DEERLIJK

25 AUGUSTUS 2021

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

Claude Croes, burgemeester verlaat de zitting vanaf punt C.13.

Regine Vanwynsberghe-Rooryck, wnd. burgemeester vervoegt de zitting vanaf punt C.13.

Claude Croes, burgemeester vervoegt de zitting vanaf punt C.14.

Regine Vanwynsberghe-Rooryck, schepen vervoegt de zitting vanaf punt C.14.

Bert Schelfhout, schepen vervoegt de zitting vanaf punt C.22.

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 18 augustus 2021 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 18 augustus 2021.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 18 augustus 2021 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.2. Bijkomende aanstellingen jobstudenten - vervanging wegens ziekte - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 5 ja-stemmen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.3. Administratief medewerker dienst vrije tijd - aanwervingsprocedure - samenstelling selectiecommissie - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.4. Lesgeefster tekenen - aanstelling in contractueel verband voor bepaalde duur - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 5 ja-stemmen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.5. Lesgeefster keramiekatelier - aanstelling in contractueel verband voor bepaalde duur - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 5 ja-stemmen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.6. Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslag werden overgemaakt aan de gemeente:

 

          IMOG - verslag van de Raad van Bestuur van 15 juni 2021

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.7. GRcommissie financiën - vervanging - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken, de vernieuwde samenstelling van de gemeenteraadscommissie financiën, te agenderen op de gemeenteraad van 16 september 2021.

 

Motivering

 

In de gemeenteraadszitting van 20 januari 2019 werd een gemeenteraadscommissie financiën opgericht voor de legislatuur 2019-2024, waarin mevrouw Rolande Libert aangesteld werd als vertegenwoordiger van Open VLD.

 

In de gemeenteraadszitting van 20 februari 2020 keurde de gemeenteraad de gewijzigde samenstelling goed, waarbij de heer Demeurie werd vervangen door de heer Filip Terryn voor de N-VA fractie.

 

Bij mail van 27 mei 2021 bracht de heer Philip Ghekiere het college van burgemeester en schepenen op de hoogte van het feit dat mevrouw Rolande Libert gedurende een langere periode zal afwezig zijn wegens ziekte. Er dient bijgevolg een nieuwe vertegenwoordiger te worden aangesteld voor de gemeenteraadscommissie financiën voor de periode van afwezigheid van mevrouw Rolande Libert.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Art. 37 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de vernieuwde samenstelling van de gemeenteraadscommissie financiën, te agenderen op de gemeenteraad van 16 september 2021.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.8. Ontvangst Deerlijkse deelnemers aan Olympische Spelen - 30 augustus 2021 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wenst de Deerlijkse deelnemers aan de Olympische Spelen te ontvangen op het gemeentehuis om hen te feliciteren met hun uitzonderlijke prestaties.

 

Motivering

 

Julie Vanloo als lid van de Belgian Cats, en Lore Bruggeman in de discipline skateboard street, beide inwoners van Deerlijk, werden geselecteerd voor deelname aan de Olympische Zomerspelen, die plaatsvonden in Tokio van 23 juli tot 8 augustus 2021.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële gevolgen zijn nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist om Julie Vanloo en Lore Bruggeman te ontvangen in het gemeentehuis, op maandag 30 augustus 2021 om 21.30 uur, en hierbij de gemeenteraadsleden, alsook de leden van de sportraad uit te nodigen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.9. Scouts en Gidsen Deerlijk - veiligheids- en Covidplan Fancy Fair - 1-5 september 2021 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Op 9 maart 2021 werd een aanvraag ingediend door Scouts en Gidsen Deerlijk voor de organisatie van Fancy Fair 2021.

 

Omwille van de covid-19 pandemie werd de behandeling van de aanvraag in het voorjaar 2021, meerdere malen uitgesteld overeenkomstig de wettelijke bepalingen en richtlijnen die het organiseren van massa-evenementen de afgelopen maanden verboden.

 

Het dossier werd voor het eerst voorgelegd op de veiligheidscel/ evenementen op vrijdag 11 juni 2021 met daaropvolgend een locatiebezoek op donderdag 24 juni 2021 in het bijzijn van afgevaardigden van HVZ Fluvia en PZ Gavers.

 

Op het college van burgemeester en schepenen van 11 augustus 2021 werden de standaard modaliteiten van de evenementenaanvraag Fancy Fair 2021 reeds goedgekeurd.

 

Het veiligheidsplan, inclusief de overeenkomstige maatregelen en bijzondere modaliteiten voor de organisatie van een massa-evenement met toepassing van de Covid Safe Ticket- toegangscontrole, dient nog voor goedkeuring voorgelegd te worden aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Motivering

 

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

 

          Maatregelen conform veiligheidsplan Fancy Fair 2021

 

Het veiligheidsplan biedt een overzicht van de contactgegevens van de organisatoren, covid- coördinator (toegangscontrole) en de gemeente-, veiligheids- en hulpdiensten die in geval van een noodsituatie kunnen opgeroepen worden.

Daarnaast bevat het veiligheidsplan alle afgesproken maatregelen om de vooraf ingeschatte risico's te vermijden en die zullen worden toegepast om de veiligheid van de bezoeker te garanderen.

 

Gaulthier Verbeke en Elise Biesbrouck treden respectievelijk op als veiligheidsverant- woordelijken. Daarnaast staat Oole Ryckoort in voor de covid- coördinatie.

 

          Bijzondere modaliteiten betreffende de organisatie van een massa-evenement en maatregelen genomen om het event covid-veilig te maken:

 

          Modaliteiten massa-evenement

De organisatie mikt op een gemiddelde van 1500 bezoekers per dag, met uitzondering van woensdagavond en op een totale opkomst van een 5000-tal personen, verspreid over het ganse weekend.

 

De Fancy Fair 2021 wordt georganiseerd volgens de modaliteiten van een massa-evenement conform de bepalingen en regels van het ministerieel besluit en het (Uitvoerend) Samenwerkingsakkoord van toepassing op moment van goedkeuring, waarbij de toegang wordt geregeld op grond van een Covid Safe Ticket (CST) en bijgevolg binnen de perimeter van het evenementen terrein de verplichtingen inzake mondmasker en social distancing komen te vervallen.

 

Op het terrein moeten de bezoekers geen maatregelen meer in acht nemen. De organisatie neemt echter wel nog bijkomende maatregelen:

          bij het toiletbezoek en de eetkramen worden er handontsmettingsmiddelen voorzien;

          toiletten, eetkramen en high-touch oppervlakken worden meermaals per dag ontsmet;

          crew wordt aangeraden een mondmasker te dragen.

 

          Aankomstzone

De aankomstzone bevindt zich op de parking van het Gaverdomein, met ingang via de Vercruysse de Solartstraat en wordt zodanig ingericht dat de social distancing-regels en mondmaskerplicht gerespecteerd worden.

 

Op de parking worden genummerde stippen voorzien zodat mensen per bubbel kunnen aanschuiven voor de security check. Bij drukke momenten zijn op dit terrein ook 2 stewards aanwezig om anderhalve meter afstand te garanderen en de mensen voor te bereiden op de veiligheids- en CST- controle. Dit wordt ook gecommuniceerd door verschillende panelen waar de CST- maatregelen op uitgelegd staan.

 

          Toegangscontrole Covid Safe ticket (CST)/ Digital covid certificate

 

De toegangscontrole gebeurt door middel van het scannen van de QR- code van het corona- certificaat in de covid safe app én overeenkomstige verificatie van de identiteit van de bezoeker.

 

In de aankomstzone kunnen bezoekers aanschuiven in de aangeduide wachtrijen, naargelang de drukte zullen er maximum vier toegangslijnen open zijn. In deze toegangslijn wordt het CST (QR- code) gescand. Daar staat een steward hem op te wachten. De steward heeft een mondmasker op en een smartphone op zak. Op deze smartphone staat de CovidScanBE app geïnstalleerd. Deze app zorgt ervoor dat het CST van de bezoeker privacyveilig gescand kan worden. De steward scant het ticket van de bezoeker. Indien hier een groen vinkje verschijnt vraagt de steward om de eID- kaart van de bezoeker. De naam op de eID- kaart moet overeenkomen met die op het CST. Daarnaast bekijkt de steward ook of de eID- kaart tot deze persoon behoort.

 

Een CST is geldig wanneer:

          bezoeker in bezit is van een vaccinatiecertificaat (volledige inenting + 14 d);

          bezoeker in bezit is van een herstelcertificaat (geldigheidsduur te beginnen 10d na datum positieve PCR-test en 180d na datum van eerste positieve test);

          negatief resultaat PCR-test (geldigheidsduur dag van staalafname +48u);

          negatief resultaat snelle antigeentest afgenomen door (medische) professional (geldigheidsduur dag van staalafname +24u).

 

          Uitgang

De uitgaande stroom wordt volledig gescheiden van de inkomende stroom. Bezoekers verlaten het terrein via de parking van de sporthal zodat de inkomende en uitgaande stroom gescheiden blijft. Indien de ingang reeds gesloten is en er geen toegang meer mogelijk is tot het terrein, dan wordt deze zone enkel nog open gesteld om tijdens de uitstroom de mensen zoveel mogelijk te spreiden.

De uitgang wordt bewaakt door professionele security en bijgestaan door een steward. Beiden controleren zodat niemand tegen de stroom in kan binnenglippen. De uitgang wordt ook telkens aangepast, verbreed naargelang de drukte om een maximale bescherming te bieden tegen buitenstaanders.

 

Om de uitstroom vlot te laten verlopen wordt de ingang ook ingezet als uitgang. Er worden ook borden voorzien om aan te geven dat de bezoeker een CovidSafeZone verlaat.

 

          Ventilatie en verluchting

De festiviteiten vinden louter in openlucht plaats.

 

          Communicatie & sensibilisering

Op het terrein zullen de geldende veiligheidsvoorschriften duidelijk geafficheerd zijn en meermaals herhaald worden.

 

Vooraf voert de organisatie een campagne om ervoor te zorgen dat het publiek perfect op de hoogte is wat van hen verwacht wordt en wat kan en niet kan.

Op sociale media worden meerdere posts gewijd aan de covid- coördinatie. Ten eerste maakt een flowchart duidelijk wie wel en niet welkom is op het terrein en wie wel of niet een CST bezit. Vervolgens wordt ook uitgelegd waar dit CST te vinden is en hoe je deze app correct moet installeren voor gebruik aan de ingang.

De maatregelen bij het aanschuiven en het vertrek worden ook meermaals herhaald en gecommuniceerd. In de wachtrij aan de ingang en aan de uitgang wordt telkens duidelijk gemaakt wat de geldende maatregelen zijn. Dit wordt meermaals herhaald op grote borden.

 

          Hygiëne

De organisator stelt voldoende reinigings- en ontsmettingsmiddelen ter beschikking van de bezoekers om een maximale handhygiëne te waarborgen en desinfecteert regelmatig de gebruikte materialen en high-touch oppervlakken.

Het overeenkomstig hygiëneplan wordt beschikbaar gesteld tijdens de voorziene veiligheidsrondgang op woensdag 1 september 2021.

 

          Procedure besmette personen

Bij melding van een besmet persoon wordt deze bezoeker opgespeurd op het terrein en met behulp van security wordt de persoon verwijderd van het terrein. Deze bezoeker wordt gecommuniceerd naar alle stewards dat hij niet meer welkom is op het terrein.

 

Het einduur, conform de geldende wettelijke bepalingen op het moment waarop de activiteiten plaatsvinden, wordt gerespecteerd.

 

          Aanvraag gemeentelijke ondersteuning

 

De organisator vraagt het college van burgemeester en schepenen gemeentelijke ondersteuning wat betreft:

          het beschikbaar stellen van een standpijp om de sanitaire voorzieningen op aan te sluiten;

          wateraansluiting voor bar- en afwaszone;

          parkeermogelijkheid voor de koeltrailer waarin de voorraad drank wordt gestockeerd.

 

2. De evenementen-veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:

 

De evenementencel verwijst naar de verschillende mailings, overlegmomenten en bijhorende verslagen & documenten waarbij de organisator gewezen wordt op de verschillende bijzondere modaliteiten en overeenkomstige verantwoordelijkheden, van toepassing bij de organisatie van een massa-evenement gezien de huidige coronatijden.

 

Daarnaast dienen de maatregelen opgenomen in het Veiligheidsplan (versie augustus 2021) strikt toegepast te worden, onder voorbehoud van eventuele wijzigende wetgeving op het moment dat de vooropgestelde activiteiten plaatsvinden.

Uiteraard dient de covid-problematiek en overeenkomstige wet- en regelgeving verder strikt opgevolgd te worden en kunnen bijgevolg de te nemen maatregelen nog wijzigen doorheen de dagen voorafgaand aan de festiviteiten.

 

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

Dit geldt ook voor alle constructies geplaatst op het evenemententerrein zoals tenten en podia. Gevraagde documentatie dient ter beschikking gesteld te worden van de veiligheidsdiensten op de voorziene veiligheidsrondgang op woensdag 1 september 2021.

 

De evenementencel verleent op basis van de beschikbare info op 19 augustus 2021, een gunstig advies mits het strikt en correct toepassen van de covidmaatregelen conform de geldende wetgeving en richtlijnen en vastgelegd in sectorspecifieke protocollen die van toepassing zijn op het moment waarop de activiteit plaatsvindt.

 

Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen na de veiligheidsrondgang op woensdagmiddag 1 september 2021.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Ministerieel besluit van 27 juli 2021, houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 inzake dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement. De veiligheidsverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits het strikt en correct toepassen van de coronamaatregelen conform de geldende wetgeving en richtlijnen en vastgelegd in sectorspecifieke protocollen die van toepassing zijn op het moment waarop de activiteit plaatsvindt.

 

Daarnaast dienen de maatregelen opgenomen in het Veiligheidsplan strikt toegepast te worden, onder voorbehoud van eventuele wijzigende wetgeving op het moment dat de vooropgestelde activiteiten plaatsvinden.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen staat de gevraagde gemeentelijke ondersteuning toe.

 

Alle kosten voor het waterverbruik zijn ten laste van de organisator en zullen worden doorgerekend.

 

Artikel 3

 

De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.10. Straatfeest -Kleine Klijtstraat - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor de verschillende onderdelen van de aanvraag voor het houden van een straatfeest in de Kleine Klijtstraat te Deerlijk.

 

Motivering

 

Vanpoucke Brecht wenst een straatfeest te organiseren in de Kleine Klijtstraat op zondag 5 september 2021.

 

Zij vragen daarbij:

 

          politionele medewerking

 

Het verkeersvrij houden van de Kleine Klijtstraat op zondag 5 september 2021 van 8.30 uur tot en met 21.00 uur.

 

PZ Gavers vraagt de geldende COVID-19 maatregelen, van toepassing op datum van de activiteit, strikt te willen toepassen.

 

PZ Gavers verleende op 23 augustus 2021 positief advies en voorziet de nodige verkeersmaatregelen conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met identiek nummer 1374895.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Plaatsing verkeerssignalisatie

          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit straatfeest.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

 

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.11. Onderwijs - BBO De KIM & De SAM - tijdelijke aanstelling schoonmaakpersoneel - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 5 ja-stemmen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.12. Onderwijs - BBO De KIM & De SAM - tijdelijke aanstelling refterpersoneel - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 5 ja-stemmen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.13. Onderwijs - BBO De KIM & De SAM - aanstelling busbegeleiding -

goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 4 ja-stemmen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.14. OMV 2021_74 - Breestraat 25 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het het uitbaten van een exploitatie voor het mengen, afvullen en stockeren van vloeibare biociden, op een perceel gelegen Breestraat 25 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 210 G aangevraagd door de heer Bernard Vercaemst namens BIO SERVICES INTERNATIONAL NV gevestigd Jagershoek 13 te 8570 Anzegem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 16 augustus 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Er wordt een afwijking verleend op artikel 5.5.1.2 §1. van de sectorale voorwaarden van Vlarem II betreffende de afstandsregels en meer bepaald op het verbod voor het exploiteren van een inrichting die biociden verwerkt, binnen een straal van 100 m van woongebied.

        Met uitzondering van de hierboven vermelde afwijking zijn de algemene en sectorale milieuvoorwaarden, met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken, van toepassing. Deze staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

        Het brandvoorkomingsverslag zoals gevoegd bij het advies van de brandweerzone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming: gebied voor milieubelastende industrie.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 september 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een ververij.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 september 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor het herbouwen van een deel van de fabriek met uitbreiding en burelen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 juli 2000 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen en inrichten van waterzuiveringsinstallatie.

 

Relevante milieuvergunningen

 

Volgende pré-Vlarem vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 31 juli 1975 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het exploiteren van een textielververij.

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 28 september 1977 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het lozen van afvalwater in de riolering.

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 8 februari 1980 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor de installatie van een stoomgenerator.

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 25 november 1982 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het in gebruik nemen van een stoomketel.

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 4 mei 1988 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het lozen van industrieel afvalwater in de riool.

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning afgeleverd op 15 december 1994 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het exploiteren van een textielververij.

        Milieuvergunning afgeleverd op 19 juli 2000 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden van een textielververij met een waterzuiveringsinstallatie.

        Milieuvergunning afgeleverd op 20 januari 2000 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden van een textielververij met uitbreiden met 2 afboordmachines, 3 draaitafels en het vervangen van 15 verftoestellen en uitbreiden met 3 zwierders, 3 heftafels en 2 drogers.

        Milieuvergunning afgeleverd op 14 juni 2001 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het vervangen van een boorput met behoud van het opgepompte debiet.

        Milieuvergunning afgeleverd op 23 januari 2003 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het wijzigen van de voorwaarden bij een textielververij.

        Milieuvergunning afgeleverd op 15 april 2004 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het wijzigen van een textielververij.

        Milieuvergunning afgeleverd op 18 mei 2006 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor een exploitatie met het verwerken en bewerken van kunststofproducten.

        Milieuvergunning afgeleverd op 1 juni 2006 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het exploiteren van een textielververij.

        Milieuvergunning afgeleverd op 7 juni 2007 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden van het verder exploiteren, wijzigen en uitbreiden van een textielververij.

        Milieuvergunning afgeleverd op 29 mei 2008 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor de hernieuwing van de grondwaterwinning bij een textielververij.

        Milieuvergunning afgeleverd op 4 november 2008 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden van textielopslag met 300 ton.

        Melding van overname op 12 november 2009 geakteerd door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen.

        Milieuvergunning afgeleverd op 10 november 2011 en 20 oktober 2016 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het verder exploiteren, uitbreiden en wijzigen van een textielververij.

        Milieuvergunning afgeleverd op 22 mei 2014 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het wijzigen van de lozingsnormen en exploiteren van een grondwaterwinning.

        Milieuvergunning afgeleverd op 19 juli 2000 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden van een textielververij met een waterzuiveringsinstallatie.

 

Relevante omgevingsvergunningen

 

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 25 oktober 2018 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het wijzigen van de vergunningsvoorwaarden voor totaal stikstof en antimoon.

        Melding van gehele stopzetting van de activiteiten op 20 augustus 2020 geakteerd door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Breestraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De ganse bedrijfssite wordt opgesplitst in een deel waar de exploitant van deze aanvraag activiteiten uitvoert, het linker deel,  alsook een rechter deel dat verhuurd wordt voor opslag van goederen. Zowel links als rechts van de bedrijfssite zijn bedrijven actief. Aan de overzijde van de Breestraat is een landbouwgebied aanwezig. De Breestraat zelf is voorzien van een laanbeplanting met Platanen.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft geen betrekking op een stedenbouwkundige handeling.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Het bedrijf Bio Services International staat in voor het mengen en afvullen van vloeibare biociden. Om hun capaciteit te kunnen vergroten willen ze een deel van de vroegere site van Ovelacq huren. Op deze site wenst Bio Services een nieuwe meng- en afvulinstallatie voor vloeibare producten te plaatsen alsook enkele poederproducten. De installatie omvat een viertal mengkuipen alsook enkele afvullijnen. Op de site worden de benodigde grondstoffen opgeslagen in kader van productie. Ook de afgewerkte producten worden tijdelijk opgeslagen om dan efficiënt en periodiek te vervoeren naar een stockageplaats van waaruit de producten naar de handel kan vervoerd worden.

Breestraat 25 is gelegen in industriegebied, meer bepaald voor milieubelastende industrie.

Volgens het gewestplan ligt de site op minder dan 100 m van woonuitbreidingsgebied (77m).

Het woonuitbreidingsgebied is in het RUP Molenhoek ook deels omgezet naar woongebied,

met de dichtstbijzijnde woning op 115 m van de inrichting.

Gezien de activiteiten van Bio Services International en de nabijheid van

woonuitbreidingsgebied wordt er een afwijking gevraagd voor artikel 5.5.1.2.§1.

“Tenzij het anders is vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, is het verboden inrichtingen als vermeld in rubriek 5.1, 5.2, 5.4 en 5.5 van de indelingslijst, te exploiteren die geheel of gedeeltelijk gelegen zijn :

 in een waterwingebied of een beschermingszone type I, II of III;

 in een ander gebied dan een industriegebied

 op minder dan 100 meter afstand van :

a)  een woongebied

b)  een parkgebied

c)  een recreatiegebied.”

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.4.1°a)

Lozen van bedrijfsafvalwater (Nieuw)

0,5 m³/uur

3

5.2.

Verpakken van biociden (alsook reinigingsmiddelen) (Nieuw)

500 ton per jaar

2

5.4.1°

Productie van biociden (, reinigings- en poetsmiddel) (Nieuw)

500 ton/jaar

2

12.3.2°

Batterijladers heftrucks

5) 75 kW aan batterijladers

C6) 7 kW aan batterijladers (Nieuw)

82 kW

3

15.1.1°

Stallen van bedrijfsvoertuigen

5) 5 heftrucks

C6) 1 heftruck (Nieuw)

6 aantal voertuigen

3

16.3.2°a)

Compressor

11: compressor van 75 kW

C5: compressor van 5,5 kW (Nieuw)

80,5 kW

3

17.3.2.1.2.1°

Opslag ontvlambare vloeistoffen (cat. 3):

grondstoffen voor productie (Nieuw)

10 ton

3

17.3.2.2.2°b)

Opslag ontvlambare vloeistoffen (cat. 1 en/of 2): grondstoffen, hoofdzakelijk ethanol voor de

productie van handdesinfectiegel. (Nieuw)

20 ton

2

17.3.3.2°a)

Opslag oxiderende stoffen: voornamelijk zwembadproducten, in kleine verpakkingen

7) 45 ton

C11) 3 ton (Nieuw)

48 ton

2

17.3.4.2°a)

Opslag bijtende stoffen: tijdelijke opslag afgewerkte producten.

7) 65 ton

C11) 5 ton (Nieuw)

70 ton

2

17.3.5.1°a)

Opslag giftige stoffen: grondstoffen voor productie (Nieuw)

1000 kg

3

17.3.6.2°a)

Opslag schadelijke stoffen: tijdelijke opslag van afgewerkte producten

7) 77,4 ton

C11) 10 ton (Nieuw)

87,4 ton

2

17.3.7.1°a)

Opslag op lange termijn schadelijke stoffen: grondstoffen en tijdelijke opslag afgewerkte producten

7) 13,15 ton

C11) 2 ton (Nieuw)

15,15 ton

3

17.3.8.2°

Opslag milieugevaarlijke stoffen: tijdelijke opslag afgewerkte producten.

7) 140,05 ton

C11) 10 ton (Nieuw)

150,5 ton

2

23.3.1°a)

Opslag verpakkingen: bidons, flessen, emmers

8) 75 ton

C12) 10 ton (Nieuw)

85 ton

3

24.2.

Labo voor productontwikkeling en kwaliteitscontrole (Nieuw)

1 labo

3

33.4.1°a)

Opslag van kartonnen verpakkingen

10) 90 ton

C12) 10 ton (Nieuw)

100 ton

3

34.2.1°a)

Productie reinigingsmiddelen en poetsmiddel m.b.v. mengmotoren (Nieuw)

50 kW

3

43.1.1°a)

Stookinstallaties voor verwarming:

11) stookinstallatie op gas 450 kW

C9) vivox 300 kW (Nieuw)

750 kW

3

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 22 mei 2021 tot 20 juni 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

De hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 12 mei 2021. De adviesinstantie bracht op 28 juni 2021, ontvangen op 14 juli 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Voor zoveel rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag wordt de aanvraag gunstig geadviseerd.’

 

Het Vlaamse Agentschap voor Zorg en Gezondheid werd om advies verzocht op 12 mei 2021. De adviesinstantie bracht geen advies uit.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De eigendom is volgens het origineel gewestplan Kortrijk, goedgekeurd op 4 november 1977 gelegen in een gebied voor milieubelastende industrieën.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten,               namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. De gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die               om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op de exploitatie van een nieuw bedrijf dat gespecialiseerd is in het verwerken en verpakken van biociden zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Breestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Organisatie van het personenverkeer van en naar het project

Binnen de inrichting zullen ongeveer 10 à 15 werknemers tewerkgesteld worden. Het

personenverkeer gebeurt voornamelijk met de fiets of de wagen. Op de site zijn

voldoende parkeerplaatsen voor de personenwagens van de werknemers voorzien.

De werkuren zijn van maandag tot vrijdag van 8u15 tot 12u15 en van 12u45 tot 16u45.

 

Organisatie goederentransport

Grondstoffen worden geleverd door de leveranciers met vrachtwagens (vb. Brenntag) tot

zo’n 5 keer per dag. Afgewerkte producten worden met vrachtwagens vervoerd, dit zo’n 3 keer per dag. Op de site zelf is er voldoende ruimte om vrachtwagens te parkeren.

De vrachtwagenbewegingen vinden plaats tussen 7u ’s ochtend en 19u ’s avonds.

 

Transportroutes

Via de Breestraat en de N36, kan de huidige inrichting in Vichte (Jagershoek 13) vlot bereikt worden. Anderzijds is er ook een vlotte verbinding met de E17 richting Kortrijk of Gent.

 

Relevante potentiële effecten op de bodem

Vloeibare producten worden op inkuipingen geplaatst en de zone met de afvullijn is voorzien

van een vloer uit epoxy-mortel (vloeistofdicht). De batterijladers van heftrucks staan in een aparte ruimte opgesteld met een ondoordringbare en voor elektrolyten inerte vloer.

Er dient een oriënterend bodemonderzoek (OBO) uitgevoerd te worden iedere 10 jaar en

bij overname, stopzetting en faillissement. Volgens het geoloket van Ovam werd het laatste

OBO gerapporteerd op 28 januari 2019 (dossiernummer 22352) en een laatste beschrijvend

bodemonderzoek op 14 mei 2020. Gezien bovenstaande maatregelen en de opvolging van de bodemonderzoeken door OVAM kan gesteld worden dat de effecten op de bodem niet aanzienlijk zullen wijzigen.

 

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Er wordt geen bijkomende verharding of gebouwen voorzien en de aanwezige infrastructuur blijft behouden zodat kan aangenomen worden dat de effecten op het watersysteem niet aanzienlijk zullen wijzigen.

 

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Mogelijke bronnen van emissies zijn twee aanwezige stookinstallaties en geuremissie afkomstig van de verwerkte producten. Beide stookinstallaties hebben een nominaal vermogen van 300 kW of meer waardoor zij gebonden zijn aan een verplicht 2-jaarlijks onderhoud en een 5-jaarlijkse emisssiemeting. Dit onderhoud en deze emissiemetingen zullen stipt uitgevoerd worden. Niet geleide geuremissie kan afkomstig zijn van de verwerking van de verschillende producten. Alle producten worden in gesloten IBC containers geleverd alsook afgesloten verpompt naar de mengkuipen. Daar worden de verschillende producten gemengd met water tot de gewenste concentratie voor het eindproduct. Bij dit mengen is er afzuiging voorzien. Hetgeen afgezogen wordt is hoofdzakelijk waterdamp. Voor het personeel is er indien nodig extra bescherming voorzien, maar vaak is de afzuiging voldoende. De afgezogen lucht zelf draagt geen geur. Het ganse verwerkingsproces bevindt zich binnen de gebouwen. Er wordt steeds gewerkt met gesloten deuren en poorten waardoor kan aangenomen worden dat er geen aanzienlijke effecten zullen zijn op de luchtkwaliteit.

 

Relevante potentiële effecten van geluid of trillingen ten gevolge van de aanvraag

Mogelijke geluidsbronnen kunnen zijn:

-          Laden en lossen van de grondstoffen en de eindproducten

-          Het mengen van de biociden met behulp van mengmotoren

Gezien de aard van de activiteit zijn geen bronnen van trillingen te verwachten.

Om de geluidshinder tot een minimum te beperken worden volgende maatregelen genomen:

-          De machines staan allemaal binnen opgesteld waardoor geen geluid van binnen de inrichting in de omgeving waargenomen wordt.

-          Er wordt steeds gewerkt met gesloten deuren en poorten.

-          De werkuren zijn beperkt van 8u15 tot 16u45 en de levering van goederen wordt beperkt van 7u tot 19u.

Gezien bovenstaande maatregelen en de ligging in milieubelastende industrie kan gesteld worden dat de effecten door geluid en trillingen niet aanzienlijk zullen wijzigen.

 

Relevant potentieel risico op zware ongevallen of rampen

Op de site worden gevaarlijke producten opgeslagen en chemicaliën gemengd tot biocide

en onderhoudsproducten. Het betreft zowel vloeibare als vaste producten die worden gemengd tot een vloeibaar of poedervormig eindproduct. Er worden seizoensmatig ook tijdelijk chloortabletten voor het reinigen van zwembaden opgeslagen om de maximale vergunde opslaghoeveelheid in Vichte niet te overschrijden.

De inrichting zelf betreft geen Seveso-inrichting. De opslaghoeveelheid wordt gemonitord

ten einde de drempelwaarden zeker niet te overschrijden.

Gezien de situering van een woonuitbreidingsgebied in de nabije omgeving, wordt een

afwijking gevraagd op artikel 5.5.1.2 §1. van Vlarem II.

De inrichting is voorzien van voldoende nooduitgangen en voldoende blusapparatuur

(haspels en blustoestellen). Er is een algemeen rookverbod van toepassing dat zal

aangegeven worden door middel van gevarenpictogrammen. Momenteel is er nog geen

advies ingewonnen bij de brandweer aangezien de inrichting nu niet is ingericht voor Bio

Services International. Wel heeft BSI al een inrichting te Vichte die voldoet aan het advies

van de brandweer. Deze zelfde normen en principes worden in de huidige inrichting zeker

gerespecteerd. Eenmaal mogelijk zal bijkomend advies van de brandweer worden gevraagd

en opgevolgd. Bij de opslag van de gevaarlijke producten zal rekening gehouden worden met de afstandsregels alsook bijzondere aandacht bij stoffen die met elkaar kunnen reageren.

Rekening houdend met bovenstaande kan gesteld worden dat de risico’s op zware ongevallen of rampen niet aanzienlijk zullen wijzigen.

 

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen ten gevolge van de aanvraag andere dan deze ten gevolge van opslag en verwerking

De voortgebrachte afvalstoffen zijn verpakkingsafval van de grondstoffen en een zekere hoeveelheid restafval. Hiervoor is een contract met een erkend ophaler/verwerker van afvalstoffen. De lege vaten en IBC’s worden gewoonlijk teruggenomen door de leveranciers van de chemicaliën in functie van hergebruik. Bij gebruik van de grondstoffen is door het eenvoudige productieproces geen verspilling en zijn er geen reststromen. Bij het verpakkingsmateriaal wordt steeds een minimumaantal besteld om te vermijden dat er verpakkingen moeten vernietigd worden ten gevolge van gewijzigde wetten en verplichtingen.

 

Afwijking van de algemene en/of sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het Vlarem

Er wordt een afwijking gevraagd op de afstandsbepalingen ten opzichte van woongebied. Art. 5.5.1.2. §1 stelt dat bij de rubriek 5.4 (productie van biociden) een minimum afstand van 100 m moet behouden blijven tussen de productiesite en het dichtst gelegen woongebied. In de nabije omgeving van de site bevindt zich woonuitbreidingsgebied (volgens het gewestplan) en woongebied (volgens het RUP Molenhoek). Het gebouw waarbinnen de biociden worden verpakt en tijdelijk worden opgeslagen ligt op 77 m van het woonuitbreidingsgebied en 104 m van het woongebied (RUP Molenhoek). De afstand tot het dichtst gelegen huis (in woongebied) bedraagt 115 m.  De verpakkingslijn en de menglijn liggen tegen de noordelijke muur. Deze kan als veiligheidsscherm worden beschouwd. Langs zowel de westelijke als de oostelijke muur is er via een poort rechtstreeks toegang tot de inrichting. De deuren zijn afgesloten met een tussenruimte. Er is geen toegang in de noordelijke muur en dus geen opening naar de woningen toe. Gezien bovenstaande beschrijving van de situatie, de activiteiten op zich geen effect hebben op het woonuitbreidingsgebied en gezien het woongebied zich op meer dan 100 m afstand bevindt, wordt geoordeeld dat een afwijking van Art. 5.5.1.2. § 1 van de sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II met betrekking tot de afstand van 100 m, kan toegestaan worden.

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op een nieuw bedrijf in een gebied voor milieubelastende industrie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De aanvraag heeft geen betrekking op uitbreiding van de bestaande bedrijfsgebouwen zodat de impact op de omgeving zowel naar schaal als naar  ruimtegebruik beperkt zal zijn. Er wordt een afwijking gevraagd van de sectorale voorwaarden van Vlarem II met betrekking tot de afstandsregels ten opzichte van woongebied. De beoordeling van deze vraag tot afwijking is terug te vinden in de ‘milieutechnische aspecten’ van dit besluit. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Hulpverleningszone Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.

 

Het Vlaams Agentschap voor Zorg en Gezondheid

De adviesinstantie gaf geen advies uit zodat een beoordeling niet aan de orde is.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Bernard Vercaemst namens BIO SERVICES INTERNATIONAL NV gevestigd Jagershoek 13 te 8570 Anzegem, voor het het uitbaten van een exploitatie voor het mengen, afvullen en stockeren van vloeibare biociden, op een perceel gelegen Breestraat 25 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 210 G, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Er wordt een afwijking verleend op artikel 5.5.1.2 §1. van de sectorale voorwaarden van Vlarem II betreffende de afstandsregels en meer bepaald op het verbod voor het exploiteren van een inrichting die biociden verwerkt, binnen een straal van 100 m van woongebied.

        Met uitzondering van de hierboven vermelde afwijking zijn de algemene en sectorale milieuvoorwaarden, met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken, van toepassing. Deze staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

        Het brandvoorkomingsverslag zoals gevoegd bij het advies van de brandweerzone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.4.1°a)

Lozen van bedrijfsafvalwater (Nieuw)

0,5 m³/uur

3

5.2.

Verpakken van biociden (alsook reinigingsmiddelen) (Nieuw)

500 ton per jaar

2

5.4.1°

Productie van biociden (, reinigings- en poetsmiddel) (Nieuw)

500 ton/jaar

2

12.3.2°

Batterijladers heftrucks

5) 75 kW aan batterijladers

C6) 7 kW aan batterijladers (Nieuw)

82 kW

3

15.1.1°

Stallen van bedrijfsvoertuigen

5) 5 heftrucks

C6) 1 heftruck (Nieuw)

6 aantal voertuigen

3

16.3.2°a)

Compressor

11: compressor van 75 kW

C5: compressor van 5,5 kW (Nieuw)

80,5 kW

3

17.3.2.1.2.1°

Opslag ontvlambare vloeistoffen (cat. 3):

grondstoffen voor productie (Nieuw)

10 ton

3

17.3.2.2.2°b)

Opslag ontvlambare vloeistoffen (cat. 1 en/of 2): grondstoffen, hoofdzakelijk ethanol voor de

productie van handdesinfectiegel. (Nieuw)

20 ton

2

17.3.3.2°a)

Opslag oxiderende stoffen: voornamelijk zwembadproducten, in kleine verpakkingen

7) 45 ton

C11) 3 ton (Nieuw)

48 ton

2

17.3.4.2°a)

Opslag bijtende stoffen: tijdelijke opslag afgewerkte producten.

7) 65 ton

C11) 5 ton (Nieuw)

70 ton

2

17.3.5.1°a)

Opslag giftige stoffen: grondstoffen voor productie (Nieuw)

1000 kg

3

17.3.6.2°a)

Opslag schadelijke stoffen: tijdelijke opslag van afgewerkte producten

7) 77,4 ton

C11) 10 ton (Nieuw)

87,4 ton

2

17.3.7.1°a)

Opslag op lange termijn schadelijke stoffen: grondstoffen en tijdelijke opslag afgewerkte producten

7) 13,15 ton

C11) 2 ton (Nieuw)

15,15 ton

3

17.3.8.2°

Opslag milieugevaarlijke stoffen: tijdelijke opslag afgewerkte producten.

7) 140,05 ton

C11) 10 ton (Nieuw)

150,5 ton

2

23.3.1°a)

Opslag verpakkingen: bidons, flessen, emmers

8) 75 ton

C12) 10 ton (Nieuw)

85 ton

3

24.2.

Labo voor productontwikkeling en kwaliteitscontrole (Nieuw)

1 labo

3

33.4.1°a)

Opslag van kartonnen verpakkingen

10) 90 ton

C12) 10 ton (Nieuw)

100 ton

3

34.2.1°a)

Productie reinigingsmiddelen en poetsmiddel m.b.v. mengmotoren (Nieuw)

50 kW

3

43.1.1°a)

Stookinstallaties voor verwarming:

11) stookinstallatie op gas 450 kW

C9) vivox 300 kW (Nieuw)

750 kW

3

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.15. OMV 2021_109 - Harelbekestraat 23 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een veranda en het verbouwen/uitbreiden van de berging, op een perceel gelegen Harelbekestraat 23 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 17 L7 aangevraagd door Jean-Luc Raguet wonende Harelbekestraat 23 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  23 augustus 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 juni 1957 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 495 m² en is gelegen langs de Harelbekestraat in de kern van Deerlijk. De Harelbekestraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een centrumstraat geflankeerd met kernbebouwing.

Het perceel is bebouwd met een halfopen bebouwing met wachtgevel en is gelegen naast het gemeentehuis. De eengezinswoning is opgetrokken in metselwerk, met 2 bouwlagen en een hellend dak. De bouwdiepte van het hoofdvolume bedraagt 9 m. Achteraan de woning, op de rechterzijgevel, is een uitbouw aanwezig waardoor de totale bouwdiepte op de perceelsgrens +/- 20 m bedraagt. De uitbouw bestaat uit 1 bouwlaag en een plat dak. Op een afstand van ongeveer 4 m bevindt zich op de linkerperceelsgrens een bijgebouwtje met een oppervlakte van ongeveer 10 m², opgetrokken in metselwerk met een lessenaarsdak. Achteraan de woning bevindt zich een ruim terras.

 

De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning met een veranda en berging en het renoveren van de bestaande berging.

De veranda bevindt zich achteraan de woning, tussen de bestaande achterbouw, de bestaande berging en de linkerperceelsgrens. De uitbreiding heeft een breedte van 5,50 m op een diepte van 4,45 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 2,50 m. Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft glas in combinatie met een plint van 0,80 m in metselwerk.

De bestaande afzonderlijke bergruimte wordt verbouwd. Het lessenaarsdak wordt vervangen door een plat dak. Achteraan de berging wordt een nieuwe berging voorzien met een breedte van 2,50 m en een diepte van 1,40 m en afgewerkt met een plat dak. De nieuwe berging wordt opgetrokken in metselwerk. De hoogte bedraagt 2,50 m.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanpalende eigenaars werden op 8 juli 2021 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen en uitbreiden van een bestaande woning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Harelbekestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze stedelijke omgeving. De inplanting van de woning op de rooilijn blijft ongewijzigd. De veranda en de nieuwe bergplaats worden gerealiseerd achteraan de woning en sluiten aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel. Het hoofdvolume van de woning blijft ongewijzigd. De veranda wordt voorzien over de volledige breedte, de nieuwe berging achteraan de bestaande. De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op die manier op +/- 20 m gebracht, wat aanvaardbaar is in deze woonomgeving. Het perceel is voldoende diep. Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren, de bouwhoogte is aanvaardbaar. De muren op de perceelsgrens worden gewijzigd. De bouwhoogte wordt verlaagd. Hiervoor werd het akkoord verkregen van de eigenaar van het betreffende buurperceel. Het gevraagde is inpasbaar in de omgeving. De voorgevel blijft ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld.

De veranda wordt voorzien op het bestaande terras. De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. Na de werken is er voldoende contact tussen de leefruimtes en de tuinzone, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jean-Luc Raguet wonende Harelbekestraat 23 te 8540 Deerlijk, voor het plaatsen van een veranda en het verbouwen/uitbreiden van de berging, op een perceel gelegen Harelbekestraat 23 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 17 L7.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.16. OMV 2021_111 - Nieuwstraat 10 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van de eengezinswoning, op een perceel gelegen Nieuwstraat 10 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 341 G2 aangevraagd door Emiel Vanslambrouck wonende Nieuwstraat 10 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  23 augustus 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Alle afwatering (zowel DWA als RWA) dient gerealiseerd te worden op eigen terrein

        De topgevel aan de rechterzijde  moet afgewerkt worden in een gevelsteen of een steenstrip conform de kleur en afmetingen zoals het materiaal van de voorgevel.

        Het platte dak van de gelijkvloerse bouwlaag mag niet aangelegd noch gebruikt worden als dakterras. Het plat dak mag enkel toegankelijk zijn voor het gebruikelijke onderhoud.

        De raam- en deuropening in de linkergevel kan enkel voorzien worden indien hiervoor een overeenkomst bestaat met de aanpalende eigenaar, zo niet wordt zowel de raam- als deuropening uitgesloten van vergunning.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 juni 1956 door het college van burgemeester en schepenen voor het verfraaien van de voorgevel van de beenhouwerij: plaatsen van plint in arduin en bezetten van de voorgevel in rode plaketten.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 200 m² en is gelegen langs de Nieuwstraat in de kern van Deerlijk. De Nieuwstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een éénrichtingsstraat geflankeerd met centrumbebouwing.

Het perceel is zo goed als volledig bebouwd. Op het perceel bevindt zich een voormalige slagerij met werkruimte.  Het hoofdvolume met een bouwdiepte van ongeveer 7 m, werd  opgetrokken in metselwerk, bestaat uit twee bouwlagen en een hellend dak en bevindt zich op de rooilijn. Het nevenvolume bestaat uit 1 bouwlaag met een plat dak. Het nevenvolume werd opgetrokken rondom een binnenkoer. Op de foto’s is te merken dat het nevenvolume reeds volledig gesloopt werd.

 

De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een oorspronkelijke slagerij naar  eengezinswoning. De verbouwing bestaat zowel uit het slopen en heropbouwen van de achterbouw, het optrekken van het hoofdvolume als uit het vernieuwen van het volledige dak. De voorgevel wordt gewijzigd en de woning wordt intern grondig verbouwd. De bestaande af te breken bebouwing heeft een oppervlakte van ongeveer 100 m² en bevindt zich op alle perceelsgrenzen.

Op de plaats van de te slopen constructies wordt een nieuwbouw voorzien. De uitbreiding bevindt zich achteraan de woning, op zowel de linker- als de rechterkavelgrens en op min. 13,22 m van de achterste kavelgrens. De uitbreiding heeft een breedte van 6,73 m op een diepte van 3,98 m en wordt afgewerkt met een plat dak. Tot op een afstand van 4 m ten opzichte van de linkerperceelsgrens wordt de uitbreiding opgetrokken met 2 bouwlagen en een kroonlijsthoogte van 6,10 m, de resterende 2,64 m ten opzichte van de rechterperceelsgrens wordt opgetrokken met 1 bouwlaag met plat dak met een hoogte van 3,40 m.

De kroonlijsthoogte van het hoofdvolume wordt zowel ter hoogte van de voor- als van de achtergevel opgetrokken tot een hoogte van 6,10 m. De raam- en deuropening in de voorgevel worden gewijzigd.

Het materiaalgebruik voor het hoofdvolume betreft roodbruine baksteen met zwarte vlakke dakpannen en zwart aluminium buitenschrijnwerk. Het materiaalgebruik voor het volume van de achterbouw betreft houten gevelbekleding met een aluminium dakrandprofiel en zwart aluminium buitenschrijnwerk. Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkom/berging, zitplaats, eetkamer, keuken en wc. In de linkerzijgevel wordt een bijkomende deuropening voorzien. Op het verdiep worden 2 slaapkamers en een badkamer voorzien. Onder het dak bevindt zich nog een zolderruimte.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden op 2 juli 2021 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. Er werd naar aanleiding van de adviesvraag één bezwaar ontvangen op 23 juli 2021. Het bezwaar bevat samengevat de volgende elementen:

Bezwaarindiener vreest dat het plat dak van het nieuw te bouwen nevenvolume zal gebruikt worden als dakterras aangezien de mogelijkheid voorzien wordt (door de realisatie van een deur en een raam in plaats van 2 ramen) om vanuit de eerste verdieping van de woning op een eenvoudige wijze het dak te betreden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen en uitbreiden van een bestaande woning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Nieuwstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

Er wordt opgemerkt dat een deeltje van de RWA en DWA-afvoer en de aansluiting op het openbaar domein, gebeurt op de eigendom van de naastliggende buren. Dat is niet wenselijk. Alle afwatering dient te gebeuren via eigen terrein. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een voormalige slagerij naar een eengezinswoning. De woonfunctie is passend binnen de stedelijke omgeving.

De inplanting op de rooilijn blijft ongewijzigd. De nieuwe achterbouw wordt gerealiseerd op ongeveer dezelfde plaats als de bestaande achterbouw en sluit aan op het hoofdvolume. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

De kroonlijst van het hoofdvolume wordt opgetrokken waardoor de volume-eenheid met de linkerwoning doorbroken wordt. Gezien de grote variatie in het straatbeeld qua hoogte, is dit aanvaardbaar. De voorgevel wordt grondig gerenoveerd en integreert zich door zijn materiaalgebruik (metselwerk) en bouwhoogte binnen de bestaande bebouwing. De nieuwe topgevel wordt langs de rechterzijgevel afgewerkt met vlakke, grijze rockpanel platen. Teneinde de integratie te bevorderen wordt opgelegd dat de topgevel afgewerkt moet worden in een gevelsteen of een steenstrip conform de kleur en afmetingen zoals het materiaal van de voorgevel. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.


De bestaande achterbouwen worden vervangen door een nieuwe, ruime achterbouw over de volledige perceelsbreedte. De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op die manier tot op 11,07 m gebracht, hetgeen aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. Het perceel is immers eerder smal en een dergelijke gelijkvloerse bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe.

Er wordt weinig hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren, de bouwhoogte is aanvaardbaar. De muur op de rechterperceelsgrens blijft behouden. Op de linkerperceelsgrens wordt de muur opgetrokken tot een hoogte van 6,10 m. De achterbouw integreert zich door het materiaalgebruik (houten gevelbekleding) in de directe omgeving.

 

De sloop van de huidige achterbouwen en de realisatie van een nieuwe achterbouw betekenen een sanering van de bebouwing op het perceel.

In de linkerzijgevel wordt, richting het perceel van de linkerburen, een raam- en deuropening voorzien. Dat betekent dat er toegang genomen wordt tot de woning via een perceel dat niet van de eigenaar is. In het dossier is hiertoe geen enkele toelating te vinden. Anderzijds is op het aanpalend perceel reeds een erfdienstbaarheid gevestigd ten behoeve van een andere eigenaar waardoor bij een eventuele toekomstige herbouw van de woning Nieuwstraat 12 steeds een doorgang behouden blijft (eventueel overbouwd). Het plaatsen van een raam- en deuropening in de linkergevel kan bijgevolg enkel indien hiervoor de nodige overeenkomst bestaat met de aanpalende eigenaar, zo niet wordt het plaatsen van deze raam- en deuropening in de linkergevel uitgesloten van vergunning. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

Achter de woning wordt een terras aangelegd. De woning beschikt over een voldoende tuinzone om een kwalitatieve stadstuin te kunnen aanleggen. Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

 

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden één bezwaar geformuleerd. Het bezwaar werd tijdig ingediend en is ontvankelijk. Een samenvatting van dit bezwaar is terug te vinden in hoofdstuk 4. Raadpleging aanpalende eigenaar.

Omtrent het ingediende bezwaar wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

Volgens de bouwplannen is het platte dak slechts toegankelijk via een raam in de badkamer waarbij de dorpel van het raam zich op een afstand van 0,59 m boven de dakrand van de eerste bouwlaag bevindt. Over de reeds uitgevoerde werken zijn geen foto’s toegevoegd aan het bezwaar waardoor niet geoordeeld kan worden of hier al dan niet een deur voorzien is.

Teneinde echter te voorkomen dat het platte dak alsnog aangewend zal worden als dakterras met de mogelijkse hinder voor de aanpalenden wordt voorgesteld om in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning op te nemen dat het platte dak van de gelijkvloerse bouwlaag niet mag aangelegd noch gebruikt worden als dakterras. Het plat dak mag enkel toegankelijk zijn voor het gebruikelijke onderhoud.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Emiel Vanslambrouck wonende Nieuwstraat 10 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen en uitbreiden van de eengezinswoning, op een perceel gelegen Nieuwstraat 10 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 341 G2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Alle afwatering (zowel DWA als RWA) dient gerealiseerd te worden op eigen terrein

        De topgevel aan de rechterzijde moet afgewerkt worden in een gevelsteen of een steenstrip conform de kleur en afmetingen zoals het materiaal van de voorgevel.

        Het platte dak van de gelijkvloerse bouwlaag mag niet aangelegd noch gebruikt worden als dakterras. Het plat dak mag enkel toegankelijk zijn voor het gebruikelijke onderhoud.

        De raam- en deuropening in de linkergevel kan enkel voorzien worden indien hiervoor een overeenkomst bestaat met de aanpalende eigenaar, zo niet wordt zowel de raam- als deuropening uitgesloten van vergunning.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.17. OMV 2021_112 - Kapelstraat 31 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanleggen van een zwemvijver, op een perceel gelegen Kapelstraat 31 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 618 V5 aangevraagd door Kris Planckaert wonende Kapelstraat 31 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  17 augustus 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Oude Pastoriestraat zoals goedgekeurd op 8 november 2012 en met als bestemming zone voor wonen en centrumfuncties en zone voor tuin.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 31 mei 1950 door het college van burgemeester en schepenen voor het veranderen van een venster in voorgevel van woonhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 november 1951 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een garage.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 februari 1956 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van de voorgevel van het woonhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 juni 1956 door het college van burgemeester en schepenen voor het leggen van een voetpad in cementdallen staatstype 30x30x10.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 januari 1999 door het college van burgemeester en schepenen voor het herbouwen van een keuken en een hobbyplaats.

 

Relevante milieuvergunningen

 

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

 

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 25 september 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van een garagepoort door een raam in de voorgevel van het gebouw.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is gelegen in de Kapelstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Kapelstraat bevindt zich in het centrum van sint-Lodewijk en bevat naast woningen nog een aantal centrumgebonden functies. De bebouwing is van het gesloten bebouwingstype. In de Kapelstraat zijn op het openbaar domein langsparkeerplaatsen aanwezig.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst in de tuinzone van de woning een nieuw bijgebouw te plaatsen, een zwemvijver aan te leggen en nieuwe verharding te voorzien. Aangezien de aanvrager een apart dossier heeft ingediend voor zowel het bijgebouw als de zwemvijver zullen beide dossiers behandeld worden onder een ander dossiernummer. Maar omdat beide dossiers onlosmakend verbonden zijn met elkaar worden alle stedenbouwkundige elementen beschreven. Bij de verdere beoordeling van dit dossier wordt enkel de zwemvijver behandeld. De tuin heeft een lange en smalle vorm van ongeveer 100 m lang en tussen de 6,7 en 8,4 m breed. De vergunningsplichtige werken worden uitgevoerd in de eerste helft van de tuinzone met achter de woning de aanleg van een nieuw terras van ongeveer 43,5 m². Aansluitend op dat terras wordt een zwemvijver geplaatst van 14 m lang en 2,8 m breed (39,2 m²) met een bijhorend filterdeel (lava) van 16,8 m². De zwemvijver wordt op 1 m afstand van de linkerperceelsgrens geplaatst. Wat verder in de tuin wordt een 3-delig bijgebouw geplaatst op 1,1 m van de linkerperceelsgrens en aansluitend op de rechterperceelsgrens. Het geheel heeft een breedte van 6,5 m en een diepte van 6,1 m. De maximale hoogte van het bijgebouw bedraagt 3 m. Het geheel wordt opgebouwd met thermowood en een plat dak. Er zijn 3 delen: een linker deel van 2,4 m breed met een dak, een rechter deel van 2,2 m breed met een dak en daartussen een deel van 1,9 m afgewerkt met een pergola dak. Onder het bijgebouw wordt een regenwaterput van 20.000 liter voorzien. Voor het bijgebouw wordt nog een terras voorzien van 26 m². Alle aanwezige, hoogstammige bomen in de tuinzone blijven behouden.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP Oude Pastoriestraat, meer bepaald de zone voor wonen en centrumfuncties (zone 1 en zone 11)

 

Zone 1 – centrumfuncties en wonen

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP Oude Pastoriestraat gezien de eigendom gelegen is binnen de zone voor centrumfuncties en wonen, de herinrichting van de tuinzone complementair is aan het hoofdgebouw, de terreinbezetting van maximaal 60 % en de bijgebouwen het maximum van 60 m² niet overschrijden. Het RUP stelt geen beperkingen inzake verharding en de zwemvijver valt onder de niet-overdekte constructies.

 

Zone 2 – tuinzone

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP Oude Pastoriestraat gezien het nieuwe volume een bijgebouw is, er een bouwvrije strook van minstens 1,5 m voorzien wordt ten opzichte van de zone voor een garageweg en de private tuinzone in hoofdzaak onverhard wordt aangelegd.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kapelstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen. De bijkomende verhardingen vloeien af in de nabijgelegen onverharde zones op eigen terrein zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De tuinaanleg, de zwemvijver en het bijgebouw worden ingeplant in de tuinzone bij een bestaande eengezinswoning, zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De inplanting gebeurt in de eerste helft van de tuinzone van het perceel aansluitend op de woning zodat het straatbeeld niet gewijzigd wordt. Er wordt voldoende afstand bewaard ten opzichte van de perceelsgrenzen zodat kan geoordeeld worden dat de impact op de omgeving aanvaardbaar is. De tuinzone blijft nog voldoende ruim teneinde deze kwalitatief in te richten. Het ontwerp van de zwemvijver is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Kris Planckaert wonende Kapelstraat 31 te 8540 Deerlijk, voor het aanleggen van een zwemvijver, op een perceel gelegen Kapelstraat 31 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 618 V5

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.18. OMV 2021_114 - Kapelstraat 31 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een tuinhuis en het aanleggen van verharding, op een perceel gelegen Kapelstraat 31 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 618 V5 aangevraagd door Kris Planckaert wonende Kapelstraat 31 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  17 augustus 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Oude Pastoriestraat zoals goedgekeurd op 8 november 2012 en met als bestemming zone voor wonen en centrumfuncties en zone voor tuin.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 31 mei 1950 door het college van burgemeester en schepenen voor het veranderen van een venster in voorgevel van woonhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 november 1951 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een garage.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 februari 1956 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van de voorgevel van het woonhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 juni 1956 door het college van burgemeester en schepenen voor het leggen van een voetpad in cementdallen staatstype 30x30x10.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 januari 1999 door het college van burgemeester en schepenen voor het herbouwen van een keuken en een hobbyplaats.

 

Relevante milieuvergunningen

 

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

 

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 25 september 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van een garagepoort door een raam in de voorgevel van het gebouw.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is gelegen in de Kapelstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Kapelstraat bevindt zich in het centrum van sint-Lodewijk en bevat naast woningen nog een aantal centrumgebonden functies. De bebouwing is van het gesloten bebouwingstype. In de Kapelstraat zijn op het openbaar domein langsparkeerplaatsen aanwezig.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst in de tuinzone van de woning een nieuw bijgebouw te plaatsen, een zwemvijver aan te leggen en nieuwe verharding te voorzien. Aangezien de aanvrager een apart dossier heeft ingediend voor zowel het bijgebouw als de zwemvijver zullen beide dossiers behandeld worden onder een ander dossiernummer. Maar omdat beide dossiers onlosmakend verbonden zijn met elkaar worden alle stedenbouwkundige elementen beschreven. Bij de verdere beoordeling van dit dossier wordt enkel het bijgebouw en de verharding behandeld. De tuin heeft een lange en smalle vorm van ongeveer 100 m lang en tussen de 6,7 en 8,4 m breed. De vergunningsplichtige werken worden uitgevoerd in de eerste helft van de tuinzone met achter de woning de aanleg van een nieuw terras van ongeveer 43,5 m². Aansluitend op dat terras wordt een zwemvijver geplaatst van 14 m lang en 2,8 m breed (39,2 m²) met een bijhorend filterdeel (lava) van 16,8 m². De zwemvijver wordt op 1 m afstand van de linkerperceelsgrens geplaatst. Wat verder in de tuin wordt een 3-delig bijgebouw geplaatst op 1,1 m van de linkerperceelsgrens en aansluitend op de rechterperceelsgrens. Het geheel heeft een breedte van 6,5 m en een diepte van 6,1 m. De maximale hoogte van het bijgebouw bedraagt 3 m. Het geheel wordt opgebouwd met thermowood en een plat dak. Er zijn 3 delen: een linkerdeel van 2,4 m breed met een dak, een rechterdeel van 2,2 m breed met een dak en daartussen een deel van 1,9 m afgewerkt met een pergola dak. Onder het bijgebouw wordt een regenwaterput van 20.000 liter voorzien. Voor het bijgebouw wordt nog een terras voorzien van 26 m². Alle aanwezige, hoogstammige bomen in de tuinzone blijven behouden.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanpalende eigenaars werden op 8 juli 2021 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP Oude Pastoriestraat, meer bepaald de zone voor wonen en centrumfuncties (zone 1 en zone 11)

 

Zone 1 – centrumfuncties en wonen

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP Oude Pastoriestraat gezien de eigendom gelegen is binnen de zone voor centrumfuncties en wonen, de herinrichting van de tuinzone complementair is aan het hoofdgebouw, de terreinbezetting van maximaal 60 % en de bijgebouwen het maximum van 60 m² niet overschrijden.

 

Zone 2 – tuinzone

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP Oude Pastoriestraat gezien het nieuwe volume een bijgebouw is, er een bouwvrije strook van minstens 1,5 m voorzien wordt ten opzichte van de zone voor een garageweg en de private tuinzone in hoofdzaak onverhard wordt aangelegd.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kapelstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De tuinaanleg, de zwemvijver en het bijgebouw worden ingeplant in de tuinzone bij een bestaande eengezinswoning, zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De inplanting gebeurt in de eerste helft van de tuinzone van het perceel aansluitend op de woning zodat het straatbeeld niet gewijzigd wordt. Aan de linkerperceelsgrens wordt voldoende afstand bewaard ten opzichte van de buren, aan de rechterperceelsgrens hebben de buren tijdens de procedure geen bezwaar geuit zodat kan geoordeeld worden dat de impact op de omgeving aanvaardbaar is. Het materiaalgebruik is eigen aan de functie. De tuinzone blijft nog voldoende ruim teneinde deze kwalitatief in te richten. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Kris Planckaert wonende Kapelstraat 31 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een tuinhuis en het aanleggen van verharding, op een perceel gelegen Kapelstraat 31 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 618 V5

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.19. OMV 2021_116 - Tapuitstraat zn - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een hoogspanningscabine voor openbaar nut ten behoeve van de verkaveling, op een perceel met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 333 A aangevraagd door Conrad Alfons Everaerdt namens Fluvius System Operator CV met als contactadres President Kennedypark 12 te 8500 Kortrijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 18 augustus 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

-          Een aanplant met streekeigen planten/struiken moet voorzien worden in de bouwvrije zone rond de hoogspanningscabine. Deze aanplant moet ten laatste uitgevoerd worden in het eerst volgende plantseizoen na de plaatsing van de cabine.

-          -De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 12 augustus 2020 (dossiernummer VK 2019_8 – OMV_2019120619).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkavelingsvoorschriften zijn van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande omgevingsvergunningen voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

Het perceel is gelegen in het binnengebied tussen de Tapuitstraat en de Sint-Elooistraat, in een recente verkaveling ten zuiden van de E17. De woningen in een ruimere omgeving hebben vooral een open typologie. De verkaveling is nog in ontwikkeling.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een nieuwe hoogspanningscabine te bouwen voor openbaar nut, in functie van de nieuwe verkaveling. De cabine wordt geplaatst op het lot 83, naast een groenzone, direct aansluitend op de wegenis. De cabine wordt ingeplant op 4 m van de straatas en er wordt een bouwvrije strook van 1 m voorzien ten opzichte van de aanpalende percelen. Deze bouwvrije zone kan worden aangeplant met streekeigen planten en/of struiken. De cabine is een type “Taurus” met een breedte van 2,8 m op een diepte van 3,55 m, afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,44 m. De wanden en het dak van de cabine worden opgebouwd in prefab beton en de wanden worden voorzien van een houtstructuur (Ceder).

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvrager wenst een elektriciteitscabine te bouwen met een capaciteit van 630 kVA in functie van de realisatie van de verkaveling (hoogspanningscabine voor openbaar nut).

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

12.2.1°

Transformator voor een distributiecabine. (Nieuw)

630 kVA

3

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de voorschriften van de verkaveling zoals goedgekeurd op 12 augustus 2020.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van de verkaveling gezien de zone voor een elektriciteitscabine voorzien is op het verkavelingsplan, de lengte en breedte van de cabine voldoet aan de zone voorzien op het verkavelingsplan, er een vrije zone is van minstens 1 m rond de cabine en er duurzame materialen gebruikt worden.

 

7.2    Wegenis

Op heden zijn de wegeniswerken nog niet volledig afgewerkt en bijgevolg nog niet voldoende uitgerust. Voorliggende aanvraag is noodzakelijk om deze wegenis verder uit te rusten.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/.

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag voor het plaatsen van een elektriciteitscabine staat garant voor de toevoer van de elektriciteitsbehoefte van de inwoners van de nieuwe verkaveling. Deze is voorzien in de daarvoor aangeduide zone en is conform de voorschriften van de verkaveling. Op het plan is aangegeven dat de zone rondom de cabine een minimale bouwvrije strook heeft van 1 m en deze kan aangeplant kunnen worden met streekeigen planten of struiken. In functie van een voldoende integratie in de naastliggende groenzone en het straatbeeld is het wenselijk om sowieso een beplanting te voorzien rondom de cabine. Enkel de toegang tot de cabine wordt verhard. De aanvraag is bijgevolg verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg en zijn onmiddellijke omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Conrad Alfons Everaerdt namens Fluvius System Operator CV met als contactadres President Kennedypark 12 te 8500 Kortrijk, voor het plaatsen van een hoogspanningscabine voor openbaar nut ten behoeve van de verkaveling, op een perceel  met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 333 A, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

-          Een aanplant met streekeigen planten/struiken moet voorzien worden in de bouwvrije zone rond de hoogspanningscabine. Deze aanplant moet ten laatste uitgevoerd worden in het eerst volgende plantseizoen na de plaatsing van de cabine.

-          De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

12.2.1°

Transformator voor een distributiecabine. (Nieuw)

630 kVA

3

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.20. Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.21. Pop-up procedure/charter - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de procedure inclusief charter met betrekking tot het tijdelijk uitbaten van een pop-up horecazaak goed te keuren.

 

Motivering

 

Deerlijk is een gemeente die bruist van de initiatieven voor jong en oud. We zijn dan ook trots op het ondernemerschap en de vele creativiteit die de straten doet opleven.

 

Die creativiteit willen we alles behalve beknotten maar mag ook niet ten koste gaan van ondernemers die zich engageren om permanent iets op te starten of reeds een vaste waarde zijn in onze gemeente. We willen er dan ook over waken dat tijdelijke initiatieven zich aan dezelfde spelregels houden, want goede afspraken maken goede vrienden. Om hierover te waken schreven we een procedure uit voor het tijdelijk uitbaten van een pop-up horecazaak. Aansluitend bij de procedure stelden we een charter op waarbij we de volgende 6 afspraken formuleerden:

 

1)      Twee vaste pop-up periodes: van 15 mei tot en met 15 september en van 15 november tot en met 15 februari. De periodes daartussen zijn pop-up vrije maanden.

2)      Beperkte periode van uitbating ingepast binnen de wettelijke termijn van maximum 4 periodes van 30 dagen of 120 opeenvolgende dagen.

3)      Vaste sluitingsuren voor binnen- en buitenruimtes.

4)      Reguliere geluidsnormen naleven.

5)      Tijdig aanvraag indienen: 2 maanden voor de opening van de pop-up.

6)      Officiële goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen vereist.

 

Zowel procedure als charter zijn in bijlage terug te vinden.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de procedure inclusief charter met betrekking tot het tijdelijk uitbaten van een pop-up horecazaak goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.22. Kerkfabriek OLV Onbevlekt Ontvangen - verslag van 8 juli 2021 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen hield een vergadering op 8 juli 2021.  Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van deze vergadering.

 

Motivering

 

Het verslag bevindt zich in bijlage.  Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen zijn binnengekomen, om een besluit te schorsen indien het gemeentelijk (financieel) belang geschaad wordt.

 

Er is geen advies nodig.

 

Juridische gronden

 

          Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Art. 57 en 58, § 1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.23. W13 - lokale bronopsporing - samenwerkingsovereenkomst afgesloten door W13 met het Agentschap Zorg en Gezondheid houdende het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19 pandemie te versterken - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst, afgesloten door W13 met het Agentschap Zorg en Gezondheid houdende het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19 pandemie te versterken, te agenderen op de gemeenteraad van 16 september 2021.

 

Motivering

 

Sedert de opstart vormt optie 1, meer bepaald bronopsporing en quarantainecoaching, een belangrijk beheersinstrument om (1) contacten van besmette personen snel te identificeren en in quarantaine te plaatsen, (2) (uitbraak)clusters te detecteren en te isoleren en (3) burgers blijvend aan te moedigen en te sensibiliseren om de basismaatregelen vol te houden om zo de transmissie van het COVID-19 virus te doorbreken en deze pandemie in te dijken.

 

Bij bronopsporing wordt gezocht van wie de besmette persoon zelf de besmetting heeft opgelopen. Bronopsporing heeft als voordeel dat heel gericht kan gezocht worden waar de besmettingen vandaan komen en de lokale besturen als beleidsmakers heel gericht maatregelen (preventie, sensibilisering, handhaving) kunnen nemen.

 

Als enige niveau ondernemen lokale besturen concrete acties om de bronopsporing te versterken. Ze leggen verbanden door analyse van de beschikbare gegevens, inclusief de gegevens verkregen uit de samenwerkingsovereenkomst met de zorgraad, waardoor ogenschijnlijk willekeurige besmettingen tot één en dezelfde bron kunnen worden teruggebracht om op die manier verdere verspreiding van COVID-19 te beperken door het aanpassen van het lokale beleid inzake infectiebestrijding. Wanneer zij hotspots detecteren, nemen zij eveneens maatregelen om deze te isoleren en zo mogelijk in te perken.

 

Intussen vordert de vaccinatiecampagne in Vlaanderen met rasse schreden. Niettemin zal bronopsporing de komende maanden nodig blijven. Dit blijft een tweede belangrijke beschermingslinie tegen de verspreiding van het virus.

 

Uit 2020 leerden we dat de combinatie van versoepelingen van de maatregelen die de verspreiding van het coronavirus moesten indijken in de lente- en zomermaanden, de terugkeer van vakantiegangers en het slechter wordende weer naar het einde van de zomer toe mogelijk aanleiding gaven tot de tweede en meest dodelijke golf van de coronapandemie in België. Het begin van de tweede golf werd door Sciensano vastgesteld op maandag 31 augustus 2020.

 

De vaccinatiecampagne draait weliswaar op volle toeren, maar het zal vermoedelijk nog tot het najaar 2021 duren vooraleer de vaccinatiegraad voldoende hoog is om groepsimmuniteit te bekomen.

 

          Dit komt doordat er voor de bestelde 1,4 miljoen J&J vaccins nog geen leverzekerheid is. Die onzekerheid omtrent de J&J vaccins heeft een dubbele impact: als ze niet tijdig geleverd worden, dan moeten er 2 andere vaccins in de plaats komen (J&J is vooralsnog immers het enige vaccin waarbij 1 prik volstaat). In de voorbije maanden is al enkele keren gebleken dat de onzekerheid met betrekking tot de leveringen en/of leeftijdsrestricties bepalend zijn voor het tempo van de vaccinatie.

 

          Daarnaast wordt de vaccinatiecampagne ook doorkruist door vakantieplannen van de bevolking, waardoor de uitrol van de vaccinaties mogelijk vertraging oploopt. Veel Belgen gaan deze zomer op vakantie naar het buitenland, en daarbovenop worden grote sportevenementen zoals de Tour de France en het EK voetbal bezocht door Europeanen uit alle windstreken. In combinatie met de versoepelingen van het “Zomerplan” en de oprukkende deltavariant bestaat zo een verhoogd risico op het importeren/verder verspreiden van nieuwe varianten.

 

          In andere delen van het land, zoals het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, valt de vaccinatiegraad tegen door twijfelaars en weigeraars.

 

          Bovendien bestaat de mogelijkheid dat een derde coronavaccinatie nodig zal zijn om de bevolking te beschermen tegen oprukkende nieuwe varianten van het coronavirus.

 

          Met een te lage vaccinatiegraad is er onvoldoende groepsimmuniteit en ontstaat er een grote kans dat het virus zich weer snel verspreidt. Deze kans wordt nog vergroot door de risico’s op het ontstaan van nieuwe virusvarianten en door de recente versoepelingen inzake sociale contacten en reizen. Daarom is verhoogde waakzaamheid nodig om snel te kunnen ingrijpen bij uitbraken en een stijgende besmettingsgraad. Het reëel bestaan van dit risico is recent nog bevestigd door nieuwe uitbraken zoals in Israël en Portugal, niettegenstaande de zeer hoge vaccinatiegraad in Israël. Het is dan ook van essentieel belang dat iedere vorm van uitbraak of clustervorming zo snel mogelijk gedetecteerd wordt, zodat de nodige isolatie- en quarantainemaatregelen kunnen worden genomen.

 

          Daarenboven is er onvoldoende zekerheid over de duur van de beschermingsgraad die de huidige vaccins bieden. Hierdoor bestaat de kans dat de groepsimmuniteit onvoldoende hoog is om risicoloos het najaar en de winterperiode door te komen.

 

          Elke burger die overtuigd kan worden de basismaatregelen te respecteren, elke besmette persoon die wordt opgebeld met het oog op de identificatie van (uitbraak)clusters en elke persoon die begeleid wordt in het volhouden van de isolatie of de quarantaine, is een extra rem op de verspreiding van het virus.

 

We verwijzen hierbij ook naar het Hoog Overlegcomité in haar verslag van 18 juni 2021 (2020C80750.002): “Het virus zal de volgende maanden blijven circuleren. Bovendien is het risico op nieuwe varianten reëel, die mogelijk een hogere besmettelijkheid en ziektegraad veroorzaken. In dat verband heeft het Comité kennis genomen van de huidige situatie met betrekking tot de deltavariant. Alleen een zo breed mogelijke vaccinatiecampagne biedt hier een afdoend antwoord op. Verder is het belangrijk dat de verschillende onderdelen van een deugdelijk risicobeheer, met name preventie, testing, isolatie en quarantaine, contactopvolging, outbreak management, ventilatie, enz. op een adequaat en doeltreffend niveau worden gehandhaafd.”.

 

Uit de evaluatie van de periode 1 november 2020 tot en met 31 maart 2021 blijkt de meerwaarde van de lokale besturen. Door hun direct contact met de burger en diepgaande kennis van de lokale situatie kunnen de lokale besturen de bronopsporing en quarantainecoaching heel doeltreffend aanpakken. Hierbij gebruiken ze verschillende acties en methodieken om nieuwe uitbraken en nieuwe besmettingen snel te lokaliseren en te bekampen. In aanvulling van de centrale contacttracing op het Vlaamse niveau konden de lokale besturen fysieke hulp bieden of zelfs beschermingsmateriaal ter beschikking stellen.

 

Met het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19 pandemie te versterken, heeft de Vlaamse Regering de contouren voor de complementaire werking en inzet in preventie, sensibilisering, lokale bronopsporing, quarantainecoaching en aandacht voor kwetsbare personen door lokale besturen na 31 augustus 2021, uitgewerkt met een bijhorende subsidie voor optie 1.

 

Besturen die op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken en/of het BVR van 23 april 2021 geen samenwerkingsovereenkomst hebben afgesloten met het Agentschap Zorg en Gezondheid, kunnen vanaf 1 september 2021 alsnog een overeenkomst voor optie 1 afsluiten.

 

De lokale besturen werken in al deze opdrachten ondersteunend en/of aanvullend op de werking van de COVID-19 teams binnen de zorgraden alsook op de werking van de centrale contactcenters.

 

De gemeenten die inzetten op optie 1 (sensibilisering / communicatie, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching) krijgen een forfaitaire subsidie van 0,125 euro per inwoner per maand voor een periode van 1 september 2021 tot en met 15 oktober 2021.

 

De gemeente wil, na overleg met alle betrokken diensten, complementair inzetten op optie 1.

 

Hiertoe wordt door W13 een samenwerkingsovereenkomst opgesteld met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.

Bij deze samenwerkingsovereenkomst worden volgende documenten als bijlage gevoegd:

          de nodige verwerkersovereenkomst(en) zoals voorzien op www.vlaanderenhelpt.be;

          de contactlijsten m.h.o. op het aanvragen van de nodige accounts om deze engagementen te kunnen uitvoeren;

          in voorkomend geval, de nodige protocollen zoals voorzien op www.vlaanderenhelpt.be.

 

Via W13 zet de gemeente reeds sedert 1 november 2020 in op de engagementen zoals deze bedoeld zijn in optie 1. Samen met de andere lokale besturen die zich verenigd hebben in W13, wil de gemeente dit engagement verlengen.

 

Het opnemen van deze engagementen geschiedt met inachtneming van de bescherming van de privacy van de burgers, zoals onder meer gewaarborgd door de algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

 

W13 zorgt samen met de gemeenten die zich hierin hebben verenigd,  voor de nodige capaciteit en middelen om dit engagement kwaliteitsvol op te nemen.

 

De engagementen die W13 opneemt, doen geen afbreuk aan de engagementen die de gemeente in de bestrijding van de coronapandemie reeds opgenomen worden binnen de werking van de ELZ. Integendeel, ze zijn bedoeld om deze werking nog te versterken.

 

Door huidig besluit kunnen de complementaire engagementen in naam en voor rekening van de gemeente worden opgenomen door W13. 

 

De uitvoering ervan zal dus gebeuren door W13.

 

De bewoording van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 laat echter niet toe dat de subsidies worden aangevraagd vanuit de regiowerking. De gemeenten moeten deze subsidies zelf aanvragen. 

 

Tussen de gemeenten die zich verenigd hebben in W13 wordt dan ook volgende overeenkomst gemaakt:  

 

De gemeenten die zich verenigd hebben in W13 gaan ermee akkoord dat omwille van de bepalingen in het besluit, de forfaitaire alsook variabele subsidie van de gemeente wordt opgevraagd door de stad Kortrijk en vervolgens wordt doorgestort aan W13.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021  tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19 pandemie te versterken

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst, afgesloten door W13 met het Agentschap Zorg en Gezondheid houdende het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19 pandemie te versterken, te agenderen op de gemeenteraad van 16 september 2021.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.24. Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.25. Grafconcessie - bijzetting en hernieuwing - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

C.26. Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/31 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/45 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

D.1. Jeugd - renovatiedossier Chiro Sellewie - dakgoten - definitieve goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

D.2. Lijst UNISONO voor feest- en gemeentelijke activiteiten - ten lasteneming - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lijst van feest- en gemeentelijke activiteiten waarvoor de gemeente de UNISONO-vergoeding op zich neemt , goed te keuren.

 

Motivering

 

In 2013 werd er met SABAM een contract afgesloten met het oog op een gecentraliseerde aangifte van manifestaties met muziekgebruik en/of toneeluitvoeringen. Daarin staat vermeld dat alle feest- en gemeentelijke activiteiten die door het gemeentebestuur Deerlijk dienen betaald te worden, jaarlijks tegen 15 januari moeten worden doorgegeven.

 

Sinds 2017 werd binnen deze raamovereenkomst door SABAM overgeschakeld naar e-licensing. Hierbij dienen alle evenementen in organisatie van het gemeentebestuur via een online applicatie ingevoerd te worden. Dit kan mits invoer voor het volledige jaar, maar ook met invoer doorheen het jaar. Wanneer gewerkt wordt via deze online applicatie wordt door SABAM een korting van 2,50 euro per evenement toegekend.

 

Voor de billijke vergoeding kan niet gewerkt worden met een raamovereenkomst, maar kunnen de aangiftes eveneens via een online applicatie ingevoerd worden.

 

Sinds 1 januari 2020 zijn beide diensten gecentraliseerd onder de noemer UNISONO.

 

Volgende feest- en gemeentelijke activiteiten zullen voor 2021 via de respectievelijke online applicatie doorgegeven worden aan UNISONO.

 

          Wielerwedstrijden

 

          Wielerjeugdhappening KSV Deerlijk op zondag 12 september 2021

 

          Luidsprekers openlucht

 

          Molenhoekkermis, 15 tot en met 18 oktober 2021

 

          Openlucht wandelconcerten door fanfare Sint-Cecilia

 

          Statie kermis, 3 oktober 2021

          Molenhoek kermis, 17 oktober 2021

 

          Andere activiteiten

 

          Seniorenfeest, 18 november 2021, sporthal Deerlijk

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming

1.300 euro

Actie

Auteursrechten, vergoedingen voor optredens, enz ... voor overige evenementen en wielerwedstrijden

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0719-00/61320400

Visum

neen

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de lijst van feest- en gemeentelijke activiteiten waarvoor de gemeente de UNISONO- vergoeding op zich neemt goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

D.3. Ververijstraat 8 - aankoop - kennisname schattingsverslag + principiële goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het schattingsverslag van de woning gelegen Ververijstraat 8 te 8540 Deerlijk en een principiële beslissing te nemen omtrent de aankoop van deze woning.

 

Motivering

 

De woning in de Ververijstraat nummer 8, kadastraal bekend onder Deerlijk, 2°afdeling,

sectie C, perceelnummer 17 Z6, wordt te koop aangeboden.

De aankoop van deze woning, gelegen naast de parking van het gemeentehuis, is een opportuniteit. Het biedt mogelijke kansen, zoals bijvoorbeeld het inzetten van deze woning als noodwoning.

 

Er werd een schattingsverslag opgemaakt door Officium bvba van de woning gelegen in de Ververijstraat 8 te 8540 Deerlijk, kadastraal bekend onder Deerlijk, 2e afdeling, sectie C, perceelnummer 17 Z6.

 

Momenteel loopt een projectoproep voor noodwoningen in Vlaanderen, gelanceerd door de Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele. Met deze projectoproep stimuleert Vlaanderen het bouwen, kopen, renoveren en inrichten van (al dan niet verplaatsbare) noodwoningen. Het Vlaamse Gewest neemt 50 % van de kosten voor haar rekening, met een maximum van 145.000 euro per gerealiseerde noodwoning. Ook de renovatie en inrichting van bestaande noodwoningen komen in aanmerking voor subsidiëring.

 

Volgende bijkomende voorwaarden zijn gekoppeld aan de subsidie:

          Bij aankoop van een noodwoning is er sprake van een realisatietermijn van 6 maanden. Dit te rekenen vanaf de eerste dag van de maand, die volgt op de maand waarin de minister het besluit neemt tot subsidiëring van het project.

          De woning dient over een geldig conformiteitsattest te beschikken op het ogenblik dat het saldo van de subsidie wordt opgevraagd.

          De woning dient voor een termijn van minimum 18 jaar als noodwoning gebruikt te worden.

          De uiterlijke datum om een aanvraag in te dienen is 30 september 2021, waarbij alle vereiste stavingsstukken (oa. ondertekend compromis of eenzijde verkoopsbelofte van eigenaar en beslissing tot aankoop door gemeenteraad) dienen toegevoegd te zijn.

 

Daarnaast is de woning gelegen Vichtesteenweg 12, kadastraal bekend onder Deerlijk, 1° afdeling sectie B, perceelnummer 455 N3, eigendom van de gemeente Deerlijk, leegstaand.

Deze woning dient gerenoveerd te worden om verder te kunnen ingezet worden als noodwoning. In dit kader werd door de Renovatiecoach een renovatierapport opgemaakt voor deze woning waaruit blijkt dat de renovatiekost voor deze woning geraamd wordt op 165.000 euro excl. btw.

 

Indien er een nieuwe noodwoning kan aangekocht worden (bv. Ververijstraat 8) dan kan i.p.v. een renovatie een verkoop van deze woning overwogen worden. Daarom werd er voor de woning Vichtesteenweg 12 een schattingsverslag opgemaakt. Het schattingsverslag zal eind augustus-begin september beschikbaar zijn.

 

Om de eventuele aankoop van de woning Ververijstraat 8 nog als projectaanvraag te kunnen indienen in het kader van de projectoproep voor noodwoningen in Vlaanderen moeten op héél korte termijn volgende stappen genomen worden:

          Onderhandelen met eigenaar om tot een akkoord over de verkoopsprijs te komen.

          Eigenaar vragen om een éénzijde verkoopsbelofte over te maken.

          Beslissing tot principiële goedkeuring van de aankoop van deze woning door de gemeenteraad op 16 september 2021.

          Opmaak projectaanvraag en indiening uiterlijk op 30 september 2021.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet volledig gekend.

          De woning Ververijstraat 8 wordt geschat op 250.575 euro en momenteel wordt een verkoopprijs van 269.000 euro gevraagd.

          De eventuele renovatiekosten zijn nog niet gekend.

          De schatting voor de woning in de Vichtesteenweg 12 is nog niet gekend

 

Voor de aankoop van de woning Ververijstraat 8 is momenteel geen krediet voorzien in het MJP. Er zal dus krediet moeten voorzien worden bij een volgende budgetwijziging.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schattingsverslag, opgesteld door Officium bvba, van de woning gelegen in de Ververijstraat 8 te 8540 Deerlijk, kadastraal bekend onder Deerlijk, 2e afdeling, sectie C, perceelnummer 17 Z6.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist principieel de nodige stappen te ondernemen om de woning gelegen Ververijstraat 8 aan te kopen en stelt een vertegenwoordiger aan om de gesprekken met de zakelijk gerechtigde van deze woning op te starten.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

D.4. Leegstand - Hazewindstraat 7 - behandeling bezwaar - weigering

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd te beslissen over de ontvankelijkheid en gegrondheid van het bezwaar, aangetekend tegen de beslissing tot opname in het gemeentelijk leegstandsregister van de woning gelegen Hazewindstraat 7, 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Op 1 juni 2021 werd voor de woning gelegen Hazewindstraat 7, 8540 Deerlijk een akte (nr. 34009-21110) tot vaststelling van leegstand opgemaakt.

 

Conform artikel 4 van het gemeentelijk reglement van 17 december 2020 met betrekking tot de opmaak van het gemeentelijk leegstandsregister, werd op 1 juni 2021 de zakelijk gerechtigde per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname van een leegstaande woning of leegstaand gebouw in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Conform artikel 5 van het gemeentelijk reglement kan binnen de 30 dagen beroep worden aangetekend tegen de beslissing tot opname.

 

De zakelijk gerechtigde Anabasis N.V. met vaste vertegenwoordiger de heer Paul Billiet, Rozeveldstraat 84, 8820 Torhout diende op 9 juni 2021 een beroepschrift in tegen de beslissing tot opname in het gemeentelijk leegstandsregister, per beveiligde zending tegen ontvangstbevestiging.

 

          Het beroepschrift is conform artikel 5 van het gemeentelijk reglement voor de opmaak van het gemeentelijk leegstandsregister ontvankelijk.

          Het beroepschrift is ingediend binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van betekening van het schrijven, in casu 2 juni 2021.

          Het beroepschrift werd ingediend door de zakelijk gerechtigde.

          Het beroepschrift is ondertekend.

 

          De zakelijk gerechtigde betwist de beslissing met volgende argument:

          De woning was tot april 2021 verhuurd.

 

Volgend op het beroepschrift werd het bezwaar onderzocht en als volgt weerlegd:

          Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van 12 opeenvolgende maanden niet wordt aangewend in overeenstemming met de woonfunctie of elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt.

 

De aangehaalde argumenten betreffende de verhuring (i.c. bankuittreksel d.d. 6 april 2021) zijn geen bewijs, dat de woning aangewend wordt conform de functie en niet leegstaat.

 

Op de vraag om bijkomende bewijsstukken (zijnde huurcontract en/of facturen nutsvoorzieningen) werd niet meer gereageerd.

 

Sinds 6 maart 2019 is er geen inschrijving meer in het bevolkingsregister.

 

De woning kan bijgevolg opgenomen worden in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          het gemeentelijk reglement van 17 december 2020 met betrekking tot de opmaak van het gemeentelijk leegstandsregister

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om het beroep ontvankelijk doch ongegrond te verklaren omwille van volgende reden:

          Geen van de aangehaalde argumenten toont aan dat de woning, de dag van de opmaak van de administratieve akte, in casu 1 juni 2021, gedurende 12 opeenvolgende maanden gebruikt werd conform de functie waardoor de woning als leegstaand kan beschouwd worden.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de akte 34009-21110 op te nemen in het gemeentelijk leegstandsregister.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 25 AUGUSTUS 2021

D.5. Leegstand - Stationsstraat 228 bus 0101 - bezwaar - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd te beslissen over de ontvankelijkheid en gegrondheid van het bezwaar, aangetekend tegen de beslissing tot opname in het gemeentelijk leegstandsregister van de woning gelegen Stationsstraat 228 bus 0101, 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Op 1 juni 2021 werd voor de woning gelegen Stationsstraat 228 bus 0101, 8540 Deerlijk een akte (nr. 34009-21136) tot vaststelling van leegstand opgemaakt.

 

Conform artikel 4 van het gemeentelijk reglement van 17 december 2020 met betrekking tot de opmaak van het gemeentelijk leegstandsregister werd op 1 juni 2021 de zakelijk gerechtigde per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname van een leegstaande woning of leegstaand gebouw in het gemeentelijk leegstandsregister.

Conform artikel 5 van het gemeentelijk reglement kan binnen de 30 dagen beroep worden aangetekend tegen de beslissing tot opname.

 

De zakelijk gerechtigde Gaver-Immo N.V., met bestuurder mevrouw Regine Bekaert, Stationsstraat 233, 8540 Deerlijk diende op 9 juni 2021 een beroepschrift in tegen de beslissing tot opname in het gemeentelijk leegstandsregister, per aangetekende zending.

          Het beroepschrift is conform artikel 5 van het gemeentelijk reglement voor de opmaak van het gemeentelijk leegstandsregister ontvankelijk.

          Het beroepschrift is ingediend binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van betekening van het schrijven, in casu 2 juni 2021.

          Het beroepschrift werd ingediend door de zakelijk gerechtigde.

          Het beroepschrift is ondertekend.

 

          De zakelijk gerechtigde betwist de beslissing met de volgende argumenten:

          De woning wordt (opnieuw) verhuurd.

 

Volgend op het beroepschrift werden de bezwaren onderzocht - en als volgt weerlegd:

          een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van 12 opeenvolgende maanden niet wordt aangewend in overeenstemming met de woonfunctie of elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt.

 

De technisch adviseurs van Woonwijs konden ter plaatste, via een werknemer, vaststellen dat de woning effectief niet bewoond is. Tevens is geen naam op de bel of brievenbus aanwezig.

De aangehaalde argumenten betreffende de verhuring zijn geen bewijs dat de woning aangewend wordt conform de functie en niet leegstaat.

Sinds 5 september 2019 is er geen inschrijving meer in het bevolkingsregister.

 

De woning kan bijgevolg opgenomen worden in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          het gemeentelijk reglement van 17 december 2020 met betrekking tot de opmaak van het gemeentelijk leegstandsregister

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om het beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren op basis van de aangetoonde huurovereenkomsten en geleverde betalingsbewijzen.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de akte 34009-21136 niet op te nemen in het gemeentelijk leegstandsregister.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 02/09/2021