DEERLIJK

10 DECEMBER 2025

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Louis Vanderbeken

Schepenen: Claude Croes, Regine Rooryck, Jo Tijtgat, Lies De Witte, Marleen Prat

Algemeen directeur: Karel Bauters

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 3 december 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 3 december 2025.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 3 december 2025 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.2. Kennisname ontslag schepen - verkiezing en eedaflegging nieuwe schepen - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgende zaken te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad:

        kennisname van het ontslag van de heer Claude Croes als eerste schepen;

        beslissing om het opengevallen schepenmandaat in te vullen;

        kennisname van de verklaring van de voorzitter van de gemeenteraad omtrent de ontvankelijkheid van de voordrachtakte van de kandidaat-schepen Lukas Viaene;

        verkiezing van de heer Lukas Viaene als schepen;

        kennisname van de eedaflegging van de heer Lukas Viaene, in handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

 

Motivering

 

In de gemeenteraadszitting van 17 december 2024 werd de heer Claude Croes verkozen als eerste schepen.

 

Op 3 december 2025 diende de heer Claude Croes zijn ontslag in als lid van het college van burgemeester en schepenen en als lid van het vast bureau.

 

Zijn ontslag gaat in van zodra er een vervanger is aangesteld.

 

Voor de gevallen vermeld in artikel 49 van het Decreet Lokaal Bestuur, wordt een schepen verkozen op basis van een akte van voordracht van één kandidaat-schepen,

 

Om ontvankelijk te zijn dient voormelde akte van voordracht te voldoen aan de volgende voorwaarden:

        ze is gedaan op een modelakte die voorzien is van een datumstempel en ter beschikking is gesteld op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur;

        ze is ondertekend door meer dan de helft van de gemeenteraadsleden;

        ze is ondertekend door de meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat zijn verkozen. Als de lijst van de kandidaat-schepen maar twee verkozenen telt, is het voldoende dat één van hen de voordracht ondertekent;

        de akte is tijdig aan de algemeen directeur bezorgd.

 

Op 3 december 2025 werd aan de algemeen directeur een voordrachtakte overhandigd voor de aanduiding van één kandidaat-schepen, zijnde de heer Lukas Viaene.

 

De algemeen directeur zal de akte van voordracht van de kandidaat-schepen ter zitting overhandigen aan de voorzitter van de gemeenteraad.

 

Een persoon kan maar één akte van voordracht van kandidaat-schepen ondertekenen (art. 49, §1 juncto artikel 7, §2 DLB). De handtekeningen die hiermee in strijd zijn geplaatst zijn ongeldig in alle akten van voordracht die gedaan zijn met dit model. Deze handtekeningen worden niet aanmerking genomen om de meerderheidsvereisten te bereiken.

 

Aangezien de heer Claude Croes uitsluitend zijn ontslag indiende als schepen, zal hij raadslid blijven.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Artikel 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere: Art. 42 t.e.m. 49 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om volgende punten te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad:

        kennisname van het ontslag van de heer Claude Croes als eerste schepen;

        beslissing om het opengevallen schepenmandaat in te vullen;

        kennisname van de verklaring van de voorzitter van de gemeenteraad omtrent de ontvankelijkheid van de voordrachtakte van de kandidaat-schepen Lukas Viaene;

        verkiezing van de heer Lukas Viaene als schepen;

        kennisname van de eedaflegging van de heer Lukas Viaene, in handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.3. College van burgemeester en schepenen - bepaling rangorde schepenen - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de rangorde van de schepenen te bepalen.

 

Motivering

 

In de gemeenteraadszitting van 17 december 2024 werd de rangorde van de schepenen bepaald in functie van de gezamenlijke akte van voordracht van de kandidaat-schepenen.

 

Omwille van de vernieuwde samenstelling van het college van burgemeester en schepenen/vast bureau, die wordt behandeld op de raad van 18 december 2025,  zal de rangorde van de schepenen opnieuw moeten vastgesteld worden.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 43, §4 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om de goedkeuring van de rangorde van de schepenen, als volgt te agenderen op de eerstkomende gemeenteraad:

 

Claude Croes

Eerste schepen

Regine Rooryck

Tweede schepen

Jo Tijtgat

Derde schepen

Lies De Witte

Vierde schepen

Lukas Viaene

Vijfde schepen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.4. Erfgoed - Convenant RDC - verzoek tot agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de verlenging van het convenant met het René De Clercqgenootschap, en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om dit convenant ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 18 december 2025.

 

Motivering

 

Op 31 december 2025 loopt het huidige convenant tussen gemeente Deerlijk en het René De Clercqgenootschap af.

 

Na een voorstel tot nieuw convenant vanuit de dienst erfgoed voor de periode 2026 - 2031, bleek het René De Clercqgenootschap niet bereid hiermee akkoord te gaan. Zij hadden zelf graag nog enkele aanpassingen en wijzigingen voorgesteld die zouden kunnen opgenomen worden in het nieuwe convenant.

 

Er wordt een overleg ingepland tussen het René De Clercqgenootschap en de dienst erfgoed in januari 2026 om dit nieuwe convenant verder uit te werken en te finaliseren. Echter, om in de tussentijd niet zonder geldend convenant te vallen, zou het huidig convenant moeten verlengd worden met 3 maanden, tot en met 31 maart

2026.

 

Op die manier geeft dit de dienst voldoende overbruggingstijd om tot een nieuw convenant te komen met het René De Clercqgenootschap dat door beide partijen gedragen wordt. Dit nieuwe convenant wordt ten laatste geagendeerd op de gemeenteraad van maart 2026.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

        Andere:

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit kennis te nemen van de verlenging van het convenant met het René De Clercqgenootschap, en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om dit convenant ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 18 december 2025.

 

Convenant René De Clercqgenootschap – gemeente Deerlijk

 

Art. 1 – Doel

 

De gemeente verleent logistieke, promotionele en financiële ondersteuning aan het René De Clercqgenootschap als erkenning van het belang van de vereniging voor het in stand houden, verzorgen en uitbaten van het René De Clercqmuseum. Het uitbaten van het museum en daar een werking ontplooien is van wezenlijk belang voor de culturele en toeristische uitstraling van de gemeente. Met dit convenant wenst de gemeente de samenwerking, tussen beide partners en de wederzijdse verwachtingen duidelijk te omschrijven.

 

Art. 2 – Engagementen van het René De Clercqgenootschap

 

§ 1 Verzamelen, beschermen en bewaren van erfgoed met een Deerlijkse link

 

Het René De Clercqgenootschap zorgt voor het verzamelen, bewaren, onderzoeken en documenteren van materieel en immaterieel erfgoed met een culturele, sociale of historische waarde voor de Deerlijkse bevolking, die een link heeft met René De Clercq als persoon en als schrijver. Deze taken behoren tot de basisfuncties van een museum.

Hiervoor neemt het René De Clercqgenootschap initiatief om erfgoed rond het verleden van René De Clercq in kaart te brengen en veilig te stellen voor de toekomst. Het René De Clercqgenootschap bewaart het erfgoed binnen de door de gemeente beschikbaar gestelde ruimtes en lokalen.

 

Het René De Clercqgenootschap zet in op het digitaliseren van foto’s, dia’s en afbeeldingen. Het René De Clercqgenootschap staat zelf in voor het respecteren van de privacywetgeving en het auteursrecht bij gebruik of terbeschikkingstelling ervan.

 

§ 2 Uitbaten van het museum René De Clercq

 

Het René De Clercqgenootschap baat, in opdracht van het gemeentebestuur, het René De Clercqmuseum uit (René De Clercqstraat 8). Hierbij wordt permanentie voorzien door vrijwilligers van de vereniging. Het staat het René De Clercqgenootschap vrij om de openingsuren van het museum te bepalen.

 

§ 3 Ontsluiten en toegankelijk maken van het Deerlijks erfgoed rond René De Clercq

 

Het René De Clercqgenootschap zorgt ervoor dat het bewaarde erfgoed en het museum publiek toegankelijk zijn en ontsloten kunnen worden voor de Deerlijkse burger en voor geïnteresseerden van buiten de gemeente. Dit wordt gegarandeerd op verschillende manieren:

        Het museum is publiek toegankelijk voor de (Deerlijkse) burger in functie van een toeristisch bezoek of voor opzoekingen en onderzoek. Daarnaast is het museum ook te bezoeken met een gids, na afspraak met het ,René De Clercqgenootschap.

        Op geregelde tijdstippen worden, al dan niet in het teken van bovenlokale of nationale campagnes, tentoonstellingen of soortgelijke activiteiten georganiseerd die publiek toegankelijk zijn.

        Er worden op geregelde tijdstippen artikels of teksten gepubliceerd, zowel digitaal als gedrukt. Op vraag van het gemeentebestuur kunnen teksten of artikels rond een bepaald thema opgemaakt worden.

        Samenwerkingen met gemeentelijke en intergemeentelijke partners waar mogelijk, bij lokale en bovenlokale projecten.

 

§ 4 Organisatie van en deelname aan gemeentelijke en nationale activiteiten zoals Open Monumentendag, Erfgoeddag, Nacht van de Geschiedenis, …

 

In samenspraak met het gemeentebestuur en met gemeentelijke middelen, ondersteunt het René De Clercqgenootschap, indien wenselijk, in het kader en in het jaarthema van een nationale campagne (Open Monumentendag, Erfgoeddag). De uitgaven en eventuele inkomsten van deze activiteiten zijn voor het gemeentebestuur. Voor de organisatie hiervan wordt een werkgroep samengesteld die bestaat uit personeel van de vrijetijdsdienst, leden van de heemkring en leden van het René De Clercqgenootschap, aangevuld met projectvrijwilligers van buiten de organisatie. Hierbij wordt voldoende opvolging gegarandeerd vanuit het gemeentebestuur, om een vlotte en efficiënte organisatie mogelijk te maken. Waar mogelijk en wenselijk worden samenwerkingen aangegaan met gemeentelijke (bv. Heemkring Dorp en Toren) en intergemeentelijke (bv. Erfgoed Zuidwest) partners.

 

§ 5 Ter beschikkingstelling beeldmateriaal (analoog of digitaal) aan het gemeentebestuur

 

Zowel voor intern gebruik als voor externe communicatie staat het de gemeente vrij om beeldmateriaal uit het archief van het René De Clercqgenootschap te gebruiken. De gemeente kan kosteloos beroep doen op deze beelden. De gemeente mag deze beelden niet commercialiseren. De bronvermelding wordt in elk geval gerespecteerd, met verwijzing naar het René De Clercqgenootschap.

 

§ 6 Ondersteuning van de intergemeentelijke erfgoedcel Zuidwest bij bovenlokale initiatieven met een impact op Deerlijk

 

Bij bovenlokale projecten die georganiseerd of gecoördineerd worden door de intergemeentelijke erfgoedcel Zuidwest (Erfgoed Zuidwest) en waarbij een link is met René De Clercq, verleent het René De Clercqgenootschap gratis en vrijwillige medewerking.

 

§ 7 Adviesrol

 

Het gemeentebestuur doet beroep op het René De Clercqmuseum om advies te vragen in alle materies die te maken hebben met het gebouw waar het René De Clercqmuseum is gevestigd. Het staat het René De Clercqgenootschap vrij om proactief en op eigen initiatief advies te verlenen aan het gemeentebestuur over materies die te maken hebben met het René De Clercqmuseum. Deze voorstellen en adviezen zijn niet bindend voor het gemeentebestuur. Er wordt steeds gezorgd voor een redelijke termijn, zodat het René De Clercqgenootschap telkens een voldoende gemotiveerd advies kan bezorgen.

 

§ 8 Onderhoud gebouw

 

Het René De Clercqgenootschap is verantwoordelijk voor het klein onderhoud van het gebouw en de tuin.

 

Art. 3 – Engagementen van de gemeente Deerlijk

 

§ 1 Logistieke ondersteuning

 

Het gemeentebestuur Deerlijk stelt kosteloos het gebouw (René De Clercqtraat 8) ter beschikking om rondleidingen en museumwerking mogelijk te maken. De kosten voor sanitair, gas, elektriciteit en telecom en het onderhoud van deze lokalen zijn ten laste van de gemeente. Dit gebeurt telkens in overleg met het René De Clercqgenootschap. Het René De Clercqgenootschap gebruikt het gebouw als een goede huisvader.

 

Er wordt in het archief ook ruimte voor het René De Clercqgenootschap voorzien. Het gebruik van deze ruimte gebeurt in onderling overleg met de Heemkring Dorp en Toren.

 

De gemeente stelt een locatie van maximum 10 vierkante meter ter beschikking voor de stockage van boeken van het René De Clercqgenootschap. De oude piano van René De Clercq wordt eveneens gestockeerd in een veilige, gemeentelijke locatie.

 

Bij activiteiten die in samenwerking met de gemeentelijke diensten worden georganiseerd, wordt er ook logistieke ondersteuning (gebruik van materiaal en infrastructuur) geboden bij de organisatie van een evenement.

 

Bij activiteiten die op eigen initiatief worden georganiseerd, kan het René De Clercqgenootschap gebruik maken van materiaal en infrastructuur volgens de geldende retributiereglementen.

 

§ 2 Administratieve ondersteuning

 

Het gemeentebestuur zorgt voor een administratieve ondersteuning van het René De Clercqgenootschap. Deze ondersteuning bestaat uit medewerking bij activiteiten die vrij toegankelijk zijn voor het publiek, zoals o.a. het kleutertheater en de rondleidingen voor de scholen.

 

Bij activiteiten die in samenwerking met de gemeentediensten worden georganiseerd, wordt er extra administratieve (evenementiële) ondersteuning geboden volgens noodzaak.

 

§ 3 Communicatieve en promotionele ondersteuning

 

Het René De Clercqgenootschap kan beroep doen op de gemeentelijke communicatiekanalen, net zoals andere verenigingen, voor de promotie van hun activiteiten en werking. Bij activiteiten die in samenwerking met de gemeente Deerlijk worden georganiseerd, kan druk- en ontwerpwerk via de gemeentelijke diensten gebeuren.

 

§ 4 Digitale ondersteuning

 

Het gemeentebestuur stelt volgens haar mogelijkheden digitaal ruimte ter beschikking van het René De Clercqgenootschap, zodat het bijhouden van een digitaal archief en het digitaliseren van het papieren archief mogelijk worden gemaakt. De toegestane ruimte wordt afgestemd met de gemeentelijke dienst ICT.

 

§ 5 Financiële ondersteuning

 

Het gemeentebestuur Deerlijk voorziet een jaarlijkse nominatieve toelage voor het René De Clercqgenootschap. Het bedrag wordt elk jaar geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd. Daarnaast kan het René De Clercqgenootschap bij het organiseren van eigen initiatieven beroep doen op de premiereglementen voor verenigingen, indien aan alle voorwaarden wordt voldaan. Activiteiten die in samenwerking met de gemeente worden georganiseerd, komen niet in aanmerking voor premies.

 

§ 6 Verzekering

 

De gemeente Deerlijk zorgt voor een verzekering voor de vrijwilligers van het René De Clercqgenootschap tijdens hun werking en permanentie in het museum en bij activiteiten die in samenwerking met de gemeente worden georganiseerd.

 

§ 7 Advies

 

Het gemeentebestuur vraagt advies aan het René De Clercqgenootschap, al dan niet via de cultuurraad, rond materies die het René de Clercqmuseum aanbelangen. Het gemeentebestuur zorgt telkens voor een redelijke termijn om een gemotiveerd advies te laten bezorgen. Deze voorstellen en adviezen zijn niet bindend.

 

Art. 4 – Rapportering

 

Het René De Clercqgenootschap legt jaarlijks een jaarprogramma voor tegen 31 januari, voor dat kalenderjaar. Het jaarverslag van het voorafgaande jaar wordt telkens ingediend tegen 30 april. Dit beknopt jaarverslag bevat een overzicht van de georganiseerde activiteiten en een schatting van het aantal aanwezigen en bezoekers.

 

Art. 5 – Communicatie en overleg

 

Minstens één keer per kwartaal wordt er een overleg georganiseerd met het René De Clercqgenootschap, de gemeentelijke dienst cultuur & erfgoed en de schepen van erfgoed. Dit overlegplatform heeft tot doel om de praktische samenwerking tussen beide partijen in het kader van dit convenant verder uit te werken, om de komende activiteiten te plannen en om voorbije activiteiten te evalueren.

 

Art. 6 – Duur van de overeenkomst

 

Dit convenant treedt in werking op 1 januari 2023 en loopt af op 31 maart 2026.

Het gemeentebestuur kan de overeenkomst op elk moment herzien of beëindigen als het algemeen belang dit vereist.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.5. PZ Gavers - gemeentelijke dotatie 2026 - agendering GR - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de gemeentelijke dotatie 2026 aan de PZ Gavers voor te leggen aan de gemeenteraad ter goedkeuring.

 

Motivering

 

De begroting 2026 van de PZ Gavers bevindt zich in bijlage.  Deze werd goedgekeurd op de politieraad van 9 december 2025.

 

De gemeenteraad dient nu de gemeentelijke dotatie aan de PZ Gavers voor 2026 goed te keuren.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad de goedkeuring van de gemeentelijke dotatie 2026 aan de PZ Gavers te agenderen op de zitting van 18 december 2025.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.6. huishoudelijk reglement gemeenteraadscommissie financiën - agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraadscommissie financiën voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

Motivering

 

De gemeenteraad keurde op 4 juli 2013 het huishoudelijk reglement van de gemeenteraadscommissie financiën goed.

 

Omdat een aantal clausules achterhaald zijn, was een aangepaste versie nodig.

 

Het ontwerp van het aangepaste huishoudelijk reglement van de gemeenteraadscommissie financiën bevindt zich in bijlage.

 

De gemeenteraadscommissie financiën heeft in zitting van 1 december 2025 de aangepaste versie besproken en goedgekeurd.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om het aangepaste huishoudelijk reglement van de gemeenteraadscommissie financiën te agenderen op de gemeenteraad van 18 december 2025.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.7. Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en de lijkbezorging - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en de lijkbezorging ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Motivering

 

Voorliggend reglement betreft de aanpassing en verlenging van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 29 januari 2015. Dit reglement eindigt op 31 december 2025.

 

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

 

Wijzigingen aan het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging aangebracht door het decreet van 9 februari 2024 maken een aanpassing van het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging noodzakelijk. Het decreet bevat onder meer bepalingen in zake de mogelijkheid tot bijzetting van gezelschapsdieren.

 

Er wordt onder andere opgenomen dat bij wanbetaling van een concessie automatisch omgezet kan worden naar een niet geconcedeerd graf en de afspraken omtrent de uitwerking van de sterrenboom vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen op 2 april 2025 werden overgenomen in voorliggend reglement.

 

Conform artikel 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële impact.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om volgend reglement ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad:

 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING

 

Hoofdstuk 1: Concessies

 

Art. 1

Op de gemeentelijke begraafplaatsen worden grafconcessies verleend. Deze kunnen betrekking hebben op een nis in het columbarium, een perceel grond, een grafkelder of een urnenkelder.

 

Art. 2

Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om de concessie te verlenen conform de modaliteiten van onderhavig huishoudelijk reglement en de tarieven voorzien in het retributiereglement betreffende de gemeentelijke begraafplaatsen, dat door de gemeenteraad wordt vastgesteld. Deze machtiging geldt eveneens voor de hernieuwing van de concessies.

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist tevens over:

        De beëindiging van een concessie naar aanleiding van een verwaarlozingsprocedure;

        De voortijdige beëindiging van een concessie naar aanleiding van dergelijke aanvraag door de concessiehouder of diens nabestaanden.

 

Art. 3

Het verlenen van een grafconcessie door het gemeentebestuur houdt geen verkoop of verhuring in. Door het verlenen van een concessie vervreemdt het gemeentebestuur de grond of nis in het urnenveld of columbarium niet. Zij verleent slechts een genot en gebruiksrecht met een speciale, tijdelijke en nominatieve bestemming.

 

Art. 4

De grafconcessies zijn niet overdraagbaar.

 

Art. 5

Concessies worden enkel verleend in het geval van een overlijden. De enige uitzondering betreft de mogelijkheid om bij de toekenning van een concessie voor een familielid in eerste graad, een tweede concessie genomen wordt naast de desbetreffende rustplaats. Beide concessies starten dan op datum van toekenning door het college van burgemeester en schepenen en hebben eenzelfde einddatum.

 

Art. 6

De termijn van de concessie neemt aanvang op datum van toekenning door het college van burgemeester en schepenen. Bij een hernieuwing van een bestaande grafconcessie neemt de hernieuwde concessie aanvang op de vervaldatum van de voorafgaande concessie.

 

Art. 7

In geval van niet betaling en mits 2 verwittigingen tot betaling wordt de concessie na 6 maand omgezet naar niet geconcedeerd en blijft ze slechts geldig gedurende 10 jaar. Dit impliceert een ontgraving en herbegraven in het daarvoor voorzien perk op de begraafplaats.

 

Art. 8

Minstens een jaar voor het verstrijken van de concessie maakt de burgemeester een akte op waarbij eraan herinnerd wordt dat een aanvraag om hernieuwing moet gedaan worden. Een afschrift van deze akte wordt een jaar lang bij het graf geplaatst. Daarnaast wordt aan de ingang van de begraafplaats een lijst met het totaaloverzicht van de betreffende graven uitgehangen.

 

Art. 9

In het geval van terugneming van een geconcedeerd perceel wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden kan de concessiehouder:

        Geen aanspraak maken op enige vergoeding;

        Heeft hij slechts recht op het kosteloos bekomen van een perceel van dezelfde oppervlakte op een ander deel van de begraafplaats mits het indienen van een aanvraag door enig belanghebbende.

 

De kosten voor de eventuele overbrenging van de stoffelijke resten en de graftekens, alsook voor de eventuele bouw van een nieuwe grafkelder zijn ten laste van de gemeente.

 

Art. 10

Wanneer een grafconcessie ten einde loopt worden de graftekens door de belanghebbende verwijderd uiterlijk op 31 december van het jaar van beëindiging van de concessie. Bij een voortijdige beëindiging van de concessie worden de graftekens door de belanghebbende verwijderd uiterlijk 31 december van jaar waarin de aanvraag tot voortijdige beëindiging is ingediend, met een minimale termijn van 3 maanden.

 

Gebeurt dit niet, dan worden de graftekens van ambtswege verwijderd. De verwijderde graftekens worden eigendom van de gemeente. Het wegnemen van grafmonumenten moet minimum 1 week vooraf gemeld worden aan de gemeentelijke diensten.

 

Art. 11

Bij de vroegtijdige beëindiging kan de betaalde concessieprijs noch geheel, noch gedeeltelijk teruggevorderd worden. De grafrust van 10 jaar moet gerespecteerd worden.

 

Art. 12

Een urne met as van één of meerdere gezelschapsdieren kan begraven worden in een kist of nis in het urnenveld of columbarium. De urne met de as van een huisdier kan enkel maar samen worden bijgezet of begraven op het ogenblik van de bijzetting of begraving van de eigenaar. Latere bijzettingen van de urne met de as van een huisdier zijn niet mogelijk.

 

Voor de toepassing van het eerste lid moeten de huisdieren al overleden zijn en gecremeerd op het ogenblik van het overlijden van de eigenaar.

 

De urne met assen van een huisdier mogen nooit de plaats innemen van een urne van een overleden persoon. De urne van een huisdier kan enkel worden begraven of bijgezet worden indien dit technisch mogelijk is en er voldoende plaats is in het respectievelijke graf, kelder, urnenveld of columbarium.

 

De urne met de assen van huisdieren moeten steeds biologisch niet-afbreekbaar zijn, zodanig dat de assen van mens en dier nooit kunnen gemengd worden. Bij einde concessie of ontgraving van de overleden eigenaar, wordt de as van het gecremeerde huisdier eveneens ontgraven. De as van het huisdier mag niet verstrooid worden op de strooiweide.

 

Hoofdstuk 2: niet geconcedeerde percelen

 

Art. 13

Bij niet geconcedeerde gronden wordt een afzonderlijk perk voorzien voor de begraving van niet gecremeerde lijken.

 

Art. 14

Per niet geconcedeerd perceel of nis mag slechts 1 stoffelijk overschot begraven worden.

 

Art. 15

Bij nissen in het columbarium of urnenveld voorziet de gemeente in een afdekplaat met naamplaatje. 

 

Art. 16

Na verloop van de periode van tien jaar voor niet geconcedeerde begravingen, kan er geopteerd worden om toch een concessie te nemen. Dit impliceert een ontgraving en herbegraven op een ander perceel op de gemeentelijke begraafplaats, waarbij de kost ten laste komt van de aanvrager, overeenkomstig het geldende retributiereglement op de grafconcessies.

 

Hoofdstuk 3: Ontgravingen

 

Art. 17

De toestemming tot ontgraving wordt gegeven door de burgemeester, op schriftelijk verzoek van de nabestaanden of op initiatief van de gemeente in toepassing van artikel 7 van dit reglement.

 

Art. 18

Er mag niet overgegaan worden tot ontgraving, behalve op bevel van de gerechtelijke overheid of na schriftelijke toelating van de burgemeester. De aanvraag tot ontgraving moet schriftelijk gedaan worden door het naaste familielid van de overledene of zijn gelastigde, bij de bevoegde dienst.

 

Art. 19

Voor ontgraving is een retributie verschuldigd waarvan het bedrag is opgenomen in het retributiereglement betreffende de gemeentelijke begraafplaatsen. De retributie is ten laste van de aanvrager en is niet verschuldigd bij ontgravingen op bevel van de gerechtelijke overheden, alsook niet bij ontgravingen in toepassing van artikel 7 van dit reglement.

 

Art. 20

De ontgravingen hebben plaats op de datum en het uur in gemeen overleg bepaald tussen de verantwoordelijke van de begraafplaats en de aanvrager. Het is niet toegelaten voor nabestaanden om aanwezig te zijn bij de ontgraving.

 

Art. 21

De aanvrager voorziet op eigen kosten in een nieuwe kist of asurne.

 

Art. 22

Tijdens de opgraving wordt de begraafplaats tijdelijk gesloten en de plaats van de ontgraving wordt visueel afgeschermd voor het publiek.

 

Hoofdstuk 4: Begravingen en plaatsen van zerken

 

Art. 23

Grafzerken voor graven in volle grond dienen te worden geplaatst ten vroegste 6 maanden en ten laatste 8 maanden na het ter aarde bestellen van de stoffelijke overschotten. Grafzerken bedoeld voor grafkelders daarentegen moeten binnen de 2 maanden worden geplaatst.

 

Grafzerken bedoeld voor blok P en S op de gemeentelijke begraafplaats in het centrum dienen binnen de 2 maanden te worden geplaatst op de voorziene fundering.

 

In het geval van een bijzetting dient de grafzerk te worden meegenomen buiten de grenzen van de gemeentelijke begraafplaats of kan deze, mits voldoende beschikbare plaats, op de daarvoor voorziene tijdelijke stockageplaatsen op de begraafplaats worden gezet, in afwachting tot deze kan teruggeplaatst worden.

 

Art. 24

Het plaatsen van de grafzerk dient minimum 1 week vooraf aangevraagd te worden bij de bevoegde gemeentelijke diensten.

 

Art. 25

Uitsluitend de begraafplaatsmedewerker is bevoegd voor:

        Het aanbrengen van een volgnummer op de kist of de asurn;

        Het uitstrooien van de as;

        Het neerlaten van de kist of de asurn in een grondgraf, het plaatsen van de kist of de asurn in een grafkelder, het plaatsen van de asurn in een urnenkelder of nis;

        Het delven van een graf en het vullen van de kuil;

        Het openen en sluiten van bestaande grafkelders of urnenkelders bij bijzetting of beëindiging van de concessie;

        Het openen van de nis, het plaatsen van de asurn en het afsluiten van de nis.

 

Art. 26

Het plaatsen en wegnemen van grafzerken kan enkel tussen 8u30 en 16u00, uitgezonderd voor de gemeentediensten. De gemeente heeft het recht het afgesproken uur nog te wijzigen tot de dag van aankomst.

 

Art. 27

De grafzerk dient zowel bij eerste plaatsing als na een bijzetting correct en recht te worden gezet. Indien dit niet het geval zou zijn, is het de verantwoordelijkheid van de concessiehouder om dit binnen de maand na de vaststelling in orde te laten brengen.

 

Art. 28

Begravingen, bijzettingen en bezorgen van de as kunnen plaatsvinden op weekdagen tussen 8u00 en 16u00 en op zaterdag tussen 8u00 en 14u00. Er kunnen geen begrafenissen plaatsvinden op zon- en feestdagen zoals: 1 januari – 2 januari – Paasmaandag – 1 mei – Hemelvaartsdag – Pinksteren – Pinkstermaandag – 11 juli – 21 juli – 15 augustus - 1 november – 2 november – 11 november – 25 december en 26 december.

 

De burgemeester kan afwijkingen verlenen in geval van overmacht of omwille van de bescherming van de openbare orde.

 

Art. 29

Er mogen op de begraafplaatsen niet meer dan één begrafenis plaatsvinden op hetzelfde tijdstip. Indien er toch meer dan één begrafenis zou zijn, wordt de volgorde van aankomst op de begraafplaats gerespecteerd.

 

Art. 30

Op elke begraafplaats zijn er percelen voorbehouden voor begraving van kinderen die de volle leeftijd van 12 jaar niet bereikt hebben. Op de centrumbegraafplaats zijn er ook percelen voor levenloos geboren kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidsgrens nog niet hebben bereikt.

 

Hoofdstuk 5: Graftekens, gedenktekens, grafzerken en beplanting

 

Art. 31

Er dient op de gemeentelijke begraafplaatsen gebruik gemaakt te worden van de door de gemeente aangereikte afdekplaat. Andere afdekplaten voor urnenkelders en columbariumnissen worden niet toegestaan.

 

Art. 32

Bij geconcedeerde nissen in het columbarium en urnenveld mag er op de afdekplaat enkel volgende vermeldingen worden opgenomen:

        De naam van de overledene (hoogte 3cm);

        Het geboortejaar en jaar van overlijden (hoogte 2cm);

        Het symbool van twee in elkaar gehaakte ringen (optioneel – hoogte 2cm);

        Een kruis (optioneel – hoogte 6cm);

        Beperkte ruimte (8 op 10cm in rechterbovenhoek) voor een persoonlijke foto of afbeelding

        Lettertype: Monotype Corsiva (ingekleurd goud of okergeel)

 

Art. 33

De gemeente voorziet voor niet geconcedeerde begravingen in volle grond, in het urnenveld of in het columbarium een gegraveerd naamplaatje.

 

Art. 34

Naamplaatjes op de strooiweide worden ten vroegste na 30 jaar weggenomen.

 

Art. 35

De asurnen bestemd voor plaatsing in het columbarium of urnenveld moeten aan volgende afmetingen voldoen: hoogte maximum 27 cm – diameter maximum 23 cm.

 

Art. 36

Met uitzondering van de nissen in het columbarium wordt er niet bovengronds begraven. Het gebruik van piramiden en andere bijkomende constructies wordt niet toegelaten.

 

Art. 37

Grafzerken dienen volgende afmetingen te hebben:

        Voor percelen van 2m²: maximaal 2m x 98cm met een maximale rughoogte van 1m. Bij het plaatsen van een kleinere zerk dient de resterende grondoppervlakte bedekt te worden, verkieslijk met een niet-woekerende bodembedekker;

        Voor percelen van 3m²: maximaal 3m x 98cm met een maximale rughoogte van 1m. Bij het plaatsen van een kleinere zerk dient de resterende grondoppervlakte bedekt te worden, verkieslijk met een niet-woekerende bodembedekker;

        Voor percelen van 3m² gelegen in de middengang van blok A, B, C en D: maximaal 3m x 98cm met een maximale rughoogte van 2m. Bij het plaatsen van een kleinere zerk dient de resterende grondoppervlakte bedekt te worden, verkieslijk met een niet-woekerende bodembedekker;

        Blok P en R op de gemeentelijke begraafplaats in het centrum: maximaal 1m x 98cm met een maximale rughoogte van 1m;

        Blok S op de gemeentelijke begraafplaats in het centrum: maximaal 40cm x 28cm met een maximale rughoogte van 1m;

        Kindergraven in Sint-Lodewijk: maximaal 1,25m x 75cm met een maximale rughoogte van 1m. Bij het plaatsen van een kleinere zerk dient de resterende grondoppervlakte bedekt te worden.

 

Art. 38

Op blok P en S op de gemeentelijke begraafplaats in het centrum is het gebruik van harde materialen verplicht. Bij gebreke hieraan zal de gemeente een grafzerk voorzien, waarbij de kost wordt gefactureerd aan de concessiehouder of diens nabestaanden.

 

Wanneer er geen harde materialen gebruikt worden op blok R, is het verplicht om een duidelijke afboording te voorzien van de voorziene concessieruimte.

 

Op het grasperk gelegen voor de graven in blok P, R en S mogen er geen tekens, symbolen, versieringen of beplantingen worden aangebracht.

 

Art. 39

De beplanting op de begraafplaatsen mag niet hoger zijn dan één meter. Bomen zijn in alle gevallen uitgesloten. De concessiehouder, of diens nabestaanden, is zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van de aangebrachte beplanting. Bij onvoldoende of slecht onderhoud wordt de betrokkene verwittigd en gevraagd om dit binnen een termijn van één maand in orde te brengen. Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven, wordt de procedure verwaarlozing opgestart.

 

Art. 40

Er geldt een algemeen verbod om bloemstukken en/of andere aandenkens te plaatsen op paden, grasstroken en plantvakken die niet behoren tot het perceel waar de grafconcessie is verleend. De enige uitzonderingen hierop betreffen:

        De eerste maand na de begrafenis;

        De week voor en de vier weken na Allerheiligen.

 

Bloemstukken en andere aandenkens die toch worden geplaatst zullen ambtshalve worden verwijderd.

 

Art. 41

Graftekens, versiering of decoratie die wordt aangebracht mag in geen geval de zichtbaarheid van een ander graf, een andere nis of urnenkelder beperken. Er mag daarbij op geen enkele manier schade worden toegebracht aan een ander graf, een andere nis of urnenkelder. Elke herstelling die als gevolg hiervan dient te worden uitgevoerd zal verhaald worden op de concessiehouder of diens nabestaanden.

 

Art. 42

Er kan geen aanspraak gemaakt worden op een vergoeding van het gemeentebestuur wegens beschadiging aan grafstenen, -tekens of –monumenten die het gevolg zijn van omstandigheden buiten de wil van het bestuur of haar personeel, noch voor schade die het gevolg is van weersomstandigheden.

 

Art. 43

Het gemeentebestuur is in geen geval verantwoordelijk voor eventuele verzakking van graftekens. Het rechtzetten van verzakte zerken en andere werkzaamheden aan deze monumenten behoort niet tot de bevoegdheid van het gemeentepersoneel.

 

Hoofdstuk 6: Sterrenboom

 

Art. 44

Op de begraafplaats kunnen stilgeboren kinderen of sterrenkindjes herdacht worden via een gegraveerd blaadje, waarvan minstens een ouder een band heeft met Deerlijk.

 

Art. 45

Aan de sterrenboom mogen enkel de door het gemeentebestuur voorziene stalen blaadjes opgehangen worden. Om de sereniteit te behouden is het niet toegelaten persoonlijke ornamenten aan de boom te hangen of op de sterrenweide te plaatsen.

 

Art. 46

De blaadjes worden na afhaling zelf door de ouders bedrukt of gegraveerd met de naam van hun sterrenkindje en eventueel een persoonlijke tekst. Daarna worden ze teruggeven aan de dienst burgerzaken en de plaatsing zal vervolgens gebeuren door de gemeentelijke diensten.

 

Art. 47

De duur voor het behouden van het symbool wordt beperkt tot 30 jaar vanaf de datum van aanvraag. Na het verstrijken van deze periode kan het gemeentebestuur het symbool verwijderen. Indien gewenst kan de aanvrager het symbool binnen een termijn van 6 maanden komen ophalen bij de gemeentediensten.

 

Art. 48

Na een termijn van 10 jaar kunnen de ouders het herdenkingsblaadje terugvragen. Dit kan enkel plaatsvinden wanneer beide ouders hun uitdrukkelijke toestemming geven.

 

Hoofdstuk 7: Verwaarlozing

 

Art. 49

De burgemeester stelt de verwaarlozing van een graf vast in een akte.

 

Art. 50

Verwaarlozing staat vast als het graf doorlopend vervuild is, door planten overwoekerd, vervallen, ingestort of bouwvallig is en er gevaar is voor beschadiging van de omliggende graven.

 

Art. 51

Verwaarloosde graftekens moeten onverwijld worden weggehaald of hersteld. Bij dreigend gevaar voor instorting kan het grafteken onmiddellijk geheel of gedeeltelijk worden weggenomen zonder voorafgaande kennisgeving aan de belanghebbenden. De kosten van de noodzakelijke werkzaamheden kunnen worden verhaald op de concessiehouder of diens nabestaanden.

 

Art. 52

De akte blijft een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van deze termijn kan het college een einde maken aan het recht op de concessie indien geen herstellingswerken werden uitgevoerd.

 

Hoofdstuk 8: Betwistingen

 

Art. 53

Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement worden in eerste instantie behandeld door het college van burgemeester en schepenen.

 

Hoofdstuk 9: Inwerkingtreding en geldigheidstermijn

 

Art. 54

Het reglement treedt in werking op 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Art.55

Het besluit van de gemeenteraad van 29 januari 2015 houdende het huishoudelijk reglement begraafplaatsen wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.8. Hulparbeider groen & proper (E1-E3) - vacantverklaring en aanstelling - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.9. Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

        FLUVIA - verslag van de zoneraad van 24 oktober 2025

        FLUVIA - verslag van het zonecollege van 24 oktober 2025

        Woonwijs - verslag stuurgroep van 17 november 2025

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.10. Beslissing college van burgemeester en schepenen van 12 november 2025 - mededeling kantmelding - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.11. Onderwijs - premie vriendenkring VBS Sint-Lodewijk - 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aanvraag tot het verkrijgen van de premie voor de ouderraad / vriendenkring van VBS Sint-Lodewijk goed te keuren.

 

Motivering

 

De ouderraad / vriendenkring van VBS Sint-Lodewijk heeft op 12 november 2025 een aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor vriendenkringen van het onderwijs.

 

Deze premie wordt gevraagd naar aanleiding van organisatie van activiteiten voor ouders en kinderen van de school (halloweenwandeling, ouderfuif, pannenkoekenverkoop, schoolfeest, ...).

De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2020. Overeenkomstig het premiereglement wordt jaarlijks een forfait van 200 euro toegekend, vermeerderd met 2,50 euro per gewogen leerling. De VBS Sint-Lodewijk telt 315 gewogen leerlingen. De premie bedraagt aldus 987.5 euro.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Premiereglement voor vriendenkringen van het onderwijs

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

987.5 euro

Actie

Vriendenkringen onderwijs

Jaarbudgetrekening

GBB/0869-00/64910021

Visum

/

 

Deze premie dient overgemaakt te worden op het bankrekeningnummer BE66 7360 6289 2743 van de ouderraad / vriendenkring van VBS Sint-Lodewijk.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvraag van de ouderraad / vriendenkring van de VBS Sint-Lodewijk tot het verkrijgen van een premie voor vriendenkringen van het onderwijs goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 987.5 euro zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE66 7360 6289 2743 van de ouderraad / vriendenkring van de VBS Sint-Lodewijk.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.12. Erfgoed - gesloopte goederen geschrapt uit inventaris bouwkundig erfgoed - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de onroerende goederen die omwille van sloop geschrapt zijn uit de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed, opgemaakt door het agentschap Onroerend Erfgoed.

 

Motivering

 

Op dinsdag 2 december 2025 werd de dienst erfgoed door het Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen gevraagd het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te stellen van de update van de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed.

 

Door middel van de brief in bijlage informeert het Agentschap Onroerend Erfgoed de gemeente over de onroerende goederen op het grondgebied Deerlijk die van de lijst geschrapt worden doordat ze gesloopt werden.

 

In totaal werden 216 gesloopte onroerende goederen geschrapt uit de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed. Voor Deerlijk gaat het om één goed, namelijk de weverij met conciërgewoning, gelegen in de Waregemstraat 29.

 

Café Prins Albert (Hoogstraat 55) werd afgelopen jaar ook gesloopt, maar werd nog niet geschrapt uit de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed, aangezien de vaststelling van de gesloopte goederen nog gebeurde vóór de sloop van het gebouw. Bij de volgende procedure in 2027 zal ook Café Prins Albert geschrapt worden uit de inventaris. 

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de onroerende goederen die omwille van sloop geschrapt zijn uit de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed, opgemaakt door het agentschap Onroerend Erfgoed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.13. Feestelijkheden - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer ter gelegenheid van een straatfeest in de Gaverwijk op 20 december 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van het straatfeest in de Gaverwijk, dat plaatsvindt op het grondgebied van de gemeente Deerlijk op zaterdag 20 december 2025, goed te keuren.

 

Motivering

 

Op zaterdag 20 december 2025 vindt een straatfeest plaats in de Gaverwijk, specifiek op de hoek van de Marquettelaan met de Europalaan, te Deerlijk.

 

Ter plaatse zijn, naar aanleiding van de bedoelde manifestatie, bijzondere verkeersmaatregelen vereist met het oog op de veiligheid van de deelnemers, de weggebruikers en met het oog op een vlot verloop van het normale verkeer.

 

PZ Gavers verleende op 17 november 2025 positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met unieke 3028117.

 

PZ Gavers maakte op 17 november 2025 een overeenkomstig tijdelijk politiereglement op het verkeer op.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

Andere:

        Art. 119, 130 bis en art. 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet;

        Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen;

        Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen;

        Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt tijdens het straatfeest tijdelijk beurtelings verkeer voorzien, tussen 08.00 uur en 22.00 uur. Doorgaand verkeer zal mogelijk blijven in de Marquettestraat en Europalaan.

 

Artikel 2

 

Er wordt geen parkeerverbod gevraagd.

 

Artikel 3

 

Er wordt geen plaatselijke omleiding voorzien.

 

Artikel 4

 

De hiertoe nodige signalisatie wordt overeenkomstig de wettelijke voorschriften aangebracht.

 

Artikel 5

 

De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.

 

Overtredingen op onderhavig besluit worden beteugeld met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.

 

Artikel 6

 

Afschrift van deze verordening wordt overgemaakt aan de griffie van de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk en aan de griffie van de Politierechtbank te Kortrijk.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.14. Feestelijkheden - Winterdrink Gaverwijk - 20 december 2025 - aanvraag - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor de verschillende onderdelen van de aanvraag voor het houden van een winteractiviteit rond de kerststal op de hoek van de Europalaan met de Marquettestraat te Deerlijk.

 

Motivering

 

De bewoners van de Gaverwijk wensen een winteractiviteit voor de buren te organiseren, ter hoogte van de kerststal, op zaterdag 20 december 2025.

 

Zij vragen daarbij: 

 

        aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

 

Contactpersoon

Naam

Sofie Vanhove

 

Adres

Europalaan 32

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Activiteit

Benaming activiteit

Winterdrink Gaverwijk

Locatie

Gebouw

 

 

Tent

 

 

Open lucht

X

Adres

Naam gebouw

 

 

Adres

Marquettestraat 36

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

95 dB(A)

 

Maximaal geluidsniveau

>85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15 min

 

Duur

 

Begin

zaterdag 20 december 2025 om 16.00 uur

Einde

zaterdag 20 december 2025 om 22.00 uur

 

Het betreft een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid, waarbij de aangevraagde activiteit beperkt is in duur en al dan niet plaatsvindt in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

 

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen conform de toepassing van het sluitingsuur, gekoppeld aan een afbouwscenario.

 

Indien een organisator voor diens evenement een einduur vooropstelt dat vroeger valt dan het maximale einduur én buiten het afbouwscenario valt, is het afbouwscenario niet van toepassing, met dien verstande dat op het door de organisator vooropgestelde einduur alle geluidsactiviteit wordt stopgezet: zaterdag 20 december 2025 om 22.00 uur.

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

 

        aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

 

De buren van de Gaverwijk wensen een winteractiviteit rond de kerststal te organiseren op zaterdag 20 december 2025 en vragen toelating voor de inname van de straathoek (stoep en deels op de openbare weg) tussen de Marquettestraat en de Europalaan.

 

        aanvraag politionele medewerking

 

De bewoners van de Gaverwijk wensen een winteractiviteit te organiseren rond de kerststal op zaterdag 20 december 2025 en verwijzen hiervoor naar het tijdelijk politiereglement op het verkeer, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 10 december 2025, voor het instellen van de overeenkomstige verkeersmaatregelen.

 

PZ Gavers verleende positief advies en heeft vervolgens de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan in Eagle.be met ID- nummer 3028117.

 

        aanvraag gemeentelijke medewerking

 

De bewoners van de Gaverwijk vragen het college van burgemeester en schepenen om, in het kader van de algemene veiligheid, voldoende nadarhekkens te leveren om het kruispunt van de Marquettestraat en de Europalaan in het midden van de straat af te zetten, om de deelnemers af te schermen van doorgaand verkeer.

 

        aanvraag vuurvergunning

 

Het is verboden, zonder voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester, enig vuur aan te leggen waarbij het gebruik of de aanwezigheid van *open vuur of vlammen* een risico doet ontstaan voor het publiek.

 

Voor het gebruik van vuurkorven, -manden en -schalen verwijst de hulpverleningszone Fluvia naar de richtlijnen die terug te vinden zijn op hun website via volgende link:

https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Toelating geluidsactiviteit

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, verder aangeduid als Vlarem II, waaronder, en zonder zich hiertoe te willen beperken, art. 6.7.3.

        De algemene gemeentelijke politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, meer specifiek en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 37, 38 en 47.

        Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 maart 2024

        Plaatsing verkeerssignalisatie

        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit straatfeest.

 

Artikel 2

 

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

 

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15 min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15 min

        Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15 min 95 dB(A) niet overschrijden.

Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan.

Bij het meten van het geluidsniveau worden zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht.

Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats.

        Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15 min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon.

        De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm, gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten.

 

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Duur

 

Begin

zaterdag 20 december 2025 om 16.00 uur

Einde

zaterdag 20 december 2025 om 22.00 uur

 

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

        De inrichters als bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

        De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

        De inrichters houden zich aan het vooropgestelde einduur waarop alle geluidsactiviteit wordt stopgezet: zaterdag 20 december 2025 om 22.00 uur.

        De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

 

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

 

 

 

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op zaterdag 20 december 2025, van 16.00 uur tot en met 22.00 uur, ter hoogte van de kerststal op de hoek van de Marquettestraat met de Europalaan.

 

Artikel 4

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

 

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

 

Artikel 5

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde gemeentelijke medewerking te verlenen.

 

Artikel 6

 

Vuurvergunning: zie besluit van de burgemeester.

 

Artikel 7

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.15. Feestelijkheden - Uitbetaling premie voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen 2025 - goedkeuring

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.16. Ticketverkoop voor derden - Wild van Klassiek 2025 - terugbetaling - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de terugbetaling van de ticketverkoop voor derden via het vrijetijdspunt, voor de voorstelling Händel, Maestro Businessman! Hemiolia Ensemble door Wild van Klassiek, goed te keuren.

 

Motivering

 

Artikel 4 van het retributiereglement Vrijetijdsaanbod zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 25 mei 2023 laat toe dat Deerlijkse verenigingen de ticketverkoop voor hun activiteiten en evenementen laten verlopen via het vrijetijdspunt. De ticketprijs wordt door de vereniging zelf bepaald. Het lokaal vestuur ontvangt voor haar administratieve opvolging en voor de dekking van de softwarekosten een bedrag van 0,43 euro per verkocht ticket.

 

De gemeenteraad keurde in zitting van 20 februari 2020 evenwel voor de periode 2020 tot en met 2025 een samenwerkingsovereenkomst goed met vzw Wild van Klassiek. Deze overeenkomst omvat ondersteuning door het lokaal bestuur bij de organisatie van deze jaarlijkse klassieke concerten. Eén van de ondersteuningsmaatregelen is de gratis ticketverkoop via de gemeentelijke kanalen.

 

Voor de voorstelling Händel, Maestro Businessman! Hemiolia Ensemble, georganiseerd door Wild van Klassiek op 15 november 2025, werden volgend aantal tickets verkocht via het vrijetijdspunt:

 

        75 tickets basis à 25 euro = 1.875 euro

        3 tickets -26 jaar à 10 euro = 30 euro

        11 omruilvoordeel UITPAS à 18 euro =  198 euro

 

De terugbetaling van de ticketverkoop betreft aldus een bedrag van 2.103 euro.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Gemeenteraad 25 mei 2023 Retributiereglement vrijetijdsaanbod

        Gemeenteraad 20 februari 2020 Wild van Klassiek - samenwerkingsovereenkomst

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

2.103 euro

Actie

Uitbetaling ticketverkoop voor derden

Jaarbudgetrekening

0705-00/61320003

Visum

n.v.t.

 

Er is geen budget voorzien. Het voorziene budget voor cultuur- en schoolprogrammatie is het uitgavenbudget voor de organisatie van de gemeentelijke cultuur- en schoolprogrammatie exclusief eventuele bedragen voor terugbetaling van ticketverkoop voor derden via het vrijetijdspunt. Het budget in functie van terugbetaling van ticketverkoop voor derden via het vrijetijdspunt wordt voorzien bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de terugbetaling van de ticketverkoop voor derden via het vrijetijdspunt, voor de voorstelling Händel, Maestro Businessman! Hemiolia Ensemble door Wild van Klassiek, goed te keuren.

 

Het bedrag van 2.103 euro mag overgeschreven worden op rekeningnummer BE40 7384 0811 2263 van vzw Wild van Klassiek.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.17. Onderwijs - premie vriendenkring De KIM & De SAM - 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aanvraag tot het verkrijgen van de premie voor de ouderraad / vriendenkring van De KIM & De SAM goed te keuren.

 

Motivering

 

De ouderraad / vriendenkring van De KIM & De SAM heeft namens de directie op 18 november 2025 een aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor vriendenkringen van het onderwijs.

 

Deze premie wordt gevraagd naar aanleiding van het aankopen van inrichtingsmateriaal voor de gerenoveerde speelplaatsen.

 

De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2020. Overeenkomstig het premiereglement wordt jaarlijks een forfait van 200 euro toegekend, vermeerderd met 2,50 euro per gewogen leerling. De KIM & De SAM telt 332 gewogen leerlingen. De premie bedraagt aldus 1.030 euro.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Premiereglement voor vriendenkringen van het onderwijs

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

1.030 euro

Actie

Vriendenkringen onderwijs

Jaarbudgetrekening

GBB/0869-00/64910021

Visum

/

 

Deze premie dient overgemaakt te worden op het bankrekeningnummer BE96 0689 0884 9005 van De KIM & De SAM.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvraag van de ouderraad / vriendenkring van de De KIM & De SAM tot het verkrijgen van een premie voor vriendenkringen van het onderwijs goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 1.030 euro zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE96 0689 0884 9005 van De KIM & De SAM.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.18. Onderwijs - premie vriendenkring GO BS De Driesprong - 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aanvraag tot het verkrijgen van de premie voor de ouderraad / vriendenkring van GO BS De Driesprong goed te keuren.

 

Motivering

 

De ouderraad / vriendenkring van GO BS De Driesprong heeft namens de directie op 19 november 2025 een aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor vriendenkringen van het onderwijs.

 

Deze premie wordt gevraagd naar aanleiding van de aankoop van meubilair (o.a. stoelen en klasbanken) voor de leerlingen.

 

De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2020. Overeenkomstig het premiereglement wordt jaarlijks een forfait van 200 euro toegekend, vermeerderd met 2,50 euro per gewogen leerling. De GO BS De Driesprong telt 196 gewogen leerlingen. De premie bedraagt aldus 690 euro.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Premiereglement voor vriendenkringen van het onderwijs

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

690 euro

Actie

Vriendenkringen onderwijs

Jaarbudgetrekening

GBB/0869-00/64910021

Visum

/

 

Deze premie dient overgemaakt te worden op het bankrekeningnummer BE42 0910 1917 9454 van GO BS De Driesprong.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvraag van de ouderraad / vriendenkring van de GO BS De Driesprong tot het verkrijgen van een premie voor vriendenkringen van het onderwijs goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 690 euro zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE42 0910 1917 9454 van de GO BS De Driesprong.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.19. Onderwijs - premie vriendenkring VBS Belgiek - 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aanvraag tot het verkrijgen van de premie voor de ouderraad / vriendenkring van VBS Belgiek goed te keuren.

 

Motivering

 

De ouderraad / vriendenkring van VBS Belgiek heeft namens de directie op 22 oktober 2025 een aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor vriendenkringen van het onderwijs.

 

Deze premie wordt gevraagd naar aanleiding van aankoop van materiaal voor de klusjesdag (o.a. verf en doe-het-zelf-materiaal).

 

De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2020. Overeenkomstig het premiereglement wordt jaarlijks een forfait van 200 euro toegekend, vermeerderd met 2,50 euro per gewogen leerling. De VBS Belgiek telt 185 gewogen leerlingen. De premie bedraagt aldus 662,50 euro.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Premiereglement voor vriendenkringen van het onderwijs

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

662,50 euro

Actie

Vriendenkringen onderwijs

Jaarbudgetrekening

GBB/0869-00/64910021

Visum

/

 

Deze premie dient overgemaakt te worden op het bankrekeningnummer BE38 9100 7461 9772 van VBS Belgiek.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvraag van de ouderraad / vriendenkring van de VBS Belgiek tot het verkrijgen van een premie voor vriendenkringen van het onderwijs goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 662,50 euro zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE38 9100 7461 9772 van VBS Belgiek.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.20. Onderwijs - premie vriendenkring gemeentelijke lagere school - 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aanvraag tot het verkrijgen van de premie voor de ouderraad / vriendenkring van gemeentelijke lagere school goed te keuren.

 

Motivering

 

De ouderraad / vriendenkring van gemeentelijke lagere school heeft op 17 oktober 2025 een aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor vriendenkringen van het onderwijs.

 

Deze premie wordt gevraagd naar aanleiding van gemaakte onkosten voor activiteiten tijdens de zeeklassen van het 4de leerjaar.

 

De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2020. Overeenkomstig het premiereglement wordt jaarlijks een forfait van 200 euro toegekend, vermeerderd met 2,50 euro per gewogen leerling. De gemeentelijke lagere school telt 201 gewogen leerlingen. De premie bedraagt aldus 702,50 euro.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Premiereglement voor vriendenkringen van het onderwijs

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

702,50 euro

Actie

Vriendenkringen onderwijs

Jaarbudgetrekening

GBB/0869-00/64910021

Visum

/

 

Deze premie dient overgemaakt te worden op het bankrekeningnummer BE78 7785 4983 7986 van de gemeentelijke lagere school.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvraag van de ouderraad / vriendenkring van de gemeentelijke lagere school tot het verkrijgen van een premie voor vriendenkringen van het onderwijs goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 702,50 euro zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE78 7785 4983 7986 van de gemeentelijke lagere school.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.21. Onderwijs - premie vriendenkring VBS Deerlijk - 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aanvraag tot het verkrijgen van de premie voor de ouderraad / vriendenkring van VBS Deerlijk (de Berk) goed te keuren.

 

Motivering

 

De ouderraad / vriendenkring van VBS Deerlijk (de Berk) heeft namens de directie op 14 oktober 2025 een aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor vriendenkringen van het onderwijs.

 

Deze premie wordt gevraagd naar aanleiding van de vervanging van de speelboomstammen op de speelplaats door duurzame ROBINIA stammen.

 

De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2020. Overeenkomstig het premiereglement wordt jaarlijks een forfait van 200 euro toegekend, vermeerderd met 2,50 euro per gewogen leerling. De VBS Deerlijk (de Berk) telt 422 gewogen leerlingen. De premie bedraagt aldus 1.255 euro.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Premiereglement voor vriendenkringen van het onderwijs

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

1.255 euro

Actie

Vriendenkringen onderwijs

Jaarbudgetrekening

GBB/0869-00/64910021

Visum

/

 

Deze premie dient overgemaakt te worden op het bankrekeningnummer BE86 77559099 4850 van de VBS Deerlijk (de Berk).

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvraag van de ouderraad / vriendenkring van de VBS Deerlijk (de Berk) tot het verkrijgen van een premie voor vriendenkringen van het onderwijs goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 1.255 euro zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE86 7755 9099 4850 van de VBS Deerlijk (de Berk).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.22. Onderwijs - premie vriendenkring Belgiek Molenhoek - 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aanvraag tot het verkrijgen van de premie voor de ouderraad / vriendenkring van VBS Belgiek - kleuterschool Molenhoek goed te keuren.

 

Motivering

 

De ouderraad / vriendenkring van VBS Belgiek - kleuterschool Molenhoek heeft namens de directie op 22 oktober 2025 een aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor vriendenkringen van het onderwijs.

 

Deze premie wordt gevraagd naar aanleiding van de aankoop van materialen voor de klusjesdag.

 

De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2020. Overeenkomstig het premiereglement wordt jaarlijks een forfait van 200 euro toegekend, vermeerderd met 2,50 euro per gewogen leerling. De VBS Belgiek - kleuterschool Molenhoek telt 39 gewogen leerlingen. De premie bedraagt aldus 297,50 euro.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Premiereglement voor vriendenkringen van het onderwijs

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

297,50 euro

Actie

Vriendenkringen onderwijs

Jaarbudgetrekening

GBB/0869-00/64910021

Visum

/

 

Deze premie dient overgemaakt te worden op het bankrekeningnummer BE38 9100 7461 9772 van de VBS Belgiek.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvraag van de ouderraad / vriendenkring van de VBS Belgiek - kleuterschool Molenhoek tot het verkrijgen van een premie voor vriendenkringen van het onderwijs goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 297,50 euro zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE38 9100 7461 9772 van de VBS Belgiek.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.23. Onderwijs - premie verkeersveiligheidsactie 2025  - Vrije Basisschool Sint-Lodewijk - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de toekenning van de premie voor het voeren van een verkeersveiligheidsactie, aan Vrije Basisschool Sint-Lodewijk, goed te keuren.

 

Motivering

 

De directie van VBS Sint-Lodewijk heeft op 18 november 2025 een aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor het voeren van een verkeersveiligheidsactie.

 

Deze actie vertaalt zich in de aankoop van fluohesjes voor de leerlingen van de school.

 

De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2020. Overeenkomstig het premiereglement dekt de premie de kostprijs van de verkeersveiligheidsactie met een maximum van 1 euro per kind per jaar. In VBS Sint-Lodewijk nemen in totaal 307 leerlingen deel aan de verkeersveiligheidsacties. De premie bedraagt aldus 307 euro.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere: Premiereglement verkeersveilighedsacties scholen goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2020

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

307 euro

Actie

Veiligheidsacties

Jaarbudgetrekening

GBB/0200-00/64910001

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvraag van VBS Sint-Lodewijk tot het verkrijgen van een premie voor het voeren van een verkeersveiligheidsactie, goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 307 euro, zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE82 7360 1778 0568 van de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.24. LEKP 1.0 - verlenging samenwerkingsovereenkomst - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het addendum aan de samenwerkingsovereenkomst van 9 december 2022 betreffende de detachering van enkele profielen i.k.v. het LEKP goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 15 juni 2022 de overeenkomst met betrekking tot de samenwerking in het kader van het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP) goed te keuren.

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 10 september 2025 akkoord te gaan met de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst en met het voorstel om in 2026 beroep te doen op de ondersteuning van 0,1 VTE projectmedewerker klimaat en 0,2 VTE patrimoniumbeheerder.

 

Er werd een addendum aan de samenwerkingsovereenkomst van 9 december 2022 opgemaakt. Hierin is de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst tot 31 december 2026, alsook enkele wijzigingen van tijdsinzet van de detacheringsprofielen, opgenomen.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. § 1. van het Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

27.000 euro

 

Hiervoor wordt budget voorzien in het nieuwe meerjarenplan 2026-2031.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het addendum aan de samenwerkingsovereenkomst van 9 december 2022 i.k.v. het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP) goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.25. Afsprakennota 2024-65 - RUP kernversterking - bijkomende prestaties - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een bijkomende prestaties bij de afsprakennota 2024-65, goed te keuren.

 

Motivering

 

Op 9 oktober 2024 keurde het college van burgemeester en schepenen de afsprakennota met de Intercommunale Leiedal voor de opmaak van het RUP kernversterking goed.

 

In de goedgekeurde afsprakennota werd gedurende het proces tijdens fase 1B, ontwerpend onderzoek voor het afwegingskader kernversterking, één terugkoppeling aan het college voorzien. Deze terugkoppeling is gepland om de resultaten van het ontwerpend onderzoek toe te lichten.

Tijdens het overleg over de stand van zaken van de op te starten en lopende RUP's werd vanuit de gemeente gevraag om een extra toelichting aan het college in te plannen ter voorbereiding van het ontwerpend onderzoek.

 

In de afsprakennota werden tarieven opgenomen voor bijkomende overlegmomenten. Leiedal geeft aan dat de toelichting gebeurt op basis van reeds aanwezige info en kennis. Dit vergt bijgevolg een beperkte voorbereidingstijd. Op basis hiervan bedraagt de totale bijkomende prestatie 400 euro.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4°Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

400 euro

Actie

Opmaken van een ruimtelijke strategische visie

Jaarbudgetrekening

A-1.10.1/0600-00/21400000

Visum

n.v.t.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen keurt de bijkomende prestaties bij de afsprakennota 2024-65 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.26. OMV 2025.111 - Heestertstraat 39 - administratieve lus - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om in het omgevingsvergunningsdossier met nummer OMV_2025087201 over te gaan tot de toepassing van een administratieve lus.

 

Motivering

 

Tim Windels en Charlotte Vandenbussche dienden een aanvraag tot omgevingsvergunning in voor het wijzigen van de functie van landbouwwoning naar zonevreemde woning, slopen bijgebouwen, renoveren woning op een perceel gelegen Heesterstraat 39.

In het kader van de aanvraag werd advies gevraagd aan de intercommunale Leiedal inzake de bouwkundige erfgoedtoetst (IOED). Deze adviesinstantie bracht een ongunstig advies uit vanuit volgende motivering:

        het erfgoedpand een middelhoge locuswaarde heeft;

        de sloop van volledige herbouw in oorspronkelijke stijl van het wagenhuis en dwars stalvleugel een verlies aan erfgoedwaarde betreft;

        er geen afdoende motivatie is voor de sloop en herbouw;

        De aanvraag in strijd is met artikel 4.4.23 VCRO en het bijhorend besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen (art. 10).

 

Naar aanleiding van het ongunstig advies werden de plannen aangepast (PIV 3).

 

Volgens artikel 13 van het omgevingsvergunningendecreet kan de bevoegde overheid die een onregelmatigheid heeft vastgesteld, die kan leiden tot een vernietiging van de beslissing, deze onregelmatigheid herstellen. De bevoegde overheid kan in voorkomend geval een administratieve lus inroepen en het advies dat ongunstig was voor een tweede keer inwinnen.  Daarnaast wordt het openbaar onderzoek opnieuw georganiseerd (van 12/12/2025 t.e.m. 10/01/2026).

 

Als de administratieve lus wordt toegepast, wordt de beslissingstermijn met 60 dagen verlengd. De aanvrager wordt verwittigd van de verlenging voor het einde van de initiële beslissingstermijn.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om voor het omgevingsdossier met nummer OMV_2025087201 een administratieve lus toe te passen waardoor de beslissingstermijn met 60 dagen verlengd wordt met de bedoeling in de lopende procedure een tweede advies te kunnen inwinnen van de afdeling IOED - Intercommunale Leiedal en het openbaar onderzoek opnieuw te organiseren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.27. Attest van verdeling - Hazewindstraat 83 - Vichtestraat - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Hazewindstraat 83 en Vichtestraat.

 

Motivering

 

Op 25 november 2025 verstuurde men vanuit het kantoor van de geassocieerde notarissen Lambrecht, Raskin & Dierynck een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Hazewindstraat 83, gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 317v7, met een oppervlakte van 21a25ca en de eigendommen gelegen Vichtestraat, gekadastreerd afdeling 1 sectie B, nummer 317s6 (57ca) en 317k6 (1a34ca).

 

Een deel van de eigendom wordt afgesplitst teneinde te verkopen aan een derde (nummers 317v7 en 317s6) en het perceel 317k6 in eigendom te laten van de huidige verkopers.

De goederen behouden hun huidige bestemming, zijnde woning en grond.

 

De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling.

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.28. OMV 2025_124 - Lisdoddelaan 12 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van een woning, op een perceel gelegen Lisdoddelaan 12 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 608 R aangevraagd door de heer Vincent Debucois met als contactadres Lisdoddelaan 12 te 8540 deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  2 december 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        In toepassing van de hemelwaterverordening wordt ofwel geopteerd voor een natuurlijke infiltratie door rechtstreeks af te wateren in een onverharde zone naast de constructie (minstens ¼ van de oppervlakte van de uitbreiding). Mocht de uitbreiding toch aangesloten worden op de regenwaterput, dan moet een wadi (in plaats van een extra infiltratiekrat) voorzien worden conform de hemelwaterverordening, nl. met een inhoud van 525,525l.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, De Gavers, goedgekeurd op 26 mei 2016 datum met als bestemming zone voor bebouwing Type 1.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 11 oktober 2017 (dossiernummer 0011-9/2017.5).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

De voorschriften van het RUP en de verkaveling zijn van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 11 oktober 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van grond in 106 loten en wegenisaanleg.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 29 januari 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 16 eengezinswoningen (fase 1).

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 460 m² en is gelegen langs de Lisdoddelaan op ongeveer 630 m ten zuidwesten van de kern van Deerlijk. De Lisdoddelaan is een voldoende uitgeruste gemeenteweg gelegen in het binnengebied tussen de Stationsstraat – De Cassinastraat – N36 in een recente verkaveling in het centrum van Deerlijk.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een gekoppeld eengezinswoning bebouwing, op min. 4,27m van de rooilijn. De bestaande woning heeft een bouwdiepte van 11m en een gevelbreedte van 8,30m. De woning bestaat uit 1 bouwlaag en een hellend dak.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het uitbreiden van een bestaande eengezinswoning. De uitbreiding bevindt zich achteraan de woning, op een afstand van min. 7,60 m tov de linker kavelgrens en op de rechter perceelsgrens. De uitbreiding heeft een breedte van 4,55 m op een diepte van 3,60 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,10  m.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft beige grijs metselwerk als gevelbekleding met lichtgrijze aluminium dakrand en lichtgrijs aluminium buitenschrijnwerk.

Het gelijkvloers bestaat na uitbreiding uit een inkom, wc, garage, open keuken met uitbreiding en leefruimte.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden op 20 oktober 2025 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP Gavers, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2016. Gezien de voorschriften van het RUP overgenomen werden in de voorschriften van de verkaveling wordt er voor de toetsing van de aanvraag aan het RUP verwezen naar de toetsing aan de niet-vervallen verkaveling.

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de voorschriften van de verkaveling zoals goedgekeurd op 11 oktober 2017, meerbepaald aan de voorschriften van de zone 1.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het verkavelingsplan gezien het een bestaande vergunde woning betreft waarbij de maximale bouwdiepte van 15m gerespecteerd wordt.

 

7.2 Decretale beoordelingsgronden

Voldoende uitgeruste weg (artikel 4.3.5.,VCRO)

De aanvraag is gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, zijnde een weg die met duurzame materialen is verhard en voorzien is van een elektriciteitsnet. Tevens voldoet de weg aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, waaronder de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

 

Bedrijfswoningen (artikel 4.3.6.,VCRO)

De aanvraag voorziet niet in de oprichting van een bedrijfswoning waardoor de bepalingen van artikel 4.3.6 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening niet van toepassing zijn.

 

Toegankelijkheid (artikel 4.3.7.,VCRO)

Artikel 4.3.7. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de stedenbouwkundige vergunning voor de handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, niet wordt verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regelen betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen.

Uit nazicht van het onderwerp blijkt het gevraagde buiten het toepassingsgebied te vallen zoals omschreven in hoofdstuk 2 van de gewestelijk stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

 

Rooilijnen, achteruitbouwstroken en reservatiestroken (artikel 4.3.8.,VCRO)

De aanvraag wordt niet getroffen door een rooilijn, reservatiestrook of achteruitbouwstrook.

 

Rioleringstoets (artikel 4.3.9.,VCRO)

De aanvraag betreft geen bouw of herbouw van een gebouw waarin de lozing van huishoudelijk afvalwater voorzien wordt. Bijgevolg is de rioleringstoets niet van toepassing.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<40 m²).Het betrokken goed is volgens de fluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Het betrokken goed is volgens de pluviale overstromingskaart gelegen in een zone met kleine overstromingskans onder klimaatverandering. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

 

De aanvrager voorziet de regenwaterafvoer aan te sluiten op de bestaande afvoer van het bestaande bijgebouw rechtstreeks naar de regenwaterput. Aangezien geopteerd wordt voor een afvoersysteem is de gewestelijke verordening hemelwater van toepassing. In toepassing van de hemelwaterverordening dient bijgevolg een open infiltratievoorziening geplaatst te worden (verplicht voor eigendom groter dan 120 m² als een aansluiting op de riolering voorzien wordt). De infiltratievoorziening dient een volume te hebben van 33l/m²  en een oppervlakte van 8 % van de totale afwaterende oppervlakte.

Er wordt een afwijking aangevraagd op de hemelwaterverordening. Het ontwerp voorziet het plaatsen van een ondergronds infiltratiesysteem, waarbij 1 extra infiltratiekrat voorzien wordt. Anderzijds verwijst de aanvrager naar het collectieve bufferbekken in de wijk.  Het volume van het bufferbekken op wijkniveau is hierop niet berekend. Daarnaast is de tuin ruim voldoende om een wadi aan te leggen.  Gelet op de impact van de werken voor het plaatsen van een infiltratievoorziening wordt opgelegd om te opteren voor een natuurlijke infiltratie door rechtstreeks af te wateren in een onverharde zone naast de constructie. Op die manier valt de aanvraag  niet onder het toepassingsgebied van de verordening. Dit kan op voorwaarde dat de afwatering van het dak op een natuurlijke wijze infiltreert in de omliggende onverharde bodem die minstens ¼ van de oppervlakte van het dak bedraagt en er geen aansluiting wordt gemaakt met de bestaande regenwaterput. Mocht de uitbreiding toch aangesloten worden op de regenwaterput, dan moet een wadi voorzien worden conform de hemelwaterverordening, nl. 525,525l.

Mits het voldoen aan deze voorwaarde kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving. Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van de woning blijft ongewijzigd. De nieuwe achterbouw sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.  

De woning wordt ingeplant conform de voorschriften van de verkaveling en het RUP.

  

Bouwvolume en gabarit:

Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit ongewijzigd, er wordt enkel een uitbouw voorzien met een beperkt volume.

De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt door de uitbreiding tot op 14,60 m gebracht, hetgeen zeker aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. Het perceel is immers voldoende groot en een dergelijke gelijkvloerse bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe.

 

Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De muren op de perceelgrens worden gewijzigd. Hiervoor werd het akkoord verkregen van de eigenaars van het betreffende buurperceel. 

Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving en in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften en de voorschriften van het RUP.

  

Verschijningsvorm:

De voorgevel blijft ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld. De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik (metselwerk) binnen de bestaande bebouwing.

 

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om ook na uitbreiding nog een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

 

 

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Vincent Debucois met als contactadres Lisdoddelaan 12 te 8540 deerlijk, voor het uitbreiden van een woning, op een perceel gelegen Lisdoddelaan 12 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 608 R, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        In toepassing van de hemelwaterverordening wordt ofwel geopteerd voor een natuurlijke infiltratie door rechtstreeks af te wateren in een onverharde zone naast de constructie (minstens ¼ van de oppervlakte van de uitbreiding). Mocht de uitbreiding toch aangesloten worden op de regenwaterput, dan moet een wadi (in plaats van een extra infiltratiekrat) voorzien worden conform de hemelwaterverordening, nl. met een inhoud van 525,525l.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.29. OMV 2025_94 - Hermina Ackestraat 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van 10 woningen, met warmtepomp, op een perceel gelegen Hermina Ackestraat 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 666 R, (afd. 2) sectie D 666 V, (afd. 2) sectie D 666 S, (afd. 2) sectie D 666 P, (afd. 2) sectie D 666 T, (afd. 2) sectie D 666 A2, (afd. 2) sectie D 666 W, (afd. 2) sectie D 666 Y, (afd. 2) sectie D 666 X en (afd. 2) sectie D 666 Z aangevraagd door Wouter Demeurisse namens HYBOMA NV gevestigd Den Triangel 2 te 8610 Kortemark.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  2 december 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De afsluitingen naar het openbaar toe worden uitgevoerd in levende hagen. Hiervoor is keuze uit groene, rode beuk, haagbeuk of veldesdoorn.

        De diepte van de wadi bedraagt 0,50m.

        De buitenunit van elke warmtepomp dient voorzien te zijn van een behuizing met goede akoestisch isolerende eigenschappen. De buitenunits dienen zo gekozen te worden dat het bronvermogen (geluid geproduceerd door het toestel zelf) laag is, d.w.z. geluidsarme toestellen.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 12 augustus 2020 (dossiernummer OMV 21807692 – VK 2018/5).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het verkavelingsplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

 

  1. Historiek

 

Volgende historisch gekoppelde dossiers zijn relevant:

        Omgevingsvergunning 34009_2018_5/OMV_2018077692 voor verkavelen van grond met wegenisaanleg en aanhorigheden geweigerd op 27/02/2019.

        Omgevingsvergunning 34009_2019_8/OMV_2019120619 voor verkavelen van grond met wegenisaanleg en aanhorigheden goedgekeurd op 12/08/2020.

        Omgevingsvergunning /OMV_2021102438 voor plaatsen van een hoogspanningscabine voor openbaar nut ten behoeve van de verkaveling goedgekeurd op 25/08/2021.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom bestaat uit tien kadastrale percelen met een totale oppervlakte van ongeveer 6.959 m². Langsheen de percelen loopt de Hermina Ackestraat, een nieuw aangelegde wegenis in een recente verkaveling. De eigendom ligt op ongeveer 1.500 m ten zuidoosten van de kern van Deerlijk, in de Stationswijk.

Het perceel is braakliggend. De loten kennen een hoogteverschil van ongeveer 50 à 60 cm tussen hoogste en laagste punt.

De Stationswijk bestaat uit een gemengde bebouwingstypologie en diverse functies gaande van eengezinswoningen, handelszaken, een hotel, ambachtelijke bedrijvigheid en landbouwbedrijven. Het wonen wordt bepaald door de aanwezigheid van een mix aan woontypologiën. Binnen de verkaveling worden de woningen voornamelijk opgetrokken met 2 bouwlagen, afhankelijk van de straat zijn of zullen ze opgetrokken worden met een plat of hellend dak zodat ze per groep een architecturale eenheid vormen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst tien eengezinswoningen bouwen. De woningen vormen twee gesloten bebouwingsrijen langs de Hermina Ackestraat.

De inplanting van de woningen varieert tussen 5m en 5,60m van de rooilijn. De loten 14-16 en 19-21 worden op de  zijperceelsgrenzen gebouwd. De woningen voor de halfopen bebouwing worden telkens op 3m van de zijperceelsgrens gebouwd. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt minstens 8 m. De breedte van de woningen varieert tussen 7,61m en 11,13m. De diepte op het gelijkvloers bedraagt 11,55 m en 12,15 m en deze op de verdieping varieert tussen 8,80m en 10m.

De woningen bestaan uit twee bouwlagen met plat dak. De kroonlijsthoogte varieert en is in lijn met het voorliggende maaiveld. Visueel is de kroonlijsthoogte van alle woningen gelijk. De kroonlijsthoogte varieert tussen  5,90 m en 6,20m.

Op het gelijkvloers bevindt zich telkens een inpandige carport, berging, inkom, toilet, bureau en open keuken, living en leefruimte. Op de verdieping worden een toilet, badkamer, berging en 3 slaapkamers ondergebracht.

De gevels worden allen afgewerkt in lichtgrijs / beige metselwerk in combinatie met aluminium gevelbekleding, de dakrand in aluminium en het schrijnwerk is voorzien in PVC.

In de voortuin wordt de toegang tot de carport en de voordeur telkens verhard. In de tuinzone wordt een terras met een diepte van3 m en over de breedte van het hoofdvolume in niet-waterdoorlatende verharding aangelegd.

In de tuinzone wordt telkens een bijgebouw voorzien. De bijgebouwen hebben een breedte van 3 m op een diepte van 3m. De bijgebouwen worden ingeplant op +/- 1 m van de achterste perceelsgrens en telkens gekoppeld met het bijgebouw van de naastliggende woning. De afwerking wordt voorzien met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 2,95 m. De gevels van het bijgebouw worden voorzien in verticaal houten lattenwerk in natuurkleur.

Op de perceelsgrenzen wordt telkens een haag voorzien met een hoogte van 2m. In de afsluiting van de loten 13-17 wordt een poortje voorzien.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Het voorwerp van de aanvraag betreft 10 warmtepompen voor verwarming/koeling van woningen. Elke woning wordt voorzien van een warmtepomp met individueel maximaal elektrisch vermogen van 4 kW, voor een totaal van 40 kW.

Volgende ingedeelde inrichtingen en/of activiteiten worden aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

16.3.2°a)

Het voorzien van 10 individuele warmtepomp units - één per woning met een individueel maximaal elektrisch vermogen van 4 kW. (Nieuw)

40 kW

3

 

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het verkavelingsplan.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het verkavelingsplan gezien het een groepswoningbouwproject betreft bestaande uit eengezinswoningen van het gesloten bouwtype waarbij de woningen een architecturale samenhang hebben, de maximale kroonlijst- en nokhoogte gerespecteerd worden, de woningen beschikken over voldoende tuinzone, de woningen beschikken over minstens een carport per woning.

Op het inplantingsplan wordt geen uitspraak gedaan over de soort haag die wordt aangeplant. Zoals de voorschriften voorschrijven kunnen de hagen palend aan het openbaar domein uit volgende plantensoorten bestaan: groene, rode beuk, haagbeuk of veldesdoorn. Gezien het ontbreken van de plantensoort wordt dit opgelegd als voorwaarde.

 

7.2 Decretale beoordelingsgronden

Voldoende uitgeruste weg (artikel 4.3.5.,VCRO)

De aanvraag is gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, zijnde een weg die met duurzame materialen is verhard en voorzien is van een elektriciteitsnet. Tevens voldoet de weg aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, waaronder de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

 

Bedrijfswoningen (artikel 4.3.6.,VCRO)

De aanvraag voorziet niet in de oprichting van een bedrijfswoning waardoor de bepalingen van artikel 4.3.6 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening niet van toepassing zijn.

 

Toegankelijkheid (artikel 4.3.7.,VCRO)

Artikel 4.3.7. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de stedenbouwkundige vergunning voor de handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, niet wordt verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regelen betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen.

Uit nazicht van het onderwerp blijkt het gevraagde buiten het toepassingsgebied te vallen zoals omschreven in hoofdstuk 2 van de gewestelijk stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

 

Rooilijnen, achteruitbouwstroken en reservatiestroken (artikel 4.3.8.,VCRO)

De aanvraag wordt niet getroffen door een rooilijn, reservatiestrook of achteruitbouwstrook.

 

Rioleringstoets (artikel 4.3.9.,VCRO)

Het adres is gelegen in het centraal gebied volgens de zoneringsplannen van de Vlaamse milieumaatschappij.  In het centraal gebied is er in de straat een afvalwaterriolering aanwezig die verbonden is met een operationele waterzuiveringsinstallatie. De lozing van huishoudelijk afvalwater op de riolering gebeurt rechtstreeks, een septische put is hier geen verplichting maar mag geplaatst worden. . Als Riopact-vennoot is de plaatsing van een septische put in Deerlijk verplicht bij nieuwbouw en verbouwing.

Zowel DWA (vuil water) als RWA (regenwater) dienen gescheiden aangelegd tot op de perceelsgrens waarbij alles op 1 punt samenkomt om aan te sluiten op de bestaande gescheiden riolering.

 

Stikstofdecreet

Voor een eengezinswoning, kunnen we uitgaan van ongeveer 2920 vervoersbewegingen per jaar (4 personen*2 vervoersbewegingen/persoon*365 dagen/jaar= 2920 jaarlijkse vervoersbewegingen). Het ontwerp voorziet 10 woningen, wat ongeveer 29.200 vervoersbewegingen per jaar met zich meebrengt. Dit is minder dan 70.000 jaarlijkse vervoersbewegingen (VITO tabel 3, licht verkeer, KDW =6 en afstand = 0). Dit betekent dat zelfs indien een huis op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact van het verkeer nog niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% de minimis. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van de bouw van deze eengezinswoningen, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1%.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha).

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.  Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De dakoppervlakte van elke woning watert af naar een hemelwaterput met een volume van 10.000 liter. De hemelwaterput heeft een overloop naar een  infiltratievoorziening. Het volume van de infiltratievoorziening is afhankelijk van de dakoppervlakte van de woningen waarbij het volume varieert tussen  2200 liter en 3360 liter en het referentieoppervlakte varieert tussen 5,50 m² en  8,40 m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor toilet, wasmachine, dienstkraan en het bewateren van de tuin.

Er wordt opgemerkt dat, niettegenstaande er op de funderingsplannen aangeduid wordt dat de diepte van de wadi 0,50m bedraagt, uit de detailtekening hemelwater er sprake is van wadi’s met een diepte van 0,60m tov het maaiveld. Gezien het ontbreken van infiltratieproeven moet de diepte van de wadi beperkt blijven tot 0,50m. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens.

De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De bouwaanvraag valt onder het toepassingsgebied van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december, meerbepaald rubrieknummer stedelijke ontwikkeling.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit).

De mer-screening wordt toegevoegd in de voorbehouden velden in het omgevingsloket.

Hierbij werden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Uitvoeren last bescheiden woonaanbod

De voorliggende bouwaanvraag voorziet in een groepswoningbouwproject van 10 woongelegenheden waarbij de percelen aansluiten op door dezelfde bouwheer te ontwikkelen gronden en die samen meer dan een halve hectare beslaan. Overeenkomstig 4° van artikel 4.2.1 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid zijn de normen bescheiden woonaanbod van toepassing op de voorliggende bouwaanvraag. Het bescheiden woonaanbod werd in de globale verkaveling behandeld waarbij in het groepswoningbouwproject voor de loten 13-22 opgenomen is dat minstens 2 woningen voldoen aan de normen voor het bescheiden woonaanbod. In de aanvraag voldoen minstens 2 woningen aan een bruto bouwvolume van minder dan 550m³ (woningen op de loten 14, 15, 16, 17, 19, 21 en 22) zodat voldaan is aan de normen bescheiden woonaanbod.

 

7.9 Milieuaspecten

Geluid (en trillingen)

De warmtepompen kunnen aanleiding geven tot geluidsemissies. De binnenunit van elke warmtepomp bevindt zich in de technische berging op de gelijkvloerse verdieping van de woning. De impact van deze toestellen wordt zo tot een minimum beperkt. De buitenunits bevinden zich op het dak, zoals aangeduid op de plannen. De geluidsoverlast wordt volgens de aanvraag door kwalitatieve behuizing en regelmatig onderhoud tot een minimum beperkt. Volgens de plannen grenst de buitenunit in veel gevallen aan de slaapkamer van de buren. Door deze inplanting is de kans op geluidshinder groter. Er zal effectief een keuze gemaakt moeten worden voor goede behuizing met akoestisch dempende eigenschappen, en voor geluidsarme toestellen. Dit wordt opgenomen in een bijzondere voorwaarde.

 

Lucht

Door het gebruik van een koelmiddel kunnen er luchtemissies naar de omgeving ontstaan. Deze emissies worden tot een minimum beperkt door het correct afstellen en goed onderhouden van de toestellen.

 

Conclusie milieu

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van 10 eengezinswoning. Deze functie is passend binnen deze woonomgeving.

 

Inplanting:

De inplanting van de woningen varieert lichtjes en situeert zich tussen  5 m en 5,60 m achter de rooilijn. Deze achteruitbouwstrook is in overeenstemming met de gangbare achteruitbouwlijn.

De woningen worden ingeplant conform de voorschriften van de verkaveling.

  

Bouwvolume en gabarit:

Het hoofdvolume van de woningen bestaat uit 2 bouwlagen en een plat dak. Alle woningen in dit straatsegment zijn op een gelijkaardige manier opgetrokken, waardoor het project zich integreert in de directe omgeving.

  

Verschijningsvorm:

De woningen worden opgetrokken in lichtgrijs – beige baksteen, aangevuld met zwarte accenten. In de gevelafwerking zit een zekere dieptewerking, waardoor elke woning duidelijk van de andere te onderscheiden is.  De woningen vormen samen één architecturale eenheid.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De aanvraag betreft eengezinswoningen waarbij per woning 2 autostelplaatsen achter elkaar worden voorzien. De verkeersaantrek van de nieuwe woningen werd bestudeerd bij het toekennen van de verkavelingsvergunning. Ten gevolge van de geplande werken zal een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Achter de woningen wordt een terras aangelegd. De woningen beschikken allen over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. 

De woningen beschikken tevens over een kleine voortuin. Deze zone dient, naast de oprit, steeds te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen. De geplande verharding wordt voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt.

Zoals opgelegd in de verkavelingsvoorschriften dienen de afsluitingen naar het openbaar toe te bestaan uit levende hagen. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

In de tuinzone wordt bij elke woning een tuinhuis ifv het stallen van fietsen voorzien van 9 m².

 

Conclusie

 

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

     Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Wouter Demeurisse namens HYBOMA NV gevestigd Den Triangel 2 te 8610 Kortemark, voor het bouwen van 10 woningen, met warmtepomp, op een perceel gelegen Hermina Ackestraat 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 666 R, (afd. 2) sectie D 666 V, (afd. 2) sectie D 666 S, (afd. 2) sectie D 666 P, (afd. 2) sectie D 666 T, (afd. 2) sectie D 666 A2, (afd. 2) sectie D 666 W, (afd. 2) sectie D 666 Y, (afd. 2) sectie D 666 X en (afd. 2) sectie D 666 Z, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De afsluitingen naar het openbaar toe worden uitgevoerd in levende hagen. Hiervoor is keuze uit groene, rode beuk, haagbeuk of veldesdoorn.

        De diepte van de wadi bedraagt 0,50m.

        De buitenunit van elke warmtepomp dient voorzien te zijn van een behuizing met goede akoestisch isolerende eigenschappen. De buitenunits dienen zo gekozen te worden dat het bronvermogen (geluid geproduceerd door het toestel zelf) laag is, d.w.z. geluidsarme toestellen.

 

Artikel 2

 

Volgende ingedeelde inrichtingen en/of activiteiten worden vergund:

 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

16.3.2°a)

Het voorzien van 10 individuele warmtepomp units - één per woning met een individueel maximaal elektrisch vermogen van 4 kW. (Nieuw)

40 kW

3

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.30. OMV 2025_108 - Kapel ter Rustestraat 3 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanpassen van het verbindingspad, op een perceel gelegen Kapel ter Rustestraat 3 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 116 E aangevraagd door Sara Loonbeek namens Autonome Raad van het Gemeenschapsonderwijs - Administratieve Diensten OI gevestigd Willebroekkaai 36 te 1000 Brussel.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  4 december 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n)/lasten:

        Tussen het pad met naastliggende grasstrook en de afsluiting van het schooldomein wordt een groenstrook aangeplant met een breedte van 0,50 m. Gezien deze groenstrook buiten de zone van erfdienstbaarheid valt is het onderhoud van deze groenstrook ten laste van de aanvrager.

        Een eeuwigdurende publieke erfdienstbaarheid van doorgang te vestigen binnen de grenzen van het rooilijnplan zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 27 november 2025.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     Het perceel is deels gelegen binnen de grenzen van het goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, De Gavers, vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2016, met als bestemming zone voor gemeenschapsvoorzieningen.

 

Bijzonder plan van aanleg

Het perceel is deels gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Gavers, wijziging C, goedgekeurd op 24 maart 1999 met als bestemming zone voor gemeenschapsvoorziening.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het BPA is van toepassing op de aanvraag gezien het gedeelte waar de werken uitgevoerd worden in het BPA gelegen zijn en niet in het RUP.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 mei 1963 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van schoolpaviljoenen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 december 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het oprichten van APRR paviljoen De Coene met bergplaats

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 juni 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een schoolgebouw RLS

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 december 1973 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een schoolpaviljoen R. L.S.

        Stedenbouwkundige kapvergunning afgeleverd op 25 september 1991 door het college van burgemeester en schepenen voor het vellen van twee hoge populieren aan de achterkant van het schooldomein

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 maart 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van 4 bijgebouwen

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 maart 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het vellen van 22 hoogstammige populieren.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Voorwaardelijke omgevingsvergunning afgeleverd op 10 juli 2024 door het college van burgemeester en schepenen voor het nieuwbouwen van de basisschool De Driesprong met omgevingsaanleg en bijhorende infrastructuur en het slopen van bestaande bebouwing en melding.

        Voorwaardelijk omgevingsvergunning afgeleverd op 18 juni 2025 door het college van burgemeester en schepenen voor het afbreken van de refter en het aanpassen van de omgeving.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 17 615 m² en is gelegen langs de Kapel ter Rustestraat op ongeveer 317 m ten zuiden van de kern van Deerlijk. De Kapel ter Rustestraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Op de site is men bezig met de bouw van een nieuw compact schoolgebouw en de omgevingsaanleg.

De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen.

Het wonen bestaat er bijna uitsluitend uit eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager ontving reeds een omgevingsvergunning voor het herbouwen van een schoolgebouw met daarin de realisatie van een trage voetgangers- en fietsersverbinding tussen de Kapel ter Rustestraat en de Generaal Deprezstraat.

 

Voorliggende aanvraag betreft een beperkte wijziging van het reeds vergunde tracé, meerbepaald het centrale deel met porfierverharding, teneinde een bestaande houten tribune/speeltuig te kunnen behouden en te integreren in de schooltuin. Voor de duidelijkheid wordt het volledige traject opgenomen in voorliggende aanvraag.

 

De doorsteek noord-zuid wordt deels geïntegreerd in de private bedieningsweg vanaf de Kapel ter Rustestraat tot aan de achtergevel van de school en wordt deels aangelegd als trage verbinding vanaf de achtergevel van de school tot aan de Generaal Deprezstraat. Het eerste deel heeft een breedte van 4 m en bestaat deels uit een strook in betonklinkers (3 m) en een strook grindgazon (1 m). Het tweede deel heeft een verharde breedte van 2m in porfier met aan weerszijden een grasstrook van 0,50 m. De verharding van het meest zuidelijke deel van de verbinding blijft behouden.

Tussen het gedeelte met publieke erfdienstbaarheid (pad + grasstrook) en het schooldomein wordt langs het gewijzigde tracé een draadafsluiting geplaatst op 60 cm van de grasstrook waarlangs aan de zijde van het pad (in die strook van 60 cm) beplanting voorzien wordt.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 8 september 2025 tot 7 oktober 2025. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er twee bezwaarschriften ingediend.

 

De ingediende bezwaren kunnen als volgt samengevat worden:

        De afvoer van het afvalwater van de percelen afdeling 2, sectie C, nummer 100B en 101D en van de woningen die uitgeven op deze private weg gebeurt via het perceel waar er nu afbraakwerken gebeuren. Er wordt gevreesd dat bij de afbraak de buizen beschadigd gaan worden en dit problemen zal veroorzaken aan het afvoeren van het afvalwater.

        Op het plan BT staat ter hoogte van de uitweg naar de Generaal Deprezstraat een bomenrij van 8 stuks met diameter 10 cm alsook de Amerikaanse esdoorn. Op het plan NT worden die niet meer vermeld maar ze staan ook niet aangeduid als te vellen. Bezwaarindiener rekent erop dat deze bomen niet geveld worden temeer deze door hen aangeplant en bekostigd werden met toestemming van de schooldirectie en met de afspraak dat deze in de toekomst behouden zouden blijven.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Beslissing gemeenteraad inzake gemeentewegen

 

De aanvraag omvat de vestiging van een eeuwigdurende publieke erfdienstbaarheid van doorgang op de nieuw aan te leggen private verharding in functie van de realisatie van een trage voetgangers- en fietsersverbinding tussen de Kapel ter Rustestraat en de Generaal Deprezstraat.

In de gemeenteraad van 30 mei 2024 werd reeds een rooilijnplan goedgekeurd geïntegreerd in de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2023141932.

Voorliggende aanvraag betreft een beperkte wijziging van het reeds vergunde tracé, meerbepaald het centrale deel met porfierverharding, teneinde een bestaande houten tribune/speeltuig te kunnen behouden en te integreren in de schooltuin. Voor de duidelijkheid wordt het volledige traject opgenomen in voorliggend rooilijnplan.

De doorsteek noord-zuid wordt deels geïntegreerd in de private bedieningsweg vanaf de Kapel ter Rustestraat tot aan de achtergevel van de school en wordt deels aangelegd als trage verbinding vanaf de achtergevel van de school tot aan de Generaal Deprezstraat. Het eerste deel heeft een breedte van 4 m en bestaat deels uit een strook in betonklinkers (3 m) en een strook grindgazon (1 m). Het tweede deel heeft een verharde breedte van 2 m in porfier met aan weerszijden een grasstrook van 0,50 m. De verharding van het meest zuidelijke deel van de verbinding blijft behouden.

Gezien het publieke karakter van de trage verbinding is bij het dossier bijgevolg een ontwerp gemeentelijk rooilijnplan toegevoegd dat voldoet aan de decretale eisen van artikel 16 § 2 en 3 van het decreet houdende de gemeentewegen. Overeenkomstig § 3, punt 1 van dit artikel is geen minwaarderegeling opgenomen, omdat de toekomstige openbaar georganiseerde wegenis binnen het project valt onder de gebruikelijke lastenregeling, waarbij het openbaar karakter van de wegenis integraal ten laste is van de ontwikkelaar.

In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen kan de verplaatsing van de rooilijn als volgt gemotiveerd worden:

1) Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:

  De aanvraag heeft tot doel een publieke erfdienstbaarheid van doorgang te realiseren tussen de Kapel ter Rustestraat en de Generaal Deprezstraat over het domein van het gemeenschapsonderwijs.

  Door de realisatie van de doorgang wordt een alternatieve noord-zuidverbinding gerealiseerd voor fietsers en voetgangers en wordt het eerder gesloten bouwblok doorwaadbaar gemaakt.

  Een aanzet tot fiets- en voetgangerstoegang langs de zijde Generaal Deprezstraat is reeds voorzien in het geldende RUP Gavers.

2) Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:

  De aanvraag heeft geen betrekking op wijziging van een bestaande gemeenteweg.

3) De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen:

  De vestiging van de rooilijn heeft geen impact op de verkeersveiligheid en de ontsluiting van de aanpalende percelen.

4) Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:

  De vestiging van de rooilijn heeft geen impact op het wegennet van naburige gemeenten gezien de ruime afstand tot de gemeentegrenzen.

5) Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:

  De aanvraag heeft geen impact op de actuele functie van de gemeentewegen in de nabijheid.

  Door de ontworpen breedte en materialisatie van de doorsteek wordt de verblijfskwaliteit voor de trage weggebruiker voldoende gegarandeerd. De beperkte wijziging in het tracé heeft geen impact op het gebruiksgemak van de trage verbinding en behoud de reeds vergunde kwaliteiten.

  Door het vestigen van de publieke erfdienstbaarheid ontstaat een fijnmaziger fiets- en voetgangersnetwerk dat bijdraagt tot het stimuleren van meer duurzame verplaatsingen met een vermindering van de negatieve impact op het klimaat tot gevolg.

De gemeenteraad nam in zitting van 27 november 2025 volgend besluit:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit het gemeentelijk rooilijnplan voor de aanpassing van de publieke erfdienstbaarheid van doorgang via het schooldomein tussen de Kapel te Rustestraat en de Generaal Deprezstraat, zoals aangeduid op het rooilijnplan (Rooilijn_Driesprong.pdf), opgemaakt door Landmeters-experten Filip Vlaeminck en Sander Veyt, handelend voor landmeetbureau FS Ropa, gelegen in het plangebied van de omgevingsvergunning OMV_2025081751 goed te keuren.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

8.1 Planologische toets

De aanvraag is grotendeels gelegen binnen de grenzen van het BPA Gavers, wijziging C zoals goedgekeurd op 24 maart 1999 en dient bijgevolg getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van dit BPA voor wat betreft de zone 6 gezien de functie gemeenschapsvoorzieningen betreft en minder dan 80% van de niet-bebouwde oppervlakte verhard is.

 

8.2 Decretale beoordelingsgronden

Voldoende uitgeruste weg (artikel 4.3.5.,VCRO)

De aanvraag is gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, zijnde een weg die met duurzame materialen is verhard en voorzien is van een elektriciteitsnet. Tevens voldoet de weg aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, waaronder de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

 

Bedrijfswoningen (artikel 4.3.6.,VCRO)

De aanvraag voorziet niet in de oprichting van een bedrijfswoning waardoor de bepalingen van artikel 4.3.6 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening niet van toepassing zijn.

 

Toegankelijkheid (artikel 4.3.7.,VCRO)

Artikel 4.3.7. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de stedenbouwkundige vergunning voor de handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, niet wordt verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regelen betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen.

Uit nazicht van het onderwerp blijkt het gevraagde buiten het toepassingsgebied te vallen zoals omschreven in hoofdstuk 2 van de gewestelijk stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

 

Rooilijnen, achteruitbouwstroken en reservatiestroken (artikel 4.3.8.,VCRO)

De aanvraag wordt niet getroffen door een rooilijn, reservatiestrook of achteruitbouwstrook.

 

Rioleringstoets (artikel 4.3.9.,VCRO)

De aanvraag betreft geen bouw of herbouw van een gebouw waarin de lozing van huishoudelijk afvalwater voorzien wordt. Bijgevolg is de rioleringstoets niet van toepassing.

 

8.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

De plaats waar de werken uitgevoerd worden is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.

 

De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De verharding is waterpasserend en infiltreert bijgevolg in de bodem. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

8.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

8.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

8.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

8.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

8.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

8.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

8.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op een wijziging van een tracé van een verbindingspad doorheen het schooldomein in het centrum van de gemeente. De functie wijzigt niet en is passend in deze centrumomgeving.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

Het gewijzigd tracé houdt rekening met de bestaande constructies op het terrein en het tracé behoudt een vloeiende lijn waardoor de impact beperkt is.  De bebouwing op het perceel blijft behouden.

 

Bouwvolume, gabarit en verschijningsvorm:

De aanvraag heeft geen betrekking op een gebouw waardoor deze beoordelingscriteria niet relevant zijn.

Het voorziene materiaal, zijnde porfierverharding blijft behouden zoals reeds vergund is.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. Door het vestigen van de publieke erfdienstbaarheid ontstaat een fijnmaziger fiets- en voetgangersnetwerk dat bijdraagt tot het stimuleren van meer duurzame verplaatsingen.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

De geplande verharding wordt voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt. Bij de wijziging van het tracé worden geen hoogstammige bomen gerooid, er worden enkel een aantal kleinere bomen/struiken verwijderd.

Tussen het pad met naastliggende grasstrook en de afsluiting van het schooldomein wordt een groenstrook aangeplant met een breedte van 0,50 m. Gezien deze groenstrook buiten de zone van erfdienstbaarheid valt is deze te onderhouden door de aanvrager. Dit wordt opgelegd als last bij afgifte van de vergunning.

 

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

8.11 Resultaten openbaar onderzoek

Alle ingediende bezwaarschriften zijn tijdig ingediend en worden bijgevolg ontvankelijk verklaard.

Het college van burgemeester en schepenen behandelde in zitting van 5 november 2025 de ingediende bezwaarschriften als volgt:

        Het eerste bezwaar (ivm de afvoer) ontvankelijk doch ongegrond te verklaren. Dit betreft een opmerking van burgerrechtelijke aard en heeft geen betrekking op het voorwerp van de aanvraag. De bezwaarindiener dient zich rechtstreeks tot de bouwheer te richten.

        Het bezwaar ivm het behoud van de bomen wordt ontvankelijk doch ongegrond verklaard. Het rooien van de bomen maakt geen deel uit van voorliggende aanvraag. Op de plannen is opgenomen dat de bestaande groenzone behouden wordt. Er wordt enkel één boom gerooid ter hoogte van het gewijzigde tracé van het verbindingspad.

 

8.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

8.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Sara Loonbeek namens Autonome Raad van het Gemeenschapsonderwijs - Administratieve Diensten OI gevestigd Willebroekkaai 36 te 1000 Brussel, voor het aanpassen van het verbindingspad, op een perceel gelegen Kapel ter Rustestraat 3 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 116 E, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n)/lasten:

        Tussen het pad met naastliggende grasstrook en de afsluiting van het schooldomein wordt een groenstrook aangeplant met een breedte van 0,50 m. Gezien deze groenstrook buiten de zone van erfdienstbaarheid valt is het onderhoud van deze groenstrook ten laste van de aanvrager.

        Een eeuwigdurende publieke erfdienstbaarheid van doorgang te vestigen binnen de grenzen van het rooilijnplan zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 27 november 2025.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.31. Omgevingsvergunning - 2025.168 - Gaversstraat 104 - melding tussentijdse inspanning PAS - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding van tussentijdse reductie voor rundveehouderij op een perceel gelegen Gaversstraat 104 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 533 D en (afd. 2) sectie C 535 K ingediend door de heer Tom Vandewalle wonende Gaversstraat 104 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

De melding ingediend door de heer Tom Vandewalle wonende Gaversstraat 104 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 25 november 2025.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten en het decreet over de programmatische aanpak stikstof van 26 januari 2024.

 

 

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Gaversstraat 104, kadastraal bekend afdeling 2 sectie C nrs. 533D en 535K.

 

De aanvraag betreft het melden van een tussentijdse reductie voor rundveehouderij in kader van het PAS.

 

 

BEOORDELING

 

Volgens art. 8 van het decreet over de Programmatische Aanpak Stikstof 26 januari 2024 (kortweg het Stikstofdecreet) dient iedere rundveehouderij die op de datum van inwerkingtreding van dit decreet vergund is, uiterlijk tegen 31 december 2025 een ammoniakemissiereducerende maatregel met minimaal rendement van 5% te nemen.

 

De 5% tussentijdse emissiereductie vormt een onderdeel van de reductie-inspanning die een rundveebedrijf dient te realiseren tegen eind 2030. Bijgevolg dient de 5% emissiereductie gerealiseerd te worden t.o.v. de referentiesituatie 2021.

 

De inrichting is vergund voor het houden van 143 runderen (waarvan 80 melkkoeien, 30 runderen <1 jaar en 33 runderen van 1 tot 2 jaar), het stallen van 17 voertuigen en/of aanhangwagens, de opslag van 5.000 liter mazout, 1 verdeelslang, de opslag van 205 kg gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen, de opslag van 1.295 m³ dierlijke mest, de opslag van 1.000 m³ groenvoederopslag en een grondwaterwinning van 494 m³/jaar.

 

De vergunde hoeveelheid ammoniakemissie van de exploitatie bedraagt 1.317,2 kg/jaar. Exploitant wenst onderstaande ammoniakemissiereducerende maatregel door te voeren:

 

Aantal dierplaatsen

Code

Omschrijving maatregel

Reductie in %

36

R-3.1d

Beweiden in combinatie met leegstand in ingestrooide rundveestallen (200 dagen)

45

 

Met toepassing van deze maatregel wordt een reductie behaald van 5,41 %, wat overeenkomt met 71,28 kg ammoniak. De totale emissie na ingreep bedraagt dus 1.245,92 kg NH3/jaar. Hiermee is voldaan aan de bepalingen van het Stikstofdecreet.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

     Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

     Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen.

     Decreet over de programmatische aanpak stikstof van 26 januari 2024

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Tom Vandewalle wonende Gaversstraat 104 te 8540 Deerlijk voor een tussentijdse inspanning voor de reductie van ammonia voor een rundveehouderij gelegen Gaversstraat 104 te Deerlijk. De melding voldoet aan de voorwaarden van artikel 8 van het Stikstofdecreet. Volgende maatregel wordt toegepast:

 

Aantal dierplaatsen

Code

Omschrijving maatregel

Reductie in %

36

R-3.1d

Beweiden in combinatie met leegstand in ingestrooide rundveestallen (200 dagen)

45

 

 

 

 

Beroepsmogelijkheid

Uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning:

 

Artikel 105. § 1. De aktename van een melding vermeld in artikel 111 kan bestreden worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.32. Omgevingsvergunning - 2025.169 - Hoekstraat 1 - melding tussentijdse inspanning PAS - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding van tussentijdse reductie voor rundveehouderij op een perceel gelegen Hoekstraat 1 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 985 G ingediend door Joris Vercruysse namens Vercruysse Karel, Joris & Bert VVZRL gevestigd Hoekstraat 1 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

De melding ingediend door Joris Vercruysse namens Vercruysse Karel, Joris & Bert VVZRL gevestigd Hoekstraat 1 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 25 november 2025.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten en het decreet over de programmatische aanpak stikstof van 26 januari 2024

 

 

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Hoekstraat 1, kadastraal bekend afdeling 1 sectie B nr. 985G.

 

De aanvraag betreft het melden van een tussentijdse reductie voor rundveehouderij in kader van het PAS.

 

 

BEOORDELING

Volgens art. 8 van het decreet over de Programmatische Aanpak Stikstof 26 januari 2024 (kortweg het Stikstofdecreet) dient iedere rundveehouderij die op de datum van inwerkingtreding van dit decreet vergund is, uiterlijk tegen 31 december 2025 een ammoniakemissiereducerende maatregel met minimaal rendement van 5% te nemen.

 

De 5% tussentijdse emissiereductie vormt een onderdeel van de reductie-inspanning die een rundveebedrijf dient te realiseren tegen eind 2030. Bijgevolg dient de 5% emissiereductie gerealiseerd te worden t.o.v. de referentiesituatie 2021.

 

De inrichting beschikt over een milieuvergunning dd. 17 februari 2010, met einddatum 17 februari 2030. Wat betreft de runderen is het bedrijf vergund voor 89 runderen waarvan 25 runderen < 1 jaar, 29 runderen 1-2 jaar, 20 zoogkoeien, 15 andere runderen en 4 paarden.

 

Exploitant wenst met deze melding te voldoen aan de tussentijdse inspanning voor rundveehouderijen door volgende reductiemaatregelen toe te passen:

 

Aantal dierplaatsen

Code

Omschrijving maatregel

Reductie (in %)

10

PAS R-3.1d

Beweiden in combinatie met leegstand in ingestrooide rundveestallen voor minimum 150 aaneengesloten dagen: op 10 jongvee < 1 jaar op stro

30

13

PAS R-6.1a

Beweiden in combinatie met leegstand in rundveestallen met roostervloer voor minimum 150 aaneengesloten dagen: op 13 vleesstieren en overig vleesvee van 6 tot 24 maand

 

30

 

 

Exploitant beschikt voor beweiding over 14,13 ha grasland.

 

De ammoniakemissie in de nieuwe situatie daalt hiermee van 438,7 naar 404,8 kg NH3/jaar. Dit is een reductie van 33,87 kg/jaar, goed voor 7,7% ten opzichte van de vergunde situatie, zoals blijkt uit een berekening die bij de aanvraag gevoegd is. Er is bijgevolg voldaan aan de tussentijdse doelstelling van 5%, en aldus aan de bepalingen van het Stikstofdecreet.

 

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

     Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

     Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen.

     Decreet over de programmatische aanpak stikstof van 26 januari 2024.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Joris Vercruysse namens Vercruysse Karel, Joris & Bert VVZRL gevestigd Hoekstraat 1 te 8540 Deerlijk voor een tussentijdse inspanning voor reductie van ammoniak voor een rundveehouderij gelegen Hoekstraat 1 te Deerlijk.

 

Volgende reductiemaatregelen worden toegepast:

 

Aantal dierplaatsen

Code

Omschrijving maatregel

Reductie (in %)

10

PAS R-3.1d

Beweiden in combinatie met leegstand in ingestrooide rundveestallen voor minimum 150 aaneengesloten dagen: op 10 jongvee < 1 jaar op stro

30

13

PAS R-6.1a

Beweiden in combinatie met leegstand in rundveestallen met roostervloer voor minimum 150 aaneengesloten dagen: op 13 vleesstieren en overig vleesvee van 6 tot 24 maand

 

30

 

Beroepsmogelijkheid

Uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning:

 

Artikel 105. § 1. De aktename van een melding vermeld in artikel 111 kan bestreden worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.33. OMV 2025_148 - Lisdoddelaan 11 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van de functie van garage naar kapsalon, op een perceel gelegen Lisdoddelaan 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 608 P aangevraagd door Yoïka Vancoppernolle wonende Lisdoddelaan 11 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  1 december 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De verharding in de voortuin moet beperkt worden tot 50 %  van de totale oppervlakte en de overige 50 % van de oppervlakte moet opgebroken worden en ingevuld worden met levend groen en dit binnen de 3 maanden na het van kracht worden van deze vergunning.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Gavers, zoals definitief vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 26 mei 2016 en bestemd als zone voor bebouwing (type 1).

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 11 oktober 2017 (dossiernummer 0011-9/2017.5).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

 

  1. Historiek

 

Volgende historisch gekoppelde dossiers zijn relevant:

        Omgevingsvergunning /OMV_2019138901 voor bouwen van 16 eengezinswoningen goedgekeurd op 29/01/2020.

        Omgevingsvergunning /OMV_2023001482 voor bouwen van een carport bij een bestaande woning goedgekeurd op 29/03/2023.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen in een recente verkaveling in het centrum van Deerlijk. De woningen  langs de Lisdoddelaan hebben vooral een open of halfopen bebouwingstypologie. De woning van de aanvrager is van het halfopen type met één bouwlaag en een hellend dak met een open carport in de vrije zijstrook aan de rechterzijde en situeert zich in het westen van de verkaveling.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de poort van de inpandige garage in te woning te vervangen door een raam en deur, de totale hoogte bedraagt 2,81m en de breedte 2,44m.  Dit nieuw schrijnwerk wordt voorzien in de bestaande opening en is nodig voor de functiewijziging van garage naar kapsalon (en berging).  De oppervlakte van het kapsalon bedraagt 19m² en het andere deel van de initiële garage wordt omgevormd naar bergruimte door de plaatsing van een valse wand.  Het nieuwe schrijnwerk wordt uitgevoerd in PVC met dezelfde grijze kleur als het aanwezige schrijnwerk in de woning (RAL7023).

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien een beperkte nevenfunctie wordt toegelaten, deze functie de woonomgeving niet in het gedrang brengt, de hoofdfunctie residentieel wonen behouden blijft en de nevenfunctie beperkt wordt tot minder dan de helft van de gelijkvloerse vloeroppervlakte.  De nevenbestemming valt onder de toegelaten categorieën: detailhandel, vrije beroepen, diensten en kantoren.

Er blijft één carport en één openluchtstelplaats (oprit) aanwezig op het eigen perceel.

 

7.2 Decretale beoordelingsgronden

Voldoende uitgeruste weg (artikel 4.3.5.,VCRO)

De aanvraag is gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, zijnde een weg die met duurzame materialen is verhard en voorzien is van een elektriciteitsnet. Tevens voldoet de weg aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, waaronder de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

 

Bedrijfswoningen (artikel 4.3.6.,VCRO)

De aanvraag voorziet niet in de oprichting van een bedrijfswoning waardoor de bepalingen van artikel 4.3.6 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening niet van toepassing zijn.

 

Toegankelijkheid (artikel 4.3.7.,VCRO)

Artikel 4.3.7. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de stedenbouwkundige vergunning voor de handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, niet wordt verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regelen betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen.

Uit nazicht van het onderwerp blijkt het gevraagde buiten het toepassingsgebied te vallen zoals omschreven in hoofdstuk 2 van de gewestelijk stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

 

Rooilijnen, achteruitbouwstroken en reservatiestroken (artikel 4.3.8.,VCRO)

De aanvraag wordt niet getroffen door een rooilijn, reservatiestrook of achteruitbouwstrook.

 

Rioleringstoets (artikel 4.3.9.,VCRO)

Niet van toepassing.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.

 

De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de aanpassing van de voorgevel van de woning voor wat betreft het schrijnwerk, dit in functie van het inrichten van een kapsalon bij de woning.  Deze nevenfunctie is beperkt en de hoofdfunctie blijft ééngezinswoning.  Beide functies zijn passend binnen deze woonomgeving.

 

Inplanting, ruimtegebruik, bouwvolume en gabarit:

Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit en inplanting ongewijzigd, er worden enkel beperkte interne verbouwingswerken uitgevoerd.

Naast de plaatsing van het nieuwe schrijnwerk in de voorgevel worden enkel niet-constructieve interne verbouwingswerken uitgevoerd.  Het kapsalon maakt deel uit van de woning en vormt een compact geheel.  Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen wegens de beperkte schaal van de nevenbestemming.

Het ontwerp is in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften en de voorschriften van het RUP.

  

Verschijningsvorm:

Het ontwerp voorziet een beperkte ingreep aan de voorgevel en heeft geen grote impact op het straatbeeld.  Het materiaalgebruik en kleur integreren zich binnen de bestaande bebouwing.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De hoofdfunctie van eengezinswoning blijft behouden.  Wegens de geringe oppervlakte van het kapsalon zullen de klanten die op hetzelfde ogenblik van de dienst gebruik maken beperkt zijn, bijgevolg wordt geen aanzienlijke wijziging van de verkeersaantrek verwacht.  Er is een carport aanwezig in de zijtuinstrook met daarvoor een oprit.  Vóór het kapsalon is ook een parkeerplaats aanwezig.  Rekening houdend met de gestelde voorwaarde (zie hieronder bij groen- en omgevingsaanleg) kunnen nog 3 voertuigen op het privaat domein gestald worden wat ruim voldoende lijkt.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Het ontwerp houdt geen wijziging van de buitenaanleg in.  De achtertuin is voldoende ruim om als kwalitatieve tuin te kunnen fungeren.  In de achtertuin bevinden zich een terras en een vrijstaand bijgebouw. 

Inzake de aanwezige voortuin kan het volgende opgenomen/herhaald worden:

Uit het fotomateriaal van het ontwerp blijkt dat de specifieke voorwaarde uit de omgevingsvergunning voor het bouwen van een carport bij de bestaande woning, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 29 maart 2023, niet werd nageleefd. 

De verharding in de voortuin werd reeds aangelegd in een kiezelverharding en de totale oppervlakte van de verharde zone in de voortuin is niet conform de verkavelingsvoorschriften die voorschrijft dat minstens 50% verharding en 50% levend groen voorzien moet worden. Deze bepaling is opgenomen teneinde het recente straatbeeld voldoende groen en bijgevolg ook een voldoende residentieel karakter te geven maar anderzijds ook om voldoende ruimte te voorzien voor infiltratie van het hemelwater op eigen terrein. Gezien niet voldaan is, is het opbreken van de niet vergunde aangelegde verharding noodzakelijk tot een maximaal verharde oppervlakte van 50% van de voortuinoppervlakte, dit kan door de opritten naar de carport en/of de garage (nu functieaanvraag naar kapsalon) aan te leggen als een tweesporenpad met gazon tussenin en door het bestaande plantvak uit te breiden. Het opbreken van het gedeelte verharding boven de 50% en de aanleg met levend groen in de voortuin moet uitgevoerd zijn binnen de 3 maand na het van kracht worden van deze vergunning.

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarde verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek - scheidingsmuren

Niet van toepassing

 

7.12 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Yoïka Vancoppernolle wonende Lisdoddelaan 11 te 8540 Deerlijk, voor het wijzigen van de functie van garage naar kapsalon, op een perceel gelegen Lisdoddelaan 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 608 P, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De verharding in de voortuin moet beperkt worden tot 50 %  van de totale oppervlakte en de overige 50 % van de oppervlakte moet opgebroken worden en ingevuld worden met levend groen en dit binnen de 3 maanden na het van kracht worden van deze vergunning.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.34. OMV 2025_136 - Waregemstraat 44 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het isoleren van de voorgevel en afwerken met crepi, op een perceel gelegen Waregemstraat 44 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 318 C3 aangevraagd door Francis Meeus namens de heer Luc De Ruyck wonende Waregemstraat 44 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  4 december 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg,.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 november 1975 door het college van burgemeester en schepenen voor het verhogen van bestaande voorvenster + vernieuwen garagepoort in de voorgevel van het woonhuis.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Waregemstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Waregemstraat is de verbindingsstraat tussen Deerlijk en Waregem. De omgeving wordt gekenmerkt door wonen in combinatie met centrumfuncties. De woning van de aanvrager bestaat uit een hoofdvolume met inpandige garage, opgetrokken met 2 bouwlagen en een zadeldak en een achterbouw met één bouwlaag.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de aaneengesloten eengezinswoning te voorzien van gevelisolatie ter hoogte van de voorgevel.  De huidige voorgevel is voorzien van een bruin-beige gevelbepleistering.

De dikte van de nieuwe isolatie bedraagt 12cm en de gevelafwerking met crepi 2cm.  De crepi wordt uitgevoerd in het wit met een zwarte gevelplint (30cm) in granietkorrel onderaan ter hoogte van het voetpad.  De rooilijn wordt met 14cm overschreden, na de werken blijft er nog een voetpadbreedte over van 1,56m.

De raam- en deuropeningen blijven ongewijzigd en het grijs-groene PVC schrijnwerk blijft behouden, idem voor de garagepoort die uitgevoerd is in groene aluminium.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op 29 oktober 2025 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

 

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het isoleren en afwerken van de voorgevel van de eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Decretale beoordelingsgronden

De aanvraag is gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, zijnde een weg die met duurzame materialen is verhard en voorzien is van een elektriciteitsnet. Tevens voldoet de weg aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, waaronder de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

De aanvraag voorziet niet in de oprichting van een bedrijfswoning waardoor de bepalingen van artikel 4.3.6 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening niet van toepassing zijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.

 

De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.  Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het isoleren van de voorgevel van een bestaande gesloten eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze centrum omgeving.

 

Inplanting, ruimtegebruik, bouwvolume en gabarit:

De inplanting van de woning blijft ongewijzigd. Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit ongewijzigd, er wordt enkel isolatie aan de voorgevel aangebracht met afwerking in crepi. De rooilijn wordt met 14 cm overschreden maar het voetpad is nog voldoende ruim waardoor de impact van deze overschrijding beperkt zal zijn.

 

Verschijningsvorm:

De voorgevel wijzigt niet zozeer qua materiaalgebruik, maar wel qua kleur, zijnde wit met zwarte plint. Door het aanbrengen van de isolatie zal de woning een aantal centimeter naar voren komen. Ook al is crepi geen duurzaam materiaal, omdat het zich hecht aan de ondermuur, kan deze afwerking op deze locatie aanvaard worden. De bestaande gevelbekleding was voorzien in gevelbepleistering en in de directe omgeving zijn reeds verschillende woningen op deze manier afgewerkt en in soortgelijke kleurtinten zodat de impact op het bestaande straatbeeld beperkt zal zijn.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. De inpandige garage blijft behouden.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

De aanleg van de omgeving wijzigt niet ten opzichte van de huidige situatie.

 

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Francis Meeus namens de heer Luc De Ruyck wonende Waregemstraat 44 te 8540 Deerlijk, voor het isoleren van de voorgevel en afwerken met crepi, op een perceel gelegen Waregemstraat 44 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 318 C3

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.35. Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.36. Inname openbaar domein - jaarvergunningen 2026 - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.37. ALEC - verslag 8 oktober 2025 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De adviesraad lokale economie (ALEC) hield een vergadering op 08 oktober 2025. Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

Het verslag van deze vergadering zal goedgekeurd worden in een volgende zitting.De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.38. Strategisch Commercieel Plan Detailhandel - Samenwerking KERNPUNT - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de samenwerking voor de opmaak van een generiek Strategisch Commercieel Plan met partner KERNPUNT goed te keuren.

 

Motivering

 

Vanuit hun werking ‘Detailhandel’ willen KERNPUNT en POM West-Vlaanderen de detailhandel in West-Vlaanderen stimuleren en ondersteunen. Vertrekkende vanuit de interprovinciale visie voor detailhandel willen ze onder meer steden en gemeenten aansporen en ondersteunen om hun centrale handelsgebieden te versterken en dit  - zo mogelijk – in samenwerking met de (buur)gemeenten binnen de provincie.

 

Door de inzet van een detailhandelscoach wil KERNPUNT de steden en gemeenten actief ondersteunen bij de strategische uitwerking en implementatie van hun detailhandelsbeleid. Meer bepaald zal de detailhandelscoach de gemeenten begeleiden en assisteren bij de opmaak van hun Strategisch Commercieel Plan.

 

De samenwerkingsovereenkomst (zie bijlage) vormt de basis van de samenwerking tussen de partijen in het kader van de begeleiding bij de opmaak van een strategisch commercieel plan door een detailhandelscoach.

 

Tijdens het traject zal aan de hand van een stuurgroep en stakeholdersgroep in verschillende fases advies gevraagd worden aan:

        Adviesraad Lokale Economie

        Dienst mobiliteit

        Dienst omgeving

 

Juridische gronden

 

       Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur Art. 56. § 1.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de samenwerking voor het opmaken van een generiek Strategisch Commercieel Plan met partner KERNPUNT goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.39. kerkfabrieken Sint-Columba en OLV Onbevlekt Ontvangen verslag van 29 oktober 2025 - centraal kerkbestuur verslag van 25 november 2025 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De kerkfabrieken Sint-Columba en O.L.V. Onbevlekt Ontvangen hielden een vergadering op 29 oktober 2025.  Het centraal kerkbestuur hield een vergadering op 25 november 2025.  Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de verslagen van deze vergaderingen.

 

Motivering

 

De verslagen bevinden zich in bijlage.  Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen zijn binnengekomen, om een besluit te schorsen indien het gemeentelijk (financieel) belang geschaad wordt.

 

Er is geen advies nodig.

 

Juridische gronden

 

        Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Art. 57 en 58, § 1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verslagen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.40. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.41. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.42. Grafconcessie hernieuwing - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

C.43. BOC - verslag van 21 oktober 2025 + globaal preventieplan 2026-2030 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het basisoverlegcomité (BOC) hield een vergadering op 21 oktober 2025. Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van het verslag en wordt gevraagd akkoord te gaan met de punten die besproken zijn in het BOC.

 

Motivering

 

Het globaal preventieplan (GPP) 2026-2030 werd tijdens het basisoverlegcomité als enig agendapunt behandeld. Zowel het plan als het verslag van deze vergadering werden goedgekeurd door het BOC.

 

Vervolgens werd het GPP op 3 december 2025 voorgelegd aan het managementteam, dat eveneens zijn goedkeuring verleende.

 

Hiermee is het GPP gedragen door zowel het overlegcomité als het management, wat zorgt voor een breed gedragen preventiebeleid binnen de organisatie en een solide basis voor de komende vijf jaar.

 

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere

        De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Titel 7 betreffende comités voor preventie en bescherming op het werk van boek II van de codex over het welzijn op het werk.

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van het BOC van 21 oktober 2025 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het globaal preventieplan 2026-2030 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

D.1. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - Veldstraat 7 - behandeling bezwaarschrift

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

D.2. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - Stationsstraat 289 - behandeling bezwaarschrift

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

D.3. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - Leon Defraeyeplein 30, 34 en 35 - behandeling bezwaarschrift

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 DECEMBER 2025

D.4. Verwaarlozing - rechtzetting - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een beslissing te nemen m.b.t. de dossier opgenomen op de inventaris verwaarlozing.

 

Motivering

 

De gemeente Deerlijk startte in 2017 met het opvolgen van verwaarloosde woningen en gebouwen op haar grondgebied.

 

In 2018 werden de eerste vaststellingen gedaan door de technisch adviseurs van Woonwijs, die het ganse grondgebied van de gemeente bezochten.

Dat jaar kregen alle eigenaars van de vastgestelde panden een waarschuwingsbrief. Die wees hen op de aanwezige gebreken (vaststelbaar vanaf het openbaar domein) en gaf hen één jaar de tijd om voldoende van de gebreken weg te werken. De panden waarbij dit niet gebeurde werden in 2019 opgenomen op de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen. Ook hier werden alle toenmalige houders zakelijk recht van verwittigd. Ze kregen een akte met daarop nog eens de opsomming van de vastgestelde gebreken.

 

Eind 2020 kon in principe een eerste keer een kohier opgemaakt worden met heffingsplichtige panden. Dat na het eventueel onderzoeken van vrijstellingsmogelijkheden. Dit is niet gebeurd. Ook in de daaropvolgende aanslagjaren, 2021, 2022 en 2023, werden geen aanslagbiljetten verstuurd naar de houders van het zakelijk recht. Het gaat hier om een ambtelijke misslag, aangezien het heffingsreglement wel degelijk gestemd werd in de gemeenteraad van juli 2020.

 

In de tweede helft van 2025 werd wél een aanslagbiljet verstuurd, voor de heffing van aanslagjaar 2024. 

Het gaat hier om 3 heffingsplichtige panden, maar wel telkens met het hoogst mogelijke bedrag.

 

Enkele belastingplichtigen reageren op dit aanslagbiljet, waarvan één door officieel bezwaar in te dienen. Als voornaamste argument in het bezwaar wordt aangehaald dat de gemeente sedert 2019 geen enkele communicatie meer voerde naar de eigenaars van de betrokken panden, en dat nu plots de hoogste belastingschijf aangerekend wordt na jaren stilzwijgen.

 

Omwille van de administratieve fout is het aangehaald argument wel terecht maar dit is van toepassing op alle dossiers. Daarom wordt voorgesteld om de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 25 juni 2025 betreffende de uitvoerbaarverklaring van het kohier van de gemeentelijk belasting op woningen en gebouwen opgenomen in de gemeentelijke inventaris verwaarlozing voor het aanslagjaar 2024, in te trekken en tabula rasa te maken met de huidige inventaris.

 

In november 2025 was het namelijk opnieuw het moment dat de technisch adviseurs vaststellingen zijn gaan doen op gans het grondgebied van Deerlijk. Op basis van deze vaststellingen zal de inventaris opnieuw opgemaakt worden, met waarschuwingsbrieven en daarna in 2026 de inventarisatie van de panden die nog te veel gebreken vertonen. Op die manier begint ook het aantal periodes van twaalf maanden opnieuw van nul te tellen.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56., § 1. van het Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

- 14.400 euro

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0020-00/73750000

Visum

n.v.t.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 25 juni 2025 betreffende de uitvoerbaarverklaring van het kohier van de gemeentelijk belasting op woningen en gebouwen opgenomen in de gemeentelijke inventaris verwaarlozing voor het aanslagjaar 2024, in te trekken en tabula rasa te maken met de huidige inventaris omwille van de administratieve fout die in de voorbije jaren gemaakt werd.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/12/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.