DEERLIJK

16 APRIL 2025

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Louis Vanderbeken

Schepenen: Claude Croes, Regine Rooryck, Jo Tijtgat, Lies De Witte, Marleen Prat

Algemeen directeur: Karel Bauters

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 2 april 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 2 april 2025.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 2 april 2025 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.2. Beleidsplan ruimte West-Vlaanderen - ontwerp - openbaar onderzoek - advies - verzoek tot agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om advies te formuleren omtrent het ontwerp van Beleidsplan Ruimte West-Vlaanderen.

 

Motivering

 

De provincieraad van West-Vlaanderen heeft in haar zitting van 20 juni 2024 het ontwerp van het Beleidsplan Ruimte West-Vlaanderen voorlopig vastgesteld.

Het openbaar onderzoek over het ontwerp Beleidsplan en over het ontwerp plan-MER loopt van 24 februari 2025 tot en met 25 mei 2025.

De gemeenteraad heeft tot en met 25 mei 2025 de mogelijkheid om advies te geven over dit ontwerp.

 

Het ontwerp van beleidsplan is opgedeeld uit 3 delen:

        Deel I: wat is een beleidsplan

        Deel II: strategische visie (gericht op 2050)

De strategische visie is opgebouwd rond 4 ruimtelijke principes voor het ruimtelijk beleid, die telkens bestaat uit verschillende ambities.

        Herkennen én erkennen van het fysisch systeem

        Rekening houden met de eigenheid van het cultuurlandschap

        Optimaliseren van het rendement van de bebouwde en verharde ruimte

        Uitbouwen van een netwerk van kernen.

        Deel III: beleidskaders

De beleidskaders geven weer hoe er op korte termijn uitvoering wordt gegeven aan de ruimtelijke principes van de strategische visie. Elk beleidskader bevat een aantal beleidslijnen en een actielijst. Volgende kaders zijn opgenomen.

        Beleidskader 1: Aan de slag

Het beleidskader is een methodisch beleidskader dat doorwerkt in de andere beleidskaders en aangeeft hoe de provincie aan de slag wil gaan op het terrein, nl. door in te zetten op participatie van en samenwerking met verschillende partijen. Maar ook op welk schaalniveau een gebiedsvisie het best opgemaakt wordt, welke kwaliteitswaarden in overweging genomen worden en hoe gezocht wordt naar koppelkansen tussen verschillende opgaven.

        Beleidskader 2: Fysisch systeem als basis voor een klimaatbestendige ruimte  

Dit beleidskader stelt het behoud, herstel en de versterking van het watersysteem voorop als middel om antwoorden te bieden op de uitdagingen binnen het fysisch systeem (hitte, droogte, extreme neerslag, dalende biodiversiteit, versnipperde natuur, ...). De focus ligt op het versterken van het watersysteem en de inrichting van klimaatbestendige ruimte.

        Beleidskader 3: Levendige en verbonden dorps- en stadskernen

Binnen dit beleidskader worden 3 complementaire beleidslijnen geformuleerd. Een eerste beleidslijn gaat over het maximaal versterken van de kwaliteit van alle dorps- en stadskernen, door ondermeer de publieke ruimte en voorzieningen te verbeteren, duurzame mobiliteit uit te bouwen en het rendement van de bebouwde en verharde ruimte op maat van de locatie te optimaliseren (inclusief kwaliteitsvolle verdichting / inbreiding en reconversie). Een tweede beleidslijn gaat over het versterken van het netwerk van dorps- en stadskernen. Binnen deze beleidslijn worden de kenmerken van dorps- en stadskernen in kaart gebracht en wordt beschreven hoe deze kenmerken gebruikt zullen worden bij het afwegen van ruimtevragen.

In een laatste beleidslijn wordt beschreven welk beleid uitgestippeld wordt voor woonlinten en woonclusters die buiten de afbakening van de kernen gelegen zijn zodat kernversterkende functies maximaal kansen krijgen in de kernen zelf en in deze woonlinten en clusters niet verder ingezet wordt op het verhogen van ruimtelijk rendement.

        Beleidskader 4: Ruimte voor niet-verweefbare economische en andere activiteiten

Waar in kernen uitgegaan wordt van een maximale verweving van activiteiten beschreven in een eerste beleidslijn, is er anderzijds ook een tweede beleidslijn die een plan van aanpak biedt om te gaan met ruimtevragen van niet-verweefbare activiteiten. Deze tweede beleidslijn geeft aan wanneer het wel nog opportuun kan zijn om open ruimte aan te snijden voor dergelijke activiteiten en onder welke voorwaarden dat kan.

        Beleidskader 5: Transformatie van gebouwenclusters en omgeving in de open ruimte

Dit beleidskader focust zich op hoe om te gaan met bestaande (vergunde) sites en gebouwen die gelegen zijn in een bestemmingszone binnen de categorie landbouw en waar zich een vraag stelt tot ruimtelijke afweging. In eerste instantie wordt uitgegaan van het stimuleren van agrarisch (her)gebruik en het inzetten op functies die open ruimte nodig hebben. Een verdere verfijning van ruimtelijke mogelijkheden (meer beperkingen of meer mogelijkheden) kan via een ruimere gebiedsvisie.

        Beleidskader 6: Hernieuwbare energie

De energietransitie komt met ruimtelijke kansen en uitdagingen en tegelijkertijd zorgt de energietransitie voor specifieke ruimtevragen in onze schaarse ruimte. De infrastructuur die nodig is om hernieuwbare energie op te wekken, te transporteren en op te slaan zal dus in het landschap ingepast moeten worden. De inplanting zal de leesbaarheid van het landschap moeten verhogen, gebeurt in de nabijheid van de verbruikers en vertrekt vanuit gedeeld en meervoudig ruimtegebruik (zoveel mogelijk beperken van nieuwe verharding of bijkomend ruimtebeslag).

 

Bij dit ontwerp van beleidsplan worden volgende opmerkingen of aandachtspunten geformuleerd:

 

- Algemene inleiding

In het beleidsplan (p.16) is in de overgangsmaatregelen opgenomen dat de deputatie een gemeentelijk RUP kan schorsen op basis van een kennelijke onverenigbaarheid met een provinciaal beleidskader, zelfs als dat RUP volledig in overeenstemming is met het nog geldend GRS.

In een volgende alinea is opgenomen dat de deputatie de gemeentelijke RUP’s steeds zal toetsen aan de principes uit de beleidskaders. De deputatie heeft echter niet de intentie om zaken die wel conform het GRS en voormalige PRS zijn te schorsen op grond van een strijdigheid met het beleidsplan Ruimte West-Vlaanderen.

Ook in de presentatie van het webinar van  26 februari 2025 is dit ook nog eens bevestigd (slide 9): “Als een RUP een duidelijke uitvoering is van een actie uit het GRS, maar in strijd is met het provinciaal beleidsplan, dan zal deputatie niet schorsen.”

 

Deerlijk is momenteel bezig met de opmaak van een gemeentelijk RUP Hof Wiemelhaege (i.f.v. de herlokalisatie van de kinderboerderij op een landbouwsite) waarbij reeds vooroverleg plaatsvond op 16 april 2024 en waarvoor momenteel ontwerpend onderzoek lopende is in functie van de opmaak van de startnota. Dat RUP geeft uitvoering aan het GRS op basis van volgende bepalingen:

De nieuwe site langs de Vichtesteenweg 65 bevindt zich cfr. het GRS (RD p 60) op de groene, recreatieve hoofdas door het stedelijk gebied van Deerlijk. Heel specifiek wordt het volgende vermeld in het GRS: “Bij aanwezigheid van een laag-dynamisch recreatieve functie wordt een waardevol gebouw gelegen op de recreatieve as beschouwd als een lokaal knooppunt in het toeristisch-recreatief netwerk.” 

Landbouw is en blijft de hoofdfunctie en de recreatieve functie (boerderijklassen) zullen ondergeschikt zijn en laag-dynamisch. Deze functieverbreding strookt niet volledig met beleidskader "transformatie van gebouwenclusters en omgeving in de open ruimte" gezien niet de volledige site ingezet wordt als landbouw (stap 1 bij herontwikkeling) en deels nieuwe bebouwing noodzakelijk zal zijn. Anderzijds is de site wel gelegen binnen de stads-of dorpskern waarbij verweving van functies voorop staat en toeristische infrastructuur verdere mogelijkheden moeten krijgen op schaal, in evenwicht en verweefbaar met de kern.

 

Gelet op het reeds doorlopen voortraject  en de uitvoering van de visie uit het GRS wordt er dan ook van uit gegaan dat de bij de verdere advisering over dit RUP de visie van het GRS gevolgd zal worden.

 

- Beleidskader 3: Levendige en verbonden dorps- en stadskernen

 

Voor het bepalen van de kerntypes binnen het functioneel geheel werden voorafgaande studie gevoerd (inzicht in het netwerk van de West-Vlaamse kernen). Voor Deerlijk werd hieruit het volgende geconcludeerd:

        Deerlijk behoort tot 2 functionele gehelen, zijnde functioneel geheel van Kortrijk en dat van Waregem;

        Deerlijk kern (gedeelte binnen de afbakeningslijn) kreeg positie 2 toegekend en verstedelijkingsgraad 3.

        Sint-Lodewijk neemt positie 1 in en verstedelijkingsgraad 3.

        Belgiek neemt eveneens positie 1 in, maar heeft een verstedelijkingsgraad 1.

        De gehuchten Stationswijk en Molenhoek zijn niet aangeduid als kern en behoren bijgevolg tot de "woonlinten en woonclusters".

 

In de recente gemeentelijke ruimtelijke visies (masterplan DNA Sint-Lodewijk, ontwerp strategische visie en de woonkaart kernversterking) worden de kern van Deerlijk en het bebouwde gedeelte van Sint-Lodewijk aangeduid als kernen. De wijken Belgiek, Stationswijk en Molenhoek werden aangeduid als sites met strategische werven. De aanduiding van Belgiek als een kern wordt bijgevolg als eerder atypisch ervaren.

Echter op basis van de gevoerde studie in functie van het beleidsplan kan deze conclusie gevolgd worden gelet op de knooppuntwaarde van Belgiek. Hierin ziet het bestuur dan ook kansen om haar visie i.v.m. perifere detailhandel (grootschalige verkoop van planten, van vervoers- en transportmiddelen of volumineuze goederen) te kaderen (zie gemeentelijk BGO "woonkaart kernversterking", pag. 46).

 

Deerlijk (gedeelte binnen de afbakening stedelijk gebied) neemt in het netwerk positie 2 in.

Kernen in positie 2 bouwen verder aan het verstedelijkte gebied en vormen een buitenste schil. Hun voorzieningenapparaat is nog steeds goed uitgebouwd, mede dankzij de uitlopers van de stedelijke ontwikkeling van Kortrijk en hun ligging op een fiets-, wegen- en openbaar vervoernetwerk dat zich verknoopt in Kortrijk. Zij hebben echter vooral een aantrekkingskracht op kernen die zeer nabij liggen en voorzien de inwoners van die kernen van tal van basisvoorzieningen die bijna dagelijks gebruikt worden.

Het bestuur wenst te benadrukken dat het belangrijk is om de zelfvoorzienende rol te kunnen behouden ook bij toekomstige ruimtevragen.

Daarnaast is het ook belangrijk dat ook in de niet aangeduide gehuchten de nodige ontmoetingsmogelijkheden behouden blijven en dat niet enkel in de publieke ruimte maar evenzeer in een buurthuis. De niet aanduiding als kern mag geen impact hebben op de aanwezigheid van basisvoorzieningen en ontmoetingskansen.

 

In beleidsplan is opgenomen dat woonlinten en woonclusters niet de locaties zijn waar ingezet moet worden verhoging van het ruimtelijk rendement zoals verdichting van wonen, uitbreiding van detailhandel of horeca. Verdichting is enkel mogelijk voor specifieke doelgroepen.

In de gemeentelijke BGO woonkaart verdichting werd ook een visie uitgebouwd op dergelijke woonlinten waarbij een analyse gemaakt werd van de bestaande en gewenste dichtheden, rekening houdend met de locatie, de context en de bestaande toestand. Op die manier de dichtheid bepalen in reeds bestemde zones is veel waardevoller dan een generieke maximale dichtheid over te nemen of te stellen dat verdichting enkel kan voor specifieke doelgroepen zoals aangegeven in het beleidsplan.

 

In de actielijst is i.v.m. de kernafbakening volgende prioritaire actie opgenomen:

‘We actualiseren samen met de gemeenten de contour van de dorps- en stadskernen. Deze contouren worden gebruikt in afwachting van een beleidsmatige kernafbakening in een gemeentelijk beleidsplan ruimte om over zo correct mogelijke gegevens te beschikken in functie van onderzoek naar de positie van de kern en de graad van stedelijkheid.’

Er wordt een beleidsmatige afbakening van de kernen gevraagd en die moet opgenomen worden in een gemeentelijk beleidsplan ruimte. Is het een vereiste dat dit in een ruimtelijk beleidsplan opgenomen is ? Een masterplan of ander instrument kan evengoed een solide basis vormen hiervoor.

In Deerlijk bvb is een BGO woonkaart kernversterking goedgekeurd die aangeeft welke

woondensiteit gewenst is in elk type woongebied en welke functies er naast wonen mogelijk zijn. Deze woonkaart kan de basis zijn voor de beleidsmatige kernafbakening. De opmaak van een beleidsplan is een extra planlast die voor een kleinere gemeente niet steeds haalbaar is waardoor de afbakening koppelen aan een beleidsplan niet altijd haalbaar is.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 §1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken een gunstig advies uit te brengen over het ontwerp beleidsplan ruimte West-Vlaanderen mits de aandachtspunten geformuleerd in het overwegend gedeelte in overweging te nemen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.3. Visum financieel directeur - uitsluitingen - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken, uitsluitingen van visumverplichting door de financieel directeur, te bepalen en aan de gemeenteraad voor te leggen ter goedkeuring.

 

Motivering

 

Het Decreet Lokaal Bestuur artikel 266 bepaalt dat de voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom onderworpen zijn aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan.  De financieel directeur verleent dit visum nadat uit zijn onderzoek de wettigheid en de regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt.  De gemeenteraad kan, na advies van de financieel directeur, bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting.

 

Het is wenselijk deze uitsluitingen bij elke nieuwe legislatuur te bepalen.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere: Art. 266 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad  om volgende categorieën van verrichtingen ter uitsluiting van de visumverplichting, aan de gemeenteraad voor te leggen, ter goedkeuring:

 

       Alle voorgenomen verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom lager dan 8.500 euro excl. btw. Wanneer die verbintenis van onbepaalde duur is, wordt de termijn die in aanmerking moet worden genomen om het bedrag te berekenen, bepaald op 48 maanden.

       Nadat een gunning werd toegewezen, de meerwerken die tijdens de fase van de uitvoering van de werken worden goedgekeurd, tenzij het bedrag daarvan hoger is dan 50.000 euro excl. btw.

       De aanstellingen van contractuele personeelsleden voor een periode van minder dan één jaar.

       De aanstellingen van contractuele personeelsleden voor de periode van één jaar of meer wanneer het een tewerkstelling betreft met toepassing van artikel 60§7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, of van andere werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden dan artikel 60§7, in het kader van de opdracht van het OCMW, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 1, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, of in het kader van de opdracht van het OCMW vermeld in artikel 8, 9 of 13 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

       Beslissingen waar er bij het personeel in dienst, gedurende hun tewerkstelling, een wijziging gebeurt aan statuut, graad of tewerkstellingsbreuk.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.4. Rapportering visum- en debiteurenbeheer 2024 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.5. Woonmaatschappij VIVUS - toewijzingsraad - vertegenwoordiging 2025-2030 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend punt te agenderen op de gemeenteraad van 24 april 2025:

        Aanduiding effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de toewijzingsraad van de woonmaatschappij VIVUS - legislatuur 2025-2030.

 

Motivering

 

De gemeente Deerlijk is lid van de woonmaatschappij VIVUS.

 

Woonmaatschappij VIVUS heeft een toewijzingsraad opgericht die bestaat uit:

        alle gemeenten uit het werkingsgebied van VIVUS

        relevante welzijnsactoren actief in het werkingsgebied van VIVUS

 

Bij mail van 1 april 2025 heeft VIVUS de gemeente gevraagd om bij voorkeur één persoon af te vaardigen om te zetelen in de toewijzingsraad. Dat kunnen ambtenaren, schepenen en/of gemeenteraadsleden zijn. Indien gewenst kan een plaatsvervangende persoon worden aangeduid.

 

De toewijzingsraad heeft een beleidsmatige - en een operationele opdracht.

De beleidsmatige opdracht bestaat uit afspraken over (verstrengde) langdurige woonbinding en toewijzingen aan specifieke doelgroepen (voor het toewijzingsreglement) en afspraken over versnelde toewijzing (voor het intern huurreglement van de woonmaatschappij).

De operationele opdracht bestaat uit de praktische uitvoering van de versnelde toewijzingen en de toewijzingen aan doelgroepen. Dit vertaalt zich in het huishoudelijk reglement van de toewijzingsraad. De actuele reglementen zijn terug te vinden in de bijlagen van dit agendapunt.

 

Conform artikel 41, § 2, 4° van het Decreet Lokaal Bestuur behoort de deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere: Art. 41, 4° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om onderhavige materie te agenderen op de gemeenteraadszitting van 24 april 2024.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.6. Afsprakennota MAT/beleid - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het ontwerp van de afsprakennota tussen het beleid en het MAT goed te keuren.

 

Motivering

 

Tenminste na iedere volledige vernieuwing van de gemeenteraad sluit de algemeen directeur, mede namens het gezamenlijk managementteam (MAT), een afsprakennota met de beleidsorganen, over de wijze waarop de algemeen directeur en de overige leden van het MAT met het beleid samenwerken om de beleidsdoelstellingen te realiseren en over de omgangsvormen tussen bestuur en administratie.

 

Het MAT en het college van burgemeester en schepenen adviseerden deze nota positief op 19 maart 2025.

 

De nota ligt voor aan het college van burgemeester en schepenen.

De nota ligt ook voor aan de burgemeester, de voorzitter van het vast bureau, het vast bureau en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, die voor dit punt aansluiten bij deze zitting.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid:

        Art. 56, § 3, 13° en 171, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de afsprakennota tussen het managementteam en het beleid goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.7. Evenementencoach (B1-B3) - afsluiting kandidaturen en uitslag selectieprocedure - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.8. Personeel - aankondiging vakbondsactie - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van ACOD/ABVV openbare diensten waarbij ze een actiedag aankondigen.

 

Motivering

 

ACOD/ABVV openbare diensten meldt in hun schrijven van 10 april 2025 dat er op dinsdag 29 april 2025 een nationale stakingsdag georganiseerd wordt tegen de sociaaleconomische maatregelen van de federale regering. ACOD neemt hetzelfde standpunt in als het ABVV.

Dit kan binnen bepaalde besturen aanleiding geven tot afwezigheden van werknemers.

 

Dinsdag 29 april 2025 wordt als stakingsdag beschouwd waarbij elk personeelslid dat afwezig is wegens deelname aan de actie, zal gedekt worden door deze stakingsaanzegging.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van ACOD/ABVV, waarbij ze laten weten dat er op 29 april 2025 een nationale actiedag wordt georganiseerd.

Personeelsleden die deelnemen aan deze actie zijn met deze stakingsaanzegging ingedekt.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.9. Coördinator personeel (B4-B5) - afsluiting kandidaturen en uitslag selectieprocedure - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.10. Zaalwachter (D1-D3) - afsluiting kandidaturen, uitslag selectieprocedure en aanstelling - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.11. Zwemlessen en lessen watergewenning - mei en juni 2025 - aanstelling lesgevers - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.12. Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

        IMOG

        verslag van de raad van bestuur van 11 maart 2025

        verslag van de raad van bestuur van 18 maart 2025

        verslag van de raad van bestuur van 25 maart 2025

        verslag van de buitengewone algemene vergadering van 25 maart 2025

        Fluvius West

        verslag van de buitengewone algemene vergadering van 18 maart 2025

        verslag van de raad van bestuur van 17 februari 2025

        verslag van de raad van bestuur van 26 februari 2025

        Centraal Feestcomité - verslag van de vergadering van 3 april 2025

        Leiedal - proces-verbaal van de buitengewone algemene vergadering van 25 maart 2025

        Woonwijs - verslag + bijlagen van de Stuurgroep van 17 maart 2025

        Leiedal - verslag van de raad van bestuur van 28 maart 2025

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.13. Elk zijn Huis nv - Algemene vergadering van 28 april 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De raad van bestuur van nv Elk zijn Huis nodigt de gemeente uit tot de gewone algemene vergadering die plaatsvindt op maandag 28 april 2025 om 18.30 uur in Campus Kulak Kortrijk - gebouw A - Aula A305 te Kortrijk, Etienne Sabbelaan 53 8500 Kortrijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda met volgende punten:

 

  1. Aanduiding van de stemopnemers en de verslaggever van de vergadering;
  2. Voorstelling van het jaarverslag van de Raad van Bestuur. Vanaf 10 april 2025 te downloaden en raadplegen via volgende link https://www.elkziinhuiskortri ik.be/iaarverslaq-2024 na ingave van het wachtwoord JaarVerslag24!;
  3. Verslag van de commissaris over het boekjaar 2024;
  4. Voorstelling van de jaarrekening en voorstel tot toewijzing van het resultaat;
  5. Goedkeuring van de jaarrekening afgesloten op 31 december 2024;
  6. Goedkeuring van de toewijzing van het resultaat 2024;
  7. Kwijting aan de bestuurders;
  8. Kwijting aan de commissaris;
  9. Bestuurdersvergoedingen;
  10. Benoeming van bestuurders uit de categorie A;
  11. Uiteenzetting 'Elk zijn Huis':

 Missie-visie;

 Nieuw regeerakkoord en de positie van de erkende kredietmaatschappijen;

  1. Rondvraag.

 

In de gemeenteraadszitting van 27 februari 2025 werd mevrouw Marleen Prat aangesteld als effectief vertegenwoordiger en de heer Marc Coppens als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van Elk zijn huis nv voor de legislatuur 2025-2030.

 

De financieel directeur heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de agenda goed te keuren en verzoekt de aangeduide vertegenwoordiger of zijn plaatsvervanger op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in onderhavig besluit en als dusdanig de op de agenda geplaatste punten, waarvoor een beslissing moet genomen worden, goed te keuren..

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om Elk zijn Huis nv op de hoogte te brengen van onderhavige beslissing.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.14. Vereniging voor Openbaar Groen - algemene vergadering van 16 mei 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De Vereniging voor Openbaar Groen (VVOG) nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van haar jaarlijkse statutaire algemene ledenvergadering die plaatsvindt op vrijdag 16 mei 2025 om 9.30 uur in de vergaderzaal 'Auditorium' van de Kazerne Dossin, Goswin de Stassartstraat 153 te 2800 Mechelen.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de dagorde als volgt:

 

09.00 uur  Warm onthaal

09.30 uur  Verwelkoming

  Toelichting dienstverlening VVOG

10.00 uur  Statutaire mededelingen aan de Algemene Vergadering

  (cfr. Art. 22 van de statuten - www.vvog.info/statuten)

       Financieel verslag

       voorstelling balans en resultatenrekening 2024

       toelichting door de bedrijfsrevisor en commentaar door de directeur

       kwijtschelding aan de leden van het Bestuursorgaan

       Begroting 2025 (goedkeuring)

       voorstelling en toelichting

       Vaststelling van de contributie voor 2026 (goedkeuring)

       Jaarverslag 2024 (goedkeuring)

11.00 uur  Verkiezing Bestuursorgaan VVOG voor de periode 2025-2031

       Toelichting van de stemprocedure

       Verkiezing Bestuursorgaan (geheime stemming)

11.45 uur  Pitches ‘Ambities voor een toekomstgericht openbaar groen’

12.15 uur  Mondeling verslag door de directeur (stemming)

12.30 uur  Lunch

14.00 uur  Rondleiding met gids in de ‘Kazerne Dossin’ (optioneel).

 

In de gemeenteraadszitting van 27 februari 2025 werd de heer Koen Dendoncker aangeduid als effectief vertegenwoordiger en mevrouw Katrien Vandenbogaerde als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van de Vereniging voor Openbaar Groen voor de legislatuur 2025-2030.

 

De financieel directeur heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de agenda goed te keuren en verzoekt de aangeduide vertegenwoordiger of zijn plaatsvervanger op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in onderhavig besluit en als dusdanig de op de agenda geplaatste punten, waarvoor een beslissing moet genomen worden, goed te keuren..

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de Vereniging voor Openbaar Groen op de hoogte te brengen van onderhavige beslissing.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.15. Zefier cvba - algemene vergadering van 12 juni 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Zefier cv nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van haar algemene vergadering (jaarvergadering) die plaatsvindt op donderdag 12 juni 2025 om 14.00 uur.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda als volgt:

 

  1. Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2024;
  2. Verslag van de commissaris-revisor over de jaarrekening 2024;
  3. Goedkeuring van de jaarrekening 2024 (balans, resultatenrekening, winstverdeling en toelichting);
  4. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris-revisor;
  5. Statutaire benoemingen.

 

In de gemeenteraadszitting van 27 maart 2025 werd mevrouw Regine Rooryck aangesteld als effectief vertegenwoordiger en mevrouw Lies De Witte als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van Zefier cv.

 

De financieel directeur heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere: statuten van Zefier cv

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de agenda van de gewone algemene vergadering (jaarvergadering) van Zefier cv, die plaatsvindt op donderdag 12 juni 2025 om 14.00 uur, goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de aangeduide vertegenwoordiger om zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in onderhavig besluit en als dusdanig de op de agenda geplaatste punten, waarvoor een beslissing moet worden genomen, goed te keuren.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om Zefier cv op de hoogte te brengen van onderhavige beslissing via info@zefier.be.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Punt bijlagen/links Jaarverslag Zefier
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.16. Farys ov - algemene vergadering van vrijdag 20 juni 2025 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Farys ov nodigt de gemeente Deerlijk uit voor hun algemene vergadering die plaatsvindt op vrijdag 20 juni 2025 om 14.30 uur in Flanders Expo, Maaltekouter 1, 9051 Gent.

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de uitnodiging, de agendapunten te overlopen en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze materie te agenderen op de gemeenteraadszitting van 12 juni 2025.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda met volgende punten:

 

  1. Wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
  2. Stand van zaken van bijlage 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
  3. Verslag van de Raad van Bestuur over het boekjaar 2024
  4. Verslagen van de commissaris
    1. Goedkeuring van de maatschappelijke jaarrekening over het boekjaar 2024 afgesloten per 31 december 2024
    2. Goedkeuring van de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 2024 afgesloten per 31 december 2024
  5. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris
  6. Aanstelling commissaris
  7. Actualisering presentievergoeding
  8. Statutaire benoemingen

 Varia

 

In de gemeenteraadszitting van 30 januari 2025 werd de heer Yves Vande Wiele aangesteld als effectief vertegenwoordiger en mevrouw Tine Willaert als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van Farys ov.

 

De financieel beheerder heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt op de agenda van de gemeenteraad van 12 juni 2025 te plaatsen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.17. FLUVIUS WEST - algemene vergadering van 26 juni 2025 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Fluvius West nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van de algemene vergadering, tevens jaarvergadering, die plaatsvindt op donderdag 26 juni 2025 om 18.00 uur in Feestzaal Maelstede, Brugsesteenweg 455 te 8520 Kuurne.

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de uitnodiging, de agendapunten te overlopen en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze materie te agenderen op de gemeenteraadszitting van 12 juni 2025.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda als volgt:

 

  1. a) Kennisneming verslagen van de Raad van Bestuur en van de commissaris van Fluvius West (voorheen Gaselwest) over het boekjaar 2024.

  b) Kennisneming verslagen van de Raad van Bestuur en van de commissaris van het voormalige Fluvius West over het boekjaar 2024.

 

  1. a) Goedkeuring van de jaarrekening van Gaselwest afgesloten op 31 december 2024 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).

 

b) Goedkeuring van de jaarrekening van fluvius West afgesloten op 31 december 2024 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).

 

  1. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgende WVV.
  2. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de Regionale Bestuurscomités en de commissaris van Gaselwest en Fluvius West met betrekking tot het boekjaar 2024.
  3. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
  4. Evaluatieverslag met betrekking tot de werking van de opdrachthoudende verenigingen Gaselwest en het voormalige Fluvius West tijdens de vorige 6 jaar en het ondernemingsplan Fluvius West 2025-2030.
  5. Statutaire benoemingen.
  6. Benoeming van een commissaris.
  7. Statutaire mededelingen.

 

In de gemeenteraadszitting van 30 januari 2025 werd de heer Jo Tijtgat aangesteld als effectief vertegenwoordiger en de heer Louis Haerinck als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van Fluvius West.

 

De financieel beheerder heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt op de agenda van gemeenteraad van 12 juni 2025 te plaatsen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.18. Receptionele aangelegenheden - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.19. Hulp bij invullen belastingaangifte - samenwerkingsovereenkomst - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht om de samenwerkings- overeenkomst tussen de FOD Financiën en de steden en gemeenten in het kader van hulp bij het invullen van belastingaangiften, voor zowel de zitdagen als de uitwisseling van informatie, goed te keuren.

 

Motivering

 

In zitting van 2 april 2025 besliste het college van burgemeester en schepenen om in 2025 te kiezen voor volgende samenwerkingsvormen met de FOD Financiën, in het kader van het verlenen van hulp aan de burgers, bij het invullen van hun aangifte in de personenbelasting:

        de online selfservice;

        gebruik van online platform;

        een zitdag in het Sociaal Huis, ten behoeve van het OCMW-cliënteel.

 

Hiervoor stelde de FOD Financiën een samenwerkingsovereenkomst op.Deze samenwerkingsovereenkomst is terug te vinden in bijlage.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen keurt de samenwerkingsovereenkomst  tussen de FOD Financiën en de steden en gemeenten in het kader van hulp bij het invullen van belastingaangiften, voor zowel de zitdagen als de uitwisseling van informatie, goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.20. Afsprakennota communicatie - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de afsprakennota voor communicatie goed te keuren.

 

Motivering

 

Wanneer we binnen de organisatie over communicatie en de werking ervan spreken, is het belangrijk om te bepalen wat kan, wat mag, wat moet en ook wat niet kan. Iedereen heeft een eigen idee over de accenten in en de aanpak van communicatie en dat kan wel eens voor onenigheid zorgen. Finaal is de doelstelling hetzelfde: goed communiceren.

 

In deze afsprakennota worden enkele basisafspraken vastgelegd, en tegelijk valkuilen en werkpunten benoemd. Het is een overzicht en tegelijk een handleiding om frequent naar terug te grijpen zodat alle communicatie consistent, kwaliteitsvol en effectief is en blijft.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de afsprakennota communicatie, zoals toegevoegd in bijlage, goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.21. Statistische sectoren - voorstel tot aanpassing afbakeningen en benamingen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het voorstel tot aanpassing van de afbakeningen en benamingen van de statistische sectoren goed te keuren.

 

Motivering

 

Steden en gemeenten krijgen van Statbel de mogelijkheid om de statistische sectoren, die o.a. gebruikt worden op https://provincies.incijfers.be/, een nieuwe afbakening en/of benaming te geven. De provincie fungeert hierbij als tussenpersoon. De huidige statistische sectoren dateren namelijk al van 1970 waardoor de afbakeningen ondertussen verouderd zijn en geen logisch geheel meer vormen t.o.v. de gewijzigde situatie op het terrein.

 

Hierbij geldt als voorwaarde: wanneer de contour van een sector aangepast wordt, moet deze een nieuwe naam krijgen. Dus hergebruik van de huidige naam is hierbij niet toegestaan, behalve wanneer het om loutere grenscorrecties gaat die geen invloed hebben op de bevolkingsaantallen (dan mag de huidige naam wel behouden blijven).

 

In het voorstel hebben we de afbakeningen van de nieuwe sectoren afgestemd op de woontypegebieden uit de woonkaart (zie kaart in bijlage):

        verstedelijkte kern (blauw)

        stedelijke wijk (roze)

        landelijke cluster (donkergroen)

        open ruimte (lichtgroen)

 

Men is gegaan van 16 naar 24 sectoren, met het idee dat statistische cijfers van kleinere gebieden altijd samengevoegd kunnen worden om tot een groter geheel te komen, terwijl dit in de omgekeerde richting niet kan. Volgens de GDPR mag het bevolkingsaantal per sector echter niet minder dan 5 zijn. De provincie heeft de bevolkingsaantallen in de nieuwe sectoren afgetoetst en bevestigd dat deze groot genoeg zijn (zie tabel in bijlage).

 

Wat betreft de naamgeving werd voor een aantal sectoren, bij gebrek aan een goed alternatief, de huidige naam lichtjes gewijzigd door enkele letters weg te laten (bijv. Bloemenwijk > Bloemwijk, Brandemolen > Brandmolen) of een achtervoegsel veranderd in een voorvoegsel (bijv. Deerlijk-centrum > Centrum Deerlijk, Sint-Lodewijk-kern > Kern Sint-Lodewijk). Voor de overige sectoren heeft men geprobeerd een nieuwe naam te geven die verwijst naar een kenmerkende locatie binnen dat gebied (bijv. Wijmelbroek, Bonte Os) of naar een grote straat die het gebied doorkruist (bijv. Klijt, Tapuit). Er zijn ook enkele sectoren waarvan de contour niet gewijzigd werd, maar die toch een nieuwe duidelijkere naam werd gegeven (bijv. Deerlijk-verspreide bewoning > Boshoek). Van een aantal ongewijzigde sectoren werd de naam wel behouden (bijv. Ter Donkt, Industriezone).

 

De namen van de huidige statistische sectoren (dat zijn er 16) zijn als volgt:

        BELGIEK – KERN

        BLOEMENWIJK

        BRAAMAKKER

        BRANDEMOLEN

        DE PRINS

        DEERLIJK-CENTRUM

        DEERLIJK-VERSPREIDE BEWONING

        GAVER – MOLENHOEK

        INDUSTRIEZONE

        KN0KBOS

        KOEVOET

        LISBONNA

        SINT-LODEWIJK-KERN

        SNEPHOEK

        STATIONSWIJK

        TER DONKT

 

De namen van de nieuwe statistische sectoren in het voorstel (dat zijn er 24) zijn als volgt:

        BELGIEK

        BISTIERLAND

        BLOEMWIJK

        BONTE OS

        BOSHOEK

        BRAAMAKKERWIJK

        BRANDMOLEN

        CENTRUM DEERLIJK

        DE CASSINA

        GAVER

        GUIDO GEZELLE

        HEERLIJKHEID

        INDUSTRIEZONE

        KERN SINT-LODEWIJK

        KLEINE GAVERS

        KLIJT

        KONINGSWIJK

        MOLENHOEK

        STATIONSWIJK

        TAPUIT

        TER DONKT

        TROMPE

        VOGELWIJK

        WIJMELBROEK

 

In bijlage zit ter verduidelijking ook nog:

        een kaart met de huidige sectoren en benamingen;

        een kaart met het voorstel tot aanpassing van de sectoren en hun nieuwe benamingen;

        een vergelijkingskaart met de afbakeningen van de huidige sectoren (rood) en de nieuwe sectoren in het voorstel (geel), met daarbij ook de nieuwe benamingen.

Bij alle drie de kaarten ligt er op de luchtfoto een overlay met de woontypegebieden uit de woonkaart.

 

Het voorstel werd in zijn totaliteit al eens nagekeken door de provincie en goed bevonden.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het voorstel tot aanpassing van de afbakeningen en benamingen van de statistische sectoren goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.22. Bloklocaties zomer 2025 - periode 12 mei tot 27 juni 2025 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de bloklocaties voor de zomer 2025.

 

Motivering

 

Tijdens de verschillende blokperiodes zetten jongeren zich letterlijk samen om te studeren. Vanuit de jeugdbewegingen wordt dit vaak vanuit eigen initiatief georganiseerd in de eigen jeugdlokalen. Als gemeente willen we evenwel werk blijven maken van een rustige studeerplek voor elke, ook niet-georganiseerde Deerlijkse jongere.

 

De blokperiode wordt als volgt afgebakend: vanaf 12 mei tot en met 27 juni 2025.

 

De locaties die ter beschikking worden gesteld zijn de volgende:

 

        De jeugddienst (Vercruysse de Solartstraat  26, 8540 Deerlijk)

 

Studenten zijn op de jeugddienst welkom, deze locatie is vrij te betreden via het sleutelkluisje aan de ingang van de jeugddienst. Code tot het sleutelkluisje wordt intern gedeeld via de Facebookgroep Studeren@Deerlijk. De jeugddienst voorziet 8 beschikbare plaatsen voor de studenten.

 

        De bibliotheek (Hoogstraat 124, 8540 Deerlijk)

 

Studenten zijn in de bibliotheek welkom tijdens de openingsuren van de bibliotheek. Deze openingsuren worden nog gecommuniceerd via de Facebookgroep Studeren@Deerlijk. De bibliotheek heeft 16 zitplaatsen die vrij te gebruiken zijn om te studeren.

 

        WZC De Gavermeersen (Dammeke 3, 8540 Deerlijk)

 

Studenten zijn in het WZC De Gavermeersen dagelijks welkom van 08.30 uur -17.00 uur, in het tweede deel van de cafetaria, met uitzondering van volgende data:

        23/05 in de namiddag

        28/05 in de namiddag

        05/06 vanaf 11.00 uur

        06/06 in de namiddag

        13/06 in de namiddag

        25/06 in de namiddag

 

De studenten worden ook op de hoogte gesteld dat er een algemene middagpauze is tussen 12.00 uur en 13.15 voor het personeel.

 

Er zullen een tiental beschikbare zitplaatsen voorzien worden met kans op groei naar aantal beschikbare zitplaatsen toe, afhankelijk van de vraag vanuit de studenten.

De studenten hebben de mogelijkheid om een warme maaltijd te reserveren in het WZC.

 

Vanuit de jeugddienst zullen er verlengkabels en verdeelstekkers worden voorzien.

 

De jeugddienst zal op bepaalde tijdstippen langsgaan op de verschillende bloklocaties, in het kader van mentaal welbevinden.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

150 euro

Actie

jeugdwelzijn

Jaarbudgetrekening

2025/GBB/0750-00/61310004/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

Visum

geen visum

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de bloklocaties voor de zomer 2025.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.23. Jeugdraad - verslag van 2 maart 2025 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De jeugdraad hield een vergadering op 2 maart 2025.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd in een volgende zitting van 6 april 2025.

 

De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.24. Premie kadervorming - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.25. Cultuur - cultuurvoorstelling Terug naar de Golden Sixties - 28 maart 2025 - uitbetaling barvrijwilligers - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.26. Feestelijkheden - Scouts Deerlijk - JIN BBQ - 28 juni 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Op 14 maart 2025 werd een aanvraag ingediend door Scouts & Gidsen Deerlijk voor volgend evenement:

 

Naam evenement

JIN BBQ

Organisator

Scouts & Gidsen Deerlijk

Datum

Zaterdag 28 juni 2025

Plaats

Gaverdomein, Vercruysse de Solartstraat 28

 

Motivering

 

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

 

        aanvraag machtiging voor het verstrekken van sterke drank

 

Het is verboden sterke dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse in occasionele drankgelegenheden waar openbare manifestaties plaatsvinden, tenzij het college van burgemeester en schepenen hiervoor een speciale machtiging verleent.

 

        aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

 

Contactpersoon

Naam

Scouts & Gidsen Deerlijk

 

Adres

Vercruysse de Solartstraat 28

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Activiteit

Benaming activiteit

JIN BBQ

Locatie

Gebouw

 

 

Tent

 

 

Open lucht

X

Adres

Naam gebouw

Scoutslokaal

 

Adres

Vercruysse de Solartstraat 28

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

90 dB(A) - achtergrondmuziek

 

Maximaal geluidsniveau

>85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

 

Duur

 

Begin

Zaterdag 28 juni 2025 om 10.30 uur

Einde

Zondag 29 juni 2025 om 04.00 uur

 

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

 

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

 

Indien een organisator voor diens evenement een einduur vooropstelt dat vroeger valt dan het maximale einduur én buiten het afbouwscenario valt, is het afbouwscenario niet van toepassing, met dien verstande dat op het door de organisator vooropgestelde einduur alle geluidsactiviteit wordt stopgezet.

 

Op zaterdag 28 juni 2025 vindt de JIN BBQ van Scouts & Gidsen Deerlijk plaats in het Gaverdomein, waarbij het buitengedeelte van de muziekactiviteit eindigt om 22.00 uur en daarna binnen (afgesloten ruimte), onder de geldende normen, wordt verdergezet tot zondag 29 juni 2025 om 04.00 uur.

 

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

 

        aanvraag politionele medewerking

 

Er worden geen verkeerstechnische maatregelen gevraagd.

 

PZ Gavers vraagt de organisatoren de buurtbewoners te verwittigen van het evenement door een briefje in de bus te stoppen.

 

        aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

 

Scouts & Gidsen Deerlijk wensen hun jaarlijkse JIN BBQ te organiseren op zaterdag 28 juni 2025 en vragen toelating voor de inname van het Gaverdomein, ter hoogte van de scoutslokalen en de vuurput.

 

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

 

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

 

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

 

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Machtiging voor het verstrekken van sterke drank

        Art. 9, Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank

        Toelating geluidsactiviteit

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, verder aangeduid als Vlarem II, waaronder, en zonder zich hiertoe te willen beperken, art. 6.7.3.

        De algemene gemeentelijke politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, meer specifiek en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 37, 38 en 47

        Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 maart 2024

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen verleent een speciale machtiging voor de verkoop van sterke drank tijdens dit evenement.

 

Artikel 3

 

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

 

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

        Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden.

Als het maximaal geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan.

Bij het meten van het geluidsniveau worden zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht.

        Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats.

        Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon.

        De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten.

 

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Duur

 

Begin

Zaterdag 28 juni 2025 om 10.30 uur

Einde

Zondag 29 juni 2025 om 04.00 uur

 

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

        Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

        De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

        De inrichters houden zich aan het bovengenoemde einduur om de muziek volledig stop te zetten:

        zaterdag 28 juni 2025 om 22.00 uur (buitengedeelte van de muziekactiviteit);

        zondag 29 juni 2025 om 04.00 uur.

        De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

 

Artikel 4

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op zaterdag 28 juni 2025.

 

Artikel 5

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.27. Feestelijkheden - vrijetijdsdiensten en jeugdraad - Café Congé - 10 en 17 juli 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Op 13 februari 2024 werd een aanvraag ingediend door de vrijetijdsdiensten voor volgend evenement:

 

Naam evenement

Café Congé 2025

Organisator

Vrijetijdsdiensten i.s.m. jeugdraad

Datum

Donderdag 10 juli 2025

Donderdag 17 juli 2025

Plaats

Parking Neunkirchenplein, Hoogstraat 122

 

Motivering

 

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

 

        aanvraag gebruik van de gemeentelijke roosters voor het ophangen van publiciteitsborden

 

Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters. De aanvraag dient gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen.

 

        aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

 

Contactpersoon

Naam

Dienst vrije tijd Deerlijk

 

Adres

Harelbekestraat 27

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Activiteit

Benaming activiteit

Café Congé 2025

Locatie

Gebouw

 

 

Tent

 

 

Open lucht

X

Adres

Naam gebouw

 

 

Adres

Hoogstraat 122

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

95 dB DJ- muziek

 

Maximaal geluidsniveau

>85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

 

Duur

 

Begin

Donderdag 10 juli 2025 om 17.30 uur

Donderdag 17 juli 2025 om 17.30 uur

Einde

Donderdag10 juli 2025 om 24.00 uur

Vrijdag 18 juli 2025 om 01.30 uur

 

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving. Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

 

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen conform de toepassing van het sluitingsuur, gekoppeld aan een afbouwscenario voor outdoor evenementen.

 

Indien een organisator voor diens evenement een einduur vooropstelt dat vroeger valt dan het maximale einduur én buiten het afbouwscenario valt, is het afbouwscenario niet van toepassing, met dien verstande dat op het door de organisator vooropgestelde einduur alle geluidsactiviteit wordt stopgezet.

 

De organisatoren verkiezen om op beide avonden een afbouwscenario toe te passen, als volgt:

 

 

Einduur:

Afbouwscenario geluidsnormen:

Donderdagavond
10 juli 2025

 

24.00 uur

        Max 95 dB(A) LAeq 15min, gemiddeld geluidsniveau tot 23.30 uur

        Max 85 dB(A) LAeq 15min, gemiddeld geluidsniveau tot 24.00 uur

Donderdagavond
17 juli 2025

01.30 uur

        Max 95 dB(A) LAeq 15min, gemiddeld geluidsniveau tot 01.00 uur

        Max 85 dB(A) LAeq 15min, gemiddeld geluidsniveau tot 01.30 uur

 

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

 

        aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

 

De vrijetijdsdiensten en de jeugdraad wensen Café Congé te organiseren op donderdag 10 en 17 juli 2025 en vragen toelating voor de inname van het Neunkirchenplein, met uitzondering van de parkeerplaats voor de deelwagen alsook de parkeerstrook ambulante zone.

 

        aanvraag politionele medewerking

 

De vrijetijdsdiensten vragen een parkeerverbod op volgende plaatsen:

        parking Neunkirchenplein (vooraan, met uitzondering van parkeerplaats deelwagen en strook ambulante handel): op donderdag 10 en 17 juli 2025 van 17.00 uur tot en met 24.00 uur;

        parkeerstrook op Neunkirchenplein langsheen OC d'Iefte van woensdag 9 juli 2025 om 12.30 uur tot en met vrijdag 18 juli 2025 om 12.30 uur;

        parking Neunkirchenplein (middenplein):

        van woensdag 9 juli 2025 om 12.30 uur tot en met vrijdag 11 juli 2025 om 12.30 uur;

        van woensdag 16 juli 2025 om 12.30 uur tot en met vrijdag 18 juli 2025 om 12.30 uur;

        parkeerstrook Neunkirchenplein (achteraan), richting de appartementsblokken, "voorbehouden voor artiesten" op donderdag 10 en 17 juli 2025 van 17.00 uur tot en met 24.00 uur.

 

PZ Gavers verleende op 20 maart 2025 positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met unieke nummers 2507768 en 2507783.

 

        aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

 

De vrijetijdsdiensten in samenwerking met de jeugdraad wensen Café Congé te organiseren op donderdag 10 en 17 juli 2025 en vragen toelating voor de inname van het Neunkirchenplein, met uitzondering van de parkeerplaats voor de deelwagen en de parkeerstrook ambulante handel.

 

2. De evenementen-veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:

 

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

 

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

 

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Gebruik van de gemeentelijke roosters voor het ophangen van publiciteitsborden

        Art. 221-224 Algemene politieverordening

 

        Toelating geluidsactiviteit

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, verder aangeduid als Vlarem II, waaronder, en zonder zich hiertoe te willen beperken, art. 6.7.3.

        De algemene gemeentelijke politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, meer specifiek en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 37, 38 en 47

        Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 maart 2024

 

        Plaatsing verkeerssignalisatie

        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen staat toe dat de gemeentelijke roosters worden gebruikt voor het ophangen van publiciteitsborden in het kader van dit evenement.

 

Voor de praktische afhandeling (ophalen en terugbrengen borden) dient contact opgenomen te worden met het vrijetijdspunt op het telefoonnummer 056 71 89 81 of via mail aan vrijetijd@deerlijk.be.

 

Artikel 3

 

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

 

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau:

 

Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

        Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden.

Als het maximaal geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan.

Bij het meten van het geluidsniveau worden zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht.

        Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats.

        Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon.

        De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten.

 

Voorwaarden met betrekking tot duur van de muziekactiviteit:

 

Duur

 

Begin

Donderdag 10 juli 2025 om 17.30 uur

Donderdag 17 juli 2025 om 17.30 uur

Einde

Donderdag 10 juli 2025 om 24.00 uur

Vrijdag 18 juli 2025 om 01.30 uur

 

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

        Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

        De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

        De inrichters houden zich aan het vooropgestelde einduur waarop alle geluidsactiviteit wordt stopgezet: 

        op donderdag 10 juli 2025 om 24.00 uur;

        op vrijdag 18 juli 2025 om 1.30 uur.

 

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

 

Artikel 4

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein: het Neunkirchenplein (met uitzondering van de parkeerplaats voor de deelwagen en de parkeerstrook ambulante handel).

 

Artikel 5

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

 

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

 

Artikel 6

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.28. Feestelijkheden - Baloise Ladies Tour - 20 juli 2025 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de wielerwedstrijd Baloise Ladies Tour, die plaatsvindt op zondag 20 juli 2025, goed te keuren.

 

Motivering

 

Op zondag 20 juli 2025 vindt de (doortocht van) de wielerwedstrijd Baloise Ladies Tour plaats op het grondgebied van de gemeente Deerlijk.

 

De burgemeester heeft op 3 april 2025 de Baloise Ladies Tour vergund.

 

Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht. In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.

 

De dienst openbare werken deelt mee op 26 maart 2025 dat er geen werken gepland zijn langs het parcours op voormelde datum.

 

PZ Gavers verleende op 31 maart 2025 een positief advies op en maakte een tijdelijk politiereglement op het verkeer op en heeft de nodige verkeersmaatregelen conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2544833.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)

        Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen

        Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen

        Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit op zondag 20 juli 2025, tussen 12.00 uur en 17.30 uur, in de Heestertse steenweg en Otegemse steenweg, enkel verkeer toe te laten in de richting van de renners.

 

In de andere richting zijn enkel voetgangers en personen die een fiets of bromfiets aan de hand leiden toegelaten, voor zover zij het trottoir gebruiken.

 

Artikel 2

 

Het stilstaan en parkeren is op 20 juli 2025 tussen 12:00 uur en 18:00 uur verboden langs 1kant van de openbare weg,in de in artikel 1 opgesomde straten.

 

Artikel 3

 

Er wordt geen verkeer omgelegd.

 

Artikel 4

 

Alle nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.

 

Artikel 5

 

De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.

 

Artikel 6

 

Overtredingen op onderhavig besluit worden beteugeld met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.

 

Artikel 7

 

Afschrift van dit besluit wordt aan de bevoegde overheden overgemaakt.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.29. Vrijwilligersvergoedingen BOA-activiteit - Spelnamiddag De Beuk - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.30. Voormalige brouwerswoning - opmaak EPC en asbestattest - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen voor het opmaken van een EPC- en asbestattest in functie van de verkoop van de voormalige brouwerswoning via een bureau aangesteld door Leiedal.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 15 januari 2025 de afsprakennota 2024-75 Deerlijk: Projectregie "Voormalige brouwerswoning" goed.

 

Op het overleg met Leiedal van 20 maart 2025 werd afgesproken dat Leiedal een bureau zou aanstellen voor het opmaken van EPC- en asbestattest.

 

Leiedal vroeg hiervoor een offerte aan bij een vertrouwd bureau, zijnde Focus Adviesbureau bvba, Gistelsesteenweg 262, 8400 Oostende. De kost bedraag 990,10 euro incl. btw.

 

In punt 8.1.3. van de afsprakennota 2024-75 is opgenomen dat bijkomende prestaties te leveren door derden enkel kunnen uitgevoerd worden na afroep door het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

990,10 euro incl. btw

Actie

overige beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0190-00/61310000

Visum

n.v.t.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit goedkeuring te verlenen om het EPC- en asbestattest voor de voormalige brouwerswoning te laten opmaken door BVBA Focus Adviesbureau, Gistelsesteenweg 262, 8400 Oostende - aangesteld door Leiedal - voor een bedrag van 990,10 euro incl. btw.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.31. OMV 2024_184 - Wijmelbeekstraat 21 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van een woning, op een perceel gelegen Wijmelbeekstraat 21 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 132 G, aangevraagd door Blazej Pudezynski - Elke Vandenabeele wonende Wijmelbeekstraat 21 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  26 maart 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Molenhoek, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 6 mei 2010.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het RUP Molenhoek is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften van het RUP.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

 

  1. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 april 1984 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een bestaand bijgebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 31 juli 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor het rooien van 5 hoogstammige bomen.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 1995 m² en is ontsloten via de Wijmelbeekstraat. Het perceel bevindt zich 2 km ten oosten van de kern van Deerlijk. De Wijmelbeekstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Langs deze weg staan woningen in open bebouwing. Het perceel is ontsloten via een toegang  op het perceel ten oosten van de aanvraag.

Het perceel is bebouwd met een eengezinswoning in open bebouwing. De woning bestaat uit één bouwlaag met een zadeldak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,29 m en de nokhoogte 8,40 m. De woning is 8,99 m breed en 14,11 m diep.

De woning grenst in het zuiden aan een agrarische omgeving en aan de andere zijden aan woonpercelen. De woning is ingeplant achterliggend aan de woningen ten noorden.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het project betreft de verbouwing en uitbreiding van een bestaande alleenstaande woning.

De bestaande bebouwing heeft een oppervlakte van 127 m² en bevindt zich op 2 m van de rechter perceelsgrens en op 14,08 m van de rooilijn. Ten opzicht van de andere perceelsgrenzen wordt een ruime afstand bewaard.

Het gedeelte vooraan de woning, dat 6,08 m breed en 6,09 m diep is, wordt afgebroken en vervangen door een uitbreiding. Deze uitbreiding bevindt zich op 3,45 m van de rechter kavelgrens en op 11,90 m van de rooilijn. De uitbreiding heeft een breedte van 6,10 m op een diepte van 8,30 m en wordt afgewerkt met een zadeldak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,51  m en de nokhoogte 7,10 m.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft rood-bruine gevelsteen met rode dakpannen en buitenschrijnwerk in zwart aluminium. De dorpels worden uitgevoerd in arduin.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkom, eetkamer, zithoek, eethoek en bureel.

Op het verdiep worden een nachthal, badkamer, speelruimte en 3 slaapkamers voorzien. De raam- en deuropeningen worden gewijzigd. Het bestaande hoofdvolume wordt afgewerkt in gevelsteen die gekaleid wordt.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 6 februari 2025 tot 7 maart 2025. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag wijkt af van de voorschriften van RUP Molenhoek. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Bouwdiepte hoofdvolume: maximum 12,0 m te meten vanaf de voorgevelbouwlijn

Een totale bouwdiepte van 16,31 m waarbij het hoofdvolume een diepte heeft van 7,81 m maar ingeplant is op 8,30 m vanaf de nieuwe voorgevelbouwlijn.

 

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP Molenhoek gezien het een eengezinswoning in vrijstaande bebouwing betreft, de verticale delen minder zijn dan 6,5 m hoog, de totale hoogte minder bedraagt dan 12 m, de afstand tot de achterkavelgrens meer bedraagt dan 8 m, er 2 bouwlagen zijn en de dakhelling 45° bedraagt.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de bouwdiepte zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking van de bouwdiepte van 12 m naar 16,31 m is te motiveren aangezien deze afwijking beperkt is. Deze afwijking komt voornamelijk voort uit het feit dat de woning atypisch georiënteerd is. De aangevraagde woning is beperkt in oppervlakte en de oppervlakte van de tuin is voldoende groot. De afmeting na de bouwwerken zijn in lijn met de woningen uit de omgeving. Het nieuwe volume bestaat niet uit 2 bouwlagen zodat de hoogte merkelijk lager is dan de  maximaal toegelaten hoogte. Er werden ook geen bezwaren geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek zodat ook de aanpalenden hiervan geen hinder zullen ondervinden.

 

7.2 Wegenis

De woning ontsluit via een private oprit naar de Wijmelbeekstraat. In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Wijmelbeekstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (< 0,1 ha).

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.  Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

 

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. De dakoppervlakte watert af naar een hemelwaterput. De hemelwaterput heeft een overloop naar een  infiltratievoorziening met een volume van 1680 liter en een referentieoppervlakte van 4,1 m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor toiletten, wasmachine, dienstkraantje buiten (onderhoud tuin). Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens. De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing en uitbreiding van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze woonomgeving.

Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De woning komt dichter bij de rooilijn te staan. Gezien de ruimtelijke context is deze inplanting aanvaardbaar.

De nieuwe aanbouw vervangt een bestaande aanbouw en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

 

Bouwvolume en gabarit:

Het gabarit van de woning wijzigt voor wat de aanbouw betreft. Het nieuwe gabarit is nog steeds beperkt ten opzichte van het bestaande hoofdvolume en sluit aan bij dit hoofdvolume. Dit maakt het geheel inpasbaar in de omgeving.

De bestaande aanbouw vooraan de woning wordt vervangen door een nieuwe, ruimere aanbouw. De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op die manier tot op 16,31 m gebracht, hetgeen zeker aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. Het perceel is immers eerder diep, en een dergelijke gelijkvloerse bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe. Bovendien is de bestaande woning reeds op deze manier georiënteerd.

Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwhoogte is aanvaardbaar, de muren op de perceelsgrens veranderen niet en er is een voldoende afstand tot de perceelsgrenzen gevrijwaard. Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving. 

 

Verschijningsvorm:

De voorgevel wordt grotendeels herwerkt. Het bestaande gabarit wordt opgetrokken en er worden grotere ramen geplaatst. Gezien de ligging van de woning is er geen rechtstreekse impact op het straatbeeld.

De uitbreiding wordt voorzien in rood-bruine gevelsteen. Het bestaande hoofdvolume wordt afgewerkt in gevelsteen die gekaleid wordt. Deze afwerking is inpasbaar binnen de woonomgeving.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Aan de zijkant van de woning blijft het bestaande terras behouden. Dit terras watert af in de tuin.  De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. 

De woning beschikt tevens over een kleine voortuin. De geplande verharding wordt voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt.

 

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Blazej Pudezynski - Elke Vandenabeele wonende Wijmelbeekstraat 21 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen en uitbreiden van een woning, op een perceel gelegen Wijmelbeekstraat 21 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 132 G.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.32. OMV 2024_190 - Oliebergstraat 124 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een woning na sloop van de bestaande woning en aanleggen van verhardingen, op een perceel gelegen Oliebergstraat 124 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 685 A aangevraagd door de heer Michiel Vanrobaeys en mevrouw Steffy Deleu wonende Oude Elstweg 7 te 8570 Anzegem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 27 maart 2025.

 

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

        Het pad lopend vanaf de straatzijde richting voordeur dient beperkt te blijven tot een maximale breedte van 1,50 m. Dit met uitzondering van de wachtzone ter hoogte van de dubbele voordeur (lichtgrijs ingekleurde verharding op inplantingsplan) waar een plaatselijk bredere uitvoering als aangevraagd, wordt toegelaten.

        De onverharde delen binnen de voortuinstrook dienen het eerstvolgend plantseizoen volgend op de voltooiing van de werken, met groen te worden ingericht, als zijnde gazon met bloemperken en/of heesters en/of hagen en/of bomen. Hetzij waarbij minstens 1/5de van de voortuinstrook dient te bestaan uit groenaanleg, andere dan louter gazon.

        De voorwaarden zoals omschreven binnen het advies van De Watergroep maken integraal deel uit van de omgevingsvergunning.

        De voorwaarden zoals omschreven binnen het advies van Wyre maken integraal deel uit van de omgevingsvergunning.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

1.1 Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied en agrarisch gebied, hetzij waarbij de stedenbouwkundige handelingen integraal gelegen zijn binnen het woongebied.

 

1.2 Ruimtelijk uitvoeringsplan

        De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015, maar kent geen uitwerking.

        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Sint-Lodewijk centrum’ binnen de ‘zone voor wonen met beperkte nevenfunctie’.

 

1.3 Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

1.4 Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

1.5 Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Sint-Lodewijk centrum’.

 

1.6 Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

        gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023;

        gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

 

  1. Historiek

 

2.1 Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 mei 1968 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning;

        stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 november 1988 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een houten garage.

 

2.2 Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

2.3 Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

Het perceel waarvoor de aanvraag geldt, bevindt zich in de westelijke rand van Sint-Lodewijk, een landelijk woonkorrel op ongeveer 4 kilometer ten zuiden van het centrum van Deerlijk, 3 kilometer ten oosten van de kern van Zwevegem en 1,50 kilometer ten oosten van het kanaal Bossuit-Kortrijk.

 

Het betreft een perceel langs de Oliebergstraat, een gemeenteweg die van de Pladijsstraat tot de Kapelstraat loopt. De gemeenteweg is een verharde asfaltweg met langs beide zijden een voetpad, althans ter hoogte van de aanvraag. De Oliebergstraat en de omliggende straten die hierop aansluiten, worden ook wel de Oliebergwijk genoemd. De wijk wordt voornamelijk gekarakteriseerd door woningen, hoewel er ook enkele voorzieningen aanwezig zijn, zoals handelszaken, een supermarkt, dienstverlenende bedrijven, vrije beroepers en sportinfrastructuur in de vorm van een voetbalveld en tennisvelden. De bebouwing in de wijk is overwegend traditioneel, met eengezinswoningen van één of twee bouwlagen met hellende daken. In de Oliebergwijk komen zowel gesloten, halfopen als vrijstaande woningen voor.

 

De straat zelf heeft een gemengd bebouwingsbeeld, met in de directe omgeving van het perceel voornamelijk vrijstaande en in ondergeschikte mate halfopen woningen. Aan de noordwestzijde van het perceel bevindt zich een vrijstaande woning, eveneens bestaande uit twee bouwlagen met een hellend dak. Aan de zuidoostzijde ligt ook een vrijstaande woning, met een gelijkaardige bouwvorm, eveneens met twee bouwlagen en een hellend dak.

 

Het perceel waarvoor de aanvraag geldt, heeft een breedte van 25,58 m aan de straatzijde en 13,57 m langs de achterzijde. Het terrein kent een dalend verloop richting de achterzijde en heeft een gemiddelde diepte van 61,50 m. Het perceel is momenteel bebouwd met een vrijstaande  eengezinswoning (type bungalow) en een achterliggend bijgebouw.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag voorziet in de sloop van de bestaande bebouwing op het perceel en de oprichting van een nieuwe woning, inclusief aanleg van verhardingen. Het betreft een landelijke woning met twee bouwlagen en zadeldak, bestaande uit een geschakeld volume waarvan de rechterzijde ietwat wordt teruggetrokken ten opzichte van de voorbouwlijn. Langs de achterzijde wordt een retour voorzien uit een bouwlaag met een zadeldak. Er worden langs de achterzijde twee dakkapellen aangebracht.

 

Er wordt een kelderverdieping voorzien die toegankelijk is via een neerwaartse oprit. De woning heeft een hoofddak met een kroonlijsthoogte van ca. 6,35 m en een nokhoogte van ca. 10,57 m. Het totale bouwvolume bedraagt 1105 m³ en de bouwoppervlakte is 145,36 m². Het vloerpeil van de kelder ligt op -3,10 m.

 

Er worden geen bomen geveld voor de bouw van de woning. In de voortuin wordt een loodrecht pad aangelegd dat richting de voordeur en garage leidt. Gealigneerd op de zijgevels wordt achter de woning een terras van veertig vierkante meter aangelegd, dat steunt op de kelderverdieping.

 

De gevels worden uitgevoerd in rood-oranje genuanceerde parement. Het houten schrijnwerk wordt in zwart gekleurd hout uitgevoerd, behoudens de naturel te behouden eiken voordeur. Het dak wordt volledig afgewerkt met blauw gesmoorde, golvende kleidakpannen.

 

De kelderverdieping bevat een berging, een garage, een doucheruimte en is toegankelijk via een lift, die doorloopt van de kelder tot de eerste verdieping. De gelijkvloerse verdieping bestaat uit een bureau, een vestiaire, een toilet, een inkom, een wasplaats en een keuken met een open leefruimte. De eerste verdieping omvat drie slaapkamers, waarvan één met aanhorige dressing, een toilet en een badkamer. De zolderverdieping wordt niet ingericht met bijkomende leef- of slaapvertrekken.

 

Bij de woning wordt een hemelwaterput van 25.000 L voorzien waarvan de overloop richting infiltratievoorziening wordt geleid. Het hemelwater wordt gebruikt voor buitenkranen, de wasmachine, de uitgietbak, het spoelen van de toiletten, het reinigen van de gebouwen en het besproeien van de tuin.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

Fluvius werd om advies verzocht op 17 februari 2025. De adviesinstantie deelde op 18 februari 2025 mee, geen advies te zullen verlenen.

 

Proximus werd om advies verzocht op 17 februari 2025. De adviesinstantie deelde op 12 maart 2025 mee, geen bezwaar te hebben tegen de aanvraag.

 

De Watergroep werd om advies verzocht op 17 februari 2025. De adviesinstantie bracht op 18 februari 2025 een voorwaardelijk gedeeltelijk gunstig advies uit.

 

Wyre werd om advies verzocht op 17 februari 2025. De adviesinstantie bracht op 17 februari 2025 een gunstig advies uit.

 

  1. Project-MER of OVR

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag voldoet aan de voorschriften van het RUP Sint-Lodewijk. De voorgestelde vrijstaande eengezinswoning past binnen de bestemming van de zone, die voorbehouden is voor residentieel wonen. Er worden geen nevenfuncties toegevoegd en er is geen sprake van activiteiten die abnormale hinder veroorzaken, wat volledig in lijn is met de voorschriften als ingeschreven in artikel 5.1. en 5.2..

 

Wat betreft de woonvorm en typologie voldoet het ontwerp aan de eisen van het RUP. De gekozen vrijstaande woning sluit aan bij de toegestane bebouwingstypologie. De inplanting van de woning respecteert de voorschriften, waarbij de woning goed gepositioneerd is ten opzichte van de rooilijn en de omliggende woningen. De achtertuin is ruimer dan de ingeschreven 8 m. Het bouwvolume, het aantal bouwlagen en de dakhelling voldoen aan de gestelde limieten. Met betrekking tot de parkeervoorzieningen voldoet de aanvraag ook aan de eisen van het RUP, die een minimum van twee parkeerplaatsen per perceel vereisen. De aanvraag voldoet in die zin aan de voorschriften als ingeschreven binnen artikelen 5.4., 5.7., 5.8., 5.9.

 

De resterende artikelen kennen geen uitwerking ten aanzien van de voorliggende aanvraag. Samenvattend voldoet de aanvraag aan de geldende planologische voorschriften van het RUP Sint-Lodewijk.

 

7.2 Decretale beoordelingselementen

Voldoende uitgeruste weg (Artikel 4.3.5., VCRO)

Overeenkomstig artikel 4.3.5., §4, VCRO kennen de bepaling als omschreven binnen artikel 4.3.5., §1 geen uitwerking wanneer sprake is van het herbouwen van een woning. Niettegenstaande wordt vooralsnog meegedeeld dat de aanvraag gelegen is aan een weg die met duurzame materialen is verhard en voorzien is van een elektriciteitsnet. Tevens voldoet hij aan de uitrustingsvoorwaarden die worden vereist door de plaatselijke toestand, waaronder de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

 

Bedrijfswoningen (Artikel 4.3.6., VCRO)

De aanvraag voorziet niet de oprichting van een bedrijfswoning waardoor de bepalingen van artikel 4.3.6 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening niet van toepassing zijn.

 

Toegankelijkheid (Artikel 4.3.7., VCRO)

Artikel 4.3.7. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de stedenbouwkundige vergunning voor de handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, niet wordt verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regelen betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen. Uit nazicht van het onderwerp blijkt het gevraagde buiten het toepassingsgebied te vallen zoals omschreven in hoofdstuk 2 van de gewestelijk stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

 

Rooilijnen, reservatiestroken en achteruitbouwstroken (Artikel 4.3.8., VCRO)

Het perceel noch de constructie wordt getroffen door een rooilijn, achteruitbouwstrook of reservatiestrook.

 

Rioleringstoets (Artikel 4.3.9., VCRO)

Het decretaal beoordelingselement is slechts van toepassing voor aanvragen ingediend na 31 december 2024. Bijgevolg kent artikel 4.3.9., VCRO geen uitwerking.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.


Het bijhorende uitvoeringsbesluit met nadere regels voor de toepassing van de toets geldt sinds 1 november 2016. Volgens artikel 3 van dit besluit is het advies van de watertoets gunstig indien blijkt dat er geen schadelijk effect te verwachten valt.


Volgens de door de Vlaamse overheid ter beschikkende gestelde watertoetskaarten (www.watertoets.be) is de aanvraag buiten enig overstromingsgevoelig gebied gelegen (hetzij pluviaal, fluviaal of vanuit zee). Gelet op deze ligging mag er vanuit gegaan worden dat er voor de aanvraag geen schadelijke effecten te verwachten zijn zoals bedoeld binnen artikel 1.1.3., §2, 18° van het decreet integraal waterbeleid. Derhalve noopt de aanvraag zich niet tot enig preventieve maatregel ten aanzien van de waterhuishouding. Desalniettemin geldt voorgaande slechts tot zover de aanvraag in overeenstemming is met de geldende gewestelijke verordening hemelwater.

Uit de plannen en het hemelwaterformulier blijkt dat voldaan wordt aan de plaatsing en minimale inhoud van de hemelwaterput, evenals infiltratievoorziening. Daarbij wordt het regenwater voorzien van een pompinstallatie in functie van maximaal hergebruik. Het gevraagde voldoet aan de bepalingen van de GSV Hemelwater.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag heeft geen betrekking op een project dat vermeld staat op de lijst binnen een van de bijlagen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 betreffende de nadere regels omtrent de project-MER-screening. De aanvraag is dan ook niet m.e.r.-screeningsplichtig.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Erfgoedtoets

De aanvraag heeft geen betrekking op een beschermd monument, beschermd dorpszicht, beschermd landschap en heeft geen betrekking op een relict opgenomen in één van de vastgestelde inventarissen van het onroerend erfgoed (landschapsatlas, archeologische zones, houtige beplanting met erfgoedwaarde, historische tuinen en parken, bouwkundig erfgoed).

 

Archeologienota

Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 verplicht de aanvrager van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden om in bepaalde gevallen een archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen. De mate waarin de aanvrager verplicht is een archeologienota wordt voor omgevingsvergunningsaanvragen met stedenbouwkundige handelingen, geregeld in artikel 5.4.1. van het Onroerenderfgoeddecreet. Gezien de aanvraag noch gedeeltelijk, noch geheel gelegen is binnen een beschermde of vastgestelde archeologische site of zone en het perceeloppervlak kleiner is dan 3000 vierkante meter, valt het gevraagde niet onder het toepassingsgebied.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

De aanvraag heeft geen betrekking op een project zoals omschreven in artikel 5.93 lid 1 van de Vlaamse Codex Wonen. Evenmin is er sprake van een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening of normerend RUP zoals omschreven in artikel 5.94, §2 en 5.95 van de Vlaamse Codex Wonen.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag betreft de sloop van de bestaande bebouwing en de oprichting van een nieuwe woning. Het betreft een woonfunctie in een landelijke, hoofdzakelijk tot het wonen bestemde omgeving. De aangevraagde woonst ligt in lijn met de omliggende bebouwing en de woningtypologie van de wijk, die voornamelijk bestaat uit eengezinswoningen van traditionele aard. Het opzet kan zodoende als functioneel inpasbaar worden beschouwd binnen deze omgeving.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van de nieuwe woning volgt de morfologische kenmerken binnen Oliebergstraat. Het respecteren van de plaatselijk voorkomende afstand tot de rooilijn en gebruikelijke schaal zorgt ervoor dat de nieuwe woning goed aansluit bij de bestaande woningen. De kleine verschuiving aan de rechterzijde zorgt voor een residentieel karakter en benadrukt, samen met de materialisatie, de dorpse schaal, wat de integratie van de woning in de wijk ten goede komt.

 

De inplanting volgt de geplogenheden binnen het gebied. Er resteert voldoende ruimte voor een ruime achtertuin, wat bijdraagt aan een aangename buitenruimte en woonbeleving. De interne indeling van de woning garandeert bovendien een kwalitatief gebruiksgenot, met een functionele indeling die naast voldoende bergmogelijkheden, een comfortabele en praktische leefomgeving biedt.

 

Bouwvolume en gabarit:

De woning heeft twee bouwlagen en een zadeldak, wat goed past binnen de lokale bouwtypologie van de wijk. De kroonlijsthoogte van ca. 6,35 m en de nokhoogte van ca. 10,57 m liggen binnen de gebruikelijke afmetingen voor een woning in een landelijke context.

 

Het volume van de woning is schaalmatig in verhouding tot de omliggende bebouwing, en de woning respecteert de morfologische kenmerken van het gebied en volgt de maat van de silhouetten van de bestaande woningen in de straat.

 

Verschijningsvorm:

De gevels van de woning worden uitgevoerd in rood-oranje genuanceerde parement. Het houten schrijnwerk wordt, behoudens voordeur, gezwart. Het dak wordt afgewerkt met blauw gesmoorde, golvende kleidakpannen. De duurzame, residentiële en kleinschalige materialen dragen bij aan een afstemming met de omringende bebouwing, wat zorgt voor een consistente uitstraling die past binnen de ruimtelijke structuur van de wijk.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De aanvraag voorziet in een garage op de kelderverdieping, die via een neerwaartse oprit bereikbaar is. Dit, samen met de oprit in de voortuinstrook, zorgt ervoor dat de parkeerbehoefte op eigen terrein wordt ingevuld, zonder dat er een beroep wordt gedaan op de openbare parkeerplaatsen. De toegang tot de oprit is voldoende ruim om de verkeersveiligheid te waarborgen en de doorgaande verkeersstromen niet te hinderen, tevens voldoende beperkt om geen conflictzone te laten ontstaan. Er is geen significante impact op de verkeersafwikkeling in de directe omgeving van het perceel.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Er worden geen bomen geveld voor de bouw van de woning, wat positief is voor het behoud van de groene omgeving. In de voortuin wordt een loodrecht pad aangelegd, dat de woning verbindt met de openbare ruimte. Dit pad wordt bij voorkeur beperkt tot maximale breedte 1,50 m breed om oneigenlijk gebruik te vermijden en de voortuin voorbehouden te houden voor louter noodzakelijke en functionele verhardingen. Achter de woning wordt een terras van veertig vierkante meter aangelegd, dat steunt op de kelderverdieping. Het terras kan als gebruikelijk worden beschouwd, hetzij zowel naar grootteorde als inplanting. Zodoende een groene inkleding van het perceel/de voortuinstrook te bekomen in functie van een visueel aantrekkelijk straatbeeld wordt groenaanleg in de voortuinstrook opgelegd. 

 

 

Conclusie:

De aanvraag voldoet aan de principes van een goede ruimtelijke ordening. De inplanting van de woning past goed in de bestaande structuur van de wijk, zonder deze te verstoren. Het bouwvolume en de verschijningsvorm zijn in overeenstemming met de omliggende bebouwing en dragen bij aan de integratie van de nieuwe woning in deze dorpse context. De parkeerbehoefte wordt op eigen terrein ingevuld, en de aanleg van groen- en omgevingsinfrastructuur is aanvaardbaar, hetzij mits inperking van de breedte van het pad richting voordeur. Er zijn geen negatieve effecten voor de omgeving, en de aanvraag voorziet in een duurzame afwatering via een hemelwaterput en infiltratievoorziening. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg mits voormelde bijzondere vergunningsvoorwaarde met betrekking tot het pad naar de voordeur.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

De adviezen worden bijgetreden en waar relevant en noodzakelijk als bijzondere vergunningsvoorwaarde opgelegd.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Michiel Vanrobaeys en mevrouw Steffy Deleu wonende Oude Elstweg 7 te 8570 Anzegem, voor het bouwen van een woning na sloop van de bestaande woning en aanleggen van verhardingen, op een perceel gelegen Oliebergstraat 124 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 685 A, mits te voldoen aan volgende voorwaarden:

        Het pad lopend vanaf de straatzijde richting voordeur dient beperkt te blijven tot een maximale breedte van 1,50 m. Dit met uitzondering van de wachtzone ter hoogte van de dubbele voordeur (lichtgrijs ingekleurde verharding op inplantingsplan) waar een plaatselijk bredere uitvoering als aangevraagd, wordt toegelaten.

        De onverharde delen binnen de voortuinstrook dienen het eerstvolgend plantseizoen volgend op de voltooiing van de werken, met groen te worden ingericht, als zijnde gazon met bloemperken en/of heesters en/of hagen en/of bomen. Hetzij waarbij minstens 1/5de van de voortuinstrook dient te bestaan uit groenaanleg, andere dan louter gazon.

        De voorwaarden zoals omschreven binnen het advies van De Watergroep maken integraal deel uit van de omgevingsvergunning.

        De voorwaarden zoals omschreven binnen het advies van Wyre maken integraal deel uit van de omgevingsvergunning.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.33. OMV 2025_31 - Wijmelbeekstraat 31 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van een woning, op een perceel gelegen Wijmelbeekstraat 31 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 130 L en (afd. 1) sectie B 130 H aangevraagd door mevrouw Carine Vanassche wonende Wijmelbeekstraat 33 te 8540 Deerlijk en mevrouw Dorine Vanassche wonende Wijmelbeekstraat 27 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 1 april 2025.

 

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

        De vrijgekomen gevel moet afgewerkt zijn in gevelmetselwerk in een rode tint binnen het jaar na de sloop van de bestaande woning.

        Het terrein dient afgesloten te worden van het openbaar domein met een levende haag (op 0,50 m van de rooilijn). De haag kan op één plaats onderbroken worden in functie van het nemen van een toegang tot het perceel met een breedte van maximaal 3 m.

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden. Er moet voldaan worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

1.1 Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

1.2 Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Molenhoek, goedgekeurd door de deputatie op 6 mei 2010 met als bestemming ‘zone voor residentieel wonen’.

 

1.3 Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

1.4 Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

1.5 Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

1.6 Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

1.7 Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

 

  1. Historiek

2.1 Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

2.2 Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

2.3 Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom bestaat uit 2 percelen van 858 m² en 180 m². Deze zijn gelegen langs de Wijmelbeekstraat op ongeveer 2 km ten oosten van de kern van Deerlijk. De Wijmelbeekstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij smalle weg geflankeerd met woningen in open bebouwing op ruime percelen.

 

Het perceel is bebouwd met een woning in halfopen bebouwing. De woning is opgebouwd uit 1 bouwlaag met zadeldak en staat op 20 m van de rooilijn. De rechterzijgevel is gemeen met de buren.

 

Vooraan het perceel staat een vrijstaande dubbele garage. Deze garage bestaat uit 1 bouwlaag met hellend dak. Achter de woning staat een vrijstaand bijgebouw dat bestaat uit 1 bouwlaag met zadeldak.

 

Het westelijke perceel wordt vandaag gebruikt door de buren als tuinzone.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het slopen van een bestaande eengezinswoning, het slopen van alle aanwezige bijgebouwen en het uitbreken van alle verharding.

 

De bestaande af te breken woning heeft een oppervlakte van 102 m² en bevindt zich op 5,30 m van de linker perceelsgrens. De woning staat op de rechter perceelsgrens, waar er een gemene muur is met de aanpalende woning. De aanvrager geeft aan de vrijgekomen gevel af te werken in gevelmetselwerk in een rode tint.

 

De site wordt bouwrijp gemaakt.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de eigenaars gelijk zijn.

 

  1. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van RUP Molenhoek. Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Wijmelbeekstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.

Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.

De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte.

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het slopen van alle bebouwing en het verwijderen van alle verharding op het terrein. Na het slopen wordt het terrein opgekuist, gesaneerd en bouwrijp gemaakt. De uiteindelijke herinvulling en functie van het terrein is nog onduidelijk.

 

Inplanting, Bouwvolume, gabarit en verschijningsvorm:

De te slopen woning staat op ongeveer 20 m van de rooilijn. De impact van de sloop op het straatbeeld is dan ook minimaal.

 

De aanvrager geeft aan de vrijgekomen gevel af te werken in gevelmetselwerk in een rode tint. Teneinde voldoende garanties te hebben over die afwerking dient bij afgifte van de vergunning als voorwaarde opgelegd te worden dat deze voorziene afwerking uitgevoerd moet zijn binnen het jaar na de sloop.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

Het terrein wordt bouwrijp gemaakt. Bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

De geplande werken zullen een positieve impact hebben op de waterhuishouding.

In functie van de kwalitatieve afwerking van het perceel zijn minstens volgende voorwaarde stipt na te leven:

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

        Gezien de herinvulling nog niet duidelijk is en de overige percelen langs de Wijmelbeekstraat afgesloten zijn met levende hagen, dient op eigen terrein (op 0,50 m van de rooilijn) ook een levende haag aangeplant te worden die dan afhankelijk van de nieuwe invulling deels behouden kan worden. De haag kan op één plaats onderbroken worden in functie van het nemen van een toegang tot het perceel met een breedte van maximaal 3 m.

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden. Er moet voldaan worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

 

Conclusie:

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Carine Vanassche wonende Wijmelbeekstraat 33 te 8540 Deerlijk en mevrouw Dorine Vanassche wonende Wijmelbeekstraat 27 te 8540 Deerlijk, voor het slopen van een woning, op een perceel gelegen Wijmelbeekstraat 31 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 130 L en (afd. 1) sectie B 130 H, mits te voldoen aan volgende voorwaarden:

        De vrijgekomen gevel moet afgewerkt zijn in gevelmetselwerk in een rode tint binnen het jaar na de sloop van de bestaande woning.

        Het terrein dient afgesloten te worden van het openbaar domein met een levende haag (op 0,50 m van de rooilijn). De haag kan op één plaats onderbroken worden in functie van het nemen van een toegang tot het perceel met een breedte van maximaal 3 m.

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden. Er moet voldaan worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.34. OMV 2024_179 - Heulselaan 14 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het regulariseren van zwembad, bijgebouw, hondenhok en verharding, op een perceel gelegen Heulselaan 14 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 436 B2 aangevraagd door Logino Dujardin namens DUDO BV gevestigd Heulselaan 14 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 8 april 2025.

 

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Er wordt een buffer- en infiltratievoorziening aangelegd met een buffervolume van minimaal 1.300 L en een infiltratie-oppervlakte van minimaal 3,15 m². De voorziening dient bovengronds aangelegd te worden met een maximale diepte van 0,50 m.

        De verharding in de voortuinstrook dient beperkt te worden tot maximaal 108 m² (=40% van de voortuinoppervlakte). De onthardde oppervlakte dient beplant te worden met levend groen in het plantseizoen na uitvoering van de werken.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

1.1 Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

1.2 Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

1.3 Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Marquettestraat, wijziging A,  goedgekeurd op 11 oktober 1988. De aanvraag is gelegen in zone 2, zone voor open bebouwing.

 

1.4 Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 17 januari 1996 (dossiernummer 19961/0048-1).

 

1.5 Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het BPA en de verkaveling zijn is van toepassing op de aanvraag.

 

1.6 Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

1.7 Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023;

     gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023;

     gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

2.1 Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

2.2 Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

2.3 Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 24 juni 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning (OMV_2020023140).

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 1500 m² en is gelegen langs de Heulselaan op ongeveer 800 m ten zuidwesten van de kern van Deerlijk. De Heulselaan is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij brede weg geflankeerd met woningen in open bebouwing op ruime percelen. De straat is doodlopend en is typerend voor een verkaveling.

 

Het perceel is bebouwd met een eengezinswoning in open bebouwing. De woning bevindt zich op het einde van een doodlopende straat. Hierdoor ligt de voortuin in het verlengde van de straat. De woning bestaat uit twee bouwlagen met een zadeldak. De woning is 10,90 m breed en 19,60 m diep. De voortuin is grotendeels verhard, waarbij er 227 m² aan kiezelverharding aanwezig is.

 

In de achter- en zijtuin van de woning bevinden zich een zwembad, twee bijgebouwen van samen 50,81 m² en een vijver. Deze constructies zijn allen onvergund. Het buitenzwembad heeft een oppervlakte van 41 m² met een breedte van 4,30 m op een lengte van 9,55 m. Het zwembad is ingeplant op 7,16 m van de achtergevel van de woning, op 10,80 m van de linker zijperceelsgrens en op 7,82 m van de rechter zijperceelsgrens.

Het grootste bijgebouw heeft een oppervlakte van 39,41 m² met een breedte van 4,97 m op een diepte van 7,93. Het bijgebouw is ingeplant op 4 m van de achtergevel van de woning, op 1,79 m van de linker zijperceelsgrens. Het bijgebouw is afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 2,95 m. De gevels van het bijgebouw zijn voorzien in lichtgrijs gevelmetselwerk. Het schrijnwerk en dakrand zijn voorzien in donkerkleurig aluminium. Boven de raam- en deuropeningen is houten gevelbekleding voorzien.

 

In de rechter vrije zijtuinstrook van de woning bevindt zich een tweede bijgebouw dat volgens de aanvraag als hondenhok wordt gebruikt. Dit bijgebouw wordt conform de foto’s echter gebruikt voor het stallen van fietsen, het ontwerp is ook in die mate zo dat het niet geschikt is als hondenhok. Het bijgebouw heeft een oppervlakte van 11,40m², breedte van 2,50 m op een diepte van 4,56 m. Het bijgebouw is ingeplant op 5,50 m van de rechter zijgevel van de woning en op 1,50 m van de rechter zijperceelsgrens. Het bijgebouw is afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 2,60 m. De gevels van het bijgebouw zijn voorzien in lichtgrijs gevelmetselwerk. De dakrand is voorzien in donkerkleurig aluminium. Op de hoek van het bijgebouw is een structurele koker in gegalvaniseerd staal zichtbaar. In de openingen in het gebouw bevinden zich geen ramen of deuren.

 

In de zijtuin bevindt zich een vijver van 5,04 m² met een breedte van 1,20 m en een diepte van 4,20 m.

 

In de zij- en achtertuin is er 217,69 m² aan terrassen en paden aanwezig. Bij de bouw van de woning werd in totaal 85,84 m² aan verharding vergund, waarvan 53,84 m² klinkerverharding en 32 m² aan kiezelverharding. De vergunde 53,84 m² klinkerverharding werd aangelegd en onvergund uitgebreid met 131,85 m² aan klinkerverharding achter de woning, tussen het bijgebouw en het zwembad. In de rechter zijtuin werd onvergund aansluitend op de rechter zijgevel 5,30 m² klinkerverharding toegevoegd. In de linker zijtuin werd de verharding anders aangelegd dan vergund was. Er werd 21 m² aan klinkerverharding aangelegd en 11 m² aan kiezelverharding. Deze verharding in de linker zijtuin is deels vergund en deels een noodzakelijke toegang.

 

In de voortuin werd 98 m² aan verharding vergund. De verharding werd anders aangelegd dan vergund was. Vandaag is er 227,42 m² aan kiezelverharding aanwezig.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen op ruime percelen. Verschillende woningen in de nabije omgeving beschikken over een zwembad.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft de regularisatie van een zwembad, twee bijgebouwen, een vijver en verharding in de zijtuin, achtertuin en voortuin.

 

In de zij- en achtertuin wenst de aanvrager het zwembad, de bijgebouwen, de vijver en alle aanwezige verharding in de zij- en achtertuin zoals deze vandaag aanwezig is te behouden.

 

Het zwembad, de bijgebouwen, de vijver en een deel van de verharding zijn niet vergund en wenst de aanvrager te regulariseren.

 

In de voortuin wordt binnen de aanvraag 99,17 m² aan verharding onthard en blijft 128 m² aan kiezelverharding behouden. Gezien de voortuin 270 m² groot is, komt dit neer op een verhardingspercentage van 47,5 %. De aanvrager wenst 128 m² aan kiezelverharding, zoals deze vandaag aanwezig is, te regulariseren.

 

 

Bestaande toestand

vergund

Nieuwe toestand

Zwembad

9,55 m²

/

9,55 m²

Bijgebouw (poolhouse)

39,41 m²

/

39,41 m²

Bijgebouw (hondenhok)

11,40 m²

/

11,40 m²

Vijver

5,04 m²

/

5,04 m²

Verharding zij- en achtertuin

217,69 m²

85,84 m²

217,69 m²

Verharding voortuin

227,42 m²

98 m²

128 m²

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 27 januari 2025 tot 25 februari 2025. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan zowel de voorschriften van het BPA als de voorschriften van de verkaveling. De aanvraag wijkt van beide plannen af.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften van BPA Marquettestraat, wijziging A. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.9/1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

BPA schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Bijgebouwen; de oppervlakte dient beperkt te blijven tot maximaal 30 m² per perceel.

Bijgebouw van 39,41 m² en van 11,40 m². Dit is 50,81 m² in totaal.

 

Artikel 4.4.9/1 voorziet dat het vergunningverlenende bestuursorgaan bij het verlenen van een omgevingsvergunning mag afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag. Afwijkingen kunnen niet toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden. Elke aanvraag tot afwijking overeenkomstig het eerste lid, wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek.

De afwijking heeft betrekking op de afmetingen van de constructie zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking van de oppervlakte van maximaal 30 m² naar 50,81 m² is te motiveren aangezien deze afwijking beperkt is en de oppervlakte van de tuin voldoende groot is. Er werden ook geen bezwaren geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek zodat ook de aanpalenden hiervan geen hinder zullen ondervinden.

 

Verder wijkt de aanvraag af van de voorschriften van verkaveling 1996.1.

 

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Verkaveling schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Bijgebouwen:
Max. 30 m² vloeroppervlakte.
max. hoogte kroonlijst 2,7 m,
 


Oppervlakte 50,81m²
Kroonlijsthoogte 2,95 m

Voortuinstroken: Verharding tot 40% van de oppervlakte is toegelaten

Binnen de aanvraag wordt 47,5 % van de voortuin verhard.

 

Aangezien de verkaveling meer dan 15 jaar oud is, vormt deze in toepassing van artikel 4.3.1 §1 van de VCRO geen weigeringsgrond meer voor de vergunningverlenende overheid en kan ze bijgevolg als het ware buiten beschouwing gelaten worden mits de aanvraag inpasbaar is in de onmiddellijke omgeving en de goede ruimtelijke ordening gerespecteerd wordt.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Heulselaan een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<40 m²).

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

 

De aanvrager voorziet de regenwaterafvoer aan te sluiten op de bestaande afvoer van het bestaande bijgebouw rechtstreeks naar de regenwaterput. Aangezien geopteerd wordt voor een afvoersysteem is de gewestelijke verordening hemelwater van toepassing.

Bij de vergunning van de woning is reeds rekening gehouden met de berekening van infiltratiekratten voor het opvangen en verwerken van hemelwater. De infiltratievoorziening werd destijds gedimensioneerd op basis van de dakoppervlakte van de woning en 40 m² extra verharding. Er zijn twee regenwaterputten van elk 10.000 L aanwezig en twee infiltratiekratten van elk 2.000 L met elk een infiltratie-oppervlakte van 5,60 m². Het totale buffervolume bedraagt dus 4.000 L en de totale infiltratie-oppervlakte bedraagt dus 11,20 m². Gerekend met de huidige normen zijn de huidige voorzieningen onvoldoende gedimensioneerd . Er is dus geen resterende buffer- of infiltratiecapaciteit beschikbaar i.k.v. het bijgebouw. De afvoer van hemelwater van het bijgebouw van 39,41 m² wordt aangesloten op de bestaande  infiltratievoorziening. De infiltratievoorziening dient een volume te hebben van 33 L/m²  en een oppervlakte van 8 % van de totale afwaterende oppervlakte. Voor het bijgebouw dient dus een buffervolume van minimaal 1.300 L en een infiltratie-oppervlakte van minimaal 3,15 m² voorzien te worden. De voorziening dient bovengronds aangelegd te worden met een maximale diepte van 0,50 m.

 

Bij het voorzien van opgelegde voorzieningen kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het regulariseren van een zwembad, bijgebouwen, een vijver en verharding bij een eengezinswoning. Deze woonfunctie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze woonomgeving.

 

Parkeerplaatsen, verkeersaantrek en groenaanleg in de voortuinstrook:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. worden.
 

Oorspronkelijk werd een vergunning afgeleverd voor het verharden van 98m² in de voortuin en werd de verharding zonder vergunning uitgebreid naar 227,42m². De aanvraag betreft het verharden van de voortuinstrook met een totale oppervlakte in de voortuin van 128m² kiezelverharding, wat neerkomt op 47,5% van de voortuin. Niettegenstaande er reeds inspanningen gedaan worden om een deel van de onvergunde situatie recht te zetten door 99,17 m² te gaan ontharden, is er in deze voortuinstrook voldoende ruimte om +/- 6 wagens te parkeren. Dat betekent dat de ontharding nog sterker kan doorgetrokken worden. In de woning is geen garage aanwezig, waardoor er, met uitzondering van de toegang tot de woning, geen noodzakelijke toegangen zijn. Er kan uitgegaan worden dat er bij elke woning  2 parkeerplaatsen op eigen terrein aanwezig zijn. De verharding cfr. de vergunde toestand voorziet in een 3-tal parkeerplaatsen op eigen terrein, wat voldoende is om te voorzien in de eigen parkeerbehoefte.

In de verkavelingsvoorschriften is een verharde oppervlakte mogelijk tot 40 % van de voortuin. Gezien dit percentage ook p aanpalende percelen toegelaten is, kan in deze aanvraag een verharding van de voortuin vergund worden tot een maximale oppervlakte van 108 m² (= 40% van 270 m²). 
 

Daarnaast heeft de inrichting van de voortuin een invloed op het straatbeeld en de goede waterhuishouding. Deze groenzones helpen bij de infiltratie van het regenwater en halen fijn stof uit de lucht. De onthardde zones van de voortuin dienen aangelegd te worden als voortuin met laagstammig groen.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

In de achtertuin wordt een bijgebouw van 39,41m² voorzien. Dit bijgebouw is beperkt in oppervlakte en wordt gezien als een normale constructie horend bij de tuininrichting. Ook het zwembad in de directe omgeving van het bijgebouw is gezien de oppervlakte en inplanting aanvaardbaar.

 

Tussen de woning en de oostelijke perceelsgrens wordt de regularisatie aangevraagd van een hondenhok met een oppervlakte van 11,40 m² gevraagd.  De inplanting van het hondenhok bevindt zich op voldoende afstand van de gevel van de woning zodat het open karakter van de verkaveling niet in het gedrang gebracht wordt. Door de inplanting van het perceel ten opzichte van de straat functioneert die tuinstrook ook als achtertuin waardoor de impact van de inplanting van het bijgebouw beperkt is. Het perceel is voldoende ruim om een totale bebouwde oppervlakte aan bijgebouwen van 50,81 m² te kunnen dragen. Ook het materiaalgebruik en de vormgeving van het bijgebouw zijn traditioneel en sluiten aan bij de woning. Bijgevolg is ook het ‘hondenhok’ aanvaardbaar.

 

Achter en langs de woning wordt de regularisatie van een klinkerverharding van 131,85 m² en een zwembad van 33,12 m² aangevraagd. Naast de woning, aan de westelijke zijde worden stapstenen en een vijver van 5,04 m² aangevraagd. De stapsteen dienen als toegang tot de voordeur, en kunnen aanvaard worden als noodzakelijke toegang. De vijver ligt in het verlengde van de stapstenen en kan beschouwd worden als een verlengstuk van de stapstenen teneinde een architecturaal geheel te vormen.

 

De klinkerverharding betreft enerzijds een pad rondom de woning met ondermeer toegang tot de voordeur en zijdeur/achterdeur. Daarnaast wordt de klinkerverharding tussen woning, zwembad en bijgebouw aangelegd als terras. Het terrasgedeelte heeft een oppervlakte van 78,13 m². Voor de volledige klinkerverharding wordt een regularisatie aangevraagd gezien dit ruimer aangelegd werd dan vergund. Een terras wordt steeds beoordeeld op maat van het perceel en de koppeling met de naburige functies bijgebouw/zwembad. Gelet op de grootte van het perceel en de compactheid van het terras (tussen de bestaande bebouwing/zwembad) en gezien de afwatering in het naastliggende gazon voorzien is kan geconcludeerd worden dat de aanvraag aanvaardbaar is.

 

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Logino Dujardin namens DUDO BV gevestigd Heulselaan 14 te 8540 Deerlijk, voor het regulariseren van zwembad, bijgebouw, hondenhok en verharding, op een perceel gelegen Heulselaan 14 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 436 B2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Er wordt een buffer- en infiltratievoorziening aangelegd met een buffervolume van minimaal 1.300 L en een infiltratie-oppervlakte van minimaal 3,15 m². De voorziening dient bovengronds aangelegd te worden met een maximale diepte van 0,50 m.

        De verharding in de voortuinstrook dient beperkt te worden tot maximaal 108 m² (=40% van de voortuinoppervlakte). De onthardde oppervlakte dient beplant te worden met levend groen in het plantseizoen na uitvoering van de werken.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.35. OMV 2025_11 - Heestertstraat 84 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de woning, op een perceel gelegen Heestertstraat 84 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 573 M aangevraagd door de heer Björn Bostoen wonende Heestertstraat 84 te 8540 Deerlijk en mevrouw Cathy Valcke wonende Heestertstraat 84 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 9 april 2025.

 

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

1.1 Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied

 

1.2 Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

1.3 Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

1.4 Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 17 oktober 1979 (dossiernummer 19797).

 

1.5 Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het VK is van toepassing op de aanvraag.

 

1.6 Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

1.7 Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen);

     gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023;

     gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

2.1 Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 juli 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor het herstellen van de dakconstructie van de woning, het uitbreiden van de inkom en het bouwen van een façademuur rondom de woning;

        stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 april 2009 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een magazijn na afbraak bestaande;

        stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 mei 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van de woning.

 

2.2 Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

2.3 Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 4.450 m² en is gelegen langs de Heestertstraat op ongeveer 770 m ten zuidoosten van de kern van Sint-Lodewijk. De Heestertstraat is een landelijke en smalle gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd met een alleenstaande eengezinswoning bestaande uit één bouwlaag en een hellend dak met een nokhoogte van 8,50 m. De woning heeft een breedte van 14,70 m en een bouwdiepte van 7,50 m. Op het gelijkvloers bevindt zich een inkomhal, toilet, berging, eet- en leefruimte, keuken, badkamer en slaapkamer. Op de verdieping bevindt zich een hobby- en bergruimte en een slaapkamer.

Voor de woning ligt een terras van 28 m² met niet-waterdoorlatende betegeling.

Aan de rechterzijde van de woning bevindt zich een magazijn en garage van 1 bouwlaag en hellend dak met lokaal gedeeltes met een plat dak. Dit bijgebouw heeft een lengte van 25,50 m en een wisselende bouwdiepte tussen de 5 m en 9,50 m. Het perceel heeft een oprit van 39 m, die gelegen is tussen nr. 80 en 88. De oprit en de zones rondom het bestaande magazijn zijn aangelegd met waterdoorlatende steenslag.

 

In de tuinzone rondom de woning zijn aan de uiterste linker- en rechterzijdes van het perceel twee weides ingericht.

De omgeving wordt aan de overzijde van de Heesterstraat getypeerd door landbouwgronden en heeft een landelijke, agrarische karakter. De andere zijde van de Heesterstraat is hoofdzakelijk bebouwd met vrijstaande eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Uitbreiding van de bestaande woning

De aanvraag betreft het uitbreiden van een bestaande eengezinswoning.

De uitbreiding bevindt zich vooraan de woning, op een afstand van 43 m t.o.v. de rechter perceelgrens en 40 m t.o.v. de linker perceelgrens. De uitbreiding heeft een breedte van 7,10 m op een diepte van 4 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,20 m.

 

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft metselwerk dat gepleisterd wordt in een grijze kleur. De dakoversteek wordt afgewerkt in een houten gevelbekleding. De ruime bestaande glaspartij in de voorgevel wordt hergebruikt in de uitbreiding.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern niet verbouwd. Enkel de leefruimte wordt vergroot door het toevoegen van een aanbouw. De ruimtes op de verdieping blijven behouden.

Voor de aanbouw wordt een terras in niet-waterdoorlatende betegeling aangelegd, die een grootte heeft van 24,85 m².

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 24 februari 2025 tot 25 maart 2025. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Een hellend dak

Een plat dak

 

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de functie niet gewijzigd wordt en de maximum bouwdiepte van 20 m niet overschreden wordt.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

 

De afwijking heeft betrekking op de dakvorm van de uitbreiding zodat een afwijking overwogen kan worden. De dakconstructie van het hoofdvolume blijft ongewijzigd en heeft een hellend dak. Het hoofdvolume blijft voldoen aan de voorschriften. Er wordt enkel een uitzondering gevraagd voor een beperkte uitbreiding van het hoofdvolume dat het algemene karakter van het volume niet zal wijzigen. Er werden ook geen bezwaren geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek zodat ook de aanpalenden hiervan geen hinder zullen ondervinden.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Heestertstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.

Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha).

 

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

 

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. De dakoppervlakte watert af naar een bestaande hemelwaterput van 10.000 liter. De hemelwaterput heeft een overloop naar een infiltratievoorziening met een volume van 6.140 liter en een referentieoppervlakte van 20,50 m². Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens. De verharding watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze landelijke woonomgeving.

Het ontwerp zorgt voor een verruiming van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De uitbreiding van de woning wordt ingeplant conform de voorschriften van de verkaveling.

 

Bouwvolume en gabarit:

Op de locatie van het huidige terras wordt een nieuwe aanbouw met een plat dak gebouwd.

De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op die manier tot op 11,50 m gebracht, hetgeen zeker aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. De woning bevindt zich op een relatief groot perceel en een dergelijke gelijkvloerse bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe.

 

Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De aanbouw ligt voldoende ver van de perceelsgrenzen en de bouwhoogte is aanvaardbaar.

Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.

   

Verschijningsvorm:

De voorgevel wordt gewijzigd, maar de woning is door de lange oprit amper zichtbaar vanaf de Heestertstraat waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld.

De bestaande woning is opgetrokken in grijs metselwerk en is afgewerkt met houten details aan de dakkapel, dakrand en topgevel.

De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik (grijze gevelbepleistering en hout) binnen deze bestaande bebouwing op het perceel.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

 De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Aan de voorzijde van de aanbouw wordt een nieuwe terras aangelegd. Het bestaande terras, dat even groot is, wordt verplaatst.

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen.

 

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

       Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Björn Bostoen wonende Heestertstraat 84 te 8540 Deerlijk en mevrouw Cathy Valcke wonende Heestertstraat 84 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van de woning, op een perceel gelegen Heestertstraat 84 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 573 M

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.36. OMV VK 2024_8 - Pladijsstraat 197 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verkavelen van een perceel in 2 loten voor vrijstaande eengezinswoningen en het verleggen van een voetweg, op een perceel gelegen Pladijsstraat 197 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 146 D2 en (afd. 2) sectie E 247 D, aangevraagd door de heer Mathieu Dejaeger wonende Pladijsstraat 197 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 10 april 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Volgend voorschrift wordt aan het specifiek voorschrift ‘Gebouw > Inplanting (afstand tot…)’ gevoegd: ‘De voorbouwlijn van de woningen moet gelegen zijn tussen minimaal 2 meter en maximaal 5 meter uit de rooilijn. De maximale achtergevelbouwlijn volgens de bouwzone zoals aangeduid op het grafisch plan blijft behouden.’

        Volgend voorschrift wordt aan het specifiek voorschrift ‘Afsluitingen > Materiaal’ toegevoegd: ‘levende hagen zijn slechts toegelaten buiten het tracé van de trage weg en dienen minstens 0,5 meter afstand te houden van deze zone.’.

        Een bijkomend voorschrift wordt toegevoegd bij het specifiek voorschrift ‘Vrijstaande handelingen in de tuinzones > achtertuinstrook > constructies’, zijnde: ‘Constructies zijn slechts toegelaten buiten het tracé van de trage weg en dienen minstens 0,5 meter afstand te houden van deze zone.’.

        Het specifiek voorschrift “gebouw > Materiaalgebruik” dient als volgt aangepast te worden: “Gevelmaterialen: Duurzame, eigentijdse materialen in harmonie met de omgeving worden toegelaten. Verantwoorde materialen zijn in hoofdzaak parementmetselwerk met eventuele accentbekleding in o.a. gevelbepleistering, hout, leien. Niet-esthetische materialen zijn o.a. metselwerk in snelbouwstenen, betonstenen, roofingbekledingen.”

        Het bestaande voorschrift “Vrijstaande handelingen in de tuinzones > zijtuinstrook > constructies” wordt uitgebreid zodoende tot volgend voorschrift te komen: ‘Er kan een carport gebouwd worden in de 3-meter-zone tussen de loten 1 en 2 en op minstens 3 m achter de voorgevelbouwlijn en tot maximaal gelijklopend met de achtergevel. De carport heeft een maximale oppervlakte van 21 m² en een verplicht plat dak van maximum 3 m hoog. Bij voorkeur analoge vormgeving en materialen als hoofdgebouw; hetzij keuze voor uitvoering als tuinhuis in hout. Bij eerdere oprichting van een carport op het naastgelegen lot of goedgekeurde omgevingsvergunning daartoe wordt de carport naar hoogte geënt op de eerder vergunde carport.’

        Volgend voorschrift wordt aan het specifiek voorschrift ‘Gebouw > andere voorschrift voor het gebouw’ toegevoegd: ‘Een inpandige garage kan slechts worden toegelaten tot zover de woningbreedte ter hoogte van de volledige diepte van de garage, minimaal 8 meter bedraagt.’.

        De voorwaarden en/of lasten als opgenomen binnen het advies van De Watergroep en van Wyre maken integraal deel uit van de omgevingsvergunning.

        Het verkoopbaarheidsattest zal pas afgeleverd worden nadat de verkavelaar voldaan heeft aan alle financiële en contractuele verplichtingen opgelegd door Riopact en na voorlegging van een attest door De Watergroep.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zones gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

 

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag bevindt zich in het noordwesten van het centrum van Sint-Lodewijk, langs de Pladijsstraat. Deze straat is een gemeenteweg en vormt samen met de Kerkstraat en Kapelstraat de belangrijkste verbindingswegen van het gehucht. Tussen de Pladijsstraat en de Oliebergstraat ligt een netwerk van woonstraten, die de wijkstructuren van het gebied vormen.
 

De noordoostelijke zijde van de Pladijsstraat, waar het betreffende perceel zich bevindt, bestaat uit lintbebouwing met achterliggend agrarisch gebied. De bebouwingsgraad aan de zuidwestelijke zijde van de straat ligt iets hoger en kent een duidelijke bebouwingsrepetitie. De noordzijde is eveneens hoofdzakelijk bebouwd, maar kent ruimere spaties, gevormd door landbouwpercelen en grotere zijtuinen. Het bebouwingsbeeld aan beide zijden van de straat wordt gedomineerd door vrijstaande eengezinswoningen, meestal met één bouwlaag en een zadeldak. Een afwijking hierop betreft de bestaande woning, waarvan de betrokken zone wordt afgesplitst, die bestaat uit twee bouwlagen met plat dak.

 

De aanvraag betreft de zijtuinstrook aan de noordwestkant van het perceel Pladijsstraat 197. Het betreffende afgesplitst gebied is 34 meter breed en 50 meter diep, en wordt gekarakteriseerd door een groensluier langs de straat en een dalend terreinverloop vanaf de straatzijde.

 

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verkavelen van de noordwestelijk gelegen tuinzone bij de woning gekend als Pladijsstraat 197. Het betrokken perceeldeel heeft een straatbreedte van 34 meter en een diepte van 50 meter. Het resterende perceeldeel met de bestaande woning maakt geen deel uit van de verkavelingsaanvraag. De twee kavels zijn bestemd voor woningbouw, hebben elk een oppervlakte van 850 m² en een straatbreedte van 17 meter. De bouwkaders zijn 10 meter breed, met een maximale bouwdiepte van 16 meter voor kavel 1 en 17 meter voor kavel 2. De zijtuinstroken hebben een breedte van 3 meter ter hoogte van de gemeenschappelijke zijdes van de loten. Ter hoogte van de linker perceelgrens houdt kavel 1 een afstand van 4 meter. Kavel 2 behoudt een afstand van 5 meter tot de rechter perceelgrens. De voorkavelgrens en de aanzet van het bouwkader lopen gelijk. De op te richten woningen dienen te worden voorzien van een plat dak met een maximale bouwhoogte van 4,50 meter, gemeten vanaf de vloerpas van het gelijkvloers. Daarbij geldt evenwel ook dat de realisatie van een kelderverdieping mogelijk wordt gemaakt conform het bijhorend terreinprofiel.

 

De aanvraag voorziet eveneens in het verleggen van de bestaande voetweg nr. 65. De huidige ligging, die dwars door het perceel loopt, wordt verplaatst naar de rechter perceelsrand van de bestaande woning. Vervolgens zal de voetweg langs de achterkavelgrens van deze woning en de nieuwe loten lopen en uiteindelijk via de linker perceelgrens van de nieuwe kavel 1 terug aansluiten op het bestaande tracé met noordelijk verloop.

 

  1. Openbaar onderzoek


De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 14 november 2024 tot 13 december 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

  1. Adviezen

 

Aquafin

Aquafin werd om advies verzocht op 4 november 2024. Er werd geen advies ontvangen. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

Deputatie, Dienst Waterlopen

De Deputatie, Dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 4 november 2024. De adviesinstantie stelde op 27 november 2024 geen advies te zullen uitbrengen omwille van volgende redenen:

“Nieuwe afwaterende oppervlakte aanvraag <= 1.000 m², aanvraag is niet op een perceel/percelen gelegen langs waterloop 2de categorie en aanvraag is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied (Pluviaal/Fluviaal/Zee bij buien met een middelgrote kans (T100) in huidig klimaat (2019) en toekomstig klimaat 2050)).

Er worden vanuit onze dienst geen maatregelen opgelegd bij een overstromingskans toekomstig klimaat (2050) kleine kans (T1000).

Het is aan de vergunningverlenende overheid om verder na te gaan of de aanvraag voldoet aan de bepalingen van de Gewestelijk Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwater (GSV)  met in het bijzonder het toepassen van het algemeen uitgangsprincipe (duurzaamheidsprincipe) waarbij het regenwater in eerste instantie zoveel mogelijk wordt gebruikt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd, zodat in laatste instantie slechts een beperkte hoeveelheid water wordt afgevoerd. De plaatsing van de (nood)overloop van de hemelwaterput en de infiltratievoorziening dienen aan dit principe te beantwoorden.

 

Gelet op de aanwezige gegevens worden vanuit de Dienst Waterlopen geen maatregelen opgelegd. De verenigbaarheid met de geldende GSV werd conform verzoek onderzocht waardoor voldaan wordt aan hetgeen vooropgesteld.”

 

Proximus

Proximus werd om advies verzocht op 4 november 2024. Proximus noteerde geen bezwaar te hebben.

 

De Watergroep

De Watergroep werd om advies verzocht op 4 november 2024. De adviesinstantie bracht op 7 december 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies luidt samenvattend als volgt:

Advies ACCA
Volledig gunstig advies met voorwaarden

Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaand betaald worden:

        een forfaitaire kost per bebouwbare kavel;

        een studiekost per project.

 

Advies Riopact
Volledig gunstig advies met voorwaarden.

 

Wyre

Wyre werd om advies verzocht op 4 november 2024. De adviesinstantie bracht op 5 november 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Wyre nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten. Wij vragen om onderstaande voorwaarden op te nemen in de vergunning:
 

Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken.

Er werd een offerte (zie bijlage) opgesteld. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

6.a.  Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zones gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag richt zich tot het verkavelen van een grond tot loten voor woningbouw en is zodoende principieel verenigbaar met de gewestplanbestemming ‘woongebied’.

 

6.b.  Wegenis

De aanvraag heeft betrekking op het verkavelen van een grond waardoor de bepalingen zoals omschreven in artikel 4.3.5., VCRO niet van toepassing zijn. Niettegenstaande blijkt uit nazicht dat de alle loten gelegen zijn aan een met duurzame materialen verharde weg met elektriciteitsnet die voldoet aan de plaatselijke uitrustingsvereisten.

 

Uitrustingswerkzaamheden

Voor de uitrusting van de verkaveling is advies gevraagd aan de nutsmaatschappijen. Er is  een uitbreiding nodig van het drinkwaternet, van Wyre en wachtaansluiting voor riolering.

In het advies van De Watergroep is opgenomen dat het verkoopbaarheidsattest pas afgeleverd kan worden nadat voldaan is aan alle voorwaarden opgelegd door De Watergroep.

In het advies van Riopact is opgenomen dat de gemeente/stad een verkoopbaarheidsattest zal afleveren nadat de verkavelaar kan aantonen dat hij/zij heeft voldaan aan alle financiële en contractuele verplichtingen opgelegd door Riopact. Dit wil zeggen dat er voor ieder gerealiseerd perceel een wachtaansluiting, en indien van toepassing een grachtinbuizing  gerealiseerd en betaald moet zijn.

Dit dient bijgevolg als voorwaarde opgenomen te worden bij afgifte van de vergunning.

 

Rooilijnplan

Palend aan en binnen de contour van het verkavelingsplan is een buurtweg aanwezig. Op de Atlas der Buurtwegen van 1841 werd deze weg benoemd als ‘Sentier n° 65’. De buurtweg 65 vormt een verbinding tussen de buurtweg 47 en de Pladijsstraat. Samen met de buurtweg 47 vormde de buurtweg 65 een verbinding tussen de Kerkstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat.

Reeds geruime tijd is deze buurtweg (thans gemeenteweg) in onbruik geraakt, zodoende er de facto geen trage verbinding meer aanwezig is. Deze gemeenteweg is ook niet meer zichtbaar op het terrein. Toch is het wenselijk dit gedeelte van de buurtweg te verplaatsen om een mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding tussen de Pladijsstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat niet te hypothekeren. Deze manier van aanpak werd ook gevolgd bij de verlegging van dezelfde buurtweg bij het verkavelen van de grond gelegen ter hoogte van de Pladijsstraat tussen huisnr. 213 en 221/225.

 

De aanvrager van de verkaveling voorziet de buurtweg op het te verkavelen gedeelte als volgt te verleggen:

Er wordt een nieuwe aftakking gemaakt op de bestaande (onzichtbare) sentier vanaf de tuinzone van de bestaande woning Pladijsstraat 197. De buurtweg loopt dan langs de zijperceelsgrens op eigen terrein naar de noordelijke grens van de verkaveling en volgt deze grens. Ter hoogte van lot 1 loopt de buurtweg vervolgens langs de zijperceelsgrens terug richting de Pladijsstraat om aan te sluiten op de bestaande (onzichtbare) sentier achter de woning Pladijsstraat 191. De buurtweg wordt voorzien met een breedte van 1,50 m.

 

Gezien het publieke karakter van de trage verbindingen is bij het dossier een ontwerp gemeentelijk rooilijnplan toegevoegd opgemaakt door het Studie- & landmeetbureau Bart Degezelle dat voldoet aan de decretale eisen van artikel 16 § 2 en 3 van het decreet houdende de gemeentewegen. Aangezien de beide buurtwegen (zowel de bestaande als de verlegde) gelegen zijn op percelen van dezelfde eigenaar is er geen waardevermeerdering of vermindering van toepassing.

 

In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen kan de verplaatsing van de rooilijn als volgt gemotiveerd worden:

  1. Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:

     Het algemeen belang wordt niet geschonden gezien de feitelijke toestand van de in onbruik geraakte gemeenteweg.

     Door het verplaatsen van een gedeelte van de gemeenteweg wordt het later mogelijk terug een trage verbinding te creëren tussen de Pladijsstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat.

     Door de verlegging van de buurtweg aan de achterzijde van de nieuw te bouwen woningen blijft het zicht op het achterliggend open landschap behouden voor de toekomstige gebruikers van de trage weg.

 

  1. Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:

     De motivatie in het kader van de gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg 'buurtweg 65' werd hierboven reeds uiteengezet.

     Door de verplaatsing wordt voorzien in de mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding.

 

  1. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen:

     Aangezien de bestaande buurtweg in onbruik is voor het gedeelte in het plangebied van de verkaveling wordt er met de verlegging niet geraakt aan de ontsluiting van aanpalende percelen gezien de wijziging zich beperkt tot de percelen binnen de verkavelingsaanvraag.

     In het kader van de verplaatsing wordt niet geraakt aan de verkeersveiligheid.

 

  1. Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:

     De gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg 'buurtweg 65' heeft geen impact op het wegennet van naburige gemeenten gezien de ruime afstand tot de gemeentegrenzen.

 

  1. Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:

     Het onbruik van de te verplaatsen gemeenteweg staat vast, wat met zich meebrengt dat de actuele functie van deze weg zo goed als onbestaande is.

     Door de verplaatsing van de gemeenteweg wordt voorzien in de mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding waardoor een toekomstige functie voor trage weggebruikers een mogelijkheid is.

 

Bijgevolg is een rooilijnplan, opgemaakt door landmeter-expert Koen Roelandt, gevoegd bij het dossier. De gemeenteraad nam in zitting van 27 februari 2025 volgend besluit:

‘Artikel 1

De gemeenteraad besluit het rooilijnplan voor de nieuwe gemeentewegen, zoals opgenomen in het plangebied van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden (OMV_2024124429) zoals aangeduid op het rooilijnplan (BA_verleggen_I_N_buurtweg65.pdf) goed te keuren.’

 

6.c.  Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. De aanvraag is verder niet gelegen in signaalgebied, noch in een afgebakende oeverzone of afgebakend overstromingsgebied. 

 

Volgens de door de Vlaamse Overheid ter beschikkende gestelde watertoetskaarten (www.watertoets.be) is de aanvraag buiten enig overstromingsgevoelig gebied gelegen (hetzij pluviaal, fluviaal of vanuit zee) m.u.v. van de bestaande voetweg die gelegen is in pluviaal overstromingsgevoelig gebied met een kleine kans op overstromingen onder klimaatverandering. De bestaande voetweg ligt net achter het maximaal bouwkader en de voetweg wordt verlegd waardoor er geen aanzienlijk effect te verwachten valt.

 

De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is niet van toepassing voor de aanvraag. De woningen zullen voorzien worden van een gescheiden rioleringsstelsel en dienen te voldoen aan de hemelwaterverordening. Aangezien er geen nieuwe wegenis aangelegd wordt moeten er in de verkaveling geen collectieve voorzieningen geïnstalleerd worden. In de voorschriften worden ook bepalingen opgenomen omtrent de beperking van verhardingen. Gelet op bovenstaande worden geen aanzienlijke effecten op het watersysteem verwacht. De watertoets luidt gunstig.

 

6.d.  Mer-screening

 

Het project komt niet op de lijst gevoegd als bijlage I en II van het project-m.e.r.-besluit.  De aanvraag heeft wel betrekking op een project dat vermeld staat op de lijst van bijlage 3 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 betreffende de nadere regels omtrent de project-MER-screening. Meer specifiek gaat het over punt 10 b) Infrastructuurprojecten, stadsontwikkelingsprojecten. De aanvraag voorziet immers in een verkaveling van twee loten met de mogelijkheid om een volume op te richten van meer dan 1000 kubieke meter. 

 

Voortvloeiend uit artikel 20 van het Omgevingsvergunningsdecreet dient het aanvraagformulier vergezeld te zijn van een project-m.e.r.-screeningsnota (PrMS). De project-m.e.r.-screeningsnota, toegevoegd aan de aanvraag, werd beoordeeld bij de volledig- en ontvankelijkheid. Er wordt geoordeeld dat het project geen aanzienlijke gevolgen heeft voor het milieu en dat het project niet project-MER-plichtig is. Bij deze beoordeling werd rekening gehouden met de criteria van bijlage II van het DABM waaronder de kenmerken van het project, de locatie van het project en de soort en de kenmerken van het potentieel effect. Er kan dan ook worden vastgesteld dat de effecten zeer beperkt zullen zijn.

 

6.e.  Stikstofdecreet

 

De aanvraag betreft in beginsel een mobiliteitsgerelateerd project zoals begrepen binnen het decreet over de programmatische aanpak stikstof. In afwachting van de lijst zoals begrepen binnen artikel 31, tweede lid van dit decreet, werd door de Vlaamse Overheid een lijst opgemaakt van vergunningsplichtige handelingen waarvan gesteld kan worden dat bij een worst casebenadering, de impactscore kleiner is dan of gelijk is aan 1 %. Daarin vervat is o.a. een verkavelingsproject tot maximaal drie kavels tot zover de projectzone zich op meer dan 300 meter van habitatrichtlijngebied bevindt.

 

De aanvraag heeft betrekking op een verkaveling die leidt tot twee woningen op een afstand van ca. 3,25 kilometer tot habitatrichtlijngebied, waardoor de door de Vlaamse Overheid gesuggereerde motivatie kan worden gehanteerd.

 

Betreft de aanlegfase geldt zodoende dat op basis van een Nederlandse studie van TNO kan aangenomen worden dat de emissies voor de bouw van een woning in het slechtste geval (worst case) overeenkomt met 76 kg NOX/jaar. In dit cijfer zit ook de aanleg van wegenis en riolering vervat – ongeacht de aanleg van wegenis geen onderdeel uitmaakt van de voorliggende aanvraag.

 

Aan de hand van de VITO-tabel voor de aanlegfase bekijken we aan de hand van de KDW van 6 kg N/(ha*jaar), hoeveel eengezinswoningen voorzien kunnen worden op een bepaalde afstand zonder de waarde in de VITO-tabel voor de aanlegfase te overschrijden.

 

Volgens de VITO-tabel voor de aanlegfase is een emissie tot 300 kg NOX/jaar mogelijk bij een KDW van 6 kg N/(ha*jaar) en een afstand van 300 m, zonder de 1 % drempel te overschrijden.

 

Als we 300 kg NOX/jaar delen door 76 kg NOX/jaar (zijnde de NOx-emissies voor de bouw van een eengezinswoning), is het resultaat 3.

 

Bijgevolg zal de impactscore voor een verkaveling tot maximaal 3 loten voor eengezinswoningen op meer dan 300 m van Habitatrichtlijngebied, niet meer dan 1 % bedragen.

 

Betreft de fase na de aanleg, geldt dat het aantal vervoersbewegingen van een woning of kavel wordt ingeschat als 2 vervoersbewegingen/dag * 4 personen * 365 dagen/jaar = 2.920 vervoersbewegingen/jaar.

 

De VITO-tabel voor verkeer geeft aan dat bij een KDW van 6 kg N/(ha*jaar) en bij een afstand van 0 m, er 70.000 lichte vervoersbewegingen  per jaar mogelijk zijn zonder de 1 % drempel te overschrijden.

 

Als we 70.000 lichte vervoersbewegingen/jaar delen door 2.920 vervoersbewegingen/jaar is het resultaat 23, alzo komen we op 23 eengezinswoningen.

 

Voor een totaal van 23 kavels voor eengezinswoningen, eender waar in Vlaanderen, zal de impactscore bepaald voor de fase na aanleg kleiner of gelijk zijn aan 1 %.

 

Zodoende kan worden geconcludeerd dat voor de aanvraag, geen passende beoordeling moet worden opgemaakt.

 

6.f.    Natuurtoets

De aanvraag is niet gelegen in een speciale beschermingszone, habitatrichtlijngebied, een vogelrichtlijngebied, een RAMSAR-richtlijngebied evenmin binnen een VEN-gebied. De aanvraag geeft geen aanleiding tot bijkomende voorwaarden of passende maatregelen in functie van de natuurtoets.

 

6.g.  Erfgoed-/archeologietoets

Erfgoedtoets

De aanvraag heeft geen betrekking op een beschermd monument, dorpsgezicht of landschap, evenmin op een relict opgenomen binnen de inventaris van bouwkundig erfgoed.

 

Archeologietoets

Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 verplicht de aanvrager van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelen of tot het verkavelen van gronden om in bepaalde gevallen een bekrachtigde archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen.

Gezien de aanvraag zich noch gedeeltelijk, noch integraal binnen een vastgestelde of beschermde archeologische site bevindt, bovendien een perceeloppervlakte heeft van minder dan 3000 vierkante meter, is er geen archeologienota vereist.

 

6.h.  Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

6.i.     Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

6.j.     Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

6.k.  Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het verkavelen van de noordwestelijk gelegen tuinzone van de woning aan Pladijsstraat 197. De functie van de nieuwe percelen is bestemd voor woningbouw, hetgeen in overeenstemming is met de bestaande woonfunctie in de omgeving. De locatie valt binnen een woongebied met een afwisselende bebouwingsdichtheid, waarbij de verkaveling een logische uitbreiding vormt van de bestaande lintbebouwing en het daarachter liggende agrarisch gebied.

 

De hoofdbestemming is wonen, waarbij meer dan 70 % van de vloeroppervlakte hiervoor wordt voorzien. Complementaire functies, zoals een kantoor, vrij beroep, dienstverlening of handel, zijn mogelijk mits ze ondergeschikt blijven aan de woonfunctie (max. 30 %) en geen abnormale hinder veroorzaken voor de omgeving. Het toevoegen van een nevenfunctie onder deze voorwaarden kan aanvaard worden. Het gevraagde is zodoende, functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De verkaveling voorziet in twee nieuwe bouwloten met een duidelijke afbakening van de bouwzones. De keuze voor bouwvrije zijtuinstroken, m.u.v. van de zone voor carports, leidt tot een harmonieuze inpassing binnen het straatbeeld, mede gezien de toereikende perceelbreedte per lot. De bebouwing volgt een open bebouwingsstructuur met een respectvolle overgang naar het achterliggende agrarische gebied.

 

Gelet op de mogelijkheid om een inpandige garage in te richten, is het wenselijk om, in functie van de levendigheid van de gelijkvloerse bouwlaag en de bijhorende impact op het voorliggende straatbeeld, een minimale voorgevelbreedte in te schrijven wanneer een inpandige garage wordt voorzien. De bijzondere vergunningsvoorwaarde luidt als volgt: “Volgend voorschrift wordt aan het specifiek voorschrift ‘Gebouw > andere voorschrift voor het gebouw’ toegevoegd: Een inpandige garage kan slechts worden toegelaten tot zover de woningbreedte ter hoogte van de volledige diepte van de garage, minimaal 8 meter bedraagt.’.“

 

De voorbouwlijn wordt niet vastgelegd, wat echter de voorkeur geniet om de continuïteit van het straatbeeld te waarborgen. De bebouwing langsheen de Pladijsstraat kent diverse inrichtingswijzen, hetzij herkenbaar per wegzijde en -segment. Gelet op de aard, ligging en overliggend bebouwingsbeeld, geniet het voor de zone tussen Pladijsstraat 191 en 279, de voorkeur om enige afstand tot de rooilijn in te stellen. Enige afstand tot de rooilijn is eveneens wenselijk teneinde de knotbomen en de helling van het terrein langs de voorzijde van het perceel maximaal te kunnen behouden en teneinde een eventuele oprit voor de inpandige garage te kunnen voorzien. Daartoe wordt volgend bijzondere vergunningsvoorwaarde opgelegd: “Volgend voorschrift wordt aan het specifiek voorschrift ‘Gebouw > Inplanting (afstand tot…)’ toegevoegd: ‘De voorbouwlijn van de woningen moet gelegen zijn tussen minimaal 2 m en maximaal 5 m uit de rooilijn. De maximale achtergevelbouwlijn volgens de bouwzone zoals aangeduid op het grafisch plan blijft behouden.’’

 

De bestaande voetweg nr. 65 wordt verlegd en zal langs de achterkavelgrens van de bestaande en nieuwe woningen lopen, met aansluiting op het oorspronkelijke tracé. De voorgestelde verlegging van de voetweg wordt zorgvuldig gepland en voorkomt conflicten met de nieuwe inplantingen, wat de (toekomstige) toegankelijkheid van het gebied waarborgt. Afsluitingen ter hoogte van deze trage weg dienen te worden vermeden om de openheid van het gebied te bewaren. Zodoende wordt volgende bijzondere vergunningsvoorwaarde opgelegd: “Volgend voorschrift wordt aan het specifiek voorschrift ‘Afsluitingen > Materiaal’ gevoegd: ‘levende hagen zijn slechts toegelaten buiten het tracé van de trage weg en dienen minstens 0,5 meter afstand te houden van deze zone.’”. Een bijkomend voorschrift met identieke finaliteit wordt toegevoegd bij het specifiek voorschrift ‘Vrijstaande handelingen in de tuinzones > achtertuinstrook > constructies’, zijnde: ‘‘Constructies zijn slechts toegelaten buiten het tracé van de trage weg en dienen minstens 0,5 meter afstand te houden van deze zone.’’.

 

Bouwvolume en gabarit:

Het bouwvolume wordt binnen de opgelegde parameters vrij bepaald, zodat architecturale vrijheid behouden blijft. Het toegelaten gabarit is weergegeven op de terreinprofielen. De maximale bouwhoogte bedraagt 4,50 meter ten opzichte van de vloerpas van het gelijkvloers. De woningen mogen maximaal 1,5 bouwlaag bevatten en moeten verplicht worden afgewerkt met een plat dak. Niettegenstaande hellende daken veelvoorkomend zijn in het straatbeeld, vinden de percelen aansluiting bij de woning waarvan de tuinzone wordt afgesplitst. Mede het reliëf van de percelen en achterliggend agrarisch gebied in acht genomen, kan deze volumetrie en dakvorm aanvaard worden.

  

Verschijningsvorm:

De architecturale vormgeving kan mede refererend naar het reliëf en naastgelegen bebouwing worden aanvaard. Hetzij waarbij naar materialisatie gekozen dient te worden voor duurzame, residentiële en kleinschalige materialen. Het materiaalgebruik in de directe omgeving bestaat hoofdzakelijk uit gevelmetselwerk. Om die reden dient in de voorschriften opgenomen te worden dat de gevelafwerking in hoofdzaak uit parementmetselwerk opgetrokken moet worden en dat gevelbepleisteringen, hout en leien enkel als accent mogelijk zijn.  Het specifiek voorschrift “Materiaalgebruik” dient als volgt aangepast te worden: “Gevelmaterialen: Duurzame, eigentijdse materialen in harmonie met de omgeving worden toegelaten. Verantwoorde materialen zijn in hoofdzaak parementmetselwerk met eventuele accentbekleding in o;a. gevelbepleistering, hout, leien. Niet esthetische materialen zijn o.a. metselwerk in snelbouwstenen, betonstenen, roofingbekledingen.”.

 

In de voorschriften zijn omtrent de carport al een aantal bepalingen opgenomen teneinde deze te beperken in oppervlakte en hoogte. Om de carports voldoende op elkaar af te stemmen en zodoende de openheid te waarborgen is het wenselijk om bijkomend op te nemen dat de tweede gebouwde carport zich qua hoogte moeten enten op de eerder opgerichte of vergunde carport op het naastliggend lot. Het bestaande voorschrift “Vrijstaande handelingen in de tuinzones > zijtuinstrook > constructies” wordt bijgevolg uitgebreid zodoende tot volgend voorschrift te komen: “Er kan een carport gebouwd worden in de 3-meter-zone tussen de loten 1 en 2 en op minstens 3 m achter de voorgevelbouwlijn en tot maximaal gelijklopend met de achtergevel. De carport heeft een maximale oppervlakte van 21 m² en een verplicht plat dak van maximum 3 m hoog. Bij voorkeur analoge vormgeving en materialen als hoofdgebouw; hetzij keuze voor uitvoering als tuinhuis in hout. Bij eerdere oprichting van een carport op het naastgelegen lot of goedgekeurde omgevingsvergunning daartoe wordt de carport naar hoogte geënt op de eerder vergunde carport.”

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek: 

Het project bestaat uit de creatie van 2 bouwloten voor woningbouw aan de rand van de dorpskern van Sint-Lodewijk. De loten ontsluiten rechtstreeks via de Pladijsstraat, een goed uitgeruste gemeenteweg met voldoende capaciteit. Door de ligging aan de rand van de dorpskern van Sint-Lodewijk, met vlotte verbinding naar de kernen van Deerlijk, Vichte en Zwevegem, zijn diverse voorzieningen in de buurt aanwezig. Er zal een zeer beperkte toename zijn van residentieel verkeer. Dit verkeer zal tijdens de week voornamelijk tijdens de ochtend en avond plaatsvinden en in het weekend gedurende de dag. In de voorschriften worden een overdekte en openlucht parkeerplaats verordenend opgelegd. Er is op elk lot voldoende ruimte voor parkeren op eigen terrein.  Gelet op bovenstaande wordt geen significante impact inzake mobiliteit verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Binnen de voorschriften wordt maximaal ingezet op het behoud van de knotwilgen en de inrichting als groenzone opgelegd. Ook worden een aantal vrije zijstroken ruimer genomen dan de standaard 3 m teneinde voldoende doorzicht te bewaren op het achterliggend open landschap. Dit in combinatie met de ingeperkte verhardingsmogelijkheden, kan de voorgenomen omgevings- en groenaanleg worden aanvaard.

 

Conclusie

De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke mits het opleggen van de voornoemde bijzondere vergunningsvoorwaarden en planaanpassing.

 

6.l.     Resultaten openbaar onderzoek

Er werden geen bezwaarschriften ingediend naar aanleiding van het openbaar onderzoek.

 

6.m.     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

6.n.  Bespreking adviezen

Aquafin

Er werd geen advies ontvangen. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

Deputatie, Dienst Waterlopen

Gelet op de aanwezige gegevens worden vanuit de Dienst Waterlopen geen maatregelen opgelegd. De verenigbaarheid met de geldende GSV werd conform verzoek onderzocht waardoor voldaan wordt aan hetgeen vooropgesteld.

 

Proximus

Proximus noteerde geen bezwaar te hebben.

 

De Watergroep

In het advies van De Watergroep zijn een aantal voorwaarden opgenomen dewelke onder vorm van bijzondere vergunningsvoorwaarden aan de omgevingsvergunning worden gehecht.

 

Wyre

De studiedienst van Wyre stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken. De voorwaarden als opgenomen binnen het advies worden als bijzondere vergunningsvoorwaarde aan de omgevingsvergunning gehecht.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Mathieu Dejaeger wonende Pladijsstraat 197 te 8540 Deerlijk, voor het verkavelen van een perceel in 2 loten voor vrijstaande eengezinswoningen en het verleggen van een voetweg, op een perceel gelegen Pladijsstraat 197 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 146 D2 en (afd. 2) sectie E 247 D , mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Volgend voorschrift wordt aan het specifiek voorschrift ‘Gebouw > Inplanting (afstand tot…)’ gevoegd: ‘De voorbouwlijn van de woningen moet gelegen zijn tussen minimaal 2 meter en maximaal 5 meter uit de rooilijn. De maximale achtergevelbouwlijn volgens de bouwzone zoals aangeduid op het grafisch plan blijft behouden.’

        Volgend voorschrift wordt aan het specifiek voorschrift ‘Afsluitingen > Materiaal’ toegevoegd: ‘levende hagen zijn slechts toegelaten buiten het tracé van de trage weg en dienen minstens 0,5 meter afstand te houden van deze zone.’.

        Een bijkomend voorschrift wordt toegevoegd bij het specifiek voorschrift ‘Vrijstaande handelingen in de tuinzones > achtertuinstrook > constructies’, zijnde: ‘Constructies zijn slechts toegelaten buiten het tracé van de trage weg en dienen minstens 0,5 meter afstand te houden van deze zone.’.

        Het specifiek voorschrift “gebouw > Materiaalgebruik” dient als volgt aangepast te worden: “Gevelmaterialen: Duurzame, eigentijdse materialen in harmonie met de omgeving worden toegelaten. Verantwoorde materialen zijn in hoofdzaak parementmetselwerk met eventuele accentbekleding in o;a. gevelbepleistering, hout, leien. Niet esthetische materialen zijn o.a. metselwerk in snelbouwstenen, betonstenen, roofingbekledingen.”

        Het bestaande voorschrift “Vrijstaande handelingen in de tuinzones > zijtuinstrook > constructies” wordt uitgebreid zodoende tot volgend voorschrift te komen: ‘Er kan een carport gebouwd worden in de 3-meter-zone tussen de loten 1 en 2 en op minstens 3 m achter de voorgevelbouwlijn en tot maximaal gelijklopend met de achtergevel. De carport heeft een maximale oppervlakte van 21 m² en een verplicht plat dak van maximum 3 m hoog. Bij voorkeur analoge vormgeving en materialen als hoofdgebouw; hetzij keuze voor uitvoering als tuinhuis in hout. Bij eerdere oprichting van een carport op het naastgelegen lot of goedgekeurde omgevingsvergunning daartoe wordt de carport naar hoogte geënt op de eerder vergunde carport.’

        Volgend voorschrift wordt aan het specifiek voorschrift ‘Gebouw > andere voorschrift voor het gebouw’ toegevoegd: ‘Een inpandige garage kan slechts worden toegelaten tot zover de woningbreedte ter hoogte van de volledige diepte van de garage, minimaal 8 meter bedraagt.’.

        De voorwaarden en/of lasten als opgenomen binnen het advies van De Watergroep en van Wyre maken integraal deel uit van de omgevingsvergunning.

        Het verkoopbaarheidsattest zal pas afgeleverd worden nadat de verkavelaar voldaan heeft aan alle financiële en contractuele verplichtingen opgelegd door Riopact en na voorlegging van een attest door De Watergroep.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.37. Kapel ter Ruste 38 - deelname herstelkosten deelmuur - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen voor het deelnemen in de herstelkosten van een deelmuur ter hoogte van de Kapel ter Rustestraat 38.

 

Motivering

 

Op 23 november 2022 werd en omgevingsvergunning (OMV_2022111273) afgeleverd voor het renoveren van de woning Kapel ter Rustestraat 38. Tijdens de renovatie van de woning  werd ook een deelmuur hersteld. Die deelmuur bevindt zich op de perceelsgrens van de Kapel ter Rustestraat 38 en de toegang tot de gemeentelijke parking.

De herstelwerken omvatten:

Omschrijving van de werken

Bedrag excl. btw

Het vernieuwen van de deksteen over een lengte van 10 lm inclusief de plaatsingsmaterialen

480 euro

Het verstevigen van de muur ter hoogte van de barst

335 euro

De werkuren voor het leveren en plaatsen van de materialen

675 euro

TOTAAL

1.490 euro

 

Aangezien dit een deelmuur betreft, vraagt de bewoner een deelname in de kosten ten bedrage van de helft van de herstelkosten. De bewoner heeft het totaalbedrag van 1.579,40 euro incl.6% btw al aan de aannemer overgemaakt.
 

Advies dienst Wegen & Water

        Bij nazicht werden de werken uitgevoerd conform de factuur.

        Intern advies beleid en juridische zaken - Burgerlijk Wetboek

        Vaststelling al dan niet gemene muur
Art. 3.105: De afsluitingen die tot stand zijn gebracht langs of schrijlings op de perceelsgrens worden vermoed gemeen te zijn, behoudens verkrijgende verjaring of andersluidende titel. Indien niet vaststaat dat de afsluiting zich schrijlings op de perceelsgrens bevindt, kan het vermoeden van mandeligheid ook worden tegengesproken door een teken van niet-mandeligheid. Een muur wordt vermoed toe te behoren aan de eigenaar van het perceel waarnaar de top van die muur afhelt of aan wiens zijde uit architecturale elementen de private aard ervan blijkt.

        Art. 3.112 Verplichtingen van de mede-eigenaarschap.:
De herstellingen tot onderhoud en de grove herstellingen in de zin van de artikelen 3.153 en 3.154 evenals de heropbouw van een gemene afsluiting zijn ten laste van de mede-eigenaars, elk naar verhouding tot hun rechten, behalve indien zij uitsluitend aan één van hen zijn te wijten.
Behalve indien een mede-eigenaar de gemene afsluiting daadwerkelijk blijft gebruiken of de beschadigingen heeft veroorzaakt, kan hij zich bevrijden van de verplichting om bij te dragen aan de grove herstellingen of de heropbouw door zijn recht van mandeligheid af te staan aan de andere mede-eigenaar, niettegenstaande artikel 3.17, tweede lid. Die laatste kan, als hij zulks verkiest, de verwijdering van de afsluiting voor gezamenlijke rekening eisen.
 

Bijgevolg kan de dienst Wegen & Water zich vinden in het deelnemen in de helft van de herstelkosten ten bedrage van 745 euro excl. btw of 789,70 euro incl. 6% btw.

 

 

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

       Burgerlijk Wetboek artikelen 3.105, 3.153, 3.154 en artikel 3.17

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

789,70 euro incl. 6% btw

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0200-00/61510000

Visum

n.v.t.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit deel te nemen in de helft van de herstelkosten voor de deelmuur ten bedrage van 789,70 euro incl. 6% btw.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.38. Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.39. Omgevingsvergunning - 2025.56 - Oliebergstraat 124 - melding - aktename bronbemaling - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor het tijdelijk bemalen voor het plaatsen van een kelder op een perceel gelegen Oliebergstraat 124 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 685 A ingediend door de heer Michiel Vanrobaeys met als contactadres Oude Elstweg 7 te 8570 Anzegem en mevrouw Steffy Deleu met als contactadres Oude Elstweg 7 te 8570 Anzegem.

 

Motivering

 

De melding ingediend door de heer Michiel Vanrobaeys met als contactadres Oude Elstweg 7 te 8570 Anzegem en mevrouw Steffy Deleu met als contactadres Oude Elstweg 7 te 8570 Anzegem, werd per beveiligde zending verzonden op 2 april 2025.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

 

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Oliebergstraat 124, kadastraal bekend afdeling 2 sectie E nr. 685A.

 

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: tijdelijk bemalen voor het plaatsen van een kelder.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

53.2.1°

Bronbemaling voor aanleg kelder (Nieuw)

10.896 m³/jaar

3

 

Opmerking: rubriek 53.2.2°a) werd aangevraagd, maar werd reeds gewijzigd naar de actuele rubriek (aanpassing van de indelingslijst).

 

BEVOEGDHEID

 

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

 

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

 

Deze melding heeft een invloed op de volgende milieutechnische aspecten:

 

Er wordt een bronbemaling aangevraagd ten behoeve van de aanleg van een kelder. Men schat het totaal debiet op 10.896 m³ en het maximale dagdebiet op 163 m³. Er wordt een maximale grondwaterverlaging beoogt van 3,70 m-mv. De bemaling zal actief zijn gedurende 90 kalenderdagen.

 

De aanvraag stelt dat er geloosd zal worden in de openbare riolering, meer bepaald in de RWA-leiding. Op plan ligt dit lozingspunt in de Oliebergstraat, aanpalend aan het perceel waarop bemaald zal worden. Echter, in de Oliebergstraat is volgens de rioleringsdatabank van Aquafin nog geen gescheiden stelsel aanwezig. In een bijzondere voorwaarde wordt opgelegd dat er geloosd moet worden in de straatkolk van de Kaderstraat, ca. 75 m ten oosten van de projectlocatie.

 

De aanvraag stelt dat er zich binnen de invloedstraal van 50,20 m geen OVAM bodemdossiers bevinden. Dit betreft echter de invloedstraal in beginfase van de bemaling. De invloedstraal in stationaire fase bedraagt volgens de toegevoegde berekening 99 m. In deze invloedstraal bevindt zich een oriënterend bodemonderzoek met dossiernr. 18427. Na inzage van dit onderzoek blijkt er verontreiniging van het grondwater aanwezig te zijn voor PFAS. Er werden waarden boven de toetsingsnorm vastgesteld. Gelet op de geringe afstand tussen de locatie van dit bodemonderzoek en de projectlocatie, en de duur van de bemaling, bestaat er dus een risico op aantrekken van de verontreiniging door de bemaling. In een bijzondere voorwaarde worden staalnames van het bemalingswater opgelegd.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit met omzichtigheid benaderd worden.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandregels.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

     Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

     Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Michiel Vanrobaeys met als contactadres Oude Elstweg 7 te 8570 Anzegem en mevrouw Steffy Deleu met als contactadres Oude Elstweg 7 te 8570 Anzegem voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde het tijdelijk bemalen voor het plaatsen van een kelder gelegen Oliebergstraat 124 te Deerlijk.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

53.2.1°

Bronbemaling voor aanleg kelder (Nieuw)

10.896 m³/jaar

3

 

Artikel 2

 

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Artikel 3

 

Onderstaande voorwaarden zijn van toepassing:

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. In het bijzonder is de Grondwatertrein van kracht gegaan sinds 8 april 2025. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

 

Bijzondere voorwaarden:

        Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:
 het merk en serienummer;
 het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;

Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.
 

        Enkel lozing op RWA kan toegestaan worden, tenzij het bemalingswater verontreinigd zou zijn. In de Oliebergstraat is geen gescheiden stelsel aanwezig, waardoor geloosd moet worden in een straatkolk in de Kaderstraat op ca. 75 m van de projectlocatie. Bij het kruisen van de weg wordt een kabelgoot met flauwe helling voorzien.

        Gelet op het risico op aantrekken van PFAS-verontreiniging, dient het bemalingswater geanalyseerd te worden op PFAS door een labo erkend in de discipline water. De staalnamefrequentie gebeurt als volgt: 1x voor opstart, 1x na 1 week, en vervolgens 1 en 2 maand na opstart.

De analyseresultaten en de bijhorende toetsing aan de van toepassing zijnde normen dienen overgemaakt te worden via omgeving@deerlijk.be, en dit telkens van zodra de analyseresultaten beschikbaar zijn onder de vorm van een meetrapport. De bemaling kan pas starten na goedkeuring van de gemeente op basis van eerste analyseresultaten. Indien de normen worden overschreden wordt in overleg met de gemeente beslist welke werkwijze gehanteerd moet worden bv. een extra zuiveringsstap, lozing op gemengde riolering,...

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

        200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

        100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

        het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges,

        het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.40. OMV2025040703 - 2025.58 - Vichtestraat 159 - aktename bronbemaling - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor het tijdelijk bemalen voor het plaatsen van een kelder en zwembad op een perceel gelegen Vichtestraat 159 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1269 A, (afd. 1) sectie B 1296 D en (afd. 1) sectie B 1296 E ingediend door de heer Kevin Destadsbader met als contactadres Spinetstraat 5 te 8530 Harelbeke.

 

Motivering

 

De melding ingediend door de heer Kevin Destadsbader met als contactadres Spinetstraat 5 te 8530 Harelbeke, werd per beveiligde zending verzonden op 4 april 2025.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

 

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Vichtestraat 159, kadastraal bekend afdeling 1 sectie B nrs. 1269A, 1296D en 1296E.

 

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: tijdelijk bemalen voor het plaatsen van een kelder en zwembad.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

53.2.1°

Tijdelijke bronbemaling voor de bouw van een kelder en een zwembad (Nieuw)

1.358 m³/jaar

3

 

Opmerking: Rubriek 53.2.2°a) werd aangevraagd, maar door wijziging van de indelingslijst werd dit reeds aangepast naar de actuele rubriek.

 

BEVOEGDHEID

 

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

 

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

 

Deze melding heeft een invloed op de volgende milieutechnische aspecten:

 

Voor de aanleg van een kelder en zwembad is een tijdelijke bronbemaling noodzakelijk om de werken te kunnen uitvoeren. Er zijn twee bemalingseenheden te onderscheiden met volgende kenmerken:

 

1. Kelder:

        Max. debiet per dag: 30 m³/dag

        Max. debiet per project: 1.120 m³

        Max. verlaging grondwaterpeil: 4 m-mv

        Termijn: 75 dagen

 

2. Zwembad:

        Max. debiet per dag: 13 m³/dag

        Max. debiet per project: 238 m³

        Max. verlaging grondwaterpeil: 2 m-mv

        Termijn: 45 dagen

 

In de aanvraag wordt voorgesteld om het opgepompte water te lozen op de achterliggende percelen, zodat het kan infiltreren. Bij verzadiging kan het water zijn weg vinden naar de achterliggende gracht. Deze lozingswijze wordt ook aangeduid op plan, en wordt opgenomen in een bijzondere voorwaarde.

 

In de invloedstraal van de bemaling (max. 65 m in stationaire toestand) bevindt zich 1 OVAM bodemdossier, nl. een beschrijvend bodemonderzoek met dossiernr. 83507. De aanvraag bespreekt het risico op aantrekken verontreiniging niet. Na inzage van het bodemdossier blijkt dat er verontreiniging aanwezig is van minerale olie en BTEX, zowel in het vaste deel van de aarde als het grondwater. Er wordt dan ook het gebruiksadvies geformuleerd om bij uitvoering van bemalingen maatregelen te nemen om verspreiding van grondwaterverontreiniging tegen te gaan. In een bijzondere voorwaarde wordt opgenomen dat het bemalingswater regelmatig geanalyseerd moet worden op minerale olie en BTEX.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit met omzichtigheid benaderd worden.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandregels.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

     Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

     Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Kevin Destadsbader met als contactadres Spinetstraat 5 te 8530 Harelbeke voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde het tijdelijk bemalen voor het plaatsen van een kelder en zwembad gelegen Vichtestraat 159 te Deerlijk.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

53.2.1°

Tijdelijke bronbemaling voor de bouw van een kelder en een zwembad (Nieuw)

1.358 m³/jaar

3

 

Artikel 2

 

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Artikel 3

 

Volgende voorwaarden zijn van toepassing:

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

 

Bijzondere voorwaarden:

 

        Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is volgens het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in Art. 6, 7°, a), 1) van het voormelde besluit.
Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:
1° het merk en serienummer;
2° het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;

Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen.

 

        Het bemalingswater dient volledig geloosd te worden op de achterliggende percelen, zodat het kan infiltreren. Bij verzadiging kan het water zijn weg vinden naar de achterliggende gracht. Van deze lozingswijze kan afgeweken worden indien verontreiniging vastgesteld wordt.
 

        Gelet op het risico op aantrekken van verontreiniging, dient het bemalingswater geanalyseerd te worden door een labo erkend in de discipline water. De staalnamefrequentie gebeurt als volgt: 1x voor opstart, 1x na 1 week, 1x na 1 maand en 1x na 2 maand. Het water wordt ook minstens wekelijks visueel en organoleptisch gecontroleerd op verontreiniging. Volgende parameters worden geanalyseerd:

        Minerale olie

        BTEX
 

De analyseresultaten en de bijhorende toetsing aan de van toepassing zijnde normen dienen overgemaakt te worden via omgeving@deerlijk.be, en dit telkens van zodra de analyseresultaten beschikbaar zijn onder de vorm van een meetrapport. De bemaling kan pas starten na goedkeuring van de gemeente op basis van eerste analyseresultaten. Indien de normen worden overschreden wordt in overleg met de gemeente beslist welke werkwijze gehanteerd moet worden bv. een extra zuiveringsstap.
 

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

        200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

        100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

        het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges,

        het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.41. Premie kleine landschapselementen - toekennen subsidie - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.42. Projectstuurgroep Fietsfondsdossier Pladijsstraat – engagement tot samenwerking met provincie West-Vlaanderen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een engagement tot samenwerking met de provincie West-Vlaanderen, voor een fietsfondsdossier in de Pladijsstraat, goed te keuren.

 

Motivering

 

Op het grondgebied van Deerlijk is het traject Pladijsstraat tussen de kernen Sint-Lodewijk en Statiewijk opgenomen binnen het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk.

 

De aanleg van de fietsinfrastructuur op het traject kan via het Fietsfonds in aanmerking komen voor subsidiëring via de provincie en de Vlaamse Overheid.

 

Als voorbereiding voor een subsidiedossier dient een startnota gemaakt waarin een analyse wordt gemaakt van de bestaande toestand, en waarin verschillende scenario’s voor de aanleg van de fietsinfrastructuur worden onderzocht.

 

De provincie West-Vlaanderen zorgt voor de opmaak en goedkeuring van de startnota, de gemeente Deerlijk is de aanbestedende overheid en neemt de leiding en het toezicht op de werken op zich.

 

Het proces zal worden begeleid door een projectstuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de provincie West-Vlaanderen, de gemeente Deerlijk, MOW, De Lijn, Aquafin, politiezone Gavers.

 

Het provinciebestuur is subsidiërende partner (i.k.v. het Fietsfonds). Het college stelt de provincie West-Vlaanderen aan als trekker voor de subsidie-afhandeling.

 

De effectieve samenwerkingsovereenkomst zal worden opgemaakt tegen de projectstuurgroepvergadering.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zich te engageren voor het samenwerken met de provincie West-Vlaanderen in het kader van een fietsfondsdossier voor de Pladijsstraat.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.43. Standplaats ambulante handel - Bloemenkraam - Moederdag 2025 - Goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen aan Flowered by Ruben Verbeke voor een extra dag i.k.v. de uitoefening van hun ambulante handel, ter gelegenheid van moederdag.

 

Motivering

 

Flowered by Ruben Verbeke neemt op heden een vaste standplaats in op de parking van d'Iefte en wil, ter gelegenheid van moederdag, een extra dag aanvragen. Dit op zondag 11 mei 2025 van 6.00 uur tot 13.00 uur.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Retributiereglement ambulante handel, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

        Retributie standplaats: 3 euro per lopende meter met een minimum van 20 meter.

        Elektriciteit: 5 euro per dag

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0020-00/73603000

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit Flowered by Ruben Verbeke toelating te verlenen om hun ambulante handel een extra dag uit te oefenen op de vaste standplaats, zijnde de parking van d'Iefte, en dit ter gelegenheid van moederdag op zondag 11 mei 2025 van 6.00 uur tot 13.00 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.44. Kwartaalrapport delegaties overheidsopdrachten, betaling goedgekeurde bedragen, meer/minwerken en zwembad Aquandé - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.45. Kerkfabrieken Sint-Columba en O.L.V. Onbevlekt Ontvangen - verslagen van 3 april 2025 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De kerkfabrieken Sint-Columba en O.L.V. Onbevlekt Ontvangen hielden een vergadering op 3 april 2025.  Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de verslagen van deze vergaderingen.

 

Motivering

 

De verslagen bevinden zich in bijlage.  Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen zijn binnengekomen, om een besluit te schorsen indien het gemeentelijk (financieel) belang geschaad wordt.

 

Er is geen advies nodig.

 

Juridische gronden

 

        Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Art. 57 en 58, § 1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verslagen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.46. Belasting op masten en pylonen - aanslagjaar 2025 - uitvoerbaarverklaring – goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het kohier van de gemeentelijke belasting op masten en pylonen uitvoerbaar te verklaren voor aanslagjaar 2025.

 

Motivering

 

Op 24 november 2022 keurde de gemeenteraad de gemeentelijke belasting op masten en pylonen goed. In uitvoering daarvan wordt jaarlijks een kohier opgemaakt.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere: 

       Art. 4, § 3 decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen ervan

       Gemeentelijk belastingreglement op masten en pylonen van 24 november 2022

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

201.000,00 euro

Actie

gelijkblijvend beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0020-00/73609000

Visum

nvt

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het kohier voor aanslagjaar 2025 van de gemeentelijke belasting op masten en pylonen uitvoerbaar te verklaren. Het kohier bevat 3 artikels voor een totaal bedrag van 201.000,00 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.47. Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.48. Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.49. Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.50. Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.51. Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.52. Afvoering van ambtswege - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

C.53. Samen Digitaal - Planning Digipunten - aanpassing data & locaties - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de verderzetting van de werking van de digipunten, met aanpassing van data en locaties, goed te keuren.

 

Motivering

 

LEVEL8540, digitale transformatie Zuid-West-Vlaanderen, Burgerloket en vele andere projecten onder het programma van 'gemeente zonder gemeentehuis' zorgen ervoor dat we op een digitale snelheidstrein zitten. Binnen deze projecten worden gemeentelijke administratieve processen maximaal gedigitaliseerd voor het gebruiksgemak van zowel medewerker als burger. Elk lokaal bestuur heeft hierbij een belangrijke taak, namelijk ervoor zorgen dat elke burger mee kan in deze bijzondere snelle evolutie.

 

Door het traject van de digicoach kunnen we stellen dat we een zicht hebben op de vragen en noden van onze burgers. Via de bevraging bij de aanvang van het project werd duidelijk dat zowel opleiding als individuele ondersteuning nodig zijn. Daarnaast, aangevuld door vragen in het digipunt, werd duidelijk dat volgende thema's leven bij onze burgers: werken met een smartphone, phishing, itsme, e-box, mijn burgerprofel, etc.

 

Met deze acties bereiken we verschillende doelgroepen zoals senioren en anderstaligen. Deze doelgroepen werden vooropgesteld bij de opmaak van het actieplan.

 

Op vandaag kan iedereen langskomen in een digipunt om digitale vragen te stellen aan een digihelper. De digipunten gaan door de 2de en 3de woensdag van de maand in de bibliotheek.

 

We wensen de planning als volgt aan te passen:

 

        Elke 2e woensdag van de maand van 16.00 tot 18.00 uur in de Bibliotheek (vanaf de zomermaanden)

        Elke 4e donderdag van de maand van 17.00 tot 19.00 in het Gemeentehuis (vanaf september)

        En het extra Digipunt in de Tetterplek gelinkt aan de werking/opening van ’t Netje.

 

Aangezien de link met de avondopening op de donderdag in het Gemeentehuis.

 

We willen door middel van de aangepaste planning nieuwe doelgroepen bereiken die we op de huidige locatie niet bereiken. We denken onder andere aan jonge gezinnen, jongeren, 50-plussers, …

 

We evalueren deze nieuwe vorm van werken graag eind december 2025.

 

De organisatie van de digipunten is onder voorbehoud van de inzet en het engagement van voldoende vrijwilligers.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de aangepaste locaties en data van de digipunten goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

D.1. De Kim - De Beuk - Alarm en camerabewaking - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de meerprijs goed te keuren voor extra bekabeling voor alarm- en camerabewaking in het dossier De Kim - De Beuk.

 

Motivering

 

Voor de Beuk wenst de directeur van de verbouwingswerken gebruik te maken om ook een alarminstallatie en camerabewaking te installeren.

 

Geen van beide installaties was voorzien in het dossier van de nieuwbouw en de renovatie van De Kim en De Beuk. De projectmanager infrastructuur was dan ook niet akkoord om het dossier met deze extra kosten te belasten.

 

De directeur wil de installaties dan ook met eigen middelen bekostigen.

 

Omwille van de al vele aannemers op de werf lijkt het echter wel wenselijk en efficiënt om de benodigde bekabeling voor deze installaties door de firma EDF te laten uitvoeren aan de gekende prijzen uit het dossier "Nieuwbouw en renovatie De Kim - De Beuk". Voor de extra bekabeling maakte EDF een prijsvoorstel van 9.145,26 euro exclusief btw of 9.693,98 euro inclusief 6% btw.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4°  Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

9.693,98 euro inclusief 6% btw

Actie

Nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen voor De Kim en De Beuk

Jaarbudgetrekening

A-4.06.1/0800-00/22100000

Visum

n.v.t.

 

Bij een eerstvolgende budgetwijziging zal het benodigde bedrag hiervoor verschoven worden van de JBR GBB/0800-00/24000000 "meubilair-gemeenschapsgoederen" naar de JBR A-4.06.1/0800-00/22100000 "Nieuwbouw en renovatie De Kim - De Beuk".

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit verrekeningsvoorstel 59 van de firma EDF voor de bekabeling in functie van de alarm en camerabewaking voor De Beuk goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 APRIL 2025

D.2. Beperkte mobiliteitscommissie - 12 december 2024 en 16 februari 2025 - kennisname verslagen en beslissingen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De beperkte mobiliteitscommissie hield een vergadering op 12 december 2024 en op 16 februari 2025. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de adviezen van de commissie goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besproken onderwerpen en neemt een beslissing aan de hand van het advies van de beperkte mobiliteitscommissie.

 

Volgende punten werden geadviseerd op de BMC van 12 december 2024:

        Bushalte Pladijsstraat

        Snelheid brug Pontstraat

        Snelheid Sint-Rochusstraat

        Vrachtverkeer Desselgemstraat

        Overname deelfietshub

 

Volgende punten werden geadviseerd op de BMC van 16 februari 2025:

        Parkeren schoolspits Camiel Vereeckelaan

        Foutparkeren in steegje aan kerk Sint-Lodewijk

        Geluidsoverlast geparkeerde vrachtwagens N36

        Parkeren voor inrit appartementsgebouw Tresleca

        Voorrang in de Bontestierstraat tussen Waregemstraat en Bloemistenlaan

        Auto langs Astridpad

        Versmalling De Cassinastraat

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verslagen van 12 december 2024 en 16 februari 2025 en beslist de adviezen van de beperkte mobiliteitscommissie te volgen.

 

Artikel 2

 

Betreffende de versmalling in de De Cassinastraat besluit het college van burgemeester en schepenen om dit aan te passen en de doorgang te verbreden.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/04/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.