Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 8 september - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 8 september 2021.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 8 september 2021 goed te keuren.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.2. Aanstellen ontwerper voor opmaak en uitvoering renovatieplan OC d'Iefte - stopzetting van de plaatsingsprocedure - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de stopzetting van de plaatsingsprocedure van de opdracht “Aanstellen ontwerper voor opmaak en uitvoering renovatieplan OC d'Iefte” goed te keuren.

Motivering

In het kader van de opdracht “Aanstellen ontwerper voor opmaak en uitvoering renovatieplan OC d'Iefte” werd een bestek met nr. 2021-06 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 64.000,00 euro excl. btw of 77.440,00 euro incl. 21% btw.

De gemeenteraad verleende in zitting van 29 april 2021 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 5 mei 2021 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

• Tides Kortrijk, Pottelberg 171 te 8500 Kortrijk
• Philip Roobrouck Architecten bvba, Generaal Deprezstraat 2 B te 8540 Deerlijk
• Ir.Arch Joost Sabbe, Koning Albert I-laan 76 bus 14 te 8800 Roeselare
• Atelier Toekomst, Toekomststraat 6 te 8500 Kortrijk
• GC-Architecten bvba, Veldstraat 11 te 8760 Meulebeke

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 12 mei 2021 om Architectenbureau Maarten Dobbelaere, Tweekapellenstraat 15 te 9050 Gentbrugge toe te voegen aan de lijst met uit te nodigen ondernemers.

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 27 mei 2021 om 10.00 uur te bereiken.

Er werden 2 offertes ontvangen:

• Sweco Belgium bv, Arenbergstraat 13 b1 te 1000 Brussel;
• Architectenbureau Maarten Dobbelaere, Tweekapellenstraat 15 te 9050 Gentbrugge.

De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 25 augustus 2021.

Beide inschrijvers lieten weten hun offerte te handhaven tot en met 15 september 2021.

Tijdens de beleidsevaluatie tussen het college van burgemeester en schepenen en het managementteam van 6 september 2021 werd de knoop doorgehakt om de opdracht “Aanstellen ontwerper voor opmaak en uitvoering renovatieplan OC d'Iefte” niet te gunnen.

Bijkomende studies wijzen uit dat het huidige budget ontoereikend is om een voldoende grondige renovatie te kunnen doorvoeren. 

Er zal een studie worden gemaakt of de bouw van een nieuw ontmoetingscentrum in de toekomst haalbaar is, dit in vergelijking met de eerder geplande aanpassingswerken.

Rekening houdende met het voorgaande, is het aangewezen af te zien van de gunning van deze opdracht.

Juridische gronden

•         Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

•         Andere:

◦           De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

◦           Het Bestuursdecreet van 7 december 2018

◦           Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

◦           De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

◦           De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 85, betreffende het stopzetten of herbeginnen van de plaatsingsprocedure

◦           Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

◦           Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

◦           Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur

◦           Gemeenteraadsbeslissing van 15 december 2016 waarbij delegatie aan het college van burgemeester en schepenen werd verleend om de wijze van gunnen en de voorwaarden van huidige overheidsopdracht te bepalen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De plaatsingsprocedure voor de opdracht “Aanstellen ontwerper voor opmaak en uitvoering renovatieplan OC d'Iefte” wordt stopgezet. De opdracht wordt niet gegund.

Artikel 2

Bovengenoemde inschrijvers zullen hierover per brief ingelicht worden.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.3. Administratief medewerker mobiliteit - verlenging aanstelling in contractueel verband voor bepaalde duur - goedkeuring

STEMMINGEN

Eenparig goedgekeurd

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.4. Diverse verslagen - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

Motivering

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

•          Leiedal - verslag van de Raad van Bestuur van 27 augustus 2021

•          Mijn Huis - verslag van de Raad van Bestuur van 24 augustus 2021

•          RSVK Waregem - verslag van de Raad van Bestuur van 8 september 2021

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.5. Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.6. Jeugdraad - verslag van 24 juni 2021 - kennisname

Aanleiding en context

Het dagelijks bestuur van de jeugdraad hield een vergadering op 24 juni 2021.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

Motivering

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd in een volgende zitting van zondag 5 september 2021.

De bijbehorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.7. Feestelijkheden - Feestcomité de Statie - Kermis - 1 oktober tot 4 oktober 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 1 juli 2021 werd een aanvraag ingediend door feestcomité Statiewijk Deerlijk voor volgend evenement:

Motivering

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

•          aanvraag gebruik van de gemeentelijke roosters voor het ophangen van publiciteitsborden

Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters. De aanvraag dient gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen.

•          aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

95 – 100 dB

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 30 maart 2011 beslist om de afwijking op de geluidsnormen tot 2 uur te behouden en dat het aangewezen is geen precedenten te scheppen.

•          aanvraag politionele medewerking

Parkeerverbod en het verkeersvrij houden op volgende plaats(en): Sint Jozefsweg en de parkeerzone rondom het buurthuis de Statie op vrijdag 1 oktober 2021 van 9.00 uur tot en met zondag 3 oktober 2021 tot 24.00 uur.

PZ Gavers verleende op 6 september 2021 positief advies en voorziet de nodige verkeersmaatregelen conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met identiek nummer 1382635.

•          aanvraag politionele medewerking

Feestcomité de Statiewijk vraagt bijkomende politionele medewerking voor het begeleiden van de optocht van de fanfare met de vlaggenzwaaiers op zondag 3 oktober 2021 vanaf 9.45 uur.

•          aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

Feestcomité de Statiewijk wenst hun jaarlijkse wijkkermis te organiseren van 1 oktober tot en met 4 oktober 2021 en vraag toelating voor de inname van de parkeerzone rondom het buurthuis de Statie.

•          aanvraag gemeentelijke medewerking

Feestcomité de Statie vraagt bijkomende gemeentelijke ondersteuning voor het plaatsen en afbreken van het podium, geluids- en lichtinstallatie door de technische medewerkers van de dienst vrije tijd, gezien de koppeling met het gebruik van het gemeenschapscentrum, buurthuis De Statie.

2. De evenementen- veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

De evenementencel verleent op basis van de beschikbare info een gunstig advies mits het strikt en correct toepassen van de coronamaatregelen conform de geldende wetgeving, richtlijnen en vastgelegd in sectorspecifieke protocollen die van toepassing zijn op het moment waarop de activiteit plaatsvindt.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Gebruik van de gemeentelijke roosters voor het ophangen van publiciteitsborden

▪          Art. 221-224 Algemene politieverordening'

◦          Toelating geluidsactiviteit

▪          Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement

▪          Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen

▪          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 2011

◦          Plaatsing verkeerssignalisatie

▪          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement. De veiligheidsverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits het strikt en correct toepassen van de coronamaatregelen conform de geldende wetgeving, richtlijnen en vastgelegd in sectorspecifieke protocollen die van toepassing zijn op het moment waarop de activiteit plaatsvindt.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen staat toe dat de gemeentelijke roosters worden gebruikt voor het ophangen van publiciteitsborden in het kader van dit evenement.

Voor de praktische afhandeling (ophalen en terugbrengen borden) dient contact opgenomen te worden met het gemeenschapscentrum d'Iefte op het telefoonnummer 056 71 89 81 of via mail aan cultuur@deerlijk.be.

Artikel 3

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

•          De inrichters als bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

•          De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen besluit medewerking en toelating te verlenen voor:

•          politionele medewerking

◦          begeleiden van de optocht van de fanfare met vlaggenzwaaiers op zondag 3 oktober 2021 vanaf 9.45 uur

•          inname openbaar domein

◦          inname parking rondom het buurthuis de Statie van vrijdag 1 oktober tot en met zondag 3 oktober 2021 voor het plaatsen van de tenten en de podiumwagen

•          bijkomende gemeentelijke medewerking

◦          hulp bij opbouw en afbraak van het podium en de plaatsing van de licht- en geluidsinstallatie.

Artikel 5

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 6

De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.8. Feestelijkheden - Feestcomité Deerlijk Centrum - Kermis - 24 tot 26 september 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 8 juli 2021 werd een aanvraag ingediend door feestcomité Deerlijk-Centrum voor volgend evenement:

Motivering

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

•          aanvraag machtiging voor het verstrekken van sterke drank

Het is verboden sterke dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse in occasionele drankgelegenheden waar openbare manifestaties plaats vinden, tenzij het college van burgemeester en schepenen hiervoor een speciale machtiging verleent.

•          aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

95 – 100 dB

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

•          aanvraag politionele medewerking

Parkeerverbod op volgende plaats(en): Leon Defraeyeplein op 24 september 2021 van 16.00 uur tot en met maandag 27 september 8.00 uur.

PZ Gavers verleende op 6 september 2021 positief advies en voorziet de nodige verkeersmaatregelen conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met identiek nummer 1375180.

•          aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

Feestcomité Deerlijk- centrum wenst hun kermis te organiseren van 24 september tot en met 26 september 2021 en vraagt toelating om springkastelen te mogen plaatsen op 25 september en 26 september op de parking Leon Defraeyeplein.

PZ Gavers verleende op 6 september 2021 positief advies mits de doorgang voor de omliggende bewoners van de appartementen gevrijwaard blijft.

•          aanvraag gemeentelijke medewerking

Feestcomité Deerlijk- Centrum vraagt hulp van de gemeentelijke diensten voor het plaatsen en afbreken van het podium en toebehoren, in de oude brandweerkazerne.

2. De evenementen- veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

De evenementencel verleent op basis van de beschikbare info een gunstig advies mits het strikt en correct toepassen van de Covid-maatregelen conform de geldende wetgeving, richtlijnen en vastgelegd in sectorspecifieke protocollen die van toepassing zijn op het moment waarop de activiteit plaatsvindt.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Machtiging voor het verstrekken van sterke drank

▪          Art. 9, Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank

◦          Toelating geluidsactiviteit

▪          Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement

▪          Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999;

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen

◦          Plaatsing verkeerssignalisatie

▪          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement. De veiligheidsverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits het strikt en correct toepassen van de coronamaatregelen conform de geldende wetgeving, richtlijnen en vastgelegd in sectorspecifieke protocollen die van toepassing zijn op het moment waarop de activiteit plaatsvindt.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen verleent een speciale machtiging voor de verkoop van sterke drank tijdens dit evenement.

Artikel 3

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

•          De inrichters als bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

•          De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 5

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van de parking Leon Defraeyeplein voor het plaatsen van de springkastelen op 25 september en 26 september 2021.

Artikel 6

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde bijkomende gemeentelijke medewerking te verlenen.

Artikel 7

De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.9. Jeugdhuis de Caravanne - Nacht van de Vrijheid- 1 oktober 2021 - toelating geluidsactiviteit - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor volgende geluidsactiviteit:

Motivering

Gevraagde geluidsactiviteit:

95 – 100 dB

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 30 maart 2011 beslist om de afwijking op de geluidsnormen tot 2 uur te behouden en dat het aangewezen is geen precedenten te scheppen.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement

◦          Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

◦          Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

◦          Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen

◦          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 2011

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

•          Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

•          De inrichters als bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

•          De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.10. OMV 2021_162 - Oude Heerweg 5 - advies aan POVC - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen voor de omgevingsvergunningsaanvraag van Paul Wyckaert namens SCHELDESTROOM NV gevestigd Bekaertstraat 2 te 8550 Zwevegem, voor het bouwen van een halfopen loods met bijbehorende verharding, op een perceel gelegen Oude Heerweg 5 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 126 M en (afd. 2) sectie D 126 K.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar beslissing als volgt:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming milieubelastende industrieën.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

•          De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

•          De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

•          De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

•          Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

•          Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

•          Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

•          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 januari 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een kantorencomplex.

•          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 11 september 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een onderzoekscentrum.

•          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 31 augustus 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van werkhallen.

•          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 maart 1995 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaand labo-gebouw.

•          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 juli 2006 door het college van burgemeester en schepenen voor een gevelwijziging en herinrichting van het kantoorgebouw, bouwen van een nieuwe portiersloge aan het magazijn en de omgevingsaanleg van de site.

•          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 april 2011 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van werkhal 5 met bijbehorende labo's, ateliers, personeelsruimtes en kantoren.

•          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 augustus 2011 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de parking.

•          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 1 februari 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen labo, testruimte en kantoren tot bedrijfsrestaurant en kantoren.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

•          milieuvergunning afgeleverd op 16 december 1993 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbaten van een laboratorium.

•          milieuvergunning afgeleverd op 11 mei 1995 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het exploiteren van een onderzoekscentrum en proef- en productie-eenheid voor staaldraadproducten.

•          milieuvergunning afgeleverd op 3 februari 2005 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden van een metaalverwerkend bedrijf.

•          milieuvergunning afgeleverd op 3 april 2014 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het verder exploiteren, uitbreiden en wijzigen van een onderzoekscentrum voor metaalbewerking.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande omgevingsvergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1. Beschrijving van de omgeving

Het bedrijf situeert zich in het zuidwesten van de gemeente nabij de grens met Harelbeke en Zwevegem. De site grenst aan de Oude Heerweg en is hoofdzakelijk omgeven door agrarisch gebied. Aan de overzijde van de Oude Heerweg ligt een gebied voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s. Op de bedrijfssite bevinden zich reeds meerdere gebouwen (kantoren, labo’s en testloodsen).

3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst, nabij het reeds bestaande betonlabo, een nieuwe halfopen loods te bouwen. De nieuwe halfopen loods wordt centraal ingeplant op de site en is bereikbaar via private wegenis op eigen terrein. De nieuwe loods met een oppervlakte van 81 m² moet dienst doen als overdekte stapelruimte. Om deze nieuwe loods functioneel te kunnen gebruiken wordt de reeds bestaande verharding uitgebreid met 43 m². De volledig gesloten achtergevel van de nieuwbouw komt in dezelfde lijn als de achtergevel van het bestaande gebouw rechts van de bouwplaats. De linker- en rechtergevel van de loods wordt ook afgedicht, enkel de oostzijde van het gebouw blijft volledig open. De constructie zal een lengte hebben van 15,4 m, een breedte van 5,25 m en wordt afgewerkt met een licht hellend lessenaarsdak met een hoogte van 4,25 m op het hoogste punt en een 3,7 m op het laagste punt. De loods wordt opgebouwd met onderaan een grijze betonplint met daarop wanden in donkergrijze bardageplaten. Het dak krijgt dezelfde materialen en kleur als de gevels.

3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

5. Adviezen

Er dienden door de gemeente Deerlijk geen bijkomende adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de bestemming gebied voor milieubelastende industrieën.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

De gebieden voor milieubelastende industrieën. Deze zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op werken in functie van een bestaand milieubelastend bedrijf zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oude Heerweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: de aanvrager voorziet voor de afvloei van het hemelwater in een infiltratievoorziening met een volume van 5.000 liter en 8 m² infiltratie-oppervlak. De overloop van de infiltratievoorziening wordt aangesloten op de bestaande riolering (RWA), die het regenwater afvoert tot in de Slijpbeek aan de achterzijde van het perceel. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op een bestaand bedrijf in een gebied voor milieubelastende industrie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De aanvraag heeft geen betrekking op uitbreiding van de bestaande activiteit, gezien de buitenruimte nu reeds gedeeltelijk gebruikt wordt voor het stockeren van materialen of grondstoffen en deze met de bouw van de loods enkel overdekt worden. De impact op de omgeving zowel naar schaal, ruimtegebruik als mobiliteit is beperkt. De bouw van de halfopen loods wijzigt niets aan de bestaande gebouwen. De constructie heeft een minimale visuele impact gezien deze ongeveer in het midden van de bedrijfssite wordt gebouwd, omgeven door andere bedrijfsgebouwen en reeds aanwezige groenvoorziening. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

•       Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•       Andere:

◦       Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

◦       Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit een gunstig advies uit te brengen betreffende de aanvraag.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.11. OMV 2021_99 - Pladijsstraat 94 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het regulariseren van de bestaande stal en de bestaande loods op het landbouwbedrijf, op een perceel gelegen Pladijsstraat 94 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 134 A en (afd. 2) sectie D 145 M aangevraagd door de heer Philip Degezelle wonende Teesweg 1 te 8530 Harelbeke.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 9 september 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig.

Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

•          De peilmetingen van de grondwaterwinning in werking en in rust kunnen uitgevoerd worden in de boorput zelf waardoor de plaatsing van een bijkomende peilbuis niet nodig is.

•          De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

•          De aanplant van een groenscherm langs de gevels ten opzichte van het open landschap moet gerealiseerd worden binnen het jaar na het van kracht worden van de vergunning. Hiervoor dient een beplantingsplan voorgelegd en goedgekeurd te worden binnen de 6 maanden na het van kracht worden van de vergunning.

•          Het brandpreventieverslag dient stipt nageleefd te worden.

•          De voorwaarden geformuleerd in het advies van de Provinciaal technische dienst Waterlopen moet stipt nageleefd worden.

•          De gebouwen waarvoor de regularisatie aangevraagd worden moeten effectief gebruikt worden in het kader van de gestelde landbouwactiviteiten.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 november 1981 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen en verbeteren van een bestaand hok.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 augustus 1982 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 3 sleufsilo’s langs mekaar (oppervlakte 21 x 21 m) in zijn bedrijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 oktober 1986 door het college van burgemeester en schepenen voor het herstellen van bestaande schuur + geringe uitbreiding (uit te voeren met afbraakmaterialen).

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 15 september 2010 door college van burgemeester en schepenen voor de uitbating van een rundveehouderij - landbewerking

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning geweigerd op 10 februari 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het regulariseren van de bestaande stal en de bestaande loods op het landbouwbedrijf.

        Omgevingsvergunning waarvan akte genomen werd op 14 april 2021 voor de gehele overname van een landbouwbedrijf.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is toegankelijk via een private oprit aansluitend op de Pladijsstraat. De Pladijsstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De private oprit betreft een semi-verharde weg (steenslag/steenpuin) met een breedte van +/- 3,5 meter.

De eigendom betreft een landbouwbedrijf waarvan de activiteiten recent stopgezet werden. De hoeve wordt omringd door landbouwgronden en bevindt zich bijgevolg te midden van een landbouwkamer. In de directe omgeving zijn verschillende al dan niet zonevreemde woningen aanwezig. Deze bevinden zich op +/- 120 meter ten oosten van de hoeve onder de vorm van lintbebouwing langs de Pladijsstraat en ten zuidwesten van de hoeve op +/- 200 m een (zonevreemde) woning. De site zelf bestaat uit een landbouwwoning, een aantal bedrijfsgebouwen en sleufsilo’s.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft de regularisatie van een loods met een oppervlakte van 284 m² en een stal met een oppervlakte van 402 m². In functie van de regularisatie wordt een nieuwe citerne en een nieuw infiltratiebekken voorzien.

De te regulariseren loods wordt gebruikt voor het stockeren van materiaal. De loods werd opgetrokken met een kroonlijsthoogte van maximum 2,65 m en een nokhoogte van 4,85 m. De loods werd opgetrokken in grijskleurige betonblokken waarbij de zichtbare staalstructuur rood geschilderd werd. De dakbedekking bestaat uit antracietkleurige golfplaten. Aansluitend aan de loods is een serre aanwezig.

De te regulariseren stal is voorzien van drie boxen voor het huisvesten van de rundvee. De resterende ruimte van de stal wordt gebruikt voor de opslag van hooi, stro en aardappelen. De kroonlijsthoogte van de rechterzijgevel van de stal heeft een hoogte van 2,65 m, de kroonlijst van de linkerzijgevel bedraagt 4,15 m. De nok bedraagt 7,75 m.

Uit de aanvraag is niet duidelijk wanneer de gebouwen geplaatst werden. Uit de oude luchtfoto’s is vast te stellen dat de loods gebouwd werd tussen 1981 en 1986 en de stal tussen 1986 en 1990.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De landbouwexploitatie is reeds vergund voor de volgende onderdelen:

-          65 runderen

-          6 voertuigen, andere dan personenwagens

-          opslag van 400 liter olie

-          opslag van 2500 liter mazout met 1 verdeelslang

-          opslag van 495 liter gas

-          200 m³ mestopslag

-          een grondwaterwinning van 492 m³/jaar

Met deze aanvraag wenst de exploitant een stal en een loods te regulariseren. Tevens wordt een vroegtijdige hernieuwing van de VLAREM rubrieken aangevraagd in functie van de overname van het bedrijf. Het aantal runderen wordt verminderd met 17 stuks tot een totaal van 48 runderen waarvan 17 zoogkoeien, 9 runderen jonger dan 1 jaar, 12 runderen tussen 1 en 2 jaar en 10 andere runderen. De aanvraag heeft ook betrekking op het houden van 87 schapen.

Voor de mestopslag wordt een uitbreiding gevraagd van 80 m³ met ondergrondse citernes.

Om te voldoen aan de waterbehoefte op het bedrijf wordt de grondwaterwinning uitgebreid met 96 m³/jaar tot een totaal van 588 m³/jaar. Voor de verplichting tot het plaatsen van een peilbuis bij de bestaande grondwaterwinningen (2) wordt een afwijking gevraagd.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 17 juni 2021 tot 16 juli 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

De Brandweerzone Fluvia, Afdeling Brandpreventie werd om advies verzocht op 7 juni 2021. De adviesinstantie bracht op 21 juni 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag.

In functie van de maatgevende brandbelasting werd het industriegebouw door de bouwheer ingedeeld in klasse A. Het gebouw mag hierdoor enkel gebruikt worden voor activiteiten met dezelfde maatgevende brand-belasting of activiteiten die leiden tot dezelfde klasse, zo niet is het gebouw niet meer conform en zullen mogelijk aanpassingswerken nodig zijn. Bij wijziging van brandklasse vervalt sowieso bijgevoegd verslag en dient een nieuw dossier ingediend bij de brandweer.’

De Provincie West-Vlaanderen, dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 7 juni 2021. De adviesinstantie bracht op 22 juni 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Beschrijving van de vergunningsaanvraag:

De aanvraag omvat het regulariseren van landbouwgebouwen.

De aanvraag omvat volgende bijkomende verharding:

- regularisatie loods 284,20 m² (1)

- regularisatie stal 402,10 m² (2)

1. Wordt opgevangen in een nieuwe hemelwaterput van 10 000 liter, voorzien van een overloop naar een nieuw aan te leggen infiltratievoorziening (open profiel, diepte 1 m) met een nuttige inhoud van 17,5 m³ en een infiltratie-oppervlak van 32 m². Deze wordt voorzien van een noodoverloop (MV peil) richting waterloop (= machtiging).

2. Wordt opgevangen in een bestaande hemelwaterput van 20 000 liter voorzien van een overloop naar een nieuw aan te leggen infiltratievoorziening (open profiel, diepte 1m) met een nuttige inhoud van 17,5 m³ en een infiltratie-oppervlak van 32 m². Deze wordt voorzien van een noodoverloop (MV peil) richting waterloop (= machtiging).

Het reliëf wordt niet aanzienlijk gewijzigd, net zomin als de bodemsamenstelling. De aanvraag voorziet enkel een beperkte, plaatselijke uitvlakking ter hoogte van de werken. Er wordt niet aangegeven wat er zal gebeuren met de uitgegraven grond van de nieuw aan te leggen infiltratievoorziening.

De Slijpbeek wordt weergegeven op het inplantingsplan. De 5 m erfdienstbaarheidsstrook is niet aangeduid. Er worden geen werken voorzien in de 5 m strook van de waterloop.

Gegevens en bemerkingen:

Met betrekking tot de watertoets

1) Het project grenst rechtstreeks aan de Slijpbeek, een ingeschreven waterloop van 2de categorie met nr. WL.8.

2) Het project ligt volgens de watertoetskaart 2017 deels in een effectief en deels in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. De recentste pluviale overstromingskaart toon echter geen overstromingsgevoeligheid ter hoogte van de te regulariseren gebouwen.

3) Er dient rekening gehouden te worden met het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 (B.S. 08.10.2013) houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

4) De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar aanpalende zones voor infiltratie mag enkel op de eigen terreinen plaats vinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.

5) De vrijgekomen aarde (infiltratievoorziening) moet op een correcte manier afgevoerd worden naar een vergunde stortplaats, of als deze gespreid wordt over andere (landbouw)percelen kan dit enkel als hiervoor een vergunning verkregen is.

Met betrekking tot de waterloop

Volgens art. 17 van de wet op de ‘Onbevaarbare Waterlopen’, daterend van 28 december 1967, zijn de aangelanden, gebruikers en eigenaars van kunstwerken, verplicht doorgang te verlenen, de nodige materialen, gereedschap en werktuigen voor de uitvoering van werken te laten plaatsen, en ook producten die voortkomen van de ruimingswerken binnen een 5-meterstrook vanaf de oever te aanvaarden.

Ook in art. 6 van het decreet van Het Vlaams Parlement van 19 juli 2013 tot wijziging van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het “integraal waterbeleid” worden de onderhoudsstrook en de rechten en plichten van de aangelanden naast de waterloop uitgebreid beschreven.

1) Vrije strook 5 m

Langs de waterloop dient in alle omstandigheden vanaf de oeverrand (open profiel) of vanaf de rand van de overwelving (gesloten profiel) steeds een vijf meter brede strook volledig vrij te blijven van elke bebouwing en aanplantingen (rekening houdend met de te verwachten volume van de aanplantingen) zodat de toegang tot de waterloop onder meer voor personen en materieel bij uitvoering van werken aan deze waterloop altijd is verzekerd. Ook opslag of tijdelijke opslag mag niet in de 5m-strook (indien van toepassing).

2) Afrasteringen

De afrasteringen in de langsrichting van de beek dienen geplaatst op

- ofwel 1 m. landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop maximaal 1,50 m. hoog

- ofwel 5 m. landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop

Bij afrasteringen in de dwarsrichting ten opzichte van de waterloop dienen de nodige voorzieningen getroffen om een vrije doorgang binnen de 5 m. strook mogelijk te maken door middel van een opening of een poort met een minimum breedte van 4 m.

3) Onderhoudslast

De bestaande erfdienstbaarheid met betrekking tot de onderhoudslast van de waterloop blijft behouden.

De provincie kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade aan de verharding aangelegd binnen de 5 m-strook ten gevolge van onderhoudswerken aan de waterloop. De provincie kan niet instaan voor de kosten voor het verwijderen van maai- en ruimingsspecie die normaal binnen de 5 m-strook mag worden gedeponeerd.

Het perceel is belast met een erfdienstbaarheidsstrook van 5 m langs de Slijpbeek.

4) Grondbewerkingen

Het bewerken van de grond gelegen langs een ingeschreven waterloop mag slechts vanop een afstand van 1 m vanaf de taludinsteek van de waterloop.

5) (Her)aanplanting

Bij (her)aanplantingen langs de betrokken waterloop dienen de bomen, omwille van het mechanisch onderhoud van de waterloop, min. 10 meter van elkaar te staan, geplant op 1 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop. De bestaande bomen mogen niet ontworteld worden om schade aan het talud te voorkomen.

6) Ophogingen

Ophogingen binnen de 5 m-onderhoudsstrook worden niet toegelaten. Teneinde onderhoudswerken aan de waterloop uit te voeren dient de onderhoudsstrook vanaf de huidige taludinsteek een vlak verloop (horizontaal) te hebben en dit over de volledige breedte van deze 5 m-onderhoudsstrook.

(huidige taludinsteek = plaats van de kop van de talud zoals nu vastgesteld).

7) Toekomstige ontwikkelingen

Onze dienst wenst hierbij tevens op te merken dat ook bij verdere ontwikkelingen op het terrein deze regelgeving ten allen tijde dient nageleefd te worden.

De 5 m erfdienstbaarheidszone wordt gerekend vanaf de HUIDIGE taludinsteek. Er moet vertrokken worden vanuit de bestaande situatie.

Met betrekking tot de machtiging (aansluiting noodoverloop op Slijpbeek)

- De aansluitingen van de buis op de waterloop moeten in het talud worden ingewerkt, met andere woorden, er worden geen uitstekende drainages, buizen en dergelijke toegelaten in de open sectie van de waterloop.

- Indien er een terugslagklep wordt voorzien, dient deze eveneens in het talud te worden ingewerkt.

- De aansluiting van de overloop op de waterloop dient op minstens 30 cm boven de beekbodem te worden voorzien.

- De werken met betrekking tot de aansluiting van de buis op de waterloop dient met de nodige zorg (vakkundig, duurzaam) te gebeuren zodat de stabiliteit van de talud (oever) niet verminderd. Tevens dienen de nodige beschermmaatregelen te worden voorzien zodat de uitspoeling van het talud wordt verhinderd.

- De provincie kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade aan de lozingsbuizen en dergelijke, aangelegd binnen de 5 m-strook ten gevolge van de onderhoudswerken aan de waterloop.

Advies Dienst Waterlopen met betrekking tot de watertoets en de waterlopen:

Het advies van onze dienst is VOORWAARDELIJK GUNSTIG.

Er dient rekening gehouden te worden met bovenstaande gegevens en bemerkingen.

Voorwaarden Dienst Waterlopen met betrekking tot de machtiging:

Het advies van onze dienst is VOORWAARDELIJK GUNSTIG.

Er dient rekening gehouden te worden met bovenstaande gegevens en bemerkingen.’

De Vlaamse Overheid, departement Landbouw en Visserij West-Vlaanderen werd om advies verzocht op 7 juni 2021. De adviesinstantie bracht op 7 juli 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag is gelegen in agrarisch gebied met verspreide bebouwing. De aanvrager (dhr. P. Degezelle) baat een professioneel landbouwbedrijf uit aan de Teesweg 1 in Harelbeke. Hij heeft de hoeve aan de Pladijsstraat 94 in Deerlijk aangekocht, omdat uitbreiden op de eigen hoevezetel moeilijk is vanwege de ligging ervan. Het is de bedoeling om de landbouwactiviteiten op de Pladijsstraat 94 verder uit te baten. Op deze site staan echter twee gebouwen die opgericht werden zonder de nodige vergunningen. Dhr. Degezelle wil hiervoor een regularisatie aanvragen.

De stal die geregulariseerd moet worden werd opgericht in de jaren ’70, de te regulariseren loods werd in de jaren ’90 gebouwd. De aanvrager wenst deze gebouwen verder te gebruiken i.k.v. landbouw, als stal, en als stockageplaats van landbouwmateriaal en –producten. De gevraagde regularisatie van de stal en loods kan aanvaard worden, op voorwaarde dat de gebouwen effectief in gebruik zullen blijven i.k.v. de gestelde landbouwactiviteiten. Onder deze voorwaarde verleent het Departement Landbouw en Visserij een gunstig advies voor deze aanvraag.’

De Vlaamse Overheid, Agentschap Natuur en Bos West-Vlaanderen werd om advies verzocht op 16 juni 2021. De adviesinstantie bracht op 16 juli 2021 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Het Agentschap voor Natuur en Bos deed een analyse van het toegevoegde document met betrekking tot NH3-emissie en stelt vast dat de KDW-bijdrage onder 0,1 % blijft en dat de deposities noch de emissies stijgen. Het voorstel voldoet hierdoor aan de ministeriële instructie KZD-13620 van 2 mei 2021 en de bijbehorende richtsnoeren, zodat kan geconcludeerd worden dat het voorliggende initiatief geen betekenisvolle impact zal veroorzaken op de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone of onvermijdbare en onherstelbare schade zal veroorzaken aan de natuur in het VEN.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het Origineel gewestplan Kortrijk, meer bepaald aan de voorschriften van het agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

Het agrarisch gebied is bestemd voor professionele landbouw. De voorliggende aanvraag gaat uit van een volwaardig beroepsmatig landbouwbedrijf zodat de aanvraag in overeenstemming is met de bestemming van het gewestplan.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Pladijsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt deels in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 17.568 liter en een referentie-oppervlakte van 32,10 m². De overloop van de infiltratievoorziening verloopt via een ondergrondse RWA met een lengte van +/- 115 m naar de Slijpbeek. Hiertoe gaf de provinciale dienst waterlopen zijn (voorwaardelijk) akkoord.

Mits naleving van de voorwaarden uit het advies van de provinciale dienst kan bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Artikel 16 van het Decreet natuurbehoud legt aan de overheid op er voor te zorgen dat er geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan door het verlenen van een vergunning. De bouwplaats is op de biologische waarderingskaart niet aangeduid als biologisch waardevol. De percelen ten oosten en ten westen zijn gelegen in een gebied met biologisch waardevolle en minder waardevolle complexen. Het perceel is in gebruik als bedrijfskavel. Rekening houdende met de reeds bebouwde oppervlaktes en de ligging in een zone zonder natuurwaarden valt geen negatief effect op de natuurwaarden te verwachten.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

De mobiliteit op een veeteeltbedrijf betreft voornamelijk het transport van dieren, voeder, mest en landbouwproducten. Deze transporten vinden niet dagelijks plaats. Tijdens de periode dat er mest uitgereden mag worden, ligt het aantal vrachten iets hoger dan anders. De aan- en afvoertransporten worden zoveel als mogelijk gecentraliseerd op het bedrijf. De aanvoer van voeders worden in grote hoeveelheden geleverd. De transporten ten opzichte van de vergunde situatie blijven zo goed als ongewijzigd gezien de omvang van het bedrijf zo goed als gelijk blijft.

De aan- en afvoer van dieren zal beperkt zijn gezien het vrouwelijk jongvee wordt aangehouden om verder mee te kweken en de stieren worden aangehouden om af te mesten. Gezien de aard en de locatie van het bedrijf zal dit niet resulteren in een noemenswaardige toename van de belasting op de mobiliteit op en rond het bedrijf.

Relevante potentiële effecten op de bodem

Geplande bronnen van emissies naar de bodem zijn het spreiden van mest op de eigen landbouwgronden en het grazen van de dieren. Niet geplande potentiële emissies naar de bodem en/of het grondwater kunnen ontstaan door de opslag van mest, voeders en gevaarlijke stoffen (bv. mazout) en het stallen van landbouwvoertuigen. Alle locaties of installaties waar mogelijk direct contact met de bodem mogelijk is zijn afgewerkt met een ondoordringbare betonverharding zodat het risico op mogelijke schade aan de bodem tot een uiterst minimum beperkt wordt. De aanwezige mazoutopslag voldoet aan de vereisten binnen het VLAREM. De verharde oppervlakken zijn weinig of niet bevuild met mest of etensresten omdat deze in de mate van het mogelijke gereinigd en onderhouden worden. De afvloei van regenwater is daardoor niet bevuild. De stallen en mestopslagplaatsen voldoen aan de constructievoorschriften. De vloeren en mestkelders zijn vloeistofdicht. De stallen en mestopslagplaatsen zijn niet voorzien van overstorten of afleidingskanalen naar een oppervlaktewater, een openbare riolering, een kunstmatige afvoerweg voor regenwater of naar een verliesput. Ook de stroboxen zijn voorzien van een ondoordringbare vloer, vervaardigd in beton. Deze betonnen vloer wordt bedekt met een dikke laag stro. De gier wordt opgenomen door het stro. De boxen worden regelmatig ruim ingestrooid en een paar keer per jaar uitgemest. De uitgemeste, vaste dierlijke mest wordt opgeslagen in een mestvaalt voorzien van een betonnen vloer omwald met 3 betonnen muren. De wanden en muren zijn mestdicht. De afvloei wordt verzameld in een gesloten opslagruimte. De stallen worden meestal droog gereinigd, doch indien deze met water gereinigd worden, dan wordt het water opgevangen in de bijbehorende citernes. De geproduceerde dierlijke mest wordt overeenkomstig het decreet van 22 december 2016 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen en zijn uitvoeringsbesluiten afgezet op een ecologisch verantwoorde wijze.

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Enkel de noodzakelijke verhardingen werden aangelegd in functie van een goede bedrijfsvoering. Het hemelwater dat terecht komt op die verhardingen watert af naar de omliggende onverharde bodem. Alle voorzieningen worden getroffen om zoveel mogelijk hemelwater op te vangen en te hergebruiken. De verharde oppervlakten zijn weinig tot niet bevuild omdat ze voldoende gereinigd en onderhouden worden. Het afstromend regenwater is daardoor niet bevuild. Alle aanwezige opslagplaatsen zijn correct en vloeistofdicht uitgevoerd. Het tanken van voertuigen gebeurt overdekt. Mocht zich toch een calamiteit voordoen tijdens het tanken, dan is er voldoende absorptiemateriaal aanwezig. De overloop van de hemelwateropvang is aangesloten op een infiltratievoorziening. De overloop van de infiltratievoorziening is aangesloten op de gracht.

De exploitant vraagt een afwijking op de sectorale voorwaarde 5.53.2.2 van Vlarem II met betrekking tot de verplichte plaatsing van een peilbuis bij een grondwaterwinning:

“Het grondwaterpeil in de pompput, de boring of elke installatie voor het winnen van het grondwater, uitgezonderd bronbemalingen door middel van vacuümpompen, moet zowel met de winning in rust als in werking steeds gemeten kunnen worden. Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, wordt er daarom in elke boorgat een rechte onvervormbare peilbuis geplaatst met een binnendiameter van ten minste 18 mm. De peilbuis wordt geplaatst conform de voorschriften in de code van goede praktijk voor boren, exploiteren en afsluiten van boorputten voor grondwaterwinning vastgesteld in bijlage 5.53.1.”

De bestaande boorputten zijn voldoende groot zodat een peilmeting kan uitgevoerd worden in de boorput zelf. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat de plaatsing van een bijkomende peilbuis niet nodig is. Dit zal ook als voorwaarde opgenomen worden in het besluit.

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Bij deze inrichting zijn er enkel effecten op de luchtkwaliteit met betrekking tot geur en stof. Geur is inherent aan een landbouwbedrijf en de volgende maatregelen worden genomen betreffende deze geur- en stofemissies:

• Het maximum aantal dieren in elke stal wordt beperkt conform de welzijnsnormen.
• De inrichting wordt zorgvuldig en vakkundig bedreven.
• De kadaveropslag is afgedekt, afgesloten en de kadavers worden regelmatig opgehaald.
• De meeste oppervlakken die bereden worden, zijn verhard.
• De rundveestallen worden op natuurlijke wijze verlucht en dit geeft minder hinder omdat deze stallen zeer veel volume bevatten.
• Alle dieren worden gehuisvest op stro. Hierbij worden er minder ammoniak en geurstoffen ontwikkeld vermits er in de stroboxen weinig contact is tussen vaste mest en urine, de urine wordt onmiddellijk geabsorbeerd door het stro.
• De runderen worden hoofdzakelijk gevoederd met ruw voeder, waarbij geen stofhinder kan veroorzaakt worden.
• De krachtvoeders worden opgeslagen in silo's, voorzien van een degelijke ontluchting die ervoor zorgt dat het stof naar beneden geblazen wordt. Tijdens het vullen van de silo's is er een stofzak voorzien aan de ontluchtingsbuis waardoor de stofproductie beperkt wordt.

Gezien de aard en het voorwerp van aanvraag vallen er geen relevante wijzigingen te verwachten in de effecten op luchtkwaliteit.

Relevante potentiële effecten van geluid en trillingen ten gevolge van de aanvraag

Behoudens de normale landbouwactiviteiten valt hier geen abnormale geluidshinder of trillingen voor de omgeving te verwachten. De aan- en afvoertransporten worden zoveel als mogelijk gecentraliseerd op het bedrijf. De aanvoer van grondstoffen voor de voeders wordt in grote hoeveelheden geleverd. De stallen worden op natuurlijke wijze verlucht waardoor geluidshinder afkomstig van de ventilatie nihil is. De stallen zijn goed geïsoleerd zodanig dat het lawaai afkomstig van de dieren en de melkmachine tot een minimum herleid wordt. De runderen en schapen grazen gedurende een langdurige periode op de weiden.

Relevante potentiële effecten op biodiversiteit

Het Agentschap voor Natuur en Bos deed een analyse van het toegevoegde document met betrekking tot NH3-emissie en stelt vast dat de KDW-bijdrage onder 0,1 % blijft en dat de deposities noch de emissies stijgen. Het voorstel voldoet hierdoor aan de ministeriële instructie KZD-13620 van 2 mei 2021 en de bijbehorende richtsnoeren, zodat kan geconcludeerd worden dat het voorliggende initiatief geen betekenisvolle impact zal veroorzaken op de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone of onvermijdbare en onherstelbare schade zal veroorzaken aan de natuur in het VEN.

Relevant risico op zware ongevallen of rampen

De bedrijfssite is afgesloten buiten de werkuren, zodat deze ontoegankelijk zijn voor onbevoegden. De toegang tot het bedrijf blijft eveneens afgesloten voor derden.

De exploitatie is van die aard dat zware ongevallen of rampen uitgesloten zijn.

Relevante potentiële effecten op onroerend erfgoed

Er zijn geen relevante effecten op het onroerend erfgoed te melden.

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

Op het bedrijf bestaan de afvalstromen hoofdzakelijk uit krengen en dierlijke mest. Kadavers worden onmiddellijk uit de stal verwijderd en opgeslagen in een kadaveropslag, vervolgens wordt het destructiebedrijf gecontacteerd zodat het kreng zo spoedig als mogelijk opgehaald kan worden. De dierlijke mest wordt steeds afgevoerd conform de vigerende mestwetgeving, hetzij naar eigen gronden, hetzij naar de mestverwerking of op gronden van derden.

Het huishoudelijk afval (restafval, PMD, papier en karton) wordt opgehaald via de gemeentelijke inzameling.

Relevante effecten door licht en straling

De op het bedrijf eventuele aanwezige buitenverlichting werkt enkel ’s nachts, wanneer dit belangrijk wordt geacht inzake een veilige bedrijfsvoering. Er zijn geen bronnen van straling aanwezig op het bedrijf.

Mogelijke andere relevante potentiële effecten.

Geen andere relevante effecten te melden.

Te verwachten relevante cumulatieve effecten door de relatie met andere projecten.

In de omgeving zijn er ook nog andere landbouwbedrijven aanwezig die bijdragen tot de uitstoot van emissies (ammoniak, geur) en de onttrekking van grondwater. Die andere bedrijven maken echter geen deel uit van deze aanvraag waardoor deze niet verder besproken worden.

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

-          Functionele inpasbaarheid
De aanvraag heeft betrekking op professionele agrarische activiteiten. De percelen in de omgeving worden eveneens voornamelijk gebruikt voor agrarische doeleinden. Het ontwerp veroorzaakt geen schade aan de landbouwstructuren en de aanwezige agrarische dynamiek.

-          Mobiliteitsimpact
Tot voor kort werd de hoeve uitgebaat als landbouwbedrijf. Deze functie blijft behouden. Het verder zetten van deze landbouwactiviteit en de te regulariseren constructies zullen geen noemenswaardig bijkomende transportbewegingen met zich meebrengen. De bouwplaats is tevens voldoende goed ontsloten om de mogelijke toename op te vangen.

-          Bouwvolume en inplanting
Het ontwerp voorziet in de regularisatie van 2 landbouwgebouwen. Het volume van de gebouwen is vrij beperkt en sluit aan op de reeds bestaande gebouwen op de landbouwsite.

-          Visueel-vormelijke elementen
De gebouwen zijn niet zichtbaar van op de openbare weg, maar liggen wel zichtbaar in het open landschap. De te regulariseren loodsen stralen maar weinig kwaliteit uit. De betonpanelen en de soms reeds versleten kapotte vezelcement golfplaten dragen maar weinig bij tot de kwaliteit.

Een kwalitatieve volwaardige landschappelijke inkleding van de gebouwen of een opwaardering van de in het landschap zichtbare geveldelen is wenselijk teneinde de integratie in de omgeving te opwaarderen. Deze groene inkleding van de hoeve zou ook een meerwaarde betekenen voor de directe omgeving. De aanplant van een groenscherm langs de gevels ten opzichte van het open landschap, te realiseren binnen het jaar na het van kracht worden van de vergunning wordt opgelegd als voorwaarde. Hiervoor dient een beplantingsplan voorgelegd en goedgekeurd te worden binnen de 6 maanden na het van kracht worden van de vergunning. De aanvrager kan steeds opteren om een renovatie te doen van de gevels in kwalitatieve materialen in plaats van een groenscherm, doch dit zal deel moeten uitmaken van een nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag en een aparte beoordeling.

-          Bodemreliëf
Er worden geen wijzigingen aangebracht aan het reliëf.

-          Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
De gebouwen maken reeds vele tientallen jaren deel uit van het landbouwbedrijf en veroorzaken geen hinder. Er valt evenmin hinder te verwachten die de normale burenhinder overschrijdt. Er zijn dan ook maar weinig directe buren.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Advies Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies wordt dit integraal overgenomen en dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandpreventieverslag stipt nageleefd moet worden.

Provinciale dienst waterlopen

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies wordt dit integraal overgenomen en dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies stipt nageleefd moeten worden.

Departement Landbouw en Visserij

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies wordt dit integraal overgenomen en dient opgelegd te worden dat de voorwaarde geformuleerd in het advies, in het bijzondere dat de gebouwen effectief in gebruik moeten blijven ikv de gestelde landbouwactiviteiten, stipt nageleefd moet worden.

Natuur en Bos

Het advies is gunstig zodat geen verdere beoordeling aan de orde is.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Philip Degezelle wonende Teesweg 1 te 8530 Harelbeke, voor het regulariseren van de bestaande stal en de bestaande loods op het landbouwbedrijf, op een perceel gelegen Pladijsstraat 94 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 134 A en (afd. 2) sectie D 145 M, , mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

•          De peilmetingen van de grondwaterwinning in werking en in rust kunnen uitgevoerd worden in de boorput zelf waardoor de plaatsing van een bijkomende peilbuis niet nodig is.

•          De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link https://navigator.emis.vito.be/

•          De aanplant van een groenscherm langs de gevels ten opzichte van het open landschap moet gerealiseerd worden binnen het jaar na het van kracht worden van de vergunning. Hiervoor dient een beplantingsplan voorgelegd en goedgekeurd te worden binnen de 6 maanden na het van kracht worden van de vergunning.

•          Het brandpreventieverslag dient stipt nageleefd te worden.

•          De voorwaarden geformuleerd in het advies van de Provinciaal technische dienst Waterlopen moet stipt nageleefd worden.

•          De gebouwen waarvoor de regularisatie aangevraagd worden moeten effectief gebruikt worden in het kader van de gestelde landbouwactiviteiten.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat de volgende rubrieken:

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.12. OMV 2021_95 - Oliebergstraat 34 - administratieve lus - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om in het omgevingsvergunningsdossier met nummer OMV_2021_95 (ID omgevingsloket OMV_2021081873) over te gaan tot de toepassing van een administratieve lus.

Motivering

De heer Pieter Vyncke wonende Bergelen 30/a te 8560 Gullegem diende een aanvraag tot omgevingsvergunning in voor het herbestemmen van de melkstal tot woningbijgebouw en studio, het gedeeltelijk ontharden van de site en het plaatsen zwembad op een perceel gelegen Oliebergstraat 34.

In de aanvraag wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.23 van de VCRO (zonevreemde functiewijziging). Overeenkomstig artikel 35, § 12, 2° van het besluit betreffende de omgevingsvergunning moet onder meer bij toepassing van artikel 4.4.23 in gebieden die een agrarische bestemming hebben steeds advies gevraagd worden aan het Departement Landbouw en Visserij. Dit advies is echter niet ingewonnen en betreft bijgevolg een procedurefout.

Volgens artikel 13 van het omgevingsvergunningsdecreet kan de bevoegde overheid die een onregelmatigheid heeft vastgesteld, die kan leiden tot een vernietiging van de beslissing, deze onregelmatigheid herstellen. De bevoegde overheid kan in voorkomend geval een administratieve lus inroepen en alsnog het ontbrekende advies opvragen.

Als de administratieve lus wordt toegepast, wordt conform artikel 32 de beslissingstermijn met 60 dagen verlengd. De aanvrager wordt verwittigd van de verlenging voor het einde van de initiële beslissingstermijn.

Gezien de uiterste beslissingsdatum voor dit dossier 16 september 2021 is, is het noodzakelijk een administratieve lus toe te passen met een eenmalige termijnverlenging tot gevolg.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere

◦          Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

◦          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om voor het omgevingsdossier met nummer OMV_2021081873 een administratieve lus toe te passen, waardoor de beslissingstermijn met 60 dagen verlengd wordt met de bedoeling in de lopende procedure het advies van de afdeling Landbouw en Visserij alsnog in te winnen.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.13. Attest van verdeling - Tapuitstraat 85 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Tapuitstraat 85.

Motivering

Op 31 augustus 2021 ontving het gemeentebestuur vanuit het notariaat ALTUS notarissen een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Tapuitstraat 85, gekadastreerd afdeling 2, sectie D, nummer 369F3, met een oppervlakte van 624 m².

Deze eigendom wordt afgesplitst teneinde te verkopen.

De bestemming van het goed is volgens de akte bewoning. De woning is volgens de info van de notaris in staat van gesloten ruwbouw.

De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling gezien de woning wind- en waterdicht is conform de omgevingsvergunning voor groepswoningbouw.

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.14. Deelname aan Nacht van de duisternis en doven openbare verlichting - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen voor de deelname aan de Nacht van de Duisternis en om in dit kader in het weekend van 8 oktober tot 10 oktober 2021 de openbare verlichting te doven in het centrum van Deerlijk.

Motivering

Om het beleid en de bevolking bewust te maken van de impact van lichtvervuiling op mens en milieu wordt op zaterdagavond 9 oktober 2021 door Bond Beter Leefmilieu, vzw Preventie Lichthinder, de Vereniging voor Sterrenkunde (VVS) en diverse natuurverenigingen opnieuw de Nacht van de Duisternis georganiseerd.

Fluvius biedt ondersteuning aan gemeenten die aan deze actie willen deelnemen:

•          Gratis doven van de openbare verlichting die daartoe uitgerust is met specifieke ontvangers en/of bekabeling (in Deerlijk momenteel nog niet voorzien).

•          Tegen kostprijs manueel doven van de monumentverlichting en/of openbare verlichting die niet met ontvangers is uitgerust:

▪          tijdens werkuren: gratis;

▪          verlichting op het openbaar verlichtingsnet buiten werkuren: forfait 346,63 euro/toestel;

▪          verlichting op het laagspanningsnet buiten werkuren: forfait 34,67 euro/toestel.

Deze sensibilisatie-actie kadert in de doelstellingen van het burgemeestersconvenant.

De dienst omgeving stelt voor om deel te nemen aan de Nacht van de Duisternis door de opdracht te geven aan Fluvius om een 8-tal ontvangtoestellen van de openbare verlichting in het centrum van Deerlijk (ongeveer dezelfde zone als de blauwe zone voor parkeren) in de aanloop van het weekend van 9 oktober 2021 uit te schakelen en deze opnieuw in te schakelen na het weekend, waardoor er enkele nachten op rij geen openbare verlichting zal zijn in die zone.

Naast het doven van de openbare verlichting kunnen er ook nog andere initiatieven genomen worden om de Nacht van de Duisternis nog wat meer onder de aandacht te brengen. Bij deze editie van de Nacht van de Duisternis wordt in samenwerking met Provinciaal Recreatie- en Natuurcentrum De Gavers een zaklampwandeling georganiseerd. Op een tocht van ongeveer 4 kilometer lang zijn er enkele stopplaatsen waar er wat uitleg wordt gegeven over lichtpollutie en de nachtdieren in de Gavers. Er wordt hiermee vooral op gezinnen met kinderen gemikt. Starten kan in tijdsloten per kwartier, tussen 19.30 uur en 20.30 uur. Start en einde is voorzien aan de fietsbrug. Deelname is gratis.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit deel te nemen aan de Nacht van de Duisternis op 9 oktober 2021 en de opdracht te geven aan Fluvius om in het centrum van Deerlijk een 8-tal ontvangtoestellen in de aanloop van het weekend van 8 oktober tot 10 oktober 2021 uit te schakelen en na het weekend terug in te schakelen.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.15. Wegeniswerken Stationsstraat - wijziging asfalttype - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om in kader van asfalteringswerken in de Stationsstraat de meerprijs voor een beter asfalttype goed te keuren.

Motivering

De opdracht "Stationsstraat - vernieuwen toplaag en fundering" volgens het bestek 2021-05 werd gegund aan de aannemer nv De Vriese uit Koolskamp.

In dit bestek werd opgenomen dat de asfalttoplaag diende uitgevoerd te worden in een standaard mengsel APT-C.

Na evaluatie ter plaatse met de aannemer werd voorgesteld om het standaard APT-C mengsel voor de toplaag te vervangen door een beter SMA-C mengsel.

Dit mengsel heeft een betere weerstand tegen spoorvorming en heeft een langere levensduur.

Omdat dit deel van de Stationsstraat een drukke verbindingsweg is tussen Zwevegem en het afrittencomplex E17 in Deerlijk en er heel wat zwaar vervoer die weg neemt, is de meerprijs (2,10 euro/m²) voor het betere asfaltmengsel te verantwoorden.

Door een langere levensduur van het asfalt kan de cyclus voor het vernieuwen van de toplaag verlengd worden wat resulteert in minder hinder voor ondernemingen en bewoners.

Ter vergelijking: de gemiddelde eenheidsprijs van de verschillende offertes voor de asfalttoplaag APT-C bedraagt 7,95 euro/m² terwijl de eenheidsprijs van de aannemer 6,55 euro/m² bedraagt.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Er is voldoende budget beschikbaar.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de meerprijs voor het wijzigen van het standaard asfaltmengsel APT-C  naar SMA-C goed te keuren.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.16. Inname openbaar domein - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de lijst in bijlage voor de ingediende aanvragen betreffende de inname van het openbaar domein en/of wegenis.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de lijst in bijlage voor de gevraagde inname(s) van het openbaar domein.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.17. Kerkfabrieken - verslagen van 4 en 25 augustus - kennisname

Aanleiding en context

De kerkfabrieken Sint-Columba en O.L.V. Onbevlekt Ontvangen hielden vergaderingen op 4 en 25 augustus.  Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de verslagen van deze vergadering.

Motivering

De verslagen bevinden zich in bijlage. Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen zijn binnengekomen, om een besluit te schorsen indien het gemeentelijk (financieel) belang geschaad wordt.

Er is geen advies nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid : Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere :

◦          Art. 57 en 58, § 1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verslagen.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.18. Beroepsprocedure tegen de ongegrondverklaring van het bezwaar op leegstandbelasting - aanstelling raadsman

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.19. Grafconcessie - bijzetting - kennisname

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.20. Asverstrooiing - kennisname

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.21. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.22. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.23. Grafconcessie - bijzetting en hernieuwing - goedkeuring

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.24. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.25. De Cassinastraat 4-10, Roterijstraat 9 en Kortrijkse heerweg 1 - Toekenning huisnummers - goedkeuring

Aanleiding en context

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen de huisnummers van het bedrijfsverzamelgebouw, gelegen De Cassinastraat 4-10, Roterijstraat 9 en Kortrijkse heerweg 1, toe te kennen.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 3 mei 2017 een stedenbouwkundige vergunning af, strekkende tot het gedeeltelijk afbreken en herinrichten van de bedrijfsgebouwen tot bedrijfsverzamelgebouw, gelegen De Cassinastraat 4-8, Roterijstraat 9 en Kortrijkse heerweg 1, mits het naleven van enkele voorwaarden.

Het college van burgemeester en schepenen besliste vervolgens in zitting van 29 november 2017 de huisnummers van het bedrijfsverzamelgebouw, gelegen De Cassinastraat 4-8, Roterijstraat 9 en Kortrijkse heerweg 1 te herzien en toe te kennen.

Vervolgens keurde het college van burgemeester en schepenen in zitting van 24 juli 2019 een aanpassing van de reeds toegekende nummering, goed.

Op 21 juni 2021 werd een aanvraag ingediend voor de herinrichting van het kantoorgebouw met bijbehorende aanleg, plaatselijke afbraak van gebouwendelen en de definitieve bestemming voor Uzien en Raymonda, gelegen De Cassinastraat 4-10, Roterijstraat 9 en Kortrijkse heerweg 1.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 31 maart 2019

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de huisnummers van het bedrijfsverzamelgebouw als volgt uit te breiden mits de voorwaarde dat er voorzien wordt in een duidelijke signalisatie op de bedrijfssite.

De Cassinastraat 6

Artikel 2

De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing. De gebruikelijke diensten en nutsmaatschappijen zullen van huidige beslissing in kennis gesteld worden.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

C.26. Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

Aanleiding en context

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere: Organisatiebeheersysteem

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/34 goed te keuren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/49 goed te keuren.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

D.1. Leiedal - ontwerp van jaaractieplan 2022 - kennisname + opmerkingen - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de ontwerpversie van het jaaractieplan 2022 van Leiedal en eventuele opmerkingen te formuleren.

Motivering

Bij mail van 13 september 2021 maakt Leiedal haar ontwerp van het jaaractieplan 2022 over.

De raad van bestuur van Leiedal nodigt het college van burgemeester en schepenen hierbij uit om feedback te geven op dit ontwerp.

Op de raad van bestuur van 24 september 2021 zal het ontwerp van begroting voor 2022 toegelicht worden.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontwerpversie van het jaaractieplan 2022 van Leiedal.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen maakt, voor 1 oktober 2021, volgende bemerkingen over aan Leiedal in verband met het in artikel 1 vermelde jaaractieplan:

•          Het bestuur vraagt nogmaals aandacht voor de ontwikkeling/vernieuwing/modernisering van de gemeentelijke website.

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

D.2. OMV 2021_123 - De Cassinastraat 4, 6, 8, 10, Harelbekestraat 79, Kortrijkse heerweg 1 en Roterijstraat 9 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor de herinrichting van het kantoorgebouw met bijbehorende aanleg, plaatselijke afbraak van gebouwendelen en de definitieve bestemming voor Uzien en Raymonda, op een perceel gelegen De Cassinastraat 4, 6, 8, 10, Harelbekestraat 79, Kortrijkse heerweg 1 en Roterijstraat 9 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 47 M5, (afd. 2) sectie C 47 T5, (afd. 2) sectie C 47 S5 en (afd. 2) sectie C 50 E2 aangevraagd door Mattijs Benoit namens FIMMOC NV met als contactadres De Cassinastraat 4 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 12 september 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig.

Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

•          De casco-ruimte 6 F op de verdieping moet gebruikt worden als ruimte voor diensten of kantoor en niet als handelspand.

•          De voetgangers- en fietsverbinding moet een breedte hebben van minimum 3 m in plaats van de voorziene 2 m.

•          Een publieke erfdienstbaarheid van doorgang moet gevestigd worden op de eigendom in functie van de realisatie van de overdrukzone 10 en dit in overleg met de gemeente.

•          De nodige maatregelen dienen genomen te worden om duurzame verplaatsingen te motiveren (bv. door het voorzien van voldoende fietsenstallingen bij grote evenementen, sensibilisatie bij uitnodiging, enz.).

•          Bij de publiciteit van grotere activiteiten dient een parkeerplan toegevoegd te worden met de aanduiding van de (publieke) parkeerplaatsen in de omgeving.

•          Bij grotere activiteiten moeten voldoende maatregelen genomen te worden om de circulatie in de De Cassinastraat niet in het gedrang te brengen.

•          De adviezen van de diverse adviesinstanties, zijnde Fluvia en de Astrid Veiligheidscommissie dienen strikt nageleefd te worden.

•          De stedenbouwkundige verordening toegankelijk moet nageleefd worden.

•          De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubriek die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Deknudt-Decora, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 9 juli 2020.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 juni 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor een functiewijziging van een bestaand industriegebouw waarbij de nieuwe functie betrekking heeft op een inrichting voor luidruchtige binnenrecreatie, namelijk schietstand (airsoft).

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 mei 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het gedeeltelijk afbreken en herinrichten van de bestaande bedrijfsgebouwen tot bedrijfsverzamelgebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 juli 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het wijzigen van de functie van een deel van het kantoorgebouw naar een balletschool.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 maart 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het herbestemmen van boogloods B.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 28 mei 2015 door het college van burgemeester en schepenen voor airsoft schietstand.

        milieuvergunning afgeleverd op 11 januari 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor de uitbating van een bedrijvencentrum

        milieuvergunning afgeleverd op 18 oktober 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor inrichten van een hoogspanningscabine voor openbaar nut.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Melding afgeleverd op 25 april 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor een polyvalente ruimte die geheel of gedeeltelijk kan afgehuurd worden voor het geven van socio-culturele activiteiten.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 23 december 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het gedeeltelijk slopen van bestaande bedrijfsgebouwen.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langs de De Cassinastraat net ten westen van de kern van Deerlijk.

De De Cassinastraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een lokale weg geflankeerd door bebouwing. De directe omgeving wordt gekenmerkt door enerzijds kleine KMO’s en anderzijds voornamelijk grondgebonden woningen. Aan de noordelijke zijde van de site werd recent een project met meergezinswoningen vergund.

Het perceel is bebouwd met bedrijfsgebouwen. De gebouwen maakten deel uit van het grootschalig bedrijf (paarse sproet) in het centrum van de gemeente. Op heden zijn reeds delen van de gebouwen verbouwd, van functie gewijzigd en opgedeeld in een bedrijfsverzamelgebouw.

Op vandaag weerspiegelt de plaatselijke toestand de voltooiing van de aangevraagde vergunningen: een complex van ruimtes met een industriële en socio-culturele bestemming. De gevels zijn afgewerkt deels in streekeigen rode baksteen en deels met betonplint en bardage. De gesloten gevels langs de straatzijde hebben grotendeels plaats gemaakt voor een groenzone en de nodige open ruimte, die parkeergelegenheid biedt zowel aan de gebruikers als aan de omliggende bewoners.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De bouwheer wenst de bestaande bedrijfssite in de De Cassinastraat te renoveren en in te richten met als doel een site met gemengde activiteiten te behouden en te integreren aan de rand van het centrum van de gemeente. De vorige bouwfasen met industriële bestemming en sloop werden vergund binnen het toen geldende gewestplan en BPA.

De huidige bouwfasen vallen onder de bepalingen van het recente RUP, waarbij de mogelijkheid is gecreëerd om naast industriële activiteiten ook kantoorfuncties los van de industriële activiteit en socio-culturele bestemmingen een plaats te geven op de site.

De huidige aanvraag omhelst de volgende stedenbouwkundige aspecten:

-          de herinrichting van het bestaande kantoorgebouw;

-          aanleg van een nieuwe buitenverharding met het rooien van bestaande plataan;

-          het bestendigen van de voorlopige vergunningen voor Uzien en de dansschool Raymonda als bedrijven met een socio-culturele bestemming.

Het bestaande kantoorgebouw centraal op de site wordt behouden en heringericht. De bestemming van kantoren en diensten blijft grotendeels behouden. Het is wel de bedoeling dat deze kantoren niet langer functioneel verbonden zijn met de op de site aanwezige bedrijfsactiviteiten maar zal functioneren als een kantoorverzamelgebouw waarbij casco-ruimtes verhuurd zullen worden. Een deel van de kantoorgebouwen wordt gebruikt voor socio-culturele activiteiten binnen de mogelijkheden van het RUP.

Op het gelijkvloers wordt een deel van het kantoorgebouw open gebroken teneinde een voetgangers- en fietsverbinding te kunnen realiseren die de verbinding vormt tussen de Harelbekestraat en de De Cassinastraat.

De bouwkundige ingrepen hebben vooral betrekking op de gevels van het gebouw. Een aantal dichtgemaakte raamopeningen worden terug geopend, het buitenschrijnwerk wordt vernieuwd, de gevel wordt geïsoleerd en afgewerkt met antracietkleurige bardage en ter hoogte van het gelijkvloers inkom-blokje wordt een deel van de gevel bekleed met een stuk spiegelende gevelbekleding.

In een vorige vergunning werd de afbraak van de bestaande bebouwing reeds goedgekeurd. Met voorliggende aanvraag wordt de vrijgekomen ruimte heringericht in functie van circulatiemogelijkheden (zowel voor auto’s, vrachtwagens als voetgangers en fietsers) en parkeermogelijkheden, dit zowel aan de noordzijde van het kantoorgebouw als de zuidzijde. De buitenaanleg wordt afgestemd op de reeds bestaande lay-out van de recente realisaties met betonverharding voor de delen rijbaan, grasdallen voor de parkeerplaatsen en uitgewassen beton voor de voetgangers- en fietserspassage.

Om het noordelijk gelegen project te kunnen ontsluiten voor fietsers wordt nog een beperkte bebouwing meest noordelijk op het perceel op de grens met de site Eribo gesloopt. De verdere aansluiting naar de Stationsstraat wordt in een latere fase aangevraagd.

In functie van circulatie en optimale inrichting van de buitenruimte wordt de bestaande plataan gerooid. De aanvrager voorziet een compensatie door de aanplant van een vijftal bomen (bladhoudende steeneiken) binnen het grid van de parkeerplaatsen. Ook wordt de groenzone langs de De Cassinastraat verder vervolledigd met een combinatie van grondbedekkende beplanting met cotoneaster en accentbeplanting met meerstammige steeneik.

Tenslotte wenst de aanvrager met voorliggende aanvraag twee functies die reeds een voorlopige vergunning ontvingen, zijnde Uzien in de boogloods als evenementenzaal en Raymonda in het kantoorgedeelte als balletschool, definitief te bestendigen op de site. Voor het bestendigen van deze beide functies zijn geen verdere vergunningsplichtige werken noodzakelijk.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De site is een oudere industriële site waar reeds een aantal ingrepen, renovatie en herbestemmingen zijn gerealiseerd. De huidige aanvraag is daar een vervolg op en is mogelijk via een recent goedgekeurd RUP. De milieuaspecten binnen deze aanvraag hebben betrekking op de regularisatie van een hoogspanningscabine (400 kVA), de plaatsing van een warmtepomp (20 kW opgenomen elektrisch vermogen) en de lozing van 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater op het rioleringsstelsel in de De Cassinastraat.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op 22 juli 2021 aangeschreven omdat de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

5. Adviezen

De brandweerzone Fluvia, dienst brandpreventie werd om advies verzocht op 19 juli 2021. De adviesinstantie bracht op 31 augustus, ontvangen 3 september 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag.’

Het FOD Binnenlandse zaken – Astrid Veiligheidscommissie werd om advies verzocht op 19 juli 2021. De adviesinstantie bracht op 3 augustus 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Het project werd reeds behandeld met ref. 2018030002. De beslissing blijft behouden. Gezien de mogelijke gelijktijdige publieke toegankelijkheid het criterium van 150 personen ruim overschrijdt, heeft de commissie besloten dat er indoordekking dient aanwezig te zijn.’

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP Deknudt – Decora, goedgekeurd op 9 juli 2020. De aanvraag situeert zich in zone 5 – zone voor kleine en middelgrote bedrijven, overdrukzone 6 – visuele verbreding de Cassinastraat, overdrukzone 9 – verbod op individuele toegangen en de overdrukzones 10 – voetgangers- en fietsverbindingen.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het RUP voor wat betreft:

-          Zone 5, gezien de zone bestemd is voor kleine en middelgrote bedrijven en dat ondergeschikt socio-culturele activiteiten, kantoren en diensten toegelaten zijn voor zover elke activiteit kleiner is dan 1.500 m², de socio-culturele activiteiten maximaal 15 % van de vloeroppervlakte innemen en de som van de kantoren en diensten minder is dan 20 % van de vloeroppervlakte van de zone, het kantoorgebouw een hoogte heeft tussen de 6 m en 14 m, de daken een horizontaal uitzicht hebben, het gevelmateriaal esthetisch verantwoord is, de aanvraag voldoet aan het globaal inrichtingsplan en publiciteit voorzien is tegen de gevel en niet op het gebouw.

-          Zone 6, gezien de overdrukzone ingericht is als groenzone waarin circuleren en parkeren opgelost wordt.

-          Zone 9, gezien de toegangen tot de site gebundeld worden.

-          Zone 10, gezien de voetgangers- en fietsverbinding aansluiting vindt op het in het RUP vastgelegde begin- en eindpunt, de aslijn zelf maximaal 20 m kan verschuiven.

-          De algemene voorschriften, gezien een parkeernota toegevoegd is in het dossier, op eigen terrein voldoende parkeerplaatsen voorzien worden en de bestaande bebouwing die afwijkt behouden kan blijven, verbouwd en gerenoveerd mag worden.

Teneinde voor het overige te voldoen aan de bepalingen van het RUP zijn nog volgende overwegingen te maken en voorwaarden op te leggen:

      De casco-ruimte 6 F op de verdieping moet gebruikt worden als ruimte voor diensten of kantoor en niet als handelspand.

      De voetgangers- en fietsverbinding moet een breedte hebben van minimum 3 m in plaats van de voorziene 2 m.

      In het RUP is opgenomen dat de overdrukzone 10 een openbaar karakter moeten hebben. Omdat geopteerd werd om de wegenis niet over te dragen en teneinde dit te verankeren in de omgevingsvergunning dient als last opgenomen te worden dat een publieke erfdienstbaarheid van doorgang gevestigd moet worden op de eigendom in functie van deze overdrukzone en dit in overleg met de gemeente. Deze erfdienstbaarheid moet geschreven zijn alvorens de site in gebruik te nemen of verkopen aan te gaan.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de De Cassinastraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 21.250 liter en een referentieoppervlakte van 34 m². De plaatsen van een hemelwaterput is niet verplicht, desalniettemin voorziet de aanvrager de plaatsing van een hemelwaterput van 20 m³ met hergebruik voor spoelwater voor de toiletten

De verharding van de parkeerplaatsen wordt aangelegd in grasdallen en de circulatieruimte tussenin in betonverharding die afwatert richting de grasdallen en op die manier infiltreert in de grond. Via een drain wordt dit water opgevangen en afgeleid naar een ondergrond infiltratiebekken. Het hemelwater van de buitenverharding wordt bijgevolg maximaal geïnfiltreerd, hetzij via de grasdallen hetzij via de infiltratievoorziening.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b - stadsontwikkelingsprojecten

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). De MER screening werd toegevoegd in het omgevingsloket. Hierbij zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

In het aanvraagdossier is de mobiliteitstoets toegevoegd gezien het parkeeraanbod voor de evenementenhal meer dan 50 parkeerplaatsen bedraagt.

In het kader van de mobiliteitstoets zijn in dit dossier een 3-tal elementen belangrijk, zijnde het parkeeraanbod en parkeerbeleid, de inzet op duurzame mobiliteit en de opvang bijkomende verkeersemissies.

-       Parkeeraanbod en parkeerbeleid

Tijdens de werkuren zijn op de site 138 parkeerplaatsen aanwezig en buiten de werkuren zijn dat er 152. Tijdens evenementen buiten de werkuren kan dit aanbod aan parkeerplaatsen nog aangevuld worden met 132 parkeerplaatsen (door gebruik te maken van een aantal externe parkings in de buurt). Als evenementen georganiseerd worden met meer dan 500 aanwezigen dan wordt aan de organisatoren gevraagd om te werken met een parkeerwachter en worden de externe parkeerplaatsen verbonden met Uzien door een shuttle-dienst.

-       Inzet op duurzame mobiliteit

Er worden op de site verschillende fietsenstalplaatsen ingericht, enerzijds gekoppeld aan het kantoorgedeelte en anderzijds aan de evenementenhal. In totaal worden 84 fietsenstandplaatsen ingericht.

Door het realiseren van de fiets- en voetgangersverbinding doorheen de site wordt de toegankelijkheid voor fietsers nog verder geoptimaliseerd.

Gezien, volgens de nota, de meeste activiteiten van lokale aard zijn, is het blijvend inzetten op een sensibilisatie voor het gebruik van de fiets belangrijk.

-       Bijkomende verkeersemissies

Bij grote evenementen en bij de wekelijkse Lokaalmarkt werd telkens eenrichtingsverkeer gerealiseerd in de De Cassinastraat. Deze éénrichting zorgde voor een vloeiende verkeersstroom. De overige activiteiten (bedrijvigheid en kantoren) creëren geen bijkomende hinder op de verkeerscirculatie.

In functie van het beperken van de impact op mobiliteit en in navolging van de voorwaarden opgelegd in de tijdelijke vergunning is het wenselijk nog volgende specifieke voorwaarden met betrekking tot mobiliteit op te leggen:

• De nodige maatregelen dienen genomen te worden om duurzame verplaatsingen te motiveren (bv. door het voorzien van voldoende fietsenstallingen bij grote evenementen, sensibilisatie bij uitnodiging, enz).
• Bij de publiciteit van grotere activiteiten dient een parkeerplan toegevoegd te worden met de aanduiding van de (publieke) parkeerplaatsen in de omgeving.
• Bij grotere activiteiten moeten voldoende maatregelen genomen te worden om de circulatie in de De Cassinastraat niet in het gedrang te brengen.

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Binnen de aanvraag wordt aangetoond dat er voldoende parkeermogelijkheden zijn om aan de behoefte te voldoen waardoor in alle redelijkheid kan geoordeeld worden dat er geen bijkomende belasting op de mobiliteit in de omgeving zal veroorzaakt worden.

Relevante potentiële effecten op geluid en trillingen

Ten gevolge van deze aanvraag zullen enkel geluid en trillingen geproduceerd worden in het kader van de constructie van de gebouwen en verhardingen. Deze gevolgen zijn beperkt in omvang en in tijd waardoor kan geoordeeld worden dat de mogelijke hinder tot een aanvaardbaar niveau kan blijven.

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

-          functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op een verruiming van de functies binnen de bestaande gebouwen, zijnde autonome kantoren en socio-culturele activiteiten. Deze functies zijn reeds bevestigd in het goedgekeurde RUP. Het kantoorverzamelgebouw biedt mogelijkheden voor kleinere ondernemingen uit de tertiaire sector en zijn bijgevolg een aanvulling op de bestaande KMO bedrijven. Op die manier ontstaat een menging aan type ondernemingen op een site in het centrum van de gemeente zodat de kantoorfunctie in overeenstemming is. Het inrichten van een bedrijfsgebouw voor sociaal-culturele activiteiten binnen een ruimere bedrijvensite zorgt voor een grote verweving van functies en moet er ook voor zorgen dat vermeden wordt dat, buiten de kantooruren, de site een doods gegeven wordt temeer de eigendom gelegen is nabij het centrum in een met woningen bebouwde omgeving. Zowel voor Uzien als de balletschool werd reeds een tijdelijke vergunning afgeleverd voor 3 jaar. Deze activiteiten hebben hun functionele inpasbaarheid reeds aangetoond.

-          Mobiliteitsimpact

Hiervoor wordt verwezen naar het onderdeel mobiliteitstoets. Mits naleving van een aantal milderende maatregelen zal de impact op mobiliteit en het parkeren tot het minimum beperkt worden.

-          Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Aangezien de werken zich volledig binnen de bestaande gebouwen bevinden heeft de aanvraag geen impact op ruimtegebruik, dichtheid als schaal.

-          Visueel-vormelijke elementen

Enkel voor de inrichting van het kantoorgedeelte worden werkzaamheden uitgevoerd aan de gevels van de 2 kantoorvleugels. Door de voorafgaande afbraakwerken en het heropenen van een aantal dichtgemaakte ramen krijgt het kantoorgebouw een nieuw aangezicht, zowel aan de kant van de De Cassinastraat als aan de zijde van de Harelbekestraat (aansluitend op het project van Eribo). De gevelafwerking is sober, tijdloos en sluit aan op de materialen van de reeds gerealiseerde industriële renovaties. Een klein accent met spiegelende gevelbekleding aan de inkompartij zorgt voor een link naar de vroegere bestemming van de spiegelfabrikant Deknudt Decora nv, nu omgedoopt tot Spiegelpark. Dit kleine accent zal omwille van zijn beperkte omvang geen negatieve impact hebben.

Ook de herinrichting van de buitenruimte sluit aan bij het reeds gerealiseerde deel door gebruik te maken van dezelfde materialen, lay-out en beplantingen. De te vellen boom heeft op heden wel een positieve visuele impact in het bestaande straatbeeld. De inplanting echter hypothekeert een optimale inrichting van het parkeren en circuleren waardoor het behoud van de boom tot minder parkeerplaatsen zou leiden. Gelet op de voorziene functies is het belangrijk voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein aan te bieden. De te vellen boom wordt gecompenseerd door de aanplanting van een vijftal nieuwe bomen wat, weliswaar pas op termijn, tot een voldoende groene omgeving zal leiden.

-          Bodemreliëf

Er worden geen wijzigingen aangebracht aan het reliëf.

-          Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

De autonome kantoorfunctie wordt ingericht in de bestaande kantoorgebouwen die vroeger gekoppeld waren aan het bedrijf. Het kantoorgedeelte ligt centraal op de site op voldoende afstand van de aanpalende woningen zodat deze weinig tot geen negatieve burenhinder zal creëren.

Voor de evenementenhal werd op 21 maart 2018 reeds een tijdelijke vergunning afgeleverd in afwachting van de goedkeuring van het op heden geldende RUP. De boogloods, waar de evenementen uitgeoefend worden, is gelegen in de nabijheid van een met woningen bebouwde omgeving. Belangrijk hierbij is te zorgen dat de hinder voor de omgeving beperkt wordt, vooral hinder inzake geluid en parkeren. Bij afgifte van de tijdelijke vergunning werden hiervoor een aantal voorwaarden opgenomen die deels behouden kunnen blijven en deels al niet meer aan de orde zijn.

Voor de ingedeelde inrichting inzake geluid werd op 25 april 2018 door het college van burgemeester en schepenen reeds akte genomen van een melding klasse 3. Deze aktename blijft behouden en wordt met voorliggende aanvraag niet gewijzigd.

De eventuele hinder inzake het parkeren werd reeds behandeld bij de mobiliteitstoets waarnaar dan ook verwezen wordt.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.13     Bespreking adviezen

Advies Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies wordt dit integraal overgenomen en dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandpreventieverslag stipt nageleefd moet worden.

Advies Astrid Veiligheidscommissie

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies wordt dit integraal overgenomen en dient opgelegd te worden dat dit advies stipt nageleefd moet worden.

7.14     Verordening toegankelijkheid

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid. De voorwaarden uit de verordening dienen bijgevolg nageleefd te worden.

7.15     Belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen

Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 26 november 2020 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen zijn voor voorliggende aanvraag volgende parkeerplaatsen vereist:

-          Voor het kantoorgebouw zijn 57 parkeerplaatsen vereist.

-          Voor de evenementenhal werd in de tijdelijke vergunning reeds een berekening gemaakt. Hierbij werd de norm van de ruimtes voor culturele activiteiten gehanteerd waarbij 1 parkeerplaats per schijf van 10 zitplaatsen opgelegd wordt. In de mobiliteitstoets is opgenomen dat de capaciteit beperkt wordt tot 800 personen. Dit betekent 80 parkeerplaatsen.

Op de site zelf worden 138 parkeerplaatsen gerealiseerd, in een straal van 200 m (overzijde van de weg) nog eens 36 extra waardoor voldaan is aan de gemeenteraadsbeslissing. Bij grotere evenementen is een overeenkomst met externen voor nog eens 96 extra parkeerplaatsen.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning mits naleving van de specifieke voorwaarden, aan Mattijs Benoit namens FIMMOC NV met als contactadres De Cassinastraat 4 te 8540 Deerlijk, voor de herinrichting van het kantoorgebouw met bijbehorende aanleg, plaatselijke afbraak van gebouwendelen en de definitieve bestemming voor Uzien en Raymonda, op een perceel gelegen De Cassinastraat 4, 6, 8, 10, Harelbekestraat 79, Kortrijkse heerweg 1 en Roterijstraat 9 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 47 M5, (afd. 2) sectie C 47 T5, (afd. 2) sectie C 47 S5 en (afd. 2) sectie C 50 E2

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de gemelde ingedeelde inrichting. De ingedeelde inrichting of activiteit omvat voortaan:

Artikel 3

De vergunning wordt afgeleverd onder voorbehoud van de naleving van volgende specifieke voorwaarden:

Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

•          De casco-ruimte 6 F op de verdieping moet gebruikt worden als ruimte voor diensten of kantoor en niet als handelspand.

•          De voetgangers- en fietsverbinding moet een breedte hebben van minimum 3 m in plaats van de voorziene 2 m.

•          Een publieke erfdienstbaarheid van doorgang moet gevestigd worden op de eigendom in functie van de realisatie van de  overdrukzone 10 en dit in overleg met de gemeente.

•          De nodige maatregelen dienen genomen te worden om duurzame verplaatsingen te motiveren (bv. door het voorzien van voldoende fietsenstallingen bij grote evenementen, sensibilisatie bij uitnodiging, enz.).

•          Bij de publiciteit van grotere activiteiten dient een parkeerplan toegevoegd te worden met de aanduiding van de (publieke) parkeerplaatsen in de omgeving.

•          Bij grotere activiteiten moeten voldoende maatregelen genomen te worden om de circulatie in de De Cassinastraat niet in het gedrang te brengen.

•          De adviezen van de diverse adviesinstanties, zijnde de Fluvia en de Astrid Veiligheidscommissie dienen strikt nageleefd te worden.

•          De stedenbouwkundige verordening toegankelijk moet nageleefd worden.

•          De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubriek die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

Zitting van CBS van 15 SEPTEMBER 2021

D.3. OMV 2021_46 - Kapelstraat 96 - weigering

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een beslissing te nemen over de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verbouwen en uitbreiden van de bestaande woning, het bouwen van 2 nieuwe woningen en het slopen van een duiventil, op een perceel gelegen Kapelstraat 96 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 178 A3 aangevraagd door Evelyne Van Weehaeghe namens RENOVATIEWERKEN KESTELOOT BVBA gevestigd Nieuwpoortstraat 2 te 8570 Anzegem.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 10 september 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Rup Sint-Lodewijk centrum met als bestemming zone voor centrumfuncties en wonen.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het RUP  is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 oktober 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 mei 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanbrengen van een logia in de zijgevel van uw woonhuis en herstellen van de zijgevel.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 januari 1973 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een plakket aan de voorgevel van uw woonhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 november 1973 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een afsluiting (1 betonplaats en ursusdraad) op de hoek van de Kapelstraat en de Oliebergstraat.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 794 m² en is gelegen langs de Kapelstraat op ongeveer 300 m ten zuiden van de kern van Sint-Lodewijk.

De Kapelstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd.

Op het perceel bevindt zich een vrijstaande hoekwoning. De voorgevel bevindt zich op de rooilijn. Ten opzichte van de rechterperceelsgrens is de woning ingeplant op ongeveer 1,30 m en op ongeveer 5 m ten opzichte van de linkerperceelsgrens. De woning bestaat uit 2 bouwlagen en een hellend dak. Achteraan het perceel, palend aan de woning Oliebergstraat 155 staat een bijgebouw met een oppervlakte van ongeveer 100 m², opgetrokken in metselwerk en afgewerkt met een plat dak. Tussen de woning en het bijgebouw is er een kleiner bijgebouw.

De Kapelstraat is een invalsweg naar het centrum van Sint-Lodewijk. De omgeving is eerder een centrumomgeving die gekenmerkt wordt door een beperkte menging aan functies met voornamelijk woningen.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft enerzijds het opsplitsen van een perceel met een oppervlakte van 794 m² in 4 loten. Drie loten worden bestemd voor woningbouw, lot 4 wordt bijgevoegd bij de woning Oliebergstraat 155. De bestaande woning Kapelstraat 94 wordt verbouwd. Langs de Oliebergstraat, in de tuinzone van de bestaande woning, worden na het slopen van de bestaande bijgebouwen, 2 gekoppelde woningen gebouwd.

Verbouwing en uitbreiding bestaande woning lot 1

De aanvraag betreft enerzijds het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning na afbraak van de bestaande achterbouw. Het perceel heeft een oppervlakte van 371 m².

De bestaande af te breken bebouwing heeft een oppervlakte van ongeveer 40 m² en bevindt zich achteraan de woning.

De uitbreiding bevindt zich links van de woning, op een afstand van min. 5 m ten opzichte van de linker kavelgrens. De uitbreiding heeft een breedte van maximum 4,30 m op een diepte van 6,72 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,58 m.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft een rood bruin genuanceerde recup gevelsteen met een aluminium dakrand en antracietkleurig aluminium.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een hal met toilet, een zitplaats, eetplaats en open keuken en een berging. Op het verdiep zijn 2 slaapkamers en een badkamer aanwezig. Onder het dak bevinden zich nog 2 slaapkamers. Deze zijn echter niet bereikbaar met een vaste trap (staat niet op de plannen en de ruimte voor de trap is heel beperkt).

De gevelsteen van de woning wordt wit geschilderd.

Op de plaats van de te slopen constructies wordt een terras voorzien.

Langs de kant van de Oliebergstraat wordt een dubbele parkeerplaats voorzien. Het materiaalgebruik van de verharding in voor, zij- en achtertuin ontbreekt.

Het plan van de achtergevel van de verbouwde woning ontbreekt eveneens. (wit blad)

Nieuwbouwwoningen op loten 2 en 3 langs de Oliebergstraat

De aanvrager wenst twee aaneengesloten eengezinswoningen te bouwen. Beide woningen worden opgetrokken op een perceel met een oppervlakte van telkens 162 m².

De woningen worden ingeplant op de rooilijn met de Oliebergstraat en op de rechterzijperceelsgrens en linkerzijperceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 8 m. De woningen hebben een breedte van 8 m op een diepte van 12 m.

De woningen bestaan uit twee bouwlagen met hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,68 m en de nokhoogte ligt op 10,44 m.

Op het gelijkvloers bevindt zich een inkomhal, een garage met doorsteek naar de tuin, de leefruimte en open keuken. Op de verdieping worden 2 slaapkamers en een badkamer ondergebracht. Onder het dak bevinden zich nog 2 slaapkamers en een technische ruimte.

De gevels worden afgewerkt in roodbruin genuanceerde recupsteen, de dakbedekking bestaat uit matgrijze dakpannen en het schrijnwerk is voorzien in zwart aluminium.

In de tuinzone wordt een terras met 24 m² aangelegd. Het materiaalgebruik van het terras wordt niet gespecifieerd.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 11 juni 2021 tot 10 juli 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP Sint-Lodewijk centrum.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien het wonen betreft waarbij de maximale terreinbezetting gerespecteerd wordt, de afstand tot de achterste perceelsgrens, het aantal bouwlagen en de nokhoogte, de bouwdiepte, de bouwhoogte van het nevenvolume niet overschreden worden en de inplanting op de rooilijn nageleefd wordt.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking met betrekking tot de inplanting kan niet toegestaan worden en is niet beperkt gezien het niet voorzien van een vrije zijstrook het karakter van de woning wijzigt tot een gesloten bebouwing waartegen nooit nog aangebouwd kan worden waardoor de blinde gevel een negatieve impact heeft op het bestaande straatbeeld en afbreuk doet aan de kwaliteit van de omgeving (zie ook toetsing goede ruimtelijke ordening).

De afwijking met betrekking tot de draagkracht van de omgeving is eveneens niet beperkt. De eigendom bevindt zich in het buitengebied waarbij niet uitgegaan wordt van een verregaande verdichting. Het bestaande perceel met een oppervlakte van 794 m² waarop 1 woning staat gericht naar de Kapelstraat sluit aan bij de perceelsconfiguratie van de aanpalende percelen. Het ontwerp voorziet 1 perceel van 371 m² en 2 percelen van 162 m², waardoor een veel grotere dichtheid dan de dichtheid in de directe omgeving bereikt wordt. Dit is, gezien de ligging in het landelijk gebied, en dus buiten de afbakening van het stedelijk gebied, niet wenselijk. (zie ook de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening).

Bij de wens om het perceel te maximaliseren kan onderzocht worden om een nieuwe woning links van de bestaande woning te voorzien, gericht op de Kapelstraat. Op de plaats van de loten 2 en 3 kan overwogen worden om 1 bijkomende woning te bouwen. Hierbij dient echter aandacht te gaan naar de ruimtelijke kwaliteit. Er kunnen geen blinde gevels op de zijperceelsgrens gebouwd worden, de voorgevel dient voldoende attractief te zijn en de tuinzone dient een stuk ruimer te zijn dan in voorliggende aanvraag.

De afwijking heeft betrekking op de inplanting en het overschrijden van de draagkracht, het niet nastreven van ruimtelijke kwaliteit, inpasbaarheid en beeldkwaliteit, waardoor in alle redelijkheid moet worden geoordeeld dat de afwijking niet beperkt is en deze bijgevolg niet toegestaan kan worden. 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kapelstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is NIET voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater:

-       Te verbouwen woning lot 1:

Er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien.

Volgens het hemelwaterformulier voorziet de aanvrager de aanleg van een infiltratievoorziening. Dit wordt echter niet aangeduid op de plannen. Het volume van de infiltratievoorziening stemt ook niet overeen met het minimale buffervolume. Conform het hemelwaterformulier moet minstens een infiltratievoorziening aangebracht worden van 3.102 liter. Er wordt aangegeven dat er 2 infiltratiebekkens van 1.250 liter voorzien worden, wat onvoldoende is om te voldoen aan de verordening. 

Het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

-       Nieuwbouwwoning lot 2:

Er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet NIET in de aanleg van een infiltratievoorziening. Gezien de oppervlakte van het terrein kleiner is dan 250 m² is dat niet verplicht.

Het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

-       Nieuwbouwwoning lot 3:

Er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet NIET in de aanleg van een infiltratievoorziening Gezien de oppervlakte van het terrein kleiner is dan 250 m² is dat niet verplicht.

Het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). De mogelijke effecten van het project op de omgeving werden onderzocht, toegevoegd in het omgevingsloket en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

-          Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning en het bouwen van 2 bijkomende eengezinswoningen. De functie is passend binnen deze woonomgeving.

-          Mobiliteitsimpact

Door het voorzien van een dubbele oprit in functie van de bestaande woning en het voorzien van inpandige garages bij de nieuwe woningen, blijft de eventuele parkeerdruk op het openbare domein beperkt. Echter worden vragen gesteld bij de voorziene oppervlakte van de inpandige garages. Deze is heel beperkt, net als de oppervlakte van de woning. Gezien de nieuwbouwwoningen niet beschikken over een bergplaats en de tuinzone heel beperkt is om veel bergruimte te gaan voorzien, is er een grote kans dat de garage zal aangewend worden als bergruimte. Hierdoor zal de parkeerdruk afgewend worden op het openbaar domein, wat bijgevolg voor een ongewenste impact zal zorgen.

-          De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid

Het bestaande perceel met een oppervlakte van 794 m² waarop 1 woning staat, wordt opgesplitst in 4 loten, waarvan 3 in functie van woningbouw. De woningen in de directe omgeving gelegen langs de Kapelstraat en de Oliebergstraat, hebben een gelijkaardig oppervlakte als die van de bestaande woning waardoor het huidige perceel zich maximaal integreert in zijn omgeving. Het ontwerp voorziet 1 perceel van 371 m² en 2 percelen van 162 m², waardoor een veel grotere dichtheid dan de dichtheid in de directe omgeving bereikt wordt. Dit is, gezien de ligging in het landelijk gebied, en dus buiten de afbakening van het stedelijk gebied, niet wenselijk.

Daarenboven is er onvoldoende kwalitatieve buitenruimte. Door het ontbreken van buurtgroen in de directe omgeving kan de woon- en leefkwaliteit onvoldoende gegarandeerd worden.

Uitgaand van de bebouwing en de perceelsconfiguratie langs de Oliebergstraat en de beperkte bouwdiepte van het perceel gezien vanaf de rooilijn met de Oliebergstraat, is het optrekken van woningen langs de Oliebergstraat niet wenselijk zonder het toevoegen van bijkomende tuinzone.

Bij de verkoop van de eigendom werd door de dienst immers steeds aangegeven, omwille van bovengenoemde redenen, dat het niet wenselijk is om langs de Oliebergstraat bijkomende woningen te voorzien. Een mogelijke verdichting op het terrein bestaat erin om te onderzoeken of op de hoek van de Kapelstraat – Oliebergstraat een bijkomende woning gebouwd kan worden, aan te bouwen aan de bestaande woning (na afbraak van bepaalde nevenvolumes).

-          Visueel-vormelijke elementen
De 2 woningen langs de Oliebergstraat worden beiden opgetrokken met een blinde gevel op beide perceelsgrenzen. Blinde gevels bij nieuwbouwwoningen waarvan reeds vooraf geweten is dat er op termijn geen aanbouw wordt voorzien op, is niet wenselijk, doet afbreuk aan de kwaliteit van de omgeving en heeft een negatieve impact op het straatbeeld.

Woningen zonder aanbouwmogelijkheden betreffen immers halfopen bebouwing waarbij een vrije zijstrook van minsten 3 m voorzien moet worden, wat hier het geval is voor lot 2. Een vrije zijstrook naar de Oliebergstraat 155 is eveneens wenselijk. Dit kan perfect gerealiseerd worden door het toevoegen van lot 4 bij lot 3. 

De voorgevel, met een breedte van 8 m, bestaat uit een voordeur en een garagepoort. Dit is weinig attractief en zorgt voor een eerder gesloten straatbeeld. Een gesloten gevel levert geen bijdrage aan het voorliggende straatbeeld, integendeel. De kwaliteit van de gelijkvloerse verdieping speelt een cruciale rol in de algemene aantrekkelijkheid van een straat. Blinde muren met garagepoorten zorgen voor een doods en onaantrekkelijk straatbeeld. Visueel contact tussen wat zich binnen en buiten afpeelt, tussen het gelijkvloers en de publieke ruimte is essentieel. Een aangename straat heeft transparante, uitnodigende en actieve gevels. Het ontwerp getuigt niet van een attractieve, levendige gevel, wat op zich een gemiste kans is om bij te dragen tot het veiligheidsgevoel, maar ook aan de sociale controle en het bijdragen tot een aangename omgeving om voorbij te wandelen.

-          Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Er valt geen hinder te verwachten die de normale burenhinder overschrijdt. Tijdens het openbaar onderzoek werden evenmin opmerkingen of bezwaren ingediend.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving niet. Het aangevraagde past zich niet in in de betrokken omgeving.

Het ontwerp is bijgevolg niet verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg zodat deze aanvraag niet voor vergunning in aanmerking kan komen.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het weigeren van de omgevingsvergunning aan Evelyne Van Weehaeghe namens RENOVATIEWERKEN KESTELOOT BVBA gevestigd Nieuwpoortstraat 2 te 8570 Anzegem, voor het verbouwen en uitbreiden van de bestaande woning, het bouwen van 2 nieuwe woningen en het slopen van een duiventil, op een perceel gelegen Kapelstraat 96 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 178 A3.