DEERLIJK

12 JANUARI 2022

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Philip Ghekiere, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 5 januari 2022 - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 5 januari 2022.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 5 januari 2022 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.2. Planner (B1-B3) - afsluiting kandidatuurstellingen en uitslag selectieprocedure - kennisname -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.3. Mobiliteitsdeskundige (B4-B5) - afsluiting kandidatuurstellingen voor selectieprocedure - kennisname -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.4. Verslag politiecollege - kennisname -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van het politiecollege.

 

Motivering

 

Het verslag van het politiecollege van 23 december 2021 werd overgemaakt aan de gemeente.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.5. Mobile mapping en orthofoto - gedeelde aankoop via Leiedal - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om een nieuwe gedeelde aankoop van recente 360° straatbeelden en orthofoto goed te keuren.

 

Motivering

 

In november 2019 heeft Leiedal samen met de lokale besturen een traject opgestart voor de aankoop van 360° straatbeelden met LiDAR-puntenwolk en gedetailleerde orthofoto. Deze aankoop was het gevolg van het stopzetten van de Mobile Mapping dienst van Informatie Vlaanderen.

 

De beelden worden tot op vandaag intensief gebruikt door Leiedal en deelnemende besturen. Ze bieden een grote meerwaarde en efficiëntiewinst voor de dienstverlening van onze gemeente, onder meer voor terreincontrole, digitaal plaatsbezoek, opmetingen en inventarisatie. Er is dan ook bij Leiedal en de verschillende besturen grote interesse voor de verlenging en update van de beelden.

 

De eerste aankoop werd gegund in januari 2020. De beelden werden ingewonnen tussen februari en april 2020 en daarna ter beschikking gesteld aan de deelnemende besturen.

 

Voor de inwinning, hosting en ontsluiting van de 360° straatbeelden met LiDAR punten en gebiedsdekkende orthofoto is een contract aangegaan voor een periode van 2 jaar, dit in afwachting van een mogelijke aanbesteding/raamcontract/… van Vlaanderen of andere overheid.

 

Vanuit Informatie Vlaanderen wordt er momenteel geen initiatief genomen om de Mobile Mapping dienst opnieuw op te starten, ondanks de interesse bij veel gemeenten en Vlaamse diensten.

 

Fluvius heeft, op eigen initiatief, in 2020 een raamovereenkomst uitgeschreven voor de inwinning van straatbeelden. Deze werd in april 2021 gegund aan Cyclomedia (zelfde leverancier als regionale aankoop). Voor de regio was het financieel en functioneel niet interessant om hiermee in te stappen.

 

De straatbeelden en de orthofoto van 2020 worden tot op vandaag intensief gebruikt door Leiedal en deelnemende besturen. Ze bieden een grote meerwaarde en efficiëntiewinst voor de dienstverlening van onze gemeente, onder meer voor terreincontrole, digitaal plaatsbezoek, opmetingen en inventarisatie.

 

Er is dan ook bij Leiedal en de verschillende besturen grote interesse voor een nieuwe inwinning van de straatbeelden, LiDAR punten en de gedetailleerde orthofoto. De kostprijs, het kostendelend model en extra financieringsopties werden door Leiedal verder onderzocht.

 

Binnen het contract van 2020 werd één inname van data voorzien en een mogelijke continuering na 2 jaar.

 

De raad van bestuur van Leiedal besliste dat er, binnen de bestaande contracten, een akkoord wordt gegeven aan:

        Cyclomedia voor de inwinning van nieuwe straatbeelden met LiDAR puntenwolk;

        Eurosense voor de inwinning van een nieuwe gebiedsdekkende orthofoto.

 

Door de verlenging binnen het huidige contract kan de data opnieuw ingewonnen worden onder de voorwaarden die in 2019 zijn onderhandeld, o.a. een heel scherpe prijs en strikte timing voor de inwinning van de beelden. Naast de inwinningsprijs van de straatbeelden werd er ook een prijs onderhandeld voor de hosting van bestaande beelden. Deze kost wordt nu meegenomen in het totaalbedrag.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

4.298,52 euro incl. btw

Actie

GBB

Jaarbudgetrekening

0190-00/61410000

 

Voor de straatbeelden wordt de effectieve factuur berekend op het aantal gereden km weg, dus de finale kostprijs kan nog wat afwijken en/of verhogen. Er zullen immers t.o.v. 2020 enkele nieuw aangelegde straten extra moeten gereden worden.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de instap in de nieuwe gedeelde aankoop via Leiedal van zowel nieuwe straatbeelden als een nieuwe gedetailleerde orthofoto goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.6. Opname nieuwe straatbeelden - voetgangerszones en vrijliggende fietspaden - toelating CycloMedia - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een toelating te verlenen aan de firma CycloMedia om ook over vrijliggende fietspaden en voetgangerszones te mogen rijden voor de opname van nieuwe 360° camerabeelden.

 

Motivering

 

Het bedrijf CycloMedia Technologie B.V. staat in voor de opname van nieuwe 360° beelden van Deerlijk. Dit kadert in de regionale aankoop van nieuwe straatbeelden (en orthofoto) die vanuit Leiedal georganiseerd wordt. Voor de volledigheid van de beelden is het aangewezen dat het voertuig met de camera’s in voetgangerszones en op vrijliggende fietspaden mag rijden. Het voorstel is om het bedrijf de toelating te geven om uitzonderlijk de verkeersborden te negeren.

 

        Geldigheid: van 1 februari 2022 tot en met 31 mei 2022;

        Weggedeelten: wegen, fietspaden en voetwegen in de gemeente Deerlijk;

        Werkzaamheden: het maken van 360° foto’s in de gemeente Deerlijk.

 

In de tijdelijke vergunning die aan CycloMedia gegeven wordt, worden volgende bepalingen en voorwaarden opgenomen:

 

"Hierbij verlenen we u, voor de uitvoering van de werkzaamheden, toelating om de bepalingen van het reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg te negeren voor het berijden van voetgangerszones en fietspaden in de gemeente Deerlijk, onder de volgende voorwaarden:

1)      De toelating wordt verleend voor de herkenbare auto die de werkzaamheden voor CycloMedia Technologie B.V. uitvoert.

2)      De veiligheid van het verkeer dient onder alle omstandigheden te zijn gewaarborgd.

3)      De houder van de toelating rijdt op de fietspaden stapvoets en defensief.

4)      De houder van de toelating berijdt alleen voetpaden en voetgangerszones als er geen alternatief is. Hij verleent voorrang in deze gebieden aan voetgangers.

5)      De houder van de toelating is verplicht om de schriftelijke toelating op vraag te tonen aan medewerkers van de politie en/of de wegbeheerder.

6)      Bij het niet of niet volledig nakomen van de voorwaarden van deze toelating vervalt de geldigheid ervan zonder dat voorafgaand opzeggen of intrekken heeft plaatsgehad.

7)      De houder van de toelating is verplicht alle aanwijzingen van de politie en daartoe bevoegde ambtenaren op te volgen.

8)      De gemeente Deerlijk zal geen enkele financiële aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele claims van derden, als gevolg van het gebruik van deze toelating.

9)      De ontheffing is geldig van 1 februari tot en met 31 mei 2022."

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om aan het bedrijf CycloMedia Technologie B.V. de toelating te geven om tijdelijk in voetgangerszones en op vrijliggende fietspaden te rijden voor de opname van de nieuwe 360° beelden.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.7. Kinderboerderij Bokkeslot - verslag Raad van Bestuur van 17 november 2021 - kennisname -

 

Aanleiding en context

 

De raad van bestuur van Kinderboerderij Bokkeslot hield een vergadering op 17 november 2021.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

De gemeenteraad keurde in zitting van 28 mei 2020 het vernieuwde premiereglement exploitatiepremie Kinderboerderij Bokkeslot goed. Volgens artikel 3 van dit premiereglement is één van de voorwaarden voor het ontvangen van de jaarlijkse premie dat de verslagen van de raad van bestuur en de algemene vergadering, na goedkeuring in haar raad van bestuur, bezorgd worden aan de jeugdconsulent en ter kennisname voorgelegd worden aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd in een volgende zitting van de raad van bestuur van Kinderboerderij Bokkeslot van 15 december 2021.

 

De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag als bijlage.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.8. Jeugd - deelname buitenspeeldag - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Op woensdag 20 april 2022 wordt er opnieuw de Buitenspeeldag georganiseerd. De vrijetijdsdiensten (jeugd) willen hier opnieuw aan deelnemen.

 

Motivering

 

De deelnamevoorwaarden voor het organiseren van de Buitenspeeldag zijn de volgende:

        Doe het buiten.

        De gemeente organiseert in teken van de Buitenspeeldag (woensdag 20 april 2022) activiteiten die buitenspelen promoten. Dit kunnen actieve speel-en/of sportactiviteiten zijn in de openbare ruimte of in de onmiddellijke woonomgeving van kinderen en jongeren, die gratis toegankelijk zijn. Lokale besturen kunnen ook op andere manieren proberen om kinderen en jongeren buiten aan het spelen te krijgen, bijvoorbeeld via inspiratieflyers voor ouders of uitgestippelde speelroutes doorheen hun gemeente.

        De gemeente gebruikt in alle communicatie het centrale logo en de beeldvorming van de Buitenspeeldag.

        Indien de gemeente activiteiten organiseert op de Buitenspeeldag waar kinderen en jongeren samen aan deelnemen, zijn de deelnemers verzekerd via de hiervoor gebruikelijke gemeentelijke polis burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen. Dit omvat dus niet de initiatieven die kinderen, jongeren en hun ouders zelfstandig kunnen doen.

 

Sinds 2016 werkt de gemeente samen met stad Harelbeke en PSNC De Gavers om de Buitenspeeldag te organiseren. Dit jaar wordt de Buitenspeeldag opnieuw georganiseerd op het domein van PSNC De Gavers.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

2.100 euro

Actie

Buitenspeeldag

Jaarbudgetrekening

GBB / 0750-00 / 61590006

Visum

nee

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit dat de vrijetijdsdiensten (jeugd) de Buitenspeeldag mag helpen organiseren die doorgaat op woensdagnamiddag 20 april 2022 tussen 13.00 en 17.00 uur op domein PSNC De Gavers, Eikenstraat 131 te Harelbeke.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.9. Jeugd - renovatiedossier Chiro Joeki - raam en deur - definitieve goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de definitieve aanvraag van Chiro Joeki voor de premie renovatie- en/of herstellingswerken aan jeugdlokalen goed te keuren.

 

Motivering

 

Het premiereglement voor renovatie- en/of herstellingswerken aan jeugdlokalen, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 25 maart 2021, stipuleert dat indien de totale kostprijs van de werken lager is dan 3.000 euro (incl. btw) er geen principiële aanvraag dient te gebeuren. De minimum totale kostprijs van de werken moet ten minste 300 euro (incl. btw) bedragen.

 

De definitieve aanvraag voor definitieve toekenning dient binnen maximum 4 maanden na het einde van de werken te gebeuren. De werken werden voltooid op 29 november 2021.

 

Chiro Joeki dient een definitieve aanvraag in op 20 december 2021 en de totale kostprijs van de werken bedraagt 2.365,76 euro.

 

De aanvraag ging over volgende werken die volgens de voorwaarden in het premiereglement in aanmerking komen:

        investeringen in energiebesparende maatregelen.

 

Volgens artikel 4 van het premiereglement bedraagt de premie 50 % van de kostprijs van de uitgevoerde werken, voor investeringen in energiebesparende maatregelen.

 

Voor een jeugdvereniging kan de premie maximaal 10.000 euro bedragen per kalenderjaar.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere: premiereglement renovatie- en/of herstellingswerken aan jeugdlokalen goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 25 maart 2021

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

1.182,88 euro

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB / 0750-00 / 64910027

Visum

Geen visum nodig

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvraag van Chiro Joeki voor definitieve toekenning van de premie renovatie en/of herstellingswerken aan jeugdlokalen, goed te keuren en beslist deze uit te betalen aan de desbetreffende jeugdvereniging.

 

Jeugdvereniging

Aanvrager

Adres

Rekeningnummer

Premie

Chiro Joeki

Margot Verschuere

Kapelstraat 45

8540 Deerlijk

BE42 7785 1822 2454

1.182,88 euro

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.10. Cultuurverenigingen - basispremie werkjaar 2021 - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de basispremie voor de cultuurverenigingen betreffende het werkjaar 2021 goed te keuren en uit te betalen aan de Deerlijkse socio-culturele verenigingen.

 

Motivering

 

De gemeenteraad besliste in zitting van 27 mei 2021 om de basispremie voor de Deerlijkse verenigingen te behouden voor het werkjaar 2021, op basis van de gemiddelde ontvangen premie van de laatste relevante en representatieve werkjaren (2017 tot en met 2019). Ook voor werkjaar 2020 werd de premie op die manier berekend.

 

De gemeenteraad besliste in zitting van 27 mei 2021 om de basispremie voor de Deerlijkse verenigingen eenmalig te verhogen voor werkjaar 2021, met 20 %. Deze verhoging werd reeds goedgekeurd in het schepencollege van 7 juli 2021 en werd intussen ook uitbetaald aan de verenigingen.

 

Enkele verenigingen krijgen vanaf 2022 een nominatieve toelage, die vroeger was opgenomen in het premiereglement basis- en werkingspremie. In het nieuwe reglement dat door de gemeenteraad werd goedgekeurd in zitting van 16 december 2021, werden deze nominatieve toelagen geschrapt en opgenomen in de lijst met alle nominatieve toelagen. Deze nominatieve toelagen worden afgetrokken van het gemiddelde premiebedrag en moeten apart worden aangevraagd door de respectievelijke verenigingen. Het gaat om onderstaande verenigingen:

        Kon. Fanfare Sint-Cecilia (1.400 euro)

        Kapellekes Ommegang (100 euro)

        René De Clercqgenootschap (500 euro)

        Heemkring Dorp & Toren (500 euro)

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        beslissing gemeenteraad: zitting van 27 mei 2021, corona-relanceplan - behoud basissubsidies 2021 voor verenigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

14.429,58 euro

Actie

Cultuurverenigingen

Jaarbudgetrekening

GBB / 0739-00 / 64910028

Visum

geen visum

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de basispremie voor de socio-culturele verenigingen voor werkjaar 2021 goed te keuren en deze als volgt te betalen op de bijbehorende rekeningnummers:

 

Vereniging

Premie (euro)

Rekeningnummer

Balletschool Raymonda

394,65 euro

BE62 7384 0831 5761

CGC vzw

309,93 euro

BE34 4600 3970 7190

d’Okra’s

253,58 euro

BE17 7755 7932 2821

Davidsfonds

425,36 euro

BE47 4635 1308 2180

Die Ghesellen

686,41 euro

BE58 7380 1971 6179

Et Encore

416,99 euro

BE66 7380 0156 3843

Femma d’Annekes Deerlijk

317,01 euro

BE55 7785 4317 9544

Femma Sellewie

289,08 euro

BE06 8601 0099 0722

Ferm

679,84 euro

BE47 7384 0816 2480

Fotoclub

355,13 euro

BE20 6528 4641 9456

Gezinsbond

396,54 euro

BE98 4635 1445 1193

Gregoriaans koor

370,13 euro

BE82 9796 1970 0568

Heemkring Dorp en Toren

222,61 euro

BE31 0001 6577 8555

Ic Dien

131,04 euro

BE59 9731 8115 6426

KLG

299,40 euro

BE41 7384 0800 0210

Kon. Fanfare Sint-Cecilia

797,18 euro

BE32 7380 1711 8502

KPZ Sint-Lodewijk

445,53 euro

BE18 8601 1954 1465

KWB Sint-Lodewijk

178,86 euro

BE49 9796 2393 9771

Magenta

297,30 euro

BE48 7380 4059 5027

MARKANT

240,83 euro

BE59 7512 0623 0326

Poppentheater Ellebieke

299,04 euro

BE31 7384 0849 9455

René De Clercqgenootschap

228,49 euro

BE49 4635 1470 1171

Samana

304,61 euro

BE49 7785 5018 5671

Theater Sellewie

466,41 euro

BE18 8601 0417 6665

Volta

437,67 euro

BE12 9731 3608 7192

Wijkraad De Trompe

306,03 euro

BE06 8538 5419 0722

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.11. Cultuur - voorstellingen januari 2022 - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om toelating te verlenen voor de zittende evenementen die doorgaan in OC d'Iefte en het gemeenschapscentrum, tot en met eind januari 2022.

 

Motivering

 

Volgens het koninklijk besluit van 30 december 2021 is het nodig om voorafgaande toelating te vragen aan de gemeentelijke overheid bij massa-evenementen (evenementen met minstens 50 en maximaal 200 aanwezigen). Dit wordt verder geregeld in het basisprotocol cultuur van 30 december 2021.

 

Concreet gaat het om volgende evenementen:

 

Datum

Activiteit

Begin

Einde

Organisator

15 januari 2022

Comedy: Jan Jaap van der Wal

20.15 uur

23.00 uur

Cultuurdienst

28 januari 2022

Dans: opendeur ballet

14.00 uur

23.00 uur

Balletschool Raymonda

 

Activiteiten die na deze goedkeuring nog worden doorgegeven aan het vrijetijdspunt, worden voorafgaand ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        KB 30 december 2021, houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19-pandemie te voorkomen of te beperken

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit toelating te verlenen voor de organisatie van volgende evenementen, overeenkomstig de geldende covidmaatregelen en het  basisprotocol cultuur:

 

Datum

Activiteit

Begin

Einde

Organisator

15 januari 2022

Comedy: Jan Jaap van der Wal

20.15 uur

23.00 uur

Cultuurdienst

28 januari 2022

Dans: opendeur ballet

14.00 uur

23.00 uur

Balletschool Raymonda

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.12. Feestelijkheden - Rode Kruis Deerlijk - gebruik gemeentelijke roosters - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.

 

Motivering

 

Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters.

 

Om hun bloedinzamelactie bekend te maken, vraagt het Rode Kruis, afdeling Deerlijk om de gemeentelijke roosters te mogen gebruiken voor het ophangen van hun publiciteitsborden.

 

De bloedinzamelacties voor 2022 staan gepland op:

        dinsdag 1 maart en woensdag 9 maart 2022

        dinsdag 7 juni en woensdag 15 juni 2022

        dinsdag 6 september en woensdag 14 september 2022

        dinsdag 6 december en woensdag 14 december 2022

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Hfdst. 3, art. 221-224 Algemene Politieverordening

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit aan het Rode Kruis, afdeling Deerlijk toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.13. BBO De KIM & De SAM - schoonmaak - tijdelijke aanstelling Narinpat Metheekriangkrai -

goedkeuring -

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.14. Retributiereglement - parkeren in blauwe zone en zones voor tijdsgelimiteerd parkeren - verlenging - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de verlenging van het retributiereglement "Parkeren in blauwe zone of zones voor tijdsgelimiteerd parkeren" ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Motivering

 

Voorliggend reglement betreft de verlenging van het bestaande reglement "Retributie voor het parkeren in blauwe zone of zones voor tijdsgelimiteerd parkeren" zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van31 mei 2018.

 

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

 

Het voeren van een gemeentelijk parkeerbeleid via het handhaven van parkeerduurbeperkingen vereist controle en tarificatie onder de vorm van een voldoende hoge retributie.

 

De invoering van de retributie werd gekoppeld aan de concessie voor de openbare dienst voor de controle van de blauwe zone en de zones voor extra-kortparkeren op de openbare weg.

 

De concessie voor de openbare dienst voor de controle van de blauwe zone en de zones voor extra-kortparkeren op de openbare weg ging van start op 1 december 2018. Conform de concessieovereenkomst werd de overeenkomst, na het verstrijken van de aanvankelijke duurtijd van 3 jaar, stilzwijgend vernieuwd voor een nieuwe termijn van 1 jaar. Dergelijke verlenging kan maximaal 1 keer.

 

De retributie voor het parkeren in blauwe zone of zones voor tijdsgelimiteerd parkeren werd gekeurd voor de duur van 3 jaar vanaf de start van de concessie. Bijgevolg dient het retributiereglement betreffende parkeren in blauwe zone en zones voor tijdsgelimiteerd parkeren verlengd te worden. Er is geen nood aan het aanpassen van de bepalingen van deze retributie.

 

Conform artikel 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Er wordt voorgesteld om deze retributie los te koppelen van de concessie voor de openbare dienst voor de controle van de blauwe zone en de zones voor extra-kortparkeren en naar analogie met andere gemeentelijke reglementen deze retributie te verlengen tot 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur

        Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens, inzonderheid en zond zich daartoe te willen beperken de artikelen 10/1 en 10/2;

        Het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, ook aangeduid als de wegcode;

        Het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap;

        Het ministerieel besluit van 9 januari 2007 betreffende de bewonerskaart.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële impact.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om volgend reglement ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT PARKEREN IN BLAUWE ZONE EN ZONES VOOR TIJDSGELIMITEERD PARKEREN

 

Toepassingsgebied

 

Art. 1.

Er wordt een retributie gevestigd op het parkeren van motorvoertuigen, op de openbare weg of op het openbaar domein, waar een blauwe zone of een zone voor tijdsgelimiteerd parkeren voorzien is:

        Het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is én waar een blauwe zone-reglement van toepassing is overeenkomstig artikel 27.1 en 27.2 van de wegcode;

        Het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is én de parkeerduur beperkt is als volgt:

        via het aanbrengen van een onderbord dat de parkeerduur beperkt, onderbord aangebracht onder een bord E9a tot E9h;

        via het aanbrengen en een onderbord dat de maximale parkeerduur vermeldt, onderbord aangebracht onder een bord E1 en E3.

 

Onder de openbare weg verstaat men de wegen en hun voetpaden of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke of gewestelijke overheden.

 

Onder met de openbare weg gelijkgestelde plaats verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg zoals vermeld in artikel 4, § 1 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.

 

Heffingsplichtige

 

Art. 2.

De retributie is verschuldigd door de gebruiker van het motorvoertuig. Indien deze niet gekend is, is de titularis van de nummerplaat van het voertuig de retributie verschuldigd.

 

Bedrag

 

Art. 3.

De retributie is als volgt vastgesteld:

 

Het parkeren is gratis voor de maximale duur die toegelaten is door de verkeersborden en mits het plaatsen van de parkeerschijf.

 

Het parkeren heeft aanleiding tot een ondeelbaar forfaitair bedrag van 25 euro per dag:

        voor elke periode die langer is dan deze die gratis is. De retributie is voor de ganse dag verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeerborden.

        in geval de parkeerschijf niet zichtbaar wordt geplaatst of de geplaatste schijf niet voldoet aan het door de Minister van Verkeerswezen bepaalde model. De retributie is voor de ganse dag verschuldigd door het voltrekken van bedoelde retributieplichtige feiten.

        in geval de gebruiker onjuiste aanduidingen op de schijf laat verschijnen of de aanduidingen wijzigt zonder dat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten. De retributie is voor de ganse dag verschuldigd door het voltrekken van bedoelde retributieplichtige feiten.

 

Vrijstelling van retributie

 

Art. 4.

Zijn niet aan de retributie onderworpen:

        de bewoners die de door de gemeente of zijn gemachtigde, uitgereikte officiële parkeerkaart voor bewoners, overeenkomstig het ministerieel besluit van 9 januari 2007, op het ogenblik van het parkeren zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig;

        de bewoners waarvoor de door de gemeente of zijn gemachtigde officieel uitgereikte parkeerkaart wordt vervangen door een elektronisch toezichtsysteem, zoals voorzien in artikel 1 van het ministerieel besluit van 9 januari 2007;

        de zorgverstrekkers die een parkeerkaart voor zorgverstrekkers plaatsen, afgeleverd door de gemeente Deerlijk of zijn gemachtigde, of een andere stad of gemeente;

        het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap. Het statuut van "persoon met een handicap" wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart, uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 7 mei 1999.

 

Bij gebreke aan het aanbrengen van voormelde parkeerkaarten op voormelde wijze is het ondeelbaar forfaitair bedrag van 25 euro per dag van toepassing.

 

Wijze van vestiging van de retributie

 

Art. 5.

De controle en de inning dient te gebeuren overeenkomstig het bedingen van de concessie van openbare dienst.

 

In ieder geval echter wordt, indien bij controle wordt vastgesteld dat de retributie verschuldigd is, een uitnodiging om de retributie te betalen op de voorruit van het voertuig aangebracht.

 

Indien de retributie niet tijdig betaald wordt, gelden volgende aanmaningskosten:

  een eerste betalingsherinnering is kosteloos;

  bij een tweede betalingsherinnering wordt een aanmaningskost van 10 euro verschuldigd bovenop de retributie;

  bij een derde aanmaning wordt een aanmaningskost van 20 euro verschuldigd bovenop de retributie en de eerdere aanmaningskost van 10 euro.

 

Inwerkingtreding

 

Art. 6.

Dit reglement treedt in werking de 5de dag na de bekendmaking van dit reglement en is geldig tot 31 december 2025.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.15. OMV 2021_211 - Trompestraat 44 - beslissing -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van een bestaande woning met een nieuwe aanbouw en het plaatsen van een vrijstaande tuinberging, op een perceel gelegen Trompestraat 44 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 752 T aangevraagd door Louwagie - De Clercq wonende 's Gravenstraat 133/3 te 9810 Nazareth.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  10 januari 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De verharding voorzien voor de fietsenparkeerplaatsen uit te sluiten van vergunning.

        De verharding rechts van de woning en een breedte van 2,13 m tot aan de rooilijn te beperken tot een toegangspad met een breedte van 1,20 m conform de breedte van de voorziene poort op het einde van de verharding. De rest van de strook dient aangelegd te worden met levend groen.

        De verharding voorzien in de zone tussen de achterkavelgrens (westelijke perceelsgrens) en de achtergevel van het bijgebouw en dit doorgetrokken tot aan de rooilijn met de Molenstraat wordt uitgesloten van vergunning. Deze zone moet aangelegd worden met levend groen.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.


Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 juni 1951 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis met woonpremie.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 757 m² en is gelegen langs de Trompestraat op de hoek met de Molenstraat, op ongeveer 750 m ten zuiden van de kern van Sint-Lodewijk. De Trompestraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een alleenstaande hoekwoning bestaande uit 1 bouwlaag en een hellend dak. Achteraan de woning bevindt zich een veranda. De bouwdiepte van het hoofdvolume bedraagt 8,41 m. De woning staat op 2,13 m van de rechterperceelsgrens en op min. 5,09 m van de linkerperceelsgrens. De afstand tov de rooilijn bedraagt 7,03 m. Op het perceel bevinden zich nog 3 vrijstaande bijgebouwen, waaronder een tuinberging/garage, een tuinhok en een kippenhok. De totale oppervlakte van de bijgebouwen bedraagt 54,40 m².

Op de rooilijnen is een haag aanwezig. Vanaf het tuinberging/garage langs de Molenstraat wordt de haag vervangen door een draadafsluiting. De voortuin langs de Trompestraat is deels verhard in steenslag, deels bestaat die uit groen. De voortuin/zijtuin langs de Molenstraat is verhard als toegang tot de garage. In de tuinzone staat een hoogstammige boom.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.

 

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Verbouwing en uitbreiding woning

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning na afbraak van de lage aanbouw en de aangebouwde veranda achteraan de woning. Daarnaast worden ook de 3 vrijstaande bijgebouwen op het terrein gesloopt.

De bestaande af te breken aanbouw heeft een oppervlakte van 15,39 m², de af te breken bijgebouwen hebben samen een oppervlakte van 54,40 m². Het af te breken kippenhok bevindt zich op de rechterperceelsgrens. De andere bijgebouwen bevinden zich op ruimere afstand van de perceelsgrenzen.

Op de plaats van de te slopen aanbouw wordt een nieuwbouw voorzien. De uitbreiding bevindt zich achteraan de woning, op een afstand van min. 2,27 m tov de rechter kavelgrens, min. 3,65 m tov de linkerkavelgrens. De uitbreiding heeft een breedte van 10,66 m op een diepte van 8,44m en wordt deels afgewerkt met een hellend dak, deels met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt max. 6,36 m.

Het materiaalgebruik van het nieuwe volume betreft deels hout, deels herbruikte paramentsteen en antracietkleurig aluminium buitenschrijnwerk. Van de westgevel wordt het buitenparament verwijderd ifv recuperatie in de nieuwbouw en na isolatie afgewerkt met gevelbeplanking.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een zithoek, eetruimte/keuken, bureel en berging. Op het verdiep worden 3 slaapkamers en een badkamer voorzien.

 

Tuinzone

In de tuinzone wordt een nieuw bijgebouw voorzien. Het bijgebouw heeft een breedte van min. 6,09 m en max. 7,93 m op een diepte van 8 m (totale oppervlakte 54m²). Het bijgebouw wordt ingeplant op 4 m van de achterste perceelsgrens, op de rechterperceelsgrens en op 3 m van de linkerperceelsgrens/Molenstraat. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3,20 m. De gevels van het bijgebouw worden voorzien in hout. De muur op de perceelsgrens wordt afgewerkt in metselwerk en beplating.

Zowel de ruimte tussen de achtergevel van het bijgebouw en de achterste perceelsgrens en de ruimte tussen de linkergevel en de linkerperceelsgrens wordt volledig voorzien in waterdoorlatende grindmatten.

Achteraan de woning wordt een terras voorzien met een oppervlakte van 35 m².

De voortuinzone wordt grotendeels verhard. Enerzijds in functie van het parkeren van 2 wagens, anderzijds als fietsenparkeerplaats en toegang tot de tuin en berging/huis. Maximum 22 % van de voortuin bestaat uit groen.

 

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden op 30 november 2021 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.a         Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

 

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.b         Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Trompestraat en de Molenstraat beide voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.c         Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 2x 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 4.300 liter en een referentieoppervlakte van 6,60 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat, mits het naleven van de voorwaarden, het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.d         Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.e         Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.f           Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.g         Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.h         Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.i           Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.j           Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

        Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze omgeving.

Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

        Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van de woning op 7,03 m van de rooilijn blijft ongewijzigd.

De nieuwe achterbouw wordt gerealiseerd achteraan de woning en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

 

        Bouwvolume en gabarit:

Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit ongewijzigd, er worden enkel interne verbouwingswerken uitgevoerd.

De bestaande achterbouwen worden vervangen door een nieuwe, ruime achterbouw over ongeveer de volledige breedte van de bestaande. De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op die manier tot op 14,16 m gebracht, hetgeen zeker aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. Het perceel is immers voldoende diep, en een dergelijke gelijkvloerse bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe.

Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren, de bouwhoogte is aanvaardbaar en de muren op de perceelsgrens veranderen niet.

Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.

 

Verschijningsvorm:

De voorgevel blijft ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld.

De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik (metselwerk in combinatie met hout) binnen de bestaande bebouwing.

 

        Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. Op vandaag wordt er in de voortuinstrook 1 parkeerplaats voorzien. Daarnaast is er een verharde doorgang in de linkerzijstrook naar de vrijstaande garage achter de woning. Ook de ruimte tussen de achtergevel van de woning en de vrijstaande bijgebouwen is voorzien in steenslag en kan aangewend worden om te parkeren.

Na de werken wordt de voortuin deels heringericht waarbij er 2 parkeerplaatsen afgebakend worden voor auto’s op de reeds bestaande verharde ruimte, alsook bijkomende verharding met een breedte van 5,70 m op een diepte van 5,10 m ifv het stallen van fietsen en bijkomende verharding in de rechterzijtuinstrook met een breedte van 2,13 m ifv toegang tot de tuin en de berging in de woning.

Het is onduidelijk waarom de fietsenstalling een dergelijke oppervlakte dient in te nemen. Deze oppervlakte komt nl. overeenkomt met een ruimte om bijkomend 2 autoparkeerplaatsen in de voortuin te stallen. Er is voldoende ruimte voorzien in de vrijstaande tuinberging voor de fietsen en op het terrein is voldoende ruimte om de fietsen te stallen zonder dat dit dient te gebeuren in de voortuinstrook (vb in de linkervrije zijstrook tussen de autoparkeerplaats en het hoofdgebouw). De verharding voorzien voor de fietsenparkeerplaatsen dient bijgevolg uitgesloten te worden van vergunning.

 

Aansluitend hierop wordt ook nog eens bijkomende verharding voorzien tussen de tuinberging en de achterste perceelsgrens. Er is in de nota geen bijkomende informatie voorhanden omtrent de functie van deze verharde zone. Delen ervan zouden eveneens gebruikt kunnen worden ifv het parkeren.  Er is op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid aanwezig zodat voor deze zone een beperking in de verharde oppervlakte kan opgelegd worden in functie van een bijkomende vergroening van het straatbeeld (zie onder bij groen- en omgevingsaanleg).

 

        Groen- en omgevingsaanleg:

Achter de woning wordt een terras aangelegd met een oppervlakte van 35m².

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen.

Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

 

De woning beschikt tevens over een kleine voortuin. Deze zone dient steeds te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen. Het ontwerp voorziet echter dat slechts

22 % van de voortuin aangelegd wordt met groen, wat ruim onvoldoende is.

De inrichting van een voortuin heeft invloed op het straatbeeld, de verkeersveiligheid en op de goede waterhuishouding. Beplanting, hagen en bomen in de voortuin maken het straatbeeld mooier en zorgen voor het residentiële karakter van een omgeving. Deze groenzones helpen ook bij de infiltratie van het regenwater en halen fijn stof uit de lucht.  Verharding zoals grind, kiezels of grasdallen dienen eveneens met de nodige zorg bekeken te worden. Niettegenstaande deze materialen waterdoorlatend zijn en het regenwater dus in de bodem laten infiltreren, dragen ze niet bij tot het straatbeeld, de verkeersveiligheid noch tot de zuivering van de lucht.

Als gangbare norm wordt een voortuinverharding van max. 50 % van de voortuinoppervlakte gehanteerd. Deze norm wordt in het voorliggende ontwerp niet gerespecteerd. Zoals reeds onder het voorgaande punt aangegeven dient de verharding in de voortuin te worden beperkt.

Naast verharding in de voortuinstrook wordt ook nog bijkomende verharding in de rechterzijtuinstrook voorzien met een breedte van 2,13 m (de volledige breedte van de zijtuinstrook) ifv de toegang tot de tuin en de berging in de woning en dit tot aan de rooilijn doorgetrokken. Gezien dit enkel een toegang betreft tot de tuinzone en de berging en de breedte van de toegangspoort voorzien is op een breedte van 1,20 m dient opgelegd te worden dat de verharding rechts van de woning beperkt moet worden tot een toegangspad met een breedte van 1,20 m conform de breedte van de voorziene poort op het einde van de verharding. De rest van de strook moet aangelegd worden met levend groen.

 

In de tuinzone wordt een ruime bergplaats voorzien. Gezien de oppervlakte van de tuinzone is de oppervlakte van de tuinberging te verantwoorden. Uit het dossier blijkt dat deze zal fungeren als fietsenstalling en als bergplaats. Gezien er een brede poort in de zijgevel kant Molenstraat wordt voorzien, en gezien de diepte van de berging,  bestaat tevens de mogelijkheid dat de bergplaats aangewend zal worden als autoberging.

Tussen de Molenstraat en het bijgebouw alsook tussen de achterkavelgrens (westelijke perceelsgrens) en de achtergevel van het bijgebouw (gezien vanaf de Trompestraat) wordt de volledige zone verhard in waterdoorlatende materialen. De functie van deze verharding in niet nader omschreven. In functie van een bijkomende vergroening van de Molenstraat en aangezien geen duidelijke functie voor de verharding opgenomen is, wordt voorgesteld om in de voorwaarden op te leggen dat de zone tussen de achterkavelgrens (westelijke perceelsgrens) en de achtergevel van het bijgebouw en dit doorgetrokken tot aan de rooilijn met de Molenstraat niet verhard kan worden en aangelegd moet worden met levend groen. De verharding tussen het bijgebouw en de Molenstraat kan wel behouden worden in de voorziene grindmatten in functie van de toegankelijkheid van het bijgebouw en de toegankelijkheid van de tuinzone.

 

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.k         Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.l           Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.m       Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Louwagie - De Clercq wonende 's Gravenstraat 133/3 te 9810 Nazareth, voor het uitbreiden van een bestaande woning met een nieuwe aanbouw en het plaatsen van een vrijstaande tuinberging, op een perceel gelegen Trompestraat 44 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 752 T, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De verharding voorzien voor de fietsenparkeerplaatsen uit te sluiten van vergunning.

        De verharding rechts van de woning en een breedte van 2,13 m tot aan de rooilijn te beperken tot een toegangspad met een breedte van 1,20 m conform de breedte van de voorziene poort op het einde van de verharding. De rest van de strook dient aangelegd te worden met levend groen.

        De verharding voorzien in de zone tussen de achterkavelgrens (westelijke perceelsgrens) en de achtergevel van het bijgebouw en dit doorgetrokken tot aan de rooilijn met de Molenstraat wordt uitgesloten van vergunning. Deze zone moet aangelegd worden met levend groen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.16. OMV 2021_182 - Pladijsstraat 184 - beslissing -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een garage met tuinhuis, op een perceel gelegen Pladijsstraat 184 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 194 B4 aangevraagd door Siemen Vercaemst wonende Pladijsstraat 184 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  10 januari 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 27 april 1967 (dossiernummer 1967.3/1048-2).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het verkavelingsplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 juni 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning en tuinberging.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 1268 m² en is gelegen langs de Pladijsstraat op ongeveer 1 km ten noordwesten van de kern van Sint-Lodewijk.

De Pladijsstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een vrijstaande woning, opgetrokken op ca. 8 m achter de rooilijn en op ca. 4.5 m van de linkerperceelsgrens. Deze vrije zijstrook is grotendeels verhard. De woning bestaat uit één bouwlaag met een hellend dak, de gevels zijn opgetrokken in licht bruine gevelsteen, het buitenschrijnwerk is wit PVC, de dakbedekking zwart geglazuurde pannen. Achteraan het perceel is een bijgebouw van 40 m² aanwezig. Dit bijgebouw is ingeplant op de rechterperceelsgrens en heeft een maximale hoogte van 3 m.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen. Ten zuiden van het perceel werd recent een nieuwe verkaveling vergund.

 

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een vrijstaande tuinberging te bouwen op zowel de achterste als de rechterperceelsgrens. De tuinberging zal aangewend worden als garage en als tuinberging en is ter vervanging van de bestaande berging. Het bijgebouw wordt grotendeels ingeplant op de plaats van de te slopen constructie. De tuinberging heeft een breedte van 6,50 m op een diepte van 6 m. Het bijgebouw wordt ingeplant op 11 m van de achtergevel van de woning. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 2,80 m. De gevels van het bijgebouw worden voorzien in baksteen en krijgt een wit uitzicht.

 

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 22 oktober 2021 tot 20 november 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.a         Planologische toets

 

De aanvraag dient getoetst te worden aan de voorschriften van de geldende verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

Ontwerp voorziet:

Max. Opp bijgebouw 32 m²

Opp bijgebouw 39 m²

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de vrijstaande woning behouden blijft, een vrijstaand bijgebouw toegelaten is, het bijgebouw opgetrokken kan worden met plat dak en met een maximale kroonlijsthoogte van 3 m, het bijgebouw ingeplant wordt op meer dan 10 m achter de achtergevel van de woning en ingeplant wordt op de zij- en achterperceelsgrens. 

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de afmetingen van het bijgebouw zodat een afwijking overwogen kan worden. De oppervlakte van de tuinberging wijkt beperkt af van de voorschriften, de bestaande tuinberging heeft een gelijkaardige oppervlakte en het perceel is voldoende ruim zodat de onbebouwde ruimte als een kwalitatieve tuinzone bij de woning ingericht kan worden.

 

7.b         Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Pladijsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.c         Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.d         Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.e         Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.f           Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.g         Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.h         Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.i           Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.j           Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

     Functie: 

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een tuinberging bij een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.

 

     Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:

De inplanting van de woning blijft ongewijzigd. De nieuwe tuinberging wordt gerealiseerd op ongeveer dezelfde plaats als de bestaande tuinberging.

Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met de bestaande berging, de bouwhoogte is aanvaardbaar. De muren op de perceelgrens worden gewijzigd. Hiervoor werd het akkoord verkregen van de eigenaars van het betreffende buurperceel.

De voorgevel van de woning blijft ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld. De tuinberging staat op ruime afstand van de rooilijn.

De tuinberging integreert zich door zijn materiaalgebruik (metselwerk) binnen de bestaande bebouwing.

 

     Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. In de nieuwe tuinberging wordt ruimte voorzien voor een garage, zodat het aantal overdekte autostelplaatsen op het terrein niet wijzigt.

 

     Groen- en omgevingsaanleg:

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. De bestaande verharding in de zijtuinstrook blijft behouden.

 

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.k         Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.l           Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.m       Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Siemen Vercaemst wonende Pladijsstraat 184 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een garage met tuinhuis, op een perceel gelegen Pladijsstraat 184 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 194 B4.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.17. OMV 2021_195 - Wonsheimstraat 16 - beslissing -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een tuinhuis, verharden van de oprit en aanleggen van een terras, op een perceel gelegen Wonsheimstraat 16 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 282 P aangevraagd door Jeroen Vinckier wonende Ardooisestraat 43 te 8870 Izegem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  10 januari 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De diepte van het terras dient teruggebracht te worden tot 3,50 m zoals oorspronkelijk vergund.

        Het materiaalgebruik van het terras dient waterdoorlatend te zijn of dient aangesloten te worden op een infiltratievoorziening zodat het water infiltreert in de bodem en niet afwatert naar de regenwaterput.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20 januari 2006) in een stedelijk woongebied.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 22 juli 2009. (dossiernummer 200826/2087-2)

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het verkavelingsplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 juli 2009 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitvoeren van wegenis en rioleringswerken in de private verkaveling ‘De Heerlijkheid’.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 mei 20110 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 9 woningen.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 236 m² en is gelegen langs de Wonsheimstraat op ongeveer 900 m ten oosten van de kern van Deerlijk. De Wonsheimstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een gesloten eengezinswoning, opgetrokken met 2 bouwlagen en een hellend dak. De woning heeft een breedte van 8 m, de bouwdiepte bedraagt 11 m. De voortuin is op vandaag volledig verhard in steenslag. In de tuinzone is een terras met een diepte van 3,30 m aanwezig.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen. De woningen in de directe omgeving hebben allen eenzelfde uitzicht, de straat is vrij stenig.

 

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

In de tuinzone wordt een bijgebouw voorzien. Het bijgebouw heeft een breedte van 5 m op een diepte van 4 m. Het bijgebouw wordt ingeplant op 1 m van zowel de achterste als de linkerperceelsgrens en op 1,85 m van de rechterperceelsgrens. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 2,50 m. De gevels van het bijgebouw worden voorzien in grenenhout.

In de tuinzone wordt tevens het bestaande terras vervangen door een nieuw terras. Het terras heeft een diepte van 4 m en wordt voorzien over de volledige breedte van het perceel, zijnde 7,8 5m. Het terras watert af naar de infiltratieput en wordt voorzien in keramische tegels.

De oprit naar de garage toe in de voortuin wordt verhard over een breedte van 3,30 m en een diepte van 6 m. Ter hoogte van de voordeur wordt een bijkomende verharding aangelegd met een oppervlakte van 2,80 m². De verharding in de voortuin (22,60 m²) wordt voorzien in waterdoorlatende kleiklinkers.

 

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 5 november 2021 tot 4 december 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.a         Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van de geldende verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Tuinhuisjes max. 10 m²

Tuinhuis 20 m²

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van het verkavelingsplan gezien de kroonlijst- en nokhoogte van 2,50 m niet overschreden wordt, de  afstand tot de perceelsgrenzen van minstens 1 m gerespecteerd wordt en de verharding in de voortuinstrook niet meer bedraagt dan 50% van de oppervlakte van de voortuin en wordt voorzien in waterdoorlatende verharding.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de afmetingen van het bijgebouw zodat een afwijking overwogen kan worden. In de voorschriften zijn 2 bepalingen inzake oppervlakte opgenomen, zijnde enerzijds 10 m² en anderzijds 20 m². Dit zorgt voor dubbelzinnigheid naar de eigenaars. Het bijgebouw krijgt een oppervlakte van 20 m² en beantwoordt daarmee aan één van beide bepalingen zodat de afwijking toegestaan kan worden.

 

7.b         Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Wonsheimstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.c         Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Echter dient geoordeeld dat de achtertuin voor meer dan 50% voorzien wordt van verharding/bebouwing en dat deze allen aangesloten worden op de regenwaterput. Teneinde voldoende water te kunnen infiltreren op eigen terrein dient de bebouwde/verharde oppervlakte te worden beperkt (zie verder toetsing goede ruimtelijke ordening). 

 

7.d         Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.e         Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.f           Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.g         Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.h         Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.i           Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.j           Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een bijgebouw en de aanleg van verharding bij een residentiële woning, met behoud van deze functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast in zijn omgeving.

 

Inplanting en verschijningsvorm

Het bijgebouw wordt ingeplant in de tuinzone bij de woning zodat het bestaande straatbeeld niet geschaad wordt. Door het bijgebouw te voorzien in een hoek van het perceel wordt de overgebleven tuinzone zo min mogelijk versnipperd teneinde maximale kwaliteit te behouden.

Het bijgebouw wordt voorzien op voldoende afstand van de aanpalende percelen en is beperkt in hoogte teneinde geen hinder te creëren in de aanpalende eerder beperkte tuinzones.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

De woning beschikt over een achtertuin met een oppervlakte van ongeveer 96 m². Deze wordt nav de werken als volgt ingenomen: een tuinhuis met een oppervlakte van 20 m², niet-waterdoorlatend terras van 31,40 m² en restruimte rond het tuinhuis (tov rechterzijperceelsgrens en achterperceelsgrens) van 11 m².

Dat betekent dat meer de helft van de tuin ingenomen wordt door verharding/ bebouwing waardoor de tuinzone te beperkt wordt om als kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen en om voldoende water op eigen terrein te kunnen infiltreren. Bijgevolg dient de oppervlakte van verharding in de tuinzone te worden beperkt. De diepte van het terras dient teruggebracht te worden tot 3,50 m zoals oorspronkelijk vergund (opp 27,50m²) en het materiaalgebruik dient waterdoorlatend te zijn of dient aangesloten te worden op een infiltratievoorziening zodat het water infiltreert in de bodem en niet afwatert naar de regenwaterput. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

 

De woning beschikt tevens over een kleine voortuin. Deze zone dient steeds te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen in functie van het residentiële karakter van het bestaande straatbeeld en in functie van de waterhuishouding op eigen terrein. Het ontwerp voorziet een oppervlakte van de verharding van 22,60 m², wat overeenkomt met het verharden van de noodzakelijke toegangen en binnen de bepalingen van de verkaveling valt. Er blijft nog voldoende ruimte over om in te richten met levend groen. De oprit wordt voorzien in waterdoorlatende klinkers zodat het water op eigen terrein kan infiltreren.

 

Het ontwerp is mits het voldoen aan de gestelde voorwaarden bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.k         Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.l           Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.m       Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jeroen Vinckier wonende Ardooisestraat 43 te 8870 Izegem, voor het bouwen van een tuinhuis, verharden van de oprit en aanleggen van een terras, op een perceel gelegen Wonsheimstraat 16 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 282 P, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De diepte van het terras dient teruggebracht te worden tot 3,50 m zoals oorspronkelijk vergund.

        Het materiaalgebruik van het terras dient waterdoorlatend te zijn of dient aangesloten te worden op een infiltratievoorziening zodat het water infiltreert in de bodem en niet afwatert naar de regenwaterput.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.18. Hoekstraat - machtiging werken openbaar domein - vangrail - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd machtiging te verlenen voor het uitvoeren van werken op het openbaar domein ter hoogte van de Hoekstraat nr 6.

 

Motivering

 

Ter hoogte van de Hoekstraat nr 6 bevindt zich een gerenoveerde hoeve die van de weg afgescheiden is door een wal. Tussen de landbouwweg en de wal bevindt er zich op de rooilijn over een lengte van een 90-tal meter een metalen vangrail. Die vangrail werd ooit om veiligheidsredenen geplaatst omdat de wal te dicht bij de weg lag.

Op heden is de wal opnieuw geprofileerd en is de berm tussen de weg en de wal een tweetal meter breed.

De bewoner vraagt of de metalen vangrail, om esthetische redenen, eventueel verwijderd mag worden. Indien hij moet behouden blijven, vraagt de bewoner of hij deze dan door een alternatieve vangrail mag vervangen. Voor het alternatief stuurde de bewoner een voorbeeld door van een houten vangrail.

 

De dienst infrastructuur en openbare werken heeft hierbij de volgende bemerkingen:

        Vanuit esthetisch oogpunt is de metalen vangrail in landbouwgebied geen meerwaarde en kan deze in dit opzicht verwijderd worden.

        Veiligheidsredenen: de Hoekstraat is een landbouwweg waar in principe beperkt doorgaand verkeer is, maar die om de file in de Breestraat tijdens de spitsuren te vermijden, toch als sluipweg wordt gebruikt naar het kruispunt Belgiek. Door de tractorsluis in de Vichteknokstraat is er geen sluipverkeer meer richting Vichte. Bij de heraanleg van het kruispunt Belgiek zal het gebruik van die weg als sluipweg verminderen of zelfs wegvallen, wat zal resulteren in minder verkeer.

        De vraag kan in het algemeen gesteld worden of een vangrail als veiligheidsvoorziening wel nodig is (bredere berm dan voorheen). Aan de overkant van de weg is ook een gracht, die wel smaller is dan de wal, maar waar geen vangrail aanwezig is.

        Het voorgestelde alternatief in rondhout oogt minder hard, maar is vanuit esthetisch oogpunt nog steeds onnatuurlijk.

        De dienst infrastructuur en openbare werken is geen vragende partij voor het verwijderen van de vangrail, maar heeft er ook geen bezwaar tegen.

        Als er toch gekozen wordt voor vervanging, dan is niettegenstaande bovenstaande bemerkingen, de houten vangrail wel een degelijk alternatief.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit machtiging te verlenen voor het verwijderen van de metalen vangrail ter hoogte van de Hoekstraat nr 6.

 

Artikel 2

 

Alle kosten voor het verwijderen van de vangrail zijn ten laste van de aanvrager.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.19. Verkaveling Schepen Paul Vanaverbekestraat - omgevingsaanleg - goedkeuring -

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.20. Inname openbaar domein - kennisname -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.21. Asverstrooiing - kennisname -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.22. Asverstrooiing - kennisname -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.23. Grafconcessie - bijzetting en hernieuwing - goedkeuring -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

C.24. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

D.1. OMV 2021_143 - Camiel Vereeckelaan 5 - beslissing -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het renoveren en uitbreiden van een woning, op een perceel gelegen Camiel Vereeckelaan 5 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 167 S aangevraagd door Deschamps - Meire wonende Stationsstraat 75 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  6 januari 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, RUP in-Lodewijk Centrum, goedgekeurd op 3 noveber 2011 met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 november 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 333 m² en is gelegen langs de Camiel Vereeckelaan op ongeveer 200 m ten westen van de kern van Sint-Lodewijk. De Camiel Vereeckelaan is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een alleenstaande woning met een wachtgevel op de linkerperceelsgrens en op een afstand van 3 m van de rechterperceelsgrens. De woning is opgetrokken met 2 bouwlagen en een hellend dak. De woning bevindt zich op 5 m van de rooilijn. De bouwdiepte van het hoofdvolume bedraagt 8 m. Achter de woning is een bestaande veranda aangebouwd waardoor de totale bouwdiepte op het gelijkvloers 11 m bedraagt. In de tuin bevindt zich een carport met een oppervlakte van 8,47 m² en een tuinhuis van 6,47 m². Beide bijgebouwen staan op korte afstand van de linkerperceelsgrens. In de voortuin is de toegang tot de garagepoort verhard. De rest heeft een groen karakter.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen. Links van de woning bevindt zich een onbebouwd perceel.

 

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning na afbraak van de veranda en de losstaande bijgebouwen.

Na het indienen van het dossier werd het eerste ontwerp (PIV 1) in openbaar onderzoek gelegd.  Tijdens dit openbaar onderzoek werd een bezwaarschrift ingediend, waarna de plannen aangepast werden. Hierop volgend werd een tweede openbaar onderzoek gehouden betreffende de projectinhoudversie 2.

Beschrijving plannen verbouwing woning projectinhoudversie V1

Aansluitend aan het hoofdvolume wordt op de linkerperceelsgrens een nieuwbouw voorzien met een oppervlakte van 39,45 m² met aansluitend een overdekt terras met een oppervlakte van 11,56 m² tot op 1 m van de linkerperceelsgrens en op 1,55m van de achterste perceelsgrens. Over de volledige diepte van de uitbreiding wordt een zonneluifel voorzien met een breedte van 1 m en een totale oppervlakte van 12,54 m².Ter hoogte van de rechtervrije zijstrook wordt een fietsenberging voorzien met een oppervlakte van 8,80 m².

Beschrijving plannen projectinhoudversie V2

Op de plaats van de te slopen constructies wordt een nieuwbouw voorzien met een oppervlakte van 34,89 m² en aansluitende langs de kant van de tuin een zonneluifel met een oppervlakte van 7,62 m². De uitbreiding bevindt zich achteraan de woning, op de linkerkavelgrens en op een afstand van minstens 5,78 m van de achterste perceelsgrens. De uitbreiding heeft een breedte van 4,48 m op een diepte van 8 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3 m. Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft zwart gebeitste houten planken met aluminium buitenschrijnwerk.

In de vrije zijstrook wordt een bijgebouw/fietsenberging voorzien met een oppervlakte van 13,75 m². Dit betreft een open constructie opgetrokken met plat dak. Het materiaalgebruik wordt niet gespecificeerd.

Het bestaande hoofdvolume van de woning wordt intern verbouwd. De raam- en deuropeningen in de voorgevel van de woning worden gewijzigd. De bestaande woning wordt na de werken in kalei(grijs/beigetint) afgewerkt. Het buitenschrijnwerk wordt een combinatie van aluminium en hout.

Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkom, toilet, douche en wasplaats, keuken en eetplaats, een leefruimte en bibliotheek/ontspanningsruimte. De bestaande garage en opening wordt vervangen door de voordeur. Op het verdiep worden 3 slaapkamers en een badkamer ondergebracht. Onder het dak bevindt zich de zolder.

Niettegenstaande de plannen aangepast werden na het 1e ontwerp, werden geen aanpassingen uitgevoerd aan de beschrijvende nota waarbij nog steeds sprake is van een overdekt terras. Gezien de aanpassing van de plannen, wordt geen rekening gehouden met het plaatsen van een overdekt terras en maakt dit geen deel uit van de PIV 2.

Tuinzone

In de tuinzone bevinden zich twee terrassen met een totale oppervlakte van 47,70 m². De tuinzone bestaat voor 82 m² uit groenaanplant. 

De voortuin wordt grotendeels verhard. De bestaande verharding naar de voormalige garagepoort wordt opgebroken en vervangen door niet-waterdoorlatende kasseien met een totale oppervlakte van 8 m². Verder wordt de voortuin verhard in waterdoorlatende grindverharding met een totale oppervlakte van 46,61 m².

 

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 20 augustus 2021 tot 18 september 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werd er 1 bezwaarschrift ingediend.

 

In het ingediende bezwaarschrift formuleert de bezwaarindiener volgende bezwarende elementen:

        bezwaar tegen het toestaan van de aangevraagde afwijking. De bezwaarindiener vraagt om de afstand van 8 m ten opzichte van de achterkavelgrens te respecteren (zowel voor het hoofd- als nevenvolume) en dat vanuit volgende motivering:

        De lange muur op de zijperceelsgrens zal zorgen voor schaduw en minder zonlicht op het onbebouwde perceel met negatieve levenskwaliteit voor toekomstige bewoners tot gevolg.

        Vanuit esthetisch oogpunt zorgt de lange muur voor visuele hinder.

        De uitbreiding is een extra belasting op de waterhuishouding.

        Het geplande overdekte terras achteraan komt veel te dicht bij de perceelsgrens.

 

Naar aanleiding van het ingediende bezwaar heeft de aanvrager de plannen aangepast en een nieuwe projectinhoudversie (PIV2) ingediend. Over deze gewijzigde aanvraag werd een tweede openbaar onderzoek gehouden. Het tweede openbaar onderzoek vond plaats van 19 november 2021 tot 18 december 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.a         Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de voorzieningen van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Afstand tot de achterste perceelsgrens van min. 8m

Minimale afstand tot de achterste perceelsgrens van 5,78m

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de hoofdbestemming, nl. wonen gerespecteerd wordt, de vrije dakvorm, kroonlijst- en nokhoogte van het hoofd- en nevenvolume niet overschreden wordt, de bouwdiepte van het hoofdvolume kleiner is dan 12 m en de maximale terreinbezetting gerespecteerd wordt.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op een afwijking op de afstand tot de achterste perceelsgrens zodat een afwijking overwogen kan worden. Echter kan deze afwijking niet aanvaard worden. Een tuinzone met een bouwdiepte van 8 m zorgt er niet alleen voor dat er op eigen perceel voldoende buitenruimte beschikbaar is, maar zorgt er ook voor dat de aangelanden de zekerheid hebben dat enerzijds de bouwdiepte beperkt blijft en dat er anderzijds een groen uitzicht gegarandeerd wordt vanuit de woning. Dit ontwerp zorgt hier niet voor.  Daarenboven kan de uitbreiding van de woning op een andere manier georganiseerd worden met behoud van de vooropgestelde tuinzone van 8 m.

Tijdens het 1e openbaar onderzoek werden hier opmerkingen over geformuleerd. Na het aanpassen van het ontwerp werd geen nieuw bezwaar ingediend alsnog dient geoordeeld dat de vooropgestelde bouwdiepte en bijgevolg ook beperkte afstand tot de achterkavelgrens niet aanvaard kan worden.

 

7.b         Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Camiel Vereeckelaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.c         Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een hemelwaterput voorzien met een volume van 10.000 l, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 5.000 liter, het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.d         Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.e         Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.f           Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.g         Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.h         Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.i           Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.j           Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze woonomgeving. Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

Inplanting: 

De inplanting van de woning op 4,92 m achter de rooilijn blijft ongewijzigd.

De nieuwe achterbouw wordt gerealiseerd op ongeveer dezelfde plaats als de bestaande achterbouwen, en sluit aan op het hoofdgebouw. Echter vormt de bebouwing na de werken geen compact geheel. De voorschriften schrijven een minimale tuinzone van 8 m voor, dit bepaalt meteen ook de maximale bouwdiepte van de woning van 13,6 m op de linkerperceelsgrens. De vooropgestelde bouwdiepte is zodoende in strijd met de voorschriften.

Het lijkt wenselijk om de inplanting van de uitbreiding over de volledige breedte van de woning te voorzien. Dit zorgt voor een compacter geheel, voor een beperking van de diepte van de scheidingsmuur op de zijperceelsgrens alsook voor het beperken van de noodzakelijke verharding in de tuinzone. Ofwel kan de bouwdiepte van de uitbouw beperkt worden zodat alsnog een afstand van 8 m tot de achterkavelgrens gevrijwaard wordt. Deze ingreep heeft slechts een beperkte impact op de interne inrichting van de woning gelet op de aanwezig ruimte die vrij is tussen het kookeiland en de toegang tot de wasplaats.

In de rechter vrije zijstrook wordt een open fietsenstalling voorzien. Deze heeft de afmetingen van een carport. Het plaatsen van een fietsenstalling in de vrije zijstrook is aanvaardbaar.

 

Bouwvolume:

Het hoofdgebouw van de woning blijft ongewijzigd, er worden wel interne verbouwingswerken uitgevoerd.

De bestaande bijgebouwen worden vervangen door een nieuwe, ruime achterbouw over een bouwbreedte van 5,51 (incl. zonneluifel) en een lengte van 7,62 m. De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op die manier tot op 16 m gebracht. Gezien de directe omgeving en de diepte van het perceel, overschrijdt men hiermee het aanvaardbare. Het perceel is voldoende breed om een uitbreiding over de volledige breedte van de woning te overwegen. Een dergelijke inplanting van het nevenvolume zal zorgen voor een compacte uitbreiding en laat bovendien nog een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe.

Er wordt wel degelijk hinder verwacht voor de omringende percelen door de uitbreiding op de linkerperceelsgrens. De hinder ligt zowel in het voorzien van bijkomende schaduw als het beperken van inval van natuurlijklicht op het naastliggende perceel. De gevraagde uitbreiding van de woning  is niet inpasbaar in de betreffende omgeving, de uitbreiding wordt uitgesloten van vergunning.

Het volume van de fietsenstalling is wel aanvaardbaar daar door zijn open constructie het halfopen karakter van de woning blijft behouden.

 

Verschijningsvorm: 

De voorgevel wordt grondig aangepast. De bestaande raam- en deuropeningen worden gewijzigd. Op het gelijkvloers wordt de bestaande poortopening vervangen door de voordeur, de bestaande raamopeningen worden herverdeeld. Ook op het verdiep worden de openingen gewijzigd. De voorgevel wordt tevens geschilderd. De woning zal zich na de herinrichting van de voorgevel blijvend integreren in de directe omgeving.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. Echter wordt het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein uitgebreid van 1 parkeerplaats naar een 3-tal parkeerplaatsen (2 in de vrije zijstrook en 1 bijkomende parkeerplaats voor de woning) en een fietsenstalling voor minstens 6 fietsen.  Deze uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen staat niet in verhouding tot de kwaliteit van de voortuinstrook (zie onder bij groen- en omgevingsaanleg).

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Achter en naast de woning worden terrassen aangelegd in waterdoorlatende verharding. De totale oppervlakte aan verharding in de tuin bedraagt 47,70 m². In verhouding tot de oppervlakte van de tuinzone is dit te uitgebreid. De verharding in de tuinzone dient bijgevolg beperkt te worden. Minstens de verharding parallel aan de zonneluifel dient ingeperkt te worden tot de breedte van de luifel zelf. 

 

De woning beschikt tevens over een kleine voortuin. Deze zone dient steeds te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen. Dit is echter onvoldoende het geval.

De inrichting van een voortuin heeft invloed op het straatbeeld, de verkeersveiligheid en op de goede waterhuishouding. Beplanting, hagen en bomen in de voortuin maken het straatbeeld mooier en zorgen voor het residentiële karakter van een omgeving. Deze groenzones helpen ook bij de infiltratie van het regenwater en halen fijn stof uit de lucht.  Verharding zoals grind, kiezels of grasdallen dienen eveneens met de nodige zorg bekeken te worden. Niettegenstaande deze materialen waterdoorlatend zijn en het regenwater dus in de bodem laten infiltreren, dragen ze niet bij tot het straatbeeld noch tot de zuivering van de lucht.

Als gangbare norm wordt een voortuinverharding van max. 50 % van de voortuinoppervlakte gehanteerd. Deze norm wordt in het voorliggende ontwerp niet gerespecteerd.

Gezien de bestemming van het gebouw in de vrije zijstrook een fietsenstalling betreft, is het verharden van de volledige vrije zijstrook overbodig. Deze dient beperkt te worden tot een pad met een breedte van max. 1 m tot de fietsenstalling. Bijkomend kan in de voortuinstrook bijkomende verharding worden voorzien in de vorm van een karrespoor ifv het stallen van een wagen. De voorziene parkeerplaats in het midden van de voortuin kan volledig verhard worden in waterdoorlatende verharding met een maximale breedte van 3 m. De toegang tot de woning dient beperkt te worden tot een breedte van 1,20 m. De rest van de voortuin dient ingericht te worden als groenzone. Waterdoorlatende verharding zoals grind of kiezels vallen hier niet onder.

 

Het ontwerp is, gezien de beperkte afstand tot de achterkavelgrens NIET verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en NIET met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.k         Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het eerste openbaar onderzoek werd één schriftelijk bezwaar ingediend.

Naar aanleiding van het ingediende bezwaar heeft de aanvrager de plannen aangepast en een nieuwe projectinhoudversie (PIV2) ingediend. Aangezien het gewijzigde plan een impact had op de afwijkingen op het RUP en op de scheidingsmuur werd een tweede openbaar onderzoek georganiseerd.

 

Tijdens de periode van het tweede openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.l           Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.m       Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

  1. Standpunt college van burgemeester en schepenen

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet aan bij het standpunt van de omgevingsambtenaar ivm de bouwdiepte en inplanting van het nieuwe volume. Het college is van mening dat deze uitbouw maximaal rekening houdt met de woonkwaliteit van zowel het te behouden hoofdvolume als het nieuwe gedeelte. De voorziene uitbouw speelt maximaal in op de oriëntatie van de eigendom zodat rechtstreekse lichtinval mogelijk is in zowel het hoofdvolume als de uitbouw en dat vanuit beide ruimtes een rechtstreeks contact mogelijk is met de tuinzone. Achterliggend is in deze situatie een publieke ruimte aanwezig (groenzone) waardoor de beperktere afstand tot de achterkavelgrens geen negatieve impact heeft op een achterliggende private eigendom. De aanpalende eigenaars links hebben geen bezwaar meer geformuleerd over de 2de projectinhoudversie. Bijgevolg kunnen de plannen uit de PIV2 goedgekeurd worden voor wat betreft de uitbouw.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich wel aan bij de bedenkingen in verband met inrichting van de voortuin en de maximalisatie van de tuinverharding en stelt dat het opleggen van volgende voorwaarde noodzakelijk is:

        De verharding parallel aan de zonneluifel dient ingeperkt te worden tot de breedte van de luifel zelf. 

        De voortuinverharding moet beperkt worden tot maximaal 50 % van de oppervlakte van de voortuinstrook en de rest van de voortuinstrook moet ingericht worden met opgaand laagstammig groen.

        De verharding in de vrije zijtuinstrook, naar de open fietsenstalling moet beperkt worden tot een pad met een breedte van 1 m in plaats van de volledige vrije zijtuinstrook in te nemen.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet volledig aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit  tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Deschamps - Meire wonende Stationsstraat 75 te 8540 Deerlijk, voor het renoveren en uitbreiden van een woning, op een perceel gelegen Camiel Vereeckelaan 5 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 167 S mits volgende voorwaarden stipt na te leven:

        De verharding parallel aan de zonneluifel dient ingeperkt te worden tot de breedte van de luifel zelf.

        De voortuinverharding moet beperkt worden tot maximaal 50 % van de oppervlakte van de voortuinstrook en de rest van de voortuinstrook moet ingericht worden met opgaand laagstammig groen.

        De verharding in de vrije zijtuinstrook, naar de open fietsenstalling moet beperkt worden tot een pad met een breedte van 1 m in plaats van de volledige vrije zijtuinstrook in te nemen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

D.2. Verkaveling Schepen Paul Vanaverbekestraat - opritten - goedkeuring -

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 JANUARI 2022

D.3. Gemeenteraad van 27 januari 2022 - agendapunten - verzoek agendering - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

De agenda van de gemeenteraad bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

Het college en burgemeester en schepenen wordt gevraagd de agenda voor de komende gemeenteraad te overlopen.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de voorziene punten voor de gemeenteraadszitting van 27 januari 2022.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om volgende punten te agenderen op de gemeenteraad van 27 januari 2022:

 

OPENBARE ZITTING

 

  1. Ontslag raadslid - kennisname + aanstelling opvolger - goedkeuring
  2. Gemeenteraad - 16 december 2021 - notulen en audiovisuele opname - goedkeuring
  3. Private weg innewaarts Harelbekestraat - naambepaling - principebeslissing - goedkeuring
  4. Erfgoed - schenking archeologisch ensemble De Cassinastraat 2018 - goedkeuring
  5. Reglement - Oppportuniteitsadvies bij vergunningaanvraag kinderopvang - goedkeuring
  6. Retributiereglement - parkeren in blauwe zone en zones voor tijdsgelimiteerd parkeren - verlenging - goedkeuring

 

De openbare zitting van de gemeenteraad wordt geschorst om te hernemen na de openbare zitting van de OCMW-raad.

 

  1. Vragen gesteld door raadsleden - kennisname
  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/01/2022
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.