DEERLIJK

31 AUGUSTUS 2022

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Philip Ghekiere, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

VERONTSCHULDIGD

 

Schepen: Matthias Vanneste

 

 

Claude Croes, burgemeester verlaat de zitting vanaf punt C.13.

Bert Schelfhout, wnd. burgemeester vervoegt de zitting vanaf punt C.13.

Claude Croes, burgemeester vervoegt de zitting vanaf punt C.14.

Bert Schelfhout, schepen vervoegt de zitting vanaf punt C.14.

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 24 augustus 2022 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 24 augustus 2022.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 24 augustus 2022 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.2. Gemeentelijke administratieve sancties (GAS) - aanwijzing van bijkomende

gewestelijke vaststellers voor inbreuken op de algemene politieverordening

(APV) en opsomming van de artikelen waarop deze inbreuken kunnen vaststellen - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring - besloten zitting

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.3. Schrijven VSOA inzake toekomstig besluit Vlaamse Regering  - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het schrijven van het VSOA betreffende de wijzigingen aan het rechtspositiebesluit en het ontslagdecreet van statutaire ambtenaren.

 

Motivering

 

Woensdag 24 augustus 2022 werd door mevrouw Christel Demerllier, voorzitter VSOA Lokale en Regionale Besturen regio Vlaanderen, een schrijven aan de gemeente overgemaakt waarin wordt gewezen op de gevolgen aangaande de wijzigingen die de Vlaamse Regering wenst door te voeren met betrekking tot de rechtspositieregeling en het ontslag van een statutair ambtenaar.

 

Dit schrijven is terug te vinden als bijlage bij dit punt.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van VSOA Lokale en Regionale besturen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.4. Jeugdconsulent - vacantverklaring - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de functie van jeugdconsulent (B1-B3) vacant te verklaren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 1 juni 2022 kennis van de ontslagname van mevrouw Delphine Decock, jeugdconsulent. Haar opzegtermijn bedraagt 13 weken en loopt tot en met 4 september 2022. Op heden heeft ze de dienst al verlaten vanwege de opname van resterend verlof.

 

Het geïntegreerde organogram van gemeente en OCMW Deerlijk, ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad van 28 april 2022, voorziet in een voltijdse contractuele betrekking van jeugdconsulent (B1-B3).

 

De herinvulling van deze functie gebeurt bij voorkeur via een aanwervingsprocedure met aanleg van een wervingsreserve voor de duur van 3 jaar.

 

Er wordt voorgesteld de externe bekendmaking van de vacature te laten gebeuren:

        in de Zondag/deze Week;

        via de website, infoschermen, e-mailhandtekening, externe nieuwsbrief en sociale media van het bestuur;

        via VDAB;

        via de website van Poolstok;

        via Facebook- en linkedin advertising.

 

De selectieprocedure zou bestaan uit 3 onderdelen:

  1. een schriftelijk gedeelte (thuisopdracht)
  2. een mondeling gedeelte
  3. een assessment center

 

De aanstellende overheid kan kiezen, als de noodzaak zich voordoet, om de selectietechnieken online toe te passen als alle kandidaten zich hiermee akkoord verklaren.

 

Er is geen advies nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 2° Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 5, 8, 11, 15, 21 en 25 rechtspositieregeling gemeente Deerlijk

        het geïntegreerde organogram van gemeente en OCMW Deerlijk

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming

6.500 euro excl. btw voor de selectieprocedure via Poolstok/Vandelanotte

Actie

GBB

Jaarbudgetrekening

62020000

Visum

nvt

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voltijdse betrekking van jeugdconsulent (B1-B3) vacant te verklaren.

 

Artikel 2

 

De invulling van deze betrekking gebeurt in contractueel verband via een aanwervingsprocedure en er wordt een wervingsreserve voor 3 jaar aangelegd.

 

Artikel 3

 

De externe bekendmaking van de vacature zal gebeuren:

        in de Zondag/deze Week;

        via de website, de infoschermen, de e-mailhandtekening, de externe nieuwsbrief en sociale media van het bestuur;

        via VDAB;

        via de website van Poolstok;

        via Facebook- en linkedin advertising.

 

Artikel 4

 

De selectieprocedure zal bestaan uit volgende onderdelen met als volgorde:

  1. een schriftelijk gedeelte (thuisopdracht)
  2. een mondelinge gedeelte voor de kandidaten die geslaagd zijn voor de schriftelijke proef
  3. een assessment center voor de kandidaten die geslaagd zijn voor het mondeling gedeelte.

 

De selectietechnieken kunnen, als de noodzaak zich voordoet, online toegepast worden.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.5. Schoonmaakster bibliotheek - aanstelling in contractueel verband - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 5 ja-stemmen

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.6. Verslag politiecollege - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van het politiecollege.

 

Motivering

 

Het verslag van het politiecollege van 8 juli 2022 werd overgemaakt aan de gemeente.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.7. Beslissing college van burgemeester en schepenen van 6 juli 2022 - mededeling kantmelding - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 6 juli 2022 betreffende de kennisname van een asverstrooiing werd in zitting van 24 augustus 2022 ingetrokken en hernomen.

 

Motivering

 

De algemeen directeur vermeldt de intrekking van een besluit, de vernietiging of de niet-goedkeuring van een besluit door een toezichthoudende overheid in de notulen van de gemeenteraad of van het college van burgemeester en schepenen.

 

De algemeen directeur brengt de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen daarvan op de hoogte op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 284 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aangebrachte kantmelding in de rand van de notulen van het college van burgemeester en schepenen van 6 juli 2022 als volgt:

 

Bij punt C29 'Asverstrooiing - kennisname':

Intrekking CBS-beslissing: CBS 24/08/2022

Mededeling kantmelding: CBS 31/08/2022

Herneming CBS-beslissing: CBS 24/08/2022

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.8. Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslag werd overgemaakt aan de gemeente:

 

        Leiedal - verslag van de raad van bestuur van 8 juli 2022

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.9. Kom op tegen Kanker - Dag tegen Kanker - deelname jaarlijkse campagne - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd deel te nemen aan de jaarlijkse campagne 'Dag tegen Kanker' die dit jaar plaatsvindt op donderdag 20 oktober 2022.

 

Motivering

 

Op donderdag 20 oktober 2022 organiseert Kom op tegen Kanker haar 23e 'Dag tegen Kanker'.

 

Tijdens de 'Dag tegen Kanker' wordt gevraagd om één dag expliciet medeleven en verbondenheid en solidariteit te tonen met kankerpatiënten en hun naasten.

 

Deelname aan de campagne kan gebeuren op drie manieren:

  1. De personeelsleden spelden op 20 oktober 2022 het gele lintje op als teken van solidariteit. De gele lintjes blijven elk jaar hetzelfde en kunnen dus hergebruikt worden. Nieuwe lintjes kunnen tegen een kleine vergoeding bekomen worden.
  2. Het organiseren van warme en deugddoende activiteiten voor kankerpatiënten en/of hun naasten.
  3. Deelname aan de publiekscampagne. Dat kan vanaf de week voor de Dag tegen Kanker via www.dagtegenkanker.be en sociale media.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 183, 221, § 1 en 223 van de Algemene Politieverordening

 

Financiële gevolgen

 

De financiële gevolgen zijn nog niet gekend maar zullen een kleine vergoeding omvatten voor de gele lintjes voor het personeel.

We raden de personeelsleden aan om hun gele lintje te bewaren voor het jaar erop gezien de deelname aan deze campagne jaarlijks herhaald wordt.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit deel te nemen aan de jaarlijkse campagne 'Dag tegen Kanker' die plaatsvindt op donderdag 20 oktober 2022.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit te kiezen voor optie 1 waarbij de gemeentelijke personeelsleden op 20 oktober 2022 het gele lintje opspelden als teken van solidariteit.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.10. Jeugd - Premie kadervorming - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.11. Bibliotheek - ophaling van afgevoerde boeken door Kringloopwinkel - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om een herbestemming van  oude af te voeren werken van de bibliotheek aan de Kringloopwinkel, goed te keuren.

 

Motivering

 

Reeds enige tijd staan in het pand Padec in de Roterijstraat oude boeken van de bibliotheek gestockeerd. Dit pand dient evenwel vrijgemaakt te worden wegens stopzetting van de huur, in het licht van de verhuis naar het nieuwe gemeentelijk depot. Er wordt voorgesteld om deze boeken niet op te nemen in een boekenverkoop. Op basis van de aard van de boeken wordt ingeschat dat de eventuele verkoopsopbrengst niet opweegt tegen de nodige personeelsinzet voor triage (volgens kwaliteit en categorie), schikking en verkoopsmoment.

 

IMOG adviseerde om de boeken niet meteen af te voeren voor vernietiging/recyclage, maar eerst te polsen bij de Kringloopwinkel of een deel van de boeken nog via hen herbestemd kan worden. Navraag bij de Kringloopwinkel van Kortrijk leert dat zij alle betreffende boeken gratis willen ophalen en zelf zullen bekijken welke werken eventueel nog bruikbaar of geschikt zijn voor verkoop via de Kringloopwinkel. 

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de herbestemming van de oude, af te voeren werken van de bibliotheek aan de Kringloopwinkel, goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.12. Cultuurraad - diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het bestuur van de cultuurraad hield vergaderingen op 3 februari 2022 en 12 mei 2022.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de respectievelijke verslagen.

 

Motivering

 

De verslagen van de vergaderingen van de cultuurraad van 3 februari 2022 en 12 mei 2022 werden respectievelijk goedgekeurd in de zittingen van 12 mei 2022 en 28 juni 2022.

 

De bijhorende toelichtingen zijn te vinden in de verslagen in bijlage.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de goedgekeurde verslagen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.13. Cultuur - werkingskosten cultuurraad - tussenkomst 2022 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de tussenkomst in de werkingskosten van de cultuurraad voor 2022 goed te keuren.

 

Motivering

 

In zijn brief van 27 juli 2022 gaf de heer Bernard Verschuere, voorzitter van de cultuurraad, de gemaakte onkosten door voor de eerste helft van 2022. Als bijlage bij de brief waren ook de bewijsstukken te vinden.

 

Nr.

Bedrag

Motivering

1 & 2

45,42 euro

onkosten vergadering op locatie

3

12,60 euro

postzegels

4

7,90 euro

wenskaarten

5

67,20 euro

etentje met medewerkers fietszoektocht 100 jaar Verriest

6

46,65 euro

printerinkt

7

4,95 euro

wenskaart jubilerende vereniging

8

7,50 euro

wenskaarten

9

53,20 euro

geschenk huwelijk burgemeester

10

31,50 euro

kosten bankrekening

TOTAAL

276,92 euro

 

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

276,92 euro

Actie

Tussenkomst werkingsuitgaven cultuurraad

Jaarbudgetrekening

GBB / 0705-00 / 64410002

Visum

geen visum

 

Dit bedrag mag worden gestort op rekening van de cultuurraad (BE09 3632 0708 7057).

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen keurt de tussenkomst in de werkingskosten van de cultuurraad voor 2022 goed en besluit het bedrag van 276,92 euro over te maken op de rekening van de cultuurraad.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.14. Feestelijkheden - Lijst ten lasteneming UNISONO voor feest- en gemeentelijke activiteiten oktober 2022 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lijst van feest- en gemeentelijke activiteiten waarvoor de gemeente de UNISONO-vergoeding op zich neemt, goed te keuren.

 

Motivering

 

Aangiftes van manifestaties, voorstellingen en/of evenementen met muziekgebruik en/of toneeluitvoeringen en evenementen dienen te gebeuren via de online applicatie van UNISONO.

De gemeentediensten voorzien in deze aangiftes van alle betreffende gemeentelijke activiteiten. Jaarlijks engageert de gemeente zich om naast de eigen activiteiten ook de aangifte van een aantal andere activiteiten met een zekere uitstraling voor de gemeente, op zich te nemen.

 

Omwille van de aanhoudende coronamaatregelen en bijhorende onzekerheid of evenementen en activiteiten al dan niet zullen kunnen/mogen plaatsvinden, worden de aangiftes voor evenementen/activiteiten van derden met een zekere uitstraling voor de gemeente, in 2022 pas na bevestiging van de activiteit geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen en door het vrijetijdspunt geregistreerd op het digitale UNISONO- platform:

 

        Luidsprekers openlucht

 

        Belgiek kermis, 8, 9 en 10 oktober 2022

        Molenhoekkermis, 14, 15 en 16 oktober 2022

 

        Openlucht wandelconcerten door fanfare Sint-Cecilia

 

        Statie kermis, 2 oktober 2022

        Molenhoek kermis, 16 oktober 2022

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming

1.050 euro

Actie

Auteursrechten, vergoedingen voor optredens, enz ... voor overige evenementen en wielerwedstrijden

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0719-00/61320000

Visum

neen

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de lijst van feest- en gemeentelijke activiteiten waarvoor de gemeente de UNISONO-vergoeding op zich neemt, goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.15. Feestelijkheden - Chiro Joeki - instuif 2022 - gebruik gemeentelijke roosters - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.

 

Motivering

 

Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters.

 

Om hun Instuif van 9 tot en met 11 september 2022 bekend te maken, vraagt Chiro Joeki om de gemeentelijke roosters te mogen gebruiken voor het ophangen van hun publiciteitsborden.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Hfdst. 3, art. 221-224 Algemene Politieverordening

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit aan Chiro Joeki toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters

 

Artikel 2

 

Voor de praktische afhandeling dient contact opgenomen worden met het vrijetijdspunt op het telefoonnummer 056 71 89 81 of via mail aan vrijetijd@deerlijk.be.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.16. OMV 2022_107 - Kerkplein 12 en 14 - melding IIOA - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor de exploitatie van een handelszaak (chocolaterie) en tearoom op een perceel gelegen Kerkplein 12 en 14 met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1293 A ingediend door Hannes D'Heedene met als contactadres Kerkplein 12-14 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

De melding ingediend door Hannes D'Heedene met als contactadres Kerkplein 12-14 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 18 augustus 2022.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

 

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

 

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

 

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Kerkplein 12 en 14, kadastraal bekend afdeling 1 sectie B nr. 1293A.

 

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: exploitatie van een handelszaak (chocolaterie) en tearoom.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

16.3.2°a)

koelinstallaties en airco's (Nieuw)

50 kW

3

45.8.1°b)

machines ter bereiding van voedingswaren op basis van plantaardige melen (Nieuw)

30 kW

3

45.12.1°b)

machines ter bereiding van suikerwaren (Nieuw)

10 kW

3

45.13.d)1°b)

machines voor de bewerking van vruchten, granen en zaden (Nieuw)

10 kW

3

 

 

BEVOEGDHEID

 

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

 

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

 

Deze melding heeft een invloed op de volgende milieutechnische aspecten:

 

Relevante effecten op de mobiliteit

Organisatie personenverkeer medewerkers van de inrichting

Er worden twee privé parkeerplaatsen voorzien nabij de inrichting. Eigen personeel heeft zelf de keuze of ze met de wagen of met de fiets komen. In de omgeving zijn voldoende openbare parkeerplaatsen ter beschikking.

 

Organisatie goederenverkeer van de inrichting

De laad- als losactiviteiten zijn beperkt van aard en zullen het verkeer nooit hinderen.

 

Organisatie van het klantenverkeer van de winkel

Er is voldoende beschikbare parkeergelegenheid in de omgeving (bv. parking D’Iefte, straatzijde kerk)

 

Relevante, potentiële effecten op de bodem

Gezien de aard van de inrichting en de producten die verhandeld worden zijn geen potentiële emissies naar de bodem.

 

Relevante, potentiële affecten op het watersysteem

Het afvalwater afkomstig van het reinigen wordt geloosd in de gemeentelijke riolering. Daarnaast zijn er nog de sanitaire voorzieningen voor het personeel. Deze afvalwaterstromen zijn beperkt waardoor een effect op het watersysteem te verwaarlozen is.

Relevante, potentiële effecten op de luchtkwaliteit

De emissies naar de omgeving toe bestaan uit de afvoer van de dampkap (stoom) en de ventilatie. Deze emissies hebben geen effect op de luchtkwaliteit.

 

Relevante, potentiële effecten op geluid en trillingen

De voornaamste bronnen van geluid en trillingen betreffen:

        het laden en lossen van goederen;

        werking van koelinstallaties.

Het laden en lossen gebeurt tijdens de dagperiode waardoor geen hinder ontstaat in de omgeving ten gevolge van de inrichting. De koelinstallaties en airco’s zijn nieuw en trillingsvrij opgesteld.

 

Relevante, potentiële effecten op de biodiversiteit

Deze exploitatie heeft geen invloed op de biodiversiteit.

 

Relevante risico’s op zware ongevallen of rampen

Gezien de aard van de exploitatie is het risico op zware ongevallen en rampen verwaarloosbaar.

 

Relevante, potentiële effecten op onroerend erfgoed

Deze exploitatie heeft geen effecten op het onroerend erfgoed in de buurt.

 

Relevante, potentiële effecten van licht en straling ten gevolge van de aanvraag

Gezien de ligging van de exploitatie in het centrum van de gemeente is reeds voldoende openbare verlichting aanwezig waardoor bijkomende verlichting niet noodzakelijk is.

 

Relevante, potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

De exploitant produceert zelf een beperkte hoeveelheid aan bedrijfseigen afvalstoffen ten gevolge van de normale werking van het bedrijf. De afvalstromen die volgens de aard van het afval en de hoeveelheid kunnen vergeleken worden met huishoudelijke afvalstoffen, worden op correcte wijze aangeboden tijdens de ophaalronde van het huishoudelijk afval. Indien blijkt dat voor bepaalde afvalstromen toch een ophaling moet voorzien worden door een erkend ophaler / verwerker, zal de exploitant de nodige contracten voorzien met een erkende ophaler / verwerker van afvalstoffen.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig en niet verboden.

 

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandregels.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

        Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Hannes D'Heedene met als contactadres Kerkplein 12-14 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde de exploitatie van een handelszaak (chocolaterie) en tearoom gelegen Kerkplein 12 en 14 te Deerlijk.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

16.3.2°a)

koelinstallaties en airco's (Nieuw)

50 kW

3

45.8.1°b)

machines ter bereiding van voedingswaren op basis van plantaardige melen (Nieuw)

30 kW

3

45.12.1°b)

machines ter bereiding van suikerwaren (Nieuw)

10 kW

3

45.13.d)1°b)

machines voor de bewerking van vruchten, granen en zaden (Nieuw)

10 kW

3

 

Artikel 2

 

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

        200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

        100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

        het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges,

        het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.17. OMV 2022_87 - Hoogstraat 104 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van de functie van een woning met winkel tot eengezinswoning, op een perceel gelegen Hoogstraat 104 en met als kadastrale omschrijving afdeling 1, sectie A, nummer 230H aangevraagd door Louis Haerinck wonende Hoogstraat 104 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  25 augustus 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het slopen van de muur dient beplanting te worden aangebracht langsheen de ericamatten. Deze beplanting dient zichtbaar te zijn vanaf het openbaar domein.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 januari 1956 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een open berging voor camion.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 maart 1960 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van de voorgevel.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 maart 1961 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van lichtreclame.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 juni 1963 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen verfraaien voor- en zijaanzicht van woon- en winkelhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 juli 1963 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden werkplaats – sloping van aanbouw – verruiming van de berging op de binnenkoer.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 februari 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van het voor- en zijaanzicht van het winkelhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 juli 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het achteruitplaatsen van een muur op de binnenkoer.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 november 1996  door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een automaat in de voordeur in een nis in de voorgevel naast de winkel.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 december 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van bestaande neon belichting door 4 halogeenspots – plaatsen van een nieuwe lichtreclame.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 juni 2002 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een werkatelier van kleinhandel voeding.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 mei 2006 door het college van burgemeester en schepenen voor het herstellen van het dak van het handelshuis na brand.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning afgeleverd op 15 februari 1978 door het college van burgemeester en schepenen voor verkoop van konijnen en propaantank.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 780 m² en is gelegen langs de Hoogstraat in de kern van Deerlijk. De Hoogstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een hoekgebouw bestaande uit een winkelruimte en een eengezinswoning. Het gebouw bestaat uit 2 bouwlagen met een hellend dak, het hoofdgebouw heeft een bouwdiepte van +/- 9,3 m met aansluitend een aanbouw ifv de winkelruimte met een totale bouwdiepte van ongeveer 36 m.

De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. De woonfunctie bestaat zowel uit eengezinswoningen als uit meergezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het uitvoeren van een functiewijziging van handelsruimte naar woning in combinatie met het verbouwen van de voor- en zijgevel.

De bestaande winkelruimte wordt ingenomen als bijkomende woonruimte bij de voormalige handelswoning.

Naast de functiewijziging wordt de voor- en zijgevel aangepast aan de nieuwe functie. De  nieuwe voorgevel bestaat uit voornamelijk metselwerk en 2 raamopeningen. Het materiaalgebruik voor de voorgevel betreft roodbruine gevelbekleding met en zwart aluminium buitenschrijnwerk.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkomhal, zithoek, eetplaats, keuken, verschillende bijkeukens, bergruimtes en een koelkast.

Op het verdiep worden geen aanpassingen uitgevoerd.

De bestaande gemetselde muur met een hoogte van 1,55 m langs de parking in de Sint-Amandusstraat , wordt vervangen door een afsluiting in paal en draad met ericamatten met natuurlijke begroeiing. Deze afsluiting heeft een hoogte van 2,65 m. De afsluiting sluit hierdoor voor wat de hoogte betreft aan bij de bestaande afsluiting. 

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Het stopzetten van de ingedeelde inrichting of activiteit wordt afzonderlijk gemeld (OMV_2022111159).

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op een functiewijziging van handel naar wonen zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Hoogstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op een functiewijziging waarbij de bestaande handelsfunctie ingenomen wordt voor wonen. De handelswoning wordt hierdoor een volledige private eengezinswoning. Deze woonfunctie is passend binnen deze gemengde omgeving. Er wordt echter meegegeven dat het verdwijnen van een handelsfunctie in de kern een negatieve impact heeft op de belevingswaarde van de kern van Deerlijk.

 

Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van de woning op de rooilijn blijft ongewijzigd.

 

Bouwvolume en gabarit:

Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit ongewijzigd, er worden enkel interne verbouwingswerken uitgevoerd.

 

Verschijningsvorm:

De voor- en zijgevel worden aangepast aan de nieuwe functie.  De raampartij met deur en bijhorende zonnewering worden vervangen door metselwerk en 2 raamopeningen. Door deze aanpassing blijft het gebouw geïntegreerd binnen de bestaande context en behoudt de plint een zekere levendigheid.

 

De bestaande muurafsluiting wordt vervangen door paal en draad met ericamatten en begroeiing. Teneinde een groener uitzicht na te streven van de parking is het noodzakelijk dat het groen zichtbaar is vanaf het openbaar domein en er in combinatie met de ericamatten tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het slopen van de muur, beplanting aangebracht wordt. Dat wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

Gezien het aantal woongelegenheden niet wijzigen en de handelsfunctie verdwijnt, zal er minder nood zijn aan parkeerplaatsen, wat een positieve impact zal hebben op de verkeersaantrek.

 

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Louis Haerinck wonende Hoogstraat 104 te 8540 Deerlijk, voor het wijzigen van de functie van een woning met winkel tot eengezinswoning, op een perceel gelegen Hoogstraat 104 en met als kadastrale omschrijving afdeling 1, sectie A, nummer 230H, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het slopen van de muur dient beplanting te worden aangebracht langsheen de ericamatten. Deze beplanting dient zichtbaar te zijn vanaf het openbaar domein.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.18. OMV 2022_41 - Beekstraat 47 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een tuinhuis, op een perceel gelegen Beekstraat 47 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 338 D2 aangevraagd door Dwight Van Lancker wonende Beekstraat 47 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 25 augustus 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De huidige heidematten moeten verwijderd worden en langs de afsluiting moet op eigen terrein een levende haag aangeplant worden in het eerste plantseizoen na het bouwen van het tuinhuis.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20 januari 2006) in een stedelijk woongebied.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 22 juli 2009 (dossiernummer 2087-2).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het verkavelingsplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt beperkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 juli 2009 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitvoeren van wegenis en rioleringswerken in de private verkaveling ‘De Heerlijkheid’.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 2 september 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van twee vrijstaande eengezinswoningen.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 16 februari 2022 door het college van burgemeester en schepenen voor de aanleg van een tweede oprit.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 491 m² en is gelegen langs de Beekstraat op de hoek met de Boelarestraat (wijk ‘De Heerlijkheid’) op ongeveer 850 m ten noordoosten van de kern van Deerlijk. Op het perceel bevindt zich een recent gebouwde, vrijstaande eengezinswoning opgetrokken met 1 bouwlaag en een hellend dak waarbij de noklijn evenwijdig loopt met de Beekstraat. De woning heeft een breedte van 10,20m. In de woning is een garage geïntegreerd. De woning heeft zijn voorgevel gericht naar de Beekstraat. De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan bouwtypes (gesloten, halfopen en vrijstaand). De woonfunctie bestaat hoofdzakelijk uit eengezinswoningen maar ook meergezinswoningen zijn in de omgeving aanwezig.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

In de tuinzone van de woning wordt een bijgebouw voorzien. Het bijgebouw heeft een breedte van 3 m op een diepte van 6 m. De oppervlakte bedraagt 18 m². Het bijgebouw wordt ingeplant op 1 m van de westelijke kavelgrens en op 1,50 m van de noordelijke perceelsgrens. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 2,50 m. De gevels van het bijgebouw worden voorzien in hout. In de zuidgevel van het bijgebouw wordt een deur geplaatst, geflankeerd door 2 ramen, ook in de oostgevel wordt een raam voorzien. Het ontwerp voorziet tevens een terrasverharding van 1 m breed rondom de woning en een groter terras aan de achterzijde van de woning van 3 m op 7,2 m. Aansluitend op dit terras wordt ook een pad in diezelfde verharding aangelegd langs de volledige voorzijde van het bijgebouw. De beperkte ruimte tussen het bijgebouw en de perceelsgrenzen worden opgevuld met kiezelverharding.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 3 juni 2022 tot 2 juli 2022. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient eveneens te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen werd goedgekeurd op 22 juli 2009.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Maximale oppervlakte bijgebouw is 10 m²

Bijgebouw van 18 m² 

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het verkavelingsplan gezien de eengezinswoning zijn functie behoudt, de verharding in de voortuinstrook waterdoorlatend is en max. 50 % van de voortuin inneemt, het bijgebouw ingeplant is op 1 m van de perceelsgrenzen, de kroonlijsthoogte beperkt is tot 2,50 m en de nokhoogte tot 3 m, de afsluitingen in de voortuin een maximale hoogte van 0,70 m kunnen hebben, tuinen die aansluiten op straat een afsluiting met een groene doorlevende haag tot 2 m hoogte mogen hebben en de andere afsluitingen dienen te bestaan uit een haag of stijlwerk en vlechtdraad met betonplaat. De huidige afsluiting is niet conform de verkavelingsvoorschriften maar de aanvrager geeft in de begeleidende nota aan dat dit een tijdelijke oplossing is om daarna een levende haag aan te planten. Teneinde hierover voldoende garanties te hebben wordt als voorwaarde in het besluit opgenomen dat de heidematten verwijderd moeten worden en dat langs de afsluiting op eigen terrein een levende haag aangeplant moet worden in het eerste plantseizoen na het bouwen van het tuinhuis.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

 

De afwijking heeft betrekking op de afmetingen van de constructie zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking kan gemotiveerd worden gezien het bijgebouw beperkt is qua hoogte en de vrije tuinzone na het bouwen van het bijgebouw nog voldoende groot is om kwalitatief in te richten.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Beekstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (< 40 m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

Niet van toepassing

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Het tuinhuis wordt ingeplant bij een bestaande eengezinswoning, zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Door de gerichtheid van de woning naar de Beekstraat is de inplanting van het tuinhuis voorzien in de tuinzone bij de woning. De inplanting gebeurt op voldoende afstand van de zij- en achterperceelsgrens evenals tot aan de grens met het openbaar domein van de Boelarestraat volgens de verkavelingsvoorschriften (zijnde minimaal 1 m). Deze inplanting in deze hoek van het perceel wordt door de aanvrager gemotiveerd vanuit de oriëntatie van het perceel (is de noordelijke hoek) en impact op de leefruimtes met ramen in de woning. Het materiaalgebruik is eigen aan de functie. De tuinzone blijft nog voldoende ruim teneinde kwalitatief in te richten. Gezien de omvang en hoogte van het tuinhuis beperkt is, heeft deze een geringe impact op de omgeving waardoor het ontwerp bijgevolg verenigbaar is met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Dwight Van Lancker wonende Beekstraat 47 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een tuinhuis, op een perceel gelegen Beekstraat 47 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 338 D2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

-          De huidige heidematten moeten verwijderd worden en langs de afsluiting moet op eigen terrein een levende haag aangeplant worden in het eerste plantseizoen na het bouwen van het tuinhuis..

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.19. OMV 2022_47 - Klijtstraat 60 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een bestaande woning en aanleg verharding, op een perceel gelegen Klijtstraat 60 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 462 N2 aangevraagd door Delmulle - de Groot wonende Klijtstraat 60 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  26 augustus 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Er moet een aanzuigleiding en aftappunten voor hemelwater voorzien worden teneinde het opgevangen hemelwater te kunnen hergebruiken.

        De terrasverharding dient rechtstreeks te infiltreren in de bodem zonder te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

        De uitbreiding van de haag op de rooilijn dient te worden aangeplant tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

        In de voortuin dient een hoogstammige boom te worden aangeplant tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied met landelijk karakter.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 20 september 1962 (dossiernummer 19627-20391).

Voor dit perceel is een verkavelingswijziging van toepassing, goedgekeurd op 7 juni 1979.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 mei 1988 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 912 m² en is gelegen langs de Klijtstraat op ongeveer 2 km ten zuidoosten van de kern van Deerlijk. De Klijtstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij landelijke en smalle weg sporadisch geflankeerd met lintbebouwing.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een vrijstaande eengezinswoning. De woning bestaat uit 1 bouwlaag en een hellend dak opgetrokken op 8,45 m van de rooilijn. De woning is ingeplant op min. 4,24 m van de linkerperceelsgrens en op 4 m van de rechterperceelsgrens. Op de rooilijn is een haag aanwezig met een hoogte van 1 m, op de zijkavelgrenzen heeft de aanwezige haag een hoogte van 2,20 m. De linkerzijde van het perceel is over de volledige diepte van het perceel verhard. De oppervlakte hiervan bedraagt 149 m². In de voortuin is verder de toegang tot de dubbele garage met een oppervlakte van 53 m² verhard. De rest van de voortuin bestaat uit gras en beperkte aanplant. De woning heeft een breedte van 15,48 m en een diepte van max. 15,81 m.

De omgeving is een vrij landelijke, agrarische omgeving in combinatie met enkele woonlinten.  Het wonen bestaat er uitsluitend uit eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het intern verbouwen van een bestaande eengezinswoning. Hierbij worden voornamelijk nieuwe raam- en deuropening voorzien in de gevels en worden verschillende interne muren verwijderd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing uit een inkomhal met vestiaire, een bureau, wasruimte/berging, toilet, open keuken, eetplaats en leefruimte.  Onder het dak bevindt zich een hal, 4 slaapkamers, een badkamer, toilet en technische ruimte.

Het bestaande metselwerk wordt wit geschilderd, het buitenschrijnwerk wordt vervangen door aluminium schrijnwerk.

 

In de vrije zijstrook wordt een carport gebouwd op 3 m achter de voorbouwlijn en op 1 m van de rechterperceelsgrens. De carport betreft een houten open constructie afgewerkt met een plat dak en een hoogte van 2,95 m.

Op de rooilijn wordt de bestaande haag doorgetrokken tot op 5,53 m van de rechterperceelsgrens. Op 1 m van de rechterperceelsgrens wordt een poort voorzien en dit over een breedte van 4,50 m.

De bestaande kiezelverharding links van het perceel wordt volledig opgebroken en vervangen door gras. De bestaande oprit in keramische tegels wordt vervangen door halfopen verharding (kasseien met waterdoorlatende voeg) en uitgebreid met de oprit naar de nieuwe carport. De oppervlakte aan verharding in de voortuinstrook bedraagt 73,45 m².

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 3 juni 2022 tot 2 juli 2022. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling.

De eigendom is gelegen binnen de grenzen van de goedgekeurde niet-vervallen verkaveling zoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 20 september 1962 (dossiernummer VK 19627-20391).

De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorzieningen van de verkaveling gezien het een alleenstaande woning betreft in landelijke stijl, er vrije zijstroken van 4 m zijn, de afstand tot de achterste perceelsgrens minstens 8 m bedraagt. De aanvraag beantwoordt niet aan de voorschriften voor wat betreft de materialisatie en de hoogte van de  afsluiting in de voortuin.

Aangezien de verkaveling meer dan 15 jaar oud is, vormt deze in toepassing van artikel 4.3.1 §1 van de VCRO geen weigeringsgrond meer voor de vergunningverlenende overheid en kan ze bijgevolg als het ware buiten beschouwing gelaten worden mits de aanvraag inpasbaar is in de onmiddellijke omgeving en de goede ruimtelijke ordening gerespecteerd wordt.

 

De aanvraag dient bijgevolg te worden afgetoetst aan de onderliggende gewestplanbestemming, zijnde aan de voorschriften van woongebied met landelijk karakter.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. + 6.1.2.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.

Woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Woongebieden met landelijk karakter zijn woongebieden bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een bestaande eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Klijtstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is grotendeels voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er is een regenwaterput van 10.000 liter aanwezig, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2000 liter en een referentieoppervlakte van 3 m², de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

Er wordt opgemerkt dat er niet wordt voorzien in hergebruik van het regenwater. Echter zijn de voorziene werken van die aard dat er ingrepen kunnen gebeuren waardoor het hemelwater hergebruikt kan worden. Het hergebruik van hemelwater wordt zodoende opgelegd als voorwaarde. 

De nieuwe verharding achteraan de woning wordt aangelegd in keramische tegels en aangesloten op de infiltratievoorziening. Het is echter wenselijk en de visie inzake integraal waterbeheer dat de verharding in eerste instantie rechtstreeks infiltreert in de bodem zonder te worden aangesloten op de infiltratievoorziening. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

Mits het opleggen van bovenstaande voorwaarden kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze vrij landelijke omgeving.

Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van de woning op 8,45 m achter de rooilijn blijft ongewijzigd.

De dubbele garage wordt ingenomen door bureau- en bergruimte, verschillende binnenmuren worden verwijderd. Het hoofdvolume van de woning blijft behouden.

 

Bouwvolume, gabarit en verschijningsvorm:

Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit ongewijzigd, er worden enkel interne verbouwingswerken uitgevoerd.

Rechts van de woning wordt een carport ingeplant tot op 1 m van de perceelsgrens. Een carport is op heden een gangbare constructie bij een eengezinswoning. De carport wordt ingeplant op meer dan 3 m achter de voorgevelbouwlijn van de woning, het betreft een open constructie waardoor het open karakter van de woning behouden blijft. Hierdoor wordt de carport geïntegreerd binnen de directe omgeving.

 

Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De carport bevindt zich op een voldoende ruime afstand tov de rechterperceelsgrens.

 

De raam- en deuropeningen in zowel de voor- en zijgevels worden gewijzigd. Dit heeft geen rechtstreekse impact op het straatbeeld. Daarnaast worden de gevels wit geschilderd. Gezien er in de directe omgeving reeds woningen aanwezig zijn in witte of lichte kleuren, kan geoordeeld worden dat een witte gevelkleur geïntegreerd kan worden binnen de bestaande bebouwing.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. Voor een eengezinswoning in het buitengebied wordt uitgegaan van  een parkeerbehoefte van 2 wagens op eigen terrein. Door de inplanting van de carport en het voorzien van verharding tussen rooilijn en parkeerruimte kunnen max. een 4-tal wagens geparkeerd worden op het perceel. Hiermee wordt meer dan voldaan aan de eigen parkeerbehoefte.

Er wordt opgemerkt dat de parkeerruimte evenwijdig met de weg, gezien de beperkte breedte, niet aangewend kan worden als parkeerruimte zoals voorgesteld op plan (manoeuvreerruimte is te beperkt). Schuin parkeren kan hier wel.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Achter de woning wordt een terras aangelegd met een oppervlakte van 55 m² in keramische tegels. Dit is ruim voldoende. De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

 

De woning beschikt over een ruime voortuin. De inrichting van een voortuin heeft invloed op het straatbeeld, de verkeersveiligheid en op de goede waterhuishouding. Beplanting, hagen en bomen in de voortuin maken het straatbeeld mooier en zorgen voor het residentiële karakter van een omgeving. Deze groenzones helpen ook bij de infiltratie van het regenwater en halen fijn stof uit de lucht. Ter hoogte van de rooilijn wordt de bestaande haag deels behouden, deels uitgebreid. Dat zal bijdragen aan de beeldkwaliteit van de straat. Deze haag dient aangeplant te worden tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

Niettegenstaande de voorziene halfverharding (kasseinen met waterdoorlatende voegen) waterdoorlatend is en het regenwater dus in de bodem laten infiltreren, dragen ze niet bij tot het straatbeeld, de verkeersveiligheid noch tot de zuivering van de lucht. Verhardingen in de voortuinen worden daarom eerder beperkt toegelaten.

In voorliggend ontwerp is door het opbreken van de verharding aan de linkerzijde van het perceel en dit te bundelen aan de rechterzijde van het perceel de voortuin reeds minder gefragmenteerd en breidt de verharding ook niet uit. Anderzijds is het parkeren op de strook tussen de voorgevel van de woning en de haag enkel mogelijk mits schuin parkeren voor 2 wagens. Door de verharding ook op die manier aan te leggen (eventueel af te bakenen met struikgewas/hagen) kan de verharde oppervlakte ook nog verder beperkt worden. Dit wordt meegegeven als suggestie.

Aan de overzijde van de weg is ter hoogte van de eigendom landbouwzone aanwezig. Teneinde de overgang tussen het landelijk gebied en de lintbebouwing te versterken dient in de voortuin minstens een hoogstammige boom te worden aangeplant. Deze boom dient aangeplant te worden tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken. Dit wordt opgelegd als voorwaarde. Meer opgaand groen in de voortuin (in plaats van het voorziene gras) kan hier ook nog een meerwaarde bieden.

 

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1 § 2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Delmulle - de Groot wonende Klijtstraat 60 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een bestaande woning en aanleg verharding, op een perceel gelegen Klijtstraat 60 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 462 N2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Er moeten een aanzuigleiding en aftappunten voor hemelwater voorzien worden teneinde het opgevangen hemelwater te kunnen hergebruiken.

        De terrasverharding dient rechtstreeks te infiltreren in de bodem zonder te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

        De uitbreiding van de haag op de rooilijn dient te worden aangeplant tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

        In de voortuin dient een hoogstammige boom te worden aangeplant tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken..

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.20. OMV 2022_62 - Kerkstraat 90 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een carport bij een bestaande woning, op een perceel gelegen Kerkstraat 90 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 440 A en (afd. 2) sectie E 444 G aangevraagd door Rudy Beyaert met als contactadres Kerkstraat 90 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  25 augustus 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De verharding voorzien in de omgeving van de carport dient beperkt te worden tot deze die toegestaan wordt in het vrijstellingsbesluit (strikt noodzakelijke toegang plus 80 m² niet-overdekte constructies voor het hele goed).

        De strikt noodzakelijke toegang (oprit) en de verhardingen vrijgesteld van vergunning moeten aangelegd worden in waterdoorlatende verharding.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 juli 1958 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een afsluitingsmuur.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 juli 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het vernieuwen van een deel van de achtergevel.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 april 1981 door het college van burgemeester en schepenen voor het vernieuwen van de voorgevel en herstellen van het dak.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 11 oktober 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een zonevreemde ééngezinswoning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen milieuvergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen omgevingsvergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom betreft een aantal gekoppelde percelen met een totale oppervlakte van ongeveer 5.000 m², gelegen 310 m ten noordoosten van de kern Sint-Lodewijk. De woning met bijhorende grond is gelegen in een 2de bouwlijn ten opzichte van de Kerkstraat en de Heestertstraat. Het geheel bestaat uit een woning en enkele omliggende bijgebouwen. De ontsluiting gebeurt in noordoostelijke richting via een stuk doodlopende zijstraat van de Kerkstraat (tussen huisnummers 82 en 92). De omgeving is een landelijke, agrarische omgeving die ook gekenmerkt wordt door heel wat zonevreemde bebouwing.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst aan de zuidoostelijke kant van de woning, over een lengte van 2 m aangebouwd aan de woning, een carport op te trekken. De carport heeft een breedte van 3 m op een diepte van 6 m. De carport zal zich op ruime afstand bevinden van de perceelsgrenzen. De carport betreft een open, houten constructie met een plat dak met een hoogte van 3 m. De toegang tot de carport wordt gerealiseerd door de aanleg van een oprit in waterdoorlatende verharding die start vanaf het doodlopende einde van de Kerkstraat (nabij huisnummer 82) in de richting van de woning (richting Heestertstraat). In de omgeving van de carport wordt de huidige verharding (parking) behouden.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meebepaald aan de voorschriften van het agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 11.4.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.

 

Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 m en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

De aanvraag valt onder de basisrechten voor zonevreemde constructies van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor wat betreft de uitbreiding van de zonevreemde woning waarbij artikel 4.4.15 stelt dat het uitbreiden vergunbaar is voor zover het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1.000 m³ en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal en waarbij artikel 4.4.11 stelt dat de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening onverkort geldt bij de afgifte van een vergunning.

In het voorliggend ontwerp blijft het aantal woongelegenheden behouden. De bestaande woning heeft een bruto volume van 934,4 m³ en het bruto bouwvolume van de woning na verbouwing bedraagt 988,4 m³ (< 1.000 m³). De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening (zie onder). De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de codex en is bijgevolg in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kerkstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (< 40 m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

Niet van toepassing

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een carport nabij een bestaande woning waarbij de woonfunctie en het aantal woongelegenheden behouden blijven. De carport wordt geplaatst in functie van de woning. De inplanting gebeurt aansluitend aan de woning zodat een compact geheel gerealiseerd wordt. De afstand tot de kavelgrenzen zijn ruim voldoende. Het materiaalgebruik heeft een natuurlijk en landelijk karakter. Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving. Het ontwerp voorziet een strikt noodzakelijk toegang tot de carport en maakt ook melding van een parkeeromgeving nabij de carport. Bijkomende toelichting over de afmetingen en de materialisatie van de strikt noodzakelijk toegang en de naastliggende parking ontbreken in de aanvraag. Gezien de zonevreemdheid van de woning dient de verharding zich te beperken tot deze die toegestaan worden in het vrijstellingsbesluit (strikt noodzakelijke toegang plus 80 m² niet-overdekte constructies voor het hele goed). Bijkomend dient opgelegd te worden dat de verhardingen aangelegd moeten worden in waterdoorlatende materialen. Dit wordt als voorwaarde opgenomen in het besluit van deze aanvraag.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Rudy Beyaert met als contactadres Kerkstraat 90 te 8540 Deerlijk, voor het plaatsen van een carport bij een bestaande woning, op een perceel gelegen Kerkstraat 90 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 440 A en (afd. 2) sectie E 444 G, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De verharding voorzien in de omgeving van de carport dient beperkt te worden tot deze die toegestaan wordt in het vrijstellingsbesluit (strikt noodzakelijke toegang plus 80 m² niet-overdekte constructies voor het hele goed).

        De strikt noodzakelijke toegang (oprit) en de verhardingen vrijgesteld van vergunning moeten aangelegd worden in waterdoorlatende verharding. .

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.21. OMV 2022_81 - Boudewijnlaan 7 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een nieuwe gascabine, ter vervanging van de oude gascabine, op een perceel gelegen Boudewijnlaan 7 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 133 C4 aangevraagd door Conrad Everaerdt namens Fluvius System Operator CV met als contactadres President Kennedypark 12 te 8500 Kortrijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  25 augustus 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De bouwlocatie is gelegen tussen de huisnummers 7 en 5 in de Boudewijnlaan, op een driehoekig stuk openbaar domein. Het grootste deel van dit stuk openbaar domein wordt in de huidige situatie meegenomen als voortuinstrook van huisnummer 5. 

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen. De woningen zijn van een divers type, zowel vrijstaande, gekoppelde als gesloten bebouwing is aanwezig. De bebouwing op de huisnummers 5 en 7 zijn vrijstaand.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Voor de nodige gasvoorziening in het kader van verzekering van de aardgaslevering voor omliggende woningen wordt de bestaande gaskast vervangen door een nieuwe gaskast. De nieuwe gaskast zal 2 m breed en 1,3 m diep zijn met een hoogte van 1,98 m. De wanden en het dak zullen uit aluminium panelen bestaan met een lichtgrijze kleur (RAL 7035). De afwerking van de kast heeft een functioneel karakter (langs beide zijden een dubbel opendraaiende deur). Er zal een levende haag voorzien worden rondom de kast. Ten opzichte van de locatie van de oude gascabine zal de nieuwe cabine ongeveer 8 m dichter bij de openbare weg staan.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

 

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op openbare nutsvoorzieningen zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Boudewijnlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (< 40 m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

Niet van toepassing

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag voor het plaatsen van een gascabine staat garant voor de toevoer van de gasbehoefte van de omliggende woningen. Op het plan is aangegeven dat de zone rondom de cabine een minimale bouwvrije strook heeft van 1 m en dat deze aangeplant wordt met een groenscherm. In functie van een voldoende integratie in het straatbeeld is deze beplanting rondom de cabine noodzakelijk. De toegang tot de cabine wordt verhard. De aanvraag is bijgevolg verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg en zijn onmiddellijke omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Conrad Everaerdt namens Fluvius System Operator CV met als contactadres President Kennedypark 12 te 8500 Kortrijk, voor het plaatsen van een nieuwe gascabine, ter vervanging van de oude gascabine, op een perceel gelegen Boudewijnlaan 7 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 133 C4.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.22. Overleg gemeente-kerkfabrieken - verslag van 22 juni 2022 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De kerkfabrieken Sint-Columba / O.L.V. Onbevlekt Ontvangen hielden een vergadering op 22 juni 2022 met de gemeente.  Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van deze vergadering.

 

Motivering

 

Het verslag bevindt zich in bijlage.  Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen zijn binnengekomen, om een besluit te schorsen indien het gemeentelijk (financieel) belang geschaad wordt.

 

Er is geen advies nodig.

 

Juridische gronden

 

        Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Art. 57 en 58, § 1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

C.23. Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

D.1. Rapport Organisatiebeheersing 2021 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het rapport organisatiebeheersing met betrekking tot het jaar 2021.

 

Daarnaast wordt het college van burgemeester en schepenen gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt te agenderen op de gemeenteraad van 15 september 2022.

 

Motivering

 

Voor het decreet lokaal bestuur is organisatiebeheersing het geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen dat men:

 

1°de vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico’s om deze te bereiken kent en beheerst;

2° wetgeving en procedures naleeft;

3° over betrouwbare financiële- en beheersrapportering beschikt;

4° op een effectieve en efficiënte wijze werkt en de beschikbare middelen economisch inzet;

5° de activa beschermt en fraude voorkomt.

 

Onze organisatie wil haar doelstellingen op een zo kwaliteitsvolle, efficiënte en effectieve manier nastreven. Daarom werd een kader omtrent organisatiebeheersing goedgekeurd tijdens de gemeente- en OCMW-raadszitting van respectievelijk 13 juli en 3 juli 2017. Het kader werd aangepast tijdens de gemeente- en OCMW-raad van 19 december 2019.

Het opmaken en laten goedkeuren van dergelijk kader is bovendien verplicht volgens artikel 219, eerste lid van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Ons kader bepaalt dat we werken volgens de PDCA-cyclus:

        In de plan-fase brengen we in kaart aan welke aspecten van onze organisatie we willen werken. Dit doen we aan de hand van een zelfevaluatie waarbij we onze risico’s in kaart brengen en de daaraan gekoppelde verbeteracties vastleggen. Dit kan geïntegreerd worden in het meerjarenplan.

        Op het moment dat de plannen effectief worden uitgevoerd, bevindt onze organisatie zich in de do-fase. De verbeterprojecten worden gerealiseerd.

        De check-fase is de fase waarin door monitoring, evaluatie en rapportering de stand van zaken wordt opgemaakt. In die fase wordt nagezien wat is verwezenlijkt en waar we het plan moeten bijsturen.

        Het is mogelijk dat naar aanleiding van deze ‘check’ een bijsturing van het plan noodzakelijk is. De act-fase zorgt voor deze bijsturing.

 

Met huidig rapport, in bijlage gevoegd, zitten we in de check-fase. We denken na waarover we willen rapporteren. De gegevens die we vervolgens verzamelen moeten ons nuttige info opleveren om daarna al dan niet actie te ondernemen. Het is mogelijk dat hierbij geoordeeld wordt dat het meerjarenplan moet aangepast worden (act-fase).

 

Er dient hierbij opgemerkt te worden dat dit rapport een ‘work in progress' is. Het is een levendig document dat verfijnd wordt en aangepast aan de huidige omstandigheden.

 

Artikel 219, tweede lid van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de algemeen directeur jaarlijks rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar. Door afwezigheid van de beleidsmedewerker gebeurt dit eenmalig later.

 

Het rapport organisatiebeheersing 2021 werd besproken door het managementteam op 24 augustus 2022 en werd positief geadviseerd.

Ook werd advies gegeven door een nieuwe werkgroep organisatiebeheersing waarbij verschillende personeelsleden werden betrokken.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 219, tweede lid Decreet Lokaal Bestuur

        Andere: Art. 217-220 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het rapport organisatiebeheersing met betrekking tot het jaar 2021.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad dit punt te agenderen op de gemeenteraad van 15 september 2022.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

D.2. OMV 2022_85 - Vichtestraat 167 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van een kapelletje in de voortuin, op een perceel gelegen Vichtestraat 167 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 235 H aangevraagd door Julie Derammelaere met als contactadres Vichtestraat 167 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  25 augustus 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied met landelijk karakter.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 april 1985 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 maart 1997 door het college van burgemeester en schepenen voor het verplaatsen van de kapel (OLVrouw van Pelvoisin).

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 juli 1997 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een tuinhuis (4,20 m x 3 m) achter haar woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 15 december 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een woning. Als voorwaarde werd o.m. gesteld dat de bestaande kapel vanuit historisch, religieus oogpunt behouden moet blijven.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 1.051 m² en is gelegen langs de Vichtestraat op ongeveer 1.650 m ten oosten van de kern van Deerlijk.

De Vichtestraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij landelijke en smalle weg geflankeerd met lintbebouwing. De omgeving is een eerder landelijke, agrarische omgeving. Het wonen bestaat er bijna uitsluitend uit eengezinswoningen.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een open bebouwing opgetrokken met 1 bouwlaag en een dak. De woning bevindt zich op 18,60 m achter de rooilijn, heeft een bouwdiepte van 13,65 m en een breedte van 12 m. Achter de woning bevindt zich, op 2,75 m achter de achtergevel, een tuinberging met een oppervlakte van 20 m². In de achteruitbouwzone is de oprit naar de garage verhard in steenslag.  Ter hoogte van de rechter perceelsgrens, op ca. 3 m van de rooilijn is een kapelletje. Dit kapelletje bevindt zich in de voortuinstrook.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het slopen van een kapel die zich bevindt in de voortuin van het perceel. Deze kapel staat dwars op de weg en wordt langs beide zijden omarmd door een muurtje, die op zijn beurt geflankeerd wordt door een groene haag. Voor de kapel is een gemetselde bloembak. 

De aanvragers wensen hun eigendom af te sluiten met aanplanting van een haag en de plaatsing van een afsluitpoort waardoor de kapel noch zichtbaar noch publiek toegankelijk zal zijn.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars rechts werden op 8 juli 2022 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben op 30 juli 2022 via aangetekend schrijven laten weten geen  bezwaar te hebben tegen het slopen van het kapelletje. Ze stellen dat ze als buren (sinds september 2011) vaststellen dat de bewuste kapel niet meer in gebruik is.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan het woongebied met landelijk karakter.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. + 6.1.2.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.

 

Woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Woongebieden met landelijk karakter zijn woongebieden bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

De aanvraag heeft betrekking op het slopen van een constructie zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vichtestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Uit een tekst van Guy Algoet in Derlike XXXI uit 2008 wordt het historische en religieuze belang van deze kapel geduid. De kapel is gewijd aan O.-L.-Vrouw van Pellivoisin, die verbonden werd met enkele gedenkwaardige genezingen. De kapel werd in 1948 gebouwd door onder meer enkele van de overlevenden van een zwaar ongeluk te Deerlijk in 1942 waarbij 1 dode en 15 gewonden vielen. 2 overlevenden van het ongeluk waren sterk betrokken bij het oprichten van het kapelletje. Dit kapelletje werd ter verering van OLV van Pellivoisin opgetrokken omdat dit een grote hulp was bij het genezingsproces. Het kapelletje werd in de loop der jaren 3 maal  verplaatst en kreeg in 1998 zijn huidige bestemming.

Het kapelletje heeft aldus een belangrijke historische waarde voor de gemeente.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag betreft het slopen van een historisch waardevol kapelletje in de voortuin van een bestaande woning. Na de sloop zou de zone ingezaaid worden met gras.

Het kapelletje bevindt zich op de rechter perceelsgrens op ongeveer 2 m van de rooilijn.

In een nota van Guy Algoet uit 2008 blijkt dat het kapelletje gebouwd werd ter nagedachtenis van een vreselijk verkeersongeval op 24 februari 1942. Het kapelletje bevindt zich sinds 1998 op de huidige locatie.

Dit kapelletje, inclusief omringend muurtje en haag, is een stille getuige van het verleden en heeft aldus een belangrijke waarde voor de gemeente.

De voortuin van de aanvrager is voldoende ruim zodat het behoud van de kapel de plaatsing van een poort en een haag niet onmiddellijk hypothekeert.

 

Conclusie

Gezien deze historische waarde, het belang binnen de volkskunde, gezien het kapelletje fungeert als herkenningspunt in het stedelijke weefsel en op geen enkele wijze storend is voor het gebruiksgenot van de bouwkavel is het behoud van dit kapelletje inclusief de omringende haag noodzakelijk.

De aanvraag is bijgevolg niet verenigbaar met de onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Aangezien geen bezwaar geformuleerd wordt is een verdere beoordeling niet aan de orde.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

8. Standpunt van het college van burgemeester en schepenen

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet aan bij het standpunt van de omgevingsambtenaar en is van mening dat de vergunning afgeleverd kan worden en baseert zich hierbij op volgende motivering:

De kapel zoals deze zich nu op het perceel bevindt is niet meer de originele kapel. De kapel werd origineel gebouwd in 1948, herbouwd in 1968 en dan nogmaals herbouwd in 1998 (= huidige kapelletje). De herbouw gebeurde telkens op een andere plaats. De herbouw betekent ook dat het uitzicht van de huidige kapel ook niet meer origineel is.

De huidige kapel bevindt zich op een zekere afstand van de straat in de voortuin van de woning en de aanvrager heeft de intentie om zijn terrein af te sluiten op de voor hen meest logische plaats (vooraan de eigendom). Dit betekent echter dat de kapel niet langer zichtbaar zal zijn voor het publiek en het behoudt ervan bijgevolg geen meerwaarde meer zal bieden.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Julie Derammelaere met als contactadres Vichtestraat 167 te 8540 Deerlijk, voor het slopen van een kapelletje in de voortuin, op een perceel gelegen Vichtestraat 167 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 235 H.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

D.3. Belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - behandeling bezwaarschrift

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 31 AUGUSTUS 2022

D.4. Gemeenteraad van 15 september 2022 - agendapunten - verzoek agendering - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De agenda van de gemeenteraad bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

Het college en burgemeester en schepenen wordt gevraagd de agenda voor de komende gemeenteraad te overlopen.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de voorziene punten voor de gemeenteraadszitting van 15 september 2022.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om volgende punten te agenderen op de gemeenteraad van 15 september 2022:

 

OPENBARE ZITTING

 

        Gemeenteraad - 7 juli 2022 - notulen en audio-opname - goedkeuring

        Uitvoering MJP 2020 - 2025 - opvolgingsrapportering 1e semester 2022 - kennisname

        Organisatiebeheersing 2021 - rapport - kennisname

        Gemeente zonder gemeentehuis - project 'Naar een open, nabij en loketvrij huis van de gemeente' - kennisname goedkeuring subsidie en samenwerkingsovereenkomsten - goedkeuring

        Vragen gesteld door raadsleden

 

BESLOTEN ZITTING

 

        Gemeentelijke administratieve sancties (GAS) - Aanwijzing van bijkomende gewestelijke vaststellers voor inbreuken op de algemene politieverordening (APV) en opsomming van de artikelen waarop deze inbreuken kunnen vaststellen - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/09/2022