Zitting van CBS van 29 MEI 2019

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 22 mei 2019 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 22 mei 2019.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 22 mei 2019 goed te keuren.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Gemeentelijke thuiszorgpremie - toekenning - goedkeuring

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Schoolpolis - uitbreiding waarborgen - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de uitbreiding van de waarborgen voor de verzekering schoolongevallen met polisnummer 45.021.591 goed te keuren.

Motivering

De verzekering schoolongevallen met polisnummer 45.021.591 kan uitgebreid worden met volgende waarborgen:

•          waarborg 'burgerlijke aansprakelijkheid' voor administratieve fouten

•          waarborg 'lichamelijke ongevallen' voor ouders van leerlingen die deelnemen aan socio-culturele en sportieve activiteiten, ingericht door de verzekeringsnemer

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de verzekering schoolongevallen met polisnummer 45.021.591 uit te breiden met volgende waarborgen:

•          waarborg 'burgerlijke aansprakelijkheid' voor administratieve fouten

•          waarborg 'lichamelijke ongevallen' voor ouders van leerlingen die deelnemen aan socio-culturele en sportieve activiteiten, ingericht door de verzekeringsnemer

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

MAT - verslag van 7 mei 2019 - kennisname

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van het MAT van 7 mei 2019.

Motivering

Het MAT hield een vergadering op 7 mei 2019. Het verslag van deze vergadering bevindt zich in bijlage.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van het MAT van 7 mei 2019.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Selectieprocedure medewerker schoonmaak vrijetijdsdiensten - afsluiting kandidatuurstellingen - kennisname

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Jubileum - bezoek ten huize - goedkeuring

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Jumbo Run 2020 - steun - weigering

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om steun te verlenen aan de jaarlijkse Jumbo Run van Gits naar aanleiding van de viering van de 50ste editie op 22 augustus 2020.

Motivering

Op 22 augustus 2020 organiseert de werkgroep van de Jumbo Run van Gits voor de 50ste keer haar Jumbo Run, een tocht waarbij motards (zijspanrijders) uit verschillende Europese landen, een passagier met een beperking (bewoner Dominiek Savio Instituut) meenemen in hun zijspan.

Bij mail van 14 mei 2020 vraagt de werkgroep van Jumbo Run om hun actie te steunen door:

•          een animatie- of cateringkraam te plaatsen op het Kasteelplein te Gits;

•          vrijwilligers in te schakelen om te helpen bij de randanimaties of uitbating van het café;

•          financiële of materiële steun te verlenen.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit niet in te gaan op de vraag voor steun, omwille van de frequentie van dergelijke aanvragen. Voor een gemeente is het onmogelijk geworden om alle initiatieven en organisaties die op een of andere manier acties ondernemen, ten voordele van goede doelen, financieel te ondersteunen.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Premies voor seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad - werkjaar 2018 - verdeling - goedkeuring

Aanleiding en context

Om de seniorenverenigingen van Deerlijk, die aangesloten zijn bij de seniorenraad, te ondersteunen in hun ouderenzorg en seniorenwerking, wordt een premie toegekend. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de verdeling van de premies ten bedrage van 5.720 euro goed te keuren.

Motivering

Het premiereglement voor seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad, goedgekeurd in de gemeenteraad van 24 april 2017, laat toe premies uit te keren aan die aangesloten seniorenverenigingen.

Op basis van de ingediende aanvraagdossiers en de in het reglement opgenomen berekeningswijze werden de premies voor het werkingsjaar 2018 berekend en voorgelegd op de algemene vergadering van de seniorenraad op 17 mei 2019. De algemene vergadering van de seniorenraad nam zonder bemerkingen kennis van de berekende premies.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere: Premiereglement voor seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Er is onvoldoende budget beschikbaar.

Het tekort aan budget (met name 220 euro) wordt overeenkomstig de beslissing van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 27 maart 2019 afgenomen van jaarbudgetrekening GBB-CBS/0959-00/64920113 (Thuiszorg).

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de verdeling van de premies voor de seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad voor werkingsjaar 2018 goed te keuren en de goedgekeurde bedragen over te maken op rekening van de desbetreffende seniorenverenigingen

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Premie kadervorming - goedkeuring

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Speelpleinwerking - weekend animatoren  - storten huurwaarborg - goedkeuring -

Aanleiding en context

Jaarlijks gaan de animatoren van speelpleinwerking Kerekewere! op weekend in een jeugdlokaal. Er wordt gevraagd aan het college van burgemeester en schepenen om de huurwaarborg te betalen.

Motivering

Voor het jaarlijks speelplein-weekend dat doorgaat van 4 oktober 2019 tot 6 oktober 2019, wordt beroep gedaan op de lokalen van Chiromeisjes "Nele" Zwevegem.

Voor het huren van deze lokalen wordt een huurwaarborg van 250,00 euro gevraagd die gestort moet worden op rekeningnummer BE81 7360 2045 3324 op naam van Chiromeisjes "Nele" Zwevegem met vermelding van 'waarborg speelpleinwerking Kerekewere! Deerlijk 4-6 oktober 2019'.

Om de optie van het huren van de lokalen te bevestigen, dient de waarborg gestort te worden.

In zitting van 13 november 2013 ging het college van burgemeester en schepenen akkoord met het voorstel van de stuurgroep van speelplein Kerekewere! om de huur van de weekendplaats voor de animatoren te betalen met een bestelbon van 250 euro.

De animatoren voorzien zelf een eigen budget zodat ze zelf kunnen voorzien in eten en drank.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de huurwaarborg voor het weekend van speelpleinwerking Kerekewere! te betalen. De huurwaarborg bedraagt 250,00 euro en moet overgeschreven worden op het rekeningnummer BE81 7360 2045 3324 op naam van Chiromeisjes "Nele" Zwevegem met vermelding van 'waarborg speelpleinwerking Kerekewere! Deerlijk van 4 oktober 2019 tot 6 oktober 2019'.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Wijkcomité Sellewie Beneden - 39ste boerefeesten - 22 juni 2019 - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 29 april 2019 werd een aanvraag ingediend door Wijkcomité Sellewie Beneden voor volgend evenement:

Motivering

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

•          aanvraag machtiging voor het verstrekken van sterke drank

Het is verboden sterke dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse in occasionele drankgelegenheden waar openbare manifestaties plaats vinden, tenzij het college van burgemeester en schepenen hiervoor een speciale machtiging verleent.

•          aanvraag politionele medewerking

Parkeerverbod op volgende plaats: parkeerplaatsen voor buurthuis Sint-Lodewijk op 22 juni 2019 van 12.00 uur tot en met 23 juni 2019 om 02.00 uur.

Het verkeersvrij houden van volgende straat: Pladijsstraat ter hoogte van het buurthuis Sint-Lodewijk op 22 juni 2019 van 12.00 uur tot en met 23 juni 2019 om 03.00 uur.

Politiezone Gavers verleende hiervoor op 6 mei 2019 negatief advies om volgende reden:

'De Pladijsstraat kan niet afgezet worden omdat dit een belangrijke verbindingsweg is die niet afgesloten kan worden.

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Machtiging voor het verstrekken van sterke drank

▪          Art. 9, Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank

◦          Plaatsing verkeerssignalisatie

▪          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits er twee verantwoordelijken aangesteld worden. De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein. De andere verantwoordelijke houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen verleent een speciale machtiging voor de verkoop van sterke drank tijdens dit evenement.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 4

De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Okra Deerlijk - regionale Fietshappening - 24 juni 2019 - inname openbaar domein - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester wordt gevraagd toelating te verlenen voor een tijdelijke inname van het openbaar domein naar aanleiding van een evenement.

Motivering

Okra Deerlijk wenst de Regionale Fietshappening te organiseren op 24 juni 2019 en vraagt toelating voor:

Inname parking de Wieke om deze te gebruiken als fietsenstalling.

Daartoe wil Okra Deerlijk de parkeerplaats afsluiten voor auto's.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere :

◦          Plaatsing verkeerssignalisatie

▪          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op 24 juni 2019, van 12.00 uur tot 18.00 uur, meerbepaald de parkeerplaatsen van de Wieke.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Midzomerpodium Neunkirchenplein - 23 juni 2019 - toelating geluidsactiviteit - goedkeuring

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Residentie De Valk - offerte Fluvius plaatsen openbare verlichting - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester wordt gevraagd de offerte van Fluvius voor het plaatsen van nieuwe openbare verlichting voor residentie "De Valk" in de Comm. Edm. Ameyestraat goed te keuren.

Motivering

In het kader van de nieuwbouw "De Valk" in de Comm. Edm. Ameyestraat heeft Fluvius een offerte opgemaakt voor het plaatsen van nieuwe openbare verlichting.

In de doorgang naar het Leon Defraeyeplein worden twee LED-armaturen geplaatst en op de buitengevel in de Comm. Edm. Ameyestraat worden er twee LED-armaturen geplaatst en een LED-armatuur op een paal van 8,00 m.

Gezien het private karakter van de bouwwerken zijn de kosten ten laste van de ontwikkelaar. De offerte werd reeds goedgekeurd door de ontwikkelaar.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: 56, § 3. 4° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Deze kosten worden verhaald op de bouwheer van residentie De Valk.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de offerte van Fluvius voor het plaatsen van de nieuwe openbare verlichting voor residentie "De Valk" in de Comm. Edm. Ameyestraat goed te keuren en de kosten te verhalen op de ontwikkelaar.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Inname openbaar domein - kennisname

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Schrapping risicogrond - Ter Donkt 32 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te geven voor een schrapping van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen Ter Donkt 32, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving afdeling 1, sectie B, nummer 626 L.

Motivering

Op 20 mei 2019 werd een elektronisch schrijven ontvangen van Mathieu Guillaume van notariaat Saey - Taelman - Degandt. Het betreft een gemotiveerde verklaring tot schrapping van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen Ter Donkt 32, 8540 Deerlijk.

Als motivatie voor deze schrapping werd een verklaring toegevoegd bij de aanvraag die aangeeft dat er op dit perceel enkel milieu-technische handelingen werden uitgevoerd die geen Vlarebo rubrieken zijn (zie ook verklaring in bijlage).

In de gemeentelijke inventaris wordt dit perceel wel gelinkt aan Vlarebo activiteiten die er nooit plaats vonden nl. afval en bedekkingsmiddelen (uittreksel gemeentelijke inventaris in bijlage van dit punt). Deze laatste komen wel voor op naast liggende percelen met garage-activiteiten. Op die manier kan aangenomen worden dat de Vlarebo rubrieken onterecht werden toegevoegd aan dit perceel.

Op 24 mei 2019 werd door de dienst omgeving - milieu een administratief onderzoek gevoerd waaruit blijkt dat er voldoende kan aangetoond worden dat er in werkelijkheid geen risico-activiteiten hebben plaatsgevonden op het perceel in kwestie.

Er zijn geen externe adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §2 en §3, 7° van het Decreet lokaal bestuur

•          Andere: Art. 7, §1  van het Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

•          het advies van de dienst omgeving - milieu te volgen en het perceel Ter Donkt 32, 8540 Deerlijk, kadastraal gekend als afdeling 1, sectie B, nummer 626 L, te schrappen als risicoperceel;

•          deze beslissing over te maken aan OVAM.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

OMV 2019_76 - Oudenaardse heerweg 68 - melding - aktename

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor de uitbating van een standaard garage zonder carrosserie-werkzaamheden op een perceel gelegen Oudenaardse heerweg 68 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 592 E2 ingediend door Jacob Reinier van Sluijs wonende Schoolstraat 4 te 8551 Zwevegem.

Motivering

De melding ingediend door Jacob Reinier van Sluijs wonende Schoolstraat 4 te 8551 Zwevegem, werd per beveiligde zending verzonden op 15 mei 2019.

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

VOORWERP VAN DE MELDING

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Oudenaardse heerweg 68, kadastraal bekend afdeling 2 sectie D nr. 592E2.

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: uitbating van een standaard garage zonder carrosserie-werkzaamheden.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

BEVOEGDHEID

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

De melding omvat de volgende meldingsplichtige ingedeelde inrichtingen of activiteiten:

De activiteiten van de garage-werkplaats omvatten bandenwissels en nazicht, herstellen en onderhoud van motorvoertuigen. Er worden geen carrosserie-werkzaamheden uitgevoerd.

De uitrusting van de garage-werkplaats omvat: 

        3 hefbruggen

        een compressor van 9,5 kW

        demonteer-machine en uitbalanceermachine voor banden

        opslag van rubberbanden, niet ingedeeld.

        een naai atelier voor de fabricage en herstelling van zeildoeken

        stalplaatsen voor personenvoertuigen, vrachtwagen, caravans en mobilhomes

Deze melding heeft een invloed op de volgende milieutechnische aspecten:

De activiteiten van Jacob van Sluijs beperken zich tot een werkplaats voor nazicht, herstellen en onderhoud van motorvoertuigen met 3 hefbruggen en het stallen van caravans, mobilhomes en personenwagens. Er worden geen carrosserie-werkzaamheden (spuitcabine) uitgevoerd, zodat de hinder ingevolge lucht-emissies naar de omgeving nihil is. Er worden tevens geen commerciële verkoopactiviteiten van voertuigen gehouden. Daardoor is het risico op hinder t.o.v. de directe omgeving beperkt. Ook op veiligheidsvlak zijn de risico’s beperkt omdat er slechts een geringe opslag van gevaarlijke producten is. De exploitant zorgt er bovendien voor dat de gebruikte infrastructuur in goede milieu-technische toestand is. 

o        Geluid en trillingen

De garage-activiteiten gebeuren steeds binnen. Ook de technische infrastructuur (hefbruggen, compressor van 9,5 kW en machines voor bandenwissels) waarvan gebruik wordt gemaakt bevindt zich binnen. Daardoor is er geen geluidsoverlast naar de omgeving. 

o        Bodemverontreiniging

De producten die een risico kunnen vormen voor bodemverontreiniging zijn olie en koelvloeistof. Om het risico op bodemverontreiniging tot een minimum te beperken wordt er gewerkt op een vloeistofdichte betonvloer en zijn alle recipiënten voorzien van lek- of opvangbakken. Absorberende materiaal is altijd aanwezig om een mogelijke calamiteit zo snel mogelijk weg te ruimen.

o        Luchtemissies

Er zijn geen ingedeelde stookinstallaties aanwezig. Daarnaast wordt er ook geen gebruik gemaakt van vluchtige organische componenten. Luchtemissies zijn beperkt tot uitlaatgassen van aan- en afrijdende auto’s.  

o        Bedrijfsafvalwater en regenwater

De activiteiten van de garagewerkplaats heeft geen (bedrijfs)afvalwater. Er worden geen wagens gewassen op de site. De exploitatie zal gebeuren in een bestaand gebouw, er worden geen bouw-technische ingrepen gedaan zodat de waterhuishouding ongewijzigd blijft. 

o        Mobiliteit

De inrichting is gelegen in een zone voor kleine en middelgrote bedrijven. De mobiliteitsbewegingen zijn beperkt tot:

- toerijdende klanten (maximaal 10 per week)

- leveranciers van materiaal (maximaal 1 per week)

De mobiliteitsimpact ten opzichte van de omgeving is beperkt.

o        Afvalstoffen

Alle door het bedrijf geproduceerde afvalstoffen worden periodiek opgehaald door een erkende afvalverwerker (de bewijzen daarvan worden ter beschikking gehouden door de exploitant) en het met huishoudelijk vergelijkbaar bedrijfsafval wordt bij de reguliere huisvuilronde correct aangeboden.

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur, op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

Op de ingediende melding zijn volgende bestemmingsplannen en planologische voorschriften van toepassing:

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de voorschriften van het GRUP Brandemolen, zijnde voorschriften voor zone voor kleine en middelgrote bedrijven.

De aanvraag heeft betrekking op het exploiteren van een autoherstelplaats in overeenstemming met de voorzieningen van het GRUP Brandemolen.

De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.

Juridische gronden

      Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

      Andere:

o      Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

o      Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

o      Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Jacob Reinier van Sluijs wonende Schoolstraat 4 te 8551 Zwevegem voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde het uitbating van een standaard garage zonder carrosserie-werkzaamheden gelegen Oudenaardse heerweg 68 te Deerlijk.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Artikel 2

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

Artikel 3

De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:

Algemene en sectorale voorwaarden uit Vlarem II.

Volgende algemene voorwaarden zijn van toepassing:

o        Hoofdstuk 4.1: Algemene voorschriften

Volgende sectorale voorwaarden zijn van toepassing:

o        Hoofdstuk 5.15: Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motorvoertuigen

De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

OMV VK 2018_2 - Pladijsstraat - beslissing beroep - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing van de Deputatie aangaande de aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van grond in 10 loten voor woningbouw en 3 loten voor private wegenis gelegen langs de Pladijsstraat te Deerlijk en met als kadastrale omschrijving afd. 2, sectie E, nummers 148D2, 148W, 236A, 239A, 245A en 247B en ingediend door Jean-Marie Van Wanseele namens Gr-Ont, gevestigd Nijverheidslaan 31A, 8540 Deerlijk.

Motivering

Op 24 oktober 2018 behandelde het college van burgemeester en schepenen de genoemde aanvraag en besliste de vergunning af te leveren voor de loten 5 tot en met 10 en voor het lot C mits te voldoen aan een aantal specifieke voorwaarden en weigerde de vergunning voor wat betreft de loten 1 tot en met 4 en de loten A en B.

Tegen deze beslissing van het college werd beroep ingesteld bij de Deputatie. De Deputatie besliste op 9 mei 2019 het volgende:

'BESLUIT:

Artikel 1: De Deputatie neemt akte van de afstand van de op 24 oktober 2018 verleende vergunning onder voorwaarden door het college van burgemeester en schepenen van Deerlijk aan GR-ONT (Van Wanseele Jean-Marie), Nijverheidslaan 31A, 8540 Deerlijk tot het verkavelen van grond in 10 loten voor woningbouw en 3 loten voor private wegenis, gelegen Pladijsstraat 8540 Deerlijk en verklaart de ingediende beroepen zonder voorwerp.

Artikel 2: De beslissing van 24 oktober 2018 onder voorwaarden van het college van burgemeester en schepenen te Deerlijk houdende vergunning onder voorwaarden aan GR-ONT (Van Wanseel Jean-Marie), Nijverheidslaan 31 A, 8540 Deerlijk tot verkavelen van grond in 10 loten voor woningbouw en 3 loten voor private wegenis, gelegen Pladijsstraat 8540 Deerlijk, wordt vernietigd.'

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

◦          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de beslissing.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Attest van verdeling - Fabrieksstraat 22 - weigering

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of ze akkoord kunnen gaan met het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Fabrieksstraat 22.

Motivering

Op 15 mei 2019 verstuurde men vanuit het notariaat Bernard Denys & Evy Libert een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Fabrieksstraat 22, gekadastreerd afdeling 2, sectie E, nummers 1186P, 1130E, 1186W, 1125B.

Een deel van de eigendom wordt afgesplitst in een lot 1 met een oppervlakte van 903 m² en een lot 2 met een oppervlakte van 6.821 m² teneinde te verkopen.

De bestemming van het goed blijft ongewijzigd.

De omgevingsambtenaar stelt voor volgende opmerking te formuleren:

De eigendom is deels bestemd als gebied voor milieubelastende industrie en deels als agrarisch gebied volgens de bepalingen van het gewestplan. Op een groot deel van dit agrarisch gebied is het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven, zoals goedgekeurd bij Ministerieel besluit van 10 januari 2000, van toepassing (deelplan 80). In dit BPA is een uitbreidingsmogelijkheid voorzien voor het bestaande bedrijf (lot 1) waarbij opgenomen is dat het bestaand bedrijf en de uitbreiding één economische entiteit moeten vormen.

Op het plan van verdeling blijkt echter dat het lot 1 (waaraan de uitbreiding conform het BPA gekoppeld is) als apart lot afgesplitst wordt van de achterliggende zone . De zone voor bedrijvigheid zoals voorzien in het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven wordt in het voorstel van verdeling samen verkocht middels het lot 2 wat niet conform de bepalingen van het sectoraal BPA is (de uitbreidingsmogelijkheden zijn bijgevolg niet meer uitvoerbaar).

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft bezwaar tegen de splitsing omdat de splitsing niet in overeenstemming is met de voorzieningen van het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven fase II, deelplan 80, zoals goedgekeurd bij ministerieel besluit van 10 januari 2000.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Attest van verdeling - Oude Pastoriestraat - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of ze akkoord kunnen gaan met het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Oude Pastoriestraat.

Motivering

Op 14 mei 2019 verstuurde men vanuit het notariaat Saey, Taelman & Degandt een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Oude Pastoriestraat (garageweg), gekadastreerd afdeling 2, sectie E, nummer 830G3.

Een deel van de eigendom wordt afgesplitst om delen te verkopen aan de aanpalende eigenaars van de de Kapelstraat.

De bestemming van het goed is volgens de verwerver toegang tot garageweg achterliggende verkaveling.

De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling.

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Premie kleine landschapselementen - toekennen subsidie - goedkeuring

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

Aanleiding en context

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere: Organisatiebeheersysteem

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2019/20 goed te keuren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2019/30 goed te keuren.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

BuikRock - representatie gemeentebestuur

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd te beslissen over de representatie van het gemeentebestuur en haar externe relaties naar aanleiding van het festival BuikRock.

Motivering

Op 31 augustus 2019 vindt in Deerlijk de eerste editie plaats van BuikRock. Deze eerste editie van dit muziekfestival wordt mede georganiseerd naar aanleiding van het ereburgerschap van Niels Destadsbader. De organisatoren komen daarmee tegemoet aan de wens van Niels Destadsbader om nog eens voor eigen publiek op te treden. Naast Niels Destadsbader treden nog andere nationaal en internationaal bekende artiesten op.

Het muziekfestival BuikRock brengt een brede uitstraling voor de gemeente Deerlijk met zich mee. Het gebeurt immers niet elke dag dat een relatief kleine gemeente als Deerlijk kan uitpakken met dergelijk evenement. Het muziekfestival biedt in die optiek de mogelijkheid  om externe relaties aan de hand van VIP-arrangementen uit te nodigen zoals ook omliggende gemeentebesturen dit doen bij evenementen en festiviteiten met uitstraling voor hun gemeente.

Naar aanleiding van het festival BuikRock en de mogelijkheid daarbij tot representatie voor en door het gemeentebestuur kan er overwogen worden om jaarlijks budget te voorzien om externe relaties uit te nodigen naar evenementen en festiviteiten met uitstraling voor de gemeente.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. § 1. Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële gevolgen van deze beslissing zijn nog niet gekend.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om dit algemeen te bekijken in het kader van de public relations van de gemeente. Dit wordt meegenomen in het meerjarenplan.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Vlaamse Meesters - persmoment en receptie - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het aanbieden door de gemeente van een drankje, op de receptie naar aanleiding van het persmoment van Vlaamse Meesters in Situ, goed te keuren.

Motivering

Vanaf 2 juni loopt het project Vlaamse Meesters in Situ in Deerlijk. Het retabel in de Sint-Columbakerk werd mee opgenomen in dit project, dat over heel Vlaanderen wordt georganiseerd op unieke locaties. Op 4 juni om 16.00 uur wordt hiervoor een persmoment georganiseerd.

Er wordt gevraagd of er vanuit de gemeente een drankje voorzien kan worden voor de aanwezigen na het persmoment.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 decreet lokaal bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit dat er vanuit de gemeente een drankje wordt voorzien na het persmoment op dinsdag 4 juni.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

Mobiliteitscommissie - huishoudelijk reglement - aanpassing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het voorstel tot aanpassing van het huishoudelijk reglement van de mobiliteitscommissie goed te keuren.

Motivering

Bij de aanvang van een nieuwe legislatuur moeten alle gemeentelijke raden en overlegstructuren opnieuw samengesteld worden.

In zitting van het college van burgemeester en schepenen van 13 maart 2019 werden enkele krijtlijnen i.v.m. de samenstelling van de raden goedgekeurd. Hierbij werd ondermeer goedgekeurd dat de samenstelling gebeurt overeenkomstig de bepalingen van artikel 304 van het decreet Lokaal Bestuur en geen vertegenwoordigers van de politieke fracties worden opgenomen, met uitzondering van de bevoegde schepen als niet-stemgerechtigd lid.

Om een grotere participatie van belangrijke stakeholders zoals burgers, handelaars,... te bekomen werd een oproep gedaan naar kandidaten via het gemeentelijk infoblad en het groen blaadje.

Rekening houdend met de goedgekeurde krijtlijnen werd het huishoudelijk reglement voor de mobiliteitscommissie herwerkt. Hierin wordt volgende samenstelling voorgesteld:

•          belangrijke stakeholders zoals burgers, handelaars, jeugd,... zonder beperking in aantal

•          deskundigen:

◦          verkeersdienst politie

◦          mobiliteitsdeskundige Leiedal

◦          deskundige werken in uitbesteding

◦          clusterhoofd ruimte

•          schepen bevoegd voor mobiliteit (zonder stemrecht)

In het huishoudelijk reglement wordt ondermeer ook opgenomen dat:

•          er onder de leden, andere dan de deskundigen, een secretaris wordt gekozen;

•          de vergaderingen worden voorgezeten door de schepen bevoegd voor mobiliteit of het clusterhoofd ruimte bij afwezigheid van de schepen;

•          er werkgroepen ad hoc kunnen opgericht worden.

Dit voorstel zal ter advies voorgelegd worden aan de huidige mobiliteitscommissie op 5 juni om 19.00 uur. Daarna wordt het aangepaste huishoudelijk reglement ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad van 4 juli.

Juridische gronden

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1. van het Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt het voorstel tot aanpassing van het huishoudelijk reglement voor de mobiliteitscommissie goed, mits toevoeging van de schepen bevoegd voor openbare werken  als niet stemgerechtigd lid, en beslist dit voorstel voor te leggen aan de huidige mobiliteitscommissie voor advies.

Zitting van CBS van 29 MEI 2019

OMV 2019_7 - Wandelweg en Waregemstraat 75 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van een deel van het bedrijfsgebouw en het bouwen van een groepswoningbouwproject van 16 woningen en buitenaanleg, op een perceel gelegen Wandelweg en Waregemstraat 75 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 277 P6 aangevraagd door Ivan Vandekerckhove namens IDEA BVBA gevestigd Oudenaardseweg (W.-M.) 29 te 9790 Wortegem-Petegem.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 24 mei 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig voor de sloop van de het bedrijfsgebouw H en ongunstig advies voor het bouwen van het groepswoningbouwproject van 16 woningen en buitenaanleg.

Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldoen worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopopvolgplan dient nageleefd te worden (de gegevens van het SOP mogen verder aangevuld worden tot voor de start van de werken).

-          De maatregelen in de archeologienota bekrachtigd op 28 september 2018 met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/8654 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in die bekrachtigde archeologienota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Na de uitvoering ervan moet een bekrachtigde nota bekomen worden. De maatregelen in die bekrachtigde nota moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in de nota, de voorwaarden bij de bekrachtiging, en het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, met als bestemming stedelijk woongebied.

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013

2.   Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 maart 1964 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de weeffabriek

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 oktober 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de bestaande fabriek

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 maart 1968 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de bestaande fabriek

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 april 1969 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de bestaande fabriek door het bouwen van burelen, magazijnen, toonzaal en fabriekshal

        Wegering van een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag afgeleverd op 24 augustus 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van de stapelplaats van de weverij en het uitbreiden van burelen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 mei 2007 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een poort

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 augustus 2007 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bedrijfsgebouw: aanbouwen van een sas, camionette-bergplaats en sanitair + refter voor personeel

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning afgeleverd op 6 september 1995 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbaten van een weverij van meubelstoffen

        Milieuvergunning afgeleverd op 29 augustus 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbaten van een weverij van meubelstoffen

        Milieuvergunning op proef afgeleverd op 12 november 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbaten van een weverij van meubelstoffen

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Waregemstraat en de Wandelweg, beide voldoende uitgeruste gemeentewegen. De wandelweg betreft een pijpenkop gekenmerkt door eengezinswoningen aan de noordzijde en oostzijde. Het bedrijf bevindt zich aan de zuidzijde van de Wandelweg. Het bedrijfsgebouw staat momenteel leeg en betreft een voormalig textielbedrijf. Het geheel is een cluster van verschillende volumes, door de jaren heen gegroeid.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een aantal van de gebouwdelen die uitgeven op de Wandelweg, zijnde het gebouw H (bestaand uit een reeks loodsen in rode baksteen, 1 bouwlaag, voornamelijk zadeldak) en het gebouw I (aangebouwd in betonnen panelen met lessenaarsdak in sandwichpanelen, 1 bouwlaag, gevel Wandelweg afgewerkt in rode baksteen). Het gebouw H wordt volledig afgebroken en gebouw I wordt verbouwd en opgenomen in het nieuwe project. De overige gebouwdelen en gronden blijven bestaan en moeten later nog een herbestemming krijgen.

Met voorliggende aanvraag wenst men dus enerzijds het grootste deel van de gebouwen te slopen en anderzijds een nieuw woningbouwproject te realiseren na de sloop. Het nieuwe project betreft een groepswoningbouwproject met 16 wooneenheden. Het project bestaat uit 2 volumes die haaks ingeplant worden op de Wandelweg en die gefaseerd uitgevoerd zullen worden. Tussen beide volumes wordt een groenzone ingericht. Het volume rechts op de site bestaat uit een aaneenschakeling van eengezinswoningen bovenop een ondergrondse garage. Iedere woning bestaat uit 2 bouwlagen met plat dak en heeft een private tuinzone met een diepte van minimaal 8 m waarop een kruiwagenpad aansluit. De kop het volume wordt afgewerkt met 2 appartementen waardoor op de hoek 3 bouwlagen met plat dak ontstaat. Het rechtse volume bevat 9 wooneenheden. Het linkse volume bestaat uit een aaneenschakeling van 5 woningen en 2 appartementen bestaand uit 2 bouwlagen en een plat dak. Dit linkse volume neemt een deel in van het bestaande te behouden en verbouwen deel van het bedrijfsgebouw (zijde gebouw I). Deze woningen hebben grote terrassen of een patio/beperkte tuin. De nieuwe volumes (achtergevel op de verdieping) bevinden zich op zijn smalst op 4,67 m van de perceelsgrens met de aanpalende eigendom (Wandelweg 10). Tussen deze 2 volumes wordt een gemeenschappelijke groenzone ingericht, ook de zone tussen de nieuwe woningen en de achterliggende te behouden bedrijfsgebouwen wordt ingezaaid. De groenzone wordt doorgetrokken tot op het openbaar domein en de verharde weginfrastructuur wordt verminderd gezien de bestaande breedte niet meer nodig is ifv vrachtverkeer. Op dit openbaar domein worden een aantal parkeerplaatsen ingericht. Het overige parkeren wordt ondergronds voorzien.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 1 maart 2019 tot 30 maart 2019. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er twee individuele bezwaarschriften en één gezamenlijk bezwaarschrift ontvangen.

De bezwaren handelen samengevat omtrent volgende aspecten:

Individueel bezwaar 1:

-          De aanvraag zorgt voor inkijk in de eigen woning (tuin en keuken). Door het voorzien van leefruimtes op de verdieping verergert dit probleem nog.

Gezamenlijk bezwaar 2:

-          Er wordt geen rekening gehouden met de criteria ‘schaal’ en ‘ruimtelijke impact’. Deze criteria zijn niet afgetoetst, noch de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bezoekers, noch de invloed op mobiliteit en verkeersleefbaarheid

-          Er is geen rekening gehouden met de in de omgeving bestaande toestand. In het bezwaar worden hiervoor onder meer volgende elementen aangehaald:

• De wandelweg bestaat uit 6 woningen van het type alleenstaand of halfopen.
• Het nieuw concept getuigt niet van aansluiting/inpassing. Het nieuw concept past veeleer in een grootstedelijke context.
• Het voorzien van een gemeenschappelijke binnenplaats en de ondergrondse parkeergelegenheid zorgt voor complete isolatie. Er is geen enkele connectie.
• Dit wordt nog versterkt door de talud die voorzien worden op het gedeelte openbaar domein.
• De gemeenschappelijke binnenplaats bestaat uit gedwongen-mede-eigendom  en er zijn geen doorsteken naar de achterliggende straat waardoor dit door niemand gebruikt zal worden.

-          De densiteit van het project is te groot en kan door de omgeving niet gedragen worden. Het feit dat de site op vandaag reeds vol gebouwd is doet daaraan niets af, nu het gaat om een leegstaand bedrijfsgebouw, dat onmogelijk dezelfde effecten kan ressorteren – zelfs al zou er exploitatie zijn – als 16 woon-entiteiten.

-          Bezwaarindieners stellen dat het project hinder creëert inzake mobiliteit. In het bezwaar worden hiervoor onder meer volgende elementen aangehaald:

• De Wandelweg is nu reeds overbelast met parkerende voertuigen.
• Door het onderbreken van de weg zal men niet langer de lus van de pijpenkop kunnen nemen maar zal men moeten keren op de weg, terwijl kruisen nu al niet mogelijk is op vandaag door de geparkeerde wagens.
• De bijkomende 16 woningen zullen voor een onoverzienbare verkeersbelasting zorgen.
• De voorziene 36 bijkomende parkeerplaatsen, zijnde 28 privatieve en 8 openbare geeft een vertekend beeld aangezien de 8 publieke parkeerplaatsen (zeker de 3 langse) voorzien worden op ruimte die op heden reeds dikwijls gebruikt wordt om te parkeren.
• De 3 parkeerplaatsen langs de achterkavelgrens van de woning Beekstraat 15 houden geen rekening met de toegankelijkheid van de bestaande garagebox.
• De 28 privatieve parkeerplaatsen zijn te weinig voor 16 woningen in de veronderstelling dat elk gezin gemiddeld 2 wagens heeft. Bezoek is dan nog niet meegerekend. De ondergrondse parkeerplaatsen worden ook niet noodzakelijk met de woningen mee verkocht.
• Hieruit kan geconcludeerd worden dat het project te grootschalig is.

-          Het project kent volgende pijnpunten inzake privacy en gebruiksgenot:

• De uitrit van de ondergrondse garage is voorzien recht tegenover de woning Wandelweg 3 waardoor bij elke vervoersbeweging hinder zal zijn door voorlichten.
• De 3 woningen (W2, 3, 4) hebben hun leefruimtes op de eerste verdieping waardoor via ramen in de leefruimtes een rechtstreeks inkijk zal zijn op de aanpalende eigendom.

-          Er zijn in het dossier een aantal onduidelijkheden

• Is er inname van het openbaar domein? Zo ja, lijkt het de bezwaarindieners niet evident dat de gemeenteraad de in de aanvraag voorziene inname van het openbaar domein zal goedkeuren gelet op de bestaande problematiek inzake mobiliteit en parkeren (keren d.m.v. manoeuvreren gecombineerd met parkeren langs de straat en de breedte van de straat).
• Er is geen informatie voorhanden over een verdere uitbreiding van het project terwijl reeds hierover geruchten opgevangen werden. Transparantie is noodzakelijk i.f.v. de beoordeling van mogelijke bijkomende hinderaspecten. Door een opsplitsing van 1 groot project in meerdere kleinschalige worden algehele hinderaspecten aan het oog van de gemeente en omwonenden onttrokken.

Individueel bezwaar 3:

-          Door de 16 bijkomende woningen zal de drukte in de Paanderstraat extra belast worden. Ook zal er in de pijpenkop extra zoekverkeer zijn naar parking.

-          Het voorzien van ondergrondse parkeerplaatsen is ok, maar meestal heeft een gezin 2 wagens en daarvoor is de ruimte te beperkt.

-          Door het te groot aantal woningen ontstaat extra overlast en inkijk, terwijl de tuinzone nu rustig is zonder inkijk.

-          De oplossing bestaat er in om minder woningen toe te laten en bijgevolg ook minder wagens.

5.   Adviezen

De Provincie West-Vlaanderen – dienst waterlopen werd om advies verzocht op 6 maart 2019. De adviesinstantie bracht op 23 april 2019 een ongunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Beschrijving van de vergunningsaanvraag:

De aanvraag wordt ingediend voor het bouwen van een groepswoningbouwproject met 16 woningen, bestaande uit 2 bouwblokken, na het slopen van een deel van een bestaand bedrijfsgebouw:

        Bouwblok A1 bestaat uit 9 woningen bovenop een ondergronds parkeergarage.

        Bouwblok 2 bestaat uit 5 ééngezinswoningen (W1/W2/W3/W4/W5) en 1 appartementsgebouw (A2).

De totale dakoppervlakte van bouwblok A1 bedraagt 692 m², de aangesloten verharding bedraagt 479 m². Het hemelwater dat hierop terechtkomt, wordt opgevangen in 7 regenwaterputten, elk met een inhoud van 7.500 liter waarvan de overloop wordt aangesloten op een infiltratiebuis met een capaciteit van 18.915 liter en een oppervlakte van 31,20 m². De overloop van de infiltratiebuis wordt aangesloten op de openbare riolering van de Wandelweg.

De totale dakoppervlakte van de 5 woningen en bouwblok A2 bedraagt 553 m², de aangesloten verharding bedraagt 149 m². Per woning en bouwblok wordt een regenwaterput (5 x 5.200 liter respectievelijk 1 x 7.500 liter) voorzien waarvan de overloop wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met een capaciteit van 8.730 liter en een oppervlakte van 14,40 m². De overloop van de infiltratievoorziening wordt aangesloten op de openbare riolering van de Wandelweg.

De aanvraag omvat geen aanzienlijke reliëfwijziging.

Grondwaterpeilmetingen zijn niet terug te vinden in het dossier.

Er wordt niet aangegeven wat er met de uitgegraven grond van de ondergrondse parkeergarage gebeurt. Vermoedelijk zal een deel van de uitgegraven grond gebruikt worden voor het aanleggen van een talud ter hoogte van de Wandelweg.

Gegevens en bemerkingen

Met betrekking tot de watertoets:

1)   Het project paalt niet rechtstreeks aan een waterloop van 2de of 3de categorie.

2)   Voorliggend project ligt in het stroomgebied van de Biesgrachtbeek, een ingeschreven waterloop van 2e categorie met nummer WL.13.3.

3)   Het project ligt niet in overstromingsgevoelig gebied (zie kaart watertoets in bijlage).

4)   Het project ligt volgens bijgevoegd uittreksel in een gebied met een moeilijk infiltreerbare bodem.

5)   Om schadelijke effecten te vermijden en te compenseren zijn, uit het oogpunt van onze terreinkennis met betrekking tot het afwaartse gebied, volgende voorwaarden van toepassing:

Aangezien het project gelegen is in een gebied met een moeilijk infiltreerbare bodem, wordt op basis van art. 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 (B.S. 08.10.2013) houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater een buffervoorziening opgelegd met vertraagde afvoer.

Er moet een buffervoorziening met een capaciteit van minstens 250 m³/ha verharde oppervlakte worden voorzien en een leegloop naar het oppervlaktewaternet.

Voor dit project wil dit zeggen dat:

• Een totale nuttige berging moet voorzien worden van minstens 47 m³ (1.245 m² dakoppervlakte + 628 m² verharding).
• Dit volume moet een open volume zijn.
• Bij het aanleggen van buffervoorzieningen moet voldoende rekening gehouden worden met de (voorjaars)grondwaterstand (het volume ingenomen door grondwater is immers niet meer beschikbaar voor de berging van hemelwater)
• Er is momenteel een ontdubbelde infiltratievoorziening aanwezig met een totale capaciteit van 27.645 liter (bouwblok A1 = 18.915 liter/oppervlakte 31,20 m² - bouwblok A2 en 5 woningen = 8.730 liter/oppervlakte 14,40 m²) met een overloop naar de openbare riolering.

o        Gezien de bodem van het projectgebied gekarteerd staat als weinig infiltratiegevoelig, kan de Provinciale Dienst Waterlopen zich niet akkoord verklaren met de keuze voor het principe van infiltratie. Door de zeer trage infiltratiesnelheid van de bodem, kan een 2de bui, kort volgend op een 1ste bui, in een dergelijk systeem onvoldoende worden gebufferd en vertraagd worden afgevoerd. Dit betekent dat in deze omstandigheden de overloop gaat fungeren als doorvoer, en er van vertraging op de hemelwaterafvoer geen sprake is.

Enkel indien infiltratieproeven en grondwaterpeilmetingen aantonen dat de ondergrond voldoende waterdoorlatend is, is het geoorloofd een infiltratiesysteem te voorzien.

o        Het is onduidelijk voor de Provinciale Dienst Waterlopen waarom wordt geopteerd voor een ontdubbeld systeem. Voor het blok A1, waar de leiding achteraan de woningen is voorzien, moeten daarvoor onnodig ellenlange leidingen worden aangelegd. Bovendien zal één systeem voor het volledige gebouwencomplex een veel efficiëntere werking hebben.

6)   M.b.t. het ontworpen systeem voor vertraagde afvoer en de lozing op de openbare riolering moeten meer details gegeven worden. Volgens art. 5, §2 4° van de GSV moet de exacte plaatsing, omvang en diepte van de buffervoorziening, het buffervolume van de voorziening, de totale horizontale dakoppervlakte en de verharde grondoppervlakte die op de voorziening zijn aangesloten, worden weergegeven, evenals de locatie en het niveau van de leegloop (en de overloop).

7)   De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar aanpalende zones voor infiltratie/buffering mag enkel op de eigen terreinen plaats vinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.

Advies Dienst Waterlopen met betrekking tot de watertoets:

Het advies van onze dienst is voor voorliggende vergunningsaanvraag ONGUNSTIG. Er dient rekening gehouden te worden met volgende voorwaarden:

-       Regenwaterputten hebben geen bufferende functie meer eens deze volledig zijn gevuld. Enkel het deel boven de overloop mag gerekend worden als bufferend. De regenwaterputten kunnen het bedrijf voorzien van een hoeveelheid beschikbaar water.

-       Er moet een effectief bufferend volume van minstens 46 m³ worden voorzien met een leegloop naar het oppervlaktewatersysteem. Er mag slechts 1 lozingspunt op het openbare rioleringsstelsel worden aangesloten.

-       Dit volume moet een open volume zijn waarop alle overlopen worden aangesloten (cf. art. 9 GSV).

-       De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar aanpalende zones voor infiltratie/buffering mag enkel op de eigen terreinen plaats vinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.

Enkel als aan bovenstaande voorwaarden is voldaan, zijn er geen schadelijke effecten te verwachten op het bestaande watersysteem.’

Brandweerzone Fluvia – dienst brandweerpreventie werd om advies verzocht op 6 maart 2019. De adviesinstantie bracht op 19 maart 2019, ontvangen op 1 april 2019 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsadvies.’

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestelijk RUP. De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk RUP Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20/01/2006) in een stedelijk woongebied.

In deze zone gelden de voorschriften van Art. 7.1. stedelijk woongebied, waarbij §1 als volgt luidt:

Het gebied is bestemd voor wonen, openbare groene en verharde ruimten en aan het wonen verwante voorzieningen. Onder aan het wonen verwante voorzieningen worden verstaan: handel, horeca, bedrijven, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, kantoren en diensten, parkeer- en openbaar vervoervoorzieningen, openbare groene en verharde ruimten, socio-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen.

Het gevraagde voldoet aan de bestemmingsvoorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan aangezien de aanvraag betrekking heeft op een groepswoningbouwproject met omgevingsaanleg, mits de aanvraag in overeenstemming is met de beoordelingscriteria vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de VCRO.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Wandelweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag voorziet eveneens werken aan de wegenis zodat een voorafgaande beslissing door de gemeenteraad noodzakelijk is. Gelet op het ongunstig advies inzake de watertoets is de aanvraag in zijn huidige vorm niet voor vergunning vatbaar (ofwel te herwerken ofwel bijkomend te motiveren) en wordt dit dossier voorlopig niet voorgelegd aan de gemeenteraad.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. De Provinciale dienst van de Waterlopen bracht in het kader van de watertoets een ongunstig advies uit. Dit advies wordt overgenomen tot het mijne zodat geoordeeld dient te worden dat het dossier in het kader van de watertoets herbekeken moet worden.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). De mogelijke effecten op de omgeving werden in het omgevingsloket toegevoegd. Uit de analyse van de m.e.r. screeningnota is gebleken dat de milieueffecten van dit project niet aanzienlijk zijn zodat de opmaak van een milieueffectenrapport niet noodzakelijk is.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Uitvoeren last bescheiden woonaanbod

De voorliggende bouwaanvraag voorziet in een groepswoningbouwproject van 4 woongelegenheden waarbij de percelen aansluiten op door dezelfde bouwheer te ontwikkelen gronden en die samen meer dan een halve hectare beslaan. Overeenkomstig 4° van artikel 4.2.1 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid zijn de normen bescheiden woonaanbod van toepassing op de voorliggende bouwaanvraag. Er dient een norm verwezenlijkt te worden van ten minste 20% van het aantal te verwezenlijken woningen (= 4 woningen). De woningen W1, W2, W3 en W4 hebben een bruto bouwvolume van minder dan 550m³ zodat voldaan is aan de norm bescheiden woonaanbod.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10          Erfgoed-/archeologietoets

De aanvraag is vergezeld van een bekrachtigde archeologienota en een archeologienota die stilzwijgend bekrachtigd werd, beiden kaderend in het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, gezien de totale oppervlakte van het kadastrale perceel groter is dan 3.000 m² en de bodemingreep groter is dan 1.000 m². De archeologienota werd opgemaakt onder de supervisie van een erkend archeoloog.

Omdat het archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem niet of niet volledig kon worden uitgevoerd voorafgaand aan het indienen van de aanvraag van de omgevingsvergunning moet de aanvrager na het verkrijgen van de vergunning dat onderzoek alsnog uitvoeren, en op basis daarvan een bekrachtigde nota bekomen. Bijgevolg dient in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning het volgende opgenomen te worden.

De maatregelen in de archeologienota’s bekrachtigd op 28 september 2018 met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/8654 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in die bekrachtigde archeologienota en het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Na de uitvoering ervan moet een bekrachtigde nota bekomen worden. De maatregelen in die bekrachtigde nota moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in de nota, de voorwaarden bij de bekrachtiging, en het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

7.11     Sloopopvolgingsplan (SOP)

Aangezien een niet-residentieel gebouw met een totaal bouwvolume van meer dan 1.000 m³ gesloopt wordt, is een sloopopvolgingsplan noodzakelijk. In het dossier is een sloopopvolgplan toegevoegd, opgemaakt door Asset nv.

7.12     Bespreking adviezen

Het advies van de provinciale dienst der Waterlopen is ongunstig.

Gelet op de expertise inzake watertoets wordt dit advies in het kader van de aanvraag overgenomen tot het mijne. Een aanpassing aan het dossier is voor het nieuwbouwproject bijgevolg noodzakelijk om een gewijzigd advies te kunnen krijgen. Bij de verdere beoordeling zal bijgevolg enkel de sloop van de bestaande bebouwing in overweging genomen worden.

7.13     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft enerzijds betrekking op de sloop van het bestaande bedrijfsgebouw H en de herbouw van een nieuwbouw woningbouwproject. Gelet op het ongunstig advies van de dienst Waterlopen wordt enkel de sloop van de bestaande bebouwing verder in overweging genomen en dient een ongunstig advies geformuleerd te worden voor de bouw van de woningen en de omgevingsaanleg.

De omgeving wordt gekenmerkt door in hoofdzaak eengezinswoningen zodat het slopen van een bestaand bedrijfsgebouw zich functioneel zal inpassen. Het verder uitbaten van een bedrijf van deze grootte-orde zal mogelijk voor heel wat hinder zorgen zowel naar milieuaspecten als mobiliteitsaspecten zodat een reconversie naar een woningbouwproject qua functionele inpasbaarheid een logische evolutie is.

Gelet op de leegstand van de bebouwing is, teneinde een verdere verloedering van de eigendom te voorkomen, het ruimtelijk verantwoord om reeds een vergunning te verlenen voor de sloop van de bebouwing. In het kader van de afwerking van het terrein en het beperken van de mogelijke hinder moeten volgende voorwaarden nageleefd te worden:

      Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

      Er moet voldoen worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

      Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

      Het sloopopvolgplan dient nageleefd te worden (de gegevens van het SOP mogen verder aangevuld worden tot voor de start van de werken).

Het ontwerp kan bijgevolg, voor het gedeelte van de sloop, verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.14     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden 3 bezwaren of opmerkingen geformuleerd. De bezwaren zijn allen tijdig ingediend en aldus ontvankelijk.

Het college van burgemeester en schepenen, als vergunningverlenend bestuur, dient omtrent de bezwaarschriften een standpunt in te nemen. Gelet op het ongunstig advies van de dienst Waterlopen is een herwerking van het dossier of een bijkomende motivering noodzakelijk zodat de voorliggende aanvraag voor wat betreft het nieuwbouwproject in zijn huidige vorm niet voor vergunning vatbaar is en enkel de sloop in overweging genomen wordt. Bijgevolg is een beoordeling van de bezwaren in deze fase niet aan de orde aangezien er geen bezwaren geformuleerd werden tegen het verdwijnen van het bedrijf op zich en voor het nieuwbouwproject een nieuwe aanvraag ingediend dient te worden met een nieuw openbaar onderzoek.

7.15     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

Juridische gronden

-       Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

-       Andere:

o      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

o      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Ivan Vandekerckhove namens IDEA BVBA gevestigd Oudenaardseweg (W.-M.) 29 te 9790 Wortegem-Petegem, voor het slopen van een deel van het bedrijfsgebouw, op een perceel gelegen Wandelweg  en Waregemstraat 75 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 277 P6, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldoen worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopopvolgplan dient nageleefd te worden (de gegevens van het SOP mogen verder aangevuld worden tot voor de start van de werken).

-          De maatregelen in de archeologienota bekrachtigd op 28 september 2018 met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/8654 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in die bekrachtigde archeologienota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Na de uitvoering ervan moet een bekrachtigde nota bekomen worden. De maatregelen in die bekrachtigde nota moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in de nota, de voorwaarden bij de bekrachtiging, en het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het weigeren van de omgevingsvergunning aan Ivan Vandekerckhove namens IDEA BVBA gevestigd Oudenaardseweg (W.-M.) 29 te 9790 Wortegem-Petegem, voor het bouwen van een groepswoningbouwproject van 16 woningen en buitenaanleg, op een perceel gelegen Wandelweg  en Waregemstraat 75 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 277 P6.