijsthoogte van 3,10 m en een nokhoogte van 3,50 m.
De omgeving is een mix van woningen en een landelijke, agrarische omgeving. De woningen in de omgeving zijn eengezinswoningen die voornamelijk bestaan uit 1 bouwlaag met een zadeldak.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning. De bestaande bebouwing heeft een oppervlakte van 77 m² en bevindt zich op 4,95 m van de rechterperceelsgrens en op 6,46 m van de linkerperceelsgrens.
De gewenste uitbreiding van 62 m² bevindt zich achteraan de woning, op een afstand van 4,25 m t.o.v. de rechter kavelgrens en 4 m t.o.v. de linkerkavelgrens. De uitbreiding heeft een breedte van 13,35 m op een diepte van 4,80 m. Een deel van 20 m² wordt uitgevoerd met 2 bouwlagen en een kroonlijsthoogte van 6,10 m. De rest van de uitbouw wordt uitgevoerd met 1 bouwlaag, met een kroonlijsthoogte van 3,20 m. Deze bevindt zich op 4m tov de linker perceelsgrens. Beide volumes worden afgewerkt met een plat dak.
De woning (bestaand volume en uitbreiding) wordt volledig in een lichte kleur gekaleid. De dakrand wordt afgewerkt met zwart plaatmateriaal en het buitenschrijnwerk bestaat uit zwart aluminium, met uitzondering van de voor- en zijdeur die in hout uitgevoerd worden.
Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een hal, technische ruimte, berging, achterinkom, zitruimte, keuken, eetkamer en bureau. Op het verdiep worden een badkamer, dressing en 3 slaapkamers voorzien.
In de tuinzone wordt de bestaande, vergund geachte garage verbouwd. Het bijgebouw heeft een breedte van 4,01 m op een diepte van 10,12 m. Het bijgebouw staat op 0,55 m van de rechtergevel van de bestaande woning en op de rechterperceelsgrens. Het bijgebouw krijgt een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3,20 m. De gevels van het bijgebouw worden voorzien in hout. De laatste 4,5 m van het bijgebouw wordt opengewerkt.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende voor de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaar werd om advies gevraagd op 8 januari 2025 aangezien de aanvraag betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. Naar aanleiding van de adviesvraag werden geen bezwaren ingediend.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meebepaald aan de voorschriften van het agrarisch gebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 11.4.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :
Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.
Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht op ten minste 300m van een woongebied of op ten minste 100m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
De aanvraag valt onder de basisrechten voor zonevreemde constructies van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor wat betreft de verbouwing van de zonevreemde woning waarbij artikel 4.4.12 stelt dat in alle bestemmingsgebieden de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal, waarbij artikel 4.4.15 stelt dat het uitbreiden vergunbaar is voor zover het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1.000m³ en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal en waarbij artikel 4.4.11 stelt dat de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening onverkort geldt bij de afgifte van een vergunning.
In het voorliggend ontwerp blijft het aantal woongelegenheden behouden. De bestaande woning heeft een bruto volume van 551,70m² en het bruto bouwvolume van de woning na verbouwing bedraagt 753m³ (< 1.000 m³). De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening (zie onder). De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de codex en is bijgevolg in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan.
De aanvraag valt onder de basisrechten voor zonevreemde constructies van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor wat betreft de verbouwing van een bestaande zonevreemde constructie niet zijnde woningbouw waarbij artikel 4.4.16 stelt dat in alle bestemmingsgebieden de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde constructie niet zijnde woningbouw.
De bestaande garage is vergund geacht als constructie en wordt verbouwd binnen het bestaande volume.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat Boshoek een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha).
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.
De dakoppervlakte watert af naar een bestaande hemelwaterput van 10.000 liter. De hemelwaterput heeft een overloop naar een infiltratievoorziening met een volume van 4740 liter en een referentieoppervlakte van 20,6 m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor toiletten, wasmachine, buitenkraan
Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens. De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
Hoewel de aanvraag geen betrekking heeft op professionele activiteiten of para-agrarische activiteiten, is het verbouwen van de woning in deze lokale ruimtelijke agrarische situatie aanvaardbaar. Het ontwerp veroorzaakt geen schade aan de externe landbouwstructuren en de aanwezige agrarische dynamiek. De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze gemengde omgeving.
Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.
Inplanting en ruimtegebruik:
De inplanting van de woning op de rooilijn blijft ongewijzigd. De nieuwe achterbouw sluit aan op het hoofdgebouw en is beperkt in diepte. De afstand tot de linker perceelsgrens blijft voldoende ruim waardoor het open karakter van de woning gewaarborgd blijft. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.
Bouwvolume en gabarit:
Er wordt een nieuwe, ruime achterbouw voorzien die zo’n 2,80m breder is dan de bestaande woning. De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op 11,60 m gebracht, hetgeen zeker aanvaardbaar is binnen deze gemengde omgeving. Het perceel is voldoende diep en na de uitbreiding is er nog voldoende ruimte voor het inrichten van een kwalitatieve buitenruimte. De voorziene uitbreiding laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe. Het gabarit van het bestaande volume blijft behouden.
Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren, de bouwhoogte is aanvaardbaar. De muren van het bijgebouw worden op de perceelgrens beperkt gewijzigd. Het hellend dak wordt vervangen door een plat dak met een lagere kroonlijsthoogte. Er werden geen opmerkingen geformuleerd over de gewijzigde toestand.
Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving. Er is voldaan aan de zonevreemde basisrechten.
Verschijningsvorm:
Binnen de aanvraag worden zowel het bestaande volume als de uitbreiding uitgevoerd in licht gekaleide gevelsteen. Dit is, gezien de woningen in de directe omgeving geen homogeen uitzicht en materialisatie hebben, inpasbaar binnen de landelijke context waarbinnen de aanvraag zich situeert.
Bij de verbouwing van het bijgebouw worden de gevels opnieuw afgewerkt in hout. Ook dit is inpasbaar in de omgeving.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. De functie van garage blijft behouden en er wordt voldoende ruimte op eigen perceel voorzien op de eigen parkeerbehoefte op te vangen.
Groen- en omgevingsaanleg:
Achter de woning wordt een terras aangelegd. De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen.
De woning beschikt tevens over een kleine voor- en zijtuin. Deze zone dient steeds te worden aangelegd als voor- en zijtuin met laagstammig groen. Teneinde de zekerheid te hebben dat de aanplant in de voor- en zijtuinstrook voorzien wordt, wordt dit opgelegd als voorwaarde.
De geplande nieuwe verharding watert af in de naastliggende groenzone, wat de waterhuishouding ten goede komt.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Aangezien geen bezwaren ingediend werden, is een verdere beoordeling niet aan de orde.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
7.14 Stedenbouwkundige lasten
Overeenkomstig artikel 75 §1, lid 2, 4° van het omgevingsvergunningsdecreet moet de bevoegde overheid bij de afgifte van een omgevingsvergunning een last opleggen wanneer het gaat om omgevingsvergunningsaanvragen waarbij toepassing gemaakt wordt van de volgende afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:
Deze last vindt zijn oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de omgevingsvergunning uit de vergunning haalt en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich neemt.
De voorliggende vergunningsaanvraag maakt toepassing van de basisrechten voor zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waardoor een stedenbouwkundige last opgelegd dient te worden.
Aangezien het bestuur niet beschikt over een stedenbouwkundige verordening voor het heffen van een financiële last, dient een last in natura opgelegd te worden.
In de aanvraag wordt de huidige woning verbouwd en er wordt een uitbreiding van 62 m² aangevraagd. Alsook worden er aanpassingswerken uitgevoerd aan een vergund geachte garage.
In het dossier werd een voorstel van last in natura overgemaakt door de aanvrager. Volgende zaken werden voorgesteld:
● In de voortuin wordt een extra zone van 15,5 m² voorzien van siergrassen en inheemse planten.
● In de voortuinstrook wil men ook een extra meerstammige boom voorzien.
● In de zijtuinstrook wenst men een zone van 26 m² te voorzien in siergrassen en inheemse planten en ev. een meerstammige boom aan te planten.
● Langs de rechter perceelsgrens is in de achtertuin geen haag voorzien omdat dit niet noodzakelijk was. De bouwheer stelt voor om dit evenwel te doen, waardoor er een extra haag van 9 m lang geplant kan worden.
Met dit voorstel kan slechts gedeeltelijk akkoord gegaan worden. Bij elke woning met een voortuin hoort de inrichting ervan met laag- en hoogstammig groen. De inrichting ervan werd zoals hierboven gesteld, reeds als voorwaarde opgelegd. De inrichting van de voortuin wordt zodoende niet aanvaard als last. Daarnaast biedt het aanplanten van siergrassen geen toegevoegde waarde voor het landelijk gebied. Siergrassen bieden weinig tot geen voedsel of schuilplaatsen voor inheemse fauna, zoals vogels, insecten en andere dieren, waardoor dit evenmin als last aanvaard kan worden. Het planten van een meerstammige boom in de zijtuin en de aanplant van een haag van 9 m in de achtertuin kunnen wel als last aanvaard worden. Dit op voorwaarde dat de haag beplant wordt met planten van minstens 1,25 m hoog.
Bijgevolg wordt voorgesteld volgende lasten in natura bijkomend op te leggen:
● In de zijtuinstrook wordt 26 m² streekeigen struiken en heesters aangeplant (in plaats van de siergrassen).
● Er dient in de zij- of achtertuin nog een bijkomende boom te worden geplant.
De opgelegde last moet uitgevoerd worden binnen het eerstvolgend plantseizoen na voltooiing van de werken.
Voor de uitvoering van de last in natura wordt bij de afgifte van de vergunning eveneens een waarborg opgenomen. De waarborg dekt de volledige geraamde kostprijs van de lasten. Als de uitvoering van diverse lasten financieel wordt gewaarborgd, dient één waarborg voor de totaliteit van de lasten in kwestie gehanteerd te worden, waarbij aangegeven wordt welk waarborggedeelte betrekking heeft op elke last afzonderlijk.
De financiële waarborg wordt geraamd op 2.110 euro, als volgt op te delen:
● Aanplant 2 meerstammige bomen in zij- of achtertuin: 600 euro
● Zone van 26 m² streekeigen struiken en heesters in de zijtuin: 1.300 euro
● Haag van 9 m in de achtertuin met een minimale hoogte bij aanplant van 1,25m : 210 euro
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Bavo De Maré - Ruth Schouttetens wonende Boshoek 30 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Boshoek 30 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 443 Y3 en (afd. 1) sectie A 443 P4.
Artikel 2
Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:
● Alle groen dient aangeplant te worden tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.
Volgende stedenbouwkundige last wordt opgelegd:
● Aanplant 2 meerstammige bomen in zij- of achtertuin.
● De zone van 26 m² in de zijtuin moet aangeplant worden met streekeigen struiken en heesters.
● Haag van 9 m aan te planten in de achtertuin met een minimale hoogte bij aanplant van 1,25 m.
● De Financiële waarborg voor de stedenbouwkundige lasten luidt als volgt:
○ Conform het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning artikel 77 §1 dient de houder van de vergunning een financiële waarborg aan het lokaal bestuur van Deerlijk te verlenen alvorens met de uitvoering van de vergunning gestart wordt. De waarborg ten bedrage van 2.110 euro wordt geleverd via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas met het lokaal bestuur Deerlijk als begunstigde of door de financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.
○ Zodra de sloop en het ontharden uitgevoerd is, dient dit aan de hand van 5 foto’s gemeld te worden aan het lokaal bestuur via omgeving@deerlijk.be met vermelding van het dossiernummer van de vergunning en de gestructureerde mededeling van de overschrijving naar de Deposito- en Consignatiekas opdat de waarborg vrijgegeven kan worden.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen besluit de vrijstaande garage als vergund geacht bijgebouw op te nemen in het vergunningenregister.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.24. OMV 2024_173 - Windhalmlaan 12 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van een stal en bouwen van een woning, op een perceel gelegen Windhalmlaan 12 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 172 D, aangevraagd door Flore Vancoillie - Mattijs Bulcaen wonende Ommegangstraat 14 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 21 februari 2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● De niet verharde zone van de voortuinstrook moet ingericht worden met een combinatie van opgaand levend groen (geen gazon) waarin zich minstens 1 meerstammige boom bevindt.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, RUP Sint-Lodewijk Centrum, 1 september 2011 met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfunctie.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 1065 m² en is gelegen langs de Windhalmlaan op ongeveer 190 m ten westen van de kern van Sint-Lodewijk. De Windhalmlaan is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij smalle weg.
Het perceel bestaat uit gras met achteraan het perceel een stal van ongeveer 62 m² en een verharding van ongeveer 32 m².
De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen. De woning links van de aanvraag is opgetrokken in rood-bruine baksteen en bestaat uit 2 bouwlagen met plat dak. De woning rechts van de aanvraag is opgetrokken in grijze baksteen en bestaat eveneens uit 2 bouwlagen met een plat dak. Bij beide naastgelegen woningen is de voordeur en een raampartij in de voorgevel voorzien. De woningen aan de overzijde van de straat zijn opgetrokken in bruine baksteen en bestaan uit één bouwlaag met zadeldak.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst een vrijstaande eengezinswoning te bouwen.
De woning wordt ingeplant op 5 m van de rooilijn op het dichtste punt. Ter hoogte van de oprit bedraagt de afstand tot de rooilijn 6 m. De woning wordt ingeplant op 3 m van de rechterzijperceelsgrens en op 4,84 m van de linkerzijperceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt ongeveer 35 m. De woning heeft een breedte van 9,50 m. De diepte op het gelijkvloers bedraagt 14 m en deze op de verdieping 9 m.
De woning bestaat uit twee bouwlagen met zadeldak. De nok staat parallel aan de weg. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,85 m en de nokhoogte ligt op 9,65 m.
Op het gelijkvloers bevindt zich een inkom, berging, bureau, keuken, eetplaats en zitplaats. Op de verdieping worden een nachthal, wasplaats, badkamer, dressing en 3 slaapkamers ondergebracht. De gevels worden afgewerkt in parament in de kleur zandkleur/grijs. De dakbedekking bestaat uit zwarte betonpannen en het schrijnwerk is voorzien in zwarte PVC. De voortuin is ongeveer 95 m² groot. Hierbij wordt ongeveer 40 m² verhard in waterdoorlatende materialen. In de tuinzone wordt een terras van 24 m² in niet-waterdoorlatend materiaal aangelegd.
In de tuinzone bevindt zich vandaag een stal van ongeveer 62 m². Deze wordt gesloopt. De bestaande verhardingen aan de stal worden verwijderd.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van RUP Sint-Lodewijk Centrum
Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien het een open bebouwing zonder nevenfunctie betreft waarbij het aantal bouwlagen gerespecteerd wordt, de woning binnen het maximale bouwvolume past, de vrije zijtuinstroken min. 3m bedragen, de perceelsbezetting lager is dan 40% van de perceelsoppervlakte en er geen bijgebouw voorzien wordt.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Windhalmlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha).
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. De dakoppervlakte watert af naar een hemelwaterput van 10.000 liter. De hemelwaterput heeft een overloop naar een infiltratievoorziening met een volume van 3195 liter en een referentieoppervlakte van 11,52 m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor 2 toiletten, 2 dienstkraantjes en wasmachine.
Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens.
De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen of watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een eengezinswoning. Deze functie is passend binnen deze woonomgeving. Het ontwerp beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.
Inplanting en ruimtegebruik:
De woning wordt ingeplant in lijn met de naastgelegen woningen. Dit op voldoende afstand van de rooilijn. Er wordt voldoende afstand gehouden tot de zijperceelsgrenzen.
De sloop van stal betekent een vermindering van de bebouwing op het perceel.
Bouwvolume en gabarit:
Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen, gezien de bouwdiepte vergelijkbaar is met deze van de buren. Ook de bouwhoogte is aanvaardbaar. Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.
Het ontworpen volume is in overeenstemming met de voorschriften van het RUP.
Verschijningsvorm:
De voorgevel is in de aanvraag op het gelijkvloers volledig gesloten ontworpen. De voordeur wordt aan de rechter zijgevel voorzien. Een gesloten gevel levert geen bijdrage aan het voorliggende straatbeeld. De kwaliteit van de gelijkvloerse verdieping speelt een cruciale rol in de algemene aantrekkelijkheid van een straat. Blinde muren zorgen voor een doods en onaantrekkelijk straatbeeld. Visueel contact tussen wat zich binnen en buiten afpeelt, tussen het gelijkvloers en de publieke ruimte is essentieel. Echter weerlegt de architect de opmerkingen inzake interactie tussen binnen en buiten vanuit het concept en de opbouw van de woning. Omwille van de oriëntatie, noordgevel geeft uit op de straat, werd de woning zo ontworpen dat aan de straatzijde enkel functies aanwezig zijn die geen interactie mogelijk maken met de straat, zijnde een berging, inkomhal en gastenkamer/bureau. Daarnaast is het voorzien van raampartijen aan de noordzijde niet interessant voor het behalen van het E-peil. De hier voorziene opbouw van de woning is eveneens terug te vinden bij de aanpalende woningen, Windhalmlaan 4, 6 en 10 die eveneens geen raampartijen hebben op de gelijkvloerse verdieping.
Het aangenamer maken van het straatbeeld kan in deze situatie (rekening houdend met de oriëntatie) bewerkstelligd worden door het voorzien van voldoende opgaand groen in de voortuinstrook. Aangezien volgens het inplantingsplan nog een voldoende ruime voortuinstrook aanwezig, doch een inrichtingsplan van die voortuinstrook ontbreekt is het wenselijk op te leggen dat de niet verharde zone van de voortuinstrook ingericht moet worden met een combinatie van opgaand levend groen (geen gazon) waarin zich minstens 1 meerstammige boom in bevindt.
Voor het overige is de aanvraag inpasbaar in het straatbeeld. De woning integreert zich door zijn materiaalgebruik (parament in de kleur zandkleur/grijs) binnen de bestaande bebouwing.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
Gezien de functie van een nieuwe eengezinswoning wordt een beperkte toename van de verkeersaantrek verwacht. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen. Op eigen terrein wordt voldoende parkeerruimte voorzien om de eigen parkeerbehoefte op te vangen.
Groen- en omgevingsaanleg:
Achter de woning wordt een terras van 24 m² aangelegd. De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. De woning beschikt tevens over een ruime voortuin. Deze zone dient steeds te worden aangelegd als voortuin. Meer dan de helft van de voortuin is onverhard zodat deze nog voldoende groen kan ingericht worden.
De geplande verhardingen in de voortuin worden voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt. Het terras achteraan de woning watert af in de naastliggende tuinzone.
Conclusie
Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Flore Vancoillie - Mattijs Bulcaen wonende Ommegangstraat 14 te 8540 Deerlijk, voor het slopen van een stal en bouwen van een woning, op een perceel gelegen Windhalmlaan 12 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 172 D, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● De niet verharde zone van de voortuinstrook moet ingericht worden met een combinatie van opgaand levend groen (geen gazon) waarin zich minstens 1 meerstammige boom bevindt.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.25. OMV 2024_185 - Ter Donkt 37 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het tijdelijk bemalen voor het plaatsen van funderingen en ondergrondse verzamelputten, op een perceel gelegen Ter Donkt 37 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 627 P2, (afd. 1) sectie B 628 B en (afd. 1) sectie B 715 F aangevraagd door Frederik Vandermarliere namens IMMO TEWOWI BV gevestigd Ter Donkt 37 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 20 februari 2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig.
Bijzondere milieuvoorwaarde
● Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:
1° het merk en serienummer;
2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;
Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.
● Het bemalingswater dient geloosd te worden in RWA in Ter Donkt of rechtstreeks in de waterbuffer langs de E17. Lozing op DWA is niet toegestaan.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter en gebied voor milieubelastende industrie.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 november 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een magazijn.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 september 1983 door het college van burgemeester en schepenen voor uitbreiden weverij.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 februari 1991 door het college van burgemeester en schepenen voor uitbreiden weverij.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 juni 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor uitbreiden weverij en magazijn.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 augustus 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor uitbreiden weverij (gewijzigd ontwerp).
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 november 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor plaatsen verlicht uithangbord.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 december 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor uitvoeren weg- en riolerings- en omgevingswerken op het bedrijventerrein.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 31 januari 2007 door het college van burgemeester en schepenen voor plaatsen publiciteitsbord.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 mei 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor uitbreiding fabrieksgebouw 1e fase, afbraak woning en aanleg verharding.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 mei 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een gevelpaneel.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 1 maart 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor regularisatie uitbreiding fabrieksgebouw 1e fase en aanleg verharding.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 december 2015 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een tijdelijke naambordconstructie.
Relevante milieuvergunningen
● milieuvergunning afgeleverd op 26 januari 1995 door het college van burgemeester en schepenen voor een tapijtweverij;
● milieuvergunning afgeleverd op 7 februari 2002 door het college van burgemeester en schepenen voor overname weverij;
● milieuvergunning afgeleverd op 16 september 2009 door het college van burgemeester en schepenen voor melding overname tapijtweverij;
● milieuvergunning afgeleverd op 18 november 2009 door het college van burgemeester en schepenen voor productie van getuft tapijt en handel in geweven en getuft tapijt.
Relevante omgevingsvergunningen
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 7 november 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor logistieke site voor op- en overslag van eindproducten.
● Omgevingsvergunning OMV2024102004 voor het bouwen van een polyvalent bedrijfsgebouw met parkeerplaatsen, verschillende productieruimtes, een logistiek centrum, gemeenschappelijk magazijn, kantoren, daktuin, ontspanningsruimtes met bijhorende faciliteiten en omgevingsaanleg afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 12 februari 2025.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van +/- 2,6 ha en is gelegen langs Ter Donkt op ongeveer 1 km ten zuidoosten van de kern van Deerlijk. Ter Donkt is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De eigendom wordt binnenkort gesplitst waarbij het bestaande bedrijfsgebouw (voormalige textielfabriek – heden logistieke site voor op- en overslag eindproducten) afgesplitst wordt van het onbebouwde gedeelte. Het braakliggend deel van het perceel heeft na splitsing een oppervlakte van 2,11 ha en is op vandaag in gebruik voor landbouw.
De aanvraag bevindt zich binnen de industriezone Ter Donkt II, die gekenmerkt wordt door grootschalige milieubelastende bedrijven met regionaal karakter. De site bevindt zich aanpalend aan het op- en afrittencomplex thv de E17 Gent-Kortrijk.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
Er worden geen stedenbouwkundige handelingen aangevraagd.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag betreft een tijdelijke bronbemaling voor het plaatsen van funderingen en ondergrondse verzamelputten in functie van een nieuw gebouw. De bouwput is maximaal te bemalen van 2m-mv tot 4m-mv voor de hoofdconstructie, gedurende een periode van 1 jaar. Aansluitend wordt een grote buffer voorzien via een ondergronds reservoir. Hiervoor is een bemaling tot 5m-mv nodig gedurende een 3-tal maanden. Tussen beide fasen zit een periode van 9 maanden zonder activiteit. Het totaal debiet wordt geschat op 95.000 m³/jaar. Doordat de gewenste grondwaterverlaging dieper is dan 4m-mv, betreft het een klasse 2 rubriek.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°b)2° | Het betreft een tijdelijke bemaling voor het plaatsen van funderingen en ondergrondse verzamelputten. (Nieuw) | 95.000 m³/jaar | 2 |
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De Vlaamse Milieumaatschappij Watertoets werd om advies verzocht op 15 januari 2025. De adviesinstantie liet op 15 januari 2025 weten geen advies uit te brengen. De opmerking wordt als volgt gemotiveerd:
Voor deze aanvraag verwijzen we naar het advies van Grondwater.Wvl.verg@vmm.be.
De Vlaamse Milieumaatschappij Grondwater werd om advies verzocht op 15 januari 2025. De adviesinstantie bracht binnen termijn van 30 dagen geen advies uit. Er wordt voorbij gegaan aan de adviesvereiste.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat Ter Donkt een voldoende uitgeruste openbare weg is.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het betrokken goed is volgens de pluviale overstromingskaart gelegen binnen een zone met middelgrote kans op overstromingen.
Er worden geen stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. De voorliggende aanvraag heeft bijgevolg geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De bouwaanvraag valt onder het toepassingsgebied van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december, meerbepaald rubrieknummer 10.j), werken voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater.
In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit).
De mer-screening wordt toegevoegd in de voorbehouden velden in het omgevingsloket.
Hierbij werden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Niet van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Bronbemaling
In de bemalingsnota wordt uitgegaan van een klassieke vacuümbemaling met 3 m aanzuiglengte van de filters onder de waterlijn. Voor fase 1 (bouwput) werd de invloedstraal bij evenwicht (na ongeveer 3,5 maanden) berekend op 309 m met een debiet van 11 m³/u. Voor fase 2 (ondergronds waterreservoir) is de invloedstraal na 3 maanden ongeveer hetzelfde, met mogelijk een iets hoger debiet van 15 m³/u. Het gecumuleerd debiet over de duurtijd van de bemaling wordt geschat op 130.000 m³, 95.000 m³ gedurende 1 jaar voor bemaling gebouw en 35.000 m³ gedurende 3 maanden voor plaatsing van waterreservoir. De berekende zettingen blijven ruim onder de streefwaarde van 20 mm.
De bemalingscascade werd doorlopen. Retourbemaling en infiltratie via gracht wordt wegens te weinig ruimte uitgesloten. Het bemalingswater zal volgens de aanvraag geloosd worden in de RWA in Ter Donkt. Het plan toont echter een rechtstreekse lozing in het bufferbekken langs de E17, met overloop naar de Gaverbeek. Beide lozingswijzes zijn aanvaardbaar, aangezien de RWA in Ter Donkt uitmondt in het bufferbekken. Dit wordt nog eens bevestigd in de voorwaarden.
Er bevinden zich 6 OVAM bodemdossiers binnen de invloedstraal van 310 m. De bemalingsnota bevat een screening van deze dossiers. Men concludeert dat er geen risico is op aantrekking of verplaatsing van verontreiniging. Een overschrijding van het indelingscriterium voor arseen (5 µg/l) kan niet uitgesloten worden, maar arseen is voornamelijk van nature aanwezig in het grondwater waardoor een beperkte verspreiding geen bijkomend risico inhoudt.
Ter beperking van mogelijke geluidshinder zullen de pompen geluidsarm uitgevoerd zijn.
Conclusie
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
7.10 Goede ruimtelijke ordening
De criteria voor de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening, zijnde functie, ruimtegebruik, inplanting, visueel-vormelijke aspecten, etc. zijn hier niet van toepassing gezien de werken geen betrekking hebben op het oprichten van een gebouw of constructie.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
De Vlaamse Milieumaatschappij Watertoets bracht geen advies uit waardoor een verdere beoordeling niet aan de orde is.
De Vlaamse Milieumaatschappij Grondwater bracht geen advies uit waardoor een verdere beoordeling niet aan de orde is.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Frederik Vandermarliere namens IMMO TEWOWI BV gevestigd Ter Donkt 37 te 8540 Deerlijk, voor het tijdelijk bemalen voor het plaatsen van funderingen en ondergrondse verzamelputten, op een perceel gelegen Ter Donkt 37 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 627 P2, (afd. 1) sectie B 628 B en (afd. 1) sectie B 715 F, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
Bijzondere milieuvoorwaarde
● Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:
1° het merk en serienummer;
2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;
Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.
● Het bemalingswater dient geloosd te worden in RWA in Ter Donkt of rechtstreeks in de waterbuffer langs de E17. Lozing op DWA is niet toegestaan..
Artikel 2
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°b)2° | Het betreft een tijdelijke bemaling voor het plaatsen van funderingen en ondergrondse verzamelputten. (Nieuw) | 95.000 m³/jaar | 2 |
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.26. Omgevingsvergunning OMV_2025016630 - 2025.21 - Desselgemstraat 141 - melding vrijstelling ikv stikstofdecreet - aktename en goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding van een vrijstelling in het kader van het stikstofdecreet op een perceel gelegen Desselgemstraat 141 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 423 F, ingediend door de heer Luc Taelman wonende Desselgemstraat 141 te 8540 Deerlijk.
Motivering
De melding ingediend door de heer Luc Taelman wonende Desselgemstraat 141 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 9 februari 2025.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten en het decreet over de programmatische aanpak stikstof van 26 januari 2024.
VOORWERP VAN DE MELDING
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Desselgemstraat 141, kadastraal bekend afdeling 1 sectie A nr. 423F.
De melding omvat de aanvraag van een vrijstelling in het kader van het stikstofdecreet.
BEOORDELING
Het decreet over de programmatische aanpak stikstof van 26 januari 2024 (kortweg Stikstofdecreet) voorziet een vrijstelling van reductiemaatregelen ammoniak voor kleinschalige veehouderijen:
Artikel 12.
§1. Er kan een vrijstelling van de verplichtingen, vermeld in artikel 6 tot en met 11, worden verkregen in de volgende gevallen:
1. veehouderijen die een jaaremissie van minder dan 500 kg ammoniak hebben en een impactscore lager dan of gelijk aan 0,025% in het jaar van de inwerkingtreding van dit decreet;
2. biologische bedrijven met een impactscore lager dan of gelijk aan 1% in het jaar van de inwerkingtreding van dit decreet;
3. diercategorieën waarvoor de Vlaamse Regering vaststelt dat er geen ammoniakemissiereducerende maatregelen vastgesteld zijn.
De aanvraag bevat de dierenbezetting voor 2021, zoals aangegeven bij de Mestbank, evenals de impactscoreberekening en de omgevingsvergunning dd. 18 november 2020. Hiermee voldoet de aanvraag aan de vereiste documenten volgens artikel 12 van het Stikstofdecreet.
Het totaal aantal runderen in referentiejaar 2021 bedraagt 42 runderen. Dit levert een ammoniakemissie op van 193,5 kg NH3/jaar en een impactscore van 0,001%. Hiermee is voldaan aan de bepalingen van artikel 12 §1 punt 1° van het Stikstofdecreet, waardoor een vrijstelling van ammoniakreducerende maatregelen wordt toegestaan. De PAS-referentie 2030 is dan ook gelijk aan de referentiesituatie in 2021.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
○ Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen
○ Decreet over de programmatische aanpak stikstof van 26 januari 2024
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Luc Taelman, wonende Desselgemstraat 141 te 8540 Deerlijk, voor de aanvraag van een vrijstelling in het kader van het stikstofdecreet op een perceel gelegen Desselgemstraat 141 te Deerlijk.
Artikel 2
De aanvraag voldoet aan de voorwaarden van artikel 12 van het Stikstofdecreet. De vrijstelling van ammoniakreducerende maatregelen wordt toegestaan.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.27. Recyclagepark - startdatum aanpassingswerken - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd zich akkoord te verklaren met de startdatum van de werken van IMOG op het recyclagepark in de Kleine Tapuitstraat.
Motivering
In zitting van 27 maart 2024 verklaarde het college van burgemeester en schepenen zich akkoord met de uitbreidingswerken die IMOG wil uitvoeren aan het recyclagepark in de Kleine Tapuitstraat om te voldoen aan de door de deputatie opgelegde voorwaarden inzake lozing van bedrijfsafvalwater.
IMOG wenst het vernieuwen van het portiershuisje van het recyclagepark te combineren met de aanpassingswerken voor het bedrijfsafvalwater om zo de sluiting van het recyclagepark te minimaliseren.
Bij de opmaak van het technisch verslag voor de uitvoering van deze werken bleek er ook een PFAS-problematiek op de site aanwezig. Tijdens de opmaak van het technisch verslag is gebleken dat de PFAS-vervuiling zich beperkt tot het achterste deel van het recyclagepark.
Om de werken te kunnen laten doorgaan is men in het technisch verslag uitgegaan van het worst-case scenario en heeft men de uit te graven grond de code 999 meegegeven. Dit impliceert dat de uitgegraven grond moet afgevoerd en verwerkt worden.
Voor het plaatsen van filters zal er een analyse op het opgepompte water moeten uitgevoerd worden. Aan de hand van de resultaten zal bepaald worden of het opgepompte water al dan niet bijkomend gefilterd moet worden.
IMOG wenst de werken aan te vatten rond 5 mei 2025 en wil de werken afronden tegen het zomerverlof van 2025. Het recyclagepark zou aldus iets meer dan twee maanden gesloten worden.
IMOG zal, in samenspraak met onze communicatiedienst, zelf communicatie verzorgen betreffende de sluiting.
Wat de gemeentelijke communicatie betreft, verschijnt de eerstvolgende editie van Hallo8540 in de eerste week van mei. De gemeentelijke aankondiging van de sluiting van het recyclagepark zal dus ook vroeger via de andere communicatiekanalen moeten gebeuren.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen is niet akkoord met de door IMOG voorgestelde startdatum van 5 mei 2025 voor de aanpassingswerken aan het recyclagepark. Het college wenst eerst duidelijkheid over de financiële impact van de PFAS-problematiek op de site.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.28. GECORO - hersamenstelling - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de hersamenstelling van de GECORO, naar aanleiding van de nieuwe legislatuur, te agenderen op een volgende gemeenteraad.
Motivering
De oprichting van een Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening is verplicht voor elk lokaal bestuur. De gemeenteraad kan na de gemeenteraadsverkiezingen een volledig nieuwe GECORO samenstellen of kan, als de bestaande GECORO nog als representatief bevonden wordt voor de diverse maatschappelijke geledingen binnen de gemeente, de bestaande GECORO herbevestigen.
Voor een gemeente met meer dan 10.000 inwoners en niet meer dan 30.000 inwoners bedraagt het aantal leden minimum 9 en maximum 13. Minimum één vierde van de leden, waaronder de voorzitter dienen deskundigen te zijn inzake ruimtelijke ordening. De overige leden zijn vertegenwoordigers van de voornaamste maatschappelijke geledingen binnen de gemeente.
Voor Deerlijk bestond de laatste samenstelling uit 12 leden, zijnde 7 geledingen en 5 deskundigen. Volgende 7 maatschappelijke geledingen werden aangeduid:
● milieu- en natuurverenigingen
● verenigingen van de ondernemers
● verenigingen van de handelaars
● verenigingen van de land- en tuinbouwers
● verenigingen van de werknemers
● verenigingen van de jeugd
● verenigingen van de senioren
Tijdens de vorige legislatuur werd het aantal deskundigen, gelet op de specifieke taakinhoud van de GECORO, opgetrokken tot het maximale aantal. Daarnaast werden de maatschappelijke geledingen zo uiteenlopend mogelijk bepaald teneinde een voldoende breed draagvlak voor het ruimtelijk beleid te creëren.
De huidige GECORO voldoet qua aantal en qua representativiteit zodat aan de gemeenteraad voorgesteld kan worden deze samenstelling te behouden.
Een maatschappelijke geleding kan bestaan uit verschillende organisaties of instanties. De
gemeenteraad dient te bepalen welke verenigingen en organisaties binnen haar grondgebied
als representatief voor de diverse maatschappelijke geledingen kunnen worden aanvaard.
Er wordt voorgesteld om na de beslissing van de gemeenteraad omtrent de samenstelling, een oproep te lanceren naar kandidaturen voor enerzijds de deskundigen en anderzijds de vertegenwoordigers van één van de maatschappelijke geledingen.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de gemeenteraad voor te stellen de GECORO samen te stellen uit:
● 1 vertegenwoordiger van de volgende maatschappelijke geledingen:
○ milieu- en natuurverenigingen
○ verenigingen van de ondernemers
○ verenigingen van de handelaars
○ verenigingen van de land- en tuinbouwers
○ verenigingen van de werknemers
○ verenigingen van de jeugd
○ verenigingen van de senioren
● 5 deskundigen
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de hersamenstelling van de GECORO, in het bijzonder de aanduiding van het aantal maatschappelijke geledingen en het aantal deskundigen, te agenderen op een volgende gemeenteraad.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.29. Afsprakennota 2022-48 - ondersteuning handhaving omgeving - verlenging - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de verlenging van de afsprakennota 2022-48 'ondersteuning handhaving omgeving', goed te keuren.
Motivering
In de afsprakennota 2022-48 is voorzien dat Leiedal instaat voor de ondersteuning van de gemeente op vlak van handhaving omgeving. Er is in de afsprakennota een vooropgesteld geraamd bedrag aan te leveren uurprestaties vastgelegd van 7.500 euro per werkingsjaar (een werkingsjaar loop van 1 januari tot en met 31 december).
De huidige afsprakennota nr. 2022-48 is van kracht tot 1 juli 2025 en is verlengbaar tot en met 31 december 2025. Aangezien het geraamde bedrag per werkingsjaar voorzien wordt, wordt gevraagd de verlenging tot 31 december 2025 goed te keuren.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 7.500 euro |
Actie | overige beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB-CBS/0600-01/64500001 |
Visum | nvt |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen keurt de verlenging van de afsprakennota 2022-48 'ondersteuning handhaving omgeving' tem 31 december 2025 goed.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.30. Omgevingsvergunning OMV_2025014311 - 2025.23 - Desselgemse steenweg 6+ - melding - aktename
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor het exploiteren van een garagewerkplaats op een perceel gelegen Desselgemse steenweg 6+ en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 488 H3, ingediend door de heer Sean Vanryckeghem wonende Desselgemse steenweg 6 te 8540 Deerlijk.
Motivering
De melding ingediend door de heer Sean Vanryckeghem wonende Desselgemse steenweg 6 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 11 februari 2025.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
VOORWERP VAN DE MELDING
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Desselgemse steenweg 6+, kadastraal bekend afdeling 1 sectie A nr. 488H3.
De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: exploiteren van een garagewerkplaats:
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat volgens de aanvraag:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
15.2. | Algemene werkruimte voor het uitvoeren van herstellingswerken aan personenwagens en oldtimers (Nieuw) | 164 m² | 3 |
16.3.2°a) | Luchtcompressor voor perslucht in de werkplaats, huishoud formaat frigo voor drank en eten te bewaren. (Nieuw) | 15 kW | 3 |
17.3.2.1.1.1°b) | Opslagtank van afgedraaide smeerolie op lekbak Opslag van nieuwe motorolie op lekbak (Nieuw) | 1,5 ton | 3 |
17.3.2.3.1°b) | <50kg, opslagkast voor spuitbussen voor algemeen gebruik en lakken van metalen (Nieuw) | 50 kg | 3 |
29.5.2.1°a) | Draaibank (conventioneel), Freesbank (conventioneel), Boormachine (conventioneel) (Nieuw) | 50 kW | 3 |
29.5.7.2°a)2) | Onderdelen reiniger met opvangbak (Nieuw) | 150 liter | 3 |
BEVOEGDHEID
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER
Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.
Het betreft een kleinschalige garagewerkplaats, waarbij de activiteiten uitgevoerd worden in bijberoep. Bepaalde zaken werden niet correct aangevraagd en worden ambtshalve gecorrigeerd na telefonisch overleg met exploitant:
● De aangeduide contour van de IIOA omvat enkel het gebouw zelf, terwijl de binnenplaats ook tot de exploitatie hoort. Dit werd correct aangeduid op plan.
● Rubriek 16.3.2°a) is niet van toepassing. De compressor heeft een vermogen van 3,5 kW, en de frigo zal maximaal 1 kW vermogen hebben, waardoor de drempel van 5 kW niet gehaald wordt.
● Opslag van motorolie wordt onder rubriek 6.4.1° geplaatst i.p.v. rubriek 17.3.2.1.1.1°b)
● De spuitbussen worden onder rubriek 17.4. geplaatst i.p.v. rubriek 17.3.2.3.1°b).
● Metaalbewerking wordt onder rubriek 29.5.2.1°b) geplaatst i.p.v. rubriek 29.5.2.1°a), aangezien de exploitatie zich in woongebied bevindt. Het vermogen werd eveneens aangepast om overeen te komen met het werkelijke vermogen van de vaste toestellen.
De effecten op de omgeving worden in de aanvraag niet besproken, maar werden eveneens telefonisch besproken met exploitant:
● Mobiliteit: er zullen maximaal 4 wagens tegelijk op de inrichting aanwezig zijn, 2 wagens op de hefbruggen en 2 wagens op de binnenplaats. Er zal geen openbaar domein ingenomen worden voor de exploitatie.
● Geluid: de aanpalende woning is eigendom van de exploitant. Er wordt verwacht dat andere woningen niet noemenswaardig gehinderd zullen zijn door de exploitatie. In een bijzondere voorwaarde wordt opgenomen dat er met gesloten poort gewerkt moet worden bij het verrichten van activiteiten die een noemenswaardig geluidsniveau (> 80 dB(A)) produceren.
● Bodem: alle producten (motorolie, afvalolie, spuitbussen, onderdelenreiniger,…) dienen op lekbakken gestockeerd te worden (of evenwaardig systeem voor opvang). Dit wordt opgenomen in een bijzondere voorwaarde.
De omgevingsambtenaar stelt de volgende bijzondere voorwaarden strikt noodzakelijk:
● Bij het verrichten van activiteiten die een noemenswaardig geluidsniveau (> 80 dB(A)) produceren dient met gesloten poort gewerkt te worden.
● Alle producten (motorolie, afvalolie, spuitbussen, onderdelenreiniger,…) dienen op lekbakken gestockeerd te worden (of een evenwaardig systeem voor opvang).
De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit met omzichtigheid benaderd worden.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
○ Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Sean Vanryckeghem wonende Desselgemse steenweg 6 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde het exploiteren van een garagewerkplaats gelegen Desselgemse steenweg 6+ te Deerlijk.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
15.2. | Algemene werkruimte met 2 hefbruggen voor het uitvoeren van herstellingswerken aan personenwagens en oldtimers (Nieuw) | 164 m² | 3 |
6.4.1° | Opslagtank van afgedraaide smeerolie op lekbak Opslag van nieuwe motorolie op lekbak (Nieuw) | 1,5 ton | 3 |
17.4. | Opslagkast voor spuitbussen voor algemeen gebruik en lakken van metalen (Nieuw) | 50 kg | 3 |
29.5.2.1°b) | Draaibank (3,5 kW), freesbank (3,5 kW), kolomboormachine (1 kW) (Nieuw) | 8 kW | 3 |
29.5.7.2°a)2) | Onderdelen reiniger met opvangbak (Nieuw) | 150 liter | 3 |
Artikel 2
De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.
Volgende bijzondere voorwaarden worden opgelegd:
● Bij het verrichten van activiteiten die een noemenswaardig geluidsniveau (> 80 dB(A)) produceren dient met gesloten poort gewerkt te worden.
● Alle producten (motorolie, afvalolie, spuitbussen, onderdelenreiniger,…) dienen op lekbakken gestockeerd te worden (of een evenwaardig systeem voor opvang).
Uitvoerbaarheid
U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.
Aanplakking
U moet de meldingsakte bekendmaken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.
De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".
Verval
De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;
2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;
4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.
De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Beroepsmogelijkheid
U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:
Raad voor Vergunningsbetwistingen
p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges
Koning Albert II-laan 35 bus 81
1030 Brussel
U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.
Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).
U bent een rolrecht verschuldigd van:
● 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
● 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.
U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Meer info
De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in
● het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges;
● het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
● het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.
Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.31. Inname openbaar domein - kennisname
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.32. Renovatiepremie eigenaars-bewoners - goedkeuring
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.33. Individueel bezoldigd personenvervoer - vergunning - Ali Hikmet Bekir - goedkeuring
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.34. Kerkfabrieken Sint-Columba en O.L.V. Onbevlekt Ontvangen - jaarrekening 2024 - positief advies - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van de jaarrekeningen 2024 van kerkfabriek Sint-Columba en kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen en om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze voor gunstig advies voor te leggen aan de gemeenteraad van 27 maart 2025.
Motivering
De jaarrekeningen 2024 en alle officiële documenten van beide kerkfabrieken bevinden zich in bijlage.
Het college van burgemeester en schepenen overloopt de jaarrekeningen 2024 en neemt akte van de interne kredietaanpassingen.
Het exploitatieoverschot bedraagt 29.296,12 euro voor Sint-Columba en 27.254,84 euro voor O.L.V. Onbevlekt Ontvangen. Er waren geen investeringen in 2024. Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken, de jaarrekeningen 2024 van de kerkfabrieken Sint-Columba en O.L.V. Onbevlekt Ontvangen, voor gunstig advies voor te leggen aan de gemeenteraad van 27 maart 2025.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.35. Opname nieuwe lening - bestek - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het bestek goed te keuren voor de opname van een nieuwe lening.
Motivering
De financieel directeur heeft op basis van een typebestek, opgesteld door VVSG & VLOFIN in samenwerking met Febelfin, een bestek opgemaakt voor een prijsvraag voor een leningenpakket ten bedrage van 1.000.000 euro. Dit bestek bevindt zich in bijlage.
De opname van leningen behoort tot het thesauriebeheer van de gemeente en OCMW.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §3 , 3° Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art.176, 4° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de prijsvraag voor de opdracht “Aangaan van leningen voor het boekjaar 2025“ op te starten.
Artikel 2
Volgende financiële instellingen worden uitgenodigd om deel te nemen aan deze prijsvraag:
● Belfius Bank, Public Banking, Grote Steenweg 456, 2600 Berchem;
● KBC Bank NV, Social Profit en Lokale Overheden, KBC Arteveldetoren, Kortrijksesteenweg 1100, 9051 Gent;
● ING, Public and Social Profit, Business Center Brugge, Koning Albert I-laan 122, 8200 Brugge;
● BNP Paribas Fortis NV, Local Public Administration, Vooruitgangstraat 55, 1210 Sint-Joost-Ten Node.
Artikel 3
De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 26 maart 2025 om 10 uur.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.36. Grafconcessie - bijzetting en hernieuwing - kennisname
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.37. Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.38. Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
C.39. Oproeping ABS - weigering registratie verklaring tot wettelijke samenwoning - aanstellen raadsman - goedkeuring
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
D.1. Bedankingsetentje hostessen - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een tijdstip en locatie te bepalen voor het driejaarlijks bedankingsetentje met de gemeentelijke hostessen.
Motivering
In zitting van 6 november 2013 heeft het college van burgemeester en schepenen beslist om elke drie jaar een etentje te organiseren voor de hostessen waarop zij beroep kan doen.
Rekening houdend met de moeilijke zoektocht naar goede hostessen en om de huidige hostessen extra te motiveren, is het aangewezen om de organisatie van een driejaarlijks bedankingsetentje te bestendigen.
Het laatste etentje vond plaats op woensdag 1 juni 2022 in Geneat.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het driejaarlijks bedankingsetentje voor de gemeentelijke hostessen te organiseren op woensdag 9 juli 2025 om 19.00 uur.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit om een Deerlijkbon te voorzien ter waarde van 30 euro voor de hostessen die meer dan 10 jaar dienst hebben.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
D.2. Philip Vercruysse - zorgleerkracht/zorgcoördinator LO - ontvangst nav oppensioenstelling - goedkeuring
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
D.3. Drankprijzen gemeenschapscentrum/sport - aanpassing aan de indexprijzen - goedkeuring/weigering
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een beslissing te nemen over het al dan niet aanpassen van de drankprijzen aan de geïndexeerde prijzen van leverancier Schotte.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen wees de gunning van de opdracht met betrekking tot de aankoop en levering van dranken aan de vrijetijdsinfrastructuur van de gemeente Deerlijk en de bijkomende gebouwen, in zitting van 9 augustus 2023, toe aan Drankcenter Schotte, Bieststraat 6 te 8790 Waregem, en dit voor de periode
van 1 oktober 2023 tem 31 augustus 2025.
Conform de bepalingen in het bestek, heeft drankenleverancier Schotte, op basis van het verhoogde indexcijfer der consumptieprijzen, een prijsherziening doorgevoerd waarbij alle dranken in prijs stijgen als volgt:
| 2023 | feb/25 |
Soort | AP incl. (euro) | nieuweAPincl. (euro) |
straal- platwater 20cl | 0,1812 euro | 0,2194 |
straal-platwater1 l | 0,3445 | 0,4135 |
straal -bruisendwater20cl | 0,1812 | 0,2194 |
straal - bruisend water 1l | 0,3445 | 0,4135 |
cocacola20 cl | 0,5852 | 0,7058 |
cocacola1 l | 2,0670 | 2,5612 |
cocacolazero20cl | 0,5565 | 0,6604 |
cocacolazero1l | 2,0140 | 2,4603 |
straalorangelimonade20cl | 0,2915 | 0,3479 |
straalorangelimonade1l | 0,7685 | 0,9478 |
ordalsinaasappelsap20cl | 0,4240 | 0,6555 |
ordalsinaasappelsap1l | 1,5017 | 2,6216 |
eaumegaicetea20cl | 0,3490 | 0,4160 |
bavikpils25cl | 0,5244 | 0,5647 |
bavikvat50 l | 98,1310 | 103,5760 |
bavikvat30 l | 62,3150 | 65,3400 |
bavikvat20 l | 46,6455 | 49,1260 |
carlsberg25cl | 0,9479 | 0,9780 |
carlsberg0"0alcoholvrij25cl | 0,6890 | 0,8419 |
rodenbach25cl | 0,8470 | 0,8873 |
petrus blond 33cl | 0,8067 | 0,8975 |
petrusbruin33 cl | 0,8067 | 0,8975 |
duvel33cl | 1,3210 | 1,3713 |
omer33cl | 1,4017 | 1,4520 |
petrustriple33 cl | 0,8924 | 1,0083 |
stlouiskriek25 cl | 0,7513 | 0,7865 |
kwaremont33cl | 0,8874 | 0,9378 |
Zoals vermeld in de reglementen 'Retributie drank- en huurprijzen en fotokopieën van het
gemeenschapscentrum' en 'Retributie privéverhuur gemeenschapscentrum', is het college van burgemeester en schepenen gemachtigd om de prijs van alle dranken aan
te passen aan eventuele prijsaanpassingen van de leverancier.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
Geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen kiest ervoor om de drankprijzen niet aan te passen gezien er heel binnenkort een nieuw bestek op de markt zal worden geplaatst. Er zullen nieuwe prijzen bepaald worden door het college van burgemeester en schepenen van zodra er zicht is op een nieuwe gunning.
Zitting van CBS van 26 FEBRUARI 2025
D.4. OMV_2024096917 - Schoolstraat 27 - beroep - hoorzitting en advies
Aanleiding en context
Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 november 2024 betreffende een weigering van omgevingsvergunning voor het regulariseren van een appartementsgebouw, op een perceel gelegen Schoolstraat 27, 29 en 31 en met als kadastrale omschrijving afdeling 1, sectie B, nummer 1287A, werd beroep ingesteld.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 20 november 2024 de omgevingsvergunning op naam van Jean Degezelle namens D.H.C. NV
gevestigd Jagershoek 14 te 8570 Anzegem, voor het regulariseren van een appartementsgebouw, op een perceel gelegen Schoolstraat 27, geweigerd.
De aanvrager heeft op 27 december 2024 tegen deze weigeringsbeslissing beroep aangetekend bij de deputatie.
De deputatie heeft op 24 januari 2025 het beroep van de aanvrager ontvankelijk en volledig verklaard.
De beroepindieners hebben gevraagd om gehoord te worden. De hoorzitting zal vermoedelijk doorgaan op 15 april 2025. Ook het college van burgemeester en schepenen zal uitgenodigd worden op de hoorzitting.
Overeenkomstig artikel 60 lid 2 van het omgevingsvergunningsdecreet en artikel 75 van het omgevingsbesluit beschikt het college van burgemeester en schepenen over een termijn van 50 dagen om advies uit te brengen over dit beroep.
De omgevingsambtenaar adviseert de motivering uit de weigeringsbeslissing te behouden.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur.
● Andere:
○ Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van het ingestelde beroep.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen beslist niet gehoord te willen worden in deze zaak.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen besluit bij de motivering van de weigeringsbeslissing te blijven.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.