DEERLIJK

15 JUNI 2022

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Philip Ghekiere, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

Bij aanvang van deze zitting vindt een toelichting plaats door Leiedal betreffende de regionale strategische visie omtrent detailhandel.

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 8 juni 2022 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 8 juni 2022.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 8 juni 2022 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.2. Aankoop minigraver - starten plaatsingsprocedure en lijst uit te nodigen firma's - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagde de lijst met uit te nodigen firma’s voor de opdracht “Aankoop minigraver” en het starten van de plaatsingsprocedure goed te keuren.

 

Motivering

 

In het kader van de opdracht “Aankoop minigraver” werd een bestek met nr. 2022-16 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 32.000,00 euro excl. btw of 38.720,00 euro incl. 21 % btw.

 

De gemeenteraad verleende in zitting van 9 juni 2022 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Volgende ondernemers komen in aanmerking om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

        Agrix nv, Gentsesteenweg 136 te 8530 Harelbeke;

        Beel Tuinmachines nv, Waregemseweg 75 te 9790 Wortegem-Petegem;

        Vangaever nv, Kabeljauwstraat 20 te 8790 Waregem.

 

Er wordt voorgesteld om de plaatsingsprocedure op te starten en de uitnodigingen tot offerte te verzenden.

 

Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 30 juni 2022 om 10.00 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

 

   Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

   Andere:

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 140.000,00 euro niet)

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

        Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

De onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking voor de opdracht “Aankoop minigraver” wordt opgestart.

 

Artikel 2

 

Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

        Agrix nv, Gentsesteenweg 136 te 8530 Harelbeke;

        Beel Tuinmachines nv, Waregemseweg 75 te 9790 Wortegem-Petegem;

        Vangaever nv, Kabeljauwstraat 20 te 8790 Waregem.

 

Artikel 3

 

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 30 juni 2022 om 10.00 uur.

 

Artikel 4

 

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2022, op jaarbudgetrekening 0200-00/24300000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.3. MAT - verslag 1 juni 2022 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het MAT hield een vergadering op 1 juni 2022.

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd door de leden van het managementteam.

 

De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.4. Personeel - aankondiging vakbondsacties - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van ACV openbare diensten van 25 mei 2022 en van ACOD Lokale en Regionale Besturen van 7 juni 2022 waarbij ze stakingsacties aankondigen.

 

Motivering

 

ACV openbare diensten en ACOD Lokale en Regionale Besturen laten weten dat er op 20 juni en 23 juni 2022 manifestaties gepland worden. Beiden ondersteunen de eisen van deze nationale actie- en sensibiliseringscampagne.

 

Deze acties kunnen in bepaalde besturen aanleiding geven tot afwezigheden van werknemers die deelnemen aan de actie.

 

Die dagen worden dus als stakingsdagen beschouwd waarbij elk personeelslid dat afwezig is wegens deelname aan de actie zal gedekt worden door deze stakingsaanzeggingen.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van ACV openbare diensten van 25 mei 2022 en van ACOD Lokale en Regionale Besturen van 7 juni 2022 waarbij ze laten weten dat zij de manifestaties op maandag 20 juni en donderdag 23 juni 2022 ondersteunen.

Personeelsleden die deelnemen aan deze actie zijn met deze stakingsaanzeggingen ingedekt.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.5. BBO De KIM - aanvraag verlenging verlof wegens bijzondere opdracht directeur  - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.6. Jobstudenten 2022 - bijkomende aanstellingen - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.7. Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

        Leiedal - raad van bestuur van 25 mei 2022

        Gaselwest - presentatie themazitting van 8 juni 2022

        Gaselwest - regionaal bestuurscomité centrum van 24 maart 2022

        Gaselwest - raad van bestuur van 10 mei 2022

        Zefier - verslag van de algemene vergadering van 9 juni 2022

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.8. Receptionele aangelegenheden - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het tijdstip goed te keuren waarop diverse vieringen zullen plaatsvinden.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen biedt volgende personen een feestmoment aan:

 

Gelegenheid

Locatie viering

Geschenk

Jubilarissen (50-, 60-, 65-, 70-, 75-jaar gehuwden)

Keuze voor ontvangst op het gemeentehuis

Deerlijkbonnen twv 75 euro

Jubilarissen (50-, 60-, 65-, 70-, 75-jaar gehuwden)

Keuze voor bezoek ten huize of op een andere locatie

Deerlijkbonnen twv 100 euro

95-jarigen en + 100-jarigen

Bezoek ten huize of op een andere locatie

Geschenkmand twv 30 euro

100-jarigen

Bezoek ten huize of op een andere locatie

Magnum fles champagne

Jarigen (groep 50-jarigen)

Ontvangst gemeentehuis

 

Jarigen (groep 60- of 65-jarigen, éénmaal - naar keuze)

Ontvangst gemeentehuis

 

Jarigen (groep 75-jarigen)

Ontvangst gemeentehuis

 

Jarigen (groep 80-, 85- enz. jarigen) - na 75 jaar, om de 5 jaar mogelijk

Ontvangst gemeentehuis

 

Verdienstelijke personen

Ontvangst gemeentehuis

 

Andere gelegenheden

Ontvangst gemeentehuis of op andere locatie

 

 

Jubilarissen, 95-, 100- en + 100-jarigen hebben altijd de optie om niet te vieren. In dit geval ontvangen zij alsnog hun geschenk.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Gemeenteraad 24 oktober 2019 - Premiereglement - huwelijksjubilea

        Beslissing college van burgemeester en schepenen 6 mei 2015 - geschenk 100-jarigenBeslissing college van burgemeester en schepenen 14 januari 2004 - 95-jarigen

        Beslissing college van burgemeester en schepenen van 20 april 2022 - geschenk 95- en +100-jarigen

        Beslissing college van burgemeester en schepenen 10 maart 2004 - jarigen - ontvangst

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

100 euro

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0190-00/64300000

Visum

niet van toepassing

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de vieringen goed te keuren volgens het overzicht in bijlage.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.9. Deelname project 'gemeente zonder gemeentehuis' - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt goedkeuring gevraagd om in te tekenen voor deelname aan het thematisch project 'gemeente zonder gemeentehuis' in het kader van de 'website van de toekomst'.

 

Motivering

 

In kader van het relanceplan Vlaamse Veerkracht voorziet Vlaanderen een budget om o.a. de digitale dienstverlening naar een volgend niveau te brengen.

 

Elke dag staan 300 unieke gemeenten in voor de dienstverlening naar 6,6 miljoen Vlamingen. Steeds meer interacties gebeuren digitaal. Via het relanceproject 'gemeente zonder gemeentehuis' ondersteunt Vlaanderen steden en gemeenten die samen innovatieve, digitale oplossingen uitwerken om hun dienstverlening en interne werking meer klantgericht te maken. De gemeente van de toekomst staat dicht bij de burger en is digitaal.

 

Wat betekent dit concreet? De gemeenten dienen een schaalsprong te maken op vlak van digitale technologie, waarbij de lokale besturen de motoren zijn van de digitale verandering. Hiervoor lanceerde de Vlaamse overheid een visienota (in bijlage terug te vinden), opgemaakt door een groep experten. Vlaanderen ziet een doorgedreven lokale samenwerking als één van de absolute prioriteiten in deze projectoproep.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

Binnen deze oproep (VV051 – Vlaamse Veerkracht) wordt 35 miljoen euro gereserveerd om de digitale dienstverlening van lokale besturen een boost te geven. Dit project betreft een aanvraag in kader van een thematisch project met een maximale subsidie van 500.000 euro. Het betreft hier 80 % financiering en 20 % matchfunding of eigen inbreng.

 

De eigen inbreng wordt verdeeld onder de deelnemende gemeenten uit regio Zuid-West-Vlaanderen. Voor onze gemeente werd de eigen inbreng (personeelskosten) als volgt geraamd:

 

Deelname werkgroepen

4.090,91

Deelname stuurgroepen

3.988,64

Medewerker producten

2.727,27

Medewerker communicatie / website

2.727,27

Totaal

13.534,09

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit goedkeuring te verlenen om in te tekenen voor deelname aan het thematisch project 'gemeente zonder gemeentehuis' in kader van de 'website van de toekomst'.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.10. Verbroederingscomité Deerlijk-Neunkirchen - voorschot 2022 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een voorschot op de tussenkomst in de werkingskosten uit te betalen aan het verbroederingscomité Neunkirchen am Brand van Deerlijk.

 

Motivering

 

In haar brief van 1 juni 2022 vraagt het verbroederingscomité Neunkirchen am Brand van Deerlijk om een voorschot te ontvangen op de tussenkomst in haar werkingskosten. Het betreft een voorschot ten bedrage van 2.500 euro. De jaarlijkse maximaal voorziene tussenkomst bedraagt 1.250 euro. In 2021 heeft het verbroederingscomité Neunkirchen am Brand omwille van beperkte activiteiten en niet normale werking door COVID, geen tussenkomst in de werkingskosten opgevraagd. Met nieuwe activiteiten in het vooruitzicht vraagt het verbroederingscomité daarom een voorschot op van 2.500 euro (voorziene tussenkomsten 2021 + 2022) in plaats van 1.250 euro.

 

Een begunstigde van een tussenkomst in de werkingskosten, die niet over voldoende middelen beschikt, kan overeenkomstig het advies van de financieel directeur aan het college van burgemeester en schepenen een voorschot vragen en dient de gemaakte kosten nadien te bewijzen in functie van een afrekening met terugvordering of nastorting.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

2.500 euro

Actie

Tussenkomst werkingskosten verbroederingscomité Deerlijk-Neunkirchen

Jaarbudgetrekening

GBB/015-00/64420014

Visum

niet vereist

 

Er is onvoldoende budget beschikbaar.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een voorschot van 2.500 euro op de tussenkomst in de werkingsuitgaven 2022 te storten op rekeningnummer BE42 0011 2777 5954 van het verbroederingscomité Neunkirchen am Brand.

 

Artikel 2

 

Na afloop van de activiteiten dienen de nodige verantwoordingsstukken bezorgd te worden om de gemaakte kosten te staven.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit bij een eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan voor te stellen om het krediet voor de tussenkomst in de werkingskosten van het verbroederingscomité Neunkirchen am Brand van Deerlijk, voor werkjaar 2022, op te trekken tot 2.500 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.11. Elfjulicomité - voorschot tussenkomst in de werkingskosten en bevlagging aan OC d'Iefte - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de gevraagde tussenkomst in de werkingsuitgaven van het elfjulicomité goed te keuren en hun voorschot te storten op de rekening van het elfjulicomité. Tevens wordt gevraagd om voor gepaste bevlagging te zorgen aan OC d'Iefte van 1 tot en met 11 juli 2022.

 

Motivering

 

Het elfjulicomité vraagt in haar schrijven van 2 juni 2022 een voorschot op hun tussenkomst in de werkingsuitgaven. Het betreft een geraamd bedrag van 550 euro.

 

Na afloop van het werkjaar jaar wordt telkens de afrekening gemaakt en worden eventuele verschillen teruggestort of opgevraagd. De maximale tussenkomst in de werkingsuitgaven voor het elfjulicomité bedraagt 3.000 euro. In zitting van 9 maart 2022 keurde het college van burgemeester en schepenen reeds een eerste voorschot van 150 euro goed. Dit maakt een saldo van 2.850 euro tussenkomst in de werkingskosten voor 2022.

 

Een begunstigde van een tussenkomst in de werkingskosten, die niet over voldoende middelen beschikt, kan overeenkomstig het advies van de financieel directeur aan het college van burgemeester en schepenen een voorschot vragen en dient de gemaakte kosten nadien te bewijzen in functie van een afrekening met terugvordering of nastorting.

 

In haar schrijven van 2 juni 2022 vraagt het elfjulicomité eveneens om voor gepaste bevlagging te zorgen aan OC d'Iefte van 1 juli tot en met 11 juli 2022. De festiviteiten vinden evenwel ook plaats aan het museum René De Clercq, waar alsook gepaste bevlagging van doen is.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

550 euro

Actie

Tussenkomst werkingsuitgaven elfjulicomité

Jaarbudgetrekening

GBB/0705-00/64420012

Visum

geen visum

 

Dit bedrag wordt gestort op rekeningnummer BE34 3631 9756 4990 van het elfjulicomité.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvraag tot het betalen van een voorschot op de tussenkomst in de werkingsuitgaven van het elfjulicomité goed te keuren. Na afloop dienen de nodige verantwoordingsstukken bezorgd te worden om de gemaakte kosten te staven

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen vraagt om extra gepaste bevlagging, met name de vlag van de Vlaamse Gemeenschap, ter viering van de Vlaamse feestdag te voorzien aan zowel OC d'Iefte als het museum René De Clercq van 1 juli tot en met 11 juli 2022.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.12. Cultuur - inrichting kunstonderwijs HAP! - schooljaar 2022-2023 - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.13. Feestelijkheden - KSA Deerlijk - Heemfeesten - 8-10 juli 2022 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Op 5 mei 2022 werd een aanvraag ingediend door KSA Tijlsbond Deerlijk voor volgend evenement:

 

Naam evenement

Heemfeesten KSA

Organisator

KSA Tijlsbond Deerlijk

Datum

8 tot en met 10 juli 2022

Plaats

Vichtestraat 73, 8540 Deerlijk

 

Motivering

 

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

 

        aanvraag machtiging voor het verstrekken van sterke drank

 

Het is verboden sterke dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse in occasionele drankgelegenheden waar openbare manifestaties plaatsvinden, tenzij het college van burgemeester en schepenen hiervoor een speciale machtiging verleent.

 

        aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

 

95 – 100 dB

Contactpersoon

Naam

Lander Degroote

 

Adres

Vichtestraat 73

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Activiteit

Benaming activiteit

Heemfeesten KSA

Locatie

Gebouw

/

 

Tent

X

 

Open lucht

X

Adres

Naam gebouw

 

 

Adres

Vichtestraat 73

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Maximaal geluidsniveau

>95 dB(A) LAeq,15min en ≤ 100 dB(A) LAeq,60min

 

Duur

 

Begin

zaterdag 9 juli 2022 om 21.00 uur

zondag 10 juli 2022 om 18.00 uur

Einde

zondag 10 juli 2022 om 5.00 uur

maandag 11 juli 2022 om 2.00 uur

 

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

 

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

 

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 30 maart 2011 beslist om de afwijking op de geluidsnormen tot 2 uur te behouden en dat het aangewezen is geen precedenten te scheppen.

 

        aanvraag politionele medewerking

 

Het verkeersvrij houden van volgende straat: Vichtestraat vanaf het fietspad tot aan de splitsing met de Bontestierstraat van zaterdag 9 juli 2022 om 9.00 uur tot en met zondag 10 juli 2022 om 21.00 uur.

 

PZ Gavers verleende op 30 mei 2022 positief advies en voorziet de nodige verkeersmaatregelen conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met identiek nummer 1553951.

 

2. De evenementen-veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:

 

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

 

PZ Gavers vroeg de organisatoren op 11 mei 2022, in kader van eventuele valpartijen of verwondingen tijdens de KSA-cross, om bijkomend een hulppost op te richten en stewards te voorzien aan de overgang tussen de Vichte- en de Bontestierstraat.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

 

        Machtiging voor het verstrekken van sterke drank

        Art. 9, Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank

        Toelating geluidsactiviteit

        Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement

        Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

 

        Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen

        Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 2011

        Plaatsing verkeerssignalisatie

        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit

evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als

contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt

toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen verleent een speciale machtiging voor de verkoop van sterke drank tijdens dit evenement.

 

Artikel 3

 

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

 

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

 

Maximaal geluidsniveau: > 95 dB(A) LAeq,15min en ≤ 100 dB(A) LAeq,60min

        Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,60min 100 dB(A) niet overschrijden.

Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAeq,15min 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan.

Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht.

        Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats.

        Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,60min continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten en kan LAeq,15min gemeten worden. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon.

        De geregistreerde gegevens worden ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid gedurende een periode van ten minste een maand.

        De verplichting tot het meten en registreren van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm, gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten.

        De exploitant/organisator neemt de volgende maatregelen om de bezoekers te beschermen tegen gehoorschade: het kosteloos ter beschikking stellen aan alle bezoekers van gehoorbescherming voor eenmalig gebruik.

 

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Duur

 

Begin

zaterdag 9 juli 2022 om 21.00 uur

zondag 10 juli 2022 om 18.00 uur

Einde

zondag 10 juli 2022 om 2.00 uur

maandag 11 juli 2022 om 2.00 uur

 

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

        Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

        De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

 

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

 

Artikel 4

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

 

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

 

Artikel 5

 

De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.14. Feestelijkheden - Camping VBS St. Lodewijk - 23 juni 2022 - inname openbaar domein - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor een tijdelijke inname van het openbaar domein naar aanleiding van een evenement.

 

Motivering

 

VBS Sint-Lodewijk wenst, als afscheid van de lagere school, met het 6e leerjaar te kamperen op 23 juni 2022 en vraagt toelating voor de inname van het veld en plein achter de school en het chiroheem, voor het plaatsen van de tenten.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen aan VBS Sint-Lodewijk voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op 23 juni 2022, van 15.00 uur tot 24 juni 2022 om 11.00 uur, op het veld achter de school en het chiroplein.

 

Artikel 2

 

De organisatoren moeten rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via volgende link: https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.15. Feestelijkheden - Viering nationale feestdag - 21 juli 2022 - programma en signalisatieplan - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het programma van de 21 juli-viering en het verkeersvrij houden van één of meerdere straten, inclusief parkeerverbod, goed te keuren.

 

Motivering

 

  1. Programma

 

Het programma van de viering van de nationale feestdag op 21 juli 2022 wordt als volgt voorgesteld:

 

        Deerlijk Centrum

        10.00 uur: eucharistieviering in de Sint-Columbakerk

        10.45 uur: bloemenhulde aan het monument, met klaroen

        11.00 uur: glas aangeboden in café 't Oud Gemeentehuis (onder voorbehoud van beschikbaarheid), Kerkplein 1, 8540 Deerlijk

 

        Sint-Lodewijk

        11.45 uur: bloemenhulde aan het monument, met klaroen

        12.00 uur: glas aangeboden in Mokka & Meer (onder voorbehoud van beschikbaarheid), Kapelstraat 20, 8540 Deerlijk

 

  1. Signalisatieplan - inname openbaar domein

 

Naar aanleidingen van de vieringen ter ere van de Nationale Feestdag die plaatsvinden op donderdag 21 juli 2022 vragen de diensten  toelating voor:

 

        het verkeersvrij houden van het Kerkplein in het centrum van Deerlijk, tussen 10.00 uur en 12.00 uur, alsook een parkeerverbod;

        het verkeersvrij houden van het plein ter hoogte van de kerk van Sint-Lodewijk, tussen 11.00 uur en 13.00 uur, alsook het invoeren van parkeerverbod:

        2 parkeerplaatsen links en rechts van het monument (kant Ommegangstraat - Spar);

        alle parkeerplaatsen aan de kant van de Kapellestraat.

 

PZ Gavers verleende op 31 mei 2022 positief advies en voorziet de nodige

verkeersmaatregelen conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met identieke

nummers 1569162 en 1569158.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Algemene politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen

        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

400 euro (aangeboden glas)

Actie

Receptie- en representatiekosten

Jaarbudgetrekening

GBB/0190-00/64300000

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het programma van de nationale feestdag op 21 juli 2021 vast te stellen overeenkomstig bovenstaand voorstel.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor:

 

        het verkeersvrij houden van het Kerkplein in het centrum van Deerlijk, tussen 10.00 uur en 12.00 uur op donderdag 21 juli 2022, alsook een bijhorend parkeerverbod;

        het verkeersvrij houden van het plein ter hoogte van de kerk van Sint-Lodewijk, tussen 11.00 uur en 13.00 uur op donderdag 21 juli 2022, alsook het invoeren van een bijhorend parkeerverbod op:

        2 parkeerplaatsen links en rechts van het monument (kant Ommegangstraat - Spar);

        alle parkeerplaatsen aan de kant van de Kapellestraat.

 

Artikel 3

 

Naar aanleiding van de beslissing van het politiecollege van 27 november 2008 dient de organisatie/vereniging zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

Het plaatsen van het parkeerverbod wordt als volgt geregeld : het aanbrengen en wegnemen van parkeerverbodsborden gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het parkeerverbod gebeurt door de politie.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.16. BBO De KIM & De SAM - tijdelijke aanstelling schoonmaakpersoneel 'grote schoonmaak juli/augustus 2022' -

goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.17. Omgevingsvergunning - Harelbekestraat 66 - beslissing deputatie - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing over de aanvraag tot omgevingsvergunning, ingediend door NV Twenthe Group, Harelbekestraat 66, 8540 Deerlijk.  Het betreft een aanvraag tot het afbreken van de bestaande woning en het uitbreiden van de bestaande winkelruimte met een loods voor opslagruimte, op een perceel gelegen Harelbekestraat 66, 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Op 2 juni 2022 heeft de deputatie van de provincie West-Vlaanderen de volgende beslissing genomen: voorwaardelijke vergunning.

 

'CONCLUSIE:

 

De plaats van de aanvraag is gelegen in de Harelbekestraat nabij het centrum van Deerlijk.  De omgeving kenmerkt zich door een mix van woningen en handelszaken.  Op de bouwplaats bevindt zich een winkel 'Erbelle' gespecialiseerd in de verkoop van huishoudtextiel, nachtkledij en ondergoed.

 

Het ontwerp voorziet in het bouwen van een loods (489 m²) voor stockage van bedlinnen.  De aanvraag betreft een beperkte herwerking van een eerdere aanvraag die door het college van burgemeester en schepenen werd vergund op 16 september 2020.  Er werd beroep ingesteld bij de deputatie door één aanpalende.  Na ontvangst van het ongunstig verslag van de provinciaal omgevingsambtenaar werd afstand gedaan van de aanvraag.

 

Thans wordt beroep ingesteld door 4 aanpalenden.

 

De bouwplaats is gelegen binnen de contour van het BPA Vrijputstraat, wijziging A (d.d. 12.09.2000), dit meer specifiek in een zone voor wonen- aaneengesloten bebouwing.  De aanvraag wijkt op verschillende punten af van het BPA, zo stelt het college vast:

 

Plan schrijft voor

Ontwerp voorziet

Max. 500 m² te bebouwen

1.403 m² bebouwd na uitbreiding

Gabarit nevenvolume tot hoogte nevenvolume beperkt tot 5 m

Hoger gabarit met een hoogte nevenvolume maximaal 6 m

Halfopen bebouwing slechts mogelijk indien aanpalende percelen bebouwbaar blijven binnen de voorschriften

Halfopen bebouwing terwijl aanpalend gebouw op de zijperceelsgrens ingeplant is

Verhardingspercentage achteruitbouwstrook max. 40 %

Volledige achteruitbouwstrook wordt verhard

 

Omdat het BPA op het ogenblik van het indienen van de aanvraag echter ouder is dan 15 jaar verzoekt de aanvrager om toepassing te maken van artikel 4.4.9/1 VCRO.  Dit betekent dat kan worden afgeweken van de voorschriften van het BPA.  De toepassing van artikel 4.4.9/1 VCRO doet echter geen afbreuk aan de verplichting om de aanvraag en dus ook de vastgestelde afwijkingen, nog te toetsen aan de goede ruimtelijke ordening (cfr. infra).

 

De nieuw te bouwen loods heeft een oppervlakte van 489 m², de bestaande winkelruimte en loods beslaan een oppervlakte van 914 m².  Dit betekent dat de uitbreiding bijna de helft van de huidige oppervlakte beslaat.  Beroepers stellen dat de uitbreiding de draagkracht van de omgeving te boven gaat en er geen rekening wordt gehouden met de aanpalende woningen.  Aanvrager en het college erkennen dat de totale bebouwde oppervlakte bijna drie keer zoveel is wat het BPA toelaat maar wijzen er op dat het BPA ook een procentuele bebouwingsgraad van maximaal 70 % voorziet.  Deze laatste wordt niet overschreden.

 

De deputatie is van oordeel dat het aangevraagde geen onaanvaardbare hinder veroorzaakt.  De loods heeft een hoogte van 6 m maar wordt ook op een afstand van 6 m van de perceelsgrens ingeplant.  Er wordt voorzien in een kwalitatieve groenbuffer zodat het uitzicht niet onaanvaardbaar wijzigt.  Door de afstand van 6 m kan er onmogelijk sprake zijn van schaduwhinder.  Ook op het vlak van mobiliteit valt er geen hinder te verwachten.  De activiteiten van de aanvrager wijzigen immers niet.  Het magazijn dat aangevraagd wordt, staat op vandaag in Harelbeke.  Het is dus de bedoeling om alle voorraad te verhuizen naar de plaats van de aanvraag waardoor alles gecentraliseerd is en er dus minder verkeersbewegingen nodig zullen zijn.

 

Het beroep ingesteld tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 24 november.2022 wordt ontvankelijk doch ongegrond verklaard.

 

De omgevingsvergunning, verleend voor een termijn van onbepaalde duur, is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:

        De ontsluiting via de garageweg kan enkel bestemd zijn voor de hulpdiensten en in noodsituaties en mag niet aangewend worden als ontsluiting van de zaak.

        De uitvoering van de groenaanplant dient gerealiseerd te worden binnen het eerstvolgend plantseizoen na voltooiing van de bouwwerken.  Indien er sprake is van plantsterfte of ziekte, staat de aanvrager in voor vervangende planten/bomen.

        Minstens de rechter zijgevel (gevel uitgevend naar de oostelijk gelegen tuinzones) van de nieuwe loods moet afgewerkt worden met betonpanelen met baksteenmotief.

        De voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies dienen stipt nageleefd te worden.'

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

        Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de beslissing van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.18. Omgevingsvergunning - Gaverbeek De Gavers - beslissing Vlaamse overheid - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing over de aanvraag tot omgevingsvergunning, ingediend door de Vlaamse Milieumaatschappij, Raymonde de Larochelaan 1 te 9051 Gent en door de provincie West-Vlaanderen, Koning Leopold III-laan 41 te 8000 Brugge.  Het betreft een aanvraag voor de Gaverbeek De Gavers: fase 2, op een perceel gelegen te Harelbeke (Meersstraat) en Deerlijk (Gaversstraat).

Het college van burgemeester en schepenen bracht in zitting van 6 april 2022 een gunstig advies uit betreffende de aanvraag.

 

Motivering

 

Op 9 juni 2022 heeft de Vlaamse overheid de volgende beslissing genomen: voorwaardelijke vergunning.

 

...'Art. 3 De omgevingsvergunning wordt verleend voor:

        Onbepaalde duur wat betreft de stedenbouwkundige handelingen (meanders en landtongen) en de vegetatiewijzigingen.

        Bepaalde duur voor wat betreft de tijdelijke opslag van de grond, meer bepaald 60 maanden na de start van de werkzaamheden.

 

Art. 4 De omgevingsvergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden en/of lasten:

§1 De volgende voorwaarden en lasten met betrekking tot de stedenbouwkundige handelingen:

        De aanvraag dient te voldoen aan de code van goede praktijk betreffende grondwerkzaamheden en dient maatregelen te ondernemen om geluid- en stofoverlast te beperken, en het gebruik van rijplaten om bodemcompactering tegen te gaan en goed communiceren naar domeingebruikers en omwonenden.

        Het programma van maatregelen, voortvloeiend uit de archeologienota, wordt gevolgd.

        De volgende voorwaarden zoals gestipuleerd in het advies d.d. 22 april 2022 van de Provinciale Dienst Waterlopen:

        Het grondoverschot dient volledig buiten de pluviale zone te worden voorzien, zoniet dient elke inname van het overstromingsvolume gecompenseerd te worden, en dit op eigen terrein.

        De aanvrager dient de nodige aandacht te besteden dat de handelingen met een mogelijke impact op de plaatselijke waterhuishouding zoals het wijzigen van het reliëf, met de nodige zorg worden uitgevoerd zodat er geen (bijkomende) schadelijke effecten ontstaan voor de directe omgeving/aanpalende percelen.  De uitgevoerde handelingen mogen met andere woorden geen verslechtering betekenen voor de plaatselijke waterhuishouding.

        De aanvraag dient rekening te houden met de algemene voorwaarden en bepalingen m.b.t. 5 m-onderhoudsstrook, afrasteringen, onderhoudslast, grondbewerkingen, (her)aanplantingen, ophogingen en toekomstige ontwikkelingen.

 

§2 De volgende voorwaarden en lasten met betrekking tot de vegetatiewijzigingen:

        Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich - vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden.  Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan, vóór de werken beginnen, of vleermuizen aanwezig zijn.  Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mail adres van AVES.'...

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

        Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de beslissing van de Vlaamse overheid, Departement Omgeving.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.19. OMV 2022_37 - Beverenstraat 46 en 48 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van 2 koppelwoningen, op een perceel gelegen Beverenstraat 46 en 48 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 202 S4 en (afd. 1) sectie A 202 W4 aangevraagd door mevrouw Els Vanden Broucke wonende Tulpenlaan 233 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  3 juni 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldoen worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Als tijdens de afbraakwerken gebruik gemaakt wordt van een tijdelijke breekinstallatie moet hiervoor de nodige vergunning aangevraagd worden.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 maart 1951 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een afsluitingsmuur langs de straat, op een bouwgrond naast het woonhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 januari 1955 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanbouwen van een bergplaats bij het woonhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 juni 1955 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanbouwen van een garage.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 december 1959 door het college van burgemeester en schepenen voor het optrekken van een hangar voor de berging van materiaal.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 april 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een werkplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 mei 1983 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van twee garages en het uitbreiden van een bureau.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 maart 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een loods en een afdak.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 juli 2011 door het college van burgemeester en schepenen voor het verwijderen van vrijstaande metalen silo’s en plaatsen van metalen bardageplaten.

 

Relevante pré-vlarem en milieuvergunningen

Volgende pré-vlarem vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Pré-vlarem vergunning afgeleverd op 25 juli 1968 door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een betonwerkerij - bouwstoffen.

        Pré-vlarem vergunning afgeleverd op 29 augustus 1985 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanmaken van betonproducten.

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning op proef afgeleverd op 15 oktober 1997 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervaardigen van betonproducten, op 13 maart 1998 door het college van burgemeester en schepenen geweigerd.

        Milieuvergunning afgeleverd op 27 juli 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor het opslaan, tentoonstellen en het verkopen van betonproducten en bouwmaterialen.

        Milieuvergunning afgeleverd op 18 mei 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor een bodemsaneringsproject met afvalwaterzuiveringsinstallatie en grondwaterwinning.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande omgevingsvergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Beverenstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Beverenstraat wordt gekenmerkt door een bebouwing met gedifferentieerde typologieën en verschijningsvormen; aan de overzijde van de weg zijn zowel woningen (vrijstaande als rijwoningen), appartementen als industriële gebouwen aanwezig en aan de zijde van de aanvraag zowel vrijstaande, halfopen als gesloten woningen en enkele appartementsgebouwen. Het achterliggend bedrijfsgebouw werd reeds eerder gesloopt.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft betrekking op de sloop van 2 halfopen woningen met huisnummers 46 en 48 in functie van het bouwrijp maken van het terrein. De sloop van de woningen wordt gemotiveerd vanuit het feit dat deze woningen niet meer beantwoorden aan de hedendaagse comfort- en isolatienormen waardoor ze momenteel niet verhuurbaar zijn. De woningen zijn ook onvoldoende kwalitatief om een grondige renovatie te verantwoorden. Om die redenen wordt alles integraal gesloopt, ook alle ondergrondse constructies en verhardingen. Na de sloopwerken zal het terrein vlak afgewerkt worden in afwachting van de ontwikkeling van een nieuw bouwproject.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

De aanvraag heeft betrekking op de sloop van twee bestaande woningen in functie van het bouwrijp maken van het terrein zodat de aanvraag in overeenstemming is met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Beverenstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

Niet van toepassing

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het slopen van verouderde eengezinswoningen die niet meer voldoen aan de hedendaagse eisen op het vlak van comfort- en isolatienormen. De terreinen zullen (voorlopig) onbebouwd blijven. De sloop van de gebouwen zal een positieve impact hebben op de waterhuishouding gezien de locatie onverhard blijft na sloping.

In functie van de afwerking van het terrein en het beperken van mogelijke hinder dienen echter wel volgende voorwaarden nageleefd te worden:

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldoen worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval onmiddellijk moet van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Als tijdens de afbraakwerken gebruik gemaakt wordt van een tijdelijke breekinstallatie moet hiervoor de nodige vergunning aangevraagd worden.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Els Vanden Broucke wonende Tulpenlaan 233 te 8540 Deerlijk, voor het slopen van 2 koppelwoningen, op een perceel gelegen Beverenstraat 46 en 48 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 202 S4 en (afd. 1) sectie A 202 W4, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldoen worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Als tijdens de afbraakwerken gebruik gemaakt wordt van een tijdelijke breekinstallatie moet hiervoor de nodige vergunning aangevraagd worden.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden..

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.20. OMV 2022_38 - Beverenstraat 46A - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het het slopen van een tuinberging, op een perceel gelegen Beverenstraat 46A en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 202 X4 aangevraagd door mevrouw Els Vanden Broucke wonende Tulpenlaan 233 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  3 juni 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldoen worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is wel in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Vergunning afgeleverd op 5 oktober 1950 voor het bouwen van een kleine weverij achter de woning.

        Vergunning afgeleverd op 5 maart 1957 voor het uitbreiden van de fabriek.

        Vergunning afgeleverd op 31 december 1959 voor het bouwen van een overdekte werkplaats en garage.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 oktober 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een werkplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 april 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een werkplaats (wijziging).

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 oktober 1986 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 4 garages.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 juli 1999 door de Vlaamse Regering voor het oprichten van een smidse en hal, het afbreken van bestaande gebouwen en het vernieuwen van de gevel (regularisaties).

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 juli 1999 door de Vlaamse Regering voor het oprichten van een opslagplaats voor grondstoffen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 juni 2007 door het college van burgemeester en schepenen voor het afbreken van een metalen zendmast.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 maart 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een loods en een afdak.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 september 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage bij de bestaande woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 1 oktober 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een tuinhuis van 27,8 m² en het regulariseren van een houten afsluiting.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 juli 2011 door het college van burgemeester en schepenen voor het verwijderen van vrijstaande metalen silo’s en eterniet en het plaatsen van metalen bardageplaten aan de voorgevel van de loods.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende pré-Vlarem dossiers zijn gekend op het goed:

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 16 november 1951 voor het uitbaten van een weverij.

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 25 juli 1968 voor het uitbaten van een betonwerkerij-bouwstoffen.

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 27 januari 1972 voor het vervaardigen van waterputten en betonproducten.

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 29 augustus 1985 voor het aanmaken van betonproducten.

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning afgeleverd op 15 oktober 1997 op proef en op 12 maart 1998 ongunstig voor het vervaardigen van betonproducten.

        Melding waarvan akte genomen werd op 22 juli 1998 voor het opslaan, tentoonstellen en verkopen van betonproducten en bouwmaterialen.

        milieuvergunning afgeleverd op 18 mei 2005 voor een bodemsaneringsproject met afvalwaterzuiveringsinstallatie en boven grondwaterwinningsput.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen zijn gekend op dit goed:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 12 november 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een bestaand magazijn, werkplaats en twee garages.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Beverenstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Beverenstraat wordt gekenmerkt door een bebouwing met gedifferentieerde typologieën en verschijningsvormen; aan de overzijde van de weg zijn zowel woningen (vrijstaande als rijwoningen), appartementen als industriële gebouwen aanwezig en aan de zijde van de aanvraag zowel vrijstaande, halfopen als gesloten woningen en enkele appartementsgebouwen. Aan de achterzijde paalt het perceel eveneens aan de Tulpenlaan. Een omgeving die gekenmerkt wordt door een residentiële bebouwing met in hoofdzaak vrijstaande eengezinswoningen. De eigendom van de aanvrager betreft een voormalig bedrijfssite voor de productie van beton. Er werd reeds een vergunning afgeleverd voor het slopen van bedrijfsgebouwen en garages. Deze werkzaamheden zijn op heden uitgevoerd. Op het perceel in kwestie staat nog een tuinberging die gebruikt werd door de voorliggende woningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft betrekking op de sloop van een tuinberging die behoort bij 2 gekoppelde, halfopen woningen met huisnummers 46 en 48, maar gesitueerd is op een achterliggend kadastraal perceel. De sloop van beide woningen is onderwerp van een gelijklopende vergunningsaanvraag (OMV_2022042178). De sloop van de tuinberging wordt gemotiveerd in het kader van het bouwrijp maken van het terrein in afwachting van de ontwikkeling van een nieuw bouwproject. Op heden zijn voor dit nieuwe bouwproject nog geen concrete plannen.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de sloop van een bestaande tuinberging zodat de aanvraag in overeenstemming is met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Beverenstraat en de Tulpenlaan voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

Niet van toepassing

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het slopen van een tuinberging. De terreinen zullen (voorlopig) onbebouwd blijven. De sloop van de tuinberging zal een positieve impact hebben op de waterhuishouding gezien de locatie onverhard blijft na sloping.

In functie van de afwerking van het terrein en het beperken van mogelijke hinder dienen echter wel volgende voorwaarden nageleefd te worden:

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldoen worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Els Vanden Broucke wonende Tulpenlaan 233 te 8540 Deerlijk, voor het het slopen van een tuinberging, op een perceel gelegen Beverenstraat 46A en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 202 X4, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldoen worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden..

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.21. OMV 2022_39 - Bilkenstraat 62 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanbouwen van een veranda bij een bestaande woning, op een perceel gelegen Bilkenstraat 62 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 12 M aangevraagd door Tony Vandenberghe wonende Bilkenstraat 62 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  3 juni 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied met landelijk karakter.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 januari 2006 door het college van burgemeester en schepenen voor het wijzigen van raamopeningen in de zijgevel en plaatsen van een deur in de voorgevel van het bedrijfsgebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 april 2011 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een cederhouten tuinhuis van 32 m².

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 december 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een rechthoekig zwembad van 9 m op 3,85 m en een diepte van 1,5 m.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen milieuvergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen omgevingsvergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen op de hoek tussen de Bilkenstraat en de Nieuwenhovestraat, beiden voldoende uitgeruste gemeentewegen in het oosten van de gemeente. De eigendom ligt nabij het industriegebied Deerlijk-Waregem. De onmiddellijk aanpalende percelen worden gekenmerkt door eengezinswoningen terwijl in een iets ruimere context grootschalige bedrijfsgebouwen aanwezig zijn. Op het perceel van de aanvrager is een bedrijfsgebouw met geïntegreerde wooneenheid aanwezig. In de tuinzone van het woongedeelte zijn een drietal kleinere bijgebouwen aanwezig.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het plaatsen van een veranda tegen de zuid oostelijke gevel van een bestaand industriegebouw met inpandig woninggedeelte. De veranda zal een oppervlakte hebben van 35,1 m² en zal geplaatst worden op 15 m van de noordelijke perceelsgrens, op 34,51 m van de oostelijke perceelsgrens en op 18 m van de zuidelijke perceelsgrens. De lengte zal 9 m bedragen, de diepte 3,9 m. Het geheel wordt langs de drie vrijstaande zijden afgewerkt met schuifdeuren. De constructie wordt opgebouwd uit thermisch onderbroken aluminium profielen met gelaagd glas en een licht hellend lessenaarsdak met polycarbonaat platen. De maximale hoogte van het dak, tegen de gevel, bedraagt 2,7 m, de laagste kant zal nog een hoogte hebben van 2,4 m. Het geheel wordt geplaatst op een reeds bestaand terras.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebiedmet landelijk karakter.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op bouw van een veranda bij een bestaand woninggedeelte van een industriegebouw zodat de aanvraag in overeenstemming is met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Bilkenstraat en de Nieuwenhovestraat voldoende uitgeruste openbare wegen zijn.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

Niet van toepassing

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aangevraagde werken gebeuren bij een bestaande industriebouw met inpandig woongedeelte met behoud van deze functies zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De nieuw te plaatsen veranda situeert zich op ruime afstand van de zijperceelsgrenzen zodat het straatbeeld niet geschaad wordt. De veranda heeft een beperkte omvang en er worden geen wijzigingen doorgevoerd aan het bestaande hoofdgebouw zodat de impact op de omgeving beperkt blijft. Het materiaalgebruik is hedendaags voor veranda’s en sluit aan bij het hoofdgebouw. De tuinzone blijft voldoende ruim teneinde deze kwalitatief in te richten. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Tony Vandenberghe wonende Bilkenstraat 62 te 8540 Deerlijk, voor het aanbouwen van een veranda bij een bestaande woning, op een perceel gelegen Bilkenstraat 62 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 12 M.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.22. OMV 2022_46 - Oude Pastoriestraat 1 - 3 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het het wijzigen van de vergunde meergezinswoning (OMV_2020170965) voor wat betreft de gevelmaterialen van de traphallen, de balustrades aan de terrassen, de parkeerplaatsen en de groenaanleg in de voortuinstrook en het plaatsen van een tijdelijke werfafsluiting, op een perceel gelegen Oude Pastoriestraat 1 - 3 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 E aangevraagd door Indel Invest namens Chapter George Develops BV gevestigd Harpstraat 5/1 te 8530 Harelbeke.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  7 juni 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig.

 

Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De tijdelijke werfafsluiting dient verwijderd te worden voor de voorlopige oplevering van de gemene delen bij de uitvoering van de omgevingsaanleg (plaatsen haag, groenaanleg en parkeerstroken).

        Na het verwijderen van de tijdelijke afsluiting moet op de rooilijn een haag aangeplant worden conform de haagaanplant aanwezig bij de voortuinen van de eengezinswoningen in de verkaveling.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oude Pastorijstraat zoals goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 5 november 2014 (dossiernummer VK 2014.15).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 2 juni 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een meergezinswoning.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langs de Oude Pastoriestraat, een voldoende uitgeruste weg in een recent aangelegde verkaveling. De verkaveling voorziet hoofdzakelijk loten voor vrijstaande, gekoppelde en aangebouwde ééngezinswoningen met maximaal twee bouwlagen en een hellend of plat dak en één perceel voor meergezinswoningen bij het binnenkomen van de verkaveling.

De bouwplaats is een braakliggend terrein dat ten noorden en ten oosten omrand wordt door een fiets- en wandelpad. Ten zuidoosten zijn tuinzones van in opbouw zijnde eengezinswoningen aanwezig en ten zuidwesten bevindt zich de toegangsdreef tot de verkaveling met aansluitend een aantal eengezinswoningen en een garageweg.

Voor de bouw van de meergezinswoning werd op 2 juni 2021 reeds een vergunning afgeleverd. De werken moeten nog opgestart worden.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft betrekking enerzijds op het doorvoeren van een aantal wijzigingen van de goedgekeurde bouwplannen en anderzijds op de plaatsing van een tijdelijke werfafsluiting.

De wijzigingen vloeien voort uit de voorwaarden opgelegd bij afgifte van de vergunning op 2 juni 2021, meerbepaald met betrekking tot volgende voorwaarden:

        De materialisatie van de gevelvlakken dient verder uitgewerkt te worden aan de hand van visualisaties teneinde de verticale geleding te versterken.

        De voortuinstrook moet voor de zone waar nu de dwarse parkeerplaatsen voorzien worden, heringericht worden rekening houdend met volgende richtlijnen:

        Er dienen in de voortuinstrook minstens 4 parkeerplaatsen gerealiseerd worden die gekoppeld worden en ontsluiten via ofwel de brandweg langs de rechterzijde van het perceel ofwel de toegangszone naar de ondergrondse garages ofwel gespreid over beide bestaande aansluitingen op het openbaar domein.

        De voortuinstrook moet groener ingericht worden tot aan de rooilijn en op de rooilijn dient eenzelfde haag aangeplant te worden zoals ook voorzien is bij de voortuinen van de woningen.

        Aangezien de dwarse parkeerplaatsen verdwijnen dient de bomenrij langs de straat (in de zone tussen rijweg en voetpadstrook) vervolledigd te worden teneinde het ‘laan-effect’ in de Oude Pastoriestraat te maximaliseren en te versterken.

In functie van het versterken van de verticale geleding werd het gevelvlak en het materiaal van de traphallen gewijzigd en werden de glazen balustrades vervangen door spijltjes balustrades. De gevels worden nu afgewerkt in één en dezelfde gevelsteen, zijnde een gekaleide baksteen, de metselwerkdetaillering is verder uitgewerkt en de traphallen worden voorzien van claustra geveloppervlak teneinde de inkom aan te duiden maar tegelijk een verticaliteit en kleinschaligheid te bekomen.

 

Langs de rooilijn wordt een tijdelijke gesloten werfafsluiting voorzien. De afsluiting bestaat uit een houten draagstructuur met D-BOND paneel waarop sfeerbeelden voorzien worden. De hoogte van de panelen bedraagt 2 m. Via mail liet de aanvrager weten de tijdelijke werfafsluiting te laten staan tot kort voor de voorlopige oplevering van de gemene delen bij de uitvoering van de omgevingsaanleg (plaatsen haag, groenaanleg en parkeerstroken).

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk RUP Oude Pastorijstraat, goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012.

 

De aanvraag is tevens gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 5 november 2014 (dossiernummer gemeente: 1049/201415). Gezien de verkaveling een later goedgekeurd plan betreft die een verdere verfijning betekent van het RUP dient de aanvraag getoetst te worden aan de voorschriften van de verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien geen wijzigingen gebeuren aan het bouwvolumes, de hoogte, dieptes en inplanting van de meergezinswoning en de beoordeling hiervan reeds gebeurde bij de oorspronkelijk vergunningsaanvraag en het aantal parkeerplaatsen voldoende blijft.

Teneinde te voldoen aan de bepalingen van de verkaveling dient opgelegd te worden dat na het verwijderen van de tijdelijke afsluiting een haag aangeplant moet worden op de rooilijn conform de haagaanplant aanwezig bij de voortuinen van de woningen in de verkaveling.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oude Pastoriestraat een voldoende uitgeruste weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag heeft geen betrekking op de wijziging van het aantal woongelegenheden en de Mer-screening werd uitgevoerd bij de oorspronkelijke vergunning voor het bouwen van de meergezinswoning. De aanvraag valt bijgevolg niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft enkel betrekking op gevelwerkzaamheden en buitenaanleg waardoor de functie van meergezinswonen behouden blijft en passend blijft in zijn omgeving.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van het gebouw wijzigt niet zodat de aanvraag geen impact heeft op ruimtegebruik.

 

Bouwvolume en gabarit:

Het volume en gabarit van de meergezinswoning blijft ongewijzigd, er worden voor wat het gebouw betreft enkel wijzigingen aangebracht aan de gevelafwerking.

 

Verschijningsvorm:

In de reeds vergunde aanvraag (dd. 2 juni 2021) werd gevraagd om een meer verticale gevelritmering in te brengen teneinde meer aansluiting te vinden bij de eengezinswoningen en een meer dorpse vormgeving te krijgen. Hiertoe werd het materiaalgebruik deels aangepast teneinde een meer uniforme geveluitstraling te krijgen en werden de terrasafsluitingen aangepast. De voorgestelde aanpassingen zorgen voor een meer verticale ritmering waardoor de verschijningsvorm van het gebouw zich beter zal inpassen in het dorpse weefsel van Sint-Lodewijk. De aanvraag voldoet bijgevolg aan de voorwaarde geformuleerd in de oorspronkelijke vergunning voor het bouwen van de meergezinswoning.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

In voorliggende aanvraag is de voortuin heringericht rekening houdend met de voorwaarden geformuleerd in de vergunning afgeleverd op 2 juni 2021): het parkeren werd anders georganiseerd waardoor de voortuinstrook groener ingericht kan worden en ook de bomenrij langs de straat vervolledigd kan worden. Voorliggende aanvraag heeft bijgevolg door zijn groen- en omgevingsaanleg een positieve impact op het bestaande straatbeeld en op het residentiële karakter van de verkaveling.

De geplande verharding wordt voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt.

 

Langs de rooilijn wordt een tijdelijke werfafsluiting geplaatst met publiciteit over het te realiseren project. Deze werfafsluiting zal ook tijdens de werkzaamheden zorgen dat de visuele hinder beperkt wordt. Na het verwijderen van de afsluiting dient op de rooilijn dezelfde haag aangeplant te worden als de hagen die reeds bij de eengezinswoningen op de rooilijnen aanwezig zijn teneinde de uniformiteit en de rust in het bestaande straatbeeld verder te versterken. Teneinde hierover voldoende garanties te hebben dient dit verder verankerd te worden in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning.

 

Conclusie

 

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Indel Invest namens Chapter George Develops BV, gevestigd Harpstraat 5/1 te 8530 Harelbeke, voor het het wijzigen van de vergunde meergezinswoning (OMV_2020170965) voor wat betreft de gevelmaterialen van de traphallen, de balustrades aan de terrassen, de parkeerplaatsen en de groenaanleg in de voortuinstrook en het plaatsen van een tijdelijke werfafsluiting, op een perceel gelegen Oude Pastoriestraat 1 - 3 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 E, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De tijdelijke werfafsluiting dient verwijderd te worden voor de voorlopige oplevering van de gemene delen bij de uitvoering van de omgevingsaanleg (plaatsen haag, groenaanleg en parkeerstroken).

        Na het verwijderen van de tijdelijke afsluiting moet op de rooilijn een haag aangeplant worden conform de haagaanplant aanwezig bij de voortuinen van de eengezinswoningen in de verkaveling.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.23. OMV 2022_33 - Oliebergstraat 95 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van een halfopen woning, op een perceel gelegen Oliebergstraat 95 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 161 T aangevraagd door Vanhoutte - Engelen met als contactadres Oliebergstraat 95 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  7 juni 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Rup Sint-Lodewijk Centrum, goedgekeurd op 1 september 2011 met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfunctie.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 juli 1964 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 juni 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 november 1984 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van zijn berging voor een jeep-traktor achter zijn woning.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Melding afgeleverd op 20 augustus 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor een propaangastank.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 581 m² en is gelegen langs de Oliebergstraat op ongeveer 300 m ten zuidwesten van de kern van Sint-Lodewijk. De Oliebergstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een eengezinswoning die bestaat uit 2 bouwlagen en een hellend dak. Achteraan de woning zijn er verschillende aanbouwen opgetrokken op de linkerperceelgrens. De aanbouwen hebben een plat dak en een maximale kroonlijsthoogte van 3,20 m. De totale bouwdiepte op de linkerperceelsgrens bedraagt 24,50 m. In de lijn van de achterste bouwlijn is een bestaande garage aanwezig. Deze is ingeplant tot op min. 0,60 m van de rechterperceelsgrens. 

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning na afbraak van de verschillende aanbouwen en de vrijstaande garage.

De bestaande af te breken aanbouw heeft een oppervlakte van 68 m² en bevindt zich op de rechterperceelsgrens. De te slopen garage heeft een oppervlakte van 25,80 m² en bevindt zich op minstens 0,60 m van de linkerperceelsgrens.

Op de plaats van de te slopen aanbouw wordt een nieuwbouw voorzien en dit over de volledige breedte van de bestaande woning. De uitbreiding bevindt zich achteraan de woning, op de rechterkavelgrens en op een afstand van min. 4,50 m tov de linkerkavelgrens. De uitbreiding heeft een breedte van 7,35 m op een diepte van 7,80 m op het gelijkvloers en een diepte van 2,70 m op de verdieping. Zowel de uitbreiding op het gelijkvloers als op de verdieping worden afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt respectievelijk 5,20 m voor het verdiepingsgedeelte en 3,20 m voor het gelijkvloerse gedeelte.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft rood-oranje metselwerk als gevelbekleding  en antracietkleurig PVC buitenschrijnwerk.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een toilet, hal, berging, bureau, zithoek en leefkeuken. Op het verdiep worden 3 slaapkamers, een dressing en douchekamer.

Aan de achterzijde van de nieuwe uitbouw wordt een terras aangelegd dat deels overdekt is. Het overdekte gedeelte heeft een breedte van 4,25 m vanaf de rechterzijperceelsgrens op een diepte van 3,20 m. Het wordt afgewerkt met dezelfde hoogte als de uitbouw zijnde 3,20 m. Aansluitend op de zijmuur van het dakterras wordt de rest van de bestaande tuinmuur op de perceelsgrens afgebroken en vervangen door een nieuwe tuinafsluiting.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden op 4 mei 2022 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van Rup Sint-Lodewijk

 

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien het een eengezinswoning betreft, de dakvorm vrij is, de kroonlijsthoogte het maximum niet overschrijdt, de maximale bouwdiepte van het hoofdvolume gerespecteerd wordt, het perceel voor minder dan 40 % bebouwd is en er voldoende parkeerplaatsen voorzien worden op eigen terrein.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oliebergstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.  De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2050 liter en een referentieoppervlakte van 3,60 m², het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.

Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van het hoofdvolume van de woning op 5 m achter de rooilijn en aansluitend bij de naastliggende woning nummer 97 blijft ongewijzigd.

De nieuwe achterbouw wordt gerealiseerd op dezelfde plaats als de bestaande achterbouwen en sluit aan op het hoofdgebouw. De bouwdiepte is na de werken geringer dan de bestaande bouwdiepte zodat de bebouwing na de werken een compact geheel vormt.

  

Bouwvolume en gabarit:

Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit ongewijzigd.

De bestaande achterbouwen worden vervangen door een nieuwe, ruime achterbouw over de volledige breedte van het hoofdvolume. De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op die manier tot op 17,10 m (met aansluitend overdekt terras) gebracht, hetgeen zeker aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. Ook de gewijzigde bouwdiepte op de verdieping van 12 m beantwoordt aan de gangbare normen en aan de bepalingen van het RUP. 

 

De muren op de perceelgrens worden gewijzigd. Hiervoor werd het advies gevraagd van de eigenaars van het betreffende buurperceel. De bouwdiepte is echter minder diep dan de bestaande diepte waardoor de impact enigszins beperkt wordt.

 

Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.

 

Verschijningsvorm:

De voorgevel blijft ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld.

De sloop van de huidige achterbouwen en de realisatie van een nieuwe achterbouw betekenen een sanering van de bebouwing op het perceel. De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik (metselwerk) binnen de bestaande bebouwing.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Achter de woning wordt een terras aangelegd.

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen.

Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt. 

De woning beschikt tevens over een kleine voortuin. Aan de voortuin worden geen aanpassingen aangebracht.

 

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Vanhoutte - Engelen met als contactadres Oliebergstraat 95 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen en uitbreiden van een halfopen woning, op een perceel gelegen Oliebergstraat 95 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 161 T.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.24. OMV 2022_64 - Vichtesteenweg  - advies

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen voor de omgevingsvergunningsaanvraag van Kris Van Ballaer namens KUWAIT PETROLEUM (Belgium) NV gevestigd Brusselstraat 59/1 te 2018 Antwerpen, voor het plaatsen van laadinfrastructuur op een carpoolparking, op een perceel gelegen langs de Vichtesteenweg  en met als kadastrale omschrijving openbaar domein.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar beslissing als volgt:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming deels woonuitbreidingsgebied, deels agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 december 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het inrichten van een wegvak van de N36 ter verbetering van de verkeersveiligheid, ter hoogte van het kruispunt met de Vichtesteenweg en de op- en afritten van de E17 + het aanleggen van een carpoolparking gelegen Vichtesteenweg ZN.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is volledig gelegen op het openbaar domein en maakt deel uit van de weginfrastructuur van  het afrittencomplex van de E17 en de N36 op zo’n 1 km ten zuidoosten van de kern van Deerlijk.  De aanvraag maakt deel uit van de Vichtesteenweg, wat een voldoende uitgeruste gemeenteweg is en sluit aan op de Wijmelbeek. Het perceel is ingericht als carpoolparking met een overdekte fietsenstalling.

De aanvraag bevindt zich in de oksel van het afrittencomplex van de E17 en de N36 en sluit aan op de industriezone De Spijker. In de directe omgeving zijn er, naast de industriële gebouwen, verschillende grondgebonden woningen aanwezig. Ten noorden paalt het perceel aan het landelijke gebied.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de bestaande carpoolparking verder uit te rusten met 2 elektrische snellaadpalen en een omvormingscabine. Deze infrastructuur wordt voorzien op de plaats van de huidige fietsenstelplaatsen. In functie van de werken worden de 2 fietsenstelplaatsen verplaatst en wordt de bestaande parkeerplaats voor personen met een beperking geherlocaliseerd. Alle werken worden uitgevoerd in de oksel van de Vichtesteenweg en de bestaande private weg in het noordwesten van de carpoolparking.

De omvormingscabine heeft een oppervlakte van 9,32 m², de fietsenstelplaatsen hebben een totale  oppervlakte van 35,4 m². In functie van de werken wordt 35,15 m² bijkomende klinkerverharding voorzien en 4,93 m² betonverharding.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

12.2.1°

Hoogspanningsvoorziening met een transformator met een individueel nominaal vermogen van 630 kVA (Nieuw)

630 kVA

3

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

4.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meerbepaald aan de voorschriften van het woonuitbreidingsgebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vaststelling van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

Gezien de overheid reeds beslist heeft over de ordening van het gebied, namelijk het inrichten van een carpoolparking en de voorziene werken betrekking hebben op een optimalisatie van een reeds ingerichte carpoolparking, is de aanvraag conform de bepalingen van het gewestplan.

 

4.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vichtesteenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

4.3 Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door deze aangevraagde exploitatie bij naleving van de toepasselijke algemene en sectorale voorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

4.4 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De bestaande carpoolparking werd op deze locatie vergund als aanhorigheid bij de openbare weginfrastructuur. Voorliggende aanvraag heeft geen invloed op de bestaande aanwezig functies. Het voorzien van bijkomende laadinfrastructuur in functie van het verder uitrusten van een reeds ingerichte carpoolparking is bijgevolg functioneel aanvaardbaar. Het ontwerp zorgt immers voor een verruiming en optimalisatie van het gebruik van de bestaande infrastructuur.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van de overkapping wordt voorzien op 4,1 m tov de overgang tussen het fietspad en de berm. De rooilijn van de naastliggende percelen ligt op 7,40 m, waardoor de nieuw in te planten constructie de (denkbeeldige) verderzetting van de rooilijn overschrijdt. Deze lijn wordt op de parking ook overgenomen als grens van de parkeerplaatsen. Bij voorkeur wordt de grens tussen privaat en publiek domein als maximale grens gezien voor het plaatsen van constructies op de carpoolparking. De beide powercabines zouden ten noorden van de HS cabine ingeplant kunnen worden en de rest van de aanleg kan bijgevolg in oostelijke richting opschuiven dichter bij de cabine, waardoor het geheel iets compacter is en de denkbeeldige rooilijn niet overschreden wordt.

Op die manier zal de carpoolparking een betere aansluiting vinden met de rest van de omgeving.

 

Bouwvolume en verschijningsvorm:

Het volume van de fietsenstelplaats wordt verplaatst, de HS cabine heeft een gelijkaardig volume als de bestaande fietsenstelplaats.  Beide constructies zijn qua volume inpasbaar in de omgeving en veroorzaken geen hinder voor de omringende percelen.

Gezien het open karakter van de carportconstructie behouden blijft heeft het ontwerp qua verschijningsvorm slechts een beperkte impact op het straatbeeld. De HS cabine wordt voorzien in grijze crepi met aluminium schrijnwerk. Samen met de bijhorende voedingskast en powercabine en het voorzien van groen  is de constructie beperkt in omvang en integreert deze zich binnen de directe omgeving.

  

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van carpoolparking blijft behouden zonder dat het aantal parkeerplaatsen uitbreidt, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. Het aantal fietsenstelplaatsen blijft behouden waardoor de impact het fietsgebruik van en naar de carpoolparking niet beïnvloedt wordt. Mogelijks zorgt het voorzien van elektrische laadinfrastructuur voor een beperkte verhoging van de verkeersaantrek. De bouwplaats is echter voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Achter de constructies wordt groen voorzien. De groenaanplant wordt echter niet gespecificeerd. Het is aangewezen dat het te voorziene groen rondom de HS cabine en bijhorende infrastructuur (langs de noordwestzijde van de constructies) eenzelfde aanplant betreft als de aanplant die voorzien is aan de andere zijde van de aanpalende toegangsweg.  Dit wordt opgelegd als voorwaarde. Het overige voorziene groen kan bestaan uit lage aanplant of gras conform de rest van de inkleding van de carpoolparking naar de Vichtesteenweg toe.

 

Conclusie:

 

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

        Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een  advies uit te brengen betreffende de aanvraag. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

        Het doortrekken van de grens tussen publiek en privaat domein van de aanpalende percelen geldt als uiterste grens van de bebouwing.

        Het voorziene groen rondom de HS cabine en aansluitende infrastructuur (langs de noordwestzijde van de constructies) dient eenzelfde aanplant te zijn als de aanplant die voorzien is aan de andere zijde van de aanpalende toegangsweg.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.25. OMV 2022_59 - Marie de Plothostraat 18 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een veranda, op een perceel gelegen Marie de Plothostraat 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 310 T4 aangevraagd door Mia Vlaeminck wonende Marie de Plothostraat 18 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  9 juni 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 30 januari 2013 (dossiernummer gemeente VK12327 / 2079-15), en de verkavelingswijzigingen door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd op 2 april 2014 (dossiernummer gemeente VK 12928) en goedgekeurd op 6 januari 2016 (dossiernummer gemeente VK 17769).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

De verkavelingsvoorschriften zijn van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt gedeeltelijk af van de verkavelingsvoorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 juli 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van bestaande bebouwing.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 november 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 2 eengezinswoningen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 juli 2015 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een driegevelwoning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen milieuvergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande omgevingsvergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Marie de Plothostraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg ten oosten van het centrum van de gemeente. De bebouwing in de omgeving bestaat hoofdzakelijk uit een gesloten en halfopen bebouwingstype met 1 bouwlaag en een hellend dak. De woning van de aanvrager is een halfopen eengezinswoning met aan de linkerkant een wachtgevel, aan de rechterkant een carport (ongeveer 22 m²) en een bijgebouw (ongeveer 24 m²) in de tuinzone.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst aan de achterzijde van zijn woning over de breedte van de achtergevel en tegen de gemene terrasmuur met de linker buur een veranda op te trekken. De veranda heeft een breedte van 6,8 m op een diepte van 2,3 m. De veranda wordt opgebouwd uit een aluminium constructie afgewerkt met lessenaarsdak bestaande uit glasplaten. Het dak zal een maximale hoogte hebben tegen de achtergevel van de woning van 2,86 m en 2,5 m aan de achterzijde van de veranda. De veranda zal volledig afgesloten zijn, in het midden van de achtergevel van de veranda komt een dubbele schuifdeur. De gemene terrasmuur wordt volgens het ontwerp opgetrokken en uitgebreid met gelijkaardige bakstenen als de bestaande muur tot aan de nieuwe hoogte van de veranda.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 10 mei 2022 tot 8 juni 2022. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 30 januari 2013 (dossiernummer gemeente VK12327 / 2079-15), en de verkavelingswijzigingen door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd op 2 april 2014 (dossiernummer gemeente VK 12928) en goedgekeurd op 6 januari 2016 (dossiernummer gemeente VK 17769)

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Hellend dak van 45°

Hellend dak van 10°

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorschriften van de oorspronkelijke verkaveling en de verkavelingswijzigingen gezien de bestemming halfopen ééngezinswoning gerespecteerd wordt, er voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien werden, de voorbouwlijn op 5 m achter de rooilijn blijft, de maximale gelijkvloerse bouwdiepte van 12 m gerespecteerd wordt, tussen de achtergevel van de veranda en de achterkavelgrens minstens 8 m vrij blijft, de hoogte beperkt wordt tot maximaal 3 m en de voorziene verharding kleinschalig en waterdoorlatend uitgevoerd wordt.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de dakvorm zodat een afwijking overwogen kan worden.

De afwijking van de dakhelling van 45° naar 10° is te motiveren aangezien deze afwijking beperkt is tot het dak van de veranda met een maximale hoogte van 2,86 m en het dak van het hoofdvolume behouden blijft conform de voorschriften van de verkaveling. Door het licht hellende dak blijft de veranda maximaal toegankelijk, kunnen er langs de tuinzijde schuiframen in geplaatst worden en is de ophoging van de tuinmuur beperkt en bijgevolg de impact voor de buren beperkt. Er werden tevens geen bezwaren geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek zodat ook de aanpalenden hiervan geen hinder zullen ondervinden. De gevraagde afwijking kan bijgevolg positief beoordeeld worden.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Marie de Plothostraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

Niet van toepassing

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De veranda wordt aangebouwd aan een bestaande eengezinswoning met behoud van de functie. De uitbreiding bevindt zich aan de achterzijde van de woning en is beperkt in hoogte zodat het straatbeeld niet geschaad zal worden. Het materiaalgebruik is eigen aan de functie van het gebouw. De tuinzone blijft nog voldoende ruim teneinde deze kwalitatief in te richten. De aanpalende eigenaars hebben binnen de procedure geen opmerkingen of bezwaren geuit zodat kan geoordeeld worden dat het ontwerp verenigbaar is met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing gezien een openbaar onderzoek noodzakelijk was.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Mia Vlaeminck wonende Marie de Plothostraat 18 te 8540 Deerlijk, voor het plaatsen van een veranda, op een perceel gelegen Marie de Plothostraat 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 310 T4.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.26. OMV 2022_65 - Sint-Elooistraat 2 - advies op het project-MER

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen op het project-MER horende bij de omgevingsvergunningsaanvraag van Bernd Casier namens CASIER RECYCLING NV gevestigd Sint-Elooistraat 2 te 8540 Deerlijk, voor de actualisatie van de vergunning bij een schrootverwerkend bedrijf, op een perceel gelegen Sint-Elooistraat 2 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 270 B, (afd. 2) sectie D 273 A, (afd. 2) sectie D 275 D, (afd. 2) sectie D 292 W, (afd. 2) sectie D 292 A2 en (afd. 2) sectie D 292 B2.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt het vermelde project-MER, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar beslissing als volgt:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

        De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Zonevreemde bedrijven in het buitengebied’, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2017 (publicatie in het Belgisch staatsblad op 25 april 2017).

        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 oktober 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanleggen van een opslagplaats voor schroot.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 maart 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaande werkplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 augustus 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een opslagplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 januari 1975 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een magazijn.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 juli 1983 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 4 autobergplaatsen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 mei 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een loods na afbraak van een bestaande loods.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 augustus 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor het verharden van in betoon van niet-verharde zones op de werf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 juni 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een luifel.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 april 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een machinekamer en plaatsen van een pers.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 juni 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een bovengronds bufferbekken.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 september 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van nieuwe werkplaatsen na sloping van de bestaande.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 september 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van infopanelen.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning afgeleverd op 24 oktober 2002 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het verzamelen van schrootafvalstoffen en het doorvoeren naar bedrijven waar het schroot kan opnieuw worden gesmolten voor recyclage.

        Milieuvergunning afgeleverd op 11 december 2003 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden, wijzigen en toevoegen aan een inrichting voor opslag en mechanische behandeling van schrootafvalstoffen.

        Milieuvergunning gedeeltelijk afgeleverd op 10 mei 2007 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden en wijzigen voor de opslag en mechanische behandeling van schrootafvalstoffen meer bepaald van AEEA.

        Milieuvergunning afgeleverd op 23 april 2009 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor de definitieve vergunning voor opslag en mechanische behandeling van AEEA.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 25 januari 2018 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het wijzigen van de lozingsnormen 2017.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 10 september 2020 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het regulariseren van de vergunde toestand door middel van wijziging en uitbreiding.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 12 augustus 2021 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het bouwen van een buffer- en bezinkingsbekken voor de opvang van oppervlaktewater.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Sint-Elooistraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De percelen die onderwerp uitmaken van deze MER procedure hebben betrekking op de bedrijfssite van een schrootverwerkend bedrijf. Dit is een historisch gegroeid bedrijf dat in het noorden grenst aan de Sint-Elooistraat, aan de zuidzijde met de spoorweg en aan oostzijde met het achterliggende landbouwgebied rond de Veemeersstraat, alsook het bestaande landbouwbedrijf dat aan de oostzijde grenst. Het bedrijf heeft zijn hoofd in- en uitgang langs het Stationsplein. De volledige bedrijfssite is verhard met vooral in het westen bebouwing (loodsen en kantoorgebouw). Het grootste deel van de bedrijfsite wordt afgezoomd met groenbuffer en een geluidswerende wand.

 

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft geen betrekking op een stedenbouwkundige handeling.

 

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De hoofdactiviteit van Casier Recycling NV is het recycleren van ferrometalen, non-ferrometalen en hout. De aanvraag heeft betrekking op de hernieuwing en beperkte aanpassing van de milieuvergunningen die verlopen op 20 april 2023. Het bedrijf is gespecialiseerd in het verzamelen en behandelen van schrootafvalstoffen (ferro en non-ferro, autowrakken) en het doorvoeren naar bedrijven waar het schroot opnieuw kan worden gesmolten voor recyclage. Het bedrijf haalt zelf nauwelijks schrootafval op, maar is vooral een tussenschakel tussen de schroothandelaars en de metaalproducerende industrie.

In de inrichting is een depollutiecentrum aanwezig. Hierbij worden alle gevaarlijke vloeistoffen en gassen op milieuvriendelijke wijze opgevangen en verwijderd naar hiertoe vergunde verwerkingsinrichtingen. Het centrum bestaat uit een werkplaats met aanpalende opslagruimte, waar de activiteiten met betrekking tot de depollutie plaatsvinden. In de inrichting wordt eveneens gewerkt volgens de milieubeleidsovereenkomst betreffende de uitvoering van de aanvaardingsplicht gebruikte elektrisch en elektronische apparatuur.

Verder wordt ook houtafval en kunststoffen, bijvoorbeeld kunststofprofielen en PUR ( dit zijn isolatiepanelen) aanvaard en verhakseld.

In onderstaand overzicht van de Vlarem rubrieken werden de wijzigingen opgenomen.

De activiteiten van dit bedrijf vallen onder de volgende projectcategoriën van bijlage II van het MER-besluit, waardoor de opmaak van een nieuw milieu effectenrapport verplicht is:

        Rubriek 11 f)

Opslag van schroot met inbegrip van autowrakken als de opslagcapaciteit 10.000 ton of

meer of 10.000 voertuigwrakken of meer bedraagt.

        Rubriek 13 a)

Wijziging of uitbreiding van projecten van bijlage I, II of III, waarvoor reeds een

vergunning is afgegeven, die zijn of worden uitgevoerd, wanneer de wijziging of

uitbreiding op zich voldoet aan de in bijlage II genoemde drempelwaarden, voor zover

deze bestaan (niet in bijlage I opgenomen wijziging of uitbreiding).

 

Er werd op 23 maart 2022 een scopingadvies uitgebracht door de Dienst Mer.

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

2.2.1.e)4°

De inrichting is vergund voor 98,19 ton diverse gevaarlijke afvalstoffen.

Onder deze rubriek zitten een aantal afvalstoffen opgenomen die afkomstig zijn uit het depollutiecentrum. 

Alle afvalstoffen die ontstaan in het depollutiecentrum, zijn vergunningsplichtig onder de rubriek 2.2.2.d.3.  Ook de rubriek 2.4.5. is van toepassing.

De afvalstoffen afkomstig uit het depollutiecentrum worden hier geschrapt.

voor de opslag van grondkabel en accu's wordt een uitbreiding gevraagd. (Verandering)

176 ton

1

2.2.2.c)4°

De inrichting is vergund voor de opslag en mechanische behandeling van 43.558 ton ferro en non-ferro schroot, inclusief 26 ton accu's.

In de vergunning wordt per soort schroot een maximale opslaghoeveelheid vermeld.  Er wordt gevraagd om voor het non-ferro en het ferro schroot een totale opslaghoeveelheid te vergunnen.

Er wordt een beperkte uitbreiding gevraagd tot een totale hoeveelheid van 41.000 ton ferro schroot (oa draadijzer, gietijzer, plaat- en profielijzer) en 5.500 ton non-ferro schroot (oa aluminium, brons, chroomstaal, zink, zamak, koper, inox, lood, nikkel, titanium).

- Onder deze rubriek werd in het verleden de opslag van 26 ton accu’s vergund.  Op de accu’s gebeurt geen mechanische behandeling.  Deze opslag is vergunningsplichtig onder de rubrieken 2.2.1.e.4. en 2.4.5. (Verandering)

46500 ton

1

2.2.2.d)3°

De hernieuwing wordt gevraagd voor de opslag en mechanische behandeling van 100 ton gedepollueerde wrakken en 25 ton niet-gedepollueerde wrakken.

Door de depollutie ontstaan diverse afvalstoffen waarvoor volgende opslag aanwezig is:

- 1.500 l motorolieafval

- 1.500 l glycolwaterafval

- 200 l remolieafval

- 1 ton oliefilters

- 3.000 l benzineafval

- 3.000 l mazoutafval

- 1.500 l ruitenwisservloeistofafval

- 0,5 ton onschadelijk gemaakte airbagpatronen

- 27 kg aircokoelmiddel

- 1 ton accu’s

- 200 l vervuilde of onbruikbare solventen

- 1.400 l lege LPG-tanks met mogelijks restanten van LPG (Hernieuwing)

125 ton

1

2.2.2.f)2°

De hernieuwing wordt gevraagd voor de opslag en mechanische behandeling van:

- 1.500 ton houtafval

- 600 ton plastiekafval

- 100 ton PUR

Hiertoe zijn volgende installaties aanwezig:

- mobiele houtbreker van 1.000 kW

- mobiele shredder voor oa alu profielen, kunststofprofielen van 500 kW

- mobiele shredder voor oa kunststoffen, sandwichpanelen/PUR van 590 kW (Hernieuwing)

2200 ton

1

2.2.2.g)2°

De inrichting is vergund voor de opslag en mechanische behandeling van:

- 40 ton groot wit

- 5 ton beeldschermen

- 20 ton overige

- 0,1 ton condensatoren

Er wordt een uitbreiding gevraagd voor de opslag en mechanische behandeling van:

- 50 ton groot wit

- 20 ton beeldschermen

- 30 ton overige

- 0,1 ton condensatoren (Verandering)

100,1 ton

1

2.4.5.

De vergunning wordt gevraagd voor de opslag van:

- 1.500 l motorolieafval (depollutiecentrum)

- 1,65 ton glycolwaterafval (depollutiecentrum)

- 200 l remolieafval (depollutiecentrum)

- 1 ton oliefilters (depollutiecentrum)

- 2,22 ton benzineafval (depollutiecentrum)

- 2,562 ton mazoutafval (depollutiecentrum)

- 1,35 ton ruitenwisservloeistofafval (depollutiecentrum)

- 0,5 ton onschadelijk gemaakte airbagpatronen (depollutiecentrum)

- 27 kg aircokoelmiddel (depollutiecentrum)

- 1 ton accu’s (depollutiecentrum)

- 100 ton accu’s

- 0,18 ton vervuilde of onbruikbare solventen (depollutiecentrum)

- 50 ton grondkabel

- 25 ton niet-gedepollueerde wrakken

- 1.400 l lege LPG-tanks met mogelijks restanten van LPG

- 1 ton afvalstoffen vergelijkbaar met KGA

- 125 ton AEEA (20 ton KV, 5 ton MLR, 50 ton groot wit, 20 ton beeldschermen, 30 ton overige)

- 0,1 ton condensatoren (Nieuw)

314,69 ton

1

3.6.3.2°

De inrichting is vergund voor de lozing van 48,45 m³/uur, 480 m³/dag en 64.485 m³/jaar bedrijfsafvalwater afkomstig van de waterzuiveringsinstallatie.

Er wordt een wijziging voor het lozingspunt. (Verandering)

48,45 m³/uur

2

6.4.1°

De inrichting is vergund voor de opslag van:

- 1.500 l hydraulische olie

- 2.980 l motorolie, transmissieolie, brugolie, kabelsmeermiddel, afvalolie

- 1.500 l motorolie

- 1.600 l motorolie, hydraulische olie, afgewerkte olie

- 3.000 l hydraulische olie (Ongewijzigd)

10580 liter

3

6.5.2°

De hernieuwing wordt gevraagd voor:

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 60.000 l diesel met 2 verdeelslangen

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 40.000 l diesel met 2 verdeelslangen

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 1.200 l mazout met 1 verdeelslang

- ondergrondse dubbelwandige vaste houder van 8.000 l benzine met 1 verdeelslang (Hernieuwing)

6 verdeelslangen

2

12.2.1°

De hernieuwing wordt gevraagd voor een transformator van 800 kVA. (Hernieuwing)

800 kVA

3

12.2.2°

De hernieuwing wordt gevraagd voor 2 transformatoren: 1 x 2.000 kVA en 1 x 1.250 kVA. (Hernieuwing)

3250 kVA

2

15.1.2°

De inrichting is vergund voor het stallen van 25 bedrijfsvoertuigen.

De hernieuwing en uitbreiding wordt gevraagd voor het stallen van 50 bedrijfsvoertuigen (Verandering)

50 voertuigen

2

15.2.

De hernieuwing wordt gevraagd voor 1 garagewerkplaats met schouwput. (Hernieuwing)

1 garagewerkplaats

3

15.4.1°

De hernieuwing wordt gevraagd voor 1 wasplaats. (Hernieuwing)

1 wasplaats

3

16.3.2°a)

De hernieuwing wordt gevraagd voor:

- compressor van 7,5 kW

- airco van 110 kW

- airco van 1,6 kW

- compressor van 4 kW

- compressor van 5,5 kW

- compressor van 2,2 kW

- airco van 6,3 kW (Hernieuwing)

137,1 kW

3

17.1.2.1.2°

De hernieuwing wordt gevraagd voor:

- 5.000 l zuurstof

- 2.000 l propaan

- 200 l acetyleen

- 200 l menggas

- 1.400 l lege LPG-tanks met mogelijks restanten van LPG

- 1.200 l propaan (Hernieuwing)

10000 liter

2

17.1.2.2.1°

De hernieuwing wordt gevraagd voor de opslag van 3.000 l zuurstof in vaste houder. (Hernieuwing)

3000 liter

3

17.3.2.1.1.2°

De inrichting is vergund voor de opslag van:

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 60.000 l diesel

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 3.000 l mazoutafval (depollutiecentrum)

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 40.000 l diesel

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 1.200 l mazout

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 2.000 l gasolie

Er wordt een wijziging gevraagd. 

Rubriek 17 is niet van toepassing op afvalstoffen.  CLP sluit afvalstoffen uit.  De opslag van deze gevaarlijke afvalstoffen dient enkel onder rubriek 2.4.5 te worden vergund in plaats van onder rubriek 17.3.

Mazoutafval is afkomstig uit het depollutiecentrum.  Alle afvalstoffen die ontstaan in het depollutiecentrum, zijn vergunningsplichtig onder de rubriek 2.2.2.d.3. 

De opslag van mazoutafval afkomstig uit het depollutiecentrum wordt hier geschrapt. (Verandering)

88,128 ton

2

17.3.2.2.2°b)

De inrichting is vergund voor de opslag van:

- 338,8 kg reinigingsmiddel

- 42,35 kg thinner

- 5.920 kg benzine

- 2.220 kg benzineafval (depollutiecentrum)

Er wordt een wijziging gevraagd.

Rubriek 17 is niet van toepassing op afvalstoffen.  CLP sluit afvalstoffen uit.  De opslag van deze gevaarlijke afvalstoffen dient enkel onder rubriek 2.4.5 te worden vergund in plaats van onder rubriek 17.3.

Benzineafval is afkomstig uit het depollutiecentrum.  Alle afvalstoffen die ontstaan in het depollutiecentrum, zijn vergunningsplichtig onder de rubriek 2.2.2.d.3. 

De opslag van benzineafval afkomstig uit het depollutiecentrum wordt hier geschrapt. (Verandering)

6,3 ton

2

17.3.6.1°a)

De inrichting is vergund voor de opslag van:

- 220 kg glycolwater

- 338,8 kg reinigingsmiddel

- 55,4 kg antivriesmiddel

- 42,35 kg thinner

- 147 kg verven

- 1.350 kg ruitenwisservloeistofafval

- 5.920 kg benzine

- 2.220 kg benzineafval

Er wordt een wijziging gevraagd.

Rubriek 17 is niet van toepassing op afvalstoffen.  CLP sluit afvalstoffen uit.  De opslag van deze gevaarlijke afvalstoffen dient enkel onder rubriek 2.4.5 te worden vergund in plaats van onder rubriek 17.3.

Benzineafval en ruitenwisservloeistofafval is afkomstig uit het depollutiecentrum.  Alle afvalstoffen die ontstaan in het depollutiecentrum, zijn vergunningsplichtig onder de rubriek 2.2.2.d.3. 

De opslag van benzineafval en ruitenwisservloeistofafval afkomstig uit het depollutiecentrum wordt hier geschrapt. (Verandering)

6,72 ton

3

17.3.7.1°a)

De inrichting is vergund voor de opslag van:

- 220 kg glycolwater

- 338,8 kg reinigingsmiddel

- 55,4 kg antivriesmiddel

- 42,35 kg thinner

- 147 kg verven

- 5.920 kg benzine

- 2.220 kg benzineafval (depollutiecentrum)

Er wordt een wijziging gevraagd.

Rubriek 17 is niet van toepassing op afvalstoffen.  CLP sluit afvalstoffen uit.  De opslag van deze gevaarlijke afvalstoffen dient enkel onder rubriek 2.4.5 te worden vergund in plaats van onder rubriek 17.3.

Benzineafval is afkomstig uit het depollutiecentrum.  Alle afvalstoffen die ontstaan in het depollutiecentrum, zijn vergunningsplichtig onder de rubriek 2.2.2.d.3. 

De opslag van benzineafval afkomstig uit het depollutiecentrum wordt hier geschrapt. (Verandering)

6,72 ton

3

17.3.8.2°

De inrichting is vergund voor de opslag van:

- 5.920 kg benzine

- 2.220 kg benzineafval

Er wordt een wijziging gevraagd.

Rubriek 17 is niet van toepassing op afvalstoffen.  CLP sluit afvalstoffen uit.  De opslag van deze gevaarlijke afvalstoffen dient enkel onder rubriek 2.4.5 te worden vergund in plaats van onder rubriek 17.3.

Benzineafval is afkomstig uit het depollutiecentrum.  Alle afvalstoffen die ontstaan in het depollutiecentrum, zijn vergunningsplichtig onder de rubriek 2.2.2.d.3. 

De opslag van benzineafval afkomstig uit het depollutiecentrum wordt hier geschrapt. (Verandering)

5,92 ton

2

29.5.2.1°a)

De hernieuwing wordt gevraagd voor:

- zaagmachine van 1,5 kW

- slijpmolen van 3 kW

- hydraulische pers van 1 kW

- boormachine van 5 kW

- draaibank van 7,5 kW

- freesmachine van 2,2 kW

- velgenpers van 11 kW

- alligatorschaar van 5,5 kW (Hernieuwing)

36,7 kW

3

 

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vind plaats van 27 mei 2022 tot 25 juni 2022. Naar aanleiding van deze aanvraag wordt een informatievergadering gehouden op maandag 13 juni 2022. Op het moment van de opmaak van dit advies is het openbaar onderzoek nog lopende en moet de informatievergadering nog plaatsvinden waardoor een verdere bespreking niet aan de orde is.

 

  1. Adviezen

 

De vergunningsverlenende overheid heeft in deze procedure advies gevraagd aan de volgende instanties:

        De gemeente Deerlijk

        Het gewestelijk departement Omgeving (dienst MER)

        Het departement Omgeving (Vlaamse Gewest)

        De afdeling Onroerend Erfgoed

        De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

        De provinciale Omgevingsvergunningscommisie

        De Provincie West-Vlaanderen

        De Vlaamse Milieumaatschappij

        Het Agentschap Zorg en Gezondheid

 

Er dienden door de gemeente Deerlijk geen sub-adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR

 

De aanvraag valt onder de bijlage II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER is van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier.

 

7.a.       Planologische toets

De eigendom is gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Zonevreemde bedrijven in het buitengebied, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2017 (publicatie in het Belgisch staatsblad op 25 april 2017). De site waarop het project betrekking heeft, is bestemd als zone voor bedrijvigheid en zone voor buffergroen met overdukzones geluidsmuur en bufferscherm, groenscherm en private oprit. In de aanvraag worden geen gebouwen of constructies opgericht, noch stedenbouwkundig vergunningsplichtige handelingen uitgevoerd zodat de overeenstemming met het RUP behouden blijft.

 

7.b.       Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Sint-Elooistraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.c.       Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.d.       Mer-screening

De MER-procedure is beschreven in het Decreet van 18 december 2002 (B.S. 13 februari 2003) tot aanvulling van het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage.

De activiteiten vallen onder volgende projectcategorieën van bijlage II van het MER-besluit:

Rubriek 11 f):

Opslag van schroot met inbegrip van autowrakken als de opslagcapaciteit 10.000 ton of meer of 10.000 voertuigwrakken of meer bedraagt.

 

Rubriek 13 a):

Wijziging of uitbreiding van projecten van bijlage I, II of III, waarvoor reeds een vergunning is afgegeven, die zijn of worden uitgevoerd, wanneer de wijziging of uitbreiding op zich voldoet aan de in bijlage II genoemde drempelwaarden, voor zover deze bestaan (niet in bijlage I opgenomen wijziging of uitbreiding)

 

De milieueffectenrapportage (MER) is een juridisch-administratieve procedure, waarbij de milieugevolgen van een gepland project op een wetenschappelijk verantwoorde wijze bestudeerd, besproken en geëvalueerd worden. Via dit milieuonderzoek tracht men om de voor het milieu of de omgeving mogelijk negatieve effecten in een vroeg stadium van de besluitvorming te kennen zodat ze kunnen worden voorkomen en/of gemilderd. Op die wijze kan het project worden bijgestuurd. In het deel ‘milieuaspecten’ volgt een beoordeling van de verschillende disciplines vanuit de dienst omgeving. Hierbij wordt bijzondere aandacht verleend aan hinderaspecten ten aanzien van de omgeving en/of omwonenden.

 

7.e.       Natuurtoets

Binnen de discipline biodiversiteit van het onderdeel ‘milieuaspecten’ wordt een toetsing gegeven aan de natuurwaarden op de site en in de omgeving. Zie verder.

 

7.f.         Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.g.       Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.h.       Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

 

7.i.         Milieuaspecten

Milieueffecten discipline Lucht

Potentiële emissiebronnen zijn de stookinstallaties, verkeersemissies, stofemissies, Dioxines en dioxine-achtige PCB’s, bepaalde activiteiten zoals lassen, snijbranden, ontluchtingen van brandstoftanks en geuremissies, vooral afkomstig van het snijbranden van gietijzer in open lucht. Aangezien de bedrijfsactiviteiten ten opzicht van de huidige vergunningstoestand slechts beperkt wijzigen, kan aangenomen worden dat ook de luchtemissies in grootte orde gelijk zullen blijven. Met betrekking tot stofhinder, meer bepaald het breken van afvalhout, is het gebruik van de nevelinstallatie doeltreffend gebleken. Daarnaast zijn nog een aantal bijkomende maatregelen mogelijk om potentiële emissies terug te dringen zoals:

        Materiaalverplaatsing met trage bewegingen uitvoeren

        Gebruik maken van een bijkomende afscherming door middel van een windbreekgaas.

        Periode van het breken zoveel als mogelijk afstemmen op geschikte meteorologische omstandigheden.

Het RUP 'Zonevreemde bedrijven in het buitengebied' voorziet ook de mogelijkheid om tot 70 % van de totale oppervlakte van het bedrijventerrein te bebouwen. De maximale hoogte van bedrijfsloodsen, bedrijfsgebouwen en luifels is 13 m waardoor dergelijke constructies ook een bijdrage kunnen betekenen bij het verhinderen van stofverspreiding. Het RUP werd hiervoor op vraag van de exploitant aangepast maar deze ingrepen zijn tot op heden niet uitgevoerd.Over de andere diffuse emissies (zoals bijvoorbeeld geur) zijn weinig kwantitatieve gegevens beschikbaar. Ook hier kunnen nog bijkomende inspanningen geleverd worden om hinder te voorkomen. Accidentele emissies zijn echter nooit uit te sluiten maar door een correcte manier van klachtenopvolging door het bedrijf kan mogelijke hinder tot een minimum beperkt worden.

 

Milieueffecten discipline oppervlaktewater en afvalwater

Het bedrijfsafvalwater bestaat hoofdzakelijk uit potentieel verontreinigd hemelwater, dat na buffering en zuivering geloosd wordt op de Veemeersbeek, een waterloop van 2de categorie. Er zijn geen bedrijfsactiviteiten die proceswater nodig hebben, enkel bij het verhakselen van houtafval wordt water gebruikt als besproeiing / beneveling. Het grootste deel van de bedrijfsoppervlakte ligt in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. De oevers van de Veemeersbeek en verderop de Gaverbeek liggen in effectief overstromingsgevoelig gebied. De impactbeoordelingen van de lozing gebeuren op de eerstvolgende waterloop van 1ste categorie, zijnde de Gaverbeek. Het MER beschrijft de huidige kwaliteit van de Gaverbeek. De Gaverbeek, stroomafwaarts van het bedrijf, scoort slecht op geleidbaarheid, ontoereikend voor totaal fosfor en matig voor totaal stikstof en zuurstof. Ook voor een drietal specifieke verontreinigende stoffen (boor, kobalt en nitriet) wordt een slechte toestand vastgesteld. Voor de impactbeoordelingen wordt de stroomopwaartse kwaliteit toegepast. Dezelfde vaststellingen worden daar gedaan voor boor totaal doch niet voor nitrietstikstof en kobalt waarvoor de milieukwaliteitsnormen stroomopwaarts wel worden gehaald. Voor totaal fosfor en zwevende stoffen wordt een slechte achtergrondconcentratie vastgesteld, voor stikstof totaal en CZV (chemisch zuurstof verbruik) is dat matig. In de huidige situatie wordt het afvalwater opgevangen in een buffer en na zuivering geloosd. Zowel de oorspronkelijke buffering en fysicochemische zuivering blijken echter uit praktijk en voorgaande studies ontoereikend. Hierdoor was bedrijf genoodzaakt om voor een andere oplossing te kiezen. Uit alle mogelijke opties werd gekozen voor een volwaardige biologische zuivering. Deze manier van afvalwaterbehandeling vereist een grotere buffer met een grotere initiële installatiekost maar heeft ook een lagere operationele kost waardoor de investering zich sneller terug verdient. De nodige stappen (vergunningen en aanbestedingen) werden reeds opgestart en zijn lopende maar door de COVID-pandemie hebben deze plannen wat vertraging opgelopen. Bijgevolg kan op dit moment nog niet geconcludeerd worden of de nieuwe manier van afvalwaterzuivering afdoende resultaten oplevert en of er nog een bijkomende zuiveringsstap moet toegevoegd worden. Hiermee heeft men in het ontwerp wel rekening gehouden. Vandaar dat een strikte opvolging van het effluent en de kwaliteit van de ontvangende waterlopen, van groot belang is in het zicht van de impact van het bedrijf op zowel de waterkwaliteit als de waterkwantiteit. Het niet verontreinigd hemelwater dat opgevangen wordt op de daken van de loodsen en de kantoren wordt beperkt opgevangen in hemelwaterputten en vertraagd geloosd in de ingebuisde gracht langs de Sint-Elooistraat die verder uitmondt in de Veemeersbeek.

 

Milieueffecten discipline geluid en trillingen

Alhoewel in het studiegebied naast het bedrijf ook andere bronnen zijn van geluidsproductie, zoals de autosnelweg in het noodwesten, de spoorweg in het zuiden, het verkeer in de omliggende straten en nabijgelegen bedrijven, wordt vanuit de bedrijfsvoering toch een belangrijk aandeel specifiek geluid geproduceerd. In de MER studie wordt aangegeven dat verschillende bronnen van geluid producerende activiteiten aanwezig zijn:

        Statisch opgestelde machines zoals metaal verkleinende machines

        Het laden en lossen van vrachtwagens en containers alsook het aanvullen van de statische machines

        Mobiel transportverkeer van bijvoorbeeld wielladers, kranen, vrachtwagens, …

Ieder van deze geluidsbron heeft een specifiek karakter en bepaalde geluidsbronnen kunnen meer hinder veroorzaken dan andere. Zo kunnen we stellen dat de actuele exploitatie een significante bijdrage veroorzaakt tot het omgevingsgeluid, dit zowel op vlak van ‘stabiel geluid’ als ‘impulsachtig geluid’. In de studie worden milderende maatregelen voorgesteld voor specifieke geluidsbronnen. In grote lijnen blijken het afschermen van de geluid producerende installaties en vooral ook de valhoogte beperken van de laadactiviteiten (het vallen van schroot) een belangrijke bijdrage te kunnen leveren bij het beperken van de hinder ten gevolge van geluid en trillingen.

 

Milieueffecten discipline bodem en grondwater

Het gebied van de projectsite is vrij vlak. Het zijn alluviale gronden in de zandleemstreek onder invloed van een permanente grondwatertafel op geringe diepte. Vanaf 2001 zijn verschillende bodemonderzoeken elkaar opgevolgd, telkens met vaststellingen van bodemverontreiniging maar er is nooit een noodzaak tot bodemsanering aangetoond. Het bedrijfsterrein is voor het overgrote deel verhard zodat verontreinigingen naar bodem en grondwater toe zoveel mogelijk uitgesloten worden. De toekomstige situatie komt praktisch overeen met de huidige situatie (enkel de afvalwaterbuffer / bezinkingsbekken en eventuele nazuivering worden recent toegevoegd). Er is geen grondwaterwinning aanwezig en er zijn geen plannen om deze te voorzien. Bijgevolg kan gesteld worden dat ten opzichte van de referentiesituatie er geen bijkomende effecten zullen zijn ten gevolge van de nieuwe vergunningstoestand

 

Milieueffecten discipline mens en gezondheid

De discipline “Mens – gezondheid” is een ontvangende discipline. Dit impliceert dat zij de mogelijke significante bijdragen ontvangt van de overige disciplines, in dit geval voornamelijk lucht en geluid. De afbakening van het studiegebied is dan ook functie van de ruimte waarbinnen er significante (immissie)concentraties of geluidsniveaus zijn. Voor geluid liggen de normen strikt vast in Vlarem II en kunnen de milderende maatregelen binnen de discipline geluid en trillingen de nodige bijdrage leveren ten aanzien van de mogelijke hinder. Voor de discipline lucht wordt via meetstudies aangetoond dat de chemische stressoren geen significante verhoging van de risico’s in de omgeving veroorzaken. Met betrekking tot de mogelijke gezondheidseffecten wordt geconcludeerd dat vooral de fysische stressoren (geluid en trillingen) het onderwerp kunnen zijn voor milderende maatregelen.

 

Milieueffecten discipline biodiversiteit

Directe effecten

Voorliggend project gaan niet gepaard met een afbraak- of aanlegfase, noch wordt er voorzien in de aanleg van bijkomende verhardingen. Er wordt dan ook geen bijkomende directe effecten verwacht ten opzichte van de referentiesituatie.

 

Indirecte effecten

Dit betreffen de effecten die ontstaan ten gevolge van wijzigingen in abiotische omstandigheden. In dit project gaat het hierbij om verzurende en vermestende deposities, verontreiniging en rustverstoring. Op het vlak van NOx-emissies worden met betrekking tot verzurende en vermestende deposities geen aanzienlijke negatieve effecten ter hoogte van de natuurwaarden in de omgeving verwacht. De impact van de afwaterlozing op de kwaliteit van het oppervlaktewater wordt (zonder het nemen van bijkomende maatregelen) als negatief beoordeeld. Een bijstelling van de lozingsnormen kan een bijkomende verslechtering van de waterkwaliteit voorkomen. De haalbaarheid hiervan en de noodzaak tot het voorzien van bijkomende zuiveringsstappen kan echter pas geëvalueerd worden na het in dienst nemen van het nieuwe buffer-, KWS-afscheidings- en bezinkingsbekken. De effecten van de aanwezige bodemverontreinigingen zijn verwaarloosbaar gezien de genomen maatregelen en de afwezigheid van waardevolle biotopen en/of soorten binnen de bedrijfssite en de directe omgeving. Door het ontbreken van aandachtsgebieden natuur in de directe omgeving van de site (straal 1 km) en rekening houdend met de omgeving van het project, worden geen effecten verwacht inzake verstoring.

 

Milieueffecten discipline mobiliteit

Het bedrijf is gelegen in de Stationswijk te Deerlijk en de ontsluiting gebeurt hoofdzakelijk (bijna uitsluitend) via het Stationsplein, de Stationsstraat richting N36 en de Kleine Brandstraat richting ring rond Zwevegem. Het departement MOW geeft aan dat de transporten enkel mogen verlopen via de Stationsstraat met de directe aansluiting op de N36 en niet via de Kleine Brandstraat. De gemeente Deerlijk volgt het standpunt van het departement MOW, dat stelt dat zwaar verkeer zo kort mogelijk moet ontsluiten naar het hogere wegennet.

 

Milieueffecten discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

Op een afstand van ongeveer 60 m ten westen van de inrichting zijn er verschillende onroerende erfgoeden terug te vinden. Dit betreffen voornamelijk bouwkundige erfgoeden zoals: Station Deerlijk, Sint-Jozefskapel en enkele burgerhuizen. Omwille van het feit dat dat er geen bouwkundige wijzigingen aan de inrichting gepland zijn (hervergunning), is de discipline ‘Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie’ niet verder van toepassing.

 

Milieueffecten discipline licht en straling

Op het bedrijfsterrein is er verlichting in het kader van een kwalitatieve bedrijfsvoering en veiligheid (vermijden van arbeidsongevallen, inbraak en vandalisme). Deze is beperkt tot het noodzakelijke en is gericht op de eigen terreinen en inrichting.

 

Milieueffecten discipline klimaat en energie

De ‘klimaatreflex’ houdt in dat plannen of projecten gescreend moeten worden tegenover de mogelijke scenario’s van klimaatverandering. De impact verloopt in twee richtingen: het effect van het plan of project op klimaat, maar ook de kwetsbaarheid van het plan of project voor klimaatveranderingen. In het kader van dit project-MER zijn er geen specifieke klimaatreflecties aan de orde.

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

7.j.         Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Het bedrijf Casier is een historisch gegroeid bedrijf waarvan de huidige contour bevestigd is als functie in het geldende RUP. Ten zuiden paalt de site aan de spoorweg met aanpalend landbouwgebied, ten noorden liggen op heden onbebouwde percelen bestemd als openluchtrecreatie, ten oosten is een landbouwgebied aanwezig en ten westen bevindt zich een woonomgeving. Voor voorliggende aanvraag dienen geen stedenbouwkundige vergunningsplichtige werken uitgevoerd te worden zodat geoordeeld kan worden dat er voldaan is aan de doelstellingen van artikel 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bijgevolg is de aanvraag verenigbaar met de goede ruimtelijk ordening.

 

7.k.       Resultaten openbaar onderzoek

Op het moment van de opmaak van dit advies is het openbaar onderzoek nog lopende waardoor een beoordeling niet aan de orde is.

 

7.l.         Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.m.     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

        Decreet van 18 december 2002 (B.S. 13 februari 2003) tot aanvulling van het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage

        Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 Inzake MER plicht

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een voorwaardelijk gunstig advies uit te brengen betreffende de aanvraag.

Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

De maatregelen om de hinder naar de omgeving en de omwonenden toe te beperken dienen strikt nageleefd te worden:

       met betrekking tot de discipline Lucht:

        materiaalverplaatsing met trage bewegingen uitvoeren;

        waar mogelijk gebruik maken van bijkomende afscherming en/of besproeiing met water;

        zoveel als mogelijk rekening houden met de meteorologische omstandigheden;

        de voorzieningen die opgenomen werden in het RUP 'Zonevreemde bedrijven in het buitengebied' en kunnen bijdragen tot het beheersen van de stofhinder moeten maximaal benut worden.

       met betrekking tot de discipline Geluid:

        waar mogelijk de geluid producerende installaties afschermen of binnen plaatsen;

        de valhoogte van schroot maximaal beperken.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.27. Lokaal energie- en klimaatpact - samenwerkingsovereenkomst Leiedal - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aanpassing aan de overeenkomst met betrekking tot de samenwerking in het kader van het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP) 2022-2026, goed te keuren.

 

Motivering

 

De Vlaamse Regering nodigde alle Vlaamse steden en gemeenten uit om het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP) te ondertekenen. Hiermee beloven de steden en gemeenten het burgemeestersconvenant te ondertekenen (in 2019 binnen de Leiedal-regio), scharen ze zich achter een aantal doelstellingen (CO2-reductie, vermindering CO2-uitstoot in lokale publieke gebouwen) en zullen ze meewerken aan een 4-tal Vlaamse werven (zie verder).

 

Vanuit de Vlaamse Overheid worden financiële middelen vrijgemaakt om de steden en gemeenten hierin te ondersteunen. De Vlaamse Regering stuurt ook aan op intergemeentelijke samenwerking. Leiedal is in de regio trekker en coördinator met betrekking tot het Burgemeestersconvenant en ontwikkelde via onderzoeks- en pilootprojecten heel wat expertise rond de verschillende uitdagingen en werven van het LEKP. Leiedal wenst dan ook deze expertise ter beschikking te stellen, verder uit te bouwen ten behoeve van alle steden en gemeenten die het LEKP ondertekenen, te ondersteunen en te faciliteren om de doelstellingen te bereiken. Dit ondermeer door het uitbouwen van een regionaal team van medewerkers die gemeenten ondersteunen in projecten ter uitvoering van het LEKP.

 

Het regionaal klimaatteam bestaat enerzijds uit een aantal specifieke profielen die gedetacheerd zullen worden in de deelnemende steden en gemeenten en anderzijds een regionaal medewerker die ingezet wordt op gedeelde acties.

De detachering kan op vraag van de betreffende stad of gemeente bijgesteld worden met betrekking tot tijdsinzet of profiel, mits dit inpasbaar is binnen de globale werking van het klimaatteam en mits goedkeuring van Leiedal als werkgever.

 

Op basis van een bevraging van de noden bij de verschillende steden en gemeenten, zal Leiedal overgaan tot bijkomende aanwervingen en/of verschuivingen in takenpakket van bestaande medewerkers, teneinde volgende profielen te voorzien voor detachering in de deelnemende gemeenten:

        een energiemakelaaar op masterniveau;

        een technisch medewerker op bachelorniveau;

        een projectmedewerker klimaat op bachelorniveau.

 

Op 19 augustus 2021 werd vanuit de gemeente Deerlijk de insteek gegeven aan de intercommunale Leiedal met betrekking tot de noden en wensen met betrekking tot de voorgestelde profielen.

 

Op 16 september 2021 werd de deelname aan het Lokaal Energie- en Klimaatpact door de gemeenteraad goedgekeurd.

 

Voor de gemeente Deerlijk wordt een trekkingsrecht van 39.555 euro vastgezet voor 2021 en 2022. Bij iedere ingediende actie wordt 50 % van het geïnvesteerde bedrag gesubsidieerd (tot maximaal het vastgelegde trekkingsrecht).

 

Tijdens intern overleg op 23 mei 2022 werd een overzicht gemaakt van de reeds uitgevoerde en geplande projecten die kunnen passen binnen de 4 werven van het LEKP. Hieruit blijkt dat we voldoende geplande en uitgevoerde investeringen hebben om het volledige trekkingsrecht (39.555 euro trekkingsrecht betekent een totale investeringskost van 79.110 euro) te kunnen motiveren. Bij toekomstige projecten kan de personeelsondersteuning vanuit de intercommunale Leiedal een belangrijke meerwaarde betekenen. Daarom wordt in het samenwerkingsakkoord voorgesteld om zowel de technisch medewerker als de projectmedewerker klimaat te detacheren. In dit samenwerkingsakkoord wordt op beide profielen 0,2 VTE voorgesteld waardoor een aanzienlijk deel van de subsidie wordt gebruikt (geraamd budget voor 2 maal 0,2 VTE op bachelorniveau is 30.940 euro). Gezien het uitgesproken engagement ten aanzien van Leiedal en de meerwaarde die deze profielen kunnen betekenen bij de gemeentelijke invulling van het Burgemeestersconvenant en het Lokaal Energie en Klimaatpact, is het te verantwoorden dat de gemeente Deerlijk intekent op beide profielen met een invulling van 0,1 VTE per profiel (dit betekent een vermoedelijk,  geraamd budget van 15.470 euro). Op die manier blijft er nog 21.918,84 euro trekkingsrecht beschikbaar voor een totale gemeentelijke investeringskost van 43.837,68 euro.

 

Via dit besluit wordt dan ook voorgesteld om het samenwerkingsakkoord dat door Leiedal ter goedkeuring werd voorgelegd, aan te passen met de volgende intercommunale ondersteuningen:

        detachering van een technisch medewerker op bachelorniveau (0,1 VTE)

De technisch medewerker kan concrete renovatieprojecten bij eigen patrimonium van lokale besturen begeleiden: opmaak bestekken, gebruik maken van de nodige platformen hiervoor, opvolgen externe studie-opdrachten, werfopvolging, … Hij/zij kan een gebouw doorlichten en screenen om een plan van aanpak op te stellen in functie van het gefaseerd omschakelen naar gasloze ontwikkelingen. Deze persoon integreert kennis rond gebouwschil, technieken, laadpalen en PV, energie-opslag … met een administratieve en communicatieve opvolging. Waar nodig kan hij/zij het energieverbruik monitoren en korte termijn voorstellen voor quick wins doen. Specifieke subsidiedossiers opstellen kan ook tot zijn/haar takenpakket behoren. Deze persoon kan eveneens de technische ondersteuning bieden bij wijkrenovatie, het screenen, adviseren en begeleiden van woningeigenaars bij woningrenovatie, dit in afstemming met en ter aanvulling van de werking van de renovatiecoaches.

        detachering projectmedewerker klimaat op bachelorniveau (0,1 VTE)

 Deze persoon kan projecten voorbereiden, uitvoeren en tot een goed einde brengen. Hij/zij is geen expert in bepaalde technische kennis, maar weet daarvoor bij de juiste personen terecht te kunnen. De persoon is uitvoeringsgericht, creatief, communicatief en bouwt een netwerk uit binnen het thema klimaat. Hij/zij kent de uitdagingen en de oplossingen voor het klimaatthema en kan pro-actief voorstellen doen om via concrete acties bij te dragen aan deze oplossingen. Hij/zij kan ingezet worden bij de concrete uitvoering van acties op het terrein, praktische organisatie van participatiemomenten, opstellen van teksten, acties ism medewerkers binnen de lokale besturen en binnen Leiedal.

Dit takenpakket omvat het opzetten van coalities met hogere besturen, actoren in Vlaanderen. Ook het uitwerken en opvolgen van specifieke subsidiedossiers, premiereglementen, pilootprojecten behoren tot het takenpakket.

Thematisch kan het werkveld zeer breed gaan, zonder dat hiervoor specifieke expertise vereist is: ontharding, biodiversiteit, participatie, deelmobiliteit, laadinfrastructuur, klimaatadaptatie in de landbouwsector, …

 

Naast het personeel dat gedetacheerd wordt zijn er ook een aantal taken die voor alle deelnemende steden en gemeenten samen efficiënt georganiseerd kunnen worden en niet toebedeeld kunnen worden aan één partij. Dit ressorteert onder de "regionale werking".

  1. Reguliere regionale werking rond klimaat. Leiedal neemt hier het engagement om deze taken vanuit eigen middelen op te nemen. Dit omvat een tijdsinvestering van 0,33 VTE. Deze reguliere werking omvat onder meer: de organisatie van de intergemeentelijke werkgroep klimaat, de organisatie van klimaatateliers, de ondersteuning van een klimaatfestival, de tweejaarlijkse actualisatie van de CO2 barometer, …
  2. Uitvoeringsgerichte gedeelde taken rond klimaat. Het opnemen van projecten, taken die alle deelnemende steden of gemeenten ten goede komen en uitvoering op het terrein beogen en ondersteunen.

Dit omvat een tijdsinvestering van 0,67 VTE. Deze taken worden vanuit de intergemeentelijke werkgroep rond het burgemeestersconvenant bepaald. Indicatief kunnen alvast volgende voorbeelden meegegeven worden: operationele werking van het klimaatfonds, brede vernieuwende participatieve acties bijvoorbeeld rond ontharding en vergroening, deelname aan de lokale klimaatteams in functie van het aanjagen/inspireren/uitwisselen/kennis nemen van gedeelde acties.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen maar zal budgetneutraal zijn gezien de bijkomende personeelsinzet betaald wordt met de subsidie voor het lokaal energie- en klimaatpact vanuit Vlaanderen.

 

Raming of bedrag

17.631,16 euro

 

Deze raming wordt als volgt verdeeld:

 

bijdrage regionale werking

2.161,16 euro

detget achering technisch medewerker

7.735,00 euro

detachering projectmedewerker klimaat

7.735,00 euro

 

Bij een eerstvolgende budgetwijziging zullen de nodige aanpassingen moeten gebeuren.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de overeenkomst met betrekking tot de samenwerking in het kader van het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP) 2022-2026, als volgt aan te passen:

        voor zowel het technisch profiel als het profiel van de projectmedewerker klimaat en energie wordt telkens 0,1 VTE gedetacheerd.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de aangepaste overeenkomst met betrekking tot de samenwerking in het kader van het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP) 2022-2026.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.28. Inname openbaar domein - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de lijst in bijlage voor de ingediende aanvragen betreffende de inname van het openbaar domein en/of wegenis.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de lijst in bijlage voor de gevraagde inname(s) van het openbaar domein.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.29. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.30. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 15 JUNI 2022

C.31. Grafconcessie - bijzetting en hernieuwing - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 23/06/2022
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.